Grote nutteloze werken  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Redirected from Belgian boondoggles)
Jump to: navigation, search

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

'Grote nutteloze werken' is de benaming voor een ongebruikt of onafgewerkt grootschalig openbaar project. Het is de Nederlandse vertaling van Grands travaux inutiles, soms afgekort tot GTI. Deze informele term verwijst naar het gelijknamige boek waarin ongebruikte of onafgewerkte grootschalige openbare werken staan geregistreerd. De problematiek heeft haar wortels enerzijds in de Belgische wafelijzerpolitiek, een informele bestuurspraktijk waarbij de gelijke behandeling van regio's voorging op het nut van de investering. Anderzijds zijn vele werken ook toe te schrijven aan het nobele streven van ingenieurs om in lopende projecten alvast rekening te houden met toekomstige projecten, zodat die makkelijker konden worden gerealiseerd.

De onafgewerkte GTI's zijn vaak terug te voeren op deze laatste oorzaak. De GTI's met beperkt nut zijn terug te voeren op de wafelijzerpolitiek. Aan deze praktijk is sinds de regionalisering van Openbare Werken naar de gewesten een einde gekomen, al vormde de hiermee gepaard gaande budgetherschikking een nieuwe oorzaak voor het stopzetten van lopende projecten. Een voorbeeld hiervan is de noordelijke tak van de Antwerpse premetro.

De term “Grands travaux inutiles” is geïntroduceerd door Belgische journalist Jean-Claude Defossé, die in de zomer van 1986 in de Vlaamse krant De Morgen gelezen had over de smeerpijp Limburg-Antwerpen. Over deze mislukte investering maakte hij een reportage voor het televisiejournaal van de Belgische Franstalige openbare omroep RTBF. Op 15 oktober 1986 bracht Defossé in het RTBF-informatiemagazine C’est à voir een televisiereportage over grote nutteloze werken uit: Les bâtisseurs d’ans pires (de bouwers uit de ergste jaren, maar tevens een woordspeling op "les bâtisseurs d’empires", "de bouwers van imperia"). In 1990 publiceerde Defossé een boek, Le Petit Guide des Grands Travaux Inutiles, en in 1991 verzorgde hij gedurende 9 maanden op televisie het Journal des Travaux Inutiles (afgekort JTI). Met de reportages en het boek verwierf ook de term snel bekendheid in heel het land. Overzichten van grote blunders bij openbare investeringen duiken in de Belgische media sindsdien regelmatig op.

In Nederland werd eind jaren 90 dit soort misstanden ook aan het licht gebracht bij het televisieprogramma Over De Balk op Veronica.

De term wordt in overdrachtelijke zin ook wel gebruikt voor bouwwerken die wel in gebruik zijn genomen, maar waarvan het nut niet of nauwelijks bewezen is. Het nutteloze karakter van een aantal "Grands Travaux Inutiles" wordt betwist, niet enkel door de overheden die ze gebouwd hebben, maar voor wat België betreft ook door de taalgemeenschappen. Voorbeelden hiervan zijn het hellend vlak van Ronquières op het kanaal Charleroi-Brussel en de scheepslift van Strépy-Thieu (op het Centrumkanaal). Aanvankelijk stonden de investeringen niet in verhouding tot het verkeer op deze kanalen, maar de laatste jaren is een duidelijke toename van het aantal schepen en de tonnage merkbaar, zodat thans enig nut moeilijk ontkend kan worden.

Contents

Belgische GTI's

Functioneert niet (of niet afgebouwd)

Gebouwen
  • Het OCMW van Leuven kreeg in 1975 toestemming om een nieuwe vleugel met 622 bedden te bouwen voor het Sint-Pieterziekenhuis. De ruwbouw werd in 1983 opgeleverd, doch de afwerking, uitgezonderd de benedenverdieping, werd nooit voltooid ingevolge een wijziging in het ziekenhuisbeleid van de overheid. Aangezien het gebouw niet geschikt is voor andere doeleinden, wordt het gesloopt en maakt de afbraak van dit gebouw samen met de afbraak van het naburige Sint-Rafaëlziekenhuis plaats voor het stadsvernieuwingsproject Hertogendal, een nieuw "multifunctioneel stedelijk woongebied".
Spoorwerken
  • 2,3 kilometer aan premetrotunnels in ruwbouw in Antwerpen, gebouwd tussen 1977 en 1986. In het boek van Defossé wordt beweerd dat er plannen hebben bestaan om een champignonkwekerij in te richten in de ongebruikte tunnels maar die stelling is gecontesteerd. Het Vlaams Gewest nam in 2006 zo'n 100 meter van de premetrotunnel alsnog in gebruik voor de nieuwe tramlijn 5. In 2015 werd 3,1 km van de oostelijke tunnel, de ongebruikte gedeelten van twee stations en één nieuw station in gebruik genomen. De tram zal echter vier stations, die enkel zullen functioneren als nooduitgang, alvast zeker tot 2020 overslaan. Voor de resterende 2,3 km, bestaande uit een tunnel die de noordelijke met de oostelijke tak verbindt met twee stations en een aftakking van de oostelijke tunnel met één station, bestaan plannen voor 2020 en later. Momenteel zijn 8,1 km tunnel en elf stations in exploitatie.
  • In Brussel ligt op Metrolijn 2 het spookstation Sainctelette. Dit is nooit in gebruik genomen door de geringe afstand tot de aangrenzende stations. Het is zichtbaar vanuit de metrotreinen. Op de treinaankondigers in de andere stations is de locatie van het station ook aangeduid, zonder naam.
  • In Luik ligt 2,5 kilometer metrotunnel onder de Quai Saint-Léonard voor een nooit gebouwde metrolijn.
Wegenwerken
  • Een voertuigentunnel in Antwerpen onder de Fr. Rooseveltplaats en de Teniersplaats. Deze tunnel zal nooit in gebruik worden genomen, omdat de lange uitrijhelling die noodzakelijk is door de diepte van de tunnel niet meer past in het huidige verkeersplan. De voorlopige metalen brug, die voor de bouw van deze tunnel werd aangelegd, werd in augustus 2006, na meer dan 30 jaar uiteindelijk afgebroken. Een tiental meter boven de huidige tunnel is een nieuwe tunnel gepland in het kader van de heraanleg van de leien. De werken werden in 2016 heropgestart en deze nieuwe tunnel werd in 2019 opgeleverd. In het boek van Defossé wordt beweerd dat deze tunnel nooit in gebruik is genomen vanwege het formaat dat niet aangepast was aan de recentere vrachtwagens en autobussen, maar die stelling wordt gecontesteerd. Een deel van de oude tunnel onder de nieuwe tunnel werd in 2019 afgewerkt als ondergrondse parking bij het premetrostation Opera, met toegang vanaf 2020.
  • In Eeklo is begonnen aan een ringweg R43 om de ombouw van de N49 naar een autoweg (en de sluiting van de lokale kruispunten) op te vangen. Deze ring-autoweg is enkel tussen deze N49 en de N9 geheel in gebruik. Op de rest van het gebouwde deel is het baanlichaam wel voorzien op 2×2 rijstroken, deels zelfs gebetonneerd. Ook bij de bouw van een nieuw industrieterrein aan het kanaal is rekening gehouden met een autoweg. Echter de weg is zelf maar uitgevoerd als 2×1 en eindigt net voorbij het industrieterrein abrupt in de velden. Het ongebruikte deel fungeert als parkeerplaats.
  • De A19-brug in Sint-Jan bij Ieper: In Sint-Jan vlak bij Ieper stopt een snelweg abrupt op een viaduct. Het was de bedoeling om de A19 Kortrijk-Ieper door te trekken tot aan de E40 in Veurne, maar in 2005 besliste de Vlaamse regering (Regering-Leterme I) dat die verlenging er niet komt. In de plaats koos ze ervoor om de N8 Ieper-Veurne op te waarderen tot 3 rijstroken met hier en daar een bypass. De brug past niet in de plannen om de A19 op de N38 aan te sluiten en zal dus vanaf 2015 worden afgebroken. De regering wilde de A19 niet doortrekken omdat die het historisch slagveld van Pilkem Ridge zou doorkruisen. Duizenden Britten die sneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog liggen er nog in de klei.
  • In Harelbeke is de Ring rond Kortrijk (R8) nooit afgewerkt wegens geldgebrek. Hierdoor staat er tot vandaag een doodlopende brug van 2×2 rijstroken over de Leie.
  • Bij Autelbas liggen aan weerszijden van de A4 twee bruggenhoofden die hadden moeten dienen als viaduct voor de 10 kilometer lange A28. Van de snelweg tussen Aarlen en Athus is uiteindelijk maar 3 kilometer aangelegd, maar begin jaren tachtig is wel een begin gemaakt met het viaduct.
  • Een brug voor een weg met vier rijstroken in Strépy-Bracquegnies. De vierbaansweg moest het centrum van Thieu ontlasten door er ten noorden van rond te cirkelen.
  • De N36 te Harelbeke, tussen de N50 en de N43. Hoewel de N36 over zijn gehele lengte voorzien was op 2×2 rijstroken, werd ze op deze plaats slechts met twee rijstroken aangelegd. (positie)
  • De N41, die bedoeld was als verbinding tussen de A11 en de E40 (Aalst) werd nooit volledig afgewerkt. Het gedeelte tussen de A11 en de E17 werd nooit gerealiseerd. De N41 werd tussen de E17 Sint-Niklaas en Lebbeke wel gedeeltelijk afgewerkt, maar de N41 was over de gehele lengte voorzien van tweebaans rijstroken en uiteindelijk werd deze, net als de N36, slechts met twee rijstroken aangelegd. In het reeds gerealiseerde gedeelte zijn zes bruggen voorzien van tweebaans rijstroken, waarvan slechts de helft wordt gebruikt.
Waterwerken
  • Het kanaal Ieper-Komen: de bedoeling was om de IJzer via Ieper te verbinden met de Leie. Hiervoor diende men te Hollebeke een kanaaltunnel aan te leggen. De werken werden gestart in 1864. De aanleg van de tunnel bleek echter na diverse pogingen onmogelijk te zijn door de slechte ondergrond. Daarom werd in 1910 afgezien van de bouw van een tunnel en besloot men een diepe sleuf te graven. Ook dit bleek onmogelijk: de ondergrond was van dien aard dat het kanaal niet stabiel was. Toen in 1913 de Sint-Elooisbrug instortte na grondverschuivingen besloot men het gedeelte tussen Komen en de Leie niet af te werken; het kanaal stopt nu te Ieper.
  • Het Ourthekanaal: de bedoeling van dit kanaal was om de Maas te Luik te verbinden met de Moezel te Wasserbillig. De Nederlandse koning Willem I ving aan met de bouw in 1827. Vanwege de Belgische en Luxemburgse onafhankelijkheid in 1830 en 1839 veranderde de politieke situatie. Op dat moment was men juist bezig met de aanleg van een tunnel te Bernistap, de tunnel zou 2500 m lang worden, maar de bouw ervan werd gestaakt. De lengte van de tunnel bedroeg toen (en nu nog steeds) 1130 m. Het kanaal vindt zijn einde nu dus in de tunnel van Bernistap en werd nooit verder afgewerkt.

Functioneert wel, maar het nut is niet of nauwelijks bewezen

  • Premetro van Charleroi: Van de geplande acht armen van het metronet zijn er drie gebouwd en in gebruik. Een vierde is bijna afgewerkt maar wordt enkel gebruikt voor de opleiding van de bestuurders. Zie Métro Léger de Charleroi.
  • De tuibrug in Godsheide bij Hasselt over het Albertkanaal, als deel van een nooit aangelegde wegverbinding tussen Hasselt en Genk in de provincie Limburg. Was bedoeld voor een vierstrooksweg, wordt nu gebruikt als lokale weg. In het kader van het Spartacusplan is er sprake deze brug te gebruiken voor een sneltramlijn tussen Hasselt en Genk.
  • Het 2,5 km lange Doeldok op de linkeroever van de haven van Antwerpen. Nooit gebruikt omdat de kademuren schuin verlopen. Dit was zo gebouwd omdat men van plan was het dok uitsluitend voor overslag van petrochemie via pijpleidingen te gebruiken. De kademuren rechtzetten kostte meer dan een nieuw dok graven, dus is voor het laatste gekozen. Het Deurganckdok is er dus gekomen vanwege het Doeldok, dat nu dichtgestort wordt en een industrieterrein zal vormen.
  • Een brug aan de Schipstraat in Sint-Lievens-Esse, gebouwd in 1995 en voorzien op het nieuwe tracé van de N42 dat door protest nog steeds niet aangelegd is. Er loopt voorlopig enkel een weg over de brug, de aanleg van de weg eronder (de Rondweg / N42) zou uiterlijk in 2020 van start gaan. (positie)
  • Een dubbel viaduct nabij Sint-Truiden over de N722 (Hasseltsesteenweg) is ooit gebouwd voor een verlengde N718 (Expressweg tussen Tienen en Maastricht). Deze is er echter nooit gekomen en maar een van de twee viaducten is in gebruik. Tevens is deze N718 over een lengte van een halve kilometer uitgevoerd als autosnelweg, iets wat ook als kleine GTI kan worden bestempeld. (positie)

Functioneerde niet maar heeft nu een nieuwe nuttige bestemming

  • Het kanaal bij Sint-Job-in-'t-Goor. Een klein stukje kanaal dat deel zou uitmaken van het duwvaartkanaal dat het Albertkanaal met het Schelde-Rijnkanaal zou verbinden zonder door de drukke Antwerpse haven te moeten passeren. Bij de aanleg van de E10-snelweg (thans de E19) werden daarom meteen de nodige graafwerken gedaan en een brug over het toekomstige kanaal gebouwd. Uiteindelijk werden de plannen onder druk van milieugroeperingen opgeborgen. De ene helft is een watersportgebied (E10-plas), de andere helft is een natuurgebied (deels gedempt voor de aanleg van de bedding van de HSL tussen Antwerpen en Nederland) en momenteel geëxploiteerd door Brasschaat Triatlonclub. Ook in Oelegem werd dit soort werken uitgevoerd. Kaaimuren en een brug van de E34, alsook een inham aan het Albertkanaal.
  • De snelweg A1 (E19) is voorzien op de aanleg van een supersnelweg op de middenstrook die Brussel direct met Antwerpen moest verbinden, met enkel een op- en afrit in Mechelen. De middenberm is daardoor bijzonder breed (circa 40 m). Deze supersnelweg werd nooit gerealiseerd, wat tot vele hectare nutteloos onteigende grond leidde en tal van nodeloos lange bruggen en een slechts gedeeltelijk gebruikte verkeerswisselaar in Mechelen. In 1997 werd deze vrije middenstrook gebruikt voor de aanleg van het Witte Kinderbos (ter nagedachtenis van vermoorde en in het verkeer omgekomen kinderen). Dankzij deze foute beoordeling in het verleden is er tussen het knooppunt Machelen en de bestaande spoorlijn Brussel-Antwerpen (ter hoogte van Zemst) een snelle spoorverbinding aangelegd die deel uitmaakt van het Diaboloproject om de nationale luchthaven Brussels Airport te verbinden met alle steden van België (voltooid september 2012).
  • Het knooppunt Machelen (R0/E19) dat maar voor de helft in functie is. De andere helft is wel gebouwd maar nooit in gebruik genomen. Oorspronkelijk wou men de E19 laten doorlopen in Brussel maar die laatste gaf daar geen toestemming voor. Op de ongebruikte helft wordt momenteel een deel van de nieuwe Spoorlijn 25N gebouwd en zal men een afrit voorzien naar de Woluwelaan (waardoor de afrit Machelen-Woluwelaan overbodig wordt). (positie)
  • De smeerpijp langs het Albertkanaal. Een pijpleiding van 5 miljard frank, bedoeld om vervuild water uit Belgisch-Limburg (vooral van Tessenderlo Chemie) naar de Schelde te transporteren. Door constructiefouten heeft deze leiding nooit als zodanig gefunctioneerd. In de jaren negentig is de leiding omgebouwd voor het transport van drinkwater.
  • Het Doeldok, in de Antwerpse haven, werd in het laatste kwart van de 20e eeuw gebouwd. Het dok was 2700 meter lang en heeft schuin aflopende kaaimuren, die speciaal waren ontworpen voor het lossen en laden van petroleum en afgeleide producten. Toen de economie veranderde en duidelijk werd dat dit dok nooit hiertoe zou gebruikt worden, was het – net omwille van die schuine kademuren – niet meer mogelijk een andere havenbestemming voor het dok te vinden. Inmiddels werd de helft van het Doeldok weer opgevuld en de andere helft diende voor watersport maar wordt begin 2015 weer gevuld. Kosten ongeveer 58 miljoen euro.
  • De Spuikom van Oostende werd in het begin van de 20e eeuw aangelegd. Bij voltooiing bleek de werking bij laag water schade aan te richten aan de kademuren. Sinds tientallen jaren wordt de spuikom gebruikt voor watersport.
  • De brug bij Oostham, gebouwd in 1977, in de N73 bij Ham over het Albertkanaal werd aanvankelijk niet in gebruik genomen. Pas in 2018 werd de brug daadwerkelijk in gebruik genomen.

Functioneerde niet en is uiteindelijk afgebroken

  • Euroshopping Mechelen: Een winkelcentrum in het stadscentrum, met een parkeertoren, winkels, een stadsfeestzaal en horecagelegenheden. Gebouwd in de jaren zestig, en nooit geslaagd. De winkels hebben bijna altijd leeggestaan, de parkeertoren was ondanks een renovatie in 2000 in uiterst slechte staat en de stadsfeestzaal werd slechts mondjesmaat gebruikt. Het gebouw is ondertussen gesloopt en er werd een woonproject gebouwd, genaamd "Clarenhof".
  • De Spookbruggen van Varsenare: Tussen Varsenare en Jabbeke, in de buurt van het kanaal van Brugge naar Oostende, stonden twee bruggen in ruwbouw in een weiland. Een leidde over een spoorbaan, de ander over een weg die eveneens nooit gebouwd is. Ze zijn aangelegd in 1976 en 1977. Over de bruggen zou de A17 (E403) Kortrijk – Zeebrugge komen (2×2 rijstroken). De vrijstaande brug zou dienen om een op- en afrittencomplex mogelijk te maken, met lokale weg naar Brugge. De kostprijs was destijds 110 miljoen Belgische frank. Het agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse overheid inspecteerde de brugconstructies om de drie jaar met het oog op de veiligheid en het onderhoud (de veiligheid van het treinverkeer en de sporadische en illegale betreders van de bruggen moest gegarandeerd blijven). Omdat dit onderhoud te duur is voor een nutteloze constructie is in het najaar van 2011 de afbraak begonnen. Op 17 oktober 2011 ging de vrijstaande brug tegen de vlakte, de spoorwegtunnel volgde op 21 januari 2012. (positie)

Zie ook




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Grote nutteloze werken" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools