Alle de Werken van Lucianus den Samosatenser (volume 1)  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

Jump to: navigation, search

"De worstelaars, en alle andere die haar lichaam zorgvuldig oeffenen, nemen niet allen de goed gestaltenisse des lichaams waar maar als zy in haar volle vigeur gekomen zyn, hebben zy ook een tyd van ruste en verpoozinge. Alzoo moeten ook de studerende luiden doen; wanneer zy haar in ernstige dingen uitgeslooft en afgemat hebben, behooren zy haar somwyls wat te vermaken, en te korswylen, om daar na des te bequamer en te vlugger te zyn, in 't gene men wil by der hand nemen.

Zy zullen dan groote vrucht vinden en genieten waneer zy haar inlaten, om geenzins rauwe en onbeschaafde dingen te lezen, als deze schriften zyn. De nieuwigheit en aardigheit van de stoffe, noch de verscheidene waarschijnelyke versierde leugenen, met haar tot het lezen lokken: maar dit voornamentlyk, dat niemant van de oude, 't zy Poëten, Histori-schrijvers, Philosophen, of eenige andere, die monstreuze dingen als waarschijnelyk verhaalt werden, zonder een neep te krijgen, verby gegaan wert.

Ik zoude daar de namen wel bygevoegt hebben, ten zy ik bewust was geweest, dat gy die uit het lezen wel verstaan zoud. De Histori-schrijver Ctesias, de Soon van Ctesiochus, geboortig van Knidien, die heeft wonderlyke dingen van de Indianen verhaalt, die hy noit van ymand voor de waarheid gehoort, of zelfs gezien had.

Iambulus, van de grote zee schrijvende, heeft ook zijn boeken daar van met groote leugenen gepropt, die van geen menschen gelooft werden, alhoewel de stoffe niet onaardig was. Veele geleerde zyn haar nagevolgt, en hebben zich ingelaten om de eigenste stoffe te schrijven, die hare reizen en omzwervingen, ongelooflijke groote Gedierten, wilde Menschen, en ongehoorde manieren verhalen: den opper Werk-baas van deze snakers, is dien Homerischen Ulisses geweest, wlek by Alcioen, Koning fan Corcyra, de slavernie der winden, Menschen met een oog, die rau vleis eten, Dieren met veel hoofden, de herscheppinge van zijn makkers door de Toverezien, en meer andere monstreuze dingen verhaalde, en de domme Pheacen wijs maakte.

Als ik dit in handen kreeg, stoorde ik my niet eens over de leugens, wyl ik zach, dat die zich voor Philosophen uitgeven, dusdanigen slag van redenen gebruiken. Ik verwonderde my zeer over zulke luiden, dat zij meenden, dat andere zulke leugens geloof gaven. Door nieuwigheit der zake, wil ik de nakomelingen ook yts naarlaten, om niet alleen onwetende te schijnen, in fabulen te verdichten, (want de stof ontbrak my om yts voor de waarheide te verhalen) derhalven geef ik my tot leugenen, die nochtans na mijn oordeel, tolerabelder zyn als die van de andere. Want, dewijl ik waarlyk zegge dat ik lieg, zoo zal ik met alle recht en reden de schimp van andere konnen ontvlieden ik zeg noch eens dan dat ik het liet 't geen ik in deze Historien vervat. Ik schrijf, dat ik zelfs noit gezien of gehoort heb, die ook in de gansche natuur met zyn, of oit geweest hebben. Daar na verzoek ik ootmoedelyk, dat den lezer dit niet hoeft te geloven of hy wil."--Alle de Werken van Lucianus den Samosatenser (1679) by Steven Blankaert

{{Template}}

Alle de Werken van Lucianus den Samosatenser (1679) is an anthology of Dutch Lucian translations by Steven Blankaert.

See Lucianus.

Full text part I[1]

For volume 2, check Alle de Werken van Lucianus den Samosatenser, uit het Grieks vertaald door Steven Blankaert (vol. 2)

Alle de

WERKEN

Van

LUCIANUS

den

SAMOSATENSER:

Eerste Deel. 'ï>l 'mvjlyks uit het Grieks vertaalt , Door ,


t'A M S T E R D A M,


By JoHANNEs ten Hoorn, Boekvcï koopcr over het Ou do Heeren Loge^ Bient 3 I d7p.



28 F 6


E P I G R A M M A»

van

L U G I A N U S.

Ik Lacwnus btn i» 't oud en dvjaas er- varen:

JFavt't Is maar fiotterny , *t geen dat

wen Tf^ijsbeit acht.

K'eS xfkers he^ de mei:f(t y V verdvjynt ah'lyk de baren ^

D\en is 't 'VJat 'Vjonderijks j d'aar




28 F ó


VOOR-REDEN

tot den

t

L E 2j E R-

Ewyl meeft alle oude A utheiiren , waar in ee- nig nut en vermaak fteekt, in onfè Moeder- taal gelefên' werden y fbo hebben \vy ook goet gedagt dc Werken van Lucianus j een Neder- duitfch kleed aandoende, u lieden dc lelve op te ofFtren,

Sommige hebben wel ecnige ken , daar de aardigflc ftoflFe i n ilak , iii' oud verfletcn Duits de waefeld in d^ hand geflopt; dog wyl de SchryveJi door al fyn Werken een levende aar- digheit gebniikt^dagt het ons niet 011- geraden den ièlven t'cenemaal in vol- le poftuur op te difien.

Naaft eenige jaren is het Werk van Lucianus ook in de Franfle en Hoog- duitfè Taal overgefèt, en de Druk- pers gepafleert : dog wy vcrneiiicn in \ nafien , dat 'er in de Franirc O ver-




28 F ó


Voortreden tot cl en Lezer. fettingh eenige ft ukken gemift wor- den 5 voornamentlyk het Foda^a en Ocjfus: verTcheide mikken zyn daiu* te langiiirgerekt, gelyk mennet in de Letter-ttry d j foo dat die meer na des Overfetters vernuFt , dan na Lucianus werk ruikt. Dcrhalven leveren \vy u den felven in twee ftukken , met een curieufe letter gedrukt, en verlcheide Platen vmiert  : boveii ydeir Hooft- ibuk , heefthe^ on-.goetgediKht.een )mxi begryp , generale inhoud des Iclts te fteiiUi.

' ' y dan, waarde Lez^fj icn Pi oph,de kluchtigfte en ver- B byna van alle Griekfè en

Latynle Schry vers : 't Is een man die de waarheit in alles wil w«tea - hy ilrelt het quivde en ongeregelt leven der Goden em Rienfcken ten to^n^ hy bewyll op vericheidc plaaciêrn: dit 'er geen Goden xyn, gelyk die H " ' Natiën lig inbeelden. 'I'e onrcgt V Jigt van Atli ry,

als ot hy t'cencmaal de Godheit loo- chende, 't welk uit fyn eigen ichry»

ven



28 F 6


rocr-reJen t<>t den Leze>'* ven V/el anders blykt : menibudc daar ■ uit konnen oordeelen , dat hy een al-) gemcene Godheit en Voorfienigheit heeft: willen llellen, gelyk uitfyn2i- vogely en andere ftukken, meer kart bcwefen wprden. Sommige zyn T'^n gevoelen dat hy een Cnriften geweeft , en daar na weder een Apo- llaat Ibude geworden 'zy n j doch fulks blykt niet : ook doet men daar nog by , dat hy tot fyn ftrafFe 9 door Gods believen 1 van de honden fbude ver- fcheurt zijn geworden.

Bebalven dathy de Hemcllè, Aard, Zee, enHelfche Goden belpot, lbo maakt hy overal occafic , om de waan-» wylèPhilofophen , Redenaars en Hi- ftprie-fchryvers , een dapperen douw in 't wambais te geven : hy laat ook dc Ty rannen , Koningen , Hovelingen , valfche Profeten,IdiotenjHoeren,6cc. niet vry , hy geeflclt al wat hem maar voor komt.

Te onrecht noemt men hem een Leugen-Schry ver ; want hy fbekt de leugen en verbafterde waarhcit te

^ 4 onf-


Voor redcfi iotdeenL ewr, ontdekken, en te fchnnde te maken : welk hy door een vei-ficrdc manier van i'Samen-lprakeh doet: even als JE foffii 5 en andere , welke door fabii- len en tTamen-fpraken de waarheit al Jachgende te verft aan gaven.

Ook zijn het niet al verficringen , ifhaarhy heeft verfcheide waarheden, J^i,ftr -n, eil: lof van fbmmige Man- nen, en an^' - ^^rave dir -^-^ befchrc- ven. Derhaivcn mag nKni, alle qua- dcvoor^oordeelcn uitu4iiid diende, de- ièn Schr}'ver vrijelijk Icfcii , gevende in verfcheide' z^ken groote ftichtingc, orri wel televen : ten anderen heeft hy ly n gebruik omtrent Poëten , Schil- ders , en alle die lbo eenige Heidcnfc Goden en gcfchiedcniflen verbeelden willen. Poëten cn Schilders zy n me- ni:  !s verlegen om eenige meu\si ftotte uit te vinden, hier hebje dan een hoorn van overvloed, en itofs genoeg, om uw verlegenthcit te paert te hel- pen . Dit is het , waerde iLczer , dat wy U E. voor af hebben willen zeg- gtn j het overige fult gy ten vollen

met




28 F ó


J oor- reden tot den Lezer • met alle behoorlyke couleurea inde volgende bladeren ulgefchildert fien, daiir van wy ons verzekeren derven , datfe UE. niet onaangenaam lullen 7.yn.

Wyverhoopen, foo God ons het leven gunt , op een ander jaar, en de tyd konnenfburneeren, UL. de elf Comedien van den aardigen Poëet Ariftofhams in Neerduits te orengen , die men zeker de Overftc van alle- vermakelykheden noemen mag. Vaar wel.


Het Leven van

L u c I A N u s.

LU c I A N u s (lü/^w naam geivecfi ' is Lucius en Lycinusj is van gehoor^ te-plaats een Syriër , uit de SfasfSi^'- mofata genoemf , niet verre gelegen van de • f/r/Vrtf Euphrates. Somïjds mevnt hy Jlch • f^wAfiyrier^öfff/ïPratenrei-, x'ipde ttn Stad in Achajen.

Men rneint dat hy gekeft heeft tai tijde ^ f 5 '


Het leven van ^es Kelfsrs Trajai^i, ff» omtrefü de regcerin- ae A<irianiis, '■^^elk na g}{fing moetgc- ^r^eflhehbeu, int d^rt en t-wmttgfie ^aar va de geboorte Chndi: Serr - ge- Sjoelen echter,isM hy niet onder 1 i c iaiiiis, maar onder k\xxt\ms,ofveel-ikbt noch veel iater f <-uw7z/AureUu5 'wert van hem Dj yus, - vergode^ %mde een eer-^utam ^ bent -na de doodopgedr^k^n, genoom t) 'tzy onde^' Commodus, e>/ ' - • ^ , ènder Severus, ge^, >. > . ^ ^ /'

Zi/^ Vader e^t Moeder y . >■ van ge^ dnditiet^evxefl te hehbeu , eenStad iu Sy ricn, voet ^J juc^. 'laar dc'-j. ïjlhetioeTa na

" ^' *^ . c > gafhy fich daar na tot

. ^.i,r>Mrr^,e Thifof^'^'^h^n ^^^eft hy

^c f / 7fa^^' 'iiets j J»aar

nJlle u. . ^.:^y-^en  : V vielk infeker




28 F ó


L ü C I A N U S\ §pfchrifi va7i hem hi'ijkt»

Met fijn veertig jaren kgon hy tephilojo- ph€re?ii engeeftfichini.. Je gdegetiU heden voor een IVijf-geer uit : daarom iverd hy ook by de Wijfegerekent. Hy fcbimp o^ alls Heidenjè GodJ-dienften , en daar door komt hem denaam van een At hei ft en lafte^ raar van daan y doch dit is van de godde^ bofe y en hygeloovtge menfehen afkomftig. Al is 't zake Jat fneeft al fijn Jchr ijven voi Jchimp ts 5  ?iochta72s heeft hy een aarJige GoJvruchtigheid y die ^ hy alJie^ifgvaneen Chriften ge/chreven waren , liaar Autheur niet en hoefden te ver faken.

Hy haj groote amtgev aam heit in^t ff>r€^ ken ^ geluk in yts uit te vuiden-^ aarJiiLbeiJin 'tjokken^bitfige door dri?tg€?it heit in '/ jchim" fefiy kttteligheit in senige viiibruiken y alzoa mengt hy erfjftig met jok y en jok met ernfi, al Jus ffgt hy lagchende de <waarheit  : al* foo bejchrïjft hy Je manieren y en leven der menfchen; foodanig dat geen hly-^el of fchimp'Jicht met dept zame7i-(praken kon-- nen vergeleken uerden, Hy is klaar en vol van vMOrden : nieP^ onetvmen in de Latijn* fètaal.

IVanneer hy fich lüilde in Macedonien hekent maken y vertoonde, hy ftch in eert Volk -ver gaJeringe van gantfch^^&^óio^ uien , gevende een proef van fijn geUert^^ hètt.

  • 6 rQ$




28 F ó


Het Leven van L u c i a n u v Tot ouder jaren gekomen zijnde y g^^f hy ffchin defamlievan de Keizer ^ cniaierde Agep.t voor den felven in JEgy^tcTi  : Den Hoveling Timcx:les, CeUiis ejt Quinti- lianus, z.ij7tll>eciale vrienden van hem ge- vjeep, Seker Alexander, die hem voor een Propheet uitgaf y tarte hy uity cnder fchijn van vrientjchapy hyhem komende y Beet hem in de handy doch raakte terfiond vjsder pais. IVijl hy in V fin had frch in zee te geven , befihikte Alexander hem een Schipper y nuelke van den j elven heimelijk Uft had em Lucianus y vjattneer hy vjat ver in zee uas , hutten hoort te finijteny doch de Schipper dat niet vaillende doenyheeft Lu- cianus vry gelaten.

Hy heeft een gr oote menigte van Boeken gefchreveny 'laaar van noch hondert een en tfeventig overtg zijn  : hy verfcheide Au-^ theuren leeji men viel twee-hondert Ge die h" ten y die op fijn naam gemaakt zijn. Van ftjn doot kan men niet fekers verhalen ; men mvéntdathyin het tagchcntigfle jaar fijns ouderdoms gefiorven ia : fommige feggen van de voet-euvel : andere y dat hy het Chrtjlen - dom Joude aangenomen hehhen , en 't felve verloochenende y van de Honden tot fjn firaffe Joude verfcheurt zijn: doch hier is geénhijkaf




28 F ó


Utleg des

tïTEL-PL A ATS.

DE Tijtel-plaat verbeeld i^iicia'. mts , welke na dea Hemel fier , belaggende al de HeidenreGo-^ den : van onder is de Hel inet des Icifs Rivier > door welke de dooden van Charcn met een Schuitje overge-- bracht zynde j JEacus ^ Mms- en RhadfiWantbus verQordceJt. werden, alwaar nien van verre een rad fiet, mets meer andere tormentenjdie de Heide^- ncn.meinden dat de quaad-doenders lydenmoeften, defè werden van eianm befchreven , achtende 't Iclve. maar voor fabulen. Voor fich heeft hy een Satyr , die hem uit een Boek won- derlykc dingen {oekt\^rys te maken, maar hy bcipotde Wacrclt, en al de geleertheid, diehy met hetopfchui- ven een gordyn , te kennen gcefc


Uitleg




28 F ó


Uitleg der Figuren in 7 eerfte

Ded, op haar plaat sgefehikt, Pag. fi.

Hier werd Timon een Athenie?ifer vertoont, welke re Athmen wel eer- tijds rijk en prachtig gelceft haJ: maar fijn geld en goed opgemaakt hebbende, was genootfeakt met de Schoppe te gaan graven en delven, zijnde met een Beeftc vagt omkleed: doch Jtipïter fijn gebeden verhoo- rende, fond Mercuriusy en den ge- blinden Tlutus na hem toe, om hem weder overvloed van rijkdommen te verfchaffen  : dePluim-ftrijkershoo- rende dat hy weder een fchat gevon- den had , komen hem begroeten , maar hy üaatfe alle louter af.


Tweede Figuur, ^ag 9 r .

Prometbe^/f wert door bevel van Iw pit er y Mmurms tïiVulcanus ^ aan den Camaftfs gehangen, om dat hy het vuur uit den Hemel gellolen, de

Meniën


Mcnfcn gemaakt , en /;//);;#/• het flegt- llc deel toegedeel.t had. Zijn k \ er v/icrd van een Arent opgegeten. Doch wiejcd daar na weder vüii lupiter gepardonneerr=


^Dcrde Figuur, Tag. 149.

Ahrs en I hhn iiupcn by malkan- der, maar ' ^nus vanstlè beide in t net , €n maiikt ichiwmt voor de Gpden.


Pierde Figuur. Tag. 151.

Defe verheeld in 't generaal het ge- ne vun de Zee-Goden te leggen vair.


Vijfde btguur. Tag. 181.

Mercutiiis Drengt de dooden aaa ue

Schu it :




28 F ó


Schuit  : Charon de Schipper , en Menij>ft4s kyven met malkander, wegen het Veer-gelt. Hier hebje dc HiSorievan Tantalus^ Ixion en Sify- ftts. Dichte by Merct4rius is den dry- hoofdieenhel-hont Cerhmis.


Se] de Figuur. Tag.(>i6.

Hl. i Z ijn dePhilofophen hand-ge- meen , difputerendeoverdeSecften, welke veel van dc deugden weten te ipreken, en ondertiiflchen fich foo dronken drinken , dat ly langs de llra- tcn niet konoen gaan, of vallen als een Os , bef pouwen alles wat'er by of omtrent is.

Hier fiet men ook van ver de bc- fpottelijke rouwe cn begraaftenifte, die men doet aan de Bcgnvafff-nifTc!].


UiPleg


Uitlez der Figuren

des

Tweeden DEEL.

J-J Iet is de beeltenis van de Vifrhj in welke Luciams niet lyn geheele Schip in geflokt wierde, alwaar hy ettelyke maanden nweft blyven. Hier vond hy volk , een Tempel van Neptiinusj Landeryen; Boflen en verlcheide Volkeren , m et welke hy linge oorloogde. Als defè Vitch kwam te fterven , geraakte hy daa^ weder uit. Daar zijn ook eenigc dry vende Eilanden, daar de Reufen tegen malkander mede vegten. Bo- ven zyn de. gevegten tuffen de Maan en Tha:bm , om de Colonien die de Maan in Lucifa- uitgelêt hadde.

Aan de kant fiet men Charons boor> den dry-hooiüigen Hel-rhont Cerhe^ rus y en het tormeateeren der doo- den.


tweede figuur  ? pag. 1 4 1 .

Binnen in 't Vertick hebje een t'Samen-fpraak met de Haan , (die wel eerty ds Tytbagoras geweeft waar ) cn Mjdllm dc Schoen-Iapper. My- eillus wilde geern ryk zvn , doch de Haan raad hem iulks ar, brengende hem 's nagts heimelyk by de ryke luiden , latende hem al hare bekom- merniffen fien , hoe fy beforgt ijrx om haar gek te bewaren en weg tc floppen  : Mjcillus dit fiende , bleef hever by fyn Schoenmakers leeft5dan een Koning, of (bo over-ryk te zyn.

^erde Figuur , pag. 2 j $ .

IdtThiloJbfhie doet haar beklag te- gen if^/r^r , dat ly van de valfchc Phi- lolbphert lóo vccI moet lyden , waar- om Ttffiter haar Mercttrws cn Htrcuks toevoegt 5 om een Regt-bank over dc Philo(bphen te fpannen ; waar door die gcmeinde Philofophen tc lihande gemankt wcrdea.




28 F ó


Vierde Figuur . pag, j'j'p,

Lucianm luft tot tooyer^n hebben- de , trekt na 7'hejfalie7t toe, alwaar hy eenHolpes geraakt,wiens Vrou fig op deToover-konfl: vevftont. Hy be- vind datfè fig in een Vogel verandert , waar over hy de Meit laftig valt , datlè hera ook met difc zalf wilde be- fmeeren^ die juill een onrechte zall"- dooskrygt, met welke hy befiiieert 2ynde, in een Ezel verandert : lan- ge tyd de gedaante van delèlve be- •houdende , en wonderlyke fortuinen uitgeftaan hebbende , verandert hy door het roofen eten weder in een menfch.

Vyfde Figuur ipag. ^2 r.

Hier werd het leven der Hoeren cnHoere-jagers afgemaalt , hoe de Hoeren fig moeten tegens de Vryers houden, en wat de Vryers doen, en de boufFon weten te fpeelen , wan- neer d'een voor d'ander de Hoer gaat.

Sefdc




28 F 6


!SeJ de figuur -i fag^ S^f.


Hier 7,yn eenige Philolbphen ter Bruiloft van de Dochter van Anfta- netHs^ welke wanneer hair de wyn in de kop begon te loopcn , dapper aan 't vechten quamen;


I


Early European Books, Copyright© 201 1



28 F 6

Pag:


LUCI ANI


Eerfte T>eel


LUCIANI DROOM ofte LEVEN.

Defe Droom hcgrypt^hoe Lucianus in het Steen^howiV en em tegen- fin krjgt y hoe hj door een reden^twifi 'Uiin fii'ce Vromven tot de Thilofophie geraakt , en Jj n leven affchildert

Anncer ik ccn Jongeling be- gon te werden , en niet meer ter Schoolc ging , raad- flaagdc mijn Vader met Cyn Vrienden \vat liy my alder- beli foudc laten Iccren , zom- mige dan dagicn dat dc Itudicn nici alleen grootcn arbeit , maar ook veel tyds en gcJs 2oudcn koftcn  : dat onfc middelen fober en fchraaltjes waren , daar men wel behoorde de hand wat aan te houden. Zoo dagt het haar beft geraden , om my een Ambacht te Jatcn lecren  : dat ik out genoeg geworden was om my neigen koft te winnen, en mijn Vader my niet langer hoefde tc onderhouden.-

A dat




28 F ó


2 L U C I A I D R O C M  »^

dnt by zig ook verheugen zoude wnnBeer I.y zonitytsecnige vrugten van niyn arbeid moge l<omen tcficii.

Zoo is hem dnn ten tweeden voorge^l:cIr3^^•c^■ kcKonltwelbeften ligft telcerenzouw zyn, cn te gclyk een vry gcbooren Perfoon befl  ; pa{te,\vclk de minik koflcn was, en een ruime  ; Avinli by bracht oin my tc gcneeren. d'Eenc prees de ccne, en d'ander de andere Konft, gelyk het dan toe gaat , daar d'ecn of genc- gcntheit, of d'andcr ondervinding van heeft: doch myn Vader myn Oom eens aanziende , (want myn Oom van myn Moeders zyde , een vermaart Meefler in 't Steen-houwen van Beelden was, cn in 't Marmer polyften een vandevoornaamftc) zoo zegt hy, my dunkt dat het onnoodig is, een. andere Konrt op tc rpcuren , terwyiwy u hier tegenwoordig heb- ben. Zoo neemt hem met u Cmymeincndc) en leert hem , dat hy een bequaam Meefter in'tSteen-houwcn werd, die aardig weet uit te vinden, en koniklykte houwen. Wanthy heeft daar groote gcnegentheit toe , gclyk gy weetjdewyl hy vocrd»g en zeer aardig in al zyn dinc'cn is  : dit alles uit myn Beddekens die ik zomtyts van wafch maakte, afmetende. \Vant als ik dikwyls uit de Schoolc t'huis kwam , zoo fchrabden en vormden ik het wafclijcn maakte daar dan eens Koejen, cndan wcisr Paardeu af, ja voorwaar 5 zomtyts ook wel Men fc hen, cndat al niet vrecmt was, aoo het myo Va- der tocfcheen , waar over ik meenigmaal oor- banden van myn Mecfters gehad heb  : Dit

bragt




28 F ó


ofte Leven. 5

bragt hy ook by , tot lof ran myn vcrftand cft gcnegentheid , om die Konlt aan te vaarden.

Dewylzc dan zagen dat ik daar groote drift toe had, konncnzevan myn geen kleine ho- pe hebben , om die Konfl met gemak in 'c kort tö leeren. Zoo wicrd ik dan myn Oom ovcr- gcicvcrt , die fcker ook groot gevoelen van my had. Ja de zalte zelfs fchecn my als een fpeel gaan toe: dat ik by myns gelyk ten toon geflelt zouw werden , dat ik Godctjcs en kleine Beeldetjcs voor my , of voor de gene daar ik voor -vvilde maken kon, en gelyk het dan toegaat met de kinderen die eerft begin- nen.

Myn Oom g.if my een beitel, en gebood my alIenxkensaandellecneTafelte naderen, die daar in het midden ftond , daar by doende het gemeene fpreekwoord , wc l begonnen ^ h 't halve mr^. Ondertufichen door myn on- bcdreventheid wat harder flaandc, zoo komt by ongeluk de Tafel te breken. Myn Oom hierover ontftcken zynde, diekrygtcen ftok %velkby hemlag, en onthaalde my tot wel- komft al rry wat onzagtcr, als het aan een Leerling betaamt , zoo dat het begin van 't werk met my in tranen veranderde. Ik liep daar vandaan weder t'huis, al fchreijendc ca huilende , dat de tranen by de wangen nccr- dropen, en ik verhaalde hoe ik met een ftok onthaalt W.1S 5 toonendc de blauwe vlekken en klaagde over zyn wreedeftrengigheit, daa* by hangende dat myn Oom zulx uit nyd ee- daanhad, vreczende dat ik hem in de Konft

A 1 mogtc




28 F ó


4 LUCIANI D R M

mogte overmccft eren. Waar over myn Moe- der zeer vergramde, en bragt veel fcliek-woor- d^n tegens ïiaar Broeder voor den dag.

Als dc nagt gekomen was , begaf ik my om te flapen, maar vol tranen zyndc , leide ik dc meeftvan den nagt vol metduizentgedagtcn. Dog 'tgenc ik nu verhaalt heb is maar bclaggc- Jyken kinderlyknnaar dntjc voorder zult hoo- rcn,is niet heel te vcrfmadcn, waar toe Wekwa- me toehoorders behoorden tc zyn. Want om volgens Homerus re zeggen , \reeg ik^als door Goddelyke toeXtndlng een drom in de foetejiil- U nagt , cn dat zoo klaar , datze voor dc waar- heit nret behoefde tc wykcn. Want alis dat het een geruimen tyd geleden is , ftaan my de gedaanten van die gene die my verfchencn als noovooroogengefchildert, cnde taal dic zy tegen my voerden fchynt nog in myn ooren tc klinken , zoo klaar leek my alles toe. Twee Vrouws-pcrfoonendanzagik, die my beide met haar handen elk om het llerkft na haar trokken: *thad weinig gefchcelt of ik raakte aan flenters , zoo eon begeerte was'cr na my : wantdanfchecnd'cenMccfter te zyn cn had my byiiavaft ,endaa trok my eens weer d'an- derbynat'ccncmaal na zig, zy fchrccuwden beide om een hards, en bcfchuldigdtn mal- kandci-: deze, datze my, nis haar toekomen- de wilde bezitten , gene zei w«cr datze onbe- hooriyk een and«rs goed voor eigen gebruiken zouw.

d'Eenc was een dic gewent was te werken , met een mannelvk ween , flordig neerhan- gend


ofte L E V E. N. . J

gcnd hair , vcrcclcic handen cn opgcfchorte klccrcn , vol van ftof , gelyk niyn Oom pleeg tc z yn , wanneer dcSteencn poiy lle. AlaaV d'auticT wnsvan dcugdelyk wezen , en cerlyk iHdc noppen, met cierlykc en reine kleercn bekleed. Maar daar na lieten zy'c aan myn ei- gen oordeel , mct'wien van haar dat ik liefiè verkecren wilde , en 't vonnis zou ik zelfs uic- wijfcn.

Zoo begint dan voorccrfl dat harde cn man- nclyke Vrouw-mens tcfpreken; ik ben., zege zy, ólicv'c Jongen de konlè van 'c Deel thou- wcn , welke gy giftcr hebt begonnen tc Iccrcn, U cn u Ouders geen onbekende Bloed-vricn- din. Want u Groot-vader (de naam van my n Moeders Vader noemende^ is een marmer Bcelt-honwer gcwcelè, ook hebben u beide Ooms dieKonligehand-haafc , cnzyn door ons toedoen onder dc voornaamftc voor zcec vermaarde Mcelkrsgchouwen. Zoojcna die Jeurcn en beuzehngen , ontrent welke deze . bezig is (tooncndedc andere) wilt laten va- ren, cnbymy woonen, zoo zal ik je voor- cerlt deugdclyk oi>'-' ■ en jc zult llerkc leden krygcn , zoi.aL. ..u/itjcnyd inde waerelc Jeven, nog jc zult niet hoeven in uithcemfc cn vreemde Landen tc verkeeren , u Vader- land verlatende met al u Vrienden, nog j'ea zult niet om jc weKprckcnthcit geprezen wer- den. Laatje ooknictafgcfchrikt werden door dezoberheit van 't liehaam , of door dc vuile kleeren. Want uit zulke beginzelen is ook, oicn vermaarden 5 voorrgcfproten, die '

A  ; Iitpter




28 F 6


^ LuciANi Droom lupiter uithief: Poly claus heeft /««o ge- maakt , ook heeft Myron grootc lof gehad, en van PraxheUs heeft men wonderen weten te vertellen. Deze werden nu aangebeden met de Goden dieze gemaakt hebben. Wat, m- dien je eens eene van deze gely k wierd , in wat eer en eltimc zoiiwje niet by de menlchen zijn  ? Je zouje Vader gelukkig maken , en jc Vaderland aanzienlyk. Deze en dicrgelykc dirtgen zy meer Ihmelendc , zomwylen kwa- lyk uitfprekcndc , dog alles met zeer grootc drift a:<n malkander hangende, waar door zy my zogt tc trekken, verder heb ik met onthou- wen, wamik verfcheidc dingen vergat.

Voorders , wanneer zy haar reden begon tc fluiten , zoo begon d« andere in volgende ter- men , maar ik , myn Zoon , ben de gcleert- heit i die gy gewent zyt en u bekent is : ^Jlhoc- welje tot den einde toe met my met volhard hebt. Gy verflaat feer wel wat dsfe goe- de Bfcld-houfter metjc ifltrechtcn fouw , m- dicnje die Kond wildet oeftenen ren dan foujc nr- iir een Werkman zyn, bededagen m.>. .i- jnmat, daer jc heele hoop van leven opftellende, gering levende , met matige en llegtewmll, iondcr moed, arm met kleme mkomlt. Emdelyk onaangenaam byjc vrien- den , by Vyanden niet aanficnlyk , nog onder deBorgers voor gelukkig geagt: maar alleen een ILmd- werker, en een gemeen man uit het gros van 'tCiniiljc , altyd een beter man na d-^ -n fiendc, cn dic de tong kan laten ■•Tip d oluimdrykende , ixi 'c kort, jC ' zoud




28 F 6


ï


zouw leven als üc iiaicn, dicaliyd zya van dc oroote haiifcn. En ofj j nu al eens l7;i- dUsoi PolycUtus waart , en je maakte al eens luik koftelyk en hecrlyk BccM- werk, dnar yder ccn niet genoeg kan over verwonderen , \vic dog van allen, van die het fien , foo hy vcr- ftant hecfr, (al wenfen u gclyk te zyn : cn waar ül men ii anders voor aanlicn , als voor ceii hand-werker dic met fyn handen de koft wint>

Maar in tegendeel by aldienjc my wilt gc- hoorfamcn, (al iku veclc wydiuftige daden van onfe Voor-oiiders tooncn , die verwonderens waart zynjvoorecrft fuljchareOratien fien, en van aIles(om foo te feggen)lal ik u onderrigten, cnu geelt (dic het voornaamfte is) met vcele uitmuntende gaven verderen : te weten, met zedigheid, regtvacrdigheid , Godtvrctfenthcit, Hilheid , billykheid , voorfichtighcid , kloek- heid , liefde van eerly kheid, en begeerte tot dc deftigftc dingen van de wereld. Dit zyn vcr- cierfclen van eengoet vcrftand,dit is voorwaar de enkele fuivcrheid die noit vergaar; daar- en-boven fulje fo wel van oude dingen bewuli zyn, als van die nu nog gefchicdcn moeten: maar ook alles 't geen behoort gedaan te zyn, fu fjc lang te voorcn met my weten te fien.

Om met een woord te feggcn,ik filjelin *t kort allcGoddely ke cn menfchelykc dingen inpren- ten ; en die nu arm en gebrekkig is ,"cn van foo een hand-werk raadflaagt, fal binnen korten aan yder een , een gelukkig man khynen , als mcnjc eer lal aandoen , en metgroote lof ver-

A 4 heffen.




28 F 6


S LuciANi Droom heften , en uw groote roem van deftige daden de werelt door fal klinken, foo^ fullen alle E- delen cnryke op u moeten toelien. En fooda- nigen kleed fulje dragen, (wyfende op haar ei- ■i ' gendatleaan iiad , welk feer blinkende was)

gyfulc boven alle Magiftraats-Perfoonen aan- geficn werden, en overal d'eerfte fitplaats kry- , gen : en (bojs al eens buiten 's Lands kwaamt

tereifen, foo fulje by vreemde Natiën noit on- , bekent zyn, met defe en diergelykc oramenten

' fal ikje tot een vermaart man maken, foo dac

een ygelyk die je ficn , cn byjc (laan , fullen malkanvl jrfoctjcsaan{lootcn,cn met de vinger wyfcnde , (eggen , dat is dien uitrekenden Heer die decs cn geenc daden gedaan heeft. Zooder dan yts voornaams voorvalt , en het raakt u Vrienden of de Borgery,foo zullen alle oogcn op II vv.igten, waar doorje baardoen en laten fult werden. Enfoojc <lan een woord f fpreekt, foo fal een yder al gapende toeluilte-

• ren, verwonderende en uitroepende over uwe

kragtige cn doordringende redenen,cn dan ook over'c geluk van u Vader , dat hy foo een Zoon heeff. En gelyk men wel fegt , datter uit de mcnfchcfï menigmaal tot onllcrfFelykhoid ge- raken, toe dit geluk fil ikje ook brengen. Want ) al-lioeweljekomtteoverlyden, foo fiiljc nog-

tans geftadig by de geleerde verkeercn, en noit ophouden met haar gemeinfchap te heb- ben

Gy weet wel Wic Demojïhenesls , en wiens Zoon, en wat voor een man ik van hem ge- maakt heb. Gy fïet ook ^fch'iniis d-c maar

ccn




28 F 6


ofte L E VEN. 9

ccn Zoon is van ccn r rommel /Ier , cn nogtnns dc Koning Phiii/pus hem om mynenc wille, wel wakker te Itrccicn. Sccrates die by de/ê Konlt is opgevoed, foo r.isals hy betere dingen begon te begrypcn , verliet hy die , cn kwam tot my overvlugttfn  : ho«rjc niet wat lof men hem na geeft  ? Berhalven Iboje zulke en dierg«lyke mannen, goede faken, deftige Oratien, cerl^ke klecding, cere, faam , lof , vooraan fittingen, magt/rageri ng , glorie vnq welfprckenthcid, cn naam vati voorilchtighcic vcriaecnwilt, cn trekken liever foo een flegc rokjcn aan, foo moet gy dan aldcriei i n ftrumen- tcn m handen hebben, totjc werk neer bokken, op dc vloer kruipen , liegt cn rcgr, veragt , cn noit alsjeecns wakker werd ytwes mannelyks of't geen een Vrijen aart bctaamt-overdenkén- dc, maarje hcrlcnen alryd op je werk brekende, hoe dat dit fyn grootc , en dat fyn bchooriykc vorm/lilkrygen  ; vanufcli-s wcmigwerk ma- kende, omjc wat te klredcnen op tclchikken , maar u fclfs minder agtende als dc Stecnen.

Dcfc nog fprekendccn eer het propooft uit was niet wagtendc,flond ik op, cn gaf vn wil te kennen , verlatende die ongcd.nie lund- werkUer, ging ik over tot de gelêertheid , fccr vcrblyd zynde , voornamcntly k als my die fla- gcn in den fin quamcn , daar ik gifter v.in myn ( )om louter me onthaalt was. Verders d'.inder verlatende, was fy in 't begin pcndein de handen, en kncriten op de taridvn Op'tlaatiiegelvk wy wel van Nïobe <^(i\\ooi\ l:cbbin,vcrnyfdc fecn veranderde in c ' ' -n

A 5 /.oa




28 F 6


lo LuciANi Droom Zoo ymnnd dit ongelooflyk fchynt , foo Iaat hem niet vcrwonderan , want de droomen Jyn ^vondcrlyk, en werken gceftige dingen uit.

Dc ander na my toefiende, fcide , dele regt- vaardiqheid fhliku wel dubbelt doen ten pro- fytc komen , om dat gy defe faak wel te rcgc hebt geoordeelt. Zoo komt en klimt op dd^* waeen (coonendceen wagen metgevleuge de paarden , den \>egafus niet ongelyk) op dat ik u tóón in wat dingen dat gy met al onkundig foud ge weeft hebben, fooje my nietgevolgten had. ' Voorder als ik opgeklommen was , bc- ponfydc wagen te voeren en te wennen. Ik ondertufl'chen in de hoogte opgevoert zynde, fae rontom en gaf op alles nauw agting,van het Ooftentothct WdAen, ik Hg alle Steden en Volkeren, niet anders dan TrlptoUmus eerty ts, die yts opdeaardeftrokie, alhoewel het rey onifchooten is,wathct gewccft zy , dat ik doe itroidcj allecnig dat weetik, dat de mcnfchen die om hoog keken my piefen, en al waar wy al

onde gekomen waren , onthaalden ly my oictf-robteecrcnrcfpckt.

Vordcrs als fy my dit alles getoont had, hoe dat ik geprefcn wicrd , foo brogt fy my weder- om, het felve kleed niet mceraan hebbende , dat ik te voo-en lan haddc doe ik weg vloog: ik fchecn wc -lerlyk en helder, fy ondertuf- fchcnquimbymvn Vader, en greep hem by dcmouw , ^ my met patiëntie wagte ,

londe hem myn kleed, en met wac '^cid dat ik wederom gekomen was.

M li.m - ^ erftaan , hoe weinig het




28 F 6


ofte Leven» ii

fchceMcjof hy lou ccn raad-flag metfyn Vrien- den over my beraamt hebben , die my alder- minft foude gepaft hebben. Dit is het dan ^t geen ik uit de Droom onthouden heb.

Zooras ik dan uit myn kindfe Jaren geko- men was, fchccn ik heel ontfet uit vrccfe van die flagen. Terwyl dit vertelt werd , foo fegi'cr ymandr, heven Heer! wac een langen Droom en regts-plegmg is dat  ? doe gekte daar ook een ander mede, feqgcndc, dnt het wel een winterfen Droom geleek, als de nagten op haar langftzyn> oflievcreen van die nachten , ge- lykdievan Hercules is gewecfK Wat komt dcesüver, dathy by onsmetfulkc beufehngcn komt te boertcn, en gcwng te maken van fyn kinderlyken nagt , en fyn cu vvde en lang vcr- getenc Droomcn  ? Want fulkc flcclite en beu- felachtige redenen zyn onaangenaam. Of h/ ons aanfiet miflchien voor Droom-uitlcggcrs  ? geenfins goede Vrient. Nog ook al waart gy ^enephon , die wel ccrty ds fyn Droom vertel- de , hoe dat het hem 'in fyn Vaders huis fcheen . en meer andere djngcn. Gy weet alledat gcveinlthcid gccngczigt is, nog die voorgenomen had ce'beufden , dat vertellen fou w, voornamcnclyk in den Oorloog , en die in degrootftc wanhoop van de wecrcld is , vaa de. Vyand rontom bcfet zyndc , maar dcfe ver- • telhnge heeft grootc nuttigheid , daarom hcb^ ik u-heden defe Droom uitgelcit, en darmtcft, op dat de jonge luiden haar tot bet«re i'iudien' fouden geven , en dc geleerthcid omhclfcn : voornaincntlyk fooymant door armoede en


A 6


ge-


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


12 LUCIANI ProMETHEÜS

gebrek een feer quaat gevoelen ran hem fel ven had, fyn zinnen tot llcgtc dingen gevende , en fyngoed«naart verdervende. Want dusdani- ge tal , weet ik , door defcs vertellingc vcrftcrkt ^verdcn , zyndc een bekwaam en kragtig voor- beeld dat ik hem van myn felvcn voorltel; want M-anncer hy by r s fil denken , hoedanig dat ik in 'c begin ^-^ a .cII heb, en foo tot de dcf- tiglledmgcn opgeheven ben, de gclcertheid begcer«nde, gecntlns klcinhcrtig zynde om de armoe daar ik doe in was : Eindelyk lioedanis; ik tot u-liedcn opgekomen ben, en in a!I«$ niet minder ben ge worden als een van defe Bccld- liouwcrs.


I VCIANI PROME i HEUS in Woorden.

Uit dffi 'verant'v}oordinge , verjraat meJt fyn manier va7} J<bryvti?i.

ZEgjc d.u ik PromtthiHs ben  ? als ofje feg- gicn wilde dat myn werk van lecmofflyk %Yas,ik verftadefegclykenille wel, en wil gccrn bekennen dit ik hem gclyk ben , ik rduam my niet een Lecm-vormer genaamt tc ■werden, al-hocwcl my dat flyk geringer Tchynt, dat men buiten op de dry-wegen vind, tc weten, die dunne ftinkcndc fwabberinge. 'loo myne redenen gepreicn wicrdcn om datfè

konftc-




28 F 6


in Woorden. 13

konftelyk cn wel bewerkt zyn , foo werden die ge-eertcngcprefen mee denaam van dien ge- leerden Titan, Sict roe dactcr niec ymant met een polityke gevcinfUieid voor den d.i» en kom:, en'cfelvc foo w.ic mct^the^nfe rtrcek- jes aardig kwanfuis weet op te pronken, en tot den hemel toe vcrhefr. Waar is dan myn wel d oor wrogt werk van dacn gekomen  ? Waar is dan die overvloedigheid van Prometljjche wysheid  ? dit is my genoeg, foo het maar niet al te aards en tc leemachtig Ichynt, en waardi«» om aan de Caucafus gehangen te werden. ^ Maar des te beter kont gy-lieden ufelven by PrometheHf voro^clylicn y dewyl gy-licden in vonnis cnprocelTen uit tc fpreken , vermaart bent, met de waarheid ten üryd gaande, want ii-Iieden werken zyn voorwaar levend , en als methemelfche Ibfbezielt: cn Tonder liegen, haar warmte is als vuur. Men kan ook genoe<» - Hum bcfpcurendathctfclve Prometfiti werk is , ten zy datje liever wildet hoorcn , dat gy - lieden niet uit leem maar uitgoiit formeerder: Maar wy die by hctgemccne gepeupel komen, endcdaar van geene wy gehoort hebben' boodfchappen,foovcrtoonen wy anders niet , daneenige fchyn-rcden. In fomma ontrent het leem, gelyk ik een weinig te voorcn gefcgc heb, isdcPottebakkeric befig, gelyk ook alle die Poppen en Beeldekcns maksn , welke dc minfte bewegingc niet h«bben , (y zyn ook i'cenemaal onbczielt , en maar een ydcl en wulps vermaak, dc hecle faak is voorwaar maar kinder-lpcl.

A 7 OndcN


14LUCIAN1 Prometheus

Ondertudchen valt my in , of je my foo Prometheus noemen wilt , gclyk de Comc- diant-Schryver Cleon noemde, gy vveeter wel afi Cleon is Prometbens na verrichte z^ak^en. Voordcrs foo noemden wel certyds die van ^themn de Potte-bakkcrs, en die Ovens met- felden , of die maar by het Leem doende wa- ren , ook met de naam van Prometheus , haar allufie nemende op het Leem , en het Potte- bakkcn. Zoo dit dan ook uwen Promethe:^s wil, foo zyn u pylen niet mis gcvloogen , en gy hebt dat al heel wel na de J/€ttife fcherp-by- tendc vinnigheid geklaart , dewyl dat oi^'e dingen breckfaam zyn, gelyk de Potte-bakkers vaten : want alllcry mant maarccn klein iieen- tjenop wierp , fouw het heele werk in duigen val'fn.

.aarmogt ymant feggen om ons te troo- ièen,datdiedingen nictby Prometheus verge- leken \Verden/ maar alleen om te pryfen dc nieuwigheid van dc fake , die fonder eenig vo 1 of navolging, uitgewerkt was. Gc- lyk .iij ..y , wanncerder nog geen menfcheil waien, defelvcccrlii.i fyn herflcnen conci- pieerde , cn daar na vortnde hy die van nieuws aan,alfoo maakte en vercierde hy dc dieren dat- fc leefden , haar beweegden , cn fchoon in 't aan fien waren. Kort,hy was deArchitekt felfs : maar Aiinerva hielp hem ook , die het Leem beedemdc cn daar den adem inblies. Alfoo kon wel ymand om my quanluys te flat- teren, het in de bcÖc vouw liaan. En dat was gcloofikdc mening wc! vm 'tgencgefcgt is.




28 F 6


in Woorden. 15

M.iarhetismy daar niet mede genoeg , dat ik foo wat nieuwigheden fchyne voorden dag te brengen. Nicmant kon yts ouder bedenken a!s dit maakfel , na welkers model defe form t'eencmaal gelchoit is. Zoo dit niet ecnige aardige gracie had van outheid, foo wilde ik liet hcvcr (als gy weet) in duifent flenters fcheuren , en onder myn voeten treden , want dat foude geen voordeel ter werelt konncn by brengen. I k fouw daar weinig been, dunkt my, in vinden, wanneer ik wift datter yts in myn fchriftcn manqueerde, of voor fout gerekent wierdc. Al-hoewcl ik nogtans fuiken gevoelen daar niet af en heb, foo dunkt my evenwel, dat i'< waardig fouw wefcn om van eendofyn of an Jerlialf Gicr-vogels d'ingewanden uit het lyf gehaalt tc werden ; want ik niet bedenken kan, datfcmifmiakterzyn , als die gemene , ^vclke cenige vreemde nieuwigheit met fï» fleepen. ^ Als Piolomjuit de Zoon van Laguf, eens op een tyd twee nieuwigheden in JEgypten ge-» bragt haddc , te weten, een BaffrUaufe Ka- meel , die heel fwart was , en een menfch met tweederlei koleurcn , welker cene fyde pik fwart , en d'andere wonder wit gekleurt was , en dat door het gantfèlighaam even gelyk van malkander gefchciden • de JEpfttnmn tot het Schouw-fpel vergadert wefónde, toonde hy haar verfcheide dingen , waar onderop het iaatfte ook de Kameel met de half witte menfch voortgebracht wierden , meinende hier door oen groote verwonderinge onder


lóLuciANi Prometheus

hrt volk te vcroorfakcn, maar dcfe waren vervaart orcr hec fien van de Kameel , en 't (cheelclc weinig, ofdie uit kwamen, hadden fig op dcvlugt gegeven , al-hocwel ded-Ive t'ccncmaalmct gout vercierten purper bekleed was: dc toom was ook vol onwaardeerlykc en ko ftjiy kc gebeenten befet, milTchicn elders uit decsofgecncZ?ii>'^, Camb^fso(\\<ACjfri

i kabinet gchaak. Maar om dcfcn halfwitten

mcnfch lagteu fy altcmaal; fommige hielden

] ' hac vooreen Monftcr in de natuur en hadden daar een fchrik af. Hier uit bemerkte Ptoie- mjius d.it hy daar geen grooteccr mede behaalt hadde , en dat de j^^ptenaars over nieuwe dingen niet verwondert waren , maar datfe voor goct kenden 't gene fyn regte gotdc form had : foo heeft hy die daar van daan genomen, de felve foo veel niet meer eüimcerende alstc

i voqren. Dc Kameel is ondertuHchcn door

j verfuim gc(lorvr?a  : en defen dubbelt kleuri-

gcn mcnfch heeft hy aan fekcrenr/^e/^i/ de Py- pcr, alshy onder het drinken deftig gefluit hadde, ten giftc gegeven.

Voorwaar ik vrecs,dat myn dingen ook den M^ptiftn Kameel fullcn Aagten  : want dc mcöfchen verwonderen haar nog over de

jj , toom cn het purper , want het gene dat uit twee goede dingen t'Ciam gefteh is, te weten y uyt ctn Comcdie cn een t'Samen-fpraak , cn fyn door lig felvcn alleen niet capabel om yfs deftigs te zy n , ten zy der een over een komen- de t'famen -hang , en een behoorlykc proportie van alles zy : men kan ook wel uit twee goede

c»n




28 F 6


in W O O R D E N. 17

een vreemde coinpofitie maken , gelyk als dat fccr wel bekende van fJippocerttaums, Nie- mand fil ligtelyk feggcn dat fuik dier feer lief- tallig is, maar ter contrarie feer veragt; foo men anders de Schilders fal gelooven , die der fclver geile dronkenfchap en doot-flagen uitbeel- den. Wat dan  ? fouvv men niet wederom y ts aardigs uit twee goede dingen kennen voort- brengen? gelyk mea uit wyn en honig tTamen gemcngt zynde , wel een gewrigc drank ge- maakt werd. Edog v.in 't myne durfikfulks niet wel feggen , datfe foo zyn , maar ik vrees dat beider fchoonheid het mengen bedorven heeft ; want Dialogtts cn CmedU in 't begin nauwlyksby elkander gewennen kennen, dc- wylhy t'huisen by Cg fclfs, op de wandel - plaatfcnmctfommigcin difpuit was geraakt: Maar Cmedia gaf fig t'ecnemaal aan Dhnyfms over, verkeerde op het Theater, fpeeldeook, dik wils boertende, had vermaak in gcfoutc fchimp-woordjcs, cn gaf fig ook onder het ge- tal der py pers : ondertuiïchen altemets eens door de Poëzi opgetogen zyndc, foobelagten cnbefchimptcn fydikmaals de navolgers van DUlogus , cn noemde haar bekommerde » die over dingen woort- gemeen wnren da arfc 't al- derminrte verftand niet af cn hadden , en meer andere dingen te lang om alles op tc halen. Op haar dnpper fchimpende, die DionyfiAanfc wulpsheid op haar uitbrakende , datfe inde logt wandelen cn met de wolken verkeerden , hydedcr by datfe het fpringen van een vloi naukcurio willen af tc meten, om datfe van


ISLUCIANI Pro MET HEUS

dcJiemelfe dingen al te fuUtyl difcourecrdt^n.

Maar Z?;Wo^«/ h.iddc ter comr.iric fccr def- tige en aanfienlykc dilpuitcn, eensdeels van dc natuur en aart der djngen, anderdeels van de deugden der wysgccrige: lbo d.it cuffchcn haar fooveel onderfcheicwas, alstuflcJicndcgrot- fte en fynite mufyk-klanken , ja'c Ichccldc als dag en nagt. Zulke dingen voorwetende ,

I hebben wy 't nochtans durven halarderen , by

een te voegen om met elkander pais te maken , die nogtans fcer qualyk vcreenigt konnen wcr-

j den. Ik vieclèdcrhalven al wederom dat ik

niet yts, dat uwen Promethent gclyk is, fal fchynen gedaan te hebben, om dat ik het vrou- welykemethetmannelyke gemcngt heb, en daarom nu fal aangcklaagt werden. Ja dat ik niet wat anders fchyn , waar door de toehoor- ders bedrogen worden , haar beenen opdjffen- de,dic boven op met wat vet bedekt zy n,tc we-

^ ten ,  ?en Comedife boerter i , onder fchyn van

, i*hiloi(>phircGraritcit,datrouw geftolen zyn.

Laat dat verre van ons zyn , en uit onfc Schrif- ten liever gebannen werden. Waar fouden wy ook diergclyks van daan konncn ftelen  ? lenzy daarcenige ons nog onbekent waren, welke alfulkepyn-boom liuigers en bok-her- tenveïciert hadden, maar wat kan men daar

^ Lcgcn? men dient daar in tc volherden, daar

men eens in begonnen heett , want myn raad- ilag te veranderen is een werk van £pimetheus en niet van Vromethcus.

LUCIA-




28 F 6


LuciANi Brief aan(^c. 19


LuciANi Brief


N I G


Aan

R I N u s.


L\3cUnHs wenll fyn vrient Nlgrinus alle heil. Hccfpreek-woord is \3iien m ^4the' nentefenden: Want het is befpottclyk dat ymand daar Uilen fouw brengen , om datfèr overvloed genoeg van hebben. Alfoo fouw ik  » amNtgrinttt fchryvende , wel een heel boek met woorden en wetcnfchappen konnen vul- len, maar dan fou ik my aan dat fprcek-woordt moeten fchiildig kennen , dogdewylik allee- nig van fins ben myn maining te uitten , hoe ik nu al vaar, hoe my uwe Oratie aanftaat, &c. Zoo heb ilsfrfeker wel teregt het fprcek->^oord van Thycidides ontvlugt,te weten , dat de onve* tentheit ,/ioi*figheit de ivtlbedagthtit vrtft aanbrengt: Want het isblykbaar , datnietal- leende onwetentheir, maar ook de liefde en drift tot de welfprekentheidc, oorfiak is van fooJanigcn vcrm:'tv?l!icic. Vaart wel.


r  ;




28 F ó


20 Lucia NI Nigrinus,

LUCIANI NIGRINUS,

Of van dc

Philofbophfc manieren .

Vijhrcngt hier Nigrinus een FlatonisPhi- lofooph > ah een voorbeeld te voorfchyn. van diegene, die fig vart dcngemeenen hoop aftrekken , en feenemaal de Goddelyke en menfchelyke dingen foeken te hefpiegelen  : ondertuffchen geeft hy de Romeinfe hoog- moed ^ dertelbeid en overdaad 3 foo van ter zyden een fteek : V vjelk alles ook op den tegenvjoordigentyd kangepafi vjerden,

LrClANt'S, pHILO$OaT»H.

Li ' V r-s. rj Oc bcnjc ons foo i\u\g cn JLjI hoogdravende \Yedcroai ge- komen > gy kent ons niet meer waardig om a::n tc(ien, of mei ons ic vcrkce- rcHjCn een difcours te makenje bent \\c\ fchic- lyk verandert , en (chynt wel van die foort te zyn , die niemand agtcn als haar felf. Ik ben benieuwt tc woten, lioeje tot foo een hovaardi vcrviillcn bent, cn wat hier van de oorfaak is.

Philosooph. Wat is het anders, lieve vriend, dan geluk?

Luc. Watdgjc?

Piiir. Ikludmy daapgcenfins na gefêc om

foo


V.




28 F ó


of van de Vhilofoophfe manieren, 21

foo gelukkig en voorfpoedig by u tc komen , ja foodanig , gelyk men op de Schouw-plaatfe fcgt, dry-dobbelt gelukkig,

Luc Watje fcgf, in foo korten tyd. Puil. Ja voorwaar.

Luc. Wat is het dog dat gy foo opgcbla/èn zijt, dnt wy niet in 't kort mc'c malkander eens vrolykzyn; vertel ons eens, hoe het al toege- gaan is.

Phil. Doet het u fcekergeen wonder ge- noeg , dat ik vooreen flaaf een vry geboren ben ; voor arm, ryk 5 voor gek cn dwaas* ze-

Luc. Grootelyks, nuarnogen kanik niet al tc wel vatten watje mecning is

Phil. Ik ben regel rcgt na de Stad gegaan , om daar een Oog-mceUcr optc fpcurcn , want dc leepheid myner oogen begon hoe langer hoe meer tc ontÜcken.

Luc. Ik weet dit wel van ftukje tot beetje, endaarom wen fte ik datje een goed ervaren Meeftcr mogt komen tc treffen,

Vïwi.. Zoo dagt my geraden dat ik on/cn Pidtottifen Nigrinut eens ging begroeten , de- wyl hetalcengcruimcn tyd geleden was, dac ik hem laaft gcfprokcn heb. 's Ogtens vrotg op ftaande, ging jk na hein toe : aan de deur klop- pende , boodfchapt de Jongen dat ik het ben ; binnen geroepen zynde, treed ik it) huis, ik vond hem fclfs met een boek in fijn h;<ndcn, cn rontom hem verfcheide Beddekens van oude geleerde luiden leggen. In 't midden was ook een Tafcltjen , op welke eenige Gcometrifc

Figuren


2^2- LUCIANI NiGRINUS

Figuren gcfchreven waren , met de Globe van dien vermaarden CaianHS, en foo het fchynt tot navolginge van het geheel-al gemaakt.

Hy onthaald* my feer vriendclyk en beleefr, cn vroeg hoe ik al voer. Zoo vertelde ik hem alicsj ondertulTchen hem ook vragende hoe 't al met hem ging, en wat hy al deed, en of hy niet wederom wilde na Griel^enland varen. Boebcgonhy, óbcfte vriend  ! na dat hy van ^fe dingen met my fprak, en fyn meminge uiteden , foogingcr foo een doordringende aangename reden van hem af, dat het my fcheen van eenige Sirenen, (foder oit geweelt hebben) jEdonen of uit een Ouwde Homerife l^xton voort te komen. Met dcfe woorden be- gon hy dan fync Harangc, foo dat hy dc wys- gccrte prees, om de vry-borftigheit die daar uit voortkomt; en dat men in gemeen voor goethout, belagten hy, gelykalderykdom- men, glori, heerfchappie, eerzuchtigheid , als ook het gout, purper , en andere dingen meer j dieydcr een , als ook eerty ds my , feer aan- fienlykfchenen. Welkeredencn ikbyna met lyf en zid hoorde, waar door ik foo geaffe^^io- neert wierd, dat ik my by niemand, van 't gene my gebeurt was jvcrgely ken kon : Ik wier feer viriabcl van alle zyden gins cn weergetrokken. Maar dat doet my feer , dat ik die dkigen we- derlei , welke my aJderliefft waren , als ryk- dom,gchenglori: en nogtans (chreid ikniet, doe ik(c alle verworpen hadde t maar nu fchy- nenmy alle die dingen feer gering en bclagge- Jyk : Ik was weder verblyd , als of ik uit een

duifterc


of van de Phtlofoofhje manier e7t. 2 3

diiiüerc Jogt van myn voorigicvcn, tot ccn groot cn (eer hcMcr ligt begon te ficn , foo dnt dc}7nmyncroogcn (datfecr rcmarkabcl h) met al haarleepheit t'eenemaal vergat, en al- lengskens met myn geheel vcrftand meer en mccrfcherpfinnigercnfubtylder wicrd. Ver- getende onderriiir^hen dat ik defc krank-00- gigheit droeg. Van daar voort gaande, ben ik daar gekomen , welkers naam gy tcrftond op- noemde : door fyn vertoog, >vjcr ik foo hoog- moed»g en als opgeheven , daarom kon ik niet klems ot gerings bedenken^my fchynt het felvc omrent de Philofophie overgekomen te zyn, gelyk men \vel fegt van de Indianen ontrent dc wyn  ; want als fc eerft wyn dronken, dewylfe van natuur warmer zyn, foo wierden fy als rafcnd . en dubbel-gekkerals andere die daar gewoonte van maken. Op dc cigen«c w? fc gaaikaJs ccn die razend cn woord dronken IS , verby u. al hoewel dat hetgeen dronken- fchap kan gefegt worden, maar liever een nut- tere foberheid. ^ Luc. Ik wilde foo het wefcn kon , dat ver- toog wel eens hooren, want het is niet redclyk dat men die vciwcrpe, mt in ik , voornamem- lyk deuyl ikeen vrient daar van ben , cn on- [^^^^^u'^'ccndiergelykc occupaticn my bcHg

Phii. Weeftgeruft, ivantje geeft het vi'y^ r^^llig loopendPaart de fpoor en tv o\g,m het rpreck-woord van Homerus. ZoojJ niet in dc voorbaat geweeft waart, fouw ik gcvraagt iKbbenofjemy daar van gelicfdet tc hooren

fprckcn •




28 F ó


24 LUCIANI NiGRINUS. fprckcn : want ik wil u als een getuige by vele nalaten, om dat ik niet weinig en rafe  : want ik hebber groot vermaak in dat dikmaals te herdenken , en dit verhaal ik als een vcrvcrfing der memorie. Want al ift fake dat ter niemand by my is , foo repeteer ik fulks wel twee of dry maals op een dag by mynfelvcn. Even als die Luiden die wonder Kindcr-fot zyn , foofc maar ergens op een ander komcn/ullenfe altyd haar grilletjes cn kwink-flaagjcs verhalen , en in de memorie verver fen, hare geeft, deugt, cn manieren vertellende: fommigcmemen datfe ook met haar fprcken , en vermaken haar met de woorden , dicfc mcinen fclfs gehoort te hebben ; dikmaals de voorige dingen gchcu- gende, datfe niet konnen ruften , en beangfti- sen haar fel ven om het gene nog met haar voor

handen is. ,

Op de felfde wyfc gaat het met my , als de Philofopbie daar niet prcfent is , foo herkauw ik de woorden, die ik daar hoorde, waar uit ik gecnklein vermaak cn trooft koom te fcbcp- pen. Kortclyk, gclyk als men op de Zee inde mreduiftcrc na£;t, nahetligtfiet , foofieik daar na als na een ligt-brandende fakkel ; want in al myn dingen die ik doe, is't of die Man voor my gefchildert ftaat , en hem die levende woorden nog hoor tegen my fpteken ; ja fcm- wy Is , wanneer ik wat hoog van finnen opge- togen ben, cn hem myt'ecncmaal inprent, fco is *t als of ik nog klaarlyk fyn aanfigtfie, en fijn woorden in mijn oorenhoor klinken. Het fprcek- woord van den Comcdiant bevind ik in

  • my




28 F 6


i


0Ïva7i de Philofoophje  ??ianiere7t, 2 5 my altnns waar tc zyn, te weten ast hy my nog een prikkelende angel in de ooren gelaten heeft.

Luc. Houw maar op, 6 wondcriyke man van Too een voorbereidinge te maken , en be- gint liever van nieuws a.in tc vertellen , want je my vcndrietig gevallen bent met foo lang op te bouwden. ^ ^

Phii . Gy vermaant my wel , maar neemt lier met euvel , want het foo noo^üe was Maar wat ik fcggen wil , hcbje wel oit dié Tragedi en Comedi-fpeelders gefien  ? ik mcin die ondeugende welke malkander toepypen en de Gedigtcn onder het Ipeelen bedervende uit het Toneel gebannen werden; ai-hocwcl

de Comcdie niet vrecmt is , en mcni-maal

•met toejuiching afgefpcolt werd  ?

Luc. Ik kender fulke al veei , maar wat nebje daar mee voor  ?

Phii. Om dachctuligtclykral fchynen a/s of ik die navolgde , 'c cene d.kwy Is onorden- telyk t zamen-hangendc , en 't ander wel door zwakheid des verlbnds bedervende: en 200 voortgaande de gamfe Comedie bederf. En \v.nt my aangaat , ik zal het niet kwalyk ne-


I men. Vordcrs zal den inhoud my reen klei 1 ncfmerre aanbrengen, zoofe te gelyk met my s verworpen werd, en myn deel ontccrd. Der- hal ven weed dat in myn ganfe redrn ecdaa.

' ^'^^f^Pe^^^^^lfs v^n diergelyke misfla- gcnonrduildigzy, en elders ver van het To- I ^^^^^efcheiden zittc , en die dingen minft i gnde llaaidicdaaruitgcrigrwerden. Ikzalie l^ii myn zelfs een preuvc geven, wat voor een

^ Corac-




28 F ó


aó LUCIANI NiGRINUS

Comca.ant ik bc» , cn w.it memorie dat ik heb eni.ccn(insv.indcnTr.-.gcdi-bode ver- khciende , daarom zoo ik «at tc fc.raal m ^^oordcn(chyn, zoo denkt maar op het gc- mccnefprcek «oord , te wtcn, dat, <J«  »ƒ

ik hft met heel kwalyk nemen.

V„c Hoe hcerlyk voorwaar , zoo moet mv Mcrmrius beminnen , hcb)c daar u mlti- 1 iL «daan, en dat on fyn Oratcuts. My | dunkt datjer dat nog v^xl m<^t by gedaan heb- ben , da je fyn gcfelfchap met lange bygc toom had, en 2a,rje n.et met een vootbe- reidingckomtomeenigvertoog  »an tcdcn te maken, en het genoeg vvas Jat men u

^fthoXc'ntdfgebrogtheb. wat dunkt, r 2oüd d>t kwalyk gevoegt hebben , md.enje zülx voor een be^^ ys had ^veten >" ^«"8="^ Zunce verfchooningeis niet nood.g by my te oebruikcn: No hebjeu voorreden met woor-j ren zeercierlyk gepronk. > - '^ben gerec. ,f mcncncninde handen tc (laan. IJat , m di S"?langer toeft, zal.k m het heft.gfte het ongelyk gedenken . en met een fyne door-J arinkendellcmmepieppen- ' Phii . Ik ben te vrcden met de voorn .lar de": d,egygefcgt hebt: en ook n,ei ordentclyk , nogte gelyk h/' '""':';^ aan-«n.hang.ndereden fpreken ^am d«  is ons tVenemaal onmogelyk. Dat ik n^^




28 F 6


of vvn de Fhilofoophfi mameren, 27

op ccn ander manier dc Pcrfonagic-rpecldeis gelyk werdc; die menigmaal ^gamemnony of J{rc$n, ofdikmaaU Hercules perioon aannc- mcn,die zig met alle koftely kejuvveclen bekle- den, en fchynen wat wonders te zynjmaar alOc eens gapen , zoo is het zoo gering, Hcgt cn vrouwelyk, ja van veel minder waarde, als Hecuha, of Polyxenx. Dat ik niet berifpt en wcrde^uit oorlake dat ik voor grooter perfona- gieageer als ik bekwaam ben, alfoo des felfs rang ontccrcndc, van myn blooteen eieen perfoon wil ik beginnen te fpreken , op dat ik dien hcralt geen ongelyk en doe , daar ik voor ageer , zoo 't gebeurde dat ik een misfla? Kreeg. °

Luc. Ikficwefdat dcfe man van dage niet cn zal ophou wden van het Tragedi cn Comc- di-rpclen, tegensmytefpreken.

Phu. Maar nu zal ik ophouwden , en kee- fenmy nu tot het geen ik begonnen had «; * iprcken. Het begin des reden-vertoogs was dc Lot vrnGnek^en-land , cn van de in woonders I tot henen , datfe met dc wys-gcertc en I armoede te gelyk opgetrokken wierden , cn ■»  : dat dc nieuwsgierige kykers geen vermaak cn Ichepten m dc Borgcrs of vrcemdchngcn , i welke dc wclluften daar met gewelt fogten in u ^ ^;5^*'^"\^32r zooder ymant was, dicdaar imctdicrgclyke wulpéhcid quam tc woonen , ^yvierdenvanhaaP t^eenemaal hervormt, ver- ■^crdcn hem zoo alicnxkcns die grilleticf, cn pW>rogtcnhem tot een foberder levens- wet. Hy verhaalde ook e(


B


ïxempelvan ccn die


met




28 F 6


l8 LUCIANil NIGRINUS

met veel goud opgepronkt w.is , Zf,hcmn leer Ucttig en u.tftckendc m de nop- ^Tn q«..m , een groote pompe van Pag^n en Vitte.icntot «n nallecp byfighad, cicrlyk U'nkende van alderle. gewerkt goud ; zoo «as hy vanopinicdat d.e van ^<fo««  hem voot ÏJal groots fouwden aanf.en, hnn gclukk.g Z J, e.>hen.ontfangen als offer een God 'u^ den hemel gekomen was. Maar d,t tt,cns,c Seen haar ze?r mifer en ongelukkig m d oo- „ ' „ en begonnen hem tcrftont te onderrcg- f^n  : hem nogtans niet opentlyk o/ fcherpelyk tóeUnende, wantin een vr.je Stad kon hy

„èff"n-pl«tfc" en baden wat korfel-hoof- dt"wa» , fy" I>ien"«  benfpende, eni del völtby gaande benauwende, foo fprakker | Jn, mrt een fa"te Ikm elders uit een ver- ^

Rotans niet eer-quetfende, welk reide, ,Kl .

fanZU,n. Hy dit hoorende wier daar door, ondérrigt. En wederom, als hy dit veel-verwig! kWd uirok . hebbenfe al met a-ird.ge be- "d defe gloiiende koleuren wen «M b ,^n. NU word het Lente tyd fcideni t: en«aarkomt ons defe Pauw van daan Sflcbienisdit wel fyn Moeder , en andere dinsenmeer, met d'eigenlle veeg , bcfpottc . den zy ook fyn overvloed van ringen , fyn tft Jöote^rieusheid van bair-lokkcn ,envoons




28 F 6


ij;-


l, 'I


of vandeVhilofiophfimanicreff. 29

/yn onmatighcici van leven. Waar door Iiy lbo a'.lcnxkcnstot foberhcid en modcÜic ge- raakt is. Ailbo door publykc woorden veel verbeter: cn geleerd zyndc , is hy weg ge- gaan.

Zoo dat fy ook haar armoede niet cn fcliaamden , hy vertelde ook yts gehoort te hebben, dat van yder een publykelyk in dc PajiathenAÏ\€ fpclen uitgeroepen was. Dat men ymand onder de Borgers gevonden had , en tot dc prefcs van dc Spelen gebragt , om dat hy met een gckoleurt kleed vcrcicrt , by het gcmccncSchoinv-fpel gekomen was  : dc reft die dc man fagen, erbarmden fig over hem, cn verfogten pardon. Maar nis den roeper riep dat hy tegen de wetten misdaan haddc , om dat Iiy metfboccn kleed by de Spelen quam  : Zoo riepenfc eenparig met een helle flem , als offe met malkander re vooren verfproken wa- ren , dar men haar fouw pardonneren die met fooccn kleed quamcn, want hy geen ander kleed en had. Dit dan vertelde hy my * voorts ook de vry heit, die daar is, cnde wel-levent- heid , het verm.aak , cn dat dc mcnfen daar niet curieus nog rieuwsgicrig waren, welker n^orten van deugden \n oncelbaarheit onder haar te vimlcn waKcn. Verhaalde ook voor de waarheid dat haar ommegang t'cen>!martl met dePhilofophieovercen kwam, cn hare ma- nieren fuiver cn ontbaflcrc bewaarden. Zy waren fccr wel genatiirccrt met dic flag van mcnfchen, welke yverig 2yn,de rykdom te vcragten, ca dic foodanig voornam te leven,

B 3 om




28 F 6


30 LUCIANI NiGRiNUS om met een cerly ken aart te accorderen. Maar voor die ck rykdom Ucf-koofcn, en in goud vermaak fchcppen , en door haar magt het geluk fchatten , die noit vryhcid gcproett heeft, en in flavcrni opgevoed is, ot die lig t'ecnemaal de wcllullcn overgeeft , en voor- neemt die alleen op te volgen , zynde een vriend van wel opgcdi^c tafels, genegen tot xvynenVenus-fpel, een guichelaar, bedrie- ger, Icui^enaar . en wederom ook die genugtc fcheppen om haar hartje in cenig fnaren-fpel op te halen , of andere inftrumenten cn dertels Licdekcns , foo is defe plaats extraordmansbe- kNvaam,om diergclyke anders te gewennen en te verbeteren  ; want de itrnten,ftcgen en mat- ten zyn daar van d'alderliefclyklle dingen vol : cn 'c i5 gcoorloofü de wclluit als met openc pn - n te ontfangcn, eensdeels door het oog, aiK. ..-els door de ooren cn neus , ten derden ook door de keel , en Vcnus-woud , door welke met een gcduuri^ loopende cn troebele riviere vloejende, alle wegen (o.^t hy, geplaveid werden. O ^erfpel, gierigheid, mcineedigheid ,en meer andere komen wel met clkanderovereen: Maar de fchaamte , deugd en"cregti«heid worden van alle kanten ver- dolven, cn als t'ondcr gcbragt , waar door die plaats verydelt en verlaten werd , altyd dorftig zyndc , en van nlderlci brood-dron.<e- newelluftcn florerende.

Ahoopenceeldc hy my die Stad af , die een MeeRereiTe w.is van diergclyde goede drug- den, ik , feide hy , als ik eerit uit Gmken-^




28 F 6


I


of va^i £lcVhi!ofiopf?je vianïtren, 3 1

/^«c/ weder gekomen was, en die dingen wat nader by myn zelvcn overdogtjdc (èlvc als mee woorden aanfprekende , houwdendcquanfuis rekeninge van myne reifc: De woorden van Homerus in myn ./elven feggcndc  : waarom benjc ongelukkig menfch van Vhothi (èralcn ontrooft, (daardoor vcrrtaande Gritl\enland met haar geluk cn vryigheidj hier gekomen? Om te ficn hare tumulten , agccrklappers, hooffe complementen, galternien , pluimllry- kcrsjdooddagen, verwagtingcn op Tcllamen-- ten, en geveinsde vriendich.ippcn? Wat hcbjc voorgenomen te doen 5 dcwyijenict van hier vertrekken konr , nog die ouwdc manieren gebruiken  ? Op dcfe wyfc hiel ik mee myn fel- ven zoo eens raad.gclyk als Ittpiter aan Heffor ^^af; alfoow^'» teZ/jr, gelv'; men (egt, valide doodfïa^en , tumulten en hloeijlorting , buiten fihootshouwende-, vor Jcrs onthict'ik my t'huis 5 dit vrouwelyke leven myn fclven voorftcllcn- d? , dat vcele vrecsagtig fchynt , zoo licb ik m^t Philofophie, met Flatft en de waarheid een woord-oetï«:ning gehad: Myn felven als op een ampel en volk-ryk Tooncel Itellendc , fieikalsvan hoog watccr in de wereld al om- me gaat: Welker eensdeels fommige zyn die groot plaifïer, vermaak en lagchen konnen nmbrcngeiï ; andersdcels die een waarlyk con- {Linten vall m.in Touwden konnen bcwcpcn cn doen wankelen. Want zoo men eens een Lof-digttèr eeren alle grove misflagcn wilde maken, zoo fouwmen geloof jk , indewyde wcrald geen grooter WO rrtel- plaats van dcug-

B 4




28 F 6


31 LUCIANI NiGRiNUS , den vinden. Nog meerder quantiteit van

dcugdelyke vrt)mc zielen , als in dcfc Stad, en in dele gewoonte als men hier IceÜ. Want het is voorwaar geen kleine zaak fo veel wcllulten, begecrlykhcdcn,Schouw-tooncelcn , en ook aanlokkingen die van alle zydcn met gewclc indringen, icfmooren. , Maar men moet na het exempel van Vltjjes

^ fulke dingen vcrby varen , met met gebonden

, : handen als hy (want dat is vrccsagtig) nog dc

©oren met was toe doppende , maar al hoo- iende, hbcrenvry, en met een gemoed dat ^vaarlyk fulke dingen overwonnen heeft- Men ! moet lig over de Philofophie verwonderen »

wannce'riTien daar al de fotternycn der men- fchen mede vergelykt: En 'c geen de fortuin ons toebrengt, dicntiiien te verfoejen , als men die le regt inliet : Gelyk als op een Toonecl ot Comcdic daar veelvuldige Pcrfonagicn fpclcn : h Hier werd eens een S!a:.f tot.ccn Heer , en daar

een ryke arm ; ter contrarie werd Cen Bedelaar tot cen Drollaarts-ampt of Koning verheven , cn zoo weer d'eene word d'andcr fyn vriend, cnd'andcrfyn vyand; de derde werd vlugtig. liB dat het meelle is , alhoewel dc fortuin felfs getuige datfe met de menfchclykc dingen ipeelt >en dattcr nitts vaft cn gcRadig is , nog- tansdiczulxdagelyks lien, Irefkofen daarom derykdommenen hecrichappicn niet ecnhair te minder  : en elk heeftcr grooccc hoopc van als cen ander ; welker uitkom l> noit cn volgt.

Ik Cxi u nu uitleggen 'c gene ik boven gefcgc hch y te weten , dattcr dingen gedaan werden

die




28 F 6


of van de Vhiiofoophfe manieren. 3 3

diefommigcaanhctligcMcn brcnsjcn konncn» cn groot vermaak aandoen. Hoe fouiicmcn die ryke menfchen niet belagchen, die haar goudc cn purpcre klcedcn, en vingers zwaar van ringen tooncn , cn veele wonda lyke bcu- felingcn uitrigten  ? en datalderflimft js , dicfö op de ftraat tegen komen , groetenfe met an- dere vreemde woorden cn complementen. Zommigc mcinen datfc geliefc-talc werden , wanneer een yder het oog ophaarhccfc, die warlioovaardigcrzyn, dient men we! te hand- kuiren cn als aan te bieden , niet van verre gc- Jykde Perfiancn vooreen confhiime hebben, maar hier moctmcn naby komen , fig ter aarde buigen cn ftryk-beencn, van vencals met lyt cn ziel gcncgenthcid cn afifffljc toonendc , ja füOvianig , dn men het nan d'uit?rlykc fwicr van 't lighaam kan fïcn  ; dan moet m.cn haar deregtcrhandniet deborll kufTencn Hreelcn, welk jaloersheid maakt in die gene, die fulx niet cn mag gebeuren. Hy dan flaat daar een wyletydsom hem tc htcn bedriegen. Hier prys ik dan hare onmcnshcid dicfe nog met "Woorden nog met werken meinen.

Vordersdicmet fuiken volk tc doen heeft, cn die in den aars kruipt, zyn nog meer te be- lagchen , dic'snags op/bande, in de midder- nagr de lieele Stad door en weer door loopen , en van de Slaven buiten deurgeflooten zynde, meinen dikwilsdatfe cenige honden, panne- Jekkers of yts anders hoeren. Dc nut van éde narcnagt-wandeling, is eenmaal eten, datfc nog door groeten arbeid verkrygcn , in wel! c

B 5 zy




28 F 6


34 LUCIAMI NlGRlNUS. zy foo veel vrctten en fuipen , veel dingen «n- dertullchen fprckendc die nicc betamen , dit en datbenfpcnde, en ten leftcn euvel nemende , loopcnfc N>cg  ; dan weten zy met als alle quaat en leugens tc bedenken . Vo en  ?yn- dc loopenfe in de enge llccgjcs het kalt ter neer le^^'cn , en nauwlix een Uordcel oï Hoer- huis veïbykomcnd«, of fy kyven en vegten. Dan flipcnzy een gat in den dag , en geven oorfaak dat de Med.cyns de heele Stad gms en weer moeten deur kruiOcn. Ja fommige (d^t het flimfl van alle is) kan'c nog ntct wagtcn

licktczyn. , . ^ ,

Ik ben van gevoelen dat de Pluim-arykers k wahkcr doen , als d.c gepluimftrykt werden, cn datfcbyna Autheurcnzyn randefchovcrUy tn opgcblafentheid. Want aUlc over hare on- waardecrlyke fchattcn verwonderen , loo pry- fcn fy haar goud tot den hemel toe , cn ver- vullcn'so^icnsvroegharcvoorhmrcn, cnoy haar komende, noemen fy haar kwanfuis .

//f er. Wat voor redclykheid bid ik, moe- ten fulke Luiden hebben  ? Dat, mdienfc eens met een gcmcin decreet maar allecmg een kor- ten tyd van dcfe albedryveri cnrry vriUige waai- aoti-hcidfig ontl«elden, mcinje met dat ter cSnirari de rvkc Luiden felfs aan de ar men hare deuren Touwden komen, al biddende, datlc dog haar geluk wilden baarblykelyk maken j omalfoomctharenflccpte pronken cn groot meclkr te f^^elen , hare huifen, tafels en maal- tyden IC verciercn  ? want fy beminnen de ryk- domfo© niet, om daar alleen gelukkig door




28 F 6


• r


f • ^


of van de l^hilofoophfi T/iamere^r > Sengt te werden. Want dc'Ciak is foo i;c!ePcn ' dateer ter wereld geen nu: ,5 voor d. n 'bclutcr ' nog vankoftelykc huifcn, gouwd , dpcn- been , &c. ten zy dittcr fomm igc zyn die haar daar over verwonderen, en fecroroot van we- ten te fprckcn. Door fo een mjddcl behoorde, men der fclver waardi^^heid te vcrminderen,cn de magt te verkleinen , haar tcgenaaande, en men hoorde fig als tegen derykdSm aan tc iteUen en dit te vcragteii.

Maar wanneer men haar opvolgt, en allc$ foctelyk aanpraat, Too voed men dc lotte rnien • dat ongeleerden , en daar men klaarJyk d'on- wctcnheidtenoogenuitfietfulxdottn, is no<^ toe te geven; maar die mede willen Philofo^ phcrcn , die doen veel dwafer als zy , cn is ten a lendeclenbch^chelyker. Hoe, meinjedat Ik om het hert ben, wanneer ik ymand van luiken foortcring , voornamenclyk van die wac ouwderzyn onder den hoop van depluim. Itrykers fic begeven , en wederom van d 'an- deren diemend'cerc aandoet, als met Lakkeien geleid en gevolge wordcn,en dan ook die, wel- ige tot de avond -gafterien nooden , wat rcdm fy voeren, en hocfc om haar koUclyk oewaat uitfteken, cn haar aanfienlyk maken? Zulke benyd ik grootelykj, wanrfe met alleen dm pet foon cn fyn habyt veranderen , maar fpelen daar een Jjcele Comedic af. Want 'c Pene fy m dc maaltyden uitregten, met wie van dc pluimftrykers Hil men die vergelyken. Zullen.

ten. lullcnrcniccmctgrooterbehei haar b.ila

B 6 vol


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F ó


36 LUCIANI NlGRlNU^, vol fuipcn? fy gaan ccrft aan de tafel , en ry fjn laatftop, cn willen dan nog meer mede ne- men als een ander  : Zooder dmymand wat beleefder is , die beginnen wat te fingen en tc

Icwinkelcren.

Alle defc dingen dan agtcdcn hy maar voor

fottcrnicn. Voornamcnilyk maakte hy mentic vanznlkc, die als de koop gemaakt is,phi ofo- phcren , als offc de deitgd op de markt tc koop ïhldcn , nemende de gcvangen-huiLn en ^vinkcls hare Scholen. Want hy oordee de datymand , dis een ander de rykdom wilde lecrcn vcragtcn , in 't begin boven alle gewin cn profy t moelle zyn : óm d Jt hy felfs zulx tk- dc , niet alleen vcrkcercnde en leercndc die o^ne die wild  :n , o.ti nier , maar reikten ook veel aan de gebrekhc , gchcclyk a.!e

rykdommcn verfmadcndc. En '( wallèr ver van daan dat hyyts begeert fóuw hebben van dingen die hem nici cn raakten , )a fyn eigen dingen, die ddar leiden bediuven, nam hy ■ ■ - rcns in ^gt , r,clyk den Akker die hy by dc . nad , wcikc daar langen tyd gelegen had, cnnietdcpync waard ag'tc omfc te gaan be- ficn: hy hiel het als voor de fy ne niet, feggendc dat wy van natuur geen befittingen hadden ,ag- tcnde dat wy die dingen wcttclyk en door (uc- ccfTic maar voor een tyd gebruikten, cnals dc beftcmdsi cnd-paal vcrby was , dat de felvo wederom cennnder onder die . naam mocft t*ebraiken*

Dic geeft geen klein voorbeelt aan dc vrywil- \ igc on\ dat  !U tc voJgcn,tc tv eten dc foberhcid

van




28 F 6


of vojt de Pbilojo&phjè manieren • 3 7

van lcvcn,bchoorlykccx2rcitic,aanfienlykhcid van de pcrfoon , borgerlykc kiccding , cn dac Iict bcflcis, wclgcmaniertjCn overal wcl me- de te vredcn Hy vermaande ook de gene daar . hy mede converleerd'c , djtui noit voor cenige dagen uitlttllcn foudjnom yts^goets tc doen , gclyk fomniigc gewoon zyn : haar gelyk als een vaile tyd voorllellende/t zy d it het heilige dagen zyn of byeeivroepingcn, d-u(ca!tyd een begin moeflcn maken om de lengen tc vlieden, , cn te doen wat betamelyk was. Hy wilde dat dégo:de driften fonder zorge waren. Hier uit was het blykbaar genoeg , 'dathy fiilkePhilo- fbphen veroordeelde , welk- mcincn dat de meditatiën van de deugt zyn, welke met feer groote moeite cn arbeid de Lccriijigcn gewen- nen tegen te gaan  : veele bonden haar, andere die geelelcnfe dapper. Die wat beter waren, . rafercndehuidmet het mes. Hem dogt dat men hier door eerder een onbevreeüheid,. kloekheid en ftcrkhertigheid tegen alle gevaar en pynefoudt verwekken  : die nu wcl wilden inltitueren, dat die mocftc agt geven op het lichaam , aart, ouwderdom cn opvoeding der Leerlingen : op dat niemand befchuldigt wicr- dc, dieder niet fufficant toe was: cnlèidc dat- ter verfcheidc 't met de dood hadden moeten bckoopcn , die buiten reden haar kragten tc veel ingcfpanncn wierden.

Een heb ik zelfs gsfien , welke hare ftreng- heidgeproefthadde, wanneer hy ware reden cn ware wysheid gehoord hadde, foo liep hy diar al fyn beft van daan , cn quam by ,

B 7 hem.




28 F 6


a8 LUCIANI NlGRINtJS, hem, cn fchcen nu van veel ftilder aart tc zyn.

Daarna maakte hy wederom mcntic van een andere foortc van luiden , verhalende de tu- multen en oploopen dicder in de Stad gefchic- den, en hoe d'ecn van d'ander aang-hitft werd. Daarenboven dc theaters , cirkels daar dc paar- den in liepen , ridderlykc ftok- beelden , dc namen der paarden, en van de t'zamen-fpraken. in de hcimtlykc ftiaatjcs. daar is voorwaar overal cengrooterafcnn van paarden. Hy be- rirptc der vêele van die voor grootc en aanfien- lyke yveraars wilden gehouwdcn zyn. Na defe vertelling was het of hy een ander deel van ccn Comedie begon , aanmerkende 't gene ontrent dc BcgrafcniÏTcn der doodcu en Tcfta- m°nten gefchicden : Daar by doende, daidc Roomfc Kiniers altyd uitroepen, te weten, dafU van ha^r rvaarlyk^ re^t niet verjiooten mrdin. Ondertudchcn hier van woord-re- dcnende , was ik gedwongen te lagchen, want hy fci datfc begeerden dat hare dwaasheid met haar begraven zou w werden , en hafe fottcr- nien opcntlyk met fchrift betuigen , en andere laten hare koUelyI<c kleeren, dicfe plegen tc dragen, met haar verbranden» Zommige ge- bieden dat een fcker getal van hare flavcn by het graf fullcn ftaan , wederom andere dat hare columnen cn tomben bekroont fullen werden, nog a! gek na haar doot blyvendej hier door wildenfc re kennen geven , watfc in haar leven al gedaan hadden , wanneerfc fulkc cn diergelyke dingen door teflament be- geerden.


Early European Books, Copyright© 201 1



28 F 6

QÏv.in dj Pijuojojphfe manieren. 39

gecrcieii. Die waren die, wcllcc allerlei lekkere en aiag .MUtnc (pyfe kogten , en die de wyn op dc niaalcydenmit h.int-kl.ipping cn fpeccrien fchon'cen : die in *t midden van de winter nog met rofjn beltekcn zyn , h.Mr rarigheid en on- tydigheid beminnende: en 't gein namurlyk op fyn tyd cn ftonde voorr komr, voor flegc cri gering, verwerpende; dicdefe waren die dc lietTelyk ruikende zalven gebruikten , op defe fchimtc liy grootelyx , doordienfo hare wel- lulten nieten wiltcn te dirigeren , om dacze daar misflig in hadden ^ cn der felvcr limiten confiridccrden, en van alle zvden haar door wclliiiten bedorven. Hy gebruikten dat fpreek- woord datmen indeTngjdien enCo- medien gewoon is te feggen , fy fyn verhy dt hutten geloopen. Hy noemde (jlkc welluften een wanfchapen gebruik : Vordvrrs uit d'cigen- ftelontenticbrogt hy ook die voort, t'cenc- maal de woorden van Momus navolgende , dat , gelyk hy , de God die de Scier geformecrt had befchimptcn i waarom hy niet dc hoorns voordcoogjn gellelt hadie , alfoo bcfchimp- tenhyookdegenedicfig laten kroonen, om datfcdeplaatfendaarfe die behoorden te dra- gen niet cn wiftcn. Want indicnfc haar verma- ken feide hy met de reuk van roofen en violct- ten , zoo behoorden zy haar onder de neus tc kroonen, om dat die plaats naaft aan de adem- haling was , zoo datfe hier door beter de geur in de neus krygen konden. Ook befpotte hy de gene welke grootc pompe en y ver tot hare gaf- ccrien aanwenden, cndatomvceldcrleifoort

van




28 F 6


40 LUCIANI NiGRINUS, van fiufcn , aardig gemaakt banket te beko- men, doende grootc dingen , tot een korc- duurende vermaak. Ky fcide datfc al dc(z moeite deden oni vier vingers, want foolang is ten minltcn de keel wel van de grootHc karei , fy hebben eer fy die ducr gckogtc waren gege- ten hebben, het minfte vermaak niet at, en gegeten hebbende , worden fy daar niet beter van vervult als van andere dingen  ; zoo iflcr overig te feggen dat d -fe korte vreugde hec meeÜcgcld'kof}. Endcfe korten washaarals een flraOe opgeleid , om haar onwetenthcid, doordienzc die ware welluftcn , die de Phi- lofophic geeft , niet en kenden, cn dicallcc- nig toevalt, welken haar handen aan *t werk willen flaan. Voorde rs verhaalde hy veel ver- tellet jes en Hiflot itjesvan die in de baden gc- fchicden , van de grootc totloop , van dc fchimpingen , cn die op de flaven haar ruggc gedragen, cn-koitcntyddaar na uitgedragen >vcrden.

Een dmg fchecn hy boven alle andere te ha- ten , dat door dc hcelc Stad cn in de baden fccr familiaar cn als ingeboren was , want als y mant de dragende flavcn verby gaat , zoo moet men luids-kecls roepen en vermanen , datfe voor haar voeten neer fien , zoodcr yts in dc weg mogt zyn of cenige gaten in do ftraat , 't wtlk zeer ieelyk is: Dit mcindc hy onvcrdragelyk te zyn, dat, ymantonder het ceten vreemde monden en handen daar by moeft hebben > door andere mans ooren hoorden , cn g^fond van oog zynde, nogtans ander mans opgen be- hoefden >




28 F 6


of van de Thilofoophfe manieren. 4 1

hoefden, hoorcndcenlicndcals offedoof cn blind waren: dit gebeurt haar op de Mart, in

  • t midden van den dag , cn dat a.m dic gene <iic

dcganfeStad cn republyk ichyncn op hrar fchouders tc «Iragen. Ondcrtuikhen verichcidc dingen nog oplialcnde, kwam hy tot het eind. Ik aanhoorde dit alles met feer grootc verwon- dermge, vrccfcnde dat hy haaltclyk mogtc van fpreken ophouwden. Als hy ophief van fpre- ken , zoo ging hei met my gclyk wel ecrtyds met de Pheacès. Want hem langen tyd aan- ficndc, wierd ik op hem als vet fot , zyndc met drajingcn in het hooft bedwelmt, eensdeels van zweet haalt fmcltende > anderdeels dat ik niet fpreken kon , tVcnemaal kragteloos, cn myn tongc was belemmert : Eindcly k door dit gebrek, ber Ik ik uit in tranen. Want fyn woor- den cn raakten de opperhuid allecnignict,maar drongen vry wat dieper door , cn raakten het hert.

Zoo'c my gcoorloft is yts van wysgecrigc redenen tc Iprcken , zoo oordeel ik nUans hier aldus van. Het fchccn dat ik het doel- wit van zoo een ingenieus man was. Daar zyn veel fchutters in de wcré-ld , dic volle kokers van alderleioratuurfc redenen hebben  ; welke alle niet feker cn wcte/i tc werpen , cn h.iar voor- gellcldc oogmerk bereiken 9 want zommigcr boogiste llyf gzipanncn , dic de pyl met tc groocen kragt uitfch:cten , die wel het doel be- icikcn, dog blyven daar niet in Acken, maar vliegen daar door heen , zoo datfe een open gapend gat maken , en alfoo het hert doorboo-




28 F ó


42 LUCIANI NlGRINUS,

ren. Andere \Ten(lenhcc op een ander boug: \vant door hiar fvvakke krakten en il ip gefpan- nen boog, zoo raken zy tot haar doel niccmaar de kragt gebroken zyndc blyven ten ha! ven ftc- ken, en fooze'tno^ alkomen te raken, zoo i > 'c maar cfFcn fupcrficieel , foo dat het weinig treft. Maar dic een goed (churtcr i$ , en dcfen onfcn Phüofoopb gclyk^zo moet hy vooral op fyn oog-doel wel toelien, dn het niet te zagt , te valt, of voor dw- pyl te hard is. Daar Cyn ook we! doelen, diemenniet quctfen kan. Dit moec alles met omfigriglieit gefcliiedcn , en pyl be- ftrykende,niet met fcnyn als Scythen^oi met hars, gelykde Curettn: Maar met een zocr- lang-zaam bytent medikamsnt. 'cGccn nu uitgeworpen is , moet wel treffen en penetre- ren, dat het byna fchyntdw'ur te gaan, maar moet aan dees zydc blyven , op dat de kra^t fig uitzette en uitdye , welk fig verfpreidcnde l)e- Uaat het ganfe Kart. En dit i$ d*oorlaak waar- om fiimmige daar vermaak in fcheppcn , en an- dere traan-oo^en. *t Welk my ook gebeurde, alsmyditmedÜament zoo lagjos begon deur te dringen.

My fchoot doen in den fin dit versie van//»» - mery.t te fcg^cn. Di«  op ie Pht v«i^"^e/i( hioren fpelen, tverdtn niet alle ultl^nnig: ma4,r die Rhca 9mheïfcn , werden door de melodiê hadr V97rig onge:nAk^indagt;g. Alfoo die, welke de Philütophtehooren , gaan niet alle perplex en " ' ' ' r na huis, maar chc alleen , welke als een . ^-.^ joron von'- ^: '^■T-.'-^M'iic in haargc- voelcn hcbb?n

Luc.




28 F 6


of va» de Vhiïofoopbfi manieren. 4^

Luc. 6 Wattconzienlykc, ^YOI1cic^Iykc cn byn.1 Goddelyke dingen hcbje ons daar ver- haalt ? alles is roorwaarfocrcr als honig cn goe- de fpys j en nu gy ftil Avygt word ik bedroeft, en om na 11 exempel te fcggen ik ben ook gc- kwetft. Gelykals diededolIi;nliondbyt5 ïyn nietaUcen zelfs dol en razend, nuar maken de omrtandcrs van dcfelve natuur. Want zoo wanneer dit felvige verderen verder verfpreid , foo zal d i'fel vc vni:5tbaar wcrdcnde , tot ontel- bare ov'crfêttingen komen.

Phil. Schyntgyonsnut? beminnen?

Luc. Wy fyn maats als Oliphanten, nu ver- foekikop uwdatgy ons een gemeen genees- middel befchafcen uitvind.

Phil. Zoo moet men dat middel van Tele* phnt doen.

Luc. Wat is dat?

Phii. Dat men moet wcdcrkcercn tot die ons gewond hebben, en van hem tJcnees-mid- dcleneiffchen , 'thaarvin den geheeten hond, Zjtgt hetfpreek^rvoord, geneefl alderbeji.


LUCIA-


44r^uciANi Oordeel

ï.UCIANI OORDEEL Van de

KLANK-LETTERS.

Ah Ariftarchus Phalcreus regeerde^ zoo heeft den zevenden Othber de Letter S , de Letten T i'otr regt geroepen , z'^nde de Vocalen of Klank-Let ter s tot regters

  • verz9gt , van ivegen V geivelt en dief-flaly

haar aangedaan , ook datze ver te kort (juam in al die woorden, diemen met een dubbelde T fchreef,

HEdcn , O regt uU ff rekende }Qan\ Let- rer/jbcn ik «rootc-lyks vcrongelykt van de r, om dat hy liet myne misbruikt, cn na fig neemt dat hem in *t minft niet toe en komt, M'cli Je ik ten hooglïen euvel genomen heb ; in. liinulccrden fonityts zoo wel wat, van 'c geen ik hoorde Tcggcn , om dVcrbaarhcid plaatste geven , dicgy-li:den weet, eensdeels omu-liederrefpckt voortc ftnan > anderdeels om d\mderc Letter-grecpen : Daarna is hy tot foo een gierigheid en dwaasheid vervallen, dat hy niet alleen met die te vrcdcn is, dieik door devingcrzag, maar nu doet hy my grooter geweld aan, zoo dat ik wel genootfaakt hen om hcmby u-li:dcn voor regt te roepen, die beider niet onbekentzyr.

Daar




28 F ó


"Can ^(f K L A N K-L ETTERS. 45

Daar is my geen kleine angft op het lyf gc- llagcn om tlcfe hart-wcc. AVanc by het ccritc onrcgt komt altyd grooter, zoo dat ik byna uit myn woon plaats gcllooten Avcrdc, )a het fchccld weinig of ik lal niet langer onder het getal der Letters bly vgn. Het komt dan u-lie- den toe , ó Hsgters  ! met al dc andere l,ctters daar in te voorlien. Want by aldicn het geoor- looft isdatyder een 5 een ander uit (ync order fchopt 5 en fig z?lfs daar in fet , en gy-lieden zulx' toelaat , zonder wölke niets kan gefchre- ven werden , zoo fie ik niet hoe ymand het regt van fyne order , daar hy van beginne in ge- weeft is, fal komen te defcnderen. Maar ik ge- loove geenfins dat u-liedenoit tot fuiken on- agtfaamhcid en incuric iult vervallen , om te verdragen 'c gene met alle regt en billikheid flryd. Hoewel gy-licden een Lcttcr-ftryd ver- laat, nogtansmy, die onrcgt gefchicrjTOocttnen niet verfuimen. Och ofte d'andcrc Letteren hare ftoutighcid , daarfe mede tegen de wetten fondigdcn, in 't begin gefmoort was. Zoo fouwden dc L met de l(. tot defc uire toe niet meer over hoop leggen , twiftende wegen het woord J^jlJcris cn iQphaUlgU ; nog ook dc O met dci(^,fouden lo dikmaals hand-gemeen gewccft hebben in de volderien over het woord Gnaj>heio en J^apho- Het fouwde ook al uitgcwccll hebben tetwiften met G cn L , hem het woordeken Mogis ontrekkende en ontftelcnde. d'Andcrc Letters houden hnor Üil, om yts tegen dc wetten aan legaan. Het is geruft dat yder Letter op fyn plaats mag bly-

ven




28 F ó


46 LuciANi Oordeel

ven, daarhy vaii'cbcgingcftelt is, maar die hoogcrwjl klimmen en fig vcrplaatfcnj gaat tegen alle regt en reden aan.

Die u -lieden cerft defe wetten voorgefchre- ven heeft, (het zy dat het dien Eilandlen J^d- »»«/ gewecft zy , ofic  ?aUmedes de Zoon van NéiupUus , alhoewel zcmn.ige dit Simonïdts toefchry ven,)hoe dat yder in order moet Itaan, wie d'ccrHe of de tweede zy, welke daar ook ^cqiialitciten en deugden by gedaan hebben van een ydcr van ons, voornamentlyk u-liedcn 6 Bj^ursl die u-licden met voornamer cere begiftigt hebben, omdat door u-1 ieder toe- doen de klank moet gegeven werden.

In dc tweede order behoorden de halve khnkei s geftcit te werden, om dat dcfelve fon- ^Icru l'c-ï^cn toedoen niet en konnen gchoort wcrü . Dc L-^atfle fit- plaats komt de ftom- TOC Letters toe , om datfe dooten Tonder klank -zy n. Defe wetten dan moeten door u«Iicder gemaintinecrt werden. Maar defe T by do C' ' '1 Taiê gclcyt, (want ik kan hem met gccK i t gtcr naam noemen , dan daar men hem mede gewoon is) zooder niet tweeaanfieRly- kc van u lieden by <|uamen,te wetfn,de^ en ü , zoo louw men hem niet eens hoorcn, defe heeft mygrooierongelyk gedaan , als oit een van de andere Letters. Want hy fockt my uit alle naam- en werk- woorden, die de taal eigen zyn, te dringen; daarenboven ook felfs uit de iTamen-knoopendc en voorzettende woorden , foo dat ik defe ovcrgroote vrekkigheid niet wel cn kanduldcniioggcdoogen.

Maar




28 F ó


de K L A N K-L ETTERS

..uai iu; 15 't tyd tc fcggcn^ van waai en waar tiüor dele (iiak zyn bffum genomen heeft. Ik rcifddzomtydsna CyhtUn toe, (welk geen onvcrmakclyk Stedeke» is, zyn<iceen Colonic foomcn fegt , vnn dc ^thtners} en nam dc fecr Itcrke /(met my , die van myn gcbuurtjcs wel dc befte was. Wy n.imcn ons intrek tot fckcr Comedi-digter Iryfimachtif , uit Bo'itUn .van daan, lbo ik vermcrkte: maar nogtans wilde hy lievci datmcn fcidc datlvy in 't mid- den v;ïn^//;««engebooien was. By defen Hüfpesdan fag ik ecrlt de gierigheid vandc T : devvyl liy nu al in fommigc weinige dingen fyn handen gcilagcn had, \t^ïtnd^TutarAk,onttt, Tpntroovcndc my van mync Bloed- viicndcn, foo agtc ik het voor een gewoonte van die Let-

  • crs,die met my opgevoed waren. VoortsaJshy

{ iny r«wertf », cn meer dicrgcJyke woordjes ontrok , feggcndc dat het lync waren , foo hoorde ik het met patiëntie aan , en dc Hiak beet nitt vinnig ; maar van defc ccn begin makende, kwr.m hy daar na te fcggcn J{attherên, en ^tum^, en Pittan: voorts londtr ceni^e Ichaamtc /fay//i/<4w. Zoo ben ik daar niet weinig over i'onvi eden gewceft, en met toorn

ontfttrkon, viecfcndcdathyook i-wA* foudc Mocmen.

Ik bii^je dan , waéirde regters , dat gy , my dicvcigramtentcregt vewoorntzy, voorna- mentlvk van alle hulp en byüand verlaten zynde , gelieft t«  vergeven. AVant het is geen kleine fiak daar ik nu in ftcek , want bchalven dat hy my van myn gcwoone en famaliarc Let- ters




28 F ó


48 LuciANi Oordeel.

tcrs ontrooft , foojiccrrt liy my als van tuilen de tanden het woord KijJ^t zynde een kKippcn- de vogel , cn noemt bet J{itta. Als ook Phajpt mci Néffd cn l^ljuphos. Alhoewel ^rift^r- chus daar tegen was. Hy heeft ook niet wcmig Honig-bijen met fig gtnomcn. In ^ttkx komende, foohecfr hy uit het midden van dat Landfchap /l/«we»o» buiten alle regt en reden na fig gefleept , cn dat ter prefcntie van u-lie- dcn en meer andere Lettcr-grcpen. Maar irat fal ikker tegen doen , daar my gants ThéjjaUen uitgcfpogen heeft, fig nu Tettalien noemei^de  ? Daarenboven ben ikde ganie zeeuitgcflootcn. Ja fclfs van de tuin-beète verfchoont hy my niet, foo datter niet een bro!< voor my over is.

Dat ik een Letter ben , die niemand en focktefchaden, daar kom gy-lieden b«jft van getuigen , nog noit heb ik de Letter Z befchul- 'digi j^dic mySmaragdm ontnomen heeft, met geheel Smyrna. Nog ook heb ik de AT ccnig moleft aangedaan, die nogtansecn contrakt en Verbond-brcker is , daar Thtuydides hem nog in iiielp. Myn gebuur /^diekan men het nog toegeven , om dat hy met fiektc beladen ij, en my'ncA/)'rrfcmtfj(datisMyrtus-boomen)ront- ommy geplant heeft: cn mehmcholyk zynde, myin^aanfigtgefmeeten heeft : zoodanigcn Letter ben ik! Laat ons nu confidereren de LettcrT, van watkwaataardige natuur hy is tegen alle Letters , en hoe hyfyn klauwen te- gen ydcr een open fpert. Hy heeft ook de D, TH, Z, cnmceft alle andere Taal- let- ters




28 F 6


«ü^ïf^flS? Klank-Lette Rs. 49


tersinjuric Toeken aan te doen Ontbied my de beledigde Letters. Hoort dnn , lieve reg- ters » cerlt de Z> fprckcn : Hy heeft my ont- nomen EndeUchiam y daar voor feqgende EnteUthiam-' 'tvielk tegen alle wetten aan- gaat. Hoort de TH eens roepen , cn fiet hem het hnir uit de koptrekkcn , om dat hy van hec woord YioUl\^nt\shtxook is. Men hoort ook de ^ om fyn woorden S^nXtm en Sal^iT^m kryten en huilen , ja hy mag niet eens Gj-^- %tm (dat is. grunnen tc feggen) behouddn; AV^ic plaalter gcna zoüwditk'onnen verdra- j^cn? Hy beledigt niet alleen de Letters die hem blocd-vricnd zyn , maar hy ftapt ook over tot menfchen vari dien aart en manieren : nog en'Iaat niet toe dat dcfclvc regt uirgefpro* ken werden , Ji de menfchelyke faken maneri my wederom tot het woord Gloj^a. , (dat is tongc) want ik verftooten ^yndc maakt hydci? G/ó<^«van, een vcrnichgen byttr.

Maar, om my nictt'cenemaal te verpraten > zoo fal ik wederom op myn text komen , en mein de menfchen te bcfchcrnTcn , in 't fluk daar hy die verongelykt , want hy wilde hare woorden als met touwen nan malkanderenr bmden , en van elkander fcheurcn , zoo dat het geen m'cn ^lon nöcmdè , daar maakt hjp. Talon ai y alfoofoekthy overal het Magnificat re fpclen. Een ander fegt Wederom Ptrt^ jQtmatQf, (datis vandcrank) cndaarmj<akc hy Tltma van. En nog is 't niet genoeg dat-, hy^ dit onder het gcmeene volk doetj maar ook: aan dien magtigeh Koning, van \Vclken het

C geroep


50 LUCIANI Tl MO N,

geroep is dat ilc aaide, zcc, cndcganfc na- tuur voor licm moet >N'yken , cn wert van j^yrosïnTyroswcvandQrt. Alfoo bederft by der menfchen Ipraak.

Hoor eens hoe hy in de weer is, om dcfclvc met handen cn voeten te beledigen. Dc menfchen fchrcijcn cn huilen over haar onge- luk, en vervloeken dikmaals dien Kadmus, dit hy de T onder iicc Latcr-tal gebracht hccff> zy (eggen dat dcTyranncndc figuur yan dcCe Letter hebben nagebodll, om daar ioüten van te maken , daarfe dc menfchen aan hjngen , cn om dit wcrk-fluk heeft defen fuiken kwaden naam gekregen. Oordeelje niet \ " dat dc T waardig is om daar aan gehangen le  ; \vordcn f Voorwaar ik derf dat ondertcekc ncn , cn dat mctrcgt, op dat hy ft rafFe draagt aan fyn eigen gedaante, daar het kruis na ge- maakt \s 't welk dc menfchen met die fclvc naatli noerncn.


LUCIANI TIMON.

Cfft

Menfchen - hater. '

Den A thener Timon , zyngoeJ in ^r- tenmetzyn vrienden opmakende» nvierd ha aflig van ryk een hedelaar'. hier over ' vergramt zptdt > vcragt z^fte fihyn^




28 F 6




28 F 6


I


Early European Books, Copyright© 201 1




28 F 6

ofce Menfchen hatcr '. j j

"jricijden : Jupiter over hem erbar/fiendcy xond Mercuur e7i Plutus uit denhemcl-^ om hem een fchat onder het graven tc la^ tcnvi7iden , v^aar door hy daar na zfn gek beter leerde hevjoren,

TiMON, JüPiTER, Mercuur, PjLuTuSj&c.

TiMON. lieve lupiter , gy die licrbcrgr, vriend houd , huis-genoot zyr, gy blixcni Nvcrpcrjwolk cn don- der maker , cn zooder meer namen zyn , daar de opgetogen Poëten uw mede konncn noe- men , voornamcntlyk %\anneerrc gcdigten maken , want dan werdjc op duizentdcrhandc manicre/i genocmt , waar met (y haar val- lende digtcn ondcrfleunen, en de wyd-ga- pendc voeten weten tc vullen. Waar is nu u wyd krakend wccrhgt , en u fwaar flaandc donder ^ waar is u brandende , glandige cn vcrfchrikkclykc bhxem > Want het is nu blyk- baar , dat hei altcmaal maar leugens zyn , een verzicrdc rook van Poëten , en maar een windblafen vol van opgepronktc namen. Waat bly ven u vaardige cn van verre werpende wa- penen, 'cfchyntdatfc verdooft en kout zyn , wy 1 der niet een fprankjen van uwen toorn op de booswigtcn geworpen werd. Zoo dat: ymand die een valfchcn eed doet , vervaar- der fal werden over een vers uitgeblutftc bmp , als over de vlam van u al ter neer Haan- de blixcm , daarom mcinen zy, datje ccit brandhoud na haar toe werpt , welke vlam of

C z, rook




28 F ó


'•2 ] . c \ A NT I T I ^ro K,

rook' zy nvct cn zien of ngrcn, rnaai»die wonvlc iiiciiu n zy daar nog af rckrygcn , da.tfe allcc- iit£j m?t rook vcrviilc weiiivi). tliei" door,dui f: Sdmomm tcgcnj u aan 4ondcren ; cn dat niet fonder grootc reden , wyl Ittpher door ccn lange winter fcliynt vervroren tc zyn, ^Ynnt dit IS ccn mnM die opallc fchelmeri fccr beet cn vuurig is, ^n die 'c derft beltaan  ; Avaarom zouwhy'r niet doen , daar gy fchynt oridcr liet Mnndrngcrs kruit te flapen en te ronken, die niet eens om cn fiet na de meinccdigcrs en (juaatdocnders  ? Gy bent mifTchicn leep van dogen cn daarom biind 3 zoo dat hetgeen u i^oorkomt, gynrét fictj gy zyt ook foö doof dis of bet i^^n bü'dérdóm -was. Doe g y ccn Jon^elin^waaVtj volvdnvuur cn vlam , licftig in toorn , tegen allé quaatwillige boos- docndcrs , maakte gy nwt haar geen bcitand , maar dadclyk^vaartgy met uw blixcm gerect rc \Ycrpcn , gcduurig fchoöt gy ^^h, u don- der drong overal deur , ii wecrligt ging als •geregende pylen: de aardbevingen cn fchcu- ringen maakten holen als een fifirdaarenboven fnecuw viel mee hccle bergen, dc hagel ali l<lippcn : cn om met u fccr groot te fprckcn , de ihcllc cn onvcrwagre llorttegcns vielen met hccle rivicrqn. • Hier door qüam-dc Schip- breuk ten tydc vin r>f«w//o«- zoo dat alles van licc water ovc'rrompelt w Jcrdcj dateer nau- tvcfvx ccdlclein fifhcutfcn ^" ^élk opden berg - aan qnam, behouden bleef; daar wier- ir.n.ar tcnigc vonkjes van 't mcnfchelylf bchoudeir, waar uit een (jiuataardigcr • > volk


dm


1




28 F 6


ofte. Meufihen-haier.. 5 ^

volk daai na op rccs. Dit i$ nu u rci;te loon van onantfaamhcid , dat u nu nitnuocl cn otfcrt of krooncn brengt, ten zy inti'Q/yw- /•//c Spcclcn  ; die alleen uit gewoonte gcfioiv- d jn werden: zy ilillen u byna , gy edeiftc der Goden , Satitrnm golyk maken , en uw xnt Magiltraat bannen. Ik fwyg n()g te feggcn hoe menig reis uw Tempel berooft, en n\cc S.^crileoje gcfchondcn \ver J , welke ook aan w inde Olympiafe Speciën hare handen i^.cbbcn derven Oaan ; ondcnuflcben hitile gy de hou- den niet eens aan , nog gy riept uw gebuuren niet to: hulp , om deie Kerk-roovcrs '.e vatten, en op de vlugc te jagcn. Maar uitllckgi}d<?<i rcufcn-moorder en over winner vandc zon, r.it daar üil , als zy u fchoon gelcrult hair arVncr den j houdende de tien elligc blixem in uw rechterhand. Wanneer laldcr een eind vaa dcfe forgeloosKeidzyn  ? Of wanneer fuljc van fulkc rchelm-ftukkeniirafFc nemen  ? Hoqv^el rhéictonfes ot Deucaliones lullender bekwaam zyn omdcTcoJiuitputtelykc quade gcmanierc- lieid t«  remigen? Maar ooi van 't gemeen te fwygcn , Ci\\ ik alleen van mvn felven fpreken, Dewyl ik foo veel ^thenienfers tot foo groo- ten ftaat verheven lubb' , en van arm,ryk, en dic't van noodcn hadden onderlieundo , tca langen Icftcn \vas al n^yn geit en goet tot hulp van mync vrienden , om die te laven en tc Ipy- fen: maar nu ik tot armoede vervallen ben, Avcrd ik met de nek aangekeken , ja agten my niet eens waardig aan te ficn , daar zy my . ccrtydsplcgen tcaanbidden , te ceren , cn Qp

C 3 de




28 F ó


54 LucjANi Tim ON,

dc minllc wenk te piftcn.

Zoo het gebeurt dat ik yman: elders tcgea koom. Zoo IS 'c als of ik een half vcrfletcn ftok- beclcwas, die van langer hand vervallen is, «laarmen zoo fondcr eens te kennen , verby gaat. Zommige als (ymy van verre ficn, flaaa een ander weg op , om niy te mydcn , zynJ^ voor my vervaart als of (y een bullebak gefien hadden , diefe wel eer fciden haar behoud tc zyn. D^rhalven tot de iiitcrfte armoede ver- vallen zy ndc , heb de Ipaic by de hand geno • men om tc fpitren , cn een pcnninkjen daags IC verdienen , dusdanig Philofopheer ik dm metdefpadem myn cenigheid. Dit gewin foek ik dan by een te fchrabbcn , omwykcndi ondertulTchen die gene , welke dc fortuin on- verdient gebruiken. Want dit fteekt my \vak«  Iccr in de krop. Nu ondertulTen gy Soon van SdtHmns cn l{hta , ik hoop , dat als u diepe en Xwaredaapover fal zyn ^ (want gy hebt oo'c JEpimtnides al flapcndc overrompelt) gy op «ieuws uw blixem werpend uit denweor o.ntfonkren Oetx u heftige gramfchap over ful- kc boossvigten (alt uitgieten , cn u jonge fi:rc jeugt weer fal bloejen  ; ten zy het waar is *c ge- ne by dc Cretenfin van u geCegt werd , dat zy II Graf-llede hebben.

JuPi i'ER. Wie is dit A/rrcMwr  ? Wie hoor ikd.urnit ^;/;c«c» zoo onbefchoft aan den berg HymtttHs roepen » hy is vuilcn lelyk met een bokkcvel gekleed? My dunkt, dat h/ graaft j cn d ic defcn ttoutcn rafe-bol voor over bukt. My dunkt dat het een Philofooph is ,

want


ma

E


1


oïXQMeJijQben-hatcr. 55

want hy foiiw anders fulke fchimpagtigc Ic- lykc \voordcn tegen ons met uirijcbraalLt licbbcri'.

Merc. Watbclicfïu Vader? kent jucc de Soon van Eehecrates van F^lytteen vr.n d.inn  ? dat is die man , die in fyn heilti^f: FecJt- tydcnonszoo mecnigtnsai tegaft hceit gehad, dcTc is in korten ryk geworden, hy die hcelc OiFerhandcn van 'nondcrt bccHen opofferden , by weikc men dcIovUlt Peclt-dagcn ter ccren uw loo hcerlyk onderhiel.

Jup. Wel wat vcranderinge van faken is dit? Isditdiencerlyken Godsdicnftigen man, dicnrvkaart, wiens vrienden hem tc voet vie- len> Waiishcm eilaas overgekomen, dat hy der foo bcdelagrig uit fiet, loopendc met naak- te billen? Züovml, ellendig, een gehuurde graver, als ik merk, rvanthy zoo een Iwart ,fchup in de handen hteft.

Mer€. Hier toe hebben hem de goethcid, belccfrheid, en barmhcrtighcid over die gene die gebrek haddwn, gebracht: 't Welk voor- waar maar aotterni en loflighcid was, heb- ixrndc geen vcrkicfing van vrienden : want hy wili niet dat hy'c aan roof-vogels en wolven ten be(icn gaf. Want de gier- vogels die zyn lever uitpikten , oordeelde hy goede vrienden te zyn, haardikmaalstegaft noodende. Maar daar na als fy zyn beenen byna ontbloot had- den , en rontom afgcknaagt , en fooder wat merg in gebleven was , wel tc degen uit zo- gen, liepen fy heen , hem rchoonijcs tot de fchonkcn toe afpluifende , zoo daifc hem da»r

C 3 na




28 F 6


,56 L U C I A N I T 1 M O N>

na niet meer wilden erkennen ofaanfién  : cn nog veel minder ftoppenTy hem \Yat toe. Hier om is by nu een graver , ais gy fiet , met een -Tclle rok bekleed , dervende uit fchaamtc nic t in de Stad komen, hyfpit cn graaft voor ccn gering loon , hy vanrt wakker uit tegen dc on- dankbare luije heeften, die door fyn gocder- lierenhcid ryk en weeiderig geworden zyn,cn nu hem foo opgeblazen verby gaan , ja willen niet eens weten dat hy Timsn gcnoemt werd.

Jup. Dit is voorwaar een regifchapen man; dienietteverfuimcnis  : cnmctrcgtishy ©nt- itelt , die in fuiken perket fteckt, \Vy foudcn die bocfigtige pluimftrykers wel gclykcncn, foov, * ' cn man de voet gaven, die ons foo veel \ eitcn en ilieren op dc altaren pleeg «ante  ;.vr.cn j welkers reuk my nog in de neus- gaten fchynt te fitten. Om myn menigvuldige omfl-»'^ befoingcs, van mcincedigc troepen, 4 d) landoen , rooven , cri dan nog dc

yrcelè voor Kicrk-cooveric (dcre zyn leer veel «nn 'cóbTcrvcren , foo dat fe ons niet een hair dooi de vingeren ficn) zoohcbikin hui- gen tyd het oog op ^ïljtnen niet gehad, roor- namentlyk?ia darde PhHolbphie en de woor- den-llrydendaar fb in zwang gingc-n ,ik wierdc doorhaar^ vcgtcn cn roepen belet dc gebeden der menfchcn te verhooren. Zoo is *t my beter metgettopte ooren ftil te fitten, cerdcfelvc door hare onnodige femel-knopcrie ,met roe- pen en tieren komen te berftcn cn te vcrdoo- ven. Zoo dat dit de oorfaak is gcwceft , waar- om dcfcn bloet ook vcrfuimt isj alhoewel hy

nicc




28 F 6


ofte Mevfcken-katcr, 57

niet weinig van ons verdienden. Weetje watje doet Aferctiury brengt Vluttts alje belt by hcnj. Laat PlutHs ook Thefturus met (ig nemen, ca brcn2trcdan by Timon alleen , maakt ook dat- je by niemand anders iigtclyk cn gaan , alhoc- \YeIhyha2r met gewelt vvjlde uit den huis boenen» Wat voorts die vleijeis aangaat , cii die tegen hem ondankbaar gewcclt hebben , daar van Tal ik daar na fprcken , cn fal haar ftrafFcn wanneer ik myn biixem op nieuws hermaakt fal hebben; want d.\ir zyn twee fclxcrpc punten van dc grootilc Ib alcn gebro- ken, wanneer ik onlangs foohaailig op dien Sophift ^naxagQVAs bhxemde>om dat hy mee fyn vrienden de luiden fogtwys te maken dat- tcr geen Goden warca; hjcr over dwaalde liy, daarenboven bood P tri des hem nog een hand , voorts viel den blixcm in den Tempel van Caftor cn Pollux , welke daar door in d 'as geraakten , en'c fcheclde weinig of hy had aan de rotze byna verplettert geworden. Alhoewel de (traffe haar groot genoeg gewceft is y datic Timon foo ryk gcfien hebben.

Merc. Wat kon het hard roepen en fchrceu- wennietaltewegebi'engcn? 'ci^nict alleen goet voor die prccelFen cn regfen , maar voor dieookcenige belofte doen. Ziet eens j iii Jioe korten tyd is defènr/wac» fchar-ryk gewor- den, welke aangehouden heeft tefchreeuwea en te roepen, waar door //f/>n«r begon te luifteren. Wat indien hy al itdfwygende en bukkende gegraaft had, by zoude tor nu cn ten eeuwigen dageno? wel gegraafc hebben.

C $ Jup. Wat.




28 F 6


58 LUCIANI Tl MOK

JuP. Wat fulc gy niet doen, dat ik fegge? PÏHte^ voornanientlyk van mygclaft zynde.

PiuT. Hy heeft my fmaatlieit aangedaan , te deuren uit fchoppendc  » my in veelc ftuk- keo fnydendc , en dat wanneer ik fyn vadcrly- ken vriend was , joeg hy my met een gaffel ten huizen uit , gelykals dichct viiuruish iar handen Hnyten. Zouwiknu weder by hem gaan , om aan een party pannclckkcrs , pluim - itrykers, en hocrc jagers overgegeven te wer- den? Zendrayhcver, tot fulke luiden welke ■weten datfe een gefchcnk krygcn , en 'c fclve omhelfcn. By wie ik beter geeftimccrt en veel aangenamer ben. Maar dcfc ftompers hebben liever met de armoede te doen , diefe boven alle dingen (tellen, cn met een lecrcn kolder en fpadc te vrcdcn zyn , om haar fchraal kosje ce verdienen, zy foudc het verfmadcn wan- neer men haar twaalf duizent guldens bragr.

JuP. Die en fal Timon hier na niet meer «locn, dienufynluftmet de fpade al geboce liecfc , ten sy fyne lendenen nog niet genoeg afgemat en waren , hy weet wel dat gy duifenc inaal beter te wen fc hen zytals de armoede , gy fchynt feer verdrietig tezyn , Timon befchul- «Jigcnde jom dat hy u door opene deuren \^tk laten wandelen, unietopfluitende, ordina- ris pruttelt gy wel anders van de rykc Luidcji , datfc u met hengen, fleutcis cn ingedrukte zegels zoeken te houden , u met alle ^ wcld opn uiten , dat het je niet eens geoorlof: is hec - Jigt t€ lien , dit hebjc my menigniaal geklaagt, zrggende datje in de duiftcrniiïc fchcent  :e




28 F ó


ofte JMenfchc'TX^ hater, 59

flikken , cn daarom waarjc loo bleek om dc neus , bckonimcit zyndc door aldcrlci lorgcn, hierdoor htbje ook kromme blauwe Tin£;ers5 doordien gy zoo veel gele telt, cn byceri fchrapr. En dac fooder fomw-yls gelcgenr- hcid gegeven wierdc , zoo zouwd gy daar wel van daan geloopcn hebben: In fomma , gy mcinde dat Ivet scn zware zaak was in een ko- peren of yzcrcn kamer, na exempel van Z>anae , een maagc op le fluiten, omvancc- nige fchelmfc pedagogen opgevoed te wer- den , dcrhalven zeide gy datfc abzurd deden , datfeu zoo lief hadden , en als het geoorloft ■was niet en durOcn gebruiken , maar bewaar- den het , geduurig na het zegel ficndc , en zo zy daar wat ver van daan waren , dagten zy daar met lyf en ziel op  : mcincndegrootc din- gen tc hebben, niet om daar fclfs van te nur- tigeii,maar om daar niemand goct van te doen , niet anders, dan gelyk een hc&nc die in de kribbe Jeit, welke felfs de gerften niet en eer, nogtans laat hy niet toe dat een hongerig Paart daarfyri balg van vuile. Ook lagtegy om die gene wel- ke hetfoo bewaarden, fpaardsn , en haar eigen mond onttrokken , vreczende het zelve aan te raken: Zy denken niet dat wel t'eeniger tyJ daar een kncgt, huis ophouwdcr of kinder- mecfterhctkan beftclen , hebbende foo een vrekkc en onminfame Meefter , latende hem altbo by een fwart fmcerig lampje met ver- droogde biesjes fyji woeker en intreften tcl- ivagtcn. AVat regjenu?hcbjeniet kwalyk ge- dvU«darjc t)ver flilkf dingen mocjelykgcwcell

C 6 hebt,




28 F 6


LUCIANI Tl MOM

hebt , daarfc alle ter contrarie in Timon te vin- den zyn?

PiuT. Zoojcdcfaak weltcregtinfict , en oYcrweegt > zoo fult gy bevinden dat ik over beide met rcgtgcklaagt heb. want dcfc al te gi ooten zagtc goedigheid in Timon , is beter een onagtfaamhcid genoemr, en niet een goe- den yvcr. In tegendeel die my foo met deuren «n kaiïen in de donker beflooten hielden j de- den dit om dat ik dikker , vetter , en fwaarder fouwde werden  : daaric ondertuflên niet eens namy zagen nog aanroerden j dcfe dagt my gekkclyk en fmadelyk tcgens my te doen , •wamfe my in foo veel banden gebonden hiel- den, en zoo door fchimmel en roeit heten be- derven: niet wetende waarfc nog varen ful- •len , en my voor een ander die de fortuin te baathecftj fullen moeten laten. Zoo dat ik nog dee$ nog gene kan voorfprekcn ; maar veel eerder, die Tonder gierigheid ofte grootcn li- b ^'^cid, de middelmaat weet te gebruiken, C . i , . -icreert dir eens lupïur foo het u bcliefr, wanneer ymandtwettelyk een fchoonc Juffer getrouwt haddc , cn daarna niet op en pad , haar vcrfuiraendc , nog met de minlte jaloers- heid ingenomen is , latende haar by nagt en dag loopen , over bofch en dalen , en dat een


ydcr daar me(' daar toe aanic;


)cn hebben, of haar

.tr, om met andere te

boeleren, fcttcnde de deuren openden roepen- de de quanten in, daar toe noodigende; fchym foo een man wel te minnen  ? Dat fnIt gy geenfins feggen Juf iter , want gy hebt het

minnca




28 F 6


bfce Menfchen-hater. Cl

minnen al te veel beproeft. Of zoo ymand een vrygcbooren wettelyk trouwt, om kinde- ren te krygen , ondcrruflcn dcfelve niet aan en nakr, en jaloers is d.itfc een ander aanficr, on- dcrtiifTcn haar bloemtjen nieten plukt, dcfcI^c in een kamer opOuir, en in haar maagdom on- vrugtbaar laat, zeggende , dat hy dit uit liefde doet, met regt en reden fouw men fo een man bcfpotten; defen beho®rde kinderen te telend" zyn wyféens tc fokkelen en onder de rok te ta ften, latende haar van hartzeer niet uitmerge- len en al levende doot zyn,gely k Ctres, die een Prierter voededc. Dees en diergelykc dingen neem ik al vry ter herten , daar ik foo met dc hiel te deuren uitgebotft werd, niet fonder flagen of ftooten: van andere in tegendeel werd ik als een vlugtige in dc bocjen en patcr- nofters oeknevelr.

Jup. Hoe benje foo vcrgramt? zy fullen bei- de ÜrafFc lydcn: d'eene lal als een Tanuluf niet eeten of drinken , maaralieenig met een drooge mond daar na gapen  ; d^<mderc Tullen (gelyk men van P/?i«e«< verhaalt) de brokken vanderoof-vog?Istuflcnde tanden uitgehaalt werden: maar gaat nu henen , gyfultnuwel een anderen Ttmon vinden, als voor defen. •

Pi UT. Zal hy wel oit ophouden, my in een doorlugtige korf , eer ik daar t'ccnemaal in ge- vloed ben,mct yvct uitte putten,als of hy wiïde beletten dat ik daar niet in en vloedc: vreefendc dat foo ik daar overvloediger ingcftort vviarde, hem als met baren (bu w overfteTpen  ? Daarom fchynthet my toe , als of ik het water in een

C 7 D^mxh




28 F ó


6i L u c I A 14 I T I M O 1^

DA-nxidifih vat bro;i;t , 't is al vergeefs wanneer het vat niet water digc is,ja het gaat daar foo ras uit als het daar in gegoten werd.

JuP. Daarom, Yeohy dcfe vYyd-gapcndc fpletcn niet di;4t en maakt, voor dcfc gcduurige lek geen zorg en draagt, en gy eer kort uitgego- ten zynde , zoo fil hy uit dc droefem wel we- derom een bokkcvel met een fchoppc krygen. Gy-hcdcn ondertuflen gaat hecncn , en maakt liem ryk. Ai jar M«rk^ui4r, fult in 't weder- om keerc'i d : Cjfclopet au de Berg y£t»a mede brengen, opdjtzy aan mynen blixem weder een puntfmeden.

Merc. Gaan wy Vlf*ti. Wats dit te fcggen? gJajemank? ik heb wel geweten datje blind waart, maar 'k heb noitgclïen datje kreupel gingt.

Plut. Dit is niet altyd MercHur^ maar als ik van Juf her na ymand toegcionden werdejfoo ben ik, weet niet hoe, altyd- foo traag,en dit;* maals aan beide zy den mank, noit myn oog- merk bereikende,' want diC my wagt , gaat gc- mecnlykmethet cene been in *tgraf. Maar als ik daar van daan vertrek , foo ben ik gcrleu- i,clt, cnfnclder als cenig vogel. Hier door komt dat zoo ras alle dwcrs-bomen afgcweer: ,,yn , ik door de roeper voor overwinnaar uit- geroepen wcrdc , een hcelc ft adic ver Ipring , /,oo dat het de Hendcrs niet ocns en merken.

Merc. Maar du is al les niet waar , want ik r3a\Tjc wel veel exempelen konncn verhalen , die gilècr niet een duit in huis hadden om een iirop te koopen , >vclkc beden ryk gemaakt

aynde,


II




28 F ó


ofce Msnfchen-hater, Ci

zynJc, wc! hccriyk Icvcn , cn met twee paar WKtc paarden rydcn * die tc vooren niet cca cfcltjc moge gebeuren. Defe zyn met purper gekleed, cn dragen goiiwde ringen aan de vin- gers, welke fclfs niet weten hoe drommel fy dasr aan geraakt zyn.

Plut. Dit 's wat anders A/<rc»«r , en daa gaan ik daar fclfs niet tc roet , nog werde daar van lupyn gcfondcn,maar van de God der ryk- dommcn, welke de gever is van alle rykdom- men , en grootc gitten uitreikt , welk ook fyn naam mede brengt. Daarom foo dikwils als ik van d'cen na d'ander moet gaan , zoo fluiten 2y my in haar tafel- laden , of wel verzegelt zynde ^ dragen Ty my als een pak > ondertufïcn die vcritorven i$, legt men elders in een duiftc- ren hoek van't huis , met eenouwd verlieten hnncvoddc, over fyn knyen gedekt , daar de katten nau wlyx om ky ven fouwden. Vorders die wel om my wcnftcn, fiet men op de markt met de mond wy4 open wagtcn, gelyk de pie- pende jongen op dc aas brengende Swaluw. Vorders wert het zegel afgetrokken , het linnc touwtjen afgefnedcnjcn dc tafel geopend, daar komt een nieuwen erfgenaam /t zy dat het een pluim-ftryker, of een vuile gefcliooren flaaf is, die door kinder kweken wat faveur geniet. Voor alfulke verfcheiden cn ryk*opgediftc welluften, die defe vcrouwderdcn hen aaliec^ ^ouw een ander die genereus wa$,hct voor een' 2ecr groote gifte agten. Een ander vlugtcnde jlaaf neemt my met tafel en al wel op,en brengt my weg , zyn naain veranderende voor Pyr-




28 F 6


^4 LucTANi Tim ON

rhiaSyDramo , of T'ibhis , hem nu M egxclei , AiegAby\Hs^QÏ Pratarchus noemende. Zoo dat hy dan, die gapende en te vergeefs malkan- der aanficndc verlaat , welke daar rouw over droegen , omiattcr (oo een haas van tuflchen mont en lippen ontj.mgt is , daarze by nagt en dag foo om gedooft hadden. Maar defen ter- ftond op my aangaande , welke van zuiverden •en geman ierder leven is, met een vette, blanke, enlchoon gcwaffcn huid, voor defe roct-y fets fclirikkcndè , cn foo een verbygaande wakl^er afhvcept , (taande met opgeiteken ooren. Die d^c mal-meulen als een pa-leis eftimeert, kan met zoo een niet langer huis houden , defen is devrygeboorenctoteenlniaat, cn(yn mede- flavcntotcen gcellèl , eens ficndc hoe \ hem Itaat , tot dat hy van een hoercbrok verleit werd, of Paarden wil voeden, of de pluim- llrykers gehoor geven, vcelcfeggen dat hy veel fchoonder is als iV/r<r«/ , cn genereufer als Ce(ropt, o(Co(lruSf cn loozer alsU//|5c5 , cn dat hy alleen ryker is als fcilien Cr rf/«J,cn zoo verdoet hy fyn goctjcn in een ommefien , dat al(oo met kleine beetjes , door valfe eeden 9 rooven , cn fchelmerien , was by een ge- fchraapr.

Merc Daar kan ik u geen ongelyk in- ge- ven,maar dewylje op je eigen voeten gaat,hoe, kunje nog Jlc weg vinden, daar je blmd zyt  ? of hoe onderkent gyl"c,tot wien lufitcr u gefon- den hcefc  ?

ptuT. Mcintgy dat ikfe vind, daar ikna toe gcfondcn werdc  ?

Mme. Geen-




28 F 6


f


ofce Menjchenihêier . 6^

Merc. Geenfins , want anders zouwd gy niet ^rijildes vcrby gaande > tot Hip fonïcHs cn Callias gekomen zyn , en tot dc andere ^thenietjferi , dic niet een penning te agtcn zyn. Maar vorder wat doet gy, wanneer gy uitgefondcn zyt.

- 'Plttt. Ik dwaal dan van onder tot boven loopende, zoo lange tot ik by geval tegen ymand aanloop, die het geluk dan treft , die brengt my weg, cnbcfitmy, dan eert hy u Aïercuur voor dc winit die hy heeft gekregen.

M KRC W^ord Jupter dan bedrogen , wan- neer liy meint datfcryk werden > die hy *c §e- gu nt heeft  ?

Plut. Ja, cn niet ten onregtcn , wanthy weet dat ik bhnd bcn,cn legt niy een faak op , die ik niet doen en kan , zoo dat ik wel gcfon- den ben tot die gene welke al lang doot en be- graven waren, zooadat geen Linctus die moge- lyk waste vinden. Derhalven wyl de goede fcer weinig zyn , en de godloofen de wcrclt bcllt- ten : Zoo werd ik al dwalende ligtelyk in dccs of geen zyn net gefleept.

Mfrc. Maar 'hoe komt het , datxlsje haar verlaat , datje foo fchielyk uit haar handen raakt, dewyl u de wegen foo onbekent zyn.

PLtjT. Dan lbo kryg ik weder een Ccherp ge*- figr,en dc voeten worden wel , wanneer het •tyd is om my op dc vlugt te geven.

Mekc. Antwoord my nu hier ook op : hoe koomthct, datdewyl gy geen oógcn heb:, daarenboven bleek cn krepel , foo van elk een bemint tvert? Kort , alle oogcnwagtcn op u:

cn




28 F ó


66 L U C I A N I T I M O N

cn zoofc haar wil mctu mogen tiocn , foo rj>- tcn zy haar fclvcn gelukkig : zoo niet, fchyncn zy fccror gelukkig te leven  ? Ik kender die (oo op u verfot waren , datfe wel om iv van dc hoogftc klip in dc wydezec Touwden gcfpron- gen hebben, mcinended.it gy een walg van haar hadde , om dat gy haar met eens aanfaagr. Jl«  weet wel, gel ykjcYelts moet bekennen , dat fulkc Luidcrr mal van liefde zyn.

PiuT. Meint gy dat ik haar foo tocfchvn, als ik ben, te weten, blind en kreupci

Mlrc. Waarom niet, ten zy dat lelcirs alle blmd zyn.

Plut. Zy zyn foo blind niet , maar het •komt door gebrek van kennitïc , die haar foo bedwelmt , ookcn fchyn iklèaltcmalefoo lec- lyk niet toe , wanneer ik my foo wat met mia- nelykc klcedmo toetakel , tnetgouwd en kof- telykc gciècenten vcrciert , defe meinen dan^ dat dit myn natuurlyk welen is , wanneer fy my aanficn, hierdoor werden fy bedrogen, en werden rafend van hcfde. Maar foo ik ha«  my f-lvcn eens vertoonde , fouwden fy haar fel ven vcrfoejen, datfe op foo leeliken kreacuur hadden verfoc gewceft.

Merc. Wat dan  ? aliTenii ryk genoeg zyn , en haar rontom den pei foon fctten,foo werden zy wederom bedrogen  ? ja , al was het dat y mand haar daar van wilde trekken , die fouw ecrhethoofc aftrekken als den perfoon; 'i is «iet geloofwaardig datfe fo onwetende fouw- den zyn, dat Je form alken uiterlykvergiilc >vas, wannccrfc alles binnen ia bcficn.

Pi UT.




28 F ó


ofce Mcnfihen-hatcr, <>7

Plut. Hier toe dwingen my geen weinig reden.

Merc. Welke dog  ?

Plut. Wanc foo dra zy my met openc Az\\ • ren ontfnngcn hebben  : llujpen daar al fagjes de hoogmoed, onveilUndighcid , glorieus- hjid,violcntie, bedrog, cn andere onrclbarc dingen binnen  : Zydan hierdoor b;:too\rert zyn.ic, verwond:;ren haar over dwgcn,daar de miniie ver won Jeringe niet in en llceia; ook begccrenfe fulke dingen, die men behoorde te vlieden , en my (k-llcnfc dan een Vader van al dele kwade ongemaniertheden, zynde met de- fe vuiligheden b^fm-urc. z/ Touwden liever, 'k wcec niet war, lyd.n , eerfc my verwierpen.

Merc. Hoe benje foo glat als een aal by dc ftaarc , foo moejclyk te houden , foo vliigtig , g.-en oor hebbende daar men u by houden kan  ? Maar i:< weet niet hoe gy gelyk de paling cn flangen door de vingers heen kont wrin- gen. Daarentegen de armoede is tay, cn ligt te houden, hebbende duizenderlei h.i'";cn om het Jy f, want diefc .lanraakt , wert daar by vaft ge- houden , (oo dat hydcr met geen tangen af te trekken is. Maard>:wyl wy fjo wat gck-fchcc- ren en klugten , hebben wy geen kleine fake overgeHagcn.

Plut. Welk  ?

Merc. Oai dat wy Thefvtritt niet mede gc- bragt Iicbben , die ons voor al van nooden

WvlS.

Pr.uT, Weert wel gerufl , wan: ik ben nöic gewoon co:u-iieien op te klimmen , ten zy ik

hem




28 F 6


68 L U <5 1 A N I Tl M O N ,

licm agccflaat , hcveeicnde dat hy met gedoo- tcn deuren binnen fit , cn voor niemand crt opcnd, ten zy hy my hoorde roepen.

MrRC. Laten \vy dan nu na Athene» gnaa, en volgt my, houd my by de mantel vaft, tot dat wy op het eind gekomen zyn.

Pi UT. 't Is ((.'crgoet i'ï^frc«//r , dat my foo over weg leid , wam foo oy my nu verliet, fouwdik hgtclyk by fJyptrbolus of Cleon al cl walende geraken , maar wat gekryfïèl hoor ik, 'r is als offer eeni" yfertcocncen Heen nan- 'flcet

• Merc. Het IS Timen , die daar omtrent die harde cnbergagfigelk'tnefjront graaftcn delfr, jcmini , daar n armoede, arbeid, kragt, ijpyheid, cn fier^heidj cn meer andere troepen  : die alle door den honger g>rd wongen werden , al veel beter als uw Lyf-rrau wanten.

Plut*. Laat ons dan al ons beft wco saan AiercHUT } Want wy fullcn by foo een mens tiieteen haver llroouirrigtcn , diemctdierge- lyke heirlegcrs bcwalt is.

Merc. lupiter die wil het foó hebben , daarom moctcn wy met geen vrccfc ingeno- men zyn.

Armoet>e. Gy^K^iVdootflagcrwaar leid gy defcn met de h.ind na toe  ?

' ' Na ri?«o», daar/«/>/'er ons na toe gciu.iucn hecfr.

Arm. Gaat . i  ; .. der nar/wow :j.r

wanneer hy door dertele wellulten verdorven was, heb ik hem als een kind aangenomenjdaar een genereus man van gemaakt, dc wyshcid en

de




28 F 6


m

tut?: mé


ofte MejijQhcn- hater 6c)

■ca» beid overleverende. Vcragtgy-licdcnmy !oo? my ftnsathcid aandoende, gy onthaalt my uelcn als een fiiigeling uit myn armen , die ik mc: foo grootcn forg geoeftbnt haddc.Sal P//<- i>cs hem , als hy lui , lekker , en dom geworden is, weder foo aan mv licrÜcllen  ?

Merc. Ja, iHpher vèrftaat het foo moede. Gy kontVr niet tegen.

Armoedb. Zoo ga ik dan heen , maar gy* lieden, arbeh en T?yshefi, cn al de andere volgt my na. Defen fal nu i«  kort wel weten, hoe^k my by hem gc<i"agcn heb: hoe ik hem een goe- de hulp , en Meerteres in alle dingen ben gc- weell : met wien hy tc doen had , foo was hy sltyd gcfcnt cn wc) gemoed jen al die overvlcc* dlgc cn vreemde dmgcn agtehy vreemt..

Merc. Zy gaan weg, laat ons toe treden.

T'mon. \Vat voor boeven zytgy-licden? of ■\vat is uwer fcggen tegen een gebuurt werk-* man? pakje hier van daan gy iieircn , of wa^ije %Tat , foo (al ikje met defe kluiten en ftcencn tot dritc toe vermurwen.

Merc. Zagjcs Tiwo» , fmyt niet, wy zyn geen mcnrchen,ik ben Atercurius , cn defen is Vinttts, luptcr heeftal u\V gebeden verhoort, cn ons tot u gefondcn. Daarom houd vry van arbei'den op, en neemt defe fchatten aan.

' TiMON. Gy*lieden,alhoeweI gy fegt Goden tczyn, focktmy maar eens tcondertaftcn. Je bent wat)e bent , ik haat beide Goden en men- fchen, erl defen blinden , alwaar hy deduivcl , offyn moer , foo fal ik hem met dc/ê fehop* pen toe morfclingc flaan.

Plüt.


r




28 F ó


70


LuciANi Tim ON


Plut. Lant ons by God gaan j Mercuur, wantdefcn menfchis finnclocs, cnhy moge my komen tc k\vct(èn.

MtRc. Gy moet (oo heftig niet ingenomen zyn , leg af dele wrcedighcdcn , hardigheid , cn neemt dcfc gelukkige fchatten aan. Zoo bent gy wederom ryk, cn d'oppcrÜc binnen ^thenef», bcfchimpt nu dcfc ondankbare vricndenj%Yannecrgy alleen fulc floreren.

Tim. Maakt my nieibaloorigjwantik hebjc niet van doen : de (chop is my goets genoeg , ten anderen ben ik d'aldergeluk!;igüe,wannccr niemand by my komt.

Merc. Zooonbcleeft? defe mcedc cn har- woorden fal ik Jupiter wederom feggen, het is geen wonde r dat de menfchcn u komen tc haten, wan neer gyfoo tegen haar uitbuldert, 'c is ook onbchoorlyk dat gy tegen de Goden , met foo een haat zyt ingenomen , dewyl zy zulken fbrge voor u dragen.

Tim Ik heb u grootcïyx te bedanken. A/er- cunr cn iHplter , dat gy I. my verhoort hebt i maar vorders dezen Pluttu zal ik geenzins aannemen.

Merc, Hoe zoo?

Tim. Om dat hy my ccrtyds Authcur is ge-t weeft van duizenderlei mociclykhcden , wan- neer hy my met pluimltrykcrs vcrrict9 dever- (piedcrs by my noodi^den , haat maakte , my door vcrfchcide aanlokzels bedorf , en zeer nydig maakten 3 cindelyk verliet hy my kaal en beroir. Maar in tegendeel , de amoedt is alkrbc /^j welke my aan den arbeit gezet hecfr,

'£ welk




28 F 6


ofte Metifchen-haterl 71

'c welk cciicerlyk hart betaamt; zy leeft met my geacht , en geeft my noodig onderhoud; ook leerde ikallcdte andere d:ngenvcrachcen. Ik eet nu myn eigen gewonnen brood- Ik weet nu wat hec hefteen ware goed is, daar geen pUiimftryker na taalt, nog pannelekker om dreigr,nogde burgery om aangehitft werd, nog Tyran of ander Gcwclt-Hccr my lagen omlegt, cnmyn goed zoekt te omhalen. Nu door 'c arbeiden fterk geworden zyndc, heb i ik voorgenomen dit akker tjen tc bouwen , niet eens na de Stad talende, om te weten wat daar al om gaat ; want deze fchuppe is mans genoeg om my tc onderhouden. Daarom gy Mtr^ cuur , gaat met dezen Plurus weer maar na Jupntr  :oc, d.iargyvan daan gekomen zyt: Ziet zal my genoeg wezen, dnt hy alkcnie makc, dat alle mtnfchcn al haar leven lang

Mek. Gccnziiis; want alle menfchenzyn niet even genegen nog bequaam tor huilen j daarom laat u toorn en kinderpraatjes Avat va- ren , en neemt dezen P/t^tm aan ; de gefchen- Kcnd.e Jupitef zend, moeten niet verworpen werden. ^

Pinr. AViItgyr/wc^datik u befchuldicr, en by lupiur myn fake defcndeer? Zultgy tqualyk nemen zoo jk yts zeg?

Tim, Spreekt met dry woorden , cn dat zonder voorreden , gdyk die fchehnagrigc «Jrateuren doen  ; want om Mêrntnus wil , fprcèt"^ ^^^^^^^"^ gy ccnige woorden




28 F 6


72 L U C I A N I T I M O N

PiuT. Maar ik heb al ^vat veel te zeggen  ; want gy niy met zooveel laftcr*lvo orden hit- fchclrr

Tim. Maar denk eens by u zelvcn , of ik de waarhcit-nictgezcgt en hebbe, welke u Au- tlicur van alle zoete vermakelykheden gcweelt ben, den werk* baas van authoritcit, voor^ aanzittingen 5 kroonen jcn alle andere wulps- heden. Doormy waart gy in aanzieri, \tr^ maart en gc-ctrt j daarom zoodcr ecnigö moeiclykheidvan pluimltiykcrs is aangercgr,' dat moet gymy niet wy ten  : want Ik wel eer van u vcrfmaat ben , om dat gy my zoo fma- delyk aan zulke vervloekte menfchcn hebt overgegeven , die over u verwonderden 3 en uw zinnen beiooverden, men aan allczydcn Jïigcn leiden , en daarom zoo heb ik u verla»^ ten; ditaimenkanikopufchüiven; wantik opalderlci manieren vei worpen ben , en uit ten huifc gejaagt ; daarom heeft de Armoedz my in pLiats van een (.igr en delicaat kleed, met foo een ruilde rok bekleed. Van defc dingen kan Aitrctirim getuigen , en hoe ik luftttr gebe- den heb, dnt ik niet by u en mogt komen , om d.it hy füo vy.^ndelyk tegens ons gchnndelt bad.

Merc. Ziet gy Plutut hoe defen man ver- andert is, daarom foo /preekt heel vry met hem 3 gaat maar foo voort te fpitten. Brengt gy ondcrtuffcn de fchar onder de fcnoppe, want hy fou het hooren foo men u haalde.

LiM. Ik (al dan gehoorfamenA/erc«^r', cm weder ryk te werden. AVat fal men doen daar

dc




28 F ó


ofcc Menfchcn-hater, 75

dc Goden (clfs foo aanhouden  ? Maar /Iet on- dcrtulïchencensin wat fwarigheid gy-Iicden my weder brengt, die tot delen dag toe foo gelukkig geleeft heb , nu fal ik wederom fchielykfoo veel gouds krygcn, ik, die geen qunat verdient en neb, fal weder foo veel forge op het iyf halen.

Merc. Neemt dit aan Tmm , cn dat om myncnt wil , alhoewel het fwaar cn onverdra- gclykis, waar door de pluimlhykers van nyj komen te berücn. Ik ondenuiïchen (al over den htx^JEtna naden hemel vliegen.

PiuT. Hy is nu weg gevlogen foo her Tchynt, 't welk ik uit het flaan van fyn vleugcis gille. Wagt gy wat , want weg gaande fal ik u den fchat fenden , flaat Iterk, tegen u fcg ik dac gouwdcfchat, maakt dat Tiwonu hoort , en maakt dat hyu in het graven fict. Graaft wac dieper Timon. Vordcrs foo vertrek ik van u. 1.

Tim. Wel aan nu fchuppe, (pant u kragten in , nog wilt niet moede werden tot dat gy dcfe fchat uit de grond gchaalt hebt. Wel ver- vaarlyke lupttYy gy CorybanteSy en den win ft aanbrengenden A/«rc««r , waarkomt al dit goud van daan  ? dit fchynt my wel een droom? ik vrees wanneer ik wakker fal geworden zyn , datik voorgoud een houts-kool /al vinden , gelyk men feit. 't Is voorwaar trefFelykgout, geel, fwaar, cngoct in 't aanfien. O gy gout, gy maakt de menfchen foo gelukkig  ; gy ver- toont als gloejend vuur, 200 wel by nagt als by daag. Komt gy nu myn lieve cn weerde gout, nu geloof ik dat Jupher wel ccnyds het gouc

D gemaakt


11




28 F ó


74


LUCIANI TlMON


gemaakt liccfc. Wat voor een maagt , fouw nictfoo een fchoonen minnaar, door de logic, in haar fchoot ontfangcn hebben  ? oMida, en Cr^pHs ! en al dc fchattcn in de Tempel tc Z>e\ft, hoe gering fouwd gy zyn , foo gy mee Timon en al fyn rcliattcn vergeleken wierd : dc Koning van P erf en kan hier niet by halen. oSchuppeen ruigcrok, 'cis beft dat ik uter ceren van Pan ophangc.lk fal nu met der haalt een ver afgelegen akker koopen , cn toorens bouwen om myn gouwd in te ftapelcn,ik wil alleen gaanwooncns Ikmeine daar ook een Grnf-ftedctcfctten, tegen dat ik fterf. Alzoo mcin ik myn overig leven te eindigen, met af- fchcidinge, onwetenheid , en walg van alle menfchen. Vorders vrienden, vreemde, mak- kers 9 cn offerhanden van barmhcrtighcid fyn jnaar bcufclingcn. Daar-en-boven fig over dc fchrciende te ontfermen , de gebrekkige tere* ven, is onrcdelykheid en een omkeer van alle manieren. Maar een cenfaam leven , gelyk dc wolven hebben ; is alderbeft. Timon is fig felfs een vriend , alle de andere zyn vyandcn, lagen leggers , of verraders. Met ymant van dcfetefprckenfal ik een misdaat rekenen , ja wanneer ik maar ymant van defcn hoop moec aanfien, lalikhetvooreenongclukkigen dag houden. Ik falfe niet meer agten dan Iteene oi kopcre beelden: Nog wy willen geen uitgc- fondenc AmbafTadcurs audiëntie geven , nog cenij» Vrede-bont maken. De eenigheid zy my een eind-paal. Vorders alle vrienden, blocd-vcrwantcn,lands-luidcn,als ook myn

rader-




28 F ó


ofte Menjchen-hatef.


77


f


vaderland fyn alle maar onnutte doode na- men, cn dwaasheid. Timon moet alleen ryk zyn , bat hy nu vry alles vcragten , en fig fel- vcn alleen vermaken Tonder die vuile pluim- itrykcrs , en walgngtige pryfers. Laat hy dc Goden ofFeren en alleen ecten, üg zelfs de naaitczyndc, fig zelfs deelagtig zyndc , van alle andere % uitfchuddende. Bit is dan eens voor al bc^ooten , dat hy fig zelfs alleen vriendclyk omhaalt , foo het ftervcns tyd is, otnootfakdyk is fïg zeiven kroont. Hem zy niet aangenamer dan menfchen te haten: dc kenteikcneti zyn moejclykhcid, flreneiehcid • xvreedigheid , kwaathcid, en onbelle/theid. Zoo ik ymant fyn huis fic branden , en my tot hulpe roept, fal ,k met pik en ohe helpen blut- len, en foo by onweer de rivier ymant in 't wa- ter gefleept hadde , en my dc hand toe i^ak om ceholpen te werden, defen fouw ik met het hooft onder dompelen, op dat hymogt ver- drmkcn: u.l. fouw hy nu gelyk met gelyk beta- Jen. Defe wet heeft nu Timon Echecratides van Colljtteen gemaakt , en defen Timon heeft Iclfsgekeurltemll, dat zyn dan bcfluiten: defc zullen wy dan tot de laatftc druppel bloeds dc- ienderen. Ik wenflc wel om eengoet fiuk gclts, dat yder eens wift dat ik foo ryk was: Want ik fal haar tot ftikkens toe in dc krop

r u r*. J^^^^ ^^^^ ^^'^^ gaat dit foo

fchielyk heen? overal loopen zy van alle zyden foo beftoven , na haar adem hygendc by een , ikweetniethoedmvd

hier gout J5. \v,l ,k op defen heuvel klimmen,

en


f




28 F 6


y6 LuciANi Tim ON

cn h.nar met ftcencn van boven neer frny ten j om haar hiervan daan te houden  : of wil ik eens defe maal tegen myn eigen wetten by baar gaan , om haar door walg af te flaan  ? dit Tal dunkt my aldcrbcfl zyn. Laten wy dan Itil ftaaji,omhaarte ontfangen. Laat ik wel uit d'oogcn kyken. Wie of d'eerfte mag zyn  ? het is Cnatonidis de pluimllryker , die my onlanx te galt noodcnde, een Qrop gaf, daar hy by my dikmaals heelc tonnen vol braakte. Het is goct dat hy by my komt, want hy (al alderccril flagcnkrygen.

Gnatonides. Zcid ik niet wel, dat de Go-r den dcfcn goeden man Tinton niet cn fouwdcn verontnagzamen  ? Weeft gegroet gy alder- fchoonftc , vcrmakclykftc en deftigftc mede- drinker r/mon.

Tim Alfoo gy Gnutwldes , gy grootite vrckkaart van al de Gier-vogels , cn flimftc kreng diedcr over voeten gaan mag.

Gnat. Altyd is u reden foogevalhg. Maar %yaar willen wy eens drinken  ? want ik breng ii een nieuw lictjcn, dat ik nu ccrft geleert

lï^^* ,11. 1

Tim. Gy zingt fccr ellendig, op de manier

als defe fchuppe. ^

Gnat. Wat'sdat? kv^ctsgy T/wonf W^el

hei ik roep u voor den regter.

Tim. Zoojc nog wat wagt , fult gy my ook aanklagen dat gy flagen gekregen hebt.

Gnat. Geenfins: maargy kond defe wont wel met wat gouts heclcn , want dit is een wonJerlyk genecs-middcl, dat tcrllont heelt.

Tim. Blyftgynog? Cnat.


ofte Menjchen.hatcr.


77


Gnat. Ik' ga heen 5 mnarhctfilu kwnlyk bekomen, foei, die van fooecn deftig mani«o Nvrcet geworden zyt.

Tim. Wie is dit? wat kaal-kop komt daar aanr't is Plnltades de vervlockftc van al dc p.m- neiekkers en fclmimers. Dcfen , als hy van my een hcclen akker gekregen had , cn ik aan Tyii dogter wel twaalf duizcnt kroonen rot een proemie van fun pry fen ten lioiiwlyk vereerde , wanneer hy my hoorde flngcn , als al d'ande- re ftilfwegcnjfoo verhief hy my alleen tot den hemel toe, jafwocr dat myn ftcmme beter klonk dan al de zwanen. Wanneer hy my on- Inngs ziek fag, (want ik was by iiem gegaan , dat hy voormy foude forg dragen) foo maak- te dcfe goede man nog eenigc'quctfuren .

Philiades. O hemel, daarfienwy Ttmon weder, met Gnatonides fun vrient , cn mede- drinker. Hy heeft evenwel eenige goede deugden , alhoewel hy ondankba ar cn fondcc u^uu^^'^^ is. Maar wy die met hem geiccfc hebben, cn van eencn ouderdom , cn lands- luiden zyn, foo dienen wy wel wat modcit te komen , op dat wy hem niet fchynen te be- fpringen, weeft gegroet myn Heor. Draagt forgcdargy op die fchelmagtigc pannclekkers agt geeft , dicgeduurig haar aan de tafcis ont> houden . ten anderen fynfe van dc ravcns wei- nig vcrfchelcndcj men moet fuiken llag van volk niet meer vertrouwen, fy zyn alle on- dankbaar, cn fchelmagtig. Maar w'anneer ik u een talent bragr, om die tot noor/akclykhcit tc gebruiken , hoorde ik onderwegen , dat


ovcr-


f




28 F 6


j% L ü C I A N I T I MO N

©vcrvloed van rykdommen gekregen hebt. Daarom koom ik om te waarfchouvvcn, al- hoewel ik geloof dat gy my niet van nooden hebt, die (clfs vaardig genoeg zyt , en dat foo- danig dat gy Nefior fclfs wel fouNvd konn:n raad geven.

Tim. Dat fal foo gcfchicden VhllUdes, maar Icomt hier , foo zal ik u met dcP-; fchuppc fcer vricndelyk onthalen.

Phii. Mannen , dcfen ondankbaren heeft my het hooft byna ontftukken geflagen , om d.itik hem vermaande van dingen daar hem aan gelegen ms. , j ,

Tim. Ziet eens, daar komt den derden ora- t:ur DmeiU, die fig ook alhier na toe geeft, ivelkc een keur-ltemmig in fyn regtcrhand draagt, defcn feght dat hy myn bloed-vricnd is. Voor dcfen heb ik eens feftien talenten voor hem betaalt, doen hy gevangen en ver- oordeelt was , want ik met erbarming mgeno- men zynde , lofte hem voor geit. Vorders wanneer hem door het loitebeurte gevahen was, dat hy Schat-meefter wierdc over de JEïechtheidife bende , cille ik weder 't gene my toequam, foo ontkende hydatik een burger

was. .

Demeas. Goeden dag Tmon. Gy voor- naam fte van u gcHagt , pyhar van ^thenen, cn bollewerkvanGricV»-U»rf. Voorwaar het volk, en beide raads-vcrgaderingen hebben u al lang gewagt : maar hoort cerft de keur-ftcm die ikvanu^efchrevcn heb. Tinton de Soon ySLnEihecmtides, geboortig jMCoUj^teen y

zynde


II


1 i

I



28 F 6


I, os


ofte Menfcben -hater.

zyncic een man vroom en opregtjdruircnbovch wys en ycrftandig , niemanclyns odyk in ge- heel G riekten- land y heeft noit vcrrraagi in dcfè republyk een goct voorvet^ter te zyn , in de Olympiafc fpcclen heeft 'hy op eenen do^ overwinnaar oewccil, eens in 'cworflclen^ eens in 'c loopenden eens met de vuill , met dc gewoone wagen, cn paarden -vegt.

Ti\i. 11c heb myn leve dagen in de Olympi- fc rpelcn nier gewecfh

Dem. Wat dan? dat fiilt gy daar na wel ficn, ^vant defc gemeene dingen moeten daar bv gevoegt werden. Dan heeft hy verleden jaar roor de republyk tegen dc ^ch^rntufen, man- nelylf gcltreden, cn tweeflag-ordcn van dc Peiojjonefen ter neer gevelt.

Tim. Hoe datfoo  ? daar ik my noit met wa- penen ofkrygs-magt bemoeit heb.

Dem, Gyfpreckt zedig van u felven: wy fouden ondertufTchen ondankbaar fchyncn , /oo wy uwe manhaftige daden nier op cn naalden. Daarenboven nog in kcurlicmmen te fchryven , in raad te geven , cn in oorlogen uit te voeren, hecfc hy het gemecne 6eft geen kleine nuttigheid aangebracht. Hierom heeft het den Raad, het volk ,dc Magillraat m lyn ordens, het gepeupel byfondcrly k , cn allc m 'c gemeen , grootelyks begeert dat Timm in een goud beeic naaft Pallas, op hetKalteel ^o^dQÜaan , met de blixcm in fyn regterhand , cn dc ftralen rontom fyn hoofd, en dat hy mee leven goude krooncn foude gekroont werden, tn dat dcfè Kroonen van daag door nieuwe

D 4 fpecldcrs




28 F ó


8o Lttciani Tim ON

fpeclders op Bacchm fccft fou uitgeroepen werden .AVant van dage fal men dat fQciï hou- den. Defe ftem heeft Demeas den Oratcur van dage uirgefproken , om dat ik fyn ni- neef cndifcipelbcn. WaniTimon is een dcfcig Ora- tcur, en vorder in alles wat men bedenken kan wel afgcrigt. Dit is dan uw Keur-ftem , maar ik wenlte wel dat ik myn Soon mcicgebrogc hadde , welke ik na u genocmc heb.

Tim. r.c ge oof DemeA du my daar een leugen op de mou we fpelt , wjnt ik weet niec datgy ecnsgetrouwtzyt? ,

Dem, Toekomende jaar , foo het u bclietc , mein ik te trouwen, en kinderen te maken. Eri 't»cenmy dm geboren fal werden, ('cwelic buiten alle difpuit een Soontjcn moet zyn} ül riwtf» na u genaamt werden.

Tim. Wilt gy nog trouwen rekel? daar gy fulkc flagcn van my krygt.

Dem Och God wat 's dit? Begmt gy to tyrannifcrcn Timon , flaatgy die vrygcboren zyn, daar gy felfs niet gcheelyk , ja geen borger zy t  ? maar ik fal u wel haall llraf doen ly.'èn, wanneer ik eens dekerf-ltok afdoe , gy hebt ook het Kaftecl in de brant geftoken.

Tim. Het Kalleel heeft noic in de brant ge- \vcett, en het is alle man bekent dat 'gy een doordepen pluimftryker zyt.

Dem. Maar gy fult ryk werden NVannccC ey defcn fchat uitgegraven hebt.

Tim. Hieren is niet uitte graven, dit zyn

maarvcrcierfcltjes. .

Desu H:cfald.mdaarna wd uitgegraven

werden.




28 F ó


ofte MenfeheJi'hater. 8i

wcrtkn. OnJcrtuflchcngy befit alles wat hier in dcgrontlchuüt.

Tim. Hawaar honsfot , daar isnog vuift- loolf.

Dem. Lieve Godc myn fchoudcrs.

Tim. Schreeuw niet luid, ofg/ krygt nog een derden. Want dit 's maar voor my om tc lagchen, indien ik twee JC^cer/^wow/c flag-or- ders ter ncergcvclt hebt , fouw ik dan foo een fchel magtige vlegel niet tot flront konncri flaan? Ikfoawdan wcleen kleine vuift-vcg- ter in de Olympife fpclcn , en in worftclcn gewecrt zyn. Maar wie is dit? is het ThraJ}cles den Philofooph niet  ? V^oorwaar liet fchync my foo aan zyn lang neerhangende baart , ca zyn groot gcwaflen wynbrauwen  ; het fchynt dat hy grootc dingen by zyn fclvcn pruttelt, ficnde zoo wreed, met het hair over de fchou- d'jrs waijcndej hy lykent wel een anderen Bo- reas of Triton. Zoo als Zeitxls die heeft gc- fchildcrr. Difenhoud van een fobergewaat , c:> van een matige tred, zedig kleej, 's ogtens ik weet niet wat al van de deugden difputeren- dcjhy verdoemt de wclluftcn , en pryll dcfo- berheid: Ma.iralshy tot het Avontmaal mee gcwaflen handen komt,en de jongen hem een Nvakkre kroes in handen geeft, (want hy houd vry veel van het bakeren Je wyn-vogt) foo drinkt hy die uit gelyk Lethes het water , wel- ke van die ogtcn:- reden vry veel verfchelcn , voornamcntlyk wanneer hy als een kieken- dief de toefpyfe opOokt , en die njaft hem fit hei jicly k m:t de cllebooge af ftoüt , ondcrtu f-

D s fclica


%2 LUCIANI TiMON,

fchcn propt hy fyn bakhuis vol , dat hy fondcr proeven, als de hondco, maar doorfwelgt ; hy vroet in de fehotels » als of hy daar dc deugd wilde uilhalen , en dat met het hooft voor over. Wanneer hy met foo een vlyi de fehotels lekt , dattcr niet ccn aasjen aan blyft hangen , is hy nog altyd klagende, alsofhy ver te korc fchoot,en dc heele koek,of braat-varken alleen wilde opvretten : Dit zyn al vrugtcn van vraat- agtigheid en onvergenoegfaamheid , want hy niet alleen dronken is tot fingen en danfcn, maar tot toornigheid , en dat hy fclfs ba moet fcggen. Onder het drinken fpreekt hy alder- mecft van de matigheid en foberheid, dit dan zeggende, is hy foo van de wy n over Itelpt, dat hy de woorden nauwlyx al ftamclende kan uitbrengen. Waar by nog komt het overge- ven en braken. Daar na neemt men hem van dc tafel af, en men brengt hem buiten, met bei fyn handen op een fnaren-fpeelfter leunende. Alhoewel hy anders nugter zynde , voor dc belle niet fouw geweken hebben, 't zy in leu- gen, Itoutighcidj geit- gierigheid. Daarenbo- ven ishy Kapitein van aldevlcijers enpluim- ilryktrs. Hy fwoerzcer ligtvecrdig , arglift gmg voor , en dconbefchaamthcit volgde na. Summa,'c is een wonderlyk fpektakcl , aan alls zyden doorvrogt , en op verfcheide manieren uitgefpeelt: Daarom fcnreithynoit helder Jer op , dan als hy modcft is. Wat'i dit? Jemini, waar kom je ons nu van daan ThrAfydts,

Thrasycles. Ik enkoom niet by u Timon met foo een voornemen , gelyk fommigc , die

haar




28 F 6


' I,. '


ofte Menfchi^n-hater,

haar quanfu is over uvvcrykdommcn verwon- deren, op hope van aw wat uit te melken, en u "wonderlyk tc ftrcelcn  : Gy die een oprcgc manzyt, en Jigt tevreden bent. Gyweet dat ik met ccn broot-foppe myn avontmaal houw, cn als ik nog wat lekkers eet , foo is 't ajuin cn tuin-kersmyn befte eten; of foo ik nog wac lekkerder wil eten , doe ik daar wat foutby. Vorders drink ik uit de fontein te ytthcntriy die met negen ftralcn fprinkt. En dcfe rok ngc ik meer dan purper. Want daar is geen klein- dcr fchat by my als gout , welk ik met meer re- ken als de fteentjcs die op de ftraat leggen. Maar ik kpom hier om uwent wil , op dat die fnoode en laag-Icggcndc rykdom u niet en ibuwde bederven , \vclke foo dikmaals oor- Aak gegeven heeft tot foo ongenccfclykea quaat. Wantzoogynamy luiftert, foozulc gy al defe goederen in de zee fmy ten, want een goetman, welke de rykdommen van de Philo- ibphie te degen in(ïer,die hecftfcniet van noo- den , gy moetfc niet in dcdicpte vandc zee werpen , maar alleen tot de naaktheit ingaan , een weinig verder alsdaar de baren de aarde bedekken , en laat ik dat maar alleen ficn. AViit gy dat niet doenjfoo wcrpfe ren huifc uir, daiter niet ecnen duit overig blyfr. Gevende een yder die het van nooden heeft, d'eenceea daalder, d'andereen ftukgclrsvanfcven ryx- daalders , de derde dryhondcrt pont-groor. En foo ymant een Phüofooph zy , die behoort wel twee of dry dubbelde portie tc hebben  : Vyvelk ik foo veel voor my felfs niet en begeer,

D 6 aU




28 F ó


^4 LUCIANI TiMON,

als om myn vrienden wat by tc fccten : 'c is tny genoeg foo ik defen knap-fak van u kan krygcn , die nog geen twee jEginetife maten kan houden. Want die Piiiloropheert , be- hoort zedig en met weinig te vreden tezyn, cn mee meer als foo een knap-fak tc begcc-

ren. ,

Tim. 't Gane gy fegt,moct ik voor goct keu- ren, dcrhalven, cenkudcfecalTevul, faliku het hooft vol builen Qaan, hetfclve met defe fchoppc tc degen metende.

Thras. 6 Vryighcit en wetten, werden wy van foo een onbcfchoftcn vent in dcfc vnje iladgcflagen. , . Tim. Wat mommelt gy al binnen s monis Trafyelts> Heb ik u wat te kort gedaan , foo zal ik u nog wel een maat dry , vier geven toe een toeqift. Maar wat is dit fcggcn  ? daar ko- mender nog al meer Laches cn G ni-

phon, kort, het hcele rommel footjen k ome om eens wakker afgefmecrt tc werden. On- dertuflchen klim ik op defen heuvel, jk lal myn fchoppc, dic al lange moede is, wat laten ruflen; en een goct gedeelte «eenen by een gefimclt hebbende, die op haar van verre fo* d!2t als hagel, werpen. Blepsias. Werpt niet Timon , ^vant wy

Tilu ^êt fouw u-licden fonder bloed tc la- ten, en gewone tczyn, foo ligt niet afloopea.


LUCIA


mè k i m\ üMiflIi- .

^5


LUCIANI YS- VOGEL.

Offe van de

HERVORMING E.

Hy difpiiteert wzgen de kracht Gods ; dat iü>' daar maar als kinderen by te vergelyke^ ay;/, *t'wjlk hybeve(ligt uit de groots tempeeften, die haafiig in ftiite v^randere»,c^c. mt de VJer" kinge enkragtder natuure.

ChjCrephon, Socrates.

C.-i.EaEPHON.rT? At gcCmg hoor ik daar VY Socrates zoo ver van dc ftrandjcn dien voorberg? hoe liefcly k giat dac  ? Wat is d.u dog voor een kwelen J dier  ? want foo ik niet beter weet foo z^nallcvifll-n ftom.

Socrates. Het is een Zee-vogsIt)e Chire* fhên , welke ^!c)on , dat is Ts -vogel heer , dat feer rouwig en fchreiend is: van welke men wel eertyds fabeltjes pleeg te verha- len : want men fcgt dat dit vogcltjcn een vrouws-perfoon gcwccft is , dc dogter van denGricxfcn -^^/«x, welke van kints been een man gekregen liad , en over fyn doot do3r livfde klaagt en weent ; hec was Trachtnim

D 7 CeyXi




28 F ó


%é LUCIANI Ys-VOGEI, Ctyx, de Soon van Luciftr td^t een fchoon en Vettig man was. Defe nu met vleugels, door Godsfchikkingc bcgaaft zynde, vliegt rom- om de zee om hcm op le foeken  : Want , de aarde door wandelende, heeft zyhem niet konnen vinden.

Ch;er. Is dat dnn volgens u fcggcn een Ys- vogel, ik hadder te vooiKin noit geen gehoort: zoo is my watuiterlyx gebeurt. Dit dier heeft voorwaar een rouwagtige üem, hoe is dat foo Socrates,

SocRAT. Defe rouw en is niet groot, dog groot genoeg om de (chuldigheit van de egt ; nogtansheefcfe van de goden groote eer ge- kregen , want als defe vogel neften maakt , is het in 't midden des winters ftil weder , gelyk gy van dage fict dat de zee zoo efifen is als een

ftïicgcl. ^ ,i

CM^R.Zoois het dan van dage ys-vogels dao?maar gifter was het ook zo ftil.hoeft men wèl alles te gelooven/t geen men te voren ge- loof gaf: te weten, dat'er ook vogels in vrou- we fyn verandert ,of van vrouwen vogels wer- den?want dit khynt niet wel mogelyk te zyn.

SocRAT. Lieve Clurephon,wj fchyncn van die dingen die gefchieden en niet gefchieden konnen, domme oordeclders te zyn. Want wy oordcclen maar mcnfchely ker wys, wv fy n in alles onkundig, cnongcloovig: en dat niet; fcerverfiendcDaarom fchynen veel hgte din- gen ons zwaar tebegrypcnj en dat gefcl kan, fchyntonmogclyk. Dit komt oo nuals uit onwetcmhcit of kints-vcrfl




28 F ó


ofte van de hervorminge, 8 7

hcid. Want alle naenfchenTchyncn maar kin- deren te zyn, al warcnfc nog foo ouwd: wanc het leven is maar een luttel tyds by een hcele eeuw te vergclykcn. Wat is het goede man , dat fulkc kon.'icn feggen of het mogelyk of onmogelyk zy , die de kragt^n niet en weten van de hemelfe of helfegodcn , of die onkun- dig zyn in de ganfe natuur  ? Gy weet wcl wat ccn onweer het over dry dagen was , want dc Itcrkftc karei hadde over dcfc donder, blixcm, cn ftorm - winden wel gcfchrikt , dat hem de hairen te bergen zou w3en ftaan, ja het fchccn dat de ganfchc wereld in duigen zoude vallen ; cnnuifTcrzoo een wondcrlyken ftilte na ge- volgt, die tot heden toe geduurt heeft. Wat dunkt u nu zwaarder te zyn , zoo een ftilte te maken van zoo een heftig verbaaft weder , of een vrouw te hervormen in een vogel  ? wanc dit konncn de kinderen wel doen, wanneer zy van een cn defclfde was of pot-aardc verfchei- dc figuuren maken en hermaken. Dit alles is voor het Goddelyk bcfticr zeer ligt , daar onze kundigheden niet een fier by te vergolyken zyn. Hoe veel grootermeint gy wel dat dc wereld isalsgy  ?

Chalk, Wat menfche heeft oit fulke din- gen gcdagt of konnen feggen , Socratesf Ik niein ook datter niemand is die fulx fal we- ten.

SocRAT. Wy ficn dat ydcr mcnfch, zoo menig alllcr zyn , hctzy in kragten of zwak- heid van elkander fcer veel verfchelen. Daar- enboven ook dc rype ouderdom der men.

fchcn




28 F ó


S8 LUCIANI YS-VOGEL, fchen , foo mcnfe by dc vers gcbooren kinde- ren vergclykc; wat wonderlyker en grootec vcrfchil iflfer dog tuOchen die zwakheid en flerkcc 5 en dan ook byna in alle doeningen des levens, en ftudiendcrkonften; ook mal die dinaen die door het lichaam ofcc geelt gc- fchiedcn? Ditallcsfchynt de kleine kinderen onmogelyk te zyn. De grootheid van kragt in die gene , die haar rypc ouwdcrdom hebben wat vcrfcheelt die niet al inbctcrheid by dcfe  ? Alfoo overtreft een man, foo een, mduikm- derlei dingen. Want de ouderdom is van jonx aan onwetende in alle dingen , welke van hg felfiï niet ter werelt kan uitrigtcn. Als dan den ecnen zoo veel by den anderen verfcheclt , ilTer dan niet een groot onderfcheit tuflchcn den hemelen onfe kleine magt , die lulkc din- gen willen begrypen. Het fal miflchien zom- migc wel geloofclyk fchynen , wat een fchoonheid de grootc des werelts heefc^e ver- gelykcn by dc form van 5oCr4ï.i en Cfure- pbon ; alfoo gaat hy ook boven onfe wysheid, in magt, voorfvgtigheid enwetenfchappcn. Alfoo wordcnder veelc dingen gevonden, die u cn my,en meer andere onmogelyk fchynen, cn dat uit die dingen milTchien die ligt fchy- nen , alfoo gaat het ook met de fleute , voor die daar onkundig in is; en in de Lctter-konlt, voor die nog lefen of fchry ven konnen , ja het ishaaronm'ogelyker dat vrouwen in vogels, cn vogels in vrouwen veranderen. Wanneer de namur een onvolfchapen dier gevormt luddcfonder voeten, handca, ofvlcugels^




28 F ó


i


ofte van de hervorminge, S9

fctte zy de voeten onJer aan , voegde haar vleugels coe , die met vcrlcheidereel-vcrwigc kolcuren vercicrt rrarcn , en maakte daar een bye van , de vvyfe voort bren:^ (ter van den god J;lyken honig. Uit defc ièomme en adem- loozc cijeren hceftfc duizentderlci gedierten vooi'cj^eteelt van gevogelte, viervoetige dieren cn villen , gebruikende , zoo men legt , dooc heihge konilen de groote logt , daarom kon- nen wy de kragten der goden (die fscr groot zyci) fterfelyke en kleine mensjes niet begry- pen: dikmialstwyfFelenwy omtrent dic din- gendic ons zeer nazyn  ; wy konden daarom ook geen rafte reden van de Ys-vogel of Nag- tcgial geven. Vorders de lof der fabulen aan- gaan Je,zoo als zy van onfè voor «ou wders ver- haalc is, fal ik die myne kinderen, ó wecncnde vogel, verhalen, cn dat om uwer zangen wille. En uwe loflfelyke en y vcri^e liefde tot uwe man fal ik myne vrouwen ^4Mri/>/'e cnMyr- ten menigmaal fingen, en haar meer andere dmgca vercellen , voornamendyk > die gy van de Goden verkregen hebt. D:>ec gy ook alfoo Chxrephon,

C iMi' Fi2C genegy gcfegt hebc Socrxtet , heeft tvveederlei bedenkingen , want het geeft ainleidinge tot vcrtroofUnge der vrouwen, cn tot onderlyke gemecnfchap der mmnen. Liatonsdannude Ys-vo<;el gr(>eten,cn na de Stad gaan van d jfe Phjilerift have > want hec wcrr laat.

SocuT. 'c Is goet, laat ons d it doen.


LUCIA-




28 F ó


90 LuciANi Prometheus, LUCIANI PROMETHEUS,


C A U


SUS.


Hj fcbjnt hier de heulenfche Gods^dïenfi , te befchimpen 5 nemende occafie uit de fabel van Prometheus , "jjanneer hy Ju- piter de kleinfiepartye toevoegde , de men- fihen maakt het vuur fi al', aandeCaw cafus gehangen %ynde»viiert fyn lever door een Arent uitgepikt onder het hangen inil hy fig by VuLaan en Mercuur verant^ vjoorden^

Mercuriüs 9 VüLCANus j «» Prometheus.

Merc. ^ Iet hier is den berg Cauafts V ul- ^cdatty daar dien cllendigen Titan moet aangehegt werden. Laat ons dan eens kyken oPer niet eenftille plaats is, fonderfnccuw, om de banden des tc vaftcr in tc maken, en hangende beter uitfteekt, om ge- (icn tc vYcrden.

VuLC. Wy moeten voorfigtig zyn, dat wy geen l.\ge plaats en nemen , digt by de aarde , want anders zouwden de menfchen hem hel- pen , maar , foo hy hoog hangt, zal hy van nic- mant bekent werden. Daarom, zoo het u goet dunkt, iaat ons hem in 't midden ,indefeefFe- nc valcic met uitgeitrekte handen hangen.

Merc




28 F 6




28 F ó




28 F ó


Early European Books,

Copyright© 201 1


28 F ó



28 F ó


I


ofte C A U C A S U S. 91

Merc. 't Is wel, want hier zyn de klippen 11 rontom afgebroken , alwaar nicmant by en I kan komen, want fe een weinig s^oor over hel- ^1 lende zyn, en zoo nauw , dat men nauÜx een \\ voctlbp kan fetten, zoo dat men wcl op de ) roonen dient te lèaan : daarenboven een zeer \ goede plaats om een kruis te fetten. Toeft niet i lange P romethee , maar klimt opwaarts , ora X aan defen bcrs vaft gehcpt tc werden.

PROM. Erbarmt gy lieden over my Aiercuur 3 cnK ulca^n, die hier zonder ccnig quaat tc b doen toe vervallen ben.

McRC. Spreekt gy van erbarmen Prmt' \ thee j als of het een kleine zake was u aan defên I Caucafus te hangen? en foo wy fulx niet cn de» b den,zou/M^;Ver ons beiden daar laten aan han* I gen; wantwy zou wden dan zyo gebod over- 1 treden hebben. Geeft u regterhand , cn fluit i hem toe yttlcattt ; (pykcrt hem met u hamer ï vaft, geeft u Iinkerhand,om die vaft te maken. [ Daar hangt hy nu. Nu zal den Arent Cyn lever -è oppikken, endaar van gevoed werden, opdat i gy altyd loon moogt krygcn voor uwe deftige b daden, die gy hebt uitgercgr.

PRONf. O Saturmtt, /apes,tna4rde dic my ▼oortgebragt hebt , ik ellendige waar word ik dog zoo ongenadig over geftraft, die noitee- nig quaat gedaan cn heb.

Merc. Wat fegt gy, hebt gy noit y ts uitge- regt > voor cerft doe gy in het vleis uitdeilen befïg waart, hoe loos en onregtvaardig droegt gy u daar in. Het befte deel na u trekkende , cn aan /«^«er,dc beenen die uiterlyk met wae

wit




28 F ó


91 LuciANi Prometheus,

>vitrmccr bedekt waren , gevend?. My fchiet daaf in den fïn 'c gene Hcfiodus daar van fprcckt. Ten anderen, bebtgyde mcnfchen gemaakt , dat de flimlte en \ooi\e dieren van allen zyn , en dat het meeitc is^ zoo hebt gy de vrouwen gevormt. Tenderden, hebtgy het vuur, zyndc de belte fchat der goden , uit den hemel gcitolcn , en de mcnfchen dat laten ge- bruiken. Djwyl gy nu dc^e dmgen uirgcregt heb:, verwonder ik my , dat gy fegt onnolcl ic zyn, en ten onregtzoo gchandelt wert.

Prom. Gy fchynt my ook Aïercuur volgens den Poëet vry te kennen, watinecr gy my dier- gclyx tcgcn-werpt , welke ik met alle regt en reden mein gedaan te hebben , en om dtfe da- den behoorde ik publyk in Prytamum ge- voed en onderhouden te werden, zoo men met my na verdienftcn handelde. Ik verbek , zoo gy de tyd hebt, dat gy myne verantwoor- dinge hoort, die zeer aardig is , wantik kan ligtèlyk defe fchult af-kaatfcn , ten anderen zal myne reden doorfigtig genoeg zyn , hoe on- regtvaardigen vonnis fupiter tegen my heeft uitgefprokcn. Dcwylgy foo wclfprekcnde , en in de regtcn zoo ervaren zyt, dcfen deert gy Iiipittr  : ten anderen neemt ook , dat ik met alle re^t en reden by de Cafpife have n aan de- fen Caucaffis gehangen ben . zoo dat ik nu al - tyd een erbarnielyk fpcktakel voor de Schyttn moet zyn.

Merc. Gy doet vcrloorcn arbeid Prome- theus, zoo gy het vonnis dat lupiter uitgcfpro- ken heeh, herroepen wilt ; dii cc doen is maar

onnut.




28 F 6


tfte C A U C A S ü S. 95

onnut. Dewyl wy hier nog ^vnt moeten wag- ten, tot den Arejit van de hoogte is afgevlogen, om op uwe lever te palTen, foo zulkn wy uwe '.klagte eens aanhooren , "wnntgy in alle loos- heid de menfchen overtreft 5 gy zy t ook op dc rcden-konft wclafgerigt.

^ Prom. Zegt eens Atercimr waarover Itt' plter my befchuldigt : brengt foo veel by als

fykont, cn maakt de Hiak zoo groot als het oenclyk is. Maakt ook dat gy niets en ver- geet, oordeelt gy ondertuflchenK«/w<rw, cn .neemt kennis van zaken.

VuLC. In plaats van rcgtcr fal ik u bcfchul- diger zyn , om dat gy het vuur roovendc , ons ccn koude fmitfc gelaten hebt.

pROM. Deft aftie dient dan verdeelt te wer- • den, opdatgy, 't gene tot de dief- ftal hoort, by een brengt j maar Aiercuurzul dcfcndcren ,

  • t gene men van dc menfch-makingc, cn vleis-

uitdeilinge zegt. Ik weet nu niet wat hier aan zoude manqucren , dewyl gy beide goede XTcrk-bafen zyc , en leer aardig met dc mont kont rpclen.

Vuic. Afercuur fal over myn faken vonnis /preken, ik en ben geen groot redenaar. AVanc ,ciewyl ik noit myn felven met de regtbank inoeje, en my beft op het fmeden verftt 5 foo zie ik niet hoe dat ik voor een Orateur fouwdc konncn palTercn.

Prom. Ik vermoede dat het weinig is , dat Mercuur van myn dicf-ftal fouwdc^ konncn fcggen, van welke hyfelfs Auiheuris, nog fal hy my in dat wcik-ftuk yts vcrwytcn.Het is nu

tyd




28 F ó


<)4 LuciANi Prometheus  ;

tyd gy MaU Soon , dat gy nu uwe bcfchuldin- gc voor den dag brengt.

M ERC. Zoo my n voornemen %Tas , al u\vc 1 fchelm-ftukken op te halen , zoo haddc ik een groore voorbereiding met geen kleine reden vannooden. Het is niet genoeg dat wen de mis daden foo beknopt verhandelt j hoe dat gy in het vleis uitdeilen, lupittr bedroogt, en het befte voor u bewaarde , en gy de mcnfchen , dat niet en betaamde, gemaakt hebt : eindelyk gy het vuur van onsgcnomenjen de menfchcn gegeven hebt: Hier in hebt gy , goede man >

goedigheid misbruikt, en 't fchyntdat \ gy weinig geweten hebt wat die in hadde.Zoo • gy loochent dit gedaan te hebben, fulleH wy langer reden voeren , en uwe woorden tegen gaan , daarenboven willen wy ons beft doen , dat de waarheid klaarblykelyk kan gefien wer- den. Vordersfoogytoeftcmt , 'tgeen ik van dc vleis-deilingejnieuw-gevormdc mcnfchen, cn het geftoolen vuur gclegt heb , foo hebt gy mygenoegfaam indefe beichuldinge voldaan. %vat zynder nu meer woorden van iiooden  ? Want anders te feggen, is maar gek fchceren.

Prom. Of dit nu fcheeren zy, zullen wy daarna fien, nu hebt gy, volgens u fêggcn', uwe befchuldinge tegens my ge-eindigt  : Ik fal gy mdgtigt Afercnur , defe tegenwerp zelfs Jigtelyk konnen af kaatfcn. Hoort voor eerft eens bid ik, wat ik van het vleis fal feggen. D5n hemel moet getuigen , foo ik my niet en (chaam de kleinhertigheid en klaagzaamheid van Juf her tc feggen , ch dat om die o«rfakc

dac


ofie C A U C A S 17 S. 9^

tuit hem ecnigc weinige beentjes in fyn portie ten deelc gevallen zyn , daarom heeft hy my , die foo lange tyd van alle man vooreen God gceert ben, aan dcfc paal laten hegten. Onge- dagtig zynde , met -svat beneficiën ik hOjii ge- holpen heb; weinig herdenkende hoe gering d'oorfprong defcr vcrontweerdinge is. WaKt wie fict niet dat dit een kindcrly kc toorn is ,dat men fig vergramt en euvel neemt , pm dat hy juiil het grootfte deel niet gekregen heeft? men behoorde het bedrog van zulke gaft-malen niet eens te denken , en houden zulken delift voor fpel en jok.cenig klein ongelyk tot's ande- ren daags toe op te kroppen,bctaamt geen Ko- ningen, veel minder de Goden : zeg eens,wat zouwhetwefen , 200 eens ymant 'al die noo- dige, gefouten en bgehelyke fpreck- woorden mt een gaft-maal weerde: wat xouwder dan meer overig zyn als wraatagtigheid, dronkcn- fchap en ililzwygzaamheid ? welke, dewyl- fc zeer bedroeft zyn , en nictvermakelyk, is 'c betamelyker dat alzulke van de maaltyden afgehouden werden. Wie fouw fyn leven gc- dagt hebben dat luf iter '$ anderen daags daar nog zouwde om deiikcn , dat niet anders gc- fchied is dan uit louter jok / Ikhad de minffc gedagtcn niet dat hy daar moe jelyk foudeovcr gcwecft hebben, en datbyzulx als niet eens

j ^"^^ *v ^^^^y ^^"^^ gegaan hebben. Door dcfc deilinge wilde ik niet anders proberen j pf lupter, in 't verkiefen, het befte deel foudc Konnen verkiefen. Maar hoor Mercuur , Iaat hem eens niet al ongelyk hebben^ en jaren

wy




28 F ó


^6 LuciANt Prometheus:

vy hem het klein ftc, flcgtfteenonfienelykflc toegcleit hebben, en neemt eens , dar ik al ccii \ deel meer genomen had: wat is dat dan a\$* Moctmcn daarom (gclyk het rpreek-woord fcid>d'ftardc en d'hcmel t'onderlte boven kee- rcn, moet men fulkc banden, kruicen , en den heelen Crf«c4/»/ bedenken, daarenboven nog een Arcnt zenden , die van my nc lever gevoed vcrd  ? Het moet my miflen , foo dit tcikenen zyn van ge nereushcid. \Vant foo hy dit doet om foo een weinigje vleis , wat zouw hy dan die al niet doen , die hem een heelen os ont- haalt haddc? de menfchen zyn voorwaar m fulke faken vry modeilcr : die veel geringer van aart zyn als de goden , en daarom behoorden zy des te heftiger te konncn werden, dan de Goden.Daar is nog niemant gewceft , die fyn kok aan het kruis gehegt heeft , om dat hy het ecfoden vlcisjzyn vinger in het fap eens ücken-«  de, gelekt heeft , of dat hy van her gebraden vlcis , dat aan het fpit lei , of van dc er wtc- pap fnocpte. Met defe leven zy genadiger , tenzy dcmeeflermagtig verf^curt zyndc, hcmecn fufflet gaf, of hem op de wangen floeg ; maar men falniemant vinden,di«  foo cencn krmfjg- den. Dit is dan een geringe defcnfïe van het vleis , uit welke voorwaar ^rooter en geringer befchuldinge tegen Jupiter kon mgcbragt werden. Nu werd het tyd dat ik ran myn menfch-makingc fpreck. In welke twccder- lei befchuldinge fleckt: Ik weet met M trcmu waar over gy my cerft befchuldygcn fult : om fyncnt wille, dathy niet cn wilde lyden dat


V:




28 F ó


ofte C A U C A S U S. 97

de men(chen gemaakt wicrdcn , die haar bc- ^ • wecgdcn , en dat de aarde daarfc uit voorrge- komen zyn 5 t*ccnemaal ledig gebleven was» ' ^! Of dat de menkhen niet wel gcformcert en '*l zyn , maar datfc na een heel andere figuur '{ en form moeftcn gef«brykten gevormt wor- ■, 1 den j dan ik gedaan heb. Op beide kan ik ligt ' « j antwoorden , en met eenen kan ik betooncn, ^1 datdomenfchcnnict alleen fondcr kwaat of ' i fchade van dcGoden in het leven gcbragt zyn, ' ( maar dat het haar ook nuttiger is , en beter , • ' (dan eertyds) wanneer de aarde ledig , verla- ' ten, en fonder menichen onbebouwd was. •1 Want foo zal het ligtelyk openbaar werden»

• \ of ik kwalyk gedaan heb, de menfchen her* ^ vormende en vernieuwende , welke alleen

Goddelyk en hemels is. Want als de aarde ^ i rouw en onbebouwt lag , met alderlei on- •j kruit en bofTchagicn, en byna ver(chimmel- \ de , zoo dat men geen Autaren der Goden en /ag,nog TempelsjStatuenjBeeldenjofytsdier- ! gclyx , gelyk men heden overal fier, niet fon- I der eerbiedigheid aan de Goden. Zoo heb ik ï ' (want ik ben altyd genegen voor het gemeens (beft, en welftand der Goden , dat 'er niet

gebrek en zy te fopgen) al ftilzwygendc by

r ! myn fel ven overwogen , dat'er nier beters en kon gefchieden , dan dat ik een weinig fiyk f I nam, en daar levende dieren van naaakie, die

• 1 de Goden gelyk waren. Hier in fcheen my I de godheid te wankelen , dat hy in geenc ver- gclykeniffczig gelukkiger agten , wanneer hy Idicby ccn mcnfch vcrgelykt, in voor/igtig^




28 F 6


9? Luci^Ni Prometheus.» .

beid, aard of groot vcrftand , maapallccnig in ilerffclykhcid. Voorts gclyk den Poëet fegt , heb ik dc aarde met liet water gcmengt , en uit vogtcnzagt, hcbik mcnfclicn gcvormt: Ik vcnvagt Aiinerva , dat fc my in dit wcrk-liuk vfHi bchulplaam wilde zyn. Dat fyn die groot- wigtige hals-zaken > daar de Goden foo over verÜoort zyn ,en een kort bcgryp (alsje weet) van al dit kwaat ; uit dit flyk hebben wy vol- maakte dieren , cndattc voorcn onbeweeg- Jyk was , hebben wy beweegclyk gemaakt, 'tis wonder dat I«j^/«r fig zoo verüeurt houd , over de vorniingc van de aardfc die- ren : als of de Goden daar door vermindert waren, dat'crmcnfehcn gemaakt zyn. Zal j der wel oit foo een flcgthooftzyn, die feggen^ zal dat Jufhtrs raad hier door vermindert fal wcfen > ten zy dat men vreefde > dat dc men- fchen mogtcn afvallen, en zoo de Goden^met wapenen bcftormden : gelyk ecrtydsdcRcu- fcn deden. ïder een die kent myne:«;dighcid •wel y hoe onrcdclyk datmy ymant belchul- digt, of myne werken die ik gemaakt hebbe ^ en hoe dc onftcrfclykc Goden op my ver- toornt zyn , en wat fchadcn zy geleden heb- ben. Kont gyhiernuyts tegen leggen Mtv cmtr , zoo (al ik befchaamt ftnan als een die dcfc ftrafte verdient heeft? Men moet eens denken , wat al nut dc Goden hier door trsk- licn , zoo men de aarde eens befchouwt,. die ecrtyds verlaten j en een ongevormde geftaltc bad, dieTs.nuraer{kden,land-bouw,entam- j|

mc gcwaflciiYCiGen, 4e zcc wort bevaren , dc

cilan-




28 F ó


ofte C A U C A S U S. 99

eilanden bewoont ; overal hcbje Altaren en Tempels , Offerhanden en Feeft-dagen , zoo dat'er nu aan alle kanten , daar men Hg maar keert en wend , wegen en markten z) n 3 't is overal van lupiter vol. Dat ik nu eens op myn eigen profyt gefien had , en voor my de menfchcn alleen gemaakt hadde ; voorwaar , voor (oo veel men uit de vrugten kan merken , die ik daarvan zoude gekregen hebben , zoo fouwd gyjonflerfelyke Godenjin rykdommen en bcfïttingen by my niet te vergelykcn zyn. Maar ik, Ziende op de gcmeene welfKmd der Goden, heb myn felfs verfuimr , entotu.i. nutte demenfchen gemaakt. Wantfoo ik het gemecnc belïe wilde tegengaan , en myn fclfs vervorderen , foo wilde ïk wel dat my de Tempels van Prometheus gctoont wierden , gelykmcndicvan lupiter cn ^ folio overal doet : ook zoo fyn u Mercuur eenige Tem- pels tocgeweid. Overpeinft eens by u felven , of het u wel eenig goet fchynt, en profyt doet, zoo het daar leit , Tonder getuige , befittinge , maakfel, of dat het nicmant fict , pry 11 of over verwondert  ? En dat feg ik daarom, want foo- dcr geen menfchen waren , zcuw al de frajig- heid der dingen fonder getuigen leggen , cn onfè goederen fouwden van ons 'felven niet gcagt werden, want der nu niemanf anders is die Cig daar over verwonderen kan. Ook fouw niemand van ons weten dat hy gelukkig was , foo hy niemant onder fig hadde , niet eens kennende ons eigen goet. \vic heeft oi^ yrs groot geagt, foo hy het niet by minder ver.

E z ge.


100 LUCIANI pROMETHEUS ,

geleek  ? Maar daar ik h oopte van u-Iicden voor myiic weldaden gcëert te werden ^ daar werd ik tot loon aan foo een kruis gehangen. Maar gy mogt fcggcn dai'er fchclmcn van mcnfchen gevonden werden, hoerejagcrs, oorloog makers , die haar fuftcrs bcflapen , en ouders haten : als 'of men die ook onder dc Goden niet en konde vinden j zoo we! als op de aarde, waar uit dikmaals Goden geboren zyn. Maar gy mogt feggen dat de Goden hier grooten arbeid door hebben gekregen , daarzc te voren ledig waren. Alfoo fal een herder fyn kudde niet in den regen houden, wanneer liet hem moejely k valt want anders defe for- ge, omdebygevoegdcoefFcningc niet heel onvermakelyk i$. Maar neemt eens dat dc Go- den geen forge hadden, en nergens in voorfa- gen : wat fouwden zy dan anders doen > dan door de ledigheid plomp en dom werden > dc Goden drank drinken , en hare buiken met Gode fpysrontcien? vorders, neem ikqualyk, dat gymy over dc vrouwen befchuldigt, die van u. 1. nogtans foo gclief-kooft werden , cri u zelfs om harent wil in een Stier, Satyr, of Zwaan verandert. Het was nietonbehoorlyk, zegje, dat'er menfchen gemaakt zyn , zoofe in form van ons verfchcelden. Maar foo ik een voorbeeld geweten had, dat beter was gc- wecit, zoo fouw ik dc mcnfchen daar na ge- maakt hebben : Ten zy dat het t'cencmaal vervaarlykmogtgewceft zyn. Maar foo gy- liedcn fulx zegt , zoo weet ik niet hocle u-lic- dcn goddely kc eerc konden bewy fcn, en facri-




28 F 6


ofte C A U C A S U S. loi


ficie J(


loen. Eii hoe aangenaam tilt IS kanmca hier iutgi(ïen, datgy-iicclen niet cnontfict hcci buiten den Oce^ijn te trekken. Agrer dc on{c\ni\dioc jEthiophen , wanneer g)^ -lieden meent dat'er van haar een ofterhande van hondcrtofïenaangeltekenwerd, nu weet ik niccmctwatrcgtgy-heden my aan het kruis gehangen hebc. Dit zy dan genoeg van dc mcnfch-makingc gcfegt. Laat ons nu tot het gcflolcn vuur overtreden, foo het u bchcftj toe dieleelykc cn onverfoenelyke dief-lKal. Ik bid u by al de Goden , dat gy niet en toeft tc antwoorden , of die Goden wel y ts van het vuur verlooren hcbben,daar dat van gekomea is , dat de mcnfchcn hebben. Want het vunr cn vermindert noit, wanneer men daar yts by aanlleekt. Hier uit kont gy dan die grootc nyd bemerken, wantfe buiten hare fcliade, die vuur wel konnen m!llèn,ook willen fy het niet toelaten tc gebruiken , die het minft konnen derven. Ter conrraric behoorden de Goden te zyn gevers van alles gocts, cn fuivcr van alle nyd. Maar wat fou wden zy dan doen 9 wan- neer ik eens al het vuur genomen had, 100 dat'er niet een kriilel was ovcr^eblcvcM? Wac onregt Cmw ik haar dan al gedaafi hebben jdiö het vuur tor geen gebruik cn kan /hekken  : want gy -lieden hebt niet te koken ofte fmo - ken» daarenboven hebjc geen kaars of lamp van noden. Maar de menfchen hebben hec vuur tot vcrfcheide dingen noodig , tot defa- cnficicn , om in de twee- wegen u -lieden een reuk- werk tc maken , wierook te om Heken ,

£ 3 cn


dit is kan




28 F 6


101 LuciANi Prometheus;

en dc becften te offeren. Maar ik fie , dat u. I. defc reuk verheugt, en zoo aangenaam is, dat feu -lieden in plaats van banquct verkwikt ; ^vannecr die reuken rook al wcmelende den hemel doorboort. Daarom fchynt het feer ab- furt te zyn , dat gy delen rook befchuldig» , ik ben al verwondert dat gy-licden dcSon toe- laat, dat hy over de mcnfchen fchyne , en gy 'them niet en benyd dat hy foo prodigaal is m d'adminiftratie der goederen van de Goden, dewyl dat vuur nog goddclyker en gloejcnder isalshctonfc. Ikhcb nu alles gefegt. Het komtnuu-hcdentoc Mexcuur en y ulcaan, dat gy verbetert't geen ik qualyk gcfegt heb, en met die reden my (bekt te onderkruipen, daar- je bcit mede kont : en dan fal ik daas weder opantwoorden.

Merc. Het is niet wel mogelyk Prme- theusy tegen foo een Oratcur tctwiften: het ibude ubcll zyn , foo Jupiter dit van u niet gehoortenhaddc. Dit weet ik dat hy fefticn Ciier-vogels belaft heeft, om van uwe inge- wanden gevoed te werden. Gy hebt daar dapper befchuldigt  : want gy had u felvcn ai beginnen te defcnderen. 't Is wonder daar gy een Profeet zyt, dat gy niet te vooren wiflj dat gy ftrafFe foudct lydcn.

pROM. Ik wiftdat wel , Mtrcuur  : en het fal niet milièn , of ik fal wel haaft verlofl wer- den : QnnMC^\ThebAntis komen, die u een vricnt is , welke van verre den Arent fal fchic- ten, die gy fegt dat van boven fal vliegen.

Merc. Och ofdatgcfchieden, enikuvan

defc




28 F 6


ofte C A U C A S U S. lOj

defc banden vcrloft fag, cn ons een gaft waarr, cn dat gy niet meer vlcis uitdeelde.

pROM. Weeft wel gemoed, ik fal met u ec- ten, cn lupher /al my'verioden, dat wel een groot ^cluk fal zyn.

Merc. Ik bid ii , fchaamt u niet te fcggen , dat dit een groot geluk is.

pROM. Kent gy Thetiswcl Af ercu urf ma:ir wat fal ik veel woorden gebruiken? 'tis beter dat ik die verborgentheid ftil (\vyg,van wegen de proemie die ik na myn lyden fa! hebben.

Merc. Doet foo het beft is, houd dat by u. l.aat ons nu weg gaan Vutcaan  ? de Arent is hier digtc by , cn wagt gy foo lange Titan, toe Thebanttsée fchutrer, volgens u ftggco, komt, die u van defc vogel vry maakt.


L ü c I A N I Zamcn - lp raken

Ver

GODEN.

Defeiz^mcn-Jpraken handden van al* derlei Goden , zoo boven als oyidit > ix^elke

■ fneefi by Homerus, ^fchylus, Euripi- des, Sophocles, en andere meer te vinden %yn, Zy zyn kort , dog des te fcherper^ By befpot hier al de Goden-, de leugenagti" ge verdigzels van Homerus 5 en al di$ helden-, vjaar van men groot pleegte [pre- ken. E 4 Pro-


104 LuciaNI Zamen-Jpraken


Defei'ZAmtn fprati\ Promethcus, hnort ttf ha yo0rt^e,wort detr Jijn^tcden raad^tférdênntat,

Prometheus cn Jupiter. Pkom. f \ Ntbind my nu luflttr j die 200

fwaarlyk geleden heb. JuP. Zegt gy nog dat ik u ont- binden fal , die nog grooter voec-yzers be- hoorde te hebben, cn den hcclen Cancafus op het hoofc moert dragen, en niet alleen u Ie ver van feÜien Gisren uitgegeten te wcrdcn,maar men mo Aï u ook da oogen uit de kop Itcken , omdatgy ons fulke dieren gemaakt hebt, te ■\veten,de mcnfchcn : hcc vuur llccl-wy sge* nomen hebt , en de vrouwen hebt gevormt  ? my nog bedriegende in het uitdcilcn van het rkij.d? bccnen met wat vet bedekkende, het befte voor u houdend* 5 wat derft gy hier nog tegen feggcn  ?

PROM.Daar heb ik nu genoeg om geleden, zo langen tyd aan dcCcnCaucafus hangendc,cn ioo vinnigen vogel met my ne lever voedende.

JuP. Dit is nog het minfte van al het gene gy behoordec te lydcn.

Prom, Het fal niet voorniet zyn lupiter j il 200 gy my los laat , maar ik Tal u yts tooncn

datnootfakelykis.

JuP. AlftrcelcndCj bedricgtgy my Pr9' metheus.

Prom. Wat fouw ik dan al hebben^gy hebt immers daarom den C4ttwyrt/ nog de banden niet vergeten, zoo gy bevond dat ik u bedroog. JuP. Wat loon zult gyons dan aanbren- ••Hl gen, dat;foo nootfakely k Tal zyn > PaoM.




28 F ó


der Goden. io^

Trom. Zoo ik nu icggcn kan, na wnt plant-

gy ingaat, zult gy my geloofwaardig agtcn, cn voor een waarfegger houden  ?

JuP. Waarom niet ^

Prom. Gy fult byr^efZ/Hapen.

Jirp. Dat weet gy. Wat nog meet  ? Gy fchym de fpyker wel op de kop te' flaan.

Prom. Niet meer lupiter-, wilt niette doen hebben met defe Ntrine , want foofc zw:b- gcr van u werd , zoo Ql het kint na u gelykc- nen , gelyk Saturnin.

Jup. Mcinje dat hy my uit hctryk fouJs fcboppen  ?

Prom. Och of dat niet en gcfchicdc Inpl' tir t maar oogcnfchynefyk zal fulx gebeu- ren.

JüP. Zoo Iaat ik ThttU varen  : cn Vulca' mts zal u ontbinden.


CUPIDO en JUP ITER.

Jupitcr bekyft Cupido , dat hy hem vcy fcheideformsn doet aannemeti , 'uan- neer hy uit minnsn gaat»

GtrpiDQ. ik gcfondigt hebbc lufUer^

zoo vergeeft liet my  : want ik nog jong cn onvoor(igt ig ben. JuP. Zyt gy een jongen Cnfido , die ouw- dcr zyt dan /4^er?of mcint gy dat men u voor een kint aanOct, om dat gy oiigebaart zy^ , cn geen gryfchaircn hebt, gy zyt ouwd endoor- C<.'pen  ?

E <v Cup..

I




28 F ó


io6 LuciANi Zam»-/}rakeu

' CuP. Wat kwaat heb ik, ouwdc man, u gc-s daan , waarom dwingt gy my dat ik fal ge-'* bonden werden.

JuP. Schelm , meinc gy dat het kleine djn- gcn zyn, my foo voor de gek te houden  ? zoo is het niet met al dat gy my in een Satyr, Stier, Gouwd , Zwaan , Arcnt &c. verandert hebt. ' Dit hebt gy my alles aangedaan. En gy en hebt noit ymant gemaakt die my wederom beminde  : nog ik heb ook noit gemerkt , dac myn Vrouw my om uwent wille , weer be- ' minde : Maar ik moet omtrent hanrluiden bc- , drog gebruiken, en myn felven verbergen. Zy " dan kuflfencen Stier of" een Zwaan , en fooze , my aanfien, foo Itcrvcn fy van vreefe.

CuP. Met rcgt , want de fterfclykc men- Ichenkonncn u niet aanfien.

JuP. Hoe zyn dan Branchns cn fljttcm^ thus op ^ folio (bo vcrlieft ,

Cup. Gy weet wel dat D<t^fc»«  voor hem vlood , alhoewel hy hair-lokken had, en fon- der baart was. Zoo gy wilt bemint zyn , zoo cn flaat niet op u harnas, nog en draagt de blix- cm niet 9 maar toont u fcer zoet cn aange- naam • laat u hair aan beide zyden neer han- gen , bind het met een miter op , doet een purper kleed aan, cn vergulde voct-folen ; zet II gahg na de fluit cn trommel : dan fult gy fien dat'er 11 meer fullen volgen, alfer wel. Ms.nades Sachtm doen. ' Jtjp. Pakt u vanhier 3 op foo een wyswil ik niet lieftallig fchynen.

Cup. Zoodoende wilt gy niet beminnen : want dit is ligt te doen. Jup.


^/tr G O D É N. 107

JuP. Ik w\\ wel beminnen , op ècn ligte» manier ^.daarom zoo geef ik u de fak.

VULCANUS en APOLLO.

Cupidoos dieveri uüort hier verhaalt 3 hoe • ♦ hyde Goden van het hare ontrooft,

Vüi. T "f Ebje Md'u kimje TN'el gefien

£j folio , hoe fchoon en gevallig het is, het fchynt ^TeI yrs groots te wil- len werden?

Apol. Zouw ik dat een kint noemen VtiU caan , dat ouwder in doorllepcnc bedriegcrien iials/tf^exfclfs?

' Vul. Hoe heeft hy dan ymam bedrogen, ïair hy ccrft^eboren is  ?

Apol. Vraagt dat Nepmnut eens , welkers drytant hy genomen heeft, en Mar^y want Cyn degen heeft hy heimclyk uit dè fchccde ge- trokken, om nog van myn zclven tc fwygen , die hy van pylcn boog onthandigt heeft.

Vul. Dat cerft-gebooren kint , dat nauw- Jix gcwicgt is  ?

Apol. Gy fulc hem nog wel leeren kénnen Kulcaan ,zoó gy daar fomtyds mede verkeert.

Vul. Hyfal wel haaft komen,

Apol. Hebje daar alderici Ambagts-ge- reetfchap  ? zónder yts te vcriiefen  ?

Vul. Ja ^pcUoy ikheb het hier allemaal.

Apol. Maar fiet eens tc degen in.

Vul. Dc drommel moet de jongen halen, ik vind myn tangc niet.

£ ^ Apoi*


I




28 F ó


to8 LuciANi Zamen-fpraken 1

Apol. Gy fulthem milTchicn tuflclicn <ic | luircn in dc wiegc wel vinden.

Vul. Hcctc hy fulke kromme vingers , 't is ofhyin's moeders buik dc konft van 'tilden albcdagt hadde? . -^t J

Apol. Hebt gy hem niet dees cn gene lifli- ffc woorden met omwegen hoorcn fpreken r 3efe wilt ons ook voordienen» Gifter Cnpidê tot fig geroepen hebbende, heeft hem terltonc i in't woiftclen overwonnen, ik weet niet, hoe koekoek hy hem dc beenen van onder het lyf haalde. De vy y l hy onder wylcn van dc andcr«  geprefen wicrdcn , foo nam hy dc gordel van ytmt weg , defe hem om fyn overwinningc eens omhelsde. Als lupiter eens lagte> nam hy fyn fccptec weg: en foo dc blixem h^m niet te zwaar cn te ruarig gewceft was , zou w hy hem die ook afhandig gemaakt hebben.

Vvi. Gy fprcckt my van ccn fhcllc en wakkere jongen.

Apol. OokdieMufykfingt. Vul. Hoe weet gy dat? Apol. Ergens een doodc Schilt-pad vin- dende, maakte hy daar een faaren-fpcl af. Hy ordineerde de armen, cn fette daar een kragc op, hy ftak daar ook de rictjes(dat fyn de hand- haafjcsvandefnaren) in, met een brug daar onder, en fpande daar zeven fnaren over , doe fpccldc hy daar foo aardig op , dat ik hem (ci- vcr benyde, die wel eertyds my met dc Cithct bcaioeidde. Maar fy n Moeder A/4wfcide my ook ,dat hy nagts in den hemel niet en bleef, maaina de aarde toe vloog > omdaaryti ra« 

daaa


daan tc ftclcn. \V.int hy is ooi: gevleugclr, en hcL-ft (ckcrc roc.de vaa een woaderlykc kragc » daar hy dc zielen mede roept , en de dooden opwekt.

VuL. Ikhebhejndic,feIfsge»c\rco, om tc fpelcn.

Apol. Zooheefchyu gcloont mccu nyp- tang te nemen*

Vul. Aardig, maar ik ga na hem toe, om fa wederom tc halen, ofliy nog ergens, gclykgy fcgt, tufichendeluiren in dc wiegtc vind'eiv

VULCANUS cn JUPITER.

Jiipiters hofi ^jjert van Vulcanus ftukkett gehouvjen^uit welk Mxïizxvi geboren ijjort,

Vui.i T T At wilt gy /ffp/Wdatik (al doen  ? VV ^^»^nt ik koom gelyic gy belaft hebt , ik heb ook een byl mede genomen, die feer fchcrp is , ja foo het noodig was , kan ik dc üccnen met caic flag mede doorkloren.

Ju?. Dat it goet, klooft mymyn hooft eens fn twccn.

Vui, Probeert gymy of ik zoo gek foudc ayn f Gebied maat mei ernft dat gy begeert.

JuP. Ik gcbiedc dat gy my het hooft door* klooft. En foo gy my niet en gehoorftamt ^ fult gy bevinden of het dc ccrftcmaalisdat vertoornt ben gcwCeft. Daarom moet gy ftoutelyk tocflaan, cn dat met y ver j wag: ook

£ 7 Bicc


II


I


iio LuciANt Zamen-fprahen

riierlangc. Want ik fterfVan pync , die myno herfTcnen t'ondcrfte Soven keeren.

Vut c. Zicc wel toe lüpiter dat gy ons niet ' in gevaar en brengt, want de byle is Vxf' fcherjv, di*t fal fondcr bloed-'ftorten niet geluk- ken , nog gy fultook tot Lucinaas doot ge- ^roedtpyft werden.

Jup. Slaat maar ftoutelyk toe VülcaAn i vnnt ik weet wat beft is.

Vul. Tegen myn wil nogtans (al ik toe- flaan , w:it falder y mant tegen doen als gy het foo gebied  ? Maar wat is dit, het is een gcwa- pcnt mcisjcn. Gy hebt een groot kwaat in het hooft gehad Inptter. 't Is geen wonder dat gy 200 gramfteurig zy t geweell, zoo een levende maagt in u HérfTe-pin voedende > en dat nog gewapcnt. "Wanrgy hebt een leger en geen hooft gehad, daar niet op lettende. Defedanft cn fpringt met haar wapenen , zy flaat op haar fchilt, cn drilt met haar fpies, als offe rafend was. En dathetmeeften is , zy isfchoon , in foo korten foo ryp van jaren 5 en trouwbaar geworden, hebbende blauwe oogen, dien helm ft^at haar ook wonder moy. Daarom Tupifer oy moogt my het vroet-wyfs geit wel geven j cn geeftfe my ten houwelyk.

Jup. Gy begeert onmogelyke dingen K «/- cétan  : zy wil altyd maagt blyven. Wat my aangaat ik hebber niet regen.

Vui. Dat is myn begeercn, de reft fal ik T?el makcn.Ik faJ haar met eenen mede nemen.

Jup. Zoo u dat ligt fchynt , ik fta het toe  : maar ik weec dat gy bemint , die u niet gebeu • ren kan. Jupiter,




28 F 6


der Goden.' i h'


i


Jupitcr , Afculapius en Hercules.

i^^fculapius en Hercules tvjiften otn de eet' Jle plaats ^ ennaveelfcheld-ivoorden geeft Jupiter ^fculapius^^/>'i'.

JllPiTER. rj Oud op jEfcuUfius en Fleren . l1 les met malkander te kyvcn , gclykde mcnfchen doen het is onbeMmelyk, en van hetgaft-maal der Goden heel vreemt.

Herc. Wilt gy dan /«^/V«r datdcfe Artze- ni-bereider voor my gaat , en boven my aan-

. JEscüi. Waarom niet, want ik ben beter?

Herc. Waar in dan, gy verbaasde, omdac lupiter u fomtyts met fyn biixcm geflagen heeft , om dat gy guitagtige dingen gedaan had: en nu bent gy weder door erbarmcniflc de onftcrfelykhcid dcebgtig geworden >

iEscuL. Is't u al vergeten HtrcultSy hoe gy op den berg JEta brand: , cnbefchimtgj my nog met het vuur?

Herc. 'c Geen ik van myn leven uitgerekt heb , is niet re vergelyken by uwe dingen ,  ?k die felfs lupttrs Soon ben , zoo vecl fwarig- heiduitgelbanheb, en foo recl beeften en kwade menfchen overwonnen en gewroken heb. Gy zyt maar een wortcl-fnydcr, kwak- zalver, die nog omtrent bekwaam zyt, om dc ficke luiden te medicineren. Gyhcbt noit yts mannelyx uitgeregt.


Early European Books, Copyright© 201 1



28 F 6

III LuciANI ZamiH'Jpraken:

yEscuL. Gy hebc gelyk, om dat ik uwe ver- brande wonden genefcn heb, doe gy een wei- ni^ce voorcn by ons waart opgeklommen, by na tialfverbrant en gebraden aan beide zy den. Maar wat Tal ik feggen, al is 'c dat ik fulr niet cn heb uifgeregt, zoo heb ik nograns noit gcflaafc als gy , nog oit met een purper kleed bekleed zynde in Lydien gcfponnen , nog ik ben van Omfhale noit met een gouwde pantoffel ge- flagen : nog ik heb noit foo rafcnd geweeft dat ik myn vrouw cn kinderen dooc geflagca

heb. .

Herc. Zooje niet op en houd my IuIkc bokkens toe te tellen, zoo fult gy wel luaft ge- waar vvcrden, datdconllerfclykheid u wei- nig voordeel ial doen  : want ik falja by dc mouwen vatten , en fmyten u van boven neer den hemel , dat zelf Péion u niet en fal konnen corrigeren , zoo fal u dc kop cn herfencn ver- üiurwt werden.

JuP. Op fcg ik nog eens , en fteurt ons ge- fclfchapniet: ofik zend u beide van de maal- tyd af, alhoewel het rcdclyk is dit u^fiuUphs ie ccrftc plaats heeft: dcwyl hy ecrlt gelior- Tcn is.


JUNO cn JUPITER.

Juno jahers zynJe , vsrwijt Jupitcr de onge' ft^eltheidvan Bachus, doguerf

Ju NO .




28 F 6


G O D E N. 113

Ju NO. T K Touwde voorwaar wcl fchaamrooc X werden lupher, als ik een Soon had, die foo op vrouwen en op den drank verfot was. Zyn hair met een hooft-cieraat op'oindcnde, mccrcntyds met die verbaasde vrouwen te doen hcbbcndcjzynde fotter als al dcrc{t,nadefluic, trommel encymbel dan- r^ndca niemant minder g«lykendc als na vader.

Ju p. Maar defe vrouwen-gek heeft met fy n hoofc-cieraat ó luno geheel LydUn t^jndcrge- bragt, en hy heeft die gevangen, die by Tmolut woonen, daarenboven heeft hy die van Thrx- c/tf«  overhcert , en metditvrouwelyk gedruis tegen d^ IndUntn gckrygt , hare Oliphantcn genomen , en fig van diegehecle lant-ftrekc meclier gemaakt. De Koning felfs die zig dur- fde tegen ftcllcn , heeft hy gevankcly k weggc- Toert. Dit heeft hy allemaal gedaan, al dan- fendc en fpringende^ met reien, hebbende pie- ken met klim bewonden, daar hy ondcrruflen dol en dronken was. Zoo hem ymant een fpytigenbekgaf, (chimpig van de heilige din- gen /prekende : dcfen foude hy wreken , of ncmmet wyngaart-ranken binden, of hem van Cyn moeder laten verfcheuren, als een hin- deken. Zictgy nu wel of dit g«en mannelykc dingen en zyn>en voor my betamelyk genoeg. Enofhyli^ in (pelen cn vermaken \Vat in- laat, zoo mo^tmenhem lat niet bcnydcn: voornamelyk zoo ymant denkt, hoe dat hy nugtercn foude zyn , zoo hy dicrgelyks dron- ken doet,

Jux.


iffj. LuciANi Zarncn-fprahen,

JuN. Gy pryft ook fyncn vont, te \vcten,(!e wyn-ilokcn de %vyn. Dat gyccnsfangt wat de(edronkaartsal doen, al itruikcicndc cn val- lende fchimpen zy een ydcr , in 'c kort fy zyh rnfendvnnde wyn. Hy had ccrft nari Icarus de wynftok vereert, cn daar van drinkende , hebben fy malkander met fchoppcn en fpaden doot geflagen.

Jup. Dit en heeft nog de wyn, nog Dlony - pHs gedaan , maar den onmatelykcn dronk , diefc meer dronken dan nootfaklyk was. Maar zoofcymantmatclyk drinkt, zoo vvcrt hy vro- Jykerenluftiger. Dat IcAr'im geleden heeft, dit en hcefc hy aan fyn mede- drinkers niet gedaan. Maar gy fchynt wat jaloers tc zyn , Imo , dat van StmeUs gedenkende  :* want gy Isflcrt D 'iony^its over iiiigen » die in hem fe?r goct zyn.


VENUS en CUPIDO.

Venus vraagt haar Soon Cupido j 'u^aarom hy Miner va noit en Jchiet , en niet en treeft voor de andere Goden-) en geeft tot antivoort dat fy al te "joreed is.

Venus. T Sditfoo Cupido, dat gyaldcGo- -i den aan boort zyt , / «p/Ver felfs j JVeptuutif lunoy cn u moeder ook , maar van Minerva, houtgy u foo vreemt, zoo

dac




28 F ó


der Goden.


ii5


.T J


dat gy haar met uwe fakkel ter werelt niet eens aancn ftcekt, gy fchietniet eensjcsuit, gy hebt geen boog, nog gy kont niet werpen.

Cup. Ik vreesde voor haar, hevc Moeder: want fy is vrecflyk, en wrcet van aanficn , met groorcr lèrcngigheid als een man. Want als ik haar fchieten wil , zooflaatzy op haar lèorm- hocr, dat ik fchrik en beef, zo dac myn wapen- tuigje my uit de handen vale

Ven. Was Mars niet verfchrikkelyker en nogtans hebjc hem wel vermceftcrt.

Cup. Hy ontfong my mot groote begeerte, en noode my van felfs ; maar Alineyva obfer- veert my altyd met een donker gefige. Ik heb dikmaals te vergeefs na haar toe gevlogen, om ' haar met myn fakkel ce ontftecken. Maar fy fcidedan, ikfweeru by /»))ifer u Vadsr, ik fal u vernielen , foo gy by my komt , of met de piek doorfpitten , of met de voet opnemen, en Ichoppen u van boven neder in de hel , of le- vend van een fchcuren , en met andere woor- den meer. OndertuHèn fietfc met een bits gezigt. OndcrtufTch en draagt fy op haar borft een hooft dat verfchrikkelyk is om aan te fien, '[ welk , in plaats van haarlokken , met flan- genverciert is. Dcfe vrees ik grootelyks: fy maakt my vervaart , daarom ik voor haar vlic- de 5 foo dikwy Is ik haar in 't oog kryg.

Ven. Vreeft gy voor Minerva en de Gor • gona diefc draagt, daar gy den vervaarlyken iHphers blixcm niet en vreeft  ? Hoe fouden de Miifen van uw niet gefchoten werdcn,en haar felver voor u verbergen? Staan dcfe wel op

haar




28 F ó


11^ LuciANI Zamen-ff>rake?i lianr helm, of pronken zy met haren Oor-

Cup. Dcfe houd ik in eeren , Moeder? Tvant fy zyn fchaimigtig en eerbaar. Daar- cn-bovcn hebben fy alty J yts om handen , en zyn altyd befig met zingen; fomtyds (ta ik ook ^vel by haar, en dat om haar foctc hng.

Ven. Laat haar \uren , om datfe eer- baar zyn. Maar waarom wont gy DUnx niet?

Cup. Omkorttefcggen, ik heb haarnoit konncn vinden ; want fy altyd op dc berden vlu^t : daar-en-boven heeft (y een eigen Cw- pïda Jiefc bemint.

Ven. \Viedog,mynSoon?

Cup. Te weten , datfc herten en hinden jaagt en fchiet , en fig daar heel op uitleit , gc- lyk haar Broeder , die wcl met dc boog weet om te gaan , cn van vcrue fchict,

Ven. Ik weet het wcl kint , gy hebt hem al menic»maal gewont.


MARS cn MERCÜUR.

] apkcr fioft op zy^ikragte7t, dathy de Go- den 671 de Aarde hy een ketting alleen "wv/- de optrekken , V uelk van Mirs nkt "^el gelooft en ujsrt.

Mars. tJ Ebt gy wel gehoort , Mercuur , xl hoe lup'ittr ons gedreigt heefc,hoc hovecrdigj hoeabfurd? Ik, fcgt




28 F 6


1Ü> ..rSt' t:


de/" G O D E N,


^17


I


liy,\vileen ketting door de logt neerlaten, ann de welke gy 1. hangende , zoo gy my van den Hemel kont trekken , zult gy verloren moei- te gedaan hebben  : want gy zult my noit na beneden trekken ; daar en tegen wil ik u 1. om hooge trekken , en niet alleenlyk u , maar ook de ganfche Aarde met al de Zee ; u, zeg ik, zal ik in den Hemel trekken, en nog veel meer dingen die gy gchoort hebt. Ik kan wel oor- deelen dat hy al vry lierk is ; maar dat hy al- leen zoo Herk zoude zyn , dat hy ons met dc gantfche werelt zoude optrekken , kan ik niet wel gclooven.

Mjerc. Dit zyn fbttc woorden, A/4r/j maar het is hier niet al te veilig te fprckcn : dac onfc dcrtelhcit niet eenig quant cn broed.

Mars. Mcintgy dat ik dat tegen ymam an- ders fal rertcllen  ? Dit doe ik maar allccnig te- gen u; want gy kont wel fwy gen. Maar dat my alderbclagchely kft fchynt,wannecr ik hem dat hoorde d rcigen , kan ik by u niet verfwy- gen. Ik was nog gedngtig , dat Nt^tuHti , JunoenP^lUs een weinig te vooren hadden tegen hem oproer gemaakt, (bo dat fy hem banden cn voeten dreigden te binden; hadjc doe ccnsgefïen . hoe bang en bepoepcit dat hy was, hoe hy beefde, cn dat alleen van drie Go- den. Dog Theth was nog met erbarmeniHc ingenomen, die hem den hondcrt-handigcn £riareut tot hulpe fond : want doen lag hy mctdedondcrcnblixem gebonden. Dit by my overdenkende, foo moeft ik om fyn groots /prckcmhcit cn roem in my^ fclvcn lagchen.

Merc,




28 F ó


Ii8 LuciANi Zamen-firakcn

Merc. Gy hebt wel gefegt, fwygt ; want het is niet voor u dat te zeggen , nog voor my tc hooren.


JUPITER en de SON.

De Son 'vjert van Jupitcr hekeven , dat hy \ Phaëton fijn Wagen hetrowwt had, het ) vjelkej na dat hy daar mede op hollen ge- - raakt vjos , een goet gedeelte van Hemel \ en Aarde verbrand. Defe hy de Riviere Eridanus vallende, voert van fijn Suf- fers hegraven en beweent , die ook in Fo- fulier- hoornen veranderen,

Jup.tTT At hebt gy gedaan, gy flimftc der VV Titans  ? Gy hebt den gantfchen Aardbodem bedorven , om dat gy den dwafen Jongclink u Wagen betrouwt hebt, hy heeftalles verbrant en gcfengt, tc na met de Wagen aan de Aarde komende : hy heeft het door de vorft laten vervriefen , die weder ai te ver van het vuur waren. Voorts heeft hy 't alles ontroert ; en foo ik hem in c gadeflaan mctmyn blixcm niet en J^^d oefla- gcn , foo foudcr het minftc overblyffci der mcnfchcn niet geweelt zyn ,foo een dcftigcn roerman en wagen-bclUerder hebtgy ons daar

uitgefondcn. .

Son. Ik hebgefondigt, /«;»rer. Maar

Vergramtu daarom niet, foo ik de biddende Jongen geloof geef. Wamhockonik tcvoo.


der Goden.


119


Ivf


ren Jroomcn , dat 'er foo een kwaat volgen foudc  ?

Jiip. Weet gy wel wat een vlyt tot dit werk moet aangewend werden ; en of ymand al een weinig UK de wegrede, foude daarom alles moeten verdorven worden  ? Kende gy ook de heftigheid der paarden nier , datfe met gewck moeten gctoomt werden  ? foo men haar maar een weinig toegeeft , foo raken fy op het hol- len , fy gingcnhierkrom enflonB, dan eens na den rcgter , en dan eens na de hnker zyde 3 al- temets gingen fy een contrarie koers alfTc ge- gaan hadden, daneentweerna boven , dan ecDs weer om laag , fumma alles ging hol over bol.

SoN. Ditwiftikookwel, daarom heb ik het hem dikmaals gewcigert  ; want ik ver- trouwden hem het voermansfchap niet al te ^vcl: dog hy en fijn moeder C/^wfwe baden my al fchreiende 5 op de wagen khmmendc , vermaande ik hem nog , hoe hy (yn wegen moeüeinflaan, hoehyom hoog en omlaag moeft rydcn , en de loomcn regeercn , en de paarden geen geweld toelaten. Ik feidcdaar nog by , wat gevaar hy foude loopen , foo hy met regte regel en wende. Maarhy (een jon- penzyndc) op foo een vuur klimmende, en loo een diepte van onder hem fiendcjWier feer verbaaft 5 de paarden voelende dat ik op de wagen niet en fat , en den Jongeling niet ag- tende gmgen zyophol, en fyn oorfaak ee- Tvcelt van dit vreesly k verderf, Hy was doe bcpoepeltmetllaphangcndctooncn, foo als

ik




28 F ó


12.0 LuciANi Zanten-Jpraken

ik cis ï om niet tc vallen , en hiel fig vaft aan de wagen. Maar hy is genoeg geltrafi , cn fyn rouwe is my ook Itrafte genoeg.

TuP. Is 't daarmede genoeg, dat gy fulks hebt derycn bcftaan f Ik fal het u nog ditmaal verseven ; maar foo gy nog dicrgelykcn in u plaats fenc , foo fult gy gewaar werden , hoe veel hcetcr dat uwen blixem bv ons vuuris. Daarom begraven hem uwe Sufters by de Ri- yicvc Eriddnns', daarhy ook met fyn wagen gevallen i$, f /e^/rww befchreiendc  : daarna lynfe nog in Populicr-boomen door fmcrte verandert. Gaat henen, en vermaakt weder- om u wae€n,(want de diflel-boom i$ ontüuk- kcn , en een van de raden is verbryfeli) en ryd ^vederom met u t'zaam-gcvoegde paarden. Ziet wel toe , dat gy defe leflc onthoud.


MERCURIUS ende SON.

Mercuur belafl de Son eenige t'^d fiil te paan met fyn uagen en paarden, op dat Jupiter met Amphitruo mogtboe^ leren* Waar op de Sonne fulmineert.

Mehc r T Oort ook Son , gy moet heden u J71 wagca niet mennen fcgt

ttty noe ook morgen , nog over- morgen : maar bly ft binnen ,en laet'cr onder- tufTchcn een feer lange nagt zyn. Daarom laten dc Hnx (uircn) dc paarden maar vry


der G O D E N. lai

weder op brengen : doet hec vuur uit , en vctmaakt u in dcfe lange tyd %var.

SoN. Gy boodfchapt my vreemde nieuwig^ heden. Heb ik dan ergens in het rydcn my ic I» builen gegaan > bezyden liet fpooi rydendc t '^vaarom hy vergramt is, cn daarom nu dc .magt dry maal langer wil maken als den dag?

Merc. Neen , dat is't niet ; nog dit fal al- ^tydnietzyn: maarhy wjlom fun eigen fel- \ ven de nagt zoo lang hebben.

!SoN. AVaarishy  ? of van wat oortzytgy witgefondcn , om my dit te boodfchappen  ? i MrRC. Uic Beotien, want hy bcflaapt daar ifjl*^^ huimouw van ^mphitrm.

SoN. Is hyfoo een Luitenant  ? zouw hem fcenc nagt niet genoeg zyn  ?

Merc. Geenïïns. AVant hier moet een •groot held uit wafTchen , eenoverwinnervan veele volken. En dat en kan hy foo op eenc ^nagt niet doen.

H Som. AVcl geluk dan met dcfe kinder-ma-

  • i king , maar dit gefchiede evenwel ten tydc

ï van Saturnus niet, ( wy zyn hier alleen) want ^hy bleef aliyd by fyn Vrouw ^ea^ ofhy fliep alleen : nog den hemel verlatende, en ! fliep hy te Theben niet : de dag was doe de dag, cn denagthad fyn volle uur- getal: daar kwam .geee verandering by. Noit heeft hy met eert Hterfeiy ke vrouw te doen gehad , cn nu moet [alles om een fletvink van een vrouw-mens k'ondcrfte boven keeren. De paarden worden 'pgiiB Imoejelykenobftinaatomdatfezoo lange ftil ^ ^aan, dc weg werd ook rouw cn ongemakke-




28 F ó


m


m


112 LugiaKi Zamefi-fprakea

]yk, omdatfeheeie dry r^agen niet bercde , wtvd  : cn dc menfchcn , die tc bckbgcuj zyn, moeten foo lange in den duifter Icvcn.j Dcfevrugten krygenzyal uit/«/»/Ve«  hocrc-l rie, fv zitten ondcrtuflchen al verlangende:! tegen dien held zil afgemaakt zyn,en dat in dei dikke duifterniOè. '] Mepc. Son fsyyot ftil, op dat uit defc praat-l jesgeen kwaatenbrocdc. Ik moet ook na dc| AUan cn dc flaap gaan, om haar ook tc bood-i fchappen dat /«/ifer belaft heeft: d'eene dats zy niet wakker fa! voortloopen, cn d'andere*? datfe niet liaaftig van de menfchcn afvvykt, opj; datfe nieten mogten weten dat de nagt fooi lang was. ^

MERCURIUS en APOLLO.

ApoUo fchiet fyn pyL vjeJke Joor de ivejïê ^int op het hooft van Hyacinthus n'eckrom gedreven rrert^ en daar aanfterft. A^oWoimeekt de voejie-vjint,

Mercurius. TJ Oezytgy foo droevig JTX polio f

Apolio. Dat ik onge-'

lukkig in de vryagic ben.

MÈrc Dat is wel waardig om droevig tei zyn: maar hoe zytgy foo ongelukkig? fteckt: u dat nog in de krop , 't geen u met Va^hnt gebeurt is  ?

Apol. Neen, macr het doet my fccr 'c gecit

dien




28 F 6


ik ben begcerig dat C9


\

ff

i

l


Goden, 12 j

dien Ldcon, de Soon van Otbalus^ gebeurt is.

Merc. Is /y^rfcint/jMfdangcItorvcn?

Apol. In alle manieren.

Merc. Wie hecft'cr oit fo vrecmt gc^vceft, dat hy door liefde zoo fchoonen jongen hccfc omgcbragt  ?

Apol. Datismynfchult.

Merc. Waart gy dan rafcnd of dol f

Apoi. Neen  : maar daar is een ongeluk tegen myn dank gcfchiet.

Merc. Hoe zoo  ? hooren.

Apol. Hy leerde met de boog fpclen , en ik rpeelde kwanfuis met hem. Ondertuflchen die verdervende wint ZephyrHs, had hem al langen tyd 1 ief gehad- op hem niet denkende , en defe fmaat niet lydendc , fchoot ik dc pyl volgens gewoonte na boven in de logt : war heeft hy te doen , hy gaat van den Berg Taygetm blafen , foo dat hy dwingt dat de pyl op hctkintfyn hooftje afftuit , foo dat uitdic %vonde afgryfclyk veel bloed liep 3 daar het kint terltont van ftierf. Maar ik wrook defen ZephjrrMsopiïsLcnde voet, foo veel pylen op hem fchietende , dat ik hem tot den berg toe vervolgde. Ik maakte de jongen een graf- ftcde in de Ihdt ^mycU , daar hy ook gekor- ven was: en liet een bloem uit dai neergeftortc bloed wafTchen ^die feer aangenaam, en d'al- dcrriekcnfte van allen is,in welkeeenigc Let- teren ftaan , die fyn doot nog beweenen. Schyn ik u buiten gewoonte droevig te zyn  ?

Merc. Ja voorwaar ^poU. Cy wift wel

f ^ dat




28 F ó


J24 LuciANi Zamen-fprake»

dat gy dnar ccn llcrfclykcn vriend had, en ^ jij danrom moeit

gy niet bedroeft zyn , nuhy ^ gcftorven is. |

JUNO en LATONA.

Juno hefpot ApoWo over fyn iraarfegieni^c, . met Diana. Latona geeft haar tn J u-

piccr eenflreek. ^

JuNO. Y hebt fchoone kinderen voort- VJ gtbragt LAtond , cn dat uit lufi- r tenhy flaap.

Latona. Wy konnenfc allemaal fo fchoon niet voort-brengen Imo, gelyk \ulcanus\s.

JuN. Defen gaat ^vat mank, maarnogtans  ; heeft hy in aardige kon It- werken fyn gebruik \vamhyiscengoct werk-meeiter, hy heeft ons den hemel ook vcrciert, en is mctK enns p«trou\vt, die wakker op hem paft. Daar-cn- teccn is Didna, een van uwe kmderen al tc managti^ , gcduurig op de bergen. Voorts iflc na Scythtn getrokken , het is ook rugtbaar watzceet, wantzy flagtmenfchen eneetdic pclykde Stylhm, En ^;ol/# houd fig als of hy alles will , hy geeft fig uit voor een fchut- tcr, voor eenCithcr-fpeclder, voor een Me- dicvn , cn waarfe^gcr. Hy regtTabernen op to bU^t , dan in Clxrus, ginder m Didymtn , alioo bedriegt hy die met hem te rade gaan j 'cacnc hy haarantwoortisdubbel-finnig , op iathy nieten Mc aiilïcn, enuit dit gewia




28 F 6


I'


der Goden. 12^

wert Iiy rylc Zommigc fyn uiiflnn jg , die op fulL'cbcdriegcricn rcrlb; zyn. Maar die wat vooi ligtigt-r fyn , wctcii mcI dat het maar valsheid en bL-driegerien zy/i  : 200 l.y heiu op het waarfcggen vcrüonr, ftnnv Iiy fya vriend met de boog niet onigebra^t hebben ^ hy had niet voorfcgt dat t>aphne voor hem foudc vlieden. Daarom kan ik nitr Hen waar- om uwe kindcrs beter zyn , dan dic Nhbe gebaart heeft.

Laton a. Maar ik weet wel hoe jaloers gy zyt , 'c is niet om dcfc menfche-flagllcr en Icu- genagtigc waarfegger  ; maar om datfe mede onder de Goden zyn , voornamentlyk wan- neer zyom haarfchoonheid gcprefcn werd, en hy met zyn Cuher fpelen , dchcclcmaal- tyd doet verwonderen.

JuNO. Ik kon my niet onthouden van lag- chen , zou Jen zy over hem verwonderen? welken Marfyas de huid van'tlyf foudc ge- haalt hebben, zoodcA/«:(e«  maar regt had- den willen oordeelen ,om dat hy hcmYclFsin 't Mufyk had vcrmeeftert. En deze uwe fchoo- nemaagr, die isfoofchoon, dat, wanneer zy vrecfdedat ^flxon haar mifmaaktheid fouw openbaar gemaakt hebben , lietfehem van hare honden aanranden : zy fouw ook de ba- rjnde vrouwen geen kraam-bewaarftcr gc- wecft hebben , wanneerle zelfs vry Itcr was.

Laton. Gy zyt fchrikkelyk opgenomen iHnOy omdatgy by lufiur flaapc, en met hem regeert: daarom btnt gy ook fonder vrec- fe fmadïlykj maar gy fult eer kort wel wcder-

T 3 om




28 F 6


ii6 LuciANi Zamen-Jprake»:

om fchreicn , wanneer hy in een Stier of een Zwaan verandert zynde, op de aarde komt.


MERCURIUS eii MA IA.

Mercurius klaagt dat hyby dag en nagt met ruften kan-, door al de affairen die Jupiter hem oplegt ; 'vje?iji lie- i'er op de aarde een Jlaaf te zyn»

Mercurius. \\J £l Moeder, iffcr wel een W van dcGoden in den hemel die fig over my er barwt  ?

Maia. Spreekt fulke dingen niet Mercuur.

Merc. Wat  ? fouw ik niet fpreken  ? die fo veel befoignes heb, waar door ik den heekn dag afgemat werde , en die nog foo veelderlei hedienmgen heb  ? want 's ogtens vroeg moet ik voor dag-ligc op (laan, eerde drom- mel fynfchoenenaan heeft, en dan het eet- zaal, daar de Goden eten, uitvegen. Als ik dan de Raat- plaats met tapyten befpreit , cn alles ordentiyk gedaan heb , moet ik op luplter palTen, en al fyn boodfcliappen in d'hemcl en aarde uitrigten , als ik dan befwect cn bcltovcn wederom koom , moet ik de Go- de-fpysopfettenj eerder dcfe nieuwe fchen- kcr gekomen was , moett ik ook op het fcheii- kcn paden. En dat het flim ft is, ik alleen van al de Goden , kan 's nagts myn ruft niet hou- den , maar dan is my nog te laft gelegt, dat i k


der G O D E


127


dc geftorvcnc zielen by Pluto moet brengen , zynde Icitsman van de geeftcn , dnn nioit ik ook nog by dc Rcgtcr-iloel fhian. Het is nog niet gcnoogfoo het fchvRt , datikdjgelyx by het worrtelen ben,hei uitroepers ampt bcklec, cndeOrateurcn leer ^ maar ik moet nog dc fchaduwen hare fliken afdoen. De Soonca van Ltd€ vcrpoofèn malkander, dan in den hemel, dan op de aarde: maar ik moet op beide paflcn. Die twee, welke uit twee arme ellendige vrouwen gcboorcn zyn , te %veten : uit ^kmtna en i'ewe/c,dic leven lui en lekker aan dc maalcyd : maar ik die uit Alaia yitUn- tidcs gcbooren ben , zy haar een dienaar. Doe ik foo terftont uit Sidon yan de dogter vanCAiimtis gekomen was ^ (want hier had hy my na toe gelluurt , om te fitn hocfe al V w) e^r ik myn ^dcrn ccn«  «cfclicnt hadde % en nog hygde , fond hy my weder na yir- ^of , om tc ficnhoe dat het met Dana 'ê jl ging: en van daarna i?coï;e» gaande, fegt hy , verneemt ook eens na de welltant van tiope. Ik wenftc menigmaal niet gcboorcn te zyn j zoo het my geoorlofc was, wilde ik dui- fcntmaal liever by de (laven op d'aarden wer^ ken.

- Maia. Laat fulke praat varen: gy moet in alle manieren u vader gehoorfamen, dewyl gr nog een Jongeling zyt  : gaat nu na ^rgos toe I cn daarna in Beotien : want gy toevende en trager zyndc , gcllagen foud werden , zy zyn boos dic minnen.


E 4


lUKO


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


X i8 LuciANi Zameri'l^akejt


JUNO cnJUPITER.

]\xno klaagt tegen , dat lyiiOVïbaaY

  • wtUe hejlapen, J upitcr raad haar iu

een wolk te veranderen , om hem te bedriegen,

JuNO. Iet gy Ixhn wel iHpUerf hog mcifU gy dac het al met hem gaat  ?

lüP. Ik feg dat hcc een nuttig man is I cnecngoetmededrinkcr  : hy fouw anders niet met ons verkcercn > foo hy hc8 niet waardig was.

JuN. Hy is het on waart , want hy is voor- fckerfmadclyk  : daarom laat hem niet meer by ons vofkcercn.

JuP. Wat fmaailieid heeft hy ons aange- daan? ik behoorde dat ten minllcn te weten.

JuM. Ik ben befchaamt te feggcn, foodanig is *tdat hy heeft derven bertaaii.

Jup. Zoo veel temeer bchoordctgy te fcg- gen, wanneer hy een groot k waat heeft uitgc- regt. Heeft hy ymand willen fchenden? ik weet wcl wat het is , 'c geen gy niet en derft

JuN. My felfs luphtr, en niemand anders, cn dat al o7cr lange i in'teerft wift ik met, waarom hy m y foo fterk aan fag : hy fugcende cnfchreide fomtyds eens: als ik GAnymedes den beker over langde 3 wilde hy uit defelvc

drinken.




28 F ó


der Goden. 119

drinken , hy fag jic cedt aan,d.iarna wende Iiy fyn gcfigt na niy : hier uic vci Hond ik nvc! dar het minnen was  : over lange heb ik gevrccfl het u te feggcn , en ik dogt dat de karei van defc raferni Touw ophouden. Daarna heeft hy mctmy bertaantcfprekcn, ik fettc liem mee fyn wecnenaf; op de knicn vallende, ftopce ik mync oorcn om fyn fmaatheic niet te liooren  ; ik ging doe weg om uw dit aan te dienen. Gy kont hem nu eens by de kladden vatten.

Jup. Wel , wat guit is dat ^ die myn vrouw derft bekruipen? Washy (oo van Gode-drank vol.*' wy zyn daar Autheuren van. De menfon meer als gemeen beminnende , en haar on- fe disgenooten makende. Zy zyn fondcc /chult j want zy drinken eenderlei drank met ons , foo is hetgeen wonder , dat , foo vva n- neer fv die hcmclfc gedaanten aan ficn , diefc op de aarde noit gedcn en hebben , daar op vcrücft werden. Want de liefde is yts aan- dringcns met ge welt, die niet alleen over dc menfchen hcerfcht , maar ook fomwylcn orec ons.

juMO' Dcfc regeert (l-er over u , en leid u als by dc neufc trekkende, gy volgt hem al waar hyu geleid , gy verandert u foo dikmaals als gy begeert , gy zyt t'ecncmaal eer- bcllttin- ge en fpcl van de lief Je.lk weet dat gy nii / xhyx op vrye voeten fielt, om ditgy mcnigrn:ial fyn vrouw bekropen licbt , wanncerfc u Vlri- turn baarde.

JuP. Gedenkt gy die dingen nog al , Waa- necrikopde aarde usder klimmendt^ > aldu>

F 5 gc'


i




28 F ó


L u c I A N I Zmen-Jpraken heb. Maar weet gy wel wat men met


\


gcfpeeltww^. — — -

ƒ xion doen fal  ? Ik vindc niet geraden hem tc llraften , nog van onfc maakyd te onthouden, dat louw al te boerfch zyn. Maar dewyl hy mintjcn, gelyk fegt,hy fchrcit en lyd groote

dingen. ,

juN. Watwdtgy dan doen lupttcr , ik vrccs dat gy yts fmadelyx fult zeggen.

Jvp. Geenfins, maar laat ons luvbcelte- nille uit de wolken makcn> na dat de maalryd aangcfchcydcn is, cn hy opwaakt van lief- de , laat ons hem dan by dat beeltenifle bren- gen, om het te bekruipen. Soo fal fyn angftig- hcid wel ophouden , mcinende dat hy fyn >\elluft geboet heeft.

Jun/ Weg, weg, dat hem niet goets enge-

fchiede, bcgecrende dat boven fyn magt is.

Jup. Laat dit immers toe Itmo. Wat kwaat kan u uit dit vercierfcl over komen , loo Ixkn met een wolk te doen heeft?

JtTN'o. Maar als ik al een wolk ben , foo fa l liy evenwel die gcilighcit my toerekenen.

Jup. Geenfins: want de wolken falnoit j»ecn/«wozyn, nogte lunt» een wolk: maar jxioniiX alleen bedrogen werden.

JuNO. Maar (gelyk alle menfchcn roem^ fuPtig zyn) foo fal hy , op de aarde komende , sloriceren , en hy fal ydcr een verielUn , fcg- len , dat hy /Mno beflapen heeft , en dat hy /»- fit er s mede-vryer is ; mitTchien fal hy ook feg. «cn , dat ik hem minne j dan fullen dat de menfchen gelooven , niet wetende dat hy met een wolk tc doen gehad hccfc.

JuP.


ö'é'?' G O D K N. 1 5 r

JuPt Soo hy fiilx fa\ fcggcn , C\\ men hem van boven n-cr in de helle itooten, en aan een rad gebonden zynde , altyd omgedrait ^ver- den ; en dit fal noit ophouden üratfe tc lydcn voor fyne liefde.

JiJNO. Dat is evenwel een kleine flraffc M'l vjpor foo een groote glory.

VENUS en LUNa! De Maan is op Endymion verlieft. Venus klaagt over haar Soo?/.

ViM'S. iy r Aar wat feggenfc dat gydccr^ iVl mcenigniaal gy tot Carien komt , dat gy uwe wa^^cn doet fiillelhan> en van om hooge na Endymion fiet ,die onder den blauwen hemel als een ja- ger flaapt , en dikmaals uit het midden van u >vcg na hem toe klimt.

LuN. Vraagt gy daar uwen foon na, Ve- ffusy die van defe dingen autheur is.

Ven. Laat hem in fyn wefcn : hy is wat fmaatagtig. "Want was heeft hy my niet wel aangedaan , ik j die fyn Moeder ben  ? Nu na /d4 trekkende , om den Trojaanz^en ^mhi- fes; nutot Libanus den >f ljyrifchen jone^C' "lingjdiehy ook by Proferpina lieftallig maak- te , cn my van dc helft myncr minne berooft hecfr. Daarom heb ik hem meenigmaals gc- dreigt , cn foo hy daar niet van op en hiel , datikfynboogenpylkoker fouw breken, en •fyne vleugels afhouwen. Ik heb hem onlangs louter m«  een pan-coflcl op fyn billen gcfla-

f • gen:




28 F ó


1^2 LuciAMi Z:imen-jprakm oen : hy crbarmelyk faieekcnie en bid Jenvlc , vergif het hem ccraont. Zsgc my cciis, is Bndymion fchoDa? wanc dat fju hcai cca

trooii zyn.

LuN. Mvfchynthyfccr fcnooti, voorna-, mcntlyk wanneer hy mee fynkrygs-kleet^p derorfc fl.iapc, wanneer hyfyn p/lcn allciig-. kcfts uit fyn Itnker-hint laat rollen i en dc rcg - terhant boven op het hooft Icgc, dat maakt een fthoonheit van fyn aanfigt. Als hy ont- maakt, foofnakt byna Gode-fpys , dan loo klim ik ilille neder Tonder geruis , en foo kom ik by hem op de einden van my n vmgercn , op dat hy niet en foude wakker worden. Gy weet wel wat ik u hier na fcggen fal 5 maar ik verga byna van liefde.


MERCURIÜS cii APOLLO,

Het Houlyk van Vulcanus, Apollo*os gelukkig vryen.


Mercueius.


WEl^^polto, heeft MercH- t 'iHSy daar hy nog foo kreu- pel is i en een flegte konil oefent , nog een houwelyk gedaan van fiilkc twee fchoonc vrouwen , van r enus en G >-.j-

Apol. Het geluk heeft hem willen dienen. Maar daar verwonder ik my grootelyx in, dat - fcby hem onder kruipen , voornamcnilyK, by druipt van fweet, by den oven




28 F ó


E


Of*»:


G O D E N.

\verkt 3 cn fyn aanHcht fwart van al dc rook is. Evenwel mag hy foo llordig zyn als h/ wil , fy kuücaen lekken licm , 'cn flapender nog by.

Mer. Dit bcnyd W P^ulcA^n. Laatgyii lokken waüèn ^ polio ^ fpcclt op de cither j en weeft op u fchojnheic hovaardig. Ik fal ook foo doen om dc corpulentighcit van myn iig- haani cn de lier. En als men te flapcnmoc: gaan, fullcn wy alleen flapcn.

Apol, y enur is anders in liefdezaken my niet wel genegen : om dat ik ook twee boven andere beminde , tc weten, Da^hne en fl> cinthus , fy vkigte en hate my , foo datfc I iever in een hout veranderde , daq by my te flapcn 5 cn dcfc van een werp ftccn ; cn nu heb ik kro- nen in plaats van haar.

Mer€. y entit licefc my {omtyts,maar ik mng niet roemen.

Apol . Ik heb 'er kennis af, want men fcgc dat die fIerm4phrod}-t uit u cn haar geboren is. Maar (èg eens, waarom is F' enm op GratU niet jaloers, of in tegendeel C7rrf/w op f^e-

Merc. Zy heeft in't Eiland Lemnos met hemt^ «ioen gehad  : maar Vtnut varkecrt meeft inden hemel byAf^rr/, welke fy be- minr^want fy om die fmit niet veel en vraagt. Apoi. Sviu f «to/wrdat tvcl weten  ? Mepc. lïy weet het wel, maar wat fil hy tegen foo een genereufcn kryg^man doen? Daarom fwygt hy > alleen dreigt hy ecni- ban^lcn t^^cns haar uitgevonden te hebbon,

F 7 in


re




28 F ó


134 LuciANi Zamn-fpraken.

in welke hy haar beide op het bed leggende ,

vanoen fal.

Apoi. Watfalikreegen, ik mogt \tc1 ly- den dat ik die was , dic daar in gevangen wierde.


PAN cn MERCURIUS.

Pan is een baf aart van Mercurius , V 'vjelk Mercurius fchaamt-

PAN.rTTEeft gegroet Vader.

W Merc. Gy ook zoo Pan. Maar hoe noemt gv my u Vader f Pan. Zyt 2y niet CylUmHs M eramns  ? Merc. Ja. Maar hoc koopit gy myn foon

tc zyn  ? . 1 • .

Pan. Ik ben u baltaart , uit u hoercjagt ge-

^merc. Voorwaar uit d*ecnc bok pf d'an- .br ,dic meteen ge.t geboeleert heeft ; wam hoe fou wd gy myn foon zyn , daar gY ^oo hebt, met foo een neus, ma een ftekehgc biart, cngefpleeten ru.gcpootcn, met een itcertagtcr de billen. ..

Pan. Die fchirap-woorden , Vader , die gy Kgen my fprcekt, braakt gy tegen u eigen fbin uiti 't'is u (elfs niet vee eer daj gy fuikekindcrcQ voort -teelt; ik ben buiten

ME.;c. W^efegiedandatumocd^^^^^^ wel ergens «en geit, daar mcdcgcboc

Jccrt heb  ? -m^^^




28 F ó


der G O D E N.


Pan. 't Is niet met een geit: maar herdenkt eens 5 hoe gy in ^ nadien een vry-gcbooren maagt ontvry (tcrt hebt. Wat byt gy op de vin- ger , lange twyfclendc  ? Het was Pentiopt, de dochter van Icarut.

Merc. Hoe komt het dan datfè my een kint gebaart heeft, dat een bok gelyk is.

Pan. Ik fal 11 vertellen^ 't geen ik van haar felfs gehoort heb. Doe zy my na ^rcadien fond : O jongen , fegt fy , ik ben wel 11 moeder Penelope vm Sparten goboonig; maar weet dat u vader een God is , te weten Mercurius, de foon van It flttr en MaUy en gy moet niet moeicly k zyn dat gy gehoornt zy t,en rui- ge pTioten hebt ; want doe u vader by my fliep, hei fciiiep hy fig in een bok , om daar onder tc fchuilen : daarom zyt gy als een bok gewor- den.

Merg. Het heugt my wel dat ik fulks gedaan heb , fal ik nogtans 9 die (bo fchoon ben , en %vel weten wil dat ik fchoon ben, daar en bo- ven nog geen baart en heb , u Vader genoemt zyn , cn van yder een belagchen werden, dat om fulke fchoonc kinderen  ?

Pan. Ikbcnu tot geen fchande, Vadcrj \vant ik ben een Muficantjik fpcel op de fleuit, cn dat met een volle adem  : Bacchtts en kan fondermy niet doen, maar hy heeft myvoor ccn mede-makker cn raadsman gemaakt. Ik ben een voorganger in de Reien. Soogynu myn fchaapskoiien eens faagt , die ik door r«- gex en Panhenmm heb , gy foud u vermaken. Ik regeer over geheel ^rcadUn. Doe ik on- langs




28 F 6


LuciANi Zamenfpraken

lan«»$de yfthtnUnfen een hand bood, foo heb ili niy in Marathon foo wel gekweten, dat ik de fpelonk d»c by het Kaftecl is , als een krygs-gefchcnktotccn giftc kreeg. Wanneet Als gy ook te ^uhtntn komt , fult ^y wel ligt vernemen, hoe groot de naam van Pan d.iar i$. Merc. Zytgy al getrou^^t^' Want de fpraak

gaar zoo. ., ,

Pan. Geen fins , Vader, ik ben nog een vrijer ; want ik ben niet te vrcdcn met y mand te doen gehad te hebben.

Merc Gybckhmi dan de geiten.

Pan, Gyrpotmetmy. Ikhcbnogtansmct Echo en met VythU te doen  ; daarenboven nogmetaldcA/fw^ii" van Bauhus, en die maken eroot werk van my.

Merc. Weet gy wel foon Nxat gy doet, dat

my behagen zal? - ,,

Pan. Gebied maar Vader, wy fullencens

Merc. Komtby my>cn omhelftmy, maar

noemt my noit geen Vadet daar ymant by is.


APOLLO en BACCHUS. Cupido , Hermapbradiiis en Priapus, hoe die foo verfcheiden van manieren z^^r.

Apollo. I T 7 El 5*cc/;«  ? Cx\ men «eg? en, dac yy Cuf^'ido , fJermapbrodittis en Pri<ï;)M^ Gebroeders zyn,daar- ae malkander in form cnhandclingczooon-

lyk zyn  ? Want dcfen is (eer fchoon , een

groot




28 F ó


^ifr G O D E N. 137

groot fchicicr , cn door fyn magt regeert hy over hair. Maar dezen is vromvagtig , en een half man, hy heeft een twyfclagtig aanfigr, foo dat men geen onderfc-hcir kan maken , of hy een jongman of een maagt is. De derde is wederom meer als gemeen managrig , te >vcten, Pria^us.

Bacchus. Verwondert n daar niet over, polU. Want men kan Keswt de fchult niet ge- ven , maar de Vaders , die alle vcrfcheiden zyn geweed  : want die uit eene Vader ea Mocdergeboren werdciijzyn fèer verfcheidcn; want d'ccne is een man , cn d'ander een wyf- j cn,gelykgy heden.

Apol, 't Is foo als gy fegt: maar wyzyn gelyk,ea in eenderici zaken bezig, dcwyl wy beide (chutters zyn.

Bac. Wat de boog en pylen belangt daar zyn wy eens in ^pêllo  : maar hier zvn wy weder ongelyk in dat Diana, by de Scythen dc vrcetndchngen flagt , endatgy profeteert en ficken geneert.

Apol. Meintgy dat myn Sullet vermaak in dc Scythtn heeft  ? die ï^ij; ook roeriufe, om oPcrookecn Grit\ in Taurica qiiam , op datfcmethem moge Wcg varen, nu al lang een walg hebbende van die flagtinge.

Bac. Zy dede wel , maar delen PrUptu} ik moet 11 wat belagchelyx verlialcn , 't i^aan my onlangs gebeurt is^ doe ik te Lamftcen was. Als ik by de S:ad kwam , nam hy my in fyn logement. Na dat wy flapen gegaan wa- ren j en vry veel vogt aan dc maalcyd ingeno-


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


j38 LuciANi Zamcn-fp-nken

men hebbende, ftontdcfen generen (ên man omtrent middernagt op  : maar ik Tchamet my tc fcggen.

Apol. Beproefde hy u aens  ?

Bac. Jadicrgelyks.

Apop. Wel wat fcide gy doe.

Bac. Wat fou ik anders doen danlagchcn.

Apol.'c Is goet dat hy niet Teer fcherp ofte boers aangclcit heeft. Hy '\i verlof waardig > zoo hy op II die foo fchoon zyt,vcrlieft.

Bac. Daarom is hy ook met regt op u ver- licft gcweeft ^poUo. Want gy zyt fchoon , daarenboven hebtgy hairlokkcn , foo dat die Priapus nugter zyndc, u wel fouw willen aan boort komen.

Apol. Maar hy fal niet ligt toegang tot my krygen Bacche : want behalven de hairlokkcn heb ik ook een boog.


APOLLO cn MERCURIUS. Hst onderfchsit tujfchen Caflor Pollux.

Apollo. IT Ont gy mv wel feggen Merctmr i\ wie van 'beiden ^dat CAjior cn Pollux zy  ? Want ik kan haar niet wel ondcrfcheiden.

Mercurius. Die gi derby ons was, waar Cdjlory maardefcn is /'o/Zia-.

Apol. Hoe ondcrfcheid gyfe? want (y zyn malkanderengelyk,

Merc. Om dat dcfen ocnigc lyk-tcjkens

van




28 F 6


i^er G O D z N. 139

van wonden heeft , dcfc heeft hy van dc vuilt- vcgter gekregen , voornamcntlyk is hy van Lebryx de Soon van ^mycHi gcwont ge- wecit , als hy met lafon na Colchus voer. d'Ander heeft lUIx met , maar is cflcn en glad van aantikt.

Apol. 'tis de pyne waart ge weed , dat gy my dat ondcrfcheir gclecrt iicbt , want anders zyn ly malkander t'ecnemaal gelyk , het halve gedeelte van het ei, met de boven op (chyncn- de Iter , depyl inde hand , en beider paarden zyn wit: en daarom heb ik dikwyls Caflor 2,t^ noQmt d\c P ollux was , en wederom Po//«.v die Caflor was. Maar zeg my eens , waarom verkeercn zy niet beioJe by ons , maar de helft van haar beiden is, dan eens dooc, en dan eens ccn God.^

Merc. Dit doen zy uit brocdeflvkc liefde* Want devvyl dat een van Ledaas kinderen ftcrvcn moer,end'anderonfterfelykzyn, zoo hebben zy de onfterfelykhcid onder malkan- deren verdeelt.

Apol. Dit is geen voorfigtigc deilinge Mercimr , want Cy en konncn foo doende malkander niet eens annfien ,'t welk fy buiten twyfFclwcl wilden. AVant hoe kan dat ook zyn, wyl d'eene by de Godeujen d'ander by dc Graf-goden is, maar gelyk als ik waar leg, zoo gmcQll JEfcuUphif, gy leert worftelen, en zvt een ooedc tiiot-mceller der kinderen. Dtana. die voed op ; en foo heeft een ydsr zyn eigen konfl-,die de Goden of dc menfchen nut is. Wat (lillen dcfc ons doen  ? fullcn fulkc

per"




28 F ó


1^0 LuciAMi Z amen- fpr aken

pctfooncn sanoiife mialtyd ledig fitten >

M EKC. Nü-n , mair zy moeten Neptttr,ui altyd dienen > met liem ovör de zee rydcn  : en zooder Sclupp '! s door onweder j^evair lyJcn, moctcri zy ook op het Schip (iiten , cn dc va- rende Luiden behouden.

Apol. Gy vem-lr my een goede cn behou- dende konO. Afercunr.


JUPITER en GANYMEDES.

Juplter fieelt Ganymcdes'vanr/e aarde y om in den hemel jyn hyflaap en fchen- ker te zyn»

JwPiTER. TT 7 El aan Ganymedes, ( \vy Cyn VV nuoponfebchoorlykeplaati gekomen) kuft my nu  : op dat ik niet meer cn (chync een kromme bek tc hebben, nog kromme teugels nog vleugels, gelykals ik u daarefTen fchecn in de gedaante van een vogel.

Ganymedes. Lieve man, waart gy terftont tiict een Arent, en hebt gy my niet al vliegende uit het midden van dc Schaaps -kooy gcroott  ? Waar koekoek ly n uwe vleugcis gebleven, gy gelykent ons nu al heel wat anders.

jup. Ikbingcenmenfchalsgy mcim, jon- geling nog geen Arent, maar de Koning van al de Goden , die myn felvcn voor een tyd zoo hervormt heb.

Ga vYM. Wat je fegt? zyt gy dk P4»? waar is

dan




28 F 6


der Goden. 141

dan u fluit, waar zyn u hoorns cn u ruige bee- ncn?

Jup. Mcintgy dat die alleen een God ma- ken ?

G anym. Ja, want daarom offeren wy hem, dengcklooten bok na dc fpclonkc dryvcnde, in welke hy geftclc is. Maar gy fchym my wel ccn plaag-beeA te zyn.

Jup. Wel , hebjc de naam van luplttr noit gchoort  ? Hebt gy fyn Akaar in Gargaren noit gcficn, van dat hy regent , dondert en bhxemt  ?

Ganym. Zegtgy, goede man, dat gy die zyt j die daar even dien hagel foo overvloedig liet vallen, die boven ons woont en Co bromr, aan wien myn V^aderdaar effen nog een ram geoffcrt heeft  ? maar wat hebikkwaats ge- daan , Koning der Goden, dat gy my foo hoogc opgetrokken hcbt^Nu zyn de Schapen, geloof ik.5 inde woeliynenal van dc wolven verfcheurr.

Jup. Bekommert gy u nog over de Scha- pen , daar gy nu onftcrfcly k bent , en hier by onsfulc verkecrcn?

Ganym. Watfcgtgyfzultgymyriiet we- der in ida brengen  ?

Jup. Geenfins , want anders fouw ik my te vergeefs, , in plaats van een God, in een Aronc verandert hebben gehad.

Ganxm. Myn Vader fnl my foekcn , en fal onvernoegt zyn my niet vindandc , en dan fal ik daarna geflagen werden , om dat ik dc Scliaaps-koy vcïktcn heb.

lüP. \^^aar


142 LuciANi Zanien-ffraken

Jup. Waar fal hy u ficn  ?

Ganym. Niemendal , ik vcrlangc na hem. Zoo gy my laat gaan, beloof ik u dat hy 11 we- der tot loffingc van my, een ander bok fal of- feren, wy hebben eenen dry-jarigen,dic groot isjen d'andere inde wye voorgaat.

lup. Hoe onnoofel is defe longen nog , 't is ook niet meer dnn een enkele longen. Maar lieve Ganymtdts, laat die dingen varen, en vergeet de bchaaps-koy met ida, AVant gy (dcwyl gy hemels zyt) zult veel goets uit- rjoten voor u Vader en Vadcrlandr. In plaats van melk en kaasfult gy Godc fpys eten , en Gode drank drinken, bic fult gy onsen andere infchenkcndc voor brengen. En dat nog het meefte is ,gy fult niet langer een menfch zyn , maar onltcrfelyk , ik fal u een fchoone {\tx aan den hemel geven : en gy fult t'eenemaal geluk- kig zyn.

^Ganyv. Zooiknubcgeertefpeclen, wtc fal met my fpelen  ? Want in idA warendcr veel van myns gelyke.

luP. Cupido zal uecn mcdefpeelder met koten en knikkers zyn, weeft maar goets moets , en bly , want gy fult dan mets begce- ren van geen hieronder is. ' ■ Ganym. Wat nuttigheit fal ik u. 1. bybrcn- gcn > moet men hier ook Schapen hoeden  ?

TuP. Neen , maar gy fult ons wyn voor dienen , gy fult geordineert werden Gode- drank te fchcnkcn , en de maaltyd te verlor-

^^Ganvm. Dat is niet zwaar, want ik kan de




28 F 6


ODEN. 145

weet wel een Herders


der G

melk wel gieren , cni kroes te kroonen.

lup. Hoor eens , hier kalt hy veer van melk , by mcimdat hy die denienfchen (al voordienen. Dit is den hemel, wy drinken hier Godedrank.

Ganvm. Nog zoeter als melk  ?

lup. Gy fulr dat dadclyk wel (Ten  : \vant als gy die proeft, fult gy na geen melk meer verlangen.

Ganym. Maar waar fal ik's nagts flapen , met myn makker Cupido >

luP. Neen , ik heb u geftolcn , dat ik by uwfouw flapen.

Ganym. Kontgy alleen niet flapen, fal het flaapje foeter zyn , als ik'cr by ben  ?

lup. Voorfekcr, met foo een fchoonc jongen alsgy zyt Canymcdes.

Ganym. Wat fal myn fchoonfecid u tot het flapen helpen  ?

lup. Het geeft fbo een aangename bcwc- ginge , waar doorfc ligter komt.

Ganym. Maar myn Vader faJ over myn flapen verftoort zyn. en morgen weten te feg- gen, hoe dat ik in het bed gcwoclt heb, al floorendc, en onder het flapen fprckend»: M'aarom hy my mecnigmaal by myn Moeder lei. Zoogymy daarom gerooft hebt, is het tyd, dat gy my weder op d'aarde fet , of gy fult door dcfe mocjelykheit niet konncn flapen. Ik zouwugeduurig turleeren, met my bieren 'daar te wenden.

lup. Des tc aangenamer fult gymywefen,

zoo




28 F ó


144 LuciANi Zamen-ffraken.

zoo gy maakt dat ik by u waken moet. Daarom zal ik u ook tc eerder kulTen en omhclfcn. Ganym. Gy fult het ficn, ik fal flapen als gy

JuP. "Wy fullcn fien wat ons dan tc doen Haai: brengt hem nu hcenen MtrcHnr^ cn na dat hy vandc oniterfelykheid gedronken .. ^ heeft , zoo laat hem ons voordienen , leert hem cerft hoe men dc beker moet ovcrgc- ■ ven. H


JUNO en JUPITER.

Juno is jaloers , dat Jupiter Ganymedcs tot fynSchetiker gebruikt.

TüNO.fTTAt vooreen longeliog hebt gy VV daaruit r/>r;^»*« van wcggc- yo€rt. Zyt gy doof, my dunkt dat qy niet hoort.

lupirra. Zyt gy ook jaloers om hem Juno, die foo fimpcl cn eenvoudig is  ?  »k meindc dat gy alleen maar moejdyk waart over dc vrouw-luiden die met my verkcercn.

luNo. Daar doejc feer kwnlyk aan, cn 't palt u niet , de wy Ije Koning van al dc Go- den zyt, dat gyu egtc Vrouw verlaat, op d'aarde neer klimmende, en u in gom of in een Stier verandert, en dat om tc boeleren. Die vrouw- luiden verwagten u op d aarde. iJaar- pm zyt gydicdecddltcderG*dcnzyt, n^et


r



28 F 6


det G O D E M. I45

dit geroofde jongctjcn in den hemel gevlogen^ nu woont hy by ons, cn gy hebt hem in myn oogcn gebrngt, om ^vyn te fchcnkcn. Had gy zooichenkcrs gebrek  ? of fyn f^tht en V uU canus zoo moede van fchenken f Gy onifnngt de beker niet anders van hem , als of gy hem ooktcvooren gckuft had , dat het een ydcr aanliet : die kusjes fyn u hefFelykcr dan de Go- den-drank. Daarom elft gy menigmaal de bc- ker.^al ii 't fake dar gy niet eens cn dorfl.AVan- ïicer gy het fomty ds maar eens geprocft hebt, geeft gy hem de ocker . als hy dan gedronken Kceft, neemt gy de beker cn drinkt allet uit , dat hyder ingelaten heeft , cn dat van die zydc daar hy dronk , en fyn lippen fettc- dcj op dat gy te gelyk drinken cn kullcri moogr. Onlangs fpeclde gy by hem met Icoten, u panfier met u blixem afleggende , die Koning en Vader van alles zy t. Gy die foo een grooten en lange baart hebt. Ik fic dit alles wel , mcint niet dat fuk voor my verborgen ii.

Jup. "Wel luno , is dat foo een gewigtige faalc , datikeenfchooncn jongen onder hoe drinken kus , en my dan eens met een dronk- jen , cn dan eens met een fbentjen my ver- maak ? Wel dat ik hem eeni verlof gaf dat hy u foende  ? zoo fultgy my niet langer befchul- digen dat ik fyn kusjes meerder agt als dc ^vyn.

JuN. Die zyn kinderlykc woorden. Ik 20UW wel een fottinne tyn , dat ik myn mont aan zoo c«n tengercn cn vrouwagtigen Pfcrj- ger fouw zetten. G Jui».




28 F ó


1^6 LuciANi Zamen-f^ra^en

JuP. Wilt niet op mynvryagicn fchinipcn, gy gcnercudt , want dcfcn vrouwagtigcn en lekkcropgcvocclcn barbaar , is aangenaam cn zoet , ik wil niet fcggcn , om u met aan tc hitfcn.

JiiN. Och of gy hem om mynent wille ge- trouwt had. Denkt eens wat finaat gy my om dien fchoonen fchcnker, met u dronken gar, aandoet.

Ju p. Maar VuUayius u Soon behoorde dan ons te khcnken , tc weten dien kreupel , die daar belloven van den oven af komt , die een weinig te vooren fyn tangeneer lei, zoo moe- ten wy uit fyn vuile zwarte handen de beker nemen , en hem foenen: welken gy die de Moeder zy t , niet gcern en kuft, hy fict'cr foo Arart uit als ccn jonge düivel, lyn bakhuis is Iieel vcrbrant. Dat is frai, ontcert fo een fchen- Ivcr niet grootelyks de Goden maaltyd  ? fulJcn %vy Gan^medes weder na ida (enden  ? Hy is foofuivcren wit, iyn vingers (yn als roofcn  : hy weet de beker aardig over tc geven  : en dat u tncc(t in de krop fteckt > hy kuft licfely- ker als de Gode-drank.

JuN. ó lu^itery is Vulunut uw nu een kreupel, vojvanlfof, walgt gy van hem als gy hem aandet, uit welke defen fchoonen cn wclgelokten j u /d* voortgebragt hccfr. Ecr- tyts zagjé niet , dat hy foo beaft was , nog gy walgde voor den oven ntct,om niet tc konnen dl inken, als hy u de bskcr gaf.

JuP. Gyvcrkniett u iêlven /mw*, en gy ©fttftcckt mvn minnen nog meer j om dat gy

jaloers




28 F 6


dcY Goden. 147

"'jalocn bent. En zoo gy onvcrgcnocgt zyt dat

clefc fchoonc jongen u de beker langt, zoo

I neemt gy die van uv\*en Soon. Gy Ganyn edes fult my alleen de beker vullen, kult my gc- duurig tweemaal , als gy hem vol overgeeft , 1 cn wederom van my ontfangt. Hoe fchreit gy foo  ? vrccft niet. Ik fal het wreken, foo ymant u moejelyk valt.


VENÜS cn CUPIDO.

Vcnus hekyfthaar Soon over het ^uaat dat hy doet,

J Venüs.' \ /T Yn Soon,fiGt eens wat gy al uit- iVl regtjik feg niet van 't gene gy op d'aardc doet , of dat door u aan- F raden de menfchcn , 't zy met fig zelfs, of met T malkanderen doen : maar ik fpreek van 't gene lindenhemeigefchiet 5 want gy dwingt , dat Mufittr verfchcidc gedaanten aanneemt , en datinfoodanige, alsgy voor die tyd begeert, Dan roept gy de Maan van den hemel, en dan >-**JIaatgy deSon by Clyntene haar loop vertra- pt l gen 5 zoo datfe vergeet de wagen te wennen , j wam al het kwaat dat gy tegen my  ;dic u Möè- ! der zyt , doet j meint gy dat u toekomt. Maar

gy ftoutftevanaldeGoden, hebt die ouwdc

' J Jipea , die Moeder is van foo veel Goden , 1 foo verre gcbragt dat (y kinder-fat is , en fig ^5f| wel verdoet om dié jongeling uit Phr^gien: cm uwcnc wille is ly nu rafcnd j zy dwaalt nu '¥ G 1 onder




28 F ó


i^B Lucia NI Zavien-Jpraken

onder en boven den berg ida , tuHchcn twee leeuwen met dc Corjbantct , die oolc ccn ra- fcrni hebben. Schreiende om ^ tlix : vordcrs een vnn de CorylAntes fnyt fyn mtnnelylchcid nact ccn degen af, ccn ander loopt nl raftn ca- rnet neerhangende lokken over den berg , cc ander blanft op ccn hoorn , of hy irommcltc ^jjcclt op dc cynibcl : kort , het i$ op ida vo. ^ tumult cnraferni, foo dat ik voor alles vrees  :^ ik ben bang dat'er dicrgelyks mogt gcfchicden, alhoewel ik u voortgebragtheb , dat foo fQ)t ' eens bedaart, of foozyralcndblyfr, datzy d ^ Oy^^'tw"^ gebieden fal, utc vangen, cnvan ccn tc fehcuren^of voorde Leeuwen te wer- pen. Dcfc vrccfe bcangftigt my , om dat ik die gevaar met u tc gcmoet fic. ,

Cup. Weeft goets mocts Moeder: want ik ben ook met deLccwcn fdcr gemeen ge- worden , %vant ik dikmaals op haar ruggcj klimmende, kryghaarby dcmanc, en dryfl Iiaar als dc paarden. Zyftrcelenmy ook mcil haar ftcertcn , en nemen myn hant in harc^ muil, zy lekken my, en laten my onge- fchcnt. Maar wanneer fal het ^ht4, te palTc iomcn , dcwyl fy op >iltU heel vergekt is >j Als^t al gefcgtis,watquaatbedryf ik,wannecr ilc dingen, dic fchoon fyn, voor oogen ftellc  ?| foo gy-licden geen fchoonc dingen begeert, ^ %vaaromlegtey-liedcndande fchult op my. Wiltgy Moeder hebben dat gy met meer op ^/<«r/ verlicft,nog hy op u  ?

Vbn. Hoefytgyfoowonderlyk, wilt gy het noit gewonnen geven  ? denkt maar op hei gene ik u gefegt heb. Apoilo. \




28 F 6




28 F ó




28 F ó




28 F 6




28 F 6


der God e n.


Ml)


I


APOLLO en MERCURIUS.

\ cnus en Mars by vidlkander fl^cndt ^ "jjerden "jan V^ulcanas bezit.

Apollo.TT7 Atlagtgy , Afenunr}

W Mercuriui. Om dat ik fecr bebschcyke dingen gefien heb ^ polio.

Apoi. Vertelt my die eens , op dat ik die hoorcndc met u lagchen mag.

Merc. J^enus by Man Hapei jdc, is gevan- genzet! ynlcanus hecftfc beiilc gebonden.

Apoi. Hocjgy fchyntytsaaVdigJ tc verha- len,

MvRC. Over lang will hy \^\ van de iakcn, cn doe hecfc hy haar lagen gclcit , foo dat hy in het bed cenige lieimcHkke ftrikken maakte, cn weder na fyn oven gaande, dedc hy iyn werk. Een weinig daar na komt Mars zeer hcimelyk binnen, gclyk hy wel gcdagt hadde. Zoo (iet de Son hem van om hooj!e,cn hy fegt het aan Vttlcanitf, Alsfy nu op het bed ge- klommen waren, cn haar werk deden, foo la- gen zy in de netten , en wierden door uc banden daar in gerolt, yuUnmts flont onder- Avylen daar by. Maar zy (dewyl fy nnakt was) wasbi-fchaamt, cn had niets daarfy haarmo- de bedekte. Mats meindc in 'ceerlie te vlug- ten , cn dagte defe banden te konnen breken' maar doe hylfag dat hy overal gevangen wns,

Q l




28 F ó


X5o LuciANi ZatneH'Jpraken,

cn dat hy nergens cn kon vlugtcn , foo begon hy tefmekcn.

Apol. Wel, hoe ging het daar mede, liet yulcanm haar weder los?

MüRC. Neen, maar hy riep de Goden te fa- men , en fettc haar defe boclagic ten toon. Maar fy die beide bloot waren , cn tTamen ge- bonden , lieten door fchaamte hare hoofden hangen. En dit (chcen my een foet fpckcakel t«  zyn, van'c geen alleen gefchicde.

Apoi.. Schaatnt defe Smit hem felvcn nict> fyn wyfsboelagie ontdekkende  ?

Merc. Gcenfins, want hylagt haar toe, daarby ftaande, maar foo ik de waarheic fal feggen , ik was op Mars al wat jaloers , niet orrTdat hy met ccn fcer fchoone Godinnc hadde te doen gehad, maar om datliytcge- lyke by haar gebonden was.

Apoi, Wildet gy dan wcl foo gebonden zyn  ?

Merc. Gy niet ^ polio  ? Gaat heen en fict eens, ik fal feggen dat gy een helt zyt, foo gy fulx ficndc , ook niet en fult wcnfchen.


LUCIANI




28 F 6




28 F ó




28 F 6




28 F ó


der Z E E ^ G O D E N. 151


Lu Cl A N I Z amen- fpr aken

Dtr

ZEE- GO DEN

Inhoud.

Den Inhoud dezer fzamen-j^rahen is zeer njüemtg verfcheelende van de voorigeyioant Jy zyn ook al uit Homerus en andereTra^ gedi'fcbry vers gehaat. Dog de je fchynen

  • wat meer als de andere van vryafw te (pre-

ken. IVaardoorhucimüstoojft, dat het heele geviemel des v:aerelsin liefde-plegtng heflaat.^fjf ^Jf^ /itf de tuéuUjien iragien , éH xulx de Goden en de menfchett gemeen Af.

Cyclops cn Neptunus.

Cyclopsn»erJi/e oogenuitgeJioJ^envan Uliflcs, 'tweil\hyaAn Neptunus klaagt.

Cyclops. Vader! wat heb ik v.in dien


O


verrloektcn vreemdeling qc- leden , die my dronken zyn- dc, de oogen uitgcftokcn heeft , en dat wan- neer i!< disp in den flaap geraakt was.

Nept. Wie heeft fulke dini^en durven doen Pakphyme}

Cycl. In'reerftc noemde hy hemfelven Nitmantf en na dat hy weg geviugt , cn bui-

G 4 ten




28 F ó


152 LuciaNI ZatneTt-Jpraken

ten fchoots \Yas, gclyk men feit , noconde hy

Nep r. Ik weet wel , gy mcint dien Ithx- cenfir : die uit Tronen voer. Maar hoe is hy daar toe gekomen , daar hy nok Üoui nog moedig is geweeft.

Cycl. Ik vond hem in een fpelonke, van de kudde t'huis komende , vcclc van die vce-hcr- dcrs, lagen leggen. Daarna maakte ik de dcurc coe, (waar toe ik een fecr groorc Heen had) cn alsikvuuraanftak, (want ik haddc een leer groote boom van de terg mede genomen) doe v«rbcrgden zy haar. Ik vongcr cenigc van dat volk , cn ik atfc op , want het waren maar ftruik-rovcrs. Dcfen loofen boef, of het zy dat het N'nmant of Vlijftt ecweeft fy, die gaf my cenig foet cn wcTriekcm te- nyn , daar eerll in mengende 9 't welk een fc- nynwasdacdadelyk werkte, cn ymanc fecc turbulent maakte , wantaFlcs, na da; ik ge- dronken had, fchcen my rontom te draiicn,ea de fpelonk felfs keerde my om , ik was langer myn felfs niet; daar na Ictde ik (lil , doe my de flaap overviel ; doe fleep hy fyn priem , cn het vuur aangciloken zynde , heeft hy my al flapcndcdeoogcnuitgcftokcn  : van die tyd af ben ik blind gcwecfl Neptuun .

Nept. Gy moet al hart geflapcn hebben Soon , dat gy niet wakker wierd in't blinden.. Hoe is dien U/>jJ<r het nog ontvlugt? Want ik weet niet hoe hy die groote llecn heeft konnen afwentelen.

CïCL. Dat dedcik felfs om hen in het uit-


gaan




28 F 6


Mm


m


der Z E E - C O D E N.' 1^3

gaan tc beter te konncngry pen. Maar ik (cttc rny in de deur , om hem met opcne armen tc vangen , alleen liet ik de Sciiapen na de weide gaan , en den ram gaf ik lall , \vnt hy in plaats van my foudedoen.

Nept. Ik verfta het wel , onder de kudde heeft hy hciraelyk ocfchuilt; maargy behoor- de de andere Cjiclopen tot by (bnt geroepen te hebben.

Cycl. Doe ik hnar geroepen had , fyn zy gekomen Vndcr. Maar na dat fy na defenver- fpiedcrfyn naim gcvraagt haddca , hiar ant- %voordü dat het N'itmant was , (oo mein- d^.-n fy dat ik raasde, en my verlatende , (yn zy heengegaan. Alfoo heeft my dien vervloek- ten naam bedrogen. Maar dat ik kwalykil neem, isjdat ik myn büntheid met fmaad moet liooren. Myn Vader iVrp^;<««/ fegt niet eens, gy fultgcnelcn werden.

Nept. Weellgoetsmocrs mynSoon, \k fal het wel wreken , dat hy d.iar gevoelen van 'heeft j alhoewel ik u blintheid nietgenefcn en kan. Want ik kan de varende behouden ca verderven , Iaat het nog eens varen.

NEPTUIN en ALPHEUS.

Neptuin vraagt Alpheus , 'waarom hy niet met het foute ujater mengt. Hoe dat Alpheus fekere fontein Arethufa vryd.

Nepiunus. \^Mt isd.ic>^//'/K« , datgyiri

de zee vlietende, allcciüg. G <; met




28 F ó


154. LuciANi Zamen-fpraken

met het foute water niet cn mengt, gelyk al <l*anclerc rivieren  ? nog gy en bedwingt u fel- ven niet van dc rontom vlocjcndc wateren > maar gy vloeit met u (bete ftroom , door dc zee als gcrunnen , en gy houd u fuivcre loop  ? Ik wcctnictop wat plaatfen gy onderduikelc gclyk als de Meeuwen en Reigers, want als 'gy duikelt fo komt gy weder op te voor(chyn.

Alpheus. Dit is een minnelykc fake Ntf' tftin, daarom en neemt my dat niet kwalyk af. Want gy hebt menigmaal zelfs gevryt.

Nept. Vry t gy een Vrouw of een Nymphy of ymant van dc Nereides  ?

Alph. Neen, maar een fekerc fontein.

Nept. Waar fpringt die?

Alph. In het eiland 5w/Vie» , ^rsihufa, gcnoemt.

Nept. Ik weet , datisgeenleelykc ^rt^ thuft : dcfc is vloeiende» en borrel teen fuive- rc vogt op 9 de lieentjes geven daar ook een • cicrlylchcit in , over welke fy als fiivcr fchynt

Alph. Kent gy waarlyk dcfc fontein, Nep» tuin} Ikgadcr nunatoc.

Nept. Gaat heen en vryd gelukkig. Maar fegt my , wanneer gy ^nthuft gefien hebt? want gy zyt een ^rtadtr en dic fontein vliet inSyrdcufen. ,

Alph. Gy houd my op Ntpmn, met al te nauw te vragen.

Nept. Gyfegtwcl. Gaat dan tot u lief, cn wedn uit de zee opdmkendc , vermengt met malkander toiecn fonteinwater.

MENE-




28 F 6


der Zee-god


MENELAUS eii PROTEUS.

Hoe Proteus in vuur fig kan 'veranderm»

MENELAus.rT Erandertu in warcr ProteUf V want dat is niet onmogelyk > daar gy een Zee- held zyr, 't is ook mogclyk dat meninboomen kan veran- deren, cn daarom ook geloofclyk dat oyccn Leeuw kont werden.Waï indien gy eens vuur wiert, daar gy in de zee woont daar fbuw ik my grootelyx over verwonderen , en ik fouw het nauwlyx konnen aannemen.

Proteu<. Verwondert u niet V»/e«e/4e  : ik ben 't gewoon te worden.

Menel. Ik heb het felfsgcfien , maar gy fchyntdcaanfienders haar oogcn wel te bc- guigclcn j daar gy ondcrwylen niet met allen wert.

Prot. Wat bcdriegeric foudcr in foo ccn klaren fake konnen gefchiedcn? hebt gy 't nioc met opene oogen gefien, hoe ik my al her- vormt heb  ? zoo u dcfe faak rufpc£l is, en geen ydele waarfchynclykheit , voor u oogcn han- gen, na dat ik vuur geworden ben, legt u hanc eens op my , zoo fult gy bevinden , of ik hcc icliyne,cn ofjk waarlyk vuur ben , dat bran- den kan.

Menel. Dat experiment is gevaat lyk. Prof. Hetfchynt dat i^vnoit geen Poly-

Gó fHs




28 F ó


15^ LuciANi Zêinen-ffTAhTt

fus geficn hebt, nog gy weet niet wat die vilchalgefchict.

Menel. Ja, ik heb den Pol^-pits wel geficn, maar ilc wil uic u hoorcn wat hem gebeurt.

Prot. Wanneer hyby een klip komt, foo houd hy die valt , en verandert fig vankoleur als de klip is , waar door de vilTchers bedrogen worden, mei nendc een ftecn tc zyn.

Menel. Ditdigmcn wel, maar uwevcr- anderincc is no2 meer te verwonderen Pro- seu.

Prot. Ik weetniet wie gy belt fait konnen geloovcn, daar gy u eigen oogen nieten ge- looft. . I

Menel. Al Tiende heb ik gcfTcn  : maar dc faak is fclfs monftrcus, dat ccn en defelfdc faak vuur kan werden.


NEPTUNUS en dc DOLPHYN.

Dat Dolphynen menfchen grjieefk %yn j en defght daêtom noggêet doen, Hoe demenfihendaardihiDyls door behfuden njjorden,

Neptunüs. T Uftig,gyI>o//fc7wen , gy die Lde menfchen akyd hcftallig zyt. Gy hebt wel eertyds dc Soon vnn Inut in den ifihmhm gedragen, hem van de ^cironi^^t klippen afnemende ,van wel- ke hy met fyn Moeder van boven neder ge- -fproncen w.is: cn nu zyt gy metdien Afr-




28 F ó


dtf Z E E-G O D E K.

th) mn€nftn Cithcr-fpccldcr, fyn Cithcr cnal fyn cieraat na den Voorberg Tdridrns ge- fwommcn , gy heb: niet willen lyden dat hy onwaardelyk door de Schippers foudc ver- gaan.

DoLPHYN. Wee fl niet verwondert Ntpta^ ncy dat vry da menfchcn goctdoen, wmt \yy hebben ook menfchen ge weeft.

Nept. Hier dient Bacchns wcl te dcgcfi ovcrgeftraft , dat hy u-heden in fyn Icheep- {\rvA overwinnende , zoo herfchapen heeft ; hy behoorden ii. 1; maar als gevangene genomen  :c hebben : gelyk hy d'andere onJcr fyn gewelt brengt. Maar hoe is dat, 't gene van ^r/on gebeurt is?

DoLPH. Defen P triander mcin ik had ver- maak in een menfch , en hy haalde hem dik- maals by hem om fyn kon ft. Defen van den Tyrjtn ryk gemaakt zyndc , begeerde na fyn vadcrlant te varen , te weten na Methjmnen , cn fyn fchatrcn te toonen.In het Schip dan van eenigc fcliclmcn khmmendc , is hy bekent geworden , dat hy veel gouwd by fig hadde , als zy r\\i Ümtrent hec midden van dc jEgd'iz^t zee gekomen waren , fogrcn zy hem la- gen tc leggen. Maar hy fcide, (Wvint ik luiftcr- «e alles naaft her Schip zwemmende) dewyl hetu lieden zoo goet dunkt, foo laat ik alleen myn vcrcierfels by my nemen , en cerft een lyk-digt fingen , cn werpt my dan van boven neder in dc'zee. Dit heten dc Schippers toe, fyn cieragicdan genomen hebbende , en een frai en (agt liet fiiigcnde , is hy in dc zee gc-

G 7 fproa-




28 F ó


158 LuciANi Zamen-fpraken,

fprongcn, alsofhy Jadclyk ftcrven fouw, maar nam hem doe op myn rug , en ik fwom ■iet htmn^T Anarum.

Nept. Ik prys uwen yver tot dc Mufyk : gy hebt door u tocfuifteren ccnfcer goet werk gedaan.


JUPITER en MERCURIUS.

lupiter verhaalt dat lo in een Koe veran" dcrty uit jaloersheit van Juno 5 op nvelke Argus pafiy ujelkenlo van Mercrtfffö door de meegetrokken uiert na iEgyptèn.

JüPiTER.TT' Endgy dat fchoone meisje van Jv Inachus wel Mcrcttuv,

Mercurius. Ja, %y meiut lo. Jttp. Die is geen mcit meer, maar ccn jon* gc Koe.

Merc. Dat's wonderlyk, hociflc veran- ^ert?

JuP. Inno jaloers zynde, heeft h?ar fo hcr- fchepr. Maar heeft daar nog q^n ander kwaad by bedagt. Zy heeft den hondcrt oogi- gcii yirgtts bclalt dat hy haar gade fou flaan , die dcfe Koe weid , welke altyd flaapt cn \vaakt.

Merc. Watfullcnwy hier in doen?

Jup. Vliegt na het bofchiVcmerf^ildaar wcid hy en Haat hem doot : brengt dan / 0 felfs door- de zee na ^gpyten toe, en maakt daar Jft van. laatje vorder van de Ij^woondcrs voor ' ccn




28 F ó


der Zee-Code N. 159

een Goddinne gehouden werden, laatfe de Ny\ op doen vloejcn , de winden doen af ko" men, en de varende luiden behouden.


NEPTUxMUS en MERCURIUS.

Bacchusw/«/VSemeIes^<?/«f^é>«, en in de dye van Jupiter genait. Jupitcr legt m de kraam,

Neptunus. T S het wel ^Qooxlo^iMercuury -* om met ƒ inerte Tpreken? Merc. GtcnimsNcftme, Nept. Maar bood/chapt eens van my bin- nen.

Merc. Wecflmyniet moejclyk, zeg ik: >vanthetis importuun , gy kont hem dog au nietficn.

Nept. Slaapt hy dan by luno ? Merc Neen, mair daar is yts anders. Nept. Ik vcrfta, 't aanymedes\s binnen. Merc. Dat is ook niet  ; maar hy is wat onpa(TcIyl<.

Nept. Hoe dat foo A/ m ««r > Watfware dingen verhaaicgy daar  ?

Merc. Ishetfoodanigdatgy het fchaan^t te fcggen  ?

Nept. Myisfulxniet nodig, dewyl ik «  oom ben.

Mepc. Hy heeft daar dadelyk gekindert Ntptuun

Nei^t. Loop heen, Icithy in dc kraam  ?

van




28 F ó


lé> LuciANï 2amen-Jprahen

van wic^ hebben wy dan niet geweten dat hy een Herntdphrodyi was? ik xheb niet eens gc- fien dat Tyn buik gercfen was.

Merc. Gy fcgt wel , maar daar en was het kim nier.

Nept. Ligtelyk heeft hy uit het hootd een kint gebaart ,gelyk liy Mherva gebaar: heeft, want hy hecfc een kraam-hoofd >

Mme. Dat IS 't ook niet, maarmdcdyc heeft hy dcvrugt gedragen, dat hy vanSemele over genomen heeft. „

Nept. Hoe wonderlyic, dat hy aan alle declen va^i't hghnam bekwaam is voort te tcc- Icn. Maar wat is dat voor een S emde  ?

Merc. EcnTbebaans vrouw-mcnfch een van de dogters van CddmHs. Als h.y by defc gcHapcnhad, heeft hyfcbevrugt gelaten.

Nept. Heef: hy doe in plaats van haar m de kraam gelegen?

Merc. Ja voorfckcr , alhoewel u dat ^^ on- der! y ken vreemtfchynt, want /««• was ^e- .«e/c met lift aan boort, (gy weet we hoe ja- loers fy is) zy raad haar aan om van lupiter ic verrocken, ithy metdeblixem cnwcerligr by baar kome. I^piter hare woorden geloot Pevende,'iie kwam met de blixem^zoo dat het hw.shtAnd^ , cn Semile dnarafüorf. Inpittr gebood my , dai ik haar buik foude open fny- Icn , cn de onvoldrngcndè leven-maandigc vrupt by hem foude brengen. Dat gedaan hebbende, fneedhy fyn dye open,cn Üoot het kindeken daar in, op dat het fyn behoorykc wasdom foude krygcn3 dat is nu omtrent dry




28 F ó


der Zee-goden. i6i

maanden geleden dat fulx gcfchict is, cn dt- ^^yl hy nii iji dc kraam Icit , is hy door de kraam-zuiveringc vry wai Hapjes geworden.

Nept. Waar is nu dat kmt  ?

Mekc. Datisnadc IhdiV/ptoc, 'in^ra.- hUn ^ om aldaar van de A^ymphen o^^o^yocd te ^verdcn; hy is Dion^fii** gcnaanu.

Nept-Zoo fvn d:t dan de Vader cn de Moe- der van Dhnyjim,

Merc. Ja. Ik ga heen, om Iiem wat water cc krengen j omdc wont af te wallchcn , cn dc andere dingen moet ik vcrforgen als een kraam - bc waar iter.


NEPTUNÜS cn NEREIDES.

Zekere Maa^tHcWt valt m den Hellcfpon- tus. In O u ah van de vjagen in de Z4e.

NEPTüNfüs.'p^Tt is wcFcen nauwe engte JL/ daar dcfc Maagt , invallende , in verdronken is , cn wert na haar FJellefpontus genoemt, m.aar gy-l.iV<rw«  des hebt het ligliaam in Troaden gcWragt , om van de in woondcrs begraven te werden.

Nereides. Neen Niftuun, maarfy isin d<*re genoemde zee begraven- Wy hebben met haar mcdelyjien , om datfe foo ellendig van haar Sticf-moedcr gctravailjeert i$.

Nept. Maar ^mphitrit* dit is onrcdclyt, daa'c onder het zant legt : Maar gely k ik feg ,




28 F ó


102. LuciANi Zamev-fpraken.

fy fal op Tro4f/(?» in CherfonefuJ terÜoni be- graven werden. Dit fal haur tot een trooft zyn, dat aan Ino fulx ook tcrf^ont fil gebeu- ren, en fig van b ) ven neder been vallen, wan- neer haar ^//;4»iiKrcx fal vervolgen) in üc zee van den hoogcn berg Chbtron , met haar Soontjen in den arm.

Ner. Miardefc hoort men te behouden, om ^4fCfcH/ te behagen. Want/w© hcefchcni opgevoed.

Nept. Aan haar was foo veel niet eens ge- legen : mnar het foud ' onredelyk gedaan zyn om Bacchiis wil, yJwphitrite.

Ner. Maar wat is luar gebeurt , darfevan de ram gevallen is, daar haar brutdcr Phryxus 30O veihg op llt f

^B^T' N'i'^t ten pnregtcn ; want het \$ ccfi

Jongelmg die een Aoot kan tegen ftaan. Maar zy was dit heel onp^e woon, want foo nieuwc- lyx op de wagen klimmende, cn na om laag fiende, wicrfe verfchriktdoor de laagte die onder haar was, daar na een drajmgc in het hoofd krygendc , en door de (heiligheid van het vliegen, en konfc de hoorn niet meer vall houden : en op foo een wyzc ifle in de zee ge- vallen.

NrR. En behoorden haar moeder /Vf/>/?efe l\aar in *t vallen niet geholpen te hebben  ?

Nept. Het hoorde wel foo, maari'<«rf4 is magtigcr dan Ncjihele.


IRIS




28 F 6


IRIS en NEPTUNUS.

Seker verdronken Etlant inde iE^eiffe zee uert drooggemaakt , op dat Lacona daar mogte in de kraam leggeyt , 'v:ant de aarde had jano vervloekt,

Iiuf. T Vpiter gebied Neptann dir dat

) gerukt is, en nu onJvrr 'c water ver- dronken in de zee dryft en fwenit , wederom Iaat boven komen , droogmaakt, dat het in

  • t midden van de ^gcife zee onwrikbaar legt  »

want liy heeft het van noodcn. Keptunüs Het fat loo gefchieden Irhi

>Tat or ny aaar aog mcue uitregtcn ui , ais u dat alfoo gedaan heb  ?

Iris. Latona moet op dat Ei'ant in de kraam leggea, want ly begint de vlagen al tc voelen.

Nept. Is haar den hemel niet groot genoeg om tc kramend wat fou w men doen als de gan- fche aarde haar kraam-kinije niet dragen kon.

Iris. Neen, JVeptuun^ Want luno heefc de aarde met cedc verbonden , datfe Latonaas kint nieten fouw herbergen. Maar dat Eilanc is buiten ccde : dewyl het doe verborgen lei,

Nfpt. Ik verfta het wel. Sta Itil Eilant , duikelt weder op uit de gront, weeft niet meer dryvent nog wankelbaar, maar blyft onbe- wcgelyk ftaan : cn ontfangt ó gelukkige! myn

broc-




28 F ó


164 LuciANi Zamen-^raken

broeders beide kinderen, dia fchoonder zyn dm al dc Goden. Gy-licdcn Tritones vocit Latona da.ir op , cn laat alles ftil üaan. De flang die geduung om haar brult cn woed, fal van haar bcjdc kinderen omgcbragt werden, ön zoo fivllen zy hare Moeder wreken. Gaac nu heenencn z^gt Ii*piter dat ik alles wel be- fWtijeb. Het Éilant'u vart cn droog  : Laat Léttona nu vry maar komen , om in 't kinder- bed te legden.

X ANTHUS en de ZEE.

Xanthus van Vulcanus half "jerbr and jy a- dey fickt btd^e hy de Zee.

X VNTHUS. Ntfangt my 6 Zee, ik heb dog V-/zGcr zware dingen geleden. Bluts mync wonden uir. Ze F. Wat is dac te feggcn? VVic hoeft u vcrbrant  ?

Xant. FulcvtHs. Ach ik ellendige , ik oloci van vuur, en ik liede. ^ Z EE. Waarom heeft hy u in \ vuur gcfmc- tcn.

Xant. OmdcSoon van Thttis. Want na J.U hy die van Pbrygien doot flocg , heb ik hemdcvotclyk gebeden, dog evenwel bleef hy in lyn toorn volherdcndc , cn met al dc döode lighamcn , heeft hy belet door tc ftroo- men: over dcfe ellendige erbarmende, deed ikmynbcftomhemraetNVatcr o\cr teftroo-

men,




28 F ó


der 1^ Z E'G ODEN. 165

men , op dat hy door dit jcvanr vcrb.iaft Touw \vcrdcn, cn van het dootllian op fouw hou- den. Doe kwam Vukdnus niet al het vuur dat in den ganfchcn JEuul cn elders te vindca m$ , en daar mede verbrande hy al dc Olm- boomcn, heide , hy bradc al de villen cn alen  ; aU hy my fiedent heet gemaakt haddc, (checl- dc het weinig , of ik hadde heel verdroogt. Weet gy nu hoe ik hier toe gekomen ken >

Zee. Gy zyt vuil 6 JCatithnsl en warm na vercis. Dit bloet isvannJ de dooden. Dc- {c warmte is van het vuur , volgens u (eggen , welke regens myn Soon gewcTt gebruikten , niet vrecfende dat hy een Soon van dc Nerei' den was.

Xant. 't Was onrc^clyk , zoo ik my niet over die van Phrygien erbarmde y welke myn nagcbuurcn zyu*

Zee. Hoorde r'M/c4K«/ ook niet met me- delyden ingenomen tezyn over ^cbillh , ic Soon yznTheth}


TRITON, NEREIDES cn IPHIANASS;^.

Perfeus doot de ualvtjch, die mtgefonde^t nvas f>w A ndromeda te doodenyhy ver" laat de dogter y en memtfe tot een Vroww.

Triton, Te Walvis, IVertldes, die gv-J. mJ uitgcfonden hebt tegen--^«</rd- mda, dcdogtcrvan Ctpheus,

dcfc




28 F ó


1^6 LuciANi Tamen-fpraken

dcfe heeft het mcisjcn geen kwaad gedaan, gelyk gy heden meinc , en nograns is de wal- vis zelfs geilorvcn.

Nereides. Hoe dat zoo , Triton} heeft Ctphtus de walvis door het meisjcn uitgelokt, cn alfüo lagen leggende gedood  ?

Trit. Neen ; maar gy l^hiam^e kent Perfeus wel , die kleine jongen van Dinah , welke gy-heden met (yn Moeder in een kift. Van fyn Moeders Vader in zee gcfmeten was , óver haar erbarmende.

iPHiANAssA. Ik weet wel wat gy feggcn ^\ilt, hy moet nu al een jongeling wefcn , ge- nereus cn fchoon om aan te fien.

Trit. Defen heeft de walvis gedoot.

IPH. Waarom dog Triton , hy behoorde ©nsalfoenictteloonen.

Trit. Ik (al van ftukjc tot beetje vertellen hoe het gegaan is. Dcfewas na de Corgontn geftuert, om voor de Koning te Itryden, na

dat hy in Libyen gekomen was.

IPH. Hoe Triton was hy alleen 5 of had hy meer volk by fig.^^ ant dit is anders een moejc-

lykcreis. , ,

Trit. Hy is door dc logt gevlogen , want

Aiintrva heeft hem vleugels gegeven: doe hy totdeplaatfekwamda.ir men ageren louw , zoomeinik datfe alle (liepen: cn Midufias hooft affnydende , is hy weg gevlogen.

IPHi. Maar hoe fag hy haar aan? wantiy willen niet aangeficn zy n , die haar aangefc«n heeft, die kon daar naniet meer den.

Trh . MintfvA dieligtcdehem ir*ct haar

ichilt 9




28 F 6


0>


der 7i E E-G ODEN. iCj

fchilt j (dat heb ik hem by ^ ndromedd lioo- ren zegge , cn daar na by Cefheus) cn toonde hem Aiedtifa'as hooft als in een fpiegcl. Daar na vatte hy 'c met fyn hnker-hand by dc lok- lfcn,cn in (yn regtcr-hant/yn hoim er nemen- de, hakte haar het hooft af : doe vloog hy weg eer d'andere Sufters wakker wierden. Als hy nubyde ^thiop'ife ftrandcn gekomen was, digc by de aaide heen vhcgcndej foo fiet hy ^«dr(jw«<i4opeenuitllekcndé rotfc aan een paal vaft gemaakt ,mef neerhangende lokken, en tot de borüen toe half blood. Hy erbarmde fig over haar ongeluk, en vroeg hocfe hier toe kwam. Daar na op haar verhevcnde (want dat meisjcn moefl behouden werden) zoo hielp hy haar. Doe kwam daar dc Walvifch fcervcrfchrikkelykenverbaafè, om ^ndro' meda op teflokkcn 5 den jongeling om hoog vliegende , eh fyn handt aan het hcgt flaandt , trok fyn houwer uit , en metd'cene handflaat hyjcn met d'andere toonden hyGbrgoKd^doc vcrandcrdcfdie vifch in een Aeen ; dcfc dan i$ gcftorvcn, en al haar leden fyn verüyft, welke Meduptm aangefien hadden  ; hy nu ontbond hare banden , doe nam hy hare voeten op fyn handen, latende haar van defe fieilc klippen afdalen , nu houd hy met haar bruiIofr,in het huis van Cephem , cn fai haar tot ^rgos bren- gen. Zoo datfe in plaats van f>ervcn , nu in groote vreugde is.

Ner. Ik en neem dit niet wonder kwalyk , want wat k waat heeft fy ons dog gedaan  ? Too haar Moeder Cafftoptd fig ons alleen in fchoo- nigheit hctft willen overtreffen f Trit.




28 F ó


i68 LuciANi Zamenfp'aken

Trit. Dc Moeder fouw over haar Dogtcr zeer gcjammcrt liebbcn .

Ner. Laten wy, , die (lin.ï!<*n niet

meer gedenken, zoodcr eenig Barbarifch VroHW-menfch wat klapagtiger gcwcclt is, als het wel behoorde. Sy^ heeft flraf genoeg geleden, die zoo een angfl ombaar Dogicr \ tlM uitgcftaan heeft. Laat ons blyd zyn om haar bruiloft. '


TRITON, NEPTUNUS tn AMYMONES. ^

Triton en Neptunus verlievert op Arayraones.

Triton.k 1 Eftmm, by Lcrntn komt da- | [N gelyx een fchoon msagdeken | om water te halen. Ik weet niet of ik myn leven wel fchoondcr bakkes gcficn

heb. . .

Nept. Is 't een vrygcboorcn Trxow , oieen

Slavinnctjen >

Trit. Geenfins. Het is dc dogter van dien DanauT, het is ^mymonts, een van dic vyftiedojitcrs. Want ik hebber al na vcrnc men, h^efehiet, enhaargtflagt. Vuréus houd fyn dogiers al vry «reng en hari,hy laat haar hand-wetk doen, en zend haar lut cm water te putten , en tot andere dingen meer,

op datic niet fouden ledig zyn.

Nept. Komtzyfoo grootcn cndc-wcegs

het 1 van ^rgos na Ltrntn alken gegaan  ?




28 F 6


der Z E E-G O D E


N.


W>1


Trit. Ja alleen. AVant ^ rgos als gy weer, isccndorÜigland  : daarom js het noodigdac fy dagclyks water komi halen.

Nept. Gy maakt my gaande. Triton, daar gy my van foo een meisje verhaak. Laat ons eens na haar toe gaan. '

Trit. Goet , het is nu de rcgte tyd , dat/è water komthalcn , want zy moet al half wec- gc zyn om na Lerntnte gaan.

Nept. Spant u wagen in , of (ouder te veel tyds mede heen loopcn^ om de paarden te ga- rcelen , en de wagen vaardig te maken  ? zoo bréngt my hier liever een van de fnellle Dol- phynea : foo zullen wy rydende feer haaftig voort geraken.

Trit. Ziet daar is dealderfnelrtc Dolphyn. Nept. Goet, laat ons voort ryden. Swcmc gy daar nefFens en volgt my , Triton. Na dac wy tot Lemen zullen gekomen zyn/al ik hier myn lagen leggen: pattgyop, wanneer daar fal komen. . Trit. Ziet, daar i{Tè.

Nept. Zy isfekerfchoonjTy/tow, en'ti$ een meisjen in 't flcurije van haar ouderdom : j maar wy moeten haar omhelfcn.

Amymones. Hei karei, waar wilt gymy heen rukken > gy fyt een plaag-beeft, en fchynt van jEgypten onfe oom gefonden te I zyn. Daarom lal ik fchiceuwen , en myn Va- I der roepen.

Trit. Zwj^t^mymone^ditisNeptuun. Amym. AVat l\ effHun fept gy my > waarom d^ctgymygcwcltaan om in dc zcc tetrck-

H ken  ?




28 F ó


jjo LuciANi Zmm'fpraken

ken ? Ik fal onder 't watef zyndc, fmoorcn.

Kept. Weeft goets mocts: u {a\ geen IvNvaat over komen  : maar ik fal maken dat hier een fontein , die naugcnoemtis, fal vlieten, j wanneer i k met my n drytant de klippc die hier i byis, fla; cnpy fult feJft gelukkig zyn, en i ftcrvendc , fult gy ran alle u Sulkrs. al- \ leen vry zyn, om \vater te dragen.


NOTUS en ZEPHYRUS.

Xó^de dogter van Inachus, van een koe vasder in een Frouu verandert. i

l^orus.^ Fphy re, heeft Ifipiter die jonge ko€,\vc\k Mer'€Hür door de zeena ^gjfttn leit , fyn bloetiiije ge- plukt? ,

ZEPHYRUS. Ja, maardoecnt^-as het geen

lioe, maar een meisje, de dogtcr ran dc nvierc jnachus. En luno heeft haar nu dushcrvortnt, ( zynde met jaloérsherd ingenomen, omdatle fag dat Jupiter dsizr t'eenemaal op vergckte. NoT. Heeft hy dan nu die köe lief? Zfph. Grootelyx , daarom fem hy haar nu in yEgypterty en hééft ons béiaft dat %Vy dc M nieten foudcn onftuimig malieh, tot datfe \ over gezwommen was , 'om datfe daar baren l fal: want (y is zwanger, zy fal een Godmne > werden 5 met het gêne öït haar gebooren \

wert. ,1* ■

NoT. IsccnkocdancenGodamnc?^^^^


der ZEe-godeN. I7I

ZePh . Ja voorfeker,fy zal, fcgt AiercuriuSf over de varende luiden hcerfchcn , cn onfc becrfchcrrc zyn , om een ydcr van ons uitte icndcnvan diefc wil, cn te doen ophouden vanblafen.

NoT. Zoo moctmen haar dan ecrcn, cnin agt nemen Zefhyre , als zy fckcr onfc vrouw is 5 want zy fal des te goeder tcgenonsgeCne , zyn.

f ZEpH. Nu jszy overgezwommen, en op 'cLantgcbragt. Ziet gy nu wel dat fe niet meer viervoetig is, maar Mercuritts heeft daar van een rcgt- opièaandc fchoon Vrouw-mens gemaakt.

NoT. Dat is wonder, zy heeft nog hoorns,' 'nog fiaait, maar het is een minnelyk meisje* Wat is dog Mercjtur over gek omen, >d ie zyn iêlven verandert heeft,cn is van een Jongeling geworden, een, die een honts-kop heeft >

Laat ons zulx foo naukcurig niet ondcrfoc-

icen, wamhy weet beft wat'ermoetgcdaaij zyn.

DORIS cn THETÏS.

Danaë de dogter van^cnÜMStuert *va» f u- piter, dieingoutnjerandert^as ,bedro^ gen y *waarom fy met haar vrugt vaft haar Fader in ee» kifiy i?t de zee ge/meten vjert*

.1

DORIS*.^ Elfchrcitgy Thtth}

THïT.Daar is ccn fchoone mci'c


H a


D^rh




28 F ó


172 LuciAMi Zamcji-J^rahen

van ha.ir Vader in een ki ft gcfmeten , cn d.u met liet kinrjc , datfe een weinig tc vooren baarde. Hy liecfc ook dc Schippers gebooden, dat wannecrfe wat verru van laiit af waren gc- ftekcn , datfe dan die kift in dc zee fouwdcn fmytcn , op dat fy cn hanr kintje fouwdcn omkomen.

Dor. Waarom dat myn Suftcr  ? dewyl gy hier alles van weet.

Thet. Haar Vader ^crifiut floot haar in een koperc flaap-kamer , om haar in gedurige vry ftcrfchap te laten,eindelyk, ik kan de waar- heid niet uiten , zy feggen dat luf ittr fig in gout veranderde , cn door de logic in haar fchoot regende. Doe hy in haar fchoot regen- de , omvatte fy hem in baar fchooc , en hier door is zy fwanger geworden : 't \v«lk dc Va- der gewaar wordende, (want die ouwdc man is hart en jaloers,) nam dit vry euvel op. En om dat hy dogt datfe van ymant ontmaagt •was, floot hy haar in een kift, daarfe een wei- nig te vooren van kinde verlolt was.

Dor. Maar wat dedc fy doe Thttit^ daar fy zoo gchandelt wicrde  ?

Thet. Zy feidc weinig tot haarbefchermin- jreDoWf, maardefeftraffe droeg zy «ilzwy- gendc: voar h.iar kind bad zy onderwylcn,dat het niet gedoot en wierde,welk fy al fchrcien- dc de Groot-vader toonde, wasfeker een fchoone jongcti DqtU, Hy lagte fyn Moeder dooronnofelheid nog aan. Ik berft van tra- nen alsik'crmaarom denk.

Dor . Gy doet my ookfchrcicn, maar zyn- fcnu^Idoot? J"^*'^!


4




28 F 6


der Zee-ooden. 175

Thet. Gcenfins ,de kiit dryft nog omtrent Seriphum, cn leven beide gaar nog.

Dor. Waarom behouden wy dan luarnicr, latcnfedc5eri/)/?i/è viilchers in de netten flc- pen, cn foo bclu'udcn uithalen,

Thet. Gy fegc wel. Laat ons dat doen. AVant nog zy , nog het kint moeten met om- komen, deWyl het zoo fchoon is.


ENIPEUS NEPTUNUS.

Zj> kjven ujaarom aceri ander fyn Z'rj fiers bloemt je?} geplukt heejt.

Enipei;s. 't /-y Yn in der M'aarlicit geen y deftige daden Nepthun, (de waarhcit moet gcfcgt zyn) dat gy myn rry lier bedriegt , u fclvcn m myii gedaante veranderende , haar maagdc-bloem- tjc plukt. Zy mcindedatfc met my tc doen haddc, en daarom toonde fy haar onbc- fchroomt.

NErt uNus. Gy zyt hoovaardig , cn — ' Etiipeui , gy liet dat Ichoonc nic;sj:n da^..^ na u toe fwemmcn , cn verdoet haar bykans doorliefde, gy iVi vcrblyd ilsgy haar cenig leed komt aan tcdocn. Zy ging al bedroeft zyndc langs de kanten haar (elven wallen, duizcntmaal verlangende datfe u moot lïcn, maar gy fcliccrd'.; de gek met haar.

Enip. WcI,moeft gy daarom in plaats van my u luft boeten? en als een Comediant u

H i dra-


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


174 LüCiANi Zanten- fpraken

dragen, dat gy, in plaats van Neptuun , dit mcisjen Tyr* foo bedriegt , die de op- ccgtigheit zelfs is.

Nept, Gyzyt nu al te laat jaloers 9 daar gy u te vooren hovnerdig cn veragtelyk hielt. Tyro felfs heeft niet kwaats geleden, doefe meinde dat gy by haar fliep.

Enip. Is dat niets? in 'c weg gaan fcide gy, ^2i^y Ntptunus waart, waaro/cr zy haar Avaarly k kwelt : en daarom hebt gy my fmaat- •hc'd aangedaan, want dcwcDuftdic ik be- hoorde gcnooten te hebben , hebt gy gehad , daarenboven maakte gy een purperc water- golf, om u lieden , onder welke gy met het jnei$jc laagt.

Nept. 't Is u fchult , dat gy niet cn wildct


\


DORIS en GALATHEA. Elk mtint fyn zryer de befie te zyn»

BoRis. *y YreggcnC74/4t/jea,dat die fchoonc Zjt vrycr, die harder van SkuUn mein ik, u geweldig bemint.

Gaiathea. Lagtniet Doris-. hyiswiehy is, hy is uit de Soon van iVfpfwM».

Dor. Wat is dat,al was It4f ittr fynVader, dcwyl hy foo boers cn rouw is , hy heeft maar een oog, dat hetaldermifmaakac van allen is, mcintgy datfyngeHagtytstot dc form doet -

Gat Keen , d^t h v rouw cn boers is als g^-




28 F 6


der Zee-Code n. 175


fcgt, dat mifmaqtkt hem niet : maar dat is tnaa'

agcig. Vorders het oog dat hy in het voorhooft

heeft, betaamt hem \vcl,\Yant hy fict daar nicc

toinder door, dan of hyder twee had.

, Dor. Hetfchvnt dat gy Poljffhmus niet

en bemint GaUihea , niaac liever delen , zoo

pryftgyhem.

Gal. Ikcnbeijninhemniet , mnarikkan dat onbefchaamde en dcrtelc fchimpen niet lioorcn, engy-liedenfchyntmy daar fmaac jnede aan te doen, om dat als hy fomiyds eens zynkudde weide jcnons vanderotze aan dc zee-kant fag fpelen , aan de voorvoet van dc hcrgufEtnx , alwaar de iiranttuflchen de berg cn de zee fig wat in 'c lange geeft . doe fchecn ik hem alleen dc ichoon ile te zyn , en daarom had hy my alleen in 't pog. Dit en kont gy- lieden niet vergeten  : de laak Icit foo , dat ik de fchoonftc ben, cn de waardiglle om gelieft te werden : maar gy-Iicdën zyt daarentegen over het hooft gelicii.

Dor. Mcint gy dac men daarom over u ja- loers is , om dat gy , ten cerüen van een her- der , ten anderen van een die een oog heeft , fchoon gckcurt zyr  ? Wat kan hy onder al veel

in u pryfenals dc blank ighcit? en die behaagt

hem, om dat hy melk enkaas gewoon is te fien  : en datdic gelyk is,agt hy voor fchoon. Alsgy eens wilt weten hoe fchoonen aanHgt dat gy hebt, foo ziet u fel ven eens van de rotz^ afin het water , als het ttil weder is  : , foo zult gy niet anders bevinden dan een egale wittig- heid. Maar die wort rticc voor fchoon geagt ,

H 4 icpi




28 F ó


176 LuciANi Zamen-fpraken

tcnzydat'ercen roodighcid onder vermengt is.

Gae. Ik nogtans die foo overvloedig wic ben, heb foodanigcn lief: daar is nog niemand ondtru-lieden,daar (igcen Herdep,Schippcr, of Bootsman over verwondert hccft. Onder allen kan Po/jf^/^e»»»/ deftig fingen.

Dor. ZwygCjó Galathea: vvy hebben hem wel hooren (ingcn 3 alshyop 11 onlanj^s (oo dertcl was : maar lieve f^enuii 't fchecn dat'cr een efcl kryflclde. Wam hetlighaam van fyn lier, >vasgclykcenhooft van een hert, daar het vicis van gehaali is : dc hoorns waren wel een elle lang, alwaar dc fnarcn aangcvocgt waren , die riict eens met een drai-pen omge^ draait wierden. Hy fong foo wat op fyn boers, fonder flot, -vVat anders'fingende , en wat an- ders fpelendc  : zoo dat wy ons over foo een Tninncliet niet konncn onthouden van bg- chea. Watde£f/?o wilde op fyn blaten niet «ens antwoorden , daar die nogtans altyd foo klapagtig is , hy fou het hem fel ven gcfchaamt hebben , foo hy gchoorc haddc dat(e fyn arme fmg had nagebots. Hier toe nam hyfyn foete lief in fyn armen , gelyk een beer met fyn ruii^ gehoorde jongen. " Wie fouw op u niet jaloers zyn Galathea, over foo een vryer?

Gal. Laat ons eens uwe vryer fienPorw , die fchoondcr is als de my ne,dic ook geleerder cn beter fingt, en op dc cither fpeclt.

Dor. Ik heb geen rryer,cn ik roem my op die naam niet , als of ik foafeer lieftallig was : maar/bo een lief , als Polyfhmus , die i'ccne-

maal




28 F ó


der Zee-goden.


177


mnalalscen bok ftinkt, cn rouw vleis ccr, of foodcr cenige vreemde luiden komen, die verfcheurr, moogt gy beminnen,


ZEPHYRUS en NOTUS.

Jupicer 0^ Europa verlieft zyfide y '-jeran-' dert fig ht een koe.

Zephyrus.T K heb noit geen trcfFelykec 1 pompc in de zee gcfien ; uic ^vcIke ik gefprotcu bcn,en blafc ; hebt gy die wel gefien Note}

NoTUs. Wat pompc fcgt gy Zephyrt  ? of wie geleide die?

Zeph. D;iaris u dan ccn feer aangenaam (pc£^akel vcrby gegaan, datgy ligt u lere dage niet ficn en Ailt.

NoT. Ik had omtrent dcroodezec yts te Idoen, ik blaasde daar in een gedeelte van Indien 3 dicaan dczcclcit. Zoo dat ik niet 3 raet al en weet, van 't gene gy fcgt.

Zeph. Wat? hebt gy dien 5/</o/ïijc/?rw '^cnor welgefien?

NoT. Ja> tc weten den Vader van Eurofi» i wel  ?

Zeph. Van de/e fiak fa! ik u vertellen. NoT. Is 't dat Jnpiter \>cleer een meisje minde? want dat heb ik al lanoc geweten.

Zeph. Derhalven foo weet gy wel van dc ^ vryagie ; laiftert dan nu toe, wat'cr op gevolge ? is. i'wro/»^ was necfgeklommcn oni aan de

H 5 firanU




28 F ó


1^8 LUCIANI Zaweji-fpraken

itrand te ^clcn, en nam cc .ige van haars ge- lykcn met haar. 7w/?i/ernamdeformaan van «  ccn Stier , fpeclde met haar , en vertoonde  :. liofcerfchoon. Want hy was foo fnee wie  : dai'cr niets op te feggcn was , hy had fecr ■ fchoonc omgebogene hoorns, en hiel fig fecr ü tam. Hydanftedanookaandeftrand,enIoy ^ de feer aardig, foo dat jEHro/tffJgvcrftoutede, ^ om op hem tc khmmen. Dit gedaan zynde, , neemt Inplttr ccn vaart, cn loopt met haar in de zee, hydaar in zyndc, fwom met hanr ■ voort/y was fcerverflagcn/iiel hem by de Hri- - iccf hoorn, op datfc niet cn fouwde vallen ; en .' met d'andere hand hiel fy haar kleed vai^ , dat " van de wind gins en weder waide.

NüT. Dat was aardig om fien,faagtgy den  ; vrijenden /»/»>Ver zwemmen Zc/fcire, Tyn i minne by hem dragende.

Zeph. Maar het gene dat daar op volgde, , ïs nog foeter. Want de zee was teritont vre- - digenftil. Wy hielden ons ook ftillc , want  ; wy vervolgden haar alleen om aan te fien. De  ; eupidoos\'logen rontom , gins en weer , , boven de zee,hct water nogtans met haar too- - iienrakende,dragendc brandende toorfen, cn I fongen een lied. De Nereidts , die onder hec  ! water gcduikelt waren, faten op Dolphynen , cn reden met groot gcjuig na haar toe , meel t halfnaakt zyndc. Vorder het gcflagt van Trk- tan , en al die van het zee- volk met tc vreefcn zyn . Dcfc waren alle met heele reijen omtrent de maagt. Want Neptt*nns fclfs klom op fyn geleide haar, cn gingalblydemec


wagen




28 F 6


der Zee-goden. 179

^mpbitrhes voor uit , gelyk als of hy de weg foude wvfcn voor ïyn zwemmende Broeder. Maar droegen twee rriicw^T en/<x, in een fchulp leggende , om de bruid met al- deelei bloemen te beftrojen. En dit gefchied® heel van Pb meien tot in Creta toe. Als hy op . i het Eiland geklommen was, was hy geen Stier meer. /«/iV«r vatte doe Europa by de hand, cn geleide haar in het hol van DiHéitts, fy was rood , en met d'oogen ter aarde fiende  ; zy vcrftont doe wel waarom fy zoo geleid wier- de. \Vy op de zee leggende , d'ccne an d'ec^ ne, end'andcr aan d'andcr zyde deckn de zee wat hol gaan.

Nep. Gy zyt liscr gelukkig Zephyre^ dat gy fulx gefien hebt: ik heb ondertuflchen Gryph^ Yogcls 5 Elephantcn cn zwarte Menfchen ge- fien.


PANOPE cn GALENE,

Eris geeft een appel aan de dry fihoo7i[le Go- di?i7ien , li^elke om haar ]choo7i' heit tivifien.

pANOPE. T 1 "Ebt gy gifier wel gcflen Ga^ tj lenc , wat fm.ian hec Avont- maal in r/;«j(J<«/if» dede,dviar- fe ongcnoot was  ?

Galene. Ik ben daar ook ongcnoodigi by u.1. gewceft ; want Neptunn had my belalt dat ik de zee ftil foude houden: maar wat dede


%Zo LuciANi Zamc7t'fpraken,

Eriiy daarfc niet .tegenwoordig was?

P an. Theth en PeUus waren binnen in dc |: fliap-icamer ^^egaan , dic van ^mfhitriu . en iV'«/»t»w»J geleid wicrJen.Ondcrtuflthen£m fonder weten van ymant, (wam fy kon dat ligc doen, daar d'andcre dronken, floegcn fommi- ge met dc handen , andere fpecldcnop dc Ci- ther ter ceren van ^^oUo , of longen ter ceren van de Mufen ) fmect een fccr fchoone gout- , geelc appel in 'c midden van 't gefellchap , op | Avclke defe woorden gefchreven waren, dhdê fehoonfte is neemt die OndertulTchen van d'ce-

hant in d'ander gaande , komtfc ter plaatfc, daar IimOy Venus en Minervn fatcn. Menu- rius die nemende , las wat'er op gcfchrevcn ^ond, wy Nereides fatcn onderwylcn llil, om tc fien hoe dat het foude afloopen. Zy begon - den onecnig te werden , elk meinde datfc Jiem toekwam. By aldien iHpiter fig daar niet tuffchen gegeven had, zouden fy hand-^c- meen geworden hebben. Ik Tal dit oordeel niet lyden fcgt hy , (want fy wilden fclfs von- nis geven) maar gaat na dc Soon van Priamn s m Ida , die weet tc onderfchciden wie de fehoonfte is, want hy fig daar op uitleic  : en hy fal niet ligtkwalyk oordcclen.

Ga, Wei, wat deden de Goddinnen, P#-

Pan. Ik geloof dat fy van dage na Mm ver- trokken zvn. ,

Gal, Wie fil ons terftond komen bood- fchappen,wiehctgewonnen heeft?

Tan. Ik wil u wel vcrfckcrcn , dat het me-

Dunt




28 F 6




28 F ó




28 F 6




28 F ó




28 F ó


det D O O D E N.


n mant anders als V enus winnen fal , ten zy da ü fchcitsman blint moeft zyn.

L U c I A N I f Zanten - Jpraak Dsr

D O O D E N.

Defe Zamen-f^raken fy?t ook al mee(t uit Homerus, en andere Schryvers geno?nen, Malven dat 'Lwcmius fomfnige op Jyn eigen tydpafi. Hier ftet men ivat de ^uaatdoenders voorflraffe in de hel moe-- te?i lydcn. Dat alle die in de iveerelt in groot e efiime en rijkJomjnen geleeft helf^ heny de arme gel) k '•j:erde?i.

DIOGENES cn POLLUX.

pollux tfort van Diogcncs gtU^ Cadmus mede te brengen , om 'tgten in de helle gC" fihiet mede te belagche». h!y %et^t ook^ wxarfchouipingen adn dt PhiU" fophen 5 r'^kftt en éime.

DiOGENES.T K beveel u PoUitx , foo ras a!s gy lin den hemel geklommen zyt, (want het is u bcurte dat gy morgen wederom moet lcven)dat fo gy elders den \\onxMempptts faagt, (gy fult hem vinden tc Corinthen op het Crantum , of in 'i Lyctum de hair- klovende Philophen bcgekkcnde) foo

H 7 fcgt




28 F ó


iSi LuciANi Zamen-Jprahen:

fcgthcm, dat foohy op de aarde genoeg ge* lagchen heeft, hy in de helle ncdcrklim , want daaralvry veel voor ralt, ombelagchen tc werden. Wie weet gehcclyk wat'cr na dit 1 2- Tcn gefchieden falPHier fultgy niet ophouden geduurig te lagchen, gelyk als ik nu doe, voor- namentlykna dat ik die ryke menfchen, land- voogden en Koningen foo vernedert en ge- ring fie,en alleenig met gcfchrei van d'andcre onderkend werden s daarenboven fynzy ook Juien traag, overdenkende watfe in haar leven al gedaan hebben. Ik bid u dan dat gy hem dic bootfcliapt  : neemt meteenen ook een knap- fak met booncn gcvult, of fooder een maalty d van Hstau op de dry -wegen is, brengt dan wat mede 5 of fooder een gewyd ei is blyvca leggen, of yts anders.

Pollux. Ikfalhem dat fcggcn Viogtnts: maar hoe fal ik hem kennen , wat ploi hcctc /ynaanfigt?

DioG.' 't Is een ouwd man, Iciïal 5 met een gckheurde mantel , daar dc wint overal kan doorblafen, daarenboven met alderlei loort van lappen gekoleurt. Hy lagt altydj en hy vat die hoovaardigcPhilofophenfovervaarlyk by

de kladden*

Pot. Uit dcfeteikenen is hy liftte kennen.

DioG. Wilt gy dat ik u ook aan diePhilo- fophenytsbelaffc? '

Pol. Ja , v/ant dat fal my niet te lal hg zyn.

DioG. Vermaant ha Y in 't generaal ,daclc ophouden van die beufelingen te difputeren, ook van het gehcel-al , en laatfe |ecn gc-




28 F 6


der Doo D E N.


.8?


hoorn Je nog gekrokodilde fluic-reden maken, nog laatfe fulke koude en nugtere redenen meer by der hand nemen. , Pol. Zy Tullen feggen dat ik een ongeleerde leek ben, en niet verltandig genoeg om my te- gen hare lecre te oppoleren.

DioG. Gebied gy haar dan dat (y uit myne name fchrcicn.

Pol . Dat (A ik haar feggen. DioG. Bootfchapt dit ook de rykc,gy foete bol, van onicnt wege, bid ik ; wat zyt gy d wa- fcn, feg,dacgy het gouwd in fulke waarden houd  ? Wat bekommert gy u met u woeker te tellen , ert hcteene talent by het ander op tc leggen? die foinwyls een weinig daar na hier komen, fonder een penninkjen tc hebben. Pol. Dit fal ik haar ook u. I. aanfcggen. DioG. Maar die fchoone en ftcrkc luiden dient gy ook wel tc vermanen , te weten dien Corinihi fenMegilliiSyCnDamoxenns de kAmp- vegter,dat'crby ons geen geel hair, blauwe of fwarteoogenj nog roode aanfïgten meer en zyn: nogte gefpannca , of ftcrkc zenuwen, nogfchouders die grootc laftcu konncn dra- gen : miar alles is ecndcrlci Ilof, gclyk fy ons feggen, het bekkeneel ist'ccnemacl blood.

Pol. Ik fal dat gcern aan de fchoone en flerke feggen.

DioG. Zegt ook de arme Lacon , (want daar zynder veelc, welke die fake zwaar valt , cn haar armoede beklagen) datfc hier niet fchrcicn of huilen, maar malkander even ^e- lyk zyn. En datfe die rykc fullcn ficn, diefè in

haar


184 LuciANi Zamen-Jpraken.

haar leven gckcnt hebben , niet een hair beter pis zy. Zegt ook uwe Lacedem»nhrs,ho het 11 goct dunkt, uit myncn naam , datfc delicaat , cii wyfsgefint zyn.

Pol. Zegt dog van dz Laceds.monUrs geen kwaat Vhgents j want dat kan ik nier lyden  : maar dc andere bootfc happen wil ik geerne af- doen.

DioG. Laten wy haar varen , foo het u be- lieft : en doet raaer dat ik gefegt heb.


LUCIANI PLUTO,

of tegen

M E N I P P U S.

Croesus, Pluto , Menippus , Midas, Sardanapaius

Menippus belagt de rijkdommen van Crx- fus > %etgout van Midas, en de '•juelluj" ten van Sardanapaius.

Croesus.T) ^«'ö > ^vy en konnen defen hond X Aienippus niet verdragen , dat hy by ons woont, daarom brengt 'hem weg, elders op een ander plaats , of laten ^vy fel ver weg gaan.

Pluto-. Hoe doet  !iy u fuiken hinder, daar hy geftorvcn is als gy- lieden jna dat wy fugten en ichreien , herdenkende het gene wy hier boven gehad hebben, Midarfyn gou',vd,54>-.




28 F ó


5 ^


.V


dAHdpalus al fyn veelvuldige wellurtcn, cn ik inyii fchatten , foo lagt hy ons uit, efi verwy t ons verfc heiden fchimp-woordcn. Dikmaals pcrcurbeert hy ons gclchrci met fyn fingen: foo dat hy ons een groot verdriet is. ^

Pr.uT. Wat hoor ik tegen u Menippm'^

Men. Dit is waar Pluto. Wam ik haat liaar , het is dc luie en verdorven mcnfchcn niet gC' nocggewecflkwalyk te leven j maar na dat fc gcltorvcn zyn , leggen haar al die dingen nog in den fin, dicfe op d'aardcn gedaan heb- ben. Dcrhalvenhcb ik vermaak om haar wat te kwellen.

Plut. Maar dat hoort foo niet te zyn , fy belchrcien hare grootc goederen , diefe nu moeten miilcn.

Men. Gy bent niet wel byu finnen P/<#t«, die haar gcfugt nog voorfpreekt.

Plut. Geenfins , want ik wil niet dat gy-1. tweedragtig cn oproerig zy t.

McN. Weer, gy flimite van LydUn, Phry- gïen cn ^ffyrïtH , dat ik noit en lal ophou- iten. Want alwaar gy gaat ot (bat , fal ikje ag- tervolgcn, met kwellen, fingen cn lagchen.

Ckoes. Isdit gëcn fiiiaat  ?

M EN. Neen , dat was fmaat , dat gy-Iieden tv'ildet aangebeden zyn, en vry-gcbooren mcnfchen na uwen fin misbruikret : daar gy ,nieteen$omudooten dage. Daarom fchreit nu, van alle die dingen verftcken zynde.

Croes. Ja lieve Goden, van vcclcn cn grootc befittingcn.

MiD. Hoe Veel gouwd heb ik niet vcr- loorcn r Sarda.




28 F ó


LuciANi Pluto,

Sarhan. En ik dc welluften^

Men. Doctalloo, draagt nu rouwe » ik fal u.I. dat fprcek-woort voorfiniïcn, k^ntu fel- ven , dat is bchoorlyk, dat men onder het gc- rdirci, fomtyds eens fingt.


PLUTO en MERCUUR.

De pluim-ftrykers laagten op de doot van Socrates , maar fy jierveu eerder.

Vlvto.tt Ent gy dien uitgelecfdcn ouwdcn JV m.in weljik meen dien rykcn Ei4- crates , die geen kinderen nalaat J maar wel meer dan vyf hondcrc duifent erfge- namen?

Mercuriits. Ja heel wel  : dien Skyonitt meintgy. wel?

Plut. Laat hem Mercui*r nog vyt hondcrt ^ jiar levfn, boven dat liy gelccfc lieefc , en f >o  ! het mogclyk is nog meer , cn doot Cahrinns j dien jongeling , cn Damsn cn al dic andere or-  ! ders.

Merc. Datfchyntfeerabfurttczyn. 1 i?iuT. 't Is fcer billik. Waarom wen fchcn j fy foo na fyn doot,dan alleen om fyn gdtjdaar fy niet eens met hem vermaagfchapt zyn  ? En dat het fchelmagtigtte is, tcrwyl fy dat bidden, weren fy niet , hoe fy hem itreclen cn die- nen Tullen. Enhoefe over fyne ziele al raat- ƒ] aan, is een y der bekent : fy beloovcn offer- handen tc doen, foo hydaar weder van op

komt 3




28 F 6


oftegen Menippus. 187

komt, pluimdrykcn fyhemop duifenttiGrlji manieren. Daarom laat hem onftcrfclyk wer- den, en laten fy rtervcn,die dan te vergeefs na dcfcbrok haken.

MERC.Haarfalytsbelagchelyx overkomen,

om datfe foo fchelmagcig zyn* Hy weet haar ■wondcrlyk te bedriegen, en hy voed liaar met ydele hope : hy houd hem of hy altyd ftervcn fouw, alhoewel hy fterker is dan eenig jonge- ling. Zy leven op hope van het erf-gocd, mei- nende dat fy daar een goet leven fullcn van

hebben. , 1 -i

Vï.wT. Laat hem daar f/n ouwden niiid uittrckken,gclyk dien /o/<tï#r,op dat hy wede r jongwcrdc: maar die daar tuflchen hope fit- ten, en daar 's nagts haar flaap om laten , laat die vlegels ft-^rven.

Merc. Beforgtgy d'.indcrc dingen PUfy ikHilfcu d'cen voor d'andcr halen ik mein dat'erfulke zeven zyn.

Plut. Brengtfc. Hyfalfeelk Wcl fenden , cn laat hem weder jong werden.

TERPSIO en PLUTO.

Terpfio een pluifnftryker , laanneer hy lang op de doot vaneenen Thycritus verlangt had^komt eerfi te f erven . herou'Ui hebben- de dat hy hem foo veelgefc henken , om erf- genaam te zyn , gejonden heeft.

Terpsio.IS het wcl billik Plnto, dat ik foo vroeg gcftorven ben , daar ik nog

maar


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


i8S Lucia KI Pluto,

maar dartig jaren heb, daar dien ouvvdcn TIh' iritHs ai fcventig is, cn nog leeft.

Pi UT. Ja, dat is fcer regcvaardig gehandelt, Terpfto. want ai i$ 'c dat hy leeft, foo iiecft hy nou na ymands doot verlangt, maar gy hebt al lange na iyncrf-goct en doot gcfiiakt als een vis na 't water.

Terp. Was liet nier van noodcn, wyl hy ouNvd is, en fvn goc:dcren niet gebruiken kon, dat hy de Jongelingen ook een beurt gaf.

PtUT. Gy maakt nieuwe wetten , om dat hy tot wclluficn fyn goederen niet gebruikt, Wilc gy hem doot hebben , de fpa.n faamheid cn de natuur heliben andere wetten gclielt.

Terp. Om fulkc wetten befchuldig ik haar, dit hoorden met fucccflic en graden te ge- fchiedcn, dat ecrft de ouwdc , en dan die daat na volgden, fticrvcn. Die uitgelceft is hoorde niet meer televen, welke maar dry tanden in de mont hebben, blintzyn , die krom gcbug- chclt , en van vier flavcn geleid werden , met f/iottcrigc neus -gaten, cn fchurfde oogcn, geen vermaak hebben , zynde niet anders dan een levend grof van de jonkheitbefpot: cn voor dcie Ücrven de fterke en kloekejongclin- gcn. Want ditisalfooonredclyk , dan dat dc rivieren na.ir om hooge fouwdcn vlieden. Men hoorde ten minlten te weten wanneer dcf: ouwdc luiden zouden fterven , om nie- mnnt te mogen bedriegen. Het gnat nu foo , als men feit , de rvagen tref^t dik^vyls dt Os.

Piui'. Dit gefchiet al met grooter voorfTg- tigheit , als gy ^cl meint Terpfto. Maar hoe

bent


I (3




28 F 6


of tegen Menippus, 189

i bent gy foo vcrhciïgt over andermans fiken? cn hoe last gy u foo aannemen van ouwdelni- I den die geen kinderen hebben  ? Om dnt men I daarom bcfpor^wett gy cerft begraven: daar lommige groot vermaak in hebben. Want foo I veel als gy na haar doo: haakt/oo veel te meer Ivermaak fcheppen zy, \vanncer gy ecrll komt jte ftervcn. Gy-lieden bedenkt een nieuwe konft , want gy vry t de wy fje«  cn mannetjes , wanneer zy maar geen kindcrs hebben. Maar ! die kinderen hebben, daar en kykt gy niet eens I na om. De mecfte die gy bemint , kennen uwe loofe prakty kjcs weli En al is 't dat fy kin- kers hebben , haten zy die kwanfuis, om van u.1. geftrcelt te werden. En dan fluiten «y u.I. nog uit haar teftamcnt, die foo lange gcfchenkjcs gegeven hebt , al foo komen de I kindcrcn,volgeris de billikheit in 't hcclc befit,

dan kncrügy-Iicden van boosheid op de tan- den.

^ Terp. Dit is alles waar , 't gene gy van my cn Tmrito meint. Wat heeft hy niet al van my opgefnapt, altyd denkende dat hy ftcrven fou  ? Hoedikmaalsbcn ik niet by hem gekomen, dat hy fagtede en piepte van binnen als de kui- kens die uit de dop komen, veinfende dat hy fiekwas. En wanneer ik meinde dat hy wel haaft fouwde afgegaan hebben , zond ik al- dermeefl gefc henken , ja foo veel dar niemanc iny daar in te boven ging van al die hem Jief- fcoosden. Dikmaals kon ik door al te grooten Ibrgenictflapen , alles optellende, en elk diC- poneerde. En dat geloof ik dat my dc doot gr.

daaj,




28 F ó


19» LuciANi Plutö,

daan hcctc. Hy myn lekker bectjcn doorflok- kcndc, ftont by my al lagchcnde , als ik begra- ven wicf de.

PiUT. Leeft lang Thucritus, zyt overvloedig in rykdommcn, lagtfuike mcnlchen uit: fterfc niet eer 5 voor en aleer gy defc alle hebt voor laten gaan.

Tfrp. Batfouwmyn wcnfch zyn Tinto, dat Chdriddes voor Thucritus iïorf.

Pi UT. Weeft gocts moets Terpfto , ook fal Phido en Afelantus , en meeft al die aanhang voor hem gaan> fig door hare iorgcn vcrknie- fênde.

Terp. Datprysik, leeft dog lange Thft' (ritus.


ZENOPHANES cn CALLIDEMIDES.

Callidemides eenpluimjlryker , lyz/Ptojo- dorus fnet fenyn ombrengen , en raakt dm miS'Verfiant felfs om hals.

Zenophanes./^JP wat manier zyt gy ge-» V-/ ftorvcn Callidemides  ? want ik ben 5 doeikpan- nclckkcrvanD»»»^ was, door myn guifigheit in een brok geüikt: welk gy wel weet, want gy waan'er by.

Callidemides. Ja ik was'cr prefcnt, my 1$ yt$ nieuws voorgekomen, daar ik niet om en dagt, gy kent dien ouwdcn Ptojodcruf wel. Zeno»h. Picn lykcrt f«ndcr kinderen ,

daar


of tegen Menippus»

daar iku foo dikwyls (ag by vcrkcercn  ?

Callid. Dcfcn nam ik altyd >vaar, hem vierende cn dienende, hopende op niyn profyt ^vanneerhy kwam te fterven. Maar "wyl dit foo lange duurden, want de ouwde lui langer leven als Tii/^owx/ , daarom heb ik een korter >veg bedagr, om eerder erfgenaam te werden, ik kogt vehyn , cn ik bcpratede de fehènker  ;

foo ras als Ptojodorus AnnV^ cific, (wanc ty dronk wat veel ) dat hy het vcny n met der Baalt in de beker foiidcfmytcn, cn geven hem dat te drinken , en foo hy dat dêde , wilde ik hem op vrye voeten Hellen.

Zenoph. Wel, ik meindedat gy my yts fcüd verrellen , dat u onverfiens gcfchiet was. ■ Callip. Als wy nu gcwaflen kwamen, komt de jongen met twee bekers vol , d'eenc Voor ft<»jö</orf#/ met vcnyn, cnd'ander voor biy  : ondcrtuflchen in de bekers dwalende ^ ^af hy my daar het venyn in was , en aan Vtopdorui daar geen in was. Hy dronk dc/ync uit, en ik viel ter aarden foo lang als ik w aSjfoo dat ik in fvn plnats geftorven ben. Wat 's dat  ? lagt gy Zenophaes} men moet niet om fyn triends kwaad lagchen.

ZeS'oph. Ik moet voorwaar lagchen, wanc dit is heel aardig uitgevallen. Wel, hoe ging het doe met d'ouwde man  ?

C AitiD . Hy tvas verbaaft over dit fchielyk Voorval, maar hoórende wat*er door mis-vcr- ï^antdes fchenkcrs gebeurt was , lagte hy daar iclfsom.

Zenoph. Zeer aardig, het wilde door écCo

korte


ïpi Luci>;ni Pluto,

liortc weg niet gelukken, 't was beter ge weel tiatgyna fyn eigen doot wat langer gewag had.


'm4 i


CNEMON en DAMNIPPUS. ^

Danrinippus een pluimjlryker , waakt J)'n Goet per tefisment aan een ryken Her- molaus, waarom hy meint dathyhepi Julx *ujedrrom Joude doen^ dog van een dak

  • valie?ide,komf eerft te jlerven.

Cnemon. TS^t "s zoogclyk men gewoon J J IS te (ê'^gcn 5 ttn Hindt" h^cnheejtwel eeitOliphant ge- vangen.

D AMNiPPus. \\ at monnr.cU gy by u fel- ven Cnemon. Ik heb daar ymant burtcn myn giiïing erfgenaam nagelaten, die my, ah laciei door looiheid bedrogen heeft , cn die ik het mccft toe wilde, hebben het niet gekregen.

DAf4. Hockoomtdat?

Cnem. Dien ryken cn edelen Ff ermoUui , doehy Tonder kinderen was, pafte ik hem op doe hy ftcrven fouw , hy leunde het hem ook al aan. En daifchecnmyook wyfclvk te zy n , dat ik het teftament voor den dag haal- den, en openbaarde , waar in ik hem erfge- naam yan al myn goederen maakte  : cn dat •m dat hymy ook foo doen foudc, door het myne als verbonden zynde.

Damn. Watdedchydan?

Cnem.




28 F ó


of tegen Men ip PUS. 195

Cnem. Wat hy in fyn tcftament gemaakt ■ heeft weetik niet, ik ben haaftig en onvcr- wagt gcftorven,door htt vallen van eene dak: foo dat HtrmoUui nu het myne bcfit , gclyk


Damn- Niet alleen het aas met den angel , maar ook u als den vifTer. Daarom komt defa loosheit op u eigen kop aan.

Cnem. Dat fchynt foo tot myn Icetwefen.


l.CHARON, MERCURIUS, DOODEN, I MENIPPUS,CHARMOLEUS,LAMPI- CHUS, DAMASIAS, PKILO- SOOPH, REDENAAR.

Hier fiet gy dat de nuaerelt maar een verh* gaande tooneelis , tjoornamentlyk deeere, magtj luetenjchappen > c?i alle andere din-* gefty daar de ujaereltftg mede bemoeit eit over vervjondert  ; daarfi alle volgens

. Luciimus, met Qkaxotis bootje na de hel moeten varen.


jen , dat OTeraliek is : foo het maar aan dces of gene zyde wat helde y hetibude terfiont te gronde gaan : ey-lieden komt met foo een ! hoop volx 5 en dtarenboven nog foo veel pak- ken. Zoo gv-lieden daar mede in de fchuic treed, foo zal bet u daar na berouwen «  voor-


faken ftaat t want wy hcbbca een klein door-wormt fchuit-


I


nament-


194 LVCIaNI PLUToi liamentlyk die niet fwcmmen konncn.

DooDFN. Wat zullen Avy dan ilocn om i geen Sc hip- breuk te lydcn. (

Char. Ik fal liet urlifeggen, gy moct'cri rankt ingaan, en 'c gene ovctvlotd'gis, aané flrant laten, en dan fult gy-liedcn nog al hau-; lix in'c fclniirjen konncn. Ondcrtullchen be- veel ik u A/«rc««rdat'er niemant incn komt, ten fy dat hy fubtyl zy , en al die bagagic weg geworpen heeft : daarom voeg ik u by de Iccr^ befieifc en dvvinoifc daar naakt in re «aan.

Mercürius. Gy (egt wel, Iaat ons foo doen'.r Wiekomt<iaareerft aan> . l

Menip. Ikben A/ewi^^«;, ficdaarikhebl mynknap-fak met myn ftok inde floot ge- 1: %vorpen  : ik heb heel wel gedaan dat ik myni mantel niet mede genomen heb.

MePC. Treed in 'tScIiipA/ewi//>e,gy goe- ie gcfcl , en fit naaft de Stuurman aan 'c roer , \ boven aan , op dat gy een ydei* ter degen kont fien. "W'at fchoon aanfigt is dat  ?

Charmoieus. Ik ben Cfc<trmo/e«i van A/e- gara , die vrijer , die een kusjcn twee talenten gekoit heeft.

Merc. Doetu/choonighcitaf, ook de lip- ■ pen en kusjes met dat dik- gelokte hair , de  : roode wangen, cn de heelchurd. 'tlsfogoer, , trce<i in 't Schip. Wie komt daar foo gepur- • pert aan ftappen , mei een Koninklykc ciragic op het hoofd , hy fchynt ee n graviteit te heb- ben? wiezytgy?

Lampichus. Ik bon LmfichHSf Koning der Golojt»,

i

I


of tegeit Menippus. 19?

I^Ierc. Hoe komt gy met foo'vcel bagagie 3

Lam. Pafte het ccn Koning wel, dat hy naakt kwam (

Merc. Gyzyt nu geen Koning) maar ccn doodc, (chud dit alles uir.

Lamp. Sict daar dan leggen al myn ryk- dommen.

Merc. Gymoct u hoogmoed cn hoverdy ook afleggen, want foo die in hctSchuitjen kwamen, zouw dat byna finken.

L AMP. Laat my dan alleenig toe:dat ik myfij hoofd-cieraatmagbehou.lcn met een dekcn^^

Merc. In gcenderlei manieren, want dat moet gy ook al afleggen.

Lamp, Ha daar dan , wat wilt gy nog meer  ?

Merc: Legt nu af u wrcetheid , onfinnig- heid, heftigheid, booslicidjcn diergclykc.

Lamp. Nu ben ik bloot.

Merc. Gaat nu in de Schuit. "Wie zyt gy die foo vet en vleifigbent  ?

Bamasias. Ik ben de worftelaar Damaftaf,

Merc. Dat dogt my ook. ik hebjc mccnig-r. maal in 't worftel- perk geficn.

Dam. Zoo is 't Mercunrf fict daar, ik koom nu naakt byu.

Merc. Geenfins goede man , gy zyt nog niet naakt , met foo veel vleis rontom be waf^ fcn : legt die ccrft af, want foo gv maar ecu. been in 't Schuitje fettcdc , zou het te gron- de gaan. Legt die kroonen cn die uitroepen van u.

Pam* Zie daar nu ben ik t'cenemaal naakf

I 1 " ^ ' ■ ^s'




28 F ó


rpö LucTANi Plüto>

a!s 2y üit I cn dc doode Goden in ftatuur gg- lyk

Merc. Nu zytgy ligt genoeg , klimmaar in. EngyCmo, werpt u rykdommcn weg , ook die fngtighcit en dclicaatheit , gy moogt geen Graf-fch riften of digniteiten van u voor- ouwdcrs mede dragen. Verlaat u gcflagt en glori. Ook van die Steden daar gy van ge- roemt zyt, dcpublikc uitroepen, opfchriften aan de ftatucn , legt datfe u geen groote Graf- ffede maken : wam die befwarcn al, foo menfe overdenkt.

Cr ato. 't Is tegen wil en dank, nogtans (al ikCc afleggen, wat kan ik'er tegen doen.

Mbrc. Jeminij wat fcgt gy krygs-man> wat wilt gy hier met dat viclori-tciken uitregrcn >

Crat. Om dat ik overwinnaar geweeft ben Mtrtuar , en groote daden gedaan heb , daaroiM heeft deStad my met defc eer begiftigt.

Merc. Laat u viétori* reiken op de aarde blyven, want hier beneden is het vrede , daar zyn geen wapenen noodig; wie komt daar metfoo een grivitcit aan, fóo opgeblafen met toegetrokken wynbrauwxn , door al dc forgcn,*metccn lange baart: wicisdat?

Menippus. 'cIsècnPhilofooph Meratar, voIVani:)edrog cnbcu/ênngen. Laat hem die ook uitrekken j gyfultiien dat hy onder fyn ihanteltjen veel bciiigchelykc dingen verbor- gen heefr. , , ^ ^ ,

MtRC. Legt'gy^erft ü kleed af, en dan al die andere dingen, o lufturl watecnopge- Ö4(c;ithcid, watceaonvYetcntheid,hoe veel

tNYiüingeni




28 F 6


.aftegv» MtENipPus. 197 twidingen, cnydel^eetc, hoe veel dubicufc qucfticn , doornagtigc difpuiren, cn ve*\vardc . bedenkingen draagt hy  ? hoe is hy verficn met foo veel ydele bcuichngen  ? wax al .onnutte curieusheid  ? hy heeft ook gouwr , Avelluft , gramfchap, lekkcmien en delicatighcidby fig: ik weet die ailcsjjlhocwcl gy dat ioo hcimelyk verbergt. "Werptafu leugen , hovacrdi, en die opinien , waar door gy meint dat gy beter zyt als een ander. Wat Schip met vyf riemen fouw u konnen voeren , foo gy daar roede aan

kwaamt?  » ri 1

Philosüoph. Om dat gy fulx gebied,lal ik

dat alles afleggen.

Men. Laat hem ook dien baart afleggen A/crcwfir, want hy is vry zwaar en ruig, £lk hair is ten minften wel dry ell^n lang.

Phii. Wie falfe my af/chrabben  ?

Merc. Dien MenippusCs^ een kheeps-byl nemen, daar men Schepen mede maakt 3 cn dicfal hem af hoiidenrneemtdeSchecps-plnnk, legt den baart daarop , en houwt hem fuiver af.

MsN. Geen fins A/ercMMr, geeftmy maar een zaag. Wa i dat lal bchgchelyker zyn.

Merc. Defcn hcllcbaart isookgoet.

Men. Zie daar nu is hy wél jcens foo me»i- fchclyk, nuhydiebokkéihnk:4fgelcgt heeft. Wilt gy ook dat ik (yn. wjTïbrauwen wat be«  fnoei?

Mbrc. Niet meer als reden, -svantdie hcfc hy al te hoog op. Schreit gy nogvlcg^;l?'vrceft

gy voor de doot? treed binnen.

I 2 M jeN'.




28 F 6


ip8 LuciANi Pluto,

Men. Hy draagt nog yts verborgen onder fyn oxels.

Merc. WatisduAIenippht}

Men. 't Is pluimftrykcri : die hem in Cyti leven groot profyt ge weeft is.

Phil. Legt gy oolc Menippe al ii vryighcid en Itoutigheid in 'c fprckcn af, u blydfchap j groothcrtighcid, enlagdien. Zult gy alleen alleman belapchcn?

Merc. Gsenfins, maar ho jtvd die, want {/ zyn lii^t, cn makkelyk te voeren, ook (yn((z fsTcr voordeclig in 'c varen. Gy I{e dena.tr ^ legtgy alle defe cont rad i dien > tegen ft ellingen , vcr- gelykingen , perioden , on-taal , cn andere zwaarwegende redenen af.

Redena ar. Ziet daar leggenfc.

Me:ic. Is goet, doet de touw los, haalt de plank binnen, wind de ankers op , trekt de zei- len op, engy Schipper paft op het roer. Laat onsvrolykzyn. Wat (chrcit gy -lieden fotrc- bollcn  ? voornamcmlyk gy ongebaarde PhÜo- fooph  ?

Phii. O.n dat ik meinde dat de zielen on- flcrfelyk waren.

Men. Hy liegt. Daar is wat anders waarom hy foo fchreit.

Merc. Wat dan?

M E N. O m dat hy aan ful ke groote opged i ftc tafels niet meer mag litten , en dat hy 's nagts niet met (yn mantel om het hoofcby alle hoe- ren en fnocren kan loopen, 's ogtcns de jonge luiden met fyn wysheid bedriegende ,en haar het geit u it de beurs klopt. Dat is het waarom hyfoo treurt, Phil.




28 F 6


I ef tegen ME.NirPU5.. -199 Phil. VaU het u niet moejclyk A/e»J>j)e,

dat 2yciootzyt? • =

Men. Wat rnoejelykhcid foiiw dat zyn,dic tny om te (krvcn schaaft heb , daar my nic- miiidriep? maar' hoort gy onder ons praten i\\'<L\ een gefchrecuw , als of het van ac aarde k \v 1 Hl»

Merc. Voorwaar, men hoort het niet op een plaats alleen , maar daar komt elders een hoop vrouwen byeen, die met groot vermaak f.tlenï'eÜorren Lampichus .netlyn huisvrouw belagchcn  ; en fyn Kinderen die eerdaags ge- booron zyn , werden nu van de jongens met lftecncnjz"m-ten. Zommige pry,|en den Rc- ■ d'inidiïbiQphantHr , die over dcfcn Crato een I Lyk-oratic in i'/t/ow/ew dedc. De Moeder van E Damx(ix maakt ook een gehuil met de andere . vrouwen over Vamajtx. Maar over u Menip- fchrcit nieniaiK, gy legt alleen geruft. Ment. Geenfins. Wantgyfuli tcrftont dc honden crbannclyk over my hoorcn huilen , endc raven fullen hare vleugels liaan , wan- neer fy byeen komen om my te begraven.^

Merc.' Gyzy t kloek ^/e«'>p«  , dewyivvy nu overgevaren hsbl?en , io j gaat dat regc deur na di re^t- plaats; ik en dc bchipper fullcn

andere overhalen. Men^ Galukdin opu reis AUrcHur , wy - gun voort. Maar wat fal u. 1. nu overkomen, gv -heden mo:t veroordeelt werden , ly zeg- gen du de ftraffen fecr zwaar zyn , met rade- ren, Arenden, en ftecncujecn yge'vks leven fal hier cctoctft werden,

1 4 CR.\T£S




28 F ó


LuciANi Pluto; CRATES cn DIOGENES.

Tweepluimftrykers die malkander pertefta^ ment haargoet maken , komen beide tege-' lyk te fi erven , maar door tuüee andere erfgenamen lijerden, ondertuffchenkrygert deiuaarfeggers eenfteek.

Crato. ent gy dien boven maten rykcn l\ MArkhns wel Diogtnes  ? die vnn Corinthen reisde, en foaveel Icoopvaardi Schecpcn had, wiens fulferling dien rykcn ^ rifteas was , die dat versje vari fJmerHs gcduurig inde mont pleeg tc heb- ben ; sUnt dootj •f*Kfl* ndoop.

DioG. Waarom dienden ly malkandercrt fooy Crattt}

Cr AT. Om erfgenaam te zyn, zy waren ge* •lyk,d'tfcn paÜtn d'anJerop. In haar tcfh- ment hadden fy beide beleden , dat foo AUri • ehfis eerd fticrf , dat ^rijitds van alles crfge- «aam foudc zyn : cn foo ^ rif tas eer ft ftierfy Touw Mdrklms in 't volle belit komen; defen dan is eerft geftorven. Dit foo met gefchrift J)cveitigc zyndc, itreelden en pluimftrykten fy malkanderen , elk om een meeft. Vordcrs dc xvaarfeggers, ik weet niet of zy dit toekomen- de iiitde Sterren fagen,of uit de droomen, ge- iyk dc Cbaidten : als ook Pythius /elfs , voor- leiden dat ^^rifuas iipt winnen fou w , en d:ia AiArichut , Iüo dat dc evenaar dan eens aan d'censzydc over lloeg , cn dan eens na d'an- 4»u DioG.


!


II.. * ■ *l




28 F ó


(ff tegen M E N i P P ir s. ^ai ÜioG. Wel hoe viel het uit f ik vcrlang al

1 te hooren.

Crat. Zyfyn beide op ccncn dag gefior- Bvcrijlbo dat hcc crf-goet tot Ennomms cn Tr4 • r^£Klex gekomen is, dat beide lyn Neven waren.

  • f Dit hadden dc waarfcggcrs niet gefegt, dac

ifuixgcfchiedenfouwde. Wantalsly van J*- V cycn na Cirrha foudc varen , heeft dc welle v-ivint lapiges het Schip t'onderitc boven gc- keert, cnTyn zoo vergaan. I DioG. Dit is haar regtc loon. Maar doe wy leefden , hebben \vy fulke gedagten van elkander nier gehad , ik hcbook noitgewcniV . na^ntiflhmenes doot, nog op wat manier ik fyn (tok foudc erven, ik geloot ook niet Crat»

dat gy oit na myn dom verlangt hebt , om erf-

' genasm tc werden, te weten van myn ton en i'knnp-fak, in welke omtrent twee potten met I' box booncn zyn,

I -Crit. Zulke dingen en had ik niet van 1 noodcn, ja u felfs niet Diogenu, want't geen gy van ^ntijihmems hud erven, en ik weder vanu, fvn veel beter als het gamfche gebied van Perfien.

DioG. Wat fyn die dingen daar gy at ifpreekt?

Grat. Dc wyshcid, fobcrhcid, waarheid j ^rekens cn levens vryheid.

Diog. 'tHeuatmywel dat ik fuiken erf- goct van ^nti fthmene* kreeg, c weik ik u nog veel rykcr nagelaten heb.

Crat. d'Anderc menfchen , veragten fui- ken erf- goec j cn ni«mant ftrccldc onsom erf-

1 5 gcnaam




28 F ó


,a03 LUCIANI PlUTO,

gcnaam tc zyn , maar fy hadden haar oog altyi { oplictgouwd. .

DiOG. Niet ten onrcgten , want fy haddcnJ Bicf,ophocdanigen wyzc fy zulke goederen; van ons ontfangen zouden : zy waren lek , en door de wellu.'len vervreemt , gelyk de doorwormde vaten. AVant fooras alsymam iJaar wysheid, vryhcit of waarhek in goot, foo. lekt het daaruit) ja de bodem en kan hec nieci dragen. Zulxfegt men gefchiettczyn , aani Vafuii dogtcrsjdaarfein een doorgcboort vaci %vater droegen , en liet gouwt met handen enk nagels bycen hielden. |

Cr AT. Daarom fullcn \\y onfc goederen |! befitten  : foo ras als fy hier gekomen zyn , hebben zy maar een halvcn brafpcnning vooric ile Schipper van doen. i


LUCIANI SCI PI O,

Defe dry twiflen nvie de mecfie van haar is , Minos leit det^ii^'ifi terneer i en geeft y der Jyn plaats,

AiBXANDER, Hannibal, Minos tn Scipio,

V^iEXANDER. f/anmbal van Lihien , 'c is V-/ behoorlyk dat ik voorgaa; dewyl ik waardiger ben. Hannibal. Neen, maar ik ben beter. AiEx. I.aat Alines iisfcr hier regter over 7.ya , die altyd vooreen goetrcgtcr gehouden is.

Minos.




28 F ó


ofiegen Menippus. 105

Minos. Wienzytgy? Alex. Dicis FJanmbal van Cartha^o , ilc ben yiUxAtider , de Soon van den Koning Philip pus.

Min. Beide vporwaar feer glorieus , waar- Iqm kyfc gy-Iicdjn  ?

. A[ EX.' Oai dc waardigheid. Hy fcgt dat hy tietcr Veh-overftc is gcwcell als ik : maar ik \le-:- 'clyk deheelewaerclc geiuigt, dat ik inOoaoogs-Hikai, alledic voormy gcwccfl: I hebben, boven gcga.-m heb. , MiM. Laatccnydercensomecn bell feg- gen, rprcckcgy ccrll fiannibal. • H AN. Dat komt my hier fecr wcl te pa? dac ik Griex gclccrt heb , op dat ^IcxAndcr my diiar in niet en mogt t^i boycn gaan. My dynkc dat die groote ccrc waardig zyn, die in 'c begin gering waren , en door eigen deugden to: groote glori komgn : dic door fig fclven mag- werdën , cn toihecrrchappien verheven %yerdcn. Want ikbcnccrft me: weinig volk in Sp^ngien gckonu-n , als ik myn broedgr voor Onder-Burgermcefl^-r tocgelegt wicrde , doe ben ik tot groore faken fecr bekwaam gc- oordcch, doe vong ik dc CeUiberi, cn ik over- wandcrranfcn: hoo.^e bergen overgaande ,

ben ik over dc rivicre Eridanus gcgji.m , ik heb

menigte van Ste Jen gcdcmohecrr , cn 't platte Jant van lulien t'ondcr gebra£;t,ik heb gegraf- fcerttorde Voor ftad van lipmen , cn foo veel r^msimn opcenen dagt'onder gcbragt» dac men haren ringen met maten moeiten meten , cnuitdedooijlighamcn maakte ik bruggen.

1 6 l)it




28 F ó


204 LuciANi Pi. UTo

Dit heb ik alles uitgcrigt , en nog ben ik geen Soon van Jupiter ^mnton genoemt , nog ik heb geen God van myn fclfs gemaakt , nog myn Moeders droomen vertelt : maai» ik het my voor een menfch aanficn, ik vogt tegen de Vclt-ovcrflcn met groote voorfigtighcit , en dat tegen üoute en kloeke Soldatcti : niet tegen dc M^derxoï ^rmenitrs , welke vlug- ten ccr mcnfe vervolgt, cn fig ligtclyk overge- ven, ^lexandtr is SuccclTcur van (yn Vaders Ry k, en dit liecft hy door drift van 't geluk ver- ( meerdert  : welke als die onnoofclen Darius

overwonnen was, by cn ^rlulas, licc hy (ig aanbidden, en ligtelyk tot de Medilt iekkernicn noodigen : op demaaltydcn brogc hy fyne vrienden om , cn diczcdootflocgen i hicfp hy. Ik heb over myn Vaderlant gere- geert, als ik geroepen wier om een groote vyandlykc vloot die tegen Lihym kwam om af te ilaan, heb ik gehoorfaamt, en hiel my ge- ifuurig als een privaat perfoon  : ycroordcclt zynde , heb i k fulx verdragen. Dit heb ik, di«  -^en BArhAAT wns, gedaan , onwetende zyiidc i\\zGr\txt difciplincn ik hcbnoitgecn//owe - rui gclecrt , nog ^rijiotelês tot myn mee lier gehad , maar 'k hcballcen myn goede natuur gebruikt. Dit zyn dc dingen dan, daar door ik 'fny beter agt als ^lexarMr, Zou w men hem praercrcren om fyn Koninklyk hooft-cicr.iar , dat isminihicncenbctamelykhcit by licMa- cedoniers\ hicr door kan een genereus Vel t- o\'cr/lc nier b:*tcr fchynen, maar die fyn eigen aar.i meer dan dc fortuin gc volgt heeft.

^ • Mt-:.




28 F 6


of tegen Menippus 205

Min. Dit is voorwaar ccn gencreufè re- den, die men van een Libier foo niet ver wag«  len zouw : wat (egt gy hier toe ^lexdndcr  ?

Alix. Men behoorde foo li«tvecrdige man met eens antwoort te geven. Zyn gerugt kan 11 genoeg Iceren, wat Moordenaar hy ge weeft is. Let wel of ik hem in weinig te boven gc* gaan ben , die nog een Jongeling was vari tcere jaren, de fiak by de hand nam > en het Ryk verkreeg, my wrekende aan die gerie, die myn Vader ombragtcn , doe ik Theben over- wonnen had , was ik heel GrUJ\enland een fchrik , doe ben ik van haar tot Vclt-overfte gc!<orcn. Ik was niet te vredcn met het gene myn Vader my nagelaten had , maar ik dorfte na de Monarchie van de ganfche waercft: mei- nende dat het wat zwaars was Heer van alle dmgcn le werden, ik heb een leger van weinig mannen in ^ptn gebragt , by de rivierc G r4- iticMf won ik dc Ihyd  : ik heb Lydien , lênien , cn Pfor)i^fen t'onder gcbragt. Ten leften , al- Avaar ik ook kwam , bragt ik 't onder myn ge- wclr. I k ben gekomen aan dc ƒ jf«x, alwaar Varliis niy met ontelbare menigte vols >vagre. Gy-liedcn weer Afiuos hoe veel mec- nigten van doodcn dat op eenen dag van my gehad hebt. Want Charon fcgtdat fyn ich uitjen niet groot genoeg cn was doe ter tyd , maar hy was gedwongen haar met heelc vlotfchuicen over te brengen. Dit heb ik alles uitgercgr, fclfs nietbevrcelt zynde om gewont te worden; om niet veel te fpreken van 'r gene tot Tyrits Qïx ^r6«/*t-gcfchictis,foobcn ik tor

I 7 Indïtn


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


i05 LUCIA^I PLUTOi

Jndien toe gekomen , en d'Oceaan is d'cind- p.ul va^x myn Ryk gewcclè , \k heb liare Oü- phaaren vcraieellcrt,en Porns de Koning der India tien gcvangep gcnopjen. Over dc Ta- nait komende, hcbik d'onwinbarc Schyten mcc ccii grootc paarde-ilryd overwonnen. Myn vrienden heb ik gcfchcoken gegeven, cri myn vy.mdin gewrokeq. Zoo ik dc mcnfchen ccn God gefchcnen was , nioefi men haar gcipaart hebben , want fy zyn door dc grootc daden bewogen fulx tc gcloovcn: eindclyk Iiceftmy dc dootoverrompclc. Djfcn fJan- nibal heeh by Pntfn van Bithynicn inbal- Iingi'chap gcweelh gclykfoo een vcrvaarlyïccn wreed en mcnfch toekwam. Ik feg niet hoe hy dc JtaliancH overwonnen heeft, da: is nier gcr fchict door fyn deugt , maar door argliit, oft«  trouw en (oosheic , van hem wert niets heer- lyx nogregtveerdigsgefprokcn, hy veragtmy om dat ik lekker gekeft heb, maar hy vergeet tefeggcn wat hy by Cdpna gedaan heeft, daar gafhy fig aan dc hoeren cn welUiilen ovcf. Zoo ik het nicE klein geagt hadde'c gene na liet wellen leit , hoe fou w ik na hcc oollen foo verre gekomen zyn  ? Ik die heel /taliën fonder bloed- ftarten, gans Libyen cot Caies toe met een ligtiglicitt'onder gcbragt heb? nuar ik agt dit loovcel woorden niet waardig, want ik tc vooren altyd voor een Heer van de ganfche aarde gekem ben. Ik heb nu gcfproken  : oor- deelt gy nwMinot. Waatdit is in'tkort ge- noeg gefegt.

Sci pio. Wilt my nog eer ft vcrhoorert Mlmf. Min.




28 F 6


of tegen M E N i P P u s. 207

Min. Wiczyt gy dat gy uw by Jefc deftige elc-heeren vergclykt  ? SciP. Ik ben den I{p9mfch:n Sclpto , die CarihagogCihinohcQYtiCa d;; ^fncAncn mcc grootc legers overwonnen heb. Min. Wat hebt gy tc fcggen  ? SciP. Datik minder ben als Al9xandtr,,,ct\ meerder als fJnnmibal , om dat ik hem op de vlugt gcjajgt hcb.Wat onbcfchaamdci' bakkes isclar,(lie(igby Alexander wilvergelyken, ik Stif io die hem overwonnen heb, derf my by hem niet vergclyken.

AiiN. Gy hebt rcgt geoordeclc Sclph: daarom CA Alexander cerft zyn , cn gy na hem, en de derden foo het u belieft fa! Hannl- hal^yuy die ook niet tc veiimaden is.


DIOGENES en ALEXANDER.

De Komngc7t iva^meer fy perven , raken tmt haar L-vc}2 -) haar rijkdommen en magtenquyt. Diogenes ^^uelt Alexander.

DioGEJics. r 7 Oe Alexander y zyt gy ook al £ 1 een doot man als wy?

Alexander. Gelykgyfiet Dlogifits, het is geen wonder, daar ik ook een men Tc U was.

DioG. Hee^tdan /«^«erf/4»»w««  fooge- loogcn , fcgoende dat hy u Vader was  ? waart gyiinP/ji/»j);>iSoon>




28 F 6


2o8 LuciANr Pluto,

Al EX. Sonder twyfFel was ik van Vh'iUpput gcbooren , ik foude niet geftorvcn hebben ioo ÏFJammM myn Vader waar gcwccft.

Dioïf» Var» u Moeder Oly<r.pUdes werden ook meer dingen verhaalt, te wctcn,datVr een draak in haar flaap-kamer fouvvdc gekomen zyn,»die by haar fliep , cn foude u doe gebaart licbbcn. Vorders dat Philippits een misflag Jïccft,envernburecrti$, mcincndcdatgy iya Soon zyr.

Alex. Ikhebdatfoo wel gchoort alsgy, maar ik fic wel dar myn Moeder cn deProphc- ten van Hammtn dc waarhcitnict ge(c-gt heb- ben.

DioG. Defi: hare leugen nogtansj is ot» grootc faken uit te rcgten niet onprofyielyk gewcelt > om dat u het volk eerde cn vrecfde , dat gy een God waart. Maar (èg eens wicn hcbtgy ditgroote Ryk nau doot gelaten  ?

Al EX. Dat weet ik niet, ik fticrf wat fchic- lyk, foodat'cr geen tydcn was omdaaryts van te befluitcn, als alleen,, dai ik aan Perdic- M myn ring overlangdc. Maar waarom lage gy Dio^cnes}

DioG. Waarom fouw ik niet lagchen? weet gy niet wat de C?riej(^ew gedaan hebben, hocfc onlangs het gebied, u al ftrcelendc , aanvaar- den , en een Opper-hoott tegen dc Barbaren opwicrpen.Zommige bragtcn u in het twaalt- talder Goden, wilden Tempels bouwen , cn «flfcrhanden doen , als dc Soon zyndc van de Draak. Maar fcgt eens, waar hebben de A/^- iidonitrsü begraven.

Alex.


vf tegen MeNippus. 20^

^ AiET. 't Is nu de derde dag dat ik 'xm Bahy 'imtn begraven bcn:maar P^o/om iw/,myn lyf- trawant, heeftmy belooft , foo hy in defc troubcle tyden, de tyd hadde , wilde h y my in ^E^y^^^n brengen, en daar begraven, om alf» een van de ^gypfifi Goden tc werden.

DioG. Ik kon my niet houden van lagchcn ^iexAndtr jmy dunkt dat gy by de ondcraartfo ) Geeltcn nog wat kalt, hopende milTchien dat é gy ^nubis o{ O firhCüh werden. Laat gy die 1 hope varen ógoddclykcj't ishierongeoorloft » weder re kecren, die eens defc floot overgc va - ren heeft, en in de fpeet van dit kol geklom- men is , want ^4ms is ncerftig , en Ctrberut isniettefmaden. Ik wilde dit wel van u lec- rcn,hoedatgygefintzyt, foo menigmaal gy hier om deakt , wat groot geluk gy boven ge- laten hebt , foo veel lyfwagten , trawanten , Hertogen , gouwd , foo veel volk die u aanban- den: daarenboven ^4t|f/o»i««, i?4^?re«: die vcrfchrikkelykebeerten, digniteit, glori  : en d.it gy boven alle uitftaakt, als gy geroert wicrt , cn als gy een wit kleed over het hoofd had gebonden, cn met purper bekleed  ? mnllc gek wat rchreidgy?hectt dien wyfen uUs u gcleertjdat die dingen welke van de tor- tuinc afhangen, vail en onwykbaar waren  ?

Al EX. Was hy wys?dc flimllepannelekkcr van allen.Laat ik eens ^rifloteUf daden alleen weten, hoe veel heeft hy vanmy gekregen, wat heeft hy my al gefchrcven. Hy heeft myne begeerte misbrui kt, wanneer ik begeer ig was alles tc wctcn,om boven andere uic te munten;

daat




28 F 6


iio LuciANi Pluto,

i!jar hy my ond^rtuHchcn ftreeldc , en m-yne fchoonheid prees , ais of ik een gedeelte gc- weci't was van het h^nr>fic goed: dan ook om myne d.}den ea ryku .ien, wam d.u reken- de hy O £ getal van 't oocde , op d at mcq 'c hem geen fout ibu w  : n , wanneer hy Qit kreeg», Hy was.  ; en bedricgclyk; al- hoe w*'l ik die nuttig.iejd uitlyn wysheid ont- houden heb, dat ü nu also.n het hoogfte goct g-py^'A^ werde , oai liet geni gy daar dadclyk verhaalde.

PiOG. Wcetgy Avat gy doet  ? ik fal u een rem-jdietoonen tegen defe movjclykhcid. Al- hoewel aan defcpUatCen dj mes-wbrtcl nie^ cn waft., drinkt eens.mct volle, kaken uit de ri- vier Z^e//>.£«/, hervat dat ook dikmaals, cn dan fult gy ophouden u over ^rijloteles goet te verkniefen.M.iar ik ficdaar ook CUihs en Cal- ///'rewfx, mee meerandere, di:;haar nahic^ to3 fpOwden , om u te verlclieuren , (y zulleri gc- urafc Wi rd'.*n om het gene gy liaar wel ccr- tyds gedaan hebt. Daarom geeft u aan d'un- der zyde van de rivier, en dria kt louter.


i<4


iMiiNIPPÜS, TR.vr;iONIüS7 * en AMPHILOCHUS.

Hy b'if^ot de He: den fe Oracukrt^ enAnt- faoorden  ; ook die half God y en half Msufch gefegt '•jjsrden .

Menippus» j K weet niet , Trophlnïus cn ^mph'Uochus, dewy l gy l. doot zyip hoc jdocfif mculf hcfi u


nog




28 F 6


•f tegen McNf-PPUS. 211

lOg met Tempels verecren, hoe gy 1. voor >i op!ietcncn waarzeggers geagt wcrc, ea 'c »emcene volkje u voor Goden hoiulcn  ? j' Trophonius. Wel! moet dat ons aangere- {ënt werden , dat zy door onvcrftain zulke 5p:nicn van de dood;.*n hebiscn  ?

Men. M lar het volk en f:iuden dat noit ge- . ^^t licbben , zoo gy l»  »n u leven zulke z'jld - ^umhcden niet vertoont en had , ais dat gy 1. toekomende dingen kondet zeggen. MTrop. Menipput, onzen ^mphilochus zal voor (ig zelfs antwoorden : Vorders, my aan- gaand J, ikhanccn fJerojfk^ perfoon , en zeg toekomende dingen, zood3r ymant by my komt ; gy fchynt noit in Lebxdia geweeit te hebben , om dat gy die dingen geen geloof eii geeft.

Menip. Wat gy zegt? Zoo ik K Lebadi en in Beotien niet gcwecft cn was , met linnrn bekleed, een (opp-i al gek-fcheerende inde hanthoudende, en dooreen nauwe engte in her hol gekomen was, hoefouvviku, niigy dootzyt, anders kennen  ? dan allccnig doot mirakelen , daar wy andere in le boven gian. M lar zeg eens , wat is een heroik perfoon  ? Ik Wilde dat wel eens weten.

Taop. Dat is yts welk halfüod .cn half Menfch is.

Mem. Te weten, dat nog Menfch, no^i God is , foo als ik verfta , maar van beids war. Waar is dan nu de andere helft die goddelyk Waar is liy heen gevlogen  ? ';i0P' Hy fprcckc Oraciilcn in S€9tien.

Me NI.




28 F 6


2l2 LUCIAMI PlUTO,

Menip. Ik kan niet befcfFen wat gy /egt ] ten zy ik fic dat gy t'cencmaal doot zy t. j

■ _ — ^ MERCURIUS, CHARON \ Mer

<^UTius hout f/ief Ch&Ton rekeninge»

dog krygt geen betalinge, « 

. ' \

Mercurius. r Aten wy eens afrekenen C/;4. M^ron, zoo het u belieft, dat 'er daar na geen krakecj . en kome.

Charon. Ik ben daar ook toe genegen Afercuttr 't is beter dat ten ecrltcn te doen , ■ foo is het minder moeite, dan datm'crfoo . verre in ftcckt,

MHnc. Ik heb u het anker Inten vermaken , daar heb ik ontrent dry fchclhngen voor uit i J gcfchoten. .

Ch. Dvit is veel te veel. •

Merc. Voorwaar , ik heb 'cr foo veel voor rccrgcleit. Vorders voor de bant daar gy de > riem aan bint, heb ik negen duiten voor ge- - geven.

Ch. Schryf agticn (tuivcrs en vyf duiten.

Merc. Om het zeil te laten Jappen, ccn floot er.

Ch. Schryft 'er die by.

Merc. Wafch, om de /chips fplecten te be- flryken , fpy kers , en touwen tot de fpriet, allc voorfevcn ftuivers.

ChAr. 'cis wcl>datisgoctkoop.

Merc. l




28 F ó


t^f tegen Menippus. 213

Merc. Dit is het altcmaal , 't en waardcr in ICC rekenen my yts moge ontfchoten zyn. . VVannccrzult gymy dit weder geven?

Char. NucnkaniknictA/ercMtfr.'tenzy tier een pelt of groote neerlaag quam , cn my s'cel zielen toegefonden wierden , dan fal ik iveinigkonnen Ichachcren, wanneer ik van ict vaargclt lieimclyk wat agier houden zal.

Mer. Ik fal nu fitten , wcnfchendc dat 'er rerfchrikkelyke dingen mogen gcfchicdcn,om Jaar myn profyt uit te halen.

Char, Gy moet het my-nu ten belten hou- den Mercuur , 't kan voor tegenwoordig niet wel anders gefchicdën: daar komender, als gy wel weet , nu weinig weder tot ons , het i$ ■ vrede.

Merc *t Is reden genoeg, als of onfe fchule an «  wat opgefchort wicrdc. Maar heugt u og wel Chiron , hoe onfe voor-ou wders ple- gen te komen > hoe fterk en moedig  » bedro- pen van bloed, vol kwctzurcn cn wonden?

Maar dieder nu en dan komen , die zyn van*

hare fonen of vrou&vcn door fcnyn omge- bragf , of dat ymants bcencn en buik koomt tc fwcllen , door dien hy het keelgat te veel ge- laden had. Zy zyn alle bleik cn traag, en geen- fins de roor-ouwders gelyk. Het komt meeft al uit oorlake van het geit , (foo het fchym ) malkander lagen leggende.

  • Char. Dat is in dcwerelt begerig,

' Merc. Daarom en fchyn ik niet grootelyx te zondigen, foo ik u wat fcharp afvorder 't ge- ne my toekomt.

MENIP-


214


LUCIANI P1.UTO


MENIPPUS en C ERBERUSj

Hier tootit Cerberus de vreejacktjgkcit van Sücrates.

MiNipPus.fj Oor eens Cerbews , -wyzyn] JlJ ccnigfins blocivcr\Yamfchap,j dewyl ik ook eenliontbcnjjj zegt Try eens (by het ir.oras i"r>^/<e; hoe dat 1 Socrateszig hicl doe by hier kwam? het i^i vaarfchynelyk , foogyeenGod zyt, dat gy, niet alleen en blaft , maar ook wel cenige ta!c fprecktj als gy wilt. , Cerberus. Doe hyhier nog verre van daaa >vas, Menippus , foo fchcen ny conilant , en met een onbeweeglyk aanfigt te zyn > de doot in 't minftc niet vreefende , als of by ^Yildc toonen , die nog verre van het hol wa-. ren : maar foo ras en fag hy in het hol niet, of hem kwam die fwarte donkerhcit te gemoet Ik beet hem doe hy toefde, met den giftige ircow^^-beet. Ik trok hem by de voet, doe fchreide hy als een kint, cn beweende fyrt kinderen.

Men. Hy was foo wat gcveinft wys, denk ik, kwanfuis niet voor de dood vreefende ?

Cerb. Neen : maar doe hy (ag dat het dwang was, wierd hy daar ftout op , alsof hy wilde dat hem fulx overkwam , alhoewel hy tegen dank moeite lyden , dat hy een fpek- takel van allen was. Maar dat moet ik van fulke mannen getuigen, datfetotdekrop toe volftandig en kloek fyn , wannecrfe in dat hol

den:




28 F 6


of tegc.7t M E N I P P u iT ^

ficn : maai' jIs fy binnen zyn, is'cr niet gcdwe- dcren buigfaamcr.

Men. \Vac dagt u wcl vanmy doe ik'cr kwam  ?

Cere. Gy alleen zyt d.iar alleibchoorlykft van alle mcnfchen gekomen: cnD'icgtms v oor ü: omdatgy daar niet gciloctcn ot gedwon- gen ingekomen zyt: maar van felfs al lagclien- de, cn die fchrcidcn bcfpottendé.


CHARON, MENIPPUS en MERCORIUS.

Menippus en Charon kyve?iomhet veer- geit Menippus uit de Schuit zynde^ lagt hem nog irat uit,

Charon.'^ j Legcl paft )c vragt.

V Menippus. Kont gy niet harder roepen  ? is dat lbo ccn vermaak Charon  ? Char. Gevet fcg ik ,-dat gy van 't ovcrvoe^ rcnrchuldigzyt.

Men. Gy kont niet veel krygcn van die niet cn heeft*

Char. Zoudcr nicmant niet een halve bras- penning hebben  ?

M{N. OfFer diergclykc gevonden wicrdcn weet ik niet : alrans ik en heb niet.

Char. Gy vuilik ik fal u (by ver- worgen, foo gy 't niet cn geeft.

Men. Ik (al u met myn Hok dc kop ver- murwen.




28 F ó


2i6 LuciANi Pluto,

Ch. Mcint gy dat ik u voor niet, foo langen i \vaicr ovcrgebragt hebbc  ? |

Men. A/erc»ri#*iraldatvanmyncnt wcge \ wel aan u betalen , want die heeft myn over- 4 gelcvert.

M ERcuRius. *t 1$ nu verre genoeg gekomen dat ik voor de dooden fal betalen.

Ch. Ik fal u niet laten gaan.

Men. Trek het Schuitje maar vry over, gy kont van my niet halen daar ik niet en heb.

Ch. Wift gy niet hoe recl vragt gy betalen

moeft? .

Men. Ikwift het wel , maank en had niet. Wat raatf moet ik daarom nu altyd leven?

Ch. Zult gy alleen konnen roemen dat gy voor niet zyt overgebragt >

Men. Is niet voor niet myn vrient, %%jant ik heb aan de pomp moeten ftaan , en ik heb geroeitjcn van al die overgevaren ben, heb ik alleen niet gehuilt.

Ch. Dat beloopt nog de vragt met , gy behoordi een halve brafpenning gegeven te

hebben. , . l i

• Men. BrengtmydanxvcdcrmbctJcven.

Ch. Gyfegtwel, foofomvik wmlt doen ttct flagen van -<i:4c»/ to krygen. Men. Weeft my dan niet moejelyk. Ch. Wat hebje daar inde knap-fok. Iaat

censfien. xi..M*»t M«n. Eenboxboon, en vrat van fituui

Ch! Waar komt defcn hoat van daan Mtr- mr? Wathadhy alfiiap» in*t overvoeren^,


üf Ugen Menippus'. ii-j^^

vjiylagtcalde paflagicrs dapper uit, cn wift ÜJaar fulke gcfoute cn gepeperde bokkcni too ae fchicten , hy alleenig fong, alj d'iindcrc jfcheiden  ?

Merc. Weet gy niet wat voor een man gy

Iovcrgcvocrt hebt  ? *t is een man die onbcforgt is. UetisMenippns.

Ch. Zoo ik u hier na nog eens kry g. Men. Ha, ha, ha, myn Heve viieot het hceft'cr geen noot af.


ANTILOCHUS en ACHILLES.

IDat hier orider een yder vangelyken ftaat isy dat niemant van dtdooden eminentie heeft* Van de kletnherti^heit van Achille>.

' Antilochus tT7 At feidegy giftcr tegen Ü- YY /yjj>/ wegens de doot , 't welk weinig beraamde ^voor ccndifcipcl van Chiron cn Phdnix^ Ik , hoor dat gy bever agtcr de ploeg wildet gaan^ dan over dedooden regeren. Zo dit y mant van '. die plompe vlegels, die in 't midden van Ihry- IgitH eeboorenzyn, feiden, mcnfouw zyn I boerslieit nog wat over 't hooft konnen (ïen : maar die uit PsUus gcbooren is , en van een Heroike ftant , fig zoo weg te werpen, is niet I op te eten. Ik weet niet hoe die dingen diegy in u leven uitgeregt hebt, metu overeen ko-

oicn. Wanidocgyin Fthitn totu grylc ou-




28 F ó


2i8 LUCIAMI PlüTO,

dcrdom tüc regeerde, \\ iidc gy liever glorieus ftcrven, dan na 1-iet Ryk ünan.

Acfiii. Maarey ZVe/?orj Soon 5 doe had ik die dingen nietondcrnomcn , ik ^vift in beide geen ondcrfciicit te maken, Hellende defe ydc- ie glorie boven het leven. Nu bevind ik al te laat, hoe onvoorfigtig ik gedaan heb. By de levende fult gyder vinden, die hare daden door denk- fchriftend^hecle waercit door la- ten klinken. Maar hier by de hcHchc geclicn, weet ik niet wat nut en voordeel ik daar mede gedaan hebjwant d'cene heeft hier Co wel eerc als d'andcr. Dc kr.igten nog de gedaante myns lighaams fyn nu ook foo niet, ^ntiloches , als voor heen. 't Is alles verdwenen , elk heeft cenderlci ftand. Daar is geen onderfcheit in wyshcid of andere laken. Jk ben niet meer ge- vree ft van dcTroj^rfw/èdooden , niemant van de CmA^eweertmy. V^ordcrs of ymant goet ofkwaat ge weeft is , daar is ter waercit geen aanficn van perfoon. Dit is 't dat my foo dap- per kwelt; dat ik boven andeten niet eenigc eminentie mag hebben.

Antil. Maar Schillet, wat kanmer tegen  ? dewyl onfe natuur foo is> dat wy genootfaakt zyn eens te fterven. Dewyl defe wet dan uni- verfecl is , en niet kan afgefchaft wer<lcn , moet men dat al geduldig draj^en. Ziet ons eens altemaal aan , foo vcclc wy hier zyn : U- iyjfes lal ook tcrftont komen, dat u een weinig vertrooftcn fal , en met rcgt watmaaifchap aanbrengen , om malkanders noot te klagen. Oy fteekt alken in dit perket niet : fiet eens




28 F 6


of tegen Menippus. ii^

flerculesj Meltager, en andere helden meer, dnarydereenfig over verwondert heeft: die ik geloof niet hgt te fullen in het leven kceren, •fooze armclyk om de koft louden moeten (la- ven.

AcHii. Dit is een vricndelyke vermaningen ik weet niet hoe my die dingen in de kop leg- gen malen , van die men in het leven doet. Ik geloof dat gy -lieden ook foo om het hert zyt. alhoewel gy- lieden fulx niet en wilt beken*» ncn : des te guitagtigcr bent gy-liedcn, dat gy alfoo ftilfwygcns by u houdt.

Antii. Qtcndns-^chilUs ^ maar wy gaan üver hier in tc boven  : want wywetefi" hoe onnut het zy van fulke dingen te fprekcn. 't Is alderbcft tc zwy gen , op dat wy nietmet alle regt en reden, gelyk als gy, uitgelagchcn fult werden.


MENIPPUS cn MERCURIUS.

Hy belagtfe die in haar leven fchoon van aanjigt waren  : en na haar doot niet met alten zyn^

Mékippus 'V. Egt my eens wsac ii-i fyn die fchoone Jongmans cn Vrylicrs? brcngt'cr my na toe, waat ik ben hier vrcemt  ?

Mercurius. Ik heb nu geen tyd Menippe, Maar fla u oogen eensiia u rcgtcr zyde roe, al»

daar is H^Amthns cn dien NarciJJus, Nertus,

' K 1 0^(hil^




28 F 6


2 13 LUCIANI PlUTO,

^cbiiles , Tyro , HeUna cn Ltda : en al die van oiuvds voor fchoon gehouden zyn.

Mbn. Ik fie voorwaafiiicc anders dan been- deren cndoots- hoofden , daar ik geen ondcr- fcheit in fitn kan.

Merc Dit is het altemaal, daar al de Pocten foovan roemen , dat niet anders dan bcencn zyn, die gy verfmaat.

MtN. Toonc my FJdtnd eens  : want ik Icanfe felfs niet onderfchcidcn.

Merc. Dat is*cdoots-hooftvanf/e/cw4.

Men. Heeft Critk^nUnd om dit doots- hooft duizef t Schepen uitgcruU, zyn daarom foo veel Grieken, £arharen , cn Steden t'on- dergcbragt'

Merc. Hebt gy dit de felve niet Ic- ycndig geficn Aienippt : welk, foo gyle gcfien had , louw gy niet leggen , dat men dat fout moeft rekenen, om voor foo een vrouw- mens /ulkc dingen uit te regten. Zoo ymant eens de verdroogde en verlepte bloemen aanfict , na -daifc hare fchoone koleuren verloren hebben, hoe mifmaakt (yn zy ; maar wanneerfe in haar volle vigeur ftaan , hoe fchoon ftaan Cy dan.

Men. Is dat wonder Mtrcuur^ dat de CrUk^n foo fot geweelt hebben , datfc om een faak die foo haaft verdween, zulken moei- te deden.

Merc. Ik heb nu geen tyd om met u te philofopheren , dcwyl ik yts nootfakelyx tc doen heb , daarom neemt ccn plaats daar gy >vilt, cn legt u dan neder.

MENIP:

H




28 F ó


ef tege7i MeNippus. 211

MENIPPUS en CHIRON.

Chiron deonflerfelykheit veragtende y 'wii liever ftetve}}. Dat men fig met hst te- gejrjjoorjige moet vergen oeger/,

Menippfjs./^ fJiron ik hebgehoort^alhoc- \j wel gy een God zyt , dac gy nogtans hebt geiragt ee llcr- vcn.

Chiron. 't Is niet al leugen Men'ippe, dac gy gehoort hebt : want ik ben nu t'ctnemaal door, gelyk als gy fiet, daar ik nograns onftcr- felyk kon gewecll hebben.

Men. hoe waartgy foonadcdoct verlan- gende, daar een ydci- foo afgiyll  ?

Chir. Ik (al het u feggen , want gy zyt een %vys en verliandig man - het vermaak van dc onfterfclykhcit te genieten hiel nu op.

Men. Wel , was het u onvermakclyk te le-^ ren, en het ligt te fien  ?

Chir. Ja Menippe. Want 'c gene fommige voor vermakclyk agtcn , is my ter contrarie onvermakclyk Want als i!t alryd leefde, en altyd idem dé fcUdedingcn gebruiktcn.defon- ligfj fpyfe, de uren die altyd wederom komen , cn altyd het felfde is dat'er gcfchict , gely k een rad met beurten omdrait , wat is dat dog nl  ? ik hebber myn gcnoegte van. Het is geen vermaak de fdfdè dingen altyd te gebruiken , maar die in veranderingen heflaan.

M EN. Gy rprcekt fecr wel Chir om hoe ftaat

K 3 udan




28 F 6


i2t LUCIANI PluTO,'

u dan het leven hier in de helle aan , na dat gy hier gekomen zyt, als tot ccn beter  ?

Chir. l^ictkwa^yk Menippe: maar de ge - lykhcit heeft foo yts gemeens, 'tis evenwel •waar, ymant is in de Ichadu wen of in het Ugt : hier hoeven wy geen honger en kommer te lydcn, als bovenj dat alles is hif^r nier noodig.

Men. Verpraat u (elven niet Chiron, dat ik u met u eigen woorden doode-

Chir. Hocdatloo?

M EN. Zoo u dat een walg is ge wee ft , dat gy in 'c leven alcyd eenderlei dingen gebriiik- tét : en hier alle dingen ook gelykzyn, hoe Tullen die u ook niet walgen 5 foo moet gy weder op nieuws een verandcringc van leven foekcn , en van hier in een ander leven over gaan, 't welk ik geloof dat niet en kan gefchic-

Cimi. Wat ftaat'cr dan te doen Menippe f Men» Dcwyl ik u voorwys aanfie, enu faam foo is, weeft dan met het tegenwoordige te vreden , en gelooft dat'er niets en is , of het Ican verdragen werden.


PHILIPPUS en ALEXANDER.

Alexanders • hoverdy 'inert befc huldigt 3 en boe byfg ver fier de een God / e zyn»


Gï e'^ kont niet loochenen ^Uxander, dat gy myn Soon zy: , wanc foo gy fegt dat u

vaderlyk




28 F 6


of tegen M E N i P P u s. 213

I v.ulsrlyk gcfl.igt van Inpiter y^mmon af homt, zoiui gy buiten iwyiKl met geltorvcn heb- ben-

Alf.x'ander. Ik wift ook wel vnJer dat ^mynta myn Soon was , maar ik vonj hetdienÜig , orn groote faken uit te voeren, l^aaron heb ik die leugen verfonnen.

Phil. Wat gy fcgc? (checn u dac dicnftig tc xyn, dar gy u van dc Icugenagtigc waarfeggcr* liet bedriegen  ?

Al EX. Neenjher wasom de Barbaren tot verwonderinge te brongen , o.n onder dit pretext hare ryken des te beter te vermec- ftercn , wam niemand heeft ons konnen \vedcrltaan , door dele opinie mcinden fy te- gen een God te vegten.

Phil. Wat magtige natie hebt gy oit over- wonnen) dan eeniii; vreefent volk met boogjcs (chietende , met halve maans gelykendc fchil- dekens, cn ander gcreetfchap van teenen ge- maakt. Maar het waren orootcr daden dc Griel'^en, die van Beotien, Phocenfers^ ^the- nienfert , en dieri^cl/ken flag t'onder to bren- gen. D u foiuv ook manhaftig gcweeit heb- ban, foo SY dewaj'>'^n?n tegen gellaan Isad van Thejjalien , de Elideife werpers, de Man- tineifi volken met fcHilden vcrfien, oi met dte van Thraclen, lllyrien^ Peo uen hand-gemeen tezyn , is voora'Rvir geen fj 't inge Taak. Maar dc Mtden^Perfanen cnC/>4Wee«,dicdoor]ug- tige luidew zyn , en mee qouwt voorlien  : ik weet ni'^t boe gy tegen dv-kn man, Clearchus ovcrftc zyndc, hebt durven belhau te vegren.

K 4 daarfe




28 F 6


H


224 LUCIANI PlUTO,

daarfe vlugten eer fy tot de faak komen.

Alex. DcSchyten voorwaar, en dc Indtfê Oliphantcn is ook geen kleine faak,en nogtaiJi heb ik die Tonder verradcncn en inlandfc oorlogen tot myn devotie gekregen. Ik hcbbe noic mcinecdiggewceft, oFteal jokkende van myn belofte afltaan , of myn trouw gebroken om orerwinninge te hebben. Ook heb ik fommigf. G riekten fondcr bloed ftortcn t'ondcr gebragt  : gy hebtmiflchien wc! gchoort hoe IK dc Thebaners .inn boort kwam.

Phil. cUtHs heeft my alles gcfegt , welke gy onder het eten om hals bragt , als hy myne daden prees , en die met de uwe vcrgelykcn durile. Gy wierp het Macedonifch krygs-klccd af, en trok gelykfc feggen , een Perjiaant gc- \vaat aan , met een regt oplbande hooft- cic- raat. Om niet te (eggen , dat gy uw van de vryc Macedonhrs lietaanbiddcn, endatbe- lagchely kit is , foo hebt gy dc manieren nage- volgt, van volkeren die gy overwonnen kad. Ik onthouw my nog van andere ftukken op te halen, alsgy wyfe luiden in een Leeuwen kuil fmect , fulkc bruiloften j en Hefheflim meer beminde als het bctamelyk was. Een ding hebt gy gedaan dat ik pryfc •, te weten, omtrent de Vrouw van Darias , die van fchoone gedaante was, van welkers omhelfin- ge gy u afgehouden hebt , en van haar moeder cn dogters , datfe niet gefchonden wierden droegi gy zorg. En dat was regt een Konink- lykc daat.

Al EX. Waarom keurt gy dat niet voordoet,

lieve


V




28 F 6


êftege?i Menippus.

licvc Vader , dat ik in Oxydractn (ccn Iniïfch volk) my in levens gevaar geücit heb, cn me- nigte van \vondwn krygcnde, ben ik de eer- ftc over de muur geklommen.

Phii. Datagtikniet^/e;t<c»«/tf)*: nietom dat ik loochene dat h«t frai is gewent tc zyn , of om dat een Koning behoorde de voorltc te zyn, maar het en pafte u niet ge wont te kon- nen werden, daar gy u vooreen God uitgaaft; hoe ftont gy doe , om van alle aanficnders bc- lagt te werden , doe gy gewent waart , als men u hoorde huilen j en byna in u bloed zat; Terdrinkcn  ? rekent dut lupiter Hammon u als een y dele bedriegende waarfegger , publyk heeft ten toon gcftelr. Ik fie niet" hoe ymant fig van lagchen kan onthouwden, wanneer hy fictdat /«/'i/erx Soon vanfigfelvcn valt, ca hulpe van de Medley ns begeert  ; defperaac werf, en eindclyk ftcrtc : wie drommel fou w geloovcn dat fulkc gefingeerde adoptie van lupiter niet en fou wde tegen gefproken wer- den ? Voornamentlyk als fy daar het doode lichaam van een God fou fïen, gezwollen en bedorven als andere gemecne lichamen. Maar dat gy kgi ^Uxander dat het u nut is ge wee ft om des tc beter u oogmerk te bereiken  : dat heeft u evenwel (eer veel glori, van dinqendic gyal wel gedaan had , ontrokken. Alhoe- wel gy wel brave daden gedaan licbt , nog- tans komen die met de Goden in geen com- paraticjhicr door oordeeltmen dat gy gewan- kelt, en u dingen k walyk overlegt hebt. Alix. Demcnfchencn zyn in fuiken gc-

K 5 voelen




28 F ó


LuciANi Pluto,'

voelen niet-, mtar vergelyken my by H ercnles \ cn B4ccb«/, gclyk als een die haargelyk i$. 1. Want de -^erwew , dieikligtelyk vcrn^ecftcrt it heb, daar hebben fy beide voor ftaan kykcn.

Phti. Dewylgy nietopen houd Mtxan- - i/ercefprekènalsccnSoonvan lupher flam- , 7M0», cn niet eens fcliaamrootcnwcrt , \Tan- v necrgyuby ffeYcuUs en Bacchus vergclykt, foo verleert gy nog u gewoone eigen roem niet, kent u fclven, en weeft nog vvys, alhoc- %tcl gy geftorven zyc


DIOGENES en HERCULES.

De GoddeJ^kheit -oan Hercules "xert belaigen.

BiOGENES T $ dit ook Hercules } 6 Ja het ' 1 isdiemanfclfs.Zynboog,knod- fe, en Leeuwenhuid. Is hyook al geftorven die menfcidedat /«/'ïVeJ'J Soon xvac  ? Zegt my gv overwinnaar, ay t gy ook ge- J^orvcn  ? doeikopde aarde was heb ikuaityd  ; geoffcrt alsof gv een God waarr.

Hbrcui E'. Gy hebt my wel te regt gcoftcrt: x^zmfJercHles is ook in den hemel, hebbende  : Hg Hebe , met haarrcerfchoonebeencn. ' die gy nu aanfpreekt ben fyn ichaduw.

DroG. Ei watje fcgt  ? 2yt gy de fchaduwe i rnn dien God, maar hoe kan her zyn, dat gy i san d'ecnczyde God zyr , cn aan d'andcrzydc ccnftcrfHvkreenfdr'


of tegen M E N T P p u 5. 227

• - •HeRc. Hy is niet gcHorvcnj maar ik ben jynafbcclclfcl.

3 DioG. Ik ver/ia hctj foo zy t gy in plaats vaa licm gcftorvcn. HiRC. Ja.

  • DiOG. Hoe kan jEoIhs die foo loos is , u

roor hem aangcficn Iicbbcn , maar hccfc u gc- admitteert nis een regtcn Hercules}

Herc. 0;n dat ik h?m foo wc! gclyk. DiOG. Gy fprecktwcl : want gy gelykent I *ibo , als ofgv het fel ver waart : wagt u dat gy niet in tcgsndecl fprcekt, dat gy Hercules ^ty^3 cn fyn nf be^-ldfcl by de onltcrklykc Go- Icn met Hebe trouwt. Herc. Gyzytalte ftout in't fprekcn  : en • '•^l foo gy niet op cn houd my fulkc fcbimpigc 1)okkcns toe te tellen , zu!t gy gevoel krygcn, wat voor een afbcelfel ik bcii.

DioG. Want u boog is blood en paraar, faarom fou w ik u vrcefefi , daar gy eenmaal f cflorvcn zytrmaar.feg my«*cns by uwen Her- culcs bid ik , doe hy^Ieefdca waart gy ook by hem, en Icefdet gy doe t'fam  :n, cn om dat gy uit het leven gerukt zyt , bent gy doe va? ' amiergefcheiden? Isfiyna de Goden g. i j- gen, cn gy alsccn fcbadiiwc na de onderaartfc Goden gegaan >

HtRC. Ik hoorde een man die foo dicpfjii- n ig vraagt , niet te antwoorden ,1 r In HIert du nog: al het gen j Hercules me: ^mph'itrfio .gemeen had, dat is genorvrn, 'cwvlkil< ben, •alsik gcfegtlicb. Maar 'cg?neik u/f Inplter idj is met dc Goden onrr.- fclyk geworden.

K C ' Dioö.




28 F 6


I


228 LuciANi Pluto,


DioG. Nu kom ik ecrft ia 't begryp. Tc we-


ten


'cbegryp.Tcwc- # flercules geb.iart |


^Icmena

heeft > d'eenc uit ^mphitruo, en d'ander uic den grootcn Inpiter., (00 dai'cr twee H erct*Us in iiws moeders buik waren.

Herc. Geenfins, malle gek , die twee wa- ren een.

DioG. Dit kan ik weer niet reritaan, lou- dcnder dan twee FJermUs tot een gemaakt zyn, tenzy het foo moeft gegaan zyn , als met Ce«M«r«x,dat de mcnfch en de God t za- men gevoegtzyn. .

Herc. Zyn de menfchen ook met van twee deelen t'zamen geftelt,uit een ziel en hghaara? kan het dan ook niet gefcliieden dat myn ziel die uit iHplUT geboorcn is, ten hemel is opge- klommen, cnikdieonfterfelykwas, by de onderaar ife Goden neergeklommcn ben >

DioG. Gy hebt heel wel gefcgt, o goede \^mph\tryoidcs , foo gy een lichaam waart: maar gy zyt een onlighamelyk beelt , foo is er dan gevaar, dat gy een dryvoudigcn H ercnUt xyt.

Hrbc. Hoe zoo? • .

DioG. Op dcfe manier : want foo gy in dca | • hemelzyt, cngyby onseen afbcelfcl, enuf lighaam in Otu tot ftof vergaan , ergo zy ndcr

  • ^'^^Herc. Gy zyt ftout en ook dicpfinnig,

niccom* -«^c °nftcrfclyke GoJcn. maar ik vcrkeci met de bene dic geflomn




28 F 6


of tegen MeNIPTt": 229

zyn , dc Bbulen van Hmirnsy cn diergc- lyke bclagchcndc.

' MENIPPUS cii TANTALUS.

Tantalus tottie hahtoeinketivater zynde kan nog j)n derf met lejfen,

IkltNiPPuS. U Ocfchrcitgy zoo Tanulas^ li of beweent gy u fortuin op bet moeras leggende. Tantalus. Om dat ik van dorÜ vcrflikkc Aïenippits.

MtN. Bcntgy fooluicntraa" , datgy niet kont nccrbokken cn drinken, of inct het holle van u hant fchcppcn.

Tant. Ikfouwnict vervorderen foo ik al nedcrbukte,het water vlied weg, foo het maar gevoeld dat ik my om tc drinken neig , foo dat ikmyn lippen niet eens kan nat maken: door niyn vingers vloed het water door, ik ^YCCt niet hoe myn hert icrrtont foo droog wcrt.

Mfm. Gy verhaalt wat wonderbaar lyx Tantale  : maar leg my eens, waar toe hebt gy van noodcn te drinken j daar gy geen lighaam cn hebt  ? Want het gene honger cn dor ft kan hebben, legt in Lydien begraven: foo dat gy nu een ziel zynde , nog dorften , nog drinken kont.

Tamt. Dit is als een ftraf , dat myn ziel als een lighaam dorft.

M!i>4. Wel, laat ons alleen gcloovcn dat

K 7 fulx


2.10 Lucia NI Pi. uto

fulx foo is , dcwyl gy fcgt mit dorft geftrnfr te werden^ vreelt gy dan nog dat gy door gebrek van vogc fuit ilcrvcn  ? want ik en geen an- dere helfclie gceltcn , om , foo gy dclc verlaat , uw wcderna toe geeft.

Ta NT. Gy fegt wel : maar dat is felfs een' ftrafFe te dorften daar men liet niet en hoeft.

Men. Gy droomt r4««4!e.cn om de waar- heit te fcggtrn , gv fcliynt geen andere drank te behoeven, dan die van enkele nies-wortel ge- miaktis, wanigy hebreen (lekte contrari als djc gene die van dolle honden gebeten zyn , \vanrgy niet voor liet water jgelyk als zy, maar voor den dorlt fchrikkcn.

Tant. Zoo het my geooriooft was , ik fou die drank niet weigeren te drinken.

Men. Zyt goets moets , want het is fèker dat het nog u , nog ymant van uwen fang geoorloft Til zyn te drinken. Want het is on- mogclyk : nlhoewcKè niet alle die ftraffc heb- ben als gy.


DIOGENES en MAUSOLUS.

tvjiflen om haar graf-Jteden^ d'eene roemt daarop^maar Diogenes laat fg daar "jjs'mig aangekgen zyn.

Diogenes /^ Y Koning van I^rUn, hoe VJ ^yr gy ^00 onberchoft , dat gy meint boven ons allen tcfiil- len verheven werden. Mausolus. Vooreerft om de naam van myn

ryk,




28 F ó


of tegen Menippus 23 1

vyV joSlnopenps, om dat ik over gamfchIQcrien geregecrt , loramigc volken van Lydien , cn cenige eilanden onder myn gebied gebragc heb, als iktoti^/i/eienquam, hcbiklommi- gc plaatfcn van Jonitn t'ondcrfte boven doen kecren : daarenboven was ik fchoon en lang , magtiginoorlogs-fakcn. En dat hetgrootfte van allen is > ik heb myn Graf-ftcde in de ftad HalkarnafJ'en, myn groot en koftelyk monu- ment /c welk noitgeen doodc ter wacrclc oit zoo deftig en groot gehad heeft, met mannen en paarden,]cvends-grootcna het leven uitge- houwen 5 dat het mct'hct aldcrkonftigltc "Nverk vereicrt is , men kan niet een Tempel foo koftelyk vinden  ; fchyn ik nu ten on- rcgten boven u  :e willen zy n.

DiüG. En dat om u gebied, fchoonheid cn gaaf?

Maus. Ja voorwaar,

DioG. Maargy fchooncA/rf«jo/«/, gy hebt nog die kragten, nog die fchoonheit niet j en foowy al twifteJcn, wie fchoonft van ons beiden was , foiiw niemant konncn feggcn waarom u doots-hooft fchoondcr fouw zyn danhetmyne, want wy fyn beide kaal en naakt  : beide met blootc tanden  : fondcr oogen: en met platte opengaande neufenj mifmaakt. Wat uw grafen koftclvkc ftccnea aangaan , laten daar die van flMIcarnafjen mede pronken en pralen : watnuthebt gy lui meer , goede man, omdatgy grootcr pak d'rnagt als wy, onder foo ccn hoop ftcenen bs- rtiilcndci^


i32 LUCIANI PlUTO, I

Mau$. Zyn die dingen my dan niets vorJcf- lyk  ? Zal Maufilns cn Diogenes ecndci Ici qua- • liteit hebben >

DioG. Neen zeg ik, n-ydlufiige man; want \ Maiifolus Cal fig véiknyfcn, foo menigmaal ] hem dic dingen in den un komen , daar ky in , fyn Icvcn door floreerde: Diogenes Ul hem > daarom belagchcn : hy fal ook vertellen van \ fyn Monument in HaUcArralJen, dac hem fyn vrouw ^rtemifia cn fulter opgeregt hebben: j ter contrarie weet Diogenes niet van fyn lig- i haam , of het een graf heeft ; of hy bekom- mert fig daar weinig over, maar by deftige mannen heb ik een gedenkwaardige eer na- gelaten , om dat ik geleefc heb als een n-.an be- taamde , veel beter en veiliger als u Monu- ment, gy aldcrrtimfte kreng van Carien.


NIREUS , MENIPPÜS, f^t THERSITES.

Sj' ('Vjijle^i om de fchoonheid 3 die by de dood niet en is te vijlden,

NiRHus. IctccnsMenippHSid^Ccn fal Reg- X ter zyn , \vie van ons beide uc fchoonftc is. Seg eens Meaip- pe,ichyn ik niet fchoonder als gy  ?

Menippus. Scg^erftwic gy l. zytj want ik moet dit ecrft weten. NiR. Niretis cn Tberftet. Men. Wie i$ NireusoiThcfjUcs: ik kan




28 F 6


of tegen M i£ N i P P u s. 2) j

d:)C niet wel onder fcheidcn.

Theï^sites. D it win ik altans , dat ik u gc- lyk ben , en gy my foo veti nicc en over- irefc , als dien blinden FJirnzrus u wel verhe- ven heeft , fcggendc dat gy de fchoonfle van

aücn zy t. Met myn fpiis hoofc , en dun on-

gckcmchairbenikdoor een Icheidsman niet minder gefcheenen als gy: oordeelt nu eens te det>cn AUni^^us^wlc van beiden de fchoon-

NiR. 'c Sal my verwonderen of hy my niet 'J rocmcnenfaljdicin^^^fm en CharopszC' boren ben. Diedc fchoonlteman uhTrojen gekomen ben.

Mhn. Maar hier onder de aarde zyt gy de (choonilc niet gekomen , om dat uwe bcenen d'anderen gelykzyn: maar uw hooft- fchccl is te onderkennen van dat vanr/jer/i^ej, dat het uwe wat luchter en zagtcr is, dewyl het vrouwelyk,engeen man betamelyk is.

NiR. Vraagt H^merHs eens na my , hoe ik wa.ir doe ik onder de Griel\en krygsman was* Men. Gy verhaalt my een droom : Ik oor- dcel van 't geen ik lie , cn dat gy voor tegen- woordig hebt.

Nik. Ben tk evenwel nictfchoondcr , 77tppe.

Men- Noggy, nog ymant tshieropdefe plaatfen fcboon j want by de onderaardfchc gccftenis gelykheit.

Ther. Dat is my genoeg.


I-UCIaNI PLyTC>

DIOGENES, ANTHISTENES, CRATES , en BEDELAAR.

Sygaan na de rnond van de Rel^ elk vertelt

  • uj>^f volk by hem "xaren , als fy daar in

quams7t, Zeker arm man uocpifte 7iog te leven.

DiOGENcs. t T Y hebhen nu ledi-c ty J , W ^mifthenes en Crates , waarora gaan \vy nu niec eens uit kiiijcren, bid ik, rcgt na den ingang cn de ked van de Hcl , om eens te ficn wie daar al neder komen , wicfc zy n , cn hoe een yderzig draagt.

Anthistenes. Laat ons gaan , Diogtnesy want dat is rcrmakelyk te ficn , hoefc fchreiea cn bidden : (bmmige willen nnulyx nccrklim- nien , al hoewel AlercHrius fulx dwingt met groot ge welt.

Ciutes. Moet ik ook vertellen wat ik op de reis zag , doe ik hier na toe quam?

D.oG. Vertel Cr^/«; het (chynt datgy al wat jokkigs voorden dag zult brengen.

C.iAT. Onder -de gene die met ons neer- klommen, was dien edelen en rykcn Jfimtri' dorus j met \^rftces iOvcr{ïc der Meders jCn Oratet van Arminien. ifmendorus dan ( dcfe was van de Struikrover by Citheron omge- bragt, doe hy, foo ik meindc, na Eleujine reif- dc) kwam al fugtendc met gewonde handen, fyn kindcrcujdiehyaotcr gelaten haddc , roe- pende ,




28 F 6


i5?


I


oftegen MfiN^PPui.

pende > en op fig felvcn, om fijn ftouti>cftaan j vergramt zynde, dat hy na Eleuteren gaande, verlatuMieen verwoertcplaatfen doorging, en niet meer dan twee Slaven mede nnm , by (ig nemende vyf phiolcn , en vier cjym- bien. Maar ^rfaces (defc was wat oiuicr, cnnahy een /?4tr^4<tr was., al vry fraigj^ma- niert) die was grootelyx onvcrgcnocgc, dat hy te voete ging, en wilde fyn paart mede? nemen. AVant hy en fyn paart waren beide geftorvcn, doorccneflag waren fy beide doorpriemt va» een die een fchilt droeg in dc flag , die d? Ko- ning van Cafadocien by de Rivier -^r^vex ge- daan haddej want yirfxces kwam met een harde vaart tegen de vyand aan, bovenalle andere , foo hy zcide , hoog verheven zyn - de. Dien Thrax hem verwagtende , ftont ftil , en Cyn fchih voor fig hebbende , floeg dc aankomende (pies van facet te rug,m3ar hy ftak doe fyn piek van onder door het paart , cn bragt ook tc gelyk om die der op zat.

Anth. Maar hoe kan het zyn Cr4fe/,dat hy met ccnc Iteck beide t'onder bragt  ?

Crat. Alzecrhgt, .^/ïn7?/>eM«x; wamhy kwam gelopen , cn hy had fyn piek van twin- tig cubitengercct: als dcfcn T/»r4jf hem met fynfchilt af-iloeg , cn de puncverby hem was^ loerde hy, op fyn knijen valk-nde , het aanko- mende ge welt met fyn lance, hy wonde het paart in de borft , foo dat doe door hec grootc vehemcntc gewclc , y^rfaces door iyn lielfen in fyn billen en darmef» gewont wcrt. Verllaat gy nu wcl h oc het komt  ? Hy

hiel




28 F ó


I


2^6 LUCIANI PlUTO,

hicl fig nogtans al gebelgt , dat men hem geen f meer eer aan en dcdc, en wilde hier als een r lliddcr neer klimmen. Maar Ore/tiwasecn i privaat perfoon , en fcer fwak ter been , die nogftaannogg.wnen kan. Hctgingmet hem  ! a!s met de Aledert, welke wanneer fy van het, i paart af klimmen , gaanfe op haar tooncn i als offc op doornengingen. Dewyl de fe bleef  ; kggcn , en op gene wy(e kondc opltaan , nam dien goeden Alerctirius hem op fyn J fchouders , en brogc hem na het fchuitjc, ik ondertuflchen volgde hem al lachende.

Antisth. Maar doe ik na beneden kwam. voegde ik my by haar niet, maar die khreicnde verlatende , haafte ik my na het khiiitjen, en bcquam een goede plaars om des te makkel/kerte varen  : onder het varen weenden fommige, andere braakten. Ik fchepten ondcrtufichen myn vermaak , in't midden van haar Hetende.

DiOG. Gy 1. CratesQVï^iittfthtnei^hcht fulke gefellen op u rejs gehad j myn gcfelfchap waren Blepfuu^ de Woekcnaar uit Pireew, cn Lampis van beamen, die de gehuurde Soldüten leidc , en den ryken Damis vatï Corinilnn. Damis was nu door vergift van een jongen omgebrngc , en Lampis vcrfbt zyndcopde hocrAiyrten , heeft (ig de Itrot afgefteken : en men fegt dat Blepftas van hon- ger geltorven is ; hy was nog Ichnkkely k ma- ger cn bleek. Al hoewel ik te vooren wi hoeze omgekomen waren , ondervraag- de ik haar nogtans, hocydcraan zyneint ge- raak:



28 F 6


of tegen Menippus. 2.37

■raakt w.is. Tegen Damh zeide ik, die fyn Ifoon befchuldigdc , gy hebt geen onrcgt Igclcdcn j ^vant gy bewaart wcJ duifent talenten opgcflooten , en gy leeft ia u 't negentigUc jaar delicaat en lekker > uwe Soon foiiwd gy niet eens een dubbeitjen ge- ven. Maar gy ^carnan (dcfe (ugtcndej en hy vcrwenlle Mirten) wat bcfchuldigt gy de liefde, zei lik, cn niet u fel ven? die noit voor de vyant cn Iieeft gefchroonit, maar hebt u fel- , ven in gevaar geileken , voor een ander gingt I Ry Ihyde , en van foo een gemeenc meit , die u by geval yoorkomt,kont gy 11 die zoo ge- nereus zyt, van tranen, zugtcn en hikken nieCi onthouwden, en hier hiebt gy udoor laten vangen. Want i5/«/>/?4s bcfchuldigt fig van

te grooten gekkernie , dat hy lyn geit bcwaarö

heeft voor diegene die hem nictbeftondcn ^ on?id<'«  die geks -kap meinde dat hy altyd le- ven foude. Dcfe weencnde ftrekte my voor geen klein vermaak. Maar nu zyn wy omtrent de keel. Hier moeten wy ficnjcn van verre de , aankomende aan(chouwen. Jemini, daar is, een hoop verfchcide die alle fchreijen , bclial- ven ecnige jonge fuigelingcn. En d'andere die ' betreurden haar hoogcn ouwderdom. Maar watisdat , wort het levendoor hefdc-kruit gehouden f Ik moet die ftokouwdcman eens vragen ; hou daar, waarom fchrcitgy, zyt gy van foo een ouderdom geftorven?hoehouwd gy u zoo vrcemt goede man, voornamcntlyk/. dewyigy 200 out komt i hcbc gy dder$ een Koning gewccft*

ÜED,




28 F ó


I


238 LuciANi Pluto,

Bedelaar. Geenfins. DioG* EenDroft? Bed. Ook niet.

DioG. Hebtgy danryk gcwecftj (lat gy in ^

  • t üerven gedwongen waart alle welluftcn cn ^

Ickkernicn te verlaten.

Bed. Heel niet: maar ik ben bynat'negcn- i tig jaar , ik heb myn leven met veel moeite  :j doorbragt , met net en don angel heb ik myn koft gefogt , meer als gemeen arm was ik Ton- der kmdercn , daarenboven mank , cn kwaly k fiende.

BioG. \Venft€ gy dan nog tc leven doe gy

foo waart  ?

Bed. Ja tog. Het leven was feer foer,maar het ftcrvcn zwaar cn vcrfchrikkcl yk.

DioG. Gy fuft , gy draagt II als een Jong- man, gy zy t foo out als de Schipper, wat fullcn %vy dan van de jonge gcfellen feggcn , als de Quwde fufters foo lange willen leven , welke na de doot behoorde te tragten, als een reme- die voor de outheit  ? Laat ons weer binnen gaan, op dat niemant fiifpicie krygt, alsof >vy ♦cwiiden ontvlugtcn.


AGAMEMNON en AJAX, "Ajax is op Ulifles verpoort.

AöAMïMNON.TNdicn gy,^;*3«,met een dolle Afuric u fel ven gedoot, en ons armen en bcenen afgehou- den




28 F ó


ofugni Me NIP PUS. 239

den hebt, wnt bcfchulcligt dnn Vlifesnop ^ een weinig geleden , ^v]ldet gy hem niet eens annfien als hy voor weinig tyds hier gekomen wns , om de Poëten te confultcrcn  : gy f»cU hem niet wa.irdig gekcnt voor een mcde-Sol- dant en vriend  ; ninargy zythaar met proote'^ treden hovccrdiglyk verby gegaan.

AiAX. Daar had ilv reden toe hy wasoorHiakvan dcfe furie, welke aJlcen met my voor dc wapenen heeft dcrven't wif- ten.

Agam. Kende gyufoo kloek, welke fon- dcr tegen ftrcven en Hof nau wlyx ah men feor- alles wildet t'onderbrengen f

AiA\. Waarom niet in foo een faak  ? want die armature behoorde door neeffchap met al- Je regt en reden tot my, dcwylhy myn broc^ dcrs zwager 1$ gcwccll ; vorders gy-Iieden die wat beter waart dan hy , hebt de fJryd ter neeu gclcit, en my de armature toegewefen^ maat Latrten Soon, die ik menigmaal uit eroot ^c- vaar geholpen heb , alszy van êi<tTrö\aneH%y na omgebragt wierden, wiMc hy beter zyn da ken ^" ^^^^^'S^^ ^vapenen tc gcbrui-

Agam. Berehu]digt,gencreufcheer , oolc Thetis welke, alszy u behoorde toe tc wyfeft fucceffie vanAvapencn, enerf.goot, nis aart hare neef, heeft dan in \ gemeen gelaten ' '

AiAx. Geenfins, maar U/ife/ die fig alleen tegen mygeftcit heeft. ^

Agam. 't Is hem tc vergeven ^MA-,dcwyI hy een mcnfch zyndc, na glori liont , dat zoo

zoeten




28 F 6


240 LuciANi Pluto

zoeten faak is , daar een ydcr van fig zoo op 1 uitflooft: voornamentlyk , daar ik u daarom 1 overwonnen heb , met bekentcniflc van dc 1

TroUnen CcUs,

AiAX. Ikwectwelwiemyeecondcmnecrt  : heeft , maar het is on geoorloït van dc Goden


ytstcfeggcn. Ik kan niet aflaten van U/ijf</ te haten ^gamemnon , ja al begeerden hci Mln£rvA zclvcr anders-


1


MINOS en SOSTRATUS.

Softratus een Stoifch Philofooph inert qua- \ lyk VAn Miiios geoordeelt > h)f j^reektfynfelvenvry.

Minos. TA At êiz(tn Sojïrates in ccnbran- JL/dendcvuurrederllortc, laatdic Kerkroover van een moniter vcrfchcurt worden : dien Tyran, Aitn^ur, kat die naaft de Tityum gehangen , en fy n le- ver randc Gieren opgegeten werden. Maar oy soede luiden, gaat met 'er haaft na het MreiTevclty en woont op de Eilanden van. dcZaUac, om dat gy 1. wel eh vroom ge- keft hcfct. .

Sosm ATas. Hoort eens toe , Mmos , of ik wel onrechtvaardige dingen fal fpreken.

Minos. Sal ik nu wederom Wen  ? Z) C ev nog niet ecnoeg ovcrredet Sopratc, (X2t fj^kwaatgewceltzyt, en zoo vctlc gedoot hebt? sos-




28 F 6


of tégen Menippuj^ 541

. SosT. Ilc ben wel oTcrreed gcwceft , maar >ordcclt eens of ik wel regtvaerdigly k hier onv ïeflraftwcrdc.

Min. Ja voorwaar, hetisrcgtvaardig dat mand na verdicntten lyd. . SosT. Maar antwoort my eens Ai mos. Ik iioct u een weinig vragen.

Min. Zoekt, maar talmt niet lange : op dat Mk ook de andere mag veroordeelen.

SosT Dat ik in nwn leven gedaan heb, is dat met wille gewceft, of is my dat van P4ra als toegehoopt  ? Min. Van ParcM,

SüST. Dan foo zyn wy alle goct, en wy die kwaat fchynen, doen dat, als wy haargchoor- famen.

Min. Ja fckcr , van dcfcn Clotho , die het van fy n ouders ingeboorcn wert , dat hy het

doen moet.

SosT. Zoo y mant door dwang gedwon- gen wierde , om een ander doot te flaan , om dat hy hem niet en kan tegen gaan van wie hy gedwongen wert, by exempel, een Beul of een Officier, d'cenc dwong om den Rcgtet te gchoorfamcn , en d'andrr om den Tyran ^ wie van beiden fultgy van dootflag veroor- deelen?

Min. Wie anders als den Rcgtcr of Tyran, om dat wy het zwacrt niet en kennen be* fchuldigcn  : want defc dient als een inftru- ment , bekwaam tot de furie, van die daac oorfaak toegeven.

SosT. ZecrgoetAiiW. Ikpcy$hct> want


LUCIANI PLt;TO> ^

gy rermccrdcrt dit als een rocmaar. Wanneet^ y mant als rynmccfterfend, zelfs komt, gout of filvcr brengende , wie van beiden moet hy het dank weten? of wie /al hy voldoen  ?

Min. lykgcCondcnheek SoftrdtHs. Want ^ die het brengt is maar een Dienaar. *

SosT» Ziet gy wel hoe onregtvaardie gjr,;, handelt , als gy ons veroordeelt , welke hare Dienaars gcweeft zyn , datClotho ons gebo-i den heeft : en wederom als gy haar eert , die m inder mans dingen willen difpenferen  ?| ■want dat kan niemant feggen , dat het tegen ' (preken,en 't geboden c te weigeren , geoorloft zyindie, welke met alle kragt en dwang ge- boden worden.

Min. Daar Cyn veel dingen Svftrdte, die te«  gen fegt en reden ftryden : uit defe kwelhe Kontgy dele nut trekken , om dat gy niet al- leen een rover , maar ook een Sophift /chynt te zyn : Laat hem rry Aitrcuur , dat hy niet ïneer gcpynigt wcrde. Maar fiet toe , dat gy de andere onderaartfche gccften fuli ook niet en leert vtagen*

SIMULUS en POLYSTRATUS.

Polylbratus heUoft de pluimfiryhm nafpt doot erfgenaam te makin, maar hy hedrieit haar.

SiMuius.^ Yzytnogcindelyk totonsgcko- ittcn Polyjirattf ik geloof dat gy byna hon- ézn jaar zyr, Poly-




28 F 6


of/f^^ Menippus ^4^

PoiYSTRATUs. Ik ben agt en *r negentig Si* 'iile,

r Sim. Wat hebt gy die dertig jaren gedaan, ie gy na my gcleeft hebt  ? wam ils ftxerf doe y omtrent de 't feventig waart.

Plust. Ik heb die leer fott doorgebragt , I hoewel het u wonder fchyiit.

Sim. Wonder voorwaar, daar gy eerft een out man waart, daar na onfteikk, ten leüen j van kinderen berooft. Wat termaak kont gy dan in u leven hebben.

Poi. Daar was niets dat my ontbrak, teil anderen kwamen by my fchoonc kinderen ge- noeg, en uitmuntende vrouwen, riekende fal- vcn , fccrfchoone riekende wyn 3 ik hiel betef tafel dm dc Sif{el\e.  ;  ; , .

StM. Ongehoorde dingen: ik hebgemeint dat gy al te fuinig en te (jHiarfaam waart.

Pol. Ik had een fprtunatus beursje , want eer het 's ogtens byna dag was , kwamendei? fccr veel luiden aan myn dcur,tlicmy yan oolj: ! en weft de befte gefchenken van de waerelt ( brogt«n.

Sim. Hebt gy dan Koning gcwccft? i  : Pxsx. Gcenuns, maar ik had wei duifent ytyéts. '

Sim. Ik kon my niet houden van lagchen , hebt gyfoo veel vryers gehad, dienaulyx van ouwderdom vier tanden in de mom hebt  ?

Pol. Ja ik hadde de befte van de Stad; foo out en kaalak gy my fiet , zynde daarenboven T met leepe oogen,blint van ouderdom, met een ' foo tterigc neus, /y ftreelden en dienden my

L z feer


LVCIANI Pl.UTO

feer, omd.it ik foo gelukkig fchecn , nis die ik , daardadclykaanfag. \

Sim. Hebt gy ook gclyk als Phaon , een yenns uit het Eitartt C/?/«/ ovcr§ebragt., eif heeft dieu\ycdfr jong gemaakt , * op dat gyf fchoon cn minnelyk zoudet tooncn.

Poi. Geenfins , maar ik wier^e in myn 0ryren ouwderdom boven maten bemint.

Sim. Het fchync wel een fabel tezyn datgy fny vertelt.

Pol. Ditisccniiefdcdic gemeen is, om- trent ouwde luiden, dicrykcnfonder kinde- ren zyn.

Sim Nu hoor ik waar 't cint am vaftis, tc ttctcn van die gouwde K enm. ^ ^ •

Pol. Ik heb ondertuflTchen veel vrientfchap cn^cmak van die vjyers gchad5i»tM/»5)a ik ben by na van haar aangebeden. Aicemcts was ik ^at fpyrig tegen fomnrigc j cn dat al gekfchee- rendc, fomty ts fommig^ het huis verbiedende, ondertuflchentwiftcdenfy onder malkande- rcn, en om my te gelieven, was de ccnc voor- bariger als de ander.

Sim. Hoe hebt gyu goet gemaakt  ?

Poe. Ik fei haar openba^irlykdatcik een van Iiaar-Iuidenmyncrfgenaamfoiidezyn; als fy fiu geloofden dat fulx gefchiedeh fouwde , dienden iy my nog des te mcer^ Maar het andere TelUment dat ik by my hid cn naliet , hiel in dat ik haar alleen gebood tc fchrcien.

Sim. Maar wie was in het laatltc Teüa- nent erfgenaam , ymant van u neven  ?

Pol. Neen, «cn nieuweling van die fchoo-

nc




28 F 6


ef tegen Metnippus. 24^ nc Jongiiuns , van gtbooric uic Pliry-

Sim. Hoeouif Pol. Omtrcnctwiiui^ jaar. . Sim. Nu wccc ik wel hoe h)r hier toe g.e- Iraala is,cn u hartgeftolcn heeft.

Pol. Hy was veel waardiger om ci fgenar.wi itc zyn, alhoewel hy een Ba, baar was, cn een die verloren gifig , die nu ran de belle van dc iS:adgcviert\vcrd. Dcfen is dan iryn erfge- naam geweed , nu wcrt hy onder de Raads- heeren getclt , met een gcfchoorcn baart , cii £arbarife taal en manieren : want fy leggen dat hy genercufer is als Codrnt , fchoondcr ais NircHs, voorfigtiger als Ultffts.

SrM. Ik laat my daar niet aan gelegen zyn wat h.v is , al was hy Veld-overlle van ganfch Cncl^nUnd , als (y maar aan fyn erf- goet niec en komen.


iEACUS , PROTESILAUS , ME- N E L A U S , cn P A R I S.

l-'  ! tlelena vav ProteliLiLis veriuor^t^

Proteiilai i*^/»

JEacus. Aarom verworgt gy TJtUna, ProtefiUz. Om dat ik om harent wille geltor- vcn ben  ?

Protesilaus Omdat ik myn vrouw we- duwe heb moeten laten 9 die ik ccrll getrouwe h;tddc.

L 3 ^'*c.




28 F 6


z/{6 LUCIANI PLUToi t

JE\c. Dan moet gyMeneUus befchuldw i gen 5 die u: 1: alcemale , omfoo ocnyrouw te trouwen, voor Ttêjen gebragt hcefc.

Menelaus. My gccnfms, maar befchuidigt Paris met grootcr regt, die my, een vreemde- iingzyndc, tegenallc regten biliikheit haar heeft onttrokken ; defe behoorde nir^t alleen van alle Gritli^n, maar ook van alle harburcn verworgt te worden , om dat hy oorfaak gc* weefl IS van foo veelen haar doot.

Prot. Dat is beter, daarom gy ongelukkige Parify fult uit myn handen niet komen.

Paris. Doetgymy ge welt aan ProtefUe, cn dat daarom, om dat wy van cenc konlt zyn. Want ik^ben ook genegen tot minnen, ■en ik ben van der felver God als gebonden. Gy weet dat'er veel dingen zyn die tegen onfc ^vii en dank gefchieden , ik weet niet wat Qod ons voert daar het hem gclicrft^ want het is onmogelyLhem tegen te gaan.

Prot. Gy /egt wel , och ot ik Cupid» fL-lts mogi omhelfen.

jÊac. Ik fal wel voor Cttpido mtwoordcn, die rcgtvaardigzyn. Soo fal zy leggen, dat hy oorfaak is gevveeit van Parh vryen : en dat nicmant oorfaak van u doot is ge weeft, als gy felfs, d4e onlanx hcimcly k ttouwde, na dat gy- " lieden rrojcff maaktet, veragte gy alle gevaar , •cn als dclperaat fprorigt gy aldcrecnt op dc ürani, om dat gy glorieusagtig waart, daarom zyt gy ook eerli aangekomen.

Prot. Ik fal voor my fclfs veel regtvaerdi-

gcr dingen fprckcn , als gy , want ik heb

my




28 F ó


êf tegen MenipPUS. i47

y fdfs daar geen oorHiak van gcwccft , maar t nootlot, dat van dcnbcgmnegcpixdelh- crt was.

^AC, Gott: waarom bcfchuldigt gy dan aar?


MENIPPUS, RKOJS, PYTHA- GORAS en SOCRATES.

ii^acus vertoofit aan Menippus dn voor* naamfle dooden m de hcU

MENit>Pus.ÏK rweer iiby Pluto , ^ait ver- 1 my eens hoe het hier onder al toe gaat. iE\cus. Ik cnkan'tnict weUltcinaai ver- llcn,maar luiftert toe 'r geen ik u kortclyk fa! \' zeggen. Gy kent dier. Ccr^enu wel. En de l Schipper die u overgebragt heeft : met de poel,

t cn dc rivier PyrephUgeton ht'bi gy gefien daar

gy door gegaan zyt.

Men. JadickcnikjCnuookwel, dichicc in 'r portaal fii,dic de aankomende gade flaat. Ik heb ook de Koning met de Furiën gefien. Toont my een dcT voor-ouwdcrs, voorna- a mciu'.ykdcrprincip.uilftd.

iE\Cüs. Dn '\s ^gttmennon ,de(cn Us . Ginder jdomens , die digt agtcr hem fit , is Vli'fes : dan vol^t ^j<f x, DlomedtSj cn d'aa- dere principilc Grieken.

Men. Jcmini f/«m«rwx,hoe inncrlyk le^^- gen uwt /(j>^//oi^ij^fe«  gcdigtc» terneer , foo

L 4 vcragc




28 F ó


248 LuciANi Plutö;

fcragt cn duiftcf , 'c is alles ftof en a/TcIic niet anders dan leugens : daarenboven (dat mcnwaarlyk vanu gefegc heeft) de hoofden ayn flap-hangendc en vergankclyk. Maar wie is dit?

Mac. \JsCyruSy cnda:Crtfits , cnnaaft hem Sarddnapdlus. Vcrby haar is Midat, c 11 dan dien grooten J^erxes.

MEN.En overurcheini heefchcel Griel^ett' Zrfwdnictgtfchnkt j meiden HelUfp9r,tns ann beide zcc'/i te voegen , om door dc bergen Je fcheepcn te voeren  ? Wat is Crefus vooreen } Vordcrs jEdcg Iaat my toe dat ik Sardundpalut met een kinnebak- flag liet hooft wat (}rcc-l.

^ac. Geenfins  :gy fouv^t hcmfynhoof:- pan breken, want die is foo vroiiwagtig cn breekzaam als hy mag.

Min. IkAlhcmfoo omhclfen, als of hy een wy f of half man was.

yEAc Wil ik u die geleerde eens tooncn  ?

M EN. Ja VOO r waar.

iEAc. Sictdeccrftcis Pyth,tgoras.

Mbn. Zyt gegroet £f#//jori>«, oï^poilo^ ofte foo gy gcnoemt wilt zyn.

Pythagoras. En u ook (oo Afenippe.

Men. Wat? hebt gy dat gouNvdedye-becn niet meer?

Pyth. Neen: maar deelt my wat mede, foo gy in u knap-fak yts hebt om te eten.

Men. Daarfyn wacbooncnin, hiervan en kont gy niet eten.

Pyth. Geeftfe my maar. Wantik heb hier hy de ioodcn andere dingen geleert , dat de

booncn


êf tegen M E N I  ? P u

teooncn malkander, cn ook dchocfiicn de;* ihindcr-makers niet gclyk zyn. J yE\c. Vordcrs dic is ScUn^ EKtcefiidis oSoon. Daarenboven r/M/«/ , en naait hein x'Phtacus, met dé andere : daar zynder leven a!-; . gy fict.

Men. Zy zyn alleen blydc , cn wakkerder |alsde andere. Maar defcn bcaikn , gely k afs ligt- ^raauw broot , wie is dit  ? en ook defcn kakelbonten met al dic puiltcn  ? ^

JE\c. HQtisEmpedodesAfenil>pey dicliicr half gebraden uit den berg j£tna gekomen is.

Mbn. Gy goede koper- voet, wat is u over- gekomen , waarom wierp gy uop de roo fiers van jEtna '

Empid/c Was een rafernie Mtnippe. Men. Neen by gord , maar ecnigc ydele ccrfugtigh.citjhovaerdi crt grootefottcrni:de(c pantoffels niet waardig zyndc. Datvcrficrfcl heeft u geen voordeel gedaan, want gy fyc zelfs doet gevonden. Maar waar is Socrates dog?

Mkc. Hy fpot gcmccnlyk met Neftor cn Palamedes.

MtN. Ik ben evenwel bcgccrig om hem tc ficn,foohy hieris.

JExc. Sictgydickaal-kopwcl? "Me!^. Zy zyn altemale kaal. ^ac. Dien kamuifen mein ik. ^^EN. Dat is ook een y der geméén. SoeRATEs. Soekt gy my Menippe  ? Wen. Jai'ocrrft^-rjzytgydaar.^ ^OCR . Ho^ tlaan de faken tc ^themn a!?


m




28 F ó


250 LuciANi Pluto,

Men» Daar komen veel jonge Philofopl^cn 3an: want als men haarhabyton gang aan fier, zoofynder ycel Philofophen. Gy ^icbt weli gcfien,geIóof ik,hoe ^nfiécrchushy u: L gcko- 1 men is. cn VUto felfs , de eenc rook na falvcn , i

cnd'and«r\vas§elecrtomdenTyran in Sici- te vlei jen.

SocR. Maar wat feggcn zy van my  ?

Men. Gy zyt daar een heilige Jocr«/«j. Zy leggen dat gy een wonderbaar m.in zy: ge- weeftj en dat gy alles geweten hebt (hier is het wel gcoorlooft de waarhcit tc feggen) daar gy niet geweten hebt.

SocR. Dathcbikhaarookalgcfjgt , cn fy meindcn dat ik fulx fimulecrd?. ^

M EN. Wie zy n dat, die daar by u zyn  ?

SoCR. Chdrmidis, thcdrm, «n de So9n van CUnU.

Men. AVel S^crates , om dat hy hier uwe Itonft oefFenr, cn veronnagtiatmt gy die fchoone niet  ?

So€R. .Wat fouw ik hier anders doen tot myn vermaak > maar legt u hier wat by ons neer, foo het u belieft.

Mn . Geenfins, wam ik ga na Crf/«J en S Ar dma palus toe, om by haar te woonen. Op dat ik ilof foude hebben om t«  lagchen , wan- neer ik haar hoore fchreijen.

i£Ac. Ikgaook heenen, opdat niemant ran de dooden ons ontflipt. Gy ui!t nog ande- re dingen ficn, 'als ik u weder fpreek.

Men. Gaat dan maar hetnc;^^, .want het is Voor defc tydgciioég.




28 F 6


^«-è.B  ' 


i


of tegen MeNIPPUS.' 251

PROTESILAUS, PLUTO, en PROSERPINA.

Protcfllaus begeert uit de helle te gaan y om fynlieftejieiiy't'vjelk Proferpina van Pluto verbid.

pROTESiL Aus. O Heer ! O Koning! ö litfiur, cn gy dogtcr van Crr«ijvcragt de minne gebe- den niet.

Pluto. Wat bid van ons, ot wic zyt gy? Prot. Ik ben ProteftUus , dc Soon van JpUltiS , van ^fe^'/icewjen geboortig , dic mcc de Ori(l\tn inde uittogt na Tronen gebleven ben, cn in dat gcvegt aldcrccrft doot gcllagcn. Ikbidudatgy my 'verlof gcctt, om nog een "vvcinig tyds in het leven te mogen zyn.

Plut. Dit minnen licbbqn al de doodca lief : maar nicmant geraakt daar toe.

Prot. Ik cn bemin myn leven foo fccr met Pluto , maar het is om myn vrouw die ik on- langs getromyc hcbjdefe heb ik t'huis gelaten, my m den oorlog gevende : cn doe ben ik op dc togt yan fJefior omgebrapi. de liefde tcc myn Vrouw 5 myn Heer, die behartig ik vry vcclï daarom foo ik haar maar eens mag ge- Cenhebbcnjwil ik hier cedtont wederkomen. ' Plut. Hebt gy het water uit dc rivier Ze- thinitt gedronken?

Prot. Ja ik, maar die zake was te wjj^ti>?. Plut. Wagtmaar, want fy zal wel haall komen, 't is nu niet noodig weder op tc klim- men. L C Pkot.




28 F ó


1J2 Luciani Pluto,

pROT. Iken kan niet toeven 5 gy hebt ook vrcl gemint , cn daarom weet gy \>'el, wat een faak het is.

Plut.Zouw het dog al helpen dat gy eenen dag leefde, en daar na al weder mocft treuren?

Prot. Ik hoop dat ikfe (al mede brengen , CU my volgc  : dan fult gy voor ccne doodc , twee ontfangen.

Pi UT. 't Is niet geoorlooft  :daar is ook noit iliergelyx gebeurt.

Prot. Ik fal hetu doen gedenken Plutot wantgy hebt Orphtus om de zelve oorfaak weder by Euryikt laten komen, en myn ni^- tc ^Ictpti hebt gy uitgelaten , HncttUs gunlHgzynde.

Plut. Begeert gy met uw mifmaakt bek- keneel, dat u fchoonc bruid u tegen komt? foo fahè u aanfiende,niet eens kennenjikben vet- Ickert datië vlugten fal , en vervaart zyn, dan fult gy zulkcn reis tc vergeefs ondernomen hebben.

Proserpina. Daarom myn goede man , geneell hem daar van , cn gebied aan Mtrcu- riusj dat eer PretefiUns in het ligt komt , hy hem met fyn roede aanraakt , cn weder in een fchoonen Jongeling verandert , gelyk hy tc voorcn is gewceft , doe hy uit fy n bruids ka- mer kwam.

Plut. Wel aan dan ProftrfmK^ omdat het ufbogoct dunkt, brengt hem dan weder boven toe Mtrcunr , cn maakt hem bruigom. Enonihoudgydat gy maar ccncn dag verlof liebt.




28 F 6


MENIPPUS cn TIRESIA.

Tirefia ivert be/hot , $m dat ky feit Man en Frouugeweej} te hebyen. De tranjfor^ matte *i;uert belagche?i.

Menippus.^ Yc gy ook blint Tircfu , men kan het nu niet wyten  : want wy atlcen en hebben geen oogen > de plaat(c daarfc geflaan hebben is'er maar alleen  : daar is nu niet wel onderfcheit om te onderkennen wie Phïneus of Lynuus gewecft zy. Maar dat gyzyt een Propheet ge wee ft , cn gy alleen Man en Wy f waart heb ik menigmaal van dc Poëten hoe- ren feggen. Daarom fegt my opentlyk , welk leven was u foeter, doe gy een man waart , of doe gy een vrouw waart, want gyhebt het beide beproeft  ?

TmEsiA. Het vrouwe Uven is veel beter gc- weeft Mwi^fcwztl vaardiger, want de vrou- wen regeren ook over dc mans : het is ook niet . noodii» datfc in den oorloog trekken , nog op debollcwerken Iban , nog in de vergadcrin- gea fitten , of op dc Markt of Rcgt-huifcn zyn.

Menip. Wel? hebt gy Meiea van Etmpidh nictgclefcn , Thtfia/wM hy al fegt %Yanneer hy het vrouwclyk gcHagt beweent  ? hoe el- lendig fyzyn , cnwat onverdragelykc fmcrtc f\' hebben in het baren> maar fegt my ( de vers- jes van AUiUx raden my daar toe aan) hebt gy

' J -7 fom-




28 F ó


1^4 LuciANi Plvto;

fomv^y Is in het kinder-bed gclegon doe gy een vrouw waart , of hebt gy onvrugtbaar fonder kindèrcngcweeft.

Tm. Waarom vraagt gy dat Menippe  ?

Men. 'i Is uit geen erg Tirefia , dat ik CuW vraag, maar antwoort my fo het u goct dunkt.

TiR. Ik heb niet onvrugtbaar gc weeft , cn pOgiansheb ik niet gebaart.

Men. Dat is genoeg, ik wilde wel eens vre- ten óf gy een baar-moedcr had.

TiR. Ja ik hcbfe gehad.

Men. Is foo van lange tyd de moeder ver- dweencn, de vrouwelykhcid tocgegroeit , en dc borften plat geworden  ? is'er foo een mannclykheid met een baart gegroeit, of bent gyfubytvanecn vrouw tot een man gewor- den ? .

TiR. Ik weetniet wat dcfe vragen bedui- den. Het fchy nt dat gy aan riiy twyfFelt, of dit foo gekhict zy of n iet.

Men. "Wel , fouw men aan fulkc dingen "niet twyffelen, maar als een geks-kap alles aannemen *t gene men fcgt?

TiR. Gelooft gy dan ook dc andere dmgcn niet , 'c gene men hoort feggen dat fommige vrouwen inboomencn wilde dieren zyn ver- andert, gelykP/^j/owe/rf, oïrfaphnt^ of dc dogtqr vaa /^con  ?

Men. Als my fulx voorkomt , weet ik ©ok al wat men daar af pr:iat. Maar fcg my eens göcdc man, waart gy ook een waarfeggcr doe gy een vrouw waart , als wel daar na  ? of heb: gy gclcert tcgclyk een Man een Propheet te zyn?




28 F 6


Het Oordeel det ^c, 255

TiR. Ziet gy wel dat gy nog onwetende ^zyt in 'cgenc zy van my feggen> te weten, hoe Jk de t wift der Goden gcftilt heb, en Zuno my .van my n oogcn berooft heeft : en lupiter my .tot trooft van myn lyden de konk van waar- feggen gegeven heeft  ?

Men. Hebt gy nog vermaak in uwe leugens Tirefia} maar gy doet als de waarfeggers aityd doen. Gy-liedenzyt gewoon niet veel go^js ^tefeggen.


Het Oordeel

Der

GODINNEN.

JuPlTER , VeNÜS > JuNO , MiRCURlüS ,

MiNERVA en Pari5.

'Defchoonfie van de je dry Goddinnen fyn een appel van Eris vereert , dog oneens hier everzynde^ fs Jupitcr genootfaah haar na Paris te fenden , om de fehoonfie te U" tenuitkiefenj ive/ke Venus is.


JüPiTER.^Ecmt die appel Mermur, cn brengt die by deSoon van Priamus in Vbry- glerty by die OlTc- weider, (hy weid op de berg I da , aan dat gedeelte dat Gargarnm gcnoemt wert) legt tegcahcm, 6 l^arisj lupiur gebied

ib d6« 




28 F 6


JuüLlANi OORDEEX.

u, dewyl gy fclfs fchoon , cn op de Jingcn die de vryaj>ic aaagaan, gclccrt 2>t , dat gy onder dc Goddinnen oordeelt, wie dc fchoon lle van allen zy. Op dat die d'ovci winnin^ heeft, de- fen appel mag ontfangen. He: is nu ondertuf- fchen tyddatgy 1. naden Rigcer toe gaat; vor- dersik (al mynmciningc uiten, omdat ik u. i. altefamen eren lief heb: Too het konde gc- fchiedcn , wenftc ik wel dat gy 1. het aircmaal ^vont , voornamenttyk wanneer hy daar noot- fakelyk alleen moet oordcelcn , dat een alleen defchoonrte zy, foo zalder een Uaat van d'an- derc veroorfaakt werden. Daarom agt ik my felfs geen bekwameRigter over u Iieden:delcn Jongeling uit Pfcyy^/^A, daar gy lieden nu na toegaat , is uit Koninklyken bloede , en den neef van GAnymtdts: dog eenvoudig, alryd ■ opdc bergen ^ewenr, en door dcfe maagfchap fji hem niemand onwaardig agtcn.

Ven. AVat iny aangaat /«/>//«r, alwaar het

dat gy Momns ons felfs tot een Rcgter ftelde , 200 ben ik altyd bereid om een proef van my IC btcn nemen. Want wat fbu hy al veel ia my mifpryfen  ? maar defe moeten ook dc man behagen.

JuNo. Wy vrcefcn ook niet yenns, alhoe- wel usycMars tot fcheitsman gekorcn isrmaar Iaat ons dcfcn PAris aannemen , hy zy wie hy

is. , ,

Jup. Staat dat u ook wel ann dogter  ? ant- woorc gy niet? verbergt gy u, hebje fchaamte  ? dat is al de maagden gemeen , omtrent fulkc dingen vrccsagtig te zyii. Evenwel foo tnil.t




28 F 6


der Godinnen. 2^7

gy toe. Gaat dan heen , en ficttoe dat de Rcgterniet verÜoort, gy die verwonnen ful: zyi\: nogte die Jongeling niet kwaats beje- gent, 'c Kan ook niet wel gcfchiedcn dat gy lieden even fchoon zyt.

Mercürius. Laat ons dan rcgelfe»t na rhrygitn gaan. Ik fil voor gaan, gy lieden fulc my haaÜigagter nakomen, zyt omlcrruflcbcn goetsmocts. Ik ken dien Varis wel; 't is een fclioonc Jongeling , en wat de reft aangaat , genegen om cc minnen, en om fulx cc oordce- Icn fjer bekwaam, hy falniec ligt kwalyk oor- dcelcn.

Ven. Datisheelgoet , totmyn voordeel vertelt gy dat het een regtveerdige Rcgtcr is. Is hy nog ongetrouwt, of woom'cr een vrouw by hem?

Merc. Hy is niet geheelyk fondcr vrouw» Vtnas.

Ve n. Hoe mcrnt gy d^t  ? MeRC. Het fchynt dat'er een vrouw van idx hy woonr, die vry fchoon is,dog e en boe- rinne, en tuHchen de bergen kwalyk opgc- bragt: dog het fchynt dat ny die weinig agt. Waarom vraagt gy dat?

Ven. Nergens om, maar het fchoot my foo indclin.

MiNCRVA. Gy beftiert u AmbafTaatfchap niet wel , om dat gy heiiiclyk met haar raatflaagt.

Merc. Dat mag geen kwaat Mintrva: 't '\s niet tegen u. 1. maar fy vroeg my of P^nV een vrouw hadde.

Min. Hoe is haar daar foo veel aangele- gen? Merc.




28 F ó


258 LuciANi Oordeel

Merc. Ik weet het niet, fy zeiden dat het haar foo maar in den (In kwam j en daar tc vooren niet op gedagt en hadde.

Min. Wat dan? heeft hy dan een vrouw >

Merc. Het fchynt neen.

MiM. Wat dan? is hy niet een Soldaat, en begeerig na cerc, is hy alleen ccn Oir;-dry ver?

Merc Ik kan het niet wel feggcn 'c is tc geloovcn, dcwyl hy een Jongman is, dat hy in oorloogs- faken ook al een man fockt tc zyn.

Ven. Ziet gy wel , ik klaag niet eens , dat gy alleen met hem gcfproken hebt. Ktniis geeft daar weinig na.

M&KC. Datgene heeft fy my ookalmeeft gevrnagt: daarom neemt dat niet euvel > oi mcim niet datgy het daarom minder winnen fult, datikhaar eenvoudig enfonder bedrog geantwoort heb. Maar dewyle wy ondertuP- ichen praten, fyn wy al een goct Huk heen ge- komen , wy hebben agter ons de ftcrren gela- ten, en komen haafl aan ï^hrjfgten. Ik fie jda, cn heel (7»tr^.ir«»> befcheidentlyk : en foo ik niet bcccr weet, ook uwen Regter.

JuNO. Waarish^? Ik fie hem nog niet.

Merc. Dithe^n, luno , zictnadelinker- hant, niet na de hoogte van den berg, maar na de breettc, daar gy die fpeionk ziet , met al die bceftcn.

JuN. Ik zie de kudde niet.

Merc Zietgy die kleine koetjes niet , daar rcgt over myn vinger  ? fy komen uit het mid- den der rotzc  ; en dan nog een van boven d«  iQtzc naar om lage toe loopcn , met ccn ftaf in

fyn


fllb* Godinnen. 259

fyn hand , tegenhoudende , dat de kudde niet verder gaat.

JuN. Nu zie ik hemeindclyk, foo hy het is, Merc. Ja hy is 't. Maar dcwyle wy nu na by zyn , foo laat ons op d'aarde neder dalen , cn te voet gaan , op dat wy hem niet cn doen vcrfchrikkinjonvcrfiensvan boven neer vlie- gende.

JuM. Gy vermaant zeer wel , laat ons dat doen. Maar wanneer wy neder neder geklom- men zyn , foo moet gy voorgaan , \enuf , op d u gy ons geleidende de weg wyll ; want gy %veet, gelyk het billik is , de we^cn; men fegt d:u gy dithenen dikwilsby ^nchifes gc- wccfthcbt.

Venus. Ik geef niet veel na u gekrakeel > luno.

M FRC. Ik fal u 1. wel geleiden want ik heb alveeltyisin Jda verkeert, wanneer lupUer die Jongeling van Phrygiem beminde  : ik ben mcnigmaals hier van hem gefonden , om 'tt ficn hoe het met de jongen al ging. Doe hy in een Arent veranderde , was ik daar ook by ; wantikligtcde die fchoone jongen nog op: cn niet beter wetende , trok hy hem van defc rotfeom hoog. Want hier fpceldehyop de fleuitby de fchaaps-koije, cn Ii*fncr kwam hem van agtcr vliegen , en vatte hem zeer fag- jcs mét fyn tengels aan, en propte fyn Konink- lykemuts,dieKy op het hooft hadde, in de mont , alfoo vloog hy met de jongen naar om hoog, teer TCrbaaitzynde: hy keek hem aan mcc een omgeboge nek. Doe raapte is nog




28 F ó


26o Lucia NI Oordeel

<!elieuitopj want hy hadde dic dooraiiglt laten vallen. Ma.ir on/e fchcids-manishicv digtc by , laat ons hem aa;i(prekcn. ^'cc ge^ro«t o(ïc-dryvcr.

Paris. Gyook, jongehn^, wicgy zyr, j gy by ons komt , of w.it voor Vrouwen breng gy ons  ? het fchynt g 'cn llac» te n van die op dc bergen vcrkecrcn, wan: fy zy n a! cc Ichoon,

Mekc. Ilct zyn geen Vrouwen. Gyziec /wwo, Aiinerva cn KeUHf, en ikb.-nA/er- c««r, die van lu^lter cot vi ge(onden is. Maar >vjtvrec(l gy, hoe zyc gyfoo bleek? Vrccft niet. wceltgoetsmoers, hygebietu , dat gy fuit oordcclcn , wie van dcfe de fchoonlle zy  ; wanr,zegt hy , gy zyt fchoon , cn ervaren ia vryeragien > de^ kcnnUFe bevcle ik u  ; die overtreft, Ca\ drfen uitgelcfen appel tot een premie hebben.

P vR. Laat eens llcn w.it ditbjïduit : DU dt fchoonlle neme den appel. Hoe falik dat kon- iDC/i doer),mi)n Hc:.i AiercHrlns ; want  »k ben een lèciiclyk mcnlch , cn een boer : fal ik een Rcgter zyn van foo onvcrwagten Taak , dic grootcr is als het begryp van een ofTc-dry ver lirekt? Sulice faken tc oordeeUn , pall beter luiden , die m de Ibd woonen. Wat my aan- gaat,ik kan na de kon ft wel oordeelen wat gcit Ichoondcr is alsd'ander ,en of d'een koe d'an- der nvcrtrcft. Defc zyn al te maal fclioon , ik \\cci niet Köc ymant fyn gcfigt van d'ccnc tot d 'anderi Tal konaen wenden } want men kan daarnsulix af-fchcidcn: maar dic men ecrit ziet , daar blyft hst gciigt va ft op hegtcn , cn

daar


■ "Si


Godinnen. 261

idaar blyfc hy ook aan: en altyd danr hy al- I dcrnaalt is 3 daar wcrt hy als door rucccflic vait I gehouden. Om kortte zyn , ik ièa daar voof verftomt. Het jainmcrt my , dat ikr.ietn-.ct het heelc lighaam kan fien , gelyk al$>f r^wr. My dunkt dat ik wel fa I gcoordcelt hebben, fooik haar alle dien appel fal geven, Diticomt bier nog by , dat dcfe lupittrs (lifter en vrouw iSjenditfyndogters. Hoel fouw dit niet een gcvaarlyk oordeel zyn f

MiRC. Ik weet het niet ; men moet Urs gebo ^ niet tegen (taan.

Par. Wilt hviar een ding aanraden , Met' cuuY , Op dat die twee die overwonnen zyn , op my niet ontfteken met gramfchap: en't gene ül fchyncnkwalyk gedaan te zyn , laten iy dat de oogcn alleen toerekenen.

Merc, Sylullcn fulx doen, beloven fy : 'til dan nu tyt datgy vonnis wylh

Par. Laat ons eens een proef nemen. Wat doet een yder/ dit wil ik nog cerll waen , of liet genoeg is haar alleen te zien > gelyk zy nu gekleed zyn, of dat menie dient te ontklec- den, om des tc naukcurigcr te ondcrfoekcn.

Mjerc. Dat moet gy weten, die Regtcr zyf, en over liaar regcere foo als gy wik.

Par. Soo als ik wil?* foo wil ik haar naakt iien.

Merc. Hou d-iar^ gy 1. moet u ontkicedcn. Befictgynu haar. Ik fal my ondertullchcn omkceren,

Venus. Dat is goet, ó VarU , ik fal my cerft ontklccden ; want ik heb Ulanke ami^n , nog

nict




28 F ó


262 LuciAWi Oordeel

niet tc groote of te wyde oogcn , die ho* vaardig zyn. Ik ben het gantfcheligbaam ovc'^ al even fchoon.

MiNER. Laatfc haar niet eer ontk/eedcn , voor en al eerfe haar riem afgeleit hecfc, (want ty kan toovercn ) op datfe u door tooverijen niet en bedriegt. Want men behoorde hier niet met voordagt fchoon opgepronkt tc ko- men, nog gcblanket . gely k als een hoer , maat men moet fig hier naakt venoonen.

Par. Dat is "wel gefegt van de riem, legt hem ook af.

Ven. Waarom legt gy u ftormhoed niet af, Mintrva, en toont u bloote hooft  ? fchud gy ioo des feifs kam, en verfchrikt gy alfoo den Regter? Zyt gy bevreeli, dat hy u blauwe oogen fal befchimpen 5 foo hyuaanfict, als gy dit vreefTely k aangezigt hebt afgelegt  ?

Min. Zicdaarleit dandeftormhocd.

JiiN. Wy omkleden ons ondcrwylcn.

Ven. Ziet daar ook myn riem.

Par. Vcrfchrikkclyke Jnpittr , watfpec- takel is dit? Watfchoonheit? wat vermaak? wat Maagt is dit  ? foo hecrly k en trefFelyk ver- toont zy haar, en daarom waardig Jnpiters dogter genaamt te werden : zy fier Teer licflyk cn vcrmakelyk , aangenaam en aantrekkelyk ; ook lagtfe toe. Ik heb nu geluk genoeg van defe gehad : laat ikfe nw eens elk apart bellen j ik ben nog in twyfel , niet wetende tot welke ik my keercn fal, 't gefigt is tot alicdeelen gckcert.

Ven» Laat ons foo doen.

pAR.




28 F 6


der Godinnen. 265

pAR. Blyft gy hier lnn9 y cn gaat gy beide \\2lI aan een zyde.

luN. Ikblyf. Ennadatgymy tedegcnbc- lccken hebt, (bo fal het tyd zyn de tti\ tedoor* figtigen , of ik d'ovcrwinninge (al hebben. Wamfoogyfcgtdatikdefchoonfte ben, foo fülc gy Heer zyn van geheel ^{un^ P<»-/ j.

Par. Onfc faak is door geen giften om te koopen, maar gaat weer hecncn, terltom ful- Icn wy doen dat billyk is. Komt gy nu mrva.

Min. Siet daar ben ik, foo gy my de fchoon- Ite oordeelt te zyn Varis, Zoo fultgy ahyd in het vuift-vegten overwinnen: gy zult een braaf Soldaat zyn, en de ovcrwinninge na u fïn hebben.

Par. Ik heb geen oorloog of vuift-gevee* ten van nooden , Mintrva , want het is tct>en- woordig in ïhryghn en Lydien vredc.^ En myn Vaders Ryk is nu ftilie. Weeft gocts moets nogtansrgy fult het daarom wel konnen %vinnen  ; maar wy laten ons door geen ee- ghenkcn bederven  ; kleed u weder , en fet u ilormhoed op het hooft . ik heb u nu genoeg bellen. Laat nu re««j komeft. *

Ven. Siet hier benik al, entoVan ftukjc tot beetje wel te degen deur, niet overHaandc^ maarbefjetvryelklid te degen. Zoo uw dat wclaanlhat, foo hoort myn woorden.' Ik heb al lange gcfïen dat gy een ïongeling waart , fchoon van^aanfien, Tv-elkersgelyk.iJc geloof, dat geheel Vhr^gien niet mee?en heef?, zo dat ik u om uwe fchoonigheitgelukkigagte: maar

dat




28 F ó


2^4 LuciANi Oordeel

datberifpeik, dat gy dcfc ftcene klippen niet cn verlaat , cn niet in een ftad gaat wooncn  : gy Iaat u fchoonc glans hier in cenighcid verderven. Wat konncn u die bergen helpen? of wat konncn dcfe kocjen u tot fchoonigheid helpen? gy behoorde al gctrouwt te zyn:gccn boerinne of een vreemdeling, gclyk ons hier in ethe*l/</4 gewoon is: maar een uitGm- \enUnd, ^rglvetii Corinthitty Lacinetty g«Iyk als fJeiena is , jong cn (choon , die in gcenen deele minder is als ik , cn dat het mcc- lèeis, dievryensgeffntis. Wantik weet wel foo hy u eens aanfict, fal hy alles verlaten , en baarf>»lvenut'cenemaal overgeven, en met u woonen. Gy hebt al menigmaal van haar gc-

hoort, .

Par. Ikhcbvanhaarnoitgehoort F enus,

ik wilde wcl alles uit u vcrftaan dies aangaan-

  • ^%EK. Dit is de dokter van die fchoone Le-

dJiy by wie /«;«er UI de gedaante van ccn Zwaan uit den hemel vloog.

Par. Wat gedaante heeft zy? . .

Ven. Heel wit, gclyk het oorbaar is uit ccn Zwaan voort te komen, teer , als offe u u c-ncivoorraekomenvvas: zig dikmaals met het blooteli^^haam oeffenende , cn genegen tot worftel. (lryden.Zy is van een y der zeer be- gcen zodat'er on. harentwille oorloogen levoe^t zyn, ^hThefius baar verkragt had- Se , wanneer zy nog met huwbaar was. Doe

in het flcurtje van haar ouwderdom was , fooprefcmccrdcnde deftigflc van




28 F 6


1


der Godinnen.


t65


haren dienft aan haar ten hou wcly k tc vcr/be- kcn. A/c«e/4«x hadde doebyhaardc mccftc toegang, die uit hctgeflagtvandc P«/rf//Vc/ %vas.Soogy nu begeert, foofai ik maken dat gy daar mede trouwt. Par. Wat fcgt gy  ? welke van die gctrouwt

is?

Ven. Gyzyt nog een Jongeling, en cca Boer. Ik weet wel h®c men daarmede mocc omfpringcn.

Par. Ik wilde dat wel weten. VfN. Doorreift C7ri«J^f«/rfw<icens, en als gy tc Lattdtm %nitn fult gekomen zyn , foo fal y ' H eUna u fien. Dan fal het tyd zyn myn beft

^ te doen , om haar op u tc doen gelieven , en u

navolgen.

I Par. Datfchyntmyongeloofelykcoe dat z yhaar man verlaten fou Wjen met een vreem- den Barbaar j uit haar vaderlant reifen.

V£N. Weeft goetsmoets, want hierom neb ik twee Soonen die fchoon zyn^ ^mahili' ^as cn Cupid; die fal ik u overgeven, cii Tullen

II de weg wyzen. Cupido fal % daar t'eene- |i;maal inwikkelen , en fal fJelemt toe

ninncn dwingen. Maar^w<iA;Vi>4j/aJront-. Dm u zyn, ik (al dan daar ook prefent zyn , en k Gratiën bieden, dat fy mede gaan : foo Tul- en wy alle haar wel tot ons oogmerk bren- jcn.

Par. nocdatTalafloopenr<w«/, is nog h: i)nTcker,dogik minnt HeUna , het Tchynt dat !khaaralfie,cnikvaaralnaC7ne/;<w^rf»^, ik 'tnvrecmt in Sfma^ ik ga met myn vrouw

M wederom




28 F 6


1 'O


r.uciANl OoRDEKL der <é-\\

vrtIeroni : het is my leed dat ik fulx niet al ca' I

doe.

Vfm. Mint niet eer Paris y voor en aiCcr het oordeel is uitgcfprokcn , en verdient heb d.itikcenhouwfyk-mnakllcrbcn. Want het betaamt my, foo ik tctmyn Toorncmcn van ovcrwinningc gc!-:on-cn ben , een rr.aaltyd tc rrc ven van bruiloft cn ovcrwinninge. Cy kont nu nllcs, minnj, gedaante cn bruiloft door dc- fcn appel koopcn. , Pah. M.iarikvrccfedat foo ik het oordeel' ovcrufal uitgefj3roken hfbbcn, dat gy myj verlaten fult, en veronagtfimen. ^ Ven. Wil ik ha u dan beëdigen? P \R. Neehin-iaat belooft wederom. VrN. Ikbeloofud.mdatik u MtUn* tot <?en vrouw fal overi^evcn, eh datfc met u trek- j kcfiral: eh dat heel byu:l: fal komen.

DaarfilikprefentzyTljenti nu allts helpen. P^n/ 7Lu\i%y ocMCuftdo.^mahilitat, op

de GratUri mede brenge n > ., - , ,

Vt.n. Weeft maar goetsmoct§, ik fal ooi

Veftdtriim en FTj/nitnfurti^et my ncrricn. ^ pAR. Ht^Jtvoorgethk u den appel over >j

neemt *dted:tiirvoör aan.


LUCIANI HüURLll^GBN.

Lucianus befihyfi hier de mogelykhede^ rvanhet Usf. Hoffmmge haar yrye le-i njen verlatende , fig zoo Ifgt tot de hoo/M . ilavernien geven > m VJêt gevaar daar m J

jleikt jl ^




28 F ó


Huurlingen. 20:7

y van pïuimfirj'kers-i bedriegers e?i ^ a?idcre fchelmeric7t.

Ai fal ik uw al veel feggcn lieve vrient , van de gene die haar felren, omquan- is wntgelt tc verdienen , fïg in vreemde lui- en haar huifcn begevcniien twcedcnj dic uu foodanigen oogmerk vricntfchap met de ry- Iren maken , als ik fulkc vricntfchap maar een flavernie mag noemen? Ik heb daar al vry veel van te feggcn , niet om dat ik fulx door eigen ondervinding mogt hebbcn(daar behoede my de Goden voor, 't heeft noitfoo krap mctmy gc weeft om dat te beproeven} maar ik heb het van foodanigc , dichet my. meenigmaal uit haar eigen ondervindinge geklaagr hebben  : eensdeels van die in fuiken perkct Itakcn , cii haar bedroefde ftaat beweenden : anderdeelj, warenderfommigcdie als uit een gevangen- huis kwamen vlugten , en vertelden het gene 'y geleden hadden , niet fonder vermaak van my : ja het verheugden haar, als /y nog eens rdogtcn, wat ongemakken zy ontvlugt wa- cn. Dcfe fchecnen my waardig te zyn , om c: gclpovcn  : om dat zy alle haar heiligheden ^m foo te feggcn) enmyfteriengeleert, cn an 't begin tot het einde doorfien hadden.

Dcfe ben ik noit gewoon al geeuwende en apende te hooren > maar ik hoor het als offc chip-breuk, of y ts dat buitenhoop behouden s, vertelden: gelykdiczyn, dic in menigte

^et gcfchoore hoofden in de Tempelen wan-

den, cnvan groote water-baren, ilorm-

2. win-


268


L U C I A N I


den , vloeden die hcrpcl-hoog zyn , Hagen , maftclooshcid, gebróken roers, &c. vcrhaicni voornamentlyk dat haar C4j?pr zn PoÜHx vcr- fchynt, (^^untdlebchoorcntotdlC Tragcd.c) of dat'cr ccn andere God fchielykCgelyk dc ta- bu]cn fcq^cn) fig vertoont , die boven aan dc < fpricc fit,of aan het roer Ihat , cn het Schip op ccn ccnigc fagtc ftrant brengt: en daar komen - dc , allcnxkcns verbreekt, op dat de mcnfchen daar mogen uitkHmmen^cn dat door een god- dcly k bellier. Zo dat zy dan veel dingen byeen halen, dienende tot tegenwoordig gebruik. Hoczé van fommigc een «uk gelts krygcn,foo datfc met alleen onoclukkig,n.aar ook vandc Goden pemintNv.er3cn. Vordcrsdie tempee- . Hen in haar eigen buifcn , en fccr groote vloe- den v"n watèr.golven hebben  : hoe fy met een fiille zee van lant geftoken Ntaren.cn Avat al mociclykheden door het gcduuig varen uit- geüaanhebben, g-otcn dorft, Schecp^^^^^ te als zygeduung nat waren? of hocze leei miferabel op een kfip of rotze geraakten , haar SclnP daar tegen aan omftukkenitootedc, foo naocdcmaakt^anlandzwommen cngroot Xrck leden  : als fy dit verhaalden ^ lAecn 'r mv lis of iy nog al veel dingen door fchaam-

ku  : dTes cn gene vertellingen welgiffingc karnrakcn, 4 ellende diergclyke al over

Tk S'dêfedingcn «  niet verbergen . üc. V V/l/e., omteverhalen. f gt ^J^.f onlangs mcrk^c,dat gy foodanigen leven w . -


HuurliïïCen. 2^9

dcc aanvangen. "Want doe gy ^vcl eer daar re- dden van voerder, was't-T y mant in 'tgc(ellcl);ip die fooecn leven prees : leggende óm fy zeer gelukkig waren, die dc fortuin dienden otn gemeen (cliap te heliben met dedeftiglèc Bor- gers var» Raomen  : opwclopgcdii^e groote niaaltyden te zyn ; en in groote Paleifcn te vcrkecrcn. Of met groot vermaak alles door te reiTcn, en fomtyts ngtcr over te leggen, (foo lier u behaagt) in de llcde. Boor luiken ge- meenfchap en gemak , daar n\en haar mede gegunfligt; ^verdzy ook op het loon vcrfot , dat geen kleine laak was. \Vant defe hebben alles foo men zegt Tonder zajen of wieden. Als gy fulke en diergelyke dingen hoordct; mcrkre ik dat gy daar als na gaapte met een open mont, gclykalsofgy na eenige fpyle gaapte. I>aarom om dat gy niet fekcrshier na van my foudct konnen /eggen, of my uitcifïchen, dar, als wy u fagcn dc angel te gelyk met het aas in- cten, uw niet herriepen; of eer gy doorflok- tc , wy die niet uittrokken , of afmaanden ; maar na dat wy ons ophielden, tót dat die doorgezwolgen en vaft was , wy C:\f*,cn hoe die met gcwelt getrokken wicrde, zoo dat'er doe geen huipe meer kolt zyn; wy waren daai- te vergeefs om te fchrcijcn , dit feg ik, ©p dac gyfe noit en kont (éggen , welke foo liet ge- schiet is, het niet ten onrcgtcn gefcgt , nog konnen van ons niet wederfprokcn werden, iwaar door wy minder fchynen gefondigt tc ihebben , om dat wy fulx eerit niet en hebben geopcnbaart :

M 3 Hoort




28 F 6


i-]0 L U C I A N I

Hoort nu alles vervolgens. Ziet het net fclfs> <lat het niet open is  : blyft niet binnen , maar fiet veilig en met vermaak van buiten de kromomgedraaide angel, en dedry-tant hou- dende dc punten in de handen> beproevende die met aan de wangen te leggen. Zoo zy nies fcherp genoeg zy n, en niet genoeg m en hcg- len, zoo liatle daar niet cn kennen door gaan , t«n zy datfc grootc vreefclyke wonden nuken diewyd zyn. Houd ons onder de vrvtsagdg* cn hongerige armen ; gaat gy met onverfaagt- hcit vry op dc.jagt, gclyk een wraat-vogel | Larus in ccnc tloic het heele aas doorfvvclgt.

Dele reden fal miflchien t'eenemaal om uwentwille gcvocrt werden. Alhoewel het . nictallcenisvanu:l:die Philofophcnzyt , of van die, die haar levens- wet met dc deugt tOi- mcn voegen , maar ook v«n dc Lettcr-kundi- ge, Orateuren, Mufikantcn, en kort , van alle die met gclcertheitomme gaan, endoor win- llc Toeken mede te doen. Maar om dat alle dingen onder haar gemeen is, cn dcfclfde din- gen aan allo gebeurt, is het blykelyk dat de conditie der i?hdofophen niet tretTclykcr is als de andere, ja haar gebeuren quadcr dingen , dewyl fy met andere gemeen zyn , foo dc huurders niet waardiger zyn als dc andere. Hct;2y foo het wil , het vervolg dcfcr vertel- hngc fal het docnblykcn,dc fchult moet mecil op dc doodcn aankomen : cn dan op die fulx beftaan , ik hoef niet befchuldigt te werden , ten zy dc waarhcit en de vry heit van *t fprc- kcn, in 't vertellen eenigc beftraffingcn van

nooden




28 F ó


l, li


Huurlingen. 271

noodcn had. Van'c overige fchuim van volk* als G-enige vvorftciaars ,en bcdrcvcnc pluim- ilrykers, cnander flegten vuil rapal;-, is het niet waardig te vermanen , want die niet ge- hooiramcn:m.'n moet het haar ook voor geen ^ rekenen, d.itfc hare huurders nier en ver- f^'laten, alhoewelfe van haar veel fmaatheitly- den. Zy zyn tot foo een leven gewent en be- kwaam, en die niet onwaardig! Want fy heb- ben niets daar fy haar anders* toe kceren kon- nen, of in oeffenen Touwden, )a foo y mant haar fooeen leven onttrok, fouwdenzy lui', traag en onnut werden. Daarom doen die gcenkwaatofHnaatheit, welke (gelyk men fegt) eens in dc pot piffen. Warit tot dcfe Imaathcitzynfe van 't begin tocafaeriof, en maken een taaiihe, iiarekonitis te dragen en te lyden van 'c gene voorkomt.

Maar over de geleerde, daarvan ik haddc beginnen re (preken, ben ik mctrcqt kwalyk te vreden, foo moet men fyn belic doen , om die te herroepen, en in vryhcit tc itellen. My dunkt dat ilv wel filddcn, foo haai ccnigc rot dcfemanicr van levcji begcven,^oo i\< die oor- Aken vernierige, tooncnde dat die weinige bekwaamheiten krakten hebben. Op die ma- niere falalle ontfcliuldinge bef)omen werden, en di.-n grooten rytel , daar fy haar vry willigt; flaverny zoeken mede te bcdekkcrn,

Zommigc brengeft in haar armoede cn ge- brekkelykheit, en meinen datdefe fchaduwt genoeg js, haar te veronrfchuldigen, d itfe van 2cIvco tot foo een Icvtn vervallen zyn; en

M 4 nicinen




28 F 6


2,7i L U C I A N I j

meincn alles wel te zyn , als zy zeggen , dat 1 haardic daat tc vergeven is, om dat(e dat moc- jelyk leven, te weten, de armoede, zogtcntc ■ ontgaan. Daar na hebben fy Theognis fccr veerdig inde mom, wat menfchftertVer door i armoede , cn zooder yts verfchrikkclyx de I flcgte voeten vcrciert hebben. Zoo ik zag dat l door foo een leven de armoede waar! yk ont- < vloden wierdc, foozoiiwik mcthaar in foo gfooten difpuii niet treden, om  ;)a dc vryheit te tragtcn ,ea foo zy diergclyk omfangen, gi- 'ykalsdc Ipyzevandc fiekcn, (volgens den voortreffclykcn Orateur) hoe konncn fy fi'ontvlicdeh , daarzehaarkwalyk in fchynen bcraadllaagt te hebben  ? want fy bly ven altyd in defelvc itaat : Altyd zynfc arm, altyd heb- ben zy gebrek : zy leggen niet op, zy bewaren niet : maar al wa't'er gegeven wcrt, wortzoo t'eenemaal geconfumeert , als het gegeven is.

^oo gewonnen, zoo verteert j ja foo danig, dat

iict tot het gebruik nog niet genoeg is. Het zoude betef zyn , dat fulkc oorzaken niet ver- fonnen wierden, om de armoede te behouden cn tc roeden, cn daartoe alleen bchulpig zyn, maar die defelve ook t'eenemaal verdreven.

MifTchien wilde gy dac feggen Theognis , ik zal in de diepe zee gaan, en van de rotic boven neder fpringen. Zoo y mant altyd arm cn gc- brckkelyk is, cn altyd om huur dient , cn daar doorde armoede zoekt te ontgaan : ik fie met lioe het gefchieden kan , dat hy fig zeiven ni€t cnfchyntte bedriegen. Andere leggen we- darom, dat fy dc armoede niet cn vreefcn , zoo




28 F 6


H U U R L I NG E N. zj^

zy maar gelyk andere menfchcn , door arbeid . «Icn aan de koft komen , maarnu (alshaar li- chaam, 't zy door ouwderdora of fickten , af- gcfloofc is) komen zyder makkclyker aan , om lüon te verdienen. Laat ons eens ficn of > zy de waarhcit al feggen ; of zy al verligtin»; krygen, door 'c gene haar gegeven wcrt  ; en ol haar dat geen grootcn arbeit kofh AVant dat moet door beloften gehaalc werden, wan- neer men Tonder arbeiden of zweten , iyn ge- reed geitkrygt. Maar hoe verre dit van dc pva:ahdt is , en hoe waardig dit Cclve is, llfannietgcfègt werden: diergclyken een arbeit cn zweet om in diervoegen dc koft te foeken , ^^zoodat dc gefontheit hier ver tekortfchiet, ixvant fy dagclyx hondertderlei dingen te ba- 'llicren hebben, waar door fy haar lighanm af- jinatten en moede maken. Maar dit fullen wy ■openplaats feggen, als wy d'andcrc ongc- ""lakkcn verhalen.

Voor tegenwoordig fuIIcn wy handelen, ^an die fêggcn, datfe door die oDrfake haar tos lavcrnic begeven , en daar dc waarheir aan jfpcurcn. Zoo is dan overig die oorfaak tcvcr- ihalcn, welke om dat fy waaragtig is , wert zy [. 5mceft van haar gezwegen: te weten , datfe \ cdoor vermaak aangcprikkeltzyn, datover/ul- ., ^cgroote hope haar in de famiüen derrykcn oegeven, haarverwondcrcndcover zoo een overvloed van gout «n filver : cn dat Cy fiii |^e- ukkigagten , over zulke maairyden , cn Jcli- n:iat leven : hopende dat 'er een tyu tomen, .dat nicmant haar verbieden ü\ gr,u:  :» tirin- kcn. M ƒ i>it




28 F ó


L U C I A N 1

Dit is het (int haar daar toe bcwcegf, cn v.in vrygcborene Haven, maakt , niethec gebruik vaa nootfakclyke dingen als zy voorwenden maar de begeerte tot dingen die niet nootfake - iyk zyn , cn dc vcrvvondcringc over fulkc gioote fchatten. Want zommige loofc min- naars, zulke arme minnaars aannemen , cn haar walgclyk aanlokken , om van haar geila- dig gemint en gediem te werden : vorders ui ' dc vrugt van dc minne geven zy haar niet een! een kus. Want fy weten, als fy haar gc- nocgtc gehad hebben, dat dc minne moet ge- broken werden. Daarom houden fy de min- naar altyd op , vrcefende dat de wanhope den hwvigcn yver mogt verminderen, foodic min- n iar van haar mogt vcrvrecmi werden. Daar- om lagchen zy hem toe , beloven hem altyd , op dat zy altyd fouden voldoende en dankbaar zyn: cn willen alrydgrootc koilen doen tot i b'-idcdieonvoorfigtig en out werden, haar ouderdom vcrbyis gcgaan^d'ecne om te min- nen, cnd'andcr om te geven  : waar door dele beide in haar leven anders niet en hebben uit- geregt dan enkel hoopcn. Zoodatfe door y ver tor de welluilcn alles fouden verdragen ifufx is haaf nog foo kwalyk niet af te nemen  ; want men kan hec eeniglins toegeven , dat 1 ymant daar vermaak in fchcpt, en die overal focktop tefpcuren, om die te genieten: al- hoewel het flaatagtig en kwalyk gedaan is, foo men fig u it die oorfike , onder een andermans gebied bcgcffc: omdat de wclluft,dic men uit €ca vry geboren aart ge voelt ,vccl aangenamer




28 F 6


H U r "R L I N G li, N.


1


is, als die, welke men door verlies van vryhcit agtcrvolj>en moer.

Dit kon men haar ook wel op een ander manier vergeven , foo zy het maar vcrkrygcn. Maaralleenig op hope van wcllu den lulkc moejelykhedcn uitte (laan , dunkt myzccr bcgckkclyk , voorn.imentlyk daarfc ficn dac Iict een fèkcrc baarblykelykc en onuiLvluj^tc- lykcarbeitis  : vorders daar zy ophopen, is cindclyk anders niet dan welliiÜ , dicin lange niet kan verkregen werden , cn 'c is niet waar- fcliynelyk dat fy oit fouw vcrkrcgon werden , wanneer ynunt de fake m.iar wel overweegt.

aar de makkers van Uliljts j wanneer Cy <^c focte^ö/wigcprocft haddcn,vcr2iiimdcn zy de rcM , cn door het tegenwoordige vermaak 'ver- leid zyndc, veragtcndc cerlykc dingen, f)0 dnt dc vcrgetcihcit van ccrlykc dingen niet gc- heelyk met de redenen twiHede : tc weten,*als haar gemoed door dit vermaak befct was. Maar foo ccnig honger -brok by een ander ünmdicdc LqIus at, endaar van nicrj mede deelde , cn dat allccn;g uit hope , dat liy «c- loofdü hem ook wat van de Lotus foudc toegereikt werden : Iaat hem daar eensin die manieren liaan , vergetende alle betamcly k- hcit, lieve God, hoe bdagcliclyk foii dat zyn, WsQcn Homerifche roede waardig. DcrhaU ven die dcfc tot dc gcmecnfcliap der ruflc brengen, door welkers aanm.ining2 Cy z.ilx doen,\zy tot wat dingen zy haar laten gebrui- ken , dcfc zy n die by na gclyk, ten ware fy (ci- den dar ren Ti'^cdaar tot bcweegdc, tc wctc,

M 6 dc


1*1 ^




28 F ó


ing L U C 1 A N 1

At roem , ero mttzulke voordcftige mannen omtegaan. Wam daar 2ynder die zuU voor een grootc fake agten , cn memcn boven dc burgers verheven tczyn. . •„ „

Wat my aangaat, ikfouwdewcgeng zyn om alleenig met dc Koning nnPtrfcn te eten. cn by hem te zyn, zoo ik daar geen pro- feten af en kreeg. Dewyldandeootfaak van foo een leven loodanig is, vvel aan , Inat ons eens by ons felven o vcrdenken.wal fy al lydcn moeten, eer fy daar toe konnen komen  : ten " Sen, wat fy al moeten lyde" ^'^ ^ een leven gekomen zyn  : emddyk «at u.t- oine defc Comedie heeft. Want fy en konnen S?n>et feogen , alhoewel die mogelyk zyn , trns kSnnen fy ligt aangewen, werden , cnlatdaarweinigatbeitstoe van nooden ^ wilt "y verecnocgt zyn , fuUen u daar na alle

vóoreërif foo wat onder en boven loop. , '5mo4ensvroe8opgeftaan zynde gcduung aan de de«re zyt, op d.at gn^'^ar. , wannec cv buiten 2elloo.cn werd, en de deur voor •7horkry|., als gy lom.).ds kw.alyk en on^^

l,oorlykfchym.czyn, als gy u den kwalyk piepelde dcurvvaarderen Je £7*' V f =" ^^r onderworoenhebt, enalsgvdeherdcn- Si"w van uwe .'laam foek. met gel. te koorc...

Oolmoc. gy u kleeden boven u ft.-.at en «rmol^i . nYwaardigheit van d,e perfeon , by wie gy f^kt te leven : gy moet een tóu^

uukèfen, die hem beft behaagt, diarhy ü..; '2 över teurt. Daar na is bet nood.gda.  ;


j




28 F 6


Huurlingen. 2.77

hcmneerüigagtervolgt, of gaat liever vvac vooraan j zoo gy van de lakkeien voortgeftoo- tïn wen , en maakc foo met haar dtn pompc grootcr, dc-cerfte dagen fal hy u onderwylen niet ficn. Zoo u dan dcfczaak wel gelukt, dat hy u aanfict en eens onibiad, en fegc , hoe het komt dat gy hem zoo voor 't gefigt komt ; daar hebjst dan  » daar breekt u van angft het zweet uit , dan drajcnu dc oogcn inde kop, dan befpotten de omftanders uwe klein» hcrïighcrtighcit en perplexiteit. Waar door menigmaals£;ebcurt j datgymoct antwoor- den wie de Koning van de ^chivm gewecft zy , dat gy dan fcgt datfe duifent Schepen ge- had hebben.

Zooder nu een igc gemanierde byzyn, die noemen het een befchaamthcit: dc ongema- nierde fcg'cn dat het een vreesngt igheit is : ^ie onvrome een onwetenihcit. Soo gefchiether, "wanneer gy dcfe teerc vriendelykhei: va» d:n rykaart beproeft hebt, dat gy weggaande , 11 eigen zwaUheit verfoeit. Vordcrs als gy daarc«nigcnagten niet van hebt konnen fla- pen , veel bloedige dagen hebt doorgtbragt i en dat nog niet , eilaas ! om den Fleltna , nog ©m dc Pergamtnen van Pr'ixmus , maar om dcwinflevan vyf halve bras-pcnningcn.. Zog Jer nu een rreurfpecligen God u koomt tc helpen : is'cr dat overig, dat men u onderfockt l)t gy ook Letterkundig z)'t. De(c ondertaf- iiige is voorde rykaart niet onvermakelykj vvant hy ondcrtuitchcn geprcfcn , en geluk- i^'gg^o^wcrt. OiidcrtulTènfchynthetu een

M 7 firyd




28 F ó


278 " L U C I A N I

ftryd tufTchcn ziel en leven tezyn: om dat u ondcrwylen in dc fin komt , en dat wel te regt, d.it de tydfouw komen , datunicmant anders foude admitteren, foogy ecrft van dc- fcn verworpen fcheent. OndcrtHfTchen zyc gy met duifcntdcrleibckommcrni ficn bevan- gen, terwyl gy die gene bcnyd , die te gelyk mvt u ondcrzogt worden.

Neemt eens, dat'er meer zy n die ook luiken fortuine Toeken als gy : en dat gy u felfs fchynt niet wonderlyk wel geantwoort te hebben, en gy dan vol hoop en vrecfc zynde , fiet gy hem al aan: foo hy nu niet voor goct keurt lit gy geantwoort hebt , is 't met u gedaan. Zoo hy nu al gryncndeen leggende u ver- h oort, wert gy vcrbly d , en hebt goeden hoop. 't Isondcrtuflchcn tegeloovcn dat'cr zyn diC u t^gcn gaan , en andere in u piaatfc wihcn flellen. Defe leggen u foo heimclyk, als van ter zydcn, lagen' Confidcrcert nu eens, wat een faak het zy, dat men een man meteen langneerhangcnic baart , en grys hair Cü exa- mineren, of hy wat goets geleert heeft ; fom- mi%c fcggen dat gy dan wat kond , andere kg- gen weer van niet. Men vcrnecmr dan necrlhg naar u voorig leven , handel en wandsL Zoo d Aar dan ecni$> Borger of Gebnure zy ,die u om defc of gene kleine oorfike befchuldigt , dac py zyt een overfpeclder of dicrgclyke  : defe is dan , volgens het oude fpreck-woorr , een geloofwaardige getuige. Zoozy nu alle poet van u (preken, fcliyncn fy fufpea en door pelt omeeko^t tezyn. Alles Jiem daar voor- ^ a O fpocdig


1




28 F 6


H U U R L I G E k. ij^

fpocrfig te ga.nn , op d.ii'cr niets cn zy dat u te- gen ihat: anders fond gy daar noitfoc geraken.

Wcl laat nu nl eens ii alles na den Cm gegaan* zyn , cn de fortuin heeft u gclukkclyk ec- dient, cn hy hcefc uwe kcnnifTc voorgoet gc- keurt: dat dan fyn voorname vrienden, die hy meelt geloof gecfr, hem daar niet toe afraden: cn fyn vrouw fulx dan ook wcl aanftaat. OUlntdc Hof-Trcellcr of difpcnHcr daar'yts tegen heett. Of dat ymant u levens manier benydi dan gaat aibs voor de wint, cn beloven ^vondcrc dingen. Dan zyt het hoekje bo- ven gczeilt, 6 ,:>r!ukkigemani gy fytgckroon: met den Olympifchm hemel, oïhct (chynt dat gy haar BabjyUmen overwonnen hebt, en het Slot vm Sarden met ge welt hebt ingenomen , gy hebt dan alles in overvloed , en "y fult de hennen melken, rsnurcdclyk,dargv fom- tyds rroemien ontfangt, die fecr groot zyn, en inet foo een arbeit overeen komcn,op dat uwe kroon niet zy van cenigc groente alleen , op dat cr geen veragtelyk loon fchynt voorheen te gaan , en die bc-kwamclyk tot fyn ge- bruikten fondcr moeite betaalt wcrde, opdat u geen kleine cere buiten de ordinare trant van dienaars en gefchiede.

Vorders dat gV u gcmakkclyk houd van alle arbeid, leen, loopen, waken, &c. cnpclyk demcnfchengemeenclykwcnfchcn, dat fy met u.tgeftrckte voeten flaapcn^cn violen Iaat forgen , en dat gv niet andc-rscn doet dan daar gy om aangennamzvt: alfoo behoorde het te gcfcnicdcn Timocles. Dat men geen grootc

ha


tSo L U c I A I laft hoefde tc dragen, fooymant duiuairrnen okoplynhals wilde leggen, bet mocli: hgt zyn , cn niet fwaar te dragen, en dat het mee- ftc is nm poutbeftrckcn , dog het is er heel anders geicgtn, ja foodanig vir.d men act met. Wanun't midden van foo een leven gelchie- dcn duifentacrlci dingen , die van een vryge- boren pcrfoon niet tc dragen zyn. AVelkc dingen als 2y die hoorr , en eens van vooren aan overweegt, of ymant Oilx verdragen kan, die met de gcleertheit n fier te aocn

^^ïk Val ccnbcgin maken , foo lier u belieft , cn dat van de ccrftc maaltyd , van Nv.kc Het billyk is ecrft te beginnen. Voorcerlt iscr ymant die u gebied aan de manityd tc naderen, 'c welk dikwyls van eenrtyvc en ftuureknegt ficfchi-t : in welkers gunfle gy foekt te komen, die «V dan om niet onhcbbelyk te fchynen^ten ttiinllcnmettwee a drie fchcllingen de han- den moetftoppen. Ondertuffchenveinlt ay i]o,rcgoende, pakt u hier van daan, wat heb u jnet ut? doen? Dan doet hv daar by , excufecr my. Eindelyk beraad hy fig,cn gehoorfaamt, fpcrrcnde ondcriulTchen dc moi^d agter u wyd open . Gy gaat onderwylcn met u fy ne, netrc ojpronkteklecrcn, gewalTchen zynde , Iit- Ten • ü dan zulx bekommerende dat gyniet vooreen ander aangaat : ^vant fulxfouw op fyn boerfch zyn , gelyk , wanneer men op het Faasilekomt/aanfienelykeris Dcrhalven fult ay de tyd waarnemen om foo in t "^iddeii tc fomen: ^Yantdan wcr: gy op fs^ntreficlyklt

omfangcn


Huurlingen. 281

ontfartgcn en Tcrwcllekomt. Dan leid u ym.mt by dc hand , en gelieft u aan te fcttcn , een weinig boven de rykc, byna onder twee oiiwde goede vrienden.

Gy nïoer 11 dnn foo wat verwomkren , als of gy in Ittpiters rempel k waamt, agt ncinerY-- de'opdiw* dingen die daar ondcrtufkhen ge- fchicdcn, als offc u nieuw en ongciioort Ichc- nen. Ondertullchen heefr de familie het oog ©p u , en al die daar tegenwoordig zyn , lien wntgy docT. Terwylcn neemt den rykert ook een oog op u, en geeft fyi\ dicnfl-knegtcn hi\j datic u gade flaan, hoe gy u tegen de hin- deren draagt, en ook tegen de vrouw , of gyfc fonuyds eens van ter fydcn aanficc. De andcr;r gaflen dan, fo ras als fy fien uwe bocrfe gcma- nieri heden , fyn zy daarover verwondert , en bclagchen u heimelyk, giilcnde dat gy by nic- mant veel te voorcn avontniaal gehouden hebt, en u wat nieuws fchynt dat men u een fchoonfervct Icit. Dan fal u door fchaam- tc het zweet uitbarlten  ; als gy ccoj doril hebt, derft gy geen drinken eiflchcn,om nic t te fchynen een dronkaart te zyn : en foo- dcr vcr(chcidc geregten na malkander opgc- diftzyn, weetgy niet welk gy eer/tof Ijatlt fult aantaften. Zoo is't dan noodig dat gy al- tydopdcnaftil-üttendc gebuurenliet, cn die navolgende, leert gydc manier en order van niaaltyden. Anders Gi gy daar angüig en twyrtelagfig , verftompt zyndc over 'tgene men daar doet. Onderwylcn\erwondert gy over degelukkighcit van dien rv' r^nrt , dat hy




28 F ó


20 i LUCIANI

foo veel Ickkernicn , gouwt,en elpenbeen heeft. Dan foo beweent gyu ongeluk, tiiar gy niet met allen zyt, gelooft gy nogtans te leven.

Zomtyds komt u in den fin, dat gy nog wel een gcwenlt leven fult krygen, wanneer gy al dielekkernienfult genieten, en van alles Heer en Meefter zyn. Dan meimt gy alryA wel 'v^^ücn-avond te houden. Ook belooft gvaan die fchoone Jongelingen die u voor- dienen , en al ItiUwygens loelagchcn , hier na CJn beter leven  : food itgyniet op en houd altyd de versjes van FIomzr»s in de mond tc hebben. F/et moet niet euvel genomen werden ^ «lathetbloejend Trojen > en den gervxpenden Dinai, onder bet beleid van Mars \ivare Uiten dragen, om ^oo eengeli4k^te verwerven.

Onierwylcn noodigt men malkanderen om te drinken  : en men cifclit een grooter kroes d ie u voor gedronken wert, men noemt u dan Mccftcr.of lbo wat anders. Als gy d.in dc beker aangenomen hebt , \vcet gy door u bocrsheitniet wat gv daar opmoet antwoor- den, dan foo fchynt gy een Mof of een Bo°r te zyn. Vorders veroorlaakt defe voorbrenginge een fcer grooten haat onder veel van d ouwdc vrienden, van welke fommige al over lange in de krop liaakt, d.it foo ras als gy in k waatnt,gy boven haar gelklt wiert, lic voor u fo Kinge ja- ren al gctliaïc hadden. AUb fprcken fy dan van urfcggendc, dat ongeluk moed onsnogovcr- Jcomcn,dat wy (Tiindar geagt werden,oIs die nu cerllin de familie zyn aangenumen; en de

Stadt


j




28 F 6


Huurlingen. ^83

Stadt I^ftnen is alleen open voor de GrUken , wat hebben f/ meer dat (y boven ons moctca gaan^ brengen ly ecnig wondcrlyk profy t by , daarfe lbo Wat mifere woorden fprcken $ ecii ander fcgt \tcer: faagt gy wel hoeveel hy dronk? hoe vratigcnguKigwashy ? hoe 01- befchoft i wat een honger-brok , die noic fyn balg met wittcbroot ver(a«4i$th^eftj vcci min- der met vogelen van Mumlditn , of Phafan^ ten  ? hy hceftfe by na met been en al opgege- ten. Vorders feit de derde, wel gekken, eerder vyf dagen verby zyn gegaan , fal hy niet meer zyn als wy. Want men doet hem nu foo wat vrientfcliap , en wort gely k tie nieuwe (choc- nen, in waarde gehouden. Maar als men daar alrects dikwyls mede heeft gegaan, en van het flyk vuil gemaakt zyn , dan fmyt menfe maar onder een bed-ltede , en werden dan vol van weeg-luifcn, als wy. Zulke cn diergelykc dingen roemen zy dan van u , waar van fom- migedanaangchitft werden, om utelailerea en aan te dragen! dit heclc gall-maal heeft d m de mont van u vol , en fprcken geduuric^ van u.

Gy onJertuflxlicn , drinkt door u onbe- fdiofthcit cn ongewoonte , meer als gy laden kunt, end.it van dicdunnefcherpewyn, die II daar na buik-pyne bybrcngt : het betaamt u ook niet voor anderö van 'c geftlfchap weg te gaan , nog ook is*cniet vcdig te jlijven  ; tc - wylen drinkt men nog al een lange tyd, want d'eenc praat houd dc andere op , cn daar ralcin'tgcfcirchapaliyt wat nieuws te zien,

(want




28 F ó


284. L u c I A N r

( vanrhyfockt uwe ganfche foiruine te too- n?n-) fno wcrt gy ondcrwylen wakker gcpy- m'er. 't Is dan 11 niet ocoot iorc tc iïen wat 'cc gcd.ian wert , of tc liooren foo ecmgc van dc jongelingen fingc jOt op dcciïhcr fpeclt  ;nog- tnns foo pry ft gy Iict tegen u dank. Wyder.' , foo wend gy wel , dat 'er een anrJ-bcvinge kn-.mi, dicdan't hecle fpel dede liil Aaan, of d.ic men elders br.mt , bmnt riep : aar door dit gcfeircbap van een gefcheurt wicrde.

Hier hcbjc dan, lieve vricnr, die eerde ver- makelyke maairyt , 't welk mv foo aangenaam n eten isi dan enjen en wit fout met vrijer her- ten te eten , als men begeert cn lult. ^7u zwyg ik nog die fuurc oprifpingen die daarop volgen , en het braken des nagts. Des ogtcns maakt gy dan een verdrag hoe veel gy fiilc win- nen , en op wat j.iar-gecy gy (blkx lultonifan- gen. Als menu ontboden heeft y fcgt men u , dat gaat luren , dan zyn daar twee of dry vrienden tcgcnwoordig,en beginnen aldus tc fprckcn : Wat onfe middelen zyn , hebt gy nu ten naaften by konnen ficn; Avy hebben geen hovaardy daar in , maar alles is mode- raat en gemeen op iVn burgers. Ik wil dat gy denkt, datwy alles gemeen hebben; want het frjdc belaggelyk  ?"yn , dat ik u myn bclic bezit j te wcfn , myn leven , en ook myn kin- deren (foo gyfe mogt onderwyfen) toever- trouwde, dütiku niet foudc maken Heer en befitter van al myn goederen , nevens my .

Vorders , als men nu een zeker loon fal be- palen j ik fie , fegt hy , dat gy ecrly k van har- ten




28 F 6


■ .;if . ,:}f


I


Huurlingen. 285

ten zyti en met wcmig tevreden, cn ik vcrRa, dat het u niet en is tc doen, dac gy u fcltsini onfc familie begeeft om eenig loon ic gc^vio- nen, maar cldeis anders om, tc weten, om onfe weidaden of ccrc die u gefcliict , even wel moet gy yts fckcrs cjilchen. Zegt ons foo veel als u goet dunkt , gy kont u wat regulec- ren , lieve vnent , na dc gefchcnken die gy op dc Hoogtydcn van ons onifangen fult. Wy willen daar niet karig op welen , alhoe- wel wy dal in dc huurc niet cn begrypen. Gy weet nier veel occafïcn zyn van vervallen , d.iarom moet gy des te modcrater u loon fchatt cn ; daar en beven , gy Geleerde, behoort het geld niet tc agtcn.

Dcwyl hy dit fegt, mankt hy u mctvcr- fchcide hope wankelende, fagt en liandelbaar. Hy oaderiuflfchcn , diete voren vr.n talenten cn duifcnde ftukken van gelts droomden, hcc- Ic akkers en Kiroiüen , gevoelt nu by 11 felven fhlfwygcnde dc man fyn zuinigheit cn fpaar- faamhcitj dc belofte nogtans dielagtu toe: Voornamcntlyk , dat u alles gemecii lal zyn . dan foo neemt gy dat aan voor vaft befloten ; fiillie woorden niet vcrüaande, welke van hcc opperftc der lippen voortkomen , cn niet u' t des herten gront. Onderwylen weigert gy fulx door fcnaamtc te bepalen, dan Co begeert hy dat ook niet te doen  : rordcrs gebied hy een uit dc tegenwoordige vrienden , dat hy fig ilellc als goede man over die fake, cn een bekwaam folaris opgeeft , die niet cc veel btfvvaaic > want hy meer Jaöcn tc dragen

hccff,




28 F ó


t%6 L U C 1 A N I

liccfr, fno hieralscldcrsin , ookftclthy hcr loon<oódah'ig,dat'liei voorde alder l tainclykzy. Eriditourmanneticn isdandik- \vy Is met delen rykaartvan kinrsbecn ophef pKlimUrykcn opgekweekt: ^vel fegthy dan , hebje daar \vat tegen , die de gclukkigftf zy t van dc gehcele ftad , die u ecril te bcurte ge- vallen is , daar wel duifenr jammcrlyk nafnak- kcn, te weten, dat gy met defcn man gcmcen- fchap hebt? en gcmccnc Huis-goden viert? dar gy in een van de voornaamlb familien van /vowe» genomen wcrtMat gaat de rykdom van Crsfus , en dc fchatrcn van Midas ver tc boren, (oo gy maar kont fcdig zy n.

Ik weet verfcheidc mannen xtifl grootc naam, welke tragtGdcn,alhoc\vcl hun yts van felver foi^de gcgèvc-n werdcn,allecnig uit ecre met hem wilden leven , om met hem en fyn vrienden familiaar te zyn. Daarom ik wc^ niet op wat wy fe ik u geluk fal melden , die tot fo een gclukraakt j danr nog (claris toe gegeven Wcrt. My dunkt dat bet genoeg is, foo gy niet cnbelecft en zyt,dat gy fo veel aan neemt. En met ccnen fegt hy een klein fommet jen , en dat op hope van verval  : . en dat moet gy ten beften nemen. Gy kont bet nietóntvlieden , daar gy in het net bent. Gy neemt dan den toom,al mompelendeen Hmulerendc, lieri in ^ceerll niet veel tegen gaande  : gy moet dan ligt volgen, om dat hy unietgroorelyx en pcrft, nog verbint, tot gyhcm allcnikens

gewoon wcrt. .. De luiden die dan daar buiten wooncn, die

vcr-




28 F 6


7


O


Huurlingen. 287

vcnvondcrcn haar over u geluk , datfc 11 ficn binnen dc traliën verkceren , cn dat gydaat onbcrdiroomt uit cn ingaat , cn dat i^y t'ccnc- inaal een huis-genoot zyt van Coo vceJ oocdt- >cn cn lekkernicn. Zelfs en kont gy niet fïen, waarom fy u foo geluklo^ agtcn , ten zy dat gy u fclfsbedricgten vciblyd zyt, meinende dat gy ccM boter leven te vcr\var,tcn hebt. Het gcfchictonv-lerti'.iïchen anders als gy hoopte, cn gf^lyk hctfprcek-woort fcgf, het beiert als fisur bitrop dc tap, dVene dag is flegtcr als dc ander. Dan begint gy als tiifichcn ligt cn don- ker te fien dat die  ?,oude koppen > niet anders warenars vergulde flcHcn  : cn datdenaibcid 2\va.irs wrcctjonvrcdclyk en geduurigis.

Maar wiezyn dlc'^fult gy my mifichien vragen. Ik kan't niet fien, fegt hy, wat in dcfc •etneenfchap foo fwaar valt , ik vciHa die gc* wigtige en ondrageIyl<c dingen niet. Hoort d^n, goede man , confiderecrt niet alleen de mogclykheit der fake, maar dclechkheit, fleg- tigheit , cn voornamcntlyk de flanfagtigheir. Denkt cerlJ , dat gy niet en fult Tchyncn een vryge-boor- n te zyn. Gy moet weten , dat gy, uw afkom ftj vrygèboorenheit^f n ouders voor dc Dorpen moet laten , eer gy in 't huis treed. Want de vrygeborenthcit is weigerig met u tc gaan, wanneer gy u tot foo ccn ilcgten cn gc- ringen leven begeeft. Dcrhalven zyt gy een flaaf (alhoewel gy die naam niet gccrne hoort) een flaaf fcg ik , moet ey tegen wil cn dank werden : n'ctccn mans flaaf, maar van vcifclieide MccÜers ; gy zyt gedwongen van

den




28 F 6


i88


L U C I A N I


dcnogtcnttot den avont met een krommen hals fl jafagti" werk te doen , en dat om een kleen gering loon. Ik doe daar nog by , dac gy noit en kilt genoeg doen , nog u Heer be- hagen, gy fwlt van hem weinig gengt werden , om datgy niet van jonx aan gewoon zyt te flavcn, maar dat ahc laat gcleert hebt, en al

te out waart.

Gy fult u dan wel vcrfoejen, als gy u voorig vry leven eens overdenkt , dan wilt gy tcgen- flreven en tegengaan, waar door gy maakt dat u de Havcrny nog motjclykcr valt. Ten zy gy meindc dat u gcnoce was tot een vry le- ven, datgy niet en zyt gcbooren uit Vjfrrhu

Z9pynon  : of dat gy niet door een roeper vcrkogt zvt, gelyk een flaaf in Slthymen.

Als het dan nieuwe maan is, licvc man , flaatey onder dc PyrrhUncn Z9j>yrtonenmct uitgellrcktc handen als dc andere flavcn , dan omfangtpyfoo veel men u dan gccfr: dat i$ dan dc verkoopinge. Want daar is geen roe- per noodie, daar ymantfy neigen roeper is, cn die fig zelfs vry willig al van lange tyd aan ^en Heer geprefcntcert heeft.

Wel aan dan nu gy vlegel , («awom fahk ™k niet «ggen , voarnamentlyk tegen d.c , ^elkë fig volr een Philo(ooph u.tgeett) foo rnigzie-rover « in het varen neemt , ofcen Rrvfruwinflavernien brengt, foo beklaagt wliM, als een kwade fortuine gekregen f/he&fooymamdehandenaanufl«t.

én ^, flavernie verfekert , gy ^ou^v«  u op de ten beroepen; alles verdroeg, gy,




28 F ó


Huurlingen. 289

deed gy 5 en gy foud roepen help Menfchcn', help God. Als gy nu foo lange ty ds om avcï- nig huur gedient hebt , foo is het tyd , al  :s 'c dat gy een flaaf geworden waart, na dc vry- hcittcn agten , n-iCt u deugt en wysheit van fclfs vcrkogt zynde. Niet vrcefcnde alle die dingen die van dien voor trefFcly ken Plato,

^Chryfp^us en ^rijioults getwift-reden: werden : wanneer fy dc vryheit pry fen, en de ilavernien haten : fchaamt gy u nier , als gy cndcr die gekogtc flavcn en pluim-ilrykcrj verkeert , dat men u haar gelyk fal agtcn. Ah gy ria foo een grooten hoop l{pmeinen allcenig met een vreemde mantel verkeert , en als gy kwaat I{ootns en E4r&4r//c/> fpreekt: daaren- boven als gy rumoeragiigc galleryen houd y daar een hoopc volk is , daar fommigc ge-

i meenclyk opgegaart volk zyn? andere weder- om kwaatdoenders. Onder die prylè gy hatc- Jyk  : gy drinkt te veeJ. 's Ogtens, als het klokje luid j word gy opgewekt,dic zoete flaap ondcrwylen uit dc oogen vryvende , loopt gy ook eens boven 9 cn dan eens onder > hec verdroogde flyk hangt u dan nog om dc fchenen, hebt gy dan foo een gebrek van box- booncn, cn wilde moes-kruiden? was*ci«ïnan- gel van kout vlietent foniein- water , dat gy door defpcraatheit daar toe kwaamt  ? dat meinikniet: het is openbaar genoeg, dat gy niet door gebrek van kout water, of box-boo- nen daar toe vervallen zy t i maar om het ban- quet 5 toefpyfencnliefclyk-riekcnde wyncn : daar zyt gy foo graag na als een Snoek, en

N daaroai


290 i. U C I A N I

daarom is met rcgt uw de angel in <ie keel bly ven Itcken.Zoo hebt gy ddft voor tegenwoor- dig die ongercgelthcdcn en weldaden voor keel. Gelyk een Aap diemetfyn halsaan deti boom gebonden is , welke yder een tot een fpot is : gy hebt nu overvloet van lekkernien , daar gy u altyd met vygen kondet mcitcn  : vordersuwvryheiten vrygeborenaart zyt gy mee u vrienden en gebroeders kwyt , mcri denkt daar niet meer om.

Dat was nog te verdragen, foo u leven met defc fchandelykheitgemeenfchap hadde , dac u vaneen vrygeboren een flaaf fchynt tema- ken: en dat tot geen arbeid by en kwam , die met defc vuile flavcrnic overeen kwamen. Ziet eens, of het gene u belaft wert,Iigter is al j 'r gene dat men Uroma of Tïhm belaft , want de gcleertheit (door welkers begeerten hy veinsde dat hy u in fyn familie aannam) agt hy van kleine waardie. Wat gemeenfchap (zegt men) heefteen Ezel met de Lier f Ziet üy nier hoe gedwee zy gemaakt werden, door te grooten begeerte van flomerifche wys- heit , ofdoor te grootc aanficnlykheit van Demoflhenes , of door de groote Platomfchi hoogmocdighcit  ? zoo men uit de luiden haar Iiertchetgout, zilver,endic' ' Vc zorgen, boent, zoo is'er anders niet cvcii^ als hovcr- dy, vrouwagtigheit , dertelheit, brootdron- kenheit > wreetheit , onervarenthcit. En tot diergelyke faken zyt gy niet van noode. Maa» om dat gy een lange baart hebt , van de kinne nccuiangcnde j om dat u aanligt wat vencra-

bcls




28 F 6


• r;


,1


H Ü U R L I N G E N. 291

bels en aanüenlyx fchynt in te houden j cn om dat gy tamclyk met ccn griex mantcltjen gc- klccc zy tj zoo weten zy alle dat gy een Letter- geleerde zy t , of een Redenaar , of een Pliilo- fooph: zoomeinthydan dat het cierlyk is, dat'erfoocen onder fyn gevolg vermengt is. Zoo gcfchiet het dan, dat men meint dat hy in de Griexfe tale ftudccrt , cn fig in alle andere gclecrchedcn ocfFent. Dus lyd het gevaar, goede man 3 dat gy niet gehuurt en zyt om u 'svondcrlyke konftenjdan wel om u baart, cn de rok: 'cis dan betamelyk dat gy altyd by hem gcfien wcrt , datgy noit en manqucert , maar dat gy's ogtens vroeg uit u bedde opftaar, cn u ten toonc fielt , foo dat gy altyd een vaiè man in u order moet wcfen. Vordcrs fal hy aan u fom\yy\ eens de handen /laan , en fal m.et u fpcttcn van 't gene hem dan zoo in den iin vair. tooncnde aldus aan de voorby gaan- de, dat hy op de weg geen tyd laat verloren gaan , om de goede Letteren te loeren. En dat hy de ledige tyd, in het wandelen , in eenige brave dingen foekt tc befteden. Gy armen bloet) moet ondertuffchen, dan eens loopen , dan eens voetje voor voetje , dan eens klim- mend , dan eens dalend , (want gy weet dat de Stad foo is) al voort , zwetende en hygen- de na u adem. Ondertuffchen als hy eea vriend gaat fprcken, foo is'cr dikwyis geen plaatfe voor u om wat te ruften, dan neerat gy een boek al ftaandeinde hant, om dctyd wat te verkorten. Als u dan de nagt overvalt , hongerig cn

N z dorflig




28 F ó


L U C I A N I

dorfligzyndc, ongehavcnt, foo gaat gy bui- tens tyds ten middcrnagt aan tie tafel, foo dat uw woord voor die tyd uit is , want gy dan v^n nicmant hoeft gcficn te werden. Maar fooder weer ymant vreemts komt , moergy terltont agter u Heer fban. Derhalven moet gy elders m een afgefchooven hoek eten , al- iecnig 5 maar een getuigen en een toeficnder zyndc van'c gene opgedifcht wert , en als een hont de bccnen knagen , of foo het gebeuren mag, een verdroogt keesjesbladen blad, daar Het andere ingerolt is ; 'c welk foo het van dc andere, die met u eten, niet gcwilt is , 200 eet gy dat voorklok-fpys.

Hoort nu eens d'andere foort van fmaar. AVel , fooder eens een ei voor u alleen opge- fchaft wierdc? Want het en komt nietaltyd te pafle , dat gy gcduurig zulke fpyfc eet als de gaften  : dat foudc een onbelecftlicit t cn onwetentheit van u wefen. Men zet u ook fulkc vette en fappigc vogels niet voor als men den rykaart doet, maar een half kieken, of een I oude , verdroogde cn onfmakclyke duif, . 'c welk maar fmaat cn gckfcheeren mctu is. . 't Gebeurt al dikmaals dar foo gy eens om fier, dat'cr geen Dienaar is , welke, 't geen op dc: tafel gcfet is , weder afneemt , en wat anders voorfet, cn u in de oor Iuincir_,{cggende , wy houden het met u. Zoodcr een zwanger Ver- ken of een Hert open gcfneden wert , zoo hoorde gy een voorfnydcr te hebben die u op alle manieren gcdlenftig is , maar gy moet te viCïlcn zyn mafooccn deel als Promctheus

aan


=9ï


wat vet over de


H U U R l. I N G E

aan Tupiter gaf , te weten , bonken.

Want die boven u aanfit , js by dc Ichotel , foo lange tot hyder af wal-r , en dan gaaila fccr ras\i neus ves bv : wat vry geboren mcnfch fouw zulx konnen lyden , die maar foo veel pal hadde als het Hert heeft? Dai vergeet ik nog tc feggen , dacr de andere hcttelykc oude wyn' drinken daar gy maar een Hegtc . drabbige krygt. Gy maakt dat gy altyd uit t goude enzilverc bekers drinkt, op dat de koleur geen blyk loude geven van dat gy foo een Hegten en geringen gall waart: 'cGaat dan nog al vry wel , foo gy maar u genoegen kom krygen. Alsgy nu wat te dikwlys eiir, loo wil de dienaar ukwanfuis niet hoorcn. On- derwylezyn daar nog menigerlei dingen die 11 kwellen, jaarcgcne dat gefchiet , gaat u tegen de bord, voornamentlyk als'cr een huurling boven u geplaatft wcvt : hy wert oo.c mccrqc.igtdiedanfenkan lecrcn , of zooder een ^Icxandriner Mannetjen is, die foo wat Jomnife Ihakericn kan bybrengen.

Want hoe meint  ?y die gelyk tc werden , die alle vermaak cn minne-praatjes onder hec maal konnen bybrengen  ? die zakken vol woorden hebben , foo dat men wel denkca kan dat gy elders in een verfchoven hoek van dc tafel fit door fchaamte, alwaar gy zugt, be- fchreijendc u felvcn cn u fortuin , dat d:c u ook niet een weinig aardi^hcits verleent heeft. Dan foud gy Vel willen een Pocec zyn, omminne-hedjcstcdigtcn: of ioodat

N 3 ^^-^


294 L u c I A N I

niet cn kan gefchieden, dat gy ten minftcn die nbelhcit krygt , om die fraaiijcs te konncn liiigcn^die van anderen gedigt zyn.

Nufictgy welwaar dat het in gelegen is, waarom ccn ander boven u geagt wcrt j of gy Wilt liever een toovenaar of een waarfcggec zyn, en dat uit die foort, welke grootc erfdce^ len , regecringen, cn onwaardecrlykcfcliat- ten beloven; alsgyfiet dat zulke luiden van de ryKC bemint, en veel gcckt zyn, cn ook een uit die hoop wilt werden, om nicc vcrwcrpelyken vcrjcht te fchyncn. Die dan indicdin^eri niei leer (aam is, isongelukkig  ; dan f':Ki mompelc gy in u felven , cn verkropt liet al Ihizwygendc , gy huilt by u Iclven da: gy foo min geacht wert.

Zoder dan een klappende knecht is die u aan-

klaagt , dat het gedans van u JufFrou ws kintjc u alleen niet en behaagde , of het Ciiher-fpc- Jen, hier uitloopt gy dan geen klein gevaar, daarom moetgy als een dorltende Kik- vors al roepen , en gy moet het altyd meer pryfen als ccn ander i want al is'tdatfe altemale zwe- gen , moet men maareenigc lof ve rei eren , al meint men het niet eens. Het is ook feer belagchelyk, alsgy al hongerende en dorften- de u met falven beflnecrt , en ccn kroon op u hooft zet : dan gelykt gy wel een Graf- pilaar van een overlang gcftorfcne, welke gcmeen- Jyk die dingen draagt die men de Graf -goden toegewyd hseft. Want al is 'tdat men daar lalvc over uitgiet , en een kroone op zet , eten cn drinken fy nochtans 't geen'er opgedift is.

Zoodcr


H iü U R L I N G E ^^ i95

Zooccr nuyiv.am jaloers zy, en Uy fclK^one —Linderen heeft > otccn ji)M|?e Vrouw » ,eu gy niet t'ucnei\ia*i van yetiHf, .^n de Guiift-liod- dinnen vrccmt zyt ; vaor.waar het is d.in gccii creiii^e faak , tiat gevaar moet met vcron.iclu - Ti.imc wcrdciijwaiat dcJCuiiuiiicn hebbtn vcd ooren en oo^cn , die met alleen ziea dat Vvaar is , maar d.iar wert noch veclryds wai by gc^ iiangen,omdatrcdoorfichtig (ouden fchynen. "Djh die oorfaKC moet gy dan meteen bok- ,^chd hooft neerhangen', gelyk demaniere is 'mdc Peyfiaanfe maaltydeli, vrecfendcdat'er ergens een gelubde- is die (iet,dat gy u oogen op een concubine Haat, die dan een ge (pan- ne boog gereed heeft , om dat gy fiet daton- betamèlyk was, welke onder het drinken a wange doorfchict.

Als nu de maaltyd gedaan is , een weinig gcflapcn hebbende , \vortgy omtrent het Ha- nen gckraai wakker gemaakt : dan fegt gy, och ik ellendige , 6 ongelukkige  ! wat maairyd , wat vrienden heb ik verlaten , ook een geruft leven vol vermaak, ikfliep foo lange ik be- geerde, ik ging eens uit ^VandelenJ in wat een afgront heb ik my nu ter neet geworpen  ? en lieve God, waarom doch i of om watgroote prrrmie? Ik kort immers geen beter Icrcn ge- had hebben als ik doe hadde. Ik wds doe vry , ik decde wat ik begeerde , maar het gaat my nu na het fpresk-^ woorc , want de Leeuiv aan een tomv gebonden z^ynde , mn onderen bo- ven getro\ken. En dat het alderbcklagelyklte is, ik kan niet behagelyx uitrechten, noch


N 4


geen




28 F ó


L U C I A N I

geen gunfle krygcn j om dat ik in die fake on- bedreven cn plomp ben , voornamcntlyk als ik vergeleken wcrdc by de gene, die dat voor ccn komt achten. Ik bcnonvcrmakelyk, en onbekwaam toe maaltyden, omdat ik geen vermaak kan bybrengen.

Vordcrs merk ik dat ik mocjclyk en impor- tuum ben , cn dat meed als ik wat lulbger wil "wefcnalshy. Wantalsik myn aanficnclyk- hcitcnauthoriteitbefchermcn wil, fcl'.yn ik ODvcrmakclyk , cn verfchrikkelyk, datm'cr kindcrsmcdete bed foude j^gen. iii tegen- deel nis ik lag , en myn aanficlu op liet alder- vrolyxt fet , walgt hy van my. £n 't fchy iic my lbodanig toe, gelykals een Tragedi-fpccl- der, wanneer hy een Komedie wil fpclcn. Eindclyk tot wat leven fal ik my begeven , na dat ik nu foo lange voor een ander gcleefc heb? dewylgy ditnuin ufelven fpreckt, luid Iicc Iclokje, dan moet gy weder tot u werk kceren, gy moet gaan cn ftaan, maar met een Cerocn- pleiilervoorudyen en billen , foo gy in dic jlryd wilt vollierdcn , en een prcemie krygen.

Alweer komt dan d'eigcnlle maaltyd , cn uureom te eten, hier hebt gy dan een heel ander manier van leven , heel contrarie als die gy te voorcn had , geen nacht-ruil, zweetcn, moede zyn, welke u allenxkens afmatten , waar uit ccnteeringc , of een long gcz weer , colykj of dic heerlyke podegra voortkomt.

Dic gaat u wakker tegen , als gy wat be- hoordet te leggen, zoo is het niet gcoorlooft > om dat men mcinc dat gy veinft liek tc zyn ,

om


Huurlingen. 197

omfoouwcrk te ontvluchten. Hier uit fiec gydanfoobleikalsecndoode, tot noch toe van die dinj;en die binnen 's huis gefchicden: zoo men nu eens moet buiten 'slands rcifcn: om ondcrtuiïchen geen andere ongemakken te verhalen, is het fomtyds regenig weer , cn foo gy wat te late komt , (want die plaatfc komt u toe) foo wacht gy de wagen, dai'cr i JïffA byna geen plaats meer is , dan fcrten fy u naafl de Kok of dc Kamenier, met een weinig ftroo bedenkt. Ik wil u ook nocli verhalen 't gene my dien Stolfchen Tbefmopolus vertelde , da: hem gebeurt was , een laak voorwaar al te bc- lagchelyk,die nodirans een yder kan overko- men. Want hyhadde grootc gemeen fchap meteen (èsr ryk cnteeder vrouw-men(ch,van devoornaamlle in de Siad. Als hyfomwyls uit de Stad reisde, (want dat itont hem aldcr- belagchelykft feide hy) zoo nam f/ met defèn Phüofooph ceo Huurling op de wagen , mcc b:pikte bcenen , cn een gcfchooren bnart: welk, fy (fooikgilTc) ter cercn mede nam; hyfeideook dat dcfcn Huurling Cheüdouiits gcnaamt was. Hoe hem dat ccrd aaallont , kont gy wel danken , dat maft foo ouden , gryfen cn aanllcnlykcnman(gy weet wcl wat Jangen, aanficnelykcn baart dat Thefrao-


lieve lupUtY niet na een ChtUdon, d u is, cc.'ï Sivditi9 geleek , maar eer na een Q ur- vogel,. ^Ydktrs pluimen u'-r^n '^:i?.'-r ';Ct-.^kkcn zyn.




28 F ó


L U C I A N I

Zoo hy niet grootelyx gebeden had > foii hy meteen Ouijcr ophec hooft gelèten hebben. Vordershadhy opdiereife antetbjre nioc/e- lykhcden uitgeftaan, als hy onderwylcn fon:» enfaapte (ten zy wanneer hy hem wat be- dwong) op dz karrc , alwaar hy oo^< wel dan- fte. Ten tweeden, leide hy dat hem fulx was geboden.

Dit vrouw-menfch riep hem , fcggende ThefmopoUy de Goden zegenen u , ik fou wel wat groots op u vcrfoekcn/t welk gy nicc en moet weigeren : en wacht ook niet tot i!c weder fal vragen. Endat(rooikmein) fultgy mybeloovcn  : ditbidik,fegtzy , dewyl ikfic dat gy een vroom en een lieftallig man zyt , neemt dat bontje, A//rr/?m<t genocmt , eens uit de wagen, en bewaart dat voor my, draagt zorge voor dat het gean gebrek en lyd. Wanc dit beesjen heeft jongen , en fal haart wer- pen. Want die fchelmachtige en ongehoorfi- me knechts , ik feg niet van defe, enacli- ten my niet fccr veel in het reifen. Daaro n fait gymy geen kleine weldaad gedaan heb- ben ° foo gy op myn lief en vermakely k honc- jen wat acht wilt nemen.

Thefmopolis die nam het aan , dewyl- s'cr hem foo om bad , en daar byn i om fchrei- de. Vordcrs wasser een fpcktakcl , datal tc belagchelyk was, het bontje keek uit fyn man- rel , '^en (ag foo eens van onder fyn baart ; on- dcrtufTchèn pitten het eens , falhoewcl Thef- mofjolis meindc dit hy daar al goede forg voor droeg) en blafte foiiuyts met ccn teer ftcm-

metiv:


S


Hl




28 F ó


Huurlingen. 299

met je (want die hontlcr)es werden veel ge- acht) het likte fomwyls den Philofooph fyn ^vangcn en fyn baart eens , voornamentlyk "wanncerder wat van de fop van gilteren in \Yasblyv'en hangen.

Defc Huurfing fat daar by, en fprakfoo eenige ongefoute Nvoorden over de maaicyd tegen de géne die dwr by waren 5 op 'c laatitc begon hy ook van Thefmopolm te fprc!;en ,dit cenc kan ik vmThefmo^oltis feggen , fegt hy , dat hy ons van een Stoifch Philofoo|ih , een C^n/c/ii (dat is , een honts Philofooph) ge* worden is  ; ondertufFchcn hoorde ik dat het hontjen fyn jongen iA de mantel van Thefmo- ƒ o/i<f geworpen had.

Met fuik een verr^ " ^'^ Men zy, (of om bCi- ter tc feggen) met i.k... imaat en gekfcheer- Üericn trakteren zy de gene die by haar wo©- nen,alfpo maken (y die allenxkens tam , om fuiken fmaat te dragen.

Ik ken ook een Orateur van Carcharen , welke geboden wns om over het Avontmaal een har.ïnge te doen, 'r gene hy f^er geleerde* Jyk dede cnwierde van al de drinkebroers gepretcn,dat hy,nict enfprakbyde water-loo- pcr, maar by hcele kannen wyns , en dat dcdc ny, fegt men, om vyfen veertig guldens. D4t was noch eenigfints dragelyk. Maar foo hy fclfseen Rykaart , Pocet , of Hillori-fchryvcr gewecrt waar , die vermaak hadde fvn eigen khriften over de maalty d te berde te brengen : dan wert gy meeft geplaagt en getemreert , Wvint htt \s noodig dat gy nieuwe manierea

3Sl 6 van




28 F ó


^OD L U C I A N I

^an vsrwondcringc, prydngc cn na de niond- . pracingc verfint. Sommige willen door hare forme wondcrlyk fchyncn. Dcfcmoet men <ian ^donidasjW dan fJ/acinthot noemen, al- hoewel haar neus ecnelle open gaaptjen fo gy die nieten prylt , wertgy na de Scccnhoiiwcri vmDionyJius gebracht,als of gy hem beny d en lagen gelegt liad,en hem y ts k waits gundcZy moeten wyzenen redenaars hebben. Zo fy yts bocrfch gefegt hebben , fegt men dadclyk dat is een ^l<i^ en HymttiiTt wclfp reken thcir , cn maken dat tot een wer, op dat dc mcnfchcn foo mogen fpreken. 't Gene dc mans leggen , wertnoch wel over het hooft geficn : maar dc Vrouwtjes (want de Vrouwen leggen fig'daar ook op uit,dat fy cenigc Geleerde mogen huu- rcn om aan haar tafel te zyn , en haar met geit aanlokken) welke menen dat zulx ook tot haar flatic en pronkerien dient, foo zy gefegt wer- den geleert,of Hef hebfters der natuurlyke difi- scn te zyn j of fofcfchoone gedichten konnen Blaken , die de Gedichten van S^ph* nieten ^vyken: hierom liebben fy geern gehuurde Re- denaars, Lettcr-kundigc , cn Philofoplicn. JDvrfcfynzy gewoon tchoorcn, ('cwelk fec^r belagchelykis) opdietyd, als zy het hooft palieren, of het hair vereieren, ot op de maal- tyd, want anders hebben fy geen tyd.

OndcrtulIchera^sdePhilofooph zoo wat crnltig praat , komt de meit dikwyjs by haar met een brief van haar Boel; defe deftige man, ^vcrt dan in fyn reden gefteurt, cn moet foo lan^e wachten toe dat zy de Boel wcoVrom




28 F ó


Huurlingen. 301

gcfclircvcn heefc » welke daa om tc hoorcn komr.

Als het nu eens tegen de S*turniz^e cn r<- txéithenxke lioog-tydcn gaat, wcrt u een fleclic klcedjcn , of ccn half vciQctca fakjcn vereert, wanneer fy aldermeeft bthoordcn te geven. Als ymaiit hoort dat de Heer zulx in den Cnx hccfc tc doen , loopt Iiy rds heen om te boot- fchappen, waar door hy ccn goede ftuivcr van boden- broot krygt. 's Morgens vroeg komen- dcruzukwcl een half vvfcn twintig bood- fchappcn : een yder vertelt u dan wac grootc dingen de Heer u belooft heeft , hoe dat gjr hem daar over aanftond , en het bekwaamiic rade. Dan moet gy haar ten minften een penninkje langen, cn zoo gy niet genoeg en geeft , zoo pruttelen zy in haar fel ven als een pot vol gort. Haar folaris moet ten minllcn ccn fchelling of twee zyn: anders foud gy een gierigaart fchynen. Ais gy dat fomwyis doet > flrcelt gy voorccrft u Mcefter , cn dan bekoort gy de gunfte van den Hof-mccftcr; dit is ook een foort van fiavernic. Zyn raadsman moet men ook niet met de nek aan- fica, noch (y 11 vritn J Zoo gy nu yts krygt , moctgy Jat deSnyerjdc Medicyn,ofclcKoiis- veifóofdcr dank wytcn. Hier door krygt gy Li'.iccntydingc en onnutte procmien  : vorders

n grootc nvt. Dan foo Icgtmcn u Ingen om
.'*.ui te brengen , voornamentlyk by luiden

UiC «a-irn hoorcn , dat men wat van u weet tc x:cgki?n , cn dat ais hy fict dat gy door arbeid 1 C'^' i"Vn')fr z'. t , dat gy mank gaat , en onge- il 7* hoorfaam




28 F ó


5^1 L U C I A N I

hoorfaam zyt om yts tc dosn, want gy menig- nuals met het Podegra belemmert zyt.

Als hy dan, 't geen in uuitmuntcnt was , afgcfloofc , en 'c beft van u leven afg^mergclt heeft, en u manteltje verflcten is, dan foekt hy duifent middelen om u elders in een mis- hoop te verdoen , en in u plaats een beter te krygeq. Hier fegt hy dat gy fyn kintjen ge- dreigt hebt, of dat gy fyn Vroiiws meit bekro- pen hebt, of defe of gene andere misdaad. Dan floot men u 's nagts de deur voor de kop, daar gaat gy dan verlaten van een ydcr, van alles gebrek hebbende, die voortrcffelyke Podegra hy u ouderdom dragende  : ondcrtulfchcn 'tgene gy tc rooren wift , hebt gy na verloop van foo veelc tyd verleert , u buik hebt gy wy- dcr gemaakt als een koorn-fak , hier fit gyder tot de hals toe in , en daar is geen uitkomft. Ondcrwylen de keet wil hebben datfe ge- woon is , fooze dat niet krygt , houd zy lig kwalyk. Ook wil niemant u daarna weder innemen , want gy zyt tc outrgelyk de Paar- den die men dan aan den dyk zend , welkers huid niemant begeert.

Als gy nu buitens huis zyt, heeft het aan- dragen ' eenige v/aarfchynelykheit , men noemt uw dan een Hoere-jager , ofdeToo- venaar, of yts anders» Want de befchuldiger en de zwyger wcrt gelooft: gy die een GriekjC bent, zyt ligt van manieren , en tot alle fchel- mcrien zeer li^t genegen. Zoo achten zy ons alle , en dat liict ten onrechtcn. My dunkt dat ik de oor/aak al gemerkt heb, waar- om




28 F 6


Huurlingen. jöj

omfyonsfuk n.igeven. Want die foo in de familien aangenomen uerden5\villen ordina- iSLOovercn of waarfeggen, van huwelykcn of van vyanden : en dit doende, feggen zy ge- lecrttczyn, omhangen met een mantel en een zwaarmoedigen baart: hier door komt het dat fy die opinie van de andere ook heb- bes, wannecrze dte de voornaamfte fchyncn , dusdanig bevinden  : voornamentlyk als fc merken , dat fy in de maaltyden en haar om- megang foo pluim rtry kende zyn , en hoe dienllbaarfyzyn omeenig gewin. Dcfe dan vcr\verpendc,hatcn zy:en dat niet ten onrech- te : want fy met lyf en ziel in de weer zyn, om haar tot dc gront toe uit te rojen , foofc maar konden. Want fy vree (ên > dat alle hare ver- borgene manieren van leven in 't openbaar foudcn komen , dewvl fy alles zeer nauw we- ten, en haar naakt gefien hebben. Defc faken dan beangrtigt haar.

Zy fchynen alle \vel fchoon opgemaakte Boeken, die in purpere vellen bekleet, en in

  • t midden verguit zyn  : vorders is'cr binnen

een Thyefles die fyn kinderen eet, of Oedlpns die by haar Moeders man is ondergekropcn , oïTereus, die beide fyn Sufters beOaapt.Alfbo zyn die deftige en aanfienelyke: zoo dat onder dat purper verfcheide Tragediën fchuilen : welker , zoo gyfc doorleeft , zoo (al het u een fccr lange fabel van Enripides of van Sophodcs fchyncn , cn van buiten enkel purper en gour. Hier door overtuigt zynde, haten zy haar, en K'g^cn haar lagen , om dat (y ook van haar af- gaande)


^«4 L U C I A N 1

gaande , en die haar tc degen kennende , met regt weten af tc malen, hoedanig fy zvn.

Nu fal ik na hec exjmpel van Cebes ccn voorbeelt van dat leven affchildercn , op dat , wanneer gy dat gcGcn fult hebben > gy weien zult , of het u nut zy fuiken leven aan te gaan. Ikwenftc wel dat ik dc Schilder ^/'/»€f/<'f , Parrhjiftuty^^hion ot Ettphranor hier aadd?, om fulx af te beelden. Maar wyl fulx niet gefchicden kan , om fooccn dcftigcn en vol- maakten konftcnaar te krygen, fal ik maar «en (Iccht beeltje na myn vcrllant ontwerpen. Schildert dan een hoog en verguit voorhuis , cn dat niet op de aarde , maar om hoog en op cencn fpicfen heuvel  : en dat heel moejclyk om op te komen , fser iiyi cn glad , gclyk als die gene , welke mcinen dat fy op de hoogte van een rotfe gekomen zyn , en foo zy eens flruilcelen,van boven neder vallen,en den hals breken. Laat dan binnen in de rykdom fitrcn, t^cenemnal (foohctfchym) vangout , cnd.u op fyn fchoonll en minnelykft. Laat'er dan cindclyk een vrijer komen, en tot de deur genaken , en fig verwonderen , op het gout "fiende : laat hem dan de hoope feer fchoon van aanfien cnmet verfcheidc kolcurcn ge- kleed, by de hand binnen leiden, feer wonder- lyk verhaalt zyndc over de ingang. Doet dan de hope van die tyd af voor hem gaan, cn leiden  : dan moeten anders Vrouwen hem o:nhelfcn,nlsdG W/Z^c/V, fia v crny , cn hem pan den arbeh overgeven. D.fc levert hem, a.i n afg^-raat , fiek zynde, cn halfgcllorven

OKl




28 F 6


Huurlingen. 305

om den oucierdom , over. Eindclylc brengt fm£:itht\t hem tot wanhope: cn op dietyd VÜL-gt de hope v;cg cn vcrdwy nt. Dan gaat hy ~ict meer door dac goude voorhuis , daar hy ingekomen was , maar hy wcrt achter ergens door een poorrjennakt , met een grootc buik blcc!< cn our, uitgedreven : met dc ünkcrhanc (yn fdnaauc bedekkend: , en met dc rcclitcr- hant fy n fdven vcr^vorgcnd^^ Dan komt hem ieverf;ecfsrchrcicni-*d'e fchaamtt tegen, cn doet "dien ellen ii^^en blocc een dubb.ldc dootaan. Dit is dan het eind van die fchil- dcric.

Vorders gy Tirtioclts , goede man , over- weegt het eens van rtukjctot beetje , ot het 11 T.'el behagen foiide , dat gyin dcfe fchilderic door een goudc deur foud ingaan , en door fuiken fchandclyken poorte fond uitgcbosnc "ivcrden. Doet war oy doet , gedenkt wat die wyzeman feide: dat het Gods fchnlt niet en i( . mA.tr Htigen,


L u c I A N I Verantivoordingy

YoQï (Je gcac uic om geit dienen.

D:t is een vcrant^jjoord'm^e^ van hef voorige [luk 5 Huurlingen genaamt , 'm <v:clke hy fig vcm^tfchuldigt , dat hy out geiL'or" den z.ynde , fig in de familie va?i den Kei- JW 7C7'rjen heeft p 0^ conditie om iu

gypten




28 F ó


1<^6 ■ } I Ver ant'u^oor ding y

gyptcn vüor Agent te ageren. Hy toont het groote onderfcheit tujfchen die geiie y

  • vjelke haar in een ryke familie geven , en

tujfchen die , 'v:clke onder een:g Prins een bedienijtge hebben , als Lucianus felfi ge--! heeft.

I K heb al lange by my H-lven gedacht, 6 dcf' tige Salfinus, umc u in den fin isgcfchootcn , als gy myn boekjen voor de Huurhngen hii , en wat gy daar al van gcfcgt hebr ; want ik weet dat gy in'cleefcn u van lagchen niet cn hebtkonnen houden. Maar van yder punt dat gy gelefen hebt, zoek ik ii genoeg tc doen. Dacirom , foo ik niet tc (eer heb Iccrcn waar- fcggcn, dunkt mycfat ik u al hoor byufclvcti mompelen : wat kacrel is dat, die dit gefchre- ven heeft , cn met foo grooten befchuldirige tegen het hoofle leven raaskalt , daar na alks vergetend'?, en Cyn rokj:n omhangen Je, geeft fïchvry willig in zoo een openbaren en aan- fïenelyken flaverni  ? Wat MidiSj wat Cnfus oiPaSioliis heeft foo een man van (yn voor- nemen konnen afbrengen , dat hy foo een foeten vryhcit , daar hy van joncx aan in was opgevoci, foo vcrfmaat  ? daar hy nu niet verre van ^acHs is , ja met fyn ecne been in *c graf gaat, nochtans geeft fich onder een vreemt gebied,mct dan hier, dan daar,te trekken, even of hem een gouden kraag om den hals ge- bonden was, gelyk als de ha!s- ketenen en kralen van de ryke luiden haar hals af hangen:

'defc




28 F ó


voor die gene die om geit dienen, 307

dcfe manier vnn leven ver.rchecit veel van u ^hrificn: 't is heel na't fprcek-woort , dat dc ■vieren maar om hoog toevloejen, d'order der PKatuurc omgckcert wei t , cn dat alks verer- gert ; en dat niet lieve lupiter om T-I elena tc behagen, noch om die dingen die tcTroyen gcfch'ieczyn  : maar dat dc woorden die eerft welgefcgt fchenen , nu van den Authcurfcl- ve omgeltooten werden.

DiiYchynt gy danby u fclven gefcgt te heb- ben , hctYalmilIchiennocn u noch my ver- drieten fulkcnrnadbygebracht te hebben, cn dat niet buiten fpoors of onlicflyk , maar vriendely k , als aan een goct cn wy s man be- taamt. Dcrhal ven foo ik u pcrfoon , die ik nu fpccl , wel getroffen heb, Tullen wy zeer wel gedaan hebben , en hier over Hd ik M eremus offeren, die PreHdentisvan dc welfprckent- heit. 't Geen ik nu achtervolg  : foo ik dat wel koom te mikken , moet gy my daarin te gc- moec komen, 't Is dan tyd, dar, gelyk met een ongL'fteltToonecl ,en veranderde Speelders> felFs uitroep, en my u, tot behoud , te hakken geeft , cn foo het nootfiikelyk is, ook tc bran- den. Bereir gy ondcrvvylcn genecs-middclcn, maakt dat cy ook een naait met een brant-yfec hebt. Nii myn goede Sabinus , ccn beurte van fpreken verkregen hebbende , begint met my te handelen: ecrtyds was u boekje met reg: in groote waarde, en gelyk fommige dat hoor- den, wierde ons dus vertelt, om dat het in grootceftimc was, men (ag hctgcduurig m de handen van de Geleerde. Èn 't was geen won- der




28 F ó


3 j8 L U c I A N 1 /- <:, ani \^Qordi7ii ,

der. D.U bchalvcn ile geur van uwe woorJcn g'jcn fcluilc hebben , cn de vcrtcllingc ver- fchciden isjis'crccn wonderlykc ondervin Jin- gc van 2.ikcn : 't gccfc een fccr p/ootc nnngc- naamheit, dat gy niet alleen aard'g gcfchrcven hebr, maar ook fecr klaar. Het is vooralle fcer nuttig, eens Jcels voordo Geleerde , op datze haar niet licht in navcrnicbcj^evcn.

Maarwyl u voorn-rinen foo verandertii, op fyn hoofj wilt leven, de vryheic adieu zegr, cn u dat vcersjc voorwent, dar al te flanfjchti;^ cn te onwaardig voor een genereus gcmoct dxAY u'injle h , moet men tegen natuurlyl\fla. •

  • ven. Zicttocdatu niemant en beluiitcrt als

gy dat Boekje lult Icfcn: ja gy moet neciflig tocdcn, dat gy niemant u fchriftcn laat leien «  die u regen w'oordig Icvca kent.'r Was nu wel hoognoodig, dat gy van Mercarms AmbafTa- dcur derondcraartfe Gecrtcn, door beloften z lagt re biddcti , dat hy alle, die te vooren van dic Üoekjcn gelioort hebben , met wat vcrge- t nt fontein- wa:er wd befproejcn. anders l«)u u gebeuren ,'t gene men verhaalt van een I^or'.ntizje fabtl van BeUerophon Want dic Icnreef tot fyn eigen verderf j a'foo maakt gy ook een Bock. Wat m.y aangaat, i* fic niet hoe gy uop een behoorlykc wyzc regens u be- rd'.ukhgcrs fult houden, voornamentlyk fo zy hairafticmct fpotternien wilt larderen; wan- neer zvu'.ve fchriftcn, en dcvrygeboorcn aart dic fy hebben , komen te pryfen > en u, die de Schry ver zyt, fien Haven , en vry willig dat jok opu hals haalt. Zy fullcn dan niet kwalyk

doen,




28 F ó


voor de geve die omgeh die7ie7t. 3c 9

docnjdjt fy dat boel; een niidcr,(iie gcnerciifcr z is, tocCchry vcn,en dat gy als een kwakkel met y. ccn anders pluimen pronkt: of fo het uwezy, dat uwe faak is volgens het oordeel van Sak' f/j//j,als hy een Ih cnge wet tegen de overfpeel- ders van (XcCrosoniaten gemaakt haddcjcn daar over van een ydcr verwondert w ierr, bevond - men een weinig daar na dat hy met fyn Broers Vrouw boelecpde. Daarom (al hy niet kwalyk fcggen, foo hy u dien Salethus noemt, ten zy men mogt by brengen , dat fyn daat lydely ker >vas , om dat hy het (gelyk hy felfs bekende) dcdcjdoor liefde ingenomen zyndcialvvillenf, cn niets tcgenftrcvcnde, is hy in het vuur gc- fprongen:alhoewcl de CrotonUten over hem erbermdcnicn fo hy't bcgccrdc,\vildcn fy hem pardonneren. Maar uwe faak is wel duifent- maal crgcr,die fodanigen leven, met uitgege- ven Boeken fo accuraat hebt agtervolgt, en gy bcfchuldigtfcgrootelyx, zoo ymant fich ten dienit van een ander begceftj en fyn fclven als met touwen laat binden , daar gy fcer uitvaart tegen dc doende en lydende. Maar gy die tot de uiterflc ouderdom gekomen zyt, cn vcrly dc dorpel van fJ omerus gegaan , hebt foo ccn flpclucn en geringen foort van flaverny uiigc- kofcn , waar over gy niet fcer glorieert. Dcr- halvcn die u kwaat toe wilden feggcn , fo veel «^'^ §y treffelykcr fcheent,dat gy nu foo veel te belagchelykerichynt : welkers leven met u fchriften flrydcn. Wat hoeft men een nieuwe befchulding tegen u uit te vinden,na die loffe- lykeTragcdiCjNYelke Ccgtjuat gy die tpyft man




28 F ó


310 LuciANi Ver antij^ooY ding -i

nUl , </ie \yn r^lfs niet ir>ijs en is  ? cn meer nn- dcrc dingen zy nder dic uwe befcliuldigers tc- gens u uit konnen braken. Want andere ful- Icn u de Tragedi-fpeclders gelyk maken , van \vcikc een yder is oï^gamemnonoi Creony of ook wei Hercules fchs: foo zy buiten het Toonecl zyn , v orden zy VöUs of^ripodem mus. Want fy zyn alleen gehuurden om Tragediën te fpelen: en die werden dan foo als liCt den ficnder goetdunkr, verworpen of uit- geboentjonderruflchen werden ook fommige met geeüclcn geflagen.

Andere willen feggen dat het u gegaan is als den Aap , welke men fegt dnt Cleopatra , die grootc Koninginnc van j^gjften, haddc. Defen Aap was op alderlei danlen wel gcleert; alshy nu langen tyd eenige aardige kourtoifc dansjes gedaan had , daar de fienders fich over verwondert hadden , houdende hem onderwylen deftig , en op het Liet en de Cy- thcr wel gepjft hebbende, Het hy daar van verre eenige vygen en neuten, by geval, leggen , zyn danfen verlatende , en de dans- kleedcren uit haaft verfcheurcnde , feidc dat fpel goeden dag , gevende fich tot de vygen en neuten. Alfoo zyt gy ook geen Comedi- fpeelder, maar felfs Autheur van defe frajighe- den , gelyk een wet-maker , toonende het le- ven van een ander, als een neut, cngyfclfs maakt u tot een Aap , want gy maar met het opperlte van u lippen een Philofooph zyt.

Gy vreeft de onderaartfe poorten niet , 'i i$ anders inu hert, alsgymetdetongcfpreekt:

zoo


Z'oor degene die om geit dieven, 3 1 1

zoo dat niemant ten onrechte vnn 11 knn (eg- gen , dat het geen gy fchryft cn pryft , dat die f; maar u lippen hebben bcfproeit , maar het .0 vcrhcmehc vnn u mont droog gelaten htb- 3 ben. Daarom hebt gy tcrftont dcHrnfFc tot . 3 een wrcckftcrgevoclt, gy die ccrft met een {< opgcblafen ftoutigheit tegen de mcnfchclyke ji noot-dwangcn aangingt , cn kort daar na  » zweert gy uwe vryhcit, als met Stads roepers , )i af. Niifcliynthetu dat ^drajiea achter u , u ruggc rtnat 3 cn u, over die dingen daar gy om )f befchuldigt wert, uitlacht: ^vant dewyl fy een C Goddinne is, heeft fy te voorcn wel geweten 9 .1 dat gy u voornemen (oud veranderen, cnin gelyken foort van leven vervallen; gy hoordet ccrl} in u eigen boefcm gcfpogcn tc hebben , cergy andere bcfchuldigdet , diegcnoot(aakc worden, uit kwadcfojtuine fulx te doen. Dat nu eens ymant by exempel /lelde, datdien JEfchmefy na dat hy die groorc Oratie gedaan hadde,daar hy Timarchus mede befchuld-gdc, tot het cigcnfte rchclm-(^uk vervallen , cn by gevolg het felfdc recht onderworpen was: lieven Heer , hoe roue?cnde omdandcrshicr om gclagt hebben 5 dat hy Timrebus , wiens jonge jaren het toe tegevcn waren, foo heftig had tegen gegaan, en hy die een (tok out man was, fich in 't felfdc kwaat gelteken had  ?

Gy zyt ook dien Apotheker gclyk , welke, wanneerhy een middel tegen den hoefl wilde verkoopcn , feide , dat h) fe op (lannde voet wilde helpen : de (ickte ondcrtuffchen ge- voelde 3 dathyziel-kwalcbchid. -Alfoo(aI

ymanc


"1




28 F 6


jii LuciANi Vera?ii'v:oordi?t2 ,

voorwerpen , voornamcnrlyk in defc vol op- gediltc Itoffe, die de tegcnpartycn duifcni gc- Icgcnthcdcn gecfc. V orders foo denk ik by niynfclfs, hoe dat ik my by u fal fchoon ma- ken. Zal het dan beft zyn, dat ik fal feggcn , myn fclvcn in fuiken kwaat al willens en we- tens geileken te hebben, fal ik my op de ruggc laten geeffelen , of fal ik my met die gcmccne cxkuis behelpen , dat ik die fortuinc cn het nood-lot niet cn kon ontgaan  ?

Onderwylcn mach ik om vergifFenifle bid- den j des tcrcdclykcr zal dan myn fake zyn: zy weten wel dat niet alles in onfe Jiandcn is , \vant wy werden van de grooteGoddcIykheir, te weten, de fortuin en het nood lot , daar toe gedwongen , zoo dat het ons ter wcrelt geen fchuit te wyten is , wy mogen foo vee feggcn cn doen als wy willen. Maar dcfc cxku is lal te gering voor ii wefen,ik faPer (alhoewel jk u ccngoct vriend ben) niet me deur konncn , ^ al was 't dat ik Homtrus toi myn voorfpraat haddc, cn fyne verfen fong : i\ mantitaan^ttn-hang ^an het nood-lct^tnj<iL ontgaan. Alsook: Tarca hetft van smoe- den ly f aan een draat gegeven.

Derhalvendcfe reden verwerpende , ïal ik danditfeogcn , dathetmynict cn i$ gedaan geweeft uit ccnige hope, of om geit , cn daar- om my in die flavcrnic wilde gcvcn,maar aycr de voorfichtighcit , kloekheii cngroothcrtig- heit van die Prins verwondert zyn de, en daar- om by hen wilde ^vcfen  : zoo vrees ik dat by kct voorige crimcn, ook ccn foort van P uim^


1




28 F ó


vêor die gene die om geït dienen, 515

flTykcric zoude bykomen, cn alfoo een kleine fout mcr een grootc foude bedekken, want dc pluimfirykeric is het alderflaafnchtigftc van al die fouten, cn daarom werthctaldcrflimfïe geacht. Wat raad dan, als ik ncch dit , nocTi dat kan voorwenden, is'cr dan overig tc be- kennen dat'er niets gocts voor ons fou orcrig zyn tc feggcn , ^'vaar mede >vy onfc fouten fouden konnen bedekken  ? zoo hebben tvy noch een anker over , dat \sy noit ent hebben neer gelaten, te tveten/fcerbarmenif- fe van onfe ouderdom en fiektc ; van gelykcn moeten wy de armoede bcfchuldigen * wcikc om die te ontvluchten, is dcmcnfch gc- nootfaakt't een of 't ander te doen ofte lyden- 'tSalnictonrcdelyk zyn datmen Aiides van Surlptdis hier tot huipe roept, welke hier ko- f mende , fal die verfen tot myn voordeel u op- ! fingcn. Jkmttv$9rftl\er dathtsgtneik<loef /yWi/y/I^ is , madr de armoede giat tegen dc i drvangvdn^t gemoet AM, Wie kent dat veer;- 1 jen van rfofo^wi/ ook niet , alhoevvel ik nic- I mnnt citeer; dat hetvoor gun fout tn \dt$ gerth^nt mrdtrty Xoo ymMntin*tdiepfi$-i ah ! de vAn ttn rotf t bêvtn neder Jf ringt, em dê \ laft van dt armndi tt ontvlmhten»

Dit is 'c dan dat ymanc m dcfe (ake kan tê fccrde brengen , alhoewel hy in die fake geeft goct Comcdiant en is. Maar gy hevc vricnt wat'my aangaat > weeft goeis mocrs , want ik hoef toe myn verdcdinge zulke uitvluchten niet tc vcrfinncn. Ik geloof niet , dat foo gtootsn hwgcr dic van ^r^u fou dwiu-

O §cii




28 F 6


^T4 LuciANi Veranfaoord'miy gcii konncn, ora in bcdenkinge tc nemen, oin het uicficholdc ^liuhUn tc bcznien : alfoo ful- Icnwy ookNVclccnbskwamc excufatic kon- ncn uitïinJen, om als het foo verre kwam, dat >vv zulke fchuil-hoekcn niet en hoefden tc focken: maar confidereer eens, wat grootc onderfdheidderis tulfchen ymant die in een rykc famihc aangenomen wetr, en daar aldcr- l^i (lavcrnicn ly I , gely k als daar mynboexken vanfpreckt: ofdatmcnin pubhque d.cnften voor 't gemcenc is , cn op fyn n^anhaft.gft dc LkenvanIantbeftiert,enopdienaamfa^^^^^^^

van den overftcnVclt-heer ontfangt , over

^ftdatccnstcdegenvanftuktotftuk^^^^^^

zult dc faak bevinden volgens he fpreck- ^voorl vande Muficyns, het vcrfchcelt foo veel

Defcmec foortcn van leven hebben mccj alken omhctlant gccalangeert ,


'Vêor die genedte om geit dienenl 3 1 5

Commandantfchappen zouden hareauthori- teic verhelèn : een Prefident van foo groorcn Natie , noch Direacur in een Stad , noch O- vcrlbn dcrKrygj-machten , noch deVeit- overflcn der heiren , fouden dan yts gocts fchyncn te doen,' om datfe voornlJe dcfc dienften gek genieten. Men hoort door dc naam van loon niet al Je goederen uit te roe- jen, noch die loon ontfangen,niet alle op een ieeft tcrcho&jen. Ikfcidedaar niet datfe alle huurlingen waren van foo een ellcndigen le- ven, maar die onder de naam van gelcerthcic in dc ry ken haar familien dienen j over defc cri barmdeik als overfeer ellendige bloets

Maar onle bedieninge is wel duifcntmaal bcter,en in alle manieren daar afverfchelend^. ' Aihoeweldie dingen die tot de huishoudirice -nood ig zyn, wy die met haar gemeen hebben, maar in het publyk zyn wy deelachtig aan hej Opper-gebicd , en wy bedienen de Provincie» niet denKoning.Ik hebfelfs,zoogy u wel be- denkt , geen klein gedeelte van het ^gypJ

-bied Ik behoorlyke tribuit, ik maak rcgi/fcrs van t geen gedaan en gcfcgt is , ik ovcfweec: defakenvandietwift hebben. En datdebc? fluiten van dc Prins feer accuraat en openbaar- Jyk, met groote trouwe onderhoudeJ), en het volk overgegeven werden tot een 0cuwi4

mfettinge Dankrygtmengeengemeenlooif

enlJ'^'"' •• ■

klei n en gering , maar het wert met heeJe ta-

lemcntoege^^lc.  ;^adcfen, zoodefe zaken

^ * wel




28 F ó


ii6 LuciAKi Verantwoordinsy wel e«n, zoo is'er hope , die fekct niet te ver- fmafen i< . dat gy uitged.ent hebbende, Gou- verneur wcrt over eenige Provincie, ot gy hebt ceniae andere Koninldyke bedieningc.

Dan tracht men in die vryhcit van fprcken wat verder te gaan  : en'tcrimendaargydik- wyU onmatig roede overtuigt zy t . ovctvloe- Z tegen te gaan. Dat durf .k >vel feggen.dat nkmfnt ytf om niet doet . alwaar liet de Stftevande waerelt : de 1'rinsfelfskrygt ook fvn geit. Ik zeg hier niet de tributen , cn tollendiliaatlvx van d'Ondcrdanen moeten | LetaaU werden: maar de Prins heeft een I i«d «footè loon, zoohy van debsroemdegepre- | vH fen wert; 'zyn naam van yder een vermaart; j . tn hy door &n wldadigheit aU een t Codungebeden wert. Vorders deBeelden, .  : , TempeUenAluren,env»atfemcervandier-f .. ,

telvken foort van de Onderdanen krygen , i;^!!,pI.at.vanloon,endacvoordeforgeen

kikommernifle daar zy het ^cfle ^ede befehermen . en alles geduur ig verbetc- 1 ^.En om kleine by het gtoote te vcrgelyken, ( aoo ey van voorcn aan begin:, als van het op- oerftc van een hoopte nemen , en van ydet j;,p neerdalende/ fult gy fie" da. ^vy m Iroote cn kleinte alleen v^f'*?" "«.f j| tJpperüc : Vordciï foo zyn wy alle Huuriin- 1 1|

^'rerhalven foo ik dattot een vr" g=Mf* hadJe , moeft niewantyts doen, «  f 'o" met recht van onbillykhcitaiogenbefchuldigt Sn. ZOO di. in geen hoek vaa  »y»Jg- « 


1


.....']

c..| t

..ll tl

n'.'


  • V09r di€gs?ie die o?ft geit dief/en. 3 1 7

gcfcgt is , ca een goet m.nn behoort elders in bclig  :e zyn: wie kan fynwerk beter bcilc- <!cn , dan dat h y fyn vrienden zoekt te vordc- rcn,on een preiivc geeft in 't aanfien van allen, met wat getroiiwighcit of neerftighcit , en cindelyk met wat een gocthcrtigheit hy fvn bevolc zaak foekciiit te voeren; dat het versjcn van MomttHs oecn plaats en krygt , 'cis ttn onnutte aard \lomp. Maar myn party c be- hoort te denken, dat als my laflercn , datzc met geen wy fc te doen hebben, (zooder maar ymant de naam waardig is) maar met een uit de borgerie, die een middelmatige naam heeft in de oefFeningc der Letteren  ; en niet die in d'opperftc deugt, dat alleen voor de gtoo- tcn is', dusdanig afgercch t z y .

Alhoewel ik my over die naam bekom- mer, want ik , lieve God , nicmam ge- sproken heb , die te recht een wy fc mocht noemt werden. Ik kan over u niet verwon - deren, dat gy dat leven ten kwaatl^cn op neemt, daar iktevooren indatfclfde cfimeu fbk, en niet bekeven wierd», daar ik niet Ton- der grootc winfèc te voorcn in 'tpublyk dc Ciken verhandelt heb. Op welke tyd gy Vrankry k doorrciil hebbende , tot het ^elTcht van den wcllelyken Oceaan vcrtrokt, foo k waamt gy by geval by ons,al$ ik bv de g*win- roekcndc redenaars myn plaatfe had Dit is 't dan goede vriend, daar ik u mede kan tcgea gaan, ikhcbhec, onder du ifent befighedcn zynde,gefchrevcn,beantwoorthct  : hierficc gy 4at ik nic: van d«  minfte ben, foo onfe zaak

O 3 do9t




28 F 6


3i8 L U C I A N I

doorugoeten ryp vonnis voor goct gekcurt \Yert. ' Wat andere aangaat, die ons alle bc- fi:huldigen,foo is my genoeg het fprcck-woort Hiffoci'dts vraagt'er wtinig na.


L u c I i\ I

De Tyrans vermoordinge.

Ttnant vngop het Kaft eel om dcTyran om te hrengen , doch hy vo'it hein niet : maar hy vermoorde fyn Soon, en liet de degen in de <aonde fteken. De Tyran komende , tn pende dat fyn Soone doet "xas, bracht fxh filven om hals met de felfde degen. Defen nu die op het Kafleel 'was , en des Tyrans S003 omgebracht hadde, begeert een prxmie als een Tyran vermoor der,

VV Aarde Regters, dc wyl ik twee Tyrannen opcenendig om hals gebracht heb, d'cenc vin kloeken ouderdom, en d'ander m c fleur- tie van fyn leven, die bekwaam was iuccedeur tezynomallefchelm-ftukkcn uit te rechten: ikkoomdcrhalveneenpr(Emieei(rchen in de plaats van twee, want ik alleen defcTyran ver- inoorders , foo boos als fy geweeft zyn , met eenc wond twee booswichten aan een kantgebracht heb,de Soon met hetfweert,en de Vader door de groote liefde tot fyn Soon. Den Tyran heeft dan voor 't gene hy wel uit -


!

i

I


ÉÊÊt 'ÊÊk




28 F ó


Tyfans 'vemoordivge. ^19

[gerechtheeft, ftraf genoeg geleden  : \vclkc ,kvcns-lyf> gcfien heeft j dat fynSaon voor «icm geltorvcn was , en dat- aldernieuw.'t is ,

dat hy gedwongen is gc wee il fyn zelfs om tc

brengen.

De Soon is door myn handen omgcko n\Qn^ cndootzynde, hecfchy een voet gegeven toe d;; andere moort, wanthy by fyn leven fyn I Vader een mede- helper was van alle fchclm- I Hukken , en na fyn doot is hy noch oorfiak geweelt van Vader-moordcrie. Ik ben dan de , . gene die den Tyran heb omgebracht , ch my- j nen degen daar alles mede uitgerecht is: al- hoewel ik de order van de düotllag verandert 1 heb , cn de wyfe en maniere van booswichten

Idoüttcflaan, vernieuwt heb : want die de ftcrkftc wasj en fich kon dtfendercn , heb ik omgebracht, den ouden nian voorde degen allee» bewarende. Plicrom foo mcinde ïk van u wat meer te vcrkrygcn , cn zoo veel pra?mien tckrygcn als'er omgekomen waren : wantik u niet alleen verlolt heb var>het tc- ] gcnwoordigekwaat , maar ook voor vrcefe van toekomende. Ik heb een vry Rcpublyk gemaakt, niets nalatende, dat fyn hoorns tot cenig fchelm-flukfal opftckcn. Myn dingen foo manhaftig uitgerecht hebbende , wort ik noch beknibbelt cn van myn loon half be* rooft, ik alleen en fal geen loon hebben, die myn wetten gehouden heb. Maar dic myn te- gen fprccktjdoct dit niet tot yver van het befte als hy voorwent , maar dat hy fcer qualyk acemtdat dic omeebracht zyn.en w! wreken

Q 4 die




28 F 6


O^iO L U C I A N I

<lie oorfaak ran haar doot gewccft 2f, Cy dan Rechters, hoort my ccn weinig, als ik de kwade daden, (dicgyhwel kent) van denTyran Tal verhalen. Hier door fult gy myne weldaat kennen begrypcn, cngyfulc daar fclfs behagen in krygen, overdenkende van wat voor een pak gy vcrlott zyt. Want -vvy haddcn'er geen een, gelyk andere volke- ren gcmeenlyk hebben, noch geen een fla- rernic , wy verdroegen geen rtctcigheit van cencHccr: Maar wy alleen moellcn het ge- ^vclt van twee Tyranncn dragen , foo dat wy dubbelt ongclukki?, waren. Poch d oude liun was W.U fachtcr, en trager totioorn , cn riindcr wcllullig-, want de ouderdom toomde dehefcigheit wat, cn bedwong de begeerlykc -ivclluften. Want hy wierde tegen wil cn dank tot alle fchelm-ftukken van dc Soon aan- geraden , zelfs was hy foo Ty ranachtig niet , alleenlyk dat hy hem gchoorfaamd?. Men fou het nau wlyx gcloovcn , foo onifag hy fyn Soon: 't welk hy in defc Taak getoont hecFt, hy was fyn doen en laten. Door geNvelt dedc hy wat de Soon gebood, hy örafte die hy bc- pcerdcfoodathy hemoveralin opvolgde. ^ Summa, dc Soon maakte den Vader tot een Tvran ; cn de Vader was een Trau want van des Soons begeerlykheden. Alhoewel dc ion- peling fyn Vader d'ecre liet van tc regceren,(o fvas hy niet te min het hoofc van de Tyranme, cn alhoewel hy befchermingc en hulpe van hem leerde, om macht te maken , fo*hadde hy aUccn vrucht van defc fchclmcncn. Hy


I


I




28 F ó


washcc <Jie Lyf-trauwantcn en wachten had j Üie do^dc welke tyrannic wilden bcdryven  » hy , die de ver/picdingen vreesde. Hy was het ilie dc Jongelingen lubde , die de trouwe ver- krak. Voor hem wierdcn jonge Maagden ge- bracht. Zoodcr eenige dootflagen , baiinme-- menten • gelc-rooverien , aanbrengingen, fmaathedcngelchicdcn, alle dcfc dingen ge- fchiedcn door brooddronkenheit van de/è jongeling  : de oude man volgde hem onder- wylen al op,en was fyn leidsman in alle fchel- mericn j en approbecrde dc kwada bedryvcn van fynSoon.

Dswy 1 defc faak nu voor ons niet te verdra- gen was, want defedrifccn nemen noch door macht van het Hyk toe , cn daB is haar geen fchelmeri te groot : dan was dat ook te vrdcn, dat wy zagen zulx een eeuwige flaverni voor ons to 2yn, cn dat die door fucccflïè foudc overerven. Want dit maakt een ander geen kleine hope , als zy dit by nialkandcren over- leggen en verhalen : of hy fal wel haart ge- dwongen werden , of tcrrtont h\ hy rterven , een weinig daar na Tullen wy weder vry wer- den : maar van dit alles was dc minfte hoo^ niet te wachten, maar wy fchecncn beter cc» erfgenaam van dcfc tyrannic te verwachten.

Hier door quam het dar niemant van dc klockftcBorgcrs het hcgt in dc hand durrtc nemen , als ik : maar de vryheit wicrde van yiicr een ge- wanhoopt , n Is of men de(c ryran- piep niet cn koad-j overliumen , cm datm'cr '00 veel mo'^ii t onderbrengen. xVIaar hier


0 5


h.Tdl




28 F ó


L U C I A N I

liaii^tcr wcrclt «een vrees voor, gcM ge- Jachten had ik om dwt moejelykhcit m te Hen. Maarikgingalleenaan, alleen^z^gik, tegen foo fterken et. ftrengen Tyran : of l.=v=r „ietalleen, maarmetmyn degen: want d,o heeft my gch.lpcn.en heeft voor cc - kc d-Tvranmetmyvermoort, als on ... .y cn d»diotmvvOot dc oogen was: ondcrttilka «tcrtrariedenkende; dochtik dat ikdoor Shecgantfche volk foudein vry.ghe.t br ngen. Als?k dan door dc Itomtn was , en met gtoote moeite de y t-gar

  • e™ nXgew=erthadde: ttaand-. dootd.e

mv teoe^ ftond,cn't geen myvoor<,aam,sveg do-nde zoo kwam ik tot het hoottvan de ftak fclf ,totd'=enise tokte des Tyrans , to KSn van alle onfe vcrdrj^^mg.: en ,oor de borftwcennse ^,n het Ka^^^

fnfA-vTn toen doo ik hem met ver- fhtd' In"  ;n! Hier was doe den Tyran omglacht: l""hadikd= = daat„,tgcrecht , Vjridic tvd af waren wy alle inv.yiicit„e 12 al e-nlyk den ouden man noch overig

üiooc \v^i>  » .^^„fr A\e^ ""n rterke macht lyfi„uwanto«rooft . ^ do.iïnU bv myn fclfs ,




28 F ó


Tyrans vermoor dwge.

zoo een trcfFclykc Jongelinx-moort gedooc wertjfoofoude hy d'ecrfte dootflag ontecren. ^J)aar moet een beul voor hem opgcfochc Sverden; maar na de fmaat , mach hy die niet tot gewin hebben. Laat hem tocfic4i , Iaat hem gepynigt werden-, laat l^cm de degen grypen : hem beveel ik de rcft. Dit dan by myn felven ovcrpeinCende, gnvi ik daar vandaan  : en hy heeft begaan, 'c geen ik wel tcyoorengefpelthad: denTyran is om hals .geraakt, cn heeft een einde van myn Schouw- ip.'I gemaakt.

.. Ziet, ikboodfchappe u:I: uw eigen volk- 'heerfchingjcndat gy alle gocts moctszyt,cn voortaan in vryhcit leeft. Geniet nu myn weldaat , het Kaftcel is nu leedig van fchclm- achtigc mcnfchen.Daaris nicmantdie rcgcc;rr. Mcn'kan nu Magiilraars-perfoonen maken,, xechrs-zaken plegen ) en volgens de wetten pleiten. Dit hebt gy 1. alles door my gekre- gen, en dat door myn manhaftighcit , fc we- ien, uitdieeenedootQag, nadatdcVndcr niet langer leven en kon. Zoo acht ik billyk , d u gyl. my voormyne kloeke daden een rc- dclykepfGcmic geeft: niet om dat ikgclrgie- rio;, of vrekkig ben , cn weldaden wil voor het Vaderlant doen om loon: maar om dat myn d.idcn door een gefchenk foudcn voor gost jzckcurt werden, cn nietfmadelyk cn ongcagt i foudcn heen gaan. Maar defcn fprcekt het te- gen , cn acht het een onredelykc [aak te zyn , Am ik daar ccngcfchenkfouuc voor genieten.

DatikgccnTyran-doottligcr Gii loude zyn,

O 6' cn.




28 F ó


LuciaNi

cfi niets na de wetten uitgerecht hebbe, en dat Ik geen recht heb om een gcfchcnk tc eiOchen. Ik vraag hem dat eens, Avat begeert gy meer vanmy? Hcbiknietgewih > ben ik met op lictKafteelgeweeft? heb ik hem met omge- bracht? heb ik de vryhcic niet gekocht? rc- oeert'ernuwolymam? dreigt'er wel y mant? IS my wel ymant ontvlucht? dat komgy met feogen, \vant alles is in tuft en vrede, alle wttcn fynherftclt , daar is een openbare vry- heit , cn een beftandige volk-regceringc , ongefchondenhouwelyken, veilige kinderen, d«  Maagden fyn fonder gevaar : de Stad toont blydlchap over het gcmeene geluk.

AVic is Autheur hier van? wie heeft haar ge- boot? zooder ymant voor my die eerc waardig is . zal ik afftaan van een gcfchcnk. Zoo ik nu alleen dit alles heb uitgerechr, my verilou- tcndc , in gevaar des levens ilcllende , op '«Kalteel gaande, dootQaande, pynigcrjdc, d'ccnmet d'ander wrekende, waarom lallert py dan myne plichten? waarom maakt gy dan 2atheivolktegcnmynietfeergunlbg is> gy

hebt denTyran niet gedoot de .^I bieden, al wieeenTyrandootfiaat, dat die mtt gcfchenkan fal vereert werden. Maar fegtmy, is'erwat aan gelegen of gy hem fe - ven doot i of datgybem oorfaak gcct: tot dc Joot> watmyaangaat^ikfoudedaar wcin.g enderfchcit in vinden: maar de ^v^;^»^aU•r heeft alleen gcficn op de vry hert , v ol k- rcgcc- rinoe cn ombrcngingc van fulke (chcunen. hcd: hy di :  ?orc  :o£ V.cfchei^ti^.cfi heek


ccn proemie waardig gciclit. Gy kont niet Idochcncn dat ik fulx ocdaan hc6. Wanneer ik hem dan gcdoot heb, kon de(ên niet leven : ik heb de dootflag gedaan , maar «iet fy n cigcii hand. Daarom en difputecrt niet over de ma- nier van de neerlaag: of hoe hy is omgeko- men , maar of hy omgekomen is , en of zulx door m.) n bcftier gefchiet is : *t fchynt dar gy daaraan twyfFelt , endiarom de weldocnders van het R<?pub!yk wilc Ia(lcren: wat, Coo ymant het niet met een degen , maar met een hout, ftccn, ofanderiaftrument hem gedood had  ? wat , by aldien ik den Tyran uitgehon- gert hadde, en foo had laten fterven : fond gy dan ook gehairkloofc hebben, of hy door myn doen omgekomen was  ? of lou daartoe noch yts ontbreken , om de wet te voldoen: of moeft ik dien fchelm noch wrcedcr doot «angedian hebben  ? fiet, onderfockt, en over- pcinftditecnealleenlyk: wie van de fchuldi- ge is'cr over^ wat vreefc is*er  ? of wat voetftap- pcn van ramp f als nu alles in ruft en vrede i?, zooishctachterklapperic^ dat men de manier voor een gcd me zaak CA lafteren, en van pret- mie vcrfteken , 'c welk zulke toekoomt die dat door loff iyke deugden verdient hebben- Weet dat in de wetten gefproken wert (ot ikmocödoor langduurige flavernie verbeten hebben, Au Vr gclèat wert) dar d oorfaak van dc doot tweederlei is: zoo ymant zelfs door [laat : of lbo  !iy het fclfs nieren doet metei^ea handen , maar I\ecfc daar toe aanicidinge ge- geven: dat defc met alle tegt cnrcdtn^ n*.(*t

O 7 ccn-




28 F 6


L XJ C I A N I


ccnderlci doot moet geftraf t werden. Hy fcgt dan niet dat de feit minder is als hetbeftaan , cn dat het daarna overvloet iS ) de manier van het dootflaan te onderfoeken.

Welke foodanigen neerlaag gedaan heetc , fült gy ftraffen als een Menfchen-moorder, cn gèenfins vryfpreken. My , die nu op d ei- gende wyfe het Republyk geholpen heb , Aveigertgy te geven , 'c gene my toekoomt. Gy kont niet fe?gen dat ik onvoorfichtelyk gedaan heb , cn dat defen uitdag by geval ge- fchiet isAVat foude ik meer vrcefcn, wanneer ikdefterkfte omgebracht heb? waarom liet ik de degen in de wont ftekcn , foo ik met te voorcn 'geweten had, dat fulx zoude gebeiirt hebben  ? om , gy mocht dat zeggen , dat , die gcdootis, oeènTyranen\ijas, cn hem dic naam niettoe en kwam , en dat gy lieden om f/ndoot niet veel gefchenks wildet gegeven hebben. M.iar dat kont gy niet fcgg^n. Zult i^y daarom (die oorfaak gegeven heeft om den Tyi-n om te brengen) gefchenken wcMgeren? «curicushcit! hier dwersdryft gy . hoe hy omgekomen is , daar gy onderwylen in vry- lieic'leeft > Ik weet niet wat gv noch meer van hem begecrt,die u wederom herftelt heeft m cenvolk-rcgeeringe? M-wde wet, volgens u feegen, fiet op het hooft-punt van de gedane zaakf maar  »t gene daar toe nod:g IS, laat ny varen, en is niet verder curieus.

Wat? indien ymant denTyran eens verbe- ven had, fou hy niet de prcrmie gCKregen eb- ben, van dat hy ccnTv-n dooi geOag^n h. ƒ




28 F ó


I


Tyrans\ vsrmoordingcl 3 zj

^ Vhy rouAeEmecregtgekregca hebben: om 'dit hy in plaats van (iavernic , vryhcit gekre- gen had. Maar geen ik gedaan hob, was geen uitbannen , ioo dateer geen vrcefe is dat

  • 0€Tyran weder mocht herftelt werden: maar

het houd t'eencmaal op, en is tot de wortel toe uitgehakt . En overlegt eens, bid ik, van 't be- gin tot het einde , of 'cr wel yts is nagelaten, ■ van *c gene tot de wetten behoort, en of^cc noch yts aan my manqueert , belangende de ombrcngingc. Vooreerft moeft'er een kloeke onvcrtniagdegecft zynjdiehctgemecne befte liefheeft, en daar voor nieten fchroomt fich zei ven in gevaar des levens te ftellen, die door fyn eigen doot gewillig is'het Rcpublyk te be- houden. Is dit niet alles in my geweeft? was ik wel flaphertig  ? die ik wi Ite door wat peri- culen ik moe ft heen byten, heb ik door traag- hcit wel eens gefchroomt  ? dat kont gy fekcc niet zeggen.

Oordeelt eenc, of men niet en foude eewilc hebben , d u fulx gefchieden foude. En denkt dat ikallecn uit herten gront een proemie be- geer , ais een die dat door fyn wcldaat ver- dient hcefc. Zoo nu de macht by rayn wille niet geweeft en was, maar een ander voor my den Tyran doot geflagen had  : fegt my, fou het niet abfurd en buiten billikhcit ge- weeü hebben , dat men een proemie gegeven had? gcendns. Zoo ik (eide, Borgcrs, ik wil , ik'hcb voorgenomen , ik heb aangcvaart> ik hcbeenproef-ftuk van myn wil gegeven, ik

l^en alleen waardig een prormie te krygen:

wat




28 F ó


i3


U C I A


watCbuJ gy din geamwoort hebben? miar nu fcgik dat niet, maarik doe daar b/, ik heb op 'f ICiftccl gewccthik heb my in gevaar gcftelc, on ik hsb duifentderlei din;^cn gedaan , eer ik den Jongeling omgebracht heb. Mcint niet dat die zoo lichten zaak is , door dc wachten heen tc komen, de Garde te ovcrrompclcn,cn dat een man der fo veel zal ombrengen. Want dat is het grootite en zwaarftc om een Tyran te vermoorden. En dan is dc Tyran geen groote zaak : maar die » welke hem bewaren cn omringen zoo y mant die wcett'ovcrwcN digen,foo vak hem al  !ict andere toe.

Ik foudc noit tot de Tyran gekomen zyn gewecll, fooik fyn wjchien en Ivf-garden niet cn had vcrmecdert. I k do. daarnoch nu:t by : maar ik vertoef in defe wat. Ik heb de wadn overweldigt , de trauwantcn heb ik t'ondcrgcbracht, d-n Tyran heb ik ontwapent en ontbloot van fvn wacht. Dit. ^rdun hebbende, ben ik noch^eeneerc waard»g? w?lt gy noch de dootflag van my hebben? zoa gy daar na fockt , zoo is d ieder .1!. Ik b.n moc •nbcbloet,ik heb dc dooid-ig gedaan,dic zeer oroot en ftreng was, te weten den Ja.'igelmg j door welke hy van alle verraat bevryd was, op wolke hy alleen vertrouwde, dic hem ah Iccniöo veel was als mcnichtc van trauwan» ten. Ben ik dan noch die proemie niet waar- dig? fal ik dan noch van myn eer ontbloot wxrden? wat by aldicn ikeen trauwant, ot raaar cenDienaar van den Tyran omoebracnt haddc? oi indien het een wclgcficne Uvat

tvas ï




28 F ó


was ^' fou het niet al ccn ftout bcftaan gcwccft hebbcn,miadcn in het Kaftccl tc komen , la 'c midden van dc wapenen , een van dc bmi- liaarttc derTyrans om tc brengen > conlidc- rccrt nu eens wie het zy,dic onigebragt is.Het was dc Soon van dcTyranjofüevcr een wrec- dt-r Tyr.m, ccn onverdragclykcr Heer , harder in het nraffrn , heftiger tot fmaat : en dat b^t meelU- is, dc Erfgenaam en SuccelTcur ran al- len , door welke onfcramp noch wel lange kondc gcduiirt hebben. Wilt gy dat defcn Tyran noch leefde, cndathy het ontvlucht was? zoo cifch ik uit haren naam een proemic. "Wat ll'gt gy- lieden? zult gy 't niet geven? vreesde gy lieden hem met? was hy niet een feermo;']elyk cn onverdragelyk Heer  ? vor- dcrs overweegt het principaal ftc punt van dc fake eens. 't Gene hy van my begeert, dat heb ik feer fraaitjes gedaan , en den Ty ran me: ecu vreemde nederlaag gedoot, niet enkelyk, nog met eens wonde, 't welk voor hem te wcn- fchcn was, tc weten , wiens hert van foo veel fchelm-itukken knaagde: maar als ik hem tc vooren met grootc pyne had gcpyn'g' > \ geen hyaldcrmccd minde, cllendelyk voor (yn vocteh neerleggende, getoont had,tc we- ten, fy n Soon, die in 'tfleurtK' van fyn leven was , welk ccn fchelm nochtans waar , van goede jaren, fyn Vader gely k zy ndc,mct bloei en etter vervult , dit fyn dc wonden van dic Vader, dat zyn de degens van een ware Tyrah o:ubrengingc , dat is ctn waardige doot vooi wrecdcTyranncn, dcfs wrcckingc is tot ftraf

van




28 F ó


2^0 L U C I A N I

van foo veel fchclmcrien. Want foo haaftig tc flcrvenjcn om te komen , enfoocen fpclcta- kel niic te ficn, dat is geen itraf d e een Tyran •waardig is. Want ikwift het wel, goede man, JA ik wift het ^'el, fcg ik, en dat foo wel alsymanr, hoe lief hyfynSoon hadjfooJanig, dat als dic geftorven was, hy goet docht , dac hy niet een uur in \ l  ;vcn hoefde te blyven.

Ik geloof niet d u alle Vaders zoo een gcnc- gcntlicit tot hare kinderen hebben : maar dcf^ iiadde boven d'andcre foo yts, en d.it niet ten onrcchtcn , want liy fag dat hy d'ecnigc was > die deTyranniefoudc aanhouden > enfich in allcgevnar voor fyn Vader ftelJe , en het bc- fcherm van het Ryk was. Was het dan niet uit litfde^fo wift ik wel dat hy fulx foude doen uit dcfpcraatheit : niet eens denkende langer tc'svcn, fyn  !yf.-^ard? miflfende. Wam ik maakte dit dc vreefc, pyne, dcfperatic, nngfl 8cc. hem met heele benden omringden. d3c hulpc heb ik tegen hem gebruikt , en Iiem tot d\z laatfte rants pleginge gebraclit. Dcrhalven ishy fondcr kinderen geitorven , gepynigt, fchreijcnde en weenende. Hy heeft rouw gedragen , niet een langduurigc , mnar dic voor een Vader groot genoeg was. Einde- lyk/cgeen alderbitterft was, foo heeft hy hem zei ven gedoot : welke foort van doot , alder- cUendigft isjcn veel wreedcr is dan of die door een ander gcfchicde.

Waar is myn degen  ?. kent ymant anders hem  ? wier hy wel van een ander gedragen  ? wie heeft hem op'c Kallecl gebracht  ? wc

hcctc




28 F 6


Tyrans v^emoordinge . 3 3 1

Iieefc hem voor den Tyran gebruikt? wie heetc dietothcmgefondcn? odegen! gy die een deelachtige fuccerteurzyt van myn deftige da- den : nafoo veel gevaar ,na foo veel dootflagen Avcrden wy veracht , en werden geen proemic Avaardig geoordeelt; want indien ik uit de naam van myn degen een proemie cifte : fo ik alfo zcide,R?gtcrs,dL'nTyran,doc hy ftervcn wilde, en op die tyd fich ontwapent fig , zoo heeft dcfe myne degen hem gdicnt , en heefc hnlpegeweeft voor het gantfe volk vanvry- heit. Gy behoorde dan te overleggen dat die een proemic waardig was. Weet gy het u Heer geen dank over foo een algemeen gcluk^ hebt gy myn degen wel gefchreven onder de geene die veel voor het gemeenc belt gedaan heb- ben? is hy wel onder dc heilige gedenk- teikc- nen fgcwyd  ? eert gy-lieden hem niet n.i&ft de Goden  ? overdenkt eens , of het niet waarfcbynelyk is dat denTyran fulx gedaan- heeften gcfproken, eer hy iich ombracht.

Als di Jongeling van my omgebracht , cn met veel wonden doorRo\-cn wierde , en dat in die deelen die (lenely'dt waren , om hem meer tepynigcn, die hem gegencreert hadde, enhemtencerllen aanfien verfchrikte. Hy riep feererbarmelyk, fyn Vader biddende,niet om hulpe of byftant , want die een out man was en zwak : maar dat hy een ficndcr fou zyn van huis-kruis. Want ik vertrok onderwylcn, die Autheur van dc heeleTragedie was , voor den Speelder het doode lichaam latende, het het Toonccl, den degen j en al 'c geen tot het

fpel




28 F ó


L ü e I A N I

fpel behoorde. Hy nu by fyn ccnigc Soo'n Aaande , daar noch wac leven in was > in fyn bloed gewcntelt , nicc wyd-gapcndc wonden die doodclyk waren > zoo riep hy luids-kecls op dcfe wyzc  : lieve Soon , wy fyn om hals > \vy fyn gedoot, en als Tyranncn gckcelc. Waar is de flachter  ? voor wie bewaart hy my ? voor wie hathymy over  ? die nu al lang om u gcliorvcnb^n: of hy moet myals een dit outis,vcrfm.iden ,en wil my meteen langfa- me iiraffc vertcercn, daarom ftcli hy myn door foo lange uit. Dit ge/prokcn hebbende 3 facht hy na de degen. "Want hy was fclfs on- gcwapent , om dat hy in alles op fyn Sooa vertrouwde. Die was daar al prefest, en daar toe lang bereid en daar gelaten. De degen dan uit fyn Soons wonde rukkende, zeidc hy I gy hebt my al lange gedoot , gy degen, Buakt nu een einde van myn kwaat. Komt , gy trooft voor een rouwdragende Vader, helpt een oude en ongelukkige hont, fteckc hem dt kecle af, doot den Tyran , en bevryd hem van droef heit , och of ik in u gevallen^ cn voor u ecrft geftorven was.

Ik foude wel gellorvcn hebben , maar al- Iccnlyk als een Tyran , geloovende nochtans dat ik een foude nalaten dio het wreken foude. Nu llcrf ik , berooft van kinderen, ja als een die geen flachter iiecft. Dit fei^gendc , door- ftik hy fich al bevende , cn niet machtig ge- noeg. Hy wilde wjl , maar hst manqueerde aan krachten. Wat ftraff-n zyn dita!  ? wac wonden  ? wat pree mie l cindclyk gy hebt een

lan«c


IV Tl


i


O N T K R V 1 N G E. )3}

hngcaootgeficn, ccn werk Yoonvaar van groot bcftaan. En I)icr by den ouden man, en beider bloed bycen gtloopcn. Dcfc dj£;cn fyn een overwinnende flachtinge van de vry- bcit , door myn degen uitgewerkt. Maar dc <!egcn fclfs in  »t midden van dc beide , toonen- dcdat hy fyn Heer wel gedient heeft , en fccr trouw gc weeft is. Zoo dat van my fclfs gc- fchict was , fou het van minder cftimc zyn. Nn is het des tc deftiger, door nicuwigheit ran de zaak. Ik ben dan die den Ty ran gcdooc heb. V orders het bedry f is in vcrfchcidenc gc- dcelt, gclyk men in dcComedien gewoon is. Ik heb't ecrft deel gefpcelt , de Soon de twee- de, cindelykdcTvran r.elfs de derden i want - dc degen hceftfc alle gedient.


L U C I A N I

ONTERVING E.

Djjt ivas cenperfoofty 'welke van fynerfgoet verfleken ivas , i^ie de kon ft der Medky nen oeffi7tde.Ondcr*c)yle7t k'wam fyvVadtr een onfnm'igheit door fektete krygeny en van de andere MeMcyns lerïatev zynde^ foogevas hy hem ireder door ten feker mid- del'^ 'usaar door hy ^der in de familie aangenomon^wierde» Daarna kreeg de St)f' moeder defelve pekte van êufmntg- hcit^ die hem ook bevolen ^nt U gent' Jèw r n;aar vscrt 'Uicdci onterft*




28 F ó


L leve Rechters , cii: ^yug.cn nieuwe nog I ver\yonderlyke dingen , die myn Vader in te- genwoordigheit doer, noch 't is de ccrlte maal niei dat hy nch daar over toornt. Maar die > ^vct heeft liy vctrdig, en is gewoon tot de ' rechts-zakcte komen. Maar dit is my een nieuvrc ramp , al is 't dat'er geen crimcn begaan is , waar mede ik kan bctigt werden , gevaar lydende 5 gcftraft te werden om myne kon 11 9 ten zy ik alles kan uitwerken , 't geen hymygebiet. Is dat niet feerabfurd? Laat ik genefen volgens dc regels ^ cnnadc konft, maar niet na het believen van myn Vader. Ik wenfte wel dat de Medicyns zoodanigen middel hadden , om ook myn Vaders onrcde- iyke gramfchap te genefen.

De onfinnighcit is wel gencfen , maar fyn gramfchap betert als fuur bier op den tap : 't welk wonderlyk is , tegen al d'andere is hy welgcfint, tcgcnsmyraaflhy alleen. Nadat ik hem van die fiekte genefen heb. Gy-hcden fietnuwelwatgenees-lpon ik daar af kryg > daar ik wederom van hem onterft werde  » en op nieuw van de familie ontvreeffit werd^jals ofik maar voor een korten ty d aangenomen was, ommy mctgrooter verachting daar uit te boenen. , m r

lïi 't seen ik doen kon , vracht ik foo lange niet tot dat myn Vader het gebied , gelyk ik onlangs tioch kwam om te gcnefem met eens geroepen zynde, maarals dc faak is fonder hope, zeo wil ik daar niet by komen.Daarom


O N T E R V I N G E. 335

derfde ik om defc Vrouw veel minder beftaan, i cn dac met reden. Want ik overdoclit wat T myn Vader my doen foudc , zoo de Taak niet )j gelukte, daarhy my nu onterft, lerwy lik niet i eens tot de kurc gekomen was. Het doet my "•s zeer, lieve Rechters, overmynStyf-moeders "li fiekte,want fy was een ccrlykc cn vrome Hoof. '3 En over myn Vader die fich over haar fickte 'p quelt, cn meelt om myncntWMl, omdatik ■d hem kwanluis niet wilde gekoorfamcn , cn dat ik niet konde doen 't geen hy gebood 5 eensdeels om de grootheit derfiekte, ander- > ) deels om de fwakheit der konll. Ik reken het -•k feker niet billik, dat ik daarom onterft werde , en niet aangenomen werde , om 'dat 'ik fulx niet doen en kan. Men kan dan nu licht afme- ten om wat oorlaak hy my in 'tceril onterft heeft. Alhoewel ik daar van génoeg na Ifct ovcrlyden geantwoortheb. Wat aangaat defe die uitgeftorven is, fal ik na myn vermogeh antwoorden , wanneer ik u: I.* eerlt wai van myneftand fal uitgclegt hebben. Ik, dicon- gefcggelyk , ongchoorfaam was, en myn Va- der ontecrde,doende dingen die myn geflachc niet en betaamde , zoo fprak ik myn Vader te- gen , die fonder reden tegen my fchreeude én baarde  : uit het huis gaande, achteikhet my een groöt oordcel , 'en een ware keur- ftera ^ dat ik na dat leven, verre van myn Vaders ge- duurige IhafFe afwoonde j en myn oefïendc in feer ccrlyke fiudien, en met de deftigftc mannen dagelyx gemeenfchap had. Ik ver- moede al dicrgelyx van te voren, dat myn Va-


L U C I A N I

dcrwannccrhy niet wel by finnen was, op my fonder oorlake Toude vcrtoornon , en my talfchciyk zoude befchuldigen.

Daar waicnder ook al die die defe fiektc Toorfpcldcn : en dat alle py Icn en dreigemen- ten een weinig daar na op my fouden rallen , tc weten haat fonder oorfaak,liardc manieren, vcerdigc fchimp-woordcn , wreede vonnif- fcn, roepen, toorn , fumma heele potten met gal: my dacht dan bcfl te zy n,dat ik in de Mc- dicyne ging (tuderen. Retfende dan , foo heb ik my overal met de beiic Mcdicyns gemeen gemaakt, leerende met grooten arbeit en y ver defelvekonlè. Daar na i'huis komende, foo bevond ik dat myn Vader een grootcrafcrnie had, welke van al deMedicynsdier plaaifc verlaten was , die de fiekte niet diep genoeg in en fagcn , cn ook niet wel oordeelden, ]Jc ondertuflchen als een eerlykeSoon be- taamde , met eens herdenkende op de voongc ontcrvinge , of op wederaanncminge. XVant aaar was niet dat ik hem eigemlyk locrekcn- dc, maar alle die fondenw aren vrccmt. Ge- lykikteröontfeidcjvan fyn fiekte. perhal - ven geroepen zy nde, zo heb ik hem met haaf- tio ocnefen. Dat is onfc manier niet, noch dat fidScd de konlt niet , maar wy moeten obfcr- Vercn of de fiekte genecfiyk is , of met, en offc buiten de palen van de konft gaat. Als de fiek- te dan i$ dat wy behoorlyke gcneej middelen konncn gebruiken , vaerden wy die aan , cn dan doen wy ons beft om hem wat hek te houden. Wanneet ile fiektc tc bcUig is, en


li




28 F ó


iio


O N T E R V I N G E. 3^7

te ver gekomen Joo ftckcn \\y lUar t'cenc- ,..aal geen handen nan,cn dnc na ccn fee r oude ivet,die \vy van d'cctftc ocfFcnaarsdcfcs kunlt Jicbben : welke fcggcn dat men geen ficktc !3ioct aanvaarden r die d'ovcrhant genomen viiceft.

Doe ik f^g dac omtrent myn Vader noch pc , cn liet kwaac noch niet te fecr in- _j,cwikkck was ,elk punt te degen overwegen- • dc : zoo Ikldc ik my in *t werk, cn ik gaf hem ter goeder trouw een Medicament. Zommigc vaii die daar by waren hadden het tufpeót ,

myngenees-middellaftcrende 
en waren be-

reid my voorrecht tc roepen. Daar was ook

, . myn Sty f-moeder by,angllig en wanhopende,

! niet tot haat van my, maar datfc vreesde , wc-

tcndc dat hy fcer ziek was. Want zy alleen

» wi{lvanaIlcs,airooryfamiliaar met hem wns. Uk nochtans niet vrccfcndc (wantikwift wei

dat dc teikenen my niet en foudcn bedriegen ,

cndc konü nictbedricgclyk was} gingonbc- \ , fchroomt dc kurc aan, acht gevende op de be- ikwamc tyd. Alhoewel der eenigc vrienden

waren , die my raat gaven niet te betrouwen ,

! opdat, foodezaakminuktc^mygrooterlaÜc- ringcfoudcvcroorfakcn, als of ik myn Vader ! door fenyq gewroken had , gedachtig zyndo

hetongelyk dat hy my gedaan had. Summa ,

hy bekwam tcrftont,en wierdc haaiUg gcfont:

enkentic alles. De vrienden veranderden fich:

1 myn Sticf-moeder prees my , en de blyd- 1 fchapwasopcnbaarj doe kreeg ik lof, cn ky ^ kwam weder by fyn finnen. Doe wwhtc hy




28 F ó


n getuigen

nit de vrienden veriiont  : zoo dedc Iiy ót - ontcrvinge te nietc , en maakte my weder lynSoon/yn behouder en weldader noemen-i de, bclydcnde dat hyfekcr experiment van my genomen hnd , en cxcufccrdc fich van 't gene te voorcn pcfchiet was.

In defe daat fchepte ydereen vermaak , te weten, zoo veel vromen nlsdaarwarcn. On- dertuffchcn ftak het dit in de krop , die liever gcfien hadden dat ik van dc erve vcrlfeken ivasgcwceftAVant ikmerk«  wel datfe om i'aq (aak met alle even blyde waren , maar ik Tsg dat fommigc haar koleur veranderden , haar oorcn verbaaft zagen, ehhaar aanfïcht ver- toornt wierdc , gclyk door haat en nyd ge- mecnclykgcfcliict. \Vy onderiufichcn, gelyk het rcdclyk omhelsden malkander uit

liefde, wantdVcnwasd'andcr weder gcko- men. Vorder myn Stief- moeder wicrde eeit weinig tyds daar na ook fick , en dat met een fccr zware en heftige fiekte. AVant ik Hig dat het k waat terllont aangroeide . cn het was met ccn enkele of lichte foorr van rafcrnie  : maar een verouderde fiekte, die haar al lang onder de Icdengelcgen had , defc berfte doe iiit,èn toonde Hch de overhand te hebben. \V y hei)ben ook noch meer teikencn van de on- Pcne'fdykc rafernfe  ; dit heb ik gemene yk; bydcfe Vröuwgcobferveert, dat ddeliektc in aridöi^ zachter cn leeniger is , en als die tel- kenen daar zyn, is zy r-.-^ • ^'""Y^^'^l


I


I




28 F ó


O N T E R \ I N G E. 3^9

Medicyn nanfiet , ot r.l(Te dn.ir maar van

-il hoort, zoo Dccmt die /icktc zcc: 'tAVelfc ! blykcjdnt zy een zware en ongcnecl]ykc fiektc it hcefr. Alsikdat fag,%vasik'crmoe;clyk over, T en ik erKirmde iny over dc Vrouw, gelykre- dclyk is, dat zyin foo ccn ongeval geraakt "wns.

M}i. \ «^.cr (niet kennende de oorfaak, oorlprong, en groote des k\vaats) begeerde

l dntikhnarcurccrenfoudc, cn haardiergely-

ken Medicament foudc geven  : meinendc dat het defclve ralernie , üekte en kwaal wcis , die ook met d'eigenfte middelen mocftcn ge- cureert Nvcrden. Maar als ik de waarheit fcidea feggende,dat de Vrouw geenderlei wyCc da.ir van op foudc komen: zoo nam liy dat kwalyk , en wier daarover vertoornt , mcinende dat ik haar wilde veronachtfamen cn verzuimen , my verwytendedatik myn konftnictvaft cn hadde. Hem gefchicdcdoejgelyk gemenelyk gebeurt die droevig zyn , want fy vertoornen alle over die, die de waarheit recht uit Teggcn. Nochtans fïl ik hem antwoorden na myn ver- mogen; eensdeels uit mynen naam, anderdeels uitnaam van de konft. Van de wetten fa! ik dan beginnen, door welke hy my baftaarc wil maken : op dat hy wete,dat hy daar na die macht niet meer en heeft om re onterven , die hy te vroren hadde. Defe macht en Iaat de wet- gever aan ydcr een niet toe: noch nien aan alle kinderen, noch men mach rodik\vyI«  niet onterven als men wil : cn dat ooknictom al der lei oorzaken.

P 1 Maar




28 F ó


340 L U C I A N I

Maar gclyk dc Vaders toegelaten is , om fckcreoorHikcn te vergrammen, alfoois ook voor dc kinderen tocgcficn , dat fulx niet on-  : verdient en gcfchiede. Daarom \vert geboden ' dat de \\rakenietvry is, en fonder vonnis: maar beroept fich op dc Rechters, welke met door toorn of laftcringcn doen, dan alleen  ; 'c gene recht en billyk is. EnwilUvcldat fulx dagelyx gcfchiede, dat fc om onredelyke oor- faken toornig wierden : want dcfe gelooft ee- jiige valfche aandrageric , gcene betrouwt op fyn knecht , of hy geeft fyn leugenachtige Vrouw geloof. Daarom wilde hy dat'cr geen | faakongevonnift gcfchiede, en dc kinderen f door geen onrechtveerdigc (akc verflootcn  ; wierden. Maarhy giet water in , doet ook rekcninge , en laat niets voorby gaan. Dcwy l dc aanficnclykheit alleen dc Vaders toebe- trouwt wert , dat hy voor de Rechters roept : maar dcauthoriteit van vonnis te wyzcn, of ^ die met recht befchuldigt , is by u: 1; die over 1 het oordcel fit. \ Ziet noch niet op de misdaat daar hy myi mede befchuldigt ,en waarom hy nu vergramt : is? maar overdenkt dit eer ft eens, of hy hier na ! meer recht heeft om my van dc crfFenis te verftcken, die hy eens daar van verftckcn, cn na fyn macht gcbrnikt heeft , die dc wet toelaat, en dcfe vaderlyke aanfienlykheit vervult, en my daarna weder in de familie aangenomen, en d'ecrftc verftckingc van erven vernietigt heefr. Voorwaar ik fcgge dat hc: fccT onrcdelyk is , dat dc kinderen ontel- bare




28 F ó


O N T E R V 1 K G E. 34I

barcüraffen cn.vrcden tewaclittn hebben: dat dc wet nu ccn vertoornde dient , en daar . na'c gene gcfchiet is, weder verniciigt : cn dat 'i; die dan al weer fou goet zyn . In fumma dat fy )i het recht maar onder en boven draijcn^isoo als het haar luiten beheft.

In 't begin was het wel rcdclyk dat te gc- bruiken,cn fyn Soon ftraftc die hy gcicelt hid- dc. Maar na dat hy fyn macht verbruikt heeft, cd de wet misbriiiictj (yn gramfchap geboet, vedcrom aangenomen , noch een goc de opinie van my gehad heeft; zoo moet hy daar by blyven , noit weer achterwaarts deinfen , fvne woorden herroepen , cn het recht kwet'icn. Want hy kon niet weten of de Soon die hem gcboorcn wicrdc, goet of kwaat foudc zyn. Hierom is gcoorlooft datfe onterven die dat waardig syn , want ey %vcten niet tcrwyl zy die opvoeden , hoe fy zullen werden. Vordcrs alshy ongedwongen cn uit fyn eigen authoriteit fulx voor goet keurde, waarom kan hy dan veranderen  » of wat wet is'cr dan over  ? daarom heeft dc wet- gever in defe manierc tegen u gchandelt : zoo dc(en onrecht vaerdig was, cn waardig om hem te onterven, waarom herriept gy dat we- der? waarom nam hy hem weder aan? waar- om deed de wet te niet  ? wat > het ftont u vry, zulx niet te doen. Men kan u geen gelyk geven , daar gy dc wetten na u wil misbruikt , cn het recht na u believen verdraait hebt.;

Laat de wetten nu niet geacht weraen > cn ■wederom goet zyn, lieve Rechters ,laat onder-


in 3


tuüchen




28 F ó


L U C l A N I

tufTchcn tie getuigen Ctten, of om bcfcr te fcg - gen de diwnaarsvjn uwe wil, ecnsiecls (irat- ïcndc, anderdeelscindigende, alshet u: l.goec dunkt. Eens hebt gy getcclc, ccn hebt gy op- gevoed : hier voor kont gy ook maar eens Joen onccrven, foogy dat al met recht fchync te doen : maar 7.90 dat gefchiet Tonder reden , gcsduurigifccr I*cht ,dat is boven het recht van ccn Vader. Daarom Rechters , wilt hem fulx niet toelaten , om dat hy my van fdver heeft aangenomen , hy heeft het vonnis van hei hoogc recht gctergt, fyn toorü - ^^ rufccrt, herroept lich weder op da oude cn Taderlyke macht, welketydnu vciby is, cn verdwenen , ay is voor hem niet meer goet , dcwyl die verbruikt is. Maar conliderecrt dir, gelyk ook in andere rechten j daar de Rechters met het lot vonniilcn: als ymanj denkt dat oiec wel gcvonni(l is,i$'c geoorlooft na andere COC te gaan. Of wanneer ymant y-an Hch Cdvcn Rechters ftcit i cn aan goede, mannen «ie faak bevolen heeft , zoo is hcc daar na ni et weder geoorlooft. Want foo ymant, by wei- kers vonnis hy jiiet gedwongen was in 't begin te bly ven,en die van Cch zelfs verkoos 9 i$ hcc billyk dat men het len beften necmr, gene fy goet gekeurt hebben. Gy ook, die in de macht haddc hem niet aan te nemen , ten zy het fyn oujders behaagde , zoo gy hem d.\n voor go^t gekeurt , en liem aangenomen hebt , zoo is u recht uit, om heai wedur ce onterven. Want ket is ©n\yaardig nan de gene het ge-


fchict 5 foo hebtgy f^lfs


dat hy wc;

van




28 F 6


1

1

I i

\


O N T E R V I N C K.

Mn nieuws wel was. Dan moetmcn geen jerouw hebben van wcdcr-aanncniinge , -naar laat'cr een vaücverfoeninpczyn , nadat ict vonnis foodikwyls is uitgcfproken , en dc saak tweemaal gcoordeclc Eens doe gy hem onterfde: ten tweedemaal, doe gy u van fin- nen vcranderdct , en my in u familie wedei' lannaamt, d'ecritebefluitcn verbrekende, loo ftcide gyu laatltc believen vaft. i:)aarom is het fecf wrcec/c geen gy laatft bedotqn hebr, . hout u eigen vonnis. Gy behoort een Vader te zyn , alhoewel gy dat bcÜuit voor goct ge- keurc hcbr ,cn geapprobecrt. Zoo wanneer ik van natuur u Soon niet en was , maar al.cen aangenomen , ik mein dat het u dan noch mee foudetgeoorlooftzyn. 'c Geen ia 'c begin u vry was niet te doen , dat eens gedaan zyndc , is onredelyk dat het verbroken werdc. Vor- dcrsdie eerll van natuur u Soon was , en we- derom dcophcc oordeel en vonnis aangeno- men,is het redelyk dat gy hem weder uitdryir, cn alfoo dikmaals van dc familie verliccki^ wel, zoo ik een flaaf was,cn dat gy mcindedat hy oneerlyk was, en hem in de boejen gebragt , had, endaar na verflaandc dat ik niet misdaan haddc, cn my op vryc voeten Iteldc  : zou tiet u dan geoorlooft zyn, als het u maar m het 1 hooftkwam , te vcitoorncn , om my weder in de zelve navernic te brengen? gcenlins .

Dicrgclykebcnuiten , begceren de wetten dat vaft cn ecuwig zullen bly ven. Ik kon veel I bewys-redenen by brengen, datftien defcn met weder kan onterven , 'die men eens otjtertt

p j hectt




28 F 6


544. L U C I A N I

heeft 5 cn weder vat) zelfj aangenomen liecft ik fal een einde maken. Ziet nu wat voor c n Soon hy focki te onrcrvcn. Dat zwyg ik no-;, dat ik do:: onervaren zy ndc, onterft ben,en nu onterft wcrdc daar ik een Medicyn ben, (m defcfaaken keurftenit my de konft niet) doe ter tydt een Jongman, maar nu ouder , zoo dat men my uit myn ouderdom gclooven Touden > dat ik niets misdaan en heb. \Va nt ditisfccriichr, -maar doe al is 'tdat'cr geen misdaat was, gelykikgcfcgt hebbe, maar ik "Nvordealsecn die zich kwalyk gedragen had 9 van dc familie vervrecmt. Nu werd ik uicge- ilooten daar i'.i onlangs fyn behoud was , cn weldadig fclieen. Wat kander ondankbaar- der gefchicden  ? hy is door my behouden , en uit foo ürengen Hekte opgekomen, en die ge- nefinge wil hy dusdanig betalen, denkende Jiict eens op het goede dat ik hem gedaan heb- be, maarliy vergeet dat feer licht, en laat hcc varcnj ik, die buiten rechten reden verllooten was, gedacht niet eens aan het voorigconge- lyk , maar ik bracht hem fyn behoud toe , cn herftelde hem weder.

Ik heb doe geen kleine of gemecne weldaa: aan hem gedaan Rechters . nochtans fchyn ik fuik een ftraffe waardig te zyn. Vorders weet hy niet in wat fhathy doe was,maar gy heden weet het wel wat hy dedc , wat hy leed , cn • hoe hy was , wanneer ik hem aannam om f c kureren , wanneer hy buiten hoop van de an- dere Medicyns was,en myn vrienden vloden j diQdaarnictendorllcn b/ komen, foodanig

heb


I


i




28 F 6


Ö N T E R V I N G E. 345

heb ik hem gemaakt dat hy ookbcfchuldigen kan , cn van de wetten difpuceren. Zoo gy noch een voorbeelt begeert Vader jals gy byna zoo waart, gclyk u Vrouwe nu is, heb ik u tot u voorige gefontheit gebracht : daarom is het onredely k, dat gy my voor die weldaden dus- danig foekt IC loonen , want gy alleen door my behouden zy t. Dat ik u grootc weldaden gedaan heb,bly kt uit het gene daar gy my over befchuldigt , gy haat my om dat ik u Vrouw niet cn genees dre nu fecr ziek is, hoe komt^ het dat gy hem niet liever hebt, die u van dier- gelyken ziekte verloftheb  ? gy weet het hem geen dank » daar gy uit zoo een kwade fiektc zy t ontkomen? maar gy , 't welk fcer ondank- baar is , foo ras als gy weder by u fclfs zy t ge- komen, foo trekt gy my voor rechtjdiebehoü-^ denzyt: gy flraft, 'cngy komt weder tot U oude haat , gy herroept u op d'eigenfte wet. Gy betaal: de konft fccr ccrlyk » cn dankt u grootely X voor de genees- middelen, die maar gcfont zyt om tegen den Mcdicyn aan te gaan. Geeft gy hem wat toe Rechters , daar hy dc weldaat ftrnft  ? d: y ft hy fyn behouder weg haat hy die hem behouden heeft  ? wreekt hy ^ die hem het leven gcfchonken heeft  ? Iaat dat doch niet toe : maar doet 't gene recht cn bil- lykis.

Zoo ik een groot fchelm-ftuk in tegen-»: woordighcit gedaan hadde, nochtans foudc hy het my moeten vergeven 5 om dc yoorigc weldaat , cn alles vergeten : voornamemlyk foo een groQte weldaat , die alles tc bovc»

 "       r  5  S^k 


UW'


L .W. «, 4 * ^» .,1 . ■ ,

j ,„i . Dit matig ik my fel ven toe tc komen , Jat ik hem behpuslsn  !ic1j,...cn dat hy *t my moci dank weten dat hy leeft , wysis,cn vc; ^;.ut: voornamcntlykdaaralde andere wan hoopten, en zy haar krachrclobis kenden o tegen dc (iekte aan tc gaan,. want dir hoort t< niyn verdien flc, daai; ik doé ter ty d S ooi i en was, en gecn óorfaak my bcwcc^uc, om dc curatic aan te vangen , maar ik.was vt>y , ' en vrccmt van all^ natuurly ke band j foo heb iV «ochtans met gevcin A , maar ik kwanV van ftlfs, ongeroepen , ongeboden, ik hielp hc;a , ik ondcritcunde hem,ik genas hem, ik hcrilc! - ïle hem, ik behiel myn cjgen Vader , ik fuivcr- tlcmj van dc ontervinge, fyn gramfchap Ililde sk Joor weldad igheitjdc wet heb ik door rcgt - Ittcrdighcit verlaten, door weUaat heb ik myn aannncmingc weder gekocht , in foo gevaar* Jyketydhebik myn gctrouwigbcit aan myn Vader' bewefcn , en my /elfsdoor hulp d. i ionflingcwikkelt , en door bedroefde faken my een wettelykeSoon gemaakt. Gy kont -w^l denken Rechters , of my dit een kleine faak was, wat al arbeid ik daar toe aangewend hehf daar by fittende, dienende , de gelcgent- licit waarnemende, dan voor myn Vader \> y- keodc,en dan myn konft in 't werk ftellendc , cn om.defickte foo kortelyk tc verdry ven? dat ishee aWergevaarlykftc van't gene de konft heeft, dicrgelyjitcgencfcn, en dieht by die, luiden tc komen , dic foodanig gcftelt zyn. Want als de raferni op het hcftiglk is, fo wer- «tcB dc om^nd^s 4aar wel mede bevangen .

Daac


i




28 F ó


Ont^^vimge. Djar verdroot my niets, het wasmy niet te iwaarofte laftig, maar ik broclit alle hulp- Tiidciclcn by , om tegen de ficktc aan te gaan : inndclyk verwon ik die door myn Medica- laicnt. Laat niemant van diedit hoort by (ig •viclvcn denken : wat moeite i$ het een Mcdica • i-nent tc mcngcn?maar daar moet ccrlt veel ge- i.ian werden, de weg moet bereid zyn om dC

Medicyne in te gevcii : het lichaam moet men

ipra^pareren, om des te eerder tcgenefcn: dc ' Medicyn moet over het ganrfche licha-im be- kommert zyn, ledig makende, verdunnende > jehoorlykefpyfen geven, bcwcgöndchet n.v alles dat goetis,men moet flaap maken. Waar n de andere hchtclyk gehoorfamen : maar diC , jitfinnig zyn,kanmcn niet handden door haar fonfhiirnighcit, nochregccrcn , dat voorde |Mcdicyn zccrgevaarlyk is,daarom konncn zy )fecr zwaarlyk genefen werden. Als men in fo

ten fiekie y ts gcvordcrt heeft, dat wy een eind

svan dc Hckte verwachten , en daar naar dc fminfte fout gefchietjzoo begint dc fiektc \vc- ) der te hernieuwen, en erger t e werden , waar t door dc cure bc!ct,cn de kond bcd^o-^cn werf. 'Zal men dan ymant, die dit alles ^ i hcefr, \C\ch tegen zoo grootcn quale ücide, en dc ialderzwaarllcfiokte wederom onterven, cn I de wetten na fvn believen laten uitleggen tc- ] gen ymant die weldadig gewccft is > laat gy- I lieden toe tegen de natuur zelfs te oorlogen,> I ik, dc natuur gchoorfnmendc , Reclifcrs, heb 1 myn Vader voor my behouden enbowaart ^ alhoewel hy my ongolyk docr. \Vac i indien

V 6 by




28 F ó


HM


c I A K I

by fyn NTcldoend^ Soort na de NYCttcn foo als • iiy zegt, zoekt tcvcrd:rvcn,cn van d\ï familie | vcrvrcimf.zoofaldcfcncen'iinder-hatcrzyn ,i en reclitvacrdig icgcn myn Vader. Ik omhels jl dc natuur, maar hy veragt dc natuur,cn fclicni ' recht en billykheit.

6 Vader! gydie my {onder oorDkchaat. li O Soon ! gy die tegen reden bemint. Ik wyc r liet myn felven, die myn Vader aanhitft , om i (»chaat te werden , hem bemin ik, niet weten- '! dc waarom, en ik bemin hem meer als het  ! noodig is.'t Is nochtans natuurly ker dat de Va- i. dcrs dc Kinders beminnen, als dc Kinderen dc O jders.Maar hy veracht de wetten al willens, die dc Kinderen , welke niet geda.in hebben , bewiart : en de natuur die de Ouders tot groo- tcr luft aanport. Niet alleen om dat hy ver- fchciden oorfaken heeft om aan my weldadig- heit te doen , foo voegt hy my geen grooter weldaat toe, als het betaamde : of op het min- fte doet hy niet meer als ik , en bemint foo als jk. Maarojammer! diedenbemiiider haat, rn die hem lief heeft, uitdry ft , cn dic wel ge- daan heeft leed j aan doet.

Den omheUcndc omeifc , cn de wetten die dc kinderen tegen gaan, op my fo-kt uit te braken, ó Oorlog! die gy tegen 'c recht der. natuurc voert Vader. Dat is foo niet , 't is foo niet als gy wilt, de natuur cn Itryd tegen ^ctniet, in dingen. dic tot dc wddadighcit behoorcn. Hier komenfc met malkander cvcrccn , cn d'een is d'ander een hulpc tegen- ilic onrecht. 6y doet ccn weldad'gc finaac.

aan.




28 F ó


O N T E R V I N G 349

aap.jgy doet de natuur groot ongclyk; WAarom doet" gy dc Nvctten cn de niiuur gewclt? welkc'roekcnccrlykjrechivjcrdig, cn dc kin- deren lieftallig te zyn , cn lyd gy niet : \vclke gy tegen eeneüoon als tegen veclc uiifchict. Gy houd niet op van üraffen,wclkc in de wel- dadighcic der Kinderen tegen de Ouders op- houicn , cn niet gemaakt zyn tegen die geen kwiat en doen. Maar dc wetten maken aiïic tegen de gene die de weldoende niet dankbaar cnis. En niet allcenlyk geen d.ink cn Nvyt , maar fockt my , om myn weldaden tc llraflc»: (iet eens of 'er wel yts onwacrdigcr kan ge- fchiedcn? dcfc kan niet onterft werd . n , d ie dc Vadcrlyke macht eens voldaan heef:, cn dc wet gebruikt heeft : daarenboven is het onbc- lioorlyk, ymant die foo veel goets gedaan heeft, uit te ltooten,cn uit de fa.-ni'iu ic feiten.

Nu is het genoeg gctoont. Laat ons nu overtreden tot dcoorfaak van dc ontcrvingc, cndehocdanighcitvandcmi6di.it eens over- wegen. Dan moeten wy wed.-r komen tot het uificht van dcWct-gever. Laten wy dat censal vooreen korten tyd to^flaan , dat gy moogt ontcTven foo dikwy Is a!s gv wilt, laten wy u die macht ook al geven tc^cn een die wel doet. Ik ben nochtans van g .'voelen dat gy niet oni alderlci oorfaken m )ogt onterven. Want dat cn fegt ook dc Wct-maker niét ; 't geen gy veroordeelt hebt V\i Jcr, onterft dat; op dai'er genoeg zy om tc klagen.

Want (oo dat was,wat hoefde d.in het von- nib? inaar gy -lieden moet dat overwegen ,

P 7 K:c!uciS3




28 F ó


L u c I A I

Rechters, of myn Vader over grootcen recht- vacrdigc faken vertoornt is, of nicc. Conddc- recrc dat voor tegenwoordig. ll< fal van die dingen beginnen , die op fyn ra fern ie gevolge zyn. 't Geen hy eer/l gedaan heeft by fyn fin- nen zynde, wasditjdathy de onterviMgc ver- brak. Derhalven was ik fyn behouder, wel- dailcr, in'c kort fyn doen en laten. Hierin, foo het (cheen , was'cr niets dat met ecnigc mis- daat gevocgt was. Wat is 't , waar hy my dan ovcrbcfchuldigt  ? watgehoorfaamhcit, wJit fbrge die een Soon betaamdc.hcb ik nanrgela- tcn, wanneer ik buitens huife flicp? wat onty • dclyk drinken ofceten kont gy tegenwerpen  ? wat overdaat? wai hocrc-waart is'er gcflagen > wie he^ft my daar over befchuldi^t  ? nicmant niet > €n dn Cyn dingen waar over de wet ge- biedafftant van kinderen te doen. Vordcrs is myn Stief-moeder fiek geworden. Waarom befchuldigtgy my daar over>en waarom wilt gy my over haar ficktc ftraffen? niet > fegt hy . Maar wat  ? datgy haar weigert te cureren, hierom waartgy waardig onterft te werden , om dat gy u Vader ongehoorfaam ge wee ft zyt? maar wat is dat't geen hy gebied , om dat het dingen zyn daar in iknietcn kang.hoor- famen, foo fchyn ik ongehoorfiam.

Ik lal een weinig vertellen. Maar dit feg ik eens voor al. Beweren laat niet toe dat hy •lies gebied, ook is 'c niet noodig dat ik in alles gehoorlaam ben. Want daar fyn ccnige ge- boden, welke, foogyfenietengehoorfaamt, foo zyt gy nochtanu niet llraf baar : andere

zyndcr,




28 F 6


O N T E JL y I N G' E. 351

zyndcr , foo gy die niet gehooi faamr , zyt gy

firat'li>aar  
gclyk als gy fclfs fiek waarc , cn ik

ii' nieten cureerde. Zooder yts van huillclykq, >|; lakcn te doen zy , enikdie vctfuim, Zoogy; my eenig boere- werk gebood } en ik hcc wei- -1 gcrdc. Dat zyn alle baarblykclykc zaken ,^ . daar een Vader met rechtmochtc over klagen.: 5 Dcrcfk is in onfe macht, te weten , dat tot de konft behoort, cn des fclfs gebruik , voorna- a mentlykfomyn Vader geen ( kgcl^' )l dc. ZooccnVaderG^nSoon, d^ticcnSchüdwi* % vvasjgcboüd, Soon , fchlldcrtdat,cndicnict•• | Wederom eenMufikan;,fpeelt dat,cn dat nietv i ookccn Koper-fmit, fmced dat , cn dat niet, aou hy hem konnen onterven, om dat hy fi» ocfFcnt na fyn eisen believen? nienunt oeloof ik. Hoeveel te deftiger is dekonlt vanMcdi- cy neren, en tot het leven bekwaam , zoo veel te vrycr is hy die (oo een kond oclfcnt: het is billyk ^^atdckonft een privilegie heeft om f\n macht te ocfFcnen, en nergens in gedwongen, of bekrompen wcrt, 't is een hciüge zaak, een Iccre der Goden , een forgc van geleerde lui- den, die niet met flavcrnie van wetten tc doen heeft, noch met vreefc cn (haffc van Rech- ters, noch keur-ftcmmen ofvaderlykcdrcigc- mcnten,noch zy is geen toorn van onvcriian-- digemenfchen onderworpen. Maar indien ilc u geantwoord had, ik en wil noch en kan niet genefen, maar ik licbdc kon ft alleen voor my. cn myn Vader gdeert , voor de andere wil ik onervaren fchynen: wat Tyran is'cr fo wrcer,. ofhj»' fpudctQgiea wii cn d«ink f^n konft ge- bruiken?




28 F ó


HM


L V ' A N 1

bruiken? di:rf»elyke plichten moet men met flrcclcn cnbiddcn fockcn tevcrkrygcn,cn niet door wetten of toornigheir. Den Mcdicyn bchoortmcn daar toe nan te raden , maar niet te gebieden, vragen of hy wil,maar niet dwin- gen, maar hy behoort van CcUs, cn al gccrne tc komen. Dewyl hy fonder ccnig tegen- ff)rcken van alle vaderlyk gebied vrycn vrank i$ ; defc kond is felfs vry , want de Steden doen haar publique eer aan , ainficnelykhc- dcn, vryhcdencn privilegiën. Ditis'tdatik in 't generaal uit de naam dei kon (les ant- woorden kan, al was 't dat gy my die geleert , cn veel geit cn moeite aan te kefte gekit had , cn dcfc cenc curc , alhoewel ik die konde doen , weigerde. Ziet eens wat onredelyken zaak gy my toelaat , die niet toe en laat myn eigen konft voor myn felfs te bcfitten. Defe konlt heb ik ge'cert als ik u Soon niet cn was , eyndcuwc wetten niet eens lubjcd. Hier van licbtgy ie cerllc vrucht genoten , doegy my geen hulp tot de konft gewecft zyt. ^Vat Mcefter hebt gy gebuurt? wat gereetfchap van Medicvnen hebt gy gemaakt? niet een ding. Maar arm en bloot zynde , heb ik de konlt ge- leert van Meefters die over my erbarmden. "Wantgygaaft my dusdanigen rcis-gclt, te weten, mo jjelykheit, cenfaamheit, armoede haat van vrienden , cn walg van neven. Voor defe daat begeert gy mync konft tc "cbruikcn, cn daar van Hccrcn Mcefter te zyn- Hebt my hef, 200 ik uit eigen drifc cn gcncgcnthcit cckomen ben, cn by u wel gedaan heb , daar

cn


li'




28 F ó


O N T E R V I N G E. 35^

cn kon ik geen dank voor eifchen. Vorders palt het niet , dat gy van myne beleefchcit een nootf.ikclykhcit wilt maken: omdat ik u ecni geholpen heb, zoogebiedmenmy als'cr een üccafie is tegen wil cn dank: cn mcnmaakt'cr een gewoonte af, dat die eens gcnefen hc.fr , dat men dicaliyd daar toe komnundcert. Het foudc wel gaan op defc manicrc , dat \ die \vy gccurccrt hadden , \\y die ook tot onfc Hccrcn maakten, cnons fclvenhasr overga- ven, cn in plaats van gdt te ontfangcn , ons in n.ivernic brochten, cn gchoorfaamden *t gene zy ons geboden. Wat kander ongerymder zyn^ cn dat ik u gcnefen hclxdie foo heftig fiek ^vaart, daarom meint gydat gy mynkonlt moogt gebruiken na u fin. Ik kon hem noch cenigfins gelyk geven,zoo hy my y ts geboden had \ dac 'in m yn macht (iond. Confidcrccr eens wat hy my dan geboden heeft : W-iiit (egt hy, doe ik een rafw-nde fickte had , heat gv my gcnefen : myn Vrouw (foo hy meint) heeft felf de fickte cn rafcrnic,ei\ is ook van alle Mc- dicyns verlaten : cn gy kont alles do2 ij't welk gy mct'cr daat betoont hebt: genecft haar cok van die fickte: zooymantdit nu ma ir fimpc- lyk hoorde , fou denken dat hy g  :ly k had , voornamentlyk, zoo hy dcfe kon ï niet en verfiont.

Zoo gy dan my hoort uit naam van de konll ■tent woorden, foo zult gy vcrllaan, dat alles ^nict in onle macht cn zy , noch fulkc natuuren van fiekten, noch d;; manier van gencfen, nog defelfdu krachtenin alle mcurchcn. Hiïr blykt

nu




28 F ó


^ v' c I A M r

nu het üijiler/chcit tullchcn niet wiilcn cn Mict konnen. Gy-liedcn hoort ondertufkhcn iiict gcdulr, dat ik van dcfe fake redeneer : ach- tende dat hem geen ongerymde, vreemde, fonder oorfaak , of buiten tyds gcfchicdendc difputatie en is. Want de lichamen en zyn niet alle van een temperament : alhoewel Gogen fchynclyk dc hcnamcn uit elementen bcltaan. Maard'eenc heeft meer gemeen- fchap met dcfcn , cn d'ander met d'ander : cn datfcgik van de lichamen der mannen , die niet aüeccndcriei zyn, nog van het k-lfdc tem- perament en conftitutie. Zoo dat hiernootfa- l^clylcuit volgt, dat de fiekten in grootccn foorte grooiclyx vcrfcheclen  : wantd'ecnc is fèer hcht te gcnefen , en d'ander bezwaart , d'eene ftgtmcn helpt dc ^or_, cn d'ander dc

Zoo ymant meint dat alle koortfcn, tcerm- ge, longc- zweer, of rafcrni , in aÜelicliamen ran een foorte zyn:dic dient niet onder dc wy- fc en geleerde gelpci: te werden , noch onder die gene die falkc dingen d.igelyxondcrfoc- ken.' Want dc fiektc is in d'eene zwaar , cn in d'ander licht: gelyk eendcrici tarw in vörfchci- ds akkers ge/aait zyndc, fal andere vruchten roortbrcngcn in een effen, diep, vogt, wel ter fonncn , of ter goeder wint leggende , geocf- fent lam &c. het /al vet , overvloedig en wccl- dig zyn; maar ter contratie in een bergachtige, fteenachtige aarde, of die befchadu wt wert en onder de berg legt: fumma, het komt ver- fchcidcn voort, na dc vcrfchcnien aart dcf

plaatfe .




28 F ó


Onterving E. 355

piaatfc. Alfooookdcfiektcn, na den aart van Je hchatncn di^irfc in komen, zynfc grooter ot klcindcr. Maar dit ovcrtlaandc, myn Vader overweegt de faak niet eens , maar meint dat de rafernTen in alle lichamen van een natuur i$,en ccnderlci cuwc vercift.En boven dien f) n dc lichamen der Vrouwen noch veel verlchc- lende van de mannen, in dcgcnclingecnquaal der liekte is dit lichtelyk te kennen. DeMannen fyn vaftcr cn zenu\va<htiger van lichaam  : zy fyn gewoon te werken en te bewegen , le- vende onder den blauwen hemel : maar de Vrouwen l'yn flap , niet wel tTimen geilek , zyndcaltyd onder dak: blank, uit gebrek van bloed en warmte , en overvioet van vochten. Daarom zymakkclykcr aangctail weiden als dc tnanncn^ zy werden ook foo licht niet ge- nefea > yoornamentlyk io een rafcrnie. Wanc zy lyn k waataardig en lichc , cn werden haa{^ tig geraakt, rordcnryn de krachten zwak, ca daarom hcht tot dele (lekte genegen. Hierom cn laat de fiektc met toe eendcrlei gcnocs- middcl te gebruiken, d . -liede 1 nu vcr- Itaatdatfc zeer veel van c... i.iJcr vc ' '-' Icn, I in manier van leven, bc\v""M ^-n, ^ cn

i / )in als gy kgi , zy heeft een rafcrnie , doct'cr by dc Vrouw ij rafcnd.D.uarom moet- ' men dc foorten niet vermengen , en alles voor I ccnralcrni houden maar menmo2t onder- Ichcit maken van dc natuur van dc ralcrr.!-*. Want, gelyk ik in't begin gefegt heb, foo luri wy na dc natuur cn temperament der liel»ccn ,


1^6 L ü c i A N I Alexancier.

cn van \Tat qaaliicit zy meert participeert^ offê %vnrm of heet zy, heftig, of afgaande, groot of l<k;in, dik of magcrj&c.foo ymant dit te degen idfict, fo is hy bcquaam om hem geloof te v ven, of de (jckefal opkomen of niet. Da.nrl, i. hondcrtderlei fooricn cnoorfakcn van rafcr- n:cn:van welke de namen dcfclfde niet cnzyn? >v int het is niet hetfelfdconwys,krankfinnig,/ raa»-kalicn cnte rafcn ; maar dell* namen bc- duiicn deorootc of de kleinte van defickte. Ook fyn d'oorfakcn anders in een Vrouw , cn anders in C3n Man ; als mede anders in een ou: Man, cn anders in een Jongman: want inde Jongelingen gcfch iet het door al t«  grootcn vcrvuüinge: maar in d'oiide luiden de onbe- hooflyke achterklap , onredclyke toorn, dic dikwyls tegens d3 huys-genootcn uitgebuU (dcrt wcrt. Dcfc ontftelt haar in 'c begin : daar na verandert zy in raiernic.

De lichamen der Vrouwen hebben vcclc oorfaken om liektc werden : voornamentlyk, foofc ymant wat te veel haten , of haar vyant beny den dic het wel gaat : of foo haar yts mo- gcly k, is of op y man: toornig zyn. Dcfe om- tonkcn fooallenxkcnj, en ^vorden fooalinge- kropr, maar bcrftcn eindclyk in een rafernic uit. Zulkcn diergelykc dingen is u Vrouw wedervaren Vader : cn ik weet niet of het on- iangs niet wat tot h.ire fiektc gedaan heeft. Zy heeft nochtans n iet gehaat , alhoewel zy fick is , nochtans kan fv van geen Medicyn gcnc- fcn werden. Zoo ymant anders haar kon ge- ncfen, cn van hare (lekte bcvrvdtn ; dan foud

gy


of vaJJche Thilofooph. 3 5 7

gy my haten , als onrecht gedaan hebbende. Ik ben dat niet befchroomt te fcggcn Vader, al was 'c fake dat men niet en hoefde te wan- hopen 5 als nu , maar noch ecnigc hope over W3S , foo zoude ik op foo een wyfc myn handen daar niet aan ftekcn , noch tcritont ccnig Medicament in geven. Vrcefèndc dc fortuin cn het laftcren van dc menfchen. Gy I weet datfc alle de opinie hebben , dat dc Styf» moeders cn Styf-foonen haten, alhoewclfc goetaardig zyn: cn dat het een gemecne ra- fernicvan haar is.

Daarom fou ymant licht vermoed hebben , foodc fiekc anders uitgevallen had j en geen hulp- middelen waren , foo zouw het een on- trouwe en bedricgelykc kure gcwccll zyn. Myn Moeders faken zyn in defer mnnicien Vader; ik fpreck dat uit ondervindingen; fy en kan niet beter zyn, al had Cy duifcnc Mcdicynen ingenomen , daarom is het nice waardig zulx aan te vaarden , ten zy gy my dwong verloeren moeite te doen: engy wil- det dat ik my een kwade naam maakt.

Gy lyd dat myn Collcgans my foudcn benyden. Zoo gy my weder onterft, foo zal ik n nochtans, al was het dat ik van Man en Maagt verlaten was , in 't minftc geen quaat toe - wenfchcn. Maar zoo ('t welk Gotl verhoede) dc fiektc weder kwam  : (want door aanhitfingen willen defe fickien wel weder komen) wat fou- de my dan te doen ftaan  ? ik foudc u genefen , als gy weet , want ik fal al-

tyd




28 F 6


'35^ LuciANi AUxa7idcr,

tltydmyn plichtdoen , die dc natuur der kin- deren heeft inj^eprent: cn myngeflachtj zoo veel in rtiy is, fal ik niet vergeten. Zoo gy dan ivedcrby u felvcn gekomen ^vaart, foo moeit ikgcloovcndat gy my weder foudet aanne- men. Ziet wat gy doet, gy haalt een fiektc op u halsjcn de quiiletergt gy . Gifter of eergiflcr uit foo een ficktc komende, twift cn roept gy alrccts : en dat het mecfte is gy vertoornt u; gv zyt tot haat genegen : gy beroept u op de \vetten. Och Vader, dat was ook hctbegia vanuvoorigc fickte.


LüCIANI Alexanderj

VaLjChe Prophelt.

VeJeHiftonebefchr'ijft het. leven en dadin . 1'an fikeren Alexander, dat ee?i groote^t hedrieger "ji-as , rj^elke fig 'VOor de Soon van Podalier , en voor een Trof heet uitgaft; doordefen fet Lucianus alle de andere be- driegers ten tooft.

Z Eerwaarde Celfus, gyfulthet miffchicn voor een geringe zaak achten, dat ik u een gc- fchrevenboekfcnde, inhoudende herleven, bedryf,onb6rchaamtheit,cnguichclericnvan

ccnen bedrieger, genoemt ^lexandery^kê- MÜchitA. Maar foo ymant dat volkomcntlyk

kondc


■f!


ef *valf(he Frophtef. . 359

kondc verhalen , die Couw geen klcindcr zaak' itwcrkcn , als die de daden gefchreven heeft van ^ItKsndtr de Groot , wienj Vader PW- lippH'was. Defên heeft (bo veel uitgemunt in fchclmerien , ali d'ander in manhaftige deug- den. Maar, foogy dat met vergiffen iltc lefea Eult, en by doet dat'cr aan ontWak : (hl ik, gjy Authcur zyndc,dit Ituk werks aanvangen, ca ik (al, zoo niet geheel, ten minÜen ten declc , na myn klein vermogen, Hal uitzuive-

ren, en eenigc weinige manden uitdragen : op dat gy gillen moogr,hoe groot de heelc ftront- hoop is , dienauwlyx dryduifent koeyen , na verloop van menichtc jaren , foudcn hebben konnen maken.

Maar ik vrees dat onfer beider namen fulkn gelaftcrt werden. Uwen naam, om dat hy q«- bied,datmcn dóór het fchryven fo een fcheïm- achrigcn kacreleen eeuwige memorie maakt  : en de myne , dat ik myn arbeid beftede aan diergclykc vertellingen , die van de Geleerder nieten hoorde gelcfen te werden, maar welke veel eer in een volkryk Theater van de Apen en Vollen behoorde vernielt te werden ; zoo '(fake w.isdat ymantons fulx wilde tot een crimcn rekenen , foo konnen wy ons met cc- lykcn excn.pel verdedigen. Want •^rrlanus y aynde een Difcipel van £j>iófttHx, een groot gcroemt man by de Romeinfe Volkeren,die al fyn leven lang fig in ftudien geoeffent had, dcwylhyytsdiergelyxgeilaan heeft, zoo lal die voor ons-antwoorden. Wanthy heeft het ^even bcfchrcven van ccncnnrwik-rooverri/-




28 F 6


360 1-.UC1ANI Ahxander, \

liborus gcnocmt, maar wyfullcnncch van i veclcruelderftriiik-roovcr door hctbeicliry- 1 ven gchcügeniffc maken; \vclkczyn ftruik- i rovericn nieten heeft gedaan in bolTchcn en bergen, maar fclfs in de Steden : die niet alleen ) Mlnya of ida^ ofccnigc weinige verlatene plaatsjes van ^fien heeft doorplondcrc maar die het gantfche Roomfc gebied met al fyn Ibuik-rooverien vervult heeft.

Voorcerft fal ik u de man aÖchilderen , en fyn aanfichi oplTctnauwkcurigftemctwoor- i den afpenceeien : alhoewel ik in dc fchildcr- kon ft niet wonder ervaren ben. Hy was voor- cerft lang van ftature opgcfchotcn , fraai van annficn , volvanGcddcIykheiten Majefteit, foo het fchcen, zeer blank, niet wonder ftcke- lig van baart : fy n hnir-lokken waren eensdeels natuurlyk, anderdeels als een pruikje gemaakt, cn daar aan gcvocgt , en dat fccr aardig , zco dacde gemeene mnn niet anders kon Hen of het was fyn eigen hair. Zyn oogen waren fchcrp nende,en rontom bewegende, als of'cr ytsGoddclyxin was. Zynftem was fcer foct cn helder. In fumma,dcesaangaande,washy niette laken. Alfoo was fyn gedaante. Zyn geeft en verftant^o lieve iï«^vas liy uitmuntcnder als men wel fcggcn kan , die hy nochtans ten* kwaden gebruikt hccfr.

Dcwyl hy daar nu fccr goede inftrumcn- tcntochaddc, is hy terüont de voornaamnc cn de oppente van alJc, die in fchchnericn er- varen waren, geworden  ; ja hy was boven dc Cercêpen ,I.uriihxtHs y Phrynondas^ ^rljfo-' dcnjHs en Soflrates, Want nis hy fomtyds {cKs nan dc Bchcud Soon I{titilUnus fchrccf, zoo fprak hy van hem fclfszeer moderaar, /ich vcr- gcly kende by Tjthagoras. Maar Pythagorat zal my verlof geven , die Goddelyken wyzcn man: vordersik wectwel, fco hy tcnfynen tyde,ecn jongen zynde,geleefc had /o foiiden zy hem voor Pfthdgorat aangeficn hebben. Maar , by der Gratiën , meint niet dat ik fulx tot oneer van Pythagoras Ic-gge, nis cf ik wi Idc feggcn datfc beide van eenderlei daden waren. AVant foo ymant het alderflimfle en aldcr- fnoodftcdat van PythAgoras door lafteringc gefeit wcrdc , (die men nochtans voor de wnarhcii nieten hoeft aan te nemen) bycen focht; zouden dieingcenen declctepas ko- men , met het minftc gedeeltjc van delen doortrapten ^/eX4«<fer/ looshcit. Helpt my verlinncn en herdenken , wat won derlyk ver- deelde temperament, en aart hy had om te lie- gen, bedriegen, meineedig , omvol van fchelmachtige fnoode konften, vacrdig ftont, en ongeduurig te zyn , om te volvoeren 't gene hy bedacht hadde  ; geen arbeid fpa- rtndc, wetende alles op te pronken om licht

Q_ geloo




28 F ó


m


3^2, L u c I A N I Akxander ,

j^elooft tc werden  : ook hoe hy alles foo fraai kon fimuleercn , fich heel anders houdende > als hy in fyn hertc docht. Nicmant heeft oit by hem gewceft, of hy fcheide mee foo een opinie van hem , als of hy de beüe en redely k- fte van alle menfchen was, daarenboven oor- declendc hem voor oprecht , cn geenfins bc- diiegelyk. Hierquam noch by poogingc en f encgeniheit van grootc dingen,\vant hy niets kleins cn dachte, maar hyleide fichaltyd uit op manhaftige daden.

Doe hy noch een fchooncn Jongeling was, in'tfleurtjen, alsmenfegt, van'tgroeycn , (*t welk men uit dc Salm kan oordeclcn , cn hooren in gene daar gefcgtwierdc) foo hiol hy hoeren aan , en deed daar winlle me. On- der allen zoo quaraderecnvryer dat een gui- chelaar was, van die-foorte , welke betoove- ren, cn met heilige woorden bclcfcn ,cn lief- de tufTchen d'cen cn d'ander weten tc ver- wekken, quaat op dc vyandcn tc brengen, om alle verloeren fchatten tc vinden en tc graven, cn om erfgenaam te werden. Als hy 4cfcn verftandigcn jongenfag, en tot fyn konlt ge- negen zynde, want hy niet minder zyn fchclm-ftukken beminde , als defen fyn ge- daante: hy leerde hem, «i heeft hem doe al- tyd voor een helperen dienaar gebruikt. De- fen- ageerden dan by het gcmccne volk in \ publyk voor ccn.Medicus. Want hy had dc l^onl' ' 'crt by den Egypt^tn Tho9n , fyn huiiv;üaw  : veel gemengde genees- middelen dic gtfont, cn \x-cle dic fchadelyk waren:

111


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F ó


ofvalfche Fr onheet. 363

in wel kers plaat fe hy SuccefTeurjCn Erfgenaam geworden is. Vordcrs defen Dodor en Min- naar Avas gebeortig van Tyanetfy te weten, uit die foort ; welke met dien Tyaanfen ^p^olo" verkeert hadden, en fyngantfche Trage- die wel wiften.Zictgy wel,uit watlTchool ik u een man voorftel  ?als nu ^lexander volwaf- fcn vnn baart was, cn defen Ty<tMcr door zyn- de , is hy tot armoede vervallen 5 onderwylcn verdNYcenzynfraje jok en gedaante, daar hy mede pleeg de koft te winnen , evenwel was hy altytsgroothcrtigrhy begon ondertuflchen met een Sy^ntinerte handelen , een Chro- ny k- fchry ver , een man voorwaar , in 't flry- den,d'alderflimftc van aart , (ik mcindat fyn naam Coccomt is) fy gingen met hare guichele- rien om, de vette menfchen (want alfoo noe- men zy felfs het gemeene volk in haar eigen toover-taal) fcheerende.

Hier toe hebben zy een rykVrouw-menfcli, Aiacetis genoem:, gekregen , die ouder was  » dan tot de vryagie bekwaam,die fich nochrans bcy verde om gcmint tc werden . Dc(è gaf on- derhoud,en defe zynfe gevolgt heel uit Blthy^ nhn in Macedonien  : zy was geboortig uit dc Stad PelUj welker plaats wcl eer onder dc Koningen van ^<rcefi?omew gebloeithad , en wcrt noch van eenige weinige flechte luidjcs bewoont. Als zy nu fagen dat daar draken waren van feltfamc groote , en daar by tam en iiil , foodatfe van de vrouwtjes gevoed wier- den, en by dc kinderen flicpen , getrapt of ge- drukt zyndc 5 lich niet en bcwc^gdcn , of




28 F ó


1


j(S4 LuciANi AlexdJtder^ quaat en deden : ook datfc melk uit de borilen fosen, gelyk de kinderen, (want fulkc zynder by haar feer veel, daarom js het geloofwaardig datdaareertydsde fabel van 0(;m;i-tx uugc- fprotcn is , als zy ^Uxander ontfing ^ dai er d»c foo een draak by haar gcHapcn hecfc) van dcfe Serpenten hebben zy een gekocht, die fcer fchoon ^vas, en dat voor wcmig geit , en Cdat ik de woorden van Thucydides gebriiit<; hier uit fproot den oorloog. Tc ^vctcn , als twee feer ftoutc fchelmcn , die totallcfchcl- iticrien vaardig zy n,zulkcn naaatfclup aangm- een , hebben licht konncn bcfcfFcn, dai de Hoopcnvicefe over de menfchcnfoudcn ty- ranniferen : welker een van beiden, foo y mant aie tot fy n nootfakely kheit gebruiKte, fou wel Laft ry k weiden. Want in beide , ofin die vreefde, of in die hoopte, zoudenfe grootelyx een nooifakclyke voorfienighcit fien , d.c feer Laecrt wierde : want op dele manier hebben dcDtlphi grootc fchattco vergadert , en fyn daar door vermaart geworden: als ook CUrns, cnd.BrMs: ^vant die luiden xver^cnTyrannen, daar zulke, als ik daarda- delyk genoemtheb , te weten, door vrees en hoop i die tot de heiligdommen loopen , en toekomcna«  dingen willen feggen, oiFcrende hondert oflbn gcly k , gevende goudenc ti- Xels.Zy hebben doe met elkander gcfproken, «  Vren " -^-dcn, datfe orakelen foudca ^Uoeven, ..o defc haar wel gelukte, hooo- ten fy binnen korten groote fchatten en ryk- »n te bekomen s 't welk veel deftiger


1




28 F 6


itf'VAÏfchc rr$pheet. 365

'-tingcvallen, als fy ^vel gedacht hndden. Doe lagen zy ifi 'c begin na ccn goede plaatfe > \ hoc zy het ccrii zouden aanvangen, en 't fclfde I aanvaardcn.Coccor<ai ochte dat Chalcedon daar J beÜ bcquaam toe %vas , want het een Land- i: fchap is vol van Koop-heden , en om dat l" Thracicn en Bhhynien nagebuuren waren, V. \: cn niet ver gelegen van ^[itn sn Galafiett , ' zoodzt'er veel volk rontom woonde. Ter contrarie evenwel zoo verkoor ^lexander fyn vadcrlant: wanthyfcidc (dat ookwaar- i fchynelyk was) dat men fuiken zaak hoorde

te beginnen , onder een plemp en onverftan-

f: dig volk , cn dic daar in meeft geloof fchenen y. tc^gevcn , gelyk aishy ieidc dat die van PA' fhlagon'ien %vnrcn, voornamcnilykdiebovei» ^^ori/ muur woonden , n'.mt die fecr boten fiipcrüitieus waren. Want als datr maar een Ti ompettcr, Trommel-flager, of Cymbel- fpcc lder quam , cn door een hairtn teems (als men fc ju) Oraculcn fprak, daar fou al dat volk na loopcn , als ot'cr y mant uit den hemel gevallen was.

Als'cr cenig gefchll tulTchcn beiden bc- ^on te komen 5 *^is ^Itxander overwonnen. Zoo trokken zy dan na chaUtdon , (want in dat Stedeken fcheen cenig voordeel voor liaar teftrkch) cn begroeven in den Tempel van ^poUo i die by de ChAUedoniers de outfte is , ccnige kopere berdekens, op welk gefchrevcn fiont , dat JEfcuUpius met fyn Vader ^folU binnen korten in ]?oHtus fou den komen, en op ^boni muur woonen. Befe tafeltjes foo met

Q_ y opfct




28 F 6


j(J6 LuciANi Alexandcr i

opfct gevonden zynde,zo hebben fy Ikhtcly!< konnon uitwerken, dat dit gerucht door heel Bhhynlenzn PontHt verrpreide,roornim?nr- Jyk op ^bont muur. Want defc beflotcn ccn T«mpel op te richten , en hadden al g graven om de fondamenten tc leggen. C oc co- mdtian in Chalcedonitn gelaten zynic, begon dubbclfinnige antwoorden te fchry ven. Wel- ige daar ni Iticrf, van de Draak, foo ik gis , gi- ^tokenzyndc. In defes gcltorvenen plaaats fncccdecrdQ^Ux^ndery hebbende gelokt hair, voor neerhangende , met ccn purpere rok met %vit tuflTchen beiden gemcngt , en daar boven overeen wie kleed, houdende een fikkel in fynhand, n i het exempel van Per/ewf , vm ^c\kt hy fcide dat fijn Moeders gefl ichtc was.

DiconCmnigt PxphUgonettt, daarfe beide Tijn Vaderen Nloedjr kendcn,en Qechte luid- jcs waren, nochtans geloofden zy fijn Artica- len die hy zong : die vdn Perfides leflachte h , fthynt Phoïbus i^ttr dAngettMm te l^yn: den GodUlyk^n Alcxandcr, isnh hethbtt ^•4» Padalier gefproten. D:fen Padtllrin wis wcllullig, en vTouwelyk van natuur ; zoo du hy van rr;cc4 tot l^aphUgonien op Alexxndert Moeder verhit en verfot was. Daar is nosh een Orakel gevonden , als van een waarfcg- ZtMzSyhiUe ' a^tn de ftrantvxn di ^ee, Euxi- nus iiefegtyby Synopen, daarfal een Prof heet hdemmrXiin, die téitlyet gefl 4cht*vxn Au- Conmsgefprotenh: die de eer fit een, en dry tienen x^itoonen, vyf andere eenen , ma^istmntig J mf defevier êW^eUbtflAAt rf"




28 F ó


LU


§f valjcke Fhilofooph. 367 naam van die man dit u Ueder behoud fd X^n.

Een lange tyd danr na viel yiUxander niet - dcfsTragedic in lijn Vadcrlant , ahvaar hy .igcfienengeëevt was: flmulccrcnde (tch dik- maals, als of hy met een God fprak , fijn mont met fchuim vervullende , 't m-lk hy lichtclyk kon doen met een worieltjc , (met ecnig kruit WStrtilhiumoQVidi^riY. , bequaam om ^vcl tcbc- reiden) welke hy^kaudc Vorders dit fchuim

fchcen yts Goddclyx en vcrlchrikkelijklt te

. beduiden. Lange tijd te vooren had hy een Draken-hoofc van lijnen gemaakt , 'c wc!k na ccn mcKfchcn hooft geleek , dat wonderlijk K met verwen opgepronkt was, dat door paarde i hairen fijn mont opende en toe dedc. Ook zo liet hy hem de tongc (gelyk de Draken heb- ben) uitilekcn, dic twecfnydcnt, cn fwarc

^ gekoulcurt was^ welk alles met Paarde -hair
uitgericht wicrdc. Vorders dien relUiiL>en

1 Draak was al gcrcct, cn wicrdc t'huis gevoed : 7 welke van haar voor den dag gebracht wicrde, B als het nootiakehjk was ,om hare Tragedie te ,i fpelcn , of om Mceftcr van het fpel te werden. \ Als alles nu gereet was, foo wicrdc dit gedaan j bynachte komende byde fundamenten van b den Tempel, die onlangs opgegraven waren, (want daar ftont water in , dat*er ingedropen, ofin gcrcgent was) aldaar legt hy een uitgc- holt ei , in het welke hy een jong geboorcn Serpentjcn gclegt haddc ; en dat onder een hoop fiijk verbergende , ging hy weg. Des ochiens naakt op de Markt fpringendc , alleen dat hy ccn goude gordel vo©r fijn khamclheic

0^4 gcftboïc




28 F 6


368 LuciANi Akx ander» 1

gcfclionhaddc, hebbendé in fijn hantccn fik- 1 f cijlatcndc fijn neerhangende lokken zwieren ft cn wajcn, even eens als de gene die van C/- 1 htle , de Moeder der Goden, opgetogen zijn. | Doe klom hy op een hoogen Altaar , fcg- \ ?ende, dat de Stad gelukkig was, die de men- ji ichcn een God in 't openbaar konJc tooncn. 4i Die daar by ftonden , (N^y^int de hecle Stad \> 1 epcr byna heen) waren Vrouwen, oude Lic- j den. Jongens, welke over hem verwonder- J den,cn hem aanbaden, geloften doende. On- ii dcrtufi'chen fprak hy cenige onbekende woor- den die niet en betekende , en geleken WL-I na het Htbrccus of Pheniciers j alfoo maakte hy haar verflagen, om dat zy niet vcrfloniea

  • t gene dat hyfcide, als alleenlijk dat hy fom-

tijds yï^ollo en ^^fmUflns noemde j onder- wijlen loopt hy na de fondamenten van der» Tempel, diegebou wt foudc werden: komen- de tot die floot en fontein daar het begraven Orakel leidc , en in't water (lappende , foo 'zon% hy luids -keels ter cercn polio Cfi j£fmlapii4s, en riep den God dat hy metgoc der geluk wilde in de Stad komen. Doe ei Hen hy een Phiool-glas , die hem van ymant gc- iangt wierdej dsfe doopten hy onder het wa- ter, en fchcprc met het water en flijk ook het ci, in welke hy die God floor , cn weder mer wk was cn ceruis toe maakte. Doe hy dat C! in de handen haddc , fVide hy dat hy MftuU- p'iHs hadde. OndertufTchen keken fy hem m^ct verbaasde oogen aan , verwachtende wat'ér foud^gcfchièden, ycrwondercnde fich ov?r


of^'alfche frepheet, 369

. het ci dat in liet water gevonden was Doe Iiy het ei gebroken had , nijpende dat f met fijn hand ontihikken, en het jong ferpen- D tjen nemende, het hy het bewegen, en om fijn f, hand kruipen : die dat nu fagcn, verhieven haar ) Hemmen, en groeten hem voor een God, roepende dat die Stad gelukkig was > en wcn- ■ flen terilont van hem rijkdom mensgoederen, gcfonthcit &.C. van hier hcp hy weder ^a huis, met fich nemende den terfïont geborenen jSfiiiUpinsy tc weten , die twccmails gebo- ren was 5 want de menfchen komen maar eens ter waercit: en dat niecHcve lupiter uit een ei van een Cor^n/Sy dat is een kraitjen , / (wantfoowas fijn Moeders naam , noch uit c een Kraai, maar is uit een Ganfenci voortge- komen. Het gantfche volk dat volgde hem , zyndc van ^eefte opgetogen , en door goede hoopals rafend. By daag hiel hy de loopcn. A\s de Stad nu foo vol menfchen was , datfc die niet langer en kenden bergen, die alle als fondcr heriïenen en vcrlhnt waren, fbo fchec- ncn zy alle geen brood-etende menfchen te zyn, (gelijk de Poëten fcggen) maar die in fi- , gu ure alleen van de heeften vcrfchcefdén. In ' i Tckerhuisjcn dan op een bed fittende , 0^ die ' wyfcalshctcen Propheet betaamde, foo legt • lïy in fijn Pallcifen fchoot , den voorfchrevcn JE/crJapiusjdic fcer groot en fchoon was 5 als dcfcn fich om fijn hals geflagen had, liec hy de (laart nedcrhangen , (want was feer

P3t, icoo dat by hem van fij n baart af tot om copd'aardc neer hin?) hebbeode alleen


hcï-




28 F ó


^^o LuctANi Akxander,

het hooft onder fijn oxclen , want hy wiS fc: tam om ec handelen : maar het hoott van dien Ivncn Draak liet hy aand'andcre zydc uit fijn rok fien, 't welk van dic levende flange fchcca tc zyn , die van fijn bord tot om laagc n«dcr

honc. , . , , .

Denkt my nu ccm hmskcn , dat nictzeer

'kollclyk , nog al tc ligt cn was \ daar een ccn grootc toevloed van menlchen , die onder malkander woededen en liepen , en eer opge- togen waren, eer fy de zaak zagen : welke daar in gaande , verwonderden fig feer grote- lyx, dat foo kleinen ferpcmjen infooweimg 'dacen tot foo gr oo ten draak geworden was, en dat in figuur van een menfch , die foo tam cn traaabcl was. Zy liepen daar van daan , -er fy alles naukeurig hadd«n doorfnuftcit , cn ^vierden daar uit gedreven van die daar weder Bicuws in kwamen kyken. Vorders over dfc deur daar men m kwam , was een andere opc- ne deur daar men uic ging-, diergelijks legt men ait de MActdonUn in B^t) /o«;en deden, wan- neer yiltXAndiT de Groot foo heftig fiek was  ; %vantdicrontomdc Koninklyke Leger- plaats ftonden, begeerden hem tc fien, en voor het iaatlte tc fpreken. Enditfpcdakclfc-g men , dat defen fchelm met eens, "^^-^r fee liikwib gedaan heeft, voor nament). jk als cr rijke luiden waren , cn nieuwelingen. Zoo Jyhicrv%vaardcCr/^5, de waarheit wilde feggen, cn dic PaphUgonic» cn Pante4 ten. be¥en afnemen, dat ly lo^ bcdr<.gen zijn, • ^vam fy ^-ja bouc cn onwrltand^gc m n-.




28 F 6


l.


3;t


.n


VU


êfval/che Profeet,

fchcn , al is 'c datfc den draak met haar hoor- nen gcniakte, (want dat liet ^Uxundir een ydcr COC die wilde , ) cn in die donkere plaats dat gemaakte hooft zngen open en toegaan, cn dat (oo kunftig , dat de zaak wel een De- mocritus vcreilte , of wel Epicurns en Aïetro- dorns iemand diergelijks ; weH<e een on' verwinnclijk hart tegen fiilke en diergelijke dingen hadden , cn fulks in genen dcelege- loofden : want die wel giflen konden wat het rvss t cn foo Cy daar niet wel konden achter komen, foo hadden zy voorgenomen, alle guichclcrijcn le vlieden j het zy dan wat het mogtzyn , dat het maar enkel bedrog enge*; maakt werk was , cn dat fulks niet en koa gefchicdcn.

In weinig dagen dan quam 'er een toevloed van geheel BUhymen^ GaUfien en Thracien i: die dit cerft kwamen boodfchappen , feiden, datfc hem hadden licn geboren weiïdenj en dat die God 3 dicfe daar na getafl hadden , bin- nen foo korten tijd fo groot geworden was,en van aangcfigt een menfch geleek. Hier kwa- men doe fchilderijen, beelden, cn regelen van koperen filverjdiedienGod geleken. Eindelijk kreeg hy ook een naam,cn wicrde Glycm gc- nocmtjcn dat dooreen Goddclyk vcrs'jt welk Altxander in volgende maniere uitfprak : ik^ hen die GlyconJ) et licht dermenfchenj^etderd^ Hoed van Jupiter. Als het nu tijd wasjdatCdajn: 'talles om gedaan was) hy oraciilen uitgaf , aandcgcncdiczc begeerden, cn waarzeide , gclcgcntheic krijgende door ^nÜMits ^ die

Q^<5 1X1




28 F ó


tn Cllicitn een Profeet gc wccit , (.i!s (ijn Va(ier AmphUreus Joot was en niet meer on- der die van rfcc^«» IccWe/oo ishy uit fijn Va- derlaad gedreven , en van daar na CHUien ge rciiWoch heeft hy fig daar niet qualijk bevon- «Icn, want hyzcidc"dcCii/am toekomende dingen, omfangende voor elk ccnihiivcrof twee) vandcfc, fcg ik , kreeg hy gclegcnt- heit : want ytUxAndtr voorzeide een y der die daar om quam. En dat die God daar na zelfs ibude antwoort geven  ; bcftemmendc dan* toe een zekeren dag. Hy gebood ook dat een yder , 't geen hem goet dogt , en meelt wilde jecren, in een boekje foudc fchryven , en 'tfclve met banden tocbinden,cn met was of 'zegelaard foude toezegden: als hy nu de boek- jes gekregen , cn hcimcli)k doornen had- «le (want nu was het orakel gemaakt , en dc gordijnen hingen al) foo foude hy ordente- lijk die door een Roeper en Godsgcleerde iar ten oproepen , welke dic boekjes gegeven hadden. En als hy de God van elke zake gcr vraagt haddc, foude hyfc weder geven, en fy fouden die weder gezcgelt ontfangen , on- der welke dc antwoórde zou gefchreven itaan na vereis van de zaak ; want die God fou ant* -^voorden op het gene hem van een yder ge- vraagt wierde.

Dit was dc bedriegciri je , die voor een man als gy zyt cn ik , ïoo ik niet te veel roem , wel te fien is; maar voor dc Idioten, weJk«  haar neus vol fnothebbcn,cn ongefnoten zyn, fcbynt.hct eenoiigelocicly k mirakel. Als hy




28 F ó


êfvaljcheFrojcci. 37^^

mi vcrfchcidc konrtcn liaddc uitgevonden j om de regelen te breken, cn te lezen 'c gene ydercen vraagde  ; foo antwoordc hydaarcp 'c geen hem goet dagt : en hy gaffe gcbon Jen cn gezegde wederom, niet Tonder groote ver- wonderingcvan yderecn. Hiervan wicrdc veel onder haar gefprokcn ^ hoe het wc (en kon , dat hy wifte 't geen dat daar in ftond gc- fchreven , en van haar foo valè toegezegelt was , foo daarnicc eenige alwetende CoJheit onder khudde.

Maar gy zult my milTchien vragen , hoe hy datklaardc. Hoort dan toe, hoe ny fyn be- driegerijen aan ftclde. Dccerfte manier was aldus Jievc Ce//}// ; de agterftc zyde vanhec zegel wifthy aardig meteen glocijcnde naalc I06 te maken cn te fmclten : en als hy dan gc- Jefen had , foo maakte hy h^-t was \ve3cr warm, en wift hetdan met h.'cbanJjen van agter va ft te plak ken , fondcr dat het zege! gc- fchondcn wierd. De tweede manier was dcfc, cngefchiede dooryts iXkizzCollyriim noemden: dat werd gemaakt van Berytifch pik , lym , cn een dooVfchynen Je fyn gcitoo- ten ftcen , met was en ma flik j hier uit wierd her Collyrium toebereid, en by net vuur w.inn gemaakt , dan foo maakte hy het zegel vogtig met fpeckfcl , cn drukte het 'CoLlyriim op Jiet zegel , 'c welk daar dan ingeprent ftond. Soo ras als dit dan droog was , (want het nanftonts droogde) foo kon hy ze daar weder bi-quamc- lyk mede zegelen 5 dc b ^ekskcns doorle- fcn hebbend.*, drukte hy het zegel daar maar

7 rccf




28 F ó


374 L IT C I A N I AtexanJe,' ,

ir cc de fteen op , foo dai het niet vcrfchecMc mcc het voorii^c dit 'er op gelban had- de. Ten derden > fmect hy kalk in lym , daar men gcmenelyk de bullen mede zegelt; hier uit maakte hy made , gelyk was : als deze nog zagt was , druk tc hy die op het zegel , en trok het daar dadclyk af ; want het droogt terftont, en werd veel harder als eenig hoorn of yzer , fulks gebruikte hy gemenelyk aan het zegel tc drukken. Daar zijn noch al meer manie- ren, welke alle te verhalen, maar de walg fbudezijn , en van al die dingen kcnniffegc- nocghebt, voornamentlyk daar gyfcifsfcer nuttig en dienftig over de tover-konlt gefchrc- ven hebt, en recht bekwaam zijt ymant tc keren cn wijste maken.

Hy gaf dan oraculen uit, en fprak toeko- mende dingen , tot welke hy zyn uitcrfte ver- flant gebruikte, makende alfoo door konft het werkaannem€lyk;fommige gnf hy half of twyfelaotig befchcid , andere weder heel dui- fter, geiyk als hy oordeelde dat de Oraculen nioeften zyn  : {bmmigc maakte hy vervaart , andere maande hy aan , en dat al na hem goet dogre. Zbnimige gaf hy remedie tot fiekte > enfchreef haar een levens-wet voor i wanthy wifte (alsikte voren.oefegtheb) verfcheide medicynen. Cytmydcs wierde leer veel van hem gcprefen , *t wtlkeen verfierdc naam van een Pricfter is , die van beerc-ve: gemaakt werd. Vorders de hope , fucccnien , en aan- waiïen , als ook crfenirfcn , ftelde Iiy altijd uic tot een ander tijd; daarby feggendc : Die din-


1




28 F ó


afvalfche Profe et. 57^'

gen rullen  :^ercliicclcn , als ikfclFswil, enmyn* Profeet -i^/e.V4«(/ermy fal vragen , en vooru- licdcn beloften fal doen. Einde! / k , hcc falaris dat een iegelijk voor de antwoordc gcvcti' moe 11, was agt of tien ftuivers.

Meint niet , goede Vrrent ,djtdit lóon al tc klein ofte gering is gcwccrt , want dat beliep jaarlyx wel tot feven tig of tachentig duifcn- den  ; cn ydcr van onvcrfadigde mcnfchcn be- taalden wel voor tien of vyftïcn vragen, Vor- ders'tgcnc hyomfing, br.igt liy niet alleen door , nog hy en gaderde het niet op rot een fchat; maar hy had verfcheide mede-helpers en dienaars , welke d* orakelen in veerfen rtcl- dcn , die de antwoorden bewaarden, dieie onderfchrevcn , en dc felve imlciden , war r vooreen ydn* f/n loon ontfon »: daar roe had hy verfcheide in vergelegen pl iaifcn gefon* den > die de faam van dit orakel verfprèiden , feggende , dat hy ook voorfeide. de vlugteÜr- gen wederriep, de dieven en ro jversaanu cc Sj in de grontgegravencfchatten vertoonde > de fiekten genas , en fommige do xien opwekte. Het volk kwam daardoor met heelc troepen overal vandaan om te offeren , en dubbelde gefchcnkcn te geven aan de Profeet , . en die- naars van dien God. Daar  :^erchiedenudft orakel : ih^gtbiédt dctt^y myn Profeet en Die^^, naar met gefchenj^en vereert ^ il'^heb over my geen '^orgvdn goedoren ^ meur -voor mynVro' fttt

Maar als 'jr fommige w.iren , daar wac meer vcrnufrs by ^Yas3 cn als uiteen groots

dron-




28 F ó


3 7<^ LuciANi Alexancier 3

Jroiikenfchap weder als nugtcr wicrden, cn tcg;'ns hem coiifpirccrden , voornamcntlyk die gene , welke van Epicuri rang waren  ; foo wierdcovcraKijnguigelerie cn verfïcrde fabel door het eantfche land ontdekt ; en doe gaf hy yts vcrfcnrikkelyx uit , leggende, dat de Vontus met Atheiiien nog (oude vervult wor- den ^ welke niet en ontfdgcn regens hem o\\* fchaamdcly k uit te varen : cn gebood dat men haar fteenigen foude , foo fy haren God wil- den verfocnen. En tegen Epïcurus gaf hy dit orakel uit : Ymant vraagde hem waiEpicurtiS hy d'onderaardfche geeflen dedc:  ? foo anc- Avoordc hy , da: EpimrtiS met loode banden gebonden m het flyk fat.

Men moet my verwonderen , dat de faam van fyn orakulcn foo lange geduurt hebben , daar nogtans de vragen van dieby hem gingen, foogcleerten voorfichtig beleid waren? Aan alle kanten had hy met Efkurus oorlog , die onverfoenclyk was : en dat met alle regtcn re- den . Want met wie fal een guigclaar, dio een liefhebber is van monftersen vrcemdighcden, cn een geflagen vyant der waarhcit beter korn i\zn oorlogen , als met Epcurm , een man voorwaar, die denatuar doorkropen heeft , cn die alleen de waarheit hier in kon bemer- Jcea? Want hy was een vriend van VUta, Chryfipputi^ï Pyth^goras , cn hadden grootc vrede met clkanücr ; maar dien onhandclba- ren Epicurm ( w^ant foo noemden hy hem ) liep hem magtig in 't oog , cn dat met rcgt , dib <lit alles belie'gelyk cn bcfpottclyk agtcdc.

Daar-




28 F 6


r 'i

' r

'I f


1


ofvalfcheFrofeet. z;/

Da.irom hatcde hy onJcr de Pontife StcJen , ^maprim aldermccft , om dat daar ecni^c waren , die het met Ltpidus liicldcn , cn om dat *iï dicrgelykc meer in die Stad vcrlfecrdc 77.. Hy heeft ook niemand van de ^muflrlntn tznig orakel gegeven : want als hy Hg vcrltou- tc aan een Óndcr-Borgcrmecik'rs Broeder te a nwoordcn j ging hy fecr bcliggcl vk heen 9 foo dat hy niet een bekwaam orakel kon vci- finncn nog uitvinden , om dat hy niemand had die het hem doe kondc vet fieren. AVant aïs hy hem , die van maagin-n klaagde , wilde vcrkcns-voetcn mcr kuikske is-bladen voor- fchry ven , foo dcdc hy fulks in volgende toon mcr kwaatGriex, Mdlhatx ihoriiom hiere kjrnincue ftprtdrbi.

Hy toonde dik wils (als gefegt is) een draak, cn dat aan die maar wilden , nochtans niet ge- heel yk , maar mccft de ftaart , en het overige, doch het hooft cn liet hy niet ficn , 'c xvclk I .y m fijn boezem verbcrgde. En om het volk noch verbaafder tc maken , beloofden hydat hy dien God foude laten fpreken, cndathy fondcr uitlegger orakelen (oude gevc i. Daar na foo nam hy de darmen van een kraan -vo- gel , cn ftak die in de lyncn kop vande draak, door welke y mant fprak , en antwoo 'de'c ge- ne buiten gevraagtwierde , foo dat het volk meende dat defen lyncn^/fM/rf/>/Msantwoor- dc. Zulke antwoorden wierdender gegeven, die van hem fclfs voort kwamen , maar dar niet aan alle man in 't gros, mnar aan <!e voor- frame cn rykc die mcci gaven, 'c Geen Seve-

rianus




28 F ó


378 Lucia NI Akxander

rianus kreeg , doe hy met het krygsvolk na ^rwem«» (oude trekken, gaf hy klis j hem aanmanende tot een inval in die Contreic, fcgc hy aldus: De Parthersen Armeniërs met *er haaft t'ondergebragt pijnde , fultgy na R^mtn en na de hjiire flroom des Tybengaan, met ftraUn om u hooft gel^romt T^tjnrle. De woe- dende K^itiis geloofde .lat , maar het viel heel anders 11115 want fijn Leger wicrde van Or- ti)ryades gcflagen. Doe dedc hy dat orakel ■\veg> en gaf" weder een ander: Strijd niet te- gen de Armeniërs  ;ipant het isniet goet , opdat ugeenmjtn in vromven l'Jeederen d^orfchiet, en van het leven berooft. Dic hadde hy fcer Joofelyk verficrt; want a's hc: anders uitviel, foo wift hy het goct te maken , met andere ia de plaats te geven.

Eer de fiekcn fticrvcn /cidc hy haar altyd te voren , datfc weder haar voorige gefonthcit foudcn krijgen : maar als fy geftorven waren , foo had hydately kal een ander orakel gereed, dat heel anders luide als het vorige : Floud op hiilpe ft doen aan een flerfeljJ^e Zjiek^te , de dood: isnaby y die niet ontvlugt l\an operdcn. We- tende nu dat in Clarem , Didymen en MalUm- ook orakulen gegeven wierden , en dat fy ook <loor diergelyke konft van waar te zeggen vsrmaart waren , die maakte hy ook tot vrien- «len, fendcnde verfcheidene raadflagendaar na toe , met de(è woorden : Gaat na Claron toef om mynV ader te hoor en, Ic-ndcyGaat na de Branchldifche Tempels , en vraagt daar het Orakel, En wederom, GaatnaAiollon,




28 F 6


of vaijcheyj Tfopbeet. 379

in vraagt d'OraJ^elen des Profeten ^mphi^ lochiit.

Tot nog t03 van 't gene hy in de Lantpilcn van fijn Vaderland bedreven heeft, tot lonten, CUïHen, Vaphlagonïen en Galatten toe. Maar als het Orakel in Kxlien en te I{,men qii im  ; foo was'cr foo een drift dat d'cene haalbede voor de andere cc gaan , zoinmige trokkcndcr aelfs na toe, andere zondender hccnen, voor- nacnentlyk , die r.jk van miUdelen waren , en t welkers authoriteit in'tllijk veel vcrmogt. Van f Welke l{i4tllianus O/erllc , en als Vaandrager >' 1 was, een man anders cerlyk en vroom, cn van groote deugden, in veele Roomfe gevechten: maar wat de Godc» aanging, niet wonder wijs : want di; hem wat vrcenits wys maakte, cn maar een beolide of gekroonde ftcen wees, daar fou hy voor op Ci]n knicn gevallen > ca aangebeden hebben , cn fou daar beloften aao^ doen , oni goederen en blyd/chappei te kry- gcn. Zoo ras als defe van het Orakel gehoort hadde, zoo fchecldcn het weinig , of hy zou fijn heir verlatende wei na ><'io»f .Ti uur ge- vlogen hebben  : hy fond daar d'ecn v.jord'an- der na toe. De gene die daar gcfon len wier- den , waren Idioten cn o nvvetend j Slaafjes , die lichtelijk bedrogen weder t'hiiis quamen , vertellende een deel 't geen zy gcfiei hadden, cn een gedeelte als ofzy hetgelicn orgchoorc hadden , daar by noch een hoope liegende om het hem dos te aangenamer te maken, j^,-, I Z/ hit Hen d:;n ongeluk kigen gryzaart aan, cn brachten hem tot een g<ootc rafernic. K v on-

dcr^uflchciv




28 F ó


380 LuciANi Alexander^

dcnufTciicn by al fijh vribrtilcri gaandcv'^^ ^^Y ^ fccr vcci hadt> cn ook machtige, zo verhaalde I hy/t gene )iy vcrftond van die gcnc,die hy ge-  » Tonden had , cn roor een gedeelte die hy felvc i figureerden: en op dc(e wijze vervulde hy daat % dc hcelc Stad mede j cn mankte verfcheide l gaande 3 ook ecnige van dc Hovelingen r van i! mike ook fommige begeerte kregen, om oo!c I Van haar eigen zaken te hooren.

Vordcrs foo onthaalde ^Uxander \c vrccm- dtlingen fcer vriendelijk , als fy hem met fccr kofielijkc cn deftige ge/chenkcn vereerde, (oo fond hyfe wederom tot hem: zeggende, dar fy, ^ niet a!lccr>de orakulen foudcn bocilchappen, maar ook ter ccren Gods fingen , cn cenige vrecnide dingen van het orakel en hem foude liegen. Defendrydubbeldenfchelm had ook bedagtjdat fccr aardig was en ingenicus,*t welk i van geen gcmccne boef voort kwam. Want als hy de boekjes ontzegelt cn open gcbro' n had j lo hy iets vont dat pericultiis was on dc vragen , dat hiel hy by fig , cn gaf hc: "wederjwaar door hy de fchuldige,en leen de flavcn uit nootfakchjkh.^it fig ^ maakte, voornamentlijk , aJshi^ar'inurn lui ^uam, waar over fy hem quamen vragen. Hy feide dat het betamclyk wasjdatjdic rijk cn vcd goederen hadden, zulke vragai voorllcldcn. Hier kreeg hy veel gcfchenken van  : en fy wi- i\tn wel datfc in fijn netten gevangen waren.

Ik wil hicreenigc antwoorden vcrhalen,dic hy HjitiliMHut geantwoort heeft. Als hy hem wocg na fijn ccrfte Vrou$ Soon,welke fijn ja- ren




28 F 6


ofvaljche Profeet, g g i

ren haddc om tc ftudercn , wat Mccfter hy .hem beft geven rou,ant\voordc: Pythagoras^ 4iefi deftig deOorlogs Jlagen fingen na ecnige dagen het kincgcitorvcn was , was hy beteutelt,niec$hebbcnde om dcbcÉchuIdi^ers tc antwoorden , die hcc orakel niet voor goct keurden. Maar dien goeden I{utilianus Ici dat felvcr uit, en defendecrden het orakel, feggen- dc, dat dc God daar med^,gcmeint had , dat- men het kint gecnMccllcr uit de levendige (ou kicfen , maar liever Vythéigoras cn Homerus , die wel cectij J$ gelccfc hadden, met welke hy zonder twijlTcI vcrkeeren foude. Wat foude- men het .^lexander dan ten quaden afnemen , zoo hy fulke trouwe hulpers heeft , die hem Tielpen bedriegen? wederom , als hy vraagde 'wiens ziel iiy haddc, antwoorde : eerji tvaayf gy  ?ci\bcs Soon , daarna Monandcrs, daaf tia diegy nu yjt , na defen fult gy tporden de Jiralen van deSon , gy tjult honden en acht en tachentig jaren k^rygen. Defen (herf, alshy tfeventig jaren was, door een rafernie , die hem van God toegcfonden wierd  : alhoe- wel dat orakel van de God zelfs gegeven was. Als hy hem ook vraagde van een Vrouw te* trouwen , antwoosde hem voor de vuift aldus, trouwt de Dochter van^Iexander en de Maan.

Daar had wel eer een gerucht gcweeiè , dat hy een Dochter hadde , uit de Maan ge- boren, dat de Maan op hem was vcrfbt , als zyhem hadde ficnflapen. Want dit heeft zy gem«en , dat zy op de fchoonc Jongelingen

d c




28 F ó


LuciANi Ahxander^

die flapcn,verfot wcrt. Vorders delên voorflg- tigen^»r///a«»x, en wachten iet lange, ter- li ont gaat hy na de Maagt toe , dc Bruidegom zynde t'fellig jaren , cn hy beflicpfe : zyn Behoud-inocdcr de Niaan met een oftcrhande van hondeit Ollen verfoencndc. Doe meindc hy dat hy ook een van dc hcmclfche volkeren >vas.

Als hy dit nu fo eens 'inJUlltn hadde gedaan, begon hy al hooger en hoogcr dingen aan te vaarden , cn zond fijn Oraculcn door het gantfche Rooms gebied henen : voorrcggcndc de Srcdcn jhaar te wachten van de peft, brand, cn Aartbevingen. Beloovcndedathy haar rc- mcdicn foudc geven, om zulx voor te komen. Als nu fich de Peft vcrfpreide, zoo gaf hy zelfs een Orakel mondclyk, en tot alle de volkeren fond, bcgrypendc het in een vcers : Ven onge- fihoaren Apoilo vtrdryfldeVefi-mlk. Dit veersjcn was voor y dcrs deur gefchreven , als of het een middel foude zijn tegen dc Peft. Maar dat gebeurde in verkhcide plaatfcn an- ders; waar dat dit veersjcn voor Itonr, wierden meelt door dooden uiigelcdigt : niet dat ik feg dat dit vccrsoorfank van haar doot is gc weeft, mnnrdat gcfchicde in dcfcr manieren by ge- val.

AVantverfchcidc waren op het vcers geruf?, en leefden doe forgcloofer , niet anders tegen dc Peft doende als dit Orakel: als of dcSylla- ben en Letters voor haar vechten fouden , cn alsofdenongefchooren^^ol/o, die peft met pijlen tc fchictcn foudc verdry ven. y hadde




28 F 6


1. 1


of vaïfche Propheet. 383

te I\onicn verfcheide vcrfpicdcrs van fï/a iadtien en aanhang , \vclke hem aanbrachten hocydcrgcfintwas : en ecrfc haar tot hetO- rak cl gaven , (êiden zy 9 "\vat een yder vragen foudc, en wat zy beft begeerden: omdathy onderrecht foude zyn, eer z.y quamen tot hem om het Orakel te vragen. Defe en dicrgelyke hunsjcs rcchic hy meer aan in dcltaliaanlè Ste- den. Behalven defe dingen, Itclde hy ecnigc intreden in , dragen van toorfên in dehandcnp en ecnigc heih'ge ceremoniën , die diy dagen achter een gcduurdcn j en op den eer Oe dag,na de manier van dc ^vifot»iewy«ri,gefchiedcrdcr een uitroep, aldus: zoodereenig Atheift , 'Chriften , Epicuur , of eenig ander verfpiedcr der verborgcnthcden , by komt , Iaat die ver- trekken. Dic defenGod geloof geven, en gc- hoorfamcn , fal deel krygen aan de/ê hcilig- heit. Str.ix daarna wierden fy uitgedreven , hy ging voor en feide : dc Chrilttnen wer- den uitgedreven. Doe riep daar toe de gantfc menigte : dc EpicHreen werden uitgedreven.

Docvierdemen het Kinder-kraam van La" Una. , en ^ polloos geboorte-dag : dc bruilof- ten van Coronis , en dat ALfcuUpius geboren wierdc, en d'andere digGlycon ter wercit quam , dat een God was. Or de derde dag vierdcincn de bruiloft van Vodalier met ^^le- X4nders Moeder ; defè wier gen ocmr, cn daarom brandemen dat Dadis , dat is, Fakkelen. Ten laatftcn dc liefde tuffchen de Maan en ^iexander-y en de aankomende Vrouw van /C»ri/ww«/..Hy droeg een Pakkel,




28 F 6


384 LuciANi Ahxandcrl Cidc Endjmhn yiUxdnder maakte ver- borccntheden ; als hy in 'c midden Icidc te napen , zoo n> ier hy door het oppcrltc van het dak in plaats van de hcmclfche Maan, van een leer fchoonc I{utUU beklommen , zijnde een fekete huisvrouw eenes overftcn des Ket- (crs huis,\velke om dat fy ^Uxander hef had- de , zoohaddchy haar ook hef. Zoo dat fy voor de oo^en van haar fchelmachtigcn man , in'i pubHcq omhelft en geknft wcrdc: en foodcrgcenvcrfcheide toortfcn ge%veeft wa- ren, foo zouden fy welgedaan hebben, van 'c pcne men gewoon is onder denbocfem te doen. Een weinig daar na foo ging hy iniiiet rriencrhjkc klederen, mctcengroote Itiltc. Daarna nep hy felfs luids kcels uit met een helle Hem IcC7/yco»-nah.em fchreeuden ecni- oc ^veIfchrceuwcnde mannen, te weten , cc- rigc VaphUgonï:^ roepers, met Carbatynz.e ko^ifcnaari , welke alle na de look ftonken,

lo^Uxander. , Onder het toortfcn dragen , en onder de

Myllize of verborgene danfen,zoo ontb oote h/fijnknye, 't welk hy buiten twijffeUlw.!- Icns dedc, om datmenfienfoudedathetvan goud was: 'tgcnc na vermoeden met een ^erouldvel bekleed was, 't welk doe blonk door het licht der toorfeti. Ondertuflchen als'er twee van die rang , die al w.,s zynde gek zijn , hier over bcgcnncn te twiften , of hy de zS van PythagoMdc, om de goudedyej of dat hy e-^n aSder was,die i^^^^^f ^^^^^ wasi defetwift-redcnwicrdc ondertufïchen


i




28 F 6


of valjche Profeet. 3 3 j

rot ^Uxander gcbmcht  : doch de Koning Glycon heeft dc faak rcr nerr gefet ; zeggende, de c^iel uan Vyih^gomjïerft ^ tn wert weder herboren , maar de -i^/e/ van den Propheet , is tan een goddelyk^e eigef.Jchap , defen heeft de Vader ge [onden tothulp van de rechtvaardige engodja/ige. En wederom : hy fat weder tot Jupitcis Palleis h^eereUj die met de b'Jxem van Jupiter geraAh^tit.

Vordcrs liet hy verluiden , dat niemant dc kinderen bcflapcn linide, als ccn fcheln^igtigc daar; noditans kon die Toorrrctfciyke man fig tiaar fclfs niet van onthouden. Hy iiad het gebied over dc Pontiz^e en Paphlagonizjf Ste- den, zoo dat hem in het derdejaar ver- fchcide gefonden wierden, die fich ter devotie van dien God onderwierpen , cn fijne lof-ty- telen Tongen. Maar hem moeilcn de aanfic- nclykfie en befte gefonden werden : te wctcii de edele, die in 't flcurtjc waren, cn vau (choonc gedaante. Welke hy opfluitcnde, als gckochtCjtot fijn welluft gebruikte , was ge- woon haarop alle manieren tefchcndcn. Ook had hy een wet gemaakt , dat hem niemand kuflèn of omhel fcn mocht , die ouder was als achticn jaren: d'andere gaf hy maaralleen dc hand tc kufTèn , manr die in 't bloemtje van haar jeugt waren, gaf hy alleen een kus. Dcfc wicrdcn dan een naam gegeven, datfc noch in de tyd van het focnen waren. Alfoo bedroog hy de plompe en zotte menfchen, gcduurig vrashy met fijn fchelmcrien bcfig, altemets i k^-oop hybyandcrncaiis Vrouwen onder, of

K hy




28 F 6


3S6 LuciANi Alexandefy

hy fehonde hare Kinderen. Het was y tj grootfj en yts daarfe na wcnllen, dat hy ymants Vrouw maaralleen eens aan fag. Maar als hy ymant een kus gaf, zoo mcinde een ydcr dat alle geluk tc gelyk in dat huis Toudein- vloejen.

Daar waren ook geen weinige, die roe- mende by hem kinderen gekregen te hebben , 'c welk hare Mannen zelw getujgdcn. Ik moet u ook een t'zamen-(praak verhalen vanG/)con en een Pricltcr, een Man van Tlamtti wel- kers wysheit uit fijn vragc wel af te meten is. Dit heb ik eerdaags gelefcn 'mTien, ingulde Letteren gefchrevcn , in het huis van dc Prie- ftcr: wie zijt gy Koning <7/;con? zegt hy, ik ben , antwoort hy , den anderen JE.fcuUfms ^ Is'cr een onder als den ecrftcn  ? Wat fegt ^y  ? 't isonreddykdat gy fulx hoort. Maar hoe veel jaren zult gy by ons blijven , en oraculen geven  ? tot dry*i1uizent Jaar. Waar fült gy dan henen gaan? ha Boet]tn,Qn in die Land-Hreke. Want het is behoorlyk dat ik de BurhAren met mijn tegenwoordigheitbe^unfligr, maat die mdcre Orakelen die tc Didymen, CUron , en Ddft gegeven werden, komen die van den Autheur ^/>o//o fclfs, of is het mifarydclheit?, wilt fulx niet onder/beken, 'tis niet goer. Vorders wie/al ik na dit leven werden? een Kameel; daar na een Paart , na defen een wy$ Man , en niet minder alsdcn 1'ropheet ^/ex-. ander. Dit is dan de t^zamen-fpraak met Gly ion en de Prieltcr. Daarna gaf hy een O-^kel n vcerfcn, wel wetende dat hy een vricnt van




28 F ó


of valfehe Fropheet, 387

Lep/dut was : gehoorfaamt Lepidus ttïet, n>an^ hem hangt eenT^aarnootlofoVir hei hooft,

hy was fccrangüig van £picHnfs,gc:h]k wy boven gefc gt hebben 5 om dathyeengekorcn vyant was van fijne konft cn bcdricgerien. "NVjinrdaar wnsccn Epicuretr^ die fïch ver- ftoutcdcdecs en gene dingen met hem tedif- putcrcn jdnar verlchcide luiden by waren, defe raakte bykans om het Icven.Want hy ging daac by , en feidc met een heldere ftemme : gy ^ lexander hebt een p4t/)/>/4^orer geraden, dat hy fijne Slaven by den Gouverneur van GdU" tien fou laten dooden , als offe fijn Soon om- gebracht hadden,die te ^lexandrien ftudccr- de : en fiet dc Jongeling die Iecft,cn is behou- den wedcrgekomen,daar fijn Slaven nu om- gebracht zijn , die om uwent wille de wilde Dieren fijn overgelevcrt.

Vorders was'cr diergel i jx gebeurt. Als de- fen Jongeling tegen ftroom was na jEgypten gevaren , zoo is het Schip van de baren over- rompelt; zoo had hy goet gedacht ook na ƒ«- dien te varen. Dcrhalven als den Jongeling lang vertoefdejzoo mcinden defe ongelukkige Dienaars, dat hy in dcniV^ gevaren zi jnde,en dat de jongen van de roovcrs, dieder doe gra(^ Teerden, omgebracht was, foozijnfe i'huisgc. komen , en boodkhapten dat hy verongelukt was; daar na heeft het Orakel gefproken, dat men haar vcroordeelen zoude. Onderwijlen komt de Jongeling t'huis, zijn reife verhalen- de, dit was 't dat hy fcide : ^Itxander dit loerende , dat men hem begon te verwijten ^

R i ea




28 F ó


g88 Lucia NI Aiexmtaer

cn van leugcnen tc befchuldigen , wierdc heftig van toorn , en gebood dat dic daar by Hondcni hem ftecnigen zouden , zoo fy dat niet en deden: dat men haar voor god! oofè en JSy$cHTifitn foude houden. Terwijlcfy hem fcegonden je Iteenigen, zo wasser een Man gc- naamt Dtmojintus, die daar in Vonüs verkeer- de, defcn bedekten hem met fijn hchaam , cn beichcrmdehcmvandedoot , anders hadden iy hem met recht doot geflagcn. Want wat hör&ccn.onder foo veel uitfinnige alleen wijs te zijn, ej^fich door de gekhcic der PaphUgp- mts ecnpba? op fijn hals halen  ? cn dit gc- i)curdehem atfoo. OndertulTchen bycen roe- pende de gene die yts voorgeftclt hadden, volgens d'ordcr der Orakelen (want dat ge- fchicde daags voor deantwoorde) zoo vraag- de de Roeper of hy waarfcggen wHdej hy antwoordc hem van binnen , aan de galg met foo ecnen: men hoorde zoo een niet onder het dak te dulden , noch water noch vuur te geven: maar men hoorde hem van Land tot land te vervolgen , en als een godloos , en God-verachter,of Efkurlfi te houden: 't welk ftetaldergrootrte verwijt was.

^/«;r4nc/er dcde ook y ts belagchelyx. Eeni-

ocfententienvan Epcuius gekregen hebben- 3e/t welk een boekjen is, als gy weet, dat leer fraai i$,en kortelijk de leere van Efk.rtis om- helft 9 zoo bracht hy dat in 'c midden van de ( markt, cn heeft het met vy gen-hout vetbranr, \ alsofhydenAutheur zelfs verbrande: cn dc \ aflcfmcethy indezee, cngafdaar over eet> j




28 F 6


of valfchen Tropheet. 389

Orakel uit: Jf\ gebiede dat men de decreten van den ouden blinden man lerbramien fal. Deler» Ichclm cn üvcrdnctuc niec eens, %vat al - nutmcnuitdatbockjcn haddc metlefcn, wac Uil een ru(t en vryhcit het maakte, ^va^t het be- [ ( vryde ymant van alle angtten , gcllchtcn,- fehimnieii en fpoken: Het benam a!le ydelc hoop , en al te groutc wel luiten , het maakte een \vjjs verihnt , en plantedc de waarheit , het zuiverde t'ccneinaal het gemoed, met door fakkels , fpillcn, of andere vuiligheden , maar met rechte reden , waarheit , en vryfpre- ken heit.

Hoort eens onder alle fchclm-ftukken een, dat het aldcronbclchaamftc is. Als hy voor hem in't Paleis geen kleine weg gebaant had- de , en in de Keilcrlijkc zaal, want JijttiHanus hielp hem daar in , cn prees hem. Als nu den Oorloog in Düitflani fecr heftig was , en dc I>ivus Mi^rcnt tegen de Marcoynanmn en Quaden floeg , zoo liet hy een Orakel verlui- den, door welke hy gebood, datfe twee leven- dige Leeuwen in de rivier J)<tw« t l/I* foudeu fmijtenjmct verfcheidcn reuk- werk, cn heer- lijke heiligheden. Maar het is belt dnt ik het Orakel fclfs verbale: j\ gebiede dat in de vloed "van de rivieren i die l ervult is van dejlag- regens des Ilf > i s , tiveeC behze dienaars ge- iX'orpen werden, well\in *t wilt op de bergen ge» Doed tjyn : en dan foo veel ruikende bloemen en k^ruiden , als het Indifch kjimaat voort- brengt : «^oo faldadely\y\Borie volgen^ vrede en glerie.

R 3 Al$




28 F 6


3$o LuciANi Alexander ,

Als Jit nu op fijn zcgt^cn gedaan \vas,en al de Leeuwen in 'c LnnJcvan de vyandc over ge- zwommen waren , zoomt inden de Barbaren •lat het honden of k.itcen waren , en keerdea haar met ftokken at. Maar de onfe kregen t'eenemaal de nederlaag , zijnde byna twia- rig duifent verdagen. Dees en diergelyke dingen zijn in ^qmlien gebcurrj hetfcheeldc weinig of die Stad foudc ingenomen gewor- den hebben. Maar dit Delf hut Orakel , dac van Crjifrs gegeven was, heeft hyfoo wac fchraahjes verdraait» feggende, datdieGoi veel vi£ioric voorfcgt hadde , maar niet uit en icidcn, offe aan de Roomfche zyde, of aan dj zyde van den vyant foude zyn.

Als'ernucenigc menichten in de Stad gc- vloeit waren, en'de Stad doordc menichtc ge- drukt wierde van die om het Orakel quamcn , tot dat'cr <»eeri lecfcocHt t»enoe<' en was, foo verfonhy een foort van Orakels , die hy dc Nacht -orakels noemde. Want hy was ge- woon, zoohyfelfszeid:, op de boekjes ts flapen , en in d:n droom goddelijk vermaant zijnde, antwoorden hy: doch niet zekers , maarconfuis endjbbellinnig: voornament- lijk , alshy eenige boekjes fagdiefeer forg- vuldiggezigelt waren. Want op dcfc wijle kon Iiy Tonder ontzegelen , da ir over f-ggc'i wat hy begeerde , en maar inde Cm Cchoot : mcinend/dufulx-met deO^akuIen over een quam. H'er toe waren ook n>iamige uitleg- gers geddt , die veel 2:ehs kregen van dicfc onc fingen, om die uit ic legden, en tco;uvoa-

wen :




28 F ó


F tf *vaïJcheThiIofooph, 391

wen  : en dac was haar gebuurt beroep. Yder nitlegger moert aan -/^/exrfffffc»* een ^thtent

talent betalen.

Zomtijdsals'ernicmantquam om te vragen, ofniemantgefondQnwas , ofniemant  ».Maren was, nochtans gaf hy al Orakulen uit , om de gekke menfchen alfoo in een wnan te houden: yts diergehjkswasdic  : Zoekt defenop, die wet ten V rouTP^fchoon van aanften en oogen.fonder mten, gcboeieertheejt . gyX$\tiho[ , hy is de vornaamjie der SUven , die dit alles geraden heeft. Gjy hebt haar bloemt je gepluh^ j defe on- tere doet hy u aan , dat hy by fyns H teren vrottrpe flaapt Want dele hebben u^er.yn be- reit., (op dat gy niet en hoort of fiet, ^t£enejy uitrichten) §n dat heimelyh^. C) fait hetfenyn onder ti bedfiede vindetty naap de munr , ondet, uw hooft peuluiv. Fan defe mifdaat heeft u Slavin Caiypfo tvel geivetan. Wat Democritus foude /liet beweegt wcrdcn,danrmct naam ca toenaam, man en pl.intrcbciKiataai\tc wijfen in *t openbaar , maar hy foiidc tcrOont tegen d'aarde gcfpogcr. hebben , zoo ras hy de be- driegeric gchonrt hadde. Ook antwoorden hy dikwyis de Barbaren 5 zoo ymani hem in fijn eigen Moeder- taal vraagde , te weten, Sy - ri[ch oï Frans j zoo was het hem onmogelijk fuiken n.'.tie te vinden, van die datgevraagc haifvien  ; daarom wierden de boekjes lange by hem gehouden, eer hy haar antwoordc, op dathyfcop Ojn gemak mocht openen , en on- derwijlen vinden die defelve uitleiden. Dit Qrc^kel is aan een Scyt gegeven : Aïorphi ebar-

R 4 gulis,




28 F 6


L u C I A N I Akxan^er ,

oulisindefchadum Chncnthil\ran\y verlaat oef licht.

Ah'er nicmant by en was > zoo fprak hy


Mangus , Celer en Bubalus > dU oo\ in dt

Hoorc nu een weinig van \ gene hy my gc- antwoorc hcefc. Ik vroeg of ^Uxander kaal van hoofc was : ik haJ de boexjes, of liever bcrdekens,opcnbaar en fccr accuraat gczegclr, zoo wierder een nagt-antwooide gcfchrevcn: Sabar DnUcbi Minach , >4ttis was de andtr. Wcdcroii yA\s ik m^t verfcheide berdekens de zelve vrage voorgellelt Iiadde , te weten , of fltrmUs Propheet van de Stadt was , en da^ eens dan met does , en dan met gecne naam : ©ndereen ander fchreef hy , bedrogen zijnde vaneen jongen, welke hy vraagde waarom hy ORam; om een remedie , fegt hy, voor pijne in de zyde. ik^g^b ^dtu Cvtmïs, dat h met de dAHW van L^iom fnltbefmeerea.

Een ander antwoorden hy , als hy gehoort hadde , of het beft was dat ik na Italien foude varen, ofte Lande gaan , zoo antwoorden hy yts, dat na geen FJomtrHs rooV : neem u reis te voet.vaartmtt geen Schip ter t^ee. Verfchci- dc dingen heb ik tegen hem in 't werk geftel t, van welke dit een was. Ik (chreef een vrage in


acht, finocrcndcdaasecnnaambv . endede


of valfche Vropheet,

daar noch acht dragmen by > volgens gewoon- te. Maar hy op het geit vlammende, ander- deels ook op dcinfcriptie van het boek: 200 fand hy voor ccnc vraag, ("welke was wanneer den bedrieger ^lexander foiidc gevat wer- den) achtderici Oraculen,maar die nog hemel aJs men fegr, noch aarde raakten , maar abfur - digheden , dieallo moeychjk te verftaan wa- ren, 't Welk hy daar na verltom , als ook dat ik fsjitilUnm van het trouwen wilde afraden , cn dat ik hem ried dar hy geen hope flellcn foude in zijn waarfcggen , want hy hare my gelijk het billyk was, en oordeelde dat ik hem een gefworen vyant was.

ri//<tn«x op fckerc tijd namy vragende, heeft hy aldusgcantwoord: FJy heeft vermaak in nachtloopende hoereriy cn in fchandeleufe by- fapen. 5umma, hy had groot recht om my te haten. Als hy hoorde dat ik in de Sradt ge- komen was , foo verliont hy dat ik Luciami W-as : (maar ik brogt twee Soldaten met my , d'eene met een lans, en d*andcr met een fpics, - welk ik van dc PriTes uit Capadocien gekregen had , die my een goet vriend was , om my na de zee te brengen) hy ontbied my, cn dat fccr vriendelijk cn beleeft. Als ik by hem gekomen was, 200 vond ik verfcheidcrerfooncn by hem  : daarom was het een geluk dat ik de Sol- daten met my genomen hadde : doe ftak hy zijn hand uit , gelijk hy ordinarisdee, om gc- kull tc werden : ik neigde my daar toe , als of ik hem een kus wilde geven , cn ik beet hem lomer in dc hand , . zoo dat hy byna lam was.

H 5 die-:




28 F ó


die cUar doe prcfcnc waren, wilden my om dcit lialsbrcngcn , alsof il< Kerk roofbci;aan!iatl: want zy hadden het al van 't begin qua!y?< ge- nomen, dat ik hem yflexander, en geen Pro- pliecc noemde. Maar hy hiclfich heel ge- nereus, en hiel d'andere tegen, (eggende , dat hy my wel liaall vrient (oiidc maken, tooncn- de wat Glycon doen konde , hoe dat de gene die wrcet en brutaal waren , die kondc rem- men, en tot vrient maken. Hy fontze doe alce- m^mlweg, zeggende, dat hem wel bekent


my ytsquaats gedaan had,dat ik hem fulx aan- d-dc , Nvant ik kondc door hem tot groote fi- kcn komen , feide hy  : onderiufTchen ik nam fijn vriendelijkhcit en belecfthcit algcern aan, overdenkende in wat gevaar ik daar was. Een weinig daar na quam ik voor den dag , met hem verrocnt z jnde. die dat nu lagen, rchccn li3t wel ongeloofelijk toc,dat ik zoo haaft ver- andert was. r J \ Ah ik nu iiier na wilde rcifcn, zoo fond h aldcrleigcfchenken, (ik was daar hy geval al L^en, mS J^enofhon de Vader, met eemgc an d-^rc van de mijne , in ^mafnm gc fonden) en belooft my een Schip te vcrfchaffen, en ee- fiiPC roe jcrs. Ik meinde dat dit alles heul -jc; cn beleefdelijk toeging: als ik nu m c midden der zee was, zoo fag ik de Stuurman fchrcijen , niet wetende waarom hy d'andere Schippers t^gen fprak, zy hadden geen groote hoope van 'c oenc gebeuren foude. Want ^- l'exander badde hcmbehlN datfe my van Voven neer m


^'t e;cn ik f^tilutnus geraden had  : ot ny


7-




28 F 6


ofvalfchsn Propheet,

de zee fouden (mijten, 'c welk, indien het oq- fchict hndilc, hei fouJc hem qunlyk b«komcn hebben : maar de Schipper dic fchrcidc, bragt te wege datfe my geen qiuiat en deden . Maar tegen my fprak hy  : ik ben nu feftig faren out , gehjkgyfiec, cn te voren heb ikaltyd ml en onberifpehjk geleett , en nu wil ik niet in mijii ouderdom, daar ik Vrouwen Kinderei\ heb ^ mijn handen aan fonfchuldig bloet leggen. Toonendc alfoo tot wat oogmerk hy ons gefcheept, en wat hem ^Uxander gebo- [ den hndde. Onderwijlen quamcn wy te ^l- giienj van welke die defti^en F/omerus gc- denktj/y z^end haar koers achterwaarts. Daar qnam ik by geval by cenigc Amballadeurs van Bofphoren , die daar vcrby wilden varen , dic uit naam van de KoningE upator luGithynien ïisdcn , om daar de jaarlijkfe khattingen tc rtalcn. Ais ik haar verhaalt haddc wat my «wedervaren was, en in wat geva.ir ik ge/leken 'had , en my Coo vricndcl ijk eerÜ onthaalt had- den , en hoe ik te fcheep ging, en behouden tc ^maflum quani. En dat het weinig fcheelde, of ik had om hals geraakt. Van die tijd af nam ik de wape»)en tegens hem in handen , ik bc- wecgde Hemel en Aarde, (gelijk men rcit)om my tegens hem te wreken, die ik tevoren eer hy my lagen leide, hatedc ; cn voor een groo- tc vyant hielde. Ik leideder myn t'eenemaal •p uit, om hem te bcfchuldigcn , waar toe ik een menigte mede-helpets kreeg, voorna- mcnt'ij , Philoioplien uit de School van Ti' mQctatis H eracUfjt. Maar die doe over Bithy^

R 6 Nic»




28 F 6


39) L u Cl A N I AlcxanJsr ,

ncn cn Pontus Goiivo:n:urs waren, baucri my om Gods wil, o:u ik dat nicc cii foudc docii. \V.int door ds ^cmccnfchrp dic hy haddc met RiitiliAnits , zoo kon hy docli i:it t gcftratc werden, alhoewel hy in woch foo grooten crimcn bevonden wicrdc?. Htcr door wicrd ik v.in mijn toorn wat bcdwoniicn , om het niet tc beginnen , daar dc Rcgtcr hem ccn vricnt was.

Maar wat  ? is het niet een Hout bcüaan van ^lexaiider, dat hy van den Roomfchcn Kcifcr begeert, dat ^^owimuur, /cmo;'ir///foLide ge- noemt werden? en dat hy een nieuwe pen^ ning foude I.ïten (laan , aan welkers cene zydc het bcelt van Gljcon was , en aan d'ander zyde het bcelt van ^iexander , hebbende de teikcr nen van fijn Groot- vader ^/cm!*ï^wx , met de /ikke! van Perfeus (van welkers atkomfte hy fcidc dat fijn Moeder was) inlijnham? Vor* der als hy van fich fclvcn prophcteerdc » zoo had de Godheit in het Orakel bcfloten , dat hy bondcrt en vyftig jaren foudelcvcn, en daar na door i\c blixem gcflagcn zijnde, zeer ellendig . flervcn : hy was noch geen feventig jaren ge- worden, of hy fticrf, te weten,(gelijk het een

Soon van PocUlfer betaamde) fijn been tot de licHen toe verrot, en vol wormen zijnde.

Op die tijd bevont men ook dat hy kaal was op het hoofr , wanneer de Mcdicyns hem yt$ op het hoofc leiden tegen dc pijne: 'c wclk niet wel anders en kan gedaan werden, ten zy «icnfijnpruike aflichtc. Alfoo heeft deTra- ficdic yan^UxanderQQtï eind gclud,cn dit is




28 F ó


.1


of vaïfche Frofeet. 397

i unJergnngvan diefnbcl : liet fchccn of al'c «lingcn eer iï dooreen vüorficnighcic gcfchic- dcn, daar Iicc manr by geval qunm. Nu wns'c r noch over hem ecu wanrdig Graf-fchrifc te nhikcn : en dm te (Irijdcn van dte gene die hc t met fjjn proFeticn hielden , en Hja gezworen makkers waren, te weten , die voorname bc- cUiv-'gcrs,. die fig by t\HÜlUnus hoorden te Ichikkcnjom na lijn believen ymnnt uit tckip- pen, om weder in 'c Orakel tc fuccedcrcn , cn de Prieitcrlij!<c kiccdcn, cn Propheenrchc kroonc te gebruiken.

Onder defen rang wasecnenPifwj.dat ccn Medicyn was, cn dewijl hy kaal was, zoo dcde hy niet dat een Medicus , noc'i een kaal perfoon betaamde. Doch /^«^/ï/tfnwr, zynde fcheitsman vandcfcnftrijd, (bn Ifcalleonge- kroont wederom , voor hem (ei ven het Pra- pheets-amptóa warende , na dat hy van daar getrokken was. Dit is het weinige, lieve vrient, dat ik uit veclc gefchiedcniiïen heb konncnbycen brengen. 'tWelk ik eensdeels uit onderlinge vricntlchap en ucncgcntheid gedaan hebbe, anderdeels om 11 wc byfondcre gelccrtheit , begeerte tot de wauhcit y gema- tigheit, Ihlheif, en vriendelijke beleeft heit die hy gebruikt, tegen de gene die met u omgaan -: ook, 't gene gy voor goetkeiKcnfult , om my over EptcHTHs te vrekcn, du voorwa.ir een heilig man was , van.ecn Godde'ijk vcrftant , die alleen gckent engel eert hcefr /i gene waar- lijk goct cn eerlijk was> en dic alleen alle, die met hem verkeerden, van een vryen aart

R; 7 maakte.




28 F 6


398 LUCIANI Toxaris , m.iikre. Tcnlnatftendcnkikdntdiedit bock fiillen Icfen , het hxw ecnig nut (al bybrcn- ^en , om dac'cr eenigc dingen in wederleit werden, cn eenige dingen valt gcftcit, van die in de recht-gcvoelige opinien zijn.

LUCIANI TOXARIS

Ofte

V R I E N T S C H A R

IVIiiefippus een Gricck , en Tüxaris ce7i Scyth. In defe t'zamenfpraak'viert de vrtentfchap getoojit tuffchen t'É-w Griek , 9n een uit Scythien , nemende occafie van de offer hande Me ter eeren Oreftes en Py- lades gedaan uiert ^ ondcrtuffcheu iver- den daar veel Wftorien^ de vrter.tfchap aanga a7ide , van beide zijden verhaalt : flrekkende ook tot nut van enfe Chrifte- ncn.

Mnesippus-VV Atfe^tgyToXtfr^V oftcrr gy Oreflts cn Pyladcs gy Scy- then. Houd gv die voor u Goden '

ToxARis. Afnefippus \vy offeren , wy mci- ncn niet dat*cr Goden zyn , maar goede man- nen.

Mne?. Is 't dan by 11: 1: de manier djt gy goed,- mannen, alszy geftoivcnzyn , gelijk dc Goden offert ^




28 F ó


ófVrientfchi-if',


Tox. Neen, op tlie wijle nier, manr wy ma-

len eeni^e FcclUdaijcii en Conventen ter ecren van naar.

Mnes. Wathooptgy, of wat cocts ver- wacht gy daar af? want gy kont jiar speent \veldadigheir af verkrijgen , dit gy door haar Godsdien it doet, wanc fy zijn geftorvcn.

Tok. Het cn fchaad evenwel niet , dai wy de deugden totgunlt-genooten hebben  :mnai* wy meinen dat het ons feer voordeel ig kan zijn , cn dat door die gene die noch leven , wanneer wy iiaarcereaindoen , cnhaarmc- moric herdenken , als fy geliorven zyn. Hier door mejncn wy dat'er ook zyn, die haar daar door gelyk Toeken te zijn.

Mmf.». Dat hebr |^y nietquaüjk geoordectr. Waar over verwondert gy licdjn nw zoo, drc f y Orefles cn fyUdes de Goden gelijk maakf j om dit feu vrecmt waren , of oir. datle i! , dac noch flimmer is , vyanden waren. Want m datfe Schip-breuk geleden hadden, wierden f / gevangen gebracht , om de Godinnc D'iar.x opgcolïcrt te werden : zoo hebben de Cipic r.*?, dc Wachten ,cn de Koning o ngebracht , en namen met fich de Priefk^rfch • y met Dianx felts , en begaven fich in een vairtuiojcn , Bé* Jagchcnde dc wetten der Sf^then. Z "jo gy lin.-rr om die daden ccrc aandoet: zoo fii'r gy w-l haafl diergelykc met mc i chten tot u wil krijgen. Denkt eens van d^fe die af, tor over langetoe,ofhet noemen van Orefletcn Pyla» des (b Sthyten wel ecnig voordeel gegeven heeft. Op dcfe wijfc fouhet wel haaR konnen

gefchicden»




28 F 6


^oo Lucia N I Toxansj

£>efchicden , dat qy Tonder Goden en Religie fojdct werden  : de overige Goden Iaat gy alfo met ulicdcr Lantfcliap binnen: en daar na ^aat gy in de plaats van die de mannen godde- lijke ccrc aandoen, die fulx uitgerecht hebben. Dat gy niet meer lieve rox4m , in plaats van de Goden Ortflts en Palydts ofFerdct , maar yts anders cere aandedet  : hoe kond gy liaar nu Goddeiykcecrebcwijfen , daar gyfete vo- ren voor geen Goden erkendct: en daar het doe weinig fchecldcn , ofzy \>'ierden zelfs op- gcoffert 5 aan welkcgy nu ofFcrhande brengt? het fchijnt in der daat belagchelijk , en tcgen- Jlrcvig met her gene gy te vooren gevocldcr.

Tox. Dat fijn fcer deftige daden van die mannen, Aimfippi ,diegy daar verhaalt hebt : daarfc met haar beiden zoo een grooten üuk verx dorften bcfhan  ; datfc foo verre uit haar Vaderlant over zee trokken, dat de Grieken noit gedaan en hadden,maar fy alleen het hcir van J^rgus en Colchus brachten : zijnde on- bevrecft , ^yeinig vragende na dc fabulen die- der af verhaalt wierden, dat het Lantfchap onherbcrgely k was > . cn dat*cr overal wrecde volkeren woonden, en datfe de gevangene fo dapperAtheillcrdcncn kruel mede handelden: het was haar niet genoeg dat zy maar zagen om een goet heen komen, maar fy wreek- ten haar noch aan den Koning , cn voeren met Diatt4 weg. Wel  ? is dat niet ver wonde- rcns waardig, fou men zulke deugden niet een Goddelijke eere toefchrijvcn  ? alhoewel wy fuk in 'c cerll niet in haar zagen 3 zoo houden

wy




28 F ó


4


)


êf Frientfchap. ^oi

\yj haar nochtans me voor hcroike pcrfoon.

Mnfs. Nu verhaalt gy my wat irefFjl jks cnGoddclij'^ zy daar by uitgerecht hebben. AVat aangaat het varen en rcifen , ik fojde voorwaar wcl veel Goddehjker konncn op- noemen ; onder andere voornamentlyk de Pkenkien, die nier -llcen in dj Pont tt , Mxoth, PaUis >-n Sofpborus waren, mnnr- be- varen d- Griexc en lliibinfe zecii. Welke , oinzoDtereggen,a!lellrandcn cn oevers alle jaren bcfocken , cn tegen dc winter weder in haar Vaderlant komen • houd dcfe op die wyze ook al voor Goden: alhoewel veel Herbergjes , en foute Viskoopers onder haar gevonden werden.

Tox. Hoort eens goede vrient, hoeveel oprechter wy,diCi54r!?4r«ngcnoemt werden, gevoelen van goede Mannen hebben. Wanc in ^ygot cn Aiycenen fu!t gy niet een,' confï- derabele begraaf- plaats van haar vinde i, maar byonswert een hcele Tempel getooic, die- terecrcnvan Orefles en PjfUdes o.> gerecht zijn, gelyk als het aan go-i-ic vrienden betaam- de: haar wort opgeortert, cn alL- andere cerbiedigheit aangedaan. Vordcrs du het vreemde waren en gcenjcj^tfof» , da: doet tot de faak niet, om daarom minder voor ecrlykc cn goede mannen aangefien te werd jn : wanr wy en fien niet van watLantfchap die goede luiden zijn: noch wy benyden niet loo het onfe Vyanden ziin,wanncer zy eenige deftige daden hebben gedaan: maar wy verwonderen ©ns over hare daden, 'c Gene ons oves dic

man;i:ii




28 F 6


401 LuciANi Toxaris^

mannen doet verwonderen, is'c datfc ons hebben gefclienen onder mal kandcren fccr goede vrienden geweelt te zyn, om een voor- beelt voor andere te mfen , cn dacr van als een wet te maken , gclyk als vrienden onder malkander, aan cene tbrtuinc hoorden dccl- achtigh ce zyn : cn daarom hebben fy ver- dient van de Schyten , die de liefde en vrient- fchap voor het beüc goct achitn , geccrt ic werden. Want 't geen d'een met d'ander, en d'een voor d'andcr geleden heeft ,dat hebben onfc Voor-oudcrs in een koperc Columne ge- fchreven, cn die in den Tempel v.m Ortfiis gefet ; en hebben een wet gemaakt , dat defe Columne de eerde leertucht aan de kinderen foude zijn, wanneer fy gedachten, 'c geen daar op ge/chrcven flont. Daarom fauiic ymant eerder fy n Vaders naam vergeten , dan de da- aen van s^rejus cn rj/iaues. L>aarom ly n aiC öingcnmc indcComt.'.r.CVan haar gefchrc- ven zijn, ook in den omgang dcsTcmpels wel •ernjds van d'oudc gcfchildert: alwaar gy O reflex (iet met fyn makker varende, cn onder do klippen Schip-breuk lydcndc , van waar hy gevankelijk wcrt weg ge voert, om opgeoffcrc te werden : Iphigtnia wilde haar wyen. Tegen over in d'andere muur, ii:t gy hem gcfchildert, hoe hy uit de banden ontworltclc is, flaande Theantet dooc , cn meer andere van de Sihyi en. Daar na van LafU Itckc nde , na- men zy Iphigenia , cn de Goddinnen mede. Ondertulichen de Scheten poogen vergeefs het Schuicjen tc achterhalen , met fwcnimen ,

het




28 F ó


ha: Roer v.i{t tc l^oudtii , en d.ur in lende klimme.'i. Alles onderwijlen vergeefs zyndc , zo was d'ccn en d*andcr geqaeil, of d.iar voor vreefanvle,rwoivnen aan Land: hierko i: VfA meelt bemerken, wat wcUadighcit d'cea .„ aan d'anJjr d.'de in *t t^evecht mee d^Schyten, Ai WaatdcScliilderjIcliilderdcdefebeidc on'>c- 1 1 fcliroomc voor den v/ant , wegdryvcnde de

t gcne,died'ander te lyve wiUle,en d'ccn wccr-

• j. de dc gcfcliotc pijlen voor d'andcr af: weinig ' ^ achtende oHiy ftierf , zoohy maar lijn vrienc mocht behouden , ofinlyn plaatfe de flagcn ontfangen.Hier was fogrooten wcldadighcir, en gcmeenfchap in droevige zaken , waarhcir, • . d b.'lcefthcit , betrouwen en volftandigheit, ca dat door liefde die d'ccn tegen d'andcr had Ie : .'li dit fcheen niet van me ifchcn af komltig ,maar van een hooger geell fe zyn,als vvel de gcmce- ne mcnfclien hebben, wel 'rce,ais liet v ) >( vvint gief, £o haat daar d*cen d^andef, om nt d'CCn dik wy!s wat meer vermaak heeft als l'andcr , en fo het wat tegen wint giat, vluchten zy, cn laten d'ander in de pekel iïcken. Gy \Vcet dat Scythen niets hoogcr achten als {-'lictde , cn datVr niet is daar de Scyihtn mee t op roe- men.danom malkandercn ic  !iclpcn,in tcgcn- ) (poedigc en voorfpoedigc zaken  : dnriso >k . j geen meerder fmaat by ons , als te ^ïen een vci later van vricntfchap Hierom ecrjn wy O • rejlescn Pyitdis, omdat fy deftige hngcnby de Schyten hebben uitgerecht, en milkandec ■' ■ CaOi trouw in liefde byliinden  : *t '^ene wy aieciWcrwondercn. Uit defe daden hcbSe i




28 F 6


404 L u c 1 A N I Toxaris ,

zy van ons  !»emeritecrr,dat zyCor4>-/genocfr.t wicrrilcn; dat is in onfe taal foo ve-ji cc fcggen, alsGc'dt.nj die b::rchcrmcrs zyn van dï lief- de cn vricntfchap.

M NES. Toxaris, de Schyttn zyn niet allecir uitfkkend geweeU in boog-fchicrcn , en- uitHekende in den Oorlog, maar fcbyncn ook in het bidden en aan te raden dealderbe- qnaamfte: cn gelyk het niy tc vooren heel andersfcheen; dunktmy nu dat gv fulx met alle rechten reden haar beide onder de Goden gebracht hebt. Ook wift ik nie: datgy zoo goeden Schiidcr waart. Gy hebt 011$ fcer a+gepenccelr j *tgeen in Ore/l«  Tempel ge- fchiidert Ihar, de {"childerie, *t gevecht, en hoe d'cenvoord'ander de wonden wilde ontfan- gcn. Alhoewel ik niet geloof dat de vrient- Ichapwcl eer by dei" c^/Z^ew 200 ge eert isge- ^veelt ■ voot nament lyk, om dat het Barbaar (ê wÜde menfchen waren , die geduuiig vyant- fchap, toorn, en rafcrnic met malkander deils waren  : en dat de vrientfchap onder d'alderfa- miliaarfle niet gehouden wierdcn  ; 'twelk ik gis uit hei geen men daaraf fegr, ook dat zy haar geÜorvene Oudïfrs op-aten.

Tox. Of wy de Grieken in hot dooden eten of andere heilige dingen overtreffen, wil ik voor tegenwoordig niet bedifpureren : maar dal de onfe malkander getrouwer cn lieftalli- ger zyn, dan de Criek^eMj is niet fwaar tc toonen. Laat het u by de Griexe Goden, niet moejeiijk vallen, zoo ik yis verhaal, van 't geen ik gefien heb , doe ik wclecrtyds by 11 lieden

verkeerden.




28 F 6


ofVmntJchaf, 405

verkeerden. G/ fchynt noch wcl Jc beiie van allen wegen de vrientrclT:ip te kon- nen rprckcn,maar dc5 fclfs kraclic cn efFeden , oeffcnt gy niet na waarJighcic der rede- nen, 200 dat het u lieden maar genoeg is , die te vci lialcn , cn te tooncn wat goet die kan tc wcge brcnr^cn  : maar by aldifen liet tot gebruik koiiu , füü ioopt gy daar van daan, gciyk eca rdielm uit 't Vaandel. Ook als dc Tragedi- fpcclders op het Tooneel komen , cn u zulke wctenfchappen vertooncn, foo prijft gy die, cn klapt in de handen, en gy huilt over dc gene die fich voor malkander haar leven wa- gen ; cn fclfs toont gy geen wacrdige liciÜc voor malkandcrcn : foo u vrient dan fomwylt eens gebrek hcefr , foo zyn u die Comcdicn terftontnis ccn droom gcwccftjCnal die Tra- gediën vliegen daar hecnen , en laten u aisjftomme pcrfoonengclyk, die haar mond wijd open doen, en gapen, en niet ccn woorc lp reken. AVy ter contrarie zyn foo veel tc meerindclicfdecn vrientfchap te bedrijven, alswy tc luttel in het fprekcn zijn. Daarom willen wy tegenwoordig die oude vrienden laten varen , die wy beide wel zoude konnen ophalen, want gy zyt'cr vol genoeg af, door al die aanfienlijke en deftige getuigen , als de Poëten , die dc liefde van JkchtlUi cn /*4rroc/e/, als ook die van Th^fens en Pirhhtu, cn ook van andere , metdeftige verfen vereert hebben. Wy fullen maar weinige te berde brengen , vin daaronfc memorie af gcheugr , cn hare daden uitleggen  : jk fal van Scythtn

Tpreken,


406 LuciANi Joxaris,

fprckcn , cn gy vnn de Grieken. Die dnn de befie exemplaren l<an voorbrengen , fa! ovcr- \vinnerzyn,t n la) 2))n vKHiorie verkondigen, alsof hy eenleercerlykc en deftige firijd had iiitgeftaan: wantik wil liever mijn rechter- bant laten af hot.'wen, (want de overwonne- ne wen by de 5'c)'f/jeM geliraft)dan in de Hryd van vrieniïch?p de Tinlieiezijn.cn overwon- nen tc werden, voornamcntlyk , met een Griek^i daar ik felfs maar een i'c^f/; ben.

Mnes. Het is voorwaar geen kleine laak , métToo een man als gy zyt , een particulieren Oorloogaantegaanrdiedaarvoornamenilyk op afgerecht zijt met doorfcbietende, en doordringende vertellingen : nochtans wil ik zoo ras heel Crief\eniant verlaten , en u ge- %vonncn gcven.AVant bet fou fecr abfurdzyn, dat die twee foo veel Scythen overwonnen hebben, gelyk de fabel die gy daar effen ver- baalde, ons fcer aardig toonde : cn dat fo vrel Grieken,Naticn en Steden van u alleen fouden gewonnen werden. Want foo dat ge/chie: , loo behoorde men niet de rechterbant , gelyk byu beden, maar de tonge uitgcfneden tc werden. Maar laat ons het getal eens fien , v^ndie haar by malkander trouw gedragen hebben , die dan de meeltc knn ophalen , zal dieoverwinncTzyn. . , , ^,

Toï. Geenfins, men oordeelt de iclve niec iiitdemenichte: maarzoo uwe daden beter en doordringender zyn, als die ik verbalen fal: ^ dan fullen fy^'my , alhoewel in getal gc yk, nochtans bcquaam zyn, om my een dootlteek




28 F ó


cf Vrientfchap. 407

tc geven en ik (al my na de flngen fettcn.

Mnes. Gy fprcckt we). Lant onsdat vaft ftcllcn , hoe veel vertellingen fullcn wy ne- men.

Tox. ^ (y dunkt ilat het genoeg fal zijn, dat wyder ook vy ve verhalen.

Mnïs. Ik ben der me te vrcden. Vertelt èerft. Maar laat ons by eedc verbinden^ op dat wy geen verfierdc leugen en verhalen, foo dat licht om doen IS : want die en kan men niet openbaar tegenfprckejj . Maar als gy gcfworen hebi, 200 moet men trouw zijn.

Tox. Laat ons dan zwecrcn, (bou dunkt dat fulx van noodcn zy.

Mnes. Bywnt vooreen van onfe Goicn wiltgy hebben dar ik fweere,by lupiter Pht- litts  ?

Tox. Ja. Ik Til by den onfen fwccren , in myn eigen taal.

Mnes. /^/'«Ver P/;;7/«/,fy dan getuige, dat het gene il< u verhalen fal , of fclfs geCen heb , of die ik van fcer geloofwaardige luiden ver- ftaan heb,cn dat ik niet uitmyn'fclfs fal verfin- ncn of verficren. Voorecrfï fal ik dan re berd€ brenecn de vrientfchap tufTchcn ^gaihalts cn Dima^ die by de lontrs feer vermaart is. AVant 't is niet lange geleden dar dcfen ^ga. thocles , V, elke van 't Eilant Samot geboortig was, geleefr heeft, een man voorwaar in vricndfchap (eer uitmuntend , gelyk hy oolc metter daii betoont heeft: in andere dingen was hy gclyk fijn ordinare Lnnds-luidcn , foo van gcf1-u-ht alsgocdercn. Dcfc had met




28 F 6


408 LuciANi Toxarify nUy acSoonvanX^ /Ton, den £j>hffer , \ m. jonx ccn groocc vv mfJ.-.ap gehouden. Vor- dcrs wns dcTen fccr rijk geworden ,

cn hy h.id altijt veel bcfock vnn volk, die wakker fuipen en vreten konncn > maar van vricmfclinp wiften fy nict-OndcnulTchcn was ^gathodes hier ook mcnigmnnUby , die aten dronk al mede, nSl»oc\Vcl hy die manier van leven niet voor goet keurde , en Dtfuat aciite licm met meer als een van dc andere pluim-Orijkers. Op hctlaatfte bekeef hy hem fonnvijlen , 'c welk niet wel opgenomcH vierde , vermanen Oe fp-iarfaam te zyn over fyn goederen , die fyn Ouders met groote moeite gewonnen hadden: liierom wilde hy Iiem niet meer ten eten hebben , maar alleen inet haar , willende dat voor ^gathocles ver- borgen houden. Defen bloet is van dien ^luimflryker wederom bepraat, en feidf n hern <lac Iw gemint wierdc van Charulea, dc Huisvrouwc van Dcmomx , zijnde ccn deftig man, van eer en reputatie, de voornaam ite der Ephez^ttn. Onderwijlen quamen er cen.ge briefjes van d.u Vrouw-mens tot hem, cn halt verwdktekrooncn,en gebetene appelen, cn.

R^xer andere dingen , die de Hoere-w.iardifv. ncntc-cnfulke jonge luiden urtrechren , om fcaaraldusdoorkunfttot het rr^^^^^^^^Jj'. Pcn, vooreerft hitfcn zy baar aan door die fpinie, omdatfemeinenbemint tcwerden, ^CtLloktbaar^chrikkelykaan voorna.

entlyk , wanneer zy haar ^nbeeUen fcho^^^

tczyn^totdaizeinhein^tzU"-




28 F ó


ofVrientfchap. ^09

tUd was ccn fraai cnwclgemanicrt Vrouw- mens, maar ccn boven maten grootc hoer : cn iooHcr ymant was die Cy maar eens gc- ficn had, die knikten (y al toe: daar was geen vrees dat Chartdea het weigeren foude ; zy

was wonder konftig cn geleerder om ymant

a.in  :e lokken, alseenige hoer ter waerelt , en als de vryer noch twijffclachtig was , hem t'cencmaal tc overweldigen  : als fy hem nu inde klaaiiwen had, foo wift fy hem hittig te maken, cmnccrenmeerteontüeken , dan

met toorn , dan met ftrcelen , dan maakte fy

een afkeer , cnliiel haar als of (y haar oog op ccn ander wilde leggen: foo dat zydaar in aardig afgericht was, en dat met alle konft cn hant-grcpen. Zy wierden dan by de Jonge- ling gebracht van UemV^x pluim ft ry kers , ca wiften veel byte brengen, waarom Cy hem rot liefde van Cfc4r/f/£4 bewogen. Defc had dan foo veel Jongmans om hals gebracht , cn ontelbare door haar vryagie bedrogen, en foo veel rijke huifen in ruinc gebracht, 't welk een «nvcrwinnelijk quaat is  : fooCy een onno-

  • ^Ien Jongman in handen krceg,die van defc

lingen weinig wift , die lieifc niet uit haar klaauwcn gaan : maar beftrecd hem , cn be- proefde hem opallc manieren. Als Fy nu MeoA tter van alles was, foo wert/y ophcmverfot » waar door fy DinU cenoorïaakwasvan on- telbaar quaat. Vooreerft, geeft (y brieven aan. hem, cn fomtytsfcndfy de mcit, welke hem i)Ooifchaptcdatfcfchreide, cnnietflapen cn kon^ nu daifc door liefde haar fclvcn byna

S om*




28 F ó


4.10 LüCiANi AicxanUcr ,

omgcbrAciic hadiie  ; rot dat dien zaligen, hals fich inbcelde , dat fy in haar oogcn fchoon geleken , en boven al de andere Vrou- -vven van Ephefen bemint wicrdejdoc hebben fy by clkarider gcHapen > zyndc van haar daar tocgrootclyx gebeden. Doe kon men wel hchtchjk giflcn , dat foo een (choon Vrouw- mens hem bekoren zoude, want fy was afge- recht, om fich in wcIKiftentc ftcllcn , en op (ijn tyd tc fchreijen, 'welke onder het fprcken , l'ccr jammcrlyk konde fiichtm , en als hy weg ging, hem omhelfen , en als hy quam , hem te gemoet gaan, en fyn fchoonheit te prij(èn,als of fy daar Teer groot behagen m hadde ; altc- mcts fong (y eens, of fpecldc op de Cyther; dit alles heeft (y omtrent Dinia uitgerecht. Maar als hy fag dat hy in het net gebracht,cn onder het jok lag: foo bedenkt zyyts anders, waar doof fy den bloet bekoort: fy houd haar als offy zwanger van hem was , (want dat was géhoeg om fyn liefde noch meerder en meer- der tc öniltekcn) en daar na ging fy niet m*ecr by hem , fcggcndc , dat haar Man haar obferveerden , en dnt merkte. Hy kon fich niet langer van hnar afhouden , noch be- dwingen, want hy haar niet langer mogt fien, zy fchreide cn onibode die pluimürykersdik- wyls by hem , cn riep de na.)m' van Charklea : cn omhelsde haar beelt , dat in witte ftecn uitgehouwen was. Doe wierp hy hem op de aarde neder, eii rolde fich heen en weder : en fchecnwel een fpccicran uiigclatc fotrernie. Ondertudchcn ziin hr: Vrouw- mens gc-

fchenken




28 F 6


êf Vrientjchap. ^ij

fchenkcn gegeven , niet na de waardyc van dcAppeleof Kroont jesjmnargchcclc Hu tfen, Akkers , Dicnft-ma.igdcn,gcWoemdc Klee- dden j cn Gout 5 foo veel als zy begeerden. AV;jtnnecr? inkortcntijdishcthuis van Ly~ fion , dat te vooren onder de lenes het ver- maarde en nobelitc was^ t'eencmaal uitgeput cügclccdigt. Als het nu dor was, enuitgc- W teert 5 foo vcrlietfcdefen Jongeling, en (ag weder een ander \vel gcgcit en gcgoet Jong- man van Creu in haar net te vangen , en fon J tot hem. Dcfc beminde, cn geloofde haar. OndertulTchenwiert Z>iiii^ vanCA^t- r idealen van dc pluim ürijlrers verlaten Cwant fygavfnhaar fclrcn de Minnaar van Crtu) cng:[2iim^gathotUt toe, wel wetende hoe ellendig het met hem gcftcit was. In 't eerft was hy wat befchaamt , evenwel hy verhaal- den alles rond uit : Hjn vryagie, gebrek , ho- vaerdigheit des Vrouw mens, haar medc- vrycr van Crtta, : fumma, dat hy niet en kon- de leven, foohy met ChtiricUa niet te doen en had. Hy dacht by fijn felven , \ is nu geen ti}d, om ninia, veel te beftraffen , dat hy my iie een van fijn bclte vrienden was, geen acces gegeven en had % maar al die pluimfèrijkcrs r 50ven hem geacht haddc: vcrkoopcnde fijn

enig huis dat hy in Sumitn hadde van fijn

Ouders gcërft , en haar dry talenten gclrs gaf. )Oo ras als DiniA dat gekregen had , foo ' juam Chariclta dat ten'tont te hooren, welke cidc dat hy fchoon was  : wederom wierder "jcn meit gefonden met britvcn, en een vraqc,

S z waarom




28 F ó


i

41a LuciANi Toxaris>

waarom hy haar in foo lange nieten haddc vcrfocht. Ook liepen daar terftont de pluim- ftrijkcrs romom , om hem toe te juichen , fiendedathy noch wat haddc om te geven. AU hy belooft hadde dat hy by haar foudc ko- men, foo quam hy omtrent deecrftcflaap, en Vemonax haar Man was in huis: 'tzy dat hy het gemerkt hadde, "t zy dat fijn Vrouw hem al willens dcde verraden , (want het wert bei - de gefec't ) zoo fprong hy uit als ymant die op fihf luimen leit, hy gebied het voorhuis tc fluiten, en Dimtf te vatten, dreigende hem byna donder en blixcm,wildc ook tegen hem, als icecn een overfpeclder fijn fwectt trek- ken Hy dacht ondertuflchen inwatpcrket hy fiak : zoo kreeg hy een knippel houts , dat daar maar ergens lag , cn fioeg Demonax te- ecnsdcflaap van 'c hooft, dat hy Itieif: cn daarna Chxriciea. Haar flocg hy met met cene (lag , maar floeg haar dikwyls met de knippcl , en ook met de degen van Demonax. Be fiavenUondcn ondcriufichen over defe faakverftomt, defe wilden hem vatten, doe hy haar ook met de degen wilde flaan , maar {y vluchteden  : Diniai ging ook heimelijk heen ,fo een Huk bedreven hebbende, en was tot den morgen toe by >/^«<feoc/e/,en over- leiden 't geen gedaan was , cn wat noch Itont tegefchicden. Alshetnu begon te lichten, foS waren daar Soldaten (want het was al door de heele Stad verfprcit).aic Diman vingen . die defe dootflag met cn loochen- de , cn brachten hem by dc Gouverneur . die


ofVrientfchap.


doe O ver ^lt<n regeerde. Defc fcnd hem na de Koning van Ptrpen. Een weinig tijd daar na is Z>im*4 op Gyaron gebannen, een van de CjcUdlT^ Eilanden  : zyndc van dc Koning gecondcmnecrt , om daar al fijn leven lang gebannen te zyn. ^gathodes onder- tuflchen) die hem in andere dmgen altijd by- gcftaan haddc, foo reiil hy na ƒ w/ien, en gaat alleen van al fijn vrienden met hem voor in dc Rcgt-plaats, en hielp hem overal in. Als nu Vinttu- gebannen vsms, foo verliet hy hem evenwel niet ; mjiarhy, alsof hy fijn lel ven veroordeelt hadde, verkeerde ook in Cyaron met hem. Maar als 'er nu van alles om- brakjvan 't gene tot dc Leef- tocht nodig was, 200 verhuurde hy fijn fclven aan ecRige pur- per-verkopers > en duikelden mede gelyk dc andcronder het water, en van het gene hy daar afkreeg, onderhielt hy Dinia, En heeft hem fecr lange, fiek zyndc, gcdient; en als hy geftorven was , wilde hy in fijn Vaderlant niet weder kcoren, maar volharde daarin dat Eilant, fich fchimptc dat hy fijn gellorven lr -\ vriend foude verlaten. Dit heb ik dan u van een Gricxcn vrient verhaalt, 't welk noch niec wonder lange geleden is. Want ik mcin dat het noch nauwlijx vyf iaren geleden is, dzt ^gathocler in (7;'4row geftorven is.

Tox. 't Was beter AiHefippus dat gy fulx (bndereetfwceren verhaalt hadde, want dan fouhetbillykzyn , dat ik dat nieten hoefde te gelooven. Zoodanig hebt gy dien Scythi^ fin Jongeling ^gathocUs bcfchreven : ik

S i vrees




28 F 6


TT c T A Nf I Taxaris ,

vrcci u.u ^/ wcd'.ioin yts dicrgelijx moogt verhalen.

Mn ES. Hoort nu ToXdris van ccncn£«  thydims een Chalcidictnfer. Dit heeft my een Schipper van Afegann, Simgiut gcnocmt, vertelt; welke daar byna op zvvocr , dat hy daar oog-getuige van was. Hyfcide dat by uit Italïen na ^thtntn voer, omtrent dic lijd als de fcvcn-fter onderging, voerende ce- niguirgelcfenvolk. Hier onderwas Euthy- imUjCfx onder allenI?4>w»tt,cenCWci(icw/er, Zijn vrient. Zy waren even out, doch Enthy - dicHt was ftcrker en robuftcr ; maar dc Man was bleek , en niet al tc wel» als of hy (gelyk het fcheen) ecr(è uit een fiekte opgeltaan was. SimÜHS fcide ook dat hy met haar tof Skilien gelukkig gevaren hadde. . Als fy dc engte d'^ur gevaren waren, en in de lonift zee quiiner» , z*?o quar» luareen fcet groot leni- pceft over haar. Wat liocf «k veel woorden te gebruiken > daar waren feer groote ftorm - winden cn orcmen,mct hagel, en andere on- jluimighcden meer. Als fy niet verre van Zacynthh waren, varende met een bloorc fprict , cn eeni<;c trekkende touwen , om het «cwcU ran dc zee te modereren  : omtrent midJcrnadit » zoo was Damon onder andere jammer feer zce-fiek , en gaf dc krabben wat tccten. OndcrtuOchcn fo ik gis, moet het Schip, aan die zyde daar hy was in zee bra- kende , feer gchc'lt hebben , want daar quam een baar die iiem over boort tlorg : cn dat niet hloor maar met lirn ktcdcrcnaan,zoodac hy

met




28 F ó


ofVricntfchap. ^ \

mei btquaaicljjk zwemmen kon. Tcrltonc nep hy , als hy begon te fnioorcn , c n niet langer boven kon houden. Maarfoo ras als \ £Hthj>dicus du vernam , (want die lei by ge - luk naakt op fijn Karmis- bedje) fprong icr- llont in de zee, en trok Damon boren , die al begon te Iterven, (dit kon men alles ficnj de- ^vi)l het lichte maan was) en zwom haaft fijn ^ydc. Onderwijlen wilden Cy die mannen yycl helpen > maar konden met, alhoewel fy haar daar genoeg over erbarmden, want de ftcrke wint hicJ haar tegen. Maar zy wier* pen noch ecnige kurken uit, en Schippers kloedcri, op dn men daar aan hangciuic , zwemmen mochtc , cndocookcenigegroo- teScheeps-leereii. Denkt eens of men wpl grootcr welda.it omtrent een vrient kan doen, 4ac men by nachtc in dc ace i'al ipringcn , die foo onftuimig was , en foo zyn leven daarom haCirderen? Stelt eens voor oogcn , dele Itorm- winden, het woelende water , het ge- ruis, hetopbruifende fchuim , nare nacht, wanhope, dat defc begon te Ikrven, fich niet meer en konde boven houden , en fijn vrient een han: reikte: die fprong hem foona,rwom -fnc' hem, niet bekommert zijnde of h) voor Damon Tonde ftcrven. Hier uit k um gy bc- fpeurcn 't geen ik van dien genercufen vriend -E»jfe^f//f«/ geredcncert heb.

Tox. Vergingen zy A/nepfpe, of wierden zy noch geborgen? ik vrecfde daar fcer voor.

M NES. Weell goe ts moets Toxarh, fy zyn behouden, cn wooncn tegenwoordig noch

S 4 te




28 F 6


4IÖ LuciANi Toxarif ,

tc ^$henen , al waar zy inde Philoföphic fiü- dcren. Want Slmilus verhaalde maar 'c gene; hy by nachtc kon ficn , dat liy gevallen was , hem in de zee fpringcn, en het zwemmen foo ree! hy fien kon. Gene daar na gebeurt is , heeft Emhydicut felfs verhaalt. Voorcerft , vatten (y aan de vlottende kurken , waar aan fy hongcn,cn (eer erbarmclyk mede vloeiden. Als Cy nu de ladder zagen, zoo zwommen dte omtrent den dagcraat daar na toe , op welke fy klommen j en quamen alfoo zwemmende tc Zal/nthus. Dit^fooikgis , nictquaatge- wceftzynde , hou daar het derde , dat niet minder is als het torige. Etêdamidxf van Co • rimfoc», had ie twee vrienden , >fre/«i;vaa Corinthtn^en ChdriMtHHS v^nSicj/tmien , die beide fecr njk waren, en hy feer arm. Als de- fcn iterf,zoo liet hy eenTeftament na , daar ' andere om iagchen foudcn, maat ik mcin nicc dat gy fulx doen foud , want gy een Man zyc die de vricntfchap in waarde houd, en met de voornaam rte daar in durft ftryden.HetTefta- mcntdanhiclin: Ik legateer aan ^rtteut., dathy mijn Moeder fal onderhouden, en in harcn.ouderdom kocfteren: en aan chmxt- «wxjdat hy wijn Dochter fal uitheilikcn , met zoo g-oorcn  !iu%YcIyx goet , als van hem im- ■mer$\in gegeven werden. Want fijn Moe- der wascen out beye , ch fijn Dochter had rijpejarcnom'tc tröuwcn. Zoo der een van b-jiden y ts mocht overkomen , zoo bat d'an- dcr fcgt hy , fijn deel hebben. Als dicTcIta- nicnt gclc(cn w.is, foo fpottcden fommigc




28 F ó


of Vrie7iifihap\ ^j-

^ tharmcdc, die, %veJke dcarmelijkheit van ' £t.damidaf kenden, doch fy en wiftcn van de- vrientfchap niet die daar tuffchen beiden was.» Daar was nicmnnt van de byzijnde , die niet

2 fonderla^chen hecnen ging, van, dat ^re- f Uus cnCharixtnm fooeenerfFenifTc fouden

krijgen. Zy feidcn dat fy qnanfuis gelukkig waren , en noch levende, zoodanigcnerfFc- niflfe fouden ontfanocn van een veritorvcn Enddtnidts. De crAjenamen 9 als zy defc le- gaten hoorden, fijn terftont gekomen » keu- rende het Teltamcnt voor goer. Charixenut Jecfdc daar noch vijf dagen na , en hy Üierf. ^raeu s dan fucccdcerde > foo van fijn «rffc • nifie , als van fijn pak, dat hy de Moeder van Ettdamidat moeft voeden , cn fijn Dochter >hecft hy korts daar na uirgcheilikt : van vyf ta- lenten dtc Iiy befu, gaf hy twee aan fijn eigcf^ 'I Dochter, en twee aan de Dochter van fijn 'v vrient, en wilde dat de bruiloft van beide op

3 eene dag foude gefchiedcn. Wat dunkt u' S Toxaris van dcCcn^rettt4J> is dit wel ecrr! ij klein voorbcelt van liefde , foo een erfft-nifle

aan te nemen, aannemende hctTcftamcnc van foodanigen vrient ; fult gy dcfcn ook niet onder de bequaamfte rekenen, om een te zyn van vy ven  ?

Tox. Die is ook fcer ^oet , maar ik ver- wonder my dat Eudamidof fiilx heeft derven bcftaan te doen, tegen fijn vrienden^ hy hecfc hier miflchien getoont, dat fy dat even- f wel fouden gedaan hebben , alhoewel het ) d«or Tcftauacnt foo niet gemaakt was.

S 5 MNts*


• MSF.S. Gyf:gt\ve'. Manrik fal ii nu act vtcaic verhalen van Senothemit, ClurmdUi Soon, geboorcn binnen Ainrpljen. Hy wier- \\e my in gctoont , zijnde dut uit lijn

Vaderland voor Ambad.idcur gefondcn , en foohet fchecnjeenaanlïcnK'k cn deftig man, lang van Ibmte, en njk van geit cn goer. Zyn Vrouw fat by hem in 'c reifen op de kalcüc, welke, bchalvcn dat fy mifmaakt was, fo wa«  zy ook aan d'ecne zijde mank , cn acn a'an ' - zijde had (y maar een oog, zoodatfyafgri;!.- Ivkleelykenvcrvaarli)'< was om aan te licn. Jk verwonderde my dathy foo een fraai cn <kfci2 Man zijnde , zoo mifmaakten creatuur yan een Vrouw haddc  : die hy my toonde, cn fcide my de reden , hoe hy daar aan geko- men was. Want hy wift nllcs van liukje tot fbccti >,de w vl hy ook van Marfiljen geboomg AftnecratiSy fegt hy,'t welk haar Vader was. waar hem een grooicTncnr, zy nde ook een Man was van Staar, Eere cnRykdom. ïindclykisdefcnA/ewecr4«i . door dien hy ergens om gecondcmnecrt was, uitlijn goet gemkt, zoo dat hy in die tijd infaam was , en ïandefeftig-mannen onbcquaam geoordcclt wierde, om ecnig Ampt te bedienen , ge- iyk als een die een onrechtvaardig vonnis mt- irprokcn had. Na defe manieren, fc^t hy , LfFenwyteA/^rjiIjtn.diegenen, die g^^^^^^ goetrecht uiten fpreken. Dit wamba spaite %cnccratis in't eerltc niet wonder wel dat. hv was eccondemneert , en van ryk armi




28 F ó


of Vrientfchap. 41^

worpen. Het dedc hem ook fècr, dat /yn out- ftc Dochter nu trouwbaar was , want (y ging in haar negentiende jaar j en dat meteen ar- men, doch gencreurwn bloed, fig verwcerdigc haddejom haar te nemen als hy lijn goct voor

(ijn condcmnane noch bad , want (y was niet

mooi om aan te ficn \ men fcidc datfe voor de wadende Maanfoude neervallen. A1j> hy dit al wcenende tegen Ziwöifeeww vertelde: foo fegthy, vreeftnict, hebt maar moei /^/cne- cYAtts. Cy fult niets gebrek hebben , en u Dochter fal wel een goet man krygenjdic met haar gclegentheit overeen kom:. Dit gefpro- ken hebbende , foo geeft hy hem de rechter- bant , en leid hem t'huis ; en fijn goederen , die groot waren , die deelen fy rTamen  : ,hcc A Avondmaal werd gercct gemaakt , en nodig- b de daar toe fijn vrienden, onder allen was [' t daar ook Aiemcratei , als of hy ymant van de vricnd#(i gcf|^ro'%cn iridde , om fijn Dochter uirtchyliken. AU het maal nu gedaan was, •cn ter eercn van dcGoden gedronken hadden, doe gaf hy hem een volle beker  : neemt die , (cgthy , Mentor AtHy defen beker van u Sclioon-foon in teiken van bioet- vricntfchap : want ik fal heden met u Dochter J^dimacha trouwen: ik heb eertijts tot Houwlyx-gocc gekregen , vijf en twintig talenten. Maar hy antwoorde, laat fulx verre van u 2ljn Zenothc Wf/x, en weeft foo mal niet , dat gy u fel ven V veronachtlamcn foud, die een Jongman zy t , .1 Ichoon van gedaante, dat ik ugetrouwt foude \ ficn, met dar mifmaaktcn zwakke mcnfch. Als

5 ^




28 F 6


hy drt-gcfep^t haddc, foo nam hy fijn Bruit op-, cn braclufc m fijn llanp-kamcr : cnquamcea weinig dMrn.iNV<rdcrom onttnaagt : cn van dic t\]d af leefde hy mcr luar,baar fccr 1 itfiieb- bcnJc,en als gy fiechaar overal mede voeren- de. Ook cn fchaanu hy (ich daar nict over , maar toont fich als gloriecrendc , want hycn fictnict na de fchoonbcit oflcc- iijkhcic des lichaams, na goederen of faam. Hy fag maar op de vriemfchap die hy met AUm>- had , achtende dat hy door het vonnjs van deSeliig-mannen nict een hair te erger was<;eworden. Dcfoituin heeft hem hier voor dank gctoonr, want uit foo leehjken mif- •maakten Vrouvv , is hem een fcer fchoon kinc ocboven: h is ook nict lang geleden dat het de Vader opnam, en op het Raat- huis brachr, niet Olijf-takken gckroont,cn zwarte Myrten, op datfe over fijnbroot- vader des te meer fou.» den erbarmen. Het kint lachicn de Rechters aan, en (loegmct d«han;jcs. Het Raat-huis -^vas hier over ontftclt cn beweegt , cn vergx- vcnhct Mentcrates: cn foo doende heeft hy iTjn goederen cn faam wederom gekregen, foodanigen Adrocaat by de Rechters alleea •gebruikende. Dat fcidc dien Mdffilienftr, 3at Ztmthemus uit liefde van fijn vriend gedaan hidde , 't welk voorwaar- geen kleine zaak is , als gy fiet , cn met als dc ^O'ifc^^ cloen , diedefchoonltc Vrouw- luiden tot Imr Concubinen nemen. Nu ïs^ct de vijfde over. Ik hoef geen ande- re tc verbalen als van Dimtrim , van Ln-


lis.-.




28 F ó


of Vrientfchap. 411

nUn geboortig. Als dcfcn Demctr'ius met ^ntiphiiuf y cci\ y^Up es en fer y n^jEgyfUn voer , zoo h.iddc hy vnn kmtsbccn (ccr grootc vrientfclinp niet hem gehouden , cn waren te zamen opgevoed en opgc* vafichcn , hy was ook gclecrt , hy had de Cynife Jcere gevolgt , onder een So- philt van 't Edant Rj}odus j maar ^ntU fhiius was een- Mcdici)n-mcclter , op die felvc tijd was hv na jEgypttn getrokken, om de Pyramyden te licn , cn die van MimHon. Hy liad gehoort dar zy door hoogte geen Ichaduwc en gaven  : cn da:- 'cr de lèem v^nMimtton gehoort wierde als de Son opging. Om dcfe curieusheden tc ficn , was Demetr'uis begeerig om zulx te aen- (chouwen  : 't was nu fes maanden dat hy te** gen llroom in de Nyl gevaren had , vcrlatcn»- de ^ntiphtlUs, welkedoordj hitteen 'trei*- fcn moede was; hem onderwijlen een ongC"- val over , waar toe wel een goctvricntvan no- den was. Want fijn Jongen , die vnn Naam cn Vaderland een 5/rHJ was, hadJc cenigc man/chap aangegaan met ecnige Keik-roo- vcrsjdie in den Tempel van JUmtbus j lunder- den , zy roofden den God metcenige gourfc Phiolen,ookeengoude Roede, cncenige fi!- vcrc Honts-koppen , cn meer andere dingci», 'c welk alles by Sjms in bewaringe wns. On- derwijlen fijn fy gevangen genomen , (door dienfe die of dat vcrkogrcn) cn beleden alles regt uit, doe fy gepynigc wier- den , cn geleid in het huis van ^'inuplyilus:

S 7 k^cgcn




28 F 6


411 Lucia NI Toxaris.

kregen zy het gelèolcn goet , 'c wel k zy ondce een draag-bedde verborgen hadden. Doe is 3>rwx gebonden met fijn Meelter .-intt^hilusi maar dcfen ondertudchen fyn Meclier hoo- scndcj gepijnigt gevonden. Daar was niemant die hem hielp  : wantdiete vooreii fijn vrien- den gcweeft mrcn, hadden een walg van hem, als een die ^en Tempel van ^ mtbh gQ - plundert en berooft hadde; en meinden ver- ontreinigt te zyn , als fy maar met hem aten cn dronken. Terwijl 'warcnder noch twee Jongens overgebleven , welke alles by een pakten, 't geen in her huis was , en gaven fich op de vlucht, foo was daar d^.'fcn ^n- itphilus bng inde boejen ; en wicrde gehou- den voor dealdcrfchclmagtigttc dieder m het Gevangen huis was. Want den ^gypfffi^ Cipier'meinde dat hy daar de Goden mede ton behagen , zoo hy tegen ^ntiphilus zeer ftrcnsjwas, Alshy fich fomwyis wilde ont- fchuldigen  » foo wierd hy voor oiibefch.'umc cn (tout gehouden , cn daarom wier hy des te minder aangefien. Onderwijlen was hy fiekclyk ; 't welk geen wonder was, want hy op d'aarde '$ nachts moert flapen, ook kon hy fijn beenen niet eens uinfteken , welke in een hout gefloten waren. Want by dage waren fy .aan een blok vaft gebonden,en d'cene ham m een y (er gefloten : maar '$ nachts was hy t'ce- ncmaalmde boejen. Ook was*cr foo veel ftank tot fhkkcns toe, alfoo daar meer gevan- genen waren, cn de plaats was foo klem datlc nauwlyxadcm konden fchcppeoj ook het ge- rammel


t




28 F ó


fff f^rientfehap . 4 1 5

rJtnmcKlcrkcttm^cnjCnUleinc (laap; dit alles ^vas^ccrmocjcli)!^e^ onvcrdragelyk i cn dac -voor een man dic zulks niet gewoon en r\vas , foo een z waar kven cc Ic iden . Als hy fccr flap was, cn byna geen fpijfccn kondc ge- bruiken, foo IS eindelijk Demetriuf weder g-2- f keert , nergens at wetende van het gene ge- (chicr was. De faak verltaande, foo als dic in derdaat was , liep hy met eer haalt na het Ge- vangen-huis toe : doc'i hy en wierde niet ingelaten , om dat hec ivont was , en He Ci - pier de deuren gefloten hebbende , al lang in de fl\np was, geboden hebbende dat fijn< Dicnaarsde wagt foudcn lioudon. M.iar als hy

  • s ochtens daar na toe ging, cn na langen tijd

met veel bidden cnfmeken da ir inkomende, fochi hy ^Jntifihilus  : want hy was door al die ellende foo verandert, dat hy niet langex kenbaat was. Eens omgaan ie, foobefag hy de gevangene ,d'een voor d'andcr, gelvk als die gene, welke hare daden focken uiteen hecle neerlaag. Dac, indien hv fljn fiaam niet genoemt h iddc, ^ntiphiUt , deSoonvan Deinomene» , zou hem in lange tijd niet gckent hebben  » wie hy waf  : foo was dic Man van gedaante verandert. Als hy op de bekende flcm geantwoort, cn by hem komende, fljn hair- lokken van fljn aanficht gedaan hadde,dat vuil en on^ekamt was^foo toonde hy fich wie hy was.Doe bevielen hem de oogcn, en wierden hem verduiftcrt , door dit onverwacht rpe(£^akel , een wei nis; daar na by fljn fclvcnkomcndg^ en Demttrltis^nti^

fhilum




28 F 6


4^ LueiA.Nl Töxarif^ ^

fhilum omhelsde, en van alles onderricht zy ade , gebood hem gocts moeis te zrjn . Hy , faeed fijn mantel midden door, en gaf de helJt ij om hem aan le kleden, cnd'andcrhcHi'ctrekt ij hy felver aan , hem uittrekkende fijn oude ,  ! | verfcheurdc en gelapte klederen: en van die ii djgaan ftont hy hem op alderlci wijic by, hem verforgende en bedienende, want hy verhuurde fichaan dc Kooplieden , die op de haven waren, en's ochtens van fijn arbeid ko- mende , zoo gaf hy een deel aan dc Cipier , om hem ram en vrecdfaam temaken , van dc j rell verforgde hy fijn vriend. By daag was hy zomwyisby ^ntipflus^ om hem te vertroo- ftcn: als het nagt geworden was , maakte hy een beddeken van groen kruit voor de deur van hetgevangcnhuiii alwaar hy opleidc ïc ruiden : en op defe wyfe leefden fy beide een tijd lang ; foo dat Dtmetriut danr na in kwam fonder eens te vragen, en ^nttphilur daarcm zyn ellende des te makkelijker mogte dragen : tot dat er een Roever in gevangen -huis fticrf, endatmenmeint , door fenyn. Dc wagtcn zyn ondertuflchcn neerllig bewaart ; ook wierd 'er geen vry perfoon ingelaten: hier door was hy twyfelachtig enangÜig>nict wetende op wat manierc hy by zyn Vriend foude komen. Hy gmg na de kameraad van de Cipier toe, en bracht zyn fólvenaan, als of hy mede detlagtig aan de Kerk-roverie van ^nnbis was. Soo ras hy dit bekent gemaakt hadde , is hy in het gevangenhuis , en b/ *^»/i^fc//// gcbragt5 ^yani fulks verkreeg




28 F ó


of Vr\ entjehaf. 4 15

üy nauwelyx van de Cipier dat hy nnail ^ntiphilüs mogt leggen ,. en in dc fclfdc balk gebonden werden. Hier door hcefc hy gc- 3; toont 5 hoe grootcn liefde hy hem toe-

t droeg, niec ficndc op fyn eigen gemak. Als hy ondèrtuflTchcn fiek was, Too maakte hy f dachy wclflicp, en ten minften niet angltig 'was. Alfoo droegen fy gedüldig malkande- •fcns k waat en jammer : tot dat 'er op het laac- ■fteytsgefchiedc, datbynaeen einde maakte Van haar finertc: want daar was een van die, die daar mede gebonden was 9 welke, ik weet niet waar van daan , een vyle hadJe , die dc ketting deurvylde , met ecnigc andere die tTa- men gefworen hadden , (want daar waren fy 'ille met order aan va ft) en foo maakten hyfe alle los; en dc wngt doot floegen , ( want daar \rarendcr niet veel) en met menioten begondcnuit tcfpringen  : ondertufTc'un pab» te fig een yder weg 'foo haaft hy ko 1 ; dog \vicrden daarnacenige weder gevangeiy maar Demttritit cn ^nüpbilushlcvcn daar binnen, houdende S^ru$ vaft , die flg ook op Je vlu£,t wilde begeven , als het ligt geword:n was. De Prc(cs van JE^ypten dtt hoore nd? , zond ecnigeuit, om haar te achterhalen: gehaalc hebbende die met Demetr'm gevangen wa- ren , ioo liet hy haar los , haar pryfende, dat fy niet gevlugt Avaren. Dog het was haar daar niet mede genoeg dat fy voor cpiaatdo^nders gehouden zyn ge weeft , dat haar ongeiyk 'gedaan was, en datfc daarom , om dat ly tiietgcvloden waren , quanfnis uit commife-

ratic




28 F 6


4-26 LuciANl loxaris,

ratic los gelaten wicrdcn : funimn , fy dwon- gen den Regeer, dat hy de ooi(aak naaukcuri- gcr ^vilde ondertaften. Maarhyr-idc, ditfc niets gedaan en hadden , haar pry lénde , fich voornamelvlc over Demetrius verwonderen- de ; hy fteidefc op vrye voeten , en trooilcde haar dat fy fonder verdicnftefoo lange in dc banden gevvcelt \varen : hy heeftfc ook bei- de gcfchenken gegeven , en dat van zijn cige. Hy gzï^ntiphilus tien duifcnt drachmen ,en twee maal foo veel aan Dtmetrius. .1 tjtlphilus is nu nog in typten ; maar De metrius liet fyn twintig duifcn: by yinüphilus , en rcifde na Jndien tot de Brakmdnncn , feggcndc dit al- leen tegen ^ntipbylus , dat hy het hem ver- geven mocfte, 4at hy van hemrcheide; en dat hy geen gclc van nooden haddc , Coo lang als hy volharde te zijn die hy was , tc we^cn  » dat hy met weinig re vrcdcn was: en dat hy geen vrient langer van nooden haddc>(bo lang als alles voor de wint ging. Soodanige Vrien- den zijnde Grieken rojf4r/x, dat foo gy ons met en lallerdct, om dat wy veel woorden gebruikt hebben, foo foude ik daar nog veel ijc dingen kunnen by verhalen. Ik fouJ: vrrfchcidc Oraticn , die deftig wnrcn , opgc- haalc hebben, die DtmttrÏHs dedc voorden Rechter, daar hy evenwel voor zig fclfs niet cn ant Wüorde ; hoe hy voor ^ ntiphilus tra- nen (torte , cn hoe hy bad en de heele faak op hg nam, totdat i^nii gegcclfelt wicrde, cn hocfc beide los geraakten. Hier heb ik uit .vcci dingen uecn weinig verhaalt van 't gene




28 F ó


of P'nsntjchap. ^^7 niy in dw memorie lei, vanfoocUrji^c u^trij^e Vrienden. Nuis'uydda: gy begint te ver- t^'llcn. Maakt datgy wat beters van dc Scythen verhaalt. Heldert u wat op , cnftrijdvooru land. Gy fnlteen fecrbelaggelyke fake doen, foogy Orefiercn r^/4</ej als een Sophi wilc pryfen^gy fult een leuijcn Oraceur zijn, foo gy loo voor de Scythen (preekt. , ^Tox. Gy legt wel Mneftppe ; die my tot net fpreken aanmaant , als ot gy felfs niet be- kommert hoeft te zijn, dat udetongeuitge- fnedenwerd, zijnde orerwonncn in'c ver- tellen. Ik fal dan nu beginnen j dog ik wil myn vertelling met geen fchone woorden op pron- ken, (want dat endoen dt Scythen nict)vooi;- namcntlijk wanneerfe meer op de faakfien,» dan op de woorden. Wy willen hc: niet grootclyxprijfen onder het verhalen als gy.'


ïc weten, dstyrriaritcen Icdykc Vra ivV uccif

getrouwe, fonder Huwelyx-goet  : of dat ymantaan de D jchtcr van fijn vricn: , doe hy trouwde, twee talenten hccfcgcge /en  : en lieve toch, datymantvan fich (elv^M in dc boejengaat : daar hy wel weet , dat liy haaft U\ uit geraken. Dat fijn maar kleine bcufclin- gen. Maar ik lal u vcrfcheide dootfl igen ver- halen , oorloogen en daden, die al om vrien- den gedaan zyn,op dat gy felfs vcrftant dat de uwemaar vuiligheiti<^,z )Ojedicby dei'cyf/^cf» wilt vergelijken. Dat cn doet gylieJ jn niet fonder oorfake , cn wy verwonderen qqs daar grootclyx over , (hx\ dat by u fiilken groütengcicgcnthv'it nieten is, om fu'ks te

doen,




28 F 6


4i8 LuciANi ToxarUy

doen , om dat gy ccn langduurige vrejfe hebt; iniijd van vrede kan men niet weten, ^vat Stuurman goct is of niet. Daar moet ccn troubelc ty d zijn , als men fulx fal onderken- nen^ By ons blaakt den Oorloog gcdiiurig , of wy vallen een ander in fijn Lant , of de in- vallende flaan wy af, of als wy t'famcn loo- pen , foo vcgtcn wy om de Weiden en Lan- derien. Hier zyn dm goede vrienden van noodcn , daarom hebben wy de vrientfcliap vaft geitel r | oordecicnde dat het onwin* bare Wapens zijn. Eerft wil ik u ver- halen 5 op wat wyfe wy wilden makeoj niet met de beker als gy lieden . of 't zy "dht "ymant even out zy , of een gcbuur : maar als wy een vroom en kloek man fien,dic deftige daden kan uitriclnen , hier leggen wy cnst'eenemaal op uit: en 't geen gy lieden dóet m Hou welyken , dat doen wy in vrien- den temaken, wy houden ons lange als of wy vry den, en allcsdoen wy op die maniere , op dat wy van de vrientfchap niet vcrlleken en werden , noch als verworpen fchyncn. Als nu ymant in vrientfchap aangenomen is , zoo wort'er een verbond gcmaakti en de eed j dat het grootrtezy; te venten , dat men met haar (al leven en ftcrven , cn zoo het noodig zy d'ccnvoord'ander. En ahoodoen wy. D^r- halven foo ras wy in onfe vingers gcfncdcn hebben, cn het bloct in een beker gedrupt zy, loo fteken wydaardepuntvandc icgen in, en drinken dat dan beide uit,dan is'cr niemant die ons van alkander kan fcheidcn. Tot dit

verbond




28 F ó


<f Vrkntfchap, 419

\y verbond \TorJcn ten hoogften dry pcrfooncn genomen. Want die de mecltc vrienden 11. heeft > dic is by ons gelijk die gcmccne cn fc ovcrfpeligc vrouwen : wy mcinen dat hec geen vaüc liefde is ^ zoo lange die niet cn is in vcrfcheide declen gekloven. Ik fa! dan bcgin- nenvanhet gene nu onlangs Dxadamis gc- •1 daanheefr. Dat is dien I?tf«</<im// , welkers vrient >^m/^oc<M indeflag met dc Saurom*^ un gevangen wierde. Ik ial dan nu ecrft myn eed doen , wyl ik dat in 'c begin belooft heb. Ik zweer u by den winti en den Perjiftn Sa- bel, dat ik niets liegen en (al, van *t gene ik van deScy tf)en verhalen fal.

Mnes. Ik had u eed niet veel van doen  ; daarom doet gy niet qualyk, dat gy by nic- mant van de Goden cn zweert.

Tox. \V at fegt gy  ? houd gy de wint en dc P.erji'^ Sabel voor geen Goden  ? weet gy noch niet dat'er niets grooter is by de mcn- fchen, als het leven en de doot? by defc z wee- ren \vy altijd ) zoo dikwijls wy by de w' int en de /'«r/ïit^n/i Sabel zweeren: te weten , by dewint , om dat hy isoorfaak van het leven, en by dcPerfiaanfc Sabel , die den Autheur is van de doot.

Mnes. Zoo u dat een bcquaara oorfaak i$, foo mocft gy meer Goden houden 9 als dc Perfiaanfc Sabel: gelijk als de Werp-fijl, dc Lans, fenijn, touwen, en diergelijke meer: AVant de God van het fterven is veclderlei, en heeft duifcnt wegen^om daar toe te geraken. H Tox. Hoe zijt gy foo twiftigi* gy iicurt my

in




28 F 6


4 3 O L U C  : A N 1 Tcx,irie .

in 't midden van mijn reden  : doe gy rpiaakt > wnar ik fHI.

Mnes. Welik fal het niet meer doen. Gy bcftraft my wel te rcgr , daarom gaat gcirou- wclyk voort te verhalen ; ik fal foo Ihl wefen, \ als of ik *er niet eens by ^vas.

Tox. 't Is de vierde dng, èziDaudémut cn ylmi'j^cAs haar vi ienifchnp aangegaan, en malkandcrs bloed gedronken hebben. i>c SAuromcLitn dan kw.nmcn met tien duifcnt Ruiters jn onsland vallen ; van het voetvolk zeidemcn dai'ermaardryduifent waren. Als fy nu onverhoeds op ons aan kwamen , haren inval niet verwant hebbende , foo mocften \vy allcwykenj vcele die zig daartegen fiel- den , wierden doodgcflagcn , fommige voer- den fy levendig weg ; andere fwommen over de rivier , en ontvluchten het , alwaar de helft van onfe Troepen en wagens waren. Poe ter tijd lei het Leger gccampeert door,ik weet niet wat raad van de ^rchiplonen , dat is > van onfe Overflcn , cn dat aan beide de Oevers van de Rivier Tdnais , fy roof- den alles , cn bragten het gevankelijk weg; dc tentc» namen fy mede, als cok de wagens 3 meeftendcel met volk gela- den. Voor onfe oogen fchonden fy onfe vrouwen en dochters : wy namen fulx feer qualyk. Ah^mi^^oca geleid wcrdc , (want hy was gevangen) fooriep hy, diejammer- lijk gebonden was, fijnen vriend, hem aan- manende van dén bekeren het bloed. Soo ras bad Vandamh fulx nietgchoort , of hy toef-




28 F ó


of Vr 'icnijcia^.


43


^r-'^^de fiict lange , manr fsvom voor hccaanllcn Jvan alle over dc rivier op de vyant aan. Doe 'fchotcn dc SéLx^rmAXtw foo dik op hemmee pylen als haft, en foudcn hem doorfchotcn hebben , foo hy niet en hadde geroepen Zi- Xim  : wanneer ymant dac >voort noemt , dooden fy die niet , maar houden dio als een dic door geit weder fal geloft wor- den. Tcrftoniby den Overllcn gebragt zyn- dc , eille (ijn vrient wederom  : hy cift los- gclt j want iy wilden hem niet los laten , ten zy^y daar vry veel van gekregen hadden. Doe fcidc X>4«</4»ï/f : 'tGcenikbcfit, dat is alles van u heden gerooft ; foo der y t$ is , dat ik Wloots lijfs kan doen , daar toe ben ik gercct te beloovcn. Gebied my wat gy begeert : en foo' het u goct dunkt , neemt my in iijn plaatfc ^ en gebruikt my over al in daar 't u wclgcvalt. Hy antwoordc den SAuromaat ; ik hoef u niet te houden , fegt hy , yoornamcntlijk daar gy u felfs hebt overgegeven. Geeft my 't geen» gybcfit, en neemt u vrient met u» DaudAmit vraagde tcrliont wat hy wilde hebben  ? Soo cillc hy fijn oogen. Hy ftond het toe om dic uit cc laten ftcken. Als fy der uitgcüokcn wa- ren, en de Sauromaten bctaah hadde, foo heeft hy ^mifocas met fig genomen , op hem* leunende , fwcmmende foo te famcn over , en kwamen mede behouden by ons. Dit ge- fchicd zijnde, gaf aan al dei'cyifcew moed , «gtcnde datfe nog niet overwonnen waren, als fy fagen dat by ons het Hooft was , en van de Vy and nog niet vervoert j maar dat 'er nog

grootc




28 F 6


LuciANi Toxaricy

giojtc moed en gctrouwigheit was. Dit maakten dcSauromattn niet weinig bcvrccff, overdenkende eens , hoe fy foudcn gevaren hebben^ zoo fy haar daar op hadden bcrcitom te vechten. Daarom trokken zy by nachte op de vlucht , verlatCTidcecn groot gedeelte van het vee, en ftaken dc wagens in dc bwnt. Dog ^mi^Cd kon het niet langer ficn, dat fijn vricnt i::>4/;<i«w/fblintwas-, maar blinde fijti eigen fel ^'cn. Nu fitten zy daar beide , cn ^vo^dcn met alle cere van de S (ythen gevicrt, cn op publique kollen onderhouden. Kond gy wel iets diergelijx verhalen, Ainefippe, al was het dat gy by die vijf noch tien andere ver- leldct , en dat Tonder eed , op dat gy der des te meer kondc t by hangen? maar ik heb u de laak opentlijk verhaalt. Zoo gy diergelijks ver- haalt haddet, ben ik wel bewuft, dat gy de faak met veel woorden cn vertellingen fou- det opgepronkt hebben 5 hoe dat Dandamtt bad : hoe hy gcblint wierd , wat hy (ude, hoe hy weder qua'm , hoe dc Scythtn hem onthn- Rcn, verwelkomende, geluk wenfendc&c. Gelnkgy gewoon zijt, omhetdcs tebctcrin dcoorentcdoenklmken Hoort nu dan een ander van Belim , dc eigen Neef van yfmt' tjoca. Als hy fag dat fijn vricnt Safihts.doot een Leeuw van het Paart getrokken was, Cwant zy waren beide op de jacht) en dC Lceuwliem omvat hadde , by de keel greep , en met fijn klaauwcn hem verfcheurdc Hy tocfpringcndc, vliegt op dc rug van het Beeit, to^dcnlntrokhcmaf, fijnbcftdoenje^om




28 F ó


of P^rkjitfchaP'


4?j


n^hes uit de Leeuwen bek te helpen, tptdat de Leeuw afliet, en half doot zijnde , fig noch na BrelittA \vcnde,cn hem vattende, doodc ky hem. Terwijl hy fticrf, douwde hydc Ponjnart in dc borlf van dc Leeuw : derhalvcn f]]n zy alle dry om hals gekomen : wy hebben haar begraven, makende twee graven, by elk- ander, d'ecne van de vrienden, cn d'nnder over dc Leeuw. Dé derde fal ik u nu verlu- ien Alnefippe , van dc vrientlchap tuiïchcn Aiacenti , Tonchata en ^rfacoma, Defcn ' ^rfucomM was verfot op cenc .\"eifdA^ dc Dochter van LeucAnor , welke in Bofphoren rcgecrdcjwannecr hy uitgefondcn was als een Envojc, om dc tribuit van dc Bojphoronenim ' ons te betalen , doe ter tijd hadden fy het dry maanden buiten den bcl^cmden tijd opgc- fchort. Als hy dan gcfien had op dc maaltijd , dat Afafea een brave Juffer was , en van be- hoorlijke ftaturc , zoo is hyop haar verheft , wat dcrhalven den tribuit aangaat, was doe al gedaan: en de Koning antwoorde, en

noodcnhcmtegaft , cnlicthemtcrftont wc-

i der gaan. Het is in J?ojj[>fc(jre»dcmanicr,dat ' dc Vryers op dc maalryden dc Vry Hci's bcgcc- rcn, haar verhalende wicfc zijn , cn waarom zy trouwen willen. Maar op die tijt warender juift verfcheidenc Vryers ten eten genood 5 Koningen cn Konings Soonen. Ondei" allen was'crookT/^rrf^^/w, Viinsder Laz^aren en ^ dyrmachur, Hertog van Ataglintny cn meer andere met defe. Het is daar betamelijk dat yder Yrycr^na dat hy verhaalt heeft wie hy zy,

T €n




28 F ó


10


4^4 Lucia NI Toxarisy

cn waaróm hy trouwensgefint is , met de a dcre aan tafel gaat , cn Jat ibiidcr een \so daar meer af tc kikken  : als dan de maaltyd g< daan is , begint men wakker te beckercn m< wijn, en alïoo tc vryen , ïy onderwijlen groc telijx prijfcndc , Tan wat gedacht (y zijn, bai goederen en macht. Als nu vccle gedronke cn hare rijken en goederen opgchaalt hadden 200 heeft ^ rfacomas nietgedronk-cn , (wan het is by ons geen manier wijn te fchcnkcn om dat het voorten fmaat der Goden gcach wert) maar hy dronk by teugjes: geeft my ó Koning! fegt hy , u Dochter Aloltéi tot eci VroüWjdie magtiger ben alszy alle, aangaan de goederen cn bcfitting. LtutuMr verwon- derde fich daar over, ( want hy wift dat ^irft fow<»f arm was, «nvanafkomfl ecngemccn( Scythj hy vraagde hem, hoe veel vee cn kar- ren hebtgy ^rfacoma , meint.gy datgy daai mede rijkzijt  ? ik be(itie>regt hy ,gecn vee ol karren , maar ik heb twee vrienden, die eerlijk cn vroom zijn, wicnsgclijke onder ótScytkn niet meer en zijn. Alshy dii gcfcgthadde : bcfpotten^y h«m, houdende hem voordro ken : des.ochtens 'xi^dyrmAchus bjovcn d'ail dcregekorcn: enhy foude fijn Bruid brengi in Aiedtetti tot Az Maihlyxnftn. Ondcrwij| !len ^rfnQQmart t'huis komende, vertelt het fij vrienden, hoe de Koning hem verworpen had, en over 't oualbclagchcn wiccdcyalsmen meinde dat hyjirai was. \y ant ik fèide , (ègt hy , wat goederen ik badde,.te wctcn,.u lieden LomhdUQTï LéicfnM. Wamu wcldadighcit

gat


mmm




28 F ó


•ƒ Vrlntfchtf.


4JJ


gaat in vaftighcit verre te boven % cfe goederen

.1 en nj Wommeo van 4c JSofphsronen. ' Maar die

' ^^cnjic,\viQi:d-ik bcfpotcn bclagchciiren hy ^3t ^ ndyrntAchus den Ai^chlyenfer fijn Dog- ler pm mede te, nemen, om ^aihy Icidedainy tien Pliiolcn bjadde> cjfi tachentig wagens met vi€r fitfelsi^n daar by veel Schapen en Koejen. Alfoo heeft hy dc veelte van het Vee geacht boven deftige Mannen , als ook de vvel-be- werkrc beker$>en de zware wagens. Daarom wertik, lieve vrieuden , dubbelt gcpijnigt ; want ik bemin MaUa, en het ongeijkdat my van foo veel mcnfchen gedaan is , dat knaagt mijn hert. Ik iwijffel met of gy houd uw daar ook quaüjk over,tot een ieder van ons behoor- de een derdedeel van de fmaat, indien wy fo» flÏBBjj leven als wy begonnen hebben I doe wy ons !i«sl« verbond^: tc weten, dat wy een menfchc g|FM»ijn f over de eigeniie zaak ons bekommert n , B«j^cn verblijden. Ja, fegt £o«cV<tu/, een ydct van ons is groot ohgihjkgefchict, wanneer al , u fulx gebeurde. Wat fullen wy hier in doen, (èide Mttcenus  ? Laat ons het by declcn ovep- nemen, antwoorde Longates y ik neem aan, het hooft Tan Xcftctfnar aan ^rjkcomdt ce bren* cn^Maïikt dat gy de Bruid bekomt,en die hier rengt. La^t het(oo ^efchicden,rcgt hy. Maar %y^rfitom oader ditdoen (want dit gedaan zijnde , is het ^yaarfchijnclijk dat'er een Leger en Oorloog uit batften mocft) zoo Wijft hier, om u Volk , Wapenen, Paarden en ander ge- welt byeen te halen. Gy fult'er wel haaft veel by malkander krijgen : om dat gy felfs dapper

T 1 zijt,


1



28 F 6


n


^^^S LvciAyiiToxarff » {

2ijt, cnwygecnwcjnigc vrienden hebben ^ voornamcnilijk, als gy op een OfTctt-huid fit. ' Alsdi; foo gqet'^cv(;>nden \v:s, h Ltnthd

regelrecht na Bofphoren toe getrokken t er i d'andcr, zijnde Ma€enüs, ni dc M Mytn^trt ^ beide te paart. M:icr ^rfrcm as t'huis blijven de verhaalde het fijn Lands luiden , enwa pende een heir van fijn familiare vrienden , en doe fat hy op deOden-hüit. Dö manier om : op het Oflc BufFcls-vcl te fitten, isdefe: Nvan- peer y mant van een ander belecdigt is, die be- geert te wreken, en niet ilerk genoeg is, foc flacht hy een Os, en hy braat het klein gefne- den vlcis aan het vuur, dan fpreid hy de huidr over de aardc,eh gaai'cr infitten,met fijn han-

denopfiinrir ' ' ^Vecrfdie de handen, pp dé ru2 gebonden zijn, endatis by oflsdc rrootfte manier van bidden. HctOirc-vlcis dan voorgefet hebbende , zoo gaan daar fijn Domcnijkcn aan , ook komen daar andere by die maar bc:^eeren, en elk neem» een deel vooMi hem , en hy treed dan met fijn rechter-voet op de OlTen -huid , en belooft dan na fijn vermo- gen vijf Ruiters op fijn eigen kollen te onder- 1 Iiouden  : een ander tien, ofmeet: een derde belooft fodi^ccl Voet-volk tilsbykoh, en'diel arm is, gecfc felvcrt ten belden. Döor .Ut . (Itten op dc ofe-huid ^vcrt dïkwylseéngroo- te menichre byccn vergadert. Zoödanigen hcir , is met fekere trouwe aan malkander ver- bonden, en voor de Vyantbyna onwinbaar  : even als of fy met eed daar toe verplicht waren; wanr op de huid te ftappen, i$ kyna als

ccn


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


. $/ yrtentjchap, 457»

cn écdz weetinge. ,^rp««w4f , dedc 4aa lijn. >c«omfuix tc doen: daar quamen omtrent 'ijt* duifent gewapende RuKcrs byceni en /oct-volkdoormalkanatr, twimig duilcnt. ^Isnu Za;?g4f«onbckent in£o//>fcorcnquam, 500 eaat hy na de Koning , om y ts van de re- i^cringc te handelens hy (cide dat hy uir de gc- &eene naam van de ^cj'J V Natie quam , maa r. dat hy in *c privaas groocc laken mede brpctit. Als hy audiëntie gekregen had : gc- reeene faken bclant^fin, legt hy,foo hebbende Stvêhen my. gefonden om tc (eggen vqor te- genwoordig , dat \x\yc Harders in het vlakke velt niet en moeten overkomen j maar dat zy tufichende Tracbon moeten blijven weiden. "Wat aangaat de ilruik-rooverj» daar gy van fcklaagt, dat(e in u Lam loopen,2oo loochenen zy daifc van het publijk uitgcfondcn zijn, maar op haar eigen houtje pm profijt rooven. Welke foozy gekregen werden > die mogen n^ u believen geftraft worden. Bit hebben zy u dan doen boodfchappen. Maar ik koom ook om u tefcggcn , dat'cr een grooten 'mval fal gefcliieden van yirfatmA , de Soon van A/*- riantit^ die , met lang geleden , by u in Am- baiiadegckomefi is : en daarom mein ik , om , dat hy uw Dochter gecifcht heeft, cndie van lunict kreeg: hier over is hy verÜeurt , cn het is nu de fevende dag dathy op de OlTc-huid gc/eien heeft ^ en heeft een groot Leger bycen gehaalt. Ikhcb hetfelfsgehoort, antwoordc Leueanor, en ik heb felfs van de OiTe-huid een Leger byecn gehaalt. Maar dat het icgcn ons

T } gcmcinc




28 F ó


4}8 L u c I A t(ï f^xarïs ,

gemeint was , en AiX Arfktatma daar Kapitein ioudc van zijn , en heb ik niet geweten. Ja icgcnu, fcidc LonchaM , wort dit Volk gc- UTorven. ^ rftcomat is my een gröote vyant , en hy neemt het qualyk , om dat ik boven hem geacht ben , en dat ik in alies fchijn te zijn als ny. Zoo gy my u andere Dochter Surcetis een hou wlyk wilt geven , die in maag(chap u niet vreemt en ben,fooxal ik u,wcderkefendej fijn hooft brengen. IkbeloofhetU) antwoor- dcdc Koning, want hy wasfeer bcvreeft , ojti dat hy wel wift de oorfaak waarom '4rptcm49 op hem vergramt was , te wcten^ op de brui- loft : en ook was hy altijd voerde Stythin be- neeft. Zweert my , (ègr rowc^^wtx , datgyu belofte fult voldoen, en het niat verloochenen foude i wanneer hy hem gebracht hadde. Als hy na achter over tegen ien hemel wilde aweercn: laat het hier nietgefchiedcn, (egt hy: nicmant en wetc waarom wy aweeren, Jaten wy liever in den Tempel van Mart glansen dedeuren toeflaitendc,eedfweeren', • dat het niemand en hóorc. "Want foo^ ^rfatamat dit ter ooren quarti , zoo fouw ik \ vrccfcn dat hy my voor den 0«rIoog (oude • opofferen , welke nu geen kleine macht heeft. Laat ons daar in gaun , (egt de Koning. Zyt gy lieden verre van hier: laat nicman:  : fonder verlof tot den Tempel genaken. Daar na zijn fy in ftilligHcit in den Tempel gegaan Lottcrates nu fijn fwaart uittrek- kende , hiel Lrucatt9T met de ecne hant de mom toe, op dat hy niet en foude kon-

ncn


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


ofVuentfchap. 439

Lcn fchrccuwcn , en geeft hem ccn Oag op Tjn borft . Daar na doeg hy hem het hoort at, (4rede hei ondfcr (Ijn krijsgs-mantcl , cn liieHi'ch of hv on^iervvijltn mcchcm Iprak, eg- gende dAi h.y IVrax loude weder komen , als ot 1 hy ondeiNVijfen uitgcforidtn wierde om quan- fuisytJtedöen. Gekomen zijnde daar hy Iijn iPacrt gebonden had , kbm daar metter haalt

op,en reed weder na deJcyJ^ew. Onder%^^)^cn,

^heeit hem niemant verv-oïgr, want het duurde |Plangeerde^o/f)/?oriwen wUten wai'ergclchiet k.,. wasi als fy het quamen te weten , ontfiom 'er ' groot oproer. Dit dan hecfi Lomhatts gedaan, cn fijn belofte uitgevoert,brengei>dc het hooft van UutMnor. A/4««<«/ was onderwijlen wijs geworden wat^er in BoffhorM gcfchict was , zoo quam hy tot de Machlytnftn  : hy was d'ecrlte Bode, welke boodkhapte dat dc Ko- ning gcdoot was. Het volk ^fcgihy, roept u tot Koning , wijl gy Schoon-foon z) t , zoo maakt dat gy ten ccrfkn het Rijk aanvaartrhicr over verlchrikte ^ndyrniAthiis fcer. Gaat, d-iarfultgy lichtelijk een groot gedeelte Eo/- phoranen krijgen, wanneer zv Lencamres Dochter ficn. Ikbcneen ^^Atn/ar, cnook u Bruids Moeders Neef : want Leucdnor heeft Maflera uit ons volk tot een Vrouw geno- men : cn fiet, ilc ben hier gefonden , door de Broeders van welken in yf Unttn

zijn , om u te boodfchappcn dat gy u met den ccrücnna Bofphoren geeft, en dat niet ver- fuimt, want Zm^/o/mJ fou anders het Rijk in handen krijgen, welk, alhoewel hy een

T 4 battaari




28 F ó


j{\0 LuciANf Toxarh ,

baftaart Broeder is van i^ewwnor, nochtans if hy dc Scjfthen altijd gcncgcn,ina dc ylUmn heeft hy hcunchjkc vyantfchap. Dit feide dan MacttttiS', hy hadde ccndcrlci manier ca IJ>raak met dc ^Umn , want dat hebben dc lianen en Scythtn gemeen , alleen dat dc ^Uwf» fulkehairlokken nictorn het hooft hebben als dc Scythen. Doch Mxctntti AYas haar daar in gcdjk, te weten, dathygc- ) kfiorcn was. Hier door kreeg hy ocloof, ' mcincndcdac het de Neef van Aiaptrx cn ' Aia T^ca was. En nu, fcgt hy , lieve ^ndyv \ macht , ben ik rot beide bereid  : oni met u iii ^ Bofphoren te trckk«n, zoo het u belieft : of tc bly ven , zoo het van nooden zy , om u Bruid d af te brengen; dat wilde ik afderlicfil , fcidc i ^ndyrmachui , dewijl g/ haar Neef zijt , 4 datgydc Dochter geleidcc. Want (oo gy al 1 niet ons in trekt j zoud gydoch i

maar een Ruiter meer zijn, en (bo gy mijn < Vrouw afbrengt , foo zult gy voor vccle ver- j /^rekken; zoogcftrgr, foo gedaan: defc heeft de reis 3an»coaan , en hy heeft Mxctnt4 fijn Bruid i^4^4 overgegeven  : die noch Maagt was. By daag voerde hy fe op dc wagen  ; I maar als het nagt was, lette hy haar op het | Paart (wantfulxdcdehyoindathemconan- s der Ruiter volgen foadc) hy daar dan op- I fpringende, maakte fijn reis niet na Ateiten , \ maar nam fijii koers na dc middel-aarde , ^ aan de rechterbant latende de Mitreofife ber- | gen  : als hy dc Maagt met rull.n fonitijts  ! wat vcrquikt hadde | fijn zybinncn dry dagen [

van




28 F ó


ofVrientfchiif!., , 3 4. i

• van ilcMachlyeufen in "Scy 'thUn gekomen. Alshet Paart begon ftil te ftaan , cn een wei- nig ruftende, is het gcflorvcn. VorêiQxsMar' . eentes occkMxrz^eM aan Ay/4fof>w/ oven houd i daar,fcgthy, 't geen ik u belooft heb. Hy f.^ was over dit fpektakcl verbaart, want bet quam buiten hoop, en dankte hem daar voor : .. ; laat af , fcide A/^cenrei, cn meint niet dat ik \ t e<in ander ben als gy fclfs: want dat gy my dank weet over 't gene ik gedaan heb , is even foo veel als óf mijn linkcrbanf mijn rechter 1 dank weet , dat hy geque^t ^ijn^lc , hem gc- f; dienthadovcr fijn wonde. Het isbcKigchc- I hjk 't geen wy gedaan hebben; zoo wy als in 1: een gclmoltcn zijn, en als tot een lichaam gC" 1 maakt, wy foudcn hopen dat'er noch wat grooter te rcrwnchten foudc zijn, zoodcr ' cenig deel van ons bcdicnftelijk yts dcdc voor

])et gchcelé lichaam , wnnt hy heeft voor fijn
felven gedaan, dcwyl het dcd helpt a^^rt het

l geheel." Opdcfewijfc dan hccfc Mactntes \ Arpicomas aangcfjuoken, nis hy hem bedank^ r g tc. Vordcrs als Ar/c(/yW>wt k-fe verfpiedin^^ \ \ hoorde, trok liy niet na \Sofphortn tot : want i Efthiotm was van de Sauromntcn nl verkoren \ by welke hy gchcrbcrgc h-ul : manr in fijn Va- ) derlant weder komende , foo hnnldc hy ctn ! grootenhoop volx bvecn, enf )kc>v<?r hce ' gebergte na Scythien coe, en df dt- daarcen in*- • valjhy h Crieh9n,nh' cn Saurornatin ,


Jaegers l tèfamcn lui An^/ui'i-^


awinti^i duir.r.t. imcn.' ' • '

cn Acl- T 5'


en Der




28 F ó


Cl A N I Toxaris ,

<;entig duifcni mannen : ©nJerdefc was een derde boog-fchictendc Ruuerie. Maar \vy (wam ik dedc tot defc expeditie ook het mijne, ilocndc by de gene die op het Oiicn-vsl getreden hadden, meer als hondcrt wel-

fcoefFcndc Ruiters) meer als dertig duifcnt yeen getrokken hebbende ^ weerde met de Kuitery den ccriten inval af, zyndc Arfacomas Capitein Generaal Als wy haar fagen aanko- men, hebben wy ons Leger ook aangcbragt ^ ile Ruiterie tegen den Vyant vooruit fendcn- «Ic. Als'er nu langen tijd heftig gevochten was, hebben d'onfe het opgegeven, dc vleu- gel doorgebroken zijnde. Daar na is het gc- hecle Scjihixt leger in t ween gefpleten. Een ileel vlood weg > evenwel niet t'eenemaal' overwonnen  : maar het fchecn te vluchten, om dat bet mocfte wijken  : foo dat de A/4- mn haar niet langer en durftcn achtervolgen, 't Andere deel, welke noch zwakker was, wierd van dc hUmn en M éf})y tnf tra omón- geiten gedoot , door diens'cr heftig op wier- pen en fchooten, foo dat d«  onfe veel te doen hadden , door dien(e rontom befet waren. Zommige hadden hare wapenen ter neer ge- fmetcn \ onder welke wai Lomhatts en Ma- tmts  : en waren beide gecjuetlt, dewijl d'cene fich in het gevaar v-an d'andere rtak , LêMhétns was aan fijn dye gcbrant , en Ma- t€nt€i mcteenbyl in de kop gehouwen , crt met een lans door (ijn fchouder geltoken, \ welk foo ras als ArfacontM hoorde , dewijl l)y in het ander heir by ons was , achte het

voor


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


)s4


of Vrientfihap, 44 5

voor quaat, dat hy by fijn vcrlatcrtc vrienden niet was, cn gevende fijn Paart de fporcn> vloog met een groot geluid tegen de Vyant aan, heffende fijn zwacrt op, foo dat de Machlytrifen fijn gewclt niet en konden te- gen ftaan, maar moeiten een weg maken, om hem daar door re laten. Hy fijn vrien- den gekregen hebbende , en de andere roe- pende , gebruikte fijn macht tegen KiyrmA* chm : en floeg hem met het zwaert het hooft af , waar door het hcclc Leger van de Afachfyenftn gcvJudit is, cn een wffinig daar na dat ran de Manen: ten laatftcn ook de Grltken. Alfoo den llrijd hervat hebben- de, fijnwy meefter in 't vclr gebleven, en hebben de dootflag ers lbo lange achtervolgt, tot het nacht wierde. 'j Anderen da.ig$ qua- mender AmbalTadeurs van den Vyam, welke ootmocdeiijk den Vrede verfochccn, en vrienifchapte houden, beloovende da^ dc Bofpheranvt dubbelde tribuit zouden betaler, cn de MAc\)]yenftn beloofden Oft^agiers te geven. Dc Afanen wilden de fchadc van den 'inval vergoedcn,met uittrekken tegen de Jm- dUnen i roet welke dc onfe langen tijd een haat gehad hadden, Dcfe keur-ftemmcn gchoort hebbende , zoo heeft het voorna- mentUjk Arfacomd en Lonchaia goet ge- dacht, de Vrede aan te vaarden, want fy kon- den die krijgen na haar wcnfeh. Sulke Wan- ne-(tukken konnen dc Scythen uitrichten, Aïneftpfe,

MNEf. Het fchijnr wel een Tragedie ï

T 6 Ttxarii^




28 F ó


44-4 r^uciANi Toxaris,

Tox>iris j. of wcl ccabbvl gelijk , dc Sabel ca 4^

%vinc, by welke gezworen Iicbc, 7

goctgunlUg: dieder niet mgeloofr, ho,.. _ met om gelaftcrt te werden»

Tox. Ziet toe lieve man, dat Jict ongeloof nietvan uw nijd voort en komt. Gy fait ny niet vervaart makca met niet gelooven . dat ik niet meer dicrgclijx en foudc vcrhaiv;i 1 i van die ik weet dat aan dc Siythm gefchiet is.

Mnes. Weell niet al te lang, goede man  » gaat foo wijdfpoorig niet, dan eens boven dan eens onder, ^9 AÏAchlj/anen^ loopenden en dan na Bo//>/jorg/a gaande , dan wederko- Jiicnde 5 gy misbruikt t'eencmaal myn zwijgfaamheir.

Tox.Ik (al u gclioorramcn in die wet die gf vooifchrijft , en met weinig woorden aft)rc- kcn: op dat hy niet al hoorende moede wert van met ons te loopen. Hoort dan toe, wac mijn vricnt5i^«»f*omtrcntmy gedaan heeft, ^Is ik mijn Vaderlant verlatende, thtntn rc\Cdc, om Gricxtclecrcn, foo quatii ik m P^ntus cn ^ma{iren2:in, dat is een Stad niet heel verre van Carambt gelegen , in hes uitlleckfcl; die van Stphtn varen, leid het in de weg. 5i/inm/ging met my,zynde my van kinis-bcen een vriend gewcelK Als wy onfc Goederen, die wy in het Schip gebracht had- den, op dc haver» figen flaan , van verre mets Quaats vermoedende , foo warendcr onder- wijlen eenigc dieven by gcweelt, die het flot opengebroken haddcn,welkc alles daar uit na^ incn,^ dM'Cr voorgccnccnen dag onderhoud


ovcng




28 F ó


of Vrientfih^p.


445


overig was. Als wy t'htiis giJionjcn waicn^ wetende wat er gcfchiet was , zoo hécFt litc ons niet gpct gedacht onfe g.cbiiuren vooc rechtte roepeii, welke meer waren als den hofpcs , op dat wy niet en foiukn fchijnen pUnmlirijkeistczijn , Teggcndedat ons vicr- hoj^.dcrt DcYijfcn ontnomen waren, veel klc«  deren, en een igc tapijten: fumma, alles wa: wyiiadden. \Vy confuleerdcn hier over wat wy docnioudcnjals hebbende niciSjCndat in ccn vreemde Sta'i Ik vonde doe ter lijd goec, om elk een ponjaartin ons lijftc douwen, orii alfoo het leven tc ontvlieden , eer dat wy ar- melijk van honger of dorll foudcn fleiven. Ter contrarie bad Slpnnts dat ik fulx niet foudc doen, fcggende dat hy al-bcd igt haddc, waar dat wy at leven foudèn.Of) die dag won liy geit met houd van de haven te dragen : des morgens orer de markt wandelende > Tag liy een hccle zwiete van Jongelingen , (zoo hy, fcidc) die fchoon waren en' dapper. Defezyn. man voor man gckooren,om voor loon > een fcker ürijd-gcvechi tc doen , \velke foudc op den derden dag aangedelt werden; dcrhalven als hy al de conditiën van defc handei.inge ge- hoort haddc, komt hy tot my : wacht gy u To- xaris ., hier na meer te feggen dat gy arm zjjt^ %vant over dry dagen fal ik maken dargy rijfc^ \vert. Dit feidchy , ondci wjjlen hadden wy naulijx watte eten. Als dit fpectakel nugc- fchicdcn foudc , zoo waren wy daar ook om te (icn. Want hy geleidt- my tot aan het Theater , gehjk als tot een nieuw Schou-rpd*

T f d Jr




28 F 6


44^ L u c I A N I Toxaris ,

der Grieken. Dcrhalvcn als \vy neer gcfctcn ^varcn, fagen wy het aan. Vooreerlèwj- rcn daar wilde dieren die met pijlen gefeho- ten, en van de honden gebeten waren; ander- deels } die ook tegen eenige gebondcne men- fchen opgehitft waren, miflfchien eenige mis- daders, naikgiflc Wanneer die quamen, die tot den ftryd gehuurt waren, foo wicrd'et een Jongeling voor den dag gebracht , die vry groot was. Doe riep de roeperi zo wie met de- ftn befondcrlijk wil rtryden , die komt in 'c midden , die fal tot een proemie krijgen tien duilent drachmen: Si f mms ftond haallig op, cn fegt dat hy vcgien wil:eirchcnde met eencn de wapenen. H et geit ontfangendc , geeft hy my de tien duifent in handcnrzo ik het gewon- nen heb, fegt hy , zoo Tullen wy beide daar roorre!ren,en keft koopcn. Zoo ik terneder geflagen werdc, keert dan weder na Scythhn^ als ik'begraven ben. Dit hoorende-fchrikten ik. Hy de wapenen nemende , heeft fijn hjf bc- fchcrmt , maar de florm-hoed fetre hy niet op het hoofr , en bleef bloods hoofts om tc vechten. In 't cerft kreeg hy een wonde, met het omdrajen van het zwaert , waar Joor hy aan fijn knyegequetft was, zoo dat'cr veel bloedsuitüortede. Ik was onderwijlen half doot van vreefca maar hy trat flout tegen fijn partye aan, en flak hem de borft door, dat hyterftont voor fijn voeten neder viel. Hy moede zijnde , fat met fijn wonde op de doo- dc ^ Itct fcheclde weinig of hy gnf felfs den aJcm. Ik liep na hem toe, cn rechte hem op , ^ ca


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


Vrientfchap. 447

«n gaf licm moed. Als hy nu overwinnaar was verklaart, foo nam ik hem op,en bragt hem na huis: en is Ungfamerhand gecurcert , en defe leef t nog by de Scy then,h ebben d c m i j n S u ft et getrout: dog is nog kreupel ran dc wonde. De* k CiakMnefipfe^cn is niet by dc MAchlytn^tn of ^/^ffjerxgefchict^zoo datfc geen getuigen foudcn hebben , cn vercicrc foudcn fchii- nen : maar daar leven noch veel ^mafirU» ii«»,dievan het gevecht vmSiftinno oog-ge- tuigen konnen zijn.Nü zal ik een eind maken* 200 ik u voor het vijfde de doot van ^han^ chxf verhale. ^hanchat quam dikmaals in de Stad van de Boryfthenenftn , met fich heb- bende fijn vrouw , die hy fccr bem inde  ; en twee kinderen, welker een noc'i Toog, cnecn Jongetje was, maar d'ander een Meisje van fe- ven jaren, Zy waren op dereifc vcrgcfclfchapt met haren vricnt Gyndams. Dcfe had een wonde 5 die hy op de weg van dc ftru ik- roe- vers gekregen had : tegen welke hyvogt, en aan de knyc gewond wierdc , zoo dat hv door pijn niet ftaan kon. Oü Icrwijlen als fy 's nachts fliepen , (want hy war, by ecval in ccn herberg) zoo quam'er ce i groote brant , in welke zy alle benoten waren : want dc vlam die flocg om het heel j huis. Als dcc ^bouchof wakker wierdc, verlatende fijn huilande kinderen, ftiet hyfc voort , cn beval dat fich foudcn bergen, namende fijn vricnt met fich op fijn fchoudcrs , klom hy neder , en brak door dc vlam heen, zoo dat hy v^n dc brant niet bciccdigt wicrüc. Dc Vrouw droeg

haar



28 F 6


haar Soonjjen > ca maanJe hc: Mcisjen ann ^ i dac het (ou volgen, Zy halfverbrantzijfidc, liet het kint nedcrvallen , en ontquam naulyx uit de vlam, foo dat zy daar byna af flicrf, met het Meisjcn. Als y mant dit ^bouthM verweet dat hy fijn Vrouw en Kinderen vcrfuimdc, en GyndAnts meer acHtedc om te helpen : ja (egt ■ hy, Kinderen wederom te maken is niet moe- j jclijk : en het is onfekcr offc wcl goct ibuden \ werden : want ik Cil feldcn (bo een vriend ) wederom vinden als i7;'«</rf«w is; welkers liefde ik in veel dingen omtrent my al heb bc- j ipeurt. Ik heb het gefegt Mnepppe , uit ccri \ grootcn hoop heb ik dcfc vyf by elkander ge- - haalt : Iaat ons nu eens vonnis fprekcn , wie  ; van ons beide dc tong of de hand fal afgcfnc^ • den werden. Wie fal Richter zijn?

Mncs. Nicmant. Want wy hebben geen Kichtergeftclt. Maar weet gy wat wv doen fullen? wyl wy na geen oog-wit hebben geworpen: laat ons op nieuws een fcheids- man nemen , en laat ons diergcly kc vertellin- gen weder verhalen : en die het dan befiett , folinudetong, en in my dc rechter- hant af- gcfneden werden. Ot foo dit te cruel zy , om , dat gyu over dcvricntfchap verwondert: foo j reken ik geen koflclijkcr noch fchoondcr be- i fitcingevoordemen/chcnalsdic: of laten wy j het in een fmelten, en approbercn , dat wy al  ! ons leven lang van dcfen dag af vrienden bly- ven, Iaat onsbcidcovcrwinnersziin ,en laten \ jivyg'oorcprcemie gekregen hebben: tewc- ^cn,.laat ons voor een congé en voor een rcg-

' tcrhan:


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


of Vrrentfchap'. 449

terliant twee hebben  : vier" óogen , cn vier voeten, in fuinma aihs dubbclr. Diergclyx is y ts 9 wanneer twee of dry vrienden (ich aan malkander verbinden 3 gelijk als de Schrijveis (7«ry«;>befchryven , met fes lianden , en dry hoofden* ZooaIs4kn?icin, foo zijn defe dry ge weeft, door welke gemeenelijk alles bc- Hiertwierde, gelijk fulketockoomt, Nvclkö door vrientfchap vcreenigt zijn .

\iNES. Want daar is geen bloed ftortingQ

\ van nooden,roAf4rw, noch P«>-]l44«/è Sabel ,

'i die onfj vriendfclup fa! beftandig maken. Die i isdc fabel, en dat wy de fclvige dingen bemin- 1 nen , is veel beter met foo een beker als gy D drinkt: wantdicenfchijntgeen verbinteniHc I te maken, maar de ziel te cifFchen. I Tox. Dat behaagt my: nu fijn wy vrienden % en vrecmdehngcn gy my hier in GrUk^n- \ Undt\ cn ik in 11 ScyihUn. I Mnes. Te weten,opdatgy wejc, dat het r my niet cn beroiit hier verre van dun te trek- 1 kcn,zo:)ikfulkcvricudenkankryg3n, zoc- ' danig afs ik uit uwe harangc die gy gedaan hebt 5 gilTcn kan

LUCIANX IKAROMENIPPUS»

Ofte

Bovin de Wolk-vlieger. Mevippus > Vrient. V Gnen tê vooren in '( hj [onder , Mtt wsrt . nu in H gemrad verha?idelt > hy fchïjnL. -




28 F 6


4^0 LuciANi IkAromenippus y

op alle foorten van menfchen > Koningert^ trinceny en ^emeene^ te fen: alle ar- heidyfludte-^oejfenïngeni en eere die men de Goden aandoet  : V09rnamentltjk de Fhihfophen, die alle lekken en beiagche- iyke beujèlingtn leeren 5 als otk van boe- gen en nooit gepende dingen di^uteren , welk alles gaat onder de naaw van Me- nippus , die eenige vleugels aanneemeit ,

'Wquanfus uit leerfucht vanhooge diw

' geny door de lucht vliegt .

Menippu$.Hec waren dnn omtrent dry duifer.t ftadicn van dc Aarde af tot dc Maan , alwaar onfc ecrftc verblyf-plaats w: s , vorder na boven toe de Son omtrent vy f hondert pa- rafingen , cn wederom hier van daan tot den Hemel fc!fs , cn het Ka Heel van lupher, dac in de hoogte g .bout is , wat bynn van foo een wijttc jalsctA vvdgcvleugelden Arent op ce- nen,dag foude vliegen.

Vrient. Zeg my by de Gratiën Menippe, wat IS dat , 't geen gy van de geftcrnten ver - haalt, en byufclfs rekent? want als ik u van Janger tijd volgde , hoorde ik u van de Manen cn Sonnen fprekcn , ook Teer groate dingen , verblyvinge cn parafangen  : het fchyncn vreemde dingen tczyn.

Men. Weeft niet verwondert myn vrient, foo ik u van hooge dingen in de lucht begin re fpreken  : want ik overdenk myn reis eens , die ik onlangs gedaan heb.

Vr. Tc




28 F 6


êfbêven de W^lk-vUiger. 45 1

Viu Tc weten, na het exempel der PhtnU tltrs, teikende gy de wegen der Sterren }

Men. Gccnfints, lieve /i#^ii«r ^ maar ik reisde Iel ver in de Sterren .

Vr. Jcinini : gy verhaalt my een lange droom, want onwetende liebt gy foo veel pa- rafaiigen voortgerei il.

Men. Wat lege gy  ? dunkt u dat ik cca droom verhaal , dtc zoo even van lufiter af- koom?

Vr. Wat hoor ik > komt gy ons foo uit den hemel van Inpiter gevallen  ?

Men. Ja, ik koom fob van die hoogverhe- ven Ittf iur, hebbende daar fecr vreemde din- gen gcficn en gehoon. Welke, (öo gy niet en gelooft, foo ben «k nochtans over de Maan grootelyx vcrblyd,aewyl ikfie dat myn geluk meerder is, dan het bydc menfcho» geloof heeft.

Vr. Waarom en fond ik u nictge.ooven gy God Je'y ke en Olympize A/ew/^p«, daar ik eea Iterfftflyk en aardlch menlchc bei , en om een //•ww/cfe vers te f-^ggcn, die n a een is uit het getal der Hcmclingen? nuar fe  »c my eens, foo net u niet mocjelyk cn valt , lioe gy om hoog geheven zy t, of waar gy fuik z lange lad- ders gekregen hebt  ? want voor foo veel het aanficht en gedaante fchijnt,gy zyt dien Phr)^ gtr nietongelyk; enfoowy konnen gilTcnji* ik geloof dat gy van cenArent zyt opgeno- men, om daat boven Schenker te zy n.

Mnhs. Ik weet wel dat gy het beligchen fult: cnhet isgccn wonder, zoo dc nieawig-

heit




28 F 6


•Vr. 't Geen gy vertelt, gaat t c boren U gene' Dddelns dedc : want bcnalven dat, zyt gy . buiten ons weten een Gier- vogel, of een Kau- wè gelykgeworden, en dat van een menfch. .

Men. Gy fl.ur de fpyker by na op het hooft,, mm ik heb die vond van Dxdkius felfs in \ werk ge (lelt.

^Vn* Maargy fVoutftc vanaUen, Vrccitie gy niet dat gy ook cfders in de zee mochc v»llen> . en dan na u mam Menippeift zcc , gelijk men legt Jcarife zee, mocht genoemt werden }

Men. Geenfins j want /f<tr«/liadde vleu- gels, die daar met was aan valt gemaakt wa- ren, welke door de Sonncatiira.il Jen ; cn doe was het geen wonder dat hy neder viel. Maar "wy hadden vleugels Tonder was vall gemaakt,

Vii. Hoekondatgcfchieden? ik weetniet ap wat marwer gy my dit fuJt doen gelooven.

' Mem,- Op defe wyle: ik nam een feer groo- ten A rent, en een Üerke Gier- vogel. De(e haar vleugels reiet de armen afgefncdcn hebbende. Of hooit liever van vooren aan. ♦ Vr. Ikheb'cr wel tijdtoc , zoohoo?»ben ik opgetogen door uwe reden: Cl. U2gc m het einde uwer vertellingen, 's crfuirot my »icr, by vricntfcliap, met mijn opren, om uwe reden in de 1 ucht hangende.

Mek. Hoort dan toe, iK* .ci> foude niet

bur-


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6


hoven de Wolk^vl/epr. 4 5 5

bufgcrlyk zyn , dac ik niyn vrient met fijn monc gapende  » (oude verlaten ik jaai ttaan ytnant, alsgy fcgt, die by de oorcn. ia 4e lucht hangt. Als ik overdacht, 'tgcnc de menfchcn in haar leven overkomen , en l;)c- vondenhad datdenicnCchcIyke dingen magr bclagchelyk waren , Hecht, ongeftadigj te weten, de Goederen <> Regecringen, Ma- giftraturcn: deft verlatende, Icidcik my uit op het gene waarlyk waar was : 200 heb ik gcpoogtmy uit dcfelchaduwcnteontworftc- len , cn de natuur des geheels te doorfigtigen. Dit heeft my grootc vertwijffelingc gemaakt 5 voornamcntlyk defc, welke van deWyf-gec- ren waerelc gcnocmt wcrt. ^Vant ik konde niet vinden, hoe die gemaakt was, noch door wat maker , of welk haar bcgm of einde was. Eindelyk alles in't byfonder wel bc- ficnde, zoo heb ik noch meer gctwijflTcItj want ik fag dat de Sterren 200 licht van den hemel vrelcn. Ook was ik begcerig, te weten , wat de Sonnc was. Boven al- len , verwonderden ik my over de Maanj den- kende dat herten vei borgenejcnccn ontvou- wchjke oorfaak Nvas,waarom zy fomtyds haar foorten formveran tierde. Ook wa^r dc bli- xem cn donder van daan quam. £n van waar dc regen, (heeu, hagel van boven gcfonden wierden. Dit was alles fcer fwaarlijk tc giflen: als ik dan hier tocgenc^enthcithad,om te we- ten, foo dacht ik goet defe dmgen van deWys- gceren te Icercn. Want ik achtede dar men alle waarheit van haarkondelccren. Ik koos

dan




28 F ó


4^4 Lu^iANl T^xarhi

dan uit baiir cfc deftigftc mannen ) voor foo veel aïiilfgiflép Wah , uit dé Itraf heit van *i gc- lichr, üir de blcekbeki^nslïftgc baart : het was groot wonder hoe ik fc^otcn ecrfkrnaanfien Incrken kon dathet booge ifpi ckcrs , cn in de bcmclfchcdirigenervaFCtic waren: -als ikMn mijn felvetvoan baarovcfj»cgevcnhad ,om tc laten lefcn, voor groef '^ctt , ('t welk ikvoor een gedeclte-gcrecdbcindlde, en een gedeelte zcide ik darik ter na bcta!<?n foude , ^1$ ik tot het toppunt <fer Pbilofophie gekomen was) •ik was (eer hakende om die booge bcufclin- ecn, en het gcftel des Weel- alstc leeren. Maar het was't-rmet baar foo verre vandaan, om myvan mijn-vootige c^wetenheitnf tc ba- len > datfe my noch in grooter vertwijflfelingc gebracht hebben : zy befwaarden myyinct, ik weet niet wat voor beginfelcn, einden, dan met ondeelbaarheden , ydclhedcn , boHcha- gicn, foorten, en meer andere van die flag. Maar dat fchcen my aWcrzwaarft , datfe met elkander niet overeen quamen , maar fprakcn teoenftrydige dmgen onder malkanderen: nochtans begeerde zy dat ik haar foudegeloo- ven: eb wilden my na hare mcminge leiden.

Vr . Gy vertelt een abfurde faak , foo het wyfe luiden zi}n , datze ioo oproerig onder malkander twiftcdcn , en daar van niets goct

maakten. • i

Men. Gy lond lagcben foo gy haar hoo- vaardie hoorde , cn haar vervaarlykc ftoutig- hcit in het difputeren : voorccrft van gene OD de Aarde was, wiHen zy ni§t meer dan wy ,

die


Early European Books,

28 F 6

ef boven de W^ïk-vlieger. 455

die op dc aarde wandelen , zy fich niet fcher- pcr dan die daar byftaan 3 foramigczyn blint door ouderdom  » en andere door crvarcrii- heit; nochtans mcindcn zy de cindrpalj;n van den hemel te ficn  : metende de Sonnc felfs  : en vaarden die dmgen aan die heel boven de Maan zijn. Als 01 zy uit de Sterren gevallen waren, foo wiften zy van hare groot- ten en gedaante tc difcourercn. En dikwyJs Nviftcnzynici hoe veel ftadicn dat Megars van ^ thtntn lei : maar de wijtte die tuflchcn de Son en de Maan was «  wiften zy op een vineer brcct te fcggen : de hoogte ook van de locne, 4e.dieptc valide zee, en de omkrii\g van de aarde hadden zy gemeten. . Hiér maakten zy cirkels > en dry hoeken over hare vierhoeken  : ook gefchilderde globen , me- tende daar den hemel. Is het niet godloos cn vol hoverdy , daarfe van fulke onfekcrc dingen fpreken , zoo ftelden zy die dingen fob voor, alsof'ergecnfintsaan tc t wijft- ien was , maar zy kyvcn boven maten, ca geven geen plaats tot overwinninge voor een ander  : allcenig bezwecren zy .hj:t niet ; zy fcggen dat de Son een glocjcn- dc ftoffe is ; dat'er in de Maan inwoonders zijn; dat de Sterren water drinken: en dat ,dc Son met een touw een emmer in de zee neer laten . om de wafem ooi hoog tc trekken, welke dan alle mak tc drinken geeft. Pc oncenheii dieder in dc woorden en faken is , kan laen naulyx ondcr- kenacn.Sict nu eens of hare decreten met elk- ander




28 F 6


45 LuciANi Iharomemppm ^

^er s^c\ overeen komenden offe niet van mal ^ Jcander Vcrfcheeleh , als dag en nagt : wat

■ ycrcit aangaatjdaar is groot gcfchil overifoni- ' *mgc feggeh datfe n iet toöï tgcbracht is , é^k

niet vergaan fa! Jandefe fprekcn weder van de maker ,eh de roanicre hoe zy gemaakt is. Over ^Velj^ï ik my verwonderde  : om datfe ten God ftelden tc zijn , een ma'ker van alles , en daar niet by deden , waac hy van daan ge- köïnen was, of waar hy wss als hy alles maak- ' WaTir voor den oorfpronk van hQt Heel- a!j kbnd'gygeen tijt noch plaats bedenken. ' . Vr. Het'fijnfcerftoute cn onbcfchaamdc

■ menfchen^mct hou te voorhoofden, die Tu lkc ' ó\r\g(^\\ derven vcrh.llcn en verfckcren.

• •'^lik.'VVat 'Cbud gy din feggen; van dc denk-bceldcn, en dc oordcelen : en 't genezy

• van het bepaalde en onbepaalde redeneren  ? ^Hierom fijn^y fchrikkclyk oneens, doordien

d'cenc wil een eind-paal Hellen, en de andere

• fcgt dat hy het niet en weet, ' Ook toonen fy •'^ai*ervcel wacrelden zyn, die verdoemende ,

welke van defcdifputeren,als van eerAVcder- om wa6*cr een ander, ik weet niet wat voor e^n kacrcl , die gccnvTicnt was van de vrede , fcide, dat den Oorlog riHes voortbracht. Wat (al men dan van de Goden feggen  ? dcfe die Jiicid het getal voor eeh Cod : fy zwoefcn-we- derom by de honden ,■ c/nden, K:r^TlAtanni booncn: zommigc kenden geen Goden , en raven een alleen hettewind van alles, foo dat ikmijnfelfsverknicfdc , wanneer ik foo een gebrek van Goden hoorde. Zoo contrarie wa-




28 F ó


üf boven de Wolk-vlieger. 45 7

ten fommigc wat milder, cn maakte vcelc Go- den : <icTe vcrdciklcn fy noch j cn noemden dcfen den eer (IcnGod: d'andcrc gavenfc wcdct de tweede cn derde plaats in dcGodhcit. En dat defc Goden onlichamelijk waren , mcin- den dat het ccn ondaaniige Godtheit was; andere? makendcr een lichaam af.Ook waren iy niet alle in die opinie , datfc mcindcn , dat de Goden de mcnfchelijkezakcn beforgdcn: maar fciden dai'er zommige waren die fich ner- gens mede bemoeiden , gelijk als wy gewoon zijn, wanneer wy door ouderdom van alle be- dieningen ophouden ; cnmcinendatfe alleen gelijkzijn de Lijf-garden die in dcComedien gcvocrt werden. Andere die hooger wilden gaan als defc , feiden dat'er t^cncmaal geen Goden waren , maar dat de waerelt van fi^n zelvcn fondcr Heer of God bcfticrt wicrdc. Als ik dit hoorde, fchroomdeikfulkchoog- fch reeuwende cn gebaarde Mannen ge- Joof te geven  : onder wylen fag ik niet tot wie ik my bcü wenden foudc,om foodanigcn een te vinden , welkers woorden on weder fprekc- Jy k waren , en van nicmant wcderlcid. Dm Spreuk je van //owf r«/ fchoot my doen in den fïn.Dikwyls was ik aangcmocdigt, omymant van haar te geloo ven , maar dan wicrd ik we- der afgetrokken. Als ik dan onder al dc(c fen- teniien twijfFeldc > foo wanhoopte ik , dat ik hier op de aarde de rechte waarheit niet cn foudeleercn: maar ik dacht eene weg 3 om van alle defc vert wijffelinge vry te geraken, fo ik d«or hulp van vleugels 5 felfs na den hemel

V vloog.




28 F 6


^^5^ LuciANi Ikaromenippus ,

vloog. Hiertoe heeft my eerlt aanleiding< gegeven de bcgeerlykhcit: daar dan den fabe bcfchrijver JEf<tput fcgt : >Tclke toont dat d< Arenden en Torren , tot den hemel hebben konncn komen. Maar dat uit myn hchaam vleugel s foudcn voortkomen , daar toe kon ik geen reden bedenken dat zulx kon gefchie- den  : vordcrs foo ik de vleugels van een Arem of Gier- vogel aan dcde, (want dcfc waren bc- quaam genoeg voor eenmenlch) foo foudc het miflchien konncn zyn, dat het beproeven niy wel lukte* Ik nam dan die Vogels , en hicu den Arent fijn rechter , en den Gicr-vo. gel fijn linkcr-vleugel af: en dat met een aardigheit; als ik die doe on> myn armen met ftcrke banden gebonden ,cn aan het opperfte van dc pennen hantvatfcis gemaakt had, om in de handen vaft te houden , foo nam ik daar felfs dc ecrfte preu vc van  ; doe fprong ik ecrft op , cn Avaaidc met myn armen , engelyk dc Ganfen doen my allenxkcns van de aarde op- licffendc, onder het vliegen ging ik öp de top- jes van dc voeten. Daar na alshet welgelukte, foo wierd ik daar ftouter op ; ik klom op het Kafteel, cn begaf my nederwaarts, cn quam in hetThcatcr. Als ik foo zonder gevaat gcvlot»en had , begon ik al hooier te denken ik vloog dan van ParntthHt, of Hymtttus, en quam tot Geramen , van daar vloog ik weder na ^crocorinthen : daar m boven op/'fcor«» cn Erymanthtn , totTay^etnm töc. Als ik dit ftoutbeftaan nu lang genoeg had overpemft , aarnu beproeft was om om hoog te vliegen,

100




28 F 6


ofbovendeWtlk-vlicgn. 459

foo dacht ik nii niet mccF om de Kiekens na tc doen: opdcn O/j'W^Mfdankliinnicivje , had itmy cerft met lichte fpijfc vcrfadigt •, ik vloog dan van daar rtcht na den hemel roe: in 'c ccrft draaiden my de oogen wat in het hooft, doorde diepte die onder my \^as : daar na wiil ik'er niet meer af. Maar als ik nu dicht by de Maan gekomen was , en door mee- nichte vnn wolken heen gevlogen , foo voel- de ik dat ik mocdewas; voornamcntlyk aan de rechter vleugel, welke van de Gier was» Hier nam ik my n verbly f 5 en fat daar op om my wat uit tc rutten : oflderwi)len fa g ik vaa boven op de aarde , gely k als een fJomerifen Jupitêrf hier de oorloogende rfcrtfccw, ginder de Aiyftmni Grie^tnlant, Ptrptnen Indien : door dcfc vcrfcheidcnheit wierd ik feer ver- maakt.

Vr. Dat fult gy daar na wel verteilen Minippt , maar op dat wy alles mochten \Ye- tcn; zoo vertel ons wat van 't gene gy onder- Wegen gcfien hebt. Want ik verwacht dat gy geen kleine dingen xJaar van verhalen fult , van wegen de gedaante der aarde, en van alles wat op ide felvc is , hoe die u gefchencn heeft, van om hoogc ficnde. *

Men. Gy hebt fct wel voor , mynvrient; daarom klimt foo veel mogclyk is mede opdc Maan met my onder het vertellen , cn fict tc gelijk de heele gedaante der aarde. In 't begin meindeikdatikeenfcer kleine aarde (ag^ ja veel kleinder als de Maan t 200 dat in 't ccrftc» alfcherp kykende^ twijfTeldemardiegroorc

V X bergto


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F 6



^6o LüCiANi Ikaromenippuf^

berden cn zeen waren. Dat , indien ik de C* laffe te I^bodtts nietgefien had , endetoorei in Ffo<lre»,voor\vaar ik en foude niet gewcter hebben waar de aard-kloot gebleven was. Maar om dat defe feer lioog zyn, cn boven alh andere dingen uicftckendej cn den Oceast door het fchijnen van de Son begon te blin- ken, foo waren my dat teikcnen , waar door il> bekende dat het aarde was. Als ik'er daar n: watftcrkcr op fag , begon ik den gamfchcn menfchcn handel te fien , niet alleen elke Na- tic cn Steden in 't byfondcr: maar ik fag ook de Schepen varen, oorloogen, ploegen, twi- Oen, wiKlc Bcelten ; cn om kort te zijn, al wat de wyde waereJc voortbrengt.

Vu. 't Geen gy nu fegt , fchijnt niet waar- fchynclyk , en zijn met malkander ftrydendc. AVant Menifpe, daar gy ccn weinig te voorcn na de aarde Tocht , om degrootc fpanedicclcr tulTchen beiden was , cn zoo s^ydeCêlofJen niet geficn had, fond gy gedacht hebben , dat het yts anders was: hoe zyt gy foo haalt fchcrpficnde geworden alseencn Lj^oeut} gy onderkentalies wat op de aarde is, dcMcn- fchen, Beellcn, en byna ook dc Muggc-

neften. . . i i •

Men. Gy fegt wel: ik weet met hoe het is, i dat ik vergeten heb te leggen, 't geen ik alder-i ' ecrft behoorde verhaalt te hebben. Wanneer ik dc aarde eer ft Cig en kende , doe kon ik het : niet ficn om de diepte , om dat my n gcGcht- ' ftralen zoo Ternictcn reikten. Dit dan fpeet




28 F ó


Kin.  ;


tf hoven de Wolk-vlieger. 4 6 1

bekommert zynde, jatotfchrcijcnstoc: zoo qunm van achter by my dien gclcertlcn Empt- docles , op foodanigen wyfe , dat men fouoe gefegi hebben , dnc hy een Kooldrager had gcweell, van afTche bclloven, en verfcngt. Als ik dcfen fag , (want ik moet het ook feggcn)» was ik wat ontllclr, en memdc dat jk daar een Maan-geeft fag. Maar hy fcide, vrceft Tim Aitmpft^ ik ben geen God: wat l^elc gy my byde onflerftc4ykc? ik ben dcPhi- lofooph Emj>edocles. Want als ik van boven neder op de rooficrs gevallen was , foo heefi- my de rook uit de berg jEtna lot hier toe uit- gc Hagen. Zoo dat ik nu in de Maan woon , gaande fomtyts in de luchtj en ik leef daar van den dauw- Ik koom hier om u uil die vtr- twijffclingc tc helpen : want dat quelt u , ge- loof ik fecr, datgy de aarde niet fien kond: gy hebt fcer wel gedaan, antwoorde ik jf'w/? «- dcciex. Zoo ras als ik weder in Grith^nUntinX gevlogen zyn , foo zal ik tot uwergcdacluc- ntflcopderooJ^^fi/e offeren. Enikfaludry- maals , na de nieuwe Maan (lende, u belofte doen. Ik zweere by End)mïon , zegt hy , dat ik hier met gekomen ben om een prcemic , maar dc aficdie t*uwaarts heeft my daartoe aangedreven, wanneer ik u vermoeid fag.Maar weet gv wat gy doen fult om \vel-(iende tc werden^neen geenfïns, antwoorde ik, ten zy it gy my die donkcrheit van de oogcn af- weerde; wantik fchijn voor tegenwoordig niet weinig Icepoogig te wcfen , ik heb niet van doen, fegt hy . Want waar door gy fcbcrp-

V 3 ruk




28 F ó


L u c I A'^ I Ihtfomenlppus ,

fult fïen , dat hebt gy nret u van de aarde mede gebracht. Wat is dat dan^ fcide ik?ik %vcet het niet. Weet gy wel dat gy een rechter Arents vleugel hebt,regt hy?Ja dat weet ik wel, gaf ik tot antwoord , maar wat doet dac tot de oo- genf waar op hy my weder diende, (èggcndcj dac de Arencs ran de alderfchcrpficnfte dieren zyn ; want zy alleen konnen tegen de Soa op fien:cn daarom i«hy Koning, eovrygeboren> om dac hy fondcr oogwenken tegen de Sonne dralen kan opfien. Zoo fegt men, ant woorde ik. Daarom hec berouwt my , datik myn oogenniecuitgeftokcn , enda.irgecn Arents- oogcn in de plaats gefct heb , als ik hier na toe vloog. Want ik koom hier maar half, en. niet Koninklyk genoeg verkiert, maar ik fchijo wel een baftert te zyn. Het ftaat aan u > legt hy,dat u ander oogt'ecnemaal Koninkli) k is. Wantfbogy opltaat, en de Gieren-vleugel vaft houdende , de Arents vleugel alleen be- weegt, zoo fult gy na de proportie van de vleugel , met het rechter oog fcer fchcrp ficn : maar om met het ander niet blint te zyn , kan niet uirgevondon werden , om dat die tot ^czwakftc zijde hoort. Het fal my genoeg zijn, (cidc ik, zoo ik met het rechter , ook al- leen kan fien als een Arent. It fal niet minder «focn als de Timmerman, die met een oog üzv ©fde linien recht zijn. Dit gefproken heb- bende , dede ik 't geni Em^BUdn geboden hadd^. Hy onderwi)len gin » .ilIcnTckcns-weg, en verdween als een rook. Als ik mijn vleugel begon te bewegen j foo wtcrd ik me: een

gro^c




28 F 6


of hoven de Wolk-vlteger. 46 j groot licht omfchencnj zoo dat ailcs (ichibaar wicrd, dat ic voorcn verborgen ^vas j ik flocg mijn oogen na de aarde , en ik (hg klaarlijk d«  Steden , de Mcnfchen, cn alles wat'er gcfchic- de: niet alleen 'tgecn onder den bia3u\Yen hemel gefchicdcn ,maar ook dat binncns huis gedaan wierdc, meinendedat zv van niemant befien wierden. Ik fag dat Ptolom^us met fijn Suftcr bloctfchande beging , en dai fijn Soon LypmAchtiS lagen Icidcj dat ^ntioehtts de Soon van StUucus fijn Stief-mocdcr Stratoni' C4 toekniktej dat Thejj'alus ^Uxar.der va n fijn Vrouw vcrmoort wierdc^ dat ^ nügont^s met fijn Soons Vrouw boeleerde; darde Soon aan Jittalus fenyn te drink<?n gaf. Wederom aan d'anderc zijde, dat ^r/^co/ een Vrouwtjcn doot flocg , cn dat ^ rbacts dc gefnedenc , den degen trok tegen ^rfncos. Vordcrs Sportianm den Altdiry wicrdc van fijn pngicn van tafel af gchaalt , en met een goude beker voor dekop geflagcn. Defe en ditrgejy ke din- gen kanmcn in Lyhien ficn, alsook by de Siy- thtn enThraceftiCn dat in deKoninksPalcifen, te weten, hare jagers , dooiflngcrs, verraders , roovers, valfchceedfwecrdcrs, angltige, 8ic, cn zommigc wierden van haar belte vrienden verraden jdiergclyke dingen gaven de Konink- lijke fpektakeis. Vorders al gene het volk dc- dc, was noch belagchclyker.Wanc onder dele fag ik F/ermedorus dien Epicurift ,.om duifent liukken gcltsecn valfchcn eed doen ; en dat dien ftoifcn ^gathotitM fijn Difcipcl, om het leer- geit voor recht riep; cn dat dien redenaar

V 4 C//w>




28 F 6


4^4 LuciANi Ikaromenippus y

Clinia een goude Pliiool uit de Tempel vnn ^fcHUpitis (tooi: en dat Htrophiluf den Cyntftn Philofooph ineen hoerenhuis llicp. W'atfoudcmen al van andere noch konnen vcrlialen, die door de muur braken, en huis- braak deden; die plcireden , woekerden, >Yederom ciftcn  ? want het \va$ ecnverfchei- den en gemcngt (pe£lakel.

Vr. Gy fult ook weldoen Mtnlffe^ dxt gy dat verhaalt : 'c is gelooflijk dat gy daar fcer groot vermaak in gehad hebt.

Men. Het kan niet wel gefchicdcn lieve vrient, dat ik alles zoo op order verbale , w.int het wasmoejelijk te ficn.Maar het principaal - punt was foodanig , bynaals Homerus in fijn (chilt verhaalt; alwaar Gal^maleji waren , Bruiloften , aan d'andcr zijde Rcchc-plaat(cn , en bycen komften : wederom aan een andere zyde olferden een , o» een ander plaats daar niet verre van daan, droeg ymantroaw. Ver- ders als ik na Gtticx fag , zoo oorloogden de O eten. De Scythen dwaalden met haar Karren, een weinig verder myn oog drajende, lag ik de JEgyftenaart ploegen. Phxnix was acn Hocrc-jager , Cilix die roofde , Lacon wicrde met zwecpen geflagen. ^.thtnius protfcfte. Dcwyl al dcfe dingen op ccne tyd gefchiededen, zoo kond gy wel denken > ho: confuis ik dit geficn heb. Even als of ymand verfcheidc danfers voor bracht , of vcrfchcivie dans-reijen  : en dan beveelt, dat elk lijn eigen zang , fonder overeenkom Ite j fingc. Al«  ^ju een. ieder om bcliiingt , en lijn eigen




28 F ó


»fbo've?i de Wolk-vlieger.

zang fockt te eindigen , cn Joorgroothcit fij- ner \kmmc een arnlcr tragt te overweldigen^ denkt cens> wat gezang dat geven zoude.

Vr. In alle manieren fou het verwart cn bclagchelyk zyn.

iMEN. Op dcfelvc wijfc gaat het op dc aarde, zoodanig vcrfchil is'cr ook in het men- fchen leven  : want d ie niet alleen onbehoor- lyk klinken , maar fijn in ver(^ierrng ook feer veel verfchcicnde , cn bewegen fig op aldcrlci wyfen, zy denken nietallc even eens , tot dat de Dans-meeflcr haar alle van het Toneel af jaagt, feggendc, dat men niet langer en hoefde rcijcn te'firigcn. Dat gedaan zyndc, zijnzy malkander gelyk, {lilfwijgcndc, niet meer foo confuis en verwart zingende. Maar in foo een vcrfcheiden cn veel voudigcn Theater, waren verfcheide belagehclykc dingen  : voorna- mentlyk, deden die my meelt Kigchen, welke van de Land-eindinge twifteden , en die dt naam wilden hebben, dat zy den Akker i'if^o- Tiium bouwden; of dat zy dar deel van Murti' thon fouden hebben, dat naaft Oenoen is , o£ datfcin ^carniA duifcnt bundel Lands fou- den bcfiticn : daar my heel Criek^enlant , (oo als ik daar van om hoogc kon ficn , maar vier vingers brecrd groot was. ^ttica , foo my docht, was het kleinflc deel; doeftgikook hoecfe rijke luiden zoo grootshcrtig v^aren. Want dic doe het mceftc Lant onder haar bc- fat, die fcheen naulyx een klein ondeeltjcn van f/KHrwx re bouwen. Vordcrsakik my "na Pslo^om^fm wende, fag ik dc Landen cn-

V < icr




28 F 6


^66 LuciAKi Iharomenippu;

Jcr de kleine beer gelegen , en dacht \Tst Lantjcn is dat, nictbrccder als een jEgyptiz^t linfe, dat zoveel ^-Jrchiveen en Lacedemoniers op ccnen dag had doot geflagcn. En ais ik yiiiaiidfag^met goud bekleed , d.ithy acht • ingcn had, en vicrphioJen, foo lachte ik hem gioorclyx uit , want gantfch PMngaUn met af haar metalen, was niet gcoocer als Ccn kruim » tjenbroots.

Vr. ö Afenippil gy zyt (eer 2clukkig dat gy •lat gcfien hebt. Maar fegt my^bid ik, eens dc Steden en de mcnfêhcn , hoe groot fchcencn die wel te wcfcn , als gy die van om hoogc raagt?

Men. Ik geloof dat gy de Mtcrcn nelten wel gcfien hebt. die gins en weder , romotn joopen , dcfe gingen uit, en d*ander ging we- der in dc Stad : defc bragt wat mciVaan, gene heefteen boonfchil > een ander komt met een HiJf?koofcnt)cn^Tar\ve loopen. Het isr ook fldoofiifK, dat de Mieren , op haar wijfe vin leven, Huis-bouvi ers , Prekers , Magiftratl-it , MuHkanten cn philofophen hebben. Wan^ dc Steden hadden fecr groote gemecnfchap inetdc Miere-neiicn. Zoo het u al te negten voorbceltfchijnt, dat mende menfchen by het Rcpublyk der Mieren vcrgclykt , Co fiet dc oude Thifpirifi fabulcn in; daar fult gy viirdtn dat dcM^rmid^ntn, een volk ten Oorloog dapper afgericht, uit Mieren, Mannen zijn geworden. Na dat ik alles nu wel doorfien en genoeg goltgchenhadde, foofpandcikmyn «Icugclsuitj «n vloog na hci huis van den ^

hoog-




28 F 6


I

i

I

'.  :  :■ i

)

•i « 


ofhóven de Wolk-vlieger* 46*7

hoogdondcrendcn lupittr , cn na d'andcrc Goden. Ik wasnaulyx een Itadie opgevlogen, ot de Maan gat een Vrouwe ftemmc van Ai tnippe  : fcgt zy , u gcfchiede na u wenfch : dient my by luptter in («kcre fake aan, foo hcc ubciicft. Zegt niy vryelyk , feidcik , 't fol my niet moejclyk vallen, ten zy dat ik eenig pak mocft dragen. Gy fult maar een klein boodfchapje, en vcrfock by hem doen, uit mynen naam. Ik fterf byna, A/««i/?/>e, dac ik foo veel cn onverdragelyke dingen van die Pliilofophcn hoorenmoct , die anders niet te doen hebben, alsdaifeuitcuricushcir, almyn faken dóor^niifFelén , wie ik ben , hoe groot, waarom ik doorgefncdcn wcrde, cn half, of aan beide zyden bultig. Zy feggcn dateer volk in my woont : gene fcggen dat ik als een ipiegel boven de aarde hangè. Andere reke- nen my weder toe, 't gene zy tegen my gedagc hebben. Ook fcggen zy dat myii ligt geltolen is^cnvalfch. En dat het boven van deSonnc afkomt; noch maken zy geen end met my,. met myn Broeder , t'Gmcn te voegen, en dar ik oproer en hand-gcmccnfchap met hem foude maken : noch het is niet genoeg n gene zy vandeSonncgcfcgt hebben, dat hy een ftccn foude zyn, en een groejcnde klomp. Ik weet daarenboven foo vee) dingen van haar, van 't gene zy by nachte doen, dat refchrikkc- lykis ce vertellen , daarfc by daag fooöraP, mannclykjmct aanficnlykc kleeding, cn foo veel onervarene oogen op haar kykende heb- ben. Maar als ik dat fic, zwygik. Ik reken

V € lm




28 F ó


4'5S L u c I A N I IkaromenippMs >

hcconbctamciyk, dat ik aan den dag foudj Brengen , 'tgcnezy by nachtc doen , cn hcj ydcr in hetlicimclykletfr. Ook foo ik ec i ovcrrpccId-.r lic, die Ikclt, of ccnig andc*. nacht- bcdryf doet: zoo bcdckkc ik haar met ccn \vü!k , opdat ik niet looncn foudc , dat zulke oude luiden doen , 'tgccn ccn lanac.i baart, cn Toe een bedieninge .onbetamelvN was. Zy achten het voor niet met alle , dat fy my met haar tonge zoo gins en weder ruk- ken cn plukten, en opaldcrlci manierefmaat- hcitanndocn, want (dc nacht is myn getuige)" ik hebbc mcnigmaals in den fin gehad , dat gy fulxaan /w/i/rr aandient, endaar by doet, dat ik hier niet langw harden kan , ten zy hy deze. naturaliflen vcrbr>'relt : de twiftcnanrs dc nionttoefluit; J/o* JemoUecrt: dc -^c4</<- mie uitroeit: en een eind van de Peripaten of wandel- plaats maakt. Alfooül ikruilc vin- den , cnzy fullen fhl üaanmydagelyx te me- ten. Hetralgcrcbicdcn,antwoordcik, gc- lykgy gijbie»!,' endaar mede ging ik recht na. den hcLmcl. Alwaar geen Mcnfchcn of Bcc- Ücn werken. Daar na om laag fiende, fchcea. my de Maan Teer klein: cn bedekte eindclyk. de aarde. Vordcrs aan de rechterbant de Son latende, vloog ik door de Stenen , cn qaam op din derden dag in den hemcL Ecrlt dacht ik daar in te gaan zoo als ik was: mct- nende dat ik licht kon bedrogen werden , oip dank maar ccn halve Arent was. Ik wiftook wel dat den Arcnt met Inptter familiaar was. Daar na dacht ik datfc bevinden foudcn,dat ik:

ccn




28 F 6


cf hoven de Wolk-vlieger. 46 ^

Ml Gieren vleugel iiaJ. D.inrom vond ik nl- lergernadfaamlè, niet altclichtvecrdigmy in jevaar tc begeven , maar ik ging en klopte roor de deure; M eramus open doend r,vroi g na myn naam, ging mct'cr liaail heen, om het aaa Inpiter bekent te maken. Een weinig daat " ni wicrd ik ingebtcnjal bevende en trillende. Ik zag ai dcGodcn fitten , en dat niet fondcr bekommernifle: want myn onverwachte aan- kom (ie had haar feer ontroert gemaakt. Sy hadden noit verwacht dat de msnfchen daar gevleugclt fouden komen. Inpiter fag feer vcrfchrikkelyk cn verbaafl j hy (cide. wie zyt gy, cn waar komt gy van daan  ? wie zyn u Ouders, en van wat Stad ^yt gy? als ik hem dat hoorde Tcggen , befA-eck ik byria. van vrecfe. Daar Uontik"als vcr Üomt over de grootheit der flcmmc. Een weinig daar na weder by myn felfs komende , Ik b ik alles gc- fcgc , beginnende van het hooft fclfs , dat ik begeerde de hoogcdingcn te verdaan : hoe ik by de Philofophen gekomen was: hoe ik haar feer verfchilleMde hoorde fprcken  ; hoe ik door haar vcrfchil wanhoopte : da.ir na myn vont van de vleugels ,cn vol ders al het andere tot den hemel toe: doen feidc ik 'c geen my dc Maan belaft haddc. lupherdiz lagte,lljn wyn- braauwcn een weiniq uitfpanncnde. Wat dunkt u vanO/wjcn £/);&wii»*,daarook A/e- nippHs befban heeft in den hemel te klim* men > heden fultgy by ons logeren. Morgen, fcgt hy, fullen wy u antwoorden op het genc^ waarom gy hier gekomen zyt , en dan u weer


V 7


latca




28 F 6


470 L u C I A N 1 Ikaremenippus ,

^atcngaan. TcrÜont opftaandc, ging hy na die zyde van den hemel , daar men alderbcft kon hoorcn. Wan: het was tijd om de gelof- ten tchooren. Onder het gaan , vraagde hy myna dc zaken die op dc aarde toegingen: voornamen tlyk defc , noc veel het ICooren in Gritk^nlant gelde: enofdc voorleden win- ter ons dapper getroffen haddc ; cn of dc moes- kruiden veel regen gebrek hadden. On- derwylen vraagde hy ook , of 'cr noch ymant van'tgeflachtcvan PhidU leefde: en waar- om dc ^thtnUnfers in loo veel Jaren geen Jêviale fcert-dagcn gehouden hadden. En of zy in den fin haddfen haren Olympium te ein- digen, cn ofzy al gevangen waren, die den Tempel van Dodmxus berooft hadden. Als* ik hier op geantwoori hadde  : (oo zeidc hy , Men'ippt , wat gevoelen hebben dc mcnlchen vanmy? een feer Goddelyke opinie» mijn Heer, antwoorde ik; tc weten, dat gy Koning zyt van al de Goden , gy fcheert my feidc hy. Vordcrs feide hy, ik weet hnar twiften cn hair-klovcn wel, alhoewel gy niet bekent, dc lyd is wel eer gewéeft , dat ik haar een Waar- legger cn Medicuswas. Summa, ik wasdben en iaten. Doe was allc$v.an lufitcr vervult^ alle wegen,3ls ook de vergaderingen der mcn- fchcn. 'Piféi cn Dodona- waren fecr uitdekcn - dc voor alle. Want door de rook van hare of - ferhanden kon ik naulyx mijn oogen open doen. Maar na dat ^ polio het Orakel tc Velft gebracht heeft , en foö ras ALftnUplus de McdicyncinP»r^4»i<» oefFcnde, is B endi-

dmm


I




28 F 6


of hoven de Wolh-viegew 471


dinm in Thracien voortgekomen , ^niibis Tempel in JEgypten ; DUnaAs by de Ephc' fers: hier loopc'n zy allem.ial na toe,cn maken daar jnarlykfe byccniromli'en. Zy offeren hondcrt bccftcn (')*ï Fitcat^mbm)  : my laten ■zy als een die döoroudcrdom vertletcn is , en mcinen dat fy my genoeg eere aandoen , lbo ?.y my om dc vijf jaren cens" op den Olympo offeren. Daarom fict  ?y al mijn Altaren kouder als de Avettcn van PlaPD , of de fluit-redens van Chryfippuf. Dirgcroid hebbende, qua- men \vy op die plaats ^ alwaar hy foudc fuien om dc geloften te hoorcn. Daar waren vcn- fters op een order gcnrjakt , gelyk de iwonden zyn van de putten, hebbende hare dckfck , en byclk waseen^öudeftoclgeicr. Als lupiter by dtfccrftcgcieten was, ^nim hy het dek- fcl af, en luifterde na de* biddbndc. Zy baden van alle zijden van de aarde , fcen vecle en ver- fchefdcnc dingcTJ , want ik kon fiilx wel hooren. Zy waren in defbr manieren: O lup\ur\ laat ik het Koninl<rijkc befïtten. 6 lupiter \ laar ik d>3ch maar Ajuin en Look hebben. 6 Infitcr ! dat mijn Vader haaftig fterve. Wcdtronv, fci een ander war anders ; oeh dat ik erfgenaam van mijn Sii ftcr waar. Och dat nicmanrtc weten komr dat ik myn Broeder verraden hcbbc , laarik de ftrijd win- nen, dat de Olymfhn gekroonc werden. Ver- ders ondarr de varende luiden, dcfe wen fit- dat dè Noorde wint foudc wnjcn , een ander dc Zuide:Dc Boer verlangde na re<^e% dc velden aadcSonncfchijo, Maar /T#/«cr haar ver- hoerende,




28 F 6


t


472 LuciANi iJiamne-aip^us ,

lïoorcndc, cn beloofden het haar nllemaal niet , wanr hy. (èont het ceni^c toe,cn andere \vcdcr niet. De rechtvaardige menfchen liet hydoor het venikr komen, die hy ihüct, ftcldc hy aan de rechterhanr,dcquadcfond hy \vccr henen, die wederom blafendc op datfc niet in den hemel op en klommen. Daar was evenwel ctn menfch , daar ik hem fag oves twijffclen , want als'er twee waren die vcr- icheidc dingen begeerden, en cenderlci ofFcr- liandcn beloofden , wirt hy niet wie hy beft foude toegedaan zijn, Defe Acadcmife manier had hyjdathy nictsvaftftcllenenkondc, na het exempel van Tyrrh^ hing hy tufTchcn bei- de, cn ovcrwocg de fake. Als hy nu lange ge- noeg de geloften gehoort hadde , foo ging hy na dc naaftc fit-plaars, en bukte door het tweede venfter, cn hoorde de Verbond- makers, een eed doende ; defc geantwoord, cn fJermodtrus, den Epkurlfi n^ct den bli- xcm gcflagcn Iiebbcnde; ging hy weder na de naafte ftocl, om dc waarfcggÏHgen , cn Vogel -bctekenincn te hoorcn. Daar na ging hy na ccn venfter om te hoeren olFercn ,door welke dc rook aan lupUer, de namen bekent maakte van de gene die hem ofFerden. Dit gedaan zyndc , 'behfte hy de winden en de uurcn wat zy doen fouden  : regent van daag by deSeytbwy büxcmt in Libya, fnecut by dc Grieken. Gy Koorde wint blaaft in£)d/«»5 gy Zuiden wint zyt (lil. De Wcftcn wintbc- roeit dc yfdrUüt^t zce.Lact'cr duifent malen iiict hagel in Capadecien gellrooit werden.

Dit '


• .tl




28 F ó


ï


of boven de Wo'f:- vlieger. 47 5 \ Die- byna alles gcorJinccrt zijnde, gingen ^^y

nn de pla.its ciinr dc Goden drojikcn. D(jc wns

her tvd v.m 't Avontmail  : en Mcrmrius ge- bood mv aan te lltten, n.iaü PAn^Corybantcs, ^ttis cn Sabx-^us, d:e d.iar mede woonden , 1' en halTc Godea waren. Ccres vcrfchaftc ^ brood, Z?rfcc/;«# de wija,f/^rc,v/eivlcis,r

de A/;' «en- takken , XeptunHt M^nides.

Onderwijlen proefden ik ook Üecls-wijs dc Goden-drank en Goden-broot. Want dicii l dcftigen G-anymtdes, welke de menfchcn foo . bemint, fchonk dikwyls een beker of twee Goden-drank, a'j /;#/>/fer fijn oogen eens af- wende: maar deGodai geloof ik met flo" % mtrhf , als ik felfs gcficn heb, eten geen ! Koren, nochdrinkcn geen zwarte Wijnen : I maar zy fchaffzn Gode-fpys , cn drinken haar 1 met G ode drank dronken  : voornamcnilyk, I hebben fy vermaak om rook der ollcrhandcn j t«  eten , die te gely k met de reuk na b^vcn tc c 1; vliegt: en d-iar by 'net bloed, dat op de Altaren gegoten werr. Ó vier het eten fpeeldc polio op dc Cithtr-^ SiUnus danlte: Mttftn ftonden in 'c midden , en Tongen ons het Lied . der geboort» van de Goden , dufftltodus ^c- ( maakt haddcjen ook hctcerlèc Lied van Ph^ d.tri Lof- Tangen. Doe van alles vervult zynde, rulhden wy op de plaats daar wy Tatcn, fcet bïgcerigzynde na dc drank. DegantTchc nagt llicpen de Goden cn dc MenTchcn , maar my en kon dc diepe lli ip niet bevangen  : onder an.leredmgen die ik dicht , fcheen my vo'^r- namentlijk vreemt,hoe het qanijdac ^polU

in




28 F ó


474 LuciANi Ikarimswppus y

in foo langen ti)d noch geen baart en kreeg : ofhocdc nacht in den hemel quam , daar de Sonahijdprcfcntwas, en mede ter maahijd fat. Doe begon ik een vveinigjen te flapen  : I«/?«er's morgens opftaandc, Jiet de Goden byccn roepenj als zy daar terltont waren , be- gon hy aldus te rpreken : dat ik u lieden roep, is teroorfakcvandefen vreemden man, die hier gifter gekomen is: maar dcwyl ik over lange in den fin had , u te fprcken vat) de Philofo- phen, voornamentlyk van de Aiaa» , en daar zy van klaagt, hier over beweegt zynde, wil ik geen langer uicllel maken van hier over tc confulcreni Het is een foort van menfchcn , dat noch niet lange in de werclt gcweeft is, leer lui, twiftig, glorieus, boosaardig , gulfig , fot , hoovaerdig: en om het met de woorden van FJimerns uit te drukken , een onnutte aard-klont. Die hebben hare Scclen, en dar door wonderlyk gedreigde twilt-rcdencn  : fommigc noemen (ig5"/o/«, fommigCv^w*^- mid, andere Epicurti, ParïpAUt'ui , cn noch meer andere bL-lagcheiijkcnamen . Als fy dan dcfc eerbiedige naam hebben aangedaan , dan trekken fy hare wijn-braauwen om hoog, hebben een lang voor neerhangende baart , cn wandelen met een valsklecd, hebbende by- (ich afgrijfclyke manieren: want (y zyn d«  Tragedi-fpeeldersgelyk, welke, (oogyhaar mom-aanllcht en kkdcren,die me: gout door- werkt zyn, aftrek t , dat'cr dan ovcrbly ft i is belagchclyk,anders niet als een mensje die om ti§n dry- iluivers penningen gebuurt is om tc

flrydcn.


of boven de Wol^-vlieger. 47 5 llrydcn. Defedanfoozynde, werden tan al dc waerelt veracht ; van de Goden fprcken fy dingen die hemL^l noc'i aarde en raken : zy halen veel jongs luiden by elkander, die licht bedrogen kon'nen werden; entoonen haarde edele deugtjcn Icerende dubbelfinnigc woor- denden pryfsn by hare difcipelen de matighcit ai zcdigheit , de goederen en wellurten ver- vloeken zy. V orders als fv alleen zyn, foo zyn zy gulfig en onmatig tot V tntn luiten , fo dat zy dc vuiligheic van haar Ihiivers wel foudcn aflikken. Dit is het zwaarltc, dat,dewylfy nieten doen, noch publyk^noch privaat, foo zyn fy onnut , en overvloedig. Men lietlè la geen Raats-plegingcn , noch werden niet on- der dc gewap:ndc ^^crckcnt: nochtans bc- fchuldigen zy een ander , tegen haar menigte van vergiftige woorden ophoopcnJc , en ky- vcn met voorbedachte Tchclt-woordcn , foo dit die het haantjenis V cnbeft roepen kan, en onbefchaamft , tot (chclden alderftoutlt is. Zoo men dan foo een roeper, fchreeu wer, en befchuldiger eens vraagt m volgende manie- ren : wat doet gy > ot waar toe fullen wy feg- gen dat gy nut zyti'zoo moet hy antwoorden, foo hy recht uit fal antwoorden.: te varen , te ploegen , Soldaat te zyn , of een liant- werk tc doen , fchijnt my overvloedig : vordcrs ik roep, ik ben vuil, ik wafch my met kout warer, ik loop 's winters fondcr fchocnen* en ik laltcr gelyk ecnen Momns , 't geen een ander doet : zoo een rykaart wac tc vcrquiftende is, of een hoer hceft,dat haat ik, E'i foo ymant van myti

vrienden




28 F 6


47^ LüCiANi Anacharfj9^

vrienden of makker fiek is, cn geen hulp noch by ftant hccfc , dat weet ik nier. Dit gcllagt, O Goden! zyn fulke becücn. Die van dcfe nu gcnoemc werden Epicurei , die fyn ook leer fmndciyk , cn cjuel len ons ook overmaten fccr , fcggend^; , dat de Goden geen forg voor dcMcnfchen hebben, dat van ons niet ge- dacht cn wert, *t geen zy doen. Daarom, het is hoog tijd, hierover te raad- plegen. Want foo 2y dac da mcn(chcn, die noch leven, kon- ncn aanpraten , foo fult gy grootelyx honge- ren. Want wie fa! u hier na meerdei offeren , als hy daar geen vrucht of nut van verwacht  ? wantgy hebt giifcr gchoort, wst de man fegt. Raaiflaagt daar over , 't geen dc men-; fchcn fcernut zyn,cn voor ons niet gevaarhk. Ju^ittr dit gefprokcn hebbende , overleidcn zy onder malkaridercn. Een weinig daar na \vicrd»cr geroepen : blixemt , brant , vcrbry- felt tot in den afgronr, en onderaardlchc poel, gelijk de Reufen. Jupher gebood haar we- der IHI te zijn  : het fal gefchicikn , fegt hy r gclyk gy wilt. Zy fullenalle verbryfclt wer- den met hare redeneer- kunA, Voor tegen- woordig geeft het geen pas ymanr te ftraffen. Want het fijn tegen woordigFceil-dagendcfc vier maanden  : ik heb nu IHlAaiu laten ver- kondigen ; maar toekomende Lente, ftllen de booswichten door den bJixcm osngebratjt wordan. Zoo feide hy, cn lupher S^turmur knikte hera met Cyn fwartc wyn branuwca toe. My fchijnt geraden , dat gy defe Alemp- ■pns fijn vlcuizels afneemt , opdat hy niet meer

wederom


of boven de IVolk-vheger, 4 77

wederom en vlicgCjCn dat hy van MercurUts op de aarde gebracht wcrdc. Dit gefegt heb - bende, ha hyde vergaderingegaan  : Cylle- nius din nam oiy by het rechter oor, en bracht my gittcr in Ceramictn. Nu hebt gy alles ge- hoort, myn vrient , 't geen ik van den hemel met mybrcnge. Daarom ga ik heen om dit de Philofophcn aan te dienen , die in PeciU wandelen-


LUCIANI ANACHARSIS,

ofte

Van de Oejftn -plaat fin,

Anacharsis tn Solon.

Zeker Scyt\\^ Anacharfis, dtf^uteert mei Solon 5 over de Oejfen-plaatfen der Jongelingen^ en iverden vaft defelve dapper befpot > en ten toon gejleh.

Anacharsis. arom doen 11 Jongelingen defe dingen 5'o/on?rommi- ge omhchcn malkander , en fetrcn de planten der voeten icgen elkander aan; d'ccn worgt en flaat d'anderj en wence- len Hch in het flijk als Varkens. In 't begin , haar ontkleed hebbende, (want ik f^ond daar by om te fien) foo fchrabde de een den ander , met Olie fmeerende , 't welk fccr vrecdfaamcnvricndclyk toeging: daarna, ik

\SQQt


473 LUCIANI AftacharfiSy

weetniet waar door verOcurt, worden zy oneens: (y ftooten Toalkandcrjrocknikkcndc, fyitckcndc hoofden tegen malkander aan. even als de Ranmien. En fictcens hoe hy den anderen opneemt » met Hin enen rc^^én dc aarcte fmyt , en daar op hem ann vallende , laat hefn niet eens toe opwaarts te bukken , maar üoot hem- van boven neder in het (lijk Daar na vat hy hem fijn beencn langs de buik, cn fijn elleboog leggende op fyn krop , ver- worgt hy hem feer mifcrabel. De ander flaat dan op fijn fchoudcrs, biddende , dat hy hem niet en fmoore,zooikmein. Maar om de Olie 's halvcn fparen zy malkanderen nier, opdatfe niet met flyk (ouden bcfpat werden  : maardefcfmceriBg vcfdweencn zynde, vol flijk, en heftig zwetende, gaven my groote flofTe om te lagchcn , want fy waren als Aal die uit de handen glyd. Andere deden fulx ook op de plaats van het Hof, onder den blaauwen hemel , doch dit gefchiede niet in het flijk, maar wentelden m.alkandcr in het diepe fant, alwaar d'ecn d'ander als onder groef, en fp.itten dan met het Hof als de Ha- nen doen, op datfe, foo ik oordeel , zoo licht niet mistn grijpen , want het fant beneemt de gladdighcit, en geeft vafter vattinge. Vor- dcrs, beide recht over einde foo beftoft ilaande , fchoppcn en flaan malkander ivakker af. Dien ongelukkigen fchijnt dan wel een gelyk die fyn tanden uiifpuwt, foo vol is fyn m.ont van fant en bloet, zijnde met dc hand in het bak-huis geflagcn,de prcfident




28 F ó


of van de Oeffin-plaatfen. ^ )■ ^

hiervan maakt niet eens pais onder haar, nog Helt defe niet door eendracht ter neer. Doch uit fijn purpcï gewaat denk ik dat het een van hare Overlkn is. Want hy maant haar moc- digaan, en hy prijftdie, welke d'anderc een wakkre fufflet geven. Andere (pringen op een ander plaats in het ftof ai loopendc , bly- vendcop de fclve plaats : om hoog fpringcn- de, flaan zy delocht met haar hielen. Daarom wilde ik dat wel eens geern weren , tot wat nuttigheit dit gedaan wert y want dit fchynt my wel een rafernie : daar is nicmant geloof ik die my anders praten fal, dat zy nier gek fouden zyn , die haar met zulke dingen bc- moejen.

SoLON. Gy hebt voorwaar geen ongelyk-, ^nacharft , dat u fulx loefchynt, want het (yn vreemde dingen , en hebben een afgry (cn van de Jcj'ï/^e manieren : want, gelyk gy verfcheidc leer- tuigen en lichaams-oeffenin- gen hebt, die aan onfc Grieken fccr wonder- lyk fchynen, allo fchijnt u dit ook toe. Weeft we! gefint , myn vrient : 't zyn al geen wer- ken van onfinnigheit, fy flaan, noch rollen malkander niet in het flof offlijk ,uit cenigcn haatofnyt : want in defe /aak is geen verma- kelykhcic , maar geeft groote kracht en fterkre aan de lichamen. Wantfoo lange gy in Ofii\eHUnt vcrkcerdc,dat gy/o ik meine^ doen fulr, foudet niet lange lijden, of gy zoud ook wel hsaft een van haren rang werden , die met ftof of flijk vervult ayn, zoo vermake- lijk cn nuttig foude u die fike toefchijnen.

Anach.


480 I. u c I A N I Aiiacharfis 5

Amach, Datzy verre van niy i'o/ow. Diti zijn dan u nuttigheden cn vcrmakclijkhcjt.v foo my ymant dicrgdyx aandedc , liy fou gewaar werden d.u ik niet te vcrgeeis ccn Sa- , bel droeg. Ma:ïr Ccgt my , hoe noenu gv dcfc | faak, ofbojfullenAvyicggenj watwerk %t doet.

Soi.oN. Die plants wcrt van ons Gymna- yi«w (of Oeftcn- plaats) gcnocmt, ^folloos Tempel van X.^c;>». Gy fiet fijn Stok- beek boven op een pylaar flaandc , hebbende in fijn linkcrhant ccn boog, lijn rechterbant heeft hy om bet hooft gebogen, tooncnde dat die God uit tc vcci arbcids moede is , cn ruft. Verders dc oefreninge die in het flijk ecfchiet , \vert worttclingc genoemt , die worftclcn in het ftof. Die. recht over einde ftaan, en malkander wakker afllaan , won Pancratium gefegi (ofnag-ievcringe.) "Wy hebben ook noch andere ocfFcningen, hctvuift-flaan, werpingen met ronde ftec- ncn, fpringcn die hier nu den ovcrwmnaar van is, die wcrt de befte van alle gehouden, cn heeft dc proemic van de ftrijd.

Anach. Wat zijn dat voor prcrmicn?

SoLON. hl dc O lyn>pi\e fpelen een kroon vanOlyf-takkcn; inde jfthuififp^ckn een van pyn-boomen  ; mnsr m de A'emetje een kroon van jufFrou-Marks-kruit, (of^pMn) gevlochten. In de Pythifi zyn dc Prieftcrs van ^polh gewoon appelen voor tc ftellcn  ; by onk ^thenUnfirs is dc OÜe van Oly ven m g.bruik. Wat lacht gy foo ^riM^harfi^ fchy-


To'a'




28 F ó


n u dcfe dingen 200 gering toe. Anach. Ncciij maar gy hcbc ons fccr dcfti- [icf rcemicn opgctcJ:, jre/ö«, cn waardig van ie gene uiefc icii dien einde daar ikllcn , an- crdecls ook voor de kamp- vechters > die haar elven daarom in 't worüclpark llcllcn. Maac ,vy lyden vry vccl,fomtytstot verworgcnstoc> n dat om dele Appelen of JufFrou-Marks- kruit: zonder grootc moeite kan men die jAppclen niet bckomcn,z;o y mant daar toe luft |baddc j of niet met ^fmm of Pynboomj- itakken gckroont te werden , wicnsaangeCcht Ifiiet vuil van flyk , of van den anderen niet fYOor fijn buik gcfchopt was  ? Myn goede i vricnt, \vy ficn niet op de blootc gcfchciikcn ; i(maar dit zy n kentcjkcncn|\\*aar aan men den

(overwinnaar kent) vordcrs de glorie die hi.cf volgt; is by de Overwinnaars van grootc j waarde: voor welke op de buikteichoppen jis gemeen aan -de gene die de glorie in haar jnetren zoeken te vangen. Dit en krygcndic luiden nia fonder zweet en arbeid; maar doot de grootc begeerte moeten zy in het begin vecllijdcn: welke bchoorlyk gedragen hcb- bendc/o hebben zy een zoet cn lang ge\^ cnft ! einde te verwachten van haren arbeid.

Anach. Noemt gy dat een nuttig cn foct einde.. 5'o/ow, datfe van alJe man i»et ten groe- I nc kroon gcficn werden, om dc vidoric, daar ' een weinig ts voorcn van elk een, over de fla- i gcn> gccrbarmt wierden ; vorders genieten zy ! nu een groot geluk , rijk gemaakt zynde met Appelcp of JüfFrouw-Marks-kruit?




28 F 6


482 LuciANi A»acharfisy

SoLON. Gy (chijnt fecr onbedreven in onfe dingen ic zijn: gy fult nochtans in verloop van weinig ty ds wel anders praten , wanneer gy dele Griekje bycenkomftcn wat meerder fult bygewoont hebbenjen dat dc worflclaars Goddelykcecre aangedaan werden  : die nu door den Roeper Overwinnaar verklaart is, wert byna vooreen God gehouden.

A N ACH. Het is des tc beklagelijker, Solm , datfe foo ellendig gctr3£tecrt werden j in te- genwoordigheit van (60 veel menfchen: foo een hoop van menfchen konnen oog-getuige zyn, datfe niet gelukkig waren , die overal bloedcden , en van haar partyen byna ver- fmoort waren. Dit groot geluk hebben zy dan by de vi£Vorie.By deScjfthen in ons Lanr, zoo ymanteen Borger geflngen heeft , of op de weg tegen komende, hem daar van geflo- ten , of fijn kleed gefcheurt hCeft , worc foer fwaarlyk geftrafr , al was het zake dat'er maar weinig getuigen by gewceft waren  ; ik zwijg dan rfil van die in de Jfihmife of Olym- /»/iSpcelcn gefchieden.Het doet my fecr over het ongeluk der kamp-vechters , en dat van 't gene zy verdragen moeten. Ik verwonder my over dcuiffirinighcit der toefiendcrs, die daar komen van alle plaatfen om tcficn. Ik verwonder my groDtcIyx , feg ik, dat zyallc nootfakclijke dingen laten ftaan,ehconrumc- rcn haren tijd in dcfe onnoodigebefigheit. Ik kan niet verftaan wat vermaak fy hier uit fcheppcn, wanneer zy ymani zoo ficn flaan'i tegen de aarde fmijtcri, en malkander vernie- len. SOLON.




28 F ó


of van de Oef en-plaat fen. 4 8 j SoLON Zoohct nu de tijd was, ^naeharfi, van dc Olymptfe , jfthmife , of Panathenaife Spelen te fprckcn, zo fou dc faak zelfs liotclyk leercn, óm het geen ydelhcit is , waarom w y ons hier zoyverhjk toe geven. Als mende laak fo maar bloot verliaalr, fo fchijnt'cr geen ver- maak in te ftcken, ten zy dat gy felfs in 't mid- den fittende dc deugden zaagt , de fchoonheit deruitftekcndclichamen, dewclgcfteldc cn vaardige leden,vccl Iccr-llukken van crvarent- heit, onwinbare kraehtjftoutigheit, eergierige twift-redcnen, onwinbare fcntemien, cn onvermoeiden yvcr om tc overwinnen. Ik weet van buiten wel, dat foo gy dit quaamt te fien j gy foud geen einde maken van in de han- den le klappen, tc prijfcn en uit tc roepen.

A N ACH. En by lupiter, feg ik, Solon , ook van lagchcn cn fpoiten. Want dat gy daar opgetelt hebt, tc weten, die deugden, als de habylhcir cn fchoonheit der lichamen, en onbevreefde ftoutigheit,dat is om geen groo- te faak gedaan , en daarom verderft gy lieden malkander onnutteli)k , want het Vaderland wert daar niet aan gewaagt , noch het Lant geplondert of geblaakt , uwe Vrienden en Huis- genoten wort geen onrecht aangedaan. Datfchijnt my des te belagchelykct,gclyk gy fegt, dat fulke deftige Mannen, tevergeefs diergelyx uitrechten en lijden , en datfc lulkc uiiftekendcfrayighcdcn en deugden met foo veel rampen . door het fant , fmijten , wonden &c. fchenden, cn dat om een Appel of Pyn- booms kroontjen. Dicrgelyke kamp-

X 1 vechten


4?4 ^UCiANi Aftacharfis^

vechten tc herdenken fal my vermakelyk zyn. Maar fegt my , bid ik , geven fy al de kamp- vechters fulke p roem ie n  ?

SoioN. Geenfins, maar een alleen , die dc Overwinnaar van allen gewecft is.

Anach. Zijnderdanfoo veel die om foo twij^clachtigen vidorie , door fuiken uitfin- nigcn ^vcrk haar laten vernielen , v»orna* mentlyk, daarfe weten dat'cr maar alleen een Overwinnaar fil zyn , en dat de andere over- wonnen , feer ellendelijk gcflagen en gcwont \Tcrden  ?

SoLOM. Gy fchijnt de ftant van defe welge- fondccrde Rcpublyk niette verftaan , want gyfoud anders onfe voordeftige deugden en manieren niet verachten  : want foo gy be- gcerig waart die te weten,hoe het Rijk op fijn alderbefte gcüicrt wert, en Iioc dc Borgers in alle goede qualiteitengeoeffent worden, lon- der alle t wijffel, gy zoud hare oefFeningcn en hare ombiticushèit hier in prijfen. Gy foud ook verüaan wat voordeel zy daar uit genie- ten , die u nu Ichijnen een onnut werk uit tc rechten.

Anack. Ik ben nergens anders om uu Sc)thi€n, foo verren weg, door den  ?ontf*s, cn dat woette Veer , komen reifen , als om dc Gricxe wetten en infcttingen tc verftaan , en om de gantfchc faam van het Republy k , met •rond te verüaan. Daarom heb ik u een van de voornaamlle ^thenienfers gcachr, om my by u tc voegen, na dat ik gehoort haddc dat gy ccn eoedc \Vet-scver waart . en ik bevonden r---^ heb 3


i




28 F ó


$fvan de Oeffen-f laai fin. é^^'y heb , dat gy een goede Inventeur zijt van treffelijke manieren , en een deftige voorgan- ger in nuttigheden  : Summa, ik lie u aan een Reformateur des Repub^yx. Daarom zy t gy foo begeerig niet om my te lecren j als ik begeerig ben om van u te leeren , want al had ik noch foo veel honger en dovil,foo zoud ik evenwel met de mont wijd open fitten, om uwe woorden cn wetten te hoorcn , foo lang als ik 't harden kar.

SoLON. Doch alles foo kortelijk te fcggcn, is niet wel mogelyk , allcnxkens fulc gy dic met trappen en graden , van ftukje tot beetje beter lecren vcrltaan, welke ons van de Go- den , Ouders , Bruiloften , gocdt gcdacnc hccfc in te Hellen. Dat wy van de Jongelingen geftatueert hebben, is, wanneer ly haar vcr- iimt krijgen , en weten goet uit quaat te on- derkennen , rijp van jaren zijnde, foo datfe in den arbcit verduldig zijn. Dit heb ik u willen fcggcn, op dat gy weet, waarom wy haar diergelijke oeftemngenvoorftellen, en waar- om wy haar du ingcn^flg met fuik een werk te oefRnen. 'c Is in hetaldcrminüe niet gedaan, omdcfc worrtelingen, daife proemien krij- ,gen, (want hierom vergaderen fulkc weinig; maar t)m dc vruchten dic fulks verte te bovca gaan,die tot hctgantfchcRepublyk overvloeit, daar fy zelfs ook het gebruik van hebben. Daar is noch een andere g»meenc ftrijd , dic alle goede Borgcren voorgefteltwcrt , alwaar geen kroon van 1'yn-boomen, Oliven o£ m gevlochten is , maar dic het gantfche

X geluk




28 F 6


48Ó Lu CIA NI Anacharfis-i

^clukdesmenfcheninfichbevat, te weten, dc vrygeborcnthciryJieccnyckTin'c byfonJer hcefc  ; en het Vaderlanc gemeen is : daaren- boven rijkdom, glori, fecr Wijdluftige graden van eer en waardigheir,geiiietinge des Vader- hms Solemniteiten, en behoud van familiare faken 5 en om kort te feggen , het befte dat ymanr van de onfterfFelykc Goden door ge^ loften füudvj konnen krijgen. Defc is d m 9 meidickrooneals ik gefegt hcbbe, verkiert; en -lie moet uit het ft rijden verkregen wer- den, waartoe de(en arbeit en ocff:ningcn dienen.

SoLON. Anach. 6Gy feerrerwonderlykc Man 5 Salon , verhaalt gy my van fulke pr(E- micn, App'jlen, wilde Olyf-takkcn,^^jMW > en Pynbooms takken  ?

Soi o.v. Laat die u niet klein in uoog,ea fchijncn, ^nacharfi ^ wanneer gy ver ftaan hebr, 'c geen ik fil feggen. Opderdve wijfe ^^efcliicdcn o jk die | en zijn eenigc kleine deden van diegroote ftrijd,en krooncdie ten al Icndeelo gelu kkig is, welke ik voor verhaalt heb. Ik weet ni?t hoe ik myn Oratie zoo confLil*clijk,en 'cachterfte voor heb verhaalt , cerft gfwach nu'cende van  ! • /flhmife^ Olymplfe en JVemeife Spelen. Maar wy ( w.yl wy ledig tyd hc-bben , cngy begecrig zytfuix te hooren) zullen lichtelijk cot het begin konnen komen, en roe dicg»meene fttiji; door welkers toedoen ikgefègc hebbe, datdic alles oefchier.

An ach. 't Is zoo beft te doen. Ond  :»- het

wandelen



28 F 6


of van de Ocffin-f laat fin. 487

wandelen is on(e Oratie wat Inng gevallen: miflchicn d;u ik d.iar door beier gcperlu.idccrt wcrde,op d.u ik daar na nicmant (djc met een Oiyf, Pynbooms, of ^piams kroon gckroont Ik*) niet meer en bcfpotte. Laat ons hier onder de fchaduwe gaan fitten , als het u bc- lictc, op dat dict\>illenaars ons door haar geroep niet en beletten. Want ik ben ( wat hoefïktc veinfen) door deSonnefeer atge- mat , dic my foo heet en fcherp op het hoofr Üak. t'Huis had ik myn hooft- cit raat willen^ afgelaten , op dat ik niet alleen met een ongo-. w'oonen vreemtgewaat fou khi}ncn te ver- keercn'. 't Is de tijd van 'tjaar dat het heete gcfterntc fchynt,dat gy lieden de hom noc^nar, die alles verbranr, en de lucht dor en heet maakt, alsdc Son op de middag boven het hooft fchynt , cn fuiken onverdragelykcn V'armtc aanbrengt. Het fchijnt roy wonder, dat oy , die een feer out man zy t , foomiet er. zwletalsik: sy fchijnt van de Son met eens te weten, gy foekt geen (chaduwen , maar gy verdraagt de hitte foo lydelijk. \ SoLON. Dien ydelen cn ovcrvlocd.gen arbeid , die geduurigc wentclinge , «1 daarenboven dicmilerieninhctflijk, maken dat VVV de hitte derSonne lichtehjk bonnen verdragen  : daarom hebben wy geen hoed vandoen, om deSonne aftc wecren. Laat ons dan onder de (chaduwe gaan: wilt alle die dingen die ik leggen za],niet aannemen al$ een wet : maar wanneer ik ufalfchynen met gocts gefegt te hebben , zoo fpreckt J^*^^"^

X 4




28 F 6


488 LuciANi Afiacharfisj liont tegen , cii verbetert myn vvoordci AVant van een van tlcfe twee mem ik gerteelyk niet af te wijken: Oi ik fal ugeduurig daar toe bewegen > zoo gy u niet en vcin ft tegen te fprekcn  : of i k fa I k\h van nicu ws aan leeren , 't geen ik hierVau qualyk ingeftelc heb , waar ▼oor de gantfelie Rcpublyk der ^thenien . /«rx ugrootcn dmk fal wyten. Want voor het gene gy my fulc leeren en perfindcren yts beters, fult gy haar groote beneficiën do?n. JEn ik fal zulx niet verhvygen,maar vaft rtcllea cn openbaar maken,ik fal in 'c midden ftaand^ den gantfchen raat in volgende termen ald«» aanfpreken  : Ik heb u lieden wetten voorgc- Iclircven, ó Borgers van ^ ihenen , welke ik alderbeftachtede voor het Republyk j maar dcfen vreemdeling , (u yfnxchxrjè , mst dz vinger tooncnde) alhoewel hy een Scyth is, nochtans een min van 2roc-!-2


1 • • te


heeft my anders geraden, cn heeft my veel betere manieren van leven voorgefchrcven. Laat dan defe góede mm mede g2(chrevcn werden by de gens weU:e groote bcfchcrmers van'tRepublykgeweelt hebben, ftelt ham een koperen ftok-beelt maft Mhierva. Acht het voor geen fchade, gy Borgers van ^the- nettj dat gy van een vreemdeling yts zoud leeren, dac tot nut van 't gemeen is.

An\ch. Dit heb ik wel m'c gemeen van de ^thtnienfert hooren fcggcn, da t zy in alle redenen feer neuswijfe fpoeters zyn. Wat fou ik arme Boer, dical myn leven ichter dc karre verlieten heb, van 't ccne land in'c ander

loopcnde i




28 F ó


of van de Oeffen-plaatfen, 489 loopcndc , dic nooit in geen Stad gewoont noch gcficn heb als nu , beginnen tc fprekcn , om het Republyk te regccren , dc Inwoondcrs defcr ^vi]dbcrocmde Stad tc leercn, die foo vermaart is door hare wclge- fondcerde wetten  ? voornamcntlyk , door u, Solon, die van 't begin of aan getracht h eeft o[> de dcftigllc manier het Republyk te bellieren, haar foodanige wetten voorfchryvcndc, waar door zy kon gelukkig floreren. Daarom moec ikualscenWct-gevcrgehoorftmcn. ik lal u dan tegen fprekcn , zoo gy iets fegt dat na niy n fin met is, op dat ik het des te eerder vatten mogt.Hicr zyn wy nu fraaitjes buiten de fon- ncfchijn, ookzyndcrvermakclyke fit-plaat- fcn genccg op dcfc koude Heen. Spreekt dan uw reden van 'tbt-ginaen  ; want gy van jonx op dc Jongelingen met arbcit oelFcnt : en dan hadden uit de flijk en moddcr-oeftlningen u goede en defiigc mannen gcwerden.Ook hoe zy de deugt achtervolgen door middel van het ft of , en wenrclingjn in het (ly k 5 hier toe ben ik fccr begecrig , om dat in het begin te hooren.Hct overige fult gy my op fijn tijd Ice- ren. Onder het fpreken, 5o/o» , denkt datgy tegen een Barbaar fpreckt. Daarom maakt u rcikn niet alwillens over Huur , noch maakt hem niet tc lang. Want ik vrees dat ik bet voorüe vergeten fou, zo het tc lange duurde.

SotON. Gy fult het beft oordeclen, ^n^,- charft, foo het u niet klaar genoeg en zy , of fo zy van de waarheit wat afwijkt. Steurt my maar foo dikwils als gy wilt in myn reden, om

X 5 die




28 F ó


49 O L u c i A N I Anacharjis ,

die langhsit te vcrkorccn- Wanneer yts geic wctc dat tot de faak dient, foo is het niet quaa. die wat langer uic te breiden. Want de ^reopaghife Senaat , als fy over hooft-faken fitten, zfi\ Tulx van outs iin gewoon te doen. Want in de plaats ^rtopagum (iccw-ndc, hoorenzy waarom de dootflag, wonden , ot brantftichttnge gedaan zy  : daarom werden beide de partyen toegelaten te fprcken. Zy fpreken by baurten ,\le Aanklager en de Aan- geklaagde , ofdoorfich zelfs, offy zoeken hulp van een Redenaar , die dan als Advocaat ageert. Als fy dan gcfegt hebben 't geen tot de zake hoort , worden fy van de Senaat ver • hoort . Maar foo y mant met een voorbedagtc proDmie fijn harange beginnen wil, om d«  Rechters des te genegcnd  :r te maken , 'c zy door weldadighl'it , or erberming , of door kracht van fijn Oratie, gelyk de Redenaars S Jonen gewoon zyn , om foo door defe bc- guichelde woorden de Rechters de oogcn te betoovercn : dan zoo gebied den Roeper hem tcrüont [\\\ te fwijgen,niet toelatende aan den Redenaar , dat hy beufelingen van woorden fal gebruiken bydcn Raad, defaak met woor- den bewimpelende , op dat die van den R J niet blootclyk en foiide verihan werden. Daarom zyt gy voor tegenwoordig ^nachar^ fiiilscen ^freopa^yt. Laat my dan iiillwij- gen,volgcns de wetten van dcoRaad ingeftelr- zoo ik buiten reden iets fal vcételicn. Maar foo ik niet van de faak af wyk , foo mach ik myn reden wel wat verlangen. Want wy fuUeit




28 F ó


of van de Oeffen-plaatfèn. 2 9 1

nu' niet langer onder dc heete fonnc fprek-n , zoo dat bet niet verdrietig (al zyn , foo zy wat lanceer wicrd . Dc fchadu we is vry dik, foo dat \TV tegenwoordig vcrmakclyk fullen (itten.

'Anach. Zeer wel gcfcgtjj'o/ow. Ik dank u daar grootelyks voor, dat gy uwe reden fult i voegen, na die gene welke in ^reopagum » qefchict  : 't is een goede manier dic alleen op

de waarlieitderfikczict. Vertelt nu, en ik

fal een ^reopagha (volgens u believen) zijn, cn op bare wijle hoorenrprekcn,

SoLON. Voorecrlt dan moctgy een weinig hooren , wat opinie wy van de Stad en Bor- gers hebben. Wy noemen deStsid niet dic gebouwen, gelyk als muurcn, Tempels &c. maar dat is een lichaam valt en onbewcgelyk, dienende tot receptie en fccunteit van die de Stad bewoonen. AVy oordeclen dat dc gant- fchekragt cn autlioriteit by dcBorgers is,want fyzijn 't die alles vervullen , ordineren , vol- maken en bewaren , gelijk de ziel beltiert een een ieder van ons. Dit verftaande , doen wy ons belï om het lichaam der Stad niet te ver- fuimcn,ma.ar om het felve re vcr(jicrcn, op dat het uitmunt , door deftige huifen , en van buiten met muuren , en ftcrkc bollewcrkcn om(^ingelt. Voornamentlyk, trachten wy dc Borgcrsvcrftandig te maken, en ftcrk van lichaam, want dat kan haar in Vrede tjjd voordcelig zyn , om met eenen het gemeenc beitctebèliiercn , ook m den Oor oog , otn voor dc vryheit en het gemeenc welvaren ic ftrijdcn.Wy laten ccrttdeMocdcrs,Vocdlters,




28 F 6


i^^z LuciANI Anacbarfis^ éj

cn Pedagogen toe, tk 'anderen van jongs a.in indcvryekonlicn optccjiiclicn. Als zy nu vei fhmd beginnen tc krijgen door h.iar ouder* doin,cn m^t ccncn fchaanuc cn vrc'tfe,als ook begeerte rot goede dingen , en hare liclianien bequaam zyn om arbcit te dragen , en door flerkic der leden vaft lyvig werden, en bcllan- . dig door bcquamc krachten  : dan nemen \vy Iiaar aan tc lecren,h.iar vermakelijke difcipline voorftcllcnde. Wy rekenen niet genoeg tc zyn dat ymant geboren is , foo als hy geboren is 9 om het lichaam en vcrltant te oeflencn : maar wy hebben dacr toe leeringen en gi bo- den van noden. Door dcfe neerlligheit en drift der Jongelingen wort die gevoed en vermeerdert , cn de lichaams en ziels fouten werden daar door verbetert. Wy nemen een voorbeelt van dc Boeren , welke wanneer de planten noch laag en teer zyn, fo bedekken en onderttcunen zy di«, op dat zy door de ftcrkc ■wint niet bcfchadrgtof gebroken werden. Als zy nu beginnen fterkte tc krijgen, foo houwen zyde overvloedige cn onnutte takken af, en •laten die dan van de wint wr.jen als fc willen , cn makenfcdan vrugtbaardcr.Dcrhalvcn oef- fenenwy het verftant. der Jongelingen eerfl met de Mufijk, dan mes de Cyfer-konft 5 daar na leercn (yLetteren makcn,en die feer perfe<fV «itfprekcn. Wat verder gekomen zijnde in ouderdom, zoo laten wy haar de fpreuken der . Ouden hooren , wy fingen haar ook ecnige ï Oratien voor die in vcrfcn geftelt z yn, om die des te valtcr in dff memorie tc prcntca. Zy

dan




28 F ó


of 'van de OejjcK-pIiiatfe}?. 4<)

dan hooiende dc daden vnn fulkc Man- nen, beginnen daar ook ccn begeerte roe te krygen,cn wordentot navolgingeanngeliicl'j opdat zy ook foodani;:» mochten vermaarr, cn van haar nakomelingen toe den liemcl toe verheven werden  : gelyk daar veel cx«inipe!en van He[iodut en Ho i erus dcfti*]; gelchrcvenzyn. Als ly hanr dan begeven tot de regccringc , foo wcrt die publijkclyk van haar bedien:, maar dat is van ons propooff. Ik had niec voor te feggcn , door wat middel wy hare verbanden oetïcnden : maar myn in- tentie was uit te Ieggen,tüt wat einde wy haar waardig oordeelden te oefFjnen. Daarora gebied ik my felfs (til te zwijgen, niet verwag- teiacle den Roeper , noch u die als een ^reo- pAgita zijc , die my foo ik vermoede , uit cer- bicJighcicfoo lange buiten rcJcn hebt laten ' praten.

Anach. Zegt ir,y eens , Solon, \Yaarom den Raad nietgoet gedacht lieeft tc firailen, die de nootfakelyklte dingen ftilfwegcn^

SoLON. Ik weet niet waarom gy my dat vraagt  ?

Anach. Om dat gy de aldcrbeftc dingen, die ik alderlieflt hoor, verby gacc, zynde oef- fcningen voor de geeft; en de oefTeningcn die foo noot fakehjk niet zijn , alf arbeid die töc het lichaam hoort, verhaalt gy  ?

SoLON. Ik ben van die gedachtig, vnn 't gene ik in 't begin gefegt hebbe , derhalven heb ik van mijn voornemen niet willen wij- JiCii, want als ik fonderolder ging, fou ik u

X 7 mem 01 ia.


Lucia NI Anacharfa ,

memorie verwarren. Maar ik fal dit met fecr \vcmig woorden bcknoptclyk fcggcn ; wanc toe onJerfock van allcdcfe dingen , mocft i'< eens nader redeneren. Aldus confy ten wy haar verftantmer gefondc Leeringcn , haar oüderwyfcnde in de geaieene wetten , die in 't openbaar mei grootc Letters gefchrcvcn zyn , en van een ieder konncn gclefen wer- den i op dat zy tnogen weten w*at fy te doen ofte laten hebben. Dan dat men met frayc luiden moet ommegaan, by welke zy alle betamclykheit leeren, ook recht te docnj hoe zy met elkander moeten verkeeren > datfe geen fchandcleufe dingen moeten aanvaar- den , maar altijt na cerhjke dingen trachten : malkandercn ook geen onrecht doen. Van diewijfcdaarikaf gefcgt hcbbc, welke by on% Sophificn cn PhiUjofhen gcnocmt wer- den. Döfe gcfunentlijk op het Theater ko- mende , ondcrwyfcn wy publijl<elyk door Comedien of Tragediën, haar voor oogen Hellende de deugden en fouttn ran dcO ude, op dat zy hier een fchrik van krijgende , mee ccnvuurigenyvcrgcfamentlykd'anderc (ou- den omhèlfcn. Wy geven ook aan de Poëten verlof, om metquade feheld-woorden tegen de Borgcrs uit te varen , zoo wanneerdcr y ts quaats of oneerlyx mocht geple egt zijn. Als zy dat hoorcn,wor*ien fy daar door verbcicrta cn ontvlieden daar na diergclykcn verwyt.

Anach. Ik weet wel, jTo/onjdicTragedi , en Comedi-fpeelders , fy gaan op hooge en brccJc fchocnen , met goudc linten , haar

klederen




28 F 6


of 'van df^ Oeffen-plaatfen, 4 9 5

klederen veelverwig miken^ic , hebbende beb^chclijkc mom-annfidncn aan, die Tccr \vyd gapen. Van binnen i oepcn zy met een feergroote ft jm, en gingen met dic fcho^neii, ik weec niet hoe rorgvuldig,en dan foo ik nit c beter weet houden zy vrolyken avont, (of Feeft-d.ig ter cercn van 9acchnt) vorders dc Comedic-fpeclders waren korter, tc voc: gainde, dcfc hadden bclagchelyke mom- aanfichten, cn maakten het h jclc Theater aan het lagclicn 5 d^fe hooggefcheidc dati wierden van yder een met een droevig en gc- fronft voorhooft aangehoort  : hier over mcin ik datfe alle erbarmden , fulke voct- flrikkcn aan hebbende.

SoLON Daar hebben fy haar niet over erbarmt, goede Man, maird_' proef heelt nuffchien een oude deerlyken jammer ver- toont, en daar overeen droevige harange ge- daan , waar door de fienders beweegt > en droevigzijn geworden, tot fchreijens toe. 'c Is waarfchljnelijk dat gy daar ook Pijpc- fpeelftcrs gcficn hebt 9 als Ook meer and jr j foorten die in het ront llond:n cnfpecldcn. \Vy dachten die manier van fingen cn fluitc i feer ROct, want hierdoor wort het vcrfhint gefcherpt. Vorders wat de lichamen aangaat, waar van gy begecrig zy t tc hoorcn , die ocf- fenen wy op defe raanicr : dc kleden (als voorcn gefegt) uitgetrokken zijnde, laten wy die ecrft tegen dc locht gewent werden , op dat zy niet m(?cr teer en fwak fouden zijnjdan gewennen fy haar na alle rydcn van het jaar ,

tegen


49^ LuciANi AfiacharfiSy

tegen de hitte van de Son zo wel als tegen Je koude verduldig wcrdcnde j dnarnafmccrcn cn vei fichten \vy die met 0!ie, om die habyl- dcren vafterte maken. Want het isabfurd, foo wy (ien dat het verdorven Icci door de Olicverfigt wert, cn minder fplyt, wy niet denken foudcn dat de levende huid daar niet rcel beter foiide door werden. Daar na ver- /cheide exercitiën bedacht hebbende, van welke yder fijn meefter heeft , foo laten wy defc met de vuift vechten cn wortelen, of wentelen , om allenxkens alle arbeit te kon- ncn verdragen , cn ervaren te werden om de flagen te ontvlieden, of onbevreeft te werden tegen de wonden. Defe oclfcninge brengt tweegroote nuttigheden voor dejongeh'n- gen  : want het maakt haar moedig , om fich in atlegevaarte geven j haarlichaam niet ont- fiende: ten andcrcn,datfy gefonr zi)n^ fterk. Cl arbeit verdragende, foo veel der bukkende TV'orfielen,Ieercn forgvuldig vnllcn,en vaar- dig oprij fèn, ookfccr flcrk valt houden, fich vcrplaatfen, worgcnjCn haar party om hoogc beuren; welke oeftenrngen niet onnutte ach- ten zyn , en dit een en voorname betrachten zy dadclyk in 'r begin. Want hare lichamen zyn vafter en robuiter , om datfy haar fooda- nig oefFenen. Het andere is ook niet middel- matig : want fy krijgen daar crvarcntheit uir, zoo wanneer het de noot dwong j om inde wapenen te gaan . Want het is geloofFclijk , d.K den vyant foo omhelft zynile, terftont foudc moeten neder vallen, cn felfsgevallen

zynde ,




28 F 6


of van de Oeffefi-pJaatfen. 497

zijnde , feer licht kan optlnan. Alic defc dmgcn brengen wy te nuite omtrent de wa-^ penen : en d it doet ons mcincn, dat \vy vee\ betere geoeffcnd : M.mnen hebb:n, ni d.it hare bfootc lichamen foo vcrfochr, geoeffcnc en Iterk gcsi.vikt zyn , 'tgeen dat licht cn vccrdig is, acht den vyant zwaar. Gy vcrlhiat nu wel, mein ik, wat voor krygfliiiden dat dit moeten werden , die door haar bloote licha- men den vyant doen verfchrikkcn , niet too- nende al tegrooten gely vighcit , traagheit, bhnkhcit, of al tcgrooien magerhcit door bleckheitmifinaakt : gelykde Vrouwe licha* men zijn, die in-dcfchaduwc vcrtecrcn , be- rende, en van fwcet weg vloejende,cn hygen- na haar adem , onder het hooft-dekfel^voor- namentlykalsdeSonfoo heet fchijnc als nu. Wiefoudcfulkc dorltirje menfchcn konncn. •'^eferaiken ♦ die het ilofnict verdragen kon- ncn, als fy censbloet ficn van haar fel ven val- Ien,en ilcrve«  byna ecrfe met de Vyant harit -. gemeen werden  » of onder het govcrp dcf pylen komen? maar onfc Jongehn^en , dic foo wat uit den rooden en hvarten den door de Sonn.szyn t'cencmaal van een mmnelykc. gedaante i (lerkte, warmte en mann:lijkhcit i^y zijn niet al tc ver, te mager, of verdort,nict al te fwaar of te groor, maar in alles bequaam, want fy vcrtecren dat overvloedige cn onnut - te vlcis, door het overvloedig fwceten:'c gene Itraciit en vigeur miikc » dac behouden zy. Gjhjk het Koren door het wannen fuivct wert j alCoo makcji de ocifeningcn dc licha- men




28 F 6


493 LuciANi Anacharjisy

men bcquaamj al het kaf cn lecgc airen bkfen zy weg, behoudende al leen dcluivere vrucht. Daarom leven onfc Jongelingen lange in gc- iontheit , en konnen fcer lange m den arbeid volharden. Dcfe fweeten Telden, en zijn wei- nig fick: gelykals ymant die vuur werpt in betKooren,(ikkeere weder tot de wanninge) foo zullen terllont al de Itoppelen branden, doch het Koorn fal weinig belchadigt wer- den, de vlam fal ook niet fecr groot zy'n, maar dan hier dan daar brandende , 'fal d n allenxkensmet'er tijd verteert werden  ; ge. fiektc of vermocjmge,(al lichtelijk foodanigcn lichaam t'ondcibrengen. Want het is van binnen fecr wel geUcit cn gebolwerkt: cn d'uiterdeeien zyn daar genoegfaam tegen gc- ■\Tapent, foadatgeen fiekrc , vermocitheit , hitie of koude, nicthchtclijk in foodanigen lichaam kan k^mcn, of ecnige fchi4e bybrcn- gcn. Om in den arbeit te volhcrden, (o maakt de invloejcnde w.;rmtc, die te voorcn als door grootcoeffeninge bereid , en tot nodig ge- bruik opgcHotcn IS, een vcrdraagfaamlicit , welke de leden met vigeur befprocit , waar door fy mt t geen vcrmoeitheid konnen over- wonnen werden. Een voorgaande oeffc- ninge van veelen en verfcheidc arbeiden , verteert dt krachten niet , maar vermeerdert die erootelvx  ; C!) foo zv fomryds verkwikt werden , vcr^rooren zy. Ook oeftenen wy onfe Jongelingen in het loop- perk, latendo dien om h:r vèrlt loopen : op d.u zy in korten fcer Ihei löuden wcrden/o  :> dat v y haar door

lichti^hc'.t


(I




28 F 6


of "jan de Oeffin-pJaatfin. 499

lichtighcit des lichaams fccr vaerdig maken. Hecloopci) gefchicc nier opeen valt cn cttcn vele , maar in ne: diepe fanc , daar de vocclole geen valii^hcit cn vind , of tc decgcondcr- Itcunen kan , alwaar men byna m yder treedc llruikelc. Wy latenliaar ook over de floten of ytsandersTpringcd. Hier toe oeffenen fy haar met grooce lUikken loots in haar handen te hebben; daar na doen fy haar beft , om mee de fpies in 't lani> te werp-n. Gy htbt ook met een iangwerpii^e ronde bal van koper , in dc oeften -plaats ficn werpen, dc figuur hcbberiT de vanecnfchilt fondcr ecmg Wapcn-ricm , defe naemt gy met de hant op om eens te be- proeven, hem in'c midden werpcMile, hy fchccn u fwaar tezyn,cn om Hjfi gladd^lie-r,. mocyehjk on\ tc omvatten. Defe heften zy met dc haJK op r t^n fn^tcf) h^m i'\ ' > 'cndatom het verft. Hifr 4oor k<i;^w * zy ftcrke fchouders > cnd'-armm w-rdcn daar klockcr door. Vord .m s, waaro n d lar l'ant of flijk voor de worftcla.irs i»c!cgtis, die m 't be- gin feer belagchelijk fchcncn: hoir nu dan wonderlijke Man. Vooreerit , o,> dufe niet op de harde gront fouden neder va'lcn, maar heverophcc fachte. Daar moeten veel flib- berigheden wefen om des te beter aan het fwecen te geraken, welke fiak gy by de Aal of Pahng vergelcekt , die voorwaar met voor onnu: of belagchelyk tc houden zyn. Dat do3t veel tot fterkte en vaftighcit der L.'dc- m.uen, want als zy op foo een wijfe ftrijden t zyn fy gedwongen d'cen d\mdcr feer llerk

vaft




28 F 6


50O L u c I A N I Afjaxharfs ,

vaflte houden, alhoewel fy dikwy Is uit d«  hnndcnglyen. 'tisgecn kleine fiak, ymant d!cmetOiicbeürekcn,cn nat van (weet is, op foo gbdden plaats vall te houden, dat hy uit dc handen niet glydcn cn kan. Dit doet ook fcer grootc vrucht in den Oorlog , wan- neer een vricnt gcquetft is om dic uit den ftrijd te halen, en den Vyant of te llian. Hier- om oeft'cnen wy haar onmatclijk, met leer zware dingen voor te ftellen, omd.m in klei- ne dingen te konncn volharden. Het Hint is ^veder op een andere wyfe bcquanm , op dat zy niet vallen, wanneer zy fo valt omhelii werden. Als zy nu l.ingcn lijt in het fant ge- Icen hebben hare party te bedwingen , cn uit de handen niet lichtelijk ontglijd,om de glad- di^heit des lichaam s; (clfs omvat zynde,lcercn zy de manieren, om haar weder te ontwikke- len , voornamentlyk als zy om haar middelen gevat werden. Als zy te veel fwctcn , foo lèopr het (ant weder , daar mede bcllroit zyn- de. Anders (oo wift het fant de vuiligheit deslichaams af, cn maakt delclvc wit. Ik wenlicwel datiii hier een van dic witte had- de , dic in dc fchaduwe gewoon zyn te ver- kccren, en datgy eenuitkooft van die haar in het Lyctum oeffcncn , cn u vragen (als van flijk en (lof nfgcwaficn zijnde) wie gylicflè gclykfoud willen zyn. Ik weet dan wel wie gy tcrllont ibud uitkiefcn , alhoewel gy beide levens manieren niet bcfocht cn hebt, fo foud gy liever d'ander willen gclyk zyn , dan door al dic Ickkcrnicn weck , flap , en door gebrek

van




28 F 6


of van de Oeffen-flaatjaf, 50 1

van bloed witte zijn, want het na binnen vloeid. Dit zyn dan die dingen ^nacharji , daar wy onfejeugtmedc oefFcnen , achtende dit voor onfc hjf garde, waar door wy in Tryhcit leven , cn altyd vidoric tegen den vyant bcvcghten: dcfe werden van onfe na- gebuuren gcvreeft, en fchrikken voor onfë macht, gevende ons tribuit. Vorders in Vredc- tijt zyn fy fccr nuttig, wetende van geen quade oFlechjke feiten, doende njalkandcr geen on- gclyk, zijnde bcfig in dcfè oeftcningen. 't Welk ik het befte goet , en het hoogile ge- luk dcfes Stads genoemt heb , is dat zy bereid zijn in Oorloog en in Vrede.

Anach. Zoo gaat gy dan met Olie bc- fmecrt, cti met Hof bcltoven, en vuift-flngcn, tegen de Vyant aan , die gewapent is. Zy fchrikken cn vlieden u lieden , vreefendc dat de mont \'*ol fant foudc krijgen als zy gaapten, of op dc rug fpringendcjhaar by de fchenkelcri foud vatten, en ver worgen fe, fettendede elleboog op de keel. Maar fy (chieten u, lieve lufiter y met boog- pylen: maar fy konnen u heden , zynde als ftok-beeldcn, niet door- fchieten  : want gy zijt door dc Son fwart geworden cn vol bloed. Gy lieden zyt geen riet of Ihoo. hal men , die , foo ras zy geflagen zijn , ncdcTvallen * maar gy kont'er lan- er in volharden, en g^eft het niet over, ten zy deiwonden vry diep gingen. Dit hebt gy dan verhaalt, maar dat voorbcelt dat ty bybragt heb ik niet wel verftaan.Of miiïchicn neemt gy dc wapen -rurtinge van dc Cpmcdi en Tragc-

cü-




28 F ó


^01 LuciANi Anacharfis^

di Tpeeldcrsi foo gy lieden door het gebod van dc Raad mocc uitgaan , foo fct gy die opengapende norm-hocdenophct hooft, om foo den Vyant des tc niccr te doen verfchrik- kcn, haar verbaaft makende dcor die mom- aanfichten, en oude Wjjfs i^rilleijcs. Daaren- boven hebt gy die hooge fchoenen san dc voeten, welke licht zy n,als gy moet vluch- ten: ook als gy andere najaagt , en op de vlucht brengt , foo kan u de Vyant niet ont- vheden. Maar fiet toe dat dereloofencerftig- heit geen beufelingen zyn , kinder-fpel, otffc- ningc van leven, en trage Jongmans. Zoo gy t'cenemaal wilt vry en gelukkig wefen , moet gy andere oefFen-plaatfen en exer- citiën in wapenen hebben : gy möctfefoo niet deen met d'ander laten vechten , maar zy moeten tegen de Vyant aangaan > alwaar ly met gevaar de deugt oefFcnen. Het i\oi en Olie verlatende ; ieertfe met de boog en fpietfe vechten. Laaife geen lichte pijlen of fpieiTèn hebben , die van de wint verwaait •werden, maar fy moeten fwaar zijn, die met een geruis uitgefchooten werden  : daaren- boven ecnfcer^groote fteen, en een fchiltaan dc linker zijde,met een harnas en helm.Want gely k fy nu geotffcnt zijn , zoo zijt gy lieden 'door goedigheit van eenig God be%Taart, en daarom 'en zijt gy niet omgekomen door eenige licht-gcwapende Soldaten. Zoo ik eens felfs mijn fwaert uittrok , daar ik mede gegord ben , en alleen eens tegen die Jonge- fingen aanquam , al roepende fou ik tcrftont




28 F 6


of van d«  Oeffèn-pkatjen. 50 3

de OcfFen- plaat fcn in krijgen, zy foudcn haar allo op de vlucht geven , dervende het fvvacrt hiet eens annficn : maar ik foude haar > als fy achter een Columne of Stok-beelt iionden , uitlagchen , wanneer fy fchreiden en fchrik- tcn. Dan fond gy hare roodclichamen niet fien , gelijk als nu, maar fy foudcn door vrecfe wel haaftig bleek werden. Vafte Vrede heeft ulicdcn foo onifenuwt en ontmant, datgy geen pluimagie van een helm foud derven aanfien.

SoioN. Dicrgelijx fullcn die van ThrACÏtn nietfeggen, foo veel als'er Eumolfus in den Oorlog gevolgt hebben  : noch u liedcr Vrou- wen, die onder het beleid van Hïfpolyta uiti trokken tegen d^fe Stad , noch ook tegen an- dere , foo vcclder met ons te doen gehad heb- ben. Maar, goede Man, wy oefFenen daarom de bloote lichamen van onfe jeugt nier , om haar in de flag-orders in gevaar te ftclJcn: maar om dat fy door dcfc Spelen fecr geoef- fent foudcn z^n, daar na oefFcncn fy haar met wapenen, diefe dan vacrdiger gebruiken, als zy foo op de voorigc wijfe gcoeffcnt zijn.

Anach. Waar is dan die OefFen- plaats,in welkcmenmet wapenen vecht? ik heb die noch nergens in de Stad gefien,al hoewel ik dc Stad wel deur en weer deur gekruift heb.

SoLON. Gy fult voorfcker het wel {icn,foo gy wat lange by ons verkeert , dat een ieder verfcheidc geweer heeft , die wy in tijd van noot gebruiken, ook Helmen, Panfiers , Paer- den,en dc Borgen zijn een vierdepart Ruiters.


s


504 Lufpii^»J«  i Anacharfisy

Wy achten dat lictovervlóedig is in Je VreJc gcwapent te gaan , inct dc Dej^cn op zy. 'c Is O jk verboden , datnienundin dcSrad, foo het niet nootfal.-clyk is, ccnig geweer fal dra- gen , en daar tncdc in^t publjjk komen, 't Is u foe cc geven , die in gcdiiurigc Oorlog zijr. Want die op een cpcne cn onbewoonde plaatfc Iccfc , kan licht verraden wcrd_ ook zijn de Vyants Troepen menigvuUit; . U is ook onfcker om te weten wanneer ymant aan de karre fal komen, om u de kcci af te fte- kcn. Dc omroüwigheit onder u lieden klfs , cn dat gy van geen wetten gedwongen wert , maakt dat gy het yfcr nootfa- kclyk hebben moet  : op dat gy dat by u mqoot hebben , om alle injuric at te wecrcn , foo d^^cne d'ander begon tc verongelijken.

Anach. Meint gy dat het overvloe- dip is, ronder nootfakelijkhcit de wapenen tc handelen  : door het handelen bederven fy met; maar gy bewaart dic tot dc noot aan dc Man komt. Maar gy lieden verteert de lichamen der jeugt met foo te flaan, d ur ^cen gevaar het vereift.Gy confumccrtlc doot^hcr zweet , haar krachten gaan weg , daar geen nootfakdijkheit is. Gy verderftfe te vergeefs in het flijk enfant.

SoioN. Gyfchijflt foo een opmie tehcb- ben van de ftcrkheit des Iichaams , gelijk als van wijn, water, ohndcv vocht. _ Derhalvcn vrccftJy, dat de kracht hcimeh)k, gchjkals uiteen vae van S^ncitn y uitgettort, en dat een y der der lichamen gelaten wcrt , de-




28 F 6


of van de iJeffii/i'pLiatfvn, <c c

ijl hctvan nicmAin vervult werf. Alfoo 'felaak, zoo veel cc meer al^ ^ '^mik d.cu:t- Ut> lbo veel te niccrvloci. weder in, J^^ensdcfobel van de Wuter-flang > foo gy die gehooj t ht-btjAvelke geduurig twee hoof- '(j^cn uitwicflèn als'er een afgehouwen was. V orders foo hy ongeocftent van lichaam in

  • t begin zy, en zwak , en geen lloffc genoeg

heeft s foo zijr. zy dadelijk moede , werden befchadigt en verdroogcn , gelijk als men aan liet vuur befchout. "Want met het felvige blafcn kan men het vuur vermeerderen , en in \ kortgrooter maken: en de kaars fultgy daar mede uitblarcn, hebbende nictmaterie ge- noeg dio fich togen de win: kan aanikircn. Het komt niet voort van een diepe wortel.

Anach. Dat verfb ik niet wel , S^lon ; dat is wat fubtylder gefproken , dan ik het mee m ijn verllant foude konnen begrijpen , waar toe beter een doorliepen verftant van nooden "ivas. Antwoort my dan eens liier opj waarom Jaat gy haar in de Olympifi , jfihmlace en P^- thife Spcekn , als'crgroote toe vloei van volk is , cict met wapenen vechten : «aar brengife bloot voor, welke fchoppen en flaan^geve'nde de Overwinnaars Appclen,of krooncndc haar mctcenOlyf-tak? dat is waardig te weten waarom (ulx gefchiet.

SoioN. Om dat wy mcinen ^^naiharfif datdaariloor de begeerte tot de ocfFenmgen meer ontfteken wcrt,foo zy ficn, dat die Kaar wel dragen , geëert werden , en in 't midden der Crigk^Tf i door den uitroeper Teer hecriyk

y uitgeroepen




28 F ó


^o6 LuciANi Anacharfis ,

uitgeroepen werden. Zy trekken hare klec- deren uir,toonendc dat zy haar lichamen niet verfuimen, en fich niet fchamcnj alfoo bereid fig een ieder die waardig is tot de victorie. Dc proemicn als gcfegt is , zyn ook niet klein te achten, zijnde een feer heerlijke en deftige lof en getuige, dat men u met de vinger wij ft, dat gy de kloek (Ie ge weeft zijt van uwen rang. Dan zijnder niet weinige , diens ouderdom noch toelaat te oeffenen, dicdaar door opge- wekt werden. Daarom foo wydc liefde toi cerc en glorie onder de mcnfchen wilden uit- delgen , wat deftige daden foudender dan ge- daan werden > wie fou begeerte hebben tot een groote en wonderlyke daat  ? gy kond hier lichtelijk giffinge uit maken, hoe zy, om haar Vaderlam, Kinderen , Vrouwen , Tempe- len &c. te befchermen, gewapcnt moeten zijn, die tot een Olyf-taks kroon of Appelen foo vuurig zijn om te overwinnen. Wat /oud gy feggen , foo gy de Kwakkels en dc Hanen faagt vechten , en den y ver om die te ficn? gy foud voorfeker lagchen: voofna- meatlijk alsgy wift dat het onfc Voar-ouders ons door wetten geboden hadden, en dat alle Jongelingen daar moeft aan gelegen zijn, dat zy ficn fouden dat de Vogels met haar bekken vochten tot der doot toe. Defe manier is voorwaar niet belagchelijk : de Jongelingen krijgen foo allenxkens een hort, om voor peen peri jkei vcrvïiart te zijn , om niet kl^in - moedt^er te fchiinen de Hanen , en alle atbofdron^nnlc en wonden konden verdra- gen.




28 F ó


of van de Oejfe?i'p!aatjèn. 5 07

gen. Maar c m in dc wapenen hier van een "rcuvctc nemen , en wy ficn foudcn dat zy n^alkondcrdootfloegen , dat jsnietmcnfclie- Iyk , maarcruel  ; óok flraf baar cn onnut dat mcndcjeiigt op dcflaclit-bankfou brengen , welkers deugden cn krachten wy beter tegen de Vyant gebruiken kennen. Wat fegtgy nu, ^nacharfiy foo gy heel G riel\enlait wilt doorrci/en , foo ziet toe dat gy dc Lacedcmo- nier niet belacht. Meint niet dat zy haar tjjd m onnuttightdcn verkwillcn, wanneer Cy door het bal flaan vallen op het Theater, cn malkander door wonden mirmaken: of als fy op een plaats zijn , die rontom meeft met grachten omcingcit is^in orders geüclt zijnde, cn in Compagnien verdeelt werden, malkan- deren met een vyandlijkc moed aantaÜen, en ÓAt naakt, totdatd'ccnd'ander uit die plaats verdreven heeft , te weten, dc Lakkeien van Lycurguiy dc navolgers van /^«yc/i/ej , of in het water gedreven hebben.

Hier komt dan Vrede na , dan wcrt'er niet nncer gevochten voornamentlijk als gy ficc I dat de Kinderen by dcAharen met rweepcft ) cn touwen gcgecdclt werden, dai'cr het I bloed na volgt , in prefentic van de Ouders, i defe gevoelen daar niet eens pijncvan,daarom ' werden fy llcrkehjk gedrcigt,foo zy die Hagen I met konocn verdragen, 'bidden haar dat fy I >dat feer lange willen verdragen , en niet door I de moejchjkhcit der flagcn neer zijgen. Zom- I .migc ftcrvcn wel onder de firijd , 't welk on- I der hare vrienden oneerbaar fou (chijncn, foo

Y i fy


508 LuciAN'I AnacharfiSy 1 fy voorde (lagen weken, mcnfiet d.iar cok noch publyke ihidicn , da.u vnn <\zSp*rt(inm opgerecht zijn. Als i;y dcfc nu ficc,wngt u dnn te iee^en dat fy gek en rafcnd zijn. Zegt met dat zy d u fond reden doen, of nooifakelijk- heit,doorTyrannieofVyanr.i:;'C r^wx haren wct-ize ver Cou w veel dingen (eggen .die met u !mmair overeen quamen , hoe hy bier toe cenootfaakt was. om dc Kinderen fote (laan, ïbnder haat of vyant(chap daar tegen te heb- ben, en de jcui^t niet hchtvccr Jig misbruikte Maar dat hy begeerde dat fy zeer kloek (ouden Avcrden, alle moeiehjkheit overwinnende, om haar Vaderland van alle iniune te be- fchermcn. Maar alhoewel Lycurgas mets en foudc feoeen, foo kunt gy licht merken , dat foo een van de Vyant gevangen, en feer betormemcert zijnde, niet een woort foude roepen, om het gebodt der Sp^runtn , maar dnt hy haar bitfi^ foude befpottcni fn eer^ecf. feit ziinde,tej;en dcngeedelaar fou uithouden om he: langll , wie eerder moede fou wer-

^^ANncH. \sLycuriuf in fijn j^nkheit ook 1 foo acÜac^cn^of Autheur van defe ftrijd z.;ndt, 1 heeft hySatfonder gevaar op fijn jonge lui-

'Torot^Hy^'ecftdiew t^.c» 4even, zij«de een bedaart Man,, & uit CniUn Hy heeft lange by die  : TmCaniUn verkeert , om dat hy hoorde dat fy goede w-etten hadden. Want A/m*. de 3aln van /.;ircr had ha.r wetten gegeven.




28 F ó


cfv ' ' '~  : 'plaat fev. 5^)9

«in iicbc "y / ' c-. f\ m k. ■■ 1

i i».igcvuiOi,jjiö« ? waarom tJc^ilcU tjc 'u-; t ouu r.icc? dat z'.jn in-.mc rs .'ci r got Jc Ü t.Jngcn,cn voor u nittönwa.U iiii;.

SoioN. 0<n dnt lic-rc oclicDui^i,.! ons genoeg zijn , ^tijiihar[i , d ic w y ft It'j- 11 it ge- vonden hebben, bet dunktonsnict noctl.ikv- lijktczijnj d.u \yy vreemde navolgen.

/iNACH. GecDflns. Mnargy wcci wcl Hïo ikmcin, watccn üakhct is met lyn blootc fchoudcrs , cn iiitgcflrckic hnndcn gcgcclfc!: te werden, d.iar het gcn-.cenc bede , noch hy /èlfs gcen vrucht vanknjgr. Dar.rom nis ik te Sparta kome, wanneer fy fulx uitrechten, foo dunkt my dat ik publykhjk lal c;cl{eenigt worden, als ik een ieder uitlagchc  : wan- neer ik lal ficn dat dc Kinderen als nnfda- digc dieven gegecHeit werden, gelijk pi.Wyicc goct roovcrs of fchelnu n. Ik gelcoFdat hare Stad geen nies- wortel hcetr , om darlc ful;.? gek kermen uitrichten.

SoioN. ^^'illgccn ^ .crwinncn , u:. ccnig üf fondcr volk is: want daar zal wei htiUt een Lacrdemonier zijn, die u hier fcer rdig reden over geven (al. M;ur t'cwijl [l^r " ^^^^ oeffcningc verhaalt heb, foo fchy ncn die u niet fccr behagclyk gcwccll tc hebben , zoo (al ik u niet onredelijk vallen , d.u gy my ook-, wrnnecr rk fa! üil zw • - verhaalt hoe de Scythen hare jeugt oeffci.L. , a wat ociFcn- plaatfcn gy dic aanqucekt, cn hoe gy daar kloeke Mannen van maaU.

Anach. Het is redelijk , 'tgc<^"g/

^' begeert ^




28 F 6


5IO L U C I A N I

begeert. Ik fal u al dc wetten der Scytbtn vergillen, over welke gy u buiten twijfFc! rcr- %vonderc*a fult,cn met d'uweniet overeen ko- men. \Vy d-Tvennicmint een oorband ge- ven, foo /rcesachf ig zijn wy : maar hoedanig onf» jeu2.t haar o^ffent, fal gefegt werden. Maar foo het u b'ilieft, laat ons dit tot morgen ^parc^l , op dat het genef^y my verhaalt hebt , fcens by mijn feWcn mach herkauwen  : cu eens hcrden't 'c geen ik fa! moeten feggen: laat ons diniiii gaan, w.vit din a/ontbcjint t? vaüen.


LUCIANl ROUWE.

Gelijk als boven d-j ofahanden , al foo 'u^eet hier de Rou vji tegerigelproken, hy helachl ook de onnuttige curieus heit. Hy gebruikt t9t een voorhcelt de Rouw; vanee?i yad^r die fijn Soon verhoren heeft.

H Ec is wel de pijnc waart, om acht te «even op het gene dig«hjks m de R«uwe ge- Ahict: en wat van die gefegt werd, diehaar vcrtrooften. Hoe dat het de Roa -dragend* niet wel lijdbaar is , 'c gene hiar gebeurt is , diarfe niet en weten waarom fy weenen, of hetquaatofgoetis 5 miar zyn bedroeft uit gewoonte. Zy houden hare Rouwe dan op volgends maniere , als*er y mant doot 1$.

Doch , cerll wil ik verhalen wat opinre zy ^^r.,u cioot hcbb:a Dan fal blijkbaar wer- den,




28 F 6


Rouwe. $ii

dttïj waarom zy Ucfcovcrvlocdighcit uitrcg*

ten. Dc gcnicenc luiden, djc de \vi)fen

l Idioten noemen j gcloovtn bier /^o»;er«i, ^ i fJefoduSf cn meer andere Schi ijvers j dat het genczyin hare dichien vei cicic hebben, en houden dat als een w et, mcincndc dat het fc- kere diepen plaais is onder dc aarde , die zy TartarHm (of helle) noemen. De(eoordee- len zy (eer groot cn wijd te zyn , fccr donr ti- en duiltcr, die daar even wel op een wondere 1'. f >\ijrc verlicht werr, om te fien 't gene daar binnen is. Dnn fou daar Pluto de Bloeder van jHpiter regcrren, (foo als niy ymani verhaalt hecrr, die wondtrhj* in dingen ervaren was) die door de menigte der doodcn rijk is.

Vordcrs fou drfcn PUto het omleraardfcliC RepuSly k , en het \c\ cn der Grat-goden , in dele torm intjeltelt hebben. "Want het is hem te beupte gevallen , dat hy over dcrdoodenje- geren fou. W elke , ais hyfe gekregen heeft j zoo bint liy haarir.et banden daar fy niet uit gcralxn k'/nncn , luenianr toelatende dat hy veder na de Goden keert ^ ten zy aan feer wei- nige 5 endnt int fccr hoogwichtii'.e zaken. , Dov^r die plar.ts loope- groote en ver'chnkke- '1" liike rivifren, welke Coeyti cn Puriphlegettn- gcnoemtzijn. En dat het groo'.lte , het ^cherontife moeras leit daar voor, die de aan- itomelingcn ontfangt, daar men niet over kan ais door een Schipper, want is te diep om door te gaan, en te wijd om over te (wem- men. In't kort, hy isfoodanig, dat de doo- dcn t?cr ^'ogelcn daar niet koniien ovcrvlic-

Y 4 gen»




28 F 6


f


L V CIA K l

gen , in \ neergaan aan de deur , wdk van huumnten is , daar is Maatt dcsKonii SwagcT, <ji<r d^r iic wacht bevolen is  : n.iait hem IS een dryhoofdigcn Hont, dic (ccr wrect 1$, defe (let dc aankornclmf»en leer vriendelyk aan. NUar foo ymant het fockt te ontvlugten, 200 Watt hy , en die verfchrikt zyn, haalt hy in her hol. Die nu over «iit moeras gevaren zyn^ komen in een velt dat mct^^pphodelut bcfaait js,en bydc rivier Letbe gcnoeuit, welke Vyanc van de mcnrioric is.

Dit'l;cbben fy dc menfchcn by ours vcr- haalt^die daar van weder quamcn,als ^Iceflïi, ProteftlMS, beide ThejfMus, als ook ThefeHt^ m yfrgz'At 2ebooren , cn dien H omerifchen Vhjjesy 'c wcik fcer waardige cn aanficncly kc getuigen zijn om te gelooven , die niet cn föhijnen uit de fontein gedronken tc hebben , want anders (ouden zy fulx niet onthouden htbbcn.P Ifito dcrhalvenen Mintrvx hebben daar het gcdig, en beUieren het Rcpublijk. Defe hebben een grootcn hoop volks toi haar dicnft; als daar zyn de Furltn, Straf enyrer- (ihrikktn^en cnMeratur  ; alhoewel er dic nietaltiitls. OokO/errten, DroftenenRig- ters zijndcr twee, Mims en Khadamanthuj , beide van Candien geboortig , / ufittrs Soo- nen. Defe lenden alle goede luiden , die oroote deugden by haar leven gedaan heb- ben, met hecle Colonicn na de EUifeii^t den, om daar een goet leven tc leiden. Zoo fv nu quade menfchcn krijgen , die leveren ly dc FHricn over,cn werpen die m de plaats dec

godloofen )




28 F ó


R O . vv E. 5:13

godloofcn , om voor hare fondcn gcfiraft té \vcrden. Wat quaat of fy daar niet al lyden  ? fy werden gcdraait , gebrant j van de Gier- vo- gels gepikt, met Radcrs romtoni gcdraait, wentelende ftecncn na om hoog. Tantalm fclfs (laat by het moeras, en lyd perykcl om daar vsn dorft te ftcrven.

Wederom zijndcr andere van een mid Jcl- matige fhat van leven (welke veele zijn) defc zijnto: fchadu wen gemaakt, en dwalen in l het velt Tonder lichamen, welke aangeraakt i zijnde, verdwijnen als rook. Zy leven van dc Bedevaarden en Proevingen die wy aan de graven doen: foo dat die geen A^ricndcn of Neven op de aarde heeft, nu)et hier doot zijnde, vallen. Dit hebben fy het Volk foo diep ingcprent,dat, fo ras alb'cr een fimiliarea vrient geltorvcn is, foo ftekcn fy hem een pennink in dc mont, 'c welk hy aan de Schip- per nioct geven om fich te laten overvoeren  : fy ficn ook daar niet na , wat voor geld by^ dc onderaardfche gangbaar is, of hy van ^«V4, Afacedomen oï JEgimnfin moctwcrcn, dat denken zynict,Haar het beter w.is, dat fy luar geen Vcer-gclt gaven, want als de Schippee haar niet wilde aannemen, foo fouden zy weder in het leven moeten gaan. Daar na waHcn zy haar, als of de hel fche rivier niet bc- quaam was om haar te waffchenj (y beflryken haar ook met koftclykefalven, op datfeniet fouden flinkenjfy bekroonen haar met kofte- lijk bloem-werk , en kleden, haar treffelijk, om onderwegen geen koude te krijgen, cn


Y 5


van




28 F 6


514 L u c I A K I

'van Cerberus niet naakt gcficn wcra-i:.

Hier komc noch by her gehuil der Vrou- wen, cn de tranc-n van h.ur pllcn, her flaan op tie borli, het hair uit het hooft trekken, en bebloede wangen. Een ander fclieurt i]]n kleed, en Ih ooit ilof op (ijn hooft , foo dat de levende ellendiger fchijncn als de doode. \Vant fy wentelen haardikwys op de aarde, cn flooten haar kop tegen dc grom aan: dcfen fchooncn cn welgekroondcn wert om hoog gcfet, cn dat verheven, gelyk als om gcficn te ^'erdcn 5 dan foo komt de Moederen ook de Vader , uit het midden der vrienden , en vaic de doode om denhals, (neemt, dai'er een fchoonc Jongeling ge llorvcn is , dicvoorge- Helc wert , 'want hierin wcrt defe Comed:c meeft geilen) foo roepen zy fcerbcgckkely- ke en abfurdc woorden uit , waar op de doo- de felfs fil antwoorden, foo het gebeurde dat hy het hoorde. Dan fpveckt dc Vader met ccndioevige ücm  : mijnlieveSoon , zytgy gcftorven, zytgy doot? gvzijt voor den tijd weg gerukt? my ellendige alben overlaten Je. Gy hebt geen Vrouw gctrout , gy hebt geen Kinderen gekregen , gy hebt in den Oorloog niet gewcèft , gy l»cbt geen Akkers gebout , noch tQt ouderdom gekomen. Gy fult hier na nicTcten, gy fult niet minnen, myn Soon , oy fult mei u gcfellcn niet dronken drinken. Defecn diergelijke, fcgt hy ; meinendc dat fijn SooftiUk van nooden heeft , en dat begeert , cn niet gebruiken kan. Maar wat vertel ik du? hc^cvcelzijndcrwcl, \Yclke hare P^'aden ,

Concu-




28 F ó


R O Ü W E. fff

Concubincn, en andere, die hare Schenkers in het lijk (lachten , die de klederen en andere ver(^ieringen mede in het vuur fmyten , crj met hethchaam begraven: als of hyfc in de hel mede fou gebruiken  ?

Defen ouden gryfaart maakt dan Rouwe j die, en meer dingen feggcnde , hy fchijnrnict omfijnSooncenTragedi te willen maken, om dathy weet dat 'hy fulksniethoorc , al- hoewel hyfoo hart fchreeudeals hy immers kon , en een fchrceu wer met fchreeuwen te boven ging : 't is genoeg dat hy denkt en ver- gaat Tonder ftcm. 'c is niet noodig dat ymant by fich felven roept ; dan feggen zy die daar by zijn,dat hy fuft,niet wetende wat fijn Soon gefchiet zy , of waar hy heen is, ja dat hy niet Aveet hoe fjjn eigen leven is, want Iiyhet anders niet en foudc konncn uiten , bedroeft te zi;n,om dat hy gelèorvcn is. Dc Soon bid den JEacHs en Orens dat hy fijn hooft eens uit het hoi map ftekcn, tot hy fijn rafcnde Vader geftilt heeft : ellendige menfch , wat roept gy  ? wat zijtgy noch moejelijk? houd op u hair-Iokken te trekken , en het vel van u aan- ficht te krabben  ? waarom fegt gy my een maaltijd aan,en roept dat ik fo ellendig en on- gelukkig ben 3 welke duifcntmaal beter en ge- Jukkiger daar aan ben? watquaatmeintgy dat my gefchiet zy  ? om dat ik foo een out Man niet geworden ben, als aijtjkaal van hoofr, van aanficht rimpelig , traag , krom gaande  ; fumma , heel fot , hecle Maanden en Jaren lang : cn dan noch rafcnde by foo yeel gctui-

y 6 gen.




28 F ó


L U C I A N I

gen, 6 raas-kal,\vat goet hebt gy in het Icvetr, dat wy hier na nict en fullen hebben  ? mcint gy dat ik door armoede fol vergaan , om dat ik niet te drinken heb, geen galtcrnicn, klederen ofby lUpen;> denkt gy niet dat het veel beter is niette dorUcn, als\e drinken : niet te honge- ren, als tc eten : geen koude tc hebben, als te kleden? wel aan dan , dewijl gy daar in onbe- dreven zijt , foo fal ik u Iccren waarlyk Rouw

dragen. , , , ,

' Als gy dan Rouwe draagt, doet dan aldus 5 roept myn ellendige Soon, gy fult nrer langer döraen, gy Tuit niet langer honger hcbocn , noch koude j gy ongelukkige zi)c geftorvcn , die dcficktcn ontvlucht zyt> die dckoorrcn nieten vrccft.BOch VyantnochTyran. Geen liefde fal u doen verfotten , hctbyflapenfal u nici iKlcttcn , gy fult geen twee of dry maals opeen dai^ ovetvlocdslyk u goct doprbrcn- gen. Hciiammcr: gy fult met veracht wcr- den, out zijnde, noch dc Jongthngcn moc)C- lyk zijn, foo gy gcUcn wcrc. Zoo gy du fegt , Vader, meuugy niet dat gy waarachtiger cn belachclyker fult fprekcn als te vooren > Steurt u niet over dc lange nacht en duilkr- nifTedicby ons is: daarenboven mcintgy dat ik (oude ftikken , in het graf bclloten zyndc. Maar dit moet men denken , dat de oogcn verrot cn verbrant zyn , (want gy hebt bcno- tcnmy een weinig te vooren tc verbranden} •c cn is niet noodi| na het hcht of duiücrniflTc

Dit moet men foo dfagcn  : mair wat km




28 F ó


R O u w ü*. 517

my u fchrcijen helpen  ? Wat hocfc dat flaa.-i opdq borièj na de manier van-hcc Pyp-fpclcM? wat helpt dat overvloedig fchrcijen en la- menteren der Vrouwen? waarom kroontmcn dc Graf-flcen met krooncn  ? wat doet docli het wijn gietciif mcint gy dat het tot oju neer- drupt, cntot de fiellc nedcrfinkt.^ 't 2;enc ook van de jaarlijkfc  ; lyk -malen tot ons be- hoord.? neer te komen , dat gaat a'lemaal met een rook na den hemel toe , foo dat wy daar. niets van te nutte hebben, 't Gene door my overblyfr,is maar oimiit Hof, tvn zy gy meint dn wy afichc eten. Het Koninicrii'< v.in Vlnto is foo onvruchtbaar niet , ^fphodtlns vergeet niet fpijfe tot ons over te brengen , dcrhalven ik fwccrc by Tifïphon , dat het my niet lange geleden geoorlooft was, over dit doen, Iiiids- kccls uit te roepen , maarhct linde en wolic dat gymy om den halsgebon.lcn had, belette my . Dit gejègt hebbenda , bejioot hy het eindt des doofs. Maar fegi my by lupher , foo dic doodc eens weder by hairqu im , en fcide dat op fïjn elleboog leunende , foa hy niet fcer weldoen? maar die uitfinnige roepen en fchreeuwcn , halende daar noch byeen , die kondig kon lamenteren , dic daar veel oude rampen aan den dag haalt , fy misbruiken den helperen voorganger dcfcrfotternien ^ als hy begonnen heeft , foo beantwoorden fy hem met haar fchreijen dooreen mcloJic. Wat aangaat defelainentcringena fy hebben alle dcfclfde beufelingen.

Daar na hebben .'y fich vcifchcide manic-

Y 7 ren




28 F 6


5i8


L U C I A N I


ren van begraven. Dc G riekten dievcrbran- dcnfe , dc Per/iifnen begraven onder de aard  ; dc Indianen bcfmccrcn haar met Varkens vet,' dc Scythen eten hare dooden op) de Egypte- naars bcwarenfc in pekel. En defe (ik verhaal dat ik gefien heb) heeft het drooge Hchaam aan dc tafel om te eten en te drinken. Het beurt dikwyls, dat een Egyptenaar armoede lydende,zijn fchuli daar mede betaalt als pant, zijnde fi jn Broeder of Vader. De Proevingen, Pyramiden , Colummen , Tyteien , die foo korten tijd duurcn , is liet niet overvloedig en als Kinder -fpel? daar zynder die by de graven cenige Spelen uitrechten 9 en Lijk-oraticn maken jals of de Richters hier onder een voor- fprake en getuigen van noodcn hadde.

Op her laatfte komt het Lijk -maal. Dan zijnder die de Ouders derigeftorvenc troo ften, cn praten haar aan om fpijfe te nemen : alhoewel zy daar niet fcer genegen toe zijn, want zy al dry dagen gevaft hebben. W.iarom fulkn wy doch'fchreijen , foo de Graf-goden van Phiten niet ruften. Zoo gy dan wilt rchrei;en,(oo neemt daar fpijfe by, om fuik een Rouw tc konnen uitftaan; hier toe dienen dc twee versjes van /^omer«J: l^Mnt Niobe me$ haar goud hair . be^on om ffyfe te denkeen, en dan, de buikjaat niet toe , dat de verjïorve Achivcn fchrtye. In 't begin nemen zy dan een weinig fpijfe , doch feer fchaamachtig; vrecfende, dat zy fchijnen fou- dcn, na de doot van haar feer beminde , noch met menfchclijkc dingen beweegt 12 werden.


I




28 F ó


R O u w II. pp

Defe cn diergelijke belagchclijkhcden Tal ymantobferveren ind^- Roüwej Want het ge- ir.ecne gevoelen is, dat de doo: hu hoogde qinat: is.


LUCïx^NI AANSPRAAlv,.

Of

FRANSCHEN HERCULES.

De/e is defelfde met de voorigi*^ alleen}^ , dat jj'verjchceleuvaninhoud. Ry geeft re^ den "jjaarom de Ouden de oeijen 'mge van 'VJelfprekentbeit gebruike i , hoe de vjeU Inrekent heit by deFranfchefi^ert af^e- heelt 5 te '■Ji^eten met het bjelt vaji Flcr- cules.

H Erculti wort by dc Cd fin o^Franfchen Ogminm ^enocmt : vordwis,dcll-n God Icliil- d^rrcnzy incenwondcriykcgedajnrc. Hy is by haar feer out , cn kaal op het hoo ï ,cn vm hair, foodcrccnigczyn, feerkail: meteen rimpelige huid, feer fwart vcrbrant , gelyk die oude Schippers zyn. Gy foud fcg^en , dat het Charon lapetns was, die hier onder in de hel vcrke.:ren. Summa . hctgelykt alle din- gen , bchalven Herm'es. Alhoewel hy nochrans foo uitgcb-elc is, foo draagt hy! facthabytvan Hercules ^ niet een Leeuwen fluidüiij hallef, houdende een knorfe in fijn

rcchtcrhanc ,




28 F 6


LuciANi ^ajs,fraaky rcv....rh.int5 mctccnPyl-bosopfijarug, cn een Liitgefpannc boog in frjn liniicrhant. Zoo Jac hy in alle manieren HtrcuUs is. Ik mcin- de dat de Franfchen dat tot fmaat van dc CrUi\Ce Go Jen deden, wanneer fy hem foo uitbecldedcn  : om hcmmetiulkc fchildericn CS wreken  : om dat hy wel eertijds in haar Lant komende, daar r©of-goct uitgebracht had , op die tijd als hy de Bccften van Gtcym opfocht , en door dc Landen van het Weiten ging.

Ik heb noch niet gefegt 'c geen aldcrremar- kabelrt is in defcn ouden F/trcules : te weten, dat hy een grooten hoop volks achter fich trekt, aIlcbydcoorengebondei\; vordcrsde banden zijn kleine kettingtjcs, van gout of fpiauter gemaakt, zijnde die koftelijko ha s- cmzden gelijk. Dewyl fy nu met lulkc brcukfamc kettingtjcs getrokken werden, foo is'ernochtans niemant die het foekt te ont- vlnchtcn, daar zy gemakkelijk konncn,of met haar voeten tegen den trckkenden aangaan , fich achter over gevende  : maar fy volgen leer ras met vreugde , Hch over den lei- der ^:rwondcrendc , zy haaftcn haar van felfs; dc kettingtjcs los hangende, foekcn zy hem te achterhalen, als of zy het qu> lyk fouden nemen , wanneer zy los ge- maakt wicrdcn. .

HetOilmy ook niet rouwen teverha cn , dat , my alderabfurdil fcheen . Want als dc Schilder niet en will waar hy dc ketting fou Yafl maken, want hy in de rechterhand een


ofFvanjchen Hercules. 5 2 1

kr.0i4si cnindc Imiccr een booi» had, loo doorboordrn hy het tipicn van dicgccn lijn lon:^ , en d.iar bond \\y de kctringtjcs aan, by weike hyfe trok ; liy ondcrtufTcHcn Het n-.ct fijn oogen na de ^cnc toe die h v trekt ,cn lacht haar toe. Als ik dit lange genoeg gcHcn had, verwonderde ik my, ik twijtfclde , ik was ge- belgt. De Fransman die daar dichte by itonr, die onfe taal wel kolt, (*t welk hy tooaJc,doc hy volkomen Griccx (prak , het fchcen wel een Philofoopii , van die foort , die men fcgc dat by haar zijn) ik fal u, fcgt hy, hctraadlisl van die Ichilderic \ycl uideggen, want fchijat daar over fcer vcrbaall en ontiteit tc zyn. Dc Oratie Coftc reden) meinen \vy Franftn niet als de (7r/cil;^e»,datdic van Mer^- euHr afkom (lig is , maar van Ff trculet , om dat dcfen veel Iterker isgeweell als Aiera*- riut. Dat wy hem in een ouwelijke gcdaant*. fchildcren , laat u dat geen wonder dunken > want in fijn outheit heeft hy de Spraak-konft in (ijn viguur gcbraciit  : Zoo w\\2 Poëten maar de waarheit fegoen , dit het hert der Jongelingen met een dil\l{^ dnifterheid beneveit is  : daarentegen kan dc outheit yts beters en dcftieers fcijgcn , dan do rouwe jonkhcir. Hierom vlied uit dc tongc van DJeJior honing, en dc Trojaanfihe verkondigers hebben een item vol bloemtjcs en (oc- tigheden. Vorders dat zy by de ooren gebonden zijn , en dat d fcn ouden f/ercides haar met de tongc trekt , ts met anders dan dc reden felfs , gy moet u

«aar




28 F 6


fii Lu Cl AKI Aan^roêk,

daar niet over verwonderen: welke weet dat de tonge met de oorcn gcmecnfclup heeft.

Het is tot hare oncerc nietjdatfe doorboort zijn j want my heugt , fcgt hy>d-ii'creeni«c versjes onder u licdcr Conu-dicn ziin  : Want het tïnd van de veelfprek^nde iuiden is dooY' boord, \Vy licöbtn luiken f rocji.-n gevoelen van hem,dar wy meinen,da<i't geen hy gedaan hccit,hy zulx ma fim wel iprekcnthcit gedaan heeft : want dcwjj'e iiy ren wijs Man was, fo liceft h/ vccle onder fijn gewcit gekregen , dooraanradingif. Zyn pijlen fi);» i'chcrpfnij- dcnde redenen, die dootdrirgcDj incl zijn,cn 'c gemoct queifcn. En werden vr^n u lieden vleugel dragende gcnoemt. Diifei dan dc Franman. H icr na toe gaande , dacht ikby mijn teiven, fou het wel bitamclyk zijn , dat ik l'oo (Hui geworden zijnde , en my al lang«  van dcCc Icer-rwifhngcn afgcfondcrr heb , wederom foudc ge> f^ii onder foo veel oor- declen , by lijus herdenk ik het becldfei defcr fchildc rie. Te voorcn dacht ik dar het te kin- derachri^' (oxmXq fchijncn , dat ik hoven myii ©udcrdom weder foude doen nis de Jongclm-


cen.


V'orders, dat geen Homerlfzn Tonge- ling my dit tegenwerpt • urven ouderdom is i'oorbyyCn dit : de k^nagende ondcrdm heeft u bevangen, z.ijt een flappen dienaar 'v cor u felfsy en traagvoor u paarden  : bctcikencndc nutdit fcinnip-woor: Fnyne voeten. Manr foo nieeni^maal ik om dcfen oi d^n Hcrtules dm':, foofou wel ik wccr niet wat doen  ; ik

fchnr.m


I




28 F ó


ofFranfihen Hercules, 523

Ifchaammy met fuix tebcitaan, wainikhcna in beeltenis gei i]^ ben. Liac varen de kracht, f(iclti:rit, torce , en fooiernocb mcrlicho- mclyke goeJeren zyn , cndvfeuwi.. C«^jVo, 6rc/«,gy Poë-t , ficiidi mijn gnjfe km , dic met fïjngOLiJj vleugjisde Ar *nJcn , ali Het I hem goec dunkt, verby vliegt  : fJippacltdes , acht dat niet veel. Het loUvicnu hoj^ ti,d

zyn , dat de wellprekcntheit weder begon op

) te d-v^en , te blüej  :n , cn in fijn vigeur te ko- I men , en (eer recl by de oorcn te leiden , cii » diiv^vvls niecde bDo:^ tefcliietcn: want daar is nu geen gev.iar o.n een pyl-kolcer (onder ^ pylen te vindien. ■ Ziet eens op hoe veel wijfen ik mijn hooge I* , jaren en ouderdom vcrtroollc. Ik moedig 111/ ji  : foo, dat ik niet bevreelt oen met hzt Sctiip,dat , onlangs aan lant gekomen is | zijnde wel van [■ allotoeruftingeverfiea, my weder in zee te geven. Geeft ons dan goede wint , o Goden  !

► want \yy hebben nu vooral een g >ede wint van noodcn: met welke , foo gy on; lulc ver-

'i> w.iirdigen , laat ymant dat veer» van /Vt-

► werwi tegen ons feggen: fuik en h nne, als een ouden uit fijn vcrlc!ieurde klederen

. toont.




28 F 6


5i| LuciANi "EkSirum^

neer hy de *-c^agen van 1'riton ivend. van boven neder hy den Eridaniis via, van Jjji Suffers hegraven iverty die fch 17% Fopulier-boome?} veranderden > en tot t eiken van jchrcijen ) gednurig uit hare haf en EleÓrum lieten vloejcn,

D E fabel die dc Voeten van liet EhElrum (of ^mbtr) ver(jieit iKbbcii , die ons haalt doen geloovcn dat'cr aan de itrand van den Eridanus Populicr-boomcn z:jn , dicdac door haar ichrcijen hebben neergedrukt, wanneer zy een rouw-klachtc maakten over Pfc4f /««rdefc Popuüer-boomen zijn deSiillers geweclt van Phahon , welke over delen Jon- geling rouw dragende,inboomen zijn veran- dert, en dat noch uit hare tranen dc ^mh^r oi EUclrum vloeit. Als ik dat de Pc eten hoorde fïngcn , foo was ik in die mcininge, dat, wanneer ik aan den oever van den Eridanus was , by een van dcfc booroen komende , en dcball gcopent hebbende, de^c tranen foii vergaderen , daar den EUfirum ot ^mher lu: vloeit.

Eenige tijd geleden zijndc,bcn ik, om cen*^ gcanderc laken te verrichten, d .ar by geval

komcnj foo dat het my geoodort was , den hridaHHs over te varen  : alsiknu alles nccr- üig hcfag, en wel doorfocht lu b , foo vond ik nog popuner-boomer,noch ^lej/rww, jafclfs was de naam vviPhaeton aan de in woonde aldaar niet eens bekent- Dit ondcr/ockcnde en

onder-




28 F 6


gJ van de Z ijja7icn,

ondervragende , wanneer wy quamen aan dc boomen, wcWl' Eleferum druiptc? lbo ias^tcn dc Schippers, cngjóodcn my klaar uitte Iprc- ken, wat ik begeerde. Zoo vertelden ik haar die tabel van woort tot woort ; da; Vh^eton dc Soon was gewecft van deSon , en dat delen , wanneer hy een Jongeling was, van Zijn Va- der foiide gebeden hebben, onicendag lang ie wagen c j wennen.

V'orders (ou de Vader het de Soon toegc- ftaan hebben , dat defe onder het wennen ui dc wagen neer vaMcndcgeltorvcn waSjCnfljn Suftersby dcnEridaHns haar over lijndoot be- klaagdr-n, en inPopuher-bomcn veranderden, en hci Eledrim al fchroijcnde doen intvhc- tcn. Die du j^efegt heeft fcydcn dc Schippers, fchijnteenydelmenfch pewcelf tczij i , dicu met leugenen bedrogen heeft. \Vy weten niet dat hier een voerman gevallen is,noch die Po- puiier-boomen , daar gy van roemt, en zijn by onsniet.Zoodie byons waren, den kt niet dat wy om twee penninkjes foo roe)en rouden,cn het Schir'jen tegen dc vloed aantrekken , wy fouden door mmder arbcic aan dc koit ko- men , dan alleen met tranen uit dc Populier te vcrgadcren,als zy dit gefêgt hadden, foo heeft deSchippcr my befchaamt gcmaakt,bcd wclmt zy nde, fweeg ik ftl, om dat ik wat kindcrly ks begaan had en dat ik dc Poëten , dicfulke l«ugen-tale gefchrcvcn had, geloof gaf: welke beyvcren alles tc vergieren , en leugens te rprcken ; ik was op mijn fclfs vergramt, dat ik da^r foo groo<c» hoop op gefct haddc 3 niec

andc»




28 F 6


f


LuciANi Eïedrum^

anJersdan of ik de EhEithmmi mijn banden vcrlooren hnd  : vüorn.inientlyk , om dat ik vaft ftclde hoe \V die wilde gebruiken. Alians ik haddc voorfeker gelioudcn dat ik veel Swa- nen by haar gevonden fou hebben , die daar op den oever der rivtcrc fongcn.

Wederom vreeg ik de Schippers , ^vant voeren noch: wanneer fingen de Zwanen hier aan beide zyden dcfer rivierc > want fv fcggen dat die de be fitters van^;o//9geweeil zyn , dat het menfchen zyn gcweel^ die feci aardig in he: fingen ervaren waren, daar na in Vogels verandert zijn , daarom weren fy nu noch de Muficq na de maat te fingen. Zy bc- gonden luids keels te lagchen, zeggende, houd sy noch niet op kaerel, onfe rivier cn Vadcrlant met verc^icrde Icugencn re defa- niercn? wy hebben al ons leven lang, van kintsbeen af, in defe rivier met roejen ver flc- ten, cn hebben fecr weinige Zwanen hier cn daarin de moeraflen gcfien , die foo leelij- kcn geluid gaven , dat indicnmer een Kouwc of een Kraai by vergeleek , fouden fy daar Meerminnen by gclyken. Maar fco Toeten xr.elodycals "y fegt, hebben ^\y ons leve da- gen niet gchoort: daarom wy verwonderen ons, hoe defe dwalendcopinieby de men- fchen is m gekropen. In andere dingen gaat het ook foo , dat de geloot hebbende bedro- grn werden, voornarnentlyk, wanneer het dc vertcldcrfooeen glans kan geven.

Daarom, ik begin nu fclfstc vreefen,öat gy die nu komt, en ons ccrft gehoort hebt, hoo-




28 F ó


of van de Zrjattev.

jicnacecnig Eltfhrttm of Zwanen by ons te viodcn , eindclyk , een weinig daar na weg g.t3r,cn gy befpot , die groote dingen van my belooft hebben, fcggcndc, dat'er fuiken over- vloed van woorden in myn redenen meer zijn. maar ik neem de Goden tot getuige, dat ik foodanig van mync redenen roemc, dat fulx nooit van andere, noeh van u gehoort is , noch dat noo:t fal gehoort wcrdcn,dat ymanc zoo ongcwoonlyk handelt. Ikloocnc  ;t ,1at het foudc hebben konnen gefcliicden , om  ! y veel Eridomen te verkeercn, welker rcdrn ^Qcn EleSirum , maar goud neerdruppen, 't welk veel foeter is als dc Poëtife vergierde Zwanen. Hoe eenvoudig , en gocofins fabu- leus myne reden fchijnt, kont gy afmcten,mct welke ter waerelt geen melodie vermengt is. Daarom moet men tocHenjdat u fulx niet on- voorfigtchj!< gcbcurt,hebbendc van ons groo- te hoopc , \ welk menichmaals gebeurt, als men yts onder dc' baren van dc zc'e fiet. Want, mcinende dat dicfoo groot is, als het haar in de oogen fch ijnt , wanneer de fchaduwc dc glans uitbreid  : wanneer fy het daar dan uit halen , en kleindcr bevinden , Coo (ien fy haar bedroocn. 't Is u dan nu voorfegt , dat het water afgegoten zijnde , cn myne dingen ontdekt, niet hoeft te wachten om veel tc krijgen, gy fulj u felvcn bedrogen zijnde, vcr- focjcn.




28 F 6


^2.3 . LuciANi L(?j r. U C 1 A N I L O b


mkfchrft aI Je h\)edan!ghedc7i i'andt -x \ hcta3^ a^art 'i mamer en

D £ Vlieg is gccnHns de klcinflc onder dc Vo»cicii , ^vannccr men die vergelijkt by dc Vlic|je$ cn Nluggcn : hy is foo veel grootcr als hy verfchcclt in kleinte van dc Bye. Hy is iiictEevcdertals dc andere Vogelen , welke veercn óver haar gchcele lichaam hebben , want die hebben uitnemende fne Ic vleugels : maar hare vlcugeiijes beftaan uit vhesjes,gelyk als dc Sprinkhanen, Krekels cn By en nebben : maar zy he bben zoo veel te fachtcr vlcueels , als de mdifiht klederen in dunte cnfachtjg- hcit van de C7rHr«  ^'"^chclcn.

Zoo y mant een Vlieg te degen bcfiet , cn fijn vleugels te degen in dc Son uitnaat, en u tbreidt falder de koleurcn in bevinden , als in een Paauwen ftaart. Zy vliegen niet al roeiende als de Vleder-muilcn : noch fy fprin. gen niet als de Sprinkhanen  : cn inaken leen geruis als de Wcfpcn cn Hefpels: a^aar wen fig nay der deel van de lochttc buigen. Ookvlieithy niet ftilz^vi}gende maar met een rang?n melodie  : nictonfacht cnmcct, gelijk de Muggen cn kleine Vhcgjt $ doen . rochmececnf .waargcrui., ^^^^^^^Fpen




28 F ó


der Vliegen.


P5


Wcfpcn, d:u vcrfchrikkclyk cn dreigachtig is : maar zy vliegen (oo veel (beter, als de Fluit in foctigheit van de Cymbaal rerfcheelt.

Wat de reft van het lichaam aangaat, is het hoofjc aan een dun halsje vaft , dat omgedraaic kan werden , niet aan de fchoudcrs gehecht 3 als de Sprinkhanen. De oogcn puilen uit, die veel hoorns hebben : deboriUs wel aan c«it vailgcfct. En hebben pooten niet (eer vaft aan 't lichaam gcvoegt en gebonden, gelyk dc Wcfpen hebben.

De buik is TeiT klein, deborftniet ongelykj, hebbende breede cingels en fchubben. Zy wreekt haar fel ven niet met een angel als dc Bye en Wefpc, maar met haar mont en /huit, die op de manier is, als die van de Oliphanien, ( hy neemt daar mede haar fpijle opj daar iteekt een ook rond uit, met welk hy,ückende,melk drinkt  ; hctbloetishem (eer aangenaam en liefFelijk , 't welk hy fondcr pijnc uitfuigt. Hy is fes voctig,maar gaat op vier,de twee voorfte gebruikt hy als handen. Gy fult ficn dat hy op vier roeten gaat,en me< de twee andere draagt hy fijn fpijfeomhoog, gelijk als de menfchen doen. Van het begin is hy foodanig niet, maar hyiseerft een Worm , die uit Menfchen of Beeüen voortkomt: dan bcgrnthy pooten en ( vleugels te krijgen , en wort van een kruipend ' Diertjen een Vogcltjcn  ; cn foo uit een Wormtje een Vliegje genocmt ; die met dc Menfchen verkeert, woont,eet,en alle dingen proeft, behal ven Olie. Want dc Olie brengt hem om den halj : hy is kort ran Ieren.

Z Zy




28 F 6


f^ö L u c I A I Lof

Hy hcefr groot vermaak in het licht, en ver- keert daar fecr fubticl in: 's nachts is hy ftil,dan vliegt , en fingthyniet , maar trekt fich fa- men,fondermeer te bewegen: zy isfcerver- iiandig > in het vHcdcn van iijn gezworen Vyani, de Sprinkhanen. Neemt hem waai als hy lagen legt, en fiet hcm aan , zyn aanval vliedende, om in fijn net niet gevangen te werden.

Zyn kracht en fterkte behoort niet gefocht tc werden : want als den groot flcn Poëet FJo- tnertés de daden van een voortreffcly k herault wilde prij(cn , zoo vergeleek hy die niet by de krachten van een Leeuw, Luipaart, of wilt Zwijn.maar by dcftoutigheitjonbefchroomt- heit, en wille van een Vlieg.Hy fcgt niet datfc alleen ftout is , maar trouHiam  : want alhoe- wclfe, fcgt hy, wegge jar.gt is, foo houtfe nog- tans niet op weder te byten. Alfoo prijft en omhelft hy de Vliegen grootelijks  ; want hy op verfcheide plaatlcn daar gewag van maakt, maar verkiert menigmaal fijn gedichten met de Vlieg. Want nu verhaalt hy zijn gefel- (chapachtig vliegen by de melk  : wederom , alshy A/iwen/4, die de doodelyke pijlen van MtnelaHx af kaatfte , by een Moeder die haar fiapende Kintje verlbrgi, vergelykt; fo brengt hy de Vlieg tot een voor beelt in.

Hy ver(jierc haar meteen goede ty tel, noe- mende haar geduurige fingcrs, hare byeen- komrten noem: hy een volk: Hyisfoo ftcrk, dat door fyn beten een wonde gemaakt wert , dat nkt alleen in de huid van een men-

fche.




28 F ó


der Vliegen,

fclic,maar ook \ja de Kocjcn,Paerden cn Oly phantcn , (lekende tu(Tchen de rimpels in5al- A.iarfw ccn wont maakt na de groote van laarfnuit: hy heeft groote vryheit om by tc ilapcn tor ytnus lult cn Bruileften.

Hy doet niet als de Hanen , n-elkc , (bo ras zy daar op klimmen, terftont wcderaffpnn' gen , maar hy wcrt van de bruid lange gedra- gen : cn vhegt daar mede door de locht. Dc kop afgetrokken zijnde, leeft het hcclc li- chaam noch lange daar na, fijn adem halende, 't Geen feer groot in baar natuur is , dient niet voorby gegaan, te weten, dat Plato ia fijn rc- deneringc van de ziel, cn van de onfterfFclijk- heitdcT zielen dit allecnig fchijnt overgcfla- gen te hebben: wantalsde vlicgedootis, cn men daar afiche over ftrooit,roo \Ycrt hy we- der Icrcndig, 't welk weder een nieuwe ge- boorten, en nieuw leven is : zoo dat een yder gelooven moet , dat hare ziel ook onttefFc- lijk is. Want de ziel weggevlogen zijnde, komt fy wedcrom/y kent haar fclfde lichaam, cn wekt die weder op, cn maakt dc Vlieg we- der aan't vliegen  : zy maakt ook de fabel van Htrmoümui GUfomeniut waar,dat,wMnneer hem de ziel fomtijds verlaten had, foo gjng zy weg , wederom komende i ging weder in fijn Jichaam,en wekte f/ermotimus weder op. Hoewel de V liege ledig en vry is , foo eet hy nochtans 't geen van andere gewerkt is, hy heeft overal de tafel vol op  ; want de Geiten werden voor haar gemolken , cn de Bye cn werkt niet minder voor dc Vliegen als dc

Z z Menfchen:




28 F ó


5^2 LUCIANI Lof

Menfchcn : de Koks maken voor hem foppen, hy proeft die cerfc op des Koninks tafel ko- men, wandelt ovsr tafel, en eet met haar.

Haar neft of hutjen is niet op een en defel- vc plaats, maar hy vliegt dan eens hier, en dan eens daar, gelijk als de Scytlun , daar de nacht haar overvalt, daar is fijn huis, en bed. In den donker doet hy niet: want hy achtet niet voor goce, yts heimelijks te doen, maar qualijk gedaan te zijn, 'tgeen men fchaamt by hcht te doen. De fabulen verhalen dat de Vlieg wc\ eertijds een fecr fcnoonc Vrouw geweeil isjfeerfpraakfaarnjfnapachtig en fin- gendc, en dat de Maan en hy , beide op eenen tijd op Endymlon zijn vcrlicft geweeft  : wan- iiecr fy nu den flapenden Jongeling geduurig wekte, cn yts onnuttigs feidc, zong, en dei tel by hem was , zoo was hy daar overgeüeurt ; de Maan h icr over vergramt zijnde, verander - dqhaer in een Vlieg : en nu bcnyd hy een ydcr dc flaap, gedenkende om Endymion , voorna- mcntlijk, dc jonge cn dcrtele luiden. Haar begeerte tot bloct , is geen tciken van boos- heit , maar eerder van belecfiheit cn liefde. Hy wend alle manieren aan , om die te genie- ten, en uit het fchoonfte plukt hy een weinig. Daar is ook by dc ouden een Vrouw gewecft, die Mh[cx (of Vlieg) genaamt was , dat een I^oëteflcwas, fcerfchoon van gedaante, en Pclcert; ook is'cr noch een ander ge weert te ^y^thtr.tn , dat ccn vermaarde hoer was , van xvelke dc Comcdi-fchrijvcr verhaalt : tot het htrt loe htft hem MhsK^ > (ofte dc Vlieg) zoo

dat




28 F 6


der Vliegfn. 5 1 3

Am hy fe met gcenComcdiachtigc graticuihcit vrrwcerdigt heeft , noch heeti de nanm der Vlicgcniccvan hctTooncel duiken j het en fchaamdc de Ouders met hare Kinderen duf- danig te noemen. In de Tragediën wert hy ook groocelijksgerocmt , namentlijk  : Htt is fivaar en moejtlyk^ dtt de yiieg met Jierl{é l^racht over de lichamen der Mannen hippelt , cm uit de neerlaaggevoed te werden : mAar de gewapende Soldaten , vreefen de vyantlijJ^ fpies. Ikfoudcooknoch al veel van de Vlieg van Pjfthagorof konncn bybrcngen , foo die HiÜüi ic Jc heele werelt niet door bekent was. Daar zijn ook noch grootc Vliegen, die fom- mige Leger- vliegen noemen: andere geven haarde naam van Hondc- vliegen , gevende een Ichei p doordringend geluid , zijnde fccr fnel in 't vliegen. Defc leven alderlangft , en ccten de heele winter niet , dan trckife ficli voornamentlijk toe , en maakten fich elders aan het dak of foldcring vart. Dit is in haar feer remarkabel , dntlc beide Msnnctjen en Wijden by malkander 2ijn,en befpringen mal- kander, gelijk als de Soon van Aïcrcurins cn Vtnus , die een gemengde n.ituur hebben , cn van tweederlei gedaante.

Ik kon noch wel veel tc berde brengen, doch mein te eindigen , omniettefchijncn , volgens het gemcene fprcck -woort , van ccn - Vlieg ccn Olyphant te makon.

2 3 LUCIANI.




28 F ó


5^4 LuciANI vaJJe hefchuldhige


Luciani vaHche bclchulduigc om niet iichc tc gelooveu.

Hy hejchrijft Je achterklap y die eertijds van Apeiles doifr V penc-etfèer h'*erlijk uit ge-' heelt lijas. Onder^wtjlen inengt by exem^ pelen v&wt-i dat men met te licht moet gjsloarjea,

D £ onwctenheitis een verderffirlyke (aak, cn is mcnigtmals Autheur van veel fnra- \;hc<ien, welke niet allecngcwoonxs, haar luetccnduiièerhcitvan faken ce overiïdbaiiu* wen, cn de vyaarhcit tc verdui iieren , maar verdonkert een yders leven in 't by fonder : cn dan fchi;ncn wy alle te zijn , gelyk als de gene dic in den donker dvvalca. Ja even als blinde Mcnfchen , dtc fich dm hier en daar tegen Üootcn. Want \ geen voor onfe voeten leid, ficn wy niet : ca \ gene fscr verre van ons is , vrccfcn %vy aan te vaardciL

Djrhalvcn g.im de menfehclijke dingen lo voorfpocdi^ met, of daar is noch altijd een misfli^ onder. Hier uit ontdaan foo veel on- telbare Tragedife neerlagen van de Lahdki- Jettj Petopen, en meer andere, dcfe gelyk. Alle droef heit dieder byna op het Tooneel komt , ipruituitdc onwetcnheit, en fcliijocn van cenTngw'di god t'zamcngeftclc teztjn. Ik feg dit, fiende op de onware achtcrkl.ipperien dic van vrienden en makkers gcfchiedcn: waar

door


li


$m fiiet licht te ^ looven, 5 ^ f

ioor oproeren twift J«  hm gcm^^Vx werf, en de Sfcdcn door biirg^jrlijkc har.( in il 't gebracht wcrdenj als de Oiidcr* tegen dv Ki/i- dcrcn rafcn  : dt* Ki/jderen haar Ou»- ' gen leggen j dVenc Broeder tegen d'*»i>^c; w , alsookd'cenc Vricnt d'jindcri allei wert \n rocrgcftcit, cn dat door dc fnoodeachfct klappcricn.

Dcrhalven hoe n^en (ich van aclucrklnp wachten fal, wat fy js, haar oorfpronk, cn \V4«  fy uitwerkt , fal ik met dcfc reden als in een f(?hildcry afpcncceicn, ik (nl een bceli bybrcn* gen, dat den Schilder^/ *//*/,v.in£';>^c/fn ge- boortig 9 wel ecrtyds gcbcurr. Ais Is delen i y denKüningPfo/pwf«# befchiildigt wicrt,over fckerc conjuraiic , welk van Tyrus vafi eencn TThiodoia gcfchietwas: f alhoewel liy 7>r«ii nooit gdicn had, noch Jfcco^oM kende, al», allccnig uit dc faam, dat hy een Velt- heer vaa Ptolonicus was , cn over Phnkten regeerde)/ 200 Was'er ccncn ^ntipkiltts , die op ffelïes nijdig was , om fijn kunlt , defe klaagde hem by dc Koning aan, ovcrde conjuraticdichy ^cfien had , dat hy mciTheodota in Pbeniciift., gegeten en gedronken had, met elkander feci^ gemeen zijnde , en dat d'ecn d'ander onder her eten in de ooren luiflerde , en dat Tyrus korten tijd daar na door het beleid van yfptl' ies is afgevallen , cn Pelupum overrompcIt,i Door defe Tyranachtigc cn ongehoorde pluimftrijkericn , (want hy was niet al te hy fijn finnen in welke hy opgevoed was ,) i$ hy fccr heftig vcrftoortgcworden,fco dat hy

Z 4 niöt.




28 F 6


LuciANi ralfcbe befchuldittge

niet eens dacht of het waar was of niet , dat dc(cn laftcraar op spelles over de kon ft ny - dig was : en een Man was van minder fortuin, dan om /'«/«/«w te verraden  : dat hy door Koninklijke gihcn boven andere gc- benificeert was. Hy vroeg niet eens of hy oit in 3ryr«/gc weeft was. Maar hy liet hem ter- llont by de kop vatten.

Hy vervulde het heele Paleis met een on- gewoon gefchrceuw : dat spelles trouloos- Jykgehandelthad , dat hy ondankbaar was, dat hy was aangeklaagt van een Crimtn left Aïajejiath,tcn verrpiedcr,en t'famcn-zweer- derwas. Zoodaarnu niemant in de bocjcn had gefcien > die aan defe conjuratic vaft waar ^cweeft, cnoverdc ftoutedaatvan Antiphi- lus in fijn felven mommelende > en aan dien» ongelukkigcn spellet fig erbarmt had, fo fou hy fondcrallc twijflfcl voor defe daat ItrafFe hebben moeten lyden , alhoewel hyfelfsbe- v/üii was, dat hy geen quaat gedaan had. PtolomeHs üch herdenkende, veranderde van voornemcn,en vereerde spelles met hondert talenten , gevende hem daar noch by , dien voorfchrevcn ^ntichilus tot een (laaf.

spelles dit gevaar gedachtig zynde, heeft de hftcringc met dusdanigen beeltenilTe gewro- ken. Aan de rechterbant üt een Man met uit- flekende lange ooren , gelijk a s men die van Mida* afmaalt. Hy reikt fijn hant uit aan dc van verkomende laftcringcn. Daar zijn tweo Vrouwen die om hem ftaan , dc Ontwenheit^ zo ik mein, en het yermoedtn. DcLafitr komt


ÉÉ


om %'tet licht tegelooven. 537

dan daar noch by, zeerwel verkiert, in haar aanfichtcn lichaams-bewegingcn heeft zy dc ivreedftc dolligheit , cn in haar borft de bran- dende toorn  : in haar hnkerhant heeft zy een vuurfpuwcndè fakkel  : aan dc rechterbant heeft zy een Jongeling by het hair , die fijn handen in de locht fteekt, cn de Goden tot getuigen roept.

JDaar gaat een Man voor henen, bleek cn on- fienly k, fecr fcherp fiendejen fchijnt een lang- duurige uitterende ficktc gchadtc hebben. Dc- fe kon men liclit by deiVy^i gclyken.Ook zijn- der nog twee Vrouwlui ,die de lafter volgen, welkers plicht is , datfe vermanen, onderwij- fen cn ver<jicren hare Juffrouw  : de uitlegger van deSchildcry,feidc,dathctdef^ erffitdm^c cn Btdriegerie was. Van achter volgt het 5e- T9UÏ9 metTwarte verfcheurde rouw-klcderen, welke met een achteroverhangend hooft al fchreijcndc, cnfchaamachrig zijnde, dcvan verkomcndc TFaarheh ontfangt. Ailoo hcefc ^ptlUs door een fchilderie fijn gevaar afgc- bcelt.

Laat ons dan na het exempel van defcn JT- fhejifen Schilder dc oorfaak van de lallcr ver- halen. Voorccrft,moetcn wy een bepaling of omtrek maken ,die ons vooreen beeltenis fal rerftrekken.^rfwt de Ufler is een aankjaginge, gefchiedende bulten Abfenüe en finder rveun 'UAn degenedieaangekfaagt tpert , rvell^emaar Mn een zjydegehoort Tijnde.fonderymants je- genfprek^en gelooft» Defe bcpahnf,e bcltn.'t uit dry pcrfooncn 9 gelijk den inhoud der Co-

Z 5 medicnj




28 F 6


LUCIAMI vaijcho hefchuUhtge

mCvlicn  : uit een aanklager , aanklagende en hoorder» \Vy Tullen dan ydcr deel bcfien w.u- 'er in te doen Üaat: laat ons dan ecrft cri voor al het hooft ;dercr Comedic te berde brengen , hierdoor ver fta ik den Autheur des 'laders. Ikmein dat yder wel weet hoe on- goeden Man die is ; want dat een goet Man IS , fal fijn vricnt niecfockcn in 't net te bren - gen y maar het paft eerlijke goede lieden niaU kanders voordeel te foeken, en nietvyandi^ tezijn^ onrechtvcerdigjfchelmachtig, fchadc- lyk, gaande met vaKchc bcfchuldinge om. Wie fal niet feggcn «lat de gelij!dieit in alic dingen een werk van rechtvaerdighett is , en

^?enfins rc veel is? die heimelijk een abfent

iaftert, gaatde linie van gclijkhcit over: want hy maakt den Iworder tot fijn wil te hebben , hy kan het hen vroeg (eggen , en Hopt hem fijn ooren , en hy verkiert die met dubbel fin- nigc redenenen valsheden.

Dat is het hoogftc onrecht, volgens de be (\c Wct-gcvers, als Sslim cn Dracon gewceft aijn, welke den Racid van^thentn door eedc verbonden: dat de Regtcr met defelfde facht- moedigheiten gunfle, foo dc befchuldigdc als de ri aanklager fvjudc hooren, tot fy ver- daan hebben , welkers fake dceerlykfte was. Het is een fchelmachtig en een cf uel vonnis , fooder yts vaft beflootcn wert, eer de befchul- dinge met de vcrdedingc zy. Zulke Rechtci*- makcn de Goden over^'haar verUoort , die dè befchuldigers meer hooren , als de aange- klaagde , of door pluimrtrijkcricn betoovert ^ zynd,-


1 \


1:




28 F ó


dm niet licht te geloo . y^^

tynde, haar al ftiffwijgendc condemncfcn. AVantdelaitcringen fchynen niecrechtvaer- dig , ^vettelijk , cn onder ccd verbonden ce tyn.

Zoo zy ymant rcclnvacrdigc Wette- ma- kers fchijnen, zoo vermanen zy aldus, dat de YonnifTcn rcchtvacrdig en onpartydig moeten uitgefprokcn werden , defe hoor dan een aar- dig vonnis van den Pocer , ja een heilige wcr ; s •) feggendc: gy fiilt geen vonnis fprekcn . ten zy ' j «Jat gy beide verhoort hebt. Den Poeci vcr- M Hond hier door , dat'er alle faken geen fwaar- 'I der noch (louter onrecht en is, alsymant on- Terhoorc te condemneren. Den lafteraar joogt aan alle kanten , do,or fijn rafendc on- rcrüandigheit , ymant onverhoort te laten ^ordcclcn , hy maakt hcrmelyk dat Hy (^ " niet toegelaten wcrt. Defe foort van men- fchen is vreclachtig , foo dat zy opjcnbaaf lijt niéts durven uitrechten j maar' fy zijn als diè den Vyan: van ter zyd'en vcrfpie^en th aanvallen , en die foo Uft' een verborgene plaats fchicren , op dat hem niemant fou we- derom fchietcn, of hant-gemeen werden; maar dc Vyant niet wetende waar het hem van da m komt , onwetende ohi hals'gcraa!<i  ;

In't laftcrcn ftcckt niet goéts. Want dic

kal befchuldigen , is; Wél van de waarlic - \yu ft , '■ fonder tWijffcl foü hy ook wd (^pcri-

tegen njn party derven aan «Van Vc nJir, en den verdediger v'erdr wmtdlz den Vyattt rechtveérdchjk wil oyèrwihneh^ fa! het in den Oorloog voor fchin^e rc?^cnen;

2- 6 loos li tic




28 F 6


^40 LuciAK.r vaijchehefchuldinge

looshcic en verradcric xc gebruiken. Dcfe foorr van mcnfchen vint men meelt in dc Ho- vtti , aUyaar dcfc kon ft veel in zwanj; gaat , daar veel nyd IS, fufpicicn, pliiimnrykcricn, vcroordcclingen , en mecrdcrlci flag gefien .eerden. Want alwaar groote hope is, daar . 'moet ook meerder nyd , wreederhaat , en j loofcr afgonftigheit wcfen. Daer fict men hoe  : bits dat d'een tegen d'andcr fiet , hoe hy hem •adc flaat, gelijk alsccn particuliere ilrijd, foo hyytsblootsofytsqualyksgeftck fiet, om .1 hctveiIigtcnaan.Allooyvcreecnydcr,dathy '

ét ccpfte wil wefcn , om fijn naalècn dc voet IC geven , uit te fchoppen , .en voor \ hooft te ftooten. ZoohetnucenccrlykManis, foo wcrt hy lichtvaerdig bclagchen j befpo: , en \ begekt. Daarentegen die wat crvarendcr m ^ het pluimftrijken zijn, cn tot het liegen loo \ een eigen habilheit heeft, die fpclcn de  ! baas. 't Gaat volgens f/ower«/: Den Oorlog jj 5/ 9Virdl mttftr , de overtvinna^r en de over- 1 mnnene Pervendoor het eigenflenoedioK

Zy bedenken verfcheidene wegen tcgca \ elkander, voornamentlyk, als men van groocc < .

nuttigheden handelt , want defc laftennge is \ een korte weg , doch niet veilig. Zy neemt i liaar begin uit de vrees en hoop die Co tuüchen 1 t)eidcngaat: haat einde is fccr milerabel, ^Lroevigcnjammerlyk. Vordersheiamptvan 1 ccn aanbrenger is gcenfins licht cn ccnvou- d\f>y hoewel het dusdanig fcbijnt : maar?, vol konftcn, cnfcerlooj, hier toe dient een 1 onvcrmociden€fi accura:«  nccrUiglicir. Dc >

laftet


i




28 F 6


Qvt nkt licht ie geloovcji. 54 1.

lifter is niet fchadclyk , wannccrfc geen Jin- gen fciie , die met dc waarhcit niet overeen quamcn. Zy fon de waarhoit niet ovcrvrin - ncn,dieccn Heldin is over alle fikcn , ten zy dat zy een ii.id dic da.ir aan geloof j^at , en op duifent manieren bedricgden. Vordcrs wcrc die dikwyisaangqklaagt, die in cere vecltijts andere oTcrtrefc, haar nijdjg zynde , om dat fy van hun hope vcrftekcnzyn. Hier van daan k onu d at cc n y der ( i j n py Ic n op h a ar u ir fc h iet ^ aisdoor een hand boom ot voct-yfcr belet werden rerdcr te gaan. Elk meint dc ccrfie tczyn, foozy, dicin waardigheit geiicltis, konncn om lials brengen , cn van haar vrien^ den ontvrcemdcji. Zulxgefchictmct ioopcn indcOcffcn-pIaaifcn , zoo daar ymant een deftig loopcr is» foo breekt hy tcrftont het tou door, en geeft ^icli na de loop-plaats , hopen-^ de dooTC\)n {terktcvidQrie te behalen , defe belcc de volgende niet , noch hy maakt lijn makkcrsvcrtoeft.Integcndecl dc quadc>bloo- dejcnontfenuwde, dic flrijd met andere in 'c Joopcn hebben, en op fijn kragten niet Hcu^ «cndc,bedriegchy een ander j lïy leid hgdaap allcenop uir,om (ijnmcde-Iooperopallc uy- fcn te beletten: foo het niet fucccdccrt , foo kan hy het op geen andere wijfc winnen.

Op defclfdc voet gaat het , om in dc gnnfl vandcGcootcn te geraken, zoo ymant het ge- luk dandiejitjom hem tevoren te fprekcnjfoo valt den anderen in 't midden der vcrradcnen, ny wcrr gevangen , cn van een gerukt. On- derwijlen ^ve^thy grootc ccrcn aanged.ian ,

Z 7. cn




28 F ó


5 12 LuciANI valjche hejchuidinic

en fchijnen fijn vrient , en dat alleen om datfc haarfcliacklik fchijnen tczyn. Oin nufchyn- baar cn gcloofclijktc lafteren/o nemen zy nog iets, als het haar maar in höt hooft komt: maar leggen haar daar op uit, om naukeirig te ob- ferveren, dat'cr niet een misflag gcfchiet, dat niet foiidc gelooft werden. Zy weten de (aken van die fy be(chiildigen,fo Icelijk uit te maken, rchandcUfercn, en in fufpicie te brengen , om dcstegrooter gelöovc omtrent hare befchul- dinge te hebben. Den Medicus bcfchuldigcn zy van fcnyn in gegeven te hebben; derykeals of hy den Ty ran wilde ombrengen ; de Ty ran van vcrraderie.

Somtijds hebben zy de genegcntheit van den h«>ordcr te baat, by welke, foodcfe fcheN men cn verraders hare kunsj>!s en bedriegc- rien in 't werk (kllen , foo (pelen zy de baas. Zoo zy weten dat den hoorder j.ilov?rs is , (bo feggen zy ; hy heeft u Vrou toegeknikt onder het maal, en haar (terkaanficnde, fuchtcde hy fccr, en meer andere dingen die (ufpicie van overfpcl maken. Zoohy een Poect is, dan feggen zy , uwevcrfcn achtc PhUasftnHt feer weinig: het gaat mank , het (bat nict op fijn voeten. Byecn Religieus, brengen zy in, fier, die Man heefr een quaat gevoelen van de Go- den , hy houd daar niet af , hy vervlótkt het heilige , en hy lóochent de voc Zulx dv«  den hoorder in het óor icn zijnde , begint van gramfchap te ontfieken gelijk men wel gi(Ten kan: cn h?. (ondQt de (aak te de^en te ondcrtalici), varen»

Dcfc




28 F 6


om met licht ts gcloove?i. 54 ^

jfc cn dicrgelyke dingen worden v.in defe uiten ver^icrc » en dat om dc* gemoederen der toehoorders getande te maken. Als die werkt en woelt dan om hetcerft » cn hnar met lia.u pijlen tc befchieten en te werpen , dat den hoorder in fijn toorn niet foudc belet werden , en tijd üellenom de fiak te vcrhooren': ('00 dat'er dan geen toegang gegeven werde , om flch tc verdedigen, want hare verwonderingc en waarfchijnclykheit deler misdaat , heeft haar betovert. Het kan met geen reden noch pen uifgcdruk: werden , wat de laller niet al vcrmach, als daar dc gcncgenthcit des hoor- ders by komr.

Eertijds was'er by VtolomeHs^d\2 Dhnyftus toegenaamt is , cenen Demetrius VUtonicut vanymantbefciuildigt, dathyin de Bacchns feclien water dronk , en dat'cr niemant was dicHch met geen Vrouwe klecderen kleedc, als hy alleen: met welke, foo hy niet in 't openbaar , 's ochtens vroeg by dc Koning was geweef} , dc wyn geprocfc had, met Vrouwen gcwaat gekleed was , en rereercn van Sacchtit na dc maat gcdand had , *i had- de met hem gedaan geweelh om dar hy het exempel des Konings niet had nagrvolgt , en dc Dhnyfiaar.fe Vrou\ve!ijkhcit verfoeit had.

By ^iexander wiert hy van eenfcer^^opc feit aangeklaagt , om dat hy Heph.ijiion niet wilde aanbidden en eeren: want na dat defen geflorven was , foo is >^/f*-4«rft'/' ' liefde op hem ver fot, 200 begeerde hy onder andere treffelykhcdcn fijner begrsvcniiTc, darmen

delta




28 F ó


Élk


544. 1.LCIANI valfehe befchuïdinge

dcfcn verilorvcncn fJephefiion oiuier dc Co- den foii rekenen. Heilighden hem Tem- pels en Steden, Heiligheden , Alcaren, Offer- handen , cn maakten fecften ter ceren van den nieuwen God: cn by den Hefhcjiim beëdigt wicrt. Het was een hooft-ltrafFe , zoo wie het niet na behoorcn of folemnclijk aanbad.

Dcfe onmatigheit cn andere rafcrni, gaf de pluim rtrykersaanleidinge om hem m toorn te ontfteken.Daar wierden droomen vertelt, dat dc fchaduwe van FfepbeftiongcCicn was, fijne antwoorden en oenelingcn wierden verhaalt. Dcrhalvenzijnder Altaren gemaakt 5 cn hei- ligheden, aan dcfcn God, dieecn wreker was van het quaat. ^Uxander fcheptc voorceerft daarzyn vermaak in  : eindelyk wiert hyfoo ver gebracht, dat hy het ook geloofde, cn roemde dat hy niet alleen uit de Goden gebo- ren was, maar dat hy ook Goden maakte. Op welke tijd men wel denken kan , hoe veel gc- nut de vrienden van ^Uxander , door de Goddelykhcit van fJephefiion verkregen , met aanbrengen cnlaftcrcn. Die niet cn begeer- den dcfc algcmcene Goddelykhcit tevisrcn, wierden bcfchuldigt, cn aangedragen» cn tcrvielenuitdegunfldcsKonings.

Doe was'creencn ^gAthocUs van Samti , dieccnOverltevandc cerfte order by ^It- XJinder wasgeweeft, hebbende grocte ccrc Vin yilexander s,cnootcni zoofcheelden het weinig, ofhyfoudc de wilde Leeuwen over gplcvcrt zyn , want hy was vcroordeck,




28 F ó


9V2 viet Ikkt te gelooi'en. ^45-

omdat hy al fchreijvruic verby het graf van f/e^/?eJ?ion gcgfian had; Maar Prrr/ccd was fijn behoud, zwccrendcby dc Goden cn fJe- fhtftion , dat hem Htpheflion de jacht, in een Goddelyke gedaante verfchcnen was , en belaft had aan ^/ex4«4er tcfeggen, dat hy ^g4thodes gzcn leed foiide doen, die daarom niet gcfchreit had , dat hem de Goddehjkheit van flepheüium foude ydel gcfchencn te heb- ben; of fich erbarmt over fijn doot: maar dat hy beweegt was door dc geheugc- nifle van de voorigc Hcfde en gcmccnfchap met hen.

AKoo haddie de pluimftrykcrie cn aandra- gcrie by ^Uxandtr groote plaats. Want het is ' even als die ern Stad gaan bellrijden , die ful- lenfe nier aanranden daarle't ftcrkft is van rolk en hooge muiiren heeft, maar daar zy haar al- dcrmind defendercn konnen j en alderzwaklV bevinden, Jaar fullcn zy met alle macht gefa- mentlyk op aandringen , om dc Stad te ver- mecllercn: zoo is het ook die andere aankla- gen, als zy fich naar de gemoederen des hoor- ders meelt toegenegen zyn , alderz wakft en buigfaamlt is, daar werken fyalderfclft met Jijfenzielop. AUdandcfevyandelykc aan- vallen niemant gewaar werc, zoo fpclen zy dc baas. Nu binnen dc muurcn pionderen zy , ftcken alles in dcbrant, endoodcnde lieden- «net het z waart: gelyk als gemoederen die in fla ver n ie gebracht zijn.

Haar wapenen tegen dc niet tegenwoor- digczijn, valsheic , leugen , mcineedigheit ,

ftraffe ,




28 F ó


^46 LvciAUt valfchehefchuldtns,f

flraffc, onbcfchaamtheif , en duifeiicJcrki loosheden. Dc flumjiryhArie is de voor-^ naainite van allen , de aandra^trh ji haar Hi^t en Su Ucr. Daar i$ niemant dic een wei- nig gcncrcusbcit heeft y ja al %vas hy foo hart als een Diamanten muur 9 diCf wanneer hy dc aandringcric of iaüer toelaat, ook nietaan dc pluimdrykeri fou verbonden zyn. Dic doorgraaft de deuren en fondamenten van het rechr. Binnen zyn dc i'zamen-gczworcnc verraders metdc Vyanden/y hejpcn de door- gravers , geven haar de han: , doen de deuren open, en Cijn nacht cndag in dc weer, om, dic daar na luiiiert , haar tot een (laaf te maken. De verraders die ik mein , zijn de nicuwsgic- righcit, een uicmuntcnd vcrftant , ensvalgj voornamcntlyk , de loi'der tochoordc-rs.

Ik weet niet hoe hec komr , du fy alle hei " melvk vermaak hebben in lufpicicn dic ver- haau werden* Ik kenderdie door her lafle- ren de ooren zoogekittc it werden, als of men die met een pen V reef. IX* aandragcrs, fulkc makkers to:hulpe hebbende, foo werpen zy alles t'ondeiile boven  : defc ovcrwinninge kod feer weinig , daar nicmanc is, dieiich daar tegen wecrr, en niemant dc pijlen en het gewelt wedcrPtaan  : maar die tocluilterr, geeft fich van fe!fs in de hatiden van lijnVyan- den. Onderwijlen die befchuldigt wert, weet nergens van. Want die foo aangcklaagc \verden, komen om hals,gclyk als dic op haar bed al flapendc , in't overgaan van een Stad , doot geflagcn werden. Dat te verwonderen

is.




28 F 6


om niet lubt te gQioo'ven. 547

\% , hy wecc niet hx hy aan gcMjagt is , by is van cccn quaachcit brvvull , hy fpireckt vncn- dclyk cn wcl, gaat met fijn vrient oprcchtcl) k om, en doet na fijn gewoonte, die nu al tc ve- ren door verfadcrycllcndi^lyk bedrogen is. Dan, zoo hy een genereus Man is t vrygebo- rcn, en betrouvvcjdcbcdvvingthyfijn toorn, cn is vcrfl igcn , hy fockt fich te verdedigen , hy fiet dat fijn vricnt tegen reden oj>  !icm ont- ikt^zw is. Zoo hy dan van een flaafachrigen aart is , en niet wel Mannelijk , foo hoort hy het, en fegt met het uiterfte van fijn lippen noch j i : (dat is t kent hem niet uit 's herten , gront) maarhy haat het , enkncrfthcimchjk I op fijn tanden , en (^clykdi;n Poëet fegt) hy bouwt fondamenf en van toorn.

D iar IS dan niet confiderabelder cn droevi- ger als foo een men (ch , die op fijn lippen by- tende,degal vangramfchap bmncn kookt ,en dien haat opkropr, die anders moet leggen als hy in het hertc den kt ; hy maakt met een bly en Coinedi-aanficht voorwaar een droevige ] Tragedie. Dit doet de>i aandrager meciè, 'Welke in de gedaante vanccnvrieac hy hem komt , en houd fich ook daar moejelijk over. Dan foo hoort men niet een woort van dc aaiidragingc,ofvan de verdedingc. xVfen ge- look aücen het aandragen , becrou wende op hare vrientfcliap , niet eens overdenkende , dat'er dikwyls grooren haat is ruflchen dc grootrtc vrienden , daar andere niet van wc- iten. Zoo dikwijls ynunc aangedrngcn wert , 200 maakt hy hem fijn vricnt j om als dc be-

fchiildin^c




28 F 6


548 LuciANi valfche hefchuldtnie

fchuldingc aan den dag quam 9 vry v.in fufpi- cic fouden zyn. In 'c kort, niemantfal fich vcrftoutcn fijn Vyant aan tc dragen. Want die befchuldingc wcrt niet gelooft, om dat de fake openbaar IS. Die nu de alderbcrte vrien- den fchijncn, fpreken wy dan , om den hoor der een preuve van onfebetrouwighcit te ge- ven, toonende dat men om harent wille onfc zaken heeft veronachifaamt. Daar is noch een .>nder foort, alhoewel men bevint dat een vrientby haarvalfchelyk isbcfchuUrgtjWelkc  ; door rchaamtejvan 'r gene zy geloofc hebben, i haar oogcn niet durven opflaan i of weder in i haar gunlicfoekcn te komen : als of haar felfe • ongelyk gcfchict was, cn fich daar niet op . vcrfien hadden , zoo dat'cr menjgcrici quaat J het menfchen leven over het hooft haiigt,  : wannceralleaandragcrien fondcr oordeel of x ondcrfcheit gcoordcelt werden.

Hier op pail: wel 't gene ^ntU by den Pocet legt : Gy fuU jlerven , ó Pretus ! of hrengt Bcllcrephon om den hals  ; diz gepoogt \ heeft mynV^rottwdy]\t eer e te ontroven. Daar zy den Jongeling felvereeril vcrfocht had,cn daarna veracht, cn heeft hem in dat gevaar i gebracht, dat hy met een C/;iwcr4 (gedrocht) mocft vegten,enhetfcheelde wc.nig , of het beeft fou door fijn ovcrwinninge hem omge- bracht hebben. Met füo grooten ürafte heefc de fchaamte en cerbaarhcit moeten gcftrafc werden van delen Jongeling,die alleen fufpeft gemaakt wierde, door dit overfpclig Vrouw- nicnfch. Alfoo deed ook Phedra aan haat

Siicf-




28 F 6


om niet licht te gelooven, ^4.^

Stief -Soon, makende dat ^//>/>o/^r«/ van fijn Vader vervloekt wierdc ,  ;iJ hoewel hy , (ó Goden!) onfchwldig was. Maar mocht ymant fcgaen , den aanklager is menigmaals ccn geloofwaardig Man , anders altijd recht- vaerdig bevonden, daar ter werelt niet op te ièggcn en valt  ? mach men 200 een niet hooren , die altijd geloofwaardig is gcwecU  ? wel, feg ik, is'er wel yman: recluvaerdiger al$ ^ rijiides  ? dic heeft nochtans Thtmijlocles tegen gegaan , cn heeft het volk tegen hem aan^chitiè , allcenig uit nydighcit , wegens dc glorie. ^ riftides was anders een re^ htvaerdig cn goet man, evenwel was hy Tonder gal nier wilt andere te beminnen, en andere te haten. Men fegt ook van PaUmedesydie de wij He der ^chiven was, en in andere dingen deftig , dr.t hy door nyd brandende , fijn eiocn Neef, Viient,en Mede-hulperin den Oorloog ver- rade.

Dcfc liiK t IS na den aart der mcnfchen fecr ingcwik!:c!t. Behoort het exempel van Soera- Us hier mede niet toe? hoe hy by de ^thenien- firt van oproer en godlooshcit k fchuldigt wierd? hoe zyn Themijlocltscn Aiilüades niet in fiifpxie geraakt , om dat men meinde datfc CriekenUnt verr.iden hadden  ? daar zijn dui- fentderljy voorbeelden bekent. Wat fal dan een voorfichtig Man in een twijffelachti- ge fake doen? dat mein ik, 'tgeen Homerut in de Rïbel van dc Sirwtn Ieerr;Iaai hem fulkc aantrekkclykeen bedervende redenen vcrby varen, dcoorencocftoppcndc. Iaat hem fijn

hcrtuochren




28 F ó


550 1-vCiANl valfche hefchuldi'/ige

hertstochten niet openen, \v.'int het is fchadc- lyk: maar hy moet daar een trouwe deur- waarder by hebben, te weten, de reden en het oordeel ; laat hem de deuren openen voor die de waarhcit fprcken , en de fclve grendelen , voor die rnaar leugens cn bcufeiiDgcn aan» dragen. Het was lagchens waardig» darmen een deurwaarder fou hebben , cn dat men dc ooren en het hert lou open houden.

Wanneer gy dan diergclyx fult hooren aanbrengen , foo overweegt cerlt de fake by j u felfs.Gy moet niet Uien wie befchuldigr, hoe J hy leeft , en op de bitshcit der befchultünge 4 ach: geeft : hoe wijierdebefchuldiger is , hoe i te nauwer gylcitcn moet: men moet het oor- a deel van een ander noch fijn grootachting, of ti den haat des bclchuldigers niet gelooven  ; maar men moer de wanrheir naukeurig ondcr- foekcn , en fich door de pafficn van een ander laten verleiden; cn 'r geen belt geraden is, vaft Ocllen. Die m.cn wel ondertalt heeft , kan men beminnen of haten. Eer dat gedaan is , zoo IS het voorwaar fecr kinderlykjde aandra- gericterftont geloof te geven, voor een on- cerlyk Man , en feer verre van de regtvaerdig- heit. Deoorfakevanaldcfcdingenisdc on- wetenthcit, en diefchaduwen,door welke de redenenen manieren des menfchcn verdui- Itcrt wetdcn. Zoo y mant van de Goden ons verlicht, moet de Infter in den afgront neder linken , hebbende nergens plaats , ver- licht zyndc door dc waarhcit.

LUCIANI


I




28 F 6


I


LüCiANi Vaderlands Lof . f51

U C I A N I

Vaderlands Lof.

'/ Gaen Liicianus voor heeft te fchrijvev , maakt de Tytel felfs hekent  : teuete7i^ dathy de Lof des Vaderlattds hefchrijft , en hoe die hy yder een in "xaarde gehouaen iDert»

Hec is een oud fprcek-woort , datcr met foeter is dan het Vndcriand. Is'er evenwel yts deftiger cn goddelyker> want het gene Goddely k , cn by de menfchen eere waardip JS. hiervan is't Vaderlant het voornaamfte, die ons voortgebracht , opgevoet en geleerc heeft. De grootheit en aanfienlijkheit der Steden, en degrootekoflen van vcrfcheide werken, worden van vcelc verwondert, maar de liefde des Vadcrlants omhclfen zy alle. Daar is ook niemant roomachtig of rijk , die doordcvoortreflfeIi)kheit,fchoonheit en aan- trekkelijke vermakelijkheit van andere Land- khappcn foo kan betoovert werden , dat hy fijn eigen V^aderlant vergeten foude. Die i\o roemteen Borger van een voortreffcly ken en aanficnclykeStad, die fchijnt niet verftandip genoeg te zijn om fijn Vaderland te roemen , en eere nnn te doen. Hier uit blijkt dat het loodamgcn leed foude zyn, een flecht cn ïchraal \'adcrlant tc hebben. Ik heb vermaak




28 F 6


^52. L U C I A N I

om dc naam van mijnV^adcrland cerbicdiglyk cn rcligieufelyk te ceren. Want die dc Steden by mafkander vcrgclykcn zal, dient de groote, dclchoonte, cn dc Commercie van Koop- handel vvel tc overwegen. Als men dc Steden uitfondcrcn zal , foo zal nicmant fijn Vader- lant verlatende , een hecrlykcr kiefcn: maar hy fal altyd denken, dat fijn Vadcrhnd naaUdcgelukkigftcmachkomcn, cn tal het ook boven andere verheffen. Dat doen ook Popdc Kinderen, cn Vaders die 't met het Va- derlantmcincn. DaarzyntrcfFcl.jkcJongc- linoen, die een ander n.ecrecrcrullen aan- doen als haar cii;en Vader  : noch geen ccr- lykc Vader , fal fijn Soon verwerpen, en bewyfen een vreemde Vaderlyke Iic^tde. Eerlijke Ouders doen haar beft om haar Kindcrs deftig op te voeden , cn datfc van ydcr een voor aanfienelijk gehouden werden. Vorders die dit oordeel omtrent fijn Kinders niet weet te gebruiken , die fch.jntgeen Vaderlyk oog te bcbben. Voor- cerilcnvooralisdenaam van het V aderland het roemrugtigltc, wa,K daar is met hecrlykcr als u Vader. Zoo ymant behoorlyke eerc fijn Vader aandoet , als dc wet cn natuure gebied , die fal fijn Vaderland ook met lyf en

lici foeken voor t<i ftaan. Want een Vader ^ ccnbcfictinocdesVadcrlams; ook de Vaders

vTder, enallcdic op hctflacht-rcgvdcr van dielinic ftaan, die haar Vaderlyke naam tot dc

Godentocrekencn. pe,Go^^"^tSn vermaak in haar V;^«land , cn befpicgclcn


li/




28 F 6


Vaderlands J^of, ^ f j

iiaargantfi-hc menfclielykc gcflacht , volgcng billihhcit, achtende dat dc gaiufche Aardkloot, cn den Oceaan hare bcfittingc is : d'aardc daar If** \ gtboorcnzyn , die achten zy bovenalle van Plb j de Steden en Plaatfcn, al is 'i datfe veel verma- keiijker zijn , ook de Steden daar men fegt II . dat dc Goden geboorcn en opgevoed zyn, t moeten voor heiliger en eer waard igergchou- ^ den werden, als de andere. Ook zyn die Eilanden heiliger, daar men dc geboorte- plaatfen der Goden fingt. Ook zijn de offer- handen en heiligheden aangenamer voor dc Godenjfoo mendieof^haareigcnc gcboorte- plaatfen vind. Zoo het Vaderland van dc menfchen foo in eitimc gehouden wert j hoe veel te meer behooren wy dan daar af re hou- ! den? want een ydcr van ons heeft datverma-

kclyk Sonnc-licht in fijn VadcrJam gcfien ,

even of het een God was , welke alle Natiën ! gemeen is , doch een ydcr meint dat die fijn < Vaderland eigen is: om dat hy van 't begin ^ fijns levens aldaar, dat goude Sonnc-licht bc- fchout heeft. Hier komt noch by, dat ccn yder fijn taal in fijnVaderlant gelcert heeft,

cn hy kent de Goden daar. Vorders foo

• ymant ccn Vadcrlant te bcurtc gevallen is, die 1 om groote dingen te leeren , een anders hulp van noodcn heeft, foo zal hy daar nochtans i fijn Vaderland voor dankbaar zijn. Hy foudc ide naam van fijn Stad niet geweten hebben , i foo hy door huipe van fijn Vaderland de Stc- Idcn niet had Iccrcn kennen, llibcn in die (Opinie , dat dc menfchen in alle lionftcn cn

A a Iccrkigc




28 F 6


•5.54


tr C I A N ï


lecringen konncn gcccffent werden, als fy Gg da.u toe geven wilicn. Dc goederen \vcrdcn ook bcfcccn , om mildadigiczyn , om dc ge- mecnc armoede te onder iteuncn. My dunkt dat die groote goederen ontfangen hebben , niet behooren ondankbaar te zyn. Maar foo der ymant is, die een alleen dank betoont, gc- lyk het redelijk is, endaar af groot voordeel peniet: foo behoort hy des te meerder fijn Vaderlant fulks te vergelden. Daar zijn in de Steden ook wetten , van ilic fijn Ouders qua- lyk bcjcgent,elk een moet fijn Vaderlant voor fijn Moeder houden , en 70or dc opvocdinge cn infettingen dankbaar zijn.Niemant veracht fijn Vaderlant foodanig , dat hy in een andere Stad woonendjp , daar niet meerder om den- ken foudc. Die buitens Lands fcer jammer.yk moeten leven , die achten haar Vaderlant het befte boven al , en al is het dat ly zeer ficht en gelukkig in vreemde landen leven , foo is het nochtans niet volmaakt , wanneer zy haar ei- ren Vaderland moeten mifTchcn. Het fchijnt een fmaat te zyn dat men buitens Lands is.

\Vy fien ook dat die buitens Lands rcifen , tn fich eenige goederen en cerc verkregen (<; hebben , of difciphnen cn deugden geleeri • hebben , foo trachten zy alle na haar Vader- lant , als of zy nergens beter konden ie- '. vcnalsdaartcrplaatfe. Zooveel te grooter ^ - yver heeft ymant tot fijn Vaderlant, alshyby { vicemde Natiën is weerd.g geacht geweeit. Dc Jongelingen hebben haar Vaderland hef : > denkt dan eens wat painottcn van het Va^er- -




28 F 6


>inc{s Lof.


iJiit , dicouaebcdaartic luiden moeten zijn. Een ydcr der ouden yverc en wcniè in (ijn Vadcr.'ant te Itervcn, want daar liy geboren i$, \vil hy ook fijn lichjam begraven hebben, Kctfchijnt ymant een harde fake te wefen, buiten fijn Vadcrlant te Aervcn. V'ordcrs wac 5| Jiefde het Vaderlant bewefcn wcrt , kan men nergens beter befpeuren als uit dc inwoon- dcrs. De vreemdelingen fijn als baftaarts, cn maken weinig verfchil in het buiten Lands zyn , want ^y hebben de naam van haar Va- dcrlant t'cenemaal vergeten  : cn hebben daar cecngencgentheittoc, achtende dat zy over al goede cier konnen makeniCn dat haar geluk inde keel cn beelbchtige baldadigheden be- flaat. Maar die haar Vadcrlant als een Moeder achten, cn daar in geboren en gevoed zyn , hebben daar een bcfonderc liefde toe. Al- hoewel het ficcht cn onvruchtbaar is, niets cn hebben om fijn deugden te prijfen : zy hebben evenwel noch altijd ftof om haar Vadcrlant te prjjfcn  : al is't dat zy niet onwetende zyn dat andere haar Vadcrlani prijfen, omdevrucht- baarheit des Lands , en groene Wcyden , als ook verfchcide kruiden; nochtans vergeten 2y haar Vadcrlant niet te prijfcn,hoe bequaam hQi is om Paerden te voeden, cn vruchtbaar is van ftcrkc Jongelingen , dat wakkert ymant aan , om haaftig in fijn Vaderland te kom.cn : . 200 hy van een Eylant is , alhoewel hy by an- '  ! 5^^'*^^eJ'«an leven. De gegevene onfterfFe- I Jijkhcit acht hy weinig, hebbende liever ccn ' graf in fijn Vadcrlant, Het fclujni hem aJs


Aa




28 F ó


i


of de rook in fijn eigen Lant klaarder fchijnt * ais het vuur op een vreemde heert i foo koftc- lyk fchijnt fijn Vaderlant. Daar hebben dc AVet-gevcrs ook üraffen van gemaakt , om uit het Vaderlant te bannen , als een fecr proote en zware ftrafFe. De gewoonte van dc \V et-gevers is alleen foo niet, maar de Ovcrfte ran de Legers , en vechten niet heviger dan voorde eer van haar Vaderlant. Daar is nie- mant, foo hy dit hoort , die daarin traag fal zyn,de naam van het Vaderlanr,maakt bloodc mcnfchen, dapperen Hout.


L U C I A N I LOF, over DEMOSTHENES.

11"^^ Lucianus hier Lefihrtjfty is uit de Tytd genoeg te verfiaan,

A Ls ik in de galerie wandelde, zoo komt mydcn z6 Januari aan de linkerhant uit- gaande TherftgorM tegen  ; ik mcin dat hy u welbekcntis. Hy is klein, meteen Arents ncus,blank c^i mannclyk van aart . als ik her» van verre fag komen, fcidc ik: dit fchijm den Voc^TherfagoTM wel te zyn.Ik vraagde hem Avaar van daan hy quam , en waar hy na toe oing: hyantwoordc dat hy van hucquam  ; gaaTgv om een wandeling vroeg ik  ? vraagt fuix niet , fcidc hy : ik ben ter middcrnacnt op ^




28 F 6


ever Demojlhefies.

geftaan, om een vcers)en ter ccrcn de gcboor- I le-plaais van Homtrus op te olFercn. Gy doet ■| treffelijk, feide ik, dat gyfoekt dank tctoonen ^ wegen uwe onderwijlinge : dit voor hebben- de, fcgt h y , ben ik hitr toe gewandelt , met ^YCtcnde dat het middag was. Doe feid ik; ïk moet ook wat wandelen: ik behoorde aleer legt hy, hem gegroet te hebben. En hy toon- de fJ omerus met fijn hant , want gy weet dat hy in den Tempel van Ptolomms aan de rcch- l tcrhant itaat. met lange hairlokken , zegt hy : daar moet ik na toe gaan, om hem te groeten , cn te bidden dat hy my een ^oote menichte vanvcerfeii bt(chnfr. Ik feide hier tegen 5 foo der yts uit wcnlchen voort komt , zoo roep ik al van over lange tot Dtmoflhenes , dat hy in v I een Oracic verleent om lijn geboorte- plaats te Y vergieren. Zoo het ons met wenfchcn te doen is, neemr my tot een medemakker, want wy begceren gcmeenc win ü.

Ik heb een gedicht, fcgt hy , te nacht, en van dage gemaakt, dat ik /^^owem om fijn goetdadigheit wil toeeigene. AVant ik ben als doorcenGoddelykerafernytotdcPoczy bc- 1 wogen , gelyk als hy felfs zal oordeelcn 5 ik r draag tot dien einde een boexken , om myn makkers te toonen , als ik y mant ledig vinde. Gy fchijnt my ook ledig te wcfcn , zeg ik  : hy L is gelukkig, zeidc ik,die in het loop-perk over- r wonnen heeft, weder afgewaffchen, komt van het ftof, en vermaak fchept in het fien: cn jokt met de worftelaar , afwachtende darhy hemtotdenftrijd iiiteifcht. AVelke hy daa

A a 5 antwoort ,




28 F 6


558 L U G I A N I hofi

2nt\voort,tcrftont doe men van meca af mocft ioopcn,\Yas'er geen lijd om te jokkcn. Alfo gy» als een over wii. naar in dc Pocnfc loop-baan, zcgenpraalt, gy gekt met my,als een, die voor dc uitkomflvan 't loopen vreclh Hy lachte , ofgyecn fwarc zake op u rchoudershadjfeide hy; miffchicn, zcidik, '\sDtmoflhena\x(o(y veel niet waart , om by H oymrm te gelijken 9 gywilt fcli'jnen over een fware zaak te doen re hebben , als gy Homtrus prijlt : en *t geen ik begonnen heb wegen Demophenes, cn acht gy niet: gy fpot met my, (egt hy , wnnt ik w:l tlic hcKlen on icr malkander niet mcn;^en , al- hoe wciik HomcYHs gunit.g bjn. 'cis wel, fcidc ik  : mcint gy niet dat ik X>emofthene^ gunltig b;;i.  ? maar om d Jt gy niet cn weigert van dic faken metmy cc {jtóen , zooishict blijkbaar dat gy de Poë^y alleen bemint , cn de vlocycndè ongebond: Oratica t'cenemaal- verwerpt.

Dje Icidc hy,de God'.n bewaren my,dat ik fodwaa'Jnict ben , alhoevvcirc geen kleine ral'ernie tot dj Poc^w van doen hebben. Maar lic Orntcurcn,r.'iiic ik, hebben een Goddclyke

»anblalln?e van noodcn , om geen flcchtc

Oratie voor den dag tc brengen. Dat ^•eet ik ook wel , fcidc hy , ik heb menigmaal vermaak om deOrateurcn met mn'kanderen tevergelyken, alsook wel nemofihenes met Homerus , wanneer ik dcfelve kracht , door- drmgentheir, gewelr, volhcit van Wijn , onj^ trentdcdronkcnfchapvan rbiliuput, danfen eodetielacic, befpcurde. Gchjkalsdcn Pocct




28 F 6


ovcr Defnofihenef. f 5;

ïgt , Een vogel' ttiktn dat feer goetu , 'ubc- 't^naam , om voor het Kader Zant te vechten  ; i^icrgclyx is by Dcmofihenes goede mantiefi moeten gofde hoop hebben omhet i\epubl)\ f«  dijenden en. Den ouden VlIjcüs (al mijfchitn dtergeijfl\e dingen beweeren i alsook: hoe bt* fn4arljl\ z^onden dit h^eek^e mannen fuchten ^ die om de glorie en eer des K aderlAHts inden Qorlogyjngcjiorven.

Ik vergelyk Hier by de vlocjrndc Oratie van Pj'thonfQ^eddin hy dc wmw.x fc fnceu. van Vlyjjes. Eu dit : %Qo de menfchcij^k^e natuur niet flerven moeji l\n noch yts dicrgelyks  : a'le mtnfchen moeten Jlerven , al verbergden fy haarin eenfpelonhy Kort, daar zyn duiicut- dcrlcifulkc Iprcüken. Ik heb wel fin in dic afrc<f!^icn , iteilingcn en vcrfchciicnthcdcn in een Oratie, die de verdrietige Leen -(prcukcn wat verkorten, dc tydelijke wcderomkomftcn Van dcnfwijkingc , de aardige vcrgehjkingen , eindchjk in al dc gemanicrthedcn die een Oratie paticn. My docht mcniomaal (dc ^vaarhcir moet met rcrblocmt werden) dai'er menigmaal tncer Graviteit by Demojihenet ' was , fijn UoTgcrs over de groote traagheit vermanende, als hv Homerus, wanneer hy de ^chiven ^ ^chaiden noemt. De Gricxc Tragediën heefc hy met een helderder glans vertoonr,nls Homen*^ welke iTamenfpraken vcrcicrr in 't midden der Velt- fingen , en doec die verdwijnen in bbulcn. Ook hebben dc l^cdQwhy Demo'yhenes dikwyls haar getal cfi maat , gelijk als, in dc Poczy : gelyk ook dc

Aa 4 tegen»




28 F ó


^6o L U C I A N 1


Lof,


tcgemlcllingcn, vergelykingcn foudc ccn (ui- vcre figure by flomerus met in gebrek zyn. Dt J Ternandenfelfsfchijncn diergclykc deugden ^ van felver voort te brengen. Waarom foudc ik dan uwe Cdliopt verachten? want ik my daar fccr over verwonder, nochtans heeft die ftri jd ) van myn lof over Dtmojihems^ die tegen Ho- wer/fx aangaat, dubbelt werk : niet ter oor fa-  ; ke dat ik ccn vcers foude maken, maar om den inhoud, heb ik geen goede ftofFe genoeg om hun lof te verbreiden , als door de Poczy : dc  ; rcft zyn onbckent, als Vaderlant , Gcflicht , Ouderdom. Want, foo die bckcm waren ge- -weelè , zoo foudcn daarfulke groote tN^^ftcn niet uit gcrefen hebben. D.iar zynder iie feg- gcn dat CUophon een Stad in lonien , fijn  »c • boorte-plaats is, andere ftellen Cuma , Chiuty Smym9n,Theben in ^gypttn, en meer an- 4fsrc plaatfcn. Zyn Vader M^Un den Lyder, ofdc rivier Af e/ew: en fijn Moeder A/eUno- •e,of ymantvan AtNymfhtn , Dryaiesgc- noemt. Zijn mcnfchelykcafkomfte isonbe- kent, ten tydc van dc Helden, oï^tlontrs: \ is ook nic: bly kcly k , of fiefiodut ouder is als hy. Daar wert getwiftredent dat fijn naam ceift foudc ge weeU zyn Melefigena , en daar na fJmtrat. Van fijn armoede of blimhcit kan men niet feggen. De iloffe om hcni tc »rijfcn,falzcer klein zyn, zooder geen daden zijn , fouden fijn vcrfcn alleen gcptcfen wcr- dcn,dat men fijn wijsheit uit de veerfcn moet

halen. , n

Gy hebt een fccr ampele ftoftc voor de




28 F 6


êverBemophtnes.

hand, /prekende van dingen die fcker, en ver- maart zyn .-daartoczyn allcenigmaar woor- den van nooden , gelijk een faufevoor dc fpijfe, wat heeft Demoflhenes niet al van 't ge- ne groot en doorluchtig is? wat is niet van hem vermaart f is niet het rijke en vermaart ^thentn Hjn Vaderlant , en dc ftêrkte van Griel^enland > dat , foo my het geluk gedienc had

vaneen>^tfc«;jcr tezyn , zoofbu ik de liefde der Goden door dc Poëti/chc gemecn- fchap gcfongen hebben > als ook dc oordelen, verplaatfingcn , gefchenkcn, en dc Eleufna. Vorders van dc Wetten , VonnifTen , Haran- guen 5 Pireum , Colonien, Viaori-teikencn , 20 te Lande ais ter Zeebevocheen : defe heeft Demafchems feifs noch niet na waardrghcit geroenu.

Ik zoude hier van HofFc genoeg hcbbeB,en defe lof behoorde ik niet voorby te gaan, de- Vfï}\ het beflaat in't prijfèn, dat die uit de vcr- ^ierfelen des Vaderlands opgehoopt werden. Jfocrates heeft over FleUna, orerende , ©ok r/pf/fMx geholpen. Pucten hebben gróotc Jiberteit. Maar gy vreelt miffchicn dat gy fult iihgelagchcn werden, foo het begin der Ora- tie wat te groot zy; en gy bange zijt, daC ymantdaarecn fprcek-woort foude van ma- lden, te weren : Dat her opfchrift grooter is ali den kriap'fxk^ Derhalven ^thznen ovcrflaan- de , zoo hcett Hjn Vader een Admiraal vandt? V loot ^^eweeft, zijnde een -oud fondament , volgers het feggen van VindatHs. Daar is fyithfmn geen grooter wacrdigheit al? hec

Aa j ' Admi-




28 F ó


561 L V C I A N I JLo/> Admiraallchap. Dithy gcitorvcnis,\vanncc jyemoflhenesnoch een Jongen was, isfticttc l>cJroeve!i,maariscen gelegenthch tot cerc, ontdekkende dc gcncrcufen aart. In de ftu- dicn ca cndcrwijfinge van Hamerm Icfen \vy nergens , maar wy fijn tcrlii^nd gcnoodl.>akc on Ie toevlucht tot fijn veerfcn te nemen, daar men van C<\ n opvocdinge &c. nergens i.i geen Hü^one ivült. 't Is ook niet gcoorloft tc vcr<jicren> dat hy de konft vanPuc/.y van de Mt*\tn fou gekregen hebben , noch men heeft (ijn toevliicht iiier tc ntmcn tot dc Lou- rier van Heftodus , die de legdige Herders dc Poezv inblaasdc. Maar gy hebt C^lw/ïr^f ook een Imge Cat.doge, ^Uldamentes. Ho- tratet, jfxus , Ubitlis, Daar zy n te ^thenen duifcncdcrlw-iaanlokrclenjookvandiegeene,

^velkc onder opficht ran haar Vader zyn, wamdcjonkhciiis totwclluaen ahijt gene- ren, het is Demophcnesydoor u lieder onacht- faamhcit, gcoorblaali ge\vcc{^ zijn wcllu- ikn te volgen doch de hefde tot dc deugt en Jccrc , lieeft hem daar van onthouden : dele kide hem niet na de deur van Phryntn , maar jk^ ^rijlcuUs , TheophrAf,HS, Xtmcrata y

«II Piau. , , • j

Hier uit kond gy weten, dat'er in de ge- moederen der mcnfchen tweeder ei liefde is : d'eene komende uit de Zee, verfcheidcntlijK , die wreed is, Venusachtig, in de gemoederen vloeibaar: welke door dc hitfige dritten def Jongelingen beweegt werden , t ecnemaat van een Zscachiige natuur. D< andere hefde


y




28 F ó


cvsr 'Detnojibenes, t^^-^ 15 een goude ketting die van den hcmcl neder gelaten is. Dc(e fecch geen vuiir noch pyicn, xvclke doodclyke wonden maken, maar brengt een goedcdoüiglicirinde finnen , die i«/i/er endeGodcnbynagdyk is, (egtden Tragcdi-fpeelder, 'c welk iseenaanprikkelin- ge tot de onverdcrffcriijke en fchoonc denk- beelden. Voor de liefde is alles lichc, fchec- I ringe des hairs, Spel enken, Spiegels, Degen , i de quade ronge te verbeteren , vcinllnge in » d'ouderdom te leeren,fi)n memorie oeifeiien» l hctgcruis des v'o!x gewennen te verachten  » I lijn lèudien cacht cn dag re oelfe-nen. Hoe zouymanr niet weten dat Demojlhenes een Crateurgeweeflis? Hoe hy fijn Oratie met l^oorden cn fprciikcn verkiert hecfc > wateen r aardigheit dat'er in dc vecihejt was , wat een

• ferachrjgewelt, zcedigheitenfpaaraimheit lu woorden, war een verfcheidentheit van

• £guurcn? Lcaphtnes durfte feggen, dat \\y

• Tan alle Autbeuren een levende Oratie kon , maken, die met geen hamer geklonken was.

Hy maakte Cm Oraticn, niet dronken zynr

de, gelijk Cal/ifihems van JEfchylut getui^r ,

• ; dat hy fijnTragcdien niet wel maken koft,('^an met een dronken hooft. Maar ter contrarie, aIs Demo[U}en yts fchreef, foo dronk hy ' Water. Ü iar is noch een loopje van Z>e;»rf^ "%vclkereide, dat Demofthenes by het water ' ifchrecf, maar andere fpraken by het watcr.En Pythtus feide da: de Oratie vzn Demojlhent^ * iiiadc lamp rook. Ditiseenveltjfegthy, orn van de Oratie te fprckcn, die tot cnyn vopr-


r tr r -




28 F ó


I A N I


Lof,


aicnfligic.  Ik  heb  geen  b:tcr 

'loff^' oTi van mmeritf yts te finnen, maar aaar m fulc gv' ror de w.ia.vlen , lib:nilhctc cn digniteit aie hy ia'c Republijk vcrKre^ca heefr%'ercredcn. Als defen i?ing ,en meer üin -

CcnaanmaÜcanderhechtcdc, zoo tcurdc ik hem , diergelyks meer te feggen Al lachen- de, feide ik , put gy noch al geli)k als een ba- der ,om met het overige mijne oorcn te ver-

maken? ja, fegt hy , ook P^^^.'j^^.'^^^j^^'J^^;;;. fpelen, danHngen^Schecps u.crcdmgcn,mui. rcnoprechtendcgrafccnuitdclgcnde, loflin- cenvannavei>,Vryftersuithylikcn,goedc be. - ai«rtin<'enin'cRcpubhjk,uitrcndmgcvanAm- balT d?n, wetten geven. Als de Man van defe I • «Vaekende daden b.gon te fpreken fo lachte ik,alshy fijn wijnbraauwen ophialdervrercn-

dat hemde Oratie ran ^>-^i^„^--^^^^^^^ inot^tomfchicten; Gy meint mirtch.en dat iK een ben,reide ik,die my op weirprekend.ea 1 ^itccle-thcbbe: en my de daden van Dmojt- feen«b?kcmzijn.Ma.regthy,vvymo^^^^^ Vanderinhetrchrijvenbehupl|jkzyn,g^^^^^^

oy daar dadelijk my gefegt heb,maar ten zy gy I IJ ders van finnen zijt , ik ge oof dat u de oo^ Zn Hauw toegeknepen werden,door de glansf

licht niet wel kond fien. Want aat t,ui*wu ,

■ J^ fi i ï n Lu na fo qu,m het my> den «tot toi,zo dat zy d.wr met voor .




28 F 6


ever D ewofthexef . 56 y

^n, ookkonmy niem.mt verwijten d.itik in deSonnc bliacwMs  : zijti.leecn bafhart van 't FlomerifeVoik y om hem te wcJci Ic^^jen. Alhoewel uwe fank Ichtcr is als de niïjne. Wnm d.nvijl wy mMomerni niet anders kon- nen priifen, als de Voéiy , zoomoet mcrïdi- gcheclelofin h*jn Gnn-n prenten. Maa? gy, den heelen Demofthenet confidereercnde , hebt een grooten overvloed , 200 dat gy niet en weet wat gy eerfè zult aanvaarden  : 'gelijk aU de koftelijke maaltijden van Syratnfen , of dcbcgcerige fienders, wanr.eerder vcrfcheide fpektakelsen dichten voorkomen, 200 weren zy fekcr niet wat zy eer/i by het hooft Tullen vatten. Zodatikgeloofdatgy van het een na het ander gaat , cningecnecTJ faaken kond verblijven, dcx-vi/lgy ondcrtuffchen om een ander getrokken wierd,te wetcn,van fijn libe- ralen aarr,(ijn bra nden t ver ttant , gematigtheit, \vciïprekcntheit,groothertigheit om yts uit te rechten,welkc deftige daden, mifprijfinge van dc fortuin , reduvaerdigheit, bcleeftheir, gc- trouwigheit, ftouthcir / voorfichtigheit , bv- fondere daden in het Republijk veroorfaken'.

Miflchien fiet gy hier fijn beHuiten , uiifen- dingenjaanfpraker», wetten ; ginder zijn vlo- ten, Euhxa.Negtira, Bmh.Chiut , dus , f/ellefpontus , By^tntmm , ^y zijt twijffelachtig , waar gy uoogen iiiroG een overvloet fult fiaan , daar in yder mnk vts bcfonders is om te prijfcn.' Gelijk aU P»Hrf#rKx elders twijffelt , wnnneer hem veelc diogcn yoor oogen geftelc fmi den

Aa f \Yerdcn>


III It




28 F ó


I- U C l A N I 7

%Terac,als hy fegr: Z4/i;^nUimenes, iV>w/)/i Mclui , of liever CAdmus.of de mjn* nendie uif de Drak^t tanden \yn -uoortgel^- men.^ngen  ? ofJalif^Thchcu, of de vermaar^ de gevechten van Hercules vertellen  ? of Miye tere Bncchus> offaliKde Lof [angen tereeren delufftr Harmonia eerjl noorden ddgbren^ cen> Alfoo gaat het ook met u , want gy Twijffcit, ofgy een Oratie Tuit maken, over f]jn daden, weifprckcntheir^gcleertheit, aan- ficnlykheit , cn doot. Verdoolt met , foo py yts verneemt, dat ^y ailecnlyk dc welfpre- kcnthtitimkic(t,ro bcbt ^y ftof genoeg. Defen it J^cnocg om met PetüUs te vergclykcn: want • fijn blixèm, donder , en angels , die hy in herten kan indrukken , hebben wy wt 1 door gerucht gchoort, maar daar zy n geen Oraiien in het licht gckomon» Daarom foo blykt hier uit , dacfc behal ven hare aaic, geen valtc du- labcle lot hebben , die eentgc verwondcringc by de nakomelingen kan maken. Maar de fchnften van Demojihenes zy ndcr noch , dat Tal ik u laten ficn , (oo gy dat fu t verhande- len, alsgy u tot fijn manieren en daden keert, kond gy een plaats uitkiefcn, of ten hoogltcn, twee: welke u dan (lofs genoeg (uilen leve- ren. De faken zyn deftig en hcerlyk: zoo gy het heclc argument niet en begeert te verhan- delen , zoo neemt illeemg een deel , na het cxcmpc! van Flomeruf dic dc Helden by dee- Jen prij i\y hy fpreekt of van de voeten , hootc , hair.lokken, kleren of fchilden. 't 1* voor dc Goden ©ok ni«i verachtelyk, menende dc lot




28 F 6


ever Demolïhncs, ^ y

vjn de pijlen, boogcnfchik, of van het ]h cnaam cn 02 ziel.

Dc weldaden der Goden bn nirma/u m een reis bevatten, daarom C\\ Demoflhents hec ook nietquaiyk konncn nemen, dat oy aJ fijn deugden in geen een Oratie bcHuir. Want hy heeft het h\h niec konnen doen. Als Thtr - j^gorM fulx feidc, viel ik hem m fijn reden; ilc gcJoof/eide ik,dar «y fulx tcgcns my 2ei;t,am uvycwclfprekcnthciiieiooncn. Wantalsey in i begui wddet tooocn waiPocct oy marr, loo Iaat gy u ool^ hooren, wat een Óratcur p v zijr, in een vloejcnde reden. ! antwoorde hy, ik wilde die ftofTc

eens doorloopcn , öni dat ik dat gy traag vvaart, foo gy evenwel Tonder belet* te heb- ben myn gedicht wilc hooren. Ik nntwoorde, d^it het fijne niet de pijne waart was: maar «et toejfeide ]k,dat gy my niet vcrfteiirt van u iaat gaan. Datfal wel te doen Ihan, feidc hy, 200 gy noch niet voldaan en zyi : weet py >vcl wat my fchceit, fcidc ikjwant als ecnDo- aor de iiektc niet wel bevat heeft , foo went liy weder andere middelen aan. Gy neennt my aan tconderwijfen.als of ik noeh plomp , cn onervaren was , en die ecrft brdeie Hudic komt; maar fulx is al out by my : d.iarom ful- ien uwe middcJen my weinig helpen. Dc befte middel is, fegthy, dcgemeene weg te .^.lan; zuixcn behaagde my nier, feidc ik.Men Icgf, c.at >4"rticercjyan Cyrtncn , zyndc een 1 rtilofooph, op een wagen fittende, fich aan i iaf ü]a rneat voor diyiudtmh foude ver-

ilocri




28 F ó


r«8 L U C I A N I ^"/j toont hebben, ende waoengeduuriginde fclfdc fpoorcn om en weer Icide, zonder daar ^tewyken: maar ik ben comrar^ , cnfoeke de we»en en roetftappen der ouden niet nate volgc- Doch het ïrbefwa»riykyt.n.^^^^

op 3e baan te brengen : doe ^«1^ ■^;j.r„ 3  ? pr»i: behaagt u de raatOag van F-ilo» «d?

nKStgehoort. Bocantwoorde hy ; men zegt dat ymant een '«"'"^^ V4m gemaakt heeft; dat hy hem fijn Paert, ^vanneer het fich omwemclende , w,!de u.t fchilderen. Maarhy fchilderde het al loopen- de, cn daar by nog het ront» i, vhegende ftoK

Als P^/r»» .>u by de Schilder Hond , en hem fe deVdathyeeLnderverdingmethem ge- maakt hadde', als om foodamg te f^h-lJyc" • zoogaf deSchilderher paneel "» ccnT engebiethetomtckeeren: doe geleek fe?Paert Ip de rug te )eggen,«n fig te ^.eme- len. 't Is airdig, Ceide ik : f"'?' dat ik al over lange in den fin gehad heb , de üoffeeenstekeeren? ikhebfe al ^'^'n^^ e-keert cn hcrkcert,en ik vrees dat het met my fp het laatlle gaan fal. als met f ««"^Z; j ■Wat doch? feidehy. Menfegt,dat, alshy al fijn gedaanten had geeonfiimecrt, m.Men- fchcn, Beeflen, Planten, en Elementen dat hv daarna gebrek had om ^veer n.euwe te hebben. Gyfultmeer verfcheidene gedaan- .entdenke'n,fegthy,aIsPro«eWK«.^ sv my niet fult behoeven te hooren.lK .al leet |e"n Ivoore:.. Ic.Jc .k 5 en ik(al zoo lar.g^e do




28 F 6


»ver Dfmo[thenes, 569

forgc om ccn Ofatic te maken , uit mijn ge- dachten fctten. TerUont fuk gy milTciiicn uw eigen yruclu laten varen , en my in barcns •noot helpen. D.it dan ten einde gebracht hebbende, Cucn wyopdc naaÜgclegen ttccn.

Daar hoorde ik hem fijn deftig vers- opleg- gen» En onder het lefen, mijn bock torfl jan- dc, kree^ikhaaltchjk een heftige rafcrny  : neem, feide ik , u loon v.in defe toehooringc , gelijk als men tc^thenen gewoon is een 5'^or/w/4 (een feker foorce van geit) in dcaan- fpraken en oordeelen te geven* Ziet ook wel toe dat gy my bedankt : fal ik u bedankcn,(êgt hy, daar ik niet en weet wat gy fegt? maar wat is het dat gy belooft  ? ik kreeg , feide hy , de dag-rcgiftervands Koning van Alacedonien in handen, 't welk m/grootc blijdfcliap aan- bracht: want dat bock heb ik met groatc ko- fien gekocht. Van defe komt my nu in den fin. Het behellt voor een gcdcelcc het leven en daden van Antipater , als ook cc lige din- gen wegens Demoilhenes , die gy wel geern foudet willen lefen* Ik dank feid ik, voor defè blijde bootfchap: ikfil mijn beil doen, om de overige vcrfcn te hooren, en niet afla- ten voor en aleer gy u beloften betaalt hebt, want gelijk als gy my met de lof over Homt- rut grootehjks vermaakt hebt , alfoo fult iiy buiten twijfFcl niet minder doeiv met de lof vmDemoJihenes. Om dat gy de overige ver-, fen gclcfen hadifoo hebben wy daar een wji- nig getoeft , tot datgy voothet vecrs u fchul- d'ge lof fal gegeven iicbb-: C aar na gingent

wy


57© ' C I A N' I To/j

wy na het nuis van Therfogoraf  : d.ur Lon hy naulijks het boek vinden , evenwel hy viat het noch : met welke ik na huis gin^.

Dat gelefen hebbende, dage ik daar nieis \iï le veranderen , maar u heden de gantfchc Hi-. itorie van woort tot woort te verhalen. Want het is JEftHlapim geen meerder eer, wanneer de Pridters ter ce'ren van hem de verfen van ^iijodtmtis AcSoon vinTroi\enius,cn de ge-; d chten van SophocUt fingen. 't is ook al out , dat men ter ecren van Èicchus nicusve Co- mcdien of fragedien maken fou. W'ant al is'r, dat ly van anderen gcmnakt zyn,fo belialcn de Tangcrs daar geen minder dank af , wan- neer zy die ophnartijdilngen.

Het boek liicl dan aldus in , ( ik mach fom- !j]ts daar wel een rcgiltcr over maken) dat het Antipater ^ans,Qd\(:mïs % dat Archlas daar Mzs. Do<fli of ymant vande jongehngcn niet en vvift wie ^nhitu was, fo b hy geweeft de gene, die de Koning geboden had , dat hy dc vluchtelingen foudc vangen. Hy had ook een bevel wegens Dtmofthenet , dat hy hem fon- dsrcenig ge welt te gebruiken, (oude dwin- gen , dat hy uit K^Uarien quam, vcraclued© ZXemofthenet 2,cdi\ung.

Daarom als hy hoorde dat ^^rchm uit IQt- UitrUnqium , fogaf hy hem terOo/it audiën- tie. Na dathy ingegaan waf, doch het boek lal het zelfs verhalen .

Ar. Weeft gegroet Antipater Antipater. Brengt gy Demofthenes met

Archias,




28 F 6


overDemofihcnes. ^71

ARCHi.i*. Ik breng hem me<lc , cn ik breng een aarde pot / met tie ovcrblijffclcn van Demojihems.

Antip. ©at is dan buiten myn gifïïng , wat C\\ my dc pot met bccnen helpen', foo ik Vemoftheites niet hebben mach  ?

Akch. Het \t.is niet mogelyk, Heer Ko- ning , hem levendig in de handen der Vyan- dentc leveren.

Ant. Waarom hebt gy niet uit Beotieny of hier van daan ccnig gout me dc genomen, om hem om te koopen.

AacH.Wy foudon eer een ByzatrithiHw met de waf»cncn overwinnen, als Demofthenei- met gehomkoopcn.

Ant. öPermcniol Coo ctnlg^ ^ihenlen* fir in den raad van het Republykmy meerder f acht, aijfijn Vaderlant, aan die geef ik geit , • ntaarmyn vricndfchap niet. Zoo dan ymani om (T)n Vader my een Vyant isjtegen dc fuikc ' voer ik Oorlog , gelijk als tegen een Kaitcel , Muuren, Poorten, Grachten. Ik verwonder my over dó deugt , ik ncht die Stnd gelukkig , die óoo een Borger heeft tot een bcfitter.Maar dc verraders mee het gene zy uitwerken , h.cb ik geenfins van nooden 5 en de fulke foek ik

t'Ondcr te brengen, Zo een Man die niet te bc-

Ifoopcn ij , wil ik liever by my hebben , als de Ruitcric van Illyr'ien cnTribaiUtty of al wat ! gehuurde: Soldaten zvn. Dc wclfprckentheit

cri voor.^chtigiicit van foo ccn Heer , acht ik

^fccr veel.

Als by dit tot P^rmenh gcfcgt haddc , foo

bcg®n




28 F ó


57i LuciANi Lofy begon hy weder tot my te fprckcn. Ik heb dicfcerwcl veiforgt, fcide ik, welke met.j JDhphhe lu^thenen vertrokken zijn. Hy lachte doe zeer  : vrccft gy, fcgttiy> een A'elt-heer ofeen Soldaat van de ^thenitn- fers  ? de Galeyen , Haven , Schceps- wer- ven,, dat zi}n maar beu(clingcn. Wat fou- den de menfchcn doen in de Xoonclen , Spc- y len, Gaü-malen, alwaarfc haar gantfche leven in ten einde brengen t zoo dcfcn eenen Vemojihenes ic ^thenen niet waar ge weeit, foo zouden wy hchterMceüer van dieStnd geworden hebben , ^ihy^nThebcn oi'Thef- filieny \zy met bedrog, of gewclc  : maar dien fielt alleen heeft een- wakend oog, op ' alle gclegentheden acht gevende, hy let op onfc maeht, en is doornepen in onfcraad- flagea. \Vy konnen hem noit bedriegen, verraden, noch met handelen of raadOagcn. i Hy is als een muur en lleenrotzc , tegen- i ftaande, om mctdeeeraeüagnietoverrom- r pelt te werden ; want door hem hebben wy ons gf^en Meefterkonncn maken van -Jmphl- ; - ^ fdls, OlymfhmyPhAtcnftn , PyUtz^yChtr*-^'"^ finefimy of van de mond van den HeiUj^on'

tléS. f.

Hy prikkelt de on^^'illige, cn maakteie Too wakker, als offe te vooren het krni JAf 4W- draqora gegeten hadden, al fnijdende cn < i brandende kaitijt hy hare rraaghcit met g»oo- r -y te hbcrteit, nietfeggendedataangci.aamis. In'cpubltjke fegthy , dat te vooren in Spelen vcrquift wierden , beftecd hy voor foldie acn

Uw I




28 F 6


over Demoftheftcs. 57^ de Soldaten , hy werft voick tot de vloot , en g«eft haar wetten , die door verwerringe van de oude tribuiten byna vcrioorcn was ge- gaan. En de Stad die van geen grootc dingen meer wi(^ , cn gewoon was een kleine (oort van gelr te handelen., heeft hy weder tot haar voorigc (land gebracht. De flechtc cn gerin- ge Borgcj s heeft hy weer herflelt tot navol- ginge van dc glorie der Ouderen, en de daden van Aïarathon en Sdlamis. Dc Grieken heb- ben haar aan malkander door vermaatfchap- pingencn verbonden, vereenigt. Dcfc kan door geen konft bedrogen werden ; door ock kan hy ahbo weinig omgekocht werden , "als ^ riflidu van de Koning van Prr/Te». Dcfen hoorde ^ ntifatermccTdcr tc vreefen , als al de Galeijen en Viooten. 't Gene Themifit. des en Verkies eertijds by dc^thcnienfen gc- weeft zyn , dat nu Demojlhenex by haar is ♦ fo is hy in voorfichtigheit Themtftocles, cn in verHant f er/c/e/ gehjk. Hy heeft onder fijn ge weit gebracht jfw&w, Megara, den oever liran ffel/efpomus , Beotien. En 't gelukt dc ^ themaijcrs fecr wel, dat Charetes, Diopi- thesy l'roxenns , (j;c. over haar Leger oplicht hebben ,cn dat Demojihenes t'huis houden. "Oat, indien hy de Wapenen , Schepen , en Crijgs-volk in handen had , en fijn oog over ydcr /aak in \ byfondcr het gaan , en over hcx geit Mecüer was > ik fou vre- fecn dnc ook Macedonien lafè foudc ly- den. Nh vecht hy alleen door fijn bcfiuircn, omringt ons noch aan alJc zijden ,

hy




28 F 6


. .:i Lof,

IwbtTct ons,vc:nccrtonsgclccnheir.krncnt. Maar waarom hebt gy hem niet Icvcnciv.: t:e- vaniicn?

ARC. \Vy hebben hem levendig gevan-

Ant. Is l^y dan onckr wegen geft orven  ? Arc. Neen: maar ais hy n\ Cit^aurten

Ant. Dat is milTchien door ons ver (u int gekomen , om dat gy hem met wel hebt ge-

tradcert. . Ave. Het was in onlc macht niet.

Ant. Wat feot gy? het fchijncn ^^d raad- felen, 'cgccn gy Vegt; gy hebt hem levendig PCvTnpen , nochtans xvas het in u macht met. fïcbtgy niet in 'teerrt belall, datmenhctn peen ecwcltfüude aandoen? ^ Arch. Wy hebben daar wel voor prforgt?

Ant. Hctisdannietdoore onachtfaam- Uh, maar gy hebt hem miflchien tot er dood

^Tao Getnfins: het was niet noodig hem cen.g ge^velc aan te doen , dew„l wy 't met "oorden van hem kregen , 't g^cn wy gcbo- den Wat voordeel fou het gedaan hebben , f wThcm hier levendig A.cbrncbt hadd^^^^ wat had gy anders met hem m den fin, als cm

A sTDiar behoed my God voor^rc^i.. Gy weetn"^" met w.t Man P-it^e«. ge- weclHs,watikvan hem oordcel. Gymeint

•ipgebrachl lyn, Hmtr*»' > ^.^^^^.^^


i


I




28 F 6


01 >


ovcrDofioflhcHos. rifionJcus A/ar.uhon , cn Eucrates van de ha- ve, ci;e de zee-booncn gcijjk zijn, cn geduurie gms en weder vloeiden; het zijn fchdniachti- ge menfchcn , die fiibi;: in cenigc cumuhcn een naam krijgen , cn over een cenigc kleine Iioopgrootehjks het waerdig zijn. KUar vhe- dcn koir, gehjlc als offe vaneen Avom-^vlnt vcr(chrikt waren. Mcintgy dat Demofthetres dien godloofen cn ontrouwen pluimltrijkcr Hyjltndtx gchik is  ? die fich niet en fchaamde (om cenplas-dankbyhetvolk te halen) ZJe- Mtjfhenes door een on recht vaerdig oordecltc bedriegen, en te pluimlèrijken , waar over hy terltond berouw kreeg? een weinig na defc aandraginge is hem beter wederkom/f fchiet, als door de wcderkom/l van ^Icièia^ dei. Fly had een houten voorhooft , en wift de menfchcn geweldig met de tonge te fchcl- den, die iijn befte vrienden gcwccft waren.

Anc. Wat hoor ik daar  ? was Demojihtnn ualdergrootfteVyantniet?

Ant. Neen: want ik acht fijn manieren, getrouvvigheit, en bemin i'ccnemaaJ /Tin Ihntvaft.gheit. Wantcerlyke faken moeten ook by de Vyanden voor cerhjk geacht wcr- oen , cn de deugt moet overal geprcfen wcr-

Ik wil niet minder zijnalsA^eyjrrr die ^a»- hi cn Sperchh, om haar deugden fpaarde, daar hyfcinfijn macht hadde om te doodenf Zooder y mant is, heb ik my over Demofthints lieer verwondcrr, om dat ik iweemaals by iïem te^//;r«wgcvvccli ben , ook datikfij- ' ncn




28 F ó


576 Lu CIA NI  !-»ƒ> „cn lof uit andere gehoorthcb. Ik heb hem foo fecr n.«  om f.jn TvellpKkcmhc.t, ge-

vrroclekcn ijnde. ".ets gwcht «.ctt, en fJ^JtniXt Orntcuren \-^3ren by hem maat kinder fpei : ik fchepte mijn beltfgen .n dc aftic k ank.tYamcnvocsmgc^cfngc&men- JS.  »ccl argumenten . d,e de gemoedere» Cdenbevv?gen cn aanmoedigen, 't Heeft onse^öotelyxbcrou^^•tov•erdenRaad,a!s^^y T r^rUk n iQytlhtntn i'iamcn vergadert t' z«nde u vreden met de beloften van S„ W z'nbé<lrogcndoordeargumen.

fen vani'^'A'»".

til 7=eTng n cn voUlaldigheit , die hy in g^:Slfe.üdengcU^^^^^^^^

^d;^anta^erfe^««-eenaa^(pn^^^

fouKhieden van IhUiftm, '^^^P'- L°»Sr«nntepanequam^^^^^^^^

u Ar.™fmV 'tiseenMandieNvaard.giS,




28 F 6


1 . <


over Demol}he7ies. <^jj of hy brengt Gout, Hout, Jnkomiien of Lan- den ip rekeningermaar DemoJiheKes cf^uipccn de VIoot,Ily^verft Volk tot ccn Har, dieliy ook ondcrtuilchcn repareert.

Dit Teide /'/?i/i/>/>«/dik\vyIs tot my vnn dcK? Man: en achtc het voor een deel van fijn ge- luk , dat hy Demoflhenes niet Capitein Gene- raal over de Militie gemaakt hadde, want fijn Oraticn waren hem als Oor!oogs-r.':n;men , cn Üorl©ogs boo£;en , die alles om ver haai- den : de fljg in Cluronien gedaan zijnde, hiel noch niet op,oni hem na de Viclori te prijfcn, in hoe grooren gevaar deren Heer hem gc* brach.t had. Zoo niet by geval , door de on> achtfaamheitdcrCapiteins, hecHeirin vcr- wcrnnge was geraakt, cn de ongehoopte for- tuin, die ons veel te doen geeft j overwonnen hadde , zoo fouden wy met alleen op eencn dag het gantfchc Rijk overgegeven hebben, maar mijn leven hadde groot gevaar gelopen, Hyhadde principaallle Steden t'zamcn ver- bonden , cn had al de macht van Gritk^nUnt byeen gebracht, de ^thenlenfers^rhebamysy BjLOttrs^ CorintherSjEubeers cn Afegarenfin: Hy bcfloot my , dat ik niet in ^ttica kon ko- men ; fulke redenen voerde hy gcduuiig van Dtmofihtnes. Als men hem fe'idc datde^- thenienfers een grooic tcgen-partyc hadden j ja , fcide hy , fy hebben Demofihenes tot een tegcnpartye voor my. Want als zy dien Heer «tct hadden , zoo fouden ij zijn als de nienfers, cndc The jfaUers. Ais hy Ambailadeurs na dc Steden fond, of

B b foo




28 F 6


Hf


^73 L U C I A N I Löf, fooJc ^thenienfers conioc tonden, fooovcr- mocht byfe haart: im^r a\s Demofihenes pre- Icnt was, ftide hy ,clat hy te vergeefs Ambafla- den fond. Zy konnen geen viaorie tegen Demojihenesm wclfprckcnthcit behalen. Al- {00 ^^rsikVhinpi^us. Doch ik die veel minder ben als Vhilippus , dat ik zoo een Heer gevan- gen had , fou ik hem als een Os ter nachtinge icidcn  ? kon ik hem niet liever ftellen tot een Raats-heer overganrfch Grith^nUnfi ikheb hem ahijdfecr genegen geweelt, en dat om lijn daden , ook noch meer om het getuige- ni(revan>^rïj2afe/c/, die hem mcmgmaal by Mtxandtr en ons bracht. Dewijrcr (oo vcele ^varen , die by hem plegen te komen, foo ver- wonderde men fuh over niemant niet, m ver- JUnd, ocffeninge, matigheit,aanfienh)khcit , vryhcit in'c fprekcn,cn verdraagfaamheit. Gy lieden mcint, feide ^riftoteUf^éit Demojihe- nes foiide gelijk zijn , £ubu(u> , Phrynon , en Philoitatts) en foekt hem met geit te fchenden, dieal fi]n patrimonie , foo publijk als privaat , ten beften van het Vaderland te koliceetcid heeft: en om dat gy lieden door oelc .veini? vordert , zoo dreigt gy, doch hy is lenceenlÓf enziel voor het Vaderland te la- fcn En zoohyuliedenbefchimpt, foo

neemt gy het qualijk : maar hy vree«  het volk

Ziet gy niet dat hy uit liefde des Vaderlands oouvcrneert , en dcfebedien.nge handhaaft , Tofl et ccn School van deugden was, daar mcnopgeen ge>vm en net? Daarom ^^^^^


I




28 F 6


over Demojlhenes.

chia , ik wcnfte om een lief ding , dat ik mcc ' hem gemeen/chap had mogen hebben , om • fijn rj.-ui voor tegenwoordig te mogen ge- bruiken, cnfijnvrygcborenlèem tchooren, die anders foobepliiimftrjjkt werf. Hy dient gcflraft te werden , die fijn leven voor fulkc ondankbare Borgers in gevaar gebrachrhceFt , daar men wel getrouwer en fbntvaftigcr vrie .dcn kan vinden.

Akc. Een ander, 6 Koning I gy fcgtwel : maar dat t^oudc gy vergeefs tegen hem gefcic hebben , foo dol was hy door liefde tot het i^Vaderlant.

Ant. Sooishet>^rc/»w , wat fou ik yts loochenen 't geen publijk is  ? maar hoe is hy ^dochgeflorven f

Arc. Gyfoud noch meer over hem vcr- Avondercn, Heer Koning! zoogydatwift. Want wy die daar by waren, zijn niet minder verwondert en verbaall, als aldcrcft. Het ■ fchjjntdat hy diergelijken doot hem felvcn al voorgcfpelt haddc , 't welk uit de voorberei-

dinge kan verliaan werden. Want hy ftt bin-

nen in den Tempel , en wy hadden in voori^e dagen te vergeefs met hem gcfprokcn. ^ Ant. Wat waren u lieder redenen f Arc. Ikftcldchcmvcele beleefde dingen

van u voor , en beloofde hem wonderlijke

iingcn wegens uw; zulx niet verwachtende, k mcinde dat gy heftig op hem vcrftoort was. Daarom fcide ik fulx maar om hem aan tc ra- Jen.

Ant. Hoedanig beviel hem uwe aan-

Bb 1 /praak?




28 F 6


jSo L U C I A N 1 Lof y fnraak? verbergt niets voor my. Ik wenfte dat \ ikiictfelfs gchoort haddc : noch vergeel niets,' van (ijnc woorden, 'c Is al een grootc laak , de manieren van zoo een Man op het einde van fijn leveniebefpicgelenjofhy flaau>Tier- de, bleek in 't aanGcht , en vol/Undigh by fijn J linnen bleef.

Arc. Hy toonde het mmftc teikcn van

vrccfe niet.

Ant. Hoc> ^ i.

Arc. Hy lachte fcvi vu^ndciVK, en gekte n^et mijn voori^e leven. Hyfdde, datilceenl onnutte Comcdi-fpeeldcr was van uwe leu- . -enen , cn denaanfiender niet kon bewe£;cn. 1

Ant. Uwe beloften dan met geloovendc, \ beloofde hy dan fijn ziel?

Arc. Neen; maar foo gy het ovenge . hoort,fultgy ficn dathy allccnl.jk nietge.oofc l,ccft maar ook heftig m woorden gcraa c. 3k fal het dan vcrhalon , wijl u Tulx bc 'cft. 1 't En is met nieuws, fcgthy, datdeAi^ce^fa- >v n'HYs Demofthettem focktn te vangen, alsook j

C Iprak hy meer. \Vy hadden ook Schrijvcrsi

!.c fijne Joordcn opVchreven. Ik ben me .

angftig> van eenigc tormenten, ^an cie dom rik f .1 by ^nap^ter n»et komen, al s. \-dathy my herleven wd fchenkcn. ^J^aYJ to. het waar is, 'r geen gv fcgt, dan "^oenk d incell tocficn dat nnjn z.el van f niet bedorven werf , op dat ik mijn polt me. Schijn te verlaten, in ^vel^.ciI< tor defenfie^n




28 F ó


.1


1


i


O Vfr DemofcL encs . 5^1

looper worde tot de AiatedonUrt. 't Is goec , ^rc//Wjdat den PWdus my noch het leven wil khenken , de Gaieijc die ik felfs loegetakclc heb, de Muur en Gracht die op mijn eigen ko- llen gemaakt js ; de bende Pandionis gefegt , oai wel ücr oorfaak j uit eigen vryc wiilc , ik Spelen aangerecht heb  : en Solon, Draeon, dc Vryheii van rprcken op een ftoel, het wijfe VolkjdcKrijgs.beriüiten, de W'etiendcr Ga- leijen , de deugden der Voor-ouderen, over- winning 'l eikencn, de weldadigheit der Bor- gcrcn,diemy füomeenig reis gekroont Iieb- ben; en de macht vnnGriel<^enUntf die tot nog töc door mijn beleid , behouden zijn. AU ik moeile leven op een anders barmhcrtigheic , dat ilecht is, zoo wil ik liever fuiken Sencficic van mijn Borgers genieten , welker gevange- nen ikgeloft heb; of van onfc Voor-oudcrs , welkers Dochters ik uirgehouwlijkr , en mee geit begiftigt heb. Dat , foo my de Eilr.ndca haar macht, en de Zee niet en befchcrmr, dan fal ik felfs hulp van Nejuanut verfoeken > dat van defcn A'!ranr,en heihge Wetten. Zoo noch NeptiMHS devryheit des Tempels niet kon defenderen , en tul het ook Demofïhenes nietfchamcn ^rchU te verraden, laat ik fter- ven, om ^ntifaur niet voor een God te hou- den.

'fismy geoorloft geweeft , vriendelijker Macedoniers te hcbbcii als ^tbenienferst om u lieder vermaak te genieten, 200 ik Kallime- dêrjy Pythei en DemM wilde navolgen. Ik heb my al lange van finnen konncn verandert

Bb 3 hebbenj.




28 F ó


5


8i


L u c 1 A N I Lo/ ;


hebben , foo fect de fclviamtc vnn Codrus , c i der Doclucrenvan £recfo<^;*«* niet belet haa- den. Ik heb dan dc overloopendc fortuin met willenvolgen , wantdc doot is een ecriykc excuis 5 welke buiten alle gevaar is van fchan- dc. Voor roovcelinmyis,>^rcfe/4, ikfcha- me my voor dc yithenUn[ers niet, fbu ik wil- lens en wetens een flavcrny op mijn hals ha- l«n , 't is my alderbclt in vryheit te ftcrven. Maar gy behoorde op de Comedien te den- ken. Is het niat aannenlijk gefe^t? als fy ftierf, x^oo forgde fy óp een bttameiyk^ mjfe te mogen nedervallen. Heeft dat foo een Maagtgedaanf hoe veel ttfonbetamelijker zou het voor De- moflhenet wefen , dat hy een oneerlijk leven , een eerlyke doot foudc achten  ? vergetende de difputen wegen de onfterfFelijkhcit der zielen van J^enocyatescn Plato  ? Hy dede daar noch yts by, zijnde ver ftoort op de gene dis alle ramp verfinn jen. Maar wat hoef ik dat nu tc verhalen? ophetlaatlt begon ik half te bid- d.^n en tc dreigen, om vrecfe met (freelinge tc mengen. Ik foudc my wel haaft beraden, fcidc hy, foo wanneer ik ^rchiaf was ^ maar dcwi)l ik Demojihenes bsn , foo bid ik u dat gy mycxcufecrt, welke niet gewoon ben on- itantvaftig tc wefen. Als ik hem dan met ge-^ welt wilde mede nemen , en hy dat merkte , lachte hy my uit : en de God aanfiende; feub hy , dat de Wapenen en het Heir behouders zyn vanhetl.cgcr, cn mijn dingen veracht hy, die dc lllyriers.noch TrihalU , als ook dc M4cedomerr n'cr rn koniicn vermccftcren,

die


.1




28 F ó


o^^er Dewoftheues, 583

u die isÜerkcralsdie houtc muur, van welke

eertijds ^/>oI/o antwoordt; >datlc onwinbaar ? was. Want gelijk dc voorfichrij^heit my in dc adminiitratie van het Republijk (orgvuldig heeft gemaakt, aUoo Cil zy my ook tegen de AiAcèdonicrs forgvuldig maken. Ik hcbnoit gcvrecfl voor EuElemon, Pythea, Callimedon c of Phllip^Ht. Ik vrees ook voor dcfen ^r- .1 niet. Dit gefcgc hebbende: nu, fegthy, • : cn Itecktgeen wreedc handen aan my ; ik CA ' de Tempel niet ontheiligen. De God groe- iende j fal ik van felver volgen. Ik dachtcdnt ly fulks doen lou , wanneer hy fijn hand op dc mond leide : en dat hy anders niet cn dedc dan dc Goden ta bidden. Ant. Maar, wat dcde hy? Akc. D.it hoorden wy n-.cr grootc moeite uit de Dicnft-maagt : dat hy al lange eenig i fenijn gereed haddc, om door fijn dootde \ vryhcit te koopen. Hy was foo ras niet bui-_ ? ten dc dorpel van den Tempel getreden, of l hyfcide, ncdcrvallcndc , brengt die doodeli- » chaam na >f //>4f er toe , maar X>e?woj?/;c«er fult gy niet brengen by &C. Hy fcheen op fijn natuur te zwemmen, by die, welke in Aïara» »^jo»geftorvcn zijn, vaarwel, feggendc: ishy opgevlogen. Dcfe zijn einde dan , Heer Ko-


ning


koom ik u boodfchappen.


A NT. Te weten , van Vtmojlhtnts , o on- winbaarheir, hoe machtigen doot. 'tis voor- fichtigheit , devr)'heit in handen te houden. Hy is'er geweelt , w oonende nu in dc zalige i Eilanden, bydc Helden, gelijk men fegt : of.


Early European Books, Copyright © 201 1


28 F ó


584 LuciANi Menippus ,

hy is in den Hemel opgevlogen , cn tor een God gemaakt , om een disgenoot te zijn van JnplteruerloJJer. Het lichaam fiillcnwy wc-' dctni^tbenen fenden, omecnaaniicnlykcr ornament des Vaderlants tc wcfen , als die in Mdrathon geftorven zijn. \


LUCIANI MENIPPUS, ,

Ofte ^ NECYOMANTIA.

Anders  : Atitwoordt uit dc HcL j

Het fchijKt dat Lucianus in defi t*famen- Ipraak hetoonen "juiL dat htt private Ie-

  • V8n het alderbeftc is  : 't 'welk Tircfia

van Menippus in 't oor gefegt vjert. IVant alle rijkdommen 5 eere , en glorie , ft^'» maar /delheden  : dit blijkt uit het decreet , dat in de Helgefchiede.

Menippus, Philonides.

xMehippüs. W Eed gegroet Huis en Voor- fale. Hoe gcern ficn ik u , weder van den dooden opgelban zijnde.

Phiionides. Is dat A/em/JpMi niet , dien hont? neen: het is ymam anders, tenzysk omtrent al die Menippi my bi-drogen vindc. Wat wil dat vreemde se waad  ? en knodic of .« 

Leeuwen-




28 F ó


ofte t^ecyomantia.


5«>


by


Lccu\ven-huid> ik moec'er evenwel ecns_ gaan . Weeft gegroet Mtnippe , waar kom. gy ons nu van daan  ? ik heb u iang in de Stad nietgefien.

Men. Ik koom weder uit dehclfchcfpe- Jonke der doodcn , uit de poorte der duilier- nilfe, alwaar de helfche Goden waren.

Phii. Jcmini , gy zijt feker buiten ons we- ten geftorven, cnzijtgy weder levendig ge- worden ?

Men . Neen r maar de hd liad «i y levendig ingeflokt,

Phii. Hoe waart gy foo nicusgicrig om fo een reifc aan te vaarden  ?

Men. De jonkiieitendertouiighcit , daat dcjonkhcit vol van is.

Phii. Houd op mijn zalige Man te Tragc- diTpclen, fprcekt liever enkele woorden, en niet op vcerfen. War kleed is dat? hoe quaamt gy(boin dehel  ? daarfc geenfins vermakelyk

IS.

Men. Een gewicluigc fake heeft my tot de onuemardfe fchaduwcn bewoqen , otn de Graf- goden van dcn-Pocct Tirejraf te /pre- ken.

Phil. Gy raaskalt: en foud anders by u makkers foo niet fingen, met t'zamen geraap- te vecrfcn.

Men. Verwondert u foo niet, want ik heb- daarby Euripides en /i/öwer«J verkeert , ik weet fclfs nier hoe ik aan foo veel vcerfen koom, de maat der vecrfen vloejcn my van- r.l ver uit de mond. Manr , feg my eens , hoe




28 F ó


L U Cl A N


..iwnfchcn? wnt doet \


nualond'- men lil die Stad  ?

Phii. Daar is^rwcrclt niet nicuwi;, zy doen a's voorei/jzy roovcn, zwccreii valfen . zy woekeren en verfamclen dc winücn.

Men. 6 Ellendige en ofjgelukkigc mcn- fchen  ; zy weten met wat van onfe laken hier onder beiloten js , hoe die rijke varen lullen . cn de Certfr/i/ niet fullcn onivhedcn.

Pkii. Wat fegt oy  ? is'cr wat nieuws i . ; >  : onder, over ons beiloten  ?

Men. J.1 voürfekcr , fcer veel  : maar ik \mc\\ liet nie: feggcn , en dc vcrborgcnihedcn bekent maken, 'op dat niemnnt ons by B^dx- manfhtis van oodlooshcitbcfchuldigt.

Phil. Nic!>/em/'/>e : wilïgy dat een vrienc niet mede deelcn. Gy zoud het by een Hil- jswijgend perfocn feggcn , en by een dic ach- '.erdcnken heeft.

Men. Gy gebied my een narde laak , dic «ccnhnsveiir:;is: om uwentwille [A ik hes evenwel bcfiVan. Daarisdanbeflotcn, dat dic rijke Vrekkaar-s het verborgene goud ful- lcn bewaren, gelijk een DatiAi,

Pkii. Scgt niet ecrft 6 zalige Man  : t gccr. bcfloten is , voor cn aleer gy verhaalt hebt , 'tg«cnikgGernvanu weten wilde: waarom oy daar neder geklommen zyt , wie u daar Sok gebracht hicfr, cn vervolgens , watgy daar geficn cn gchoort hebt. 'r h waatlcnij- nelyk.dewyl gy opmcrkendzijr, dat gy alles doorkeken hebt , 'c geen waardig was tc lien. M£N. Ik moet u daiihisr in gchoorl.nncn.

Want,.




28 F ó


over Demoflhenes. j 7

Wantj wat fal men doen  ? als'crecn vricnt is die her vcrfockt  ? ecrft moet ik u dan hoorcn > Nvaarom ikdaar heen gegaan ben. Doe ik noch een Jongen was , hoorde ik dat FJomt- rus en F/eftodns van de oproeren en Oorlogen fbngen, met alleen van de halve Goden, maa» ook dc overfpclcn van de Goden felfs,gcwelt, rooverien, proceficn , iiitdrijvinge van Ou- ders , ook Bruiloften van Broeders en Suflers : dit alles behaagde myfcer, foodacik niet wei- nig daar toe aangcprikkclt Nvierdc. Als ik na mannelijk begon te wcrden,fbo hoorde ik dac de wetten tegen dc Poëten ftrijdigzi)n:te wc- ten,datmen geen overfpcl foudedoen, noch: roovcn mocht. Hier begon ik te twijfFclen , niet wetende waar na toe ik my wenden fou- de. Want ik  !\id nooit gedacht dar dc Goden hoereerden , oproer tegen elkander aanrech- fcdcn, als alleen dat her was om ytsgoets. IIc had ook de gedachten niet dat dc Wet- gevers hier fouden tegen nnngaan, ten zy fy meuider» danreenige vrucSt mede uit te lechten. De- wijl ik dan nu in l wijffll was , fo vond ik goet na dc Philofophcf) te gaan^ en my n fel ven aen- haar overtcgcvcn , dat fy my fouden gebrui- ken,daar zy toe wilden, om my een fekerc en enkele weg des levens tctooncn. Dit dan by mijnfelvcn overleggende, fo koom ik by haar feer onbedacht , en dat van de rook , gelijk menfcgt, indevlam. Ikbefpcurde, alsik* daar was, dat by haar noch een groote onwc- renthcit isi dat alles noch fondcr een igefcker- heit bepaalt wicrt^ my d.icht dat dc onwctcn--




28 F 6


«K1


fSS L l A N I Mcuippus  :

de idiotcn^ daar noch ccn gocJ leven by had- den. d'Ecr. fciJ: , da: ik my mocft op de Nveliailen uitlcggcn,en diar mijiigmtlchc le- ven toe gcwcnnca: dicdurhec hooi»fle gij- luk in gelegen was. E:n ander wederon^ fcidcjduik tnoifte woïken, arbeiden, en het lichaamdwingcn door waken en onfinnelijk leven, hjdendegcduurigalle fniaat, en repete- rende de vermaudc veerfen van flefiodHt y wegens de deugden , ook dat men zweeten moeit , loopendeals ccn fteiicbcrg geduurig epenncer. Een derde zegt, dat ik het geit fxl haten, en de bcfittinge weinig fa! achten. Een vierde wi! , dat de njkdooinicn goct zyn. Wat (al ik van de werclt Tcggcn? alwaar ik fchctrcn, onlichamelijke fclfltandigcden, oor- declcn, ydclheit , cn meer t'zamenftrijdendc vv oorden hoorde. En da: het abfurdfte varv

«llcn was, als ymanc y t$ te.^cnftfydig feide, fo

.vift een ander daar tegcnllrijdigo reden te- gen te gebruiken : zoo dat men, die <Jc warm- te of dè koude, van een oorfaak afkom ftig feiden te zijn, niet tcgcnfprcken konde. Maar dewijl ikklaarlijk begreep , dat de koude cn hittegecncenelaskwas , foo gebeurden hcc my, gelijk met de flapers,dat ik (omwijls eens. met hat hooft knikte, cn ook wel eens ont- knikte. Geen ik niet behoorlijk by haar vond , was, dat haar leven met haar woordm niet overeen quamen. Welke feiden, dat men het gek moeite vcrflnaden, die waren daar al- dcr^ratigd na , twiftendc om de woeker, lee- rcnd'^ om -elt . doeade alle dingen om winfh

DcwcIkc




28 F 6


[ of Necyovhvttia. 589^

Dc'.vclke glorie mee woorden vcraclitcndc-, die ik*l Jw*n Iicclc leven aan o u glorie. Zy waren meelt alle even hcfci;^ tjqcn de "wellalt, ma.ir wat zy in 'theiaicl/k deden , klapten zy nier.

Z-jmnjds troode ik my een w . . , \\<i met foo veel wijfeen ver.imrdc M i;inen on- gelccrt WAS , cn noch verre van dc wjarlieic D^n. 'sNicIusniet ilapende , ca dcfj dingen ovcrden!vcade,rchoDt my in den (in, d it ik na B.tbylonun foa rcifen,omymanc vandedifti- pelen, cn Saccc(F^ur v in Zorexjtcr te (preken. Want ik hoorde dat fy dc poorten van de Hel met ccnige gef^ngen cn verborgcnthcdcn konden openen , oa\ dat zy d ur ymant vcjÜ» konden in en lut brengen. Z dacht my al- dergeraAdraamft te zijn , daar met ymant een contrail temaken , om my in dc f Ie! rc b-en- gen , op dat ik r/r«)?^ van B eotien m^c\\tQ fprekcn , om van he.n te Iccrcn , f want hy is een waarfègc^cr cn wijs Man ge weeft) wclb leven het befte is, dicde wijftcmeeft uitko- {cn. Zoo liep ik Iiier tcrftont van da in, en «at my met cT haaft regelrecht na BahjilonUn, Daar komende , logeetde ik by een vcrftandi- gen C'iaidier, die wonderlijk in konft was, grijs van hair-lokkcn, cn aanftenli jk , met een lange baart: zijn naam was Mithnbarl^ines. Ik kon Iicm nauwlijks met lang bidden , zoo verre bepraten, my voor ecnig geit op de wcp wilde brengen. Eindelijk nam hymy, be- ginnende ccrft negen en twintig dac»en met <ie Hviam^hy wafte fichaan de rivierc En^hrx-

Bb 7 us^




28 F ó


5.90 L u c I A N I Mem^ptis 5

tts y 's ochtens vroeg Lraclit Iiy my ooflwaarts na de Son , cn mompelde een langcicdcn in fich fclven.die ik niec wcl vcHfaan kon.AVant (gelijk dc bcufelnchtigc roepers in de kamp- vcchren) hyfprak foo yts vloejcndsen onle- kcrs , hc: fchecn dat hy ecnigc duivelen aan- riep. Na dcfc tooveringc fpoog hy my dry maals in het aanficht , doe hiel hy \vedcr op , fijn oogcn op nicmant flaande. Onfe fpijfe xvarcn E!v-c!s, en onfe drank was Melk, mcede cn water uit Choafpus. Ons bed was op het groene kruid onder den blaauwcn hemel. Na dar wy fufkcn dim lang genoeg gehouden hadden, zoo bracht hy my des nachts by de ri- vierc Tigrisj al waar hy Hg \va (\c en fuiverde , hy wijde c n heihgdc figook met fakkels, Je//* ia , cn andere dingen meer : en mompelde weticrom cenig tooverfangjd.iar na betoovcr- de hy my tVcnemaa! , om van de fpoken niet bcfchadigrtc werden 5 hy brengt my weder t'iuiis, gelijk als ik was > om en weer doende. Het overige van de nacht brachten wy met vart n door.Hy dede fclfsecn toover kleed aan, welk byna een Meders kleed fchecn : en hy vcrcierdc my met die dingen , als gy fiet , tc wetenj meteen Knodfc, Leeuwen- huid 3 en Liere. Hy gebood my, fooder y mant vraagde na mijn naam , dat ik mijn felfsgeen Menip- fius, maar FltrcHlcSy Orpbeufy of U/ZJcx foudc noemen.

Pnir . Hoe foo Alenippe} ik vcrda Je oor- iiak defes habyts cn naams niet.

Mtx. Dat'isgenocgfaanitc vcrftaan, en




28 F ó


ofte NecyomantJa . 591

gccnfins verborgen. Wam die ecrtijJs me ons levendig ter hellen gingen, hy mcin Je d.ic zoo hy my daar by vergeleek, dat ik des rc lig,- ter de wacht van ^atus foudc bedriegen , c \ daarvrycn vrank (oude door gaan , om hcc trcurfpclig habijt eerder foiidc doorgcl.itcn werden. Den dag ondertullchen begon tc komen, d.u wy aan de rivier quamen , by een opgang. Want zy had de Ichnic en heilighe - den mcde,cn meer andere dingen, dic tot dcfc vei-borgcntheden noodig waren, laten gereed maken. *i Gene nu vacrdig gemaakt was , droegen wy, en gaan droevig, mettraneri op de wangen. \Vy waren fooccn weinig in dc rivier: daar na quamcn wy in een bofch , cn aan fcktr mocra^,nit welke de Euphrates ver- dwijnt. Dit doorgcreift zijnde , quamcn wy cpecn woelde plaats, die bosachtig en duiftc r was: ifi welke wy neergingen (Aiiibrohari^a^ nes ging voor) en een put groeven, aldaar keelden wy de Schapen , cn befpreide de put met bloed. Defcn Tovenaar had onJenuf- fchi-n een brandende fakkel in dc iiand , hy riep mer luider ncmmc,al de Duivels te hoop, dc P&nenj ErlnnytnAc mcluFIecnie, cn de hoogverhevene Proferplna : ook riep hy vcr- fchcide woorden van veel aanecnhangcnde begrijp- woorden , die men niet vcrlhan cn konde. Doe begon alles re fidJeren en te be- ven, en dc airdc fpieet fich open , ook begon men het geblaf van Cerberus te hoorcn j dit was het een bedroefde en rrciirigc fiak ; de Koni.ig van de duilicrniircn was bean^f^igc




28 F ó


^ III


«4|


591 L u C I A N I Menip^ui ,

iiuic ondcrftc hc!. Doe fagmcn deondcr- airdfclic mcir Pyre^hUgtton, en het Konink- rijk van

Door defc fplect heen gaande , bevonden \vy dat B^damnnthus uit vreefc van fijn fclvcn Iciybynahalfdoot. Ccrberus^zgon in'ccerif •te blaffen , en (chuddende fich eens ; maar als ik met'cr haaft begon op dcbas te fpclen, zoo viel hy tcrftont in flaap. Daar na als wy by het Meir quamen , zoo was het byna niet gcoorloft daar over te komen» Want het Schecpjcn wns geladen , en vol gchud. Het \varcn alle gequctfècn die daar voeren, d'ccne fijn voet, en d'ander fijn hooft, een derde had defc ofgeenc hd verfluit : het leek my toe dat zy uit den oorlog quamen. Maar dien goedai Charon, als hy myn Leeuwen-huid fa^ 1 fi^o nam hy my in, mcinendc dat ik HncuUs was, en voerde my gewillig over. Als wy uit het Schuitjen traden , toonde hy ons de weg. Maar dewijl wy in deduilkmifTen waren, fo ging Meihr9ha.r%Ancs voor uit , ik hiel hem geduurigby dcruggcvaft , totdat w yin een zeer groot velt quamen, dat nu'c ^fphoddus beplant was , alwaar de ruilïchcnde Ichadu- wen der doodcn ons volgden.

Wa: verder komende , quamen wy by uc Richter- ftoel van A//«o/.Hy fat op een hoog- verhevene throon , en dc Jlrajfen , pnigtrs , quade^ttflm, en rafernUn Itondcnby henu Annd'anderzydeftondenderfcer veel opor- der, alle aan een lange touw gebonden. Men fciiiedathet Ovcrfpccldcrs, Hocrc- waarden y

Hocrc-


ÉÊÊÊk




28 F 6


r cfteNecyomantia. 593

Hoerc-jagcrs , Düoin.igers , Pluinaftrykers' Pannclekkers, cn meer dicrgclykc, Jiem li.iar leven niet veel gocrs gedaan ha JJcn , waren» De rijke en wockcnaars qii.ur.enallccn ; ook de blecke, dikbuiken, podagrirten, die c!k aan een balk gebonden waren , daar noch twee

I talenten yfers op hide. \Vy Honden daar foo by, alles hoorendc , en ficndc. Zy wier- den van fommigc nieuwe cn wondcriykc

Advocaten befchuldigt.

Phil. Wie zyndie doch? laat u dat nicü verdrieten te feggen.

Men. Hebtgy die fchaduwenwelgeficn  ? dicalszyvandeSonkomen,eenigelicha[nca

I gelijken?

■ Phil. Ja.

Men. Defe befchuldigcn ons als wy gc- ftorvcn zyn, fy getuigen en argiieren , wegen- de Tonden, die \'^y in't leven gedaan hebben. Sommige hier van zijn fecr geloofwaardig 9 wantzy altijd by ons verkecrcn , en wijken nooit van onfe lichamen. Minot , wanneer

, hyfe feer neerftelijk ond-^rfocht ha Idcjfo fend

m. hyfe in de vcrgaderinge der godloDfcn, om daar waardige lèrafte te ly den voor haar Ton- den, Hy ontfteekt Teer tegen deTe. welke, in. haar leven rijk waren , en na grooce macht Honden, ook wilden aangebeden zt)n: wcU kers hovacrdie in korten vergaan fou, ver- vloekende de hoogmoedighcir , ni^t gedcn- kep.de dat zy Acrffclijkc menTchcn zijnde, ook ftcrffelyke goederen ontfangen had Jen- Daar ftondcnzy doe, berooft zyndc van al




28 F ó


594 LuciaNi Menifpus ^

die koftclijlihcilcn , al$ rijkdom , afkom ftc , bcdie/iingeii, bloot j (lende nederwaarts > d*c overdcnkcndeals een droom: door het fien ^vicrd ik daar zeer vermaakt. Zoo ik ymant kende, die fprak ik aan, hem fachjes in het oor Juilterende, hoe hy in fijn leven gc weeft was, hochoovaerdjg en opgcblafen hy fich hicf, wanncerdcr 's ochiens vroeg foo veel aan lijn deur faten , die hem in 't voorhuis ver wachte- den, tegen dathy uitging, ondcrttidchen van d'j (laven gcflagen , en voor deur geftooten wierden ; Iiy dan ftaat naauw'yks op , zijnde met Purper, Goud, en verfchcidc koleurcn gekleed, meint dan van haar heden geluk en heil gewcnit te werden , wnniiccr hy fijn borft of rechterhandt laat kullen. Zy dat hoorcnde, nemen het qualyk. A/;«o/ oor- deelde ook yts trit gunfte. Want Dknyfius de

TpaiwaiiJiv;;;;«, iknnD'm. van vecfe

wreede hoofd- ItralFcn was befchuldigt, en met een deftig sctuigenific van de Stoilc ScfHe, m^zx ^rijiippus vdinCy renen daarby komende , (die van de hclfche Goden veel gcë:ri wcrt , en wiens authoiiteit vry veel v«rmach) zoo washy halfaan een Monlkr vaft gebonden , doch om fijnent wille raakte vry, feggende: dat hy fommige van de Geleer- de met geit pleeg re onderhouden.

Vanilc Richtlr-ftoel gaande, quamenwy by d e plaats daar men llfaft , d iar voorwaar fccr veel deerlijke en jammerlijke dingen ge- hoort en gefien weiden. Want zoo ras als men dc fiapcn van de fwecpcn hoort , begint

het




28 F ó


of Necyo?/jantia. 59 j

het gehuil en gekerm van de menfchcn, ^vcl- kc daar in het "vuur leggen branden, ook de Rad'jrs, Pyn-banken, en Kettingen : danfoo (licht Cfo/mer4, en Cerberus vcrfcheurt> zy werden alle gepijni§f,dc Gevangene, Konin- gen , Gouverneurs , Arme , Bcdclaats , Rijke : en dan hebben zy eerft berouw van fondcn. \Vy zagen daar ook eenige , die onlangs gc- llorven waren : dele fchaamden fich , en ver- bergden haar felven voorons,om van ons niet gefien te werden ; en lo fy ons eens aanfagcnj datgefchiede (eer gedicniiig en vricndelyk. Hoeveel graviteit en opgeblafentheit , meint gy dat die in haar leven wel gehad hebben? maar de armen wierde dc liclfc van hare Ton- den vergeven , als zy wat uitgerud hadden, wicrdcnzy al weder ter ftraflc geleid. Ik fag daar ook 'c geen men voor ccn fabel vcrhaalrj» te weten , rmn , slfyphm , en aicn tdmaiui uit Phrygien4i^ het fozwaar hadd-jook diea aardfchcn Titynt : lieve doch, wat een kaerel? hy bedekte, als hy ncderlei wel ccn geheel velt alleen. Vandaar qinmen wy in liet velt ^-ichernfium gcnoemt^Tlwaar de halve Goden en Helden waren : en nocli ceni >c andere benden van doodcn , alle in verfchetd^ Com- pignien, en Volkeren verdeelt; and. re waren cenige oude cn verdorvc, en, gelijk flormrus fegt, verdwenen; andere waren Jongelingen, die noch onbclchadi^^t warcni dat om h^iar konft van bouwen, Mgyptenaars. Het was evenwel al befwaarlyk een yder te onderken- nen: wantzy waren malkander fccr gelijk ,

dewijl




28 F 6


59^ LuciANi Mmippus^

dc'wijlzyniaarblootcbccncn hadden, doch als wy fe lang aanlagen , waren zy noch ken - baar. Want dc flech te en geringe fatcn al dicht op rnaikanderj hebbende niets van haar voori- ge gedaante behouden. Het was vcrvaailyk dcfc beenderen aan tc lien , fy figen door dc hoUigheden , daar de oogcn gciban hadden , cn blikten met baar tanden. Ik twijtxcldc fe- kcr hoe ik Therpt/u van dien fchooncf'iVire/-:* fou ondcrfcheidcn, ofdeii Bedelaar IrnSj den Koning der PheanttyOÏ Pyrrhiof dc Kok van ^gAmtmnon-, want zy waren malkander ge- lijk , fondcr een flipje van haar voorigc formc behouden te hebb;.n , liet waren onbekende beenderen , endaar quaatteonderkhciden , want daar was geen opfchrifc of reik e«  aan. Dit fiende, docht my dat het menfchen leven, een lange pompe volx gelijk was , over welke de fortuine couvernccrc en •»ebied * qere.ide aan een yder vcrjcheidc foort van kleedcn. De een verluiert dc fortuinc metKoninklykc or- namenten , zettende op Hjn hooft een Ko- ninklijke hoed, cnhoofc-cierfelen , daar by doende een lyf garde, d'Ander geeft hy een fl'aahclitig kleed. Dcfc maakt hy fclioon van gedaantCjgeenc wederom Icelyk en bcbgche- bjk. Want het geficht dient alderlei fortuinen tc hebben. Zommigen haar habijt werc wel in 't midden der pompe verandert , want een Crefis lut hy wel tot een flaaf werden : hy d wingt Meandrlus wel , onder dc Slaven tc loopen , en maakt Polycratus weder tot ten Xy ran  : hy laat die kleedmge ook zoo wel een

tijd


i


mÊÊÊk




28 F 6


Qvef Nec)oma7!tia. 597

tijd lang gebruiken. Als d.in de tijd van dc pompc verby is, zoo geeft ydcr fijn habijt we- der, dan 20 IS hy weder blood en naakt, als hy tevoren was, niets van fijn nagebuur vcr- fcliclcndc, fommige zyn ook zoo dwaas, dat, als de fortuin haar liabijt wederom begcei r,zo werden zy daar over verftoort en vcrgramt , als of zy van haar eigen goederen ontrooft wierden. 1 k geloof dat gy de Treurrpceidcrs diktnaals wel op dcToonelen gcficn hebt, welke (na d n de fabel vereiü) zijn dan eens Creontes^ Prtaml^o^ ^gAmtrnKont: ook, foo het geluk dient, hebben ly de eene ommefien eens de gedaante van Cecrops of van Ertch' thmsy een weinig daar na,als het dc Poëet ge- bied, worden zy een Slaaf. Als de fabel dan byna afgefpcclt is,en die vergulde kicedcn uit- trekt , fijn pcrfoon verandert , en die hooge fchoenen aflegt, ishy een arme kalis 5 cn niét Tc^zcx ^gamemnon uit^irewj gebooren, of Creonde Soon van Menertm-y maar hy werc Polsis de Sonn van Chmcleusy van Sttnien ge- boortig ; oiSatjirus&c. Alfoo washctmec dc menfchc lijke faken, gelijk als ik doe fag.

Phil. Maar fegt my doch eens , Menippe , die fulke Ivoflelykc Graf-ilcden en Tomben hebben, Columen, Beelden, Opfchnften &c. zijn die onder de fchadu wen nier wat in beter sflimeaU het gcmcene gepeupel  ?

Mfn. Gyrpot, dankt my. Want foo gy Aïaufohisocücn had, (ik mein die uit Cnritn^ welke door fijn pyramide vermaart is,) ik (ou wel dcrvc-n ^YcddaJ , dat gy u foud te barilen

gclagchcn




28 F ó


598 LuCIANI Kecyoinantia.

<'eh§chcn hebben : zoo tci hy d lar als een liet m ccii gei ing hol gtllooccn, ergens onder ce- nige andcre'dooüen. Dat gemak heeft hy uit fij li monument, dat hy door de grocte zwaar- te meer moeite heeft, om daar onder van daan te komen. Want ak jEmm een ydcr fijn plaats befcheid , (die otet veel grooter is dan een voet) zo jlshy eenootfankt d;iar te leg- gen, cnhchfelvcnVndic pbaifc te voegen. Gy fond harder sdagchen hebben mein ik , Wanneer gy onfe Koningen en Droflanris by haar had fien bedelen; oVzy verkochten ge- foute fpijfei ofzy leerden , zoo de noot te veel aan de man ging. het A. B. C zy werden daar feer groote fmaat aangedaan , en met vuiftcn in het aanfichtgcflagen,gelijk ofzy de gering- fle Slaven van de >verelt waren. Ziende al- daar Vhilipfut van Ataeedonitn, zoo kon ik my voorwaar niet omhoud«n. Hy wierde my daar in een klem Koekjen gctoont , alwaar hy oude Schoenen om geit vermaakte: daar waren noch vcrfchcidc andere die overal op de dry wegen bedelden , te weten , erxes , VariHs,ToljfcrdtHs&c.

Phil. Hemel, watje fegt , 'ns qualijk voor fulkeKoningengelooflijk. Wat doet 5o«r4 - tesQfDiogenes}t:n de andere wjjsgaeren?

Men. Socratesdic verkeert daar ook , en bcrifptfcalJe, daar is ook PAlAmcdes, Vltfjts , Nt^or, cn meer andere van de geftorvenc klappers. Hare beenen ontfteken en zwellen noch van het ingedronkenc vergift. Dien det- ti^'cn Diogents is een gebuur van SardanAfa^




28 F ó


ofte Necyomantia. ^c)(j

hsy den riery van Midgs uit Phrygien , cn meer andere, uit dien rijken hoop , als hy defe . hoort hu ilen cn fchreijenjhare voorige fortui- ne herdenkcnde,zoo lacht hy cn vermaakt fig met haar , achter over fingc hy mecfien tijd , mee een rouwe cn onvermakelijke ftemme haar gehuil verduiftcrende,zoo datzy datfecr euvel nemen, konnende Dioienes niet langer verdr.igcn , delibereren zy om van plaats te veranderen.

pHiL. Ditisgenocg: watisnudat befluit dat gy in 't begin wilde feggen, aangaande ce rijke f

Men. Gy fcgtwel , ik weet niet hoe my dat weder uit de fin gefchotenis. Doe ik daar was, het de Magiftraat een vcrgadcringe leg- gen,om te bcraadflagen 'tgeen tot hetgemce- nc befte diende. Ik fag dat'cr vcele bycen lie- pen 5 en voegde my ook by den hoop j ik was doe ook een van 't getal die in de vcrgadcringe waren. Daar wierden noch meer andere din- gen verh-mdclt; eindelijk van de rijke : welke vcele f'ondcn te berde gebracht wierden , als (chclmenen, wreedheden, hovaerdigheit, grootsheit, onrecht &c. Ymant van de vcrga- dcringe opiiaande, las hec Decreet in volgen- de termen.

flet Decreet»

Om dat de rijke, fcgthy, veelc dingen in haar leven uitrichten, met rooven, gewelt,en de Arme verdrukken: zoo heeft het den Raad cn het Volk goet gedacht, dat , wanneerzy

geftor-


'i r.:.:.


^oo LuciANi Mewpptif,

gcltorvcnzijn , harc lichamen naait andere khchiien fuUcn gcliraft weiden , cn harezic- Jcn %vcdcrom na de aarde opwaarts gaan, cn in een Ezel veranderen , tor dat zy in diclhaiwcl vijfmaal twimig duifcm Jaren doorgebracht hebben, op dat zy Elelsuit Eie!«  mogen geboren cn herboren werden: om laftcn tedra^cn, cn van dc arme gebruikt te v,crden: dan fal hei haar eerll gcoorlott zijn ^ u tdat icvcntc Icheidcn. D:t vonnis fprak Hêaftfchttlmi, zijnde var, I^ootii geraamte geboortig, mi Doodmianty van 'c gedacht cxsDood foels. j r

Dit decreet dan uirgcfproken zijnde, Ico Remden dat de Overlie toe , het Volk klapte in de handcn,5rjwo die bremdc toe , cn Cer- btrtt^ die blafte. Alfoo wierde dat voor goet gckeurten authentijk. Dit is dan 't geenc m devergaderingeocdaanwierdc. Doefprakik

TirtCm aan,daar ik cm gekomen was:cn hetn

dte gemoet, dunkt my. Dcwi)lik e^n-^ vrtcmdeling bca , foo zal ik u, hoop ik , met i 1 5 28 F ó ofte Befie7iders. 60 5 flioejelyk vallen, dac gy wat met my wandelt, cn overal henen leid , dewy 1 gy aiies weet, cn li bekoiuzy. Merc. Ik heb nu geen tyd Schipper. Want i ik moet loo henen gaan, om 't^ttnmy inpi- ttr, wegen de wcHhnd der menlchen , belaft heeft, uit te voeren. Hy wert fecr ras toornig , daarom vröes ik, foo ik een weinig toef, dat ik wel van uwen rang foude werden om in de duillcrniden te wooncn : of hy fou my by een

  • i arm of been nemen , en fmyten my van bo-
f ven neer uit den hemel, gclyk hy ©nlangs \ V ulcxHut dede  ; om , foo wanneer ik hec ! fchen-kcTS ampt bediende , met myn kreupel gaan, zou belagchen werden. Char. Wilt gymy dan nu niet ecnsann- fien.laat gy my dan fo op de aarde alleen fwcfi ven , die u voornaam vrient ben , en niaW<er
in het vai cn.^cn die van ons Repüblyk ten ge-
deelte voor Ambafladeur ageert,^ gy behoorde nu , A/rfj <c Soon , te herdenken » dat ik u noi c i aan de pomp gelet heb , noch geboden om tc
roeyen : maar gy die fterk van lyf en leden zyr,
laacht inhei Schuitjen, foo lang alsgy bent,al flapende en fnorkendc: en foodcr ymant van .» dcfchaduwen wac klapachtig valt ^ zoo praat ,\ gy daar gcduurig mede onder het varen : maac ik die een out Man ben , roeje alleen met twee . riemen. Derhalven biddeik u by onfe Vader, 6 alderlicfftc A/erc«r<«j ! datgy my niet en verlaat: maar dat ik wat nieuws gefien hcb- cnde, mach wcder«m kc€ren , toont my' vjrit'cr in het leven al tc doen is. Dat , by al-, Cc 2 diert 28 F ó é04 L u c i A M I Ckarofs , clicn gy my nu Iaat flaan , zoo fal tuOchcn my cn den blinde weinig ondcrfcheit zyn. "Wani; gelijk zy ai flibberigm den donker liruikelcn > alfoo fal ik pok in het licht bedrogen werden. Ei lieve Cy//e«ie,laat ik uwe gunltc doch altyd gedachtig zyn. Mkrc. Ik fal voorwaar daarom geflagcn \vcrden; dat ik u dit alles toon, 'c fa! my, weet ik wc! zonder builen met afloopen: ik zal u nochtans hier in gchoorfamen. "Wat fal ik doen , wanneer een goed vrient fulx op my vcrfocki^ voorccrlt fcg ik u, Schipper , dat hcc buiten u ^flen fal gaan, om alle dingen te ge- lijk 5 en van Itukjc tot beetje te befien : want dan mocil gy daar wel heclc jaren toe te ko- iten leg.^en^ Ten anderen j heb ik tevreefcn , ditlUphe'k' my als een overlooper mocht ver- ft^orcn;Cn u-fji het belettenjdnt gy de doodcn niet fdc overvoeren. Het Cn\ ook het Rijk van P/w^o'fchadelyk zijn, wanneer gy foo lan- oc toeft om fehaduwen over te voeren  : ten feften Hil ook ^acus qualyk te vreden zyn, dat hy foo weinig vcergeltontfangt , en dat hy in /oü iangc tijd niet een duit inkomflen gehad hee ft. Nu dienen wy wcl-cens te denken waar men aldcrbtftdc prmcipaalftc Hukken mocht komen te (ïcn. .Char. Iklaat het op uiban, Afercuur; -vvam ik ben hier heel vreemt.
McRC. oni kortte zijn, wy hebben een
hcoge plaat fe van nooden.om alles tc konrten befpiegclen. Dithetuscoorloft was inden h imcf tQ klicimcn , dan hoefden wy geen axi ■ dei- 28 F ó I 7
-•,(
■«I ofte BefieTtders. 605 der plaars tc Toeken 3 maar wijl gy altijd met dc doodc fchimmcn omgaar,foo is het u niet toc- gjc-iatcn iiei Paleis van lupiter tc betreden: 'ti$ dan tijd een hoogen berg op tc fpcuren. Chai" . Weet gy wel Mercuur wat ik tot ii. lieden onder het varen gewoon ben te fcggcn^ wanneer dc ftorm- winden fijdehngs in her zeil vallen , cn dc baren beginnen tc hellen : dan gebied gy lieden, door oncrvarentheit hetaeilinte halen, of dc vloet een weinig met de loop van dc wint op te volgen. Dan fcg ik, weeft maar geruit : ik moet weten, wat'cr te doen (bat. Dit dan moet gy navol- gen 3 want gy zijc tegenwoordig Sruiirman y doet wat u welgcvalt: ik lal als een die gcvoert wert, ih\ fitten, u in alles pchoorfamc. -dc. MüRC. Gy fegt wel, C/Mro«. Ik weet ook beft wat'cr te doen Itaar.. Ik f.il een bcquame klip opfocken; foude CAUcafus wel bequaam zyn, of den PamaJjHs, of foude Olympus wel beide overtreffen? den OlympHs dunkt niy dat wel alderbcd (oude zyn : maar uwe arbeid cn gchoorlaamheid is hier in van noden. Cmar. Gy moet dat gebieden Aïercimr, Ikfal u na mijn krachten en vermogen ge- hoorfamen. Merc. Den Poëet /i/owerw/fegt, dat wel eertijds dc kinderen van ^ loet , met baar bei- den, noch jongens zijnde, bcflooten hadden den berg Ojpc met fijn wortelen uit te rukken, cnopden Olympus tcfctten, cn daar noch boven op den Pelion: achtende dat fulks gC' noeg was om den hemel te beklimmen. Doch Cc 2 dcTc 28 F 6 €o6 L u c I A N I ChartH) dcfe Jongeljngcn , dewijl zy godloos waren , hebben , om haar itouc beièaan ftrafFc gele- den. Maardïvvijl wy (ulx nicc cn doen toe ccnige klcinachtinge der Goden , waarom fouden wy dat felvc niet derven doen  ? d'ccne berg op de andere hoopen Je, om des te beter te konncn fien  ? Char. Zynwy met onsbeiden mans ge- noeg AtncHHT , om PtHon of OfjA uit te ruk- l<€n  ? Mekc. Waarom niet, ChArmf oordee': gy onfekrachccn minder als van dic twee kin- d'jrs? voQrnamentlykjdaar wy Goden zijn. Char. Gcenfins: maar de f.uk fchij ir yt$ ongeloofelijks in fich te begrijpen. Merc. Nicc ten onrcchtcn: gyzij^c een Boer, en ter wcrelc niet in de Poëfk afgcriclu. Maar dien deftigcn fiomertis beeft ons m^c twee veerfen de weg in den hemel gebairr, Co iicht verfct hy de bergen. Ook verwonder ik myd.uufulxvrccmtfchijnt, daar gy ^tlas w-cl kent- , die den hemel op fijn fchoudcrs draagr. Gy hebt miflchicn van mijn Broeder FJercuUt wel gdioorc , hoe hy in het officie van ^tlu trede, en dic lalt foo lange droeg , tothy uug^rull haJde  ? Ch, Ik hoor dat wel , maar of het waar if, dat laat ik u en de Pocten af kakelen. Merc. Het zyn waarachtige dingen CUa- ron, waarom fouden fulkewtjfe Mannen lie- gen } dairom , om een goet begin te maken , laat ons uitrukken: gelyk het veers , cn den Architckc fiomtrist ons voornrhriwv : cn dm boven éo7 êfte Befeuders. i boven Olfa den Ptlion , die zwaar van boo- ■ men is. ^tetgy nu wel hoe wy dat fonder 1 moeiten op lijn i?oefilcIi uitgewerkt hebben? 1 laat ©ns dan opklimmen, en iien ot dit genoeg I van hoogte is , of dat wyder noch meer fulleri 1 opllapclen. Jemini , wat is dat  ? wy fijn hiei' i nodi aan de voet van den hemel , daar de Son opgaat , Vmndi\x\\\)'\ lonlen^n Lydicn gt{Kn werden. Men kan Italitn noch SidUfn van het Wetten niet meer (Icn : aan 't Noorden fiec men alleen dic plaaifen aan den yy?er gele- gen. Ginder is Cresa, , en dat kan meu noch met al te pefed fien^ daarom, foo het u belieft, laat ons j:^ta daar boven op fctten  : en een laatlten PAtnajJ'ui berg. Chah. Laat ons tbo doen  ; maar, fict toe dat wy het werk niet al te dun maken , en by gevolg breek faam 9 want dan foudcn wy mee delen hoop van boven neder vallen , foo datdefc Hommfr bouwery ons al wat bitter foude opbreken, want wy fouden dcherfcneu invallen, wanneer wy van boveii neder liorte- den. Merc. Weeft wel te vreden, Charon', alles (al wel wefcn. Verfet gy Oeta maar , en rolc dzar den ParnalJus by: nu fal ik weder op* klimmen, 'tisgoer, ik kan nu alles wel b«- fpiegelen, klimt nu maar by my. Char. Geeft my de hand MercHur , dit is voorwaar geen klein heuveltje > daar gy my dost opUimmcn. Mehc. Zoo gy nu wilt fïcn Charon, foo moet gy >v.u periculeus Itaan , ^vant alles kan Cc 4 Early European Books, Copyright © 201 1 28 F 6 6o$ Lucia NI Charou, foo buiten gevaar niet gefïen werden. Leunt op myn rechterhand , en klimt al fachjes op, ictuvoetcnnietdaarhetflibberigis 5 'ci«  nu goec dac gy opgeklommen zyt. Dewijl dan den PArnaJJitftwce iiirfteekfels heeft , Co gaat gy op d'eenc, ik zal op deanderc gaan. Draic Bu u oogenrontom, en befpeculecrt alles. Char. Ik fic de wijde aarde , en een groot Meir dat rontom de aarde vloeit. Ook Bergen en Rivieren die wijder zijn alsCocytesQnPhle ' gtton. Daar by noch kleine mensjes , cnoo!: hare nellen. Merc. Dat fijn Steden , die gy mcint d.\z nellen zyn Char. Ziet gy wel dat wy te vergcsfs Parnafftit j CajïUh yOeta ^ cn andere bergen mt haar plaats genomen hebben  ? Merc. Hoefoo? Char. Van de hoogte kan ik niets fien > want mijn oogmerk was niet alleen de Steden cn Bergen , gelyk als in eenfchilderie te fien , maar te fien en te hoorcn/t geen de mcnfchen doen cn fprcken , gelyk als wanneer ik u te vooren al laggende tegen quam, en gy vra-ag- det waarom ik lachte. Want doe ik y ts aar- digs hoorden , was ik daar over verwondert* Merc. Wat was dat l Cha!i. Als d'ecne vriend de ander ten eten genood hadde, ik fal morgen komen, fcgt hy , fondertwijftel. Terwijl hy,datleide> foo vtel daar een fteenonverfiens boven van het dak op fijn kop, dat hy ftierf : ik lachte hem uit dat fiin belof IC niet voldosn cn konde. Zoo dunkt my my gcraadfaamft te zijn neder te klimmcnjom des re beter te konr.en hooren en fien. Merg. Weeft gcrnft : want dat quaatfal ik i wel remediëren , ikfal u dooreen veers van i I f/ omems wel rdicrpfichtig maken, foo dat gy Avel haaft alles fait befpiegclen. Alsikdiedan 3 falgcfongcn hebben, foo weeft gedachtig, 3 dat gy met meerfult bedrogen worden , maar 'i 5 alles klaar befchouwen. Char. Si ngt dan op. Merc. lkJ)thdewoll\mvtert y dlede ge^ \ Jichtx-Jiralen met en liet doordringen, op datgy \ enderfcbeiden moogt tf at Goden ofAïenfchen CHAn. Wat is 'i? Mekc. Ziet gy niet  ? Char. Ja , want (oo men Lycceus nu by my vcrgclcekt, fouhy Wind zijn, ikwcnftc i nu weldacgy myditeerftleerde, enmydaar ) op anc woorde. Maar hoor, wilt gy wel tegeiis I jny kampen met f/'omerife vecrl'cn , op dat gy 1 ' verftaat , dat ik veel van dc fJommfe aardig- heit houdc  ? McRCv Hoefoudgy da.ir yts van konncn >yeten, daargyeen'schippcrzyt, cnmctu I riemen alleen bemoeid  ? j X Char. Gy fult het fien^ da: Cjji fchimp* i woorden, doe ik hem over voerde , als hy ge- j iiorven was, foo hoorden ik'er vet fcherdc van 1 hem fingen, van welke ik nocli fommige ont- \ houden heb. Het Wcisdoc fèer quaat weer ; I wantalshv een veers gefongen had, dat de va- 1 rende luiden niet fecr gun ft ig was, foo wicrd Cc 5 Ne^tHUfci 28 F 6 ^lo i'. u c 1 A N I Charon, l^efmnns door de kracht der vccrfc» fcer onc - Hele , hy ricrp dc wolken , cn Uoeg de zee met fijn drytandige vork , als me: een omgebogen haak, en dcd'e de zee woeden, fo d.u \v:t wei- nig fcheelde, of ons Schuitje had door het on- weer t'ondcrftc boven geraakt. Doe begon hy zcc-fiek te werden, cn braakte een goeden hoop vecrfcn voor ScylU , Charj/bdis en Cy clobs. Merc. Doe kond gyHchtchjk vandic ir.:- gebraakte een igc bewaart hebben. . Ch.vr. MnarfcgtmyrWieisdiengrooTcn,! dikken, en aanfierilyken Man , met loo hoo- " gen kruin, en brecde fchoudei s. Merc. D.it is den worüclaar A/i/oCroco niata. De Grieken juichen hem toe, om dar f hy de Stier aikenig opnemende,daar mede in i het worftel-park wandelt. ^ j i Ch.w. Hoe veel te rechtvaerdtger foude ik -ivefen' datikiidefen;i/;it),tcrftont , fooals hy nu is, in 't Sehipken bracht? te weten , wnneer hy van de dood fijn onwinbare^ vyant fal overwonnen werden,cn by ons ko- ^ rncn , niet eens wetende hoe men hem het becntjen fal gelicht hebben : dan fal hy haikn, l : gedenkende om die kroonen en het gcjuig. J NuisKyverwondcrenswaerdig, omdat hy; een Stier droeg , en fchijnt wa* groots te zyn , en behaagt fichfelvengctvddig. Watfou hy nu wel denken, d!it hy haalt rterven fou > Merg. \Va:? fou hy in'cflcurtjcvan hjn' leven oTi de dood denken  ? ^ Cmar. Laat dcftn maar gaan, Merm^^r , 28 F 6 4 ofte 'BefmideYs, hy fal ons daar na lagcliens genoeg maften , .\%annccr hy met ons varende, niet een vlooi fal konnen dragon, ik Iaat Haan ecnSticr.Maar fcgt my eens, wie is die andere Man , die door fijn aanfienlykhcic foo vrecflijk fchijnt, liec VjJ lijkt aan fijn klceding geen Grieï\tQ wcfcn. Merc. Het is Cyrust de Soon van Camby- [it , die het gebied, dat wel eertijds de Aieders toehoorde , aan de Perpanen overgebracht heeft j defen heeft onlangs de ^jfjriers over- wonnen , en Saby lonten belegert» £n hy w^rft nu een heir tegen Lydiett: fijn inficht is, om als hy Crefi^s overwonnen hecfr,Monarcji te werden. Char. Waar is doch Crejus  ? Merc. Ziet ginder na 'c grootc KaftecI datmetdry muuren omringt is , dat zijn de Sardes. Ziet gy Crefus niet fitten op een goii- de throonjfprekcnde met i'o/o» den Wet-gc- ver van ^ thentn  ? wilt gy dat wy lui itcrcn , geen zy leggen  ? Char. ]a, Aiercanr. Croesus. Lieve vriend van ./^f^cwf » , de- vs'jjlgyonrc rijkdommen gcficn hebt, te we- ten onfc fchattcn, rouw goud , en andere ko- ftclyke meubelen, zegt my nu eens , wie van |. aldemcnfchcnachtgy weldegelukkigftc? Char. AVat fegl nu iWo»  ? f Merc. Weeft maargeruft, niets C/wro», of het is genereus geantwoort. I SoLON. Weinige zyndcr gel tik kig: mnnr onder dele acht ik dat Cleobis cn ff iton , beide Pnc'ftcrs Sooncn, wel dcgelukkiglte zyn. Cc 6 CnAR. 28 F ó 5xa LüCiANi Charon, I Ghah. Hy fprcekt van dc Fricfkr tot ^r- 1 ^01 : defe zijn geftorvcn , na dat fy haar Moe- . der tot den Tempel gebracht hadden. i Cr. Wel laten zy de voornaam ftc in'tgc- 1 ' luk zijn , wie fal dan do tweede plaats hcb-^ • bsn? Sol. Tellus te ^thtnetty welke, alhoewel  ; hy niet lange gclecft heeft, durfte nochtans i! fijn lc»cn voor het Vadcrlam ftclkn* j Gr. Gy boef, fchijn ik dan unict gelukkig? \ Sol. Nochniet Cre/è, want ii leven norh 1 niet ten einde is. Hier van kan de dood alder- j «iccft getuigen , het leven tot den einde toe gelukkig volbracht zynde. Ch. Gydoetfecr^vel , Sohny datgyons niet vcrgecticn ons Schuitje van die faken laat oordeclcn. Maar wie zyn dar, die Crifns daac ij ahfendjofwat dragen zy op de rug? j Merc. Het zijn eenige goude vierkante § ilukken, die hy Pythint opoffert, om voor hec w Orakel tc betalen, waar door hy terftont fal 8 teven. HyisaltcfeeropdeProphetenver-  ? fot, ibo dat hy hem daar t'eenemaal op vcr- Ch AR. Is dat het bcHe goct, welk een blei- ke glans met roodigheit iiccfc? ik heb'er mee- nigmaals van hooren fprekcn , maar dit is de j ccrfte maal dat ik het fic. | Merc. EHe naam is feer vermaart. Waarom I foo menigen Vclt-flag gcfchiet  ? CHAR.'lk weet niet watdeugt dat daar veel j in tteckt , of dat moeft ytstot de faak dienen, \ dat die het dragen daar door bezwaart wee- j 28 F ó 6fnBefïc?iciers: Cix Mekc. Gy weet niet hoe veel Oorlosen , Terradenen, Roovericn , Mcmeedio!,?id . Dootflagen GevangeniiJcn, lange Reifen, Koopmanrchappen , en Slavcrnici daarom gclchiedcn. Ch.vr. Is het daarom Mêrcimr, o:n d.it U: t wat beter is als koper , \7am het kóper ken ik , omdatik, als gy weet, van ydcr die ik over- voer een penninkjcn krijg Merc. 'trsrooa!s  :Vrcgt, CWo«. Mant het koperwert foo vee! nier aeacht, om dic men het in grooter menichtc heeft. Het komt ookwclmtdeaardegclrjk het loot en andere metalen , doch daar wert feer veel moeire toe gedaan , door dien het feer diep oc^raven wert , cn weinig gevonden, Char. 't I$' een groote fotrcrnic van dc njenlchenjdatfefoovcrlieftzyn op yts dat foo bleek en zwaar is. Merc. Solen fchijnt Hch weinig over het gouttevewonderen, gclykalsgy fiet , want belacht CrxfHs fdfs met al fijn roem ; het fchijnt dat hyCrcr/w^yts wil vragen. Oa.uom laatonstoelui(ieren. Sol. Meint gyCra/J, dat ^^o//o de goiidfe itukken van nooden heeft  ? ^ Cr. Ik zweer u by laphery dat'er noit ^'^g«7>-%ri?efchenk teZ>*//>in fijn Ten) pel IS opgehangen. Sol. Meinf;;7datdieGodu'.iarocfukb> door wcrr,on~. dat hy onder andere ook eenit^e goudc vierkanten, van -u krijgt  ? Cr. Wjarorn niet  ? 7 Sor. 28 F 6 6tJf. Lt'CI ANi Charon^ Sol. Daar moet dan fekcrgroote armoede in den hemel zyn , dat zy begccren , datrnen het gout heel uit Lydïen daar na toe fal fen- den. Cr. Waar komt meer goud voort , als by ons? Sor* Wafthety{erin£y</<e«\vel? Cr. Neen. Sol. Gy zyt dan van de alderbeftc myn- ftoffe ontbloot. Cr. Hoe foo? is het y fcr beter dm gout  ? Sol. Zoo gyfonder pruttelen wildct ant- woorden , gy zoud het lichtelijk konnen ver- ilaan. Cr . Vraagt gy maar Stlon . Sol. Wie zijn de bcüc die bcfchcrmen , of die beboet en bewaart werden. Cr. Die befchermen vooral. Sol. Wat dan? foo (gelijk het gerucht gaat dat gefchieden fal) Cyrus, de Laders eens aan boort komt , fult gy u Soldaten goude of yfcre degens geven  ? Cr. Ylerc moeten zy hebber. Sol. Zoo gy daar geen overvloed i'an had, zoo foude al'u deftig gout, gevankclyk na Perpen gaan. Cr. kegt, lieve Man^ Sor. God wil dat verhoeden. Nlaar op dele voet moet gy het yfer beter achten dan het gour. ,. ^ j r Cr. Gy gebied my dan dat ik die God ylere vierkanten foudc toewyen , cn het gout weg Sol, ofte Befi Henders. 6i ... ,1 Sor. Neen , hy liccfc ook geen yzcr van nooUcii , want ot gy hem gout of Koper toe- wijd, het is doch eindelyk maar een roof vo<^r ccn ander, hetzv voorde Phocenfèn, Beoters , of voor dte van Delft felvcr wel , oF voor ccn roofachtige Tyran. Die God heefc met uwe gout-fmcden weinig tc fchalFcn. Cr. Hetfchijntdatgy mijne fchattcn bc- nyd en tegen gaar. Merc. De(èn delicaten Lyder kan de waar- heit niet verdragen  ; het (chijnr hem ccn vreemde en nieuwe faak te zyn ; dat een Mai> van(lechteafkomlle,en arm is , het geen hem voorkomt, ronduit fegt. Het fal niet lange duuren , of hy fil aan SoUn wel gedenken : tc weten, wanneer hy van Cyn/i gevangen zyn- dc, op l)cc lyk-viHir fal moeten klimmen. Ik hcbbe onlangs van Cioiho cenigebeduitea hooren leefen , in welke dcfe dingen gefchre- ven waren: datCrrf/ï*/ van Cyritt fa! gevan- gen werden, maar dat die van MaPagetes Cy* rwïluÜen dooden. Sict gy dat Vrouw-mens uit Scythien xvel, op een xax. paert fictcn  ? Char. Ja. Mfrc. \ici\sToniyrU ^ die hethoofcv.m Cyrus in ccn bebloede fak fal Itekcfi. &( i gy de Soon van Cyms wel, di-n jon?c!inL'> het is CAmbyJts. Defcfal in  !iet Rijk aiccedcren af» fijn Vader doot is. Alsdefcn opduifcnrdcrlci manieren gedw.ialt heefc, foo in Lydien als JEthlopkn, f)! hy een rafernie krijgen, en llcr- vcn, nlshv her leven gebrnchr heeft. . (l^yk la<^chcn ! lou ymant hcc 28 F 6 6i6 LuciANi Charon, het konncn aanfien , dat zy foo wel tc weden zijn? wie fou het geloovc n, dat hy binnen foo korten tijd (al gevangen werden, en dat fijn hooft in een fak vol bloed fal leggen  ? wie is dsxMmtiury die fijn purper kleed gefpt? die men kroont? aan wie geeft de Kok de ring  ? die de vifeh opent, in dat Eilant daar de zee romom bloeit? wie wil daar Koning zijn? Merc. Sing eens Charon, Gy fict Poly crans den Tyran van Samos wel , die ficli ook in alle manieren gelukkig acht; defen fal wel haaft van den Dienaar van M4andrhi4 , die by hem ftaat, welkeen verrader is van de lyf-gar- OretAS, aanhetkruis gehangen werden. Hy is ellendig die binnffn foo korten tyd> uk foo een geluk moet treden. Wam dit heb ik onlangs uit Clothê gehoort. Ch. WelaanC/e^fco , handch haar gene- reus ; onthalft haar, goede Man , Ikckt de hoofden op ftaken , en fcife de Mcnfchcn tot een fpiegel. Laatfc feer hooge hangen, op da t, fy daar navallendc,mctfovc€ltegrooter pyrve mogen vallen. Ik falfe wakker uitiagchen, wanneer zy naakt in het Schnirjen komen, ais zy fondcr purper ge waa^,^ Koninklijk hoott- cicrfcl, engoude throon komen. Merc. Dusdanig is dan haar geluk. Gy fiet die meenigte daar wel, €haro?jj waar vm fommige waren , andere oorlogen , foramige twiftcn op de markt, eenige ploegen de aarde, woekeren, en ten leliën, zijndcr die bedelen  ? Ch. Ik fic daar een verkheiden onder een loopcndc hoop, cnicvcn volongcduuriglieir. Ik 28 F ó ofte Befienders. <?i7 1^ . 1 Ik fic de Sccden als honig-ratcn van de Bycn , welke elk een befondcrc angel hebben , daar zyhaar nagebiiuren mede leken. Sommige zyndshorCelen, welke onder en boven vlie- gen, doch in krachten minder. Wat is dat voor een zwerm , dat daar foo fchielijk ront- omvliegt? Mrrc. hlsd: hope, vrccfeyfotternie^ïPsl" liiji , gurigheit, to^rriy haat (^c. de onwetenf- heit is by de onderièe troepen gcmengt : en in hec eigenltc Rcpublijk onchout ficli ook dc toorn, haat, nijd: ook deonervarentheit, twijtFelachcigheitj en gierigiKit. Vorders, da vrees en hoop vliegen daar over ; defc brcngr fchrik.ian , cn doet fomtyds alleenig beven  : gene boven het hooft vliegende, wanncerfc ymammcint te vatten, vliegen zy naar oni^ hoog weg, haar al gapende verlatende: 'c wcllö ook aanTantalus hter onder gefchictjgclyk gy weet. Als gy watfcherper wilt (ïci om hoo- gc, füofietgydatdeP4/'C4 uitha uTpinrok- ken een draat aan yder va ft fpinnen, aan welke het gamfche menfchclyk geflacht komt tc hangen. Zietgy nu wel , dat'er verfcheidc draden hangen, gelijk als fpinnc we':)ben  ? Cu. Ik fie wel dat'er een feer fubcile breek- /ame draat van boven neder hangt, die aan het volkvaftzyn, defc aan d'cenei d'andcr aan gene. McRc. Gy hebt wel gefien Schipper ; dnt i» het nood-lot ran haar onJergang , dat haar boven het hooft hangt, defe van d'eene, d'an- dcrvangc ie, Eadacfalook crl^caaaai we- fcn. 1^ 28 F 6 i8 LuciANi Chare fcn, wiensdraatbrcekfaamft is: wederom hy van gene. Zoodanigcn verknoopinj»e is dat  : gy fiet dac zy alle van eeu fijne draac athangcn. tin dcfe wac om hoog getrokken , hangt \v. dc hoogte: nuar daar na als het gewicht wat te zwaar wertj foo breekt de draar, en hy valt met een groot geruis. Die dan njaar een we:- nigjcn van de aarde is opgeheven j al is 'c dat die valt > foogcfchret het nochtans Tonder ge- ruis, zoo dat de nagebuiiren zyn val nauwiy ki hoüven, Ch. Dat is meer, als al te bclagchclyk. Merc. Gy kond het met geen woorden verhalen , hoe belagchelyk dat hare grootlte Itudienzijn j cnalszyin haar grootlte hoope zyn , foo Itervcn zy , zijnde van dcfc goede dooc gevat : welkers Boden cn Dienaars i ali gy wclfiet, fcerveelzijn, te weten, dekoort- ièn^ ïboheeteaiskouae, tccring, lortg-iiCkfC, degens, ftraatfchendericn , vergift , Richters cn Tyrannen. Daar komt niets in den lin , of liet moet gelukkig uitgevoert werden. Ais fy dan dikwijls in haar hoop bedrogin zijn , dan IS het och. och, eilaas, eilaas, hci,heimyn. Dat zy van 't begin at herdachten, dat fy Itcrf- felyke menfchen waren , na dat fy een weinig tijds in dit leven verkeert hadden , dat zy dan alle dingen moeiten laten varen, als een droom: zy foudsn feker voorfichtigeren om* (ichtiger leven , zy fouden ook fonder angll liervcn. O.ti datfe nu hoopen , altijt in defc itaattcblyven , zoo komt haar een van defc Dienaars onvcrfiensop het lyf val!cn,'t is een.- kooris 28 F ó ofBefundeti. 6l<j koorts of tecring , tei»cn welke zy dan noch tc onvredenzijn , onidac zy niet ver wacht had- den foofchiclyk uit het leven gerukt te wtr- den. Watfalhydoen , die een koftehjk huis bousvtjcn d'arbcidcrs da^clyks aanport j zya einde wilt , cn het dak daar op gefet haddc , dat hy haalt foude ftervcn, en het aan den erl- genaam overlaten, om te gebruiken,en dat hy ellendige bloed niec eens daar in mach Avont- maal houden  ? dcfen is blijde dat hy een Jon- getje gekregen heeft, en noodigt daar over fijii vrienden ter maaltijd ; cn nocmi het Kint na fijn Vader : foo hy te- vooren geweten had dat het Kint me: fijn fcven jaren had komen te ilerven , fou hy da.v over foo verblyd hebbc» gcweelt? maar de Taak is , dat men op hem fiet of de Vader een kamp- vechter , ot dat hy, c«i defiig^ overwinna;\r in de Olymf^ife Spelen isgewecft. Op (ijn gebuur cn liet iiy niet, diC fijn Kintjen uitvraagt om in het lyk«vuuir ic verbranden; noch hy weet niet w.ic voor een dunne teeredraat hem boven het h joft hangt. Gy fiet wel hoe veel der zijn die o n de Land- limiten vechten: en hoe veel der ^ijndic het geit opftapelen , dewelke eer zy 'iet gebruik genieten , van de over het hootc hangende Bodenen Dienaars daar afgetrokken werden. Ch. Dit fie ik wel , en ik denk eens, wac dat doch in herleven vermakelyk is: of welk het is, daar fy af berooft zijnde , lbo fccr t'on- vreden zijn. McRC. Zoo ymant hare Koninj^en , die men sveldcgelukkigrteaeht; tc degen inficc , zo.) é20 L U C I A,N I ChuYon j zoo fal hy bevinden, dat, behalven hy een on- geÜatiige cntwijfFclachtii^c fortuine geniet, meer di'oc'f heit heef: dvin vermaak: wam fy littearoncom m foo veel vreefe , anglt , be- roerte, haat,verraderic 5 toorn, en piuiraftry- licricn» Ik ga noch verby ai de (ie ktc, rouwe» enpafficn, gelijtchcitinregeenngc &c. zoet dat'cr geen minder tijd en moeite van nooden fou zijn, om al defe ongemakken op te halen , als vandic in 't byfondcr. Cu. Ik moet u eens leggen, A/erf«ttr, by wie ik de Menfchen en haar leven vcrgciyk. Hebt gy wel oic die blaasjes op hc: water gc- ficn,die foo met eenig geruis uitborrclcn  ? die opgeblafc buiten mcin ik, daar het fchuim uit beiiaat. Sommige van die lijn klein , en ver- dwijnen haaU. Andere duuren wat langer j defe werden opgcblafen , cn hangen op mal- kandcr,dic daar tot een <ïf östéft iioopoprwel- Icn , cn cindeling ook al moeten verdwijnen. Dit is dan het menfchen leven, een yder fmwlt op door het blafen , foo dat d'cen kieinder is alsd'ander \ eindelijk , fommige gevoelen een opblafinge die een weinig duurt, cn ter (lont verdwijnt; andere wederom verdwijnen , eer fy gemaakt zyn. Zoo dat fy alle g.-aootlaakc zijnhaalhe Ücrven. Merc. Gy hebt het menfchen K ven noca foo fleeht niet vergeleken aU FIo?nerHXj diefe af bcelt by de bladen van de boomen. Ch. Alhoewel haren aart foo l rcckfiam i$ , zoo fiet men haar nochtans heftig vechten onidcrcgcenngcj ecrccabcfittingc , daarfc 0f Befiendcrs, 6 li dit alles moeten verlaten , en met een eem'g penninkje by ons komen. "Wilt gy, dewijl wy op foo een hoogte zijn, haar eens raet mijn ftcmmc vcrmancn.Voorccrf}, dat fy van fulke ydclc fottcrnien aflaten. Ten anderen , dat fy de doot altijd voor oogen hebben : 6 fottcbol- len , wat moogtgy met foo een yver uitwer- ken , houd op van dien yvcr , weet dat gy lie- den niet altijd fult leven, 't Geen hier fo heer- lijk fchijnr, falniet altijd duurcn. Want gc- llorven zijnde, kondgyder niets van uit'de werelt dragen. Want, hy{y wie hy zijn mag, hy moet naakt de Werelt verlaten , fijn Huisj Akker en Gout , een ander in handen laten , en van Mccftcr geduiirig veranderen. Dces en diergelyke dingen meer fal ik haar toeroe- pen, foo zy het maar overal hoorcn konncn. Meint dat het haar geen groote nuttigheit in 't leven fa! bybrcngen, om footcvoórfichii- ger mogen werden  ? Merc. Lieven Heer, gy weet noch niet hoe diep dc onwctentheit en de dwalingen haar doordrongen heeft, foo dat hare oorcn nauwlijls met een boor kunnen geopcnc werden. Zv hcbbenfc met was vervult , ge- lijk als VJjyjJet de ooren van fijn makkers ver- vulde, vrcdende dat fy het gcfang der Syrenen mochten hoorcn. Maar hoe foudenfy u doch konnen huorcn , al was het dat gy u felven te barüen fchreeudct  ? want het genede fontein van vergctenthcit by u lieden doet , dat doet ootvde onwctentheit by haar. Alhoewelder evenwel weinige gevonden werden die geen 622 LucïANi Charoii^ was  »n haar ooren willen ftckcn, maar Cv\t\ meer genegen omdc wnarhcic te weten, delb licn wat verder, en weien wat fy felfszyn. Ch. Aan de(c (al ik dan maar alleen roepen, Mekc. Dat is maar overvloed haar te feg- I gen 'c geen fy weren. Gy fict ook wel dat fy ' vandengemcencnhoopafgcfcheidcnzyn, en j Jagchcn om liet gene andere doen. Zy heb- ben noit met het gemeen te doen , foodat het blijkt dat fy uit het leven tot ons willen over- vlicdcn . Zy werden van yder een gehaat, om dat fy yder eens onwctcntheit berifpen. Ch. Dat is goet , gy generen fe lieden  ; al- l'.oewel gy lieden feer weinig in *t getal zyt. Merc. Dcfc fijn genoeg. Laat ons nu ne- toer klimmen. Ch. Nock een ding moet ik leeren , dat , indien gy my dat leert , fal ik een volmaakte wctenfchap hebben. Ik wilde wel eens fien vaarfy haardoodelichamcn bergen als zy ge- ilorvcnzijn. Merc. Dat noemen zy Graf-ltcden , Bc- graaf-plaatfen,gedcnk-teikencn. Gy fiet daar dieuitbuitingen wel by dcStad,ook deCoIum- nen en Py ramydcn. Dat zyn allegader plaat- fcn en tenten daar fy haar doodcn leggen. Ch. Waarom kroonen fy die ftcenen , cn l cgieten die met falvc? andere maken voor het Crafcen vuur, graven daar een kuil , verbran- den dat koftelijk eten, Wijnen Mede, (voor ü^o veel als ik giffc) cn gieten dat al in dic kuilen? , . . > « .rr. Tl- weci het niet Schipperj wat raakt 28 F ó ofte Beften der s. 62^ dat die gene die in de helle woonen , zy mei- ficn , datalsdefchaduwen weder uit de hel komen Avontmaal houden , vliegende roRt- om de reuk, en datfc uit defe kuilen wijn drin- ken. Ch. Zouden fy noch eten of drinken 5 die haar hooft- fchelen lang verdroogt zijn? 't is belagchclyk dat tcgens u te feggen,die dcfclyc dagelyks over brengt ; gy weet wel dat afs zy eens van dc aarde zijn gekomen, dat'crdaii geen rcclu is om wederom te gaan. Ik foudc felfs menichniaals moeten lagchen,dat ik haar geduurig om cn weder fou moeten brengen om eens te drinken, ó Dwafcn l wat fottc Rlap is dit r weet gy niet dat'er foo grootcn di- f^antie van plaats is tufTehen de doodcn cn Ic • vcndigc? cn hoe de faken by ons gelegen zy n , alwaar Coo wel geflorven is die de ccre va 1 het Graf onbckcnt is, als die een tombe krijgt. De Koning ^gammnon en Irus werden even veel eerc aangedaan. ^ch 'Ulis is Therp- iis gelijk. Want de verdroogde cn naakte fchaduwen dwalen door hct^fpbodeien vclr ^ zijnde hare bekkenelen flukken gebroken. Merc. Jemini, hoe veel vecrfen preekt gy uit Homerus. Maar dewijl gy het my in den fin hrengr, foo moetik u bet Graf van ^chil* /«x toonen. Ziet gy datweldntdaar by de zee leit? dat i:s liet Tro]aatife Sigettm, Daar tegen over leit ^jax in petten. CH.Dac lijn geen treffelijke nogaanfienlij- kegedenk-teikenen. Toont my nu eens die voorname S:cden, daar wy onder foo veel van hoQ- ^24 LuciANi Charony hooren , te weten , l^lrats en SardAmpttlis , £abylon,Myantn^ CleonA cn Trojen. Want ik hcb'cr vccle over gevoerc , die daar van daan waren, foo dat lui tien jaren achter een ons Scheepje daar van nou ibl geiban hecfr. Mf.Rc. Nïr.us is al gcdcn^.cliccrt Schip- per , foo dat'cr niet een voetHap ir.ecr van te vinden isj noch fouook nauwlyx konncn feg- gen,^^•aar^ege^la2n hccfc. Ginder leit Bahy- Ion metaldietoorens, die met foo groeten muur is on,cingeIt> haar ondergang is cok \\cl haaft genakende, a's die van Ninus, Het fchaamtmy voorwaar, dat ik Myctnas en C/eo«^ fal toonen. voornamentlyk Troyen : ik weet wcl/oo gy dat omerus begint te ver- tellen, dathy van droef hcic wel . fêhrei- jcn fal, als hy hoort , dat hy fulke beufelingen niet gefchaamt heeft met veerfen te vereeren j te vooren waren zy feer gelukkig en vamaarr, nuzynfyfelfs ook gcfloivcn. Want de Ste- den, Schipper,n>oet gy weten, die derven ook als de Mcnfchen: endatnochalmecr te ver- wonder lykcr is, heelc rivieren , foo datje van Jnachuf in ^rgos niet een voetftap meer vin- den fult» , , , Ch. VoQifJomrey wat hcbtgy al mogen finsen, wat al trotfe namen , hetgroottÜmm , mettpijdvirmaarde muuren, en het w.elbeb9U' c/eCleonen. Maardewijlwy praten , wat is dat voor volk die daar vechten , waarom flnan zy malkander? , Merc. GyCctdievan^rgö/wel, en de LACtümmns, endcnbalfgeftoc^cnVcMr 28 F 6 ofte Befiettdcrs. <Ji s ccr Othrydcty op fijn eigen naam het vidoii- xcikcnfchnjvcnde. Ch. Waarom vechten />• dnn f Mfrc. Omdien Akker daar fy in zyn. Ch. 6 Menfchclyke iotheit ! die haar felts
  • ct kennen» dat nu eens een y der van haar
chccYTelopQnefus befat , zoo foudcn fy van ■^acus in dc hel, nau whjks maar een voetUap plaats krijgen. DatLant wort dan eeiis van de een, dan eens van dc ander bcbout. Merc. Daiisfoo.Laatonsnu ncderklim- en I en de bergen in haar plaats gefet ebbende, wederom kceren;gaat gy weder na ct Schip, ik ga myn boodfchap doen. Ik fal dadelyk weder komen, en brengen u een heel Leger met doods- fchaduwen aan. Ch. Gy hebt welgedaan A/er<«Hr, ik fal u naafl myn andere vrienden in het befte blaadjen fchryvcn  ; want gy zyt my indcfe reife voorwaar een kloek behulp gewecft. o Wat een yver hebben die ongelukkige menfchen? Koningen, goude vierkantcn,def- tigc offerhanden, velt- (lagen: cn van Charon ■ fpreekt men niet een woort. LÜCIANI HERMOTIMUS, Of van de S E C T E N. Hier vjerd ondtrfocht *welke SeBe de befle P d onder LuciANi Hermotimus , onder de Fkilofophenis. Doch dtfeh \ niet v'mdende , acht hy réadfamer 7iie; t 'Philofopheren i dan fijn /even vergeej door te brengen, LuciANus, Hermotimus. LuciANus. V Oor foo veel a!s ik uit u boek en haaRigen tred , kan giiïinge maken , geloof dat gy na u Mee lier toe gaat Hirmot'mt. Gy fchijnt yts by u fclven te overdenken , dewijl ik üe dat u lippen gaan , i cn gy al (achjes in u fclven fproekt. Dat gy dan ' eens met dc ecne, en eens met de andere hand  : Haat cn uitltcekt, als of gy een Oratie deed.Gy • moet foo ecnigc quxrtie , of (ijdelingsfe vang - ] fpreuk by u fclven compareren , of eenige So- philtifc twiit verfïnncn, zoo dat gy over üraac gaande, naulyx ledige tijd hebt , maar zijt al- i tijd vol ranbeficheden, hebbende altyd wat . crnftigs voor. Zoo dat gy de oeifeninge van het gaan ook tot de Leer-tugt gebruikt. HrnMOTiMus. Gy hebt het geraden LmU' nt. Want ik repeteerde onfe leffe, die de Mce- llcr dineerde eens in my fclven  : my dunkt dat hetbillykis, dat men niet een minuitjen van de tyd ledig laat verby gaan, dewijl wy weten waar te zyn , ('t geen dien Cout fegt, Hlppo • crates) te weten, Dat htt Uvtn k^rt is , dt konp Ung. Dit fprak hy van dc konfl der "Mcdicyncn , welke met minder moeitCn te lecrenis. Maar dc Philofophie is 'tonmoge- lyk , binnen foo korten tiid te begrijpen , ten zy 28 F ó r 28 F ó 28 F ó 28 F ó 28 F ó of van de Se^e7i. Cij zy dat y mant fich gcduurig daar wilde op uif le^gciii het gevaar is niet om kleine dingen; of ot men moeft onder de gemeenen hoop een arm leven leiden : of in de Philofophie wel af- gelicht zijnde, fccr gelukkig zijn. Luc. Uwe Vxc£m\zv\iHirmot\mtjCï]n ver- %Yonderens waardig, en veel cc achten. Ik ge- loof dat gy al bykans het toppunt der Philofo- phie bereikt hebt , want het is dunkt my al een gcruimcn tyd geleden , dat gy daar in geltu- dcerthebt: ook kan ik fulx wel afmeren uit den arbeid die gy daar tocplcegt , aan te wen- den : en foo ik heb onthouden , moet het al twintig jaren geleden zijn , dat gy niet anders gedaan hebt als by u Meelier teleeren, en met de neus over de boeken te fitten , uitfchry ven- de de Commcntariender PhilofophifcdiJpui- ten, altijd bleik en verdort, van het gcduurig Ituderen , foo dat gy der 's nachts u flaap wel om foudet laten. Dat is uwe geduurigc neer- füghcit om uftiidien voort te fctten. Zoo ik my te recht bedenk , foo kond gy alles wel in korten tijd leercn , tenzydatgyaltc vergeet- achtig mocht zyn. Herm. Hoe komt u dat foo in den (In Lu- ciaMf daar ik nu maar ecrft begin op de weg tc komen? want de deugt, foo wy fleftodus mo- gen gelooven, is feer ren egelegen: foo dat om defe op te fpeuren, de weg niet alleen lang is , maar hoog en qualy k te gaan , waarom dc reiHgers , daar fonder een fweetjen te halen , niet konncn toe komen. Luc Bent gy dan noch niet genoeg afgc- Dd i mat 28 F ó él^ LuciANi Hrmetimusy niat van zweten , en hebt gy daar noch niet lang genoeg op gcrcift  ? Herm«  Geenfins: daarzoudemy niersbc- 1- letten om t*eencmaal gelukkig te zyn , maar, ^■ nu, Luciane^ maak ik ecrlt een begin* Luc. Htfiodus dicfegt, dathet begin hetl htt halve mrl\ is. Zoo wy nu dan feggcn, dat.l gy in *t midden gaat, foozult gy nu niet veel i xncer fondigen. Herm. Geenfins: alhoewel wy meinen " in cn(e rcife al verre gekomen te zy n. | Luc. Wanneer fal men feggen dat het u op I weg wel fal gaan  ? ' H ER M. 1 k fta noch maar op de voet van d t iri berg LucUnt , en meine noen verder te gaan . J DeV eg IS flibberig en ongebaant : ik had ^'vel j ymant van nooden die my een hand tocreikteijl Luc. Tsu Meellerwel verftandig gcnoeg j tot dat werk, welke van boven, gely k(als dien | JF/omerifen IupUur)tcn goudc ketting uit dcitl hemel ncderlaac , om u daar by op te trekken , " by dc deugt j daar hy lange te vooren isby op- j geklommen  ? HERM.'tGeengyrcgt,r««4««, is van tr.yn r Mecfter al forgvuldigiijk beftelt : wat fijn ^ werk belangr.ik benaT lange opgetrokken ge- • weelf, en heb dc eer om daar mede dage- • lijks reden te voeren. Wat evenwel my aan- ' -gaat, ik heb noch gebrek.
  • Luc. Weeft goetsmoers , wanneer gy het
eind kond bcoogcn, met dat om hoog gelege- • iic geluk , vooriiamenrlyk  :als gy daar Teer na 5 haakt. Maar \Yai hope hebt gy doch daar van, hcc 28 F ó ^ oJvandeSeBen. 6^9 het top- punt bereikt hebbende  ? fai men cerlt leggen dat gy het punt tc boven zyr , als gy al de vcrborgcathedcn , en de Panaihemn lult "lUrj veten? Herm. 'tlsfekercenflcchipropooil Lu- "•ij ciant, 'i geen gy bybrengr. Luc. Na vyf jaren dan  ? Herm. Dat is tc kleinen tijd om dc deugt teoefFcncn , en'tbclitdcs geluks tcverkrij- 'ceri gen. Luc. Ten hoogften aUhans in tlucn jaar , ten zy gy feer lui en traag mocht zijn. Gy lie- den ken: , fchijnt wel , niet lot her pit der geleertheit kor.ien , in dic tijd dnt ynunt dry- maals heen en weer heel na /ndien by deco- luMinen van f-JeratUs ('oude reilen; ten zy d.u hv wilde hier en daar by al dc volkeren een langen [ijd vertoeven. Hoe lou nitn konncM. gciooven dat die kitp daar gy heden fegc , dat dc deugt opt;elegen is , Heüocr cn houger fou
  • yn a!s dc Jiorna van Indien , welke binnen
wcmvj d:i<iCi\vm^ lexati der de (7 roet over- wonnen is? HrRM. Dat heeft immers hier geen gel ij- kcniilc by , defaak is met eerder , til warender ontelbare ^/e\'4«£/eri, dic al haar macht te famen fpanden , foo fcudcn zy hier in wein ig dagen met konnen deur komen. Daar zijnder alvccle, die mhet begin kloekmoedig op- klimmen, en vorderen in het eerlt weinig, andere komen wat verder. Maar omtrent het midden komende,foo krijgen zy een walg van al dc verwarde mocj<:lykhcdcn , cn laten het Dd 3 '^Cii* 28 F 6 e ne met het ander Ückcn : fy kecren dan v. der, na haar adem hygendc, zijnde door ai iicc f A'dtc/i 3t^enlat , vervaart zijndc voor foo ce/> rciie. Die dan ilch m dele verwerringe tot den einde toe mannelijk volhart , dic hebben daar in een vcrwondcrcns waardig leven , dic dan al de andere menfchcn van hoogc ais een deel mieren fien kruipen. Luc. Jemini, wat ai aak t gy van ons  ; dic ons dan niet bequaam acht om by dc Pigmttn te vergelijken: maar die op de aarde kruipcn,€n in der felver holligheden vvooncn?
  • t is aiet a/ om niet , dar gv (oo hoocrdravend
\yi}sz\]t. W/dan zijn het flechtde fchuini van het gcmccnc Jan hai^cl. \Vy Tullen u naait de Goden ook Goddelijke eer bewijfen , enmocd geven aan die gene, welke wilLn opklimmen. Herm. Ach of ons de occafie mocht gege- ven werden , om ook op te klimmen ; maar daar is noch foo een einde weegs  ? Luc. Gy fegt my noch nioi eens hoe veel tijd men daar coc van noodcn heeft. Herm. Dat weet ik fclfs niet al te wel , m lar foo ik gis omtrent twintig jaren , welke vcrby zijnde, mcin ik al over het hoogfte ge- komen tczyn. LüC. Lieve doch, wat een langen tijd. Herm. 'cisookvry wat zwaars. Luc. Ik geloof het wel. Mcint gy noch foo lange te leven, tot gy wel te dcï^en onder - rccbtzijt vanu Mcefter , d-c fclts noch niet >vijs;is, miat van een C'rJ.d^ifche Toover- gecrt 28 F ó of van de SeEim. 6 3 \ geeft bcTctcn? zy (eggen dat fy het weten. W% cnlekcr , dewijl gy een Oerftl-lijk mcnfch zijt , of gy wel OOK cot de rechte deugt fu't komen , die by nachten dag foo veel moejelijkhedtn ondcrneenu: voornamcntlykdaargy niet ea AYCcr, daralsgybyna het tcp-punt fult ver- kregen hebben, ofgy niet van boven neer nicc een voet rultgellootcn werden. Herm. Ik hoop van beter, •'c Isonbehocr- Jijk, fulx te fcggcn, Lmiane. \ Is n\y genoeg, dat ik maar een dagje dat geluk machgcbiui- ken. Luc. Is een dagje u genoeg? voor foo een onuicrprckclijkcn arbeid. Hbrm. Deniinliecn konfletijdismy ge- noeg. Luc. Hoe wcetgy dat die hoogc dingen , daar gy lbo vee! arbcids toe aanwent , foo ge- lukkig maken  ? daargynoitin itop-punrgc- weelTzijr. Hr.RM. Ik moet m jn MceOcr ten minfiin gclooven, dieditallcsop (ijnduimtjc weet, daar Iiy het alderopperile van dc dcugc bereikt hcefr. Luc.Segt my eens by de Goden, bid i! ,wat groot geluk gy daar fult krijgen? rijkdom , eer of glorie? of ecnigc welluften, die niet te ach- ten zijn  ? Herm. Dcwijshcit, groot vcrÜant , de waardigheit van ccriijkheit en billijkheif.d.iar- cnbovenkenniffe van alle faken , en al les va- ficlijk bcraaddagen. Vorders Rijkdommen , Digniteiten, Welluften,cn andere dingen d>c Dd 4 6^2 LuciANi Hermtimusy het lichaam aangaan , daar fal hy fich i'cenc- xnaal van aftrekken. Welke verliooicn zijn- de, foo heeft hy alle fwarigheit overwonnen, en komt tot het top punt. Gchjk als men legr, ónf/ercttles in den bergOcM verbrand zijn- de, tot de Goden opquam, en tot een God ge- maakt wierde. Want de menfchelijkc gedaan- te die hy van fïjn Moeder gekregen had , leide hy af > en behicl 'c geen Goddclyk was , en voorccrft , als door een vagevuur geftiivcrc zyndc, vloog hy na den hcmcl toe. Even op defelve wijfc gaat het in de Pliilofophie , door welke men als een vuur , van alle die gcm;ine rijkdommen, verwoHvlcringen enwccrJi:^- hcden y bcdroüii wert , welker oordcel van kidn bcla/ig is , dan foo Iccft men gclukkig.cn faüs; j foo dat men dan al liie vuilij'hcvlcn t>c- Jacht en bcfpot j ja men denkt d lar niet eens op rijkdommen, wellullen &c. L uc. Voorwaar, /7 erm'itime by den Octi - fen F/ercuïes , daar foo een uitllckend groot geluk by lil I'<e. Maar fegr doch , bid ik, fo) ymant het top- punt bereikt hc'cfc} en tot Gjn voornemen gekomen is , gaat hy dan niet wel Avcdcr achter wa.iris f of moeten zy daar d ^ a altij i b! wen , verkerende met de deugd , be- Jachendc de rijkdommen , cereen wcllullen? Herm. Dit al leen r.ier> /:«ci4«e, maar die foo verre gckonKn zvn t ^idt gy niet boos , vreesachtig, of toe beg'ïerlvkhcden gcneigc lien. Al was \ fake dat hy ik weet niet wa t leed, zoo (oix hy noitpijn oi fmcrt gevoelen. I,uc. n- wen^^e wel dai ik fonJer vrcefe de waarhcir 28 F ó of van de 6ccUfi. ^ j >^ wa:irhclt moge recht fpreken. Dog het is bcftp . t1iinktmy,frayeen vermakelijke dingen te ber- <ic ce brengen. Ik acht licc ook onredelyk te zijn , dat men foo nauwkeurig oplpeurt wat de \YUfcdoen. Hlrm. Gcenfins; fpreekt maar ront uit> dat op uhcrtlcit. Luc. Gyfiet wel, lieve vriend, hoe traag ik in het fpreken ben. Herm. Cy hoeft u by my niet tc fchroo- mcn. Luc. 't Geen gy fcgt f/erwöi/m« , dat wil ik wel gclooven  : tc weien , dat de Philofo- phen wijs zijn, datfevan groot verltanren alle reeht met reedcli)kheit fpreken. Ik heb \omz- waarecngrootefoetigheituituwe reien ge- fmaakr. Doch wanneergy lei Jet van die de Rijkdommen, Digniteiten en Welluftcn ver- achten , noch door geen droef heit gedwee gemaakt werden: kond \k my niet (wy zijtl hier alleen) onthouden van grootelijks te twijffelcn, wanneer my in den fin fchoot» 'c geen ik een weinig levooren geilen hadde. Ik fal hem , foo het u belieft ^ Tonder naam te noemcn,ophalen. Heïim. Noemt hem maar vry l y d- naam, hy fy wie hy zy. Luc. *t Is u Meefter felfs , een man die men ccre fchuldig is^en op fijn dagen komt. Herm, Wat heeft die dan ged.mn  ? • Luc. Die Man van buiten , fitracUout^ mcinik , die over een wijle tijJs onder hem in de Pli.lorj^l'iie ftudccrde , n>etgeei hair , die Dd 5 foo 28 F 6 6^4 LucïANi Herwot imus 5 (oo wift te haiikloven , kent gy die? Her^i. Ik weet , ik weet wieje mci.u : hy is gcnaamt Dlon. LuC Jahetis Dlon felfs. Aisliy him b/ tijds niet hevig genoeg betaalt hadtle , foo klaagde hy hem by de Schout aan , roepende met de mantel om dcooren , zijnde lier vcr- ftoort: en foodcr niemant Jongeling uit delen rafcnden fijn handen getrokken had, het fou gevaar geleden hebben, ofhy hem èt neus niet van het hooit afgebeten had .Zoo onbefuilt washy in boosfaeit uitgelaten. Herm. Hy is altijd wat hard en flreng tegen diegenc,dic op haar tijd niet wel pallen, om te betalen: maar noit niet tcgcns degens die hem Intreften konncn brengen. Lüc. Zijndcr dan die hem Intrcften brcn- l^n i die van de Philofophic gefuivert zijn , jhebbcn die noch van nooden , 't gene in den 0«4 gebleven is  ? Herm. Meint gy dat hy het om fijn felren doet?hy heeft noch jonge kinderen, daar moet hy voor forgen , op datfc daar na wat hebben om te leven. Luc. Gybehoordenfcook tot de deugt op te voeden ,* om foo te gelijk de rijkdommen Tiiet van nooden te hebben. Herm. Ik mach hier van met u niet difpu- teren, Ludant , want ik haait my nu om het tehoorenlcfen, om die duiftere nevel van mijn herfenen af re fchudden. Luc. Zi jt wel te vreden , is van dage va- cantie, ik fal u dc overige weg gekidcn. 28 F ó of van de Secïgn. Herm. Watfegtgy? Lue. Heden fult gy hem niet hooren of fien , foo men anders het aanfchrift mach ge- looven. Want daar hangteen bonjcn voor de deur, met groore Letters , welker inhoud is ,
\ ficden [uilen ny niet Philofopheren. Want fy
i feidcndatu Mcertergiftcravont by Emratet «  ten eren geweed was, opdc Geboorte-feclt van fijn Dochter : en dat hy daar veel dingen over hec maal gephilofopheert haddc , dat paijd hy tegen den Pcr/prfJi/c/^nPhilofooph^Mffej^- demtés wat vcrüoort was geworden, wanneer hy met hem van die dingen redeneerde , waar . over de Stoici met dc Peripatetici , noit ge- \ woon zijn tc t wiftcn. Uit dat hart roepen en fchreeuwen fchijnt dat hy hoott-pijn gclcregen heeft, die hem wat hart treft , want i)Ct difpuit duurde wel tot middernacht  : daarenboven hadhy wel een roemer meer gedronken als het behoorde , want her hem geduurig om vrientfchap tc maken toegebracht wierde. Hy I lade dien avont foo veel wtjns, dat hy t'huis l komende , kalven moeft. Hy dreigde dat'ec 1 niemantdie dag in huis foude komen, als al- l leenig die Jongen, die hy ecnigc ftukjcsvleis I tc bewaren gegeven had. Dit heeft my Midus ï fijn Knecht gefegt, ter prelentie vanecnige
andere Difcipulen, die met haar veelen weder
na huis gegaanzijn. Herm. Wiens Haan was daar Koning? mijnMeeftcrs , ef Emhydemi} [tiidc Ai idus daar niet van  ? Luc. In 't begin feidchy dat het kamp op 28 F 6 636 L V Cl A N I Uerniotimus , ■was. Maar dat evenwel dc Vi£torie aan u lic- dcr zijde is gebleven , foo dat den ouden Gry- faart hem verre te boven ging  : vorders dat £têthydemtn Tonder bloct te laten niet na huis ging , want hy kreeg een wakkere wond op fijn kop. Hy wasalteob(Unaat,en wildcfidi niet laten raden, noch hem onder fubjc^^ic geven. Zoo fmeet u Mecfter een fware isjefio- rife beker hem tegen de kop , dat het daverde : en dus behiel hy de vidorie. Herm. Dat 's braaf Mee fier, foo moet men doen met de gene , die voor haar meerder niet "Willen vviiken. Luc. 't Heeft fijn reden al ffennothne. Wanti wat genut was het voor Euthjxiemus, dat hy tegen den ouden Man foo uuvoer, die foo vrecmt van toorn , en veel beter van aart IS, die daarenboven noch foo een groote zwa- re beker in fijn handen had> wy hebben nu le- dj;?e tijd ; verhaalt my eens hoe gy eerfi tot het Philofopheren zijtgckomcnjopdat ik foo het mogelijk is met u eene weg ga : gy moet my daarvan g>:enfinsuiifluiten. Herm. Zoogydat van herten meint Ln- liane , fult gy binnen korten fien hoe veel datgy andere mcnfchen overtreft. Dc andere fullcn maar kinderen in u oogcn zijn , foo fult gy van verfbnd verlicht werden. Luc. Ik foudc my vergenoegt houden , dat ik binnen twintig jaren foo ver geraakte , alsgynuzijt. Herm. Ik was niet veel ouder als gy nu «ir, doe ik begon tc Philofopheren, zjjnde ' oini:cnt omtrent de veertig janr , van welke jaren ik h nu ook alaanfie. Luc. Gy Haat dcfpijkcr op tic kop, fortouc ben ik effen  : brengt my ook in uwe Schoolc : ikbegeergecn onbillikhcit van u: antwoord my ditecrft. Hebben de Studenten in de Plii- lofophiedcvryjigheit wel om tegen te fpre- ken, foo het haar mocht dunken qualykge(cgc te zijn, is dat aan de Jongelingen niet vry  ? Herm. Gcenfins: nochtans wil ik u de vryjigheit wel geven om te difputcrcn , en te- gen te (preken. VVantfoüdoendtMuitg} ' dcstc lichter lecren. Luc. Wel ann dnn by Mcrcurlus , F^tr - mitime j iArma;irccnc wcgdic totdcl^hilo- foph elcid, tc weten, van u licder i'foi/è heit.  ? ofroo ik dc vvaarhcit hoor , zijndcr dan noch meerandere  ? Herm. Daar zijndcr noch fcrrvccl: te \\C' tCTïi p€ripatcti(i EptcHrjit cn Platonki Da.ic zijnJeroo'K noch mcei v.ui Diogenety .Jntiji' hents,Pjfthagorat,en meer andere die vo'gcn. Luc. Is dat waar  ? daar is wc! een groot gct.il; fpreken  »y a!Ic vcrfclieide dingen? Herm- Ja,dic Hemel noch Airdcfomtijds raken. Luc. Een kan nochtans maar waar zyn, d.ic ly,gdoofik,altemaal (uilen toeftcmmcn , foo dit het juilt niet allcgadcr ftrijdig kan zyn , 'cgeen zy feggcn. Herm- Voorfekcr. Luc. Wie geloofde gy in 'c begin , dewijl gy yedc deuren voor u open faagr, dat gy al Jc t)d 7 anj.rcn 28 F ó (53^ LuciANi Hermotlmus , anderen vcrby gingt , cn jiiift by dc Stmi quaamt , alsof die alleen de waarheic hadden, cndc alderkortüe weg tot de deugt toonde En dat de andere altemaal maar dwaalwegen waren  ? waar uit kond gy datgificn  ? wam gy had dat vcrftand doe niet om te begrijpen, ten zy dat gy nu half cf heel geleert zijt , gy hebt nu ook beter oordeel om goct ofquaat te on- derkennen : antwoort my nu eens als een weet niet, gelyk als ik ben, en gy doe ter tijd waart? H ERM* Ik weet niet wat gy fegt Lneiane. Liic. *t Is niet wonder dubbelfinnig 't occn ik vroeg , dewijl'er veel verfcheidc Meelicrs in de pJiilofophie zijn, als PUto, ^ - rift^teies, ^ntifcheneSyOok onder onfe Voor- ouders, als Chrififpus en J^enon, cn meer an- dere; wie mcint gy nu dat men wel behoorde uit te kiefên , heeft ook '-^poll» te Delft , u als Cherephvn na de Stoife Settc gefonden^welkc dat wel gewoon was te doen , want hy alles door^fchtigt hadde. Herm. Ik hebdic God daar noit over gc- yraigt. Luc. Wasdefaaknict een lange raadflag waardig? daarom meindegy verftandig tezyn om.fulx tc ondernemen, fonder eenigGoJ daar over te vragen? Herm. Ia. LüC. Leert my dat ook eens , hoe men in het begin kon weten , welk de waarachtigfte manier is van Philofopheren f Herm. Ik wildatgeerndocn. Doe ik fag dat daar fecr veel toovcry vr&s , tot die Sc^e , dacht 28 F ó ofi'andeScifrT. dacht my die dcalderbeftc te moeten zyn. Luc. W.uSc^flc had wc! dc mccKc roe- loop ? die van Epkure:s Plato , of van ^'i- JïoteUs}^^ hebt dic wi l gcccli buiten twijffcl , \ gelijk men in de keur- lU-nnr.cn en. vcrkiefin- geii doet. Hekm. Ikhcbfcnoit^etclt , maarikgift^ dat uit dc gemcene opinie d^r mciifcheh. Luc. Waarom houd gy my foo lan^e op , die foo gecrn fou willen geleerc zyn , daar gy allcenig u na ds menigte,en na't gemeenc g - voelen reguleert? Her>/. Dat niet alle , Luctxnt , mi.ir ik hoorde van al de werc lffeggcn, dat de Epicti" reen haar te feer in de welluften vtrmakcn. Dat de Ptripatil^n war om ilchtiger waren i fchatten vergaderden , cn fommigc van haar ordre vry wat twiügierig waren. VorJcrs d^ttdcPUtoniti naam hadden wat feer opgc- blafcn, hoovacrdig, cn eergierig te zijn. De Stoift Se£le geven zy alfc getuigenilTe , diüc een mannelijken aart hadden, alles wiflenren foo ik die weg wilde infl.un ,dat ik dan alleen Koning , alleen rijk , wijs , cn kort van allcf foude onderricht zyn • Luc Dat hebben u andere gcfcgt, het is waarfchijnlyk » dat gy die niet gelooft hebt, die haar felven preien. Herm. Geenfins, maar andere hebben my dat gefegt. Luc. Ik kan wel merken , dat gyf iet van niemant hebt die van een ander Sehc was. Ik weet evenwel niet of hec een Philofooph i$ gewecft. 28 F ó 640 LuciANi Hermotmus , ocvvccft> v.in welke gy fuixgchooft hcbf. KniM. Neen. Luc. Zoo moeten het dan ccnige idiottn u gciègt hebben. Herm. Ia voor\Y.Tar. Luc. Gy bedriegt my ahvedcr. Gy mcint nï;(Tchien dat gy meteenen Margin dat een plompaart \v.is, reden voert. Ot meint gy my wijs te roaken , dai foo een Man van veertig jiron , uitilckcnt in verftant en neerltigheid , lUlkc Idioten foudc geloof geven , om met haat fc confulteren , over de bwUe ftudic der Philüfophic. Hbkm. Dat kond gy wel licht denken, dat ik niet al een andere, maar ook m!jn felven ge- looft heb. Ikfagdat zyceiüjkcn fraai gingen, d-ftig en borgerlnk gekleed, altijd befig in ge- dachten,mannelijk en aanficnlyk van aanficn, met een lange neerhangende baart , mooje lange neerhangende hair-lokkcn, daar waj niet Vrouwely ks of (krtels by , Tonder voer- oordcel niets aannemende. Zoo dat defe Scdc voor alle geprcfcrcert wierdc. Luc. Had gy haar wel oit diergelijks fien uitrichten , gelijk als ik terllont van u Mcefter rcrbaaldc  ? dat hy foo feer op woeker en win- i\c fag, en met fuiken boofen opfet het maanc- gelt van fijn Difcipulen afvorderde. Dai hy opCoIlations cn Maaltyden, foo onbe- fclïoft en onredelijk was?of hebtgy milTchien maar alleenig op hot uiterlijke gefien? dat kon men dcrhal ven vooreen Weten gemene regel houden , om een recht Philofooph te kenacn, cfvan de Seéïen. kennen , 't geen Flarmotimus voorfchnjft : tc weccn, uit het habijt , gang , lange baart , eii hair-lokken. Ergo, die dan defcqunlitcitniet heeft, fa 1 men verwerpen, en niet achten. Maar ik geloof dat gymy alweer voordc';ck hebr, om my eensdc pols tc talkn , of ik wel fou merken dat ik bedrogen was. Herm. Waarom fegt gy dat  ? Luc. Om dat dit onderricht, uit het uit- terlijkc habijt beterde Stok- beelden kan foc- gepall werden. Want de beelden van ^hidiar, ^Umenes of Myrotti zijn menigmaal van een veel beter hibyt, en uiterlijke zwier. Zoo hiet nu de aulerbcllc kennidc in gelegen was, wat fou dan ymant moeten doen die blmt was ,cn evenwel in de Philofophic wilde ItudcrcnHbu hy niet ongct wijfFch van de rechte weg moe- ten afdwalen, om dat hy die kleedi.i^ noch de gang niet ficn kan, Herm. Ik fpreek niet tot de blinde, Luc!4^ fïtj daar heb ik niet een fier mede tc fchalïcn. Luc. Maat defe kennis behoorde evenwel «anydercen algemeen te zijn. Maardc-vijl het ufoogclieftjde blinde in dit kis uit tc flui- ten. Alhoewel de blinden de Philofophic vooral hoorden tc leeren , om d jj te beter de quaal van hare oogen te verÊjctc i. Vorders, die nu al feer fchcrp kunnen fien, hoe konnen die, 'c geene binnen in het hert verholen leyr, uit de aittei'lijke kleeding bcfïchtiycn  ? ten fy het gebeurde, als ik daar meindc te feggcn, re weten, dit gy door het geduurig verkeren met foodanige mannen, dagelijks in wijshcit to> nccnu? cn vccftandiger wcrr. Herm. 28 F 6 642 Lucia MI Hcrmotmm ^ Herm. Wel voor fekcr. Luc. Hoe IS het u mogelijk oewceft , ccn goet Philofooph , uit foodanigc teikcncn tc kennen, als gy gefegt hebt? want dat is alles fo klaar niet gcfchapen ; 't zijn t'ccnemaal ver- borgcnc dingen , welke nauwlyx met lange fpreken en familiare redenen konncn bemerkt werden. Ikgeloofdatgydefabel wel weet, wat Afomus en f^M/c4«»j te feggen had : tc weien, dat MinervAi NeptHnut^ en y^ulcanns tcdimentwillcdcn, wic van haar hetbclic werk -ftuk zou konnen maken. Neptitundan maakte een Stier ,  ;Wiw«ri/<«  ccn Huis, w<i»eenMcn(ch. Afomusiot Rechter geftclt zijnde, bcfag alles nauwkeurig : wat hy op de andere te feggen had , hoef ik hier nic-t ic fcg- gcn : Doch , dit had hy tegen den Menfch ca den Architek yulcannsydai hy in dc borft nicc ccn venftcrtje had gemaakt, dat open en toe kon gaan , om fomtijds te konncn licn waiVr in fijn hert verborgen lci> of hy goct , ofqua^it was. Dit gevoelen had hy al bhndclmgs van de menfch; gyzijr doorficlitigcr als Lynceut rjfs, diegcltjk hctfchijnt 5 alles bcfpiegclt , 'tgeen in de borft verholen leidrvoor u oogcn ftaat alles open , fo^dat gy met alleen fcker weet wat yder ccn denkt, maar ook j(ïf hy goei of quaatis. H ERM. Gy fchcert my foo war , Luciane , ik ben te viedcn ge weeft met ^ polio te raad- n.?gen,de uirkieflngc weinigachtcr.de, en dat dacht myalderbefl. Luc . Noch houd gy my al op, my niet willende Junlicn. H"lrm. ■-1 ■ i 28 F ó MD HrR-vi. 'c Sal u tniflclnen niet bch.igca 'c geen ik u fou (eggen. Lijc. Scg Tii.uVop , daar ik foo fccr na ver- hn^c. Gy bcnyd my , ciaarom houJ gy <i t voor ufeIven,op dut ik 11 daarna mille hier? nicK moehte gelijk werden , wanneer ik die Ihid.Q by der hand nam  : ik moet mijn beft doen , omby mijnfelvcnfooeen feilbaar kenteiken te vcrfuimcn, om my in die faken niet bedro- gen te vinden. Hoort dan met uitgcftrckt© 00 ren. HcRM. Ikluiftertoc, mifTchieri fultgyal wat aardigs voor den dag brengen. Luc. Gy hebt my geen bokkens toe tc tel- len , foo hét my wat op fijn boers fal afgaan, 'c Is foo van noodcn , wijl dat gy , die daar cr- varcnder in zijt , my fu!x niet wilt mede dce- Icn. Neemt eens, dat de deugt een Stad w as , die met deftige en aanficnlykc borgten \er.. cicrt , die het Republyk na behoor. -n regcer- den>(gelyk als u Mceftofjals hy daar toe komt, falhet felvcfeggcn) en dai'cr noc i wijfe en verftandigc Mannen zyn, die deftig en man- nelijk van aart zijn, fcer rechtvaerd enmo- deft , zijndeccn weinig minder als Ic Godtn  : foo dat men daar van geen rooveric , gcwelt , injurie, of fchcrmerien weet: maar zy leven met malkander geruit» en eendrachtelijk. Ook al de dingen die in andere Steden oproer, t**a - men rotringe , vcrradcrien &c. maken , zijn hier verre van daan. Zy achten geen goud , wellult , en cerc ; maar die hebben zy tc voo- rcn ah oaaoodighcdcn uit haar Rcpubltjk ge- boent. 28 F 6 ()44 LuciANi Ucrmotlmm, boem. Daarom is haar leven en geruft met goede wetten , billijkheit , libertcit &c' voüiücn. Herm. Wat meer? fou hetnicr redclykzyn zo alle tracluedcn om Burgers v^n die Stad te werden f Luc. Ja het; zy hoorden met lijf cn ziel daar na tc haken , geen tijd , weg of rcife ont- fïende, alles verlatende. Het Vaderlant moed foo taai in de gedachten niet leggen. Of Hg fa vafl aan Ouders, Wijfof Kinderen , verbin- den; maar die moeten mede aangemaant werden > om de reis aan tc vangen. Zoo zy dan niet willen, ofdoorden ouderdom niet kon nen > fait gy alles verlaten , en u blyher- iii? na die Stad geven ; lant u kleercn mavir vry t'huis, foo zy u bcfwarcn, waiU d.iar wert nic- mant zoo onbarmhcriig gevonden, of (y heb- Jjfn nQch>vel ^cn kleed vouruoyer. Wan: fk hoorde daar ook een fcer ont grijs Man van difcoiireren welke my aanmaand;^ om met hem te gaan, ik fou 't fo goet en qiiaat hebben alshy. Maar dewijl ik een jongen wns, van alles onbefchaaft, met andere grillen in de kop, foo luirterde jk daar nier na, want ik was noch geen vijftien jaren out. Zoo ik hem mtlkhien cevolgt was geweclt , had i!<  ! uiten twijf- h\ al in de Voorlbd , of m de Poort gcwceft. Hylcide my dat al de Inwoonders der Stad vreemdclmgcn waren , cn dat'er verlcheidc Barbaren in convcrfccrdcn, flavcn, mifmaok- te , arme en middelmatige , cn dat ydcr daar aan het Republyk deelachtig was, welke her vry 28 F 6 $fvan de Sc&en* ^ 4 5 vrygcftaanhad daarna toctcrei/ên. Die zy toe Mede-burgers aannamen, wierden niet na haar Geflacht, Afkomft, Staat, Schoonhcitcn langheit &c. ondervraagt, want dat wicrdc niet geacht. Maar die de regecringc van de Stad fich wilden aanmatigen 3 die mceft verftandig zijn, cn na eerlijk^ dingen trach- ten j Tonder met ecnigcluften ingenomen te zijn. Hy fcide ook waar men eerft aan die Stad quam , en die dan fich foo droeg, lioe hy aan- genomen wierde. Vorders wiltmen daar van geen quader of beter , Edel, Onedel, Slaaf , X^rygebooren , of van flechtcn en geringe af- kom fte. HiRM. Nu kond gy dan wel merken , £«- tïéint , dat het op geen los fondament gegronc is, dat ik foo begecrig daarna ben. Ltjc. Ik verlang daar al foo feer na als gy: ik >Yeetniet, of'er weiytsis, dat ik liever fou willen wcnfchcn. Zoo die Stad hier foo dich- tcby was , ik had daar al lang na toe ge weert. Ja , ik fou daar al een geruime tijd gewoont gehad hebben. Want dewijl die Stad feer ver- re gelegen is, volgens ufeggen, en dien Rhap- hodift Hefiodus , foo wilde ik wel gcern dz gcrechtHe weg weren , om niet veel omwe- gen te gebruiken : wat dunkt u daar van Her* motirm. Herm. Hoe fou ymant daar anders komcr  ? Luc. Zijndcrniet veele ontelbare diefich aanmatigen de rechte weg te konnen wijfen  ? het fchijnt dat'cr fccrvcel wegen zijn,cn daar- om komen zy niet tnc^ malkander overeen , d'ecne 6^6 LuciANi Hermot imus, d'cene gnat Ooll of Wciè, d'ander weer Noord of Zuid. Sommige wijfen u een ftcr plaifanrc groene wei vo! bloemea en licffcly- kc kruiden  ; aodcrc weder een Oeerwchrige , hobbelige en bobbel igeiiveg, die de reifigef moede, dorfiig, cn fwcetcrig maakt. Alis 't dat dcfe wegen zoo vcrfcheidezyn , komen fy cven wel noch al tot een en defclfdcSwd. Hier over ben ik twijifclaciuig. Ik vraag daar Man enMaagtna, die maar een ige oude aanfienlijkheit (ehijnt ic hebben. Een yder fcide dat hy de naafte weg weet ; andere feggen dat die weg daar van afdwaalt , en dat men door die weg daar niet gekomen is. Kocmik by fijn gcbuur, die weet de ri>ne def- tig op te pronken , cn veracht fmadcly k ^en ) anders ; (oo doet al de refl : hier door ben ik fooverabufcert, doordien elk feide dat fijn Trijntje de mooi ftc was. ^ Hekm. IVwAnyLHciAnt ^ uit al dcfe ver- twjjlftlingc wel helpen. Gy fult niet licht konnen miflèn , foo gy na die wilt lui- IJcren, welke voor ons die reifc afgelcgt hcb- Luc. Wicn fou men geloof geven  ? of w jc heeft de voorgangers gevolgt  ? wat weg zijn fy ingeflagcn? al wederom komi'er vcrtvvijf- fclmge van faken tot mcnfchen. Herm. Hoe dat? Luc. Die fich op de weg van F/tfX# ge- ven , en hem volgen, die fullcn hem prij- fen  ; die E^ïcurui nafolgt , prijfcn hem ook al fonder tWJjffel  : zoo dat d'ccn d'an- dcr 28 F ó of van (U Seóien, ^ -j der recommandeert  ; cn gy prijft de uwe boven alle andere i i$ het foo nmUtr- motimt > Herm. Waaromnict? Luc. Derhalvcn ontdoet gy my noch al defc warknoop niet , want ik weet niet wie ik noch belt van de reifigcrs fal geloof geven. "Want als ik ymant fpreek , hebben zy alle maar eenc weg gereift , mcinende dat die de beitels, welk na die Scad toeleir. Jk kan ook niet weten of hy de waarheit feit. Dat het nu eindcly k tot een Stad gekomen is , dac wilik wclgclooven, maar of hynu by die'is gcweeft , daar gy en ik wel gcern foudcn wilenzyn, twijffclik, wantdcfcnna Co- rmthin gaande , mcint milTchien dat hy te Babtl quam , en die na Bahel reifdc /dat hy te Corimhin belande. Hier in bcnikal weder onfeker. Die foo elders een Stade aet , hiet juift d^nIitlyV Corinthtn niet : want Cmnthen is niet alleen een Sadt, \J^i\t gcly k daar maar een Corimhen is , alfoo is'er ook nootHikelijk een ware weg , deivijlder maar een Corinthtn is , de andere weoen leiden wel ergens anders na toe , als na Corinthtn. Of ymanB moeit zoo betoo- vert van CxnuQn zijn , dat hy mcinde daar-" om na het Noorden en Ooften gina datiu.ft de rechte weg na Corinthtn moQiï zijn. Hermotimus. Hoe lou dat ook kon- bopt*'^" ' ^^^'^ byfonder eind Luc. 111 r I 28 F ó 6^8 LuciANi UcYfKotimM^ Luc. Daar moet, lieve vriend, al vry goede acht genomen werden, om een goede wegen voorganger uit te kicfcn. Wy moeren da: fpreek-woort nietnavolgcn , d^t wy foo onht- raadjlaagtgaan, daar ons de voeten fulUn vot- ten: want dan (ouden wy wel in plaats van na Corimhen te Babel, of te Sa^rtn komen. Het fou ook onvoor()chtig2yn,dat wy het fo op dc fortuin lieten aankomen, agtende dc befte te zijn, dicwyfoo maar flcchtsinfloegcn. 'tis gebcurlyk dat fuix gelchicden kon, en 't is wel ecrtijdiindielangduurigetijdgekhict. ik agt het evenwel niet redelijk, darmen van fulke eroote dingen foo onbedacht dc hoopiycr- Joorcn fal geven. Of die maar m een klein hockjen dringen,willende in een biefe Scbuu- icn, als men fcgt , na Unltn o\JEgttn varen. Wy konnen ook geen reden bedenken om dc fortuin te befchuldigen, foo hy met foo veel tc fchicien en te werpcn,dc ware wcg,die onder foo veel dwaalwegen leid , niet heeft konnen treffen. Dc Boogfchieter van mmtrxa heeft dat pclak niet mogen hebben, want, wanneer hy een Duif fou fchieten, foo brak het tou van dc booP , ik mein dat het Ttntrus gcweelt is : Het komt met dc reden overeen, dat er hoope „.oet zijn van veel te quetflen , en te fchieten, want het is geen klein gevaar , datiren voor een korte en rechte weg, op een van die dNvaalwc^en raakt, hoopendc op een goede fortuine. \n foocen fnnk moet rnen verge^- kingenen betooningen S^^^^L^^"; j/^"^; Hchi>vcderte herroepen, cnfoohcd bmds I Ir; of van de SccUn, (J^^ behouden weer tc komen, wanneer ymani fich fo eens in zee geeft \ \i nootfakel jjk da^de baren van de zee het fchjp moeten ginsen wc* derfl.ian, waardoor men zce-lieki$,enpijn^in 'c hooft krijgt. Eermen fich ter eee geefe hoort men eens na de wint te fienjof het Jon- ker Jan in 't oog is of niet, of het vaarbaar weer is, &c. Ook dient hy een goede Schip- per u it tc kicfen, met een Ikrk Schip , dat ecii lloorje kanuitftaan. Herm. U oordeel is fcer goet , ik heb'cr nictterwcrelt tegen. Evenwel dat moet ik leggen, foo gy dc ronde doet , van d*een tot d ander , foo ben ik verfekert , dar gy geen be- ter vinden fult als de SXm\. En foo gy tc Ci- nnthtn eens wilt wcfen, foo moet gy die na-' volgen metde voetftappenvan Chr^fip^us cn Zemn. Anders is het tc vergeefs, wat ey daar aan beftccr. , Luc. Meintgyin 't gemeen gcfproken te nebben Hermotime, buiten alle tvvijttcl. Zo© ymant op de weg van PUto wi4 gaan, of Ef%~ \ cnrus tot een leidsman hebber, of daarenbo- I ven noch andere , foofaliknoitte Corinthm komen, ten zy ik my met haar op de weg be- geef 5 foo ben ik dan genootfaakt fonder on- dcdcheit tegclooven,dat watabfurd is: of een lufpea tc houden , dat het befte is , tot dat ik een vinde, die het my valt toefeit. A Ihocwcl ik van alle die (aken onervaren ben , foo fal ik nochtans u als een getrouw vriend geloof ge- ven$ die defe eenige weg qepadeert zijt, en da St9tft navolgen. Och of dan ymant van dc Ee Gode» r 28 F ó 650 L u c I A N I HcmoïimM J ^ Goden Plato, ^rijhtclet^ cn d'an Jere Philo- -i fophcn Nvcdcruitde hel liet kotnen: zy fou- i . tien mydan wel voor recht roepen, van dat ik h.iariiijurie had aangedaan: fepsendc» wac 1 komt u over dat gy CfcrW/^^^/ cn jj , Zenon boven ons Itekydie lang tevoren ge- ^ - ; wcclèzijn , necmt^y niet ccnïs'ccn proef van t onfe woordtin? lou het dan genoeg zyn meint 1 yfy , d it ik fcitio dat rtyn vriend Hermoümus \ dnt geraden had^ wy kennen hem niet, fouden ' zy antwoorden, noch hy ons niet : daarom is i ^ hetonredeiyk , d.irgy ons alle fonder oorfake i fulrc<)ndemneren,endatgy foocen pcrfoon> • ' die de weg van de Philofophie nauwlyks ^veét, fiilc geloof geven. De Wet-gevcrs ge- bieden de Rechters op foo een maniere niet , dat gy de eene party alleen fulthoorcn, cn dc nndere veronachtfaamt wert; maar zy bcgee- ren d it mcnfe beide (al hoorcn; om des tc be- ter de faak te overwegen , cn tc kennen wat goet tn quaat zy. By aldicn het foo niet ge- khict , mach men appelléren , cndatvonris j herroepen. Maar fo my y mant eens vroeg, fegi t^^ Ludant , wanneerdereen ^thioftr w.is, \Tëiké noit buiten frjn Vaderlant gcweeft \r^$y crt feide dat^r geen mef» fchen va n ande- 'kó^eiirt  ! n gevonden werden ak z«t.^«eh : zoii hy dat daaróm 'eert ander ifbcn gelóovcn >dan ht ymant v.in |)jn Lan<?s- lukien, die Wai ouder ^• - -h > ^^•aar f■y diP|;cihoort had, cn >o (foiir dör- Jh-'"- 'v^cfïf- "^'^-f --^ noit bnitcns L rt^\i\\ ^ • -t hoc'hetlne: ande- re 28 F ó tfvan de Se&cu. i re Volken gelegen is, hebt gy 't oit gcfien> foa men niet fcggea dat die  »Vlan wclfeide  ? wat raadfljgbicngtgynu voordendag Htrmtti- Herm. Ik tr»oet ü gëlyk geven: het waj billyk dat fijn Üoüiightit Ico bedwongen wierdc* Liic. pat dunkt my ook geen ik ver- der verhalen raI,hoc u dat fal aanftaaH,\^eei ik met, is althans wel na myn fin. J-IfRM. Wat is dat doch  ? Luc. Die Man foii dan dit voor den dag Wcngen: derhalven LucUtie , Iiebt gy ons qualyk fuik ecn.voorgelUjt , die allcenig foo maar de fentcnticn der Thilofophcn gelcert heeft? gelyk als een vriend fJermêttmus , die noit in cenigc Academiën vanPlato^of Efnu^ rus gcwec/l is , of oit metymani eciiigefsmi- Jiariteit gehad heeft. Soo hy /egt dat d'jndeic Philofopixn niets foo (choons en vvaarachtigg licbbenjalsde5t»^/èSc<f^e. Is het niet wat tc flout en hchtvccrdig, alles foo te bepalen , en vryuiticfprekcn,. voornamentlyk, daar hy maar van een Se de weet, en noit een voot buiten gehad heeft Hvat iBcintgy dat men hem lou moeten antwoorden? dat al- derwaafachtigfle, te weten, dat wy ons tot dc Stoift Scde geven , cn hare Philofophic Icc- ren , na dat het ons goet dunkt te moeten phi- lofophercn  ? wy weten wel wat zy feggcn : want onfe Mcelter die (lelt die dingen voor, en vcrwerpife altemaal. Mcint gy dat dc ant- woorde by PlatOj Efiturus , en andere fou- Ec a den 28 F 6 (^52 LvciAMi Mermtimus, den konnen voldaan? fullen zy niet al lag- chcndc met alle recht en reden tegen my (eg- gen : wat doet uwen vriend Ntrmmmtis , LmUnt, dat gy hem foo groot acht, om hem van onfc Ury digc fententien geloof te gcvcti , hy meint milTchien dat al onlc dingen foo vals zyn , als zy gemecnlyk afgefchildert werden , dat dikwyls door onervarene, en die de waar- heit foekcn te verduiftercn, gedaan wert? of fo hy ymant van den worftelaars fich fiet oefte- «en, ecrhyinhetfantisgcwcert, alfchop- pende cn tredende in de lucht, of met dc vuift een ydcle (lag geefc , als of hy fijn tegenpartye floee , fal men hem dan juift voor onwmbaar uitroepen rfal men niet fcggcn , dat het fcer licht en veilig is den gloricufen Soldaat Thra- a te eelyk als dc kinderen te ageren : maar dat ^dc viaorie eerft kan geoordcch werden , ^vanneer hy fijn Vyant kloekmoedig heeft af- eeQagen, cn moede gemaakt ; en anders met foo gaat het ook Bem^untus welke mcnn t dat het overwinnaars zy n , die daar in dc fcha- duwc foo wat weten te fchermutfelen , en te vechten, alwaar geen Meefter preien: is: of ait die dingen die van ons ver fekert werden , fc^^l^htteV"^h^^^"^y?; dc kinderen gelyk zijn, d.e papiere hmsjes makèn. welke licht konnen verbroken wer- Ten die in 't boogfchicten gcocfFent zijn , taidereneenigettoppelen, hangen die aan ce Xk, en fchieten daar van verre na toe. dan by geluk het doel komen tc trcf- W4Jlootl>c(>nsefchootcnhcbbe^^ Ml 28 F ó foo roepen zy tcrftont ban op , ï!s ofzy een groote (aak verricht hadden. De PtrfantH doen op foo een manier niet, noch ook de St^thin, Manr zy fTttcn in 'c begin op ecH Pacrt, en werpen al rijdende hare pylen uit: ook doen zy dat aan dingen die fich bewegen cnniet liil /ban , gelijk als aan de gene die vluchten, ais wilde dieren j voornamentlyk, vliegende Vogels. Wanneer zy al na een doel fchieten , foo dooi boorcn zy met de pijl een d wcrs- hout » of een (chilt met Oflc-lccr gc- maafkt.Dan foo zyn fy verfekertom de Kryf>s- wapenen tekonncn vernielen. Daarom X»- (Une , legt aan Hcrmctimus van onfent we- gen 5 dat fijn Meefter na fulke Ib oobiindcitjcs ichict  : en datfc dan fcer ambitieus konncn roemen , als offe dry  »\ï an fevcn armen had- den afgcflagcn. Zy vechten tegen de enkele fchetfen en 1'childerien van oi:s , welke over- wonnen hebbende ^ is hatir Haan Koning. Ecn ydervan ons moet'er tegen feggen, gelyk als Schiller tegen fleêïcr: hy durft myn fiormhoed , noch flu'magien niet eens aanfien. Dit fullen zy al te maal feggcn, doch een yder in 't byfonder het fijne. Buiten alle twijffel fal P/étto yts voortbrengen , van 't gene hy in Ji- sUien bevonden heeft, van welke hy eigene ondervindingc heeft. Men fegt dat Ge/o» den Tyran over Syratuftn , een feer ftinkende mont haddc  : 't welk hy langen tijd felfs nier en wift, niemant onderwijlen durfie hem hier y ts van feggen , dewijl het een Man was van groote macht ; dit geduurde foo lange tot Ec 5 men 28 F 6 (54 LvciANi HerwfitjmMy men hem een vrecmt Vrouw-menfch bracht, iliedevrytnoedigheitnam j om hem fulx te doen merken. Hier over onirtak hy gewel- dig ,€n bekeef fija Vrouw , waarom l'y hem (iilx niet te  ;<enfien gegcvren luJ , daar zy het wel lanj^e geweten haJ. Zy bav! hem ona vcr- gifFiniiïï, (cggsnvle, d it fy ttoit zoo na hy ccn ander Mangcwecft was, en mcindc dat nl Je Mannen in *c gemeen foo een ftinkcndc adem hadden. A'foo is 'tmet f/emotlmiét gelegen, welke alleen m^idcStoife^Q^-.tedo^n g-hid ' fcceftj Pia$9 fou Tonder t wijff-l Teggen, dat hy <lan van andere luiden hare dingen weinig i weer. Diergelyks weet ik dat Chryfip^i*s fou- dc antwoorden, en mifTchien noch meer, foo ikhemonveroordeeltliet, en foo tot P/4fo ovcrttapte. O n met weinig woorden te feg- gen,en te beHuiten , acht ik , dewijl het onfe- Icer is: welk de wairacluigite Sedi der Phüo- (I>phenis,datmengcens moetuitkicfcn , de- wijldcr fmiathcit te verwachten is , wanneer gy d'eenc uitkieft, en d'andcr veronacht- iaamt. HsRM. By onfe brocd-rlvJfe vriemfchap, ZucUm, laat ons Plaio.^rilioteUs^ Epicurut cn and:rc laten varen. Ik aclufc niet waardig om methairtetwÜt-rcdcnen. Vorders , la- ten wv onder o:is beiden eens fi2n> of hc: een Pliilofoophle faak i$ , ^'^^J'^c ik bikragtige rc ayn. \Vacquamendc-r£f'»io/'^»^^ ^^-^ t>cn van Gi\on, heel witSirAmftn hier te paf- fen? ^ Luc. W/ftïlIeaiaElatcivaccn: dewijl gv 28 F ó ofvandeSe&en. 655 mcint, dut'eitot onsoogmerk niet en dicnr. Gaat maar voort mer fpix ken, want liei fchecn dat gy yts vrecrr.ts voor had te fcggen. Herm. My dunkt in alle manieren, LucU' nt , ilat die de Sttife fentcntien geJecn heelt , endicopfijnduimijc-weet, de waarheit gc- noegfaam kan bcoogen , al is 't dat hy mci dc ander c noit te doen gehad heeft Bedenkt eens te degen by u felvcn. Zoo y mant alleen t<gcn u fcidc , dattweeniaal^ twee, vierw^s. Dan moet gy van Man tot Man de ronde doen, wy ©ie in dc Cyfer-konll ervaren zyn , op dat'er liictcen gevonden wierdc die feidc , dat hcc vyf of feven was- Zoud gy niet dadelyk (eg- gen, dat die Man de waai heit ge ftgt hadde? Luc. Ja voorwaar Mirtnotimt. Herm. Hoe dunkt u d.3n dat het riet en foiidekonnengefchieden , d. tdic in d# Stoile fchoole gaat, daar dc waarheit gtlprokcn wcrt, welkers redenen met de waatlKK over- een komen, geen ander fou van deen hcbbtn, daar hy nu aireede verfckcrt is, dat het niet wefen kon dat vier vyf /oude werden , al wa- render oneindige PUms oiPjthagoras4f die fulxtoeltonden 5 l uc. D; t raakt de Taak m*etecf»s, HerMo- tiwe, wnnt *t gene fekcr genoeg is , vergelykt gy met vei fcheidenc dingen , die grootclyks van haar verfchelen. at antwoord gydaaf op? is'er wel ymant daar gy tegen twift dtf tweemaal iwcc fcvenofelveis. HER\t. Njemant, ofhy moeftmctdckop ïbruitzyn. Ee 4 Luc. (II 28 F 6 1 6^6 LuciANi Ufrmot'tmus , ^ Luc. Wel? hebt gy wel oir ymmt om waaphei: te Peggen , van de Stoki of EpUnrti gGtrefc,dic niet cn verfchcelden van hci begin cn einde der dingen  ? Herm. Noitniet. Luc. Ziet dan toe , dat gy my niet met vai- fche en ydelc redenen my looflijk bedriegt , daar ik u foo een soedc vrienc ben. Als wy dikmaalsindePhilofophie fochten, wie de v- t waarhcit moclitfeggen, foo hebt gy gedacht , dat fulx de St9ki toequam , fcggendc , dat zy vaft Üeldcn dat tweemaals twee viere was : tis nochdiiiftcr,ofhet wclfois. D^Epkurei etïPUtonkl mogten feggen dat gy fuU verfon- nen had : vvy licbbcn geleert dat het vyf of fe- Ten is . Dunkt u niet goec te wefen, dat, daar gy lieden fegt dat het gene bctamely k is , ook goe: is , ch dat de Epicurei de welluit het hoogftc goet achten? daar gy lieden hertnck- kclyk twift, dat alles lichamely k isjmaar PUt9^ fegt dat in de natuur ook yts is dat onlichame- lykis. Dat gyeerft(eidc,'t geen foo twijffel- «chtig iSjde Stoiciógcn is,ontwijfFeIbaar vaft teftellen. Msardewijle andere dat fich aan- matigen, en feggen dat het dat is , foo hebt gy een groot oordeel van nooden , dunkt my. Vorders foo yder een dat gevoelen^had,dat de Stfici alleen waarachtig meincn, dat twxe maaU twee vier is, foo fouden de andere wel i liaaft,meinik, moeten fwygen, AVant foo j Jangczy noch met difputeren niet met mal- jr kanllerovcrcen komen , en de faak nog tuiïcn | Mde is.zo© moet racn haar akemaal hooren. mtt 28 F 6 of van iie Seéiift. of \fy moeten weten, dat vry allcenig ui gunfte oordcelcn. Herm. Hcz khijm Lnciane , dat gy mijn woorden niet wel vcrftaan hebt. Luc. Daarom moet gyhecmy wat duide- lijker reggcn , of yts anders , maar wacht fuik* meer te fcggcn. Herm. Gy fult hecterftont hooren , wat het is, 't geen ik feggc. Neemt eens, dat'cr i wee in den Tempel van , of van X>i9ny[uis gegaan zijn , en dat'er een goudc Phiool van het heilige geftolen of verloren is : Eoo is nu buiten twijfFel van noden jdat menfc beide naerftig onderfoekt , wie van beide dc- felvc in fijn fak gefteken heeft. Luc. Wel te degen. ^ Herm. Nooifakelyk moet een vanbeidca die hebben. Luc. Waarom, want hy is verloeren  ? Herm. Zoo men dan by den cerften de goudePhiole vind, foo is het niet van noden , dat men den anderen ondcrtaft. Want het blijkbaar genoeg is, dat hyrenict cn heeft. Luc. Dacisfeker. HsR.M. En foo men dieby de eerftc nieten vmd , foo volgt daar uh datfe de tweede moec hebben: dan hoeft men niet lang te ondei- loekcn. Luc. DatisontwijfFclbaar. Herm. Zoo is't met onsookjfoo wy nudc Phiool by dei'/ow vinden , foo is het overtol- lig andere te ondertaftcn 5 want wy nu gcvon-
den hebben, 'tgccn wy begeerden , cn van
Ec J OYCI- Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesf LLC. 28 F 6 M I i i LUCIANI Hrmtimus, ovcrlange na gcfocht hadden  : waarom fow- den wy 'onsdanmct vergw-ctïe mociec langer ophouden, en moede m:ikcn  ? LüC. Nergens om. Soo dv^fe Phiool by u, gevonden wcrt , foo moet gy no h weten of hetde.verloorencis,oteengiftc. Daar gaan Aon Tem'.^eUmaarrncteenci 4 i i 1 i het de verloorenc IS, ot een girtc. i^aar gaa.. ^ ^ metallecn tweernden rem';el,maarmcteerici Am^.i heclemenichtc. OJktvviifteU 'nen d-i^n.-..!.- -i xvathet zy dat'ergcttolcn ts,ot het een Beker, < Phiool oi' Kfoone\s. d'deni; Prielter feot du, cn d'ander d-.ir, zoo datfe mc?c malkander met overeen komcn,fomnii^e zéi^^gen v.in een ko- pere, een ander van ccn lilvcrc oi «ouie. Z ) dat menfc altcmaal die m den Tci^pel ge- | xvccit zijn,dicnc u«  te irekkc«,aU men defelve ^v,l oplpeuren. Alhoewel bv de eer ik de t Phiool gevonden is, nuch^ans dienen zy altc- ) maal uiti^cfchut te werden. Herm. Waarom dat . '\ Lrc. Omdatmennietverlckert isoflict [ A 'fclvc Phiool was die zy v<irlorcn hac den  » A'hoe^Vd zy du altfimnal cenmon ie lyk fci., d-i, , nochtans (e-.en zy n,et .ille d u het een tu. egcwceft zv^" Alwas^fakedat zy alk foeltemden , een goude gcveelt te zyn , foo "crJ^. WAnt 3y *V. wel  »crfeker,. AM acftlfie w..5,isw.jUcr ontelbarcgoude P.uo- '"^"hwm. Ikf- . i-f.vclvöorhctnijllc gc- ■'T«^ Zr.-h in aUo -r-.-.rerca v.n noden a.t alle tot don on.U. fod<cr nad;.cm c.ïS=^'^ 28 F ó oftcBcfimders. (;^^ by een y.Icr gevonden werr, men in 'r midden j^clc, om da.ir nic re gilFen , welke dac den Tempel tüchoo-c. 't Geen aldermceft docc rvvjrt.lcft ,isdit,dntnlte die uupeirokken en ondertalt zyn, cU wathecfrjd'ecn een Beker, d j.id.T een Piiiool, de derde een Kroon,'t fyr van yzcr , (dvc-r ofgouc. En dan is bet noch nit c Klaarb! ykdij.< genoeg, of dat tot het htiH- ge hoort onnet. Hier is dun een groote w.ir- knoop, WK gv Uit fo een hoop van Kerk- roof u rbcfchuid.gcnj da.ir zy alJc matkandcr gc- hjirzyn. 'r Is niet wel te weten, wie van allcrt I het hcMgc berooft heeft; want veele private I per fconen gcbi uiken die in haar huis. 't Is een j grooreonwctcnheir,meinik,datdcfc verlo- j ren Phioo niet gemerkt i$: wnnt neemt ee,is d.itlf' geteikent was met de nnam van dtcGod, et van die gene dic hem heeft toegewijd , f')o lou rnen loo veel moeite niec behoeven «n te u ^"^ "^'^ onderfocken , wam din \vashy licnt te kennen. Ikgcleof, HtrmuU me, dat gy dikwyls in dc Ocfiln fpclen ce* wcelthcbr. ^ r Herm. lkheb*er,gcloofik, meer dan dui- Icnt.naalgewceiK I-uc. Ifcbt gy dan wel oiinaaftdc^f f/^/o- gefetcn  ? . H e/im. Ik niet lang geleden , indcO- fympife Spelen , aan de linker zijde: alwaar ' ^£'*^"^rUijiitSoon van Eleut my liet fpcaa- ■UIbeIcttede. Ikhadgeern alles -r>auwkeutig ^slien , van 'tgenc omtrent de Rechters k«> Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesf LLC. 28 F 6 i i6o LuciANi Uermumusj Luc. Gy weet evenwel, mcin ik , wat ma - «ictvanlootenzy gcbriuken, mc: wic men ivorftclcn,ofvuirt-llaan fal. HBRVi. JaiV. , , Luc. Gy fuli fulx wel te degen weten , tfanncer gy het van naby gcfien hebt. Herm. By outs, ten ty den van fJ «rcuUs , plcBcn het Laurier- bladen te zy n. Luc. WÜt geen oude grollen ophalen , «aar 't ccen gy n u gefien hebt. HiRM. In 't begin quam'er een filvcrc imik voor den dag , die ^tM» toegehci- hgt nat , daat w.crden ecn.gc kleine loo cn «eefineten, ingrootcalscen boon, op weke xfuersgcfchrcïcnftonden. Op de eeneecn vf.opd'anderccnS, op de derde een <7 ,cn ao^ voorts werden de andere getekent met liet getal der Worftebrcn. Daar zi,n alt,)l ,vyellootendicme.eenderIe.Le..er8eteken iTB. Oaar komt dan een yder van de Worltc- «cekt fijn hand dan m de kruik.cn trekt er een ioot uit , cn zoo na hem %vedereen ander. r ftont dan een geeflèlaar n,et een z^veep fcv welke belet datfe met lefen (ouden , wat ^yilt^to,„oVhcnh^<=h. Als nu elk fi.n Kkrelen heeft, dan komt een ytlp^ Xr. lfecn uit de Rechters, foö ik mc,n , (u weet het foonauw niet) die doet de montte- tóngé. ènber.etdelootcn. D= gcnedan d.e
  • <oekrc<.en heeft , laat hy xvorlleler. of vu.ft-
^.rm^ianderdiede^gekrcscn^^^^^^ alfoogaat het oo'; met d.c de B cn  » 28 F ó efvan de Seinen, 63i Letters hccfr. Dcfe manier van lootcn wcr.l ook gedaan mee even Letters , als met vicrt.i, achten , en twaalven. Maar fooJer oncv • = zyn j die lootcn met vy f , fercn , ncg;.n  : . Dan wert dc Letter dieclcroverfchict, mctd- andere weder in de kruik gefmeten , om d t die geen Letter heeft , dïc met hem ct?n raar kan maken. Die dan defc uitgetrokken hccfr, die heeft het gefjg over die gene dit; dan ^vorltc]en Tullen , wachtende tot dc «ndcrc altemaal gecindigt hebben  : dewijl hy ge  ?) mede- Letter hecfc , moet hy die noch völ krachten is, met al de afgematte vechten. Luc. Wat, dit is het dat grootclyks be- geerde. Derhalve» zynder negen, clkrrckt lijn lootjen uit de kruike. Doet gy nu Je mon- tering, (want in plaats fan licnder niikii Rechter maken) en befïet dc Letters- Gy dik nicin ik niet eer weten wie Prcfcs fal we^^cn , voor en aleer gy omgekomen zyr, cn dieby malkandercn hcbtgevocgr. K^RM. Waarom fegt gy dar Luiiane  ? Luc. Om dat het onmogcijk fchynt , d.it terflont die Letter gevonden wcrde , wc-luo de Prcfes uitwijlt: gy kond die Lei ter dik- maalswel vinden, on(eker zijnde nochtans of dat wel de eigen fte is. c Iste voorcnnierge- fcgr , of het de K , M , of I fa! z ijnom hem iiif te wijfèn-.welkegcvonden zijnde, kond gyfe tot het worfkicn te Tarnen koppelen. Als gy aan de B komt , mocc gy noch dc .nndcrc op- Tockcn die een B heeft, en d ie o^gcfocht heb- bende ^ vint gy twee partycr. En al/bo doec 28 F 6 66 1 LuciANi FJermotimus , j;y met il dcrcll, toidüt diiiovcrblyft, welke ijfvin P,»rty cnvind. H ERM. W ai lou i gy doen, ibo hy ten ccr- l\cn. ot ten tu'ttrdcii u voorqu.im  ? Lmc N'Ct : m.ia- gy R . c'ucr der Grieken , ik Wilde wel wccen war gv doen '»ud , of gy hem teritont voor prclcs Joud vcrUarcn , of mcir.t gv dnt.het nootf.ikelyk wis, d.it jjy cerlt dc ronde (oud moeten dom, en yder beticn,of ymant dierge lijke l.ettt r hnddc^ H E^M. Bs k.i i hitt fcer licht weten, Lucia- we, da 5r der m.iar negen Zijn. W.inrfooik de JE )p de cerfte of r xvcedc pl uits vind ,foo moet die voorfeker prelcs zy LuC. Hoe ó uioof/trmêtimef ^ HtRM. liid<.Ter m.-mcrenj 'i «sfckerducr twee zitn die ^ heblxn : en ook (bo veel van éeB.a enD 'yWt dcfe vier Letters worden dan acht Worüeliars t'zaam ^eftJt. Zoo is het ftker dai'cr E .noet overbly ven, welke die dan heeft ,Tnoei onoetwijff^lt prcfts werden. Luc Zaliku prijfen Hermotime, om u voordeftig verlbnd , of wilt gy d.u ik legcn- fpreek , 't gene ik makkclyk tegenipreken kan. Herm. Ja: ik verlang feer wat het is , dat gy in foo probabelen faak kond tegenfprcken. Luc. Gy hebt oefent dat de Letters volgens haar order van >4f , /?, tothctcindctocycr. volgens gefchreven werden na hetgctil u.r W'orfttlaars. Ik kan u in dc Ol^mpife Kamp* f: clcn datlichtelykroellaan. Dat nicn danljD m.-iar onordenrciiik deLettctS uukofcn, als K A-,5,r &c. EnUaihi«ir van lootcn, ' ^ gemaakt ofvandeSeHejt, 66^ gcm.i.ikt wcrJen tot acht toe, en '.nc de Ji' negende zij 1 voor den Pr ^l-s. Wat foui dm d.o jnjfoo cerit de qii umi tc trctfen , ten zy gy de ron jc gcd lan h.id , fo > ccn me; meer en vond  ? op dcfe Mianierc fait gv" niet' we! k3nnen wetc'n wie de Prcrcs fa! zyn. H RRM. ik Icin 11 n'£c wel hier (>f un woor- den, 't is my te hooe. Luc. Dit nl iiuri )ch op eei ander manier doenconfidercrcn, lit men eens ^ccn Letters gebruikte , maar c --i?" inde-e Tcikenen en Ch.iraaers, gelijk d • y^g^ptenairs in i>!.iais van Letters gcH'-iiikre'^,'»? w^^jn» Mcnfchcn met handen of Leetnrf»n ho ifden , of wy Tul- len dat laten varen, om dat die dinge'i vreemt z jn , en van ons voorneme i afdaalen. Maar laten wy enkele eenvormige» dini^en ncm^n gelyk als twee Menfchen^ twee Pacden.twec Hanen, en foovcel Honden , en Iaat een ne- gende, (/ijnde hetbe^henvoornaamf^c lor) een Leeuw we(en. Zoogv nu vooroerft de figuur van de Leeuw in handen krccar , hoe fultgygiffendatditdeprofc^ fa/ wef^n , tot datgyfealtcmanl bekek-en hebt , of 'er noch y mant anders mocht zijn mcc ec n lootje, daar een Leeuw op ftaat? Hbrm. Ik kon u hier geen befcheit op ec- \cn Lticiane. Luc. Ikwcetfliethoe<:ydaarookopron.' det antwoorden. \Vantfr>o wv willen foe- Ifcn die de goudc Phiool h^efr . ofre prefes, of een goede voorganger ra Corhitben/ao moe- ten wy haar «lie onder ibvken , cn op Jie ma- nicrc Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesf LLC. 28 F 6 ^64 LuciANi Hermatimusy nicrcfalmen noch al nauwlyx de waarhcic konncn vinden. Zoo my ym.in: een geloof- waardig Raadsman fou werden in de PhiloHi- phie , icggcnde , dat ik in alle manieren in de Philofophie behoorde te fludercn. Defc fal ik dan alleen kennen , die van die dingen \vcet,en d'andereallc verachten, die dikwyls de beitePhilofophie konncn lecrcn.Zoymant my een perfoon voor bracht , die fchoon van gedaante was , en feide, dat, die de (choonftc van allcMenfchcn wasjfou ik daarom terftonc fijn woorden geloof geven , ten zy ik wift dat hy eerft alle Menfchen geficn had, alhóewc die perfoon al vry fchoon was. Ik kan niet wel %Teten wat fchoon is , ten zy ikfc alle gefien had* Wy hebben hier geen fchoon van noo- den, maar het alderfchoonfte: om welke tc vinden wy groot werk moeten aanwenden. "Wy zijn niet te vredcn in een minnelijk cn fchoondaantig Menfch, maar wy moeten hier deopperftcfchoonheit, boven welker geen grootcrtc vinden is, hebben. Welke nootfa- lijk een moet wefcn. Herm. Datisde waarheir. LuG. Zoogy dan ymant by my brengt , die in alle wegen der Philofophie geverfeerc beeft, welke weet wat PythagorAS , PUto , ^rifiolelef, Chrypppm, Ef icurM^ en ande- re feggen  ? en dat die de naaftc weg van a les kofe/ die deRcifigers regelrecht het geluk bracht. Alswy foo een bevonden, houden wyranallemoejclijkheitop. ^ HrRM. ZoosenManisqualyk tc vinden, 28 F ó efvan de Sc£ien. ^ Luc. Wat fullen wy anders doen > Wvt- motime} men kan daarom fijn finnen datr niet ahrckken, wantwy zijn voor tegenwoordig Pjo een voorganger behoeftig. Laat ons dan aangaan , 'tgccn ik aldcrgeraadfaamft en vci- Jigft acht, dat ymant ran *t begin af alle ScAcn doorloopt, en alle vlyd en nccrftightid aan«  wend, Nvat een yder fegt. Herm. Volgens uwe TV'oordenfoude fulx noodigzyn: tenzy hettcgenftrijdig fchcen, 't geen gy daareven fcide , tc weten , dat het hoog cn zwaar was, dat, die fich op cene Weg gc^Qvcn heeft , wederom met uitgcfpannen zeilen foudc weder komen. Hoe kan het zyn, dat die in de ecrftc bcfig is, al de andere door- loopc. Luc. Dat fal ik u wel met cc!\ woort fcggen: wy fullen doen volgens hec voorne- men van Thtfeut , nemende een drajt van de Treur-fpeelige -^rUdrtê , zoo fullen wy geen dwaalwegen inflaan jdantwijffcl ik niet , of Vfy fullen fonder moeite, den draat volgende, mogen wederkecren. Herm. Hoe komen wy by die ^rUdne , of waar fullen wy die draat vinden  ? Luc. Zijt weltevreden, giy dunkt Jat i< die al gevonden heb , welkers loop gev '<  :^ zijnde, fulicn wy daar wel uitrvi'ccn. Herm. Wat is dat dan? Luc. Ikfal vanhct myncnietfc?»en,maar uit de mont van feker wijs Mon: ff^eeft nnch- teren , «n tpeeji ge(Uchug , dxtgy niette Helt geUoft' Zoo wy niet al tc licht gcloovcn , 'c grïcn 28 F ó 666 Lucia NI Hermotimusy 'tgcen \vy hoorcn, maar als dc Rechters , die ook dc andere partye laten (preken , foo kon- ncn wy iichtelyk ai dcfe warknoopen ontvlie- den. H LRM. Gy fegt wclj ik Ita lot dat wy Tuiks doen. ^ Luc. TotAvicvanallcnrullcn wy ons d-n ccrft begeven  ? of fon het even veel zyn  ? iaat ons maar beginnen van decs of gccn^tc weten yinPythagtras i als het foo vJt. Hoe veel tij Js foudcn wy wel van doen hebben , em PUtüos lecringen ten einde te bi cngen  ? met die vijfjaren, inwclkc men zwijgen n.oct, fullen icrtig , of ten mir.flcn iwir.ijg genoc § zyn. IIerm. Lant liet foo zyn , by Plato moet men ook foo lange wcfen , en een weinig minder by >f rlJloteUs. Luc. Sooveel Jaicn. Herm. Hoe lange men Uy ChryppfHi moet weien, hoef ik niet te vragen. Ü ani ik heb voorcn uiiu gehoort , dat veertig nauwlijks genoeg zyn Luc. Jaroorwnan Nu by J^ficxrw/, en andere, ik moet haar niette veel toeleggen, aldaar leert men feer licht, want (iet een:,, l.oe wcASloiti, Ef iturei en P/4to«»ei.;tiaar2yndcr van cachtentig jaren, die gecrn i^eiyden, dat fe noch niet alles tc degen vtritaan , v.-jn'i gccnc men in hare Secle leerr , (oo dat'ci in kcnniflè van leeringen by haar niets onibrtikt.Zoo an- dere hier m teocnHrevig zyn , f^l nochtar-s ChrykpfHs, y4r\jïou\ts]tr) Vlaio -. at met loc chcncn , I 28 F ó ! of van de Se^ in, 6^y chenca , woormmcndyk Socrauiy die men vooral niet ver fuinnen mocc, dieopcnriykbe- IccJcfi heeft , d.u lay niet alleen alles , maar in 't gencraa! nic:scn wift, >fdat hy alleen wift, dac hy niet wi(t. L nt ons eens van 't bej^ia af tallen, twintig voor Pjthagorafytoo vcci voor PUto , en w^img minder hebben wy de and::rctoegcIci:. Hoe veel jaren bo'oopen d u wel t'zamen, fooder tien Se^cn ia dc l?hi- Jorophiezyn. Herm. Meer ah twechonicrf, LucUne, Luc. Zdo fiet u raadlaam dunkt , Iaat onj d iarcen vicrd? dcc! af nemen, en necutoaaac vijftien jaren tot ydsr ftudic , of Jaat ons lie- ver de helft nemen. Herm. Gy fait veel beter konaen bcHui- tcn wat nicn in defe faalc doen (al. Ik fie nu •\vel dat in de(èr manieren fecr weinig al de Ss£tendoor Iceren, al was'tdaezy van kims- bcen af begonnen, -^uc. Wat fond gy ons nu beft raden H9r» wotiwie^ fuUen wy nu loochenen e i vcrfoejen, j dicwy te voeren opeitlyk beled-n hebben, te weten, dat het beft is niemant uit te kiefen , tenzy hy een ydergeprobeerc fia [' Jiedan dc Grvirent'ieit nieten K:?cft , m yzz dan niec na een Orakel te werk gaan  ? Herm. h. Luc. Ik fie \xA du het (%ern"»o'^ike!iik 15, dat wy. 200 out dien Jen te wcrden,om  :lie il- tcmail tckom^n beproeven ,om vin dc bci'tc uit te kiefen. Eer wy dat d )en , m )ete n wy in den duiltcrdaafen , en by geval hen» mcc de voet 28 F 6 f 66Z LuciANi Hermêtimns, voet tegen loopcn , die wy moeten hebben. En dat ons ecrft voor de hand komt, is her ge- ne welke wy foeken j en dat door onwetcn» heit ran de waarhcit. Herm. Ik weet niet waar^y al die waar- fcbijnelykeredenen vandaan naait. Gy ver- vrart my met al u fpbtyle difpuiien>die weinig tot de fulke doen. Het fchijnt dat ik heden een ongelukkigen dag gehad heb , om dat ik u te- gen gekomen ben > ik was al inde haven van goede hoop | en gy hebt my in een onuitvlic- deiyke wanhope gebracht. AVant gy toont dat men d'c waarhcit niet wel kan weten > om dat'er foo veel tyd toe hoort. Luc. Waarom wijd gy dat u Vader Af e- ntcTAUt^cn u Moeder met  ?of liever de natuur der faken  » die voortbrengfter is van alle din- gen , datfc u niet een langjarige en langleven- de Tithonut gemaakt heeft , en dadê dc Menfch een beltemdc cind-paal gcfet heeft, ten hoogften van hondert jaren? ik heb met u. difputerende, bevonden, wat men uit onfs re- den kan halen. Herm. Geenfins  : maar gyzijt altydecn fpot-Togel, ik weet niet hoe gy foo een haac tegen de philofophie hebt , die gy gefoutc en gepeperde fc himp- woorden toe- kaatft, CH t'eenemaal fopt. Luc. Wat dc waarheit voor een faak - - fult sv en uw Mcefler , die in alle wijsheid en gcleerthcit doordrongen zyt> beter uitleggen. Myn dunkt dntfe toe- hoorders niet te fccr vermaakt , om datfc recl 28 F 6 ♦ ofvandeSeüen. 66^ veel flecliter cn geringer is dan dc leugen, want die by de Mcnfchen in grooter achting en aanficn is, om dat deze dan geen valfigheit in üch heeft , zy twift met groote vryjighcid onder de Menfchcn , daarom maaktfe groote mocjely kheir. Want gy houd u nu qualyk «  gy neemt myn woorden niet wonder wei af j om dat ik de waarheid hier over wilde (eg- gen, ik heb «  opcnbaarlyk getoont, over wel- ke wy groot bcgecren cn verlangen hebben , daarfe niet wel tekrygcn zijn : even als of gy op een Stok-bcelt wonder vcrfot waart jcn <Jac gy u inbedde dat te konnen tot u wil krygen, meinendedat het een Menfch was: es dat ik daar nafag.en u uit liefde bekent maakte, dat het een Bcclc van ftecn of koper was , dat gy lict tot u wil niet krygcn kondet, en gy fcggcn zoudet dnc ü: daar qualyk aan gedaan had, om dat ik niet wil dat gy bedroogen wert, die daar hoopte op cenige belagchelykc ydel- hcit. Herm. Zegt gy dit , Luciane  ? on dac- men geen moeite tot dc Phüofophie fou- de aanwenden, maar dat wy foo fouden als weet- nieten op en neer gaan. Liic. Wanneer hebt gy my dat hoo- rcn fcggcn  ? ik feg dat niet als of men met en hoorde te Philofohcren , dat zy verre. ^ Maar ik feg , als men in de Phi- lofophic fjl Ituderen, cn door vcele we- gen tot dc deugt komen , dat men dan dc naaite cn kortfte weg zal Toeken in te man. Als ons vcrfchddcnc dingen voor- 28 F ó 'lm "^(Jyo LuciANi Hermotlmus, gcflelt zyn, hoe fal ik daar weten het befte uit te kijfenjtcn zy ik ydcr ctrfi fal beproeft htb- ,benr daar naof hctrcifcn lang is, en of'erhaalè Iccncindis. Nd3at\Yaidimkiutvtnv\tl? fu!* ey > qlgtn, 4at wfcKxcvrii v«t>r dc hni.d kcnu  ? Saarnvpdf.i^bilüliD: ^ , ^nialdic ti dau winftlpy brengen? l.ltRMi Wacfaliku pi vcc: antwoorden, daar oy fc{;t dat nicmant wcl lccrc n kan , xlxx zyl y ouder wicidali de Yc?gcl Phm'tx , cn ydcrSc^e beproeft had  ? gy achr het ook ntct voorgoet, die te geloovcn , die daar Jangc ondcrvindingc van hebben^ die het prijfcn, en daar "topte gttuigcnifie weten van tc geven. L vc. \^'ic zyn die vcck? welke daar in gc- couf^j-tzijn, tndoorneerftigcnderfoek daar fcerctvarcn in zijn? n^aar foo een vond , die fou my alleen genoeg wcfcn. Maar ah gy ir^y een Prooten hoop onervarene brochr , die lal ik niet licl.t gdooven , totdatfe van alle (aken ];t f rechte befcheit gekregen hebben. Herm. Gy hebt dan alleen de waarhcit dooifpiegeli , alle de andere van dicphilofo- . i,citn,fijnftoutenfonderoordcei- Liic. Gy bcfcl.uldigt roy. vreefTclyk van leugen f/ f rwoi/we,Nvant gv en fchaanu u ni«  ' t : fesgen, dat ik my boven alle andere fiel, aU ot ik" ,ny in 't getal der Nvijfcn wiUe gcfielt lic^bffi . Gy fchijnt vergeten te hebbeij r geen •tevoPrengcfegtis. Het fou te veel ge fegt 7vnTaat ik de waarhcit alleen boven andere föu mten , aaai ik met al dc lelt onervaren 28 F ó ofvaudcSeSien. ^-r He!im. Gy fcgt, (fatmenfe altcmaal bc- hoordcte beproeven, en dat'cr geen beter njiddcl IS om uir tc kicfcn. Maar het is ir.eer als beJagchclijk, dat men daar fo vee? jaren aan te ko/bn füu Jeaacn : als of het jn geen min- derrnJL'ondc volvoert werden. Het fchijni myfecr licht, tn (onder mocirc byna. W ant menfcgr darecn vandcBeeIrhouwers Cikgc- Jcofdathcr n'.diat is) . uit Jc tengel van ccn Lecuwafmcten kon,liocgroot het hecIcDicr ge weed was , foo hy alleen met behoorlykc proportie d'andcre ieden vorrfldc. Ik ben van dat gevoelen ,dat het u ook foo gaan fou, wan- neer men u een mcnfchcn hand toonde , en voorts het heelc lichaam bc wonden was, wel haait fou feggcn dat het een Menfchcn li- chaam wa$. Al fo kond gy ook deprincipaalrte hooft-ftukken,daar de meefte quxftie over is, m leer korten tijj op een dag leercn. Die ac- curare en nau-.vkeurigc kennis, daar veel tijd l toe verou,/ fou Je werden, en isgecnfinsnc- r dfgom het bc/le uit te kiefen, maar daar dient veel oordeel r^c. , Luc. leniini, hoe vaft ftaat dat op fjn voeten, Mermoumut, \ geen gy ons daar fci-r dat menu -cd.ecicnhet geheel kennei »an. Umzvx datik yit u redenen anders vcr- ?;32"heb, d,t diehergohce!vcrnaat, dat die de dcelcn koenen fal; en. die maar een deel Vcm , dar hy <.rurom geen kennifie heeft van de heele faal.. Hoe kon nu Vhilas weten dat het de tengel van een Leeuw was , ten zy hy tcvoorenecn Leeuw gefienhadj foudgyook pp itr/tont 28 F ó èj2 LttciaNi Hermtimusy terftont durven feggen dat het ccn mcnfchcn hand wasjten zy hy te voren menfchcn gcfien had? antwoort , waarom zwijgt gy  ? wilt gy dat ik op dc vragc die ik u voor Itel, voor u ant- woorden ? om dat gy niet kond antwoor- den ? zoo het zoo niet is> (ou VhidUf onver- richter faken moeten wederkcercn. 't Geen gy voorftelt raakt de faak niet eens : die gely- kcnilTen komen overeen als ccn Koe met een End-vogel. Phidia^ noch gy , Cou uit zoo ccn gedeelte niet hebben konncn oordeclen , ten zy datzetc voeren kenniiïe van her gehcd oehad hadden. Maar in dc Stoife Philofoph je, hoe kond gy daar uit een deel, kcnnilTci'van het aehccfkrijgen?hoe fult gy dat goctkonnen makken  ? gy weet noch het geheel met , wiens dcelcn dat zyn, Gy zegt dat men dc prmcipa- le hoöft-flïikken der Philofophie m ccn halt uurtje kan tooncn; te weten,hct begin en ein- de van alle dingen, dc gevoelens van dc Go- den, wat haar van dcziel dunkt , dat fommigc zc22en,dat alles Iichamelykis,andere weder- om , dat'er ver fcheide onlichamelijke dingen zijn. Zommige nemen dc welluften voor het hoogfte goct ; andere (tellen, ik weet met wat, voor een betamclijkheit, en meer andere diiilentdcrlci dingen. Dit fou men dan foo lichtelyk konnen onderfchciden en bepalen, hier fou niet te beknibbelen vallen >er di^nt wel een heel jaar ten minflen toe. Hoe meil^t e y d«t die gcfint zijn gc^vccft , die daar hec^ ioliamcn van gcfchrcvcn hjbben^anders ner- gens om , dan om andere daar coc aan te ra- 28 F ó 9fte Bcfèenders^ ^75 1 den , dat die dingen waar zyn , (foo ik mein) i welke weinige licht te Iccrcn vallen. Nu J hcbcgy wel ccn Priefter van doen , om ccn j beter cle<^ic te maken : ten zy gy onvcrdriecig i in deSrudie waart , cn ydcr Scfte wildctbc- Ifocken. Ik ben daar niet hart tcgpn, datmcx» 1 dePhiIofophic op zoo een voetniet cnfoodc ) konncn verkorten , gy hoefde al dicverfchei* - i dcnthcden van zaken niettewetan^oogy de
  • Priefter alle hooft-ltukkcn hoordet lefen * cft
voor ydcr punt een ofterbandc dedet Op deao >vijzc fouGod u van zeer fvvare arbeid konneit I vcrlofTen , wanneer hy uit de ingewanden r-  ! toonde, wat gy beft mocft uitkicfen. Wiltgy»
dan noch een nader vcrkortinge hebben,TTaafi
toegy geen offerhanden hoeft, noch gccii 3 Pricliers met groot geit om te koopcn : maas
werpt de looten in de kruik , op welke dc na-
( men van de Philofophcn ge/chrcvcn ftaanjCW .Iaat dan een Jongetje van acht of negen jarci» ! daar een lootjcn uit halen, die hem eerft in do
hand komt 5 het lootjen dan open doende ,
izultgydadclyk weten , wie gy inde Philofo, (phic fult hebben te volgen. Herm. Dit is rol fchimpige Ipottcrnie» vsnugcfegt, LufUne, hebt gy oit wel wijn {gekocht? Luc. Jadikwyis. Herm, Loopt gy dan in alle kroegen Cit ^herbergen om die te proeven en te dingen > Luc. Geen fins. Herm. Ik geloof dat zoo gy in 't begin ^Koedc wijn treft^ dat gy daar by bhjfr. 28 F ó i ^74. L u C I A N I Hermotimus , Luc. Javoorfekcr. HEaM.Dcrhalvcn kond gy uit dat wcinigjc wijns proeven, hoe het heele vat is. Luc Zonder twijfFel. Herm. Dat gy dan een anker wijn wildee koopcn, cntcgenalde VVccrtsfcidc, gccfc my een Ocxhooft te drinken , op dat ik wetc of de hcele wijn goct is of niet. Zouden zy u dan niet met recht voor een narrekap hou- den : voornamcntlijk  » als gy daar wat hart op aandrong , zouden zy u dan niet wel met een emmer waters over de huid fmijtcn > Luc Ikgeloofja, en dat niet zonder re- ^^Herm. Even eens zijn ookdcPhilofophife dinpcr.. Wat hoeft men het heele vat uit tc drinken, daar wy uit dat kleine dronk je kon- nen oordeelen, hoe het heel te malen is  ? Luc. Hoe glad zijt gy als een Anl by de ftaart » gy doet evenwel noch weinig op : gy wilt de flootmijden, en valt in de gracht. Hbrm. Tot wat einde zegt gv dat? Luc. Om dat gy van de wijn fprcckt die in gelykcnifTe geenfins overeenkomt. Ik weet «k^thoegyz'l.ecn gelijkemffe kond bybren- een , die Hemel noch A.irde raakt : als alleen Sat de Philofophen voor geldt te koop fetten , eeliik de Herbergiers , welke zy onder mal- kander menden en verbaftcren , ook meteen qfadcmaatlieuitverkoopen Gyfcgtdatdc Wijn die in het vat is. eenderiet foort van ^i^ is, tot hier toe hebt gy wel .efeg^ Zck> ymantdaarccnweimgjcafproeft, zoo weet 3 i . ! 28 F ó of van de SeHen, 675: hy hoe het hcclc vat is ; hier in kan u nicmanc tcgcnrprckcn. Leert dan u Mccficr dagclijkf altijd defcHde dini^Cn? brengt hy noit ver» I fchcidc llo/Fe voort? ik weet dat'er vctfcheidc '\ diiilitTc zakvQ in dc Plidofophic gevonden » xverdcn. Volhart gy 200 dngchjks hy hem , ' j gelijk \Jlyj[€s > zoo hy ak\]d een en het zelfde • » voor den d.tg brengt , is u niet genoeg , dit gy hciniani eens gehcort hebt? HrRMi. Waarom niet I.uc. Hoe kond gy dan dadelijk met de ecrffc proef .dies weten? hyfingt niet als de I Koekoek ahijd eenen zang , maar hy brcngc i altijd wat nieuws voor den dag. Gy zult hief j zoo dronken niet van werden, als van een vat I U^ijnsuitiefuipen. Ikmcin dat God in de ! ■ t bodem van dc ton dc geheimen der Philofo- I phic verborgen heeft. Gy moet het gchecJe ' j nat rot dc gront toe fiiiver uitdrinken , zoogy ' Idic aangename Goden-drank wilt drinken, f daar gy zoo langen tijd met drooger keclen t begeerlijk hebt na getracht. Dit hebt gy zoo ' lu fclven wijs gemaakt, dat, dicfe maar met dc i lippen effen gcproeft had, terftont kundig van Idegantfchc Philofophie foudc werden. Gc- ilijknls men vandicSVaarfcgflerteDe/// vcr- xi ihaalt , welke , foo ras hy uit dc heilige riviere «gedronken heeft , wert zy van degodlijkhcid' opgetogen , en geeft Orakulcn , aan degene 'die daar by komen. Maar , zoo is het met de Philofophie niet. Gy , dicnu alrecdc dc helft ivan het vat uitgedronken hebt 9 zegt dat gy ip jnoch cerft begint. Hier fietgy dan wel datgy 28 F ó i ^76 LuciANi Uemotimusy aePhilofophie daar niet al terecht by verge- leken hebt. Het Vat en dc Waart willen wy uiiochiocftaan , maardaar moet geen Wijn j inWfèn,maar een verwarde bycen-ramelin- .♦e van fadcn , boven de Tarwe , waar onder looncn leggen , na defe volgt de Gerft , hier f onder de Wikken, graau Ertcn, en onder op v de bodem aldcrleifoort van Saden. Zoo gy r nu by een Kramer gingt om Saden te koopen: en hy u van dc opperde Tarwe ^ooeenjgc i greinen in de hand gaf: kond gy daar dan uic 1 oordeelendatdegraauErren, en dc Wikken r wc! gczuivert en goet waren, en dat dc Boo- • nen niet en dochten? j, Hbrm. Gcenfms.  ! Luc. Alfoo kond gy van een Meefter ooi* < deheelcPhilofophiewcten. Hetisgeencen i faak alsdeWijn, daar men uit een proefjcn weten kan war de beelc ton in heeft, 't Geen ( nu wat verfcheidender is,moet wat necrltcly- ker doorfocbt werden. Zoo ymarjt nu eens fuurcotaommeWijn gekocht had, zoo ^ Je fchade weinig. Maar dadelijk zoo m 't m dden van h?t rommelfootje te verkee- . -n is wat quader. Die nu een Ocxhooft j u.tdronk,om een Ankertjen te Koopcn, j ^JUu de Waa.t fchade fcn — zooeulfiequamteproevcn. tisalhtcian S ae Philofophie gelegen  : ^^ant a/s gy hir veeldronkf, zoofou het vat niet leedig ^ werden , noch een Waart een. ge fchade h,- ^ - i i ■i 28 F ó ofva7ide$e£ien. öjy contrviricj zDoloopc het altijd uit hervat dci Danuiji Maagden 5 wat dr.ar in gegoten \vcrr, leekt daar weder aan alie kanten uit: foo'gy daar veel afnaamr, Touw daar ook vee) nv - blyven. Ikfal u nog wat anders wegens deic proevingc voor den dag brengen. Denkt niet dat ik fulks ten nadeel van dc Philofophit ^efcgt heb, fo ik de felve vcrgelyk by ccn vc r- ^iftig fenyn, gclykalsde fchecrling, woifs* wortel, &c. want al is't daifc een doodelyk fcnyn hebben , (oo dooden (y niet yniant ter- ftont, wanneer men d iar een wciiMgjeiuei dc nagel afkrapt, en in lighaam krjjgt : en gy fcgt dat een wcinigjcn genoeg is , om volko- men kennilTcvnnde Pinlofophic tc krijgen. Hermot. Ikgccfu gelyk , Luciane ^ loo als gy felfs begeert; wat hoeven wy hon- dert jaren daar toe te nemen, en fgo vcci in'erksdaar van temaken , als ol niemand an- ders foudc konnen Philofophccrcn  ? r • Luc. Laat u dac niet l\vn?r en te höo» fchyneni f/etmotime ^om na te hoorcn. Want foogy in het begin de waarhcit gcfcgt hebt , tc W'eten , dat dekonftlangis , en het leven kort '3 foo weet ik met waar over gy foo hef- tig ont flc kcn kunt , t*en zy gy binnen een daj^ tyds Chrypf^Ht , PUt9 , cn Pythagtirns kon- det werden. Herm. Gy legt my lagen , Luciant, orti tc verwrikken : ik heb u nooit geen quaat ge- daan; maar dit is uit enkel nyd, om dat ik my fclvcn in dc Philofophie fock tc ocfFcnen; ti\ dat gy foo out geworden zyt , u ncf ^ 1 28 F ó m éyS LuciANi Hemoilmui , gcns toe begeven hebt. Lttc. Weetje wel wnt gy doen moct*^ i\gt my gelyk alsofik mclancholykcnia- fcndwas, niet eens na rny luiftcrendej en J«ac my foo maar in myn raaskallen voort gaan : gaat gy maaralfoo in uw ftudie voort % gelijk als gy begonnen hebt. Herm. Gy laat ray niet toeuittekiefcn, foo Iterk dringt gy aan , of ik moell eeriè elk beproeft hebben.
Luc. Gy moet daar welervaren in zyn,oni
niet anders cc fcggen. Maar gy fegt dat ik foo fterk aandring ; gv bcfchuldigt yraanc die on- nofcl en onfchuldig is , volgens den Poc.-t. Soo gy geen reden weet by ce brengen , dic ü defendecrt , foo fal dic violcntie , u aange- daan , noit uicgewifcht werden. Sict eens de reden , fou u nog grootcr ongemak konnen i voorftellen , en die overflaande, foud gy 1 my miflchien befchiildigen. • Herm. WelkcdogHk verwonder my wat tcrborgcntheic daar nog over is . Luc. 'c Is weinig, fcgtgy^ en het is niet genoeg alles doorfnuffelt te hebben , en dan het befte komt uitkicfen  ; maar dat'cr nog een fcer groote fiak van noodcn i$. Hbrm. Welke dan. Luc. Een Cr/ncwr ofreOmlcclder, van deftig oordeel , kloek vcrfhnd , en fcherp- finnigc wetenfchap , om vm fnlkc hoogWJg- ligc zaken to oordeelcn ; dic alles foo met ten ruigften eens doorkeken heeft. Miardiefal ook fecgenjdat'cr veel tijd aan te koftcn moL-c gelcui 28 F ó of van di' Sc Hen. geleid vrerden ,om nües van ftukje tot beetje te be grijpen en op te fpcuren : en dat men dc vcrioevendc en vertragende moet uitkiefenj dat men op de jaren niet moet ficn , nog het liabyt aannemen , nog de opinie van de wijs- hciteerenj maar dat men alles moet doen, als de ^YMfagiun , \vclke nigten dag haat op de oorzaken uitleggen , foo daife hnar oogen nicc flaatiopde fprckendc , maar op
  • t geen gcfprokcn werd. Op dc(c\vy(efuJc
gy wel haart konnen Philof^phecren. Herm. Gy fpreekt na't leven: nicmands leven is ooit lbo lang dat hy alles kan door- fnufFcIen, datbefiet, oordeelt, uitkieft , en uitgekofen hebbende , philo(opheert 5 en dat men niet anders achter de vvaarheic zoude konnen komen. Luc. Ik vrees, ffermdüme, te zeggen, dat dit niet genoeg is , dat wy bedrogen zyn, cn nog niet zekers gevonden hebben  ; welk de viflcher ook wel gebeurt, welke in haar netten yts fwaars krijgen, meineade datfe een grooien hoop vifch bekomen hebben j cn als Iv dan moede genoeg van trekken zijn , foo hebben fy maar een groote fteen , of een vat met fanr , &c. foo moeten wy dan tocfïen , dat ons fulks ook niet en gebeurt . Herm. Ik weetniet watgy met die net» ten wilt, als om my in woorden te vangen. Luc. Ik fal u daar wel weder uit redden. Ik weet dat gy feer wel in het zwemmen er- varen zijt. My dunkt als wyle nu alle beproeft hadden , foo fouden wy nog niet te degen 1 f 4 weten- 28 F ó 6%Q L u c I A X I Hertnotimus y weten by wie de waarheitfchuild ; miffchicn heeft niemand van nllcn dc \v\iariieit. Heicm. MeiMt gy dan dat die by niemand ran haar allen te vinden is. LüC. Het is onfceker. Mcim gy, dat fy tct niet fouden konnen liegen , cn dat de waarheit mifTchien een ander zaak kan zijn , iiie by niemand te vinden is.. Kerm. Hoe kan dat z ij n> Luc. In defer manieren : Laat de waar- heit ons een (eker getal zijn > als twintig ; foa ymant dan eens twintig boonenin fijn hant ^nam, en aan tien perfoonen vroeg , hoeveel booncn hy in fijn hant had; d'cenc moge feg- gen zcren , een ander dartig , de derde vijftig, ca fo elk het fijne; een fou 'c miflchien by ge- luk wel cadea kunnen j dunkt u dat ook 200 niet  ? Herm. Jafekcr. Luc Dat is dan niet onmogelijk te geloo- ven, dat fy alle een valfeh getal raden, foo ïatnicmam het juiit en komt te treffen. Wat antwoord gy daarop  ? Hérm. Sy zoeken akcmaal het geluk ea de waarheitop defe manier  ;en wat de faak aan- gaat > daar droomt dcfedit, cnd'andcrdat van : defe feit de welluft , d'ander de bctaanu Jijkheit , een ander ver fint weder wat an- ders ; een moet het evenwel treffen. \Vy fchijnen tegen de zaak aan het einde te willen foeken. De waarheit behoorde ccrft bekent, tczijn , cn Jat 'er een van al de Pailofophcn vid^i die dc zaak tc degen wift^ cndanop- fpcu- i «  1 4 t i 28 F ó /}>f uren wie men beft geloof mogt geven. HcRM. Al was 't dat gy nog foo veel deed, gy kunt evenwel de regte waarheic niet vin- den. Lrc. AVat vraagt gymy, goede Heer? of onderfoekt gy de rcdén noch  ? die Cal u mif- fchien antwoorden , dat het nooit fekerfal worden *t geen gy legt. HtRKf. AVy Zullen evenwel op die voet r.ooit geen Philofophen werden  ; maar dat het beter is 5 dcfc dingen te laten varen , en televen gelijk het gemcene volk. Luc. Dargefchiedefoo als gy fcgt, dat men niet veel kan philofopheeren. Gy ge- bied ymant die philofopheeren wil , eerft een .! goede uitkiefinge te doen, cndatdiebeftaar, » dat men ecrft yder fal beproeft hebben ,en dan i de waarheit uitkiefcn. Al die lange jaren doen ( ymant wanhopen om daar toe te geraken, foo i dat ymand dé waarhcir binnen fijn levens tijd I niet kan komen te weten. Dit dubbclfinni- j ge hcbtgy ook nog niet wel overdacht ; want . 1 gy >, '^ct onzeker is, of de waarheic j van de Phifofophcn wel uitgevonden is.Soud j gy wei derven fweeren , Flermountê , dat de- ^ lelve ge vonden is? Ik altoos niet. Ikgaorh > kortlieits halven noch al verfcheidc dingcrt> S verby, die ik anders (oude aanraken. Herm. Welke dog Luc. Hoort gy de Stolde Eptcuretn en \PUtomci nitt feggen, dat 'er zijn die goede ' redenen hebben ; cn wederom , dat 'er fom- i mige i'ccncmaal overwonnen zijn , ondcf** ff 5 welke WÊÊÊm 28 F 6 ^1 L U C I A Nf t HfrmotimHs , wlkc nochtans veel aanfienlykeengcloo.' waardige waren i Herm. Dat is waar. Lu€. Is hcttlannictecngrnotc fiaf?, d[c vol arbeids ftcekt , de ervarene cc oadcrfch.*!» fl cn van die onervaren z i j n . He&m. Ja tügh. LiTC. Soo moert gy, waatuci de belle i van dc Stoicl wiUct kennen , niet tot alle , maar tot fommige van haar gaan , om eens te beproeven , en een goed Mccller op te fpeu- len , die in alles wel afgerigt is. Gy moet de lange tyd over confidereeren , 't welkik al willens vergat , vrccCende dat gy daar over pruttelen foudet *. dit een mcin ik het groot- je cn noodzakelijkfte van allen te wcfcn. i>an is 'er een goct geloof , en een onbcftan- digeonbedricchelijkc hope overgelaten: an; dcrs foud gy niet konncn doen , als hetqua- dc van het goede fcheidcn , gelykde WüTc- Taars het quade gek van het goede weten tc fchiften- Dit gedaan zynde, moet gy komen iot het overleg van het gefeidc > foo me: , foo moet gy lijden dat y der een, als men fcgt, u by de neufc trekt ^ of dat gy de groene Olyf- tak volgt, gelykdcfchapen. Men kan u nog heter gelykenby het water dat men opdeta- fel gebruikt ; alwaar y mant u met de vinger na toellcekt, daar werd i gy ge voert. Oinoch beter by een r»edt)e , dat aan de Rivier walt , 'twelk lich na alle winden buigt. Alfoo gaat het ook met u , als gy een M^erter gevonden kibt, welke foo Ty u alle oitdcrrcluiden cn war- 28 F 6 of'Oan de Se^en'. waricnoopen van dc kon ft gclcert heeft, foo fulc gy ophouden u met meer fwarighcdcn te belaften. Gy fulc dan wel haaft ficn wat het befte is ; dc waarheit fultgy dan door dc- fc korte kon ft wc! haaft van dc leugen ken- nen ondcrfcheiden  : gy dan een tc degen na u fin uit gekofcn hebbende, fult uw beft in de Philofophie doen, cn een dry dubbel gewcnftc geluk verkregen hebbende, fült gy daar vermakelyk mede konncn omgaan , hebbende dan overvloed van alle gocc. Hfrm. U woorden geven nu wat meer hope als voordelen , Lucmn*. \Vy moeren al ons beft foo een man opfoekcn , om door fijn toedoen tot foo een kcnnilTecn oordeel te geraken, voornamclyk, tot een onbc- driegelyke betooningc; dan fil 'r, mein ik, \xq\ Jukken, het was anders niet om over tc ko- men. Ik weet u grootcn dank dat gymyfoc) makkelyken en korten weg gctoont'hebt. Luc. Gy kont my geen dank wyten. Geen ik u voorgeleit heb, i$ myn vcrdigtfel niet, want gy zyt hier meerder van hoop vcrftekcn als tevooren. Het gaat ons na het fpreckwoort, dat als wy lang genoeg gear- beid hebben ,roo blyven wy nogcven verre. Herm. Hoe dat foo? gy fprcekt nu wcdcc het hert uit het lyK Luc. Want als wy nu al foo een man be- vonden hadden, die ons al beloofde de waet^ heit te Icercn , foo behoefden wy hem dah nog geen Rcloof te geven , maar dan moeftcn wy al \vcd«rccn ander opfpcuren,dic ©ordeé- Icu Early European Books, Copyright© 201 1 ProQuesf LLC. 28 F 6 ^4 L u c I A M I HermtimM , Icn kon of die man djar toe bcquaam was of niet j als \Ty cian a! f )o ccn hadden , dte fulx fciiietc konncn docnjfoo waren wy al weder onfckcr, of hy dat al doen kon , alfoo foudcn wy in der ccuwighcit tot ons voornemen niet konncn komen. Hocfoudcn wy nu dan oordcclcn , of foo ccn wel oordcclen koa ofnict  ? fict gy wel. hoe ver fich dat uitftrckt , «nhyaltyd beiden is» na dat hy niet en kan lanncmen  ? ook al de dcmonftratien foo veel gy der foud vinden , moeten vals en fondcr fondament wefen. Sommige dingen fouden fo wat gcly kenen, en evenwel ver van de weg afdwalen. Gelijk als ymandt wilde tooncn Tnogelijk tc zijn, dat'cr Goden waren , om dat'cr quanfuis overal althans zyn. Ik weet niet FJcrmotime, hoe ons dat ongeluk trett , ^atwy, gelijk de loopcrs wederom tot ons begin komen  » en cefpcraat in alle dingen werden. Herm. Hoe merkelyk bedriegt gy my > ZuiUne, my kolenvcrkopendc in plaats van fchattenr het js waarfchijnelyk , dat al die jaren in welk ik geftudeert heb, fondcr vrucht ijjn doorgegaan  : cn dac daarenboven , die overgrooten arbeid noch niet uitgeput is. Luc. Het fal u noch foo red niet rouvTcn , Utrmtümtt wanneer gyho»rc dat gy niet alleen van u hope vertekcrt zyt, maar dat al dePhilofophen om dcfchaduwvaitdcn Ezd (daiisommetmctal) twiilcn. Kan ymand dat wel over korncn , 'i geen gy tci (font bc- ked^ «idt IC konncn gcfchicdcn i het g^»at mee m üfvan de 3e&en. (58 f fnetazoo, als met degene die dcFortwin al rcliieijcndcbcfchuldigcn, om dai hem niet gcoorlofc was in den Iiemcl tc klimmen , oidn hy niet n!s de Zcc-mon/iorsmccht van Siciiien na C^^r-f/ zwemmen , of vn ccnen dagvanGrickcnIant af na het uircrfic Indien- mogt reifen. De oorfaak hier vnn «s millchicn ditgyfulx hoopte, 's nachts gcdroomt, of het by fijn felvcn vercierthad : ccrft weinig verdagt zynde offulx gclchiedcn kon. Voor- namenthjk u mijn vriend, alsgy drergelijk* vrccmdighcden droomde , cn u de reden- wakker maakte : zoowiertgy daar over ver- boort, nauwI;jxuoogcn openende, om de vermakehjklieid die gy in den droom fugt. Die iTg inbeelden groote fchatrcn cn rykdom- me/i tc hebben , gelijkcnen u wel , wanc zy mcinen groot geluk , gtk en goederen tc bclittcn. Gchjk nis die Goddinnedc 5*/af- tt veel uitre.ht, Tonder groote moeite, want die is liberaal, heerlijk, en geen onmoge* lyke dingen rcgenrprckcnde. Dat ymant wil- de gevlcugclt zyn , de Caloljen in groorc overtreffen, of goude bergen vmden,zy fou het hem betalen. Als'er dan maar ten km komt, by die gene die haar fulx inbeelden > om een ftukjen broot te koopen , of als den Huys-hecr om fyn geit komt, foo hebben zy niet een fier, ja nauwlyx een aars-wi(ler , cn foudenzoocen kint wel de neus afbyten van toornighcir. Wilt u fulx niet alty ima fineren, lieve vriend , cn u groote fchatrcn inb veelden, gc»:nlins mst Jc natuur van onfc C:kik overeen Ff 7 ko- 28 F ó <r>86 LuciANi liermot imus , komende, cngyficc dat niet tcl>-komen zyn  : ikbenu vricnt, daarom fal ik met lydcn, dat gy al u leven lang foo droomcndc gaat : in de overise tyd fan leven zoo doet d u bcterècta- melykis, en met de handelingen en natuur derlmenfchen over een komt. \Vant dat gy te voren gedaan hebt, en nog doet , ooknogii- beelt, verfcheelt weinii: van dcfabulcnvan een Flippocenuuriit , Chimeray en Gorgo- ntn. Want dit fijn al maar droomen van fchtl - ders of poëten verfiert: dat het gemeenc volkje gelooft, en fcheppcn vermaak in fulx te hoorcn vertellen , om dat het wat vreemt luyitert en wonderlyk is aan te hoorcn. Als gy daar zoo een rabbclacr hoort vertellen dat- ter eens een fchoon vrouw menfch was 9 die de Gratiën [dis in fchoonigheit overtrof, foud gy dat dadelyk meerder geloof geven , en niet eerft denken of hy waar feit , of fulx wel kan wefenf gy foud 'er anders wel op verheft werden. Gclyk Mede<t die door een droom op lafon verliefde. Het geen dat de oorfaak defervcrlie vingewas, isdatgy, foo veclopdatdenkbecltopgehitftwort, cn den vertclder , foo ik gis , te veel geloof gaafc, voornamcntlyk wanneer hy reden begon. Hier luiflen gy principaal na, en foo trekt hy u by de neus, voornamenilyk als gy hem wat toegaaft, en hy merkte dat gy het ge- loofde. Alfoo is het met de reft gelegen, zoo ik mein  ; want niemantonderfogc 100 nauw of het waar was of leugen. Maar hy volgt de roetftappen na van de vorige , of gclyk dc 28 F 6 ofvandeSe&en, 68; fchapen haai- harder of den ram, daar men tc voorcn ccrit behoorde alles tc overden- ken. Dat ik nog feggen fal , fidtgy midchien nog beter vcrltaen. Soo i!< u ycs tc voor brenge , dat het vorige niet ongelyk is. Dat- ter eens yman: van depoctcndc itoutighcit van HercHhis gebruikte, feggcnde, dittt-r wel eercyts ccfi gevecht was met dry hoof- den en fes honden : dan foo moctmen in 't be- gin fig bedenckcn of dat met watfabela^rig Ichy nr, of het wel geloofwaardig is , maar gy moet fulx niet tci Hont voor de waarhcit aan- nemen: als hy lag, dat gy het voor de waarhcit aannamt , foude hy al voortvaren , en feggen dat hy fes oogea gehad haJde, en foo veel ooren, daar ca boven dat hy wel dry ftem- men eens tc gcly k gcfproken had , cn door die monden eten in fwolg , dathy iiQn\o w'mgcTS had. En foo dikmaals het oorlog was , had hy in ecnc hant een fchilt , in de tweede ee n fabel , in de derde een degen, m de vierde ccnpyl, in dcvyfdcccnpyk, cnindel.ut- Itcecn houwer. Wie fai nufooecnbomc konncn gcloovcn  ? in 't bcoia hoorde men dan eens te overwegen of het foo kan zyn , of 'er geen regcnftiiidighcden in waren, ecrmen dat voor fckcrmoGUc aannemen. Wanneer- men het in 't begin heeft toccjefhien , zooLia men in 't gevolg niet loochenen. Wa-u dooi hefdc en twifè zyt gy in 'c besm foo in^ -no- men , dat gy da^r niet op eti let, ondertuf- fchen giarmen al voort; gy zyt zoo verlan- gende na hcc toekomende , datgy fiet teilen- woor- 28 F ó luil ««I LuciANi Hermot imuiy woortligc verfuimc met het voongc vcrge- lykcn. Gclyk als of ymant fcidc dat twee- maal vyf feven was ; en gy hem geloovendc, niet by u felvcn overtellende > foogaathy al yoortdat drymaal vijf, veertien is, dat hy dan zoo lange doet als het hem goet dunkt; gelijk als dat ligt in de meet-konl^ kan gc- Ichicden. Men weet wel hoe het met die lui- den gaat die cerlt een faak vinden , welke op een los fondament de gantfche waarhcit wil- len bouwen. Even ishetmctu-licden, die elke Sede die gy volgt, meint dc zekere waar- heit te zijn , daarfc zeker niet anders is , dan een gevolg van leugens. Ondcrtudchen werd gy-lieden opgehouden met groote hoop eer gy de waarheit ziet. En als gy out geworden 2i)t, en begint te merken, datgy grootclijx bedrogen zi;t , foo Ichaamt gy u noch te fcg- gen, dat het maar beu(elingen zijn: daarom verhard cy daar in , een ander die aanraden- de en aanprckende. Sy trekken daar yder een toe 5 op datfe tot folaas mochten fien, djtfe niet alleen bedrogen zijn. Sy letten weldnt fvde waarhcit niet fcggen , want dan fou- <len fy van alle eeren aanlicnlijkheit verla- ken , en boven hetgemeene volk niet aange- ven werden. Men vint'er weinigdic beken- nen durven dat fy bedrogen zijn geweeft , en een ander daar afraden : foo gy foo een man ¥ind acht dan dat die man de waarheit fegr, een liefhebber daar van is , en met recht een Philofüoph mag genoemt werden: dc andere- weten van dc waarhcit weinig i alhoewel fy fchij- 28 F ó of van dc Soü^n. 689 fchijiicn gclecrt en ervaren te zijn > foo fy dun al wat gciecrt zijn , dac is zeker (oo kleinen gering , dadc hcc uic fciiaamtc niet ilurvcn voor den dig brengen, want fy by govolg vrn haar eer cn waardighcit fouden verftcckca werden. Wy willen dan laten varen 'tgccu wy getwift-redent hebben , cn dat niet meer gedenken: gelijk men fcgt dat tc ^thentn onder -Ewc/iie/ gefchicd is. Laat ons al eens /lellen dat de Stoife Sccle dc befte van allen is;, laat ons ook eens Hen , of wy die eeniger ma- ten konnen na volgen , of fy daar in vergcef- Cc arbeid doen , die fig daar toe geven. Ik hoorfchoone belofccn en groote woorden» dar die fich tot de Philolophie gaven , cn des fclfs toppunt bereikt hebbende, wonderlijk gelukkig fuUen zijn 3 en dat fy ook alleen alle oet fullen befittcn. Gy weet beter dan ik > at 'er nooit ymant van die rang is gevonden, ofdcfelve is bcfmet gcweefl met toorn , gclt- gierighcit ,nyd , haat , droeflieit». wellultcn,. vermaken, &c. ccntciken voorwaar dat hy noch de rechte waarhcit niet ge\vo:cn heeft. Wantduar noch een weinig aan nuinquccrt, die kan men nog niet voor volmaa'a aanficn ; cn daarom foo lang men fict dat hy noch van dien euvel fiek i$, foo kan men niet fci^gcn , dat hy het hoogfte geluk bereikt heeft. Herm. Ik heb het foo nooit gcHcn. Luc. Wel aan ffermotime, gy fu!: nic willens liegen. Tot wat oogmci k U crt i;c Philofophic, daar nog u Mceftcr , noc'i an- dere volmaakt zijn  ? Jaalklomgy tien ('eu- wcr 28 F ó ^90 L U C I A N I Hermot jmM, wen te rugge , foud gy dan nog wel een ge- lukkig 5<ö»cw» vinden? Ik geloot dat gy leg- gen fult dat ymanc gelukkig is, warneer hy Hechts naby 't geluk gekoaicn is,cn daar geen nuitigheit uit cn krijgt. Wam die voorde deur Ibat , is foo wel onder den blauwen he- mel , ais die noch ver op reis is j alleenig is hy maar moeijeHjk , fiendc naby het gene te te zijn , 't welk hy niet kan bereiken. Om dit geluk te bekomen , mat gy u nagt cn dag af , en dus brengt gy uw ouderdom in duifcm mi- ierien door j gy moet noch twiniit» jaar , vol- gens u leggen , arbeiden en ocfK- nen, en dan zijt gy tachentig jaar. Wie zal u zekerlijk be- loven dat gy noch foo lange leven fult? dan zal men u rekenen onder de gene welke haar deel niet bereikt hebben: ten zy gy u alleen inbeeld te kennen yerkrygen , 'c geen duifent andere ni'et hebben konnen krygcn. Neemt eens dat gy nu al tot u voornemen quaamt , foo kan evenwel een ander dat niet ficn, dat gy daar zoo veel arbeid aan re koftcgclegt hebt, cn hoe men u na uw waard iglieit moet achten. Ook weetik niet, hoe dat gy ver- makelijk cn foet de overige tyd uws levens fult gebruiken , foo oud geworden zijnde  ; wanr gy zijt van ouderdom al kro;n , gy zijt niet vorder bequaam om u te vermaken , daar gy met het een been in 't graf gaat , ten zy gy anders wildot leven in liet toekomende le- ven, wanneer gy dit hoekje te boven gezcilt zijt. Het fchijm my even eens toe , welke omccnwandelingtjcgaan, en ii-ocffcnen, om 28 F ó of van de SeSen. 6 9 ' om des te beter mee Imaak tc eten , cn Cig ver- getende van honger ftorven. Gy meinc dat ik niet weet , dat dc enkele deugt in doe itngca bcftaat , tc weten , in goede cn wijliclijke d.i- dcn , cn die , welke door groot vcrlbnd ge- Iclïied. Gy-lieden, dievoordeftigc Philoib- phen genocmt werd , na dat gy in defe dingen een weinig befigzijr , ioo hair-klooft gy over cenige flegtc woordjes > gy maakt fluit-rcdc- nen en warknoopen , en in (ulke vuiligheden ^'i^ &y ^ gantfchc tyd fondcr cenige vrugr. Die nu dc veerdigftc van dien hoop is j dic agtgy dcliefftctczija. ik mein dat daarom uw Meefler foo in eltimc by u -heden is, wel- ke nu Hok out is , \iy weet fijn Difcipulcn mcc al dele loopjes cn warknopen op te liouden cn tc verwarren , en hoe men ymanc daar door ia! moeren bedriegen , cn in de (hikken van- gen. Zijnder nog geen meer dingen dicgy van 's ochiens vroeg cot'is avonds laat moet doen  ? Herm. Niet anders als dat. Luc. Sou ymani niet mctallea rcgt kon- ncnfeggen, dat gy den haas vcrfjimt i cn al- leen fijn fchadu wc* foekt te vangjn? Of hcc ferpent vcrwaarlooft , cn alleen fijn uitge- trokken huid nafpeurt  ? Of bet gaat als ymant die water ineen mortier fraaiptc, mctrjcnde dat het ergens toe goct was,niet ccns denken- de dat het water duiicnt jaar gelbrnpc zijn k- , altyd water foudcbly ven? Laat my noch eens vragen: Meintgy,alsgyal gclccrtzijr, d.ugy uw Mceftcr fult gchjk werden  : te weten, foo bous, 28 F 6 6g2 Lu CIA NI HerfMotiwuSy boos , gierig , korfcl , twiüig , genegen tot welluU &c  ? Herm. Hocfoo> Luclk fal u dat verhalen f/«mon*mf,\v.it ik eens een out gry s man over dcPbilofophie heb hooren feggcn,tot welk een grootcn rocvloey van jonge luiden quamen. Als hynoymant van zyn difcipulen gelcafciltc, foo omliak hy fchriklyk in toorn , feggcnde dat hy fijn gele niet op behoorlykc tyd en bragt , dat al over de fcfticn dagen behoorde betaalt tc fijn; en foodanigcn contrakr ivict gemaa kt hadde. Ondcrtuftchen ftond daar by avon- tuur de oom van de jongen by , zyndc een boer, die van geen tuiten ot' blalcn \vi(l: houd op, lieve en wondcrlykc man, Icidc hy , vergramt tc wefcn , om dat gy nog niet voldaan zyt j de woorden die gy ons vcr- kogt hebt , hebt gy nog in 't volle befit, u w is daar niet een haar af vermindert. Wy hebben uw den jongen overgegeven, omgelcertte -werden in alle deugden èn wetenfchappenjhy 15 by u gebetcrt als fchcrre-bicr op de rap  : niet lang geleden heeft hy myn buurmansfc/^ecri- tidls dogter gefchonden : en hy fou publy k ge- ilraft geworden hebben, ten ly ik  !ut meteen wlencgeltsaan den armen hals g'v.-boet h.n^.Hy gaf zyn moeder , niet lang geleden een fufflet, om dat fy hem op dievcry betrapt hadde,want hy had een vactjen wyn onder zyn mantel hcimelyk genomen >om hetnan zyn kameraats ten beften tc geven.En wat aangaat fijn toorn, ïafen*OHbeiï;haamtheit,üouiighcit,leugcnscn 28 F ó of van de Seófen, j andere fo utcn mecr,is hy niet verbetert , want eer ik hem u overleverde , was hy vry wac beter en gcmanierdcr. Hy is nu een doortrap-, ten en doorflcepen fielc. IIc meinde dat gy hem fulks Toud vcflcercn , gy leert hem een par- ty fabulcn en bcufelin^cn , die hy by ons dik- wy Is over tafel verhaalt , hoede CrocodilhcC kim nam , en de vader beloofde weder te gc- ven,foo hy dit of dat gcantwoort had.Of wan- neer het dog, by gevolg geen nagt kan zijn. Die gcnerciUè jongen maakt ons dickwyis hoorns , wanneer hy ayn reden zoo wonder - iyk aan een hangt. Wylagien om zijn praat wanneer wy het hoorden , voornamentlyk wanneer hy zyn oorcntocftopt,en in ernftigc gcdagten by ons fit, want dan heeft, hy fulckc wonderlyke grammatfen en minen , van in- beeldingen, en ik weet niet wat al meer. Altc- mets hooren wy .hem fcggen dat 'er geen God in den hemel is^ maar dat hy alles door dringt, te weten het hout, Iteenen , gedierten» en alle andere ligibare dingen. Dan fpot hy met zyn moeder, wanneer Hy vraagt hoehyfulkc bcu- felingen voor den dag brengt. Als ik defc beu- fchngen kgt hy gclcert heb'jlfofal ik alleen ryk zyn , myn Haan fal alleen Koning zyn, cn als ik andere by my Cil vergelyken , fullen't maar flaven en fchuim van volk we/èn, Alsdefcn man gecindigt had tcfprcken,roo Iet eens wat den Philofooph hem wederom antwoordc : wel fegi hy daar op , foo uw Soon niet by my gcweeft waar, hy fou al lang onder beuls Banden gcwccfl hebben. Maar door onlcPbi- 28 F ó 694 LuciANi Hermtmus, lofophic ishy gctoomt; Iry is nubcfchaam- dcTy en door ons toedoen zcdiger, en fijn manieren zijn nog verdmgelijk/iGcen hy van ofis gelecrt hcdr jdat houd hem in difcipline. itc fchijn rcchtvccrdi^ , wanneer ik van u gclc fal 'ónrfangenhcbberr, alhoewel ik hem met recl beter gcmr.al:t heb. VC?.nt dat hy niet /teuter is geworden, is «it corniak dat hy dePhiWrophic gc-eert en gcvrcclt heefr, wam die de kindcrs opvoeden, dreigen haar rerllom met nadcmccfter tcgaan: daar is in dc wereld nergens yets br tertc lecrcn als By de mcefter. Ik heb mijn behoorlijke pligt oiitrent de jongen gedaan. ' Komt morgen bv my met y mant dic dc Fhihfophic vcrftaat, dan fulcgy fien hoe vaardig hy alleanderc krvn vragen, hoe aardig en verüandig hyop ahc vr aecn weet tc antwoordenj ook wat gelecrt- heit hy by my gcln-egcn heeft, eniwat bockc n van alderlci foortc hy voor de vuift al kan uit- iGooen. Voorders dat hy fijn moeder hedt 2dla<^en, en ccn dochter verkracht heetf, %,t raakt dat my  ?gy hebt hem my met over- gegeven om fijn opvoeder tc zijn. Dit fprak %L ouden grijfaart wegen dc P^ibfopbe. Gy foudmiffchien felfs foo fcggen f/erwm- ,foo wy hierom Plulofopheerden,dat ecen quaad foudcn doen. Souden wy m c bcein van het Philofophcrcn geen groóter hoon gehad hebben, wanneer wywiften dat wy voor eerlijker foudcn aangefien ge- worden hebben , als ccn uit dc gemeene hoop> durfrgyhicr niet opantwoorden^ 28 F ó ofvandeScSlcn. ipj Herm. Wat fa 1 ik u anders antwoorden, dein da: ik daar over byna fou moeten fchrei- jcn? foo heeft my uwe redcncringe , die maar al te waar is, my bevolen. Het moeit my nu jammerlijk , dat ik daar foo veel tijds eu geld te vergeefs aan gcfpendeert heb. Het fchijnt dat ik nu uit een grootcdronckcnfchap begin nugtercn te werden , Luc. Gy hoeft foo niet te fchreijcn , of de tranen over de wangen ro Jatcn rollen ; 'tis, dunkt my, veel beter, dat^fopesin lijn Fabelen verhaalt: te Weten, dattcr ymand aandefirand van dc Zee fat, welke alle de baren wilde tellen  ; als 'cr dan foo veel baren tegelijk by elkander quamen, was het hem niet mogelijk defelve te tellen; doe quam daar een locfe vos, welke die perfoon een goede raadOag gaf. Hoe quelt gy u foo , fcgt ny , om die baren die daar voorby vlieten  ? hier moet gy beginnen re tellen, en laat die varen. En gy , foo het u foogoet dunkt, fult beter doen , dar gynade gemcencfwier van demenrchenlecfc, en by het gemeenc- bcft verkeerr , vergetende die abfurdiPhcden cn ydele ftopc. Gy hoeft u niet re fchamen , datgy na verloop van foo veel jaren eerft be- gmtvyjjs re werden. Nu, mijn lieve Vriend, Ik wil niet dat gymeint, dat ik foo voor- bedagte ijk , als mee opfet , en opgcnomc vyandfihap tegen de Stakhmgac , geenfins, maar denkt dat het tegen t/Ic gaat. Ik k ll" ^"^'^^ "^^^ "^^S gebracht hebben, alwacr*tgy een navolger winPUt* of 28 F 6 uit LUCIANI nermowmis , of yirijhteles gewceft. hU:it uu dewyl gy Stoici boven nnderc prccll , foo heb ik ook mcca tegen dci-io»»* aangegaan, aihoewcl ik daar eccn iNVift of Jaloudc icgcn had. HiRM. Gy fegt wel. Ik ga nu henen, ik (hl ookfnynfclvcn, rayn habijten klecdinge t'ecncaiaal veranderen. Gy fulc my binnen korren foonieificnalsnu , nog met een ian- PC dikke baart , ik fal foo fchraal met meer le- ven , maar ik meen my n toom wat ruimer ic nemen als voor defe. Ik fal millchicn ook een •urper kleed aantrekken, opdateenydcr hc dat ik die vorige bcufelingen niet meer en agr. Ik wenüe nvcI dat ik al dievu.hgheitu.thet binnenlle van mynhertkon uitbraken ,d.eik mvn leven wel van haar gehoort heb. Weet ook dat ik my niet ontfien (al de He/W.r«* ofte meUvorLl te drincken , (daar in tegen- deel ChrlfyPPHs anders gewoon i$) op datter nic een ücr van die vuiligheden my in den fin Somen. Vorders lucian. , weet ik uw ^ Igrooren dank ,dat gy my uit foo een ver- xvardc doolweg op de rcgtc baan geholpen hebt- gy alshettreurlpeligfpreekwoorc o?d, dunkt my, m«  qualykdoen, datik ownhoc:ftrchoJr, even als die gewoon^^^^^^^ ^^elke fchipbreuke S^J^'^^V^.ri.he myn. o^-horpcn hebben : want heden i$ het myn honden gewoon IS. 28 F ó of Aiiti^ctjus. ^97 LUCIANI ZEUXIS, ANTIOCIIUS. D:t is een verantivoêrdtng Véinde fchriftefjy die iLMcisLms uitgegeven heeft y luaarh» hy toont ge7iegen te zyn tn niettv:e vreem" digheden , en frajigheit van If^rekeny vor^ dcrs dat de  ?2ieuivighejt haar alleen tot verivoTideringe ftrekt , vjaar door het noodige verfuimt wert. Alfio gmg het eertijds met Zeuxis, laegende affihil-: dering van Centaiirus: en met An- tiochus over de Oljphanten, N Adat ik u onlangs mijn Oratie  !icb laten hooren , ben ik na huis gegaan, ondcrtuG- fchcn hebben vcrfcheide van de toehoorders ( my komen begroeten , ik hoef niet achter tc I houden, wijf ik het bymyn vrienden fpreck. i Elk gaf my de rechterbant, en fcheen haar \ dapper tc verwonderen. d'Een prees meer i\s ) d'ander , foo dat ik daar (ciïs befchaamt over I wierde , vrcefende dat fy my al te Teer preien. I Dit IS het voornaamftcpunt dat zy fooprefcn: ^ yy confirmeerden alle gefamcntjijk uit eenc 3 mont, dat de compofitie , en de t'zamenhan<» vreennt was, en dat'er veel nicuvvigheit in iiak 5 'c is beft dat ik haar eigenftc woorden G g berdg 28 F 6 698 LuciA^ii Tueuxi^ , berde breng, die zy doe gebruikten, ó Nicu- ^viohelt,feldc hy  ! lieve Hercultf, een onge- hoorde reden. Niemant, hoe vaardig hy is, fal fcpcen , dat 'er yts nieuws kan bedacht wer- den, diergelijke woorden feiden zy meer , na dat een yder daar mede had vermaakt ge- weed , want wat reden hadden zy om te Hc- ?cn, of my te pluimftrijken, want ik was haar ïrccrr.t, zy hadden weinig met my te fchafFcn; maar nochtans ben ik (ik fal niet vcinfcn) nicc weinig over haar pnjfen i'onvrcden . Wanneer zy weg gingen, en ik by mijn (elven begon te komen , foo f chc ik: €reo , zijn myn fchrifccn met fulkc aar- di£e fraiighcdcn vcr9ert,om dat zy niet na dc pcmecnc leeft gefchoeit zyn , noch na de ge- tvoonlyke Oeur invloejcn; daar zyn geen aar- dige woorden in gcmcngt , na de oude wys van fprekcn, diepfmnig, of met cenige 7c gn^e vereert', of aardige t'zamenh^"8 doorecnige konll netjes uitgewrocht. Defr ^ynookvlnhaarnietgeprefen, maaralleen dcn^euwigheit van woorden, dienaar vreemt Iheen Ik was niet gek , ik wift wel dat zy mv daar over fouden komen begroeten cn ^nVen Want het gaat na het fprcekwoord r.fr t ren»r D^efelvc moet evenwel foo ZZT(L werden , ook is de nieuwighcic 28 F 6 of Antiochus. ^99 in fchijnt te wcfcn. Ikwier hier niet weinig over beweegt , wmi ik haar byna geloof gaf , en z y feiden, dat*er nicmant (jjns gcly k onder de Grieken was, en andere dingen meer. Ik was bedrogen , en in plaats van een khit » vond ik kolen. Ik werd van haargeprcfen,ali ofik een kamer-ipceldcr was. Ik wil u yts van een Schilder verhalen. Zeuxh, de bclte Schilder van de werelt, die Wilde noit gemcenc flcchte dingen khildc- ren, maar liever cenige Helden , Goden, of Oorlogen : hy was airyds gewoon yts nieuws voor den dag te brengen. Onder alle andere Hukken fchildcrdc hy een Flipfoctntaurusj met de gedaante van een Vrouw , dic cenige jonge H'ifpoctntartn aan haar borden foog , 't welk twee jongens waren. De Copye van dieSchildery wcrt nu te u€th(nen bewaart^ dat fcer wel met het principaal accor<leer(ica want men fcgt dat i>//4, een Roomfch Vclt- hecr, dat met ecnige andere koftclykhcdcn ni Jtai.tn gefonden heeft: het Schip nu, 4aai de Schildery in gefet was , ia by Af </m een klip van -t4<om«n , flukkcn geftootcn en ter- gaan. Maar ik fchyn het rechte bcelt geficn te hebben. En ik fal u lieden foo veel in my is met woorden betoonen: niet omdat ik foo ervaren in het fchilderen ben  : maar om dat het my noch in de verfche gedachten leit; want ik die niet lang geleden tot ^thtntn by een Schilder gefien heb. De veranderin^e , dic ik in de konft fag , was oorfaak om alles klaarder ten toon te ftellen. Defen Centan- Gg 1 rut 28 F 6 700 LUCIANI Z€UXiSy rus was gefchildcrt op cèn groenen bloejend velt>het deel welk de gedaante van een Merrie had, lag op d'aardc neder , met fijn achterltc pooten achterwaarts uitgeftrekt. Het deel nu dat Vrouwclyk en mcnfchelyk geleek , ^va$, (om hoog fittende) omtrent een ellc lang, de voorftc pooten waren met uitgc- ftrett, want de een was byna al knielende, en krom met de klaauw achterwaarts g«r«f cn, cn d'andcr ftond over eiiide, gelijk als de Paarden , wanneer zy willen opllaan. Het cenc kint had zy m de armen welk zy voedc op de menfchclyke manicreiv, douwende hem de Vrouwclyke bord inde mont. De ander eaf zy uit de Pacrdc borft te zuigen , -elyk de Veulen aan du Merrien gewoon Boven aan dcSchiUcry wns het Mannc- tten van defcn HipPocent^f*rtit op een heuvel, 41l^e fijahoofc uifilekende, lachie , komen- denictrnct hetheelclichaaiji voor den dag. Riaa aan dat gedeelte daar hy Paert was, hy had n fy n regtcr klaauw een jongLeeu wtjen: ' wdk hy om'hooohief ^ om hjn k^^^^^^^^^^^^ fnelcndc vervaart tc maken. Alh ^ewcl v,y Kdioten in de konft zy n, en weinig ver- Ss daar van hebben , lbo fcheen even^^ el Se- <^eftig bearbeid, wam a Ie hniamen. .In of trekken waren vry wel na het leven ge- ra.kt en%vo.ukrlyk gekleurt , elk had rnbéhoorlykcrchaduwe enhoogmge, Hja ShoorTvkc proportie en mate: over wcIkC ^/.^ -M^^^^^^ ^Idcrn.ceU verwonderen. 28 F 6 I §f Antiochus. •■'»
l
f 701 die cJaar kennis af hebben. Ik prees fccr groo- telyx dien y ver cn necrllighcit in Ztuxis , d^t hy ineen Itu.k zoo groeten ondcriclicic van kon ft toonde» Dc Man w.is in alles ilcr Ichrikkelyk, vreeflijkenwilt uitgc(chi!dcrt, nier oprijfcnd hnir, rouwen wreed van huid ^ niet allcenig daar hy Pacrt was, maar ook daar hy Menfchclyk was^ Hy had hem met hcelc boogcfchouders gemaakt: cnfijnaanficht nl Jaggcnde , fccr wocft en verbaaft nochtans. Maar het Vrouwtje was feerfchoon van aan- dien , gclykdicfrajer/«j(j4//i/i Merrienzyn^ daar noch niemant op geletcn heeft. Haar Vrouwclyk wcfcn was van uitftekendc fchoonheit , bchalven dat zy ooren had als dc S^tyrs. Dclcliamel-declcn cn verintngin- ge waren als na een Merrie. Een van dc Jon- gens was ook woeft en wilt als fijn Vader , meedenfchrikkclijk aan tcfien. Dit was ook doch: my verwonderens waart, dat hy fo Jongensachtig na het jonge Lccuwtjcn fag ; d'ander was de Moeder heel gelijk. Dit was hccdandat Ztuxis foo aardig had uitgevon- den; hy quamlelfs in die opinie , dat hy mein- de om fijn konft,dc hccle wereltiot verwon- dering moeft ftrekkcn. Zy riepen alle te ge- lijk urt: want wat fou ook ymant al anders doen , wanneer hem foo een fpcktakcl voor komt? elk prees om beft, gelijk my on- langs gefchiedejOm dat het een vreemde vond was, en te vooren onbekent. KXsxwxZtuxh i'ag dat zy haar over dc nieu wighcit ioo ver- wonderden , en haar aftrok om dc konft tc Gg j oor- 28 F ó -jOt LuciANl Zeuxis, oordeelcn , die nochtans foo aardig uitgebeclt was : foo zeide hy tot fijn DiTcipcl : neemt de Schildcry, Mitchrty en brengt hem nahuis, want zy pnjfen ons maar om de vreemdighcic die daar in is , cn dc aardigheit der kond fien zy niet eens aan. Hier over was dan Zeuxis met reden veritoort. Vorders>^nf/ocliw,die tocgenaamt \vas5o-
    1. r,is ookjlo men mcint diergelijks gebeurt,in
die llrij J, welke hy tegen dc Galaten had: ioQ h jt u heden goet dunkt, zal ik de heele Hilto- rie vertellen. Wanneer hem niet onbekenc was, dat dc Griefden fterk , en ook ftoutmoe- dis waren, h.ire ongewone menigte fag , en hare heften valUn malkander gcllooicn wa- rcn.metkopereharnaOen, vooraan meivicr- <mwintig Soldaten , in elke vleugel een Rui- tcry van twintig duifcnt koppen , vorders dat in het midden gczeifemde wagens waren , die onverficns een uitval fouden doen,en eens foo veel Jok -paerdcn: alshyditfag, hadhy quade moed tot vidorie, alsof zy onwmbaar \varen,wanthy had een klein Leger, en flcgc geoeffent Volk , die fchilden droegen , en naakt waren. De helft van het Leger waren wel naakten ; (oo da^te hem M\ , by tijds op goede conditie Vr 'de te maken. Maar r/>M- dotoé, van Rjiodiês >eboortJg, een Heer die ge- nereus was, ea mans genoeg om een Leger tc ordineren , die mocht met fien dat de Konwig zoo ontftclt was. ^nüochui d,e had feah.cn Olyphantenin fijn Leger. Thtod^m ^.bood, dat men die fccr verborgen foude houd;.'n op pf Avttochm. 70 5 tiatfe At Vyant niet cn quam te ficn. Als nu met het trompet een tcikcn gegeven was, om met malkander hand-gemeen te werden, ca de Ruitciy begon teattacquerea , cn dc Ga- Uttn metopenc vleugcis hare Wapens foudea Jaten ioopcn, foo wilde zy dat men bode vleugels met de Ruiicry > elk met vierOiy- phanten foude te gemoct komeni en dat men dcandtrcacht na de Vocr-luidcn en Wagens roufcndcn. Hicrdoor,kidehy , fuUcdliare Paerden bevreeft werden, cn opdc loop trek- kende? de Crf/^/ew overrompelen. Dit heeft haar wcl gelukt , want dc Galaten hadden tc voorcfl nooit geen Olyphanten gcHen , lo da t fy door dit rpe<flakel heel vetbaalt zyn gewor- den; want foo ras fy haar hoorden brullen, cn hare witte tanden fagen blinken, cn dat uit fo zwarten lichaam, met hare vernielende fnuir: 200 tyden zy hol over bol op de vlucht , (on- der haar pylcn eensuit te fchicten. Het Voet- volk dat noch eenigfins bleef flnan , wierden van dc Ruircry vertreden cn verplettert : hare Wagens zijn vernielt > en fy zijn njct Ton- der bloctftortcn weder gekcert , volgens het fpreck-woort van Homtrus^ te we- ten: Ve Wagens zjyn vermeit, tn hare /i- chamen leggen alle achter over verflagtth Als dcfe peerden dan van de regtc weg op hol- len rakende , wierpen fy dc ruytcrs van haar af, vervaart fijndedoor dc Oliphanten. De gcfcide wagens die raafden cn fneden alles midden doordat haar voorquam. Daarquaa- mender geen weinige cm hals, de oliphanten* Gg 4 vet- lil 704 L u c I A N I Hemotimus , ^cc vervolgden haar, en traden alles ondci voetj fy fmeten mei haar fnuit alics om hoo-^, cn verbryfelden het met haar tanden. De meeÜc dan van de GaUsen fijn om lials ge- raakt of Icvcndtg gevangen , cn fecr wei- nige zyn het ontvlugt. Vorders , de Mdct- donitrs die met yfntiochus in 't velt waren , fongen liederen,andere kroonden dcKoning, cn nepen hiids-kcelsdc Koning als over wm- naar uit. Hy begon , fcgt men, te weenen : wy iijnbefchaamtjo foldatenjons behout is alleen gcwceft in defe feftien wilde dieren 5 foo dcfc «ieuwighcit den vyant niet had verbaalt ge- maakt, hoe fouw het met ons afgeloopen hebben? foo dat hy tot een vidori tciken niet anders heeft laten opregtcn , aJs dat hy cea oliphant liet uithouwen. Nu is het te confideren of myne ook foo niet cn is gewccft, als het oorloogs gcrecd- ichap van ^ntioclmt. Want al de reil was tot den oorloog niet bequaam. Want fommi- ge ficn maar op de ohphantcn , cn op de on- niccne vervaardheden die vreefe en anglt aan brengen, cn defe werden van alle geprcfen. Maar daar ik mceft op betrouwde , daar doften zy het minftc om. Maar om datter een C#«i^«r«*g~"lchildert is als een vrouw, daar- om verwonderen fv haar grootelyx als y ts on- gemeens, ioo dat de T£[ï van tever- geefs gemaakt fcheen. Die feker met tever- geefs waren. Maar om datlgy lied -n met on- wetende zytin'dcfchildcrkonft, cUin cby- fondcrnadcikonabcky kende;, oordeelt eens 28 F ó LucrANi Harmonides. 705 of dat de pync waart was om op een fchou w- fpcltetooncn. LUCIANI HARMONIDES. Harmonides vraagt zyn meefier Timo- theus , hoe hy heft eere en groot e naam van zyn konf: falkrygeuy die hem daar goede raat toe geeft ^ 'tuoelk niet navol- gende y raakte daar door om hals. Wel- ke vaorfigtige raat I>ucianu53 hy zyn vriejit  ?ia 'volgt, H ^ rmoniJes dc pypcr , vraagde zyn Mcel- tcr Timotheut op een tyd , hoe dat hy door zyn konftj beft foude vermaart cnaanfimlyk werden. En wat hy doen moe ft om van ge- heel G riekten Land bekent te werden. Gy hebt my in andere dingen wel laten onderrigten,tc weten: hoe ik met de ft uit fai /pelen /hoe ilc myn vingers daar op fal fetten , cn de maatfal houden , hoe ik deeigenfchappen fal weten , die in Phrygien verbaaft, in Lydien oploopig, in DorlcHm met graviteit, en in/o««»met licffelykheit gefpeclt wert. Dit alles heb ilc van uw myn meefter fijnde gelcert. Maar het voorn.iamftc,wanrom ik dcfc konft meeft ge- leert heb , biyfr nog agter : ik lie nog niet hoe ik daar beft fal vermaart door werden , cn in groütc opinie van ailc natiën vandcwaerele geraken; hoe ik by yder een aanfienlyk fal 28 F ó 'jo6 L U C 1 A N I fijn, en met de vinger, almyn loffalnage- wefcn werden. Wanneerikin'c publyk lal Icomen , dac een yder de oogen op my heefc , en mymet namen pryft , feggende dit is dien fj4rmonides, dien uitmuntenden pyper,van wien de werelt waagt , gelyk alsgy m uw tyd waart Timothee. Want gy trokt eerll uit uw yadcrs huis uit Beotien y en waart een pypcr van r^dion , gy fongt de victorie van dien ra- fcndc ^jax, en door uwe Melodie maakte py uw vermaart , daar was doe niet een kint , of fy kenden Timotkeus wmTheben. Gelyk als ook nu , wanneer gy in 't publyk komt over ftraat , foo loopt een yder met alle magt na KW toe , even als ile vogelen al fingcndccn quinkelerende na den uil vliegcn.En du hcett my meeft aangelokt, om een pyper te wer- den, daarom heb ik daar foo grooten moeite toe gedaan om te leeren: ik fouw anders defe kontt niet aangcvaart hebben, wanneu ik my daar door niet had konnen vermaart ma- ken. Ik wil foo niet onbckcnt leven als MarfyAS en Olympni. Want een mulicant die fijn konft niet openbaart, ismgeenaan- licn nogciW Leert gy my dan hoe ikmy daar in dragen fal. Dan fal ik uw dubbelt dan., xvyten , eensdeels voor het geen gy my ge- leert hebt, dat het principaalik is , hoe ik lal vermaart werden. , Timothtut dan antwoorden hem in vol- gende .ermen , gy hebt , fegt hy , daar geen klcin«  begeerte en verlangen naeenCiakaic Uo ongemeen is. foo gy op de markt gmg^ op 28 F ó H M O N I D E foy een theatrum alwanrveelcgrieken vergadert waren , foo foud gy evenwel lange tyd heb- ben om over al bekent te fijn. Maar ik lal uw een andere korte weg wy fen; vergadert alle aanfienlykehecrcn, en mannen van namen, welkers woorden kragtcr geloof hebben , op een plaarfe by elkander, cn toont dan uw konft in fpelcn , foo fult gy in een minuit de$ tydrs heel griekerdant door bekent fijn. Want defc zyn ydcr een bekent , als ly dan maar fcgi gen datgy foo een deftige pyper fijt, foofal het gemeene volk fulx geiooven? want het Ge- meen gepeupel heeft daar weinig verftant af ,. die gaan maar t'feil na het feggen van de groe- ten , want het zyn meert ambagts luiden , die' met haar handen dekoftfockcn. Soofy fiea dntde grootenuwpryfen, durven fy dar niet tegen fpreken, daarom als fy fulke voorgan- gers hebben, foo volgen fy als fchapenagter aan. In de u or ftel-perken ook daar weet het gcmecnc volk de worlielaars niet toe te Juic- hen om te befpotten  ; maar aïs 't oordeel werf gelaten aan vyf of Teven perfoonen, daar toe gcilclt. Dekn rand heeft F/armonides nkt wel in 'c werk gcftclr. Want, men fegtals hy cerfi onder het fluiten, in een mufyk-firyd fouJc blaten , dit hy onder het blafen figfdven de fici HU her ly t blaafde , cn doot ter neder viel ^ op die ryd , wanneer het volk een feeH ter ccren Bacchus maakten. Dz voorfiatigc zeilen van Tlmotheus fchy ncn niet Aken gcfcgt te fijn tcgcn^^rwl ó mdts 28 F ó L U C ï A N I nides oï and£re pypcrs , maar ook tegen al die gene , welk een openbare preuf van liaarc Iconft en rvctenfchappen lullen tooncnjcn van het algemeen willen gcprefcn werden. Even was het met my gelegen , ik fogter o;n hoe ik beft vermaart en bekent foudewcrdcMi. Ik vohde het voorfigtigc exempel vtiuTimothetis na Tik logt wie het meefte gefag onder het gcmecnc-bed had, cn boven andere de aan- genaamfte cnde geloofwaardigfte was. Soodanig moet gy ons met de ware reden fchynen , als een hooft en principaal van de «nfche deugt, en wet, daar y der een fig na resulcrcn moet. Soo ik u dan iiet mijne toon- ide, en gy diepreeft (alsdieawfootoefche. sicn) cn^'ik het oogmerk mijner hope bereikt had, door een lot alles verkrijgende s offoo ik ymam boven uw verftoor , fouw ik voor- f-ker dan niet miftaften? het {ou gaan vol- gens het fpreekwoort, tver ten m*n hebben %) het ht leworpen. Even is het met my ge- fiian , als ik ovsr al mijn veerdigheit in het oreren toonde.Wanthei is blykbaar,dat ik een ydcrin'f befondcr, en ook alle gcfamentlyk, in deftigheit te boven ga. Want deKonm. •en van de i4ce<ffm»werx trekken voor dea heelenhoop maar een lot , maar voor haar fclven twee. Gy overtreft niet alleen dc oude luiden en de opvoeders, maar m 't kort den pcheelen hoop. U sv lot is altijt regtveerdig cn tn gelukkig: dat men tegen woordtg geea kleine moe't in 'tlyffpreekt , anders fouJ dat voor het groot btHaan , mostcn fwigten. Dat 28 F ó r H A R M O N 1 D E 7O9 trooft my ook niet weinig, dat het mijf c niet Teer vrccmt van het uwe is, die iiic de fdf- de ihd geboortig ben, die gy iii private en piiblykc faken foo menigmaal geholpen hcbr. Soo het lot nu in mijn oratie , len cri;!wii uit- valt , en 'c getal van de regrvaai d'gè en r< gt- oordcelende weinig fy: foo doct'gy d.Kir'dc Irrurltem van Minervx to j , en doec gy vnn u fclven daar by , dat daar ain ontbreekt , en wcelt gy een corrigcerdcr van uw vrient : ik ben daar niet mede te vrcden ; foo der te voe- ren veele over my verwondert hebben, en nu i over al vermaart ben , en mijne oraticn gep efcn werden. D At ft jn alle Ar y de- le droomen, fegt het fpree.<vvoort , en fiha- dumtn vanrvaorden. Voor tegenwoordig fal dc waarheit duidclyk verklaart werden. Dit is een nauwkeurige eind-paal van mynNagt- ftudicn  ; daar fal langer geen plaats tot dub- bclfinnigheit gegeven werden, of het geen miar cenige twyfclingc mogre bybrcngen  : dat ualdermeeiè vermaart maakt. Maar 'n}en moet wat beters voor den dag brengen , dat beter geluk aanbrengt, voor ymant die foo een Aryd ül aangaan. Wy fchyncn, o goden, na de agtinge en opinie van allen niet on- waerdig  : en beveiligt dic lof die wy nog van andere fullcn krygen , of dit wy dic hierna llourmocdig nog verder en verder uytbrei- den. Gccnlonp -plaritsistevreefen, voor dic <iengrooccn Oljmpus overwonnen hcctt. (7 LU- 28 F ó m jlO L u C I A N I LUCI ANI NERO, Oftt delvlngevan den I S T H M U S. Of defe t'famenfpraak van Lucianus U
  • ujeet men niet. Neroos fottcrni inert be-
Jpot in 't graven van den Ifthmus , ten andere vjegen het arnpt der comedie-fpee/^ ders ; en is als een kort hcgryp van zyn fchelmeryen, MENECRATES en MUSONIUS. Men. U It Het graven en delven van denlfth- mns , ^Aiufoni , fchynt dat onlen ty- ran een grieks herte iieefr. Mus. Hy heeft ook wel wat beters in den fin gehad, w.mt hy heeft die omcingclinge Ysn^Pelopontfrs en boven ^/4/c4 willen tot gerief der fchippcrs wegnemen , lijnde ecu fcheurc voor den Jfthmtts van twintig fta- dien. Mfn. Dat wasvoor de koopluiden , zee- ftedcn, en die aan de middellantfche zee leg- gen, ftcrgoet. Maar leg eens, foogydetyd hebt. Mv<. Goet; het Hil haar alle met onaange- naam fijn. Nero maakte een weg na ^chajen. Ook a^tc hy beter te konnenfnairfpclcn als de Mi*[€n. Hy'wildc* daarom in de olynipile fpe- 28 F 6 Nero.' 711 fpelcn fingen. Want dat voor d-: Pythiigc daan wicrdc, agte hy meer tot hem tc behoo- ren, als tot ^pollo Evenvvjl durftchynict tegen hem een lied fingen nog met dc ci- thrr (pelen, 'c Gebeurde by geval da: hy den jflhmiis fiende, defe doordel vingc vooreen groot werk agre, ftdicnd- fig voor de Ko- ning der ^(hiven, en die wel eertyds na Tro)/en vertrokken w iren : die Eubea van 5<£of/4tgercheidcn had ,lfijtideeen waterloop tullchen Chalch. Daar na tot Darius , die over den Bofphorus een brugge Ici, wanneer hy tegen dt Scythen uit trok.^ Want de daden van Xtrxzs had hy miiïchien te vooren al overdagt, dat hy dcuicrtekcnfte in deftige ge- bouwen is geweelh Voornamelyk dagt hy de grieken onder een te mengen , en die tegen de uitwoonders vaft te maken. Wans de gemoederen der Koningen fijn draken, wanneer fy fulx hooren. In het tooneel fon;? hy gefangcn van ^Im- phitrites en Neptuttnj jen fckcr nier een (cjr groot lied tot ecrcn van Aielicertacn Leino- thtx. Als fy hem een gouden fpade g( gcvcn,ea heel grieken-landt bevolen hadde»» , heeft hy beginnen te graven» dat met veel gcjuig en ge- fang gefchiedc. Als hy de aarde dtymaal ge- raakt hadde , beval hy het (cive aan andere t cn trok na Corimhen , nieincnde grooter werk uitgerigt te hebben ais PTerculus. Die in dc banden waren, moeftcn dc ite nen weg doen , en in het fwaar/tc werk werken ; maar de roidaccn groeven de aatde. Als dic delven 28 F ó 712 L U C I A N I fes of zeven dagen gcduurt had , komt'crcent gerucht » als ot'Nero hier over bci omv had. J^c JSgYftife Lnnt-mccccrsfciden ook, dat beide Zeen geen even diepe grond had. Aan die zyde na LechdHS was het diepe r , daar na vreesden zy wegen JLglnéi , want het Eiland 200 een grootcn Zee niet konde uitflaan. Doch geen Thulti foude Ntro daar van afgcfchrikt hebben. Maar Nero wierd doord'optocht van de Wefterhjke Volkeren daar van afgetrokken. Doch beide Ze'cn hadden gelijken gront. Men fcide ook dat de Romeinfe faken begonden te dalen, dat gjr giftcr uit de Vclc-overftc gehoort hebt. Men. Wat voor een ftem had .Vcrödoch? dat hy foo op de Muftn , Olympïadtn en - thUden ver(ot was: want fommij^e dic van Ltmnoi quamcn , verwonderden fic.i ,en an- dere belachten het. Mus. Het was noch bclagchciyk , noch wonderlijk, 't Ging foo wat holachrig, doch niet zwaar of gemaakt. Hy wasin *t fpelen , cn 't geen daartoe hoort, fecr handig. Als Iiy fijn Meefter wi!denabotfcn,wicrt hybelag- chcn , alhoewel met vrcefe. Hy was hevig in het fpelen^ dat het aanficht hem rood wierdc. Mem. Wie waren fijns gelijk ' Mus. Zypluimftrijken hem alle, gelijxm het worftclen  : denkt eens op dien Treur- ipcclder , hoe hy in den Jjihmus is omgeko- men. Daar zvn even groote gaven omtrenr de Konftcn, foo ymand dic wil vertoonen. 2vIen. Nero. 7'y Men. Ikbcnfccr onervaren in 'cgecn gy ^Mus. Hoort eens ccn ongeiioorde fiik 5 die by de Grieken publyk gekhicc is. In den /Jihmttswit een Wet dat niemani^Treur- of Bly-fpcelen wilde maken: maar *t heeft Nero belieft m de Treur- fpeelen tc overwin- nen. Kier toe quamcnder feer vccle verga- deren: EenZee-roovcrdan die veel met fijn ftcm vermocht , en hier over vermaart was , wilde niereerder uitfchcidcn , voor en aleer hy ti^n talenten van Nn» gewonnen had. Dochhy wierd daar over ontltckcn als ovec een uilgelatenc : want de roep was, dat'er zo een Ünjd foudc zijn. De Grieken ujcjuichen- de , fend hy een Schrijver aan den Z je-rovcr 9 welke beloofde dar hy hem (oude o.iderdanig zyn. Maar hy voortgaande, veihief lijn ftem, cn fpceldc feer vryelijk  : doch Ner$ fond zyn Spcclders als tot dat Werk behoo- rende. Dcfe braken hem den hals, omtrent de ecrfte columne. Mbn. Durfte hy het foo publijk doen  ? Mus. Dit was ook een Spel van cenjon- die fijn Moeder omgebracht had. Men. Zoo hy in een Treur -fpcl een SpceUler dootOaat , fijn keel uitlhijt , \vat hoeft 'c otis te verwonderen , wan- neer een P^tiJJlhe mond , daar de ftciu- men moeten uitgeblafen werden , wilt toeftoppen, of dat ^pollo miiïcliicn geen ücm foude hebben? alho,\Tel Pj/thiml'c\(si h m onder Orejias^a AUmmmt wjldc reke- nen , 28 F ó 'I II 714 Lucl\ANi Nero. nen, welke, 't geen de moeders gcdoot hebben groocelyks prefeiijcer fy dat tot wraak van de vaders bragtcn. Mus. Als hy niet fcggenkonde waarom hy bem gewroken hnd , meinde hy van God ver- fmaat te fijn: daar liy milder dingen gehoort had, dan dc waarheit vcreiite. Wat fchip. komt daar aan  ? fchynt het wat gocts te bren- gen f fy zyn alle gekroont , .:\s een heel choor die y ts goets willen bootfchappen. Op de voorikilcn flaat hy de hand , gebiedende ons goets moetste zvnentevcrblyden: cn my dunkt dat hy roept , dat JVero doot is. Men. Hoe meer hy nadert , hoe meer men het geroep kan hoorcn. Mus. Wel aan goden. Men. Laat ons niet roemen. Want wy moeten op dc dooden niet fchimpen. EMe des eerp-en deels. 28 F 6 REGISTER Der HOOFT- STUKKEN Des eerftcn Deels. Luc. T^Boofn ofte Leve ft. pag. i ^ J Promêtheus in Woorden. 12 Brief aan Nigrinus. i ^ Nigrinus , of van de Bhilofoo^hfe ma • meren, 20 Oordeel der Klank -Letters» 44 Timon. 50 Ys'Vogely ofvandeHervorminge. 85 Promêtheus ofte Caucafus, 90 I» Zamcn-fprakcn der Goden. Promêtheus en Jufiter. Cupido en Jutter, Vulcanm en ApoUo. Vulcanus en Jupiter. yup} ter 5 j^fiulapius en Hercules, funo en Jupiter. l'^enus en Cupido. Mars en Mcrcuur. yuptter en de Son. Mercurius en de Son. Mercurius en Apoüo. 104. 107 109 1 1 1 112, 128, 144. 114? 147 116 l!8 T20 122, 132 yuna 28 F ó R E G I S T E R yuno en luatorta . 114 Mercurm en Maja» 1 26 Venusen'Luna. i^i Tan en Mercurius. 134 Apollo en Bacchus. 139 Apollo en Mercurim . 138^ 149 yufiter en Ganymedes. 140 ZEE^GODEN, Cydops en Neptunus. 1 1 1 Neptunns en Alpheus. 1 5 3 JMenelaus en Fr ot heus. 155» tieptunus en de Dolph'ijnen, 156 Jupiter en Mercurius. 15^ tieptunus en Mercunus, 1 5 9 i^eptunus enNereides* i^i Irw f » Neptunus. I ^ } Xanthus en de Zee. i Ó4 Triton y Nereides enlphianajfa. Triion ^ Neptunus en Amymoncs. 168 Nö/»/ Zephyrus* 1 70 DorisenThetis. i?' Epineus en Neptunus. 17 5 e«  Galat hea. 2 74 Zephyrus en Notus. * 7 7 Tanope en Galene. 1 79 POO- 28 F ó l éi der Hoofc-ftukken* D O O D E Dhgenes en Pollux, Vluto of tegen Menippus, Tluto en Mercuur, Terpjio en Fluto. Zenophantes en Callidefnides» Cnemon en Damnippus. Charon , ^ fercurius^ <^c. Cr at es en Diogenes. Scipio. Diogenes en Alexander, Menippusy Tirophonius en Amphilochus. Mercurius en Charon. Menippus en Cerberus. Charon , Menippus en Mercurius, Antilochus en Achïlles. Menippus en Mercurius. Menippus e7i Chiron. Philippus en Alexander. Diogenes en .Hercules. Menippus en Tantalus. Diogenes en Maufolus, Niraus, Menippus enTherfites. Diogenes , Anthiftenes , Cr at es een Bede^ laar. 2^1. Agamemnon en Ajax, 2 j8 Mi?tos en Softratus: 240 Simulus en folyfiratus. 242 ^acHS , 28 F 6 R E G I STER. JEacuSi Frotefilausy Menelaus en F ara. 245 Menippus^ JEatus-^ Tythagoras en Soera' tet. 247 Proufilausy Pluto enProferpwa, 251 Mentppus en 7 irefia. i 5 3 Luc. O orJeel der Godinnen, 2. 5 5 Huurlingen. ^66 Ver antvjoor ding voor de gene dte om geit dienen. 3^5^ Tyrans vermoordinge. 3 > ^ Ontervtnge, 3 3 3 Akxander of valfche Propheet. 3 5 8 Toxaris ofte Vrientfchap. 398 Jkarovjenippus y ofte hoven de Wolk- vlieger. 449 Anacharfis, of van deOeffen-plaat- plaat fen, 477 Kouvje^ 5/1 Aanipraah , Pranfchen Hercules. 519 EleBruM-, of van de Zvjanen. 523 Lof der Vliegen. 5^8 Ka//c-/^f heJchuldi7Jge ovt niet Itcht te gelooven. 534 Vaderlands Lof. 5 5 ^ LofoverDemoflheves. 5 5^ Menippus ofte l^ecyomantia. 5 84 28 F ó 28 F 6 ERRATA. i'az, 8. iin. lo. orRSnoeDten, 2 . 27. fijne.
2.bKiv^-'^ 6 ro Koemendt. 40. 33. ogen. 54.
1 pafil 2.psac. ói.S.ruiverder. 72. 16. uw aanalie. bi. 28. bekeren en. 83. i3.1tant. lo^M- •n 2 rpraa/:, ho^t het rco-^^cPromeihxus. 1 10. 17. iS. lecer in uw hoofc gehad. defe. 144. 1 8. op htm. iKX.t.. laathem. 176- » . gehaarde. 1 80. 18. Charinus. 213. 7. een weime. 217. 4. fchrciden. 220.1r.gydc. 231.18.graf; .23T-^'^^";^2H7. 27.hoejarnmerUjk, 259.33. ik noch. 266.27. „ioejcï^jkheden, %70, ace» daar. 272 7.Poeten ver. ^ri. , c. laechcnde. 279. j f .heelBabylonien. 1 79. 2 8 . leera.283.9.Numidieu. 301. 3.cn/»^5. mkjen. 306. h.fahinui. 307.2Z. omgettelc 308.1 1. dat is al. 311. 32.dicde,ennjneigenquaal. 314. 24.felfsis. 2b. fiand-flaven. 320. 3a.lceiide. 332. i i  »2. mijn foo. .3,1. 28. want. 3S3.22.dcrelfdc. 364.22. Dtlm l 6.^7'P'*ff'i^i^/: 19. oracu 23. po- dalier. 369. i7.bydaaghielAyrigin huis,hopcnde oelijk het uicvicl. dat'er een groot gedeelte F.?/-^/-»- i#»crxby hem foude komen loopcn. 2 .pdUtfchen. 37;. 24. zegelen. 37^. 5. hy een. ii.omher. 13. iaarcïn. 277. 1 3- keukens. 1^7,1. Eptcu^ rw 4. geboren. 2r.afterl»erden. 408. 13. verma- nende. 418. 21. man van. 4i9.3.datniec. 41». i/j.hemquam. 2;. maatfchap.  :i^.AnHhs, 443- lO.vcrfochcemom. 4.6. 30. Boomcn. 472- 32. tnaten. ^75. i7.meinin&«- 495- 'i- hooggefchoi- de. n4- 33-I*acrden. 532. K.en zy. 533-3- too- neelgedcigi 535. 1 gebeurt is. als. .ó.nochvan T>r«7.noch. 539. 12. in alle. y 53. .4. IT- dcGc dcnfoo. 59 • ló.m welke.

See also

{{GFDL}}

Personal tools