Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten ; uit de gegevens, verzameld door de Commissie voor Nederlandsche Plantennamem  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search

Jahsonic (Talk | contribs)

Next diff →

Revision as of 05:33, 17 May 2024

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop

Featured:

Full text of "Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten ; uit de gegevens, verzameld door de Commissie voor Nederlandsche Plantennamem" See other formats )


■ NEDERLANDSCHE NATUURHISTORISCHE VEREENIGING ■


■ - — B

WOORDENBOEK


NEDERLANDSCHE VOLKSNAMEN VAN PLANTEN

UIT DE GEGEVENS, VERZAÏVIELD


DOOR DE

COMMISSIE VOOR NEDERLANDSCHE PLANTENNAMEN

BEWERKT DOOR

H. HEKELS,

SECRETARIS DER COMMISSIE


UITGAVE DER NEDERLANDSCHE NATUURHISTORISCHE VEREENIGING

W. VERSLUYS 1907


Digitized by the Internet Archive in 2017 with funding trom BHL-SIL-FEDLINK


https://archive.org/details/woordenboekderneOOheuk


J


4

NEDERLANDSCHE NATUURHISTORISCHE VEREENIGING.


WOORDENBOEK

DER

NEDERLANDSCHE VOLKSNAMEN VAN PLANTEN

UIT DE GEGEVENS, VERZAMELD

DOOR DE

Commissie voor Nederlandsche Plantennamen

BEWERKT DOOR


H. HEUKELS,

Secretaris dier Commissie


Uitgave der Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging. W. VERSLUYS 1907.


VOORBERICHT DER COMMISSIE.


Ingevolge besluit van het Hoofdbestuur der Nederlandsche Natuur- historische Yereeniging, genomen op 27 December 1902, werd eene Commissie benoemd, met de opdracht, door eene doelmatige keuze van namen, eenheid te brengen in het gebruik van Nederlandsche planten- namen, voornamelijk in geschriften en bij het onderwijs.

Om dit doel te bereiken, heeft de Commissie allereerst getracht, op de hoogte te komen van alle volksnamen van planten, in verschil- lende streken van ons land in gebruik. De pogingen, door haar te dezen opzichte ingesteld, zijn met goeden uitslag bekroond. Een 120-tal vaderlandsche beoefenaars van plantkunde en van taalkunde heeft haar met de volksnamen in verschillende gewesten in kennis gesteld.

Dit materiaal is door de Commissie zorgvuldig onderzocht bij de keuze der door haar voorgestelde Nederlandsche plantennamen ^).

De Commissie meende echter voorts, dat de verzamelde bouwstoffen van voldoende belang waren, om deze te vereenigen in een afzonderlijk werk. Men mag toch aannemen, dat de kennis der plaatselijke plantennamen voor allen, die in folklore belangstellen, van groote be- teekenis zal zijn. Zij verzocht daarom haren Secretaris, al de aanwezige bouwstoffen te ordenen en daaraan toe te voegen de Middel-Ne- derlandsche en de Ylaamsche plantennamen.

Mede door den steun der Nederlandsche Regeering werd de Commis- sie in staat gesteld, tot de uitgave van dit bij uitstek nationale werk over te gaan.

Zij betuigt ten slotte haren dank aan allen, die op eenigerlei wijze aan dezen arbeid hebben deelgenomen, en in het bijzonder aan den heer Dr. W. van Schothorst te ’s Grravenhage, die de drukproeven aan een taalkundige revisie onderwierp.

De Commissie voornoemd^

Dn. M. GiiESnOFF, Voorzitter.

H. Heukels, Secretaris.

Dr. A. C. Oüdemanb, Penningmeester.

Dr. H. J. Calkoen.

Prof. Dr. H. J. Gallée.

Dr. A. .1. M. Garjeanne.

H. L. Gertii V AN M]JK.

E. IJe]Mj\kb.

Prof. Dr. J. Mac Leol>

,1. P. Trijpbk.


') Zie „Nederlandsche Plantennamen”, uitgave dor Nederlandsche Natuur- hislorische Yereeniging. 1000.


Mededeelingen van den Bewerker.


Terwijl ondergeteekende voor den opzet en aard van dit werk ver- wijst naar het voorbericht der Commissie, zij het hem vergund, nog eenige inlichtingen te geven, omtrent de wijze van bewerking.

In de lijsten van plantennamen zal men namen vermeld vinden zonder dat daarachter is aangegeven, waar zij in ons land zoo genoemd worden. Deze namen zijn voor het meerendeel afkomstig van de heeren H. L. Gerth van Wijk en M. L. Q. van Ledden Hulsebosch, die zich bei- den jaren lang beijverd hebben, om plantennamen te verzamelen, doch niet aanteekenden, waar zij gebruikt worden. Ook hebben zij namen uit verschillende plantkundige werken bijeengebracht en mogen dus niet alle namen door hen opgegeven, als echte volksnamen beschouwd worden.

Wat de namen met herkomst-aan wij zing betreft, deze zijn bijna steeds onveranderd overgenomen uit de lijsten, die de medewerkers aan onze Commissie hebben toegezonden. Ik gevoelde geen vrijheid om zelfs daar, waar het mij toescheen, dat vrij zeker de volksnaam voor een verkeerde plant was opgegeven, daarin zonder hun medeweten verandering te brengen. In vele gevallen heb ik mij dan tot de medewerkers gewend, om nadere inlichtingen.

Natuurlijk is, bij de vaagheid van sommige namen en de verwisse- ling van verwante planten, op dit gebied niet steeds volledige zekerheid en juistheid te verwachten, en ongetwijfeld zal het wel blijken, dat er in het werk nog vrij wat foutieve namen voorkomen. Aan hen, die belangstellen in dezen arbeid, verzoek ik beleefd, mij van tijd tot tijd aanvullingen en verbeteringen te willen toezenden. Ik hoop dan, dat over eenige jaren een supplement op dit Nederlandsche plantkundig woor- denboek zal kunnen worden uitgegeven.


H. HEUKELS.


Lijst vaQ werkeu, waaruit de Middel-Nedeiiaiidsclie eii de Ylaaiii- sclie planten namen afkomstig* zijn; met opgave van de gebruikte verkortingen.


G. H. Den grooten Herbarius met al öijn figueren Die Ortis sanitatis ghenaemt is. 1514.

N. H. Den nieuwen herbarius, door J. Fuchs. 1543.

Lob. M. de Lobel’s Kruijdtboeck. 1581.

Hond. Petri Hondii. Dapes inemptae. 1621.

Dod. Eembertus Dodonaeus, Cruijdtboeck. 1608.

Kil. 0. Kiliaen. Etymologicum teutonicae linguae. 1777.

M. N. Dr. E. Verwijs en Dr. J. Verdam, Middennederlandsch Woor- denboek.

B. Deken de Bo. Kruidwoordenboek, Gent 1888 en L. L. de Bo.

Westvlaamsch Idioticon. Brugge. 1873.

P. E. Paque. De Vlaamsche volksuamen der planten. Namen. 1896.


Namen der Landstreken, met de verkortingen.


Gr. Groningen.

W. AVesterwolde.

Hu. Humsterland.

Z. Zevenwolde.

8t. Stellingwerf.

Fr. Friesland.

’t B. Het Bildt.

A. Ameland.

T TpypI

viie. Vlieland.

Tg. Terschelling. ,

Schg. Schiermonnikoog.

H. Dr. Noord-Drenthe.

Dr. bew. Drenthe bewesten

Smildevaart.

O. Dr. Drenthe beoosten

Smildevaart. N. O. Noord-Overijsel.

L. V. V. Land van Vollenhoven, Tw. Twenthe.

Sal. Salland.

N. Vel. Noord-Veluwe.

O. Vel. Oost-Veluwe.

Velz. Veluwezoom.

Gr. Z. Graafschap Zutphen. Achth. Achterhoek (beoosten

Groenlo).


Lij. Lijmers.


L. N. Land van Nijmegen.

Bet. Betuwe.

N. L. Noord-Limburg (benoorden

Venlo).

Z. L. Zuid-Limburg.

Br. O. Noord-Brabant beoosten

Tilburg.

Br. W. Noord-Brabant bewesten

Tilburg.

W. Fr. West-Friesland (Noord-

Holland. )

Wat. Waterland.

Kenm. Kennemerland.

Br. Breesaap.

Go. Gooi.

Utr. Utrecht'

Z. H. Zuid-Holland.

Du. Duinstreek.

V. B. Voorne-Beierland.

Goe. Goeree.

O. F. Overdakkee.

Sch. Schouwen.

Thol. Tholen.

N. B. Noord-Beveland.

Z. B. Zuid-Beveland.

Wal. Walcheren.

Z. VI. Zeeuwsch Vlaanderen.

L. V. H. Land van Hulst.


NAAMLIJST DER MEDEWERKERS.


D. Albers Wz., Zutphen.

G. Azings Yenema, Wageningen.

C. Bakker, Broek in Waterland.

H. J. Bakker, Zwijndrecht.

J. B. Bernink, Denekamp.

J. L. Berns, Leeuwarden.

M. J. Blijdenstein, Enschede.

J. H. Bonkes, Gramsbergen.

Ylej. T. Braak, Amsterdam.

C. Brakman, Sneek.

J. Bruggeman, Amsterdam.

P. de Bruyne, Middelburg.

B. van der Burg, Zutpben.

P. van den Burg, Grijpskerk.

Dr. H. J. Calkoen, Haarlem.

W. Canter Cremers, Groningen, Dr. P. Th. Coebergh, Maastricht. J. G. Coermans,

Notter (gem. Wierden). Dirk L. Daalder, Haarlem.

J. Daalder Dz , Oosterend (Texel). Mej. V. Deinse, Groningen.

G. Donia, Vlieland.

Dulfer, Numansdorp.

C. H. Ebbinge Wubben,

‘s Gravenhage.

L. Eggermont, Clinge (Zeeland).

J. Elema, Hoogeveen.

.1. F. G. W. Erbrink, Amsterdam.

D. Eveleens Maarse, Aalsmeer.

M. L. K. Fledderus, Vlissingen. Mr. D. Frees, Heerlen.

Prof. Dr. J. H. Gallée, Utrecht. Dr. A. J. M. Garjeanne,

Hilversum.

M. H. Geelhoedt, Nijverdal.

M. H. Gelissen, Blerik.

\\ A. van Gent, Oillaarshoek.

H. Ij. Gerth v. Wijk, Middelburg. C. van der Graaf, Dordrecht.

C. C. van de Graft, ütreclit.

Dr. M. Greshoff, Haarlem.


H. J. H. Groneman, Velp (G.)

J. W. te Gussinklo, Winterswijk. Tj. U. de Haan, Midden vaart

(Leemsterland).

E. J. M. de Haas, Amsterdam.

C. Hack, Middelburg.

E. Heimaus, Amsterdam.

Dr. H. W. Heinsius, Amsterdam. Mevr. A. J. Heukels-de Kruyff,

Amsterdam.

H. Heukels, Amsterdam.

Mej. W. Heukels, Amsterdam.

H. W. Heuvel, Borculo.

K. J. Heijboer, Rotterdam.

C. J. A. Hooiberg, Leiden.

Dr. M. J. H. Houba, Maastricht. D Th. Houben, den Helder.

A. P. de Hullu, Goes.

H. Icke, ’s Gravenhage.

P. Jansen, Rotterdam.

S. Jellema, Grouw.

Dr. J. L. Jordens, Zwolle.

E. G. Kamberg, Arnhem.

Johs. de Kanter, Haarlem.

K. J. W’’.Kempers, ’s Hertogenbosch. J. Kleber Gzn., Amersfoort.

P. L. Kleijberg, Lekkerkerk.

J. Kollen, Aalsmeer.

W. W. Kolvoort, Lochem.

J. Knijpers, Bergen op Zoom.

D. Lako, Zwolle.

G. J. Landweer Jz., Hoogeveen.

L. Lasonder, Utrecht.

M. L. Q. van Ledden Ilulsebosch,

’s Gravenhage. Mej. A. B. Ledeboer, Amsterdam. Paul Leendertz, Velp (G).

B. te Lintelo,

Hoogland bij Amersfoort.

D. Lodder, Goedereede.

B. van Lonkhuijzen, Wageningen. I (h A. de Looze, Zierikzee.


VIII


Jonkvr. E. P. A. E. Martini,

Alraen (G.). Ant. J. Mertens, Heitliuijzen (L).

J. de Meijer, Cadzand.

A. van der Moer, Assen.

A. W. Navis, Aalten.

W. J. F. Niüjens, Langelaar (Z.H.) A. 11. Nijhoff, Westzaan.

J. Olsraan, Ittersum (Zwollekerspel). A. Opprel, Dordrecht.

Dr. A. G. Oudemans, Arnhem.

J. Ozinga,

Nijholtpa (Westellingwerf ). Dr. L. Posthumus, Dordrecht.

A. Pauwerda, Leeuwarden.

H. van Kee, Aardswoud (N.-H.) P. J. Roosendaal, IJzendijke.

Mej. M. S. Rust,

Engbergen bij Gendringen. G. J. Scheers, Apeldoorn. Schoonenhoom, Domburg.

Dr. W. V. Schothorst, ’s Gravenhage. Jan van Schouwen, Sommelsdijk. J. L. 0. Schroeder van der Kolk, ’s Gravenhage.

J. C. van Sierenberg de Boer,

Steenwijk.


Joh. Siesling, den Helder.

A. Slagman, Hilversum.

P. Sloots, Waalre.

A. de Smidt, Middelburg.

S. Snijders, Winterswijk.

Leonard A. Springer, Haarlem.

D. Stieltjes, Hoorn.

Dr. H. J. Taverne, Leiden.

J. P. Thijsse, Bloemendaal.

L. van Tiggele, Poortvliet

.1. C. Th. Uphoff, Frederiksoord.

G. R. Veendorp, Arnhem.

J. van de Velde, Poortvliet.

Mej. M. J. de Verwer, Schoorl.

M. Vrij, Bloemendaal.

W. H. Wachter, Rotterdam.

M. van Warmelo, Amsterdam.

Dr. A. de Wever, Nuth.

K. Wielemaker, Biggekerke.

Prof. Dr. J. te Winkel, Amsterdam. J. Winkler, Haarlem.

J. van Wijngen, Amsterdam.

H. van Zanten, Oldenzijl.

W. van Zuylen, Ondkerk bij

' Leeuwarden.

L. T. van der Zweep, Wolvega.


ERRATA.


Men gelieve de

volgende fouten te verbeteren :

Blz.

. 2,

regel 17

V.

0.

2. Aceras pyramidalis enz. geheel te schrappen.

8,

yj

11

V.

0.

Oude namen enz. geheel te schrappen.

9,

yj

1

V.

0.

(Dod.), te veranderen in (Dod., Kil.).

yy

26,

yy

5

V.

b.

4. Arabis Thaliana enz. geheel te schrappen.

yy

36,

yy

1

V.

0.

Koeiebloeme-Sch. te laten vervallen.

yy

45,

yy

7

V.

0.

Senegroen (Kil.) te laten vervallen.

^y

61,

yy

4

V.

0.

Nagelbloem-Gr. Z. te veranderen in Nagel-

bloem-Gr. Z., Rotterdam.

yy

81,

yy

16

V.

b.

Tsüskrud te veranderen in Tsiiskrud.

yy

87,

yy

6

V.

b.

Jenveffels te veranderen in Jenoeffels.

yy

90,

yy

7

V.

0.

Barstaard wederik te ‘veranderen in Bastaard-

wederik.

104,

yy

18

V.

b.

Hondsburen te veranderen in Hondsbeeren.

115,

yy

10

V.

b.

Godsgenade te veranderen in Godsgenade (B.)

Abies Tourn.


1. Abies alba Mill. Z i 1 v e r s p a r.

Fijne den-JM;., Sal., N.Vel., Gr.Z., N.L. Fijne spsii-Gr.Z.

Greineden-Z.i.

Kruiskesmast-5r.O.

Mastboom-6roe,, Wal. jMastspar-X.t’.iï.

Piramide-i^r.0.

Oude

Vlaamsche

2. Abies excelsa Poir.

3. Abies pectinata D.C.


Sparfr., O.Dr., N.O., Sa,l., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Z.H., O.F., Wal., Z.Vl. Sparrebeam--Fr.

Spier-F’r.

Spjer-FV.


Spjirrebeam-F'r.

Zilverden-O.-Dr., Gr.Z. Zilverspar-O.Dr., N.O., Z.H., Du. namen: Mastboom (Kil.)-, Witte denneboom (Dod., Kil.).

namen: Pijnboom (B.), Spar (B ), Sper (B.), Sperre. (B.) Zie Picea excelsa Lmk.

Zie Abies alba Mill.


Acer L. Eschdoorn.


Aenhorn.

Ahorn- N.L., Utr., Wal. Erieboom.

Esch-A.i.


Eschdomn-Gr., Fr., Sal., N.O., Vdz., Gr.Z., L.N., W.Fr., Kenm., Utr.,


Z.H., Du., Goe., Sch., Z.B., Wal, Z.Vl

Espenblad-X><t.

Lepelhout-Z.X.

M a a s h 011 1 enb o o m .


N a men voor de vruchten:

Sleuteltje-Gba { Vogeltje-Gr.

Oude namen: Asdoren (M.N.), Booghout (Dod.), Holderboom (Kil.), Luytenhout (Kil.) Maeshout (Kil.).


1. Acer campestre L. S p

Arabel-H'a/.

BooghoU-ï’M;., Sal, Gr.Z.

Booghoiil-Wa/.

Eskdoorn-Gr.Z.

Klein booghoul.

Kleine ahorn.

Kleine erikdoorn.

Kleine eschdoorn-O.Dr.


aansche aak.

Maashornboom.

Maashout.

IMoeserenhout.

Spaansche Ruk-Velz., Utr. 'Spaansche eik-Sal, O. F. Veldahorn.

\'elderikdoorn.


Oude naam: Cleijnen acer (Dod.).

Vlaamsche namen: Ahorn (B.), Ahornboom (B.), Booghout (B.), Eftendoorn (B.), Etfentrul (B.), Eschdoorn (B.), Spaansche aak (B.% Trui (B.).


1


ACBRAS, ACHILLBA.


2. Acer platanoides L. Noorsche esch doorn.

Zweedsche eschdoorn.

Vlaamsche namen: Aschdoorn (P.), Flikkerkesboom (P.), Klau- tereer (P.), Pilaan (P.), Plaan (P.), Wielekensbooin (P.).


3. Acer Pseudo-platanus L. E

Bergahorn.

Benterblaerhout '^)-Wal. Eksdoorn-Tïü., Sal., Gr.Z. Erabel.

Gewone eschdoorn-Pe/2'., W.Fr. Groot booghout.

Haveressen.

Luitenboom.

Maasboom.

Mastboom.


s c h d o o r 11.

Schotsche lindenboom. Steenahorn.

Sy co more.

Violenboorn.

Violenhout.

Vlieger tjesboom-F(’^2'. Vlindertjesboom-T^t^, Wat. W aterahornboom. Wateralant.


Oude namen: Grooten acer (Dod.), Pladerboom (M.N.), Planappe (M.N.), Planeboom (M.N.), Plenappe (M.N.).

Vlaamsche namen: Aschdoorn (P.), Effentrul (B.), Flikkerkesboom (P.), Klautereer (P.), Pilaan (P.), Plaan (P.), Wielekensboom (P.).


Aceras R. Br.

1. Aceras anthropophora R. Br. P o p p e n o r c h i s.

Poppen zonder spoor.

2. Aceras pyramidalis Rchb. fil. Zie Anacamptis pyramidalis Rich.


Achillea L. Duizendblad.


Bertram-GV.Z.

Doezendblad-GV.

Duizendblad-G.T'eL, Gr.Z., N.L., Uir., Z.R., Du., O.F., Goe., Wal.


Kankerbloem-TF.Pr.

Zeer-oogenbloem-TF.Pr.


1. Achillea Millefolium L. D u

Cheeskruid.

Chocoladebloem-/Sah

Doezendtak-Gr.

Duizendblad-Z.R.

Duizendkruid.

Duizendtak.

Gaerwe.

Ganzegerf-Z.L.

Garbe.

Garbel.


i z e n d b 1 a d.

Garve-Tw-, Sal., Gr.Z. Gereuve.

Grenzink-T^^’., Sal., Gr.Z.

Haze(n)garve-Ac/i^/i.

Hazegerf-Fe^^r.

Ha zen geil.

Hazengerf-Z.L., Br.0., Utr. Hazengeruwe.

Hazengerwe.

Hazengluwe.


1) De bladeren worden des zomers gebruikt om er boter in te pakken.


ACONITUM.


3


Hazengras-O.Dr., N.O., Sal. Hazenkervel-O.Dr., Tiv., Sal., Wal. Hazenklaver-6'aZ.

Hazzegêrs--Fr.

Hesekasen-iV.0.

Hondegervel-X.v.l?.

H ond'ekemine-d.c/i th . Hondeklaar-Jïai^ew.

Kamille Sal.

Karwiek-T^.

li\kkeThloem-Zu7iderclorp.

Koddeibloem-W.J^r.

KrnswosiYiel-Zandstr.Fr.

Paddebloem-T.

Reine vaar.

Ribbenkwaad.

Riezenbrij '^yOr. Rijstepapbloem-Rr.0.


Schaaigerve.

Schapeklaver-Gr.(0?daw6^).

Schapengerf.

Scbapenribbe.

Scheere-KeZ^'.

Scboapegarf-Gr.

Sjukelarjeblom-i^r.

Skieppegerf-i^r.

Skiepperib-i^r.

Stoelbloem-T^.

ï abiaks bl o em-Z . L .

Theebloemeken-(Toes.

T beeblomm!en-Z.y Z.

Tjêrkhófblom-i^r,

Velddragon.

Witte reinevaar. Zeere-oogenbloem-TKa#.


Oude namen: Dusentbladt (G.H.), Duysentblat (N.H.), Garwe (G.H.).

Geruwe (Dod.), Gerwe (N.H.), Mülefolium (Dod.), Schaepsgerwe (N.H.), Ylaamsche namen: Antbeebloem (P.), r)uize(n)dblad (P.), Duizend- blaren (P.), Duizendtandekens (P.), Erve! (B.), Gaarf (P.), Geiref (P.), Gerf (P.), Gerve (B.), Gerwe (B.), Herf(t) (P.), Herve (P.), Hervel (B.), ïïondegerve (P.,B-)^ Hondegervel (P.,B.), Hondegerwe (B.), Honde- kervel (P.), Hondsbloem (P.), Hondskervel (P.), Hondskerven (P.), Kerfkeskruid (P.), Steenz weerkruid (P.), Tandekensbloem (P.), Tris- sem (P.).


2. Acliillea Ptarmica L. Wilde bertram.


Dubbele kamille. Gemeen nieskruid. Knoopjes-P’r. Koosekruid ^)-Sch.


Moerasduizendblad.

Velddragon.

Wilde pyretbrum. AVild tandkruid.


Oude namen: Wilde bertram (N.H.), Wilde dragon (Dod.)* Vlaamsche namen: Hemdeknopjes (B.), Medecijnbloem (P.), Steen- zweerkruid (P.), Wilde gerf (P.).


Aconitum Tourn.

Adam-en-Eva-zSf., Tw.

Akonie.

Akoniet-R'.AV.

Koetsen-en-paarden-M.

Münn ikenkappeu-d.c/?i/< . MoimikskapW.0., Tiv., Sal, Gr.Z.,


Monnikskap.

N. L., Br. O., Wat., Utr., Z.H., V.H.,

O. F., Sch., Z.B., Wal, Z.Vl. Alunnikekap-W.i^r. Paarden-cn-karretjes-Z.T7. .Schoenen-en-muilen-Z.7/., V.B. Slormbocd.


1) = rijstebrij.

2) = koortskruid.


4


ACORUS.


1. Acoilitum Lycoctouum L, Gele monnikskap. Adam-en-Eva. 1 Wolfsdood.

Gele aconiei-Fr.

Oude naam: Wolfswortel (N.H., Dod.).

Vlaamsche namen: Wolfkruid (P.), Wolvekrooid (P.).


Monnikskap.


2. Acoilitum Xapellus L.

Adam-eii-Eva-G;-., St., Fr., O.Dr., Tw., F.L., Wat., Z.H., Z.B. Adam-en-Eva-in-’t-koetske-G;-. Blaumiitskes-i^r.

Blauskoent(s)jes-jPr.

Blauslufkes--Fr.

Blauwe lupine.

Blauwe monnikskap-Z.iï. Dokter-in-den-wagen-AMv. Duifjes-voor-een-wagentje-Z.T7. Duifkens-Z.X.

Duivelskruid.

Duvelkruud-T?r., SaJ., Gr.Z. Duvelskruud-Gr.Z.

Hehnbloeni.

Helmblöme-Ta-., Sal., Gr.Z. Huwelijksbootjes-O.Dr. Huzarenmutsen. Hijnders-en-sea.skes-E’r.


i Hijnders-en-weintsjes^)-i^r.

I Koets-en-paarden. i Kurassiersmuts-iTe?????.

I ]\lonnikskap-Z.T7.

I ^Muiltjes-TT'rt^.

' Paard-en-wagen. j Papenniuts-Z.5.

Paterskap-Z.i., Z.B.

Poppenschoenen-Dr.6ea'., O.Dr.

Schippersmuts->Sfl?.

Schoenen-en-muilen-Z.J7.

Schoentjes- O.Dr., Sal.

Sjeaskeblom-E’r.

Skoentsjes-en-moeltsjes-Fr.

I Skoentsjes-en-toffeltsjes-i^r.

1 Slofkes-en-skoentsjes-J’r.

! Venuswagen-Z.i.

I Wolfsdood.

I IJzerhoed.


Oude namen: Blauwe wolfswortel (Dod.), Aluncks-kappekens (Kil.), Muncxkapkens (Dod.), W^olfswortel (Kil.).

Ylaamsche namen: Begijne(n)kappen (P.), Boere(n)kapruin • (P.), Capuciene(n) kapke(n)s (P.), Kapuciene(n)kapkens (P.), Kempi- scbe kappen (P.), Alonikskappen (P.), Paterskappen (P., B.).


Acorus L.

Acorus Calamus L. Kalmus.


A rrebarrebroodjes-DoA’Aa^/i.

Breakes -)-Pr.

Earrebarrebrea ^)-Fr. Kaanswortel-Tz^;.

KaamwortelAP.

Kalm-Pr.

Kalmeswortel-A'.pÉ-Z.

Kalmoes-Kr., O.Dr., F.L., Z.L., Br. O. W.Fr., Utr., Z.H., Z.B., Sch.


Kalmoespee-i.i'.if.

Kalmoeswortel-TT’.J’r.

Kalmus-Gr., St., Fr., F.O., Tiv., Sal., Gr.Z., y.L., Wat., Utr., Z.H., Y.B., Wal, z.ri.

Kalmuswoartel-J^r.

Karmiswortel-G/'.(Tre57erA7rö77ier).

I Karmswortel-Gr.

! Karnwortel-Gr.


1) ~ paarclen-en-\vagentjes.

2) = broodjes.

3) = ooievaarsbrood*


ACTAEA, ADIANTUM, ADONIS, ADOXA.


5


Kcaukaiüis-T. Waterlisch.

Kolmuswortel-i^r. Welriekende lisch.

Maagwortel. Zwanenbrood-^'a/., JJtr., Wal.

^wiQWïïg-Gr.^Westerlcicartier).

Oude namen: Acorus (Dod. Oalmus (Gr.H., Kil), Kalmus (G.H.,) Vlaamscbe namen: Kalamusweuttel (P.), Kalamuswortel (P.), Kalm (B.), Kalmoes (B.), Kalmus (B.), Karmes (B.), Karmeswortel (B.), Karmoeswortel (B.), Lei wortel (B.), Lis(cli)wortel (B.), Lis- kalm (B.).


Actaea L.

Actaea spicata L. C h r i s t o ff e 1 k r u i d.

Christoffelkruid. Sint Christoffelkruid.

Christophskruid. Vergiftige zwarte boschbes.


Adiantum L.

Adiantiim Capilliis Veneris L. Venushaar.

Haarkruid. | Venushaar-O.Dr., Velz., Wal.

^laanvaren. . 1 Vrouwenhaar-O.Dr., Velz., Wal.

Oude naam: Vrouwenbayr. (Dod., Kil.).


Adonis L.

Adonisbloem.

Duivelsoog.

Fazantenoog.

1. Adonis aestBalis L. Zomer ad( Adonisbloem.

Adonisroosje.

Bloeddroppels.

Bruinnettekens.

Brunette.

Bruynetbl oemken.

2. Adonis vernalis L. Voorjaars Beinsooghe.

Koe-ooghe.

Oude naam: Bynsoeghen (G.H.


Adonis.

Kooltje-xuur-Z.y?.

Vuurroosje.

o n i s.

Duivelsoog.

Kóltjen-vuur-Gr.Z.

Kooltje-vuur-T., O.Dr., Sal., N.L., Am~ sterdam, Z.H., Goe., Wal. Vuurroosje.

3 ad o n i s.

Rundooghe.


Adoxa L.

Adoxa Moschatellina L. M u s k u s k r u i d.

xMuskuskruid-5'ö?., O. Vel., Utr., Z.IL, | Muskusplant-iV.Z/., Z.H., Da., N.0. Du., Z.B. i


6


AEGOPODIUxM, AE6CULUS.


Aegopodium L.

Aegopodium Podagraria L. Zevenblad.


Drieblad-iV.0., Gr.Z., Kenm., Wal. Flerec^mkruid->S'c^., Thol.

G-eeT-Br.O.

Geers-Tw.

Geiteblad-Z.i.

Geitenblad.

Geitenklaver.

GeitepO'Ot.

Geraertskrnid.

Gerardskruid.

Haneklauw-Fe^2'., Gr.Z. Hanenpoot-iV.i.

Hanepoot-Gr., O.Dr., Sal., Velz., Gr.Z., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., L.v.H. Heers-Gr.

Hirs-Gr.

Hoannepoat-J'r.

Keesbloem i)-Gr.

Kleine engelwortel.

Kraaiepoot.

Krèjenpoot-Gr.Z.


Fliercynkruid.

Fliervinkruid.

Krèjepoot-TM;., Sal. Kroep-dör-den-toen-Tw;., Sal, Gr.Z. Krüp-denr-den-tunn-Gr.Z.

Punn-Gr.

Voeteuvelkruid.

Voortloiopende engelwortel .

Wilde engelwortel.

Wilde esch-WaZ.

Wilden iliei-Achth.

Wilde geer-Z.X.

Wilde gei-Z.L.

Wilde gieïze-Achth.

Wilde vliender-TFaZ., Z.Vl.

Wilde vlier-^Z., Fr., Z.R., Y.B., Z.Vl. Wild vleer-Z.J5.

Zevenblad-Gr., W.Fr., Z.H., Wal., Z.Vl.

Zevenpoot.


Oude namen: Flerecijncruyt (Dod.), Flierfijnkruid (de G.), Geer- raerd (Dod.), Geeraerdtscruyt (Dod.), Lantsloop (Dod.), Sevenbladt (Dod.).

Vlaamsche namen: Aardvlinder (B. ), Drijblad (P.), Fierlefijn (B.), Jichtkruid (B.), Landsloof (B.), Onderhaag (P.), Trichem (P.), Tri(8)chemen (P.), Vliender (P.), Vlienderkruid (B.), Vlienderpemen (B.), Vlinderkruid (B.), Vlinderplant (B.), Wilde flier (P.), Wilde geeraard (P.), Wilde vli(e)nder (B.), Wille gieullèr (P.), Wulle flier (P.).


Aesculus L.


Aesculas Hippocastauum L. Wilde kastanje.


Dolle kast-Z.iï.

Dolle kastanje-lFaZ., O.F., Wal. Galnotenboom-X.'y.^.

Kastaaien-Z.H.

Kastangel-Z.X.

Kastanje-*S’Z., Fr., O.Dr., Sal, O.Vel, Velz., L.N., W.Fr., Kenm., Utr., Z.H., V.B., O.F., Z.B., Wal, Z.Vl. Kastanjebéam-F’r.

Kastanjeboom-Gr.


Kastanjekwina.

Kastanjen-iV.FeZ.

Ka.stanneboom-TF.i^r.

Kerstaaien-6'c/i.

Kerstagje-O.-F.

Kerstanje-Z.FZ.

Kestaje-Z.5.

Kinaboom.

Koestanje-fi'aZ.

Kwina.


1) omdat de bloempjes op geraspte kaas lijken.


AETHUSA, AGRIMONIA.


7


Paardekastanje--Fr., ODr., Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Vtr., Z.H., Du., ThoL, Z.B.

Roskastanje Wilde kardeng-W.i^r.

Wilde kastanje-Tt^;., Achth., Wat.,


Vtr., Z.H., Thol., Z.B. Wildkastanje-T., N.O., Sal., Velz., L.N., N.L., Z.L., Br.0., O.F., Goe., Sch., Z.Vl.

Wylde kastanje-i'V.

Wyle kastan je-Tw?.


Oude namen: Roscastanien (Dod.), Vreemde castanien (Dod.).

Vlaamsche namen: Galnoteleire (P.), Galnotenboom (P.), Kas- tajeboom (P.), (Wilde) kastanieboom (P.), (Wilde) kaatanjeleer (P.), Kastanjeleerboom (P.), Kastanjiëboom (P.), (Wilde) kastannenboom (P.), (Wulle) kastoineboom (P.), (Welle) kastonjeboom (P.l, (Wilde) kastonjeboom (P.), (Wulle) kastonjeleer (P.), (Wilje) kastonjenboïm (P.), Kastonjnëlëboom (P.), Konstajeboom (P.), Kristonjnëleboom (P.), Vuistnoteleer (P.).


Aethusa L.


Aethusa Cynapium L. Hondspeterselie.


Dolle kervel-G'r.Z.

Hondekruid-Gr.

Hondseppe.

Hondspeterselie-G'r., Z.L., Z.H., Wal. Hoimestank-jPr.

Kleine dolle kervel-iV.0., Sal., C.Vel., Velz.

Piepkroed-i^r.

Scheerlink- J.c/ï


Scherlinck.

^ S t j onkh o ar n e n-Fr . jTuinscheerling.

Wilde eppe.

^Wilde kervcl-Fr., Velz.

Wikle peterselie-O.Z)r., Tw., Sal 1 N.L., Wal, Z.Vl, L.V.H.

i Wilde scheerling.


Oude naam: Wilde peterselie (N.H.).

Vlaamsche namen: Dulle kervel (P.), Hondekervel (B.), Hon- depersijn (B.), Hondspeterselie (B.), Klein venijnde kervel (P.), Kokte (B.), Porsellekruid (B.), Wilde kelver (P.), Wilde perselle (P.), Wilde petersilie (P.), Wulgepersijn (B.).


Agrimouia Tourn.


Agritnonia Ëapatoria L. A g

Aggermone-Z.y/.

Agrernone.

Agrirnonie-Tfah

Drakenbloed.

Kdel leveikrnid.


i m o n i G.

I Leverki'uid-0.7>., Sal., I Du., Wal, Z.Zl I Omgekeerde- klissen.

I Verkeerde klissen.


Velz., Vtr.,


Oude namen: Agrimonie (N.H., G.H., Dod., Kil.), Odermeenge (G.H.), Odermeinge (N.H.), (iderminghe (G.H.).

Vlaamsche namen: Avermoenie (B.), Avermoni(n)g (B,), Ever- moenie (B.), Evermoning (B.), Lavermonje (B.).


8


AGROPYRUM, AGROSTBMMA, AGROSTIS.


Agropyrum Gaertii.

A^ropyriim repens P.B. Zie Triticum repetis L.


Agrostemma L.


Agrrostemma Gitliago L. Bolderik. Akker vlam.

Boerenbolderik.

Bol-Gr.Z.

Bolbloemen-6rr.Z.

Bolder-GV.Z., Sch., Z.B.

n Fiy NO S!nl V p1 7


Broodsblom-Z.L.

Dolik.

Gith.

Keukenkruid. Koornrozen-Gr.Z. Koornvlam. Korenbloem-J’r., Sal. Krok--Br.O.

Kruk-Z.i.

Krukkebloem-Z.i.

Schaapsooren-iVMv.

Sint-Petrusbloem-iV.X.

Steekneuzen-Z.-L.


Sch., ThoL, Wal., Z.Vl, L.v.H. Boldert-TFflL Bolle-6'a7., O.Vel.

Orgelbloemen.

Prikneusje-Gr.Z.

Roggenfiletten-.dc/i7/n


Roode roggebloem-Z.Pc/. i

Oude namen; Bolric (M.N.), Corengenoffelen (N.H.), Corenroosen (Dod.), Dolck (Kil.)j Korenroose (Kil.), Negelbloemen (Dod.), Keghel- bloeme (Kil.), Nigella (G.H.), Peersche corenbloemen (N.H.), Rade (0 H.b Ratten (N.H., G.H.).

Vlaamsche namen: Baronnen (P.), Bolderik (B.), Bolderkruid (B.), Christusoog (P.), Ezelsbloem (P.), Godsooge (B.), Ichel (P.), legel (P.), legelbloem (P.), Tggelbloem (P.), Koeiooge (B.P.), Koeooge (B.), Michel (P.), Muggebloem (P.), Kichel (P.), Nigel (P.), Rogge- bloem (B.), Roo(de)bolle (B.), Schoonooge (B.,P.), Sint-Pietersbloem (B.,P.), Steekneuske(n)s (P.), Zwijnsooren (P.)*


Agrostis L. Struiegras.

1 Veldgras.


Struisgras-Din


Oude namen: Knoopgras (Kil.), Knopgra(a)s (Kil.), Lidgras (Kil.). 1. Agrostis alba L. F i o r i n g r a s.


Fioringras-Z.P/., TPa/. Geerstgras.

Groot giersigras. Waar -Wat.


Hondsgras.

Smeelen-C//r.

Trekgras-O.F’.

Windhalm.


Herfstkweek.

Vlaamsche namen: Pee (P.), Peëen (P.), Scholm(e) (P.).

2. Agrostis spica venti L. Zie Apera spica venti P.B.

3. Agrostis stolonifera Koeh. Zie Agrostis alba L.

4. Agrostis vulgaris With. Gewoon struisgras.


AIRA, AJUaA.


9


heiwi- Zaanstreek. Bent-TFa^. Boenders-TraY. Herfstkweek.


Honsebos-TP'ö^.

Koperdraad-Tka^

Struisgras.

Windhalm.


Oude namen: Ligghende peyengras (Lob.). Vlaamsche namen: Pee (P.), Peëen (P.).


Aira L. S m e e 1 e.


Bunt-Z.Jï.

Smeeie-Z.i.

Spierkes-J5r.0.

Wester-Be^.


Windhalm-O.J’. Zek- Rozenburg. ZekgrSiS-Rozenhurg.


1. Aira caespitosa L. S m e e 1 e.

Bende-zSa?.

Bent-xY.O., W.Fr., Z.R. Bentgras-O.Itr.

Bjinder-jPr.

Boenderbosseu-TF. i^r. Boendergêrs-J'r.

Boeiidergras.

hxxwi-Sal.

Buntgras--Fr.


Grasbossen-TF. i^r. Hengstebossen-B^jPV. Henstegras4F.Fr. Hondehoar-Fe/2'. . Hondsbossen4F.Fr., FFa^. Meddelen-4c/2i/i.

Rietgras.

Staei-Frac/;iew.

Varregras.


Vlaamsche namen: Huttegras (B.), Huttelwaai (B.).

2. Aira canescens L. Zie Corynephorus canescons P.B.

3. Aira Caryophyllea L. Zie Avena Caryophyllea Web.

4. Aira fiexuosa L. Buigzame s m e e 1 e.


Bent.


Bmit-Sal.


5. Aira praecox L. Zie Avena praecox P.B.


Ajuga L. Z e n e g r o e n. Ingroen-Gr.Z. | Zenegroen-Fir.

Oude n a a m : Buggle (M.N.)

Vlaamsche namen: Ingroen (B.), Senegroen (B.).


1. Ajuga Chamaepitys L. Akkerzenegroen.


Fijnbladige gamander. Geel zeneg roen. Hoe-langer4ioe-Iiever.


Koriskruid.

Veldcypres.

Zenegroen-O.Fr.


Oude namen: Chamepitys (Dod. Eerste velt-cypress (Dod.).


2. .Vjuga reptaiis L. Zenegroen. Diamantjes.

Kattestarten-O.Fr.

Oude namen: Bugula (Dod.), Senegroen (Dod.).


Kleine waalworUd.

Kruipend zenegroen-Fa.

Consolida (N.H.), Ingroen (Dod.),


10


ALBERSIA, ALCHBMILLA, ALECTOROLOPHUS.


Albersia Kth.

Albersia Blitum Kth. Kleine majer.

Kleine majer. | Witte majer.

Oude namen: Maeyer (Kil.), Maier (N.H.).


Alclieinilla L. L e e u w e n k 1 a ii w.

Leeuweklauw-t/^r. Leeuwenvoet.  ;

Leeuwenblad. i Synnauw.

1. Alchemilla arreiisis Scop. A k k e r 1 e e u w e n k 1 a u w. Vlaamsche naam: Zinnauw.

2. Alchemilla vulgaris L. Vrouwenmantel.

Lieve-vrouwenmantel. Vrouwenmantel.

IMantel van Freya. Zinauw.

Oude namen: Boterbloemen (G-.H.), Groote senickel (N.ïï.), Leeu- wenpoot (N.H.), Leeuwenvoet (G.H.), Onser Vrouwenmantel (N.H., Dod.), Sanikel (Hond.), Sinau(we) (G.H.), Sinouw (Hond.), Synnauw (Dod.), Synnouw (N.H.).


Alectorolophus

Bargeblom-jPr.

Dauwnettel-V.O.

Gele horde-Tw.’., Gr.Z.

Gele horte-Sal. Haantjes-en-hoentjes->Sc/i. Haantjes-en-kukelhaantjes-T. Hanekam-vlc/i^^., Utr., Sch. Rorde-GrZ., Achth.

Uorie-Sal.

Hotte-Tw.

Leeuwebekjes-AöZs/y^eer.

Neusbloem.

Raai-J3r.O. ,

Raat.

Rammelaar-Z.R.

Ratel-F’r.

Oude namen: Geele ratelen (D cammekens (Dod.).

1. Alectorolophus major Rchb. G r

Bargeblom-J’r.

Heremoes-Z.JÏ.

Horte->Sö/., Tw.


[all. Ratelaar.

Ratelaar-L’r., N.O., O.Dr., N.L., W.Fr., Utr., Z.H., Dn., O.F., Goe., Sch., Wat., Z.Vl.

RatelenW.X., Z.L Rattel(bel)-i^r.

Reutels-TFa?.

Rinkelbellen-L'r., Tg.

Rinkelbloenn

Roatel(er)-Gr.

Scharl-G'r.

Scharleye.

Schartel-Z.i/.

Schartelen-G’r., Utr.

Skater-T.

Skratelen-TL.F’r.

Vinkies-AöZsmeer.

Vlaskruid-O.Dr.

i.), Haenenkammekens (Kil.), Hane-

0 t e ratelaar.

Kanarietjes.

Klapperhooi. ’

Klappers.


ALISMA, ALLIARIA, ALLIUM.


11


Ratelaar-Z.i/. j Schartels-Z.iï.

Rinkbellen-i^r. I

Vlaamsclie namen: Benrzekenskruid (P.), Grele portemonneetje» (P.), Meerschratels (P.,B.), Mizratel (P.), Papeneuren (B.), Baai (P.), Raat (P.), Ratel (B.), Rateleerkens (P.)» Ratelen (P.), Ratels (B., P.)^ Rotel (P.), Veüelbekskes (P.), Vogelbekskens (P.).


2. Alectorolophus minor W. et Grab. Kleine ratelaar.


Bargeblom-i^r.

Kanarievogeltjes-TFa^.

Kanarietje.

Vlaamscbe namen: Als No.


Klapperhooi-A.Ke?.

Klappers-Z.R.

Kousjes-en-schoentjes-.^.R., Wal.

1.


Alisma L. Waterweegbree. Waterweegbree-O.Dr., Sal., N.L., TJtr., Z.H., Du.

Oude namen: Vorschlepelcruyt (N.H.), Waterwechbree (N.H.).

1. Alisma iiatans L. Drijvende vï^ater weegbree.

Drijvende waterweegbree. | Drijvende weegbree.

2. Alisma Plantago L. Groote waterweegbree.

Groote weegbree.

Oude namen: Vorschlepelcruyt (N.H. ), Waterwechbree (Dod.), Waterwegeric (Gr.H.), Waterwegheric (G.H.), Waterwegherick (G.H.). Vlaamscbe namen: B ihelkoolen (P.), Lepelblad (B), Lepel- blaren (B.), Lepelkruid (B.), Puilepels (B.), Waterweegbree (P.).

3. Alisma rauuucaloïdes L. Kleine waterweegbree.

Hoedjesblaren-X.r.i/. Klein lepelblad-ye?.2r.

Kleine weegbree. Lepelblad-T., N.O., Velz., Gr.Z., Z.R.


Alliaria Andrzj.


Alliaria officinalis Andrzj.

Berglook.

Klein(e) look.

Knoflookkruid.

Lookmaagdepalni.


L o o k-z o n d e r-1 o o k.

Look-zonder-look-TA/^'., Z.H., Du., Wal. . Witte kiek-zSoZ.

Witte steenraket.


11 .Fr., Utr.,


Oude namen: Loock sonder loock (N.H., Dod.).

Vlaamscbe namen: Flierkruid (P.), Hinnevet (P.), Look-zonder look (B.), Lookzim (B.).


Allium Hall. Look.

Ajuin. Louk-A.L.

Look-Gr.Z., Achth., N.L., Utr., Du., Uien.

Wal, Z.Vl.

Oude namen: Looc (M.N.), Loock (Dod., Kil.), Loke (M.N.).


12


A.LLUM.


Sjalotten.


1. Allium ascalonicum L.

Ascalotten.

Chalon.

Chalot.*

Chalotten-Aw5^(’r(ia??i,

Charlot.

Eschalon.

Eschlook.

Poorlook.

Sauslook.

Schaloenie.

Schalonge.

Schalongiie.

Schalonie.

Schalonje.

Schalotten-A.Ee/., N.L., Z.L., O.F.


Selonnen-Gr.

Selötten-Oldambt.

Sielonnen-Gr.

Siepeltjes-iV.Fe7.

Silon-6rr.

Sjalotten-Er., T., O.Dr., Tw., Sal., Velz., N.O., Gr.Z., Achth., Z.L., W.Fr., Z.R., V.B., O.F., Sch.,

ThoL, Z.B., Wal, Z.Vl. Sjarlotten-Ac/?^/?.

St.-Janslook-6^aZ.

St-Jansuien-ye/^-., N.O., Amsterdam,


Z.H,

Sulotten-(rr.

Zilveruitjes-Z.I?.


Oude namen: Absclag (G.H.), Astloock (Gr.H.).

Vlaamscbe naam: Cebol (B.), Cbarlotteke(n)s (P.), Sarlotjes (P.), Sarlotte(n) (P.), Schalotjes (P.), Sjarlottekes (P.), Sjarlotte(n) (P.).


2. Allium carinatum L. B e r g 1 o o k.

Berglook. • | Gekielde ui.

Oude naam: Berchloock (Dod.).


3. Allium Cepa L. U i.

Aiuin-Ty.Er., O.F., Sch., Z.B., Wal., L.v.H.

Ajuinlook.

Ajuinplant.

Ajuyn.

Ar juin- L.vM.

Cibolle.

Ciepel.

Cipel-/S(//., Steendereti, Sch.

Euguien.

Juin-A.J5e^., Br.0., Br.W., Z.H., V.B., O.F., Sch., N.B., Z.B., Wal, ThoL, Z.VL, L.v.H.

Juun-O.E., Wal.

Krooncypel.

Kroonui(e).

Look-*Sfl/., N.VeL, Velz., Gr.Z., Ly.,


Oenye-Z.i.

OojQ-Z.L.

Siebel-Gr.

Siepel-Gr., W., Hu., St., Fr., dB., A., Schg., Dr.hew. ', O.Dr., Tw., Sal., N.O., Achth.

Sipel--Fr., Gr.Z.

Vi-tB., A., T., Vlie., Tg., O.Dr.,Tw., Sal., N.VeL, N.L., Wat., W.Fr., Kenm., Go., Utr., Z.H., O.F., Sch., Wal.

Uich.

Uick.

Uien-Z.Jï.-

Vn-Z.L.

\]nne{n)-Z.L.

Ziepel.

Zomeruien.


L.N.

Oude namen: Aiuin (Gr.H.), Aiuyn (Kil.), Angoen (M.N.), Auiyn (Kil.), Ayeuyn (Dod., N.H.), Ayuyn (O.H.), Oebolle (Kil.), Ohibolle (AI.N.), Cibol (Kil.), Cipel (M.N.), Cypel (M.N.), Bjuun (M.N.), Engoen (M.N.), Enguun (M.N.), Bnioen (M.N.), Eniung (M.N.),


ALLIÜM.


13


Enyuun (M.N.), Eyuun (M.N.), Ingaun (M.N.), Onioen (M.N.), Oniuyn (M.N.), Osuun (M N.), Ouiyn (Kil), Oyuya (Kil.), Ozaun (M.N.), Ozwn (M.N.), Sypel (M.N.).

Ylaamsclie namen: Ajoein(e) (P.), Ajoïn (P.), Ajooin (P.), Ajuin (B.), Andjeun (P.), Andjoen (B,,P.), Andzuun (P.)? Antjun iP.), Djeun (P.), Djuin (B.,P.), Erjuin (P.), ünje (P.).


4. Allium oleraceum L. M o e s 1 o o k.

Moeslook.

5. Allium Porrum L. Prei.


Breedloof-Z.X.

Juun-O.i'^

Klein look. Lookparye. Moes.

Parei'-L.v.ijf.

Parreyde.

Parry.

Varye-L.c.H.

Poerlook.

Voov-N.L., Z.L.

Poorlook.


Porei-6rr.Z.

Frei-Gr., Fr., T., O.Dr., N.O., N.Vel, Sal., Velz., Gr.Z., Achth., N.L., W.Fr., Wat., Z.H., V.B., O.F., Scli., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl.,. L v.Il. FraiQ-O.F., Wal.

Preilook.

Prey.

Preylook.

Purreye.

Ui.

Winterprei.


Oude namen: (rrasloock (Kil.), Loock ((j.H.), Paereye (Kil.), Parelde (M.N.), Pareie (G.H.), Pareye (Dod., N.H., M.N.), Parreide (M.N.), Poerloock (Kil.), Poreide (M.N.), Poreye (M.N.), Poor(loc) (M.N.), Po(o)rlooc (M.N.), Porreyde (M.N.), Porreye (Kil., M.N.), Porreylook (Kil.), Puerlo(o)c (M.N.).

Vlaamsche namen: Paret (B.), Parraa (P.), Parrê (P.), Parreeë (P.), Parrei(e) (P.), Parret (P.), Parroj (P.), Perei (P.), Pirrei (P.), Porei (B.), Poret (B.), Porrei (P.), Porreie (P.), Porret (P.), Praaie (P.), Prat (P.), Prei (B.), Pret (B.,P.), Pi^wjoir (P.).


(>. Allium sativum L. Knoflook.


Boeretheriaak.

.Joden juin-U.i)’.

Knieflook-i^r.

Knoflook-i^V., T., O.Dr., N.O., Tw., Hal., Velz., Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., W.Fr., Z.Jl., V.B., O. F., Wal, Thol., L.v.ll.


Knuiflook. Knuflook-Z.i/., V.B. Kinifloof)-Z.L. Knyflook-jPr.

Oyiiyn.


Oude namen: Olollooe (M.N. i, Clu(u)floüC (M.N.), Knoefloock (Kil.), Knooploock (N.H., G.H., Kil.), Knoploock (G.H.), Loock (N.H.). Vlaamsche namen: Hofloeëk (P.), Hoflook (P. , Looge (B.), Look (B.), Looke (P.), L(w)oik (P.).


14


ALNÜS.


7. Allium Schoeuoprasam L. Bieslook.


Astlook.

Bieslook-T., O.Dr., Tw., SaL, N.Vel., Velz., Gr.Z., Z.L,, Z.IL, Du., Wal. Biesparrei-A.FeZ.

Biesparije.

Biezelok-i-V.

Fransch look.

Graslook.


Look-Z.T7.

Pieplook-JLc//^/?.

Pijplook.

Smallook-Gr.Z.

Sneelook.

Snijlook-O.X>r., Gr.Z., Wal. Snijprey.


Oude n a a m : Biesloock (Dod,, Kil.).


8. Allium Scorodoprasum L. Slangenlook.


Bolprei.

Graslook.

Kleine uye. Koordsch look-Sal.


Serpentlook. Sipelgêrs-Fr. Slangelook. Wylde prei-Fr.


Oude naam: Loockpareye (Kil.).


9. Allium ursinum L. D a s 1 o o k.


Bosclilook4FaZ. Daslook-Fw., Wal.


Witte convallaria.


Oude namen: Dasloock (Dod.), Woutknooploock (N.H.). Vlaamsche naam: Beerlook (P.).


10. Allium Yineale L. K r a a i 1 o o k.


Ajuin.

Bieslook.

Boere(n)look.

Hondslook.

Knoflook.

Knuflook.

Kraaienlook.

Kraailak-M.

Kraailoof-Z.F., Z.Vl.

Kraailook->SaZ., Gr.Z., Z.L., Du., Sch Thol, Wal., Z.Vl'.


i Kraayenlook.

Look-O.F.

Paardenlook.

Sipelgêrs-Fr.

Wilde kïiotlook-Sal., N.L., Z.L., Z.R. Wilde look.

Wilde uien-Z.iï.

I Wilde uijen.

I Wildlook.

I Wijnberglook. i Wijngaardlook.


Oude na a m : Wiltloock (Dod.).

Vlaamsche namen: Kraailook (B.), Krnilook (B.), Pisp(w)oir (P.).


Alnus Tourn. E 1 s.


Elder-GV.

Eller(enboom)-(rr.

Ellernhout-Fr.6et<?., O.Dr.

Els-Gr . {}V esterlcwartier)., St., Fr.,


O.Dr., N.O., Tic., Sal, N.Vel., Gr.Z., Ly., L.N., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Z.H., V.B., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl.


ALOPECÜRUS.


15


Elst-Fe/^., Z.H.

Elze-T., Tw., Sal, Gr.Z., N.L., Z.L.,

O.F., Goe., Sch., Wal, Z.Vl Elzenbéam--Fr.

Elzenboom-Tw., Sal, Gr.Z., W.Fr., ütr., Z.H., Thol, Wal, Z.Vl


Elzeproppenboom-ASA

Elzestruik.

Eylts-Z.i. Gravenhout--L.v.iï. Keessieboom ^)-B otter dam. Zwarte els.


Vrucht; Aeker (O.F.), Jodenslaatje {Gr.), Jodentabak {N.Vel), Proppen {St.), Pruppen iSt.), Soldatenpruim {Gr.), Soldatenprümke (Fr.), Tabakjes {Z.VL).


Oude namen: Else (Kil., M.N.,), Elsenboom (N.P., Kil, Dod.), Eist (Kil.).

Vlaamsche namen: Elje (P.), Eljenhout (P.), Els (B.), Els- hage (P.), Elshout (B.), Elstronken (P.), Elzenboom (B.), Elzenhaait (P.), Elzenhaat (P.), Elzenheit (P.), Elzenhout (B ,P.), Elzerenhout (P.l, Gièlsjehout) (P.).


1. Alims glutinosa Oaertn. Zwarte els.

Roode els. | Zwarte els.


2. Aluus incaiia D.C. Grauwe els. Witte els.


Alopecurus L. Vossenstaart.

N.L., W.Fr., Z.H., Du., Goe., Wal Vossensteert (Dod., Kil.).


VossestaartW.0.,

Oude naam:

1. Alopecurus agrrestis L. Duist. Akkervossestaart.

Biest-Z.Vl

Duist-Gr., Thol, Z.B., Wal, Z.Vl Duistgras-O.-F., Goe., Wal.

Düst-i^r.

Duus-Jltt.

Duust-iY.R., ZWl Krupers-T.

Landvluis.


Meelen-Pe?.ar., Gr.Z.

Smeelen-T^r., Velz., Gr.Z., N.L. Wildgras.

Wildkoren-Gr.Z.

Wintergras-Gr.

Zaadgras.

Zandhaver-T., Tw.

Zwartgras.

Koorngras (B.), Veinze (B.),


Vlaamsche namen: Hazegras (B.), Wintergras (B.), Zwartgras (B.).


2. Alopecurus geniculatus L. Geknikte vossenstaart.

Kopgras. 1 llottestirt-Ar.

Molstaart-TVV//. j Wit vlotgras.

Vlaamsche namen: Mollebout (B.), Molleboutgras (B.), Molle- boutzaad (B,), Mollesteert (B.).

3. Alopecurus myosuroides Huds. Zie Alopecurus agrestis L.


1) Keessie is een tabaks pruim.


16


ALSINE, ALTHABA.


4. Alopeciiriis prateusis L. Vossenstaart.


Botgras.

Botkruid.

Knopgras-Z.i/.

Bookgras.

Vlaamsche namen


steerten (P.), Yossesteert (B.)


Veld vossenstaart.

\ osscstaart-(jr.(BVs^(.TA;irar^ier). Vossenstaartgras.

Wilde garst-TFa^

Hazegras (B.), Lainmersteerten (P.), Ratte-


Alsine Wahleub.

1. Alsine peploides Wahleiib. Zie Ammadeiiia peploides Ruprecht.

2. Alsine tenuifolia Wahleub. H e g g e k r u i d.

Heggekruid. | lluiir-6'rt/., Gr.Z., Wal.


Althaea L. Heemst.


Heemst-B'.i'V., Utr., Z.B., Wal.


Zeeiiialuwe.


Kaasjeskruid.

Oude namen: Althaea iDod.), Heems (M.N.), Heemse (M.N.), Hemst (Kil., M.N.), Hoemst (M.K.), Huemst (Dod. M.N.), Witten hemst (Kil.), Witte maluwe (Dod.j.


1. Althaea officiiialis L. Heemst.


Hooge maluwe. Pijlstaartwortel. Schapenkaas-Z.R. Spaansche maluwe-H^r. ïandwortel.


Witte hemst. Witte malmv. Witte mal va. Witte peppel.


Oude namen: Hoeghe malve (G.H.), Hoghe malve (G.H.), Hooghe malve (G.H.), Witte haemst (N.H.), Witte maluwe (N H.), WBtten heemst (G.H.).

Vlaamsche namen: Heemst (B.), Hemst (B.), Hernstwortel (B.), Himst (B.), Hoemst (B.), Smêrwortei (P.), Witte hemst (B.), Witte humst (P.), Witte pappels (B.).


2. Althaea rosea Cav. Stokroos.


Stokroas-J’r.

Stokroos-Gr., O.Dr., N.O., Tic., Sal., Velz., Gr.Z., Aclith., L.N., N.L.,


Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Z.R., V.B., O.F., Sch., Z.B., Wal., Z.Vl, L.v.H.


Oude namen: Herfstroosen (N.H.), Winterroosen (N.H.). Vlaamsche namen: Maandroos (P.), 8taakroze(n ) (P.), Stokrooze (B.), Stokrozen (P.), Takrooze (B.), Winterrozen (P.).


ALYSBUM, AMARANTUB, AMELANCHIER, AMMADENIA, AMMI.


17


Alyssum Tourn. Schildzaad.

Alyssum saxatile L.

Schildzaad. ' | Tandzaad.

Steenkruid. I

Vlaamsche naam: Goudmijn.


Amarantus Toiirn. Amarant.


Amarant.

Oude naam: Maier (Dod.).

1. Amarantus Blitum L. Zie Albersia Blitum Kth.

2. Amarantus eaudatus L. Kattenstaart-amarant.


Kattenstart-Ac/i^/i. Kattestaart--Fr., O.Br.,


Gr.Z., N.L., Z.L., W,Fr., ZM., Du., Sal., Veh., Wal, Z.Vl.

Kattesturt--Fr.

Vlaamsche namen: Haneklauw (P.), Kattesteert(en) (P. La- mersteerten (P.), Vossesteert en)(P.), Vossestèt (P.), yosse8tjête(n) (P.).

3. Amarantus retroflexus L. Papegaaienkrui d.

Oude naam: Papegaeyencruyt (Dod.).

4. Amarantus silvester Desf. Witte majer.

Akkerscherm. Wilde postelein-.^.yz.

Majer. Witte majer.


Amelancliier Med. Kotsmispel.

Keukelmannetje-Crr.Z. | Rotsmispel-Crr.Z.

1. Amelanchier canadensis Torr. et Gray. Kanadeesch e rotsmispel.

Krenten-Tw;. | Krentenboompje-Tw.

2. Amelanchier Tulgaris Mnch. Rotsmi spel.

Junibes.


Amiiiadeuia Gmel.

Ammadenia peploides Ruprecht. Zeepostelein.

Zeebloem. Zoutbloem.

Zeeporselein.

Oude namen: Eerste zeeantbyllis(Lob.), Hollandscbe zeemuer(Dod.), Zeemuer (Dod.).


Ammi Tourn.

Ammi majus L. Akkerscherm.

Akkerscherm.

Oude namen: Ameos (Dod.), Ammi (N.H., Dod.).


2


18


AMMOPHILA, AMYGDALUS, ANACHARIS, ANA GALLIS.


AmmopMla Host. Helm.


Duinhelm-Z.H., Du. Z.H., Du., Goe., Sch., Z.B., Wal.,

Helm-T., Vlie., W.Fr., Kenm., Utr., Z.Vl.

Oude namen: Helm (Kil., M.N.), Helmriet (M.N.).


1. Ammophila arenaria Lk. Helm.


Bunt--Br.O.

Gelde rogge '^)-Fr. Gewone helm. Halm.

Relm-Tg., Sch.

Stroopertjes-Z.H.

Vrouwenkoren.


Velde rogge. Yle rogge.

Yle tarwe. Zandhaver-T^t?. Zandlisch. Zandriet.


Oude namen: Halm (Dod.'), Helm (Dod., Lob.), Spartum van desen- lande (Lob.).

Vlaamscbe namen: Duin (P. ), Duinbelme (B.), Halm(e) (B.), Helmgras (P.), Zeebaver (B.).

2. Ammophila arundinacea Host. Zie Ammophila arundinacea Lk.


Amygdalus Tourn.


Amandel-Gr., Tw., Sal., Gr.Z., Utr., Z.H., Wal., Z.Vl.

Amandelboom-O.Dr., Z.L., Utr., V.B., Wal, Z.VL, L.v.H.

Amanderboom.

Bittere mantel-Gr.

Kroakmantel-Gr.


Mandel-Z.I/.

MsingeV Fr. (vrucht). Wat. Mangelbéam-Pr. Mantel-Gr. Remantel-O.J^.

Vroege perzikboom.


Oude namen: Hazelaar 'voor Amygdalus communis in Oen. 30  : 17), Amandel (Kil.), Amandelboom (G.H.», Mandelboom (MK.). Vlaamscbe namen: Ama(a)ndelboom (P.), Amanel(^e')boom (P.), Mangelboom (P.).

Amygdalus Persica L. Zie Persica vulgaris Mill.


Anacharis Rich.

1. Anacharis Alsinastrum Babingt. Zie Elodea canadensis Casp.

2. Anacharis canadensis A. Gray. Zie Elodea canadensis Casp.


Anagallis Tourn. Guichelheil.

1. Anagallis arvensis L. Guichelheil. Akkerbastaardmuur. Akkerguichsheil.

Akkerguichelheil. Basterdmuiir.


1) Gelde onvrucliibare.


ANCHUSA, ANDKOMEDA, ANEMONE.


19


Blommetjes-van-zeven-kwartier-M.

Guichelheil --Fr., Gr.Z., W.Fr., Utr., Du.

Guichelheilmanneke.

Guichheil.

Hanetree-Ti^.’., 8al., Gr.Z.

Heelal-Goe.

Heil-der-zotten.

Lievenheerssteentjes.

Meer-iV.-L.

Murik-.A^.O., TF..Fr.

Muurkmid--L.'y..H'.

Oude naam: Gujchelheylmanu rulea heette Guychelheylwyfken

Vlaamsche namen: Murke Rooïe gazemuur (V.), Rooë moei manskruid (B.), Vergiftige miere 2. Anagallis phoenicea Fl. B. S. Zi


Iléade muur-jPr.

R.ooje murik-TF.jPr.

Roode basterdmuur-TFaZ.

Roode mier-O.-Dr., Sal., Gr.Z., N.L., Z.L., Wal., Z.Vl.

Roode mieve-Achth.

Roode muur-Gr., Sal., Gr.Z., Kenm., Goe., Sch., Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.H. Spaansch groen-O.F.

Spikkelatiefjes ^)-Z.Vl.

Wild kooltjevuur-T^.

eken (N.ïï., Dod.i, de var. b. coe- (N.H., Dodj.

(B.\ Murre (B.k Muurkruid (B.\ • (P.', Speculatiefjes (P.), Timmer- de».

ie Anagallis arvensis L.


Anchusa L. O s s e n t o n g.

1. Anchusa arvensis. M. B. Kromhals.

Akkerkromhals-Fe/2r. Kromhals-Gr.Z., TF..Fr., Utr., Du.

Kleine buglosse. Wilde buglosse.

Kleine ossetong. Wilde ossetong.

Oude namen: Buglosse (Dod.), Cleyne ossentonge (Dod.).

2. Anchusa officinalis L. O s s e n t o n g.

Mariette. Wilde raap.

Ossetong-A.i., TF.Kr., Wal.

Oude namen: Buglosse (N.H., G.H., Dod.), Groote ossentonge (Dod.\ Osschentonghe (G.H.), Ossentonge (M.N.), Ossentonghe (IN.H., G.H.».


Andromeda L.


Andromeda polifolia L. R o t s b e s.

Lavendelheide.

Rosmarijnheide.


Rotsbes.


Anemone L. Anemoon.

Achterumkiekertjes-Gr.Z. IF.Fr., Z.H.. Du., Goe., Wal, Z.Vl

Anemoon-Gr., N.O., Sal, O.Vel, N.L., , Windbloem.

Vlaamsche namen: Anemonie (P.), Anemoning (B.).

1. Anemone Hepatica L. Zie Hepatica briloba Gil.


1) Naar de zwarte spilckels op de l)loenikroon


20


ANETHUM, ANGELICA.


2. Anemone uemorosa L. Boschanemoon.


Boschanemone-Gr.Z. Boschaneinoon-O.X>r., Z.IL Boschbloem-Z.i. Boschhanevoet--Fr., Gr.Z., Utr. Hoanepoat--Fr.

Koekoeksblóme-ÏV’., Sal., Gr.Z. Melkbloem.

Melk wortel.


Puitebloem-.Br.TF.

Wildbloeni.

Wilclkruid.

Windbloem.

Windkruid.

Windroos-Gr.Z.

Woudanemoon.

AVoud wilde.


Oude namen: Boschhanevoet (Dod.), Vijfde anemone (Dod.), Wit woiidthaenken (IN.H.).

Vlaamsche namen: Anemonie (P.), Boschanemonik (P.), Duivels- beet (P.), Duivelsklauwen (P.), Koekoekskruid (P. ), Kwa-oogenbloem (P.), Eappebloem (P.), Kappekruid (P.), Wendroze (P.), Wertenbloem (P.), Wild vuurkruid (P.), Witte boterbloem (P.).

3. Anemone Pulsatilla L. W i 1 d e m a n s k r u i d.


Anemoon-Z.H.

Keukenkruid.

Keukenschel.

Kokenkruid.


Paarse anemoon. Paaschbloem.

AV ildemanskruid-Gr.Z.


Oude namen: Cueckenschelle (Dod., N.H.), Windtcruyt (N.H.). Vlaamsche namen: Anemone (P.), Anemonik (P.), Anemoon (P.), Anymoon (P.).

4. Anemone ranunculoides L. Gele anemoon.


Gele anemoon. | Gele pinksterbloem.

Oude naam: Geel woudthaenken (N.H.).


Anethum graveolens L.

Dil-Gr., O.Dr., N.0.

Dille-i^r., Gr.(WeMer]cwartier) Tw., SaL, Gr.Z., Wal.


Anethum Tourn.

Dille.

Dillekruid. Dillepastinake.


O.Dr.,


Stinkende vinke.


Oude naam: Dille (N.H., G.ïï., Dod., M.N.).


Angelica Tourn.


An^elica silvestris L. Engelwortel.


Engelkruid.

Engelwortel-AcABo, Utr. Ingelewoartel-E'r.

Kleine angelica.


AVaterangelica. AAdlde angelica. AAdlde engelwortel. AAdld engelkruid.


Oude namen: Borstwortel (N.H.l, Heilich geestwortel (N.H.l, Wilde angelica (N.H., Dod.), Wilde angelick (N.H.).

Vlaamsche namen: Engelwortel (B. , Gelikawortel (B.b Kokte (B.', Watervlier (P.).


ANTENNARIA, ANTHBMIS, ANTHERICUM.


21


Anten naria Gaertn.


Antenuaria dioica Gaertn.

Droogbloem.

Heiroosje-Tw.

Kattepootje.

Kattevoet.

Oude namen: Oleyn muysoorken (N.ïï.), Oleyn nagelcruydt (Dod.).


Rozenkransje.

Klein nagelkruid. Rozekransjes-i^r. Rozenkransje-T^(;.


Anthemis L. Roomsche kamille.


Hondsdeel-TKaL

Kamellen-Tiü.

Kamille-jPr., T., O.Br., N.O., Tw., SaL, O.Vel., Gr.Z., Achth., N.L.,


Z.L., W.Fr., Vtr., Z.H., V.B., O.F., Goe., ScJi., Wal, Z.VL , Kemillen-Tz^;.

Komillen-.4c/2Y/i.


1. Anthemis arvensis L. Wil

Akkerkamille-t/^r.

Kamelle-Rr.

Kamelleblom-i^r.

Koeienoog.

Komillen-Ac/«^/o KremelleblomWr. yiaamsche naam: Wik

2. Anthemis Cotula L. S t i n 1


ie kamille.

Ossenoog.

PoddeblomWr.

Roomsche kamille.

Wilde kamille-O.Dr., N.O., Utr., Z.R., Wal. Zeere-oogenbloem-Wfli.

3 kol (P.). ende kamille.


Gr.Z.,


Aasbloem.

Aaskruid.

Gelanne.

Hemdeknoopjes-O.Dr.

Honddistel.

Hondsdeel-Z.R.

Koe(ien)oog.

Paddebloem-Rr.0.


Poddeblom-i<V.

PoddekrüdWr.

Roomsche kamille.

Stinkbloem-Z.Jï., Wal Stinkbloum-Gr.

Stinkende kamille-TF.Fr., Wal, Z.Vl Strijkbloem.

Wilde kamille.


Oude namen: Coedille iN.H., Dod.), Coeooghe (N.H., Dod.), Koe- dille (Kil.), Koeooghe (Kil.), Paddebloem (N.H.), Paddebloemen (Dod.), Paddendille (N.H.), Rundsooge (N.H.), Stinkende kamille (Dod.).

Vlaamsche namen: Appellijn (P.), Llondemei(de) (B.j, Honde- winkel (P. ), Hondsdille (B.,P.), Hondsdolle (P.)^ Hondsdulle (B.,P.), Tl oüds venkel (B.), Hondsvinkel (B.), Kamer mille (B.), Kantjoen (B.,P.), Kinsoen (B.), Mei(de) (B. ), Muide (B.), Steenbloeme (B.), Stinkende mei' de) (B.).

3. Anthemis tinctoria L. Gele kamille.


Gele kamille-O.Hr., GrZ., Du. | Verfkamille.

Koeoog. I


Antliericuin L.

Antheri(Mim Liliago L. Zie Phalangium Liliago Scbrol).


22


ANTHOXANTHUM,, ANTHRISCUS.


Anthoxanthum L. Reukgras.


Z.H., Du., Goe., O.F., Wal. Ruikert.


Geelbloem.

Goudgras.

Reukgras-Fr., F.L., Z.L., W.Fr., JJtr.,

1. Anthoxantham aristatum Boiss.[Zie Anthoxanthum Puelii Lecoq et Lamotte.

2. Anthoxantlinm odoratum L. Eeukgras.


Geel koegras.

Goudgras.

Kattestaart-Tkaf.


Lavendelgras. Welriekende geelbloem. Welriekend gras.


Vlaamsche namen: Aisgraw (B. ), Auwsgrauwt. (B.), Awsgraw (B.), Eisgraw (^B.j, Reukgras (B.), Splijtgras (P.j*

3. Anthoxanthum Puelii Lecoq et Lamotte. Slothakken.


'Ganzemiel-Tw.

Horstenroet-Loc/zem.

Slofhakke-Ac/i^A.


Slofhakken-A.0., Tw., Gr.Z. V rouwenhaar-T^r .


Anthriscus Hc

Kervel-iV.O., O.VeL, Gr.Z., N.L., Br.0., Utr., Wal.

1. Anthriscus Cerefolium Hoflfm. K

Kervel-A.X.

Kervelkruid.

Moeskervel.

Moeskruid.

Oude namen: Kervel (N.H., Vlaamsche namen: Karvel vel (B.), Kervele (P.j, Keulver (.

2. Anthriscus silvestris Hoffm. T o Fluitekruid-Gr., Kenm.

Y\mW\oi-W ormer .

Fluiters-TF.Fr.

Fluitkruid-TFaL

Bolpijp.

Hondestanken-Gr.(Wes^crA:tüar/ier). Hondjekruid-Gr.(TFesierA:w;arGer). Hondkruid-Gr.

Hounestank-Fr.

Koeienoog.

Koekensgroente-Goe.

Koekervel.

Nachtegaalskruid.

Nuners-Gr.


'm. K e r V e 1.

Stekelzaad.

e r V e 1.

Soepkervel.

Tamme kervel-;SaZ.

Tuinkervel-Gr.Z., Z.L., Wal.

Dod., Kil, M.N.), Kervele (G.H.). (P.), Keervel (P.), Kelver (P.). Ker- i^.), Kirvele (P.), Suikerkervel (B.).

t e r s.

Paardenkummel.

Pieperloof-Z.F.

Piepers-Z.F^.

Piipkrüd-Fr.

Pipkruid.

Pompen-F.r.Ff.

Pijpgroen-.^.lt.

Pijpkruid-kF.Fr., Z.H., Wal. Schapenkervel.

Scheerlink-Gr.Z.

Spookbloem-Fr. {Woudstreek). Stankhorens-zS^.

Stekelzaad.

Toetelof.


ANTHYLLIS, ANTIRRHINUM.


23


Toeterloof.

Toeters-(rr., SaL, W.Fr., Kenm., Z.H., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl. Trompen-Z.yz.

Wilde kervel-O.Dr., N.O., Velz., W.Fr., Oude naam: Wilde kervel. ^


IJtr., O.F., Wal.

Wilde scheerlink-Tw;., Sal., Gr.Z. Wilde selderie.

Wild wortelloof. Zeeroogenbloem-TT.i^r., Wat. i) laamsche naam: Schalk (P.).


3. Anthriscus vulgaris Pers. F ij n e

Gewone kervel-Fr., O.Dr., Velz., Z.L., W.Fr., Utr., Wal.

Karvel- Achth.


kervel. Kervel-Z.H. Wilde kervel. Stekelzaad.


Aiithyllis L.

Aiithyllis Viiliieraria L. W o n d k 1 a v e r.

Wondklaver. 1 Wondkruid-Gr.Z., W.Fr., Du.

Oude naam: Anthyllis prior (Dod.).


Antirrhinum Tourn.

Kalfsmuil.

Kalfssnuit.

Kousen-en-schukes->S'aL Leeuwebek-Gr., Fr., T., O.Dr., N.O., Tw., Sal., O.Vel, Velz., Gr.Z., Aclith., L.N., N.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Oude namen:

1. Antirrhimim majus L.

Apenhoofd.

Arme-zünderskruud-Ttü.

Gaperkens-WaZ.

Gaperkes-A.X.

Gapers-.Z.i.

Gapertjes-Z.if., Z.Vl.

Groote kalfssnuit.

Groote leeuwe(n)bek.

Kalfsbek.

Kalfsneus.

Kalfsmuil.


Leeuwenbek.

V.B., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal, Z.Vl.

Lieuwemuulke-A.-L., Z.L. Liuwebek-jPr.

Maskerbloem.

Orant.


Kalfssnuit-Z.yz.

Knaptandekenskruid.

Leeuwebek-Z.yZ.

Leeuwemuiltje-WaZ.

Leeuwenmoel-Z.Iy.

Leeuwenmuil.

Leeuwenmuilen-Z.X.

Leeuwmuiltje-WaZ.

Poppen-Z.iï.

Schoentjes-Z.H.

Tamme orant.


Kalffneuse (Kil.), Kalfsmuyl (Kil.), Kalfssnuyte (Kil.). Leeuwenbek.

Sal., Gr.Z.


Oude naam: Groote orant (Dod.),

Vlaamsche namen: Gapers (P.), Hazebakkes(8)en (P.), Hazemuil (B.), Kalfsmuilkens (P.), Kalvermuil(en) (B.,P.), Kalvermulen (P.), Kalvertoten (P.), Knaptanden (P.), Kolvermeulen (P.), Kolvermuilen (P.), Kolvermulen (P.), Konynebakkessen (P.), Konynemuilekens (P.), Kornijnenmuilekens (P.), Konynkens (P.), Leeuwe(n)muilke(n)s (P.), Leeuwenbakkessen (P.), Leeuwenkoppen (P.), Maailkes (P.), Muilkens (P. ), Schaapsmuilkens (P.), Wolvenbakkes (P.).


1) Het plukken der bloemen heet hier „zeere oogen'’ te veroorzaken.


24


APARGIA, APERA, APIUM.


2. Antirrhiuum Orontium L.

Apenkop.

Gaperkens.

Hondskop.

Kalfsbek.

Kalfsmuil.

Kalfsneus.

Kleine kalfssnuit.


Eood leeuwenbekje

Kleine leeuwe(n)bek. Kleine orant. Knappers.

Roode kalfssnuit-Wa?. Veldleeuwe(n)bek. Wilde orant.


Oude namen: Cleyn orant (Dod.), Knaptandekenskruid (Kil.), Orant (GH).

Ylaamache naam: Orant (B.).


Apargia Willd.

Apargia aiitiiiniialis Willd. Zie Leontodon autumnalis I..


Apera Adaus.


Apera spiea venti P. B. W i n d h a 1 m.


Akkerwindhalm. Gemeene windhalm. Gewone windhalm. Hoog beemdgras. Meddelen-Ac/?i/i. Medel-Gr. Medelen-Aci^^^. Meele-KeZ^r., Gr.Z. Meelgras.

Meelspiere.


Mellenspiers-Tw.

Metel-Gr.

Muggebeen-TF.

Muggepoot.

Pluimgras-O.Dr., Veïz., Gr.Z., Sch., Thol., Z.B., Wal.

Poezekens-R.v.iï.

Smelen-Gr.Z.

Staei-PV.

Windhalm-Z.Pf.


Ylaamsche namen: Plaumgraas (P.), Pluime (B.), Pluimges’ (P.), Pluimgras (B.), Pluimsteert (P.), Koovoet (B.), Schoen (P.), Schossem (P.).


Apium

Apinm graveolens L. Selderie. Apie.

Bladselderie-A.0., Wal. Boereneppe-Twj., Sal., Gr.Z.

Celeris.

Celery.

Eppe-Tïü., Sal., Gr.Z.

Jonkvrouwmerk.

Juffermerk.

Juffrouwmerk-Z.PZ.

Knolselderie.

Moeraseppe.


Tourn.


Seldereej-Z.R.

Selderieje-O.J'.

Selderie-Gr., Fr., O.Dr., Tw., Sal., N.O., O.Vel, Velz., Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Z.H., Du., O.F., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl., L.v.H. Se\denj-Fr., Velz., Achth., L.N.,W.Fr., V.B.

Sellerie.

Sellerij.


AQUILEGIA, ARABIS.


25


Selri.

Silderie-Z.FL

Soepegroente-^.-B.


Soepgroente-ir.

Tuineppe.

Zoete eppe.


Oude namen: Apie (M.N.), Eppe (N.H., Gr.H., Dod., Kil., M.N.), Joffrouwmerk (N.H.), Joncfrouwmarkt (G.H.), JonfFrouwinerk (Dod.), Jongvrouv^emerck (Kil.).

Vlaamsche namen: Knolseldeiy (B.). Rnapseldery (B,). Selder (P.), Sêldere (P.), Selderée (P.), Selderië (P.), Sêleri (P.), Seller (P.), Sel- dery (B.), Silderie (P.), Sildery (B.).


Aquilegia Tourn. Akelei.


Ake\ei-Fr., T., O.Dr., N.O., O.VeL, Gr.Z., N.L., Utr., ZM., Du., Wal Akkelei-i^r., Velz., Gr.Z., L.N., W.Fr., Wat., Thol., Wat., Z.VI.


Akkeley.

Akolei.

Aquiley.

Klokken-AM/.


Oude namen: Ackeleie (M.N.), Acoleie (M.N.), Aculeie (M.N.), Akeleije (Dod.. Kil., AI.N.). Vlaamsche namen: Akelei (B.), Onkelei (B.)


Acolie (M.N.),


1. Aquilegia viilgaris L. Akelei.


Acoleie.

Acolyeplant.

Akkelei-Tw;., Sal, Gr.Z.

Gemeene akelei.

Groote klokke-TP.J’r.

Kiokbloem-Gr. (W estertcwartier), Tw.,


I Thol, Z.B., L.v.H. i Klokjebloem-G/'.(TFes^er/(:trar^ier). Klokjesbloem-Gr., O.Dr. Klokkebloem-Gr.Z.

K lokkenblomen-Ac/ii/o Klöksken-Gr.Z.


Sal, N.L. Onze-lieve-vrouwe-handschoen.

Klokje-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Tw., Sal, | Pantoffeltje.

Gr.Z., Z.L., W.Fr., Utr., Z.TL, Sch., | lloosje-zonder-doorns.

Oude namen; Akeley (N.H.), Aquileiecruit (Gr.ïï.), Aquileycruit ((r.H.). Vlaamsche namen: Akulei (P.), Belleke(n)s (P.), Kleukskes (P.), Klokke(n) (P.), Klokske(n) (P.), Klökske(n)3 (P.), Kuipkens (P.), Schellebloem (P.), Schellekens (P.).


Arabis L. S c h e e f k e 1 k.


Ganzekruid.

Honigschub.

Klokkebloem


Hand jesl)loem-0.1>/. Scbeefkelk-Fr., Utr., Wat. Steenkruid-0./>r.


1. Arabis alpiiia L.

Begijntje.

Brij-Z.7/.

Bijen l)loein. IIonigl)loein.


Randjesbloem.

I Kraaiepooljes.

Onsebnid.

! I{ijstebrij-Z.//.


Vlaamsche namen: Ganzeln (kruid (P.).


26


ARCTIUM, ARENARIA, ARISTOLOCHIA, ARMERIA.


2. Arabis hirsiita Scop. Ruige scheefkelk.

BriyZ.H. ïurrenkruid.

iiijstebrij-Z.if. Witte rijstebrij-d.a^s?weer.

3. Arabis perfoliata Fl. B.S. Zie Turritis glabra L.

4. Arabis Thaliaiia L. Zie Stenophragma Thalianum Celak.


Arctium Willd.

Arctium Lappa L. Zie Lappa major Gaertn.


Areiiaria Rupp.

1. Areiiaria rubra L. Zie Spergularia rubra Presl.

2. Areiiaria serpyllifolia L. Z a n d k r u i d.

Kleine muur. Zandmuur.

Zandkruid.

Oude naam: Klein ben (Hond.).

3. Areiiaria teiiuifolia Fl. B.S. Zie Alsine tenuifolia Wahlenb.

4. Areiiaria triiierris Fl. B.S. Zie Moehringia trinervia Clairville.


Aristolochia Tourii. Pijp bloem.

Baarwortel. | Pijpbloem-C/^r., Du.


1. Aristolochia Clematitis L.

Bakkruid.

Duitsche pijp.

Dunne holwortel.

Dunne osterlucie.

Dutske piip-jPr.

Holwortel-C/^r., Du. Lepeltjeskruid-iV.L. Moffepijp-O.Dr., Gr.Z. Oosterlucie-Z.L.


P ij p b 1 o e m.

Pip-Gr.Z.

Pipblóme-Gr.Z.

Pijp-Gr.Z., Z.L.

Pijpbloem-^.i.

Pijpkeskruid-iV.i.

Saraceenskruid.

Saracijnskruid.

Sarratijnskruid-Z7^r.

Serrafijnskruid.


Oude namen: Arastologie (M.N.), Aristologie (M.N.), Holeworte (M.N.), Holwort(e) (M.N.), Holwortte (M.N.), Ho'ojlwortel (M.N.), Lange hoel- wortelen (O.H.), Lange holwortel (N.H.), Oosterlucey (N.H.), Ooster- lucye (Kil.), Osterlucie ((r.H., Dod.), Ostruyts (Kil.), Oterlucie (Gr.H.), Saracynscruyt (Dod.), Saratynskruyd (Kil.).

Vlaamsche naam: Zweerkruid (P.).


2. Aristolochia Sipho L’Hérit. M o f f e p ij p.

Duitsche pijp-O.Dr., O.Vel, L.N., N.L., Moffepijp-A.PeZ., Z.H., Wal Z.IL, Wal, Z.Vl Pijpekop-L>w., Wal


Armeria Willd. Strandkruid.


Bloeiend zeegras. Engelsch gras.


Spaansch gras-WaZ. Strandkruid-TFaZ.


ARMORACIA, ARNICA, ARNOBERIS, ARRHENATHERUM.


27


1. Armeria vulgaris Willd. Engelschgras.


Bloyend ségêrs-i^r.

Engelsch gos-Z.EZ.

Eiigelsch gras-W .Fr., Wat., 8cli.,Wal., Z.Vl.

Gouden spelden-T. Graasbloemen-Z.i. Grasanjelier-O.Dr., N.O., Z.H., O.F. Indisch gras.

Koeieblomme-T.


Kweldergras-Gr.

Lamsooren.

Ségèrs-Fr.

Spaansch gras.

Strandgras.

Zeebloemen.

Zeegras-Gr., Velz., Z.B.

Zeestrandkruid-lF.JPr.

Zoutebloem-T^'.


Oude namen: Cleyngras (Dod.), Zeegras (Dod.).

Vlaamsche namen: Ge(r)3blommen (P.), Grasangelier (P.), Gras- bloem (B.), Grasbloemekens (P.), Grasdot(je) (P.), Graskersoude (B.), Groe3ke(n)s (P.), Pastoorsgers (P.), Ruschjes (P.), Spaans(ch) gas (P.), Spaansch gers (P.), Spaansch gès (P.), Spaaas(ch) graas (P.), Tuilkens(P.).


Armoracia Fl. Wett.

Armoracia riisticaiia Fl. Wett. Zie Cochlearia Armoracia L.


Arnica L.


Arnica montana L. Y a 1 k r u i d.

Alpische goudsbloem.

Bergbetonie.

Bergweede.

Bergweegbree.

Groot luciaankruid. Heilige-vrouwenkruid.

Heilig wondkruid.

Luciaankruid.

Schorpioenkruid.

Sint-Luciaanskruid. Sint-Luciaanswondkruid. Ylaamsche naam: Wolverlei.


Valkruid-Gr.Z.

Vokelaar-met-breede-bladeren.

Wilde goudbloem-O.FcZ.

Wilde goudsbloem.

Wolferlei.

Wolverlei-Gr., O.Dr., Gr.Z., Kenm., ütr.

.Wondkruid.

WWudbloem.

Woudkruid.


Arnoseris Gaertn.

1. Arnoseris minima Lk. K o r e n s 1 a.

Akkerkool. Lamkruid.

Kleine akkerkool. Zwijnensla.

Koreslaai-Br.G.

2. Arnoseris piisilla Gaertn. Zie Arnoseris minima Lk


Arrhenatherum P. B.

Arrhenatheriim elatiiis M. et K. F r a n s c h r a a i g r a s.

•Fransch nvdigras-W .Fr., Z.H., Wal. Langgras.

Havergras-lFa/. Kaaigras-O.jG/-.

Vlaamsche namen: Fransch gras (P.), Weidehaver (B.).


28


ARTEMISIA.


Artemisia L.


Artemisia.


Alfruy.

Ws-Gr.(Wester]i:wartier).

Alsem-i^r., O.Dr., Tw., SaL, Achth., Utr., Wal, Z.Vl Als(s)em.

Als(s)en.


Alzem.

Artemisia.

Bivót-Gr.Z.

Bijvoet.


Eis-Z.L.


Citroenkruid.

Citroenkruid-Fe?^., Krüdtsie-F’r. Limoenkruid. Schotkruid.


A^yisterdam.


1. Artemisia Abrotanum L.

Averoon-Z.L.

Averoonmanneke.

Averuitmanneke.

Avron-Z.X.

Citroenboompje-Fe/^^.

Oude namen: Aefrui (MN.), Auerkruid (Kil.), Auerrone (Kil.), Averoen (M.N.), Averoene ((r.H.), Averone ((r.H., M.N.), Averoone (N.H.), Averuit (M.N.), (jroote averoone (Dod.).

V 1 a a m s c h e namen: Alberon (P.), Averom (P.), Averon’ (P.), Averoon (P.), Haver-en-hooi (P.), Krampkruid (P.), Lavron’ (P.).


2. Artemisia Absinthiiim L. Alsem.


Aals-Gr.

Aalst-6rr., O.Dr., Wat. Absint(h).

Aelst-Dr.

A\^-Tw.


A]s(mi-Or.Z.

Alsemkruid-Tw., Sal, Gr.Z. Alst-Dr., T.

Els(t)-Z.D.

Elze-Dr.0.


Oude namen: Alsem (Sond.) Alsen (N.H., M.N.), Alsene ((L.H., Dod., M.N.), Alsine (M.N.), Alssen (Kil.), Weermoet (N.H.), Wer- moed (Kil.), Wormmoedt (Kil.), Wormte (Kil.).

Vlaamsche namen: Absinthe (P.), Alsem (B.,P.), Els (P.), Jeils (P.), Jels (P.), Olsem (P.), Witte alsem (P ).


3. Artemisia campestris L. Wilde averuit.

Veld alsem. Wilde averone.

Veldbij voet. Wilde averuit.

Oude naam: Oleyne averoone (Dod.).


4. Artemisia Dracunculus L. Dragon.


Dragon-Dr., Achth., N.L., ThoL, Z.B., Wal.

Drakenbloed.

Vlaamsche namen Salaadkruid (P.).


Keizersla.

Kla’pperkruid.

Slangenkruid-A.0.

Dragoen (P.), Dragon (P.), Dragonder (P.),


5. Artemisia maritima L. Z e e a r t e m i s i a.

Vlooienkruid-Dr. 1 Vloozóad-Or.

Wilde alst-Or. |

Oude namen: Cleynderalsem (Hond.), Zeealsene (Dod.).


ARUM, ARUNDO.


29.


6. Artemisia Tulgraris L. B ij v

Aalst.

Alst.

Bivoot-Tw'., SaL, Gr.Z.

Bivoui-Gr.

Bij voetwortel.

Geineene alsem.


Krabbeklootjes. Sint-Jansblóme-T?r\, SaJ., Gr.Z. Sint-Janskriiid.

Sint-Janskruud-Tz^’., SaL, Gr.Z. Sint-Janswortel-AkO., Gr.Z.


Oude na m e n : Bievoet (Hond.), Bivoet (G.H., M.N.j, Bivoot (G.H.), Bijvoet (N.H., G.H., Hond., Dod.), Sint-Janscruyt (N.H.), Sint-Jans- g’ordel (N.H.).

V 1 a a m s c h e namen: Alsem (P.), Bievoet (P.), Bijvoet (B.), Groene alsem (P.), Peerdbalsem (P.), Eoodsteelde bijvoet (B ), Sint-Jans- gordel (B.), Sint-Janskraud (P.), Hint-Janskruid (P.). Sint-Jansplant (P.)^ Wilde alsem (P.), Wilde els (P.), Zoete alsem (B.).


Arum L.

Aronskelk-J'r., Vlie., O.Dr., N.O.. Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., W.Fr., Waf., Z.H., O.F., Wal., Z.Vl. Aronskellekes-O.i^.

Oude namen: Kalfsvoet (Kil.), (AI.K.), Papenkullekens (Kil.).


Aronskelk.

Kindje-in-’t-pak-Gr.Z.

Kindjes-A.X.

Vader-in-de-koekkas-Z.B.

Manskracht (M.N.), Papencullen


1. Arum italicum L. Italiaansche aronske Tk. Fransche aronswortel. | Italiaansche aronskelk.

Oude naam: Cleyne speerwortele (Dod.). Vlaamscbe naam: Brandende keers.


2. Arum maculatum L.

Aronsbaard.

Aronsbaert-Z.B.

Aronsknol.

Aronsstaf-O.jDr., Z.B. Aronswortel.

Duivelsstokjes-Foorsc/io^cw.

Hazenooren.

Oude namen: Aaron


Gevlekte aronskelk. n

I Kalfsvoet-Z.J/., Wal. Kindertjes-in-den-pot. Kraalpioenen-TFaZ.

Manskracht.

Papekullekens.

Papenteers.

Speerwortel.

(G.H.), Aron (N.H.), Calfsvoet (Dod., G.H.,


N.H.j, Papenpint (N.H.),

Vlaamscbe namen: Aaronsrooze(D) (P.), Aaronskelk (P.), Aarons- wortel (P.j, Berstebeziën (B.), Doodkeers (B.). Kalfspoot (P.), Alolle- krieken (B.), Oorlingen fB.), Oorlingkruid (B.j, Oorlingplante (B.), Pape(n)kulen (P.j, Popenkulen (P.j, Popenkultjes (P.j.


Arundo L.

Arundo Pliragmites L. Zie Phragmites communis Trin.


30


ASARUM, ASCLBPIAS, ASPARAGUS, ASPERUGO, ASPBRULA.


Asarum Tourn.


Asaram eiiropaeiitn L. Mansoor. Asarabakka.

Hazel-TPa/.

Hazelwortel-Tz^.'., Sal., Gr.Z. Leverkruid.


Mansoor -Utr., Du., Wal.

Papekullekens.

Speerwortel.


Oude namen: ïïaselwortel (Dod.), Haselwortele (Gr.H.). Mansoor (N.H.), Mansoore (Kil.), Mansooren (Dod.), Wilde nardus (G.H.).


Asclepias L.

1. Asclepias Cornuti L. Z ij d e p 1 a n 1.

Vlaamsche namen: Melkkruid (P.), Zwaluwwortel (P.).

2. Asclepias syriaca Aschrs. Zie ^Asclepias Cornuti L.


Asparagus L. Asperge.

Zie Asparagus officinalis L. Asperge.


1. Asparagus altilis Aschrs.

2. Asparagus officinalis L.

As^ ar zie- Achth.

Asperge(s)-A.X., Z.L., Utr., Z.H., Du., ZVl.

Aspergel-Z.L.

Aspergeplant.

Aspergie-trr., Fr., O.Dr., N.O., Tw., Sal., N.Vel., Gr.Z., Aclith., Z.L., W.Fr., Goe., Sch., Wal., Z.Vl., L.v.IL Asperjes-A.X.

Asperrie-A.i., Z.L.

Aspersie-TPai.

Esperzeje-O.P'.


Koraalkruid.

Sargel.

Spargel(kruid).

Spargie.

Sparsie.

Sparzie-Gr.Z.

Sperge--Br.O., Wal.

Spergelkruid.

Sperries-A.X.

Spersie-P'r., Sal., N.L., Br.0., Du., V.B.


Oude namen: Asperge (Dod.), Coraelcruyt (N.H.), Spargen (N.H., G.H.), Spargencruyt (G.H.), Sparghel (Kil.), Speraglien (G.H.), Sperghel (Kil.).

Vlaamsche namen: Arspêze (P.), Asparge (P.), Asperje (P.), Aspèrs (P.), Aspesse (P.), Aspêrze(s) (P.), Aspêze (P ), Aspêzie (P.), Aspièrje (P.), Sperjes (P.), Spezen (P.), Spezie (P.).


Asperugo Tourn.

Asperugo procumbens L. Scherpkruid. Scherpzaad-C/fr.


Asperula L. K u w k r u i d. Asperula odorata L. L i e v e-v r o u w e n-b e d s t r o o.


Bedstroo-WaZ.

Kom-lok-mij-de-vint-6rr.

Leverkruid.

Lieve-Vrouwe bedstroo-Gr., St.,


Fr.,


O.Dr., Tw., Sal., N.O., Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Wat., Utr., Z.H., O.F., Goe., Thol., Wal., Z.Vl. Ljeave-Frouwe bedstrie-L'r.


ASPHODELUB, ASPIDIUM, ASPLENIUM.


31


Meikruid-Tï^.

Onze-Lieve-Vrouwe bedstroo--D«f. On ze-Lie ve- V rouwen vviegstroo . Onzer-Vrouwen wiegstroo. Ruwkruid.

Sterleverkruid.

Toenka-Z.F/.


Vrouwe-bedstroo. Wa] dmeester-iV.R. Waldmeister-i.iV. Wal meester. Wegstroo. Wiegstroo.


Oude namen: Leverkruid (G.H.), Muguet (Dod.), Walmeester (Dod.). Vlaamsche namen: Donka (B.), Meidrank (P.), Mottekrnid (B.,P.).


Asphodelus L.

Aspliodelus teniiifolius CaY. A f f o d i 1.

Affodil. Gele wateraffodillen-C/^r.

Affodille. Heggelelie.

Oude namen: Affodil (N.H ), Heydensche bloeme (N.H.), Heyden- sohe lelie (N.H.).

Aspidium Sw.

1. Aspidium aculeatum Döll. Zie Polystichum aculeatum Presl.

2. Aspidium cristatum Sw. Zie Polystichum cristatum Rth.

3. Aspidium Dryopteris Baumg*. Zie Phegopteris Dryopteris Fée.

4. Aspidium Filix mas Sw. Zie Polystichum Filix mas Rth.

5. Aspidium Robertianum Luerss. Zie Phegopteris Robertianum A. Br.

6. Aspidium spinulosum Sw. Zie Polystichum spinuiosum D. C.

7. Aspidium Thelypteris Sw. Zie Polystichum Thelypteris Rth.


Streep varen.


Asplenium L. Streepvaren.


1. Asplenium Adiaiitum nigrum L. Zwartstee 1. Zwart eikenvaren. Zwartsteel.

Zwart miltkruid. Zwart venushaar.


Oude naam: Swart eyckenvaren (Dod.).

2. Asplenium Filix femina Bernh. Zie Athyrium Filix femina Rth.

3. Asplenium Ruta muraria L.

Miltkruid.

Muurkruid.


Muurruit-A.0., XJtr. Muurruite.

Muurvaren-O.Or., JJtr., Wal.


Muurvaren. Steenruit-t//r. Streej)varen. Venushaar. Venushayr.


Oude namen: Muerruyte (N.H., Kil.), Muerrute (G.H.), Muurruite (G.H.), Steenruite (G.H.), Steenruyte (Dod., N.11., Kil), Vrouwen- hayr (Hond.).

4. Asplenium Trichomanes L. S t e e n b r e e k v a r e n.

Steenbreek-A.O. j Streepvaren.

Steenbreekvaren. | Wouwenliaar.

Oude namen; Steenbreke (G.H.), Wederdood (Kil.), Wederdoot (Dod., N.H.).

Vlaamsche naam: Wederdood ( B.).


32


ASTER, ASTRAGALUS, ATHYRIUM, ATRIPLEX.


Aster L. Aster.


Aster-(?r., Fr., T., O.Dr., N.O., Tw., SaL, Achth., N.L., Z.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Du., Y.B., O.F., Goe., Sch., Wal., Z.Vl., L.v.R.


Nasters-Z.T7.

Sterrebloem.

Sterrekruid.


Vlaamsche namen: Ster (P.), Sterrebloem (P.), Theresia (P.), Trees (P.).

Oude naam: Sterrecruyt (N.H.)


1. Aster Tripoliiim L. Zulte. Allerheiligebloem-_Br.O.

Hester-TFai.

Lamsoor-TFaZ., L.v.H. Lamsooren-iY.i?., Z.VL, {de jonge bla- den, die gegeten worden). Watersterrekruid.

Zeeaster-Gr., Wat., Utr., Wal.


Zeesterrekruid.

Zouterik-Z.FZ.

Zoutwateraster.

Zoutvvatersterrebloem.

Zoutwatersterrekruid.

Zulte-FF.i^r., Wal.


Oude namen: Petersely van de zee (Hond.), Tripolium (Dod.), Zeesterrecruyt (Dod.).


Astragalus L. Hokjespeul. Astragalus glycyphyllus L. Hokjespeul.


Hokjespeul.

Kantzaad.

Kootkruid.


Wegetrit-Z.i. Wild zoethout.


Athyrium Eth.


Athyrium Filix femina Rth.

Pannekoekjes- L.v.H. Reinvaar-Z^.L.

Streep varen.


W ij f j e s V a r e n.

Varenwijfke. Vrouwelijke varen. Wijfjesvaren-Z7Zr., Z.H.


Oude namen: Varenwijfken (Dod.), Woudtvaren wijf ken (N.H.).


Atriplex Tourn. Melde.


Blauwe melde-Hr.

Meele-Z.H.

Meie-FFaZ.

Mel-Gr., N.Vel.

Meld-Br.TF.

Melde-Hr., O.Dr., Tw., SaL, Gr.Z., Oude namen: Melde (Dod., melde (N.H.).

1. Atriplex angustifolium Smith. i


Achth., Du., O.F., Goe., N.B., Z.B., Wal.

MeWFr.

Aleluw-Br.0.

Milde.

Rooje mel-iV.FeZ.

M.N.), Schijtmelde (N.H.), Wilde lie Atriplex patulum L.


1) Nfiar den bloeitijd, omstreeks het feest van de II. Theresia (15 Oct,).


ATROPA, AVENA.


33


2. Atriplex hastatiim L. Spiesblad melde.

Dongstokken

yiaamsche namen: Dezelfde als voor A. patulum, ook Wil spénaatje (P.).


3. Atriplex hortense L. T u i n m e ] d e.


Luizenmelde-O.Pe/. Melle-Z.T7. Mille-O.Dr., Sal


Tuinmelde.

Wilde spinazieW.0.


Oude namen: Melde (G.H.), Milde (G.H.), Tamme melde (G.H.). Vlaamsche namen: Belle dame (B.), Hofmelde (B.), Bom (B.), Booms (B.), Spaansche spinagie (B ), Warmoes (B.).


4. Atriplex latifolium Wahlb. Zie Atriplex hastatum L.

5. Atriplex patala Smith. Zie Atriplex hastatum L.

6. Atriplex patulum L. U i t s t a a ii d e melde.


Dongstokken i). Witte melde.

Smeelje. Zilte mel-trr. [WesterJcwartier).

Wilde melde. ] Zoute mel-Gr. (Westerkwartier).

Vlaamsche namen: Abeeltje (B.), Akkermelde (B.), Auwdauw (B.), Dauwkoole (B.), Dauwkwille (B.), Douwkoole (B.), Douwkwille (B.), Houwdouw (B.j, Malme (B.), Maluwe (B.), Malwe (B.), Meiboom (B.j, Ouwdouw (B.), Wilde melde (B.).

7. Atriplex portulacoides L. Zie Obione portulacoides Moq. Tand.


Atropa L.


Atropa Belladonna L. Doodkruid. Belladonna-A.i.

Belladonne.

Besdragend doodkruid.

DolkruidW.0.

Dolle bes.

Dolle kers.

Dolrnakende nachtscha-Za;o//e. Doodelijke nachtschade. Doodkruid-Ttc., SaL, Gr.Z.

Doodskruid.


Duikruid.

Gewende boon. Hennebloemen. Henneblóme-Tw;., SaJ., Gr. Nachtschade.

Omgekeerde boon. Schoone dame. Slaapbessen.

Wolfskers-P/r., Du., Wal.


Oude namen: Doelwortele (G.H.), Dolwortele (G.H.), Dulle beziën (Dod.j, Groote nascaye (Dod.).

Vlaamsche namen: Belladona (P.j, Dolle kers (P.).


Avert-Z.TA Ever-Gr.Z. lIa(ivere-O.F. Ilaver-G'r., T..


Aveua L.


Tw., y.0., Sal., N.Vel.,


Haver.

Gr.Z., Achth., Ly., M.L., Z.L., M .Fr., Waf., Kriini., F Ir., Z.ll., Du., V.B., O. F., Z.Vl.

11 jouw(‘r-EV.


Oude namen: Avere (M.N.), Even(e) (M.N.), Haver (Kil., Dod.j

M.N.).

1) dong ~ naest.


34


AVENA.


1. Avena Caryophyllea Web. Z i 1 v e r li a v e r. Zilverhairgras.

Vlaainsche namen: Ritselaar (B.), Ritselgras (B.).

2. Avena elatior L. Zie Arrhenathemm elatius M. et K.

3. Avena fatua L. O o t.


Aat.

^YQ-Achth.

Even-Tw?., Sah, Gr.Z.

Gebaarde evene.

Gebaarde haver.

Hoote-TEaZ.

Ile hjoiiwer-i^r.

0’at-Gr., V.B.

Ooi-Aardsu-oud V.B., Sch., Wal., Vlaamsche namen: Ate (B Noot (B.), Note (B.), 0(o)te (B.),

4. Avena flavescens L. Goudhav

Goiidhavergras- Z.H., O. F. |

5. Avena praeeox P. B. V r o e g h i Vlaamsche naam: Kauke (i


Z.VL

Ooie-Z.Vl

Ort-Gr. (Westcrkwartier). Vloghaver-Gr.Z., Achth. Vluughaver-Z.jC. Vöggeltjesbeene-Ac/iZ/i.

Wilde haver.

Windhaver.

Ydelhaver.

.), Meziebeen (B.), Muggebeen (B.), Wilde ate (B.), Wilde haver (B.). e r.

Goudwater.

I V e r.

!.).


6. Avena piibescens L. Zachte haver.

Zachtharig havergras.

7. Avena sativa L. Haver.

Bonte haver.

Brouwhaver.

Chineesche haver.

Dikke haver.

Driezadige haver.

Even-Tw;., SaL, Gr.Z.

Evene.

Fijne haver.

Gele haver.

Georgische haver.

Gewone haver.

Gorthaver.

Oude namen: Baerdike (M.N.), Havere (G.H.).

Vlaamsche namen: Evene (B.), (H)auver (P.), Haver (B ,P.), Havere (P.), Hoever (P.), Hover (P.), Houvere (P.),

8. Avena sativa (3. orientalis Sclireb.

Troshaver. | Vlaghaver.

Vlaamsche namen: Kanthaver (B.), Treurhaver (B.).


Haver-*Stt/., Gr.Z., Z.Vl.

Haverstroo-Z.H.

Hjomver-Fr.

Musschenbekhaver.

Orscoren.

Pluimhaver-F.-B., Wal. Tr os jesha-ver-W. Fr. Vlaghaver.

Voerhaver-TF.A'r., Wal. Witte haver.

Zwarte haver.


Oot,

Tien jaar in de sloot, Tien jaar op den wal,

En nog groeit het overal.


1) Jlen bekend rijmpje is hier


AZOLLA, BALLOTA, BARBAKEA, BATRACHIUM.


35


9. Avena stri^osa Schreb. Schrale haver.

Even-iV.-L. Muggenbeen-Ti^?.

Evie-N.L., Br.0. Zandhaver-O.Dr., Sal,, JJtr.

Oude naam: Evene (Kil.).

Vlaamsche namen: Eve (P.), Evie (P.), Kew-evie (P.), Rouw- even (P.).


Azolla Lmk. A z o 1 1 a. Azolla filiculoides Lmk. Rood kroos.


Rood kroos-Utr. Roode kroos-Z.iï.


Roode ruii-Boskoop.


Ballota Tourn.


1. Ballota foetida Lmk. Zie Ballota nigra L.

2. Ballota nigra L. Stinkende ballot e.


Ballote.

Stinkende andoorn-iY.O. Stinkende hüWote-JJtr., Du.


Stinknetel.

Zwarte malreuvie. Zwarte malrowe.


Oude namen: Ballote (Dod.), Stinckende andoren (Dod.), Stinckende malrove (N.H.), Swarte malrove (Dod.), Swerte andoren (N.H.). Vlaamsche namen: Kattekruid (P.), Katte(n)pint (P.), Katte- poent (P.), Kattepuut (P.).


Barbarea R. Br. Barbarakruid.


Barbarakruid-Dw.,

Errik-Z.Vl.

Oude namen kersse (Dod.).


Wal.


Barbaracruyt


Winterkers.

Winterkruid.

(N.H.), Steencruyt (Dod.), Winter-


Barbarakruid.

Moerasraket-Z.i/. Sinte-Barbarakruid. Steenkers. Winterrakette. Winterwatermunt.


1. Barbarea viilg-aris R. Br.

Barbelkruid.

Bar(e)barakruid.

Gemeen barbarakruid.

Gewoon barbarakruid.

Gewone winterkers.

Magermannekes-A.L.

Oude naam: Winterkers (de (j.).

Vlaamsche namen: Barbareie (B.), Bruis (B.), Jodenkers (B.), Loofbloem (P.), Rondotte (B.), St.-Barbelkruid (B.).


Batrachiuni Wimmer. Waterranonkel.


Botcrbloenietjes-Z.T7.

Boterbloempje-T/2o/.

Kankerl)loemen-ylc////«.

Kikkerbloein-Gr.


Kikkerkroos-lTa/.

Kroosbloenietjes-Tt'.Er.

Kruidbos-Rr.0.

Futeblocin-.9r/o


36


BELLIS.


Püteblornme '^)-ScJi.

Ruit-Z.VL

Takkenkroos-TPrti.

Vaste kroos-TT'ai.

Wèterblomme-iraZ.

Waterbloempje-Z.i.


Waterboterbloem-i^r., O.Dr., Sal, O.Vel, Wat., Z.Vl.

Waterranonkel-^.O., Gr.Z., Utr., Du., Wal.

Witte boterbloem-Tii;., Z.L., Wal.


Oude namen: Waterbanen voet (Dod.), Waterlevercruyt (Dod.). Vlaamsche namen: Palingkruid (B.), Beit (B.), Waterranonkel

,B.).


1. Batrachiam diTaricatum Wimmer. Stijve waterranonkel. Waterboterbloem-xV.X.


2. Batrachiam flaitans Lam. Vlottende waterranonkel.


Witte boterbloem-Z.iï.

Vlaamsche naam: Vlotkruid (P.).

3. Batrachiam hederaceam L. K 1 i m o p-w aterranonkel Haagboterbloem.

4. Batrachiam heterophyilam Wig*. Ongel ij kbladige waterranonkeJ. Oude namen: Derde waterduysentbladt (Dod.), Derde watermille-

folium (Lob.).

5. Batrachiam trichophyllam Chaix. H a a r b 1 a d-w aterranonkel Kikkerbloem.


Bellis perennis L. Madeliefje. Bleekveldbloempje-Z.iï. Boterbloem-TFaZ.

Corsouwe.

Curacousje (de dubbele)-T^oZ. Dikkopje-Da.

Duitjes-O.J'.

Dijkbloempje-Z. if .

Dijkblommotje-P.i>\

Fennebloem ^)-Leeuwarden.

Fenneblom ^)-Gr. {Westerhwartier). Finneblomke-Pr.

Fintsjeblom-jPr.

Grasbloem(pje).

Graskarsoeten.

Indig-Gr..^.

Junibloem-jBeeZs {N.R.).

Karsauw.

Karsous jes-SV/i. {gekweekte), Z.B. {id),


Kersoude.

Kersouw(e).

Kersouwke.

Koebloem.

Koebloempje-6'Z., Fr. {oostelijk deel). Koeblom-Pr.

Koeblommetjes-AS'c/L

Koeiebloempje-iY.5eZ.

Koei eblomme-^Sc/i.

Koeienbloem-Pr., O. F., Goe., Sck., Thol.

Koeienblommetje-F.jB.

Koeienoog.

Koeienweibloem.

Koeieweiblomme(tje)-Z.F/., V.B., Z.B. Koejebloem.

Koeieblomme-S'c/i.


Bellis L.

Wal.{id), Z.B.{id).


1) Kikvorschbloem.

2) Heelt niets met Curagao te maken Men vindt het woord kersouwe reeds in 1528 voor

madeliefje en voor , .vrouw.” lang vóór het eiland Curagao bekend ^vas. Vermoedelijk verwant aan Kerst = Christus = heilig. ^

3) Fenne = weiland.


BELLIS.


37


Koeien\veitjes-Z.5.

Koublom--Fr.((Tro^^^^;).

Koublomke-i^r.

Kouweblom-i^r.

Kransje-TFöi., Kenm., Z.H. Kurassauwtje.

Laifkeblom {de dubhele)-Gr . Lamkeblom-i^r.

Landjebloum-Irr.

Lanjeblom-J^r.

Lefding-TFaL

Lentebloempje-(rr.

Liefkmid.

Luizenkrakers-TFff^. {de dubbele). Maagdelief.

Maagdelieve.

Madelief, i)

Madeliefje-F7ie., O.Dr., N.O., Sal., Velz., Gr.Z., W.Fr., Wat., Utr., Z.JL, Du., Sch., Thol., Wal., Lv.H. ]\Iagdeliefje.

Malietje-Tït?.

Marg(e)riet.

Margrietje-TAo^.

Mariabloem-d.c/i^/i . Ma^iënbloempje-T^^^

Mayzoetje.

Meelzoafjen-iY.FeZ.

Mèèlzuuntjes-^c/i^/«.

Meibleumkes-Tw.'.

Meibloem-TF.i^r.

Meibloernpje-*S'aL, Wat., Z.H., Wal. Meibloempjen-iV.FeZ.

Mei zaad je.

Meizeutje-xY.L.

Meizeutjes-Ta>.

Meizoentje-zSaL, Velz., Gr.Z., L.N., Z.L., Br.0., Amsterdam, Utr., Wal.,


L.v.H.

Meizoetje-iV.i., Z.L., Wal. Meizöntje-Ttü., Sal., Gr.Z. Meizoompje-O.jDr.

Meizötjes-Z.i.

Meizuivertje-O.Dr.

Meizuuntje-iV.£ei., Ly.

Meliefje.

Meliefke-6rr., Wal. Melkbloemetje(s)-TFa^.

Mèrzeudje-iV.Ii.

Mettelieve.

Paaschbloem(pje)-Z.iï., Br.W. Pannekoeken-O.Dr. Pinksterbloem-Z/ml'^ee. Schapebloem-i^r.

Schapebloempje-AS^. Schapenbloem-5ee^s, Ileer-Hugowaard. Schapenbloempje-jPr. {westelijk deel). Schepeblom-Zenm.

Schepfleur-i^r.

Skeipeblom-TF. i^r.

Skieppeblom--Fr. Sukersousjes-Z.F?.(de gekweekte). Tuintjesbloem-iïM.

Veldbloempje-TFa^

Veldebloemetje-T.

Veldebloempje-T//.

Ve]djebloem-(7r.

Velderbloempje-T.

Vennebloum-(rr.

Weejeblumke-Z.Zr.

Weibloempje-.^.i., Wal., Z.Vl. VVeiblommetje(s)-.^.i?., Z.Vl. Weidebloempje.

Weienbloein-Z.i.

Wit zonnebloempje.


Voor B. perennis var. prolifera. Kloek met kuikens. Kloek met kiekens. Twaalf apostels.

Oude namen: Carsouwe (M.N.), Cleyne madelieven (N.H.), Cor- soude (M.N.), Edelbloem (Hond.), Kersoude (M.N.), Kerssouwen (Dod., Kil.), Maddelieue (Kil.), Madeliefcruit (G.H.), Madelieue (Kil.), Madelieven (Dod.), Madelievencruit (G.H.), Madesoete (M.N.), Maete- bloeme (Kil.), Maetelieue (Kil.), Margrieten (Dod.), Matelieue (Kil.), Matelieve (M.N.), Medesuete (M.N.), Metelieve (M.N.) Metelive (M.N.), Metsutbloeme (M.N.), Sinte Pietercruyt (G.H.).


1) Made = weiland.


38


BERBERIS, BERTEROA.


Vlaamsche namen: Driesblom fP.), Driesblommeke'(n) (P.l, Driesblummeke (P.), Dries(ch)bloemeken (P.), Gasblommen (P.), Gasblommekes (P.), Ge(r)sbloemeke(n)s (P.), Gerskassouwen (P.), Ges’bloemekens (P.), Graskarsouwe (B.), Karseien (P.), Karsoude (B.), Karsonwe (B.), Kaskens (P.), Kassaaien (P.), Kassaatjes (P.), Kassa- bloemekes (P.), Kasseien (P.), Kasseike(n)s ^P.), Kassoude(n) (B.,P.), Kassontjes (P.), Kassouwe (B.,P.), Kassouwke(n)s (P.), Kasteelplein- blommekes (P.), Kersoude (B.), Kersouwe (B.), Kosseifkens (P.), Kosseiven (P.), Maagdelief (ke) (P.), Madelief (B.,P.), Madelierekens (P.), Madelieve (B.,P.), Madelieveke(n)s (P.), Malierekens (P.), Mar- gerietekens (P.), Margerieten (P.), Marlieven (P.), Matelieve (B.), Meelzoetekens (P.), Meelzoeten (P.), Meelzutekens (P.), Meerschbloeme- kens (P‘), Meêsblomkes (P.), Meezoetekens (P.), Meibloemekens (P.), Meielievekens (P.), Meilievekes (P.), Meibloemtje (P.), Meiziètjes (P.), Meizientjes (P.), Meizitekes (P. ), Meizodjes (P.), Meizoetekens (P.)> Mezuutjes (P.), Miezetekes (P.), Mizbloemekes (P.), Paascbbloem (B.), Paaschbloemekens (P.), Paaschblomke(n)s (P.), Pa(a)scb(e)bloeme (P.), Pa(a)sch(e)bloemtje (P.), Pa(a)sch(en)bloemtje (P.), Paschenblomptje (P.), Steenbloemeke(n)s (P.)j Straatblommekes (P.), Straatkersouwe (B.), Straatmadelievekens (P.), Weibloemekens (P.\ Witte blommetjes (P.), Wilde madelieve (B.), Zoetelievekens (P.), Zoete meelbloemekens (P.), Zomerbloem(pje) (B.).

Voor B. perennis fl. pl.  : Kassoude (P.), Kersouw (P.), Madelief ke (P.)? Meizeutjes (P.). Voor B. perennis var. prolifera : Twaalf apostels (P.).


Berberis L. Berberis.


Berberis ralgaris L. Z u u r b e s. Barberis-O.Dr., Tw.

Barberisse-6'aL

Berberis--Fr., O.Dr., SaL, Velz., Gr.Z., Achth., N.L., Du., O. F., Goe., Wal., Z.Vl.

Boomzurkel.

Driedeüre-Z.X.

Edele doorn.


Kweedoorn.

Suririgboom.

Versilts.

Zuringboom.

Zuurbes.

Zuurboom-iV.0.

Zuurdoorn.


Oude namen: Berberis (N.H., G.H.), Erbsich (G.H.), Sauseboom (Dod., Kil.), Vernis(ch)boom (G.H.).

Vlaamsche namen: Azynboom (P.), Barbarinekens (B.), Bar- barinekers (B.), Barbaris (P.), Barberine (B.), Berberisse (P.), Kruis- doorn (B.,P.), Sausboom (P.).


Berteroa D.C.

Berteroa incana D.C. G r ij s k r u i d. Knoflookkruid.


BEKULA, BÈTA.


39


Berula Koch.

Berula ang'ustifolia Koch, Kleine watereppe.

Kleine eppe. Waterpastinake.

Smalbladige watereppe-W.i^r. Waterpeterselie-iY.X., Z.H.

\Vatereppe-Z7^r., Du.

Oude naam: Cleyne watereppe (Dod.).


Bèta Tourn. Biet.


Beet--Br.O, Goe., L.v.H.

Beete-O.Dr., Goe., Wal, Z.Vl Beetwortel-O.Dr., Tw., Sal, Wat., Vtr., O.F., Goe., Wal, Z.Vl, L.v.H. Beetwmiel-N.Vel Beitwortel-trr.

Betewoartel-i^r.

Betewortel.

Bieët-Tw., Sal, Gr.Z. Bieetwortel-T^^;., Sal, Gr.Z.

Biei-Fr., T., Vlie., N.O., O.Dr., Velz., Br.W., W.Fr., TFa^., Kenm., Z.H., Du., V.B., Wal., Z.Vl.

BWie-Gr.Z.

Bietekroot->SaL

Bietewoartel-i^r.

Bietwortel--PV., O.Dr.

Bitewirtel-i^r.

Braziliaansche biet.

Bytwoartel-i^r.

Caroot.

Gewone biet.

Karoeët-Z.X.

Karo(o)t-Z.i.

Koebeet-i.y.iï.

Kroeten-Z.Jb.

KrooiAV.Fr., Den Haag. KroWn-Achth., Z.L., Z.B.

Mangel-Gr., Sal, Br.0., Du., V.B., O.F., Sch., Thol, Wal, Z.B. Mangelwortel-Gr., Fr., T., N.O., Tw., Sal, Gr.Z., Achlh., N.L., Br.0.,


W.Fr., Wat., Vtr., Z.H., O F.. Wal, Z.Vl.

Mankholt-.dc/zi/n,

Moeskruid.

Onkelreub-iV.i.

Bee-Velz., Br.W.

Been-Z.B.

Robeeten-Tw.

Robeiten-Gr.

Robiet-O.Dr.

Roode biet.

Snijbiet.

Roode kroote.

Suikerbeet.

Suikerbiet-Rr.TB., Thol.

Suikerpee-Rr.T'F., O. F., Thol Suikerpeeën-Z.F/.

Suikerpeen-S'c/z.

Suikerpei-Rr.0.

Suikerpitten-M.Fc/.

Sükerbiet--Fr.

Sükerbyt-jBr.

Sukerwurtel-iY.Fc/.

Sükerwortels--Pr.

Sukkerpee-Gr.

Suukerwortel-S'a/.

Tuinbiet.

Warmmoes.

Warmoes-tFö/., Z.Vl.

\Yitte bete.

Witte biet.

Witte kroote.


Oude namen: Beete (N.H., Dod.), Beetkoole (Kil.), Bete (M.N.), Roote beete (Gr.H.), Roode rapen (N.H.i, Roomsche beete (G.H.), Roomsche kooien (G.H.).

Vlaamsche namen: Beete (B.), Beetpee (P.), Beetraap (B.,P.), Beetwortel (P.), Beitterauwe (P.), Be(i)tterave (P.), Betera ve (P.), Bètrape (P.), Betteraaf (P.), Betterape (P.), Betterave (P.), Betteroof (P.), Bieet (P.), Bitterave (P.), Bitterouwe (P.), Capucyn (B.), Capu-


40


BETOXICA., BETULA, BIDENS .


cynwortel (B.), Karote(ii) (P.), Koeibeeten (P.), Kroten (P.), Patrasse (B.), Eanderen (P.), Eoobeete (B.), Koode beete (B.), Rooms (B.), Wa(a)rmoe8 (P.), Witte rouwen (P.).

Betonica Tourn.

Betoiiica officinalis L. B e t o n i e.

Beteuniebloem. 1

Oude naam: Betonie (N.H., G.H., Dod.).

Vlaamsche naam: Koortskruid (P.).


Betula Tourü. Berk.


Ba^ke-T^t’., Gr.Z., Aclith. Barkenboom-Gr.

Barkenboom-Ti6'.

Belboom-Z.i.

Bemesboom-Z.jB.

Berk-T., O.Dr., Tw., N.O., Sal., NJeL, Ltj., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr.,

Kenm., Utr., Z.H., V.B., O.F., Goe.,


ScJi., Wal, Z.Vl Berke-Tu', Sal, Gr.Z., Achth. Berkenboom-i.v.jrf.

Biïk-N.Vel, Z.L. Birkeboom-Z.i.

Bjirk-Pr.

Bjirkenbéam-i^r.

Bövk-SaJ.


Oude namen: Barckenrijsch (G.H.), Berck (Kil.), Berckeler (Kil.), Bereken ((r.H.), Berekenboom (Dod., Kil., G.H.), Berke (M.N.). Vlaamsche namen: Beelk (P.), Beilk (P.), Beilkenboom (P.), Belkenboom (P.), Berk (B.,P.), Berkenboom (B.,P.), Bilk (B.,P.), Bilken- boom (B.), Bilt (B.), Biltenboom (B.).


1. Betala alba L. Zie Betula verrucosa Ehrh.

2. Betula pubesceiis Ehrh. Zachte berk.

Zwarte berk.


3. Betula verrucosa Ehrh. Ruwe Blanke berk.

Dalecarlische berk.

Haagberk.

Treurberk.


berk.

Witte berk-ASt., Sal, Velz., Achth., W.Fr.

Zilverberk-O.Dr., Velz.


Bidens L. Tandzaad.


Klissen-Ttt). | Tandzaad-TV.Fr., Du.

Klitten-Tï<;. | Tweetand.

Soldatenknoopen-Pr. |

Oude naam: Waterboelkenscruyt (Dod.).

1. Bidens cernuus L. Knikkend tandzaad. Knikkend tandzaad-TT.Fr. | Waterboelkenskruid.


2. Bidens tripartitus L. D

Boelmansvorke(n).

Boerenwormkruid-bTr.

Gaffelkruid.

Klevers-jPr.

Klissen-Gr., Du.


iedeelig tandzaad. Kïüien-L.v.H. Knpppen-i.r.iT. Mopjeskruid-Z.Z. Reindersknopjes-iV.T. Stiepstart-J5rtr??eve/cZ.


BLECHNUM, BLITUM, BORAGO, BOTRYCHIITM, BRASSICA.


41


Stoepeerzen-M.

Vorken.

Vorkjes-O.Dr.

Waterboeltjeskruid.


Waterpoelkenskruid.

Waterpoeltjeskruid.

Zilverknoopjes-jPr.


Oude namen: Boelkenscruytwyfken (Dod.), Waterboelkenscniyt

(Dod.).

Vlaamsclie namen: Kermisgasten (P.), Luizen (P.), Stekers (P.).


Blechnum L.

Blechnam Spicant With. Dubbelloof. Dubbelloof-C/^r., Wal. Ribvaren.

Miltkruid. Slootvaren-t/^r.

Pannekoeken-X.v.il.

Oude naam: Grrachtyaren (Dod.).


Blitum Tourn.

1. Blitum bonus Henricus C. A. M. Zie Chenopodium bonus Henricus L.

2. Blitum capitatum L. Zie Chenopodium capitatum Aschrs.

3. Blitum vir^atum L. Zie Chenopodium foliosum Aschrs.


Borago Tourn.

Borag-o officinalis L. B e r n a g i e.


Bernage--Fr.

Bernagie-O.FeP, W.Fr., Wal. Borago-TVaZ.

Komkommerbloem-O.JDr., Wal. Nachtlichtje-Z.FZ.

Nachtpitje-T.


Neusjeprik-Z.T7.

Parapluutje-ASVA.

Prikneusjes-ASz.

Prikneuzen-TFöZ.,

Piiutoogje.

Steekneusjes.


Z.Vl.


Oude namen: Bernagie iN.H., Q-.H., Dod.), Borage (M.N.), Boragie (Kil.), Bornagie (N.H.), Bruynagie (Kil.).

Vlaamsche namen: Bernagie (P.), Beschaamde meiskens (B.).


Botrychium Lunaria Sw. Druifkruid.

Druifvaren.

Klein maankruid.


Botrychium Sw.


Maanvaren.

Maankruid-(rr.Z.

Maanvaren-TF.i^r.,

Walpurgiskruid.


Utr.


Oude namen: Cleyn maencruyt (Dod.), Lunaria (Dod.), cruyt (N.H.).


Maen-


Brassica L. K o o 1.

Koal-jPr. Kenm., Utr., Z.H., V.B., O. F., Sch.,

Kool-Gr., Fr., T., Tw., Sal., Gr.Z., Wal.

Ruive.

Oude namen: Koole (Dod.), Kooien (N.H.).

Vlaamsche namen: Kauwel (B.), Kouwel (B.), Koole (B.).


42


BRA.SSICA.


Brassica Eriicastrum de G. Zie Diplotaxis tenuifolia D. C. Brassica laiiceolata L. Sarepta mosterd.


Koolzaad.


1.

2.

Sareptamosterd.

3. Brassica Kapus L.

Bladje(s)moes.

Geelbloem.

Greiitebargen.

Hoogstam.

Knolrabi-Gr.

Knolrapen-zSa?., Achth.

Kiiolraven.

Koalraep-i^r.

Koalsied-J^r.

Koatsie-jPr.

Koerabi--Dew Haag.

Kolraap-Z.i.(mv. kolrabele).

Kool.

Koolraap.

Koolraap-boven-den-grond.

Koolrabi.

Koolraap-Gr., Tw., Sal., Gr.Z. Koolzaad-Gr..^., N.L., W.Fr., Z.H., O.F., Z.B., Wal, Z.Vl Oaróabische kno\\en-Gr.{Oldamht). Oliegevende kool.

Oliezaad.


Plantrapen.

Raapknollen.

Raapzaad.

Ratabaga.

Reuben-Z.X.

Rinkels-Gr.

Roabseknollen-^.KeZ.

Sloor(zaad).

Snitjemoes {jonge plant)-Gr. Ste(e)krapen.

Stekraap.

Wilde stekraap.

Winterkoolzaad.

Witbloem.

Zaad.

Zomerkoolzaad.

Zornerzaad.

Zwart vogeltjeszaad-i^r., N.O., Gr.Z. Z.H.

Zweedsche knollen.

Zweedsche rapen.


Oude namen: Graveelcruyt (Dod.), Knolraepe (Kil.), Kaap Kapen (G.H.), Steckrapen (N.H., Kil.).

Vlaamsche namen: Groen (P. Knollen (P.), Koolzaad (P.), Kruid (P.), Loof (B.,P.), Kaap (B.,P.), Kaapkool (B.), Kape (B.), Kapier (B.), Kaupe (P.), Keuben (P.), Koepe (P.), Kondzaad (P.), Koopen iP.), Kwièpe (P.), K(w)oope (P.), K(w)oopkies (P.), Sleu(h)euren (P.), Sloeër(e) (P.), Sloer (P.), Sloër (P.), Sloor(en) (P.), Sloorzaad (P.), Tollen (P.).


4. Brassica nigra Koch. Zwarte Bruine mostaard.

Bruine mosterd-/SaZ., W.Fr., Z.H. Keek.

Kifli-Fr.

MostaardW.Z/.

Mosterd-Z.Ji..

Mosterdplant.

Mosterdzaad.

Oude naam: Mostaertsaet (G.

5. Brassica oleracea L Kool.

Bloemendaalsche kool.


mosterd.

Roode mostaard.

Roode mosterd.

Semp-Z.B.

Wilde roode mosterd.

Zwarte mostaard.

Zwarte mosterd-Gr.Z., W.Fr., Du., Wal

Zwart mosterdzaad.

I.).

Bloemkool.


BRASSICA.


43


Boerekóal-i^r.

Boerekool-O.-Dr., Tw., SaL, Gr.Z., Wal. Boerenkool.

Boere(n)moes.

Boernkool-^c/i^/i.

Boesekool-Gr.Z.

Boeskool-(Tr., Dr.hew., O.Dr., AchtJi. Böskoül-N.Vel.

Bonte kool.

Boomkool.

Braobantse sproete.

Brocali.

Broccoli.

Brusselsche kool.

Brusselsche spruitjes.

Buiskool.

Dessertkool.

Eikelkool.

Ekkelkool.

Engelsche kool.

Gele kappers.

Groene kool.

Kabuiskool.

Kapperkool-Gr.Z.

Kapperskool.

Kappertjeskool.

Kappes-Z.i.

Koale-O.i^.

Koo\-Ly., Wal., Z.Vl.

Koolen-TEa/., Z.Vl.

Kool plant.

Koolraap-boven-den-grond.


Koolrabi.

Koolrabi-boven-den-grond.

Koolsalade.

Koolsla.

K(r)opkool.

Krulkool.

Laplandsche kool.

Moes-O.Dr., Sal, Gr.Z., N.L., Z.L. Moeskool.

Moos-Tïi;., Aclith.

Mous-Gr.

Poepekool-TEa^.

Raapkool.

Raapzaad-O.Dr.

Réade köal-i^r.

Roode kool.

Roode sluitkool.

Savooie kool.

Savooye kool.

Savoye(kool).

Slechte Vool-Z.L., Br.0.

Sluitkool.

Sproetkóal--Fr.

Spruitjes.

Spruitkool.

Savooyekool.

Savoyekool.

Stulle(n)zaad.

Suikerbroodskool.

Witte kóal-i^r.

Witte kool.


Oude namen: Cole (M.N.), Gooi (M.N.), Coolcruut (M.N.), Kabuys- koole (Kil.), Koole (Kil.), Kooien (N.ïï., G.H.), Moesch (G.H.), Pot- tagiecruit (G.H.), Sluytkoole (Kil.).

Vlaamsche namen: Kabuische (B.), Kabuiskauwel (B.), Kabuis- koole (B.), Kanwel (B.), Keu(h)eul (P.), Keul (P.), Koeël (P.), Koïl(en) (P.), Kollen (P.), Kool(en) (P.), Kools (P.), Kropkoole (B.), Krulkauwel (B.), Krulkoole (B.), Krulkouwel (B.), Ku(h)ul (P.), Kulen (P.), Ko(u)wel (B.), Peer(de)koole (B.), Perekoole (B.), Savooie (B.), Savoikool (B. ), Sluitkoole t B.), Soese (B.), Souse (B.), Sousse (P.), Spruitkoole (B.).


6. Brassica Rapa L. Raapzaad. Aveelzaad.

Aweilen-Gr.

Botterzoad-Gr.

Fransche rapen.


Graveelzaad.

Grouvvel-Ac/i^/i.

Keelen.

Knollen-dc/i^/e, Wal.


44


BRIZA, BROMUS.


Knolraap.

Kool-Gr.

Koolrabe-Z.i.

Krot.

Lange rapen, ^leiknollen. Xijmeegsche rapen. Prikken.

Raap-jPr., Achth. Raapstelen. Raapzaad-ir.Kr., Z.T7. Raepsie(d)-Kr. Rape-O.jp.

Rapen-Z.T7.

Rapestelen.

Reuben-J^7L.


Reiive--Dr.&eir., O.Dr., Tw., Sal., Gr.Z. Roapzoad-TF.

Rof(fe).

Ronde rapen.

Ruben.

Ruive.

Rupseat-Z.L.

Ruven.

Slooren-Rr.0.

Stelen.

Stengelmoes.

Stengels.

Stoppelknollen.

Winterraapzaad.

Zoad-TF.

Zomerraapzaad.

Zomerzaad-iV.i.

Knolle (Kil.), Raepe (Kil ), Rapé Roebe (Kil.), Roeue (Kil.), Roef Rueue (Kil.), Wilde zee-


Reufseed-TF.Kr.

Oude namen: Coolsaet (M.N.)

(Kil.), Rapen (Dod.), Ribe (Kil.)

(Kil.), Roffe (Kil.), Roue (Kil.), Rube (Kil.), kooien (Dod.).

Ylaamscbe namen: AY(e)rui9che (B.), Havruische (B.), Koolraap (P.), Koolzaad (B.), Raapkool (P.), Raapkollen (P.), Raapkulen (P.), Radijskool (P.), R(w}oipkeul (P.), Sloore (B.), Wittebloem (B.), Zaad (B.).


Briza L.


Briza media L. T r i 1 g r a s. Beefgras-T^r., Sal., y.VeL, Gr.Z. Beverkens-Gr.Z., Ach^h., Z.H., L.v.H. Bevertjes-XO., Tw., Sal, Velz., Gr.Z., Achth., Du., Goe., O. F., Sch., ThoL, Wal, Z.Vl

Hazenbrood-T^r’., Sal, Gr.Z. Ximmerstil-Z.L.

Rozeleerkes-X.L.


Schöddeköpkes-Gr.Z.

Siddergras-TFaZ.

Spinnekopjes-J-c/iZ/u Trilgras-TF., O.Dr., Tw., W.Fr., Z.H., Goe., O.F., Wal, Z.Vl Vrouwentongen-Dw. Wemelgrasjes-TFaZ.


Vlaamsche na m'e n : Bevennelleke(n)s (P.), Bevernellekens (P.), Bevertjes (B.), Bibbelhandsche (P.), Byvennelleke(n)s (P.), Bibberkens (P.), Daverherteke(n)3 (P.), Geernaart (P.), Trillend gras (B.).


Bromus L. D r a v i k.


Dravik-0. Dr., Du., O. F., Wal Jouwergêrs i)-Kr.


IJdelhaver.


Oude naam: Dravich (Dod., Kil.).


1) havergras.


BRUNELLA, BRYONIA.


45


1. Bromus aryensis L. Akkerdravik.

Naakte haver.

V 1 a a m s c h e namen

2. Bromus ereclus Huds. Vlaamsche naam:

3. Bromus mollis L. Hjouwer-raei-i^r. Jouwergers

Vlaamsche namen


A k k e r d r a V i k.

Wilde hsivev-Wat. IJdele haver.

Evene (B.), IJdele haver (B,). Bergdravik.

Spletter-evene (B.).

I Zachte dravik.


Blés’ (P. Draaf ^P.), Dravelte (B.), Dravik (P.), Dravit (P.), Kleine drave (B.), Peemgras (B.).

4. Bromus secaliiius L. D r e p s.


Drip-Tk.Fr.

Dröpse-J-c/i/A.

G anzenhaver-keZ^:. Muur gr as. Roggedravik.


Draverik.

Dravich.

Dreb-Gr.

Dreps-Gr., W., Tw., JSLL., Wal.

Drepse-Ttc.

Oude namen: Dravic (M.N.).

Vlaamsche namen: Blés’ (P.), Draaf (P.), Drave (B.), Dravid (B.), Dravig (B.), Dravik (B.,P.), Dravit (P.).

5. Bromus sterilis L. IJ 1 e dravik.

Oude naam: lidelhaver (Dod.).

Vlaamsche naam: Onderate (B.).

6. Bromus teetorum L. M u u r d r a v i k.

Muurgras.


Brunella Fr.

Bruiiella vulgaris L. Brunei.

De bruine.

Bruinelle-Z.B., Utr.

De brune.

Brunel-G.T'e/., Br.0., W .Fr., Du., Goe.,

Wal.

Brnnelle-jPr., W.Fr.


Bijenkorf je-R\J^r. Hondsdraf-TT’«?. Kikkertsblom-J'r.(Tkowseraf/eeZ). Stjonkeiide balsein-Pr. Tongerbloem ^)-Fr.

Wilde balseni-i'V.


Oude namen: Brunelle (M.N., G.H.), Bruynelle (Kil., N.H., Dod.), Buggle (M.N.), Senegroen (Kil.).

Vlaamsche namen: Puidekruiper (B ), Solfeene (B.).


Bryonia dioica Jacq.

Alfpapenkruid.

Borstbes-Z./i.

Brionie.


Bryonia Tonrn.

Hegge rank.


Duivelskers -)-Z.L.

Duivelsknol.

Diivelskéérse-Z.L.


1) = (ionderbloem.

2) Door den naam worden de kinderen afgesclirikt, om van de vergiftige plant te eten.


46


BUNIAS, BUNIUM, BUPLEURUM, BUTOMUB.


Gruiswortel.

Guèlkeswortel-Z.X.

Heggerank-TeZ^., N.L., Z.L., Wal.

Heggeranke-Tw?., Sal., Gr.Z.

Hondskers.

Kinkrank-Gr.Z.

Koorddanser.

Kwartelbeziën.

Manwortel-Dw.

Qnaekelbeije.

Quartelbeziën.

Quartelsbeien.

Raselwortel.

Reerank-Tw.

Roeselwortel.

Oude namen: Alfpape (Kil.), Brionie (G.H.), Bryonie (N.H.), Quackelbeye (Kil.), Raselwortele ((jr.ïï.), Roswortele (G.H.), Schaepeutel (Kil.), Sticwortele (G.H.), Stilwortele (G.H.), Swermkniyd (Kil.), Wilde weigaert (G.H.), Wilden zeduwaer (G.H.), Witte bryonie (Dod.), Witte wijngaert (N.H.).

Vlaamsche namen: Bastekraud (P.), Bryonie (B.), Eiraap (P.), Keurfraap (P.), Keurkraap (P.), Keurpraap (P.), Korfraap (P.), Schijt- raap (B.), Vetwottel (P.), Witte wijngaard (P.).

Bunias L.

1. Buuias Cakile L. Zie Cakile maritima Scop.

2. Bunias paniciilata Fl. B. S. Zie Neslea paniculata Desv.

Buuium L.

Buniiim Bulbocastaiium L. Zie Carum Bulbocastanum Koch.


Roodbes.

Roswortel-Crr.Z.

Schaapentel.

Schaapkeutel.

Stikwortel.

Tweehuizige heggerank-Dit.

Varkens wortel.

Vergif bezen-R.r?.Jï,

Vuurwortel-Gr.Z., N.L.

Wilde wigerd-Goe., Z.B., Wal. Wilde wingerd-O.Dr., N.O., ütr., O.F., Tliol., Wal.

Wilde wijngaard-i^r.

Wrang wortel-Gr.Z.


Bupleuruni Tourn. Doorwas.

Deurblad. Doorwas.

Deurwas. Hazebek.

Doorblad. Hazenoor.

1. Bupleiiriim rotundifolium L. Rond doorwas.

Oude namen: Deurwas (Dod.), Deurwascli (G.H.), Doorwas (G.H.).

2. Bupleuruni tenuissimum L. F ij n doorwas.

Oude n a a m : Bupleurum (Dod.).


Butomus Tourn.

Butomus umbellatus L. Z w a n e n b 1 o e m.


Bloeiende waterbiezen.

Bloembies-F.B.

Bolpiezen-Gr.


Bullepezen-Gr.

Donderbloem '^)-Fr. {Lemsterland). Kaaibloem-T^.


1) Zwaait men er 3 maal mede ovei' het hocd'd, dan komt er onweer.


BUXUS, CACHRYS.


47


Kikkerbloem-U.E., Roeksche waard. Kloek-met-kuikens-Z.iï. Kloek-met-kuikentjes-jBe^. Koffiebeimtjes-TM;. Koffieboonen-5'aL, Z.H., Roeksche ivaard.

Koffieboontjes-^a/smeer.

ÏA^ch-Gr.Z.

Lischbloem-Fe/^r., Gr.Z. Ooievaarsbloem-TU.i^r. Stoeltsjeblom '^)-Fr. Stoeltjebloem-T^.


Swaneblom-i^r.

Swanneblommen-Fr.

Swannekoek--Fr.

Watergladiolus.

Waterlisch-FeZ^-.

Zwaarweerbloem ^)-N.0. Zwanebloem-W.jPr., Utr. Z\vanenbloem-/S'^., T., N.O., Tw., 8al.

Gr.Z., Z.R., Du., Wal., Z.Vl. Zwanenhrood-Sal.

Zwanenhals.


Vlaamsche namen: Bloembies (B.), Bloembieze(m) (B.), Bloem- riet (B.), Kuipkenszaad (B ), Tonnekenszaad (B.), Zwanebloem (B.), Torenbies (P.), Torrebies (P.).


Buxus Tourn.

Palmboompje.

Tiv., Vel 2;


Gr.Z., N.L., W.Fr., Kemn., Ulr., Z.R., Sch., Thol., Z.B., Wal, Z.Vl.

Palmstruik-O.Dr., N.Vel, Gr.Z.,Z.L., Dr.0., Z.R., Thol., L.v.R. Pame-Z.i.

Pameboom-Z.i.

Paum-Z.X.


Z.R., Z.B.,


Buxus seraperTireus L.

Boompalm-TFaL

Bospalm-Crr.Z.

Buksboom-TUaL

Buksboompje.

Bus-TPa?.

Fijne palm.

Grove palm.

Heggepalm-Gr.Z., Wal.

Palm-F'r., Gr.Z., Achth.,

Z.Vl.

Palmbéamke-jPr.

Palmboom-S'aL, Gr.Z., Sch., L.v.R.

Palrnboompje-Gr., St., T., N.O., O.Dr

Oude namen: Bos(cb)boom (M.N.), Bosseboom (Kil.),

(G.H.), Bucxboom (N.H., Dod.), Busboom (M.N., Kil.),

(M.N.), Gemeine palmen (G.H.), Palmboom (N.H., Dod., Kil., M.N.).

Vlaamsche namen: Bosseboom (B.,P.), Busseboom (B.,P.), Mat- (te)boom (B.), Paam (P.), Paaschhout (B.), Pallema (P.), Pallemen- hout ( P.), Palm {B.,P.), Palma (P.), Palmboeërn (P.), Palmboom (P.), Palmboomke (P.), Palmboompje (P.), Palme (P), Palmeleire (P.), Palinenboom (P.), Palmhaait (P. ), Palrn(li)êt (P.), Palmhout (P.), Palmij (P.), Pameboom (P.), Polm(boom) (P.).


Uandpalm-Fe/2'.

Steekpalm.

Tuinpalm-WaL,

Voetpalm-^'oL

Wijpalm-iY.X.


Z.T7.


Bucksboom

Buschboom


Cachr.vs Sprg.

Cachrys maritima Sprg. Zie Crithmum maritimum L.


1) Ivinderen gebruiken de stengels, om er stoeltjes vnn te maken.

2) Zwaait men er 3 maal mede over het hoofd dan kotnt, er onweer.


48


CA.KILE, CALAMA&ROSTIS, CALAMINTHA, CALCEORIA.


Cakile Tourn.

Cakile maritima Scop. Zeeraket.

Europeesche knotsvrucht. j Raket.

Knotsvrucht. | Zeeraket-R’.J’r., Du.


Calamagroslis Adans. Struisriet.

Stiuisriet-I>w.

1. Calamagrostis arenaria Rth. Zie Ammophila arenaria Lk.

2. Calamagrostis Epigeios Rth. D u i n r i e t.

Duinriet. 1 Landstruisriet.

Landriet.

Ylaamsche namen: Hageriet (B.), Keesstroo (P.), Schouwvegers

(p.).

3. Calamagrostis lauceolata Rth. P 1 u i m r i e t.

Pluimriet-A.0., Vtr. \ Pluimrietgras.

Vlaamsche naam: Schouwvegers (P.).

4. Calamagrostis ueglecta Fr. S t ij f s t r u i s r i e t.

Smalbladig rietgras. | Stijf struisriet.

5. Calamagrostis strieta Spr. Zie Calamagrostis neglecta Fr.


Calamintha xHuch. S t e e n t ij m.

Calaminth. 1 Steenthijm.

Oude naam: Calament (M.N.j.

1. Calamintha Aciiios Clairv. S t e e n t ij m.

Getande thijm. Veldcalamint.

Paleije. Wilde munt.

Steenthijm. Wilde palije.

2. Calamintha Clinopodinm Spenner. Zie Clinopodium vulgare L. 8. Calamintha offlcinalis L. B e r g s t e e n t ij m.

Bergcalament. Calamint.

Bergmunthe.

Ylaamsche naam: Palingskruid.


Calceolaria L.

1. Calceolaria hybrida Hort.

Onder de voor C. scabiosaefolia opgegeven volksnamen zullen er wel verscheidene zijn, die ook voor deze gelden.

Ylaamsche namen: Buzzekes (P.), Muilkens (P.), Pantoffelen- bloem (P.), Pantoffel(en)kruid (P.), Portemonnétjes (P.i, Schoentjes (P.), Zakskens (P.).


2. Calceolaria scabiosïefolia Sims.

Beursjes-TT'a?., Z.VI.

Doosjes-TPa/.

Doosjesbloem-Pr.


Pantoffeltje.

Geelmutsje-ira^.

Klumkes-Z.i.

^lutsje.


CALENDULA, CALLA, CALLITRICHE.


49


Pantoffelplant.

Pantoffeltje--Pr., O.Dr., j^.0., N.L., Z.L., Wal, Z.VL, L.v.H. Pantuffelkes-Z.-L.

Portemonnée-Z.PL


Schoentjes--Fr.

Slofje-TFaZ.

Soezen-Z.PZ.

ïaschjes-TFöZ.


Vlaamsche namen: Beurzebloem (B.), Judasbeurze (B.), Judasborze

(B.).


Calendula L. Goudsbloem.


Calendiila officiiialis L. G o u d s b 1

Üoodenblöme-Tït’., Sal., Gr.Z. Feminel.

Godjeblomme.

Goldblomme-*SrtL Goldblome(n)-Gr.Z., Achth. Goldjeblomme.

Goldjebloum-Gr.

Goldsblome-Tiü., Sal., Gr.Z. Goldsblome-iY.0., Z.L. Golliebloem-O.Dr.

Goltjeblom-Gr.

Goltjebloume-TF.

Goublomme-X.v.if.

Goudbloem-J3r.O.

Goudjebloem-Gr.


e m.

Goudjesbloem-*SF, Fr. Goudsbloem-O.Dr., Tw., Sal., L.N.,

N. L., Kenm., A^nsterdam, Z.H., V.B.,

O. F., Goe., Sch., Thol., Wal., Z.Vl. Goudsblomme-Z.^.

Goudtsjeblom-J’r.

Goukes-T.

Gousbloeme-TFaF

Gouseblomme-TF.-Fr.

Goutbloem.

Gouwzeblomme-TFaZ. Gouzeblommen-ZJ7. Kroningsbloem--De7z Raag. Oranjebloem-O.-F., Sch., Wal., Z.Vl.


Oude namen: Capkenskruit (G.ïï.), Goudbloeme (M.N., Kil.), Gout- bloeme (M.N.), Goutbloume (M.N.), Binghelbloeme (G.H.), Bingbel- blomen (G.H.).

Vlaamsche namen: Boterbloem (0. L. V. Thielt, Oplinter) (P.), Gaabloeme (P.), Gaablomme (P.), Gaublomme (P.), Goudbloem(e) (B.,P.h Goudblomme (P.), Goude(n)bloem (P.), Goudsblomme (P.), Grouw- blomme fP.), Gulden bloem (P.), Vergabloeme (P.), Vergoobloeme (P.).


Calla L.

Slangen wortel.

Slangeiiwortel-iV.O.

Wa terslangeiikruid-0. i)r.


Calla palustris L.

Aroiiskelk-YMv.

Slangenkop.

Slangenkruid-Gr.Z.

Oude namen: Slangencruyt (N.H.i, Waterslangencruyt (Dod.), Wa-


terspeerwortele (Dod.).


Callitriclie L. S t e r r e k r o o s.

Ilaarsteng-IF.FV., JJir. Walerslerrekruid.

Storrekroos.

Vlaamsche naam: Watergroen (P.).


4


50


CA.LLUNA, CALTHA.


Calluiia Salisb.


Calluiia Yul^aris Salisb. Struikheide.


Bessemehei-Z.i.

Bezemheide-Fr., Tw., SaL, L.v.H. Bruine klaver-Fr., Dr.heiv. (ironisch), Tw. (id.).

Drentsche thee-Gr.

Gewone heide-^'.O., Sal., Gr.Z., N.L., Ltr., Goc., L.v.H.

Grove heide-Br.O.

Heet-Ttr'., Sal., N.VeL, Gr.Z.

Hei-Tw., N.VeL, Ly., N.L., Z.L. Heid-T., Kenm.


Gr.Z.

Heij.

Hied-Xj^.

Hiet-T^r•., Sal., Veh., Gr.Z., Achlh. Knopheet-Gr.Z.

Kooheet-Ar/if/o

Riegheide-Gr., Dr.heiv., O.Dr. Rijchheide--Fr.

Struikheide-zS^, Fr., N.O., Tw., W.Fr.

Utr., Dn.

Strükheide-Xr.


Heide-Xr., Dr.heiv., Tw., Sal., Veh.,

Oude namen: Haide (G.H.), Heed (M.N.), Heet (M.N.), Heide (G.H.), Heijde (N.H., Dod.).

Ylaamsche namen: Bessemhei (P.), Bezemhei(de) (P.), (H)aa (P.), Haai (P.), Haaiblom (P.), Heed (P.), Heibloemen (P.), Heiblom (P.), Heiblommen (P.), Heide (P.), Heidekruid (B.,P.), Krakke (B.), Potheed (B.), Pottebezemhout (B.), Yeld (B.), Yodde (B.).


Galtha L.


Caltha palustris L. Dotterbloem.


Butterbloem-T(7.

Dagbloem-iV.0.

Djerreblom-Xr.

Dodderbloem.

Dotterbloem-»S^., N.O., O.Dr., Tw., Sal., Veh., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Z.R., Du., Wal.

Fladder.

Geelbloem.

Goudbloem-F.R.

Groote boterbloem-Xr., Tw., Sal.,


Wal.

Kleine pomp.

Koebloem.

Paaschbloem-Z.iï., V.B. Pinksterbloem-Z.I?., V.B. Poasblome-Tïr., Sal., Gr.Z. Pompebloem-Gr.Z. Slangebloem-Fe/^'. Smeerblad.

Smeerbloem.

Waterbloem-Z7/r.


Z.L., Z.H.

Gróote botterblome-^c/ii/o Hondepoot.

Hondsbloem.

Kankerbloem-*Sa?., Veh., Z.H.

Kleine plomp-Gr.Z., W.Fr., Utr., Z.H.,


Water l)lommen-Gr.(TfrsferA:warGey). Waterboterbloem-Rr., O.Dr., N.VeL, N.L., Z.L., O.F. Waterdrakenwortel. Watergoudsbloem.

Weidebloem.


Oude namen: Dotterbloemen (Dod.), Groote boterbloemen (Dod.), Watergoutbloemen (Dod.).

Ylaamsche namen: Beuterblomme P.), Boterbloem (P.), Dobbel- boterbloem (P ), Dodder (P.), Groote boterbloem (B.,P.), Meerschbloem (B.), Meerschboterbloem (B.,P.), Palakkebloem (P.), Waterbloem (P.), Waterboterbloem (P.).


CAMELINA, CAMPANULA.


51


Camelina Crntz.

Deder-Gr.

Dederzaad-F.G.

Gekkenzaad.

Hiittentot-Z._L.

Hüttentüt-Tw'., SaL, Gr.Z. Huttentiit-Gr., O.Dr., N.Vcl., Achth.,


H u 1 1 e n t u t.

N.L., Br.W., Vtr., Z.U. Karmil.

Rij-Fr.

Uitentuit-6'ak, Gr.Z. Vlasdodder.

Vlasdooder.


Oude namen: Cameline (Dod.), Myagrion (Dod.).


1. Camelina dentata Pers. V 1 a s-h u 1 1 e n t u t.

Cameline. ' Dodderzóad-Gr.

Dodderzaad. |

2. Camelina linicola Scli. et Sp. Zie Camelina sativa Crntz.


3. Camelina sativa Crntz. Huttentut.


Camelein.

Cameline.

Dodder.

Door-Z.T7.

Doorezaad.

Huientuut-O.Hr., SaJ., Gr.Z. Kemelkruid.


Kremil.

Meelzaad.

Pinzaadje.

Rootzaad.

Tam hernelkriüd. Vlasdodder.


Oude naam: Cameline (Dod.).

Vlaamsche namen: Daalder (P ), Deulder, (B.), Dojer (B.\ Dooier (P.), Door (P.), Dorre (B.), Hutteletut (P.), Huttentrut (P.), Kameline (P.), Kamelmeine (B.), Kamil(le) (B.,P.), Komelmeine (B.), Komeine (B.), Kramil (B.), Oliezaad (P.), Puinen (P.).


Belvedere.

Blau\vklöks-T^t•.

Klokbloem.


Campanula Tourn. Klokje.

! Du., Wal., Z.Vl. I Klokjesbloeni. Klokjeskriiid,


Klokje-Rr., O.Dr., N.O., SaL, O.VeL, Klöksken-T%\, SaL N.L., Br. O., W.Fr., Wat., ütr., Z.H., Klökskes-GV.Z., Achth., N.L., Z.L. Oude naam: Halscruyt (K.H.).

Vlaamsche namen: Blaa-klokske(n)s (P.), Blaa-klökskes (P.), Klokjes (P.), Klokkebloem (P.), Klokke(n) (P.), Klökske(n) (P.), Kiiijn kens (P.).


1. Campanula ^lomerata L. K 1 u w e n k 1 o k j e.

Ilalskruid. | Klein balskruid.

2. Campanula latifolia L. B r e o d b 1 a d k 1 o k j e.

1 >el vedère-met-blau we-bloemen.

3. Campanula linifolia Dum. Zie Campanula rotundifolia L.

4. Campanula pcrsicifolia L. P e r z i k b 1 a d k 1 o k j e.

Haantje (öZs de meeldr. rij]) zijn). | lleiimMje (c//.') dc sIcnipcLs rijv zijn).


52


CANNABIS.


5. Campanula rapuiieuloides L. A k k e r k 1 o k j e.

Akkerklokje. I Raponsje.

Duivelsnaaigaren-A.FeZ., Velz. | Vingerlioedjes-Gr.


6. Campanula Rapunculus L. Rapunzelklokje. Klokjes-Z.Tl. ’ Rapunzelklokje.

Raponce. Wilde rapen.

Rapunzel.


Oude namen: Raponce (Dod.), Raponcele (Kil.), Raponcelen (N.H.). Ylaamsche naam: Vingerhoeden (P.).


7. Campanula rotundifolia L. Gras Blauwe klokjes-T.

Blauwklokje-i^r.

Grasklokje-TF.J’r.

Kleine wilde klokjes-t/Zr., L.v.ll. Kleine wilde raponce.

8. Campanula Trachelium L. Ruig

Groote klokskens. ]

Groot halskruid. |

Oude naam: Halscruyt (Dod.).


klokje. Klokje-Goe. Klokjes-Z.i. Piespotjes-ReZ. Wilde klokjes.

klokje.

Halskruid.


Cannabis Toiirn.


Cannabis satiTa L. Hennep.

Hamp.

Hannep-T«c.

Hannip-Hc/^Z/n

Hemp-TM.'.

Hennep-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Tiv., Sal, N.VeL, Velz., Gr.Z., L.N., N.L., W.Fr., Wat., ütr., Z.H., V.B., O.F., Thol., Wal.

Hen nip.

Himp-Rr.

Mannelijke plant. Braakhennep-TF.Rr.

Geeling-A.FeZ.

Geelinghennep.

Geelink.

Gelde.

Gelling-lF.Rr., Sliedrecht, Z.H., Z.Vl. Vrouwelijke plant. Kemphoene-.^.FZ.

Schilhennep-TF.Rr.

Winter hennep.

Zaadhennep.


j Himsied-Rr.

Kemp-Z.R., Br.0., Z.B., Wal., Z.VL, L.v.H.

Kempzaad-Z.R., TFaZ.

Kennep-A.X., Z.L., Br.0., Z.H.,V.B., Goe., Thol.

Kennepzaad-Z.iï., F.R.

Kennip.

Kennipzaad-O.R.

Kol.

I Gellink.

I Hennep-zonder-zaad.

Kemphane-Z.FZ.

Sluif hennep.

Zomerhennep.


Zaadlinghennep. Zaailing-Z.FZ. Zaling-TF.Rr., Sliedrecht. Zelling-Z.H.


CAPSELLA.


53


Oude namen: Caemp (M.N.), Caenp (M.N.), Camp (M.N.), Canep (M.N.), Cannep (M.N.), Hanep (M.N.), Hannep (M.N.), Hennep Kemp (N.H., G-.H., Dod., Kil., M.N.), Kempencruit (G.H.), Kemp- manneken (de vrouwelijke plant) (Dod.), Kempwijfken (de mannelijke plant) (Dod.), Kennep (Dod., Kil., M.N.), Kennepé (M.N.), Kennip (M.K.), Kenp (Dod., Kil., M.N.).

Vlaamsche namen: Hennep (P.), Kaampst (B.), Kaamst (B), Kampst (B.), Kemp (B.,P.), Kempst (B.), Kennep (P.), Kimp (B.), Kompst (B.).

Yoor de vrouwelijke plant: Kemphaan (P.), Kemphin (Aalst) (P.), Kempin (Oostham) (P.), Kempinne (P.).

Voor de mannel ij ke plant: Kemphaan (Aalst) (P.), Kemp(h)in (Bxaarde, Saffelare) (P.), Keraphoon (Aalst) (P.), Kempuit (P.).


Capsella Teut.


Capsella Biirsa pastoris Mneh. H e

Beurs jeskruid-TFa/.

Blikgat-J’r.

Bloedkruid.

Dubbelt jesdief-TFaF

Einepooten ^)-Fr.

Ganzetonge.

Harderstasje.

Hennekeêrs-Gr.Z,

Herdersbeurs.

Herderstaschje-T., Vclz., N.L., Z.L., W.Fr., Utr., Z.H., Goe., Z.B., Wal.

Kennekenskruid.

Kennekeskroed-Tw., Sal.

Kennekeskruud-Gr.Z.

Lepelaar-Fe^2r.

Lepelblad-Gr., Sal., Veh., W.Fr., Vtr., Z.H., Wal.

Lepeldief-Gr., O.Dr.

Lepeldiefje-Tzi;., Velz., Gr.Z., Utr., Z.H.

Lepel-en-vorkendief-TFaF

Lepels-en-vorken-Gr., W., N.O., Tic., Bet., Wat.

Lepeltjeblad-Gr.

Lepeltjes-Z.y/.

Lepeltjesblad.

Lepeltjesdief-Gr., St., N.O., Sal, Vclz., Gr.Z., AcJith., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., O.F., Z.Vl.

Lepeltjeskruid-F.


d e r s t a s c h j e. Lepel-vorken-en-messendief-TFaF Lepeltjeszaad.

Leppeltsjekrüd-i^r.

Leppeltsjes-i^r.

Leppeltsjesdief-i^r.

Leugentjes--Fr.

Magermannetie-i?r.O.

Moederstaschjes.

Molentjesdief--Fr.

Murenkers-Gr.Z.

Scboppediefjes-Z.Jï.

Schoppendief-Z.iï.

Sekkedief ^)-Fr.

Strondtrekkers-Z.T7. Siroopenlikker-Z.iï. Strooplikkertjes-O.Dr. raschjes-^.i/., Goe., O. F., Sch., Thol. Taschjeskruid-Gr.^., Utr., Wal., L.v.H. ïaschkers.

Taskers.

Taskruid.

Tasschen-F.J?.

Tasscbenkruid-Z.Iy.

Toenlepel tje-Gr.

Tuin lepelt je.

Vaderkrnid-T/<o/.

VTooienkruid-T.

Vork-en-lepel-lF.Z'V.

Vork-en-lepeldief-IFa/.

Wilde gi-utten-*b'c7<.


1) = eendepooteu.

2)  :r- koornzaUUeiidief.


54


CARDAMINE.


Oude namen: Borsekenscrayt (Dod.), Taschkenskruyd (Kil.), Tes- kenscruyt (N.H., G.H.. Dod.).

Vlaameche namen; Armoede (P.), Beiirskenskruid (P.), Beiirze- kenskruid (B.,P.), Borsekenskruid (B.,P.), Bozzekeskruid (P.), Burzekens- krnid (B.), Erremoei (P.), Hertekenskrnid (P.), Hettekeskruid (P.), Ons Lieven Heeren nageltjes (B.), Schaperburzetjes (B.), Schapers- borzekens (B.), Taschkruid (B.), Taschkenskruid (P.), Vlekkruid (P.), Ijzerkruid (P.).


Cardiiniiue L.

Schuimblad.

1. Cardamine amara L. Bittere Bittere veldkers.

2. Cardamine prateusis L.

Aiberbloum-Gr.

Douwpiep-Tr«^.

Duivebloem-Z.i^. Eerpelbloemetjes-Z.T7. Eileuversbloem-A.TT’. v. OveriJseJ. Eiloversbloem-*Sa7.

Engeltjes.

Euversnep-(?r.Z.

Gemeene veldkers.

Gemeen schuimblad.

Gemeen springkruid.

Grasbloempje.

Heilèvers-Ee/^r.

Katrienkes-A.i.

Kerrekiki-T'.-B.

Kievitsbloem-T^c., Utr., Z.H., V.B., Sch., Z.B., Wal.

Kievitsblóme-Gr.Z.

Kievitjes-Z.JÏ., Y.B.

Kievitskop--Er.

Kiewiet-y.5.

Kie\vitsbloum-Gr.

Kikkerbloem-Go., Z.H.

Kleine waterkers.

Koekoeksbloem-Gr., Tiv., Yelz., W.Fr.. Z.H., Goe., O.F., TlioL, Z.B., Wal, Z.Vl.


Veldkers.

I Veldkers-t7r., Z.H. veldkers.

I Bitterkers. sterbloem.

Koekoeksblöme-Gr..^. Koekoeksblomme-TFab, Z.Yl. Lievenheerehandje-Z.i. Lievevrouwekenen-Z.X.


Paaschbloem-0.

Br., D

u., Sch.

Pinksterbloem-Gr., St.,

, YHe.,

O.Dr.,

N.O.,

'Tw.,

Sol.,

Yelz.,

Gr.Z.,

Achth.,

, N.L.,

Z.L.,

W.Fr.,

Wat.,

Kenm.

, Utr.,

Z.H.,

Y.B.,

Br.W.,

Thol.,

Z.B., Wal., Z.

VI., L.v.

H.

Pinksterblom-E’r.

Pinksterbloum-Gr.

Springkers.

Stiefselbloempje-O.Dr.

Stijfselbloem-A.0., Br.W., Z.H.

Uiversbloem-ye?2^.

Uiverssneppen-Gr.Z.

Veldseringen-Z.I7.

Voltjeblom-T^.

Waterblommetjes-Z.T7.

Waterbloem-T., Z.Yl.

Waterviolen.

Water viool.

Wilde kersse.

Zegeltjes.


Pink


Oude namen: Coeckoecxbloeme (N.H., Dod.), Kockocksbloeme (Kil.), Kouckouckbloem (Hond.), Wilde kersse (N.H.).

Vlaamscbe namen: Beemdbloem (P.), Koekoebloemen (P.), Koe- koek (P.), Koekoeksbloeine (B.), Koekoetsbloeme (B.), Koekoetsblommen (P.j, Krauwblomme (P.j, Puibloem (P.), Waterkruid (P.).


CARDUUS, CAREX.


55


Carduus L.

Diezel(e)-J-c/i^/i.

Uissel-Gr.Z., Br.0.

Distel-Tt6'., Sol., O.VeL, Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Btr., Z.K., V.B., O.F.

Doorn-i<'r.j L.N., W.Fr.


Distel.

Dijsel--Br.O.

Stekel--Fr., Aalsmeer.

Stekelen-W.J'r.

Stekels-TFaZ., N.B., Z.B., Z.Vl. Stiekel-Gr., Tg.

Distel (M.N.,


Oude namen: Destel (M.N.), Diestel (M.N., Kil.), Dod., Kil.), Distelen (G.H.), Dystel (Kil.).

1. Cardaiis acaulis L. Zie Cirsium acaule Scop.


2. Carduus crispus L.

Boerenrotting.

Derde wilde distel. Distel-i.r.Jï.

Doorn.

Doornstekel-O.Dr., N.O., Doornstiekel-Gr.


Kruldistel.

Hoekstekel ^)-Wal.

Kale jonker.

Kruldistel.

Stekel-W.i^r., L.v.li., Z.Vl. Thol. Stiekel-(?r., Fr.

Stikel-J'r.


Vlaamsche namen: Destel (P.), Dissel (P.), Distel (P.).


3. Carduus heterophyllus de Gr. Zie Cirsium anglicum Lobel. i-. Carduus Marianus L. Zie Silybum Marianum Gaertn.


Carex Mich.

BenKV.O., Gr.Z., W.Fr., Z.H. Blauwgras.

Biend-Gr.Z., Br.0.

Cyperbies-Gr.Z.

Fiter-Fr.

Hanehunebol-TF.i^r.

Hennebol-TCaZ.

Huinebol-TV.Fr.

Kattekloot-W.i^r.

Kweek-PZr.

Liseb.

Moerasgras.

Pluus-Mc/«//u Riet-Z.T7., L.v.H.

Bietgas-Z.T7., L.v.H.

Rielgêrs-LV.

Rietgras-Z.X., W.Fr.


Zegge.

Sek-Sal., Gr.Z., AcJith., Goe., O.F., ScJi., Thol., Z.B., Wal.

Sekgras-T-iü., Sal., Gr.Z., Br.0., Utr.,

V.B.

Sekkiekgras.

Sekkop-^.iï.

Siggen-Pr.

Sik-Mc/if/u

Snilen-jPr.

Snijdend riei-Z.Vl., L.v.H. Snijgras-jV.-L.

Vennepluim->SaZ.

.Waterriet-Z.yz., L.v.H.

Zeg-F.R.

Zegge-Gr., Fr., Sal., Utr., Z.H., V.B., Thol, Wal, Z.Vl.


Segge.

Oude namen Vlaamscbe namen

(B.).


Zoor-Rr.0.

Zuurgras-Z.R.

Liseb (Kil.), Schelp (Kil.), Seck (Kil.).

Lesch (P.), Snijgras (P.), Zagge (B.,P.), Zegge


1) hoek is kleiland.


56


CARLINA.


1. Carex acuta L. Scherpe zegge.


Scherp galigaangras. Vluzen-lFrtf.


Galegaan-Ti<;., SaJ., Gr.Z.

Losch-Tiv.

Luusch-SöF, Gr.Z.

2. Carex ampiillacea Good. Zie Carex rostrata With.

3. Carex arenaria L. Zandzegge.


Bondgras. Duinkrammen. Duitsche sassaparille. Duunreep-TF«F Helmdraad.

Houtrank.


Roode graswortel.

Spaansch gras.

Zandgras.

Zandrietgras.

Zandzegge.

Zorgzaadgras.


Oude namen: Cleyn ghearentgras (Lob.), Duynen lidtgras (Lob.).

4. Carex caespitosa L. Zodezegge.

Zeggesek.

5. Carex gracilis Curt. Zie Carex acuta L.

6. Carex leporiiia L. Hazenzegge.

Hazenzegge. | Wild watergaligaangras.

7. Carex panicea L. Blauwe zegge.

Eend.

8. Carex praeeox L. V o o r j a a r s z e g g e.

Voorjaarszegge. | Vroege zegge.

9. Carex Pseudo-Cyperus L. C y p e r z e g g e.

Basterdgaligaan. | Hangend sekgr ns-Barneveld.

10. Carex riparia Curt. Geverzegge.

Eend. Roechkop-Fr.

Eendzegge-Gr.

11. Carex rostrata With. Snavelzegge.

Krempeldraad-iY.O.

12. Carex stricta Good. S t ij v e zegge.

Blauwe heen-TFaC | Heen-TFaC

Blauwe Jan-TFöF |

13. Carex verna Vill. Zie Carex praeeox L.

14. Carex vesicaria L. Blaaszegge.

Waterrietgras.

15. Carex vulpiiia L. Voszegge.

Hazepootzegge. | Wild watergaligaangras.


Carlina Tourn.

Carlina vulgaris L. D r i e d i s t e 1.


Distel-V.i.

Driedistel-TF.Fr., Du. Everwortel.


Gouden distel-TFaZ. Papieren blommetjes-TFaF Wilde veldsafraan.


Oude namen: Drydistel (Dod.), WHlde veldtsoffraen (N.ïï.). Ylaamsche namen: Veldsatfraan (B.), Wilde yeldsatfraan (B.).


CARPINUS, CARUM,


57


Carpinus

Haagbeuk.


Tourn.

Heereteen-J5r.O.

Heggebeuk-O.i^.

Herrenterre-Z.i.

Hesselter.

Jokboom,

Jukboom.

Steenbeuk-ke/^’.

Wendelboom.

Wielboom.

Wiel wilg.


Carpinus Betnliis L.

Booghoiitboom.

Erleter-i^r.lF.

Haagbeuk-O.-Dr., Tw., VeJz., N.L., TJtr.,

Z.H., Du., Z.Vl.

Haagboek-E'r.

Hagebeuk-iV.keL, Velz., AcJitJi., W.Fr.

Hagebeuke-jPr., N.O., Tw., Sal., Gr.Z.,

AcJith., Z.L., Z.VL

Hagelbeuken-Tw;.

Harrekop-Z.X.

Oude namen: Derde acer (Dod.), Hauenbuecke (Dod.).

Vlaamsche namen: Dranken (P.), Darmen (P.), Eernte (B,), Eg- gelaren-trijnen (P.), Elzenteer (P.), Enter (B.), Ernte (B.), Errelaar (P.), Ernterhout (B.), Gieuntehout (P.), Gieunteler (P.), Hazenteer (B.), Heentenhout (P.), Heerlaar (B.), Heernenhout (P.), Heernte (B.), Heern- tril (B ), Heiningenhout (P.), Heinkenshout (P.), Hekelteer (P.), Helster (B.), Helsterhout (B.), Hentre (B.), Herenteer (B.,P.), Herentenhout (P.), Herentree (P.), Herentrie (P.), Herlaar (B.), Hernlaar (B.), Hernte (B.), Hernter (B.), Herntril (B.), Herreleer (P.), Hert (P.), Hertenbout (P.j, Herzelenteer (B.), Herzelleer (P.), Herzelenteer (P.), Herzelteer (P.), Hesseltère (P.), Hirrentree (P.), Hezenteer (B.), Hirtelirre (P.), Hirtelirrenheit (P.), Irrekirrenheit (P.).


Carum Koch. Kar wij.

1. Carum Bulbocastaiium Kocli. Aardkastanj e.


Aardaker.

Aardkastanje.

Aardnoot-Goe.

Eerdaker.

Europeesche aardnoot.

Oude namen: Aerdaecker (Ki Cleijn eerdtnoten (Dod.), Muijsen Vlaamsche (B.).


Kleine aardnoot.

Kleine eerdnoot.

Knobbelkastanje.

Knollige waterep})e.

), Aerdnoten (Kil.), Bunium (Dod)., met steerten (Kil.), namen: Aardkastanje (B.), Aardnoot (B.), Meerschnoot


2. Carum Carvi D. C. Kar wij. Geitevoet.

Hazegerf-Tir.

Hofkomin.

Hofkoinijri.

Karawij.

Karreweij.

Karn we ij.

Karvi.

Karwei-A.7k


Karwi.

[\i\nv'(\-Gr.(\Vesicrkw(i7-ti(7'), Fr., Ve!z., Gr.Z., Utr., N.L., W.Fr., Wni., Z.II., V.B., O. F., Goc., Sch., Thn!., Z.B., Wal., Z.VL, L.v.II.

K arwijsied-AV.

Kerrewij-G.E.

Kerw(M-.SV'//.

Komijiizaad-ir.Er.


58


CA.STANEA, CATABROSA, CAUCALIS, CENTAUREA.


Tsiiskruiid ^)-Fr. Wedzaad.

Veldkomijn. Wilde komijn.

Oude namen: Carwi (G.H., M.N.), Hofcomen (M.N.), Hofcomijn (M.N.), Wit comijn (N.H., G.H.), Witte comijn (Dod.).


Castanea Tourn.


1. Castanea Castanea Karst. Zie Castanea sativa Mill.


2. Castanea sativa Mill. Tam

Eetbare kastanje.

Karsteien-Z.i.

Karsteng-TF.JV.

Kasjtanelen-Z.i.

Kastanjeboom-.^.jC.

Kastanjenotenboom-i.y.iZ.

Koorstengen.

iMakke kastanje-iV.yek


e kastanje.

I Nüte kastanje--Fr.

Tamme kastanje-6ï., Fr., T., N.O., O.Dr., Tw., SaL, O.Vel, Velz., Gr.Z., Aclith., N.L., Z.L., Br.0., Kenm., Du., V.B., O.F., Sch., Thol., Wal., Z.Vl.

Zoete kastanje-Ee?2r.


Oude namen: Oarstaenge (M.N.), Carstaengier (M.N.), Carstainge (M.N.), Carstange (M.N.), Oastaenge (M.N.), Castaneboom (G.H.), Castange (M.N.), Castangier (M.N.), Castaniboem (G.H.), Castanie (M.N.), Castanieboom (Dod.), Castanien (N.H.), Kastanie (Kil.), Kas- tanieboom (G.H.), Kastanienboom (Kil.), Kerstaenge (M.N.), Ker- stange (M.N.).

Vlaamsche namen: Eetkastonje(n) (P.), Eetkristonjele (P.), Goeie kastonjeboom (P.), Kastanjeleer (P.), Kastannenboom (P.), Kas- tadeleer(e) (P.), Kastaunjeleer (P.), Kastoendelirre (P.), Kastoïnden- boom (P.), Kastoïneboom (P.), Kastoineleer (P.), Kastonjeboom (P.), Kastonjenboom (P.), Kastonneleere (P.), Suikerkastanje (B.), Tamme kastanieboom (P.), Temme kastajeboom (P.), Temme kastanieboom (P.), Temm kastanjeboom (P.), Temme kastonjeboom (P.).


3. Castanea vesca Oaertn. Zie Castanea sativa Mill.

4. Castanea vulg’aris Lam. Zie Castanea sativa Mill.


Catabrosa aquatica P.B.

Brongras.

Gras met breede bladen. Knobbelgras.


Catabrosa P.B.

Water vlotgras.

Watergras. Waterig rietgras. Watervlotgras.


Caucalis Tourn.

Caiicalis daucoides L. Caucalis.

Dolle peen-O.-F. Wilde peen-M., Wal.

Doornzaad. Wilde wortelW.X., Z.L., Br.0.

Duitsche wilde kervel.


Centaurea L. Centaurie.

Centaurie-Dtt. | Santorie.


1) =- kaabkruid.


CENTAUREA.


59


1. Centaurea Calcitrapa L. K a 1 k e t r i p.

Kalketrip-C/fr.

Oude naam: Sterredistel (Lod.).


2. Centaurea Cyaniis L. Korenbloem.


Amberbloem.

Blaauwbloem-A.Fe?. Blauwbloem(en)-yeZz., Gr.Z., Z.L. Blauwbol.

Blauwkwastje-Gr.

Blauwe bloemen- Dr.beiv., O.Dr., Sal. Blauwe pluimen-B.B.

Blauwe roggebloem-iV.O. Blouwblomen-A.c7i//« .

Bol.

De blauw. lezerblom-Z.X.

Keizerbloem i)- Z.L.


Korenbloem-Gr., 8t., O. Br., Tw., N.L., Z.L., Br.W., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Dit., O.F., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.VL, L.v.H. Korenblóme-Tiü., Sal., Gr.Z. Pinksterbloem-Z.X.

Roggebloem--Fr., O.Dr., Tw., Sal., N.Vel, Gr.Z., Vtr., L.v.H. Roggeblom-i^r.

Spookebloem-iV.0.

Steekneuzen-y.R.

Tvemse-Tw., Sal., Gr.Z. IJzerkruid-Z.jC.


Oude namen: Blaw corenbloeme (N.H.), Oorenbloemen (M.N.), Cornbloem (M.N.), Korenbloemen (G.H.), Roggebloem (Dod.), Rog- ghenbloeme (Kil.).

Vlaamsche namen: Ababloem (B.,P.), Abla (B.), Ablabloem (B.), Ablauw (B.), Ablauwbloem (B.), Auwblauw (B.), Auwblauwe (B.), Auw- blauwbloem (B.,P.), Blaabloem (P.), Blaabloemeken (P.), Blaablommeken (P.), Blauwe kol (P.), Blauwsel (P.), Blauwselbloem (P.), Blauw kore- blom (P.), Blóbloem (P.), Bloujblomme (P.), Kauwrebloem (P.), Kolbloem (P.), Koornbloem (P.), Koornbloeme(n) (P.), Korebloem (P.), Koreblom(me) (P.j, Korenblauwsel (P.), Korenbloem (P.), Korenpatersbloem (P.), Ouwblouw (P.).


3. C entaurea Jaeea L. K n o o p k r

Baarlandsche karnoffel-Z.R.

Bokkestallen-Z.FL

Bokseten-T/io/.

Droge centaurie.

Kaernoffel-Z.R.

Knoopkruid-O.DeL, Velz., W.Fr., Du.

Roggebloem.

Sentorie.

Speldekussentjes-/Sa/.

Stokkirig-Z.T'7.

Oude namen:. Flaischencruit ( schencruit (G.H.), Materfeloene (<

Vlaamsche namen: Borsteb koppen (B.), Harde koppen (B.), Hondsknoppen (B.), Hondskoppe (B.), Ijzerkruid (B.).


u i d.

Tremske-Sal.

Vlokkenbloem. Wambuisknoopeii-G^e.;, Wal. Wamesknoopen-yeZ.2'. Wammesknoopen-Z.jC., Wal. Weidekiioopkruid.

Wild schurftkruid.

Wilde amberbloem. iJzeihar(l-f.7r.

G.H.), Freischencruit (G.H.), Frie- GH.).

} (P.), Borsteltjes (P.j, Dulle honds- Hardhoofden (B.), Hondsklooten (B.), a (B.), Patersknoppen (P.), Stijfstok


1) overgewaaid uit Duitschland.


60


CENTUNCULUS, CEPHALA.NTHERA, CERASTIUM.


4. Ceiitaiirea moutaiia L. Bergcentaurie.

Vlaamsche naam: Pompons (B.).

5. Centaiirea iiigra L. Zwart knoopkruiJ.

Kaernoffel-Z.i?. Wambuisknoopeii-TTV/Z.

Knoopkruid. Wammesknoopen-^.-L., Wal.

Koornbloem. Watersilon.

R-Oggebloem. Zwarte jacea.

Tremske. Zwart knoopkruid.

Oude namen: Flaischencruit (Gr.H.), Freischencruit (Gr.H.), Frie schencruit (G.H.), Materfeloene (G.H.), Swarte jacea (Dod.i, Water filon (Dod.), (een verbastering van Matrefillon).

6. Ceutaurea Scabiosa L. Groot bloemcentaurie.

Bastaard korenbloem. Groot schurftkruid.

Grootbloemige centaurie. Roode koornbloem.

7. Centaiirea solstitialis L. Z o m e r c e n t a u r i e.

Zomerdistel.

Oude naam: Bomerdistel (Dod.).


Centunculus Dill.

Ceiitimculus minimus L. D w e r g b 1 o e m.


Dwergbloem.

Dwergmuur.


Guichelmuur.

Zeer kleine guichelmuur


Ceplialanthera Rich. Boschvogeltje. Boschviooltje. | Boschvogeltje.

1. Cephalanthera Xipliopliyllum Relib. fil. Z w a a r d b o s c h v o g e 1 1 j e.

Witte ho'&Q\i\G\iQ-Sint-Fietersberg.


Cerastium L.

Akkerhoorntjes-Gr.Z.

Hoornbloem-O.Gr., SaL, N.L., W.Fr.,

1. Cerastium aquatieum L. Zie Malachium aquaticum Fries.

2. Cerastium arvense L. Akker hoornbloem.


Hoornbloem.

Utr., Du., Wal. Pi'spotjes-Gr.Z


N.L.


Akkerhoornbloem-TF.JG.

Akkermanskruid.

Akkeroogetroost.

Gemeene oogetroost.

3. Cerastium caespitosum Gil. Zie Cerastium triviale Link.

4. Cerastium glomeratum Tliuill. K 1 u w e n-b o o r n b 1 o e m


Kleine witte ginoffelen. Pispotjes-ASfl/.^ O.VeL, Z.L., Scheele oogen.

Witte klokjes-Z.T7.


Z.H.


Bundelbloem.

Muizenoor.

Ruige muur.

5. Cerastium semideeandrum L.

Zandhoornbloem-TF.LV.


Ruigmuur.

Ruig oogetroost. Ruig oogetroostgras. Z a n d-h o o r n b 1 o e m.


CERATOPHYLLUM, CHAEROPHYLLUM, CHAMAGROSTIS, CHEIRANÏHUS. 61


6. Cerastium triviale Link.

Basterdmuur-O.Dr.

Gemeen oogentroost.

Gewone hoornbloem-TT'a^. Kruipers-TFa^,

7. Cerastium vulgatum L.


H o o r n b 1 o e m.

Muring-TF«F

Oogentroostgras.

Witte klokjes-X.y.Jï.

Zie Cerastium glomeratum Thuill.


Bearsekrüd-J'r.

Hoornblad.

Kattenstaart.


Ceratophyllum L. Hoornblad.

Kroos-TF.J'r. Ruig-U tr.


Cliaeropliyllum Tourii. R i b z a a d.

Bibzaad.

1. Chaerophyllum biilbosiim L. K n o 1 r i b z a a d.

Knolkervel. 1 Wilde kervel-AS'aZ.

2. Chaerophyllum silvestre L. Zie Antbriscus silvestris Hoffm.

3. Chaerophyllum temulum L. Dolle kervel.

Bruine kervel.

Dronkenmakende keixel-Utr.,

DronkertW.i.

Hondskroed-Gr.

Vlaamscbe namen:


Du.


Piepkroed-Gr. .

Ruigacbtig ribzaad.

Verdoo veilde kervel.

Wilde kervel-Gr., SaL, Velz. Porsellekruid (B.), Wilde keulver (P.


Chamagrostis Borkh.

Chamagrostis minima Borkh. D w e r g g r a s.

Draadbalm. j Dwerggras.


Cheiranthus L.

1. Cheiranthus annuus L. Zie Mattbiola annua Sweet.


2. Cheiranthus Cheiri L. M u u r b

Filetten-G.Dr., Tw., SaL, Velz., Gr.Z., Achth., Z.H., O.F., Wal., L.v.H. FlGiie-Vlaardingen, O. F.

F\eiten-Z.ll.

Fïier-Sch., Z.B F\\gyg-Z.B., Z.Vl.

Gele violetten.

Gele violieren.

Gele vlet.

Gouden lakens-FV.

Goudlak-Fe/^r.

Goudlakenscb-Br.TF.

Lak.

Meerflet-T'.B.

i\Ieerviolier-Z.L.


o e m.

Mure-Tw;., SaL, Gr.Z.

Hürreblom-LV.

j\luurbloem-Gr., Fr., O.Dr., N.O., . Tiv., SaL, N.VeL, Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., W.F., Aalsmeer, Wat., Vtr., Z.IL, Du., V.B., O. F., Wal. ^luurblom-LV.

Muiirnblomen-Ac7<//<.

iVIuurviolier-lFrtZ.

Muurvlet--^.i/.

Muurvlier-BV//., Z.VL Nagelbloem-Gr.Z.

Nègelblome-GV.Z.

Steenfiolen-A.L., Z.L.

Steen flier-Z. 17.


62


CHELIDONIUM, CHENOPODIUM.


Steenviolet. Steenviolier. Stoffelinen-i.r.//. Theebloem-J5r.O., Z.R. Violenmaterialen-Z.jC.


Violet-Tr.Fr.

Violier-Gr.Z.

V\ei-Du., V.B., Wal. Yher-Sch., ThoL, Z.B., Wal. Zomerfleeren-Z.i. '


Oude namen: Geelvioletten (G.H.), Ghele leliën (G.H.), Ghele violetten (G.H.), Steenviolieren (Kil.), Violieren (N.H.).

Vlaamsche namen: Felier (P.), Flier (B.), Fliere (P.), Fliers (P.), Geelflier (P.), Giroffel (B.), Girofliers (P.), Groffelier (B.), Kerk- bloem (P.), Muurbloem (B.,P.), Munrviolet (P.), Steenbloem (P.), Steen- flet (P.), Steenflier (P.), Steenflierkes (P.), Steenstoffelier (P.), Steen- violier (B,,P.), Stoffelier (P.), Vergedoor (B.), Verzadoor (B.), Verzedoor (B.), Violier (B), Vlieren (P.), Vlirkes (P.), Winterdieren (P.).


Chelidoniuni Tourn.


Chelidoniiim majiis L. Stinkende Celedon.

Ciliadone.

Gele gou>

Geulkeswortel-Z.X.

Goude.

Goudkruid.

Gouw.

Gouwortel.

Groot schelkruid.

Kleine gouwe.

Oogenklaar-Gr., O.Dr., N.Vel., Velz., Achth.

Oogenkloar-Tz^., Sal., Gr.Z.

Oogklaar.

Scbelkenskruid.

Scbelkruid.

Scbellekruid.


gouwe.

Schelwortel .

Scbie wortel.

Scbiltkruid.

Seldoanje--Fr.

Speenkruid.

Stinkende gouwe-O.Dr., Tw., Sal., Velz., Gr.Z., L.N., Br.0., Br.W., W.Fr., Utr., Z.H., Du., O.F., Wal., Z.B., Z.Vl.

Stjonkende gouwe-i^r.

Yergou-L.v.H.

Vuurkruid-Z.jL.

W rattekroet-Z.i.

Wrattekruid-Z.i.

W rattenkruid-A^.Z/.

Zwaluwenkruid.

Zwaluwkruid.


Oude namen: Goudkruyd (Kil.), Goudwortel (Kil.), Goutwortel (M.N.), Gouwe (N.H.), Groote gouwe (Dod.), Scelwortele (G.ïï.), Scbel- kruyd (Kil.), Schelwortel (Kil.), Schelwortele (G.H.), Stinckende gouwe (Dod.), Stinckende hooge wouwe (Hond.), Swaluwencruyt (N.H.), Vergouwe (N.H.).

Vlaamsche namen: Celiadone (B.,P.), Celiadoone (B.,P.), Salidone (B.), Seliadone (P.), Siljadoone (P.), Silladoine (P.), Stinkende ga (P.), Stinkende gouw(e) (P.), Stinkende vergouw (P.), Vergefblomen (P.), Vergefkruid (P.), Vergouw (P.), Wertekriiid (P.).


Clienopodinm Trn. G a n z e v o e t.

Danwkoole-Z.TV. Z.Vl.

Ganzevoet Tl'.Fr., Ufr., Du., TIV//., i Me\de-Z.B.


CRENOPODIUM.


63


Oude namen: Gansenvoet (Dod., Kil.), Ganzenvoet (N.H.), Melde (GH., Kil.), Milde (G.ïï., Kil.), Verckensdoot (N.H., Dod.).


1. Cheuopodium album L.

Blaumealje--Fr.

Blaumelt--Fr.

Dauwkool-Z.T7.

Greate melten-i^r. Huismelde. Lammertjesooren. Luismelde-*Sö!7., Gr.Z. Luizemel-Gr.Z.

Luizenmelde.

Luzemelde-^^^/^, Achth. Luzemelle-/S'a/.

Lllzemilte-T^t'., Achth. Luzenmelde-Gr.Z.

Meien-6'c/?., Wal.

Mel-Gr.

V 1 a a m s c h e namen: Malik (P.), Malom (P.), (P.), Wilde meluw (P.).


L u is m e 1 d e.

Melde-Gr., O.F.

Melden-Dw.

Melt-J’r.

Meijen-y.B., O. F., Sch., Wal.

Milt.

Modderkwaad.

Mij en.

Opgaand modderkwaad.

Réamelt-Gr.

Stokmealje--Fr.

Stokinel.

\Vilde majer.

AVitte ganzevoet.

Witte m.A-Gr.iyVester'kwartier).

Mntte melde.

Bollebaat (P.), Kallebout (P.), Malem (P.), Meeld (P.), Meiboom (P.), Wilde malouw


2. Cheuopodium ambrosioides L. Welriekende ganzevoet.

Jezuïtenthee.


3. Cheuopodium bouus Heiiricus L.

Algoede ganzevoet.

Boschspinazie.

Goede Hendrik.

Lammekensoor.

Lammerkensoor.

Lammertjesooren.

Lamsooren-ASc/i.

Oude namen: Algoede (Dod.), Goeden Hendrick (Dod., N.H.),Lam-


Brave Hendrik. Sapkelk.

Smerige patich. Veldspiegel. Veldspinazie-ASa/. Malde majer.

Malde melde.


mekensoore (Dod.), Lamsoor (Hond.), Scharleye (Dod.).


4. Cheuopodium Botrys L.

Druifkruid.

Druivenkruid.

Eik-van-Jeruzalem.


Druifkruid.

Mottekruid.

Piment.


5. Cheuopodium capitatum

Aardbeispinazie.

Aardbezieplant-LV.

Besmelde.


Aschrs. Aardbeispinazie. Meijer.

Sapkelk.


6. Cheuopodium foliosum Asehrs.

Aardbeispinazie.

Aardbezieplant-Er.

Besmelde.


Roede aardbeispinazie Meijer.

Sapkelk.


64


CHLORA, CHRYSANTHEMUM.


7. Chenopodium polyspernium L,

Blaiiinelt-J'r.

Kleine majer.

Kruipend modderkwaad. Kruipmel-(Tr.(TFe5^erA-a’ar^«>r).


Blauwe melde. Krüpmealje--Fr. Lijtse inelten--Fr. Me\i-Fr.


8. Cheuopodium ViilTaria L. Stinkmelde.

Kuttenkruid. | Schaamkruid.

Oude namen: Bocxkruyt (Dod.), Cuttencruyt (Dod.), Stinckende melde (Dod.).

Ylaamsche namen: Bokkenkruid (P.), Stinkende kering (P.).


Chlora L. B i 1 1 e r 1 i n g.

Bitterling. i Zomerbitterplant.

Bitterplant. j


Chrysanthemum Tourn. Ganze bloem.

Ganzebloem-O.Dr., SaL, Br.0., W.Fr., Kalversoog-5'c/n Utr., Du. Kamille-Z.i.

1. Chrysanthemum Chamomilla Bcrnh. Zie Matricaria Chamomilla L

2. Chrysanthemum inodorum L. Zie Matricaria inodora L.


3. Chrysanthemum Leucanthemum

Dolle hondsbloemen-Z.T7.

Dubbele dijkbloem-F.jB.

Dubbele madelief-Z.iZ.

Dubbele meizoen-5e^.

Goezebloin-i^r.

Goldsblóme-Z.i.

Goudbloem-Br.O.

Groote kamille-F.-B.

Groote koeienweitjes-Z.^.

Groote madelief-Gr.Z., Achth., L.N., Br.0., ütr., Z.R., V.B., Wal.

Groote Mariabloem-d.c/2^/n Groote meizoen-i?e^.^ Tw.

Groote meizoentjes-^.-L.

Hondsbloem.

Hondsdul-Z.y/.

Hondskamille.

Jansbloem-Z.i.

Johannesbloem.

Kalfsoogen-^ab, Wal., Z.B., Z.Yl. Kalveroog-TF.jï’r.

Kalversoogen-TFöL Kamille-F.j5., Z.Vl. Karnemelksbloem(en)-0.i'\, Z.Vl. Kersouwen.

Koebloem.


i. Margriet.

Koeieblommetje-Z.i?.

Koeienoog-Z.B.

Koeieoogen-JV.-B.

Koeoogen-M., Thol.

Koeweiblommen-Z.B.

Kransbloem-Fe/^-.

Kuischbloem.

IMargeriet-iV.O., Tw., SaL, O.Vel., Gr.Z., Achth., L.N., Br.W., Vtr., Du., Goe., Wal.

Margriet.

Meesterbloem-Z.FZ.

Ossenoog.

Paardebloem-Br.TF., Z.B., Z.Vl.

Paardenbloem-Z.Jï.

Paarlemoentjes-F.i?.

Paarooge-Z.j5.

Pannekoekenbloem-8'a?.

Pinksterbloem-Z.i.

Roomsche kamille-iV.0., Achth., Z.H., Z.B.

Sint-Jansbloem-Rr.tF.

Wambuisknöpe-Mc/i^A.

Wambuisknoopen.

Wammesknoopen-FeZ.2r.


CHRYSANTHEMUM.


65


Weiblommetje-Z.5. j Witte ganzebloem-TF.i<'r.

Wemmesknoopen-FeZ^-. ' Witte goezzeblom-jPr.

Oude namen: Gansbloeme (Dod.), Ganszbloeme (N.H.), Groote ma- delieven (N.H., Dod.), Hondsroosen (Kil.), Johannesbloemen (G.H.), Sint Johannesbloemen (G.H.).

Vlaamsche namen: Dikkoppen (P.), Groote witte kamil (P.), Groot kasseiken (P.), Keersbloem (P.), Kransbloem (P.), Kwa-oogen- blo.em (P.), Groote margariet (P.), Peerdebloem (P.). Peerde(n)toppen (P.), Peerdsblomme (P.), Peerdsknoppen (P.), Peerdsoogen (P.), Polka- bloem (P.), Polkoogen (P.), Pollekooven (P.), Sint Jansbloem(en) (B.,P.), Sint Pietersblomme (P.).


4. Chrysauthemiiin Partheiiium Beriili. Moederkruid.


Chrysanth.

Dubbelde komiWen- Ach th. Groote meizoentje-S'a/. Indig.

Kalfsoog.

Kalversoogen-*S'c/^.

Kamille--Br.TF.


yLa.ötnet-Z.L.

i\Iater--Br.O.

Moederkruid.

Roomsche kamille. Pioomsche komillen-Mc/^f/o Vuurwortel.


Oude namen: Bertram (N.H., G.H., Kil.), Mater (N.H., Dod., M.K.), Matere (G.H.), Moedercruydt (Dod.), Moedercruyt (N.H.). Vlaamsche namen: Kemdsknopkens (P.), Mater (B.,P.), Moeder- keskruid (P.t, Moederkruid (B.,P.), Roomsche kamille (P.), Tamme komil (P.), Vliendemater (B.).


5. Chrysanthemum segetum L.

Deemterbloem.

Fogelaar.

Gele ganzebloemW.0., Vtr.

Gele vokelaar.

Giele goezzeblom-K'r. Goldsblóme-Tir., SaL, Gr.Z. Goudbloem-iY.i., Z.L., Br.0. Goudsbloem-M.X., Z.L. Goukebloem-T^;.

Guldebloem.


>ele ganzebloem. Klappeijen.

Pandbloem.

I Stroobloem-TFöF, JJtr.

. Stroobloum-Gr.

I Vokelaar.

I Vonkelaar.

Waldblom-Pr.

Wambuisknoopen.

Wilde goudsbloem-Pr., Z.L. Woudbloemen.


Oude n a a m : Vokelaer ( Dod. '.

Vlaamsche namen: AlYerdreef‘(P.), Dikkop(pen) (P.), Gele mater (P.), Goudbloem (P.), Paardeblom (P.), Vokelaar (B ).

(j. Chrysanthemum vulgare Bernh. B o e r e n w o r m k r u i d.


Boerenwormkruid-O.jDr., Tw., SaJ., Goe.'

Gingher-Tiv.

Goiifleii knoop jes-»SV/^ Kalfsoogeu-Z.TV.

Knoopjes-Z.F/.

Kostkruid.


Kroetmès-V.Jv., Z.L.

K luidweseh-Z.X.

Pieren krui(l-*SV//., Gr.Z. Pi(‘renkruud-D.TV/. Piiiksterbh)eni-i^./> |{eiiid(‘rskiioj)pen-A.X. I»ein(‘vaai-4SV//., Achth.


66


CHRYSOSPLKNIUM, CICENDIA, CICER, CICHORIüM.


Reinevaren-(?r.Z.

Reinvaren-Z.i.


Wormk^oed-T^^•., SaL, Gr.Z. Wormkruid.


Steenvaren.

Tente.

Wiermskrüd-i^r.

Wild wormkruid--Fr., A’.O.


Wormvaren.

Wormzaad.

Wurmkruid.

Zilverknoopjes-T’r.


Oude namen: Reinvaen (G.H.), Reinvane (G.ïï.), Reinvaren (Gr.H.), Reynvaen (G.H ), Reynvaer (N.H., Dod., Kil.), Reynvaeren (Kil.), Rynvaen (Hond.), Wormcruydt ^Dod.), Wormcruyt (N.H.), Worm- kruyd (Kil.).

'Vlaamsche namen: Donderbloemen (P.), Heite koekkruid (P.), Hemdsknopkens (P.), Hondskruid (P.), Hondszyk (P.), Jandekenskruid (P.), Koekske(n)skruid (P. ), Krandwes’ (P.), Reinboid (P.), Reinevane (B.), Reinevaren (P.i, Reingaart (P.), Reinvaart (P.), Reinvaren (P.), Reinvoïd (P.), Rengbol (P.), Renvaar (P.), Renvaren (P.), Temmerinde (B), Tenkte (B.), Tente iP.), Weurmkraud (P.), Weurmkriüd (P.), Wormkruid (P.).


Chrysospleniuni Tourn. Goudvel 1. Goudveil-O.T^e?., Vtr., Du.

Oude naam: Gulde steenbreeck (Dod.).


Cicendia Adans.

Cieeiidia filiformis Del. D r a a d g e n t i a a n. Draadgentiaan.


Cicer Tourn.

Cicer arietiiium L. Keker.

Oude namen: Citrullen (G.H.), Keker (Kil.), Kicher (G.H.), Kicberen (G.H.).


Cichorinm L. Cichorei.


1. Cichorium Endivia L. A n d ij v i e.


Adivie-O.Dr., 'Wal.

Adivïé-SaL, Goe.

Andief-Z.i.

Andieveje-O.P.

Andivi-Kr.

Andivie-Gr., Tw., SaJ., Gr.Z., Aclith. Z.L., Br.0., y.B., Sch., Z.B., Wal. Z.VI.


Andivie-TV.

Andijvie-Tzr'., A.L., Z.L., Br.0., Vtr., Z.H., Du., V.B., O.F., Wal, Z.VI, L.v.H.

Andijvje--Fr.

Bittere peen-Z.T7. Endivie-Gr.(TtVsferA'ira/7/fr), A.O., y.L., Wal.


Oude namen: Gemeijne endivie (Dod.), Tamme endivie (Dod.). Vlaamsche namen: Andeuvie (P.), Andeuviesola iP.), Andève (P.), Andiviesala (P.), Anduif (P. >, Anduvesalom w) (P.b Anduvie (B ), Anduivie (B.), Andijf (P.), Andijfsalou(w) iP.j, Andijvie (B.i, Handuif (P.>.


CICUTA.


67


2. Cichorium lutybus L. C i c h o r

Bittere pee-WaZ.

Bittere-peeënsla-iSc/i.

Bitterpee->^.^.

Bitterpeen-Z.-B., Wal., Z.Yl.

Bitterij.

Brusselsche kooltjes-TFaZ.

Brusselsche suikerij-Z.L.

Brusselsch lof-Z.iï., Z.Vl., L.v.H. Chichorei.

Chicorei.

Ciboreije.

Cichorei-Fr., Gelderland, W.Fr., ütr., Z.R., Du., OF.., Goe., Sch., Wal. Cichoreilof-Z.Jï.

Cicoreije.

Damerkoffie.

Duitsche koffie.

Hemelsleutel.

Hupaardje-TFöü.

Kaartjesbloem-O.i^.

Korenbloem-O.-F.

Lof-.Y.O., O.Dr., Z.H., ThoL, Wal. Woisla-N.O., ütr., Sch., ThoL, Wal., Z.Vl.

Paardje.

Pee.


i.

Pissebloem.

Soekerij--Fr.

Sokerij-T2r., N.L., Z.L.

Sokkerai-Gr.

Sokkeraie.

Sokkerei-.4c/iY/i.

Succoreije.

Suikerij-iV.O., O.Dr., Gr.Z., N.L., W.Fr., V.B., Sch., ThoL, Wal., Z.VL Siiikerijlof-^.iï.

Sükerei-ASaL, Gr.Z., Sch.

Sükerei-Fr.

Sükereiwoartel--Fr.

Stikerij-Tw.

Sukkeraai-Gr.

Tsukkerei-Z.jL.

Verwenschte juffer.

Wegenwaart.

Wegwarte.

Wegenwachter.

Wilde cichorei.

Witlof-T?^).

Witloof-O.Dr., Z.L., Z.H., Goe., Wal. Zwijnensalade.

Zwijnensla.


Oude namen: Ciboreije i Kil.), Cicoreije (Dod.), Hemelslotel (G.H.), ïïemelslotele (G.H.), Succoreie (G.H.b Wechwachte (G.H.), Weghe- waert (G.H.), Wilde cichorei (N.H.).

Vlaamsche namen: Betterweuttelen (P.), Betterwortelen (P.), Bittere pee (B.), Bitterpee (P.), Bitterpeeë (P ), Bitterplant (P.), Bitter- wortelen (P.), Checorije (P.), Chicorei (B.), Chicoreië (B.,P.), Cichoré (P.), Boekerij (P.), Suikeraaië (P.), Suikerei (B.), Suikerije (P.), Suike- rijpee (P)., Sukerie (P.), Sukerije (P.), Witte poot (P.).


Cicuta L.


Cicuta Tirosa L. Waterscheerl Dolle kervel-0.i>r., Tw., Velz., Gr.Z., Z.R., Wal.

Dolle waterkervel-iV.0.

Dolwortel-iV.D., Fr.

Gemeene waterscheerling.

Groote waterscheerling.

Kleine watereppe-P^r.

Pompen-X.v.i/.

Pompom-Gr.


i n g.

Pompon.

Scheerlink-Gr.Z.

Scherlink.

Slobben-*S'rt/.

Stinkwortel-Pr.

Tweede watei-eppe. Waterscheeiling-0./)r., SaL, O.VeL, Velz., Gr.Z., Achlh., N.L., Ulr., Z.R., Du.


68


CINERARIA, CIRCAEA, CIRSIUM.


Waterscheerlink. | Wilde scheerling.

Wilde kervelW.iv. | Wilde scheerlink- Tïi;., SaL, Gr.Z.

Oude nainen: Dnlle kervel 'Dod.), Koyke (Kil.), Pijnkruyd (Kil.), Scheerlinck (Dod., Kil.), Scherlinck (Kil.).

Vlaamsche naani: Waterscheerling (Rethy) (P. ).

Cineraria L.

Cineraria palustris L. Zie Senecio paluster D. C.

Oircaea L. Heksenkrnid.

Heksenkruid-TFah  ! Toovenaarskruid.

Stevenskruid. i


Cirsium Adans.

Diesel-Tw.'., Gr.Z.

Biesiel-Sal.

Distel-Q.Dr., Tw., SaL, N.Vel, N.L., Br.0., W.Fr., Wat., Z.R., Wal. Oude namen: Diestel (Kil.), Dystel (Kil.), Witte distelen (N.i Vlaamsche namen: Destel

1. Cirsium acaule Scop. A a r d v e E verwortel.

2. Cirsium anglicum Lobel. S p a a

Distel-X.r.JÏ.

Spaansche ruiter.

3. Cirsium arvense Scop. Akker' Bezempjes.

Boere(n)plaag.

Destel-A.r.iZ.

Diesel-Ac/i^/c

Distel-0.i;r., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., Utr.

Dijsel-jBe^.

Haverdistel.

Hofstekel-Z.jB.

Hoofdstekel-Z.^.

Korendistel.

Vlaamsche namen: Destel Staaifdissel (P.), Velddestel iP.),

4. Cirsium heterophyllum Fl. B. S.

5. Cirsium lanceolatum Scop. S p e

Blauwe stekel-A’r.

Breedbol-A’r.

Bree(d)kop-T.

Breedkopstekel-Pr.


V ederdistel.

Stekel-A’r., Aalsmeer, V.B.- Goe., O. F., Wol, N.B.. Z.B., Z.Vl.

Stiekel-Gr., Tg.

V ederdistel-Utr.

Distel (Kil., Dod.), Distelen ((j.H.),

(B.), Distel (B.). d e r d i s t e 1.

nsche ruiter.

Stekel-A.r’.iï.

'■ederdistel.

Paardendistel-Z.A.

Schaar.

Stekel-V.0., W.Fr., Z.H., Goe., O.F., Sch., ThoL, Z.B.^ Wal., Z.VL, L.v.H. Siiekel-Gr.(Westerly:wartier), Fr., T. Stikel-E>.

Veerdistel.

Velddistel.

W eilandstekel-^.iï.

Zogedistel-Gr.Z.

Zuurdijseh-BeF

(P.), Dissel (P.), Haverdistel (B.), Velddistel (B.).

Zie Cirsium anglicum Lobel. e r d i s t e 1.

Destel-i.ï;.-H^.

Dikkop.

Doorn.

T}oonisiiekel-Gr.(Wester'kwarTer).


CLADIUM, CLAYTONIA, CLEMATIS.


69


Ossenstekel-O.J^.

Paardestekel-Z.y/.

Putterdistel.

Putterstekel.

Speerdistel.

Vlaamsche naam:


Spierstikel-Pr.

Stekel-TF.Pr., Z.R., Sch., Wal., Z.VL, L.v.H.

Stiekel-Gr.

i

Groote dissel (P.).


6. Cirsium oleraceum Scop.

Beemddistel.

Destel-i.v.JÏ.

Graskool.

Melkdistel-^r.O.

Moesdistel.


Moe rasveder dist el. Stekel-i.r.iï. Tuindistel-Z.i. Velddistel. Zaaddistel-X.iV.


7. Cirsinm palustre Scop. Kale j Boere(n)rotting.

Destel-B.r.Jï.

Hooilandstekel-Z.iï.

Jonker.

Kale jonker-TF.Pr., Wal.


o n k e r.

Keale jonker-Pr.

Koale jonker-Gr.

Moerasdistel.

Speerdistel.

Stekel-Tl «F, O.F., Z.B., L.v.H.


Cladium Pair. Br.

Cladium Mariseus R. Br. G a 1 i g a a n g r a s.

Galigaan. Snijgras-X.r.Jï.

Groene jagers-X.r.P. Wilde galigaan.

Moerasgaligaan.

Oude namen: Bobbel (Kil.), Bobbert (Kil.), Seebiese (Kil. i.


ClaytoTiia L.

Claytoiiia perfoliata Don. Winter postelein.

Amerikaansche spinazie-WaZ. Winterporselein-Kr., Veh., Br.W.,

Engelsche spinazie. Uir., Wol., Z.Vl.

Russische porselein-TFaF

Vlaamsche naam: Winterporseleine (B.).


Clematis L. C 1 e m a t i s.

Boschdruif. Klimviorne.

Boschrank. Lierelei-Z.ü.

Clematis-iV.X., O.F. Linen.

Heggerank. Lijnen.

Oude naam: Kielen (Kil.).

Vlaamsche naam: Clementine (B.), Vuurbos (P.).

1. Clematis Flammula L. Scherpe clematis.

Oude naam: Heete dim ( Dod. ).

2. Clematis recta L.

Bedelaarskruid. | Wit vuurkruid.


70


CLETHRA., CLINOPODIUM, COCHLEARIA.


3. Clematis Titalba L. Boschrank.


Bedelaarskruid.

Duivelsgaren.

Heggeboschdruif-Z.L.

Heggewurger-^.i.


SmookhouKV.yeZ. Vuurkriiid-Gr.(TBesferA:tt7ari;er). Wild wit vuurkruid.


Oude namen: Lijnen (Dod.), Woudtwijngaert (N.ïï.). Vlaamsche namen: Brandkruid (PO, Clematijte (P.), Clemen- tine (B.), Dieve(n)kruid (P.), Klematyte (P.), Klimkruid (P.), Klimop (P.), Meelblommetjea (P.), Vuurkruid (P.), Waaiged (P.).


Clethra L.


Clethra alnifolia L. Clethra. Meibloemboom.

Nagelt] es-T.


Wilde seüng-lJtr.


Clinopodium L.

Clinopodiiim Tulgare L. B o r s t e 1 k r a n s.

Basilicum-Fe/^-. i\Iastikkruid.

Borstelkrans. Wilde basilicum.

Borstelkruid.


Coclilearia L. Lepelblad. Lepelblad-Tb.Fr., Wat.,rtr.,Du.,L.v.H. | Leppelblèd-Fr. 1. Coclilearia Armoracia L. Mierikswortel.


Boereradijs.

Lepeltjedief-Fr.

i\Ieer(ed)ik.

iMieredik.


i\Iierikwortel-6rr., W.Fr.

Peperkruid.

Peperwortel-Gr., Fr., O.Dr., SaL, N.L. O.F., Wal., Z.Vl.


\Iierik-N.O., Gr.Z., Z.H.

]\Iierikswortel-0.i)r., SaL, Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., Z.H., Wal.


Piperwoartel-Fr. Waterpeper. Zeeradijs. -


Oude namen: Maerradijs (Kil.), Meeradic (M.N.), Meercwortel (M.N. ), Meerradec (M.N.), Meerradic (M.N.), Meerradijs (N.H., Dod.), Meerredic (M.N.), Meradic (M.N.), Miredich (M.N.), Mirradick (G.H.), Myredich (M.N.), Pepercruut (M.N. ), Peperradic (M.N.), Peperredic (M.N.), Peperwortel (Kil.).

Vlaamsche namen: Capuciene(n)mo8taard (P. ), Capucynemos- taard (B.), Wilde mostaard (P.).


2. Cochlearia dauica L. Deensch lepelblad. Waterpeper.

3. Cochlearia Liniiaei Griewaïik. Zie Cochlearia officinalis L.

4. Cochlearia ofTiciualis L. Lepelblad.

Kikkerbloem-TbaL Lepelwortel.

Lepelblad-Z.Lf. Zeeradijs.

Lepelkruid.


COLCHICUM, COLUTEA.


71


Oude namen: Lepelblaren (Hond.), Lepelcruydt (Lob.), Lepelcruyt (Dod.).

Ylaamsclie namen: Lepelblad (B.), -blaren (B.), -kruid (B.).


Colchicum Tourii.


Colchicum aiitumnale L. H e r f s 1 1

Bloem-zonder-blad-Gr. Droogbloeier-G^r., N.O., O.Dr., N.L., Kenm., Z.H., 'Wal., Z.B. Finsterbloem '^)-Fr.

Haarfstblóme-iSa/., Gr.Z.

Herfstbloem.

Herfstblóme-Tir., Gr.Z. Herfsttitelloos-T.

HerfsttitelrooS'-Fr.

Herfsttijdeloos.

Herfsttijloos-^\0., O.Dr., SaL, N.Vel., Velz., Z.L., Vtr., Z.H., O.F., Goe., Wal, Z.B.

Kale juffer-Goe.

Kind - voor - den - vader - Enkhuiz.n, Room .

Levensbloem.

^lartelaren-van-Gorcum-i?r.O.

llexikanen-^V.L.


loos.

lIorgensteerntjes-<Sa/. Xaaktbloeier-O.Xlr., Wal.

Kaakte begijntjes-TAo?.

Kaakte dame.

Kaakte juffer-TFaZ., Z.Vl., L.v.H. Kaakte juffrouwen-O.-F., ThoL, Z.B., Wal., Z.Vl.

Kaakte juffrouwtjes-TFaZ.

Kaakte mannen-L7r.

Kaakt mannetje.

Kakende wiefkes-K.Dr.

Spinbloem.

Tiloos-K.Fe/., Gr.Z.

Tilooze-Ta’., Sal.

Viiehoos-Tw.

Tijdeloos-jS'a/., Wal.

Tijloos-Gr.Z., Z L.

Wilde saffraan.


Oude namen: Hermodactilen (G.H.), Tidelose (G.H.), Titeloosen (Dod.), Tydeloose (N.H.), Tydloose (Kil.).

Ylaamsche namen: Arme klare (B.), Moedernaakte(n) (B.,P.), Kaakte begijnen (P.), Kaakte damen (P.), Kaakte madam(m)eke(n)8 (P.), Kaakte madam(m)en (P.), Kaakte vrouwkens (P.), Paddemoeder- naakte(n) (B..P.), Povermadamrnekens (P.), Puit(j)e moedernaakte (B.), Tyloos (B.).


Colutea L.

Blaasbeam-F>. Klappertje.

Blaasboom-FG^., F.L., Vtr., Wal. | Seneboom.

Blaasstruik-O.X>r., Z.H., Wal. \ Wilde senne.

Boomlinze. '

Oude naam: Lombaertsche linsen (K.H.).

1 Colutea arborescens L. B 1 a z e n s t r u i k.


Dnitsche blaasstruik. Klapbesseljoom. Klapboom. Klappertjesboom.


I .inzebüom. Lomljaartsclie linzen. Lombardische linzen. Lombardisclie vitsen.


1) — vensterbloem.


72


COMIRUM, CONIUM, CONVALLA.RIA. .


Rammelaar.

Wilde sene.

Vlaamsche namen: boom (B.).


! Wilde zenebladen.

Blaasboom (P.), Noten-in-zakjes (B.), Vitse-


Comarum L.


Comarum palustre L. W a t e r b e

Hanepoot-iawd van VoUenhove. Hanevoet.

Kroosen- Achth., Z.H. Moerasbloedoog.

Moerasvijfblad.

Roode waterbezie--S'ai'., W.Fr., Utr. Vijfblad.

AVateraardbei.


z i e.

I Waterbezie. Waterlianepoot-Z.iï. Waterhanevoet. Watervijf\ ingerkruid. Wilde aarbei-Gromr. Wilgenblad-Gr.Z. Woaterhoanepoot-Gr.


Oude naam: Watervijfvingercruyt (Dod.).


Couiuni L.

Coiiium maculatum L. G e v 1 e k t e S c h e e r 1 i n g.

Dolle kervel-Fr., N.O., Sal., O.Vel., \ Scheerling-Gr.Z.

Gr.Z., Z.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., \ Scheerlink-Tzr., Sal, Gr.Z., Achth. Du., Z.B., Wal. ^ Scherlink.

Dolle peterselie.  ! Wilde peterselie-TVa#.

Gevlekte scheerling-Z.i/., Wal. | Wilde scheerling.

Herderspijpen.  ! Vrinterling.

Pijpkruid-jPr. |

Oude namen: Harderspipen (G.H.), Herderspipen (G.ïï.., Koycke (Kil.), Schirlinck (G.H.), Wilde peterselie (N.H.), Winterlinck (G-.H.). Vlaamsche namen: Cicute (B.), Dolle kervel (B.), Kokte (B.), S(c)halk (P.), Scheerling (P.), Vergiftig kervel (P.).


1. Convallaria majalis L.

Boschlelie-M.

Convalielelie-Z.iï.

Convallie.

Dalkruid-Tw;.

Dallelie-O.Dr.

Klökskes-Z.X.

Kriewelbloem-0.6'a7.

Lelieconvallie.

Lelie-der-dalen-Gr.

Lelietje-PeZ^r.

Lelietje-der-dalen-Gr., St., Fr., T., Vlie., N.O., O.Dr., Tiv., N.Veh, Gr.Z., j Oude namen:


dalen.

Achth., N.L., Z.L., Utr., Du., Goe., Sch., WAL, L.v.H.

Lelietje-van-dalen-/S'a7., Gr.Z., L.N., WAt., Z.H., O.F., Thol., Z.Vl. Lelie-van-den-dale.

Meibloem-Tw;., Gr.Z., Utr., Scli. Meiklokjes-VeZ^-., N.L., Z.L. Meilelie-Z.iï.

Meilelietje-Tz^.

Piepertje.

Zegeltjes-Gr.Z., Utr., Z.H., V.B.


Leliekens van den dale (Dod.), Lelien van den dale


Convallaria L.

Lelietje van


CONVOLVULUS.


73


(G.H ), Meibloemen (G.H., M.N.), Meijbloemen (G.H. ), Meijbloemkens (N.ïï., Kil.), Meijenbloemkens (Dod.), Percblomen ’) (G.H.).

Ylaamscbe namen: Bosbloemeke(n)s (P.), Bosbloemen (P.), Bosch- lelie (B.), Bosch]elieke(n)s (P.), Ellekens van travellekens (P.), Lelie der vallei (B.), Lelie van dalen (P.), Lelie van de dalen (B.), Lelieken uit den dale (P.i, Leliekens (P.), Meibloem (B.), Meibloemekens (P.), Meiblom (P.), Meiblomme(ke) (P.), Meiblummekes (P.), Meiklokskens (P.), Perkbloemekens ’) (P.), Pieperkens (P.).

2. Convallaria multiflora L. Zie Polygonatum multiflorum All.

3. Conyallaria Polygonatum L. Zie Polygonatum officinale All.


Convolvulus Tourn. Winde.


Berwin-Z.A.

Bewinde-O.P., Sch., N.B., Z.B., Blindebloem Doode menschen-T^. Duivelsnaaigaren-Z.iï.

Klokjeswinde.

Klökskes-6rr.Z.

Kringelbloemen-Ac/i^/^.

]\Iajewinde.

Pispotjes-Ar., Tg., O.Dr., Tw., Sal.

Velz., Gr.Z., Br.O./ Z.H., V.B., O.F Oude namen: Klockbloeme (G.H.), Wrange (G.H.), Wynd( Vlaamsche namen: Ba winde ■;

1. ConvolYiilus arveiisis L. A k k Aardwinde-TFöZ.

Akkerwinde-Gr.Z., W.Fr., Utr., Z.H..

Du., O.F., Goe., Wal., Z.Vl. Beiw'm-Z .L.

Bewinde-O.P'.

Binde.

Draai.

Kankerbloem Kleine bewinde-TFoF Kleine spokebloem-JFr.

Kleine winde-TF«L, Z.Vl.

Klimrner-J^r.

KI ok j e s w i nde-TF .Fr., Wa I .

Klokskens.

Liend.

Liene.

Lijn.

Oude namen: Cleijne winde clockxenswinde (Dod.), Wrange

1) Te Ferck hij Brussel heeten ze no" zoo.

2) Het heet dat men bij het vallen met zuil


Ringelbloemen-Ac^i/?,

Spokebloemen-Rr.

Vingerlioeden-5'a^

Wedewinde-Crr.Z.

Weerwing-Z.Jï.

Weewinde-(rr.Z. j Wewinde-TFflF

! Winde-O.I>r., Sal., Gr.Z., N.L., Utr.,

I Z.H., Wal., Z.Vl.

, j Wrange.

. I

(Kil.), Klookkruyd (Kil.), Weewinde ! (G.H.).

B.), Binde (B.), Bowinde(B.), Winde(B.). o r w i n d. e.

Majewinde-/S'c/z.

Parapluutje-D'?^.

Pispütjes-Ac^fA.

Pispotjes-iSak, l\B.

Rondrsinke- Achth.

SlingeiTOOS-TT\_Fr.

Sirek-L.v.H.

Veldwinde.

Vrouwenspiegel.

Wind-Z.A.

Winde-Z./>’., Z.Vl.

Windom.

Windsel -Gr., TF.

Wing-T .7^.

Wijlde kliinmer-Fr.

Wijnsel-Pr.

(Dod.), Clocxkencruyt (N.IL), Tweede (Dod.), Wijngaertwrange (N.H.).

een bloem blind wordt.


74


CONVOLVULUS.


Ylaamsche namen: Binde (P.), Kelken (P.), Koornwinde (B.,P.), Loofwinde iP.), Mêrminrank (P.), Omloop (P.), Pispottekens (P.), Pispotten (P.), Romerkens (P.), Schaapbinde (B.), Veldlelie (P.), Wén (P.), Wêrewin (P.), Winde (P.), Winderoede (P.), Winne (P.), Wi- winde (P.).

2. CoutoIyuIus purpiirea L. Zie Pharbitis purpurea Aschers.

3, CouTolYulas sepiam L. Haagwinde.


Bewinde-TIa?.

Bveewinde-Z.B.

Br uw ind-Maastricht.

Dagbloem.

Daglelie.

I)i'a.a.i-Gelderland.

Draaiwinde.

Duivelsnaaigaren.

Groote bewinde.

Groote klokwinde.

Groote pispot-Z.i.

Groote winde-P/r.

Groote zachte winde. Haagwinde-TP.Hr., Vtr., Sch., Z.B., Wal, ZM.

Hageklokje--Fr.

Hagewincle-O.Hr., Tic., Sol., VeJz., Gr.Z., L.y., tV.Hr., Wal. Haspeltakken-jBoa:’feZ.

Heggerank-5eZ., Z.L. Heggetouwe-M.

Heggewinde-Tir., SaL, Velz., Gr.Z., L.y., TJtr., Z.H., Du., Goe., Wal. Hemdsbloem-Tif.

Hemmetjes-T\-B.

Juffer 'Lizehlom-Bergum. Klimop-Gr.Z., V.B., L.v.H. Klimplant-TraZ.

Klokjeblom-Hr.


j Klokjeswiiide-TT’.Hr.

Klokwinde.

! ^laaiwinde-M., Thol.

I i\Ia je winde. r

1 Piespotje-Ha.

Pispot-Gr., O.Dr., Tic., SaL, N.L., TJtr., ' Z.H., Du., V.B., Sch., Thol., Wal.

Pispotjes-O.T’eZ., Gr.Z. •

! Reidroas-Kr. i Reumerkes-^Br.O.

Rierank-Z.i.
Pdnkrank-Z.i.

' Slingerroos-TT'.Kr.

Spoekeblom-Kr.
Spokbloemen-jPr.

Spokebloem-Gr.(TTe5Z£’rA:irörZier). Spukebloem ^)-Fr.

Treklijn-jBeZ.

I Valbloum-Gr.

' Veld winde.

Weerwinde.

Weerwijn.

I Wierwinde-Gr.Z.

Wilde klokken-J.

Wilde koffieboon-6’Z.

' Windom-Gfr. i Windsel-TP. i Witte klokskens-J.c7iZ/i.


Oude namen: Gfroote clockxkenswinde (Dod,), Grroote sachte winde (Dod.), Grroote wranghe (N.H.), Tuynklocke (Kil.), Windtcruyt (K.H ), Witte doeken (N.H.), TVranghe (Dod.).

Vlaamsche namen: Binde (P.), Duivelsnaaigaren (P.), Haaglelie (P.), Haagwinde (B.), Hage winde (P ), ‘Hamde (P.), Hoggeranken (P.), Koeioogen (P.), Kuiperblommen (P.), Morgendbloem (P.), Omloop (P.), Onze lieve Heerensbemdeke (P.), Ranke (P.), Ranken (P.), Ro- merkens (P.), Trompet (P.), Trompetbloem (P.), Wilde lelie (P.), Win (P.), Winde (P.), Windels (P.), Witte wêrewin (P.), Wivin (P.), Wiwinde (P.), Wouwinde (P.), Wijnom (P.).


1) Pluk ze niet af, want dan zal er van avond een spook voor uw bed zitten.


CORIANDRUM, CORNUS.


75


4. Coiivolvulus Soldanella L. Zeewinde.


Duinwinde-TFaZ., Z.Vl.

Purgeerende zeekool.

Saiitenelle.

Sodenelle.

Oude namen: Santenelle (Dod. Zeewinde (Dod.).


Strandwinde-TF.i^r.

Zeekool.

Zeewiride-TFaZ.

Zeewrange.

, Seewinde (Kil.), Sodonelle (G.ïï.),


Coriaiidrum Tourn.

Coriandrum sativum L. K o r i a n d e r.

Anies-Tw., SaL, Gr.Z. Koriander-6roe., Z.L., Z.VL

Colander.

Oude namen: Caliander (M.N.), Coliander (M.N.), Coriander (N.H., G.H., Dod., M.N.), Coriandre (M.N.), Koliander (Kil.), Koriander (Kil.).


Cornas Tourn.


Kornoelje.

W.Fr., Utr., Z.H., Du. Z.Vl.

Kornoeljeboom-TFaZ.

Vernoelje-.Z.FZ.


Z.B., Wal.,


lieneVN .Vel.

KneVO.Vel.

KonkenieVZ.L.

KovneVUtr.

Kornoelje-O.Dr., Gr.Z., N.L., Z.L.,

Oude namen: Bottelboom (Kil.

Cornoellie (Dod.).

Ylaamsche namen: Beenhouwershout (B.), Ganzepoothout (B.), Karnoeleskeshaat (P.), Kernollenboom (P.b Kornaaldeboom (P.), Kor- nellenboom (P. ), Kornild(j)eboom (P.), Knulehaag (P.), Kornolieboom, (P.), Kornoeljeboom (B.), Pijpsteelhout (B ).

1. Cornus mas L. Gelekornoelje.


Oorne (M.N.), Corneboom (M.N.),


Bottelboom.

Buttelboom.

Eetbare kornoelje.

Gele kornoelje.

Itabaansche kerseboom. Knoedeb/S'aZ.

Oude namen: Bottelboom


Kokernelle.

Konkernulle-Z.X.

Kornoelje-6ï.

Renunkes-Tw;.

Wielboom.

•Wijl boom.

(Kil.), Cornoelieboom (Kil.), Kokernelle (Kil.), Kornelle (Kil.), Terleboom (Kil.), Terlinghboom (Kil.), Wepe (Kil.), Weyckenboom (Kil.', Weype (Kil.), Weypken (Kil.).

2. Cornus san^uiiiea L. R o o d e kornoelje.


Kwekkeboom.

Reade kornoelje-Fr.

Roode kornoelje-TF.EV., Z.II., Z.Vl. Vlaamsche namen: Potloodenhout Roode wis (P.), Roode wisschen (P.).


Roode kornus-Fe/^:. Wilde kornoelje.


(P.), Roode kornoelie (P.),


76


CORONARIA, CORONILLA, CORONOPUS.


Coronaria L.

Coroiiaria Flos ciiculi A. Br. Koekoeksbloem.


Armoedsbloem-TT^a^

Cuijflerelles.

Doodenblóme-(Tr.Z.

Duizendschoon.

Echte koekoeksbloem-Gr.Z. Y.WoothloQm-Iiam'pen.

Gemeene koekoeksbloem. Haanderikkehloem. Haanderiksbloem. Haneklauwen-i^r.TE. Kikkerhloemen-O.Dr. Koekoeksbloem-EeZ^r., N.L., Z.L,,

N.O., W.Fr., Wat., Go., Vtr., Du., Goe., Wal.

Koekoeksblom-jPr., O.Dr. Koekoekshlome-T^^.'., Sol., Gr.Z. Koekoeksbloum-Gr.

Koekoetsblom-E'r.

Kraaienbloem-D?i., V.B. Kraenblom-E’r.


Mariaroosje-Ee?^’. Merriebloem-Tr/. Miedeblom-E'r. Molentjes-O.X>r., Z.H., Du. Paarse bolderik-Z.PZ. Pinksterbloem-6'E, N.O., Velz. Achtk., W.Fr., Wat., Z.H. Wal, L.V.H.

Réade pinksterblom-E'r. Roodsteerntje-Gr.

Roof-Gr.

Saffraanbloem-jPr.

Steerntje.

Teerkwasten-T. Vleeschbloem-Dr.&m.,

Sal, Yelz.

Vleeschhlomen-d.c/^^/^.

Wilde duizendschoon.

Wilde hyacint-TPöfE Wilde lichnis.

Wilde tuilkens.

Koekoeksbloem e


Gr.Z.,

Thol,


O.Dr., Tw.,


Kraneblom-E'r.

Oude namen: Crayenbloemkens (Dod.), Koekoeksbloeme (Kil.), Kouekouekbloem (Dod.).

Vlaamsehe namen: Cathrienewiel (P.), Hanepooten (P.), ïïooi-


bloem (B.), Hooiblomme (P.l, (B.,P.), Vrouwenroosje (B.).


Katrienewiel (P.), Koekoeksbloem (en)


Coronilla L. K r o o n k r u i d.

Kroonkruid-TP.Pr.

1. Coronilla scorpioides Koch. Schorpioen kroonkruid.

Oude namen: Tweede scorpioencruydt (Dod.), Tweede scorpioides (Dod.).


Coronopus Hall. V arkenskers.


Coronopus Ruellii All.

Gravinnekruid. Hertshoornkers. Kraaienvoet. Krèjenpoot-GV.Z. Kruipend hartshoorn.


Y arkenskers.

i Ravenvoet. Varkensgras- Y.R. Varkenskers. Zwijnekers.


Oude namen: Cruypende hertshoren (Dod.), Kraeyenvoet (Kil.), Rauenvoet (Kil.), Voghelnest (Kil.).


CORRIGIÜI-A, CORYDALIS, CORYLUS.


77


Corrig-iola littoralis L.

Oeverriempjes.

Riempjes-t/ir.


Corrigiola L.

Riempjes.

I Schoenriempjes. 1 Zandriempjes.


Corydalis 1). C. H e 1 m b 1 o e m.

Helmbloem-^Y.i., W.Fr., Utr., Wal.


Hol wortel (Kil.), Hooi wortel (M.N.), Ronde bol-


Oiide namen wortel (N.H.).

1. Corydalis cara Schw. et K. H o 1 w o r t e 1. Booiitj eshol wortel .


Haan-en-hennetjes. Holwortel. Kippen-en-haantje. Oude namen


i Lieuwebek--Fr.

I Oosterlucie. j Vogelt] es-op een-been-G/*.

1 Vogeitjes-op-stok.

Groote hoolwortele (Dod.), Hoelwortele iG.H).

2. Corydalis claviciilata D. C. Rankende helm bloem.

Grijsecom. | Grijzekom.

Oude naam: Splith (Dod.).

3. Corydalis digitata Pers. Zie Corydalis solida Sm.

4. Corydalis solida Sm. H e 1 m b 1 o e m.


Baarwortel.

Boonkesholwortel.

Boontjesholwortel.

Boontjesvlierwortel.

Duifjes-Gr.

Ha ani j es-en-hoentj es-TH< l. Haantjes-en-kippetjes-Dio Het vogeltje.

Oude naam: Cleijne hoolwortele (Dod.). Vlaamsche naam: Duive(n)kervel (P.).


Holwox telboonkens.

Kleine holwortel. Puutenbloomen i)-Goe. Sarazijnskruid.

Vogeltje-op de-kruk-jPr. Vogeltjes.

Voggeltjen-op-’t-teksken-HcP^/n


Corylus Tourii.


1. Corylus Avellaiia L. H a z e 1

Aezelneut-xV.R., Z.B. Aezeneut-A\R., Z.B., Wal. Aezenoot-*S'c/n Aselnut-Phe.

Asseneut-Z.K.

Azelneut-Z.TV.

Haasnootl)oom-GV.

Haasselnoot-iiCewa/,

Haeselneut-SÏ.

Haezelaar-O.P.

HaezeIneut-0./<\


Haezeneut-V B., Dr.hnv., O. F. Hasse(l)neut-Z.jL.

Hassclsjtok-Z.R.

Hazel.

Hazelaar-G 70/-., Ta-., Sal., Vclz., Gr.Z., W.Fr., Utr., Wal.

Hazeler.

IIazelneut-r\7k, Z.Vl.

Hazeln()tte-77r., Sal., Veh., Gr.Z., AcJilh.

I I lazelnottonstruik-Gr.Z.


1) kikkerbloeiii.


78-


CORYNEPHORUS, CRATAEGUS.


Hazeliioot-Gr., N.L., W.Fr., Hazelnoteboom-TFa?. Hazelnotenboom-T^t^, L.v.H. Hazelnotestruik-(Tr., St., SaL, Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0.; Z.H., Wal, Z.B., Z.Vl.

Hazelnotestruuk-O.-Dr. Hazelstruik-iV'.O., O.Vel. Hazeneut-Ta'., SaL, Velz., Gr.Z., Achth., Ly., N.L., Z.L. Hazeneutenboom-T.

Hazennötten-Ti^;.

Hazenoot-Z.Jï., V.B., O. F., Sch., Wal. Hazenüt-Schg.


Hazzelnuten-jPr.

Hazzenut--Fr.

Hazzeniitebeam-i^r.

Hoasneut-Gr.

Hoazelneut-iY.^ef.

Hoazelnoet-xV.be/.

Hoazelnöt-ijr.0.

Hoazelnooit-ï7/r.

Hoazeneut-Gr., TT'., Hu., O.Dr., Utr. Hoazenoeëte-iY.FeZ.

Hoazenoot--L.xY., Br.0., Br.W.

Achth.

Planapboom.


Oude namen: Avelane (M.N.), Haesnote (M.N.), Hagelaere (Dod.), Haselaer (N.H.), Haselnoot (M.N.), Haselnote (M.N.), Haselnoten (Dod., N.H., G.H.), Haseltere (M.N.), Hasenoot (M.N.)> Hasenote (M.N.), Planappe (M.N.), Plenappe (M.N.).

Vlaamsche namen: Baardneuten (B.), Baar(d moten (B.), Berbel- len (B.), Bloknoten (B.), Borbellen (B.), Boschneute (B.), Boschnote (B.), Hazeleir(e) (P.), ïïazelneute(n)boom (P.), ïïazeneuteboom (P.). Hazeneutelare (P.), Hazenoteboom (P.), Hazenotelare (P.)^ Hazenote- leer (P.), Hazenoteleire (P.), Hazenotentronk (P.), ïïoizenhót (P.), Hoizenotelaar (P.), Neutelaar (P.), Noizenoteleire (P.), Nokkesboom (P.), Nootjeshaat (P.), Note(n)boom (P.), Nozenoteleer (P,).


2. Corylus tubulosa Willd.

Lamme^nötte-T^<;. Lammertjesnötten-Ac^^A. Lammertjesnoot-5'a/., Gr.Z.


Lammesche nötten-T^<;. Lombardijnoot. Reemsche neut-Z.X.


Corynephorus P. B.

Corynephorus canescens P. B. Buntgras.


Bundgras.

BuntgrasTe/^., TJtr., Z.H. Vlaamsche


Zandzilvergras.

namen: Bundgras (B.), Shoek (P.).


Crataegus L.

Adelsbessen.

Deur-Z.i.

Deurnboom-6'a7.

Deurnbosch-5'a^

Doorn-Z.B.

Doornbessen.

Doornboom.

Doorns.

Haagappel.


Meidoorn.

Haagappelboom-Z.X., Br.0. Haagappelaar.

Haagbloemen-Z.T’/.

Haagdoorn-i^r., T., W.Fr., TJtr., Z.VL Hage(béam)-A'r,

Hagedeurne-rtü.

Hagedoarn--PV.

Hagedoorn-iY.0., Dr.hew., O.Dr., Tiv., SaL, Gr.Z., Achth., Z.L., W.Fr.,


CRATAEGUS.


79


Wat., Kenm., ThoL, Z.B., Wal., Z.Vl. Hagendoorn-O.Dr.

Hagethoarn-i^r.

Hakedoorn-TF.i^r.

Hanekulle-Z.i.

Hègedeurne-T2/;.

Hègedoom-*S^.

]\Ieibloemen-Z.if.

Meidoorn-i^r., O.Dr., Tw.^ SaL, Gr.Z., L.N., N.L., Br.W\, W.Fr., Wat., ütr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Seh., ThoL, Wal, Z.Vl.

Namen der vrucht:

Haagappele {Z.L.).

Knewelbutte (Tw.).

Niepen {Z.VL).

Oude namen: Haeghdoren (Ki Hagedoren (Dod.), Hagedorn (M.


Meitakken-Z.i/.

Muldertje-trr.

Peerdeweepen-O.Dr.

Rooie japenboom-T.

Smeerpot je-6rr.

Smoarbeibeam-i^r.

Spekbessen.

Steenbessen.

Tuiteboom-G^r.

Vetpotjes-(7r.

Vretbeienboom-O.Dr.

Wittedoorn-Rr.0.

Olm {Cadzand).

Tuiten {Gr.).

Rage (Hond.), Hagedoorn (M.N.), SI.), Meijdoorne (Kil.).


1. Crataeg^us moiiogyna Jacq.

Bezekesboom-X.r.Jï.

Deurne-Gr.Z.

Doorn-Z.R.

Doorns-Z.T/.

Dorenen.

Hagedoorn-(Tr.Z.

Hondsbremen.

Jeupen.


Eenstijlige meidoorn. Joop.

Jopenboom

Mei.

Meiboom-TTaG

iMeijen.

Spinnekoren.

Tuiteboom-Gr.

Wilde kaasjes-TT^aZ.


Vlaamsche namen: Zie C. Oxyacantha.


2. Crataegus Oxyacantha L. Deun-Z.i.

Deurne-Mc/S7^c^^rec/^^, V..B., O.F., Z.B., Wal., Z.VL, L.v.R. PQGén-Sliedrecht, V.B., Sch., TlioL, Z.B., Wal., Z.VL, Lv.R. PeendF.E’r., Wat., Utr., Z.R., V.B., O.F., Goe., Z.B., Wal., L.v.R. Peer deworteb/Sö F Poepen.

Pompwortel-^cAfA.

Pooten.

Reade wortel-E'r.

Roode wortel--Pr., Gr., O.Dr., N.O., SaL, O.Vel., Velz., Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., Z.B. Scheerling-Dr.&etiJ., O.Dr. Suikerwortel.


1) Doet men de zaden in molshoopen, dan verdwijnen de mollen.


DELPHINIÜM, DESCHAMPSIA, DIANTHUS.


85


Tuinwortel.

Wilde karwij-TF.jPr.

Wilde pastinaak.

Wilde peen-W.jPr.

Wirtel-jPr.

Witte bloemen-Dr.&ew;., O.Dr. Woartels-i^r.

Wortel-Gr., Tiv., Bet., Velz., Gr.Z.,


Wat.

Wortele-jBr.0. Wortelkruid. Wottel-i^. Wmtel-Fr., N.Vel. Wuttel--Fr.

Wijlde woartel-Fr.


Oude namen: Garoten (N.H., Dod.), Cronecruut (M.N.), Croonkens- cruyt (Dod.), Gheelwortel (Kil.), Karote (Kil.), Karotewortel (Kil.), Kroonkenskruyd (Kil.), Moeren (G.H.), Mooren (G.H.), More (M.N. ), Moren (G.H.), Pastinaken (N.H.), Paternaken (G.H.), Peeen (Dod.), Peen (G.H., N.H.), Suyckerpee (Kil.), Vogelnest (K.H.), Yoghelnest (Kil.), Wilde vogelsnest (Dod.).

Vlaamscke namen: Boterworkels (P.), Boterwortels (P.), Braake wortels (P.), Carote (B.), Karote(n) (P.), Lochtingswortel (P.), Pe- (P.), Peën (P.), Peikens (P.), Pene(n) (P.), Poeët (P.), Wertel (B.), Wettel (B.), Workel (B.), Wortel(s) (B.,P.).


DelpMnium Tourn. Bidderspoor.

Ridderspoor-6rA-., T., O.Dr., N.O., Tiv.,  ! Wat., Utr., Z.H., V.B., O. F.,

Sal., Velz., Achth., L.N., N.L., Z.L., | Sch., TlioL, Z.B., Wal., Z.Vl.

Oude namen: Ridderspooren (Dod.), Ridderspore (Kil.).

1. Delphinium Cousolida L. Wilde ridderspoor.


Goe.,


Kalketrip.

Riddersporen-Z.5.

Schoentjes-X.v.iï.

Sporen.

Oude namen:


Veldridderspoor.

Violierridderspoor.

Wilde ridderspoor-J’r., Tw.


Riddersbloemen (G.H.), Riddersporen (G.H., Hond.).


Deschampsia P. B.

Deschampsia caespitosa P. B. Zie Aira caespitosa L.


Dianthus L.

Angelier.

Anjelier-i^r., O.Dr., Sal., N.Vel., L.N., N.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Wal., Z.Vl.

Anjer-T., O.Vel., W.Fr., Wat., Z.Il., Wal., Z.Vl.

Doevenschölke-T'i^;.

Droffele-J5r.0.

Enjelier-i^r.

V iXaHa-Dev enter .

Filet-Gr., Tiv., Achth.

Fletten-A.L., Z.L.

Genoffel-A.A., Br.W.


Anjelier.

Genoffelbloem-J5r.O., Br.W.

Giroffel.

Gnoffelblöme-Tt^;., Sal., Gr.Z., Wal. Graffiaóten-Z.L.

Groffiaat-Z._L.

Grofiat-Z.L.

Jimkerkes-A.A., Z.L.

Karnoffel.

Kernoffel-T//o/., Z.B., Wal., Z.Vl. Nagelbloem-0. -Dr., Gr.Z., W.Fr., Z.H., O. F., Sch., Wal. Nègelblönie-Gr.Z.

Prukoinstelen-*S'c/<., Thol.


86


DIANTHUS.


Snoffel-Z.i/.

Snoffele--Br.O.

Testebloem.

XWQÜQW-Gr.i^y esterliwartier),


SaL


Violetten-Tw.'., N.VeL, N.O., Gr.Z. Wal

Violier-O.Dr.

Vrouwenhaar-Z.1?.


Oude namen: Carnofels (M.N.\ CarnofFel (M.N.), Oarnouffele (M.N.), G(h)enoffelbloeme (Kil.), Gdenoffelnaghel (Kil.), (iheroffe (Kil.), Ghi- roffel (Kil.), Ginoffelbloemen (Dod.), Ginolfelen (N.H.), Grasbloemen (N.H.), Grasfilet (Kil.), Grasviolier (Kil.), GrofFel (Kil.), Grofi*elnagliel (Kil.), Gyenoflfel (Kil.), Kornoulfel (M.N.), Naeghelbloeme (Kil.).


1. Dianthiis Armeria L. Ruige anjelier.


Duizendschoon-i^r., N.O., W.Fr., Utr., Sch.

Keikensbloem.

Nagelbloem.


Ruwe anjelier. Tuiltjesbloem. Veldanjelier. Vliegennet.


Oude namen: Keykens (N.H., Kil.), Tuylken (Kil.). Ylaamsche namen: Wil jeunkelkes (P.), Wilde jonkerke(n)s (P.)


2. Diantliiis barbatiis L. D u i z e n

Baar dan jer-zSa/.

Boerenpronker-Z.Jï., W^al, Z.B. Boerentuin-Z.iï.

Boerepronker-Z.y/. Boerepronkers-TAo/., Z.B. Broekomstulen-Z.B. Brukomstelen-TFaL Brukomstulen-zS'cA., Thol, Z.B. Brukums tulen-6Wi.

Doevenschoer-Tïi;.

Doevenschölkes-Tzi;.

Doezendschoon-J.c/i^/i.

Doezendschooner-Gr.


schoon.

Duizendschoon-i^r., T., N.O., O.Dr., Tiü., O.Vel, VeJz., Wat., Utr., Z.H., Goe., Sch., Wal, Z.Vl, L.v.H. Duzendschoon-*Srï?.

Hoepeelbloemen.

Junkerkes-N.X., Z.L. Lievermannetjes-Br.O.

Siissen-Sch.

Sitsen.

Sits j es.

Trosbloemen-.^.y/.

Trosvletten-Beh


Oude namen: Keykens (N.H., Dod.).

Ylaamsche namen: Apeelbloem (B.), Apeelblomme (P.), Gas- pelier (P.), Jeunkelkes (P.), Jonkerke(n)s (P.), Jonkertjes (P.), Kaaikes (P.), Kapeelbloem (B ), Keike(n)s (P.), Kelken (P.), Kopjenoffelen (P.), Trobbels (P.), Tropjenoflfelen (P.), Trosbloem (P.), Trosblomen (P.^ Trosblomme (P.), Troskapeelen (P.), Truischjonker (B.,P.), Truisronker (B.), Truusjonker (P.), Truizelaar (B.), Tuiltjes (P.), Yeulneuskes (P.), Yuilneuskes (P.), Yule-neuzen (P.).


3. Dianthus Carthusianoriim L.

Karthuizer-anjelier-O.Dr.

Kernoffels-WaL

Nagelbloem.

Pluumkens-B.v.I^.


Karthuizeranjelier.

Pronker-Wah

Veldanjelier.

Wilde duizendschoon-A-SaZ.


4.' Diauthus Caryophyllus L. Anjelier. Brukomstulen-.^.R. Fletten-A.Iv.

Filet’-Gr. Groffiaat-i^.i.


DICENTRA, DIELYTRA, DIGITALIS.


87


Karnoffels-^.yz.


Pluimkes--L.'i;.iï.


Kernoffels-m/., Wal., Z.Vl. Testebloemen.

Nagelbloem-Z.if. Tuinaiijelier.

Nègelblóme-Tiü., Sal., Gr.Z.

Ylaamsche namen: Gespelier (B.), Groffiaat (P.), Grovinne (P.), Janoffelen (P.), Jenveffels (P.), Jenoffelen (P.), Jinoffels (P.), Potbloem (B.), Potblommen (P.), Pottebloem (P.), Potte blomme (B.), Potscheute (B.), Sintile (B.), Snoffel (B.), Snuifneuze (B.).


5. Dianthus plamarius L. Grasfiletten. Goskernoffels-Z.yZ. | Gresfiletten-J.c/i^/i.


Oude naam: Pluymkens (N.H.).

Ylaamsche namen: Pluiskens (P.), Piuskens (P.), Pleumkes (P.), Pleuskes (P.), Pluimekes (P.), Pluimken (P.), Pluimkes (P.).


6. Dianthus prolifer L.

7. Dianthus superbus L.

Groffiaten-Z.L.

Grocte kernoffels-Z.yZ. Keizersanjelier. Ylaamsche naam:


Zie Tunica prolifera Scop. Tuinanjelier.

Prachtanjelier. Testebloemen. Tuinanjer-O.Dr. Pluimken (P.).


Dicentra Borkh.

Dicentra spectabilis Borkh. Zie Dielytra spectabilis D. C.


Dielytra spectabilis D. C.

Adam en Eva-Te/^r. Belletjes-ASaZ. ‘

Druipende hartjes-TeZ^^. Gebroken hartjes-Tya^., Goe. Hartjesbloem-WaL Junirood-TEa^.

Leeu\venbekje--Bro^^^üer5Aa^?e^^.


Dielytra D. C.

Mariahartjes-Bee^s.

Mariatranen-yeZ^r.

Meibloeisel-lEa^.

Oorbelletjes-Gr.

Reistaschjes-Goe.

Treurend \idiii]Q-Edam.

Volendammertjes-TEa^.


Ylaamsche namen: Gringellen (B.), Grisalde (B.j, Heilig hart (P.), Hert van Maria (P.), Hertekens (P.), Schrobben (B.), Schrob- betjes (B.), Turksche beiaard (B).


Digitalis Tourn.


Digitalis purpurea L. Y i n g e r h o

Elizabethskroed-Tï6'.

Fingerhoedden-Er.

Judasbeurzen-Z.yz.

Onze-lieve-vrouwe-handschoen.

Poppeschoentjes-Rr.0.

Pijpekop-TEa^.

Rood vingerhoedskruid. Slangenblomen-Ac/i^/i.


d s k r u i d.

Vingerhoed-Er., N.O., Sal., O.Vel., Gr.Z., Br.0., Z.R., Wal. Vingerhoed]es-Ta'., L.v.H. Yingerhoedkrnid-GV.Z. Yingerhoedskrud-Er. Yingerhoedskrui(l-G.I>/-., Sal., Gr.Z., N.L., Z.L., W.Fr., Ulr., Da., Z.B., Wal., Z.Vl.


88 DIGITAKIA, DIPLOTAXIS, DIPSACUS, DORONICUM, DRABA, DROSERA,


Oude nameu: Yingerhoetcruyt (Dod.), Yingherhoed (Kil.), Yingher- hoetcruyt (N.H.).

Ylaamsche namen: Beurs van Judas (P.), ïïuiskens (P.), Judas- beurs (P.), Onze lieve vrouwen vingerhoed (P.), Paaschkeerse (B.), Pafiers(P.), Yingerhoedjes (P.), Yingerhoed(s)kruid (B.,P.), Yingerhoeien (P.), Zwartwortel (P.).


Digitaria Heister.

Digitaria sangaiualis Scop. Zie Panicum sanguinale L.


Diplotaxis H. C.

Diplotaxis teuaifolia D. C. Z a n d k o o 1.


Dubbelkruid.

^Mosterdzaad-Z.v.P?.

Wilde mosterd. Ylaamsche naam:


Wilde raket-Y.Ü.

Wild mosterdkruid.

Wild mosterdzaad-Gr.Z., W.Fr. Stinkende vergouw (Dieghem) (P.).


Dipsacus Tourn. Kaardebol.


Distel-O.Dr., F.O., N.L., W.Fr., O.F. Dijsel-Bet.

Kaad-Z.i.

Kaarde-Ttr., SaL, Gr.Z. Kaardebol-X.i\'., N.L., Z.L., Ufr., Oude namen: Caerde (Dod., (M.N.), Weverscaerden (N.H.).


O.F., Wal Kaerde-i^r.

Yolderskaarde.

Zuurdijsel--Bef.

M.N.), Caerdencruyt (N.H.), Garde


1. Dipsacas Falloniim L.

Chardon.

Herdersstaf.

Kaarddistel-XO., Gr.Z.

KaardeW.X., Z.L.

Kaardendistel-O.Dr.

Kamnien-Z.i.

Kamplanten-Z.i.

Kanneboender-Z.T7.


Weverskaarde.

Kem-Z.i.

Stekels-i^r.

Stekende kaarde.

Yolderskaarde.

Yollersdistel.

I Yollerskaarde.

■ AYeverskaarde(n)-(?r.Z., I Woldistel.


Utr.


Oude namen: Caerdencruit (G.H.), Kaerden (G.H., Kil.), Kaerden- distel (Kil.), Kaerdenkruyd (Kil.).

Ylaamsche namen: Kamp (P.), Yolderskruid (P.), Wijwater- borstel (P.).


2. Dipsacas pilosas L. Kleine kaardebol. Kaardendistel. ' Wil kem-Z.X.

Wilde kaardebol-O.Dr., VeJz.


3. Dipsacas sÜTCstcr Miil. Wilde Kaardedistel-ira?.

Kaardekruid-TT’a/.

Kaimeboender-Z.5., Wal., Z.VL Kaimebostel-Z.T7.


kaardebol.

Kannewasschers-Tra/.,

Kretse.

Yenusbekken.

Wilde kaarde.


Z.T7.


EBULUM, ECHINOCHLOA, ECHMODORUS, ECHINOSPERMUM, ECHIUM, ELISMA. 89


Ylaamsche namen: Doorn (B.), Yolderakruid (P.), Wijwater- borstel (P.).


Doronicum Tourn.

Doronicum Pardalianclies L. Voor j aarszonnebloem. Duizelkruid. Gemskrnid-£ewm.

Fransche zonnebloem. Wolverlei.

Oude naam: Gemeyn doronicum (Dod.).


Draba L.

Draba verna L, Zie Erophila verna G. Meyer.


Drosera L. Zonnedauw.


Heidinnen-V.O.

Kleefkruid-V.FeL Loopig kruid.

Meerkruid.

Vliegenvang-Tw;., SaL, Gr.Z. Vliegenvangertje-Gr,, Fr., O.Dr.,


N.O., Sal, Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., Wat., Utr.

Zonnedauw-jPr., Vlie., O.Dr., Sal., L.N., N.L., Br.0., Uir. Zünnendouw-TM;., Sal., Gr.Z.


Ylaamsche namen: Loopig kruid (P.), Yliegeyanger (P.), Zonne- dauw (B.).


Oude namen: Loopich cruydt (Dod.), Loopich cruyt (Dod.), Sondauw (Dod.).


Ebuluni Grcke.

Ebulum humile Grcke. Zie Sambucus Ebulus L.


Ecbinoehloa P. B.

Echinochloa Crus Galli P. B. Zie Panicum Crus Galli L.


Echinodorus Rich.

Echinodorus ranuneuloides Engelm. Zie Alisma ranunculoides L. Echinospermum Sw. Zie Lappula Bupp.


Echium Tourn.


Echium vulgare L.

Adderkop.

Slangekrüd-FV.

Slangenhoofd.

Slangenkop-TFa?.


Sla 11 genkrui d.

I Slangenkroed-A.0., Tiv., Sal.,

I Slangenkruid-Gr.Z., W.Fr., Ulr. 1 Wal.

1 Ijzerkruid.


Oude naam: Slangenhoofd (Dod.k Ylaamsche naam: Wilde distelen (P.).


Gr.Z. , Dn..


Ëlisnia Buchen.

Elisma natans Buchen. Zie Alisma natans L.


90


ELODEA, ELYMUS, EMPETRUM, ENDYMION, EPILOBIUM.


Elodea Rich.


Elodea cauadensis Ca«p. W a t e r p Engelsch ruigt-t/7^.

Engelsch

Flah-Z.H.

Flags-i^r.

Floks--Er.

Gruit-r.5.


s t.

Japaneezenkruid

Professerskruid-Gr.Z.

Studentenroet '^yOr.

Waterpest--Fr., O.Dr., N.O., Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Utr., Z.R.


Elymus L.


Elymus areiiariiis L. Z a n d h a v e r.


Blauwe zandhaver-Tw. Engelsuikerriet.

Gelde rogge-i^r. Gemeene zandhaver.

Apeldoorn.

II e hweit-Pr.


Koorngras.

Valsche weit.

Vliegzand(ig)gras.

Zandhaver-^ai.

Zeehaver.

Zeerogge.


Oude naam: Ander spartum van desen lande (Lob.). Vlaamsche namen: Duinhelme (B.), Halm (B.), Halme (B.), Zeehaver (B.).


Empetrum uigriim L.

Alpenbes.

Alpenbezie. Besheide-W.P’r. Beziëndragende heide. Heib es- Jïardew&er^. Heideappeltjes.


Empetrum Tourn.

K r a a i h e i d e.

• Heide-met-zwarte-vruchten.

I

Heidinne-O.Hr. Kraaibes-A^Eek Kraaiheide-iSaZ., W.Fr., Utr. Mosheide.

I

I


Endymioii Dum.

Endymion nutans Dum. Wilde hyacint.

Boschjacint. | Kruidnagels-TfaL

Hopnagel-Z7^r. j Nagelbloem-Gr.

Kannetjes-WaL | Wilde hyacint-Z7^r., Du., Wal.

Oude naam: Gemeyne hyacinthen (Dod.).


Epilobium L. Basterdwederik.

Barstaardwederik-AaZsmeer.


Oude namen: Bastaertwederick (Dod.), Bruin wederick (N.H.). Vlaamsche naam: Sluimwederik (B.).


1. Epilobium angustifolium L. W i

Basterdwederik-Z7^r.

Dondertoren-.Z.X.

Haarlemsche huid.


Igenroosje.

Hardijzers-AaZsmeer.

Kattestaart-E'r., N.O., Sal., Br.0., Gr.Z.


1) Het heet, dat leerlingen der voormalige landbouwschool te Haren, zoogen. akkerstudenten, deze plant in slooten vap Groningen hebben gebracht.


BPIPACTIS, EQUISETUM.


91


Koekoeksbloem-^.i. Slangebloem-Dr.&eM.'., N.Yel. Slangenkruid. Weddenblomen ^yAchth. Vlaamsclie naam:


Weddenroosjes-^cTiif^. Wilde salie.

Wilde selve-Gr.Z. Witbeen.

St. Antoniuslelie (P.).


2. Epilobium hirsutum L.

Oude Avijven.

Roede waterwederik.

Wilde peppel.

Wilde salie.


Groote basterdwederik. Wilde selveW.0. Wilde zelve. Wilgenroosje-Wa/.


3. Epilobium parviflorum Schreb. K 1 e i n b 1 o e m-b a s t e r d w e d e r i k. Wilde selve.


Epipactis Rich. Wespenorchis.

Moeraswortel. | Nieskruid.


Equisetum Tourn.

Heerenmoes-Tï^;.

Heermoes.

Hermoes-Tzi;.

Holpijlk-J’r.

Kattestaart-ye/.2r.j Sch., Tw., Z.B., Z.VL, L.v.H.

Kouwedea-i^r.

Lidrusk(e)-Pr., Gr.

Malgüd-Pr.

Oude namen: Peertssteert (G.H.) Ylaamsche namen: Doodkeerse (B.), Peerdesteert (B.), steert (B.).


Paardestaart.

Naaldekoker-Gr.

Paardestaart--Fr., Sal., Gr.Z., L.N.

Z.L., Z.R., Z.B., Z.Vl. Roebob/Sö^l.

Roobol-jPr.

Rügebol--Fr.

Schachthalm.

Schuurkruid.

Watermuur.

Peertsteert (Dod.), Pertsteert (G.H.). (B.), Kattesteert (B.), Kokerij eskruid (B.), Sint Pietershout (B.), Wepel-


Heermoe s.


1. Equisetum arvense L.

Aardeelers.

Akkerpaardestaart.

Akkerpest-iY.0., Sal., W.Fr. Biezenake-Pr.

Haarhuis.

Harmoes-Am.

Heerbuis.

Heeremoes-Z.P., Y.B. Heerenmoes-T2ü.

Heermoes-Gr., Br.0., Br.W., TJtr., Z.H., Y.B., Wal.

Heremoes-Rr.0., Z.H.

Heringmoes.

Hermoes-TM.-., Yelz., Gr.Z., Z.H. , Y.B.


Kattekroet-.^.P.

Kattenstart-Gr.Z., Achth. Kattestaart-Gr., Fr., N.Yel., N.L., Z.L., Wat., Kenm., Y.B., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.Yl. Kattestart-TM;., Gr.Z.

Kattestirt-Pr.

Koevergif-Pr.

Kwadenaard-Pr., Z.H.

K\vdidendiSLYi-Fr.{Woudstreek).

Kwadernaet-Pr.

Lede(n)kruid.

Malgoed-0. I>r.

Malgüd-Pr.


1) = wilgenbloemen.


92


EQUISETUM.


Xaaldekoker-Z.iï., Du., Z.Tl. Koeho\-Fr.(kleistreeJc), O.Dr., Sah, Gr.Z.

Roebolt-X.FeZ.

Ro(e)wbolt-TM;.

Roobol-Gr.j F.O., Dr.beu'., O.Dr., Sal. Roitestui-Fr.{OostdongeradeeJ). Rouwbol-5'flZ., Achth.


Piügebol-Gr. (^Vesterkwartier), Fr. Rükehol-Schg.

RuwhoM-Sal., Gr.Z.

Unjer-iY.0., Gr.Z., W.Fr., Wat., Kenm. Unnder-T.

Veldpaardestaart.

Yossestart-Z.i.


Oude namen: Cattensteert (Dod.), Cleyne peertsteert (Dod.). Ylaamsche namen: Hermoes (P.), Kattestat (P.)j Kattesteert(en) (P.), Kattesteirt (P.), Kattestêt (P.), Kattestjeet (P.), Katte8tjèten(P.), Peerde- steert (P.), Rattesteerten (P.), Yeuschestjèten (P.), Yosscliesteert (P.).


2. Equisetum hiemale L.

Kannewasscher.

Lidrusch-O.jDr.

Ruwe paardestaart-trr.Z. Schaafgras.

Ylaamsche naam:


Schaafstroo.

Schaafstroo-X.0., Gr.Z., W.Fr., Schatstroo-Sal. Schrijnwerkersbiezen. Schuurbies.

Schuurbies (P.).


3.


Equisetum limosum L.


H o 1 p ij p.


Aardeelers.

Brekebeen-FeZ2'., Z.H.

Breke\-Z.H.

Fluitpijp-Ta?.

Hermoes.

Holpiep-5^ak

Holpijp-F’r., O.Dr., Tw., Sal., Z.VI. Holschacht-d-cy^^/?.

Kattestaart-Z.i., Br.0.


Lidrusk-jPr.

Olie russchen-i.'y.y.

Pijphermoes.

Pijpkruid.

Rijt.

Schaafstroo-Gr.Z.

Slikpaardestaart.

Slootpijp-O.Dr.

Yossestaart-Z.TY.


Oude naam: Groote peertsteert (Dod.). Ylaamsche naam: Holpijpen.


Du.


4. Equisetum palustre L. L i d r u

Aardeelers.

Harmoes-A?».

Heerbuis.

Heer(ing)moes.

Hermoes-Z.JÏ.

Holpiep-Gr.

Holpijp-iSaP

Houtpijp-F’r.

Kattenstart-Ac/i^/i. Kattestaart-Rr.O.,Z.-B., Z.Vl.

Klein heermoes.

Kleine waterpaardestaart.

Koevergif.


5 c h.

Kouwedéa ^)-Fr. Kwadenaard-i^r.(Grottw;), Z.H. Kwadernaad.

Kwadernaat-P'r.

Kwaje unjer-TP.Fr. Lidrusch-Dr.&eir'., O.Dr., N.0. j Lidrusk-Gr., Fr.

Lidruske-*Sf.

Moeraspaardestaart.

Naaldekoker(s).

Onneit ^)-Gr.

Roehol-O.Dr., Sal. Roegebol-F’r.


\) = Koeiendood. 2) = oneet.


ERANTHIB, ERICA, ERiaERON.


93


Roekehol-ScJig. RuigeboL

Roewbol-Tw. RnjeT-W.Fr., Wat.

Roobol-Gr., Dr.bew., O.Dr., N.O., Sal. Unnder-T.

Roode ïSitel-Dr.hew. . Unijt '^)-Fr.

Ylaamsche namen: Hermoes (P.), Kattestat (P.) enz. als E. arvense, bovendien Meerschkattesteert (P.).


5. Equisetum silvaticiim L.

Roschpaardestaart. Schuurbies. •


Roschpaardestaart.

Schuurriet-iV.0.


ErantMs Salisb.


Eranthis hiemalis Salisb. Winterakoniet.


Akoniet jes-R'.i^r., Wal. Eidooiers-Gr , {W esterhivartier). Gele winterbloem.

Kleine gele wolfswortel. Lentebloem.


Winterakoniet-0. Dr., TF.-Fr., Ütr.,Vt’al. Winterakonietjes-A^.L.

Winterbloem.

Winterlentebloem-D?^.

Wolfswortel.


Oude namen: Heylig kerstcruyt (N.H.), Viercruyt (N.II.), Winter- wolfswortel (Dod.).

Vlaamsche naam: Yastenavondzotjes (P.).


Erica Trn. Dopheide. 1. Erica Tetralix L. Dopheide. Bezemheide-TM;., Gr.Z., Br.0., L.v.H.

Dopheed-Tw.

Dopheet-^c/h/^.

Dopheide-Gr., St., Fr., O.Dr., N.O.,

Sal., Velz., Gr.Z., W.Fr., Utr., Z.H. Dopjeshei-Dr.&et^;.

Dopjesheide-zSah Doppies-Gr.

Fijne heide-E'r., Br.0.

Grauwe heide.

Heed-Tïü., Sal., O.Vel., Gr.Z., Kenm.


Rqi-N.L., Z.L.

Heibloempje-Z.X.

Heid-T.

Heide-Pr., Tg., Gr.Z.

Heiplantjes-Wah

Honighei.

Honigheide.

Kikkerbloem-T^.

Knopheide.

Topheed-Gr.P.

Zevenklappers-iV.P.


Ylaamsche namen: Boenderhei (P.), Bommelhei(de) (P.), ïïeed (B.), Heibloemke (B.), Heibloemen (P.), Heiblommen (P.), Heide (P.), Heiblom (P.), Heide met klokskes (P.), Hommelehei (P.), Hommel- hei(de) (P.), Krabberhei (P.), Temheed (B.).

2. Erica vulg-aris L. Zie Calluna vulgaris Salisb.


Erigeron L. F" ij n s t r a a 1.

Fijnstraal-Z7^r., Du.

1. Erigeron acer L. Scherpe fijns tra ai.

Blauw bijtend donderkruid. | Donderzaad.

Blauw bijtend donderzaad. | Scheipe fijnstraal-ll'.Fr.


1) unijt =: oneet.


94


ERIOPHORUM.


2. Eri^eron canadeiisis L. Kanadeesche fijnst raai.


Vlaamscbe namen: Ontzwelkruid (P.), Sparrekruid (B.), Sperre-

kruid (B.).

Eriophorum L.

W ollegras.

Beddepluus-5aZ.

PluusgrasW.L.

Bosjes-F.i?.

Poesjes-Fr.

Bot-op-de-lever.

Poeskes-Gr.0.

Fennepluus.

Veengras-V.FeZ.

Heidepluus-SaZ., Or.Z.

Veenpluizen*»SaZ.

Katoen-T.

Veenwol-V.TFZ.

Katoenbies.

Veldpluim.

Katoenbloem.

Venneplüzen-Tï^;.

Katoengras.

Vlokkebies.

Kottoenkruid.

Wollegras-TF., O.Dr., Tw., SaJ., N.Vel.,

]\Ioarken-i^r.

Gr.Z., Utr., Z.H., Du.

]\Iorke.

Zijdeballen.

IMorketop.

Zijdebies.

Pluisjes-F.B.

Oude namen: Hirsgras (Dod.), Lischdoddegras (Dod.), Mattenvlas

(Dod.), Winthalme (Dod.), Wollegras (Dod.).

1. Eriophorum angustifolium Rth. Zie Eriophorum polystachyum L.


2. Eriophornm polystachyum L. V e e n p 1 u i s.

Dottergras-FeZ^-.

Driemoorke.

Flok-J’r.

Heidepluus.

Kapok.

Katoenbiezen.

Katoenbloem.

Katoengras-O.Dr.

Kwastje.

]\Iattegras.

]\Iattevlas.

]\Ioeren.

Mooren.

Vlaamscbe namen: ïïeipluiskens (P.), Pliiskens (P.), Wolgras (P.).


Poesje.

Yeenhamels-Z7Zr.

Veenhommels-C/Zr.

Veenpluis-*SflZ., Gr.Z.

Veenvlok-O.Dr.

Venepluus-(T.\Z.

Vennepluus-Gr.Z.

Venpluuzen-Tw’.

Vlokbies.

Vlokken.

Wolgras.

Wollevlas.

Zijdebiezen.


3. Eriophorum Taginatum L.

Biesgras-Gr.

De moeren.

DottergrasW.0.

Driemoorken-W.

Flok-Gr., Fr., Dr.beiv., O.Dr. Kapokbloem-TFaZ.

Lok-Gr., Dr.hew., O.Dr.

Lokken.


Wollegras.

I Mattegras.

I ]\Iattevlas. Moarke-F’r. Moer.

Vlonnikspruik. Mooren-Dr.&e^^.'., Moorke-Gr., St. I Ossenvleesch.


O.Dr.


ERODIÜM, BROPHILA, ERUCASTRUM, ERYUM, BRYNGIUAI.


95


Pluus-O.Dr.

Smppegêrs-P'r.

Tas.

Törfflok-6rr.


Veenpiel.

Veenpluis.

Vlokbies.


Erodium L’Herit. Eeigersbek.

Euversneppen-(xr.Z. Reigersbek-Pr., N.O., N.Vel., Gr.Z.,

Harken-iV.i. N.L., W.Fr., Utr., Du., Goe.

OievaarsbekTT.T'r.


1. Erodium cicutarium L’Herit.

Earrebarrebek ^)-Fr.

Gewone reigersbek-TE.jEr. Hanekam-i>.jb.


Reigersbek.

Kraanhals-Gr.Z.

Ooievaarsbek.

Storksnavel-Tw.,


SaL,


Gr.Z.


Oude namen: Craenhals (N.H.), Cruypende oyevaersbeck (Dod.), Herdersnaelde (N.H.).

Ylaamsche namen: Duivelsklauw(en) (B.,P.), Kraaibek (B.), Kraaienklauwen (P.).


2. Erodium moschatum L’Herit. Muskusreigersbek. Muskusplant.


EropMla D. C.


Erophiia Terna F. Meijer. Vro

Aapjesmos-iV.yeZ.

Armoe-Z.B.

iVrmoedje-^.L.

Grutjes-T/^oZ.

Hongerbloempje-jPr., Tw.

Klein bollekenskruid. Kommerbleumpkes-AcZiZZ^ .


g e 1 i n g.

Kommerkroed-Tw;., Sal., Gr.Z.

Mager mannet je-Z.L. Menschenvet-.^.i?.

Taschkruid.

Voorjaarsvroegeling-A.EeZ., W.Fr., Z.R., Du.

Vroegeling-E’r., N.O., Tw., N.L., Utr.


Oude namen: Eerste paronychia (Dod. ; de tweede is Saxifraga tridactylites), Gremeyne paronychia (Dod.).

Vlaamsche naam: Meerbloem (B.).


Erucastrum Presl.

Erucastrum Pollicliii Sch. et Sp. S c h ij n r a k e t.

Schijnraket. | Wilde raket.

Oude naam: Rakette (Dod.).

Ervum Tourn.

1. Ervum hirsutum L. Zie Vicia hirsuta Koch.

2. Ervum Leus L. Zie Lens esculenta Mnch.

3. Ervum tetraspermum L. Zie Vicia tetrasperma L.

Eryngium Tourn.

Blauwe stikel-E'r. ' IIoutstikel-EV.(2'an^Z5ZreeZ>:).

Diesels-Tw. | Kroesdistel.


1) earrebarrebek ooievaarsbek.


96


ERYSIMÜM, BRYTHRAEA.


Kruiddistel. | Zonder-einde.

Kruisdistel-O.Dr., N.L., Utr., Du. \

Oude namen: Croesdistel (N.H.), Cruysdistel (N.H.), Kruysdistel (Kil.), Sonder eynde (Kil.).


1. Eryngiiim campeslre L.

Donderdistel.

Honderthoofden.

Merwortel.

Onrust-r.5.

Paardendistel-XO.


Kruisdistel.

Stikel-5f.

Tommeldistel-T^^;.

Tuimeldistel.

Veldkruisdistel.

Wallendistel.


Oude namen: Croeschdistelen (G.H.), Cruisdistelen (G.H.), Cruijs- distele (Dod.), Kroesdistelen (G.H.).


2. Eryngiam maritimam L. Zeedistel.


Blauwe distel-TT’aZ.

Blauwe stiekel-J’r., Tg., O.Dr., Wal. Blauwstiekel.

Duinstekel-irai.

Duivelsnaaigaren-T'eZ^^.

E(i)ndeloos.

Kruis wortel-d-c/zf/^, Thol.


]\Ieerdistel-Dit.

i\Ieerkruisdistel.

]\Ieerwortel.

Stekel-Z.B.

Zeedisiel-W.Fr., Z.H. Zeekruisdistel-TFaL Zeestekel-Tka/., L.v.H.


Oude naam: Cruyswortele (Dod.).

Ylaamsche nam* en: Endloos (B.), Endlooze (B.), yrouwedistel (B.).


Onze lieve


Erysinium L. Steenraket.

Steenraket-TT’.Kr., Du.

1. Erysinium Alliaria L. Zie Alliaria officinalis Andrzj.

2. Erysimum cheiranthoides L. Steenraket.


Gele waterkers.

Groote wilde kers-Z.iï. Hardijzer-F.-B.

Kleine knopkiek-Gr.(0/da/y?6^).


Knopkiek.

Wilde cameline. Wilde dragon-KeZ2^.


Erytliraea Rich. Duizendguldenkruid.


Centaurie.

Centaurik.

Centauris-T7ie., Tg. Duizendguldenkruid-Gir., Du.


Haverinen-A.

Kruien-T.

Santorij.


Oude namen: Cleyn centaurie (N.H.), Santorie (N.H., Kil.).


1. Erythraea Centaurium Pers.

Aardgal.

Duizendkruid-Gr.Z.

Gal der aarde. Honderdguldenkruid.


Duizendguldenkruid. Klein duizendguldenkruid. Kleine santorie. Koortsbloemen-Z.y^. Koortskruid- A'ew?w.


ESCHSCHOLTZIA, EUONYMUS, EUPATORIUM.


97


Roodschoone.

Ruigbloem.


Saffraan.


Oude namen: Centauren (M.N.), Cleen centory (Hond.), Cleyn centaureum (Dod.), Duisentgulden (Gr.H.), Hondertguldencruyt (Hond.), Santorie (G.H., Dod.).

yiaamsche namen: Galle boven de aarde (B.), (jalle der aarde (B.), Koortsebloem (B.), Koortsenbloem (B.), Koortskruid (B.), Kutse- kruid (B.), Santorebloemekes (P.), Santoriebloem (P.), Santoriebloeme- kens (P.), Wilde truizelaar (B.).


2. Erythraea linariaefolia Koch. Zie Erythraea littoralis Fr.

3. Erythraea linarii folia Pers. Zie Erythraea littoralis Fr.

4. Erythraea littoralis Fr. Strand-duizendguldenkruid.


Haverine.


Eschscholtzia Cham.

Eschscholtzia californiea Cham. Eschscholtzia.


Paapjes-Wa^.

Scholtzia’s-.^eeZflwd.


Slaapmutsjes-Ty.,


Zeeland.


Euonymus L.


Euonymus europaeus L. Kardinaalsmuts.


Heier-GV.

Kardinaalshoed-Di^. Kardinaalsmuts-Gr., Velz., Utr., Du., Wal.

Kruusholt-Ttr.

Luizenboom.

Papekullenhout-Gr.Z.

Papenhoed-WaZ.

Papenkullen-Gr.Z.

Papenmuts-O.Rr., Yelz., Gr.Z., Utr., Z.R., Wal.

Pennenholt '^)-Tw.


Popkullen-O.Dr.

Poppendoppies-O.Dr.

Rupsenboom.

Spilboom-O.Dr., 8al., Achth. Verborgen oran]■eklantjes-^)^^. Voelboom-O.Dr.

Vogelkers-S'öZ.

Vuilboom-O.Dr.

W aterhout-Gr .Z. Wespenboom.

Wilde koffieboonen-WG.


Oude namen: Paepenhoed (Kil.), Papenhout (Dod., Kil.), Spindel- boom (Kil.), Spindelhout (Kil.).

Vlaamsche namen: Kruisbezielaar (P.), Kruiskenshout (P.), Pape- moesjkes (P.), Pape(n)hout (P.), Pape(n)mutsen (P.), Pape(n)mutsen- hout (P.), Pastoorsboom (P.), Pinnekenshout (P.).


Eupatorium L.

Eupatorium eannabinum L. Leverkruid.


Boeltjeskruid. Hertsklaver. Hommelskroet-.?^.G. Jeneverbloem-5c/<., Thol.


•leneverkruid-Scli., Thol. Koninginnekruid-Tr.Fr. Leverkruid-GZr., Du., Wal. Waterhennep.


Oude namen: Boelkenscruydt (Dod), Boelkenscruydtinannoken


I) Men maakt er schoenpennen van.


7


98


EUPHORBIA.


(Dod.), Boelkenscruyt (N.H., Hond.), Menghe (Kil.), Wilde savie (G.H.). Vlaamsche namen: Bloedplant (B.), Boelkenskruid (B.), Yerkens- krnid (B.).


Euphorbia L. Wolfsmelk.


Bollenkruid-Gr.Z. Düvelsdrek-i^r. Heksenmelk. Oude namen


Licve-vrouwemelkplant. Wolfsmelk-Gr., Sal., Gr.Z., N.L., W,Fr., ütr., Z.H., Du., Wal., Z.Vl. Duyvelsmelck (N.H.), Wolfsmelck (G.H., Kil.).


1. Euphorbia Chamaesyce L. Kleinste wolfsmelk. Oude naam: Oleynste duyvelsmelck (Dod.).


2. Euphorbia Cyparissias Scop. Cypreswolfsmelk.

Oude namen: Cypressen wolfsmelck (Dod.), Smale wolfsmelck (G.H.).

3. Euphorbia Esula L. Heksenmelk.

Heksenmelk-O.-Dr., Tic., Sal., Gr.Z., \ Kleine ezula.

AcJiih. Kleine spurge.


Oude naam: Ezula (Dod.).


4. Euphorbia Glerardiana Jaeq. Z a n d w o 1 f s m e 1 k.

Heksenmelk-O.Hr., Gr.Z., Achth.


Oude naam: Eerste wolfsmelckmanneken (Dod.).


5. Euphorbia helioscopia L. K r o o n t j e s k r u i d.


Bolkroed-Hc/if/i.

Duivelskool-iY.i.

Heksenmelk-Gr.Z. Kroontjeskruid-Z.i., W.Fr., O. F., Sch., Wal., Z.Vl.

Papekloot-Hr.


Roomkruid.

Sjalappe-Z.T7.

Wrattekriiid-T., Wal. Zilver-onder-water-Goe., Thol. Zonnewende -Gr.Z. Zonwolfsmelk.


Oude namen: Geytenmelck (N.H.), Groote wolfsmelck (N.H.), Sonnevolgende wolfsmelck (Dod.), Sonnewendende wolfsmelck (Dod.). Vlaamsche namen: Kraan tjeskruid (B ), Kroonkenskruid (P.), Kroontjeskruid (B.), Melkjeskruid (B.), Melkkruid (P.), Melkwied (P.), Toontjeskruid (B.), Tuchtekruid (B.), Tuclitigkruid (B.), Wartekruid (P.), Wertenkruid (P.) Wettekrooid (P.), Wettenkruid (P.), Wrattekraud (P.), Wrattekruid (P.), Wortekruid (B.).


6. Euphorbia Lathyris L.

Blanket-Pr.

Duivelsdrek-jPr.

Duivelsmelk-PV.

Kledie kakboon.

Klein springkruid. Koffieboon-M. Alolkruid-Z.i. ]\Iolmoesekroet-.^.X.


K r u i s b 1 a d w o 1 f s m e 1 k. i\Ioolkruid-Z.i. Rattekroet-Z.X.

Ro rkiu'd

Schijtkruid.

Sporiezaad.

Springkruid.

Spurgie.

Wonderboom.


Oude namen: Schytcruyt (N.H., G.H.), Sporien (Kil.), Spreng- wortele (G.H.), Sprinckkoren (Kil.), Spriuckkruyd (Kil.), Sprinckwortel


EUPHEASIA, EXACUM, EABA, EAGOPYRUM.


99


(Kil.), Springcruyt (N.H., Dod.), Spriogwortel (N.H.), Spuergie (Kil.), Spurgel (Kil.).

Vlaamsche nam en: Appelkwint (P.), Mollenkruid (P.), Eattekraiid (P.), Kattekruid (P.), Schijtnoten (P.), Spurge (B.), Wollsmelk (B.).

7. Euphorbia paliistris L. Duivelsmelk.


Duivelsmelk.

Düveldrek--Fr.

Duvelsmelk-Ttf., Sal., Gr.Z. Groote ezula.


Groote spurge. Groot speenkruid. Waterwolf smelk.


8. Euphorbia Paralias L. Z e e w o 1 f s m e 1 k.

Zeewolfsmelk.


Oude naam: Seewolfsmelck (Dod.).


Euphorbia Peplus L. T u i n w o 1 f s m e 1 k.


Böllekroed-Tw;., SaL, Gr.Z. Heksenmelk-O.X)r., Tu\, Sal., Gr.Z. Achth.

Kleine spurge.

Kroontjeskruid-TkaL, Z.Vl.


Sjalappe-Z.FL

Tuinwolfsmelk-Z.y/.

Wrattekruid-Z.17.

Zilverblad-TF.i^r.


Oude namen: Duyvelsmelck (Dod., Kil), Peplus (Dod.). Vlaamsche namen: alsE. helioscopia.


10. Euphorbia platyphyllos L. Breede wolfsmelk. Oude naam: Breede wolfsmelck (N.ïï.).


Euphrasia Tourn. Oogentroost.


Eagetreast-Pr.

Lantarentjes-O.J'.

Oogenklaar-O.Dr.


Oogentroost-Gr.Z., N.L., Z.L. Oogetroost-TT'.EV., Utr., Du. Réade eagetreast--Er.


Oude naam: Ogentroost (M.N.).

1. Euphrasia iiemorosa Pers. Oogentroost.

Klaaroog. | Klaarooge.

Oude namen: Claerooge (Dod.), Klaerooghe (Kil.), Oeghentroest (G.H.), Ooghentroost (Kil.), Oogentroost (K.H.. Hond., Dod.). Vlaamsche namen: Makeblijde (B.), Oogentroost (B.).


2. Euphrasia Odoiitites L. Roode oogentroost. Oude naam: Oogentroost (Dod.).


Exacuni Fl. B. S.

Exacum filiforme Fl. B. S. Zie Cicendia filiformis Del.

Faba Tourn.

Faba vulgaris 3Iiich. Zie Vicia faba L.

Fagopyruni Tourn. Boekweit. 1. Fagopyruni eseuleiitum Mneh. Boekweit. Boekend. ' | Bockeneweit.


100


FAGOPYRUM, PAGUS.


Boekent-iV.yeL, Velz., L.N., N.L., Z.L., Br.0.

Boeket-Z.jL.

Boekhee-jL.v.i/.

Boekweit-J’r., JV.0., O.Br., Tw., Sal., Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.H., O.F., Goe., Wal., Z.Vl., L.v.H. Boekweite-M.

Boggent-jBr.0.

Bokkel-Fr.{zandstree]i:).

Bokweet-jPr.


Bokwit--Fr. Bookent-jC.iV., N.L. Bookentj-Z.L. Bookweite-T^<;., Achth. Bükweit- J’r . (Jdeistreek). Gewone boekweit. Grauwe boekweit. Heidekoorn.

Heidel.

Kleien.

Weit.


Bokw GA-Fr.(zandstreeF). Wiet-^.yZ.

Oude namen: Bockweydt (Dod.), Boeckweyt (Kil.), Boecweit (M.N.), Boecweyt (M.N.), Boucweit (M.N.), Boucwyt (M.N.), Bueckenweydt (Dod.), Bueckweyt (Kil.).

Vlaamsche namen: Boeké (P.), Boekeit (B.), Boekert (P.), Boeket’ (P.), Boekheit (P.), Boekbiet (P.), Boekwaa (P.), Boekwee (B.,P.), Boek- weet (P.), Boekwei (P.), Boekweit (B.), Boekwiet (P.), Boggert (P.), Bokwei (P.).

2. PagopYrum Fagopyrum Karst. Zie Fagopyrum esculentum Mnch.

3. Fagopyrum tataricum Gaertn. Fransche boekweit.


Bookweitewinde-Z.i.

Fransche boekweit-*SaL Fr anschmannen-.^.y L Kleien.

Koordsche boekweit.

Reeboekweit.

Siberische boekweit.

Vlaamsche namen: Boekeit Tnrksche boekwei (P.).


Tataarsche boekweit.

Turksche boekweit.

Wilde boekweit-O.Dr., Sal., Velz., Achth., N.L., Br. O., Br.W., Du., O.F., Goe., Wal., N.B.

Wijlde boekwet--Fr.

(B.), Boekwee (B.), Boekweit (B.),


Fagus L.

1. Fagus Castanea L. Zie Castanea sativa Mill.


2. Fagus sÜTatiea L. Beuk.

Beek-Vlie.

Beuk-’^ B., Tg., O.Dr., Tw., Sal.,

N. Vel., Velz., N.Bet., N.L., Z.L., Br.W., W.Fr., Wat., Go., Utr., Z.H., Du., V.B., O.F., Thol., Wal., Z.Vl.

Beuke-T^^J., Sal., Gr.Z., Achth., Z.B., Wal.

Beukeboom-Z.iZ., V.B., Sch., Wal., Z.Vl.

Beukeboum-V.i.

Beukelaar.

Beukenboom-Jï-it., St., Fr., N.O.,

O. Dr., Tw., Sal., Velz., Gr.Z., Achth.,


N.Bet., Lij., W.Fr., Utr., Du., O.F., Sch.

Beukenoot.

Bikenotenboom-R.'y.iï.

Boek--Fr., Kenm.

Boeke.

Boekeboom-T., W.Fr., Wat., Du. Boekelbeam-F'r.

Boeken--Fr., T., O.F. , Boekenbéam-jPr.

Boekenboom-jPr., Velz., Gr.Z., Wal., Z.Vl.

Boekenoteboom-Wa^., Z.Vl.


TARSETIA, EEDIA, EESTUCA.


101


Bokelaar.

^okkoboovci-Dordrecht. Bruine beuk. Bueckeboom-iV.i., Thol. Buekenbéam-/Sc/i^. Buik-Gr., W.

Buikeboom.

Buikenboom-Gr.

Bük-O.yeZ.

Buke-Gr.Z., L.N.


Bukenboom-jBr.0., Br.W.

Buuk./S'^., Velz., Gr.Z., N.Bet., Ly., Br.0., Br.W., ürk.

Buijk-Z.X.

Gemeene beuk.

Gewone beuk.

Purpere beuk.

Roode beuk.

Treurbeuk.

Zwarte beuk.


Vrucht:

Beukeeker {Z.L.).

Beukelkoorn {Tw., SaL, Gr.Z.). Beukeneikel {Z.L.).


Boeket (Fr.). Boekeneuten (Kenm.), Book (Achth.).


Oude namen: Boecke (Kil.), Boeckelaar (N.P.), Boeckenboom (Kil.), Boeke (M.N.), Bokke notenboom (N.P.), Boucke (N.P., M.N.), Bouke (M.N.), Buecke (Kil.), Bueckeboom (Kil.), Bueckenboom (Kil.), Boeken- boom (Dod.).

Vlaamsche namen: Beuk (B.,P.), Beukenboom (B.,P.), Biek (P.), Boek (B.,P.), Boekboom (B.), Boekeleer (P.), Bokkenboom (P.), Book (P.), Bukeboom (P.), Buuk (P.).


Farselia E. Br.

Farsetia incana R. Br. Zie Berteroa incana D. C.


Fedia Gmel.

Fedia olitoria Gmel. Zie Yalerianella olitoria Poll.


Festuca L. Zwenkgras.


Zwenkgras-lF.i^r., Du., Wal.

1. Festuca distans Kth. Zie Glyceria distans Wblnbg.

2. Festuca duriuscula L. Hard zwenkgras.

Oude naam: Spletter (Kil.).

Vlaamsche namen: Mieregras (B.), Spleet (B.), Splete (B.).


3. Festuca elatior L. Beemdlangbloem. Beemdlangbloem-Gr.(Wes^er/:w’arh‘er), Haverbunt-O.H.

Velz., Z.H., O.F., Wal. Hooge dravik.

Bruine meele-Sal.

4. Festuca heterophylla Luik. Zie Festuca duriuscula L.

5. Festuca maritima Nyman. Zie Glyceria maritima M. et K.

6. Festuca OTina L. Schapen gras.


Amelandsgras.

Keeggras.

Kleine boender-Sï.


Schaapsdravik.

Schapengras-Tt<;. Schapenzwenkgras-TP.FV., Z.JL


102


PICARIA, riLAGO, TOBNICULUM.


Oude naam: Spletter (Kil.).

Vlaamsche nameu: Spleet (B.), Splete (B.), Shoek (P.).

7. Festiica pratensis Huds. Zie Festuca elatior L.

8. Festuca thalassica Kth. Zie Glycoria maritima M. et K.


Ficaria Dill.


1. Ficaria rauunculoides Moench.

2. Ficaria verna Huds. S p

Beuterblommen-.^.jB.

Boterbloem-6ï., W.Fr., Ouderkerk. Boterbloemetjes-X.'y.Jï. Boterbloempje.

Bótterblóme-Tt^7., SaL, Gr.Z.

Gouwe.

Haagboterbloem.

Haneklootjes.

Hoanekloatsjes-i^r. ... Ksittenklooijes-Noord-Holland. Kikkertsbloem-i^r.

Kleine hoierhloem-Fr.{Grouw), Z.L. Kleine celidonie.

Kleine gouwe-KeZ^-.


Zie Ficaria verna Huds. i d.

Klein speenkruid.

Klein zwaluwenkruid.

Klierkruid.

Oelekebloem-Hc/i^/i.

Papenklooten-Z.H.

Pinksterblommen-Z.B.

Ranonkel-Gr.

I Speendistel.

Speenkruid-zS^., Fr., T., O.Dr., N.O., Tw., Sal., Gr.Z., Velz., Achth., N.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Du., Goe., Wal.

Vroege hoierhloem- Apeldoorn. Vijgwortel.


Oude namen: Beverscul (M.N.), Cleyne gouwe (Dod.), Cleyn gouwe (N.H.), Cleyn schelwortel (N.H.), Speencruydt (Dod.), Speencruyt (N.H., Hond.), Spenkruyd (Kil.).

Vlaamsche namen: Haagboterbloem (B.), Kleine boterbloem (B.).


e e n k r u i d.


Filago Tourii. Yiltkruid.

Draadkruid. Schimmelkruid.

Reurkruud. Viltkruid-t/^r.

Roerkruid.

Oude namen: Filago (Dod.), Ruercruydt (Dod.), Zeekatoen (Houttuyn). Vlaamsche namen: Draadkruid (P.), (^raaiskraud (P.), Grijs- kruid (P.), Schimmelkruid (P.).

1. Filago minima Fr. D w e r g v 1 1 1 k r u i d.

Oude naam: Cleyn ruercruydt (Dod.).


Foeniculum Adans.

Venkel.

Roomsche venkel.


1. Foeniculum capillaceum Gil.

Cretasche venkel.

Fenkel-Ttr., Sal., Gr.Z., L.N., Z.L., W.Fr., Wat., Go., Z.H., V.B., Goe., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl. Fienkel-O.J’., Z.B., Wal., Z.Vl. Fiïiekum-Z.L.

Finkel-F’r., Z.L.

Italiaansche venkel.


Venkel-O.Dr., N.O., Sal, N.Vel, Velz., N.L., Z.L., Br.0., Zaanstreek, Z.H., Wal, L.v.H.

Vennekool-zS'öL, Gr.Z., Achth.

I Voenkele.

Zoete venkel.


FRAGARIA.


103


Oude namen: Fenicol (M.N.), Hofvennekel (M.N.), Hofvenneken (M.N.), Venckel (N.H., Dod., Kil.), Venckele (G.H.).

Vlaamsche namen: Fenkel (P.), Foele (P.), Foelli (P.), Foilli (P.), Venkel (B.,P.), Vinkel (B.,P.).

2. Foeniculum officinale AU. Zie Foeniculum capillaceum Gil.


Fragaria Touru. Aardbei.


Aarbezen-.^.yL

Aardbeesjes-T/ioL

xAardbei-6rr., St., Fr., O.Dr., Sol., L.N., Go,, Utr., Z.H., V.B., Goe., Sch., Wal.

Aardbezie--Br.O., Utr., Wal. Aardebei-TF.J’r., Wat. Aerbezems-iV.0., Sch., Wal. Aerehees-V.B.

Aerebei-y.5., Thol.

Aerebeien-Z.jï.

Aerebemes-.^.^.

Aereberen.

Aerebezem-O.-F., Goe., Sch., Thol. Eerbees--Barweve/6?.

Eerbei-Gr.

Eerbeien-O.Dr.

Eerbèze-/SöF, N.L. Y,QiWaQÏQ-Gr.(Wester'kwartier). Eerdbeze-Gr.Z., Bet., Z.L. Eerdhèze-Tw., Sal., N.Vel., N.L. Eèidhëzen-Achth.

E^idoLdd^n- Aalsmeer .

Eerdebei-T., W.Fr., Kenm.

Eerdjebei.

Eerdjebeien-W.

Eerebai-W.E'r.


EQKdhNiQW- Aalsmeer, Z.H.

Eevehei-Hu.

Eerehessen-Utr.

Eerehoi-W .Fr.

EeYijehQien-Gr.{Oldambt).

Elberkens-Z.i.

Erbees-A^.Eel

Erbeie-O.E".

Erhel-Z.L.

Erdbeije-E’r.

Erebezemen-Z.jB.

Ermbezems-.^.EZ.

Errebeesjes-T/ioF

Errebezem-Z.i>\

Errebezen-E.i^.

Errebezies.

Eurbelen-.2^.EF

Freinzen-Z.T7.

Eienjen-Z.Vl.

Frenjes-Z.yy

Frensen-1/ya/., Z.B., Z.Vl. Fresiën.

Frinzen-TEaL, Z.Vl.

lerdbei-Fr.

Ièrrebezen--L.t;.iï.

Kolbèzen-Tïü.

Molbèze-A.X.


Oude namen: Aerdbesie (Kil.), Eerdtbesiencruit (G.H.), Eerdtbesyen- cruyt (N.H.), Eerdtbesien (Dod.), Eertbesien (G.H.), Erdbere (M.N.), Ertbeiere (M.N.), Ertbere (M.N.), Frese (M.N.), Fresie (M.N.), Freyns (Hond.), Hertbeiere (M.N.).

Vlaamsche namen: Aarbeziënbosch (P.), Aardbeier (B.), Aard- bezie (B.), Ardbezie (P.), Ebbees (P.), Ebbere(n) (P.), Ebbezen (P.), Edbezen (P.), Eedsbezen (P.), Eerbezeke(n)8 (P.), Eerbezen (P.), Eerd- beze (B.), Eerdbeziën (P.), Ee(r)d8bezen (P.) Eerebeze (B.), Eirbezen (P.), Erbez(e)n (P.), Erbeziën (P.), Erdbizzeme(n) (P.), Etbezie (P.), Freeshut (P.), Freinze (B.), Frenze(n) (B.,P.), Freze(u) (P.), Frezeplant (P.), Frinze(n) (B.,P.), Ir(re)beziekruid (P.), Jarbezen (P.), Jèdbeze(n) (P.), Jerbezen (P.), Jerbeziën (P.), Jèrebeeze(n) (P.).


104


rHANGULA.


Frag’aria Tesca L. Boschaardbei. Maaiidbloeier-Z.iï.


Frangula Tourn.


1. Frang-ula Alnus Mill. V u i 1 b o

Barsjes.

B asjes.

Blódholt-Tw;., SaL, Gr.Z.

Bloedboom.

Bloedhout.

Boerenrebarber-Z.i^.

Buskruithout.

Bijspijlenhout-J^r.

Doodskralen-O.jDr.

Duivelskersenhout-iV.i.

Else-met-baien.

Hondebeien-J^r.

Hondjeshout.

Hondsburen-Z.X.

Hondskersenhout-Z.B.

Hondsknopp(er)en.

Honnebeishout-jPr.

Honnemichel-J^r.

Honnemigershout

Honzehout-Br.0.

Houtjeshout.

Jeupjes(boom).

Kraaibessen-Z7^r.

Kraibessen-Or.

Kroedholt-Tw., SaL, Gr.Z. Kruudholt-Gr.Z.

Laxeerbast-^.-ff.

Pinnenhout-iV.B.

Pijlboom.


m.

Rambasjes-Z.H.

Sporkenboom.

Sporkenhout-^aL, Gr.Z., Sprakel-Achth.

Sprakelbeeren-TM;. Sprakelenhout-(rr.Z., Achth. Sprekelenhout-jBame-ye^c^. Sproakele-Tiü., SaL, Gr.Z. Sprokhout-Gr.Z.

Sprokkel-O.Dr.

Sprokkelholt-Tiü.

Sprokkelhout-6rr.Z.

Sprokken.

Sprokkenhout-Gr.Z.

Stinkboom-P^r.

Stinkert.

Stinkholt-trr.

Stinkhout.

Voelbeienholt-AS^apAors^ . Voelboom->SaZ.

Voelboum-Gr.

Vuilboom-iV.0., O.Dr., Gr.Z., N.L., Z.L., Utr., V.B., Wal. Vuilboombast-Z.i?. Vuilboomenhout-IF af.

Vuildoorn.

Vuilsparkenboom.

Wakelenhout-(Tr..Z^.


Oude namen: Hondaboom (Kil.), Hontsboom (Dod.), Pielbout (Dod.), Pijlbolt (M.N.), Pijlhout (Dod., Kil., M.N.), Scbijtbezie (Kil.), Sporcken- bout (Dod., Kil.), Stinkeboom (de G.), Yuijlboom (Kil.).

Ylaamscbe namen; Bêstebeziebout (P.), Bêsteknopkesbout (P.), Bloedzijkenbout (P.), Bloedzijkers (P.), Hoenzenbaat (P.), Hondelaar (P.), Hondeleere(n) (P.), Hondaboom (B.), Hondaelaar (P.), Hondabout (B.), Hondaknop (P.), Hondalaar (B ), Honzenbaat (P.), Honzenbijt (P.), Honzenbout (P.), Onzenbout (P.), Oonzenbeit (P.), Peggenbout (P.), Pinnekenabout (P.), Pijlhout (B.,P.), Pijl’nbeit (P.), Pijlapork (P.), Speurkenbout (P.), Sporkenbout (B.,P.), Yuilboom (B.), Yijleboom (B.), Zwart bonzenbout (P.), Zwart aporkenbout (P.).

2. Frangala Yalgaris Rchb. Zie Frangula Alnus Mill.


1) = hondepissershout.


TRAXINUS, PRITILLARIA.


105


Fraxinus Tourn.


Fraxinus excelsior L. E s c h.

Esch-O.jDr., Tw., Sal, N.Vel, O.VeL, Velz., Gr.Z., Achth., L.N., N.L., Z.L., Br. O., Wat., Kenm., Utr., Z.H., O.F., Sch., Z.B., Wal., Z.Vl., L.v.H.

Esk-Gr.,Fr., Z.E.

Eskenbéam-J^r.

Eskenboum-(?r.

E'ë,s,Q- Achth., O.F.

Essche-Tw.

Oude namen: Eisce (M.N.), I Eschenboom (Kil ), Essce (M.N., (G.ïï., Dod.).

Vlaamsclie namen: Es(ch) Essenhaat (P.).


Esscheboom-EV., T., Tw., Sal., Gr.Z., Z.H., Z.B., Wal.

Esschenboom-iV.0., Achth., W.Fr., Wat., Goe., Wal, Z.VL, L.v.H. Gewone esch.

Sleutelboom-Gr.

Vogelbekzaad.

Vogeltongzaad.

3c (M.N.), Esch (Kil.), Esche (M.N.), G.H.), Essche (M.N.), Esschenboom

(P.), Essche (P.), Esscher(e) (P.),


Fritillaria L.


Kievitsbloem-Dw. | Kievitseieren-.^.y/.

Oude naam: Kivitseieren (Dod.).


Keizerskroon.

Z.H., Du., V.B., Kronepriale-d-c/i^/n Kroonimperiaal-^.X. Kroonpriaal-Goe.


Sch., Wal., Z.VL Kenm., L.v.H.


1. Fritillaria imperialis L.

Keizerbloem.

Keizerskroon-Gr., Fr., St., N.O.,

O.Dr., Tw., Sal., Velz., Gr.Z., L.N.,

N.L., Z.L., W.Fr., Amsterdam, Utr.,

Oude naam: Keijserscroone (Dod.).

Ylaamsche namen: Keizersche kroonen (P.), Keizerskroone (B.). Krompreaal (B.), Kissendoppers (P.), Klokke(n) (P.), Kromme lelie (P.), Kroonimperiaal (B.), Kroonepreaal (B.), Paaschklok (P.), Sint Joris- bloem (P.), Twelf apostels (P.), Verkeerde lelie (P.).

2. Fritillaria Meleagris L. Kievitsbloem.


Eierbloem.

Eierplant.

Gespikkelde lelienarcis.

Kievit.

Kievitje.

Kievitsbloem-Er., O.Dr., N.O., Sal., N.L., Z.H., Du., O.F., Sch., Z.B., Wal.

Kievitsblóm-Gr.Z.

Kievitsei-Gr., Thol.

Kievitseieren-Gr., Z.H., Wal., Z.VL Vlaamsche namen: Kievitj (B.), Padde (P.).


Kievitseitje-Goe., Z.B. Kievitseitjes-T., Z.B. Kievitsblóme-Tïü., Sal., Gr.Z. Ljippeblom-i^r.

Mereleer.

Paaschei.

Pinksterbloem-Z.H.

Tulpen-<ScfZ.

Tulp van Goudeba.

Wilde in]i^-St., Sal.

(B.), Kievitsei (P.), Kievitsbloem


106


rUMARIA, GAGEA, GALANTHUS.


Fumaria Tourn. Duivenkervel.


Aardrook. | Kattenkervel.

Oude naam: Duvekervel (M.N.).

Famaria offlcinalis L. Duivenkervel.


Akkerkruid.

Doevenkarvel-Ac/i/Zz,

Duivelskervel-O.Dr.

Duivenkerf-T\i?.

Duivenkervel-J"/-., Dr.beiv., W.Fr., Vtr. Duivenkrop-A\X.

Gemeene duivekervel.


Gewone duivekervel. Grijsekom.

Koegras.

Roode remke-Gr. Vogeltjes.

Wilde kruidnagels--Z^.T7.


Oude namen: Cattenkervel (N.H.), Cattenkervele (Gr.H.), Duyvekervel (Hond.), Huyvencrop (N.H.), Duyvenkervel (Dod.), Eertroeck (G.H.), Eertrooc (O.H.), Eertroock (G.H., Dod.), Grise (M.N.), Grisecom (M.jM.), Grisekom (G.H.), Grizekom (B.), (Grysecom (N.H., Dod.).

Vlaamsche namen: Duive(n)kervel (B.,P.), Gryshaar (P.), Gryze- kol (P.), Gryzend(e) oogen (P.), Gryzekom (B.), Gryzolie (P.), Gryzorie (B.,P.), Kraaibek (B.), Kryzegom (P.).


Gagea Salisb. G e e 1 s t e r.


Geelster-Gr.Z., Z.L., Bu. i Veldajuin.

Goudster.


1. Gagea arvensis Schalt.

Akkergagea.

(Akker)geelster.


Akkergeelster.

Kleine vogelmelk-A.0. i Maartenlook-5aZ.


Oude namen: Akkerayeuyn (N.H.), Geelen veldtajuyn (Dod.), Ros- sen veldtajuyn van Alckmaer (Dod.), Veldtayeuyn (N.H.), Wilde ayeuyn (N.H.).


2. Gagea lutea Schuit. Boschgeelster.


Boschgeelster. j Veldajuin.

Gele vogelmelk-TT’aL | Vogelmelk.

3. Gagea silvatica Loud. Zie Gagea lutea Schuit.


Galanthus L.


Galanthas uivalis L. Sneeuw klo Akeneerske-Sal. ' '

Akenjufferkes-Tiü.

Akkene meisjes-Pr.

Boutsje-Xr.

Eerste Februaribloemen. Febrewari-gekje-O.F., Goe. Hanghoofdje-Xew?w. i

Juffertjes-in-’t-hemd. |


kj e.

Klökskes-Z.X.

Lelienarcis.

Liderke ^)Fr.

Lidertjes ~)-Gr., Fr.(\Voudstreek). ^laerteblomke-jPr. i\Ièèrtbleumkes-Ac/ii/^. jMelkbloem.

]\Iooie meisjes-6ï.


1) = klein kindje.

2) = stakkers.


GALEGA, GALEOBDOLON.


107


Morgensterretje-L^ir.

Naakte eerste.

Naakte eerstjes.

Naakte mannetjes-T., JJ:r., Wat. Naakte naarsjes-O.Dr., Sal., Gr.Z. Naakte w\]i]Q^-Fr.{\Volden), Gr., St., Kenm.

Naakt juffertje-Gr.

Naakt mannetje-Gr.

Nakende aarsjes ^)-OveriJsel.

Nakendeerskes-Gr..^.

Nakendeerstjes-Gr., Sal., Achth.

Nakende-mannetjes-en-vrouwtjes-T.

Nakeneersien->SaL

Nakeneerskes-Tt^., Sal., Gr.Z.

Nakeneerstjes-N.yeZ.

Nakene mantsjes--Fr.

Nakene meisjes-jPr.

Nakene meiskes-Leeuwarden.

Nèkene wijfkes--Pr.(Oos/do??^eradee^). Noakende wiefkes-Gr. Sjneeklökskes-Z.i.


Sneeklökjen-2 w., Sal., Gr.Z., N.Vel.

Sneeuwbloempjes-iv.'y.iï.

Sneeuwdringer.

Sneeuwklokje-Gr., Fr., N.O., Vlie., O.Dr., Velz., Achth., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Wat., Vtr., Z.H., Da., V.B., O.F., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.VL, L.v.H.

Sneeuwvlokje-WaL

Snieklokje-y'r.

Tamme zeumerzotjesTTak Vastenavondgastje-Z.iï., V.B., Br.W.

V astenavondgekjes-

V astenavondklokje-G.N. Vastenavondzotjes-Tw;., Velz., Wat.,

Utr., Z.H., V.B., Sch., Thol. Vroegopjes-G/r. Winterliedertjes-N.Dr.

Witte tijdeloos.

ZeumerzotjesTFaP, Z.VL Zomerzotjes-TTaL, Z.VL, L.v.H.


Vlaamsche namen: Jutfrouwkens (P.), Kloksken(s) (P.), Lichtmis- bloem (P.), Sint Antoniusbloem (P.), Sneedreupel (B.), Sneedruppel (B.), Sneeuwdroppel (B.), Snieblommeken (P.), Snottebel (P.). Spytsche duivelke(n)8 (P.), Vastenavondbloemeken (P.), Vastenavondmuts (P.), Vaste navondzot (P.), Vastenavondzotjes (P.), Vastena vondzottekens (P.), Vastenouvenklokskes (P.), Vastenouven’zot(ses) (P.), Winterzotten (P.), Winterzottinnekes (P.), Witte bellekes (P.), Zomerzotteken (P.), Zomer- zotten (P.), Zottemuts (P.), Zwaluweikens (P.).


Galega L.

Oalega officinalis L. G a 1 i g a a n.


Galegaan-Ttt»., Sal., Gr.Z. Geiteklaver.

Geitenkruid.

Geitenrust.


Gersteklaver. Gewone galega, Vlakkenkruid. Vlekkenkruid.


Oaleobdolon Huds.

Oaleobdolon luteiim Huds. Gele doovenetel. Doovenetel-G.v.iï. Goudnetel.

Doovetingel-G.'y.i^. Hondsnetel-N.i.

Gele netel.

Oude naam: Derde doovenetelen (Dod.).


1) — kleine kindertjes.


- 108


GALEOPSIS, GALIÜM.


Galeopsis L. Hennepnetel.

Dolle koppen--Bameve/(?. I Hondsnetel.

Heimepnetel-O.ye/., Gr.Z., N.L., Utr. Netelhennep. Himpnettel-jPr.

1. Galeopsis Ladaniim L. Raai.

Raai-Gr.Z.


2. Galeopsis ochroleaca Lmk. Bleekgele hennepnetel. Blankenheimerthee. Raai.

Dauwnettel-Gr.Z. Teringkmid.

Liebersche borstkruiden.


Oude naam: Vierde doovenetelen (Dod.).

Vlaamsche namen: Wilde kemp (P.), Wille kemp (P.).


3. Galeopsis speciosa Mill.

Dauwnetel-JÏM. Dauwnettel-jPr., SaL, Achth. Dinettel-Gr., W.

Gele doovenetel.


Dauwnetel.

Kous.

Leeuwebekken--F r. Vette kous.


Oude naam: Dannettele (M.N.). Vlaamsche namen: Als G. Tetrahit.


Hennepnetel.

Wilde kemp.

Wilde valsche hennep. Wilde valsche kempe.


4. Galeopsis Tetrahit L.

Hasseear--Fr.

Korte-en-lange-kousjes-Z.R.

Leeuwenbek-yeZ2^.

Wilde hennep i)-Z.H.

Oude naam: Vierde doovenetelen (Dod.).

Vlaamsche namen: Damnetel (P.), Dannettel (B.), Dannittel (B.), Kempkruid (B.), Kempnetel (P.), Wilde kemp (B.,P.), Wille kemp (P.).

5. Galeopsis versicolor Ciirt. Zie Galeopsis speciosa Mill.


Galium L. Walstroo.


Walstroo-O.H?'., A.O., rtr., Z.H., Wal. Walstroo (Dod., Kil.).

K 1 e e f k r u i d.


Gr.Z., M.L.,


Klevers-Z.R.

Walkruid.

Oude naam:

1. Galium Aparine L. Duivelsnaaigaren.

Ganzegras.

Jan-kleef-PeZ^'.

Jan-kleef-an-O.Hr., Velz., Den Haag. Jan-plak-an-Gr., SaL, O.Vel. Katteklamven.

Kladden-T.

Kladders-Fr.


Klaif-Tb.Fr.

Klsissen- Achth.

Kleet-Z.H., V.B., O.F., Wal. Kleef-aan-KeZ^r.

Kleefkruid-T., O.Dr., y.0., SaL, Velz., W.Fr., Wat., Utr., Z.R., Wal. Kleefkrüd-Fr.

Kleefte-Z.FZ.


1) het komt op als hennep.


GENISTA.


109


Klèf-klèf-i?e^.

Kleine Wii-Z.B.

Klet-J^r., Z.L., Wal.

Klette-TKaZ.

Kletteklauwen.

Kleverklassen-iSi.

Klevers-TF.i^r., Wat., Sch., Z.B.,Wal. Km-W.Fr.

Kliii-W.Fr.

Klinge.

Klissen-Tzi;., W.Fr., Wat., TJtr., Z.H.,


Goe., Wal., Z.Vl. Klit.

Klitten-Goe., N.B. Riepeltocht-(rr. Ripeltocht--Fr. Rijpeltocht.

Slijt-i^r.

Tongoï-Gr .{Oldamht). Tongekruid.

Wilde klimmer.


Oude namen: Cleefcruyt (N.H.), Kleefcruyt (Dod.), Kleefkruyd (Kil.), Tonghkruyd (Kil.).

Vlaamsclie namen: Hofranke (P.), Ikstergalle (P.), Inloop (P.), Kleefkruid (B.), Kleefte (B.), Kleften (P.), Kles(se) (P.), Klifte (B.), Klisse (P.), Kreits (P.), Kretskeskraud (P.), Plekkrooid (P.), Plek- kruid (P.), Plekstroo (P.), Plekskruud (P.), Kankers (P.), Walstrood (P.). 2. Galium Craciata L. Kruisbla d-w a 1 s t r o o.


Crosette--BameveZ(^.  ! Kruiskruid.

Kruisjeskruid. I

Oude naam: Crusette (Dod.).

Vlaamsche namen: Fytkruid (P.), Honeengkraut (P.), Honing- kruid (P.).


3. Galium Mollu^o L. Weidewalstroo.

Hoog walstroo. Slijt-i^r.

Sliet. Tongblier-jPr.

Oude naam: Sachtcruydt (Dod.).

4. Galium palustre L. Moeraswalstroo.

Moeraswalstroo. I Waterwalstroo-TF.i^V., Z.R.

Tink-om-mij-i^r. |

5. Galium verum L. Echt walstroo.


Echt walstroo.

Geel walstroo.

Keverseten-üii.

Lieve-Vrouwebedstroo-O.FeZ., N.O.,


Velz.

Meierbloem.

Meierkruid.

Onze-Lieve-Vrouwebedstroo-TF.jPr.


Oude naam: Onser vrouwen bedstroo (N.H.).

Vlaamsche namen: Honeengkraut (P.), Honingkruid (P.).


Genista L. Heidebrem.


Brame-Tz^'.

Brem-O.Dr., Sal., N.Vel., Velz., Gr.Z., L.N., Br.0., TJtr., Z.R., Du., O.F., Goe., L.v.R.

Bremerheide-i^r.


Bremme-Tw;., Sal., Gr.Z. Broam-Gr.Z., Achlh. Brummen-iV.i.

Genst.

Hiethekkels-Gr.Z.


110


GBNTIANA.


Oude namen: Geenst (M.N.), Genst (M.N.), Ginster (M.N.). Vlaamsche namen: Brem (B.), Brom (B. , Genst (B.), Ginst (B.).


1. Geiiista aug-lica L. Stekel Eiigelsche brem.

}ieeihcke\s- Achih. Heethekkels-Gr.Z.

Heidhekkeln-T^6^

Heukelbrem.

Heukeldoorn.

Hiethekel-Gr.Z.


rem.

Kattendoorn-Tt^j., O.VeL, Velz., W.Fr. Kleine stekende heide.

Knappertjes.

Stekelbraam-O.Ke/.

Stekelbrem-ir.Er.

Stekelheide-KeZ^r.


Oude namen: Cleijne ginst (N.H.), Eerdbrem (N.H.i, Stekende brem (N.H.).

Vlaamsche namen: Doorngenste (B.), Doornginste (B.), Ee(r)d- schalen (P.), Gitschalen (P.), Heidoornen (P. ), Heipinnekens (P.), Klapdorens (P.), Kraaidoorn (B.). Maagdenbrem (P.), Pistoolkens (P.).


2. Geuista g-ermanica L. D u i t s c h e brem. Duitsche brem. | Gaspeldoorn.


3. Genista pilosa L. Kruipbrem.

Kruipbrem-P/r.

Oude namen: Ackerbrem (Dod.), Derde brem (Lob.).

4. Genista scoparia Fl. B. S. Zie Sarothamnus vulgaris Wimm.

5. Genista tinctoria L. Yerfbrem.


Akkerbrem. x\kkerdistel.

Drentsche goudenregen.

Oude na me n : Geelbloeme (N.H.i


Verfbrem-TF.Pr., TJtr.

Verfkruid.

, Verwersbloeme (N.H.), Wouwe (N.H.).


Gentiana Tourn.

Duizendschoon.

Gentiaan-KPe., O.Dr., N.O., TJtr., Z.H.,

Du.

Oude namen: Gentiane (Dod.), Ghensiaen (Kil Vlaamsche naam: Gentiaan.

1. Gentiana amarella L. Slanke gentiaan.


Gentiaan.

Gentiane-TM;., Sol.,

Ginsiaan-Pr.

Konijnenbloem-T^.


Gr.Z.


Bittere gentiaan. Bitterkruid.


i Laatbloein.

I Slanke gentiaan.

2 Gentiana Cruciata L. K r u i s b 1 a d-g e n t i a a n.

Kleine gentiaan. j Kruiswortel-O.Pr.

Kruisgentiaan. | Maldegeer.

Oude namen: Cleijne gentiane (Dod.), Cruyswortel (N.H., Dod.), Madelgeer (M.N., Dod.).

3. Gentiana Pneumonanthe L. Klokjesgentiaan.


Blauwe gentiaan.

Blauwe klokjes-O.Dr., Tw., Gr.Z.


Blauwe lelietjes. Duizendschoon-Pr., N.O., Z R.


GERANIUM.


111


Gentiaan-TM;.

Heibloempjes-Z.i.

Herfstklokskens. '

Kievitsbekken-Gr.

Kleine gentiaan.

Oude namen: Blaeuw lelikens Spade clockskens (Dod.). Vlaamsche naam: Heibloem


Klokje-J^r., O.VeL, N.L. K\okjesgenii3.din-GeIderland, W.Fr., Utr., Z.H.

Klokskens.

Longebloem.

(Dod.), Duysentschoon (Dod., Kil.),

(p.).


Geranium L. Ooievaarsbek.


Harken-iV.X.

Kraanhals.

Oievaarsbek-i^r., Vlie., O.Dr., N.O., Tw., N.Vel, Gr.Z., Achth., N.L.,


W.Fr., Wat., ütr., Z.R., Sch., Goe., Wal.

Reigersbek-Gr.Z.


Oude namen: Kraenbeck (Kil.), Oyevaersbeck (N.H., Dod.), Storcken- snavel (N.H.).

Ylaamscbe namen: Kammen (P.), Kièskes (P.), Yorkettekens (P.).


1. Geranium columbinum L. F ij n b 1 a d-o o i e v a a r s b e k.

Duivebek. | Duivepoot.

Oude namen: Duyvenvoet (N.H.), Schaerdencruyt (N.H.).

2. Geranium phaeuni L Donkere ooievaarsbek.

Bloedkruid. | Bloeclwortel.

Ylaamsche naam: Truntjes (B. ).

3. Geranium pratense L. B e e m d-o o i e v a a r s b e k.

Blauwe boterbloem. ' Duimpjes-.^. BZ.

Blauwe kraaivoet. Krèjenpoot-Gr..^.

Oude naam: Grodsgenadecruyt (N.H.).


4. Geranium Robertianum L.

Bloedkruid.

Bloedwortel.

Boksdoorn '^)-Z.VI.

Donderbloempje-Z.JS.

Kruid-tegen-de-kulgezwellen.

Bobbertskruid-TB.Fr., Wal.

Bobbrechtskruid.

Boodeloopkruid.


Robertskruid.

Bood remke-Gr. Speldenkruid-.^.B. Stinkende geranium-TFaZ. Stinkende ooievaarsbek. Stinkerds-TFaZ.

Wilde geranium-TFaZ. Zwaluwenkrui d.


Oude namen: Duivenvoet (G.H.), Odevaertsbeck (G.H.), Oievaerts- beck (G.H.), Oyevaersbeck (G.H.), Bobrechtscruyt (N.H.), Bobreclits- kruyt (Dod.).

Ylaamsche namen: Naaldekruid (B.). Ooievaarsbekken (P.), Boo- been (B.), Boobeentjes (B.), Snakebloem iB.).


1) naar den geur en den vruchtvnrm.


112


GBUM, GLAUCIUM, GLAUX, GLECHOMA.


5. Geraniam rotandifolium L. Kondblad-ooievaarsbek. Duivepoot.

Oude naam: Duyvenvoet (Dod.).

6. Geranium san^nineam L. Bloed-ooievaarsbek.

Plantgeranium. I Veldgeranium.

Oude naam: Bloetwortel (N.H.).

Vlaamsche naam: Hokkeldemokkel (B.).


Geum L. Nagelkruid.

Nagelkruid-iV^.i., W.Fr., Utr.,Du.,WaL | Nagelwortel.

1. Geum riYale L. Knikkend nagelkruid.

Knikkend nagelkruid. 1 Waternagelkruid.

Vlaamsche naam: Gentsche maagdekens (B.).

2. Geum urbauum L. Nagelkruid.

Benedictuskruid. I Gezegende wortel.

Gezegend kruid. | Kruidnagelkruid i).

Oude namen: Benedictenwortel (N.H., G.H.), Cariophilate (Hond.), Carvofyllate (Dod.), Caryophyllate (N.H.), Hasenvoet (G.H.), Naeghel- kruyd (Kil.), Naghelcruit (G.H.).

Vlaamsche namen: Gezegendkruid (P.), Nagelkruid (P.), Raap- bloem (P.), Roederoekruid (Gheel) (P.).


Glaucium Tourn. Hoornpapaver.

Hoornpapaver.

Oude namen: Geele heul (Dod.), Geelheul (Lob.), Geelhuel (N.H.), Horneheul (Lob.).

Glaux Tourn.


Glaux maritima L. M e 1 k k r u i d.

^lelkkruid. | Zeemelkkruid-TP.Pr.

Oude namen: Oleyn zeemelckcruydt (Lob.), Melckcruydt (Lob.), Melkkruyd (Kil.).

Giechoma L.


Glechoma hederacea L.

Aardveil-P^r., Wal. Blauwe ganzenmuur-Goe. Blauwe mum-V.B.

Bruine grieten-iV.0. Eerdveil.

Galbloem -)Gr.Z. Gesündheitsblêd-Pr. Hdingev s-Achth.


Hondsdraf.

Hoefijzertje-K.iï.

Hoenderdarm-Goe.

Hondsdraeve-TT’flZ.

Hondsdraf-Gr., O.Dr., Sal., N.VeL, Veh., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Wat., Vtr., Z.R., Du., Wal.

\ Hondsdulle-Z.T7.

I Hongergraag-K.jB.


1) de wortel riekt naar kruidnagels.

2) de varkens geven er van over.


GLYCERIA.


113


Hontjesdraf-i^r,

Hountsjedrêf-i^r.

leven.

Kikkertsbalsem-i^r.

Knikelblêdden

Krelkes-Z.i.

Kruid] e-door-den-toom,

Kriiip-deur-d’age-Z.yz.

Kruip-door-de-hage-Z.T7.

Kruip-door-den-tuin-Gr.(TKes^erfci6’ar-

tier), O.Dr., Sal., Utr., Du., Tliol., Wal.

Kruipende hondsdraf.

Krutje-door-den-toen-Z.i.

Lage veil.

Melkzuiger-/S^.


Moloogen-O.L’.

Nachtschraal-TFa/.

Oelkenblaadje-O.Dr.

Onderhage.

Onderbave.

Ondraaf-jBr.0.

Paardevoetje.

Puteblome ^)-0.F. Rondaljeblèdden-J^r. Tongerblom ^)-Fr. Weegbree-Dr.&ew. Weerkruipertje-X.r’.il. Weeskindertjes-Z.jB. Wegebladen-Dr.&ew. Zeere oogenbloem-TPai.


Oude namen: Eerdcranskens (N.H.), Eerdtveyl (N.H., Dod.), Gun- delrebe (G.H.), leve (M.N.), lewe (M.N.), Ive (M.N.), Onderbave (N.ïï., G.H., Dod.), Yve (M.N.).

Vlaamscbe namen: Aardveil (B.), Dreesem (B.), Krep door d’(e)bage (P.), Kruip door d’bage (B.), Kruipt door d’(e)bage (P.), Onderbaaf (P.), Onderbaag (P.), Onderbage (B.), Onderbave (B.), Palingsranke (B.), Sint Jansranke (B.).


Glyceria R. Brf Vlotgras.


Slobbegras-Gr.Z. | Vlotgras-i^r., T., N.O., Sal., Z.H.

1. (xlyceria altissima Grcke. Zie Glyceria aquatica Wblnbg.


2. Glyceria aqiiatica Presl. Zie

3. Glyceria aquatica Whlnbg*. L

Groot watergras.

Kantgras-A70.

Kweldergras.

Leus-Tw.

Lies-Z.H.

Liesgras-GV.Z., Z.H.


Catabrosa aquatica P. B. i e sgr as.

Luus-V.O., Sal., Achth., N.L. Piekgras--D^^.

Tiekgras-Gr.

Trekgras-O.-F.

Waterbeemdgras.


Oude naam: Groot watergras met breede birsaeren (Dod., Lob.). Vlaamscbe namen: Deegde (B.), Sek (B.), Snijlisch (B.).


4. Glyceria distaus Whlnbg.

Gorsgras-O.P.

5. Glyceria lluitaiis R. Br.

Duitscbe manna.

Flotgèrs-Pr.

Gepaarlde gort.

Gierst.


Zilt vlotgras.

I Kweldergras-Gr., Gr.Z., Z.H. Mannagras.

I Groot vlotgras, j Grutten.

I Kweldergras-Gr.(Tl'e.s7erAicrt/7icr). i Manna.


1) heelmiddel op knokkels bij open beenen.

2) = kikkerbloem.

3) — donderbloem.

8


114


GLYCIRRHIZ^, GNAPHALIUM.


]\Iannagras--D«<. ^laimagrutten. Mannakruid. Oostersche manna. Poolsche manna.


Poolsch koren,

Vlotgras-Z.iï.

Vlotgres-^'.T>/.

Watergras-TPo^.

Watertijl-TPflf.


Ylaamsche namen: Flokgras (P.), Flokgers (P.), Striemelgras (B.), Striemgras (B.), Ylokgras (P.), Ylotgras (B.), Y'atergras (B.), Zwijnegras (P.).


6. Gljeeria maritima M. et K. Z e e v 1 o t g r a s.

Gorsgras-O.J". Zeebeemdgras.

Kweldergras. , Zeevlotgras.

7. Glyceria speetabilis M. et K. Zie Glyceria aquatica Whlnbg.


Glycirrliiza L.

Glycirrhiza glabra L. Zoethout.

Calissiedrop.

Calissiehout.

C anisscnhout-i.r. Jï.

Galissenhout.

Kalissiehout.

Krissie-Z.i.

Lak(ke)ris.

Lakrits-Z.X.

Likorisse ^)-Gr.

Liquiriscie.

Prikswiethout-Pr.

Oude namen: Acolissiebout (M.N.), Calassiehout (G.H., Dod.), Ca- lassihout (G.H.), Colissiehout (M.N.), Galissihout (N.H.), Hauer (N.H.), Kalissenhout (Kil.), Lacarisse (M.N.), Lackerisse (Kil.), Lacrisie (M.K.), Lacrisse (M.K.), Leckrits (Kil.), Leckerisse (Kil.), Lecorisse (M.N.), Lickorise (Kil ), Licorisse (M.N.), Liquerits (G.H.), Liquirisse (M.N.), Soeteboom (Kil.), Soethout (G.H., Kil.), Suethout (N.H.).

Ylaamsche namen: Kalèssenhout (P.), Kalichenhaait (P.), Ka- lissibout (P.), Kalishout (P.), Kalishijt (P.), Kalisjenhout (P.), Ka- lissehout (P.), Kalissenhaa(i)t (P.), Kalissenhót (P.), Kalissenhout (P ), Kalissenhijt (P.), Kalissihaat (P.), Klishout (P.), Klishijt (P.), Klissiehout (P.), Kolêsse (P.), Zoet' stokhout (P.), Zustokhout (P.).


Sep-Pr.0.

Stokzoethout-TPaf.

Swieteprikke-jPr.

Swiethout-jPr.

Zeuthoot-Z.i.

Zeuihoui-Barneveld .

Zoethout-jPr., Yelz., N.L., Wat., Am- sterdam, rtr., Z.H., V.B., O. F., Sch., TJioL, Z.B., WaL, Z.VL, L.v.H. Zuutholt-Gr.Z.


Gnaplialium L. Droogbloem.

Droogbloem. j Zevenjaarsbloem-TM;.

Roerkruid-t7r. Zeven jaarsblomen-Ac/^tP.

Oude namen: Ylenisoenkruyd (Kil.), Pioerkriiyd (Kil.). Ylaamsche namen: Graaiskraud (P.), Grijskruid (P.).

1. Guaphalium arenariiim L. Zie Helichrysum arenarium D. C.

2. Gnaphaliiim dioicum L. Zie Antennaria dioica Gaertn.

3. Gnaphalium minimam Lob. Zie Filago minima Fr.

4. Guaplialiam moiitauum L. Zie Filago minima Fr.


1) drop heet hier: lekkeris.


GRATIOLA, GYMNADENIA, GYPSOPHILA, HALIANTHUS, HALIMUS, HEDERA. 115


5. Onaphaliiim uli^inosum L. Moerasdroogbloem. Heidensch wonderkruid-Wö^. | Paddekruid-(Tr.Z.

Oratiola L.

Oratiola offlciiialis L. G e n a d e k r u i d.


Echt galkruid.

Galkruid.

Genadekruid-O.Dr., Utr. Godsgenade-TE.Er.


Godsgratie.

Klein vingerhoedskruidTeZ?. Tandpij iiwor tel. Vlookruid-iV.0.


Oude naam: Godtsgenade (Dod.). Vlaamsche naam: Godsgenade.


Oyranadenia R. Br. Muggenorchis.

Naaktklier (bloem).

Oude naam: Handekenscruyt van Hollant (Dod.).


Gaffelsteng.

Gipskruid.


GypsopMla L. Gipskruid.

Gipsmuur.


Halianthus Fr.

Haliaiithiis peploides Fr. Zie Ammadenia peploides Rupfecht.


Halimus Wallr.

Halimus portiilacoides Wallr. Zie Obione portulacoides Moq-Tand.


Hedera

Hedera Helix L. Klimop. Boomklim-TTah Boomveil.

Ebich-T?^-., Sal, Gr.Z.

Ederen.

Eerdtuil.

Eikloof.

Eiloof-Gr., O.Dr., Tw., Sal., O.VeL, Yelz., Gr.Z., Achth., Utr., Z.H. Groote veil. leftenbladen.

Itie-grens van Z.VI. live.

Kleef.

Klem.

K\emmeT-Gr.(Wesier]m'artier). Klemmerhlad.

K\emmeTl;)00m-Gr.{Westerkwartier). Oude namen: Aardve(y)le (KI Edre (M.N.), Eeckloot (Kil.), Ei


Tourn.

Klemmerkruid.

Kleve(r).

Klim-TFah

Klimmerbéam-E’r.

Klimmerkiuid.

Klimop-Gr., St., Fr., T., N.O., O.Dr., Tw., Sal, Velz., Gr.Z., LN., N.L., Br.0., Br.^y., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Z.H., V.B., O. F., Goe., Sch., TJiol., Z.B., Wal., Z.VI., L.v.H. Klimopstruik.

Klijf.

Vaele.

Veil.

Wiiigerd-Gr.Z.

Wintergioen-A.E., Z.L.

,.), Ebich (G.H., M.N.), Edere (M.N.), loof (M.N.), Eyckloof (Kil.), Eyloof


116 HELBOCHARIS, HBLIANTHEMUM, HELTANTHUS, HBLICHRYSUM.


(N.H.,Kil.), Heylloof (Kil.), Hieft (Kil), left (Kil.), Hoof (Kil., M.N.), Klemmerboom (Kil.), Kleue (Kil.), Kleuer(boom) (Kil.), Klimop (Kil.), Klijf (Kil.), Velue ((ï.H.), Veyl (N.H., Dod.), Wedewinde (Kil.), Yeue (G.H.).

Vlaamsche nam en: Edvelt (P.), Ee(r)dsvel (P.), Eiluof (B.), Er- felblad (P.), Erfelier (P.), Erfelranken (P.), Esper (P.), Hiefte (B.), Hijfte (P.), lefte (B.), lefteblaren (P.), Ifte (B.), Irfulranken (P.), Jadsveil (P.), Jeds(^v)eil (P.), Klemop (P.), Klimoep (P.), Klimop (B.,P.), Lier(P.), Banken (P.), Veerranken (P.), Veilranken (P.), Wede- winde (B.), Wentergruun (P.), Wintergroen (P.), Yfte (B.,P.), Yfte- blaren (P.).

Heleocharis R. Br. W aterbies.

Moerasliefje.  ! Waterbies-iV.0., Gr.Z.

1. Heleocharis caespitosa Lk. Zie Scirpus caespitosus L.

2. Heleocharis multicaulis Sm. Veelsten gelige waterbies.

Oude naam: Zeeusch dickbiesgrasken (Lob.).

3. Heleocharis palustris R. Br. W aterbies.

Biezerikoppen-TPa^. Kleine waterbiezen.

Gemeene waterbiezen-.L.'y.I?. Moerasbies.


Heliauthemum Tourn. Zonneroosje.

Goudenbloempje. Veldroosje.

Meerkruid. Zonnekruid.


1. Heliauthemum guttatiim Mill.

Heidenhijssop-PeZ^r.

Kleine cistns.


Gevlekt zonneroosje. Wilde cistus.


Helianthus L. Zonnebloem.

1. Helianthus annuus L. Zonnebloem.

Zonnebloem-TFaZ. | Zunnepitten.

Vlaamsche namen: Zonnebloem (B.), Zonneroos (B.).


2. Heliauthus

Aardpeer. Vlaamsche Èrepère (B.).


tuberosus L. Aardp]eer.

I Topinamboer.

namen: Aardpeer (B.), Eerdpeere (B ), Eppère (B.),


Helichrysum Gaertn

Stroobloem.


Helichrysum arenarium D. C.

Bijbelbloem-Z.5.

Immortelle-Z.Jï.

Papierbloem-O.l'eZ. Papiereblommen-Z..B.

Strieblom-J^r.

Stroobloem-P’r., T., O.Dr., N.O., Tw., Sal, N.VeL, Gr.Z., Achth., L.N., Oude namen:


N.L., Z.L., Wat., Utr., Z.H., Scli., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl., L.v.H. Steenbloem.

Strooieroosje-i?eZ.

Streubloeme-Z.i.

Witte immortel.

Zandroerkruid.

Motten eruit (G.ïï.), Motten-


Mottenbloem (N.H.),


HBLIOTROPIUM, HELLBBORUS, HBMBROCALLIS, HBPATICA.


117


cruyt (N.H., Dod.), Rhynbloemen (N.ïï., Dod.), Rynbloemen (G.H.). Vlaamscbe naam: Klein gel stroobloem (P.).


Heliotropium L.

I

Heliotropium europaeum L. Heliotroop.


Kreeftkruid.

Zonnebloem-Pe/^.,

Zonnewiende-Gr.


Z.H., O.F., Sch.


Heliotroop-J'r., O.Br., O.Vel., Veh.,

Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., Wat., Utr.,

Wal

Kankerkruid.

Oude namen: Cleeftcruydt (Dod.), Kanckerkruyd (Kil.), Kreftkruyd (Kil.), Sonnenwende (Kil.).


Helleborus L. Nieskruid.


Nieskruid-Z.iï., Wal.

Oude namen: Ebruen (M.N.), Nieskruyd (Kil.), Nieswortel (Kil.), Pruister (M.N.), Pruuster (M.N.), Vaenkruyd (Kil.).


1. Helleborus niger L. Kerstroos.


Groot vuurkruid.

Heilig kerstkruid.

Kerstroos-O.Dr., N.O., Veh., L.N., N.L., Aalsmeer, Utr., Wat., L.v.H. Nieswortel-zSaL, Wal.

Sneeuwroos.


Vrangewortel-^c/i^/^.

Winterlelie-O.-F.

Wrangewortel-Gr.Z.

Wrangkrüd-i^r.

Wrangwortel-O.Hr., Gr.Z., Utr., Wal.


Oude namen: Cropcruyt (Dod.), Kerstcruut (M.N.), Swarte nies- wortele (G.H.), Swart niescruyt (Dod.), Viercruyt (Dod.). Vlaamscbe namen: Brandwortel (B.), Duivelinne (P.), Kerstlelie (P.), Kerstmisbloem (P.), Vierwettel (B.), Vierwortel (B.), Yuurwortel (B.), Zwarte nieswortel (B.).


2. Helleborus yiridis L. Wrangwortel.


Kropkruid.

Luiskruid. Vierkruid-TFaZ. Vrangewortel-^c/i^/i. Vuurkruid-Z.H., V.B.


V uurwortel-Z.X.

W rangelwortel-Gr.Z.

Wrangkruid-6^aL

Wrangwortel-Pr., O.Dr., Tw., SaL, Veh., Gr.Z., Utr.


Vlaamscbe namen: Vaankruid (P.), Veekruid (P.), Vierstekken (P.), Vuurkruid (P.), Vuurstekken (P.), Vuurwortel (P.).


Hemerocallis L. Daglelie.

Daglelie-Pr., O.Dr. \ Goudlelie.


Hepatiea triloba Gil.


Hepatica Dill.


Bloeim‘pje'-voor-blad-Gr.(TFes/crA:w;ar-

tier).

Gulden leverkruid. Kind^-vooY-YSideY-Gr .(W esterkwartier).


Lever b 1 oem-TF al. Leverkruid-Fe?.^., Wal. Paascbbloem-Z.H. Paddekaatje-lFaF


118 HERA.CLBUM, HERMINIÜM, HERNIARIA, HESPERIS, HIERACIUM.


Padclet jes-Z.T7. Vader-veur-den-zoon-Z.i.

Padikaatjes. W eesjes-Gr.(Westerkuartier).

Patikaatjes-Z.PZ.

Oude namen: Leverbloeme (M.N.), Leyercruit (M.N.)> Levercruyt (Dod.), Leverworte (M.N.).

Vlaamsche namen: Anemonie (P.), Anemonik (P.), Anemoon (P.), Anymoon (P.).

Heracleum L. Bereklauw.


Heracleiim Sphoiidyliam L.

Bereklauw-(xr., Fr., O.Dr., ^y.Fr., TJtr., Du., Wal. Bere.nklauw-0.PeZ., N.L., Z.L., Wal.

Duitsche berenklauw. Gemeen heelkruid.


Bereklauw.

Yelz., Heelkruid-TM?., Sal.

Heelkruud-Or.Z. TP.jPr., Hercules.

Varkenskoop

Vennekool-Pe?.e.


Oude. namen: Beerenclau (G.H.), Berenclau (G.H.), Berenclauwe (G.H.), Duytsche beerenclauwe (Dod.), Valsche berenclaw (N.H.). Vlaamsche namen: Koeimommel (B.), Koeiwafel (B.), Kokte (B.).


Herminium R. Br.

Herminiiim monorchis R. Br. Herminium.

Rechtlip.

Oude naam: Standelcruydt van Vriesland! (Lob.).

Herniaria Tourn. Breukkruid.

Breukkruid. Kleine weegbree-A.0., Sal.

Duizendgraan-C/Zr. Knawel.

Duizendkoorn.

Oude namen: Duysentcoren (Dod.), Duysentgreyn (Dod.).

1. Herniaria glabra L. Breukkruid.

Vlaamsche namen: Duistkoorn (B.), Duizendkoorn (B.).


Hesperis L. Damastbloem. Hesperis matronalis L. Damastbloem.


Blanchemisschien-TPaZ.

Bloemen-van-damast-.^.PZ.

Damaceeën-/S'aZ.

Damasbloem.

Damast-Or.

Damastbloem-i?’r., O.Dr., Z.H., Wal. Filet.

Flordamen-HcAZi^.


Gewone nachtviool.

Jonkvrouwviolieren.

Mastbloem-Tic., Sal.

Matronalen-Z.i.

Nachtflieren-Z.PZ.

Nachtviolier.

Violenmatronalen-.^.Ii.


Oude namen: Damasbloemen (Dod.), Mastbloemen (Dod.), Villeren (N.H.), Vrouwenvilieren (N.H.), Wintervilieren (N.H.).

Vlaamsche namen: Materiaal (P.), Matronalen (P.), Matronen (P.).


HIEROCHLOA, HIMANTHOGLOSSUM, HIPPOPHAES, HIPPURIB.


119


Hieracium Tourn. Hayikskruid.


Haukkrüd--Fr. Muizenoor-Tk.i^r.,

Havikskruid-Z7^r., Du.

Oude namen: Hauickskruyd (Kil.), ïïavickcruyt

1. Hieracium aurantiacum L. Oranje h a v i k s k r u

Turksche goudsbloem.

2. Hieracium murorum L. Muurhavikskruid.


Wal.


(Dod.).

id.


Fransch longekruid.

Gulden longekruid.

3. Hieracium paludosum L.

4. Hieracium Pilosella L.


Muurhavikskruid.

Zie Crepis paludosa Mnch. Muizenoor.


Konijndoor-Goe. Muizenoor-M.i., Br.0., Wat. Müzenear-jFr.


Nagelbloem. Pissebloem-X.v.iï. Poolsch grein.


Oude namen: Groot muysoorken (N.H.), Muisoere (G.H.), Muys- oore (Kil.).

Vlaamsche namen: Muisoore (B.), Muizenooren (P.).


Hierochloa Gmel.

1. Hierochloa borealis R. et Sch. Zie Hierochloa odorata Whlnbg.

2. Hierochloa odorata Whlubg-. V eenreukgras.

Heilig gras. Ruikend zorgzaad.

Honiggras-0. -Dr., Du. Veenreukgras-N.0., Z.H.

Ruikend zorggras.


Himanthoglossum Spr.

Himanthoglossum hircinum Spr. Bokkenorchis.

Oude namen: Bockscullekens (Dod.), Hasecullekens (Dod.).


HippopKaes L.

Hippophaes rhamuoides L. Duindoorn.


Ananasbessen.

Boksdoorn.

Dragant.

Dninbes-TFaZ.

Duinbezie-TPaL

Duindoorn-T., Velz., Wal., Z.Vl. Dnitsche wilgdoorn. Hagedoorns-FV., N.O., Achth. Hagedorissen.


Honnebeijen.

Kattendoorn-Fc/^r.

Purgeerdoorn.

Rijndoom.

Rijnwilg.

Schijtbes.

Schijtbezie.

Zanddoorn-TFaL

Zeedoorn.


Oude namen: Scheytbesien (Lob.).

Vlaamsche namen: Grijzendoorn (P.), Zeedoorn (P.).


Hippuris L.

Hippuris vulgaris L. L i d s t e n g.

Duizendknoop-FcZ^'., N.0. | Heremoes-F.R.


120


HOLCUS, HONKENYA, HORDEUM.


Kattestaart. Lidsteng-O.Dr., W.Fr., Z.VJ.

Krüpelreid-J’r. Paardestaart.

Oude namen: Daysentknoopwyfken (Lob., Dod. ; het manneken is Polygonum aviculare), Peerdsteert (Kil.).

Vlaamsche namen: Dennekruid (B.), Watersparretje (B.).


Holcus L.

Graubaelich--Fr.

Grouwbeulig-Pr.

Holbaelch-Pr.

Holbeulig--Fr.

Honiggras-^4cA^/i., Z.R. ]\Ieddelen-.4c^//L ]\Ieel--Dr.&e?6\, O.Dr.

Meelgras-O.Dr.

Meelraai.

Vlaamsche namen: Holk ( 1. Holcus lauatus L W i t b o ].


W i t b o 1.

J\Ieelróai-Gr.

Paardegras.

Kuchko^'peïï-Fr.Udaarderadeel).

Smeele-Achth.

Weitgêrs i)-jPr.

Witbol-TF.Pr.

Wollig zorggras-PeZ^. Zorggras-.^.JÏ., Du., O. F., Wal.

k), Honiggras (B.).


Honiggras. Witbol-V.0., TFaf., Z.H.

Poezekes-L.v.Jï. Witte halmpijnen-Pr.O.

Roodbol-TFat. Wollig honiggras.

Vlaamsche namen: Balkgers (P.), Balkgras (P.), Boschpeme (B.), Witte peme (B.), Zaadpeme (B.), Wolgers (P.), Wolgras (B.).

2. Holcus mollis L. Zachte witbol.


Witboksen-Gr. | Zorgzaad.

Vlaamsche namen: Aarpessem (P.), Boschpee (P.), G-rondpettemen (P.), Pee (P.), Peën (P.).


Honkenya Ehrh.

Honkeiiya peploides Ehrh. Zie Ammadenia peploides Ruprecht.


Hordeum

Gaarst-Gr., Br.0., Br.W.

Gaesle-St., Z.Vl.

Garst-Gr., Hu., Fr., 't B., T., Vlie., O.Dr., N.VeL, N.Bet., Ly., L.N., Br.0., W.Fr., Wat., Kenm., Go., Utr., Z.H., V.B., Thol.

Garste-TF., St., Fr., O.Dr., Tw., N.O., Sal, O. Vel., Gr.Z., AchtJi., Goe., O. F. Gast--Fr.

Gaste-Gr.Z., Achth., Thol.

Gee'ésj-Z.L.

Geers-Z.L.

Gee(r)st-Z.i.


L. Gerst.


Geeste-M.,

N.B.,

V.B.,

Wal.,

Z.B.

Gers-A.A.

Gerst-Gr.,

O.Dr.,

Tw.,

L.N.,

N.L.,

Z.L., Br

.0., Br.W.,

W.Fr.,

Utr.,

Z.H., V.B., O.T

\, Z.E

l. Wal.

Gersie-Tiv.,

Sal.,

Gr.Z.,

O.F.,

Wal,

Z.Vl.

Goesj-Z.L.

Gorst-T.

Koarn--Fr.

Koren-7re«m.

Kürn-Schg.


1) = tarwegras.


HORDEUM.


121


Oude namen: Garste (Kil.), Geerst(e) (M.N.j, Gerst (M.N.), Gerste (Dod., M.N.), Gherste (Kil.), (dorste (M.N.).

Vlaamsche naam: Gerste (B ).

1. Hordeum distichum L.


C\\QYdi\\QVgex?,i-Gr .(W esterlcwartier), O. F., Goe., Sch., Z.B., Wal. Egyptische gerst.


Kleine gerst.

Palinggraten-.^.y?.

Veldgerst.


Oude naam: Zomergerst (N.H.).

Vlaamsche namen: Knobbelgerst (B.), Pameele (B.).


2. Hordeum Iiexastichon L.

Vlaamsche namen: Dikke gass (P.), Dikke gerst (P.), Schake- loen (P.), Schoekeloen (P.), Schokkel(dj)oen (P.), Sukrioen (P.), Wénter- gas’ (P.), Wintergerst(e) (B.P.).

3. Hordeum maritimum With. Zeegerst.


Roggegras. . | Zeegerst.

4. Hordeum murinum L. Kruipertje.


Basterdgerst.

Drep-Gr . (IF esterkwarticr) . Kruipertje-FeZ.?., Gr.Z., Z.H., V.B.

Sch., Wal., Z.Vl. Mouwkruipertje-F'r., Z.H.


Muize.

Muizegerst-TFaZ.

Poesjes-TFaZ.

Roggegras.

Varken-varken-hort-hort-hort-TFaZ.


Oude naam: Muysenkoren (Kil.).

Vlaamsche namen: Auwkensgras (B.), Bastaardgerste (B.), Gerste- kruid (B.), ïïans(ke) kruip in (P.), Hondssteert (P.), Muizengerst (P.). 5. Hordeum seealinum Schreb. Veldgerst.


Hjaestoeken-Pr.

Roggegras.

Veldgarst.

6. Hordeum Tulgare L. Gerst. Blauwe naakte gerst.

Cubaansche tarwe.

Davidskoorn.

Egyptische rogge.

Garst-Gr.

Gast-Pr.

GdiSie-Gr.Z., Aclith.

Gemeene gerst.

Gerstgras.

Gert.

Gewone gerst.

Gibraltar’s zomerhoren.

Gruite.

Hemelgerst.

Hemelkoorn.

Oude namen: Gherste (G.H.), Vlaamsche namen: Gass’ (


Veldgerst. Wilde gerst.


Himalaijagerst.

Jeruzalemskoorn.

Knobbegerst.

Koarn-E'r.

Koren-Keww.

Maartsche gerst.

Naakte gerst.

Rijstgerst.

Schietgerst.

Siberische gerst.

Victoriagerst.

Wallachijsche gerst.

Wintergerst.

Zomerkoorn.

Wintergerst (N.H.).

^.), Garst (P.), Geerste (P.), Geiste


122


HOTTONIA, HUMULUS, HYACINTHUS, HYDROCHARIS.


(P.), Gerst(e) (P.), Ge8t(e) (P.), Gêste (P.), Giste (P.), Schokkeljoen (B.), Sukrioen (B.), Zomergas’ (P.), Zomergerste (B ), Zomergèst (P.).


7. Hordeiim Zeoerithoii L.

Baardgerst.

Duitsche gerst.

Diiitsche rijst. Jeruzalemsche gerst.


Milaneesche rijst. Pauwegerst. Speltige gerst. Sprat.


Hottonia palustris L.

Duizendblad. Kikkerstoelen-C/fr. iMaartsche viool-. Pinksterbloem-jS'a/. Pinksterblomen-.4c/2i7i.


Hottonia Boerh.

Waterviolier.

Waterduizendblad.

W aterpinksterbloem-JV.yek W aterviolen-Tir.

Waterviolier-Tïf;., Gr.Z., W.Fr., Utr.


Oude naam: Waterviolieren (Dod.).

Ylaamsclie namen; Watergerwe (B.), Waterviolier (B.).


Humulus Tourn.


Humulus Liipalus L. Hop.

Hommel.

Hop-Gr., Fr., O.Dr., Tw., Sal.,N.yd., Velz., L.N., N.L., Z.L., Br.0.,

Kenm., Utr., Z.H., Du., Goe., Sch., Z.B., Wal., L.v.H.

Hoppe->S7., Tw., Sal., Gr.Z., Aclitli., Z.B., Wal., Z.Yl.

Oude namen: Hommel (M.N.),


Hoppekruid-TFa?.

Hupa.

Koathoep-Z.i^.

Oppe-T/io7., Wal.

Wilde hop-O.-F.

Wiensels--Fr.

Wijnsels-Hr.

Hop (M.N.), Hoppe (Hond., G.H., Kil., M.N.), Hoppecruit (G.H.), Hoppecruyt (Dod.), Hoppekruyd (Kil.), Hoppencruit (G.H.), Hoppencruyt (N.H.), Huppe (M.N.). Ylaamsclie namen: Hoep (P.), Hommel (B.,P.), Hop (B.,P.), Hoppe (B.,P.), Op (P.), Eanke (B.).


Hyacinthus orientalis L.


Hyacintlius L.

H V a c i n t.


Hyacint-G'r., Fr., T., O.Dr., Tw.,

N.O., Sal, N.Vel, Achth., N.L.,

Z.L., W.Fr., Wat., Kenm., Utr.,

Z.H., Du., V.B., O.F., Wal.


Kruidnagels-*S'c/i., Z.B., Wal. Nagels-Gr., Utr., Wal. Nageltakken-TF.Pr., Kenm., Wal.


Z.Vl.


Hydrocharis L.

Hydrocliaris Morsus ranae L. D u i t b 1 a d.


Centenblad-Z.H. Duitblad-O.Hr., W.Fr. Duiteblêd-J^r.

Duiten-J'r.

Duitenblad-Fe7.2'.

Duitjes.

Kikkerbeet-FF.J^r., Z.B.


Kikkerbloem-i^f., Tg. Kikkerkruid-zS'a/., Velz., Z.R. Kikvorsch(en)beet.

Kleine duitjes-F.H.

Kleine witte plompen. Yorschbeet.

Waterkaarde.


HYDROCOTYLB, HYOSCYAMUS, HYPBRICUM.


123


Oude namen: Oleyne plompen (Dod.), Vorschenbeet (Dod.). Vlaamscbe namen: Q-eld (B.), Gleld op ’t water (B.), Schellings- kruid (P.).


Hydrocotyle L.

Hydrocotyle Tiilgaris L. W a t e r n a v e 1.

Navelkruid. | Waternavel-W.i^r., Uir.

Oude naam: Waternavelcruyt (Dod.).

Ylaamsche naam: Waterpateeltjes (B.).


Hyoscyamiis iiig’er L.

Belledonne-*SaZ.

Belze-(Tr.Z.

Bilsemkruid.

Bilsen-Wal.

Bilsenkruid--Fr., Wal.

Bi\ze-Tw., SaL, Gr.Z., Wal. Bilzenkruid-O.Dr., Sal., Velz., N.L., W.Fr., Utr., Du., Wal., Z.Vl. Bilzumkruid-TkaZ.

Oude namen: Beelde (M.N.), Belic (M.N.), Beluc cruyt (N.H., Hond. Vlaamscbe


Hyoscyamus Tourn.

Bilzenkruid.

Dolkruid-iV.O.


Dolkruud-Gr., Tw., Gr.Z., Sal. Hennebloemen. Henneblóme-Tw?., Sal., Gr.Z. Malkruid.

Mal-Willempjeskruid-Crr.

Mal-Willempjeskruud-Tk.

Mal-Wilmpjeskruud-Gr.

Zwijnen boon.

Belse (M.N.), Belsemcruut


(M.N.), Bilsaet (Gr.H.), Bilscruit (G-.H.)

, Dod.), Bilsenkruyd (Kil.), Malkruyd (Kil.), men: Bilsenkruid (B.), Doodbloem (B.).


(M.N.),

Bilsen-


Hypericum L. Hertsbooi.


Bokkenkruid. | St.-Janskruid-G^r.Z.

Hertsbooi-iY.i., Utr., Du., IVal.  !

1. Hypericum Blodes Prod. Ed. I. Zie Hypericum helodes L.

2. Hypericum helodes L. Moerasher tshooi.

Oude namen: Oruypende bypericon (Dod.), Liggende bypericon (Dod.).

3. Hypericum humifusum L. Liggend hertshooi.

Oude naam: Cleyn Sint-Janscruydt (Dod.).


4. Hypericum perforatum L. Sint Boksstalen i)-Z.yz.

Duvelsjacbt-Mc/^ZA.

J aag-den-dui vel-GV.Z. Jacbtenduvel-SW., Gr.Z., Velz. Jicbtenduvel-Gr.Z.

Jobanneskruid.

Kroont jeskruid-kFaZ.

Oliebloempje-Z.i/.

Oude namen: Coenraet (N.ïï. gewas (Hond.), Hypericon (Dod.) cruyt (N.H.), Sinte-Jobannescruit


Janskruid.

Olieblommeke-Z.Jï,

Peerkum-Z.iï.

Sint-Jansbloem.

Sint Janskruid-i^r., O.Dr., N.O., N.L., Z.L., Utr., Z.H., O.F., Wal. Sint-Janskruud-Tt^;., Sal., Gr.Z. Wonderkruid.

), Hertboy (N.H.), Hondertgaticb- , Sint-Janscruydt (Dod.), Sint-Jans- (G.H,).


1) Stalen zijn harde stengels.


124


HYPOCHOERIS, HYSSOPUS, IBERIS, ILBX.


Ylaamsche namen: Godewaar (B.), Onze-lieve-vrouwebedstroo (P.), Peerka (B.b Peerko (B.), Pereko (B.). Pericamp (B.), Perico (B.), Pericom (B.), Sint-Janskruid (B.,P.)- 5. Hypericam piilchriim L. Fraai hertshooi.

Oude n a a m : Ascyron hypericon (Dod.).


Hypochoeris L. Biggenkruid.

Biggenkruid.

1. Hypochoeris glabra L. Glad biggenkruid. Vlaamsche naam: Porkelle (B.).

2. Hypochoeris radieata L. Biggenkruid.


Almeloosch gras-Gr.Z.

Etweibloemen.

Foalleblom-J'r.

Foaltsjeblom-jPr.

Herfstbloem.

Vlaamsche naam: Breebroeken (P.).


Kleine paardenbloem-Z.H. Pissebloem-i.v.iï. Slofhakke-Gr.Z. Veulenbloem ^)-Fr.


Hyssopus Riv.

Hyssopus officinalis L. Hyssop.

Hijssop-Z.i., Vtr., Wal | Ysop.

Paddekruid-Z.y/. 1

Oude namen: Hyssop (N.H.), ïïyssope (Dod.), Isop (M.N.), Ispe (M.N.), Jisope (Dod.), Ysope (N.H., G.H., M.N.).


Iberis L.

Wal


Scheefbloem-F^r. Tabaksbloempjes.

1. Iberis nudicaalis F1

2. Iberis umbellata L.

Cretische thlaspi. Kandiasche thlasih.

Klaspis.

Schermbloem.

Vlaamsche namen: Truweelken (P.).


Scheefbloem.

1 Tataarbloempje.


B. S. Zie Teesdalia imdicaulis R. Br. Schermscheefbloem.

Tabaksbloemetje.

Taraspi.

Thlaspi.

Wilde kers van Kandië.

Dukaat (B.), Patakon (B.,P.), Stuiver (B.),


Ilex L.


Ilex Aquifolium L. Hulst. Heukel.

Hölskrabben-Tw. Holstkrabben-Gr.Z. Holzeblad-Gr.Z. Holzekrabben-Gr.Z. mils-Tw., Sal, Gr.Z.

Huls-Gr., Fr., Achth.


Hulsekrabben.

Hulst-O.Hr., Tw., N.O., Sal., N.VeL, Velz., Gr.Z., Achth., L.N., N.L.,Z.L., Br.0., Wat., Vtr., Z^R., Goe., O.F., Thol., Wal., Z.Vl.

Hulstepollen-*S^.

Hulster-TFa/., Z.VL


1) omdai deze gaat bloeien, als de paardenbloem (Taraxacum officinale) is uitgebloeid.


ILLECEBRUM, TMPATIBNS, INULA.


125


Hülze-Tw;., Sal., Gr.Z.

Hulzekrabben-J-c/?^/i.

Hulzenboom-Tw.

Kattendoorn-O.FeL

]\Iuizendoorn.


Piekerboom-X.v.iZ.

Prikbladen-Gr.

Steekblareii-Z._L.

Steekpalm.

Ulster-Z.y/.


Oude namen: Huls (M.N.), Hul8e(n)boom (M.N.), Hulsebosch (M.N.), Hulst (Dod.),

Vlaamsche namen: Hoelst (P.), Huilst (P.), Hulst (B.P.), Hults (B.), Hulzenhout (P.), Oelst (P.), ülst (P.).


Illecebriim L.

Illecebriim Terticillatiini L. G r o n d s t e r.

Hardkellv. | Melkkruid.

Vlaamsche naam: Zeedauw (B.).


Impatiens L. Springzaad.


Springzaad.


Impatiens Noli tangere L.

Balsemien-J’r., N.L., O.F., 8ch.,Z.VI, Balsemijn-P'r.

Balzmin-Gr.

Boschbalsemien.

Kruidje-roer-mij-niet-Gr., N.O., Z.H., Wal.

llariahartje-Goe.

Hoerasspringzaad.


Onverduldigkruid.

Springbalsemien-Gr., 8t., N.O., O.VeL, W.Fr., Utr., Dit., Wal. Springkruid-T/«o/.

Springzaad-P/r., Z.H., V.B., Wal Wild balsemkruid.

Wilde balsemien.


Oude namen: Cruydeken-en-roert-mij-niet (Dod.). Vlaamsche namen: Springer (P.), Springkruid (P.).


Alant-P/r.


Iniila L. A 1 a n t.


1. Iniila Conyza D. C. Zie Inula vulgaris Trevisan.

2. Inula dysenterica L. Zie Palicaria dysenterica Gaertn.

3. Inula Helenium L. A 1 a n t.


Alangswortel-Wai. | Galant(swortelj.

Alantswortel-GV.Z. . Odinskop.

Bittere alant. j

Oude namen: Al(l)aen (AI.N.), Alandwortel (Kil.), Alantwortel (N.H., Dod.), Alantwortele (G.H.), Galant (M.N.), Galantwortel (Kil., Dod.). Vlaamsche namen: Aankampaan (B.), Aankampane (B.), Pi- kane (B.).


4. Inula Pulicaria L. Zie Palicaria vulgaris Gaernt.

5. Inula vulgaris Trevisan. Donderkruid.

Hondsoog.


Donderkroed-Ac//Pi. Donderkruid-Z.i. Donderkruud-Tït?., 8al. Oude name n


Gr.Z .


Tonderkruid.

Vlookruid.


Conisa (Hond.), Groote conyza (Dod.), Vloykruyd (Kil.).


126


IPOMAEA, IKIS.


Ipomaea Link.

Iporaaea purpurea Lmk. Zie Pharbitis puipurea Aschers.

Iris L.

De gekweekte soorten heeten in Kenm. Glazen kappen, de blauwe lisch in Gr. Schoorsteenveger.

Iris Pseiidacorus L. Gele lisch.


Aiberbloume-Gr.

Barchjeblom(men) ^)-Fr. Biezeii-ovei-zee-O.F.

Boksboonen.

Doodskisten-Z.y/.

Dulen-F.B.

Eaharreblom-J'r.

Earreharreblom-i^r.

Eibenbloem.

EiheTshek-Gr.{WesterTi'wartier).

Eierbloem.

Eiluverbroodjes-O.Dr.

Geel \isch-Gr.Z.

Gele iris.

Gele lisch--Er., O.Dr., N.O., Veh., Gr.Z., Br.0., W.Fr., ütr., Z.H., Du., Wal.

Gele lischbloem.

Gele pinksterbloem.

Gèle scheernhlomen- Achth.

Gele waterlelie-Z.B.

Gele waterlisch.

Hanekammen-T.

Hoebladen-A.0.

Jufferskop-A.Eeü.

Kaasjesbloem-E’r.

Keujebloem.

Koebladen.

Koekoeksbloem-Tt(7.

Le\ie-Z.H.

Lesch-Z.A.

Leus-Tw., Gr.Z., Achth.


I Lisch-A.0., SaL, N.L., Z.L., W.Fr., Wat., O.F., ThoL Lischbloem.

Lischplant.

Lisscheblommen-L.^’.i^.

Lizen--Fr.

Luisbloom-Tw.

Lunsjch-Z.L.

Maagdenkruid.

Ooievaarsbloem-A^O., Z.H., V.B. Ooievaarsbrood--Bei. Pinksterbloem-O.D/-., N.O., SaJ., Gr.Z., Aclitli., Bet., Wat., Utr.,Z.H., V.B., Sch., Thol.

Finksterleus- Achth.

Sabelbloem-O.Dr.

Scharen-Z.B., Z.YI.

Scharenslijper-*SV/o

Schoorsteenveger-Gr.

Speenvarkentjes-O.Dr.

Spokeblommen-L'r.

Storkblom-O.Dr.

Tijdlelie.

Valsche akorus.

Valsche kalmus.

Valsche lisch.

Varkensbloem-^Y., Fr., Sal.

Yi?>kensiciSiTt-Gr.{Westerhwartier).

Viskensteert-Gf.

Visschenstaart.

Waterlelie-Gr., Sal., Gr.Z., Z.H.,


V.B., Wal.

Oude namen: Ackerwortel (N.H.), Drakenwortel (N.H.), Geele sweerdele (G.ïï.), Geelliscb (Dod.). Geel sweerdel (N.H.), Geel water- leliën (N.H.), Gele sweerdele (G.H.), Gheele lelien (G.H.), Gheel sweerdel (G.ïï.), Ghelulelien (G.H.), Glis (Kil.), Glisch (Kil.), Lisch (Kil.), Liscbbloeme (Kil.), Schlutencruyt (G.H.), Scottencruit (G.H.).

Vlaamsche namen: Boeklis (B.), Boeklisch (B.), Gele less’bloem (P.), Grachtlisch (P.), Kuiperslesch (P.), Les (B.), Lesbloeme(n) (P.),


1) = varkensbloem.


ISATIS, JASIONE, JUGLANS.


127


Le3ch (B.), Lès’gras (P.), Lesschen (P.), Lesse(n) (P.), Liezen (P.), Lis (B.), Lisch (B.), Waterlis’ (P.), Wil((ie) lisch (P.), Wilde lies (P.), Wilde lis (P.), Wilde lisschi (P.), Wilde lissen (P.).

Namen der vruchten:

Bargjes {Fr.), j Speenvarkentje {y.B.).

Eilaverbroodjes {Z.H.). | Varkentjes {V.B.).

Kaasjes {Z.H.). \


Isatis L.

Isatis tiuctoria L. W e e d e.


Gweet.

Meete.

Pastel.

Verfweede.


Oude n amen  : Weed Weytkruyd (Kil.).


(Kil.),


Verwersweede. Weede-Gr.Z., Z.H. Weet.

Wouwe.


Weedt (N.H., Dod.),


Weedte (Kil.),


Jasione L.


Jasione moiitana L.

Bergzandklokje. Beverkussen-Tw. Kleine scabieuse. Klok-TF.i^r. Onweersbloemen-Tio.


Zandblauwtje.

Schaapskruid. Schaapsscabieuse. Trommelstokjes-G>. Zand jasione. Zandklokje-O.T>7., TJir.,


Goe.


Juglans L.

Zie Pterocarya caucasica Ktb. Zie Pterocarya caucasica Ktb.


1. Jug-laiis fraxinifolia Lmk.

2. Jug-laiis pterocarya Mich.

3. Jiiglaiis regia L. Noteboom, Boomneut-Z.i.

Dikke neui-Z.L.

GeAvone okkernoot.

Greate nuten-P'r.

Groote noten-ir.P>., Go.

Groote notenboom-Pr. Klabbertoet-Z.i.

Neut-Gr., SaL, O.VeL, Velz., W.Fr., Utr., Z.H., Z.Vl.

Neute-Z.JS., Wal.

Neuteboom-Gr., TP.i^r., Wat., V.B., Wal.

Neuteboome-iY.0.

Neuteboum-Z.X.

Neulelcer-Z.jC.

Neutenboom-T., Velz.


Nötte-*S'a7.

Notteboom-T^r., SaL, Gr.Z., Achth. Nokerboom.

Nokernoot.

Noot-i.iY., N.L., Z.R., Wal., Z.VL Noot-van-Savoye.

Noteboom-Gr., St., Fr., O.Dr., Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Wat., Uir., Z.H., Du., V.B., Z.B., Wal., Z.VL, L.v.H.

Notelaar-X.r.J/.

Notenboom-6V/7., Velz., Br. O., W.Fr. Nutebeam-P’r.

Okernoot-PG^'., Wat., V.B., Roeksche waard.

Okkerneute-G.P.


128


JÜNCUS.


Okkerneuten-Z.i^., ZYl. Okkevnooi-W.Fr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Thol., Ika'., Z.VL, L.v.H. Okkemoiehoom-Thol, L.v.H. Okkernotelaar.

Oldewivennötte-GV.Z.

Ookernoot.

Rattesteertskens.


Teliioot-Z.R., ^yal., Z.^a. Walnötte-6’a?., Acltli.

Walnoot-O.Dr., SaJ., Velz., Gr.Z., Achth., JJtr., Wal.

Walnöt-Tz^.

Walsche noot.

Wannötte-6^a?., Gr.Z. Wannöttenboom-Ttü.


Rosnot. I

Oude namen; Ackernoot (M.N.), Nokerboom (M.N.), Nokernoot (M.N.), Noothoorn (M.N.), Notboom (Kil., M.N.), Noteboom (Dod., M.N.), Notelaer (M.N.), Notelare (M.N.), Noteler (Kil.), Notelere (M.N.), Noteltere (Kil., M.N.), Notenboom (N.H.), Okeler (Kil.), Okernootboom (N.H.), Okernotenboom (Dod.).

Vlaamsche namen: Boomneuteboom (P.), Eukelaar (B.), Euker- (noteleer) (P.), Hokkenote(n)boom (P.), Neukeleer (P.), Neuteboom (P.), Neuteboum (P.), Neutelare (P.), Neutelore (P,), Nokkenote(n)- boom (P.), Nokerboom (B.), Nokkerboom (P.), Noteboom (P.), Notelaar (P.), Notelare (P.), Noteleer(e) (P.), Noteleir(e) (P.), Okelaar (B.), Oker (B.), Okernootboom (B.), Okkeneuteboom (P.), Okkenote- boom (P.), Okkernootboom (B.), Okkernote(n)boom (P.), Okkernote- lare (P.).


Juücus Tr

Beezeii-A.i., Z.L.

Bieëze-Sal., Gr.Z.

Bies-SaL, Gr.Z., Bet., Goe. Biezen-iY.i., Z.L., O. F., Sch., Z.Vl. Biezengras.

Bissen-Z.i.

Bloembies-TbaZ.

Bösen-T?t'.

Pikrusken-Gr.Z., Achth.

Pikrusschen-Tw.'.

B^?>k-Fr.[Doniaivcirstal).

Resk--Fr.(T jietjerk).

Risk-i^r.

Oude naam; Bloembiese (Kil.) Vlaamsche namen: Beersjei (P.), Bieze(m) (B.), Biezen (P.).

1. Juncus bufoniiis L. GreppeJr Greppelgras.

Greppelgrön.

Greppelgros-Tw;., Sal., Gr.Z.

Vlotgras.

Mothaar.


. R u s c h.

Bosheezen- Achth.

Rosken-JV.

Rosschen-J^'r.

Rusk-jPr.

Rusken-GV., Fr.

Russchen-Gr., Fr., T., O.Dr., N.O., Tiv., Sal, Gr.Z., Z.H., V.B. Sjaak-O.jP.

Sjek-O.i^’.

Steenbies.

Zachte bies.

Zek-O.J’.


(P.). Biendse (B,), Bies (B.), Biesem u s c h.

iMothóar i)-Gr.

Paddegras.

Steenbies.

Watergras-.Br. O.

Zachte bies.


1) = zeughaar.


JUNCUS.


129


Oude naam: Paddegras (Lob., Kil.). Vlaamsche naam: Paddegras (B.).


2. Juncus conglomeratas L.

Biezenkoppen-Wa^.

Bloembies.

Gewone bies--Br.O.

Gewone russchen-T., Tw. Gladde bies.

Héanen-Pr.

Pidden.

Pidder.


Biezenkoppen.

Puntklaver-iïz^.

Rusken-Gr.

Russchen-M.

Schilf.

Sporten. Steenhies-Sal. Steenrusch-zSaL Zachte bies.


Vlaamsche namen: Koeibies (B.), Koeibieze(m) (B.), Papbies (B.), Papbieze(m) (B.).

3 Juncus effusus L, P i t r u s c h.


Gemeene bies.

Gewone j:uskeii-Gr.{Wester]iwartier). Gewone lUSScheri-Gr.iWesterlcwartier), T., Tw.

Pitbies-O.PeL

Riskepit.


Russchen-S'aZ. Schilf. Steenbies. Zachte bies. Zielbies-O.FeL


Vlaamsche namen: Koeibies (B.), Koeibieze(m) (B.), (B.), Papbieze(m) (B.).


4. Juncus Gerardi Loisl.

Aart.

Paddegrasbloem.


Ronde r u s c h.

Zachte bies.


Papbies


5. Juncus glaucus Ehrh. Zeegroene rusch.

Hordebies. Steenbies.

Riskepit. IJzerbies.

Vlaamsche namen: Peerdebies (B.), Peerdebieze(m) (B.), Steen- bies (B.), Steenbieze(m) (B.).


6. Juncus lamprocarpus

Bloembies.

Gelede bloembies. Riskepit.

Steenbies.


Ehrh. Waterrusch-

Waterbies-V.O., Waterbloembies. Zachte bies.


Z.H.


Vlaamsche namen: Spletbies (B.), Spletbieze(m) (B.).

7. Juncus Leersii Marss. Zie J. conglomeratus L.

8. Juncus maritimus L. Zeerusch.


Bloembies.

Steenbies.


Zachte bies. Zeebloembies.


9. Juncus obtusiflorus Ehrh. Padderusch.

Padderusch-A.0., Sal.

10. Juncus silvaticus Reich. Boschrusch.

Hooibies-O.Peh

Vlaamsche namen: Spletbies (B.), Spletbieze(m) (B.).


9


130


JUNIPERUS.


11. Juncas squarrosas L T r e k r u s c h.

Padrusken-O.jDr, 1 Trekrusken-O.Dr.

Oude n a-a m : Zeebiesegras (Lob.).


Juniperus L.


1. Juniperus communis L. J e n e v

Aposteemkruid.

Bekelboom-i^r.0.

Bekelbos-Br.0.

Dam-5'a?.

Dambeer(e).

Dambeeren--Dr.&et(;., O.Dr. Daniberbeienbossen-6'a?.

Dambes(ie).

Dambezie(boom).

Dambeziënboom.

Danuner-jS'öf/., ]S\Vel., Gr.Z. Dammerbeeren.

Dammerbes.

Dammerenhout.

Dampol->Sa/.

Dankbaarbeien-O.Dr.

Dommen-T'e/2'.

Gen‘ever(boom).

Genevers truik-5a7., Z.L.

Imbeer-O.jDr,

Imbeerboom.

Janiever-Z.T7.

Janneverboom-TT'. jPr.

Jenever.

Jeneverbeam-J^r.

Jeneverbes-O.Dr., Sal., Velz., AcJith., Utr., Z.H.

Jeneverbessenstruik.


e r b e s.

Jeneverboom-O.Dr., Gr.Z., Z.H., O.F. Jeneverhout.

Jeneverstruik-AS'f., F.O., O.Dr., Tu\, Sal, Velz., y.L., Thol. Jeneverstrük-J^r.

Jenieverbei-i^r.

Juniper(us)boom.

Kwakel-Ttr.

Kwakelbeeze-Tïr.

Lammerenhout.

j\leiolderbei(jen).

i\Ierolderbeien-Gr,

Palmboom.

Prikketakjes-T^r., Sal.

Yrakelbessen.

Wachelbeer-A.X.

Wachelder-^.i., Br.0.

Wachele-A.X., Z.L.

Wachelteer-Z.X.

Wachhelderstroek-Z.i.

Wacholder(beien).

Wakel-Tw;., Sal., Gr.Z., Achth. Wakelbèzen-Ac^7/«.

Wakelder-Tir., SaL, Gr.Z. Wakholder-Tic., Sal., Gr.Z. ^Vaogholt-T^r•.

Wechholder-L.A., Z.L.


Oude namen: Dambeeren (Kil.), Dambesieboom (Kil.), Genever- besiën (G.H.), Geneverboom (Dod., N.H., G.H., M.N.), Gheneuerboom (Kil.), Jeneuerbesie (Kil., M.N.), Jeneverboom (Kil., M.N.), Jeniver- besie (M.N.), Junipere(nboom) (M.N.), Krammetboom (Kil.), Machan- del (Kil.), Palmboom (Dod.), Wachelder (Kil. ), Wachelderboom (Kil.), Wacholder (Kil.), Wacholderboom (Kil.), Wachouter (Kil.), Wachtel- boom (Kil.), Wechholder (Dod., G.H.).

Ylaamsche namen: (Dljeniverboom (P.), Januverboom (P.), Je- neivelboom (P.), Jenevelboemeke (P.), Jenuverboom (P.), Jenever- boomken (P.), Jeneverboom (P.), Nijvelboom (P.)^ Pekkè (P.), Sjeni- verboom (P.), Wachtelboom (B.), Zeniverboom (P.). De vrucht heet : Wachtel (B.).

2. Juniperus Sabina L. Zie Sabina officinalis L.


KNAUTIA, LACTUCA.


131


Knautia Coulter.


Knaatia aryensis Coulter. K n a u t i a.


Aposteemkruid. Gemeene scabieuse. Groote scabieuse. Groot schurftkruid. Honigbloem- Jtewm.


Luizebloem-jBr.kT. Scabieuse. Schurftkruid. Soldatenknoopjes-5'aZ. Wilde aster-A.X.


Oude namen: Aposteemcruit (G.H.), Apostuencruyt (N.H.), Crauw- agiecruyt (N.H.), Scabiose (N.H.).


Lactuca Tourn. Sla.


1. Lactuca satiya L. Sla.

Bindsla.

Boterkrop.

Broeivoet.

Dominieskrul.

Dunsel- A.O., Velz., Gr.Z., Achth., L.N., Utr., Amsterdam, Z.H., Goe., Sch., Thol., Z.B., WaL, Z.Vl.

Fransche latouw.

Hoflatuw.

Kornetten.

Kroesteek.

Kroestreek-Gr.

Kroezelatuw.

Kropdunsel-A.0., Sal.

Kroplatouwe.

Kröppe-AcAi/i.

Kroppen.

Kropsla-Tw., Z.Vl.

Kropslaot-*Sa?., Achth.

Krop ver dunsel.

Krulsla.

Lamsooren.

Latie-6'a^.

Latoe-T/ioZ., Z.Vl.

Latuw-L.iY., W.Fr., O.F., Thol., Z.B., Wal.

Latuwe.


Letuw-A.FeL

Oude moeien-Z.5., Wal.

Pik(sla).

Prinsenkrop.

Romeinsche sla.

Salaad-Pr.

Salade-L.v.H.

Sla-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Sal, Achth., L.N., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Amsterdam, Z.R., Du., V.B., O.F., Goe., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl. Slaai-Z.X., Br.0.

Slaed-F’r.

Slakrop.

SlSioj- Barnet' el d.

Slaot-Gr., Sal., Tw., Achth. Sluitkrop.

Sluitsla.

Snijdunsel.

Snijsla.

Steeksla.

Tuinsla-lFai.

Veldsla-W.F'r.

Weeuwen-O-F.., Goe., Sch., Wal., Z.Vl. Weeuwkrop.

W eeuwplant-fFaZ.

Weuen-Z.FF


Oude namen: Kroplattouwe (Kil. ), Kropsalaet (Kil.), Lac(h)teke (M.N.), Lactouwe (Kil.), Ladeke (M.N.), Laic (M.N.), Ladich (M.N.), Ladicke (M.N.), Laetouwe (Kil.), Lattouwe (Dod., N.H., Kil.), Lat- tuwe (M.N., G.H.), Latu (M.N.), Latuwe (M.N.), Ledicke (M.N.), Sluytkroppe (Kil.).

Vlaamsche namen: Ezelooren (B.), Krop (P.), Kropsalaad (P.), Kropsalade (B.), Latuwe (B.), Leitusala (P.), Salaa (P.), Salaad (P.),


132


LA.MIUM.


Salaai (P.), Salauw (P.), Saloed (P.), Saloë (P.), Saloo (P.), Salouw (P.), Sla (P.), Slaad (P.), Slaai (P.).

2. Lactaca Scariola L. Wilde sla.


Konijnenkruid.

Leverdistel.

Veldlatuw.

Oude naam:


Wilde latuw. Wilde sla.


Wilde lattouwe


(Dod.).


Lamiam Tourn. Doovenetel.


Bloeinetel-TTaZ., Z.Vl.

Damnetel-Br.O.

Doovenetel--Fr., Vlie., N.O., Tw., Sal., Achth., L.N., N.L., Z.L., Wat., Vtr,, Z.H., Du., Wal.

Douwnetel-O.Dr.


Douwnettel-Gr.Z. Makke broenekels-/Sc/i. Tamme tiengel-.^.yz. Zoegelblomen-J-c/ïf^. Zoegerties-O.Dr.


Oude namen: Daunetel (N.H.), Dodenetelen (Q.H.), Doodenetel (N.H.), Doodenetelen (Gr.H.), Doovenetel (N.H.), Doovenetele (G.H.). Vlaamsche namen: Doodenetel (B.), Doovenetel (B.), Melk- hittel (B.), Melknetel (B.), Melknittel (B.).


1. Lamium albam L. Witte doo Adam-en-Eva-jPr.

Bloeiende brandekkel.

Bloeiende brandnetel.

Bloeiende branekkel-Gr.

Bloeiende tingel-Z.yZ.

Broeinekel-Z.B.

Broeinetel- T/ioZ.

Broeinettel--Fr., Wal.

Dannettel-S'a/.

Dauwnetel-EeZ^-.

Dauwnettel-Dr.èm-.

Doavenetel-O.E’.

Doodenetel.

Doove barnettel-i^r.

Doove branekkel-Gr. Doovenetelen-Gr.Z., TJtr., Wal. Doovenetels-TZioZ.

Douwnettel-J’r., Tw.

Dóvenetel--Fr.

Eerste doovenetel.

Engeltjeseten,

Goudhaans-eten-Z.if.

Goudhaansvoer-Z.iZ.

Goudhaantjes-*SaZ.

Goudhaant j eseten-Dzt. Goudhanenkost-Z.Jï.


V e n e t e 1.

Hanekop.

Hommelwortel--BeZ,

Hondsnetel-Z7Zr.

Hondspol-Gr.Z.

Hunichblom-i^r.

Ingei tsje-iten-i^r.

Kapoeneten.

Makke brandekkel-Gr., W., Tw., Sal., Wal.

Makke brandnekels-WaZ.

Makke brandnetel-Z.Jï.

Makke broênetel-E.B.

Melkbloem-T'r.

Melksugers-J’r.

Melkzoeger--Htfc.

Netel-A.T.

Netelkruid.

Pappezoegers-Ztt'oZZe.

Soppers-E.B.

Süchnettel-J’r.

Suikernetel.

Tamme brandnetel-Goe,

Tamme broenekel-Z.B.

Tamme netel-O.J’.

Tamme nettel-Z.i.


LAMIUM.


133


Tamme iÏQngQl- Z ,Yl.

Tamme tingel-Z.T^.

Tingel-Z.TZ.

Verkeerde neiel-Wal.

Verkeerd netelkruid.

Witte brandnetel-Ac^/^., Z.H.

Witte doovenekel-TVö^.

Witte doovenetel-yZ^■e., O.Dr., N.O., Tw„ Velz., N.L., Z,L., W.Fr., Utr., Z.H., Du., O.F., Wal.

Witte doovetingel-T.^’.JH■.

Witte netel.

Wijfkebrannêttel--Fr.


Zachte netel-T.

Zachte zengel-Z.T?. Zoegertje.

Zoete brandnetel.

Zoete netelW.-Be^. Zoetnetel-Z.!?. Zuigbloem-T. Zuigbuisje-T.B. Zuigers--Fr., V.B., Br.0. Zuigjes-W ,Fr. Zuiglammetjes-Z7^r., Z.H. Zuigmsiïï-V.B. Zuikertjes-5r.0.


Oude namen; Doovenetel (Hond.), Eerste doovenetelen (Dod.). Vlaamsche namen: Damnetel (P.), Doovenetel (B.,P.), Doove- tingel (B.), Doov’jettel (P.), Melkhittel (B.), Melknetel (B.), Melknettel (B.), Melknittel (B.), Melktengel (P.), Melktingel (B.,P.), Memmekens (P.), Memmenkruid (P.), Meulekens (P.), Molekens (P.), Tamnetel (P.), Tamme netel (P.), Tamme tengel (P.), Wilde netel (P.), Wilde . tengel (P.), Witte damnetel (P.), Witte mammelutters (P.), Witte mammezuigers (P.), Witte neitel (P.), Witte net(t)el (P.), Witte tingel (B.,P.), Zoete tengel (P.), Zuignetel (B.), Zuignettel (B.).


Hoe ntd e r b e e t.

Hoenderbeet-t/^r.


2. Lamium amplexicaule L.

Dauwnettel-Gr.Z.

Hinnebijt-T>,

Oude namen: Hennebete (M.N.), Hennebit (M.N.).

3. Lamium Galeobdolon L. Zie Galeobdolon luteum Huds.

4. Lamium purpureum L. Paarse doovenetel.

Dampnetel-Z.L.

DauwnetelW.Te/.

Hommelbloem-M.

Makke brandekkel-TV.

Makke brandnekel-W.T’r.

Makke brandnettel-jPr.

Netel-V.L.

Paarse doovenetel-yZ^e., N.O., Tw.,

Velz., N.L., Z.L., W.Fr., Wat., Utr.,

Z.H., Du.


Purperen doovenetel. Purperen dooveiingel-L.v.H. Roode doovenetel.

Roode tingel-Z.yL Saugeningeltsje-iten-Pr. Stinkende doovenetel. Stinkers-Z.J5. Suikerbroeier--Pr.

Tamme brandnetel-6roe. Zuugbloempjes-T,


Oude namen: Stinckende doovenetelen (Dod.), Tweede doovenetelen (Dod.).

Vlaamsche namen: Doovenetel (P.), Hoenderok (P.), Malem (P.), Roode melkhittel (B.), Roode melknetel (B.), Roode melknittel (B.), Roode melktingel (B.), Tamnetel (P.), Tamme netel (P.), Tamme tengel (P.), Wilde tengel (P.), Zoete tengel (P.).


134


LAMPSANA, LAPPA.


Lampsana Tourn.


1. Lampsana communis L.

Akkerkool-i^r.

Akkermoes. Basterdhaze(n)latuw. Graskool.

Millich.

2. Lampsana minima L.


Akkerkool.

Rijnkool. Tepelkruud, Wilde kool. Wilde moes. Zwij!ne(n)sla. Zie Arnoseris minima Lk.


Lappa Tourn.


Bergklit(ten).

Dokkebladen.

Gemeene klis.

Groote klis.

Jan-plak-an-O.FeZ.

Klaar-Gr.

Klad-W.J^r.

Kladde(n)-Gr., Fr., T., Gr.Z., W.Fr., Wat., Vtr., O.F.

Kladdebladen-T.

Kladdebos-W.i^r., Wat. Kladdebosk-i^r.

Kladdekrud-Gr.Z.

Kladdewortel-O.Dr.

Kladde--Fr.

Klarbossen-Gr.

Klar(r)ebos-Gr.

Klarren-Gr.

Klas--Fr.

Klasse-Tw., SaL, Gr.Z.

Klat(te).

Kledde-Gr.Z.

Kleskoppen-^ewm.

Klessen-Br.O.


Klis.

Kletten-A.X., Z.L.

Klêve.

Kleverklas(sen)-J’r., N.0. Klèverklas-G.Dr.

Klèverklas&e(n)--S'a?.

Kleverklis-5'a?.

Klevers-Wa^.

Klewklaske-^^^^.

Klieve-Sal., Gr.Z.

Kliêveklasgen-Tw.

Klis-O.Dr., Gr.Z., Wat., W.Fr., Am- sterdam, Kenm., Vtr., O.F., Goe., Wal.

Kliskruid-G^r.

Klisse-Tw., Sal., Gr.Z., O.F., Wal., Z.Yl.

Kliswortel-G.Dr., GrZ.., Wat., Am- sterdam, Vtr., Z.H.

K\it-Wat., Z.H., O.F., Goe., Z.B., Wal. Kme{n)-Fr., Z.R., O.F., V.B., Sch., Thol., N.B., ZB.., Wal, Z.Yl, L.v.H. K\ïve-Tw.

Knoppen-L.v.Jï.

Prollen.

Startoffen.


K\et-Z.L.

Kletsen-A.X.

Oude namen: Gladde (M.N.), Classe (M.N.), Clater (M.N.), Clatte (M.N.), Clesse (M.N.), Clette (M.N.), Olisse (M.N.), Glit (M.N.), Clitte (M.N.), Doek (M.N.), Docke (M.N.), Dockebladeren (N.H.), Klesse (KIL), Kleve (Kil.), Klisse (Kil.), Klitte (Kil.), Klyve (Kil.). Vlaamsche namen: Dokkeblad (P.), Kies (P.), Klessen (P.), Klet (P.), Kletteren (P.), Klisters (P.), Stekels (P.), Stekers (P.),


1. Lappa major Gaertn. Groote klis.

Oude namen: Grroot clissencruydt (Dod.), Grote dissen (G.H.).

2. Lappa minor D. C. Kleine klis.

YioWen-Z .B.

Oude naam: Gleyn clissencruydt (Dod.).


LARIX, LATHRAEA, LATHYRUS.


135


Vlaamsche namen: Klessekruid (B.), Klis (B.), Kliskruid (B.), Klissekruid (B.), Piotetete (B.), Piotetette (B.).

3. Lappa officinalis AU. Zie Lappa major Gaertn.


Larix Tourn.


1. Larix decidua Mill. Lork.

Apenhaar-.^.-H.

Larik-X.JV.

Lariks-O.Dr., Tw., N.L., Z.L., Vtr. Lariksboom-Z.LT.

Lariksen-l)r.&e^^;.

Lark-Gr.Z.

Larke-Tw;., Sol., Gr.Z., AchtJi. Larks-/SaZ.

Lsirkse-Sal., Gr.Z.

Levke-Tw,, Velz., Aclith. Lerkenboom-Tiü., Achth.


Lerks-iV.-L. hervek- Achth.

Lier(boom).

Liere-Pr.

Lork-O.Dr., Velz., L.N., Du., Wal. Lorkenboom-JV.PeL, Velz., Gr.Z., Br.0., Wal.

Lorkenden.

Pijn.

Rijnsch greinen.

Wilde lerkenboom.


Oude namen: Lorckenboom (Dod., Kil.), Terbentynboom (N.H.). Vlaamsche namen: Larie (P.), Larik (P.), Lariksboom (B.), Larius (B.), Lariusboom (B.), Larix (B.,P.), Lerk (P.), Lork (P.), Lorkenboom (B.), Luirik (P.), Maleize (P.).

2. Larix europaea D. C. Zie Larix decidua Mill.

3. Larix Larix Karst. Zie Larix decidua Mill.


Lathraea L.

Lathraea squamaria L. Schubwortel. Kaalkruid. | Schubwortel.


Lathyrus Tourn. Lathyrus.

Laterus-O.Dr., TJtr., Wal. Spaansche wikke.

Lazarus-ertjes-Wa/. Turksche wdkke.

Oude naam: Platte erwten (Dod.).


1. Lathyrus Aphaea L. Naakte lathyrus.

Oude naam: Aphace (Dod.).

2. Lathyrus latifolius L. Breedbladlathyrus.

Bloeiende erwten-Z.F/. Lazerusjes-Mc/i^/i.

Chineesche laterus. Troslaterus.

Lazarus-erwten.

Vlaamsche namen: Bloemerwt (P.), Truischvitse (B.), Truizel- yitse (B.).


3. Lathyrus pratensis L.

Geelerwtjes-Gr.

Gele erwtjes-6rr.

Gele linze-Gr.


Yeldlathyrus.

Gele schaaperwtjes-Gr. Gele viisen-L.v.H.

Gele wik.


136


LEGUSTICUM, LEMNA.


Linzen.

Schoentjes-en-muiltjes-LZie.,

^y.Fr.

Veldlatems-TL.L’r.


Gele wikke-Gr., O.Dr., N.L., Sch., Z.B.

Gele z\vijnetongetjes-Gr.(TFes;erfci/;ar- tier).

Hennetjes--Fr.

Kleine aereneute-Z.5.

Oude naam: Gele wikken (de G.)-

Vlaamsche namen: Meerschkrakke (B.), Zandvitse (B.] 4. Lathyrus silvester L. Boschlathyrus.

Wintererwten.


N.O.,


5. Lathyrus tuberosus L. Aardaker.


Aardakel-ZJfr. 1

Aardaker-keZ^'., Gr.Z., Bet., TJtr., Du. j

Aardamandel. j

Aardeikel-ASaZ., Gr.Z. |

Aardmuis-Z.y?. |

Aardneute-Be^., Velz., V.B., O. F., Goe. j

Aardnoot-Be^., Velz., Sch., Thol., Z.B. Aareneute-F.-B., Z.B.

Aker-Fr.

Akkerneute.


Akkernoot-Fe?2r.

Eerdakers.

Eerdekkel-^^aZ.

Erdemusen.

Erkelen.

Ermuzen-Z.EZ.

Ierdaker--Fr.

Muizen-met-staarten-JBeZ.

Noten.

Eerdt- Erdnote Lob., Dod.,


Oude namen: Eerdamandelen (N.ïï.), Eerdeeckels (Lob.), noten (Lob., Dod.), Eerdvyghen (N.H.), Erdappel (M.N.), (M.N.), Ertnote (M.N.), Aluysen met steerten (N.H., Hond.), Zeeuwscbe castanien (N.H.).


6. Lathyrus Yernus Bernh. Yoorjaarsl athyrus. Krok-met-bre©de-bIaden. | Wouderwt.

Vlaamsche namen: Bloemkorfken (P.), Meisjes en jongens (P.).


Legusticum L.

Legusticum Levisticum L. Zie Levisticum officinale Koch.


Lemna L. Eendekroos.


Eendegroen.

Eendekroos-PZr., Z.H. Eendenkroos-Gr., St., Fr., N.O.,O.Dr., Tw., Sal, Gr.Z., Wat., Z.R., Z.B., Goe., Sch., Z.B., Wal Eenjemoes-A^i.

Eindekruus-ASZ.

Eineflach-Er.

Einekreus-Gr.

Einekroas-jPr.

Endegruus-G.-F.

Endekroos-Tw;., Sal., Gr.Z., V.B.,O.F., Z.B., Wal, Thol.

Endemoes-Br.0.

Endemoos-Z.L.


Enteblad.

Entekro(o)s-A^T'eZ.

Entekroost-Z7Zr.

EntekTUus-Bar7ieveld.

Flaech-jPr.

Ganzenkroos. Grieten-iScA^., Sch. Groene kroos-Z.iï. Gröet-E.B.

Gruit-mZ., Z.B.

Gruite.

Kikkersnotte-jPr.

Kikkertsflach-Er.

Kikkertskroas-Er.

Kikvorschenlobbe-Gr.Z.


LENS, LEONTODON.


137


Kreuze-Tï^;., SaL, Gr.Z.

'Kroas-jPr.

Kroast-O.jP.

Kroos-T., O.Dr., Tw., SaL, N.VeL, Achth., N.L., W.Fr., Utr., Z.H., V.B., Sch., Z.B., Wal., L.v.H.

Kroost-T., SaL, Z.R. Kroos-zonder-kroos.

Kruut-Z.jB.


Bielengroen-L.v.H.

Ruit-WaL, Z.VL

Rmte-L.v.H.

Sterretjeskroos-Wö^.

Tekkenfloch-i^r.

Waterkroos.

Waterleus.

Waterlinze.


Oude namen: Croos (M.N.), Endengruen (Dod.), Endtengroen (Kil.), Endtgroen (Kil.), Gruyte (Kil.), Kroes (Kil.), Kroest (Kil.), Kroos (Kil.), Kroost (Kil.), Meerlynsen (G.H.), Waterlinsen (Dod., G.H.), Waterlinze (Kil.), Zeelinsen (G.H.), Zeelynsen (G.ïï.).

Vlaamsche namen: Aandereit (B.), Andereit (B.), Eendegroen (B.), Eendendrek (P.), Eendeneten (P.), Eendengerek (P.), Eendengriet (P.), E(e)ndengroen (P.), Eendengruun (P.), Eendenkroos (P.), Eenden- kruid (P.), Eendenmoes (P.), Ganzendrek (P.), Ganze(n)groen (P.), Grei (B.), Paddegerek (P.), Paddegeslijk (P.), Paddendrek (P.), Puirek (P.), Peut (P.), Riet (Baarle, Drongen, Landegem) (P.), Vorschendrek (P.), Yorschenkool (P.).


1. Lemna gibba L. Blaaskroos. Waterlinzen.


2. Lemna minor L. Klein kroos.


Einegrus. Meerlinsen.

Kleinkroos. Sterkroos-lEa^.

Vlaamsche naam: Putereit (B.).


3. Lemna polyrrhiza L. Veelwortelig kroos.

Groot eendenkroos. | Grmi-Z.B.

4. Lemna trisulca L. Puntkroos.


Driekante kroos-Z.P?.

Einegrus.

Enteblad-A.0.


Klein waterveil-M. Waterveil.

Zinkende kroos-Z.II.


Lens Tourn.

Lens esealenta Mnch. Linze.

Lens. N.L., W.Fr., Utr., V.B., Wal., L.v.H.

Lenze. Zaailinze.

Linze-jPr., O.Dr., Tw., Gr.Z., Achth.,

Oude namen: Lins (M.N.), Linse (Kil., M.N.), Linsen (N.H., G.H., Dod.), Linze (M.N.), Lynsen (G.H.), Vitse (Kil.).

Leontodon L. Leeuwentand.

Hondsbloem-iY.X.

1. Leontodon autumnalis L. Herfstleeuwentand. Armoedsbloem-TEaL | x\ugustusbloem-ir«L


138


LEONURUS, LEPIDIUM.


Etgroenbloem-TT'ö^.

Foalleblom-jPr.

Foaltsjeblom ^)-Fr.

Heenbloem-TT’fl^.

Herfstpaardebloem-E’r.

Hondebloem-xY.O.

Hondeblomen-.4c/^fA.

Hondsbloem-/SaZ., Gr.Z., Aalsmeer.

Hondsbloome-Tt^;.

Hijnstebitter--Fr.

Kleine paardenbloem-Z7^r.

Late hondebloem-(rr.^.

2. Leontodon Taraxacum L. Zie


Late hondsbloem-TL.J’r. Leeuwetand-trr.Z.

Melkbloem-TFa^.

Paardebloem-Goe.

Paardenbloem-iV.0., Velz., L.N., Utr. Paerdeblom-Gr.Z.

Pisseblom-X.i’.iï.

St.-Jaapsbloem.

Vólleblom ^)-Fr,

Weebloem.

Zevenbloem-bF.E'r.


Taraxacum officinale Web.


Leonurus L.

Leouurus Cardiaca L. Hartgespan.

Hart(e)kruid. j Hertsgespan-Z7#r.

Hartgespan. I

Oude namen: Cardiaca (N.H., Dod.), Hertcruit (M.N.), Hertecruut (M.N.), Hertengbespan (Kil.), Hertsgespan (Dod.), Hertsghespan (N.H., (L.H.).


Lepidium L. Kruidkers.

Kars-Gr.Z. Kruidkers.

Kers-Gr.Z. Peperkruid.

Oude namen: Ke(e)rse (M.N.), Kersse (M.N.), Korsse (M.N.).

1. Lepidium campestre R. Br. Vel d-k r u i d k e r s.

Boerekers. Veldkruidkers.

Veldkers. Zachtharige kers.

Oude namen: Boerenkersse (N.H.), Boerenmostaertcruyt (N.H.), Tweede wilde kersse (Dod. ; de eerste is Thlaspi arvense).

2. Lepidium graminifolium L. Graskers.

Wilde kers.


3. Lepidium latifolium L.

Armenpeper.

Groot peperkruid.

Mierik.


Peperkers.

Peperkers.

Peperkruid.

Sciaticakers.


Oude namen: Pepercruyt (N.H., Dod.), Pepercruut (M.N.). 4. Lepidium ruderale L. Stee n-k r u i d k e r s.

Klein bezemkruid. Steenkers.

Kleine thlaspi. Steenkruidkers-TF.Pr.


Oude namen: Bessemcruyt (N.H., Dod.), Cleynste wilde kersse (Dod.).

5. Lepidium sativum L. Tuinkers.

Bitterkers-Gr., O.Dr., Tw., Sal, N.O., | Velz., Gr.Z., Achth., L.N., N.L., Wal.


1) = veulenbloem.


LEPIGONUM, LEÜCOJUM, LEVISTICUM.


139


Boterhamkruid.

Hof kers.

Kaars-Z.i.

Kers-frr.Z.

Kors.

Kroezekers.

Starrekars-O.-F.

Starrekas-O.-F.

’^idiiiokoi^-Ylaardingen,

Steenkers.


Sterkas-O.J’.

Sterkers-kek., Tka^., Z.H., Goe., Wal., Z.Vl.

Steikes-Z.H.

Sterkkers-WaZ.

Sterrekers-i.iV.

Sterrekès-^.H., Wal.

Tuinkers-T., O.Dr., Velz., Wat., Kenm., Amsterdam, Z.H., Wal., Z.Vl. Timkars-JFr.


Oude namen: ïïofkersse (N.H.), Kersse (G.H.)- Ylaamsche namen: Bleinezaad (B.), Boterhamkruid (B.,P.), Door- kofkers (P.), Kass (P.), Kes’ (P.), Kers (P.), Kresse (P.,)? Kresson- salaa (P.), Tuinkers (B.).


Lepigonum Wahlenb.

1. Lepij^onum marinum Wahlenb. Zie Spergularia media Fr.

2. Lepigonum rabrum Wahlenb. Zie Spergularia rubra Presl.


Leucojum L.


Sneeuwklokje-Gr.

Oude namen: Witte meertszbloeme (N.H.), Witte sporckelbloeme (N.H.), Witte tydeloosen (Dod.).


1. Lencojam aestiYum L. Z o m

Knoopbloem.

Lelie-van-de-lente.

Leukooje-/SaZ., Wal.

Tijdeloos.

2. Lencojam Tcrnum L. L e n t

Groote sneeuwklok.

Knoopbloem.

Lenteklokje-O.Dr., N.Vel, N.O., I


e rk 1 o k j e.

Zomerklokje.

Zomerwitblad. Zomerwitbloem. Zomerzotje-yeZ.2^., Wal., Thol. klokje.

Parapluutjes-Z. yz. Voorjaarsklokje. i. Voorjaarsleuconium.


Vlaamsche naam: Oeneskes (P.), Cenessetn) (P.), Genesse (B.).


Levisticum Koch.

Levisticum officinale Koch. Lavas.


Groote lavas.

Lavas-Gr.Z., Br.0., Wal. Lavaskruid.

Lavaswortel.

Lave(t)s(ch)e.

Lawaske-Pr.

Leverstok-Gr.Z.

Levesche.

Oude namen: Lavas (Dod.), Loghelstal (Kil.), Loghel stekel i


Livesche.

Lobbestroek-Pr.

Lubbestake-^c^Z^.

Lubbestok-Pr., O.Dr., Gr.Z. Lubbestrijk-Pr.

Lubstok.

Hanskracht-Z.L.

Sermontein(e).

Levestoc (M.N.), Levistock (N.H.), al.), Loghelstyl (Kil.), Lubberstekel


140


LIGUSTRUM, LILIUM.


(M.N.), Lubbestekel (M.N.), Lubbestoc (M.N.), Lubstickel (G.H.), Lubstuckel (G.H.), Lupstoc (M.N.).

Vlaamsche namen: Ebbekruid (B.), Eppekruid (B.), Lavasse (B.), Laves (P.), Lavescb (P.), Maar (P.), Manskracht (P.), Mes’ (P.), Processieplant (P.).


Ligustrum Tourn.


Li^astrum Tiilg-are L. Liguster. Augustus-(rr,Z., Sch., Z.B. Augustuswilg.

Haagjes-T.

Heeg-G^r.

Heggesering-AcAf/i., W.Fr., ^VaL Kattekruid-(xr.Z.

Keelkruid.

Laguster-TLaZ.

Legister--Fr.

Legusier-Fr., O. F.


Liguster-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Sol., Yelz., Gr.Z., Achth., L.N., N.L., W.Fr., Vir., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.H. Maagdeboom.

Mondkruid.

Rigister-A^L

Veldsijringe.

Wilde sering-WöZ.

Zwarte bessen.


Oude namen: Beenhoud (Kil.), Keelcruyt (Dod.), Keelkruyd (Kil.), Mondhout (Kil., Dod.), Mondthout (N.H.), Reynweyde (Kil.), Reyn- wilghe (Kil.), Rynwilghe (N.H., Kil.).

Vlaamsche namen: Haagpreumkes (de vruchten) (P.), Maagde(n)- palm (P.), Medekenspalm (P.), Meiskenspalm (P.), Merekespalm (P.), Rijnsche wissen (B.), Theeboom (P.), Theehout (P.)*, Yanoor(e) (B.), Venk (B.), Vink (B.), Vinkdoorn (P.), Yinkelhout (P.), Yinkhout (B.), Yinkoorde (B.), Yinkoore (B.), Wanoore (B.).


Lilium L. Lelie.


Leelje-jPr.

Lelie-Gr., T., N.O., Sal, Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., W.Fr., Wat., Z.H., Du.,


V.B., Wal, Lellië-Tiü. Lilje-Z.X.


Z.Vl


Oude namen: Leliebloeme (M.N.), Li(e)lienbloeme (M.N.).


1. Lilium bulbiferum b. croceum L. Oranje lelie.

Boldragende lelie. Kraallelie-TKaL

Bruine \e\ie-L.v.H. Oranjelelie^X.v.iï.

Gele lelie-Ta',

Vlaamsche namen: Godelievelelie (B.), St. Pieterslelie (B.).


2. Lilium Martagon L. Turksch Berglelie.

Bloedlelie.

Cimbaalkruid.

Cimbalen.

Cijmbelkruid.

Gèlleliën-Ac/2f/i.

Grauwe lelie.


e lelie.

Kraalleelje-i^r.

Krullelie-Gr., Tw., N.O., Z.H., O.F.

Lelie-van-Calvariën.

Lelie-van-Kalvarië.

Lelie-van-Mars.

Navelkruid.

Siberische lelie.


LIMNANTHBMUM, LIMOSBLLA, LINAKIA.


141


Simmelen.

Singelen.

Tulband.

Ylaamsche


Turksche (krul)lelie. Turksche muts.


n a a m : Krullelie (P.).


Limnanthemum Gmel.

Limnanthemum nymphaeoides Lk. W atergentiaan.


Bearzebledden ^yFr,

Gele waterlelie.

Kleine gele plompen-jPr., O.Dr., N.0.

Oude namen: Cleyne geele p (Lob.).

Ylaamsche namen: Dokkebladje (P.), Klein dokkebladje (P.).


Kleine gele waterlelie.

Kleine kannetjesbloem-J^r.((Trowtü). Watergentiaan.

ompen (Dod.), Cleyne gele plompen


Limosella aqaatica L.

Slijkertje.


Limosella Lindl.

S 1 ij k g r o e n.

I Slijkgroen.


Ylasleeuwenbek.


Wal.

Vlaskruid-X.v.Jï.

Ylasleeuwebek.

Yogelije-o^-één.-he<ein-Gr.{Middelstum). Wild' lieuwemuilke-Z.X.

Wild vlsiS-Achth., N.L., Goe.


Linaria Tourn

Eerenprijswijfke.

Gaper-.^.i?.

LeeuAvebek-i^r., Tw., N.O., Sal.,

0. Vel, Gr.Z., Achth., N.L., W.Fr.,

Sch., Wal., Z.Vl.

Leeuwebekje-F.-B.

Vlasbek-O.BV., Utr., Z.H., Da., Goe.,

Oude naam: Wilt vlas (Dod.).

1. Linaria arrensis Desf. Akkerleeuwenbek.

Ylaamsche naam: Yeldorant (B.),

2. Linaria Cymbalaria Mill. Muurleeuwenbek.

Dratorentje-Gr. TorenplantjeT.B.

Muurleeuwenbek je.

Oude namen: Cymbalaria van Italien (Dod.), Leeghen eerdtveyl (Dod.).

YlaamscKe namen: Cymbaalkruid (B.), Kasteelbloemeke(n)s (P.).

3. Linaria Elatine Mill. Spiesleeuwenbek.

Oude naam: Elatine (Dod.).

4. Linaria minor L. Kleine leeuwenbek.

Kleine leeuwebek. Kleine vlasbek.

Kleine veldorant. Lieuweheksken- Achth.

Ylaamsche naam: Kleine veldorant (B.).

5. Linaria Tulgaris Mill. Gele leeuwenbek.

Gele leeuwebek-Gr., St., Tw., Sal., | Br.W., Wat., O. F., Wal.


1) = baarzebladen.


142


LINUM, LISTERA, LITHOSPERMUM.


Kenaregies-O.Dr.

Leeuwemuiltjes-TFöZ.

Leeuwmuiltjes-lFaZ.

Navelkruid.

Onzer- vrouwenvlas. Paddevlas.


Ratel-Gr.Z.

Schoeneninuiltjes-TFa^.

Vlasbek-TF.Rr.

Vogel tjes-op-’t-een-been-(?r. Wild xlsis- Acht Ji., Goe.


Oude namen: Navelcruyt (N.H.), Onser vrouwenvlas (N.H.), Oryn- cruit (G.H.), Oryncruyt (G.H.), Paddenvlas (N.H.), Paddevlas (M.N.), Vlascruyt (Hond.), Wildt vlas (N.H.).

Vlaamsche namen: Apenmuilkens (P.), Gaperke(n)s (P.), Hen- dekens (P.), Kleine leeuwenmuilkens (P.), Knapperkens (P.), Konijnen- bakkes (P.), Leeuwe(n)muilke(n)s (P.), Paddevlas (B.), Poepers (P.), Vlaskruid (B.,P.), Wil das (P.), Wild vlas (P.), Wille birremuilkes (P.).


Linum L. Vlas.


1. Linum catarcticum L. Purgeervlas.

Purgeervlas-W.J’r. | Wild vlas-O.P., Goe., Wal.

2. Linum usitatissimum L. Vlas.


Flaechs--Fr.

Flaeks-jPr.

Flas.

Heerde.

Lesentzaad-Z.X.

Lien-Tt6',, Sal., Gr.Z., Achth. Lienzaad-Ti^.

Lienzaed-F’r.

Lienzöad-A.FeL

Line.

Lingzent--Br.O.

Linnenkruid.

Oude namen: Linsaet (M.N.), Lynsaet (G.H., M.N.), Vlas (N.! (G.H., Kil).


Lijn-Gr.Z., Wal.


Lijnzaad-Gr.,

O.Dr., Sal,

Gr.Z.,

N.L.,

W.Fr., Wat.

, Utr., Z.H.

, Du.,

V.B.,

Goe,, Wal.,

L.v.H.

Lijnz ent -Rr.0.

Vlaaks-Pr.

Vlas-G^r., Fr.,

T., O.Dr.,

, Tw.,

Sal.,

N.Vel., Gr..

Z., Achth.,

Lij.,

N.L.,

Z.L., Br.0.,

W.Fr., Utr.

, Z.H.

, Du.,

V,B., O.F.,

Goe., Sch.,

Thol.,

Z.B.,

Wal., Z.Vl,

L.v.H.

Zomielijnzaad,

Lyn (Kil, M.N.), Lynen (N.H.), Kil), Vlascruyt (Dod.), Vlasch


Vlaamsche nam en: Lijnzaad (B.), Lijzaad (B.), Vlas (B.,P.), Vlasch (B.).


Listera R. Br.

Listera ovata R. Br. Kever orchis.

Bastaardstandelkruid. | Keverorchis-W.Pr.

Eirond nieskruid. I Tweeblad-TF.Pr., Utr., Wal.

Oude namen: Bastaertstandelcruyt (Dod.), Gemeyn tweebladt (Dod.), Tweebladt (Dod.).


Lithospemium Tourn. Parelkruid.

Parelkruid-Hw. | Steenzaad-(?r.Z.

Parelzaad--D^^. j Wild steenzaad.


LITTORELLA, LOBELIA, LOLIUM.


143


Oude namen: Peereicruyt (Hond.), Peerlencruyt (N.H.), Perlen- kruyd (Kil.), Steensaet (Kil.).

1. Lithospermam arvense L. Ruw parelkruid.

Oude naam: Tweede cleyn steensaet (Dod.).

Vlaamsche namen: Perelthee (B.), Steenkruid (B.).


2. Lithospermam officinale L.

T)oomho\-Z ,VL Miereneieren.

Speenkruid-M.0., Veh. Steenbreek,


Glad parelkruid.

Steenzaad.

Steenzoad-Ta’., Sal., Gr.Z. Zonnegerst.


Oude namen; Cleyn peerlencruydt (Dod.), Cleyn steensaet (Dod.).


Littorella Berg.

1. Littorella juucea Ber^. Oever kruid.

Oevergras. [ Strandbloem.

Oeverkruid.  ! Strandeling.

2. Littorella lacustris L. Zie Littorella juncea Berg.


Lobelia Dortmaniia L.

Lobelia-Z.L.

Watergladiolus.

Waterklokje.


Lobelia L.

Waterlobelia.


Waterlobelia.

Waterviolier.


Oude namen: Meergladiolus (Dod.), Poelgladiolus (Dod.).


Raaigras.

Raeigêrs-i^r.

Reigres-iV.LeZ.

Róai-Gr.

Dolick (Dod.), Harick (Kil.), Dolik


Lolium L.

Dolik.

Raaigras-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Gr.Z.,

N.L., Br.0., W.Fr., Z.H., Du., Z.B.

Oude namen: Dolck (Kil.),

(M.N. ), Lulck (Kil.).

1. Lolium italicum A. Br. Zie Lolium muliflorum Lmk.

2. Lolium linieola Sond. Vlas dolik.

Vlasdolik.

Vlaamsche namen: (Dolik)zwatte (B.), Zood (B.), Zoot (B.), Zwadde (B.).

3. Lolium multiflorum Lmk. Italiaansch raaigras.

Italiaansch raai-J'r. j W.Fr., Z.H., O. F., Wal.

Italiaansch raaigras-O.Dr,, F.O.,'Velz., I

Vlaamsche naam: Engelsch gras (P.).

4. Lolium pereniie L. Engelsch raaigras.


Bargeraai-i^r.

Doornkat.

Einegêrs-i'V.

Engelsch VdL^\gVdi^-Gr.{W esterkivartier) ,


O.Dr., N.O., Velz., W.Fr., Du., O. F., Z.B., Wal. llondengras-irrtL Kettiiigraai-i"r.


Z.H.,


144


LONICERA.


Lange smeelen.

Lidjegras--Fr.

Muizenkoren.

Müzekoarn-i^r.

Phoenix.

Roggegêrs-jPr.

Roggegras.


I Rogtijlen-Tro^.

Roode dolik.

I Rijegras. Smearraei-L’r. Smeelen-Z.X. Smeerraai-G^r.

I Varkensgras-TPa^.


Vlaamsclie namen: Dendermondsgras (P.), Doliksplitgras (B. ), Engelsch gras (B.), Muizekoorn (B.), Roode dolik (B.), Spitgras (B.).

5. Loliam remotum Schrk. Zie Lolium linicola Sond.

6. Lolium temalentam L. Dolik.


Dolik-ir.P’r.

Dolijk.

Drep.

Drepse.


Drö^se- Achth. Hondsdravik. Lolijk.


Oude namen: Dolck (Kil.), Dolick (Dod.), Lulck (Kil.). Vlaamsclie namen: Dolik (B.), Dolikdron kaard (B.), (B.), Dronkaard (B.,P.).


Douwte


Lonicera L. Kamperfoelie.


Boschwinde.

Geiteblad-Tw;., Sal., Gr.Z., Vtr., Wal. Haagkers-Tw;.

Kamperfoelie-Gr., Fr., T., O.Dr.,F.O., Tiü., Sal., N.VeL, Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., Br.W., W.Fr., Wat., Kenm., rtr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl. Lieve-heershandjes-Gr. ^lammekenskruid.

]\Iammekers.


Mammetjes.

Mammet j eskruid .

^lannetjeskruid.

Sukerije^ Barneveld.

Tuinling.

Weeuwtjes.

Zoegertjes-O.Dr.

Zuiger-L’r.

Zuigertjes-6rr.

Zwitselbloem.


Oude namen: Geyteblat (N.H.), Geytenbladt (Dod.), Gheytenbaere (Kil.j, Gheytenblad (Kil.), Mammekenscruyt (N.H.), Memmekenscruydt (Dod.), Mannekenskruyd (Kil.), Switselbloemen (N.H.), Tuynlinck (N.H.).


1. Lonicera Caprifolium L. Tuinkamperfoelie.

Suggemannekensbloem. Suggezeewinde. Sukerjehnigjes-V.PeZ.


Boschwinde.

Heesterklaver.

Italiaansch geitenblad. Italiaansch memmekensblad. Italiaansch kruid. Italiaansche kamperfoelie. !MeLkzuiger--Dr.&eM7., O.Dr. Memmekenskruid-GV.Z. Mennekenskruid. Papsoegers-/SL


Tamme kamperfoelie-Ti^;. Tuinkamperfoelie. Weewinde. Wierwinde-Gr.Z.

Wilde kamperfoelie. Zoegeblomen- J-c/i th. Zoegertjes.


LOTUS.


145


Oude naam: Tuynlinck (N.H.).

Vlaamsche namen: Berenklauw (P.), Geetebaars (P.), Geite(n)- blad (P.), Geite(n)klaver (P.), Kamperfoelie (P.), Koningskruid (P.), Memzuigers (P.), Banken (P.).


2. Loiiicera Periclymenum L. Wil

Boschkamperfoelie--Fr., Velz., Z.L., Wal.

Geiteblad-Z7^r.

Geitenblad-ye/^r.

Geitenbladmamieke.

Handjes-Pi'r,

Hanepooten-Z.i/.

Hoogduitsch geitenblad.

Hoogduitsch memmekenskiuid. Hoogduitsche kamperfoelie. Kaperfolie.

Kaprifolie. jMeeuwinde. jVIemmekens bloem.

IMemmekenskruid.

Memmekeskruid .


de kamperfoelie. Memmetjeskruid.

Mennekenskruid.

Papsoege-J'r.

Papsügers-i^r.

Soegetitjes-Tw.

Taetsugers.

Weewinde.

Wilde kamperfoelie-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Tw., Sal, Velz., Gr.Z., Achth., L.N., Utr., Z.H., Du., Goe., Z.B., Wal., L.v.R.

Zoegeblomen-^cAi/i.

Zoegers-zSa/.

Zuigepappen->Sy

Zuugbleumpkes-Gr.Z.


Oude namen: Gbeitenbladt (G.ïï.), Mammekens (Kil.), Mamme- kenscruit (G.H ).

Vlaamsche namen: Duivelsnaaigaren (P.), Duivelsnaaigarenhout (P.), Memmekens (P.), Memmen (P.), Pijpkens (P.), Banken (P.), Wild geite(n)blad (P.).

3. Lonicera Xylosteum L. Roode kamperfoelie.

Oude namen: Hondskersen (Kil.), Hondtskers (Dod.).


Gele klaver-^^^;. Hopperups-^.X. Juffersschoenen. Kippen-en-haanljes-r^.

Kleine gehoornde klaver. Kousjes-en-schoentjes-Z.y/. Kukelhaantjes-T^r. Rolklaver-Xr., O.Dr., Tw., Sal W.Fr., ütr., Z.H.


Lotus L. B 0 1 k 1 a V e r.

Schaapsklaver.


F.L.,


Schoenemuiltjes-iy.Xr.

Schoen! jes-en-laarsjes-iya/. Schoentjes en-muiltjes-T., N.O., O.F., Goe., Scli., Z.B., Wal. Skontjes-en-toffeltjes-Xr. Sleuteltjes-J5ey

Steenklaver-O.Z>/-., Sal., O.Vel., Z.L., V.B.


Oude namen: Gehorende daveren (Dod.), Onzer Vrouwenschoenkens (N.H.), Steenclaver (N.H.), Steencla veren (Dod.).

1. Lotus corniculatiis L. Rolklaver.


Fransche klaver-T\jy Gele zwijnetongetjes-GV.(TFrs^eTAt^'ar- tier).

Kousjes-en-schoetjes-TyoL


I. aarsjes.

Lotus (klaver).

Schapenklaver-FV., O.Dr., N.0. Schoapskloaver-G'r.


10


146


LUNARIA, LUPINUS, LUZULA.


Schoeljes en-slofjes-Tl’a’. Ste3nkloaver-J-c/i//o

Skieppeklav'er-jPr. Vogelvitse.

Oude D a a m : Jufierschoen (de G.)*

Vlaamsche namen: Jesukenspootkens (P.), Klisklaver (P.), Ko(o)rts- kruid (B.), Kurtskruid (B.), Steenklaver (P.).

2. Lotus siliqiiosiis Fl. B. S. Zie Tetragonolobus siliquosus Roih.


Lunaria L.


1. Lunaria auiiua L. Judaspenning.


Blauwe vossen-Gr. Duizendguldenblad TFö?. Judaspeiming-G^r., Fr., T., O.Dr.^N.0., Tiü., SaJ., Vclz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., ^V.Fr., Wat., Utr., Z.H., V.B , O.F., Goe., Z.B., Wal. Kwartjesplant-Z.i/.

Lucaspenning.

]\Iaankruid.


Maanviool.

Penningeii-TF.

Rijksdaalders-Z.y/.

Zilverblad-RcAi/i., N.L.

Zilverbladen-Gr.

Zilverbladzaad-GV.

Zilverling-i\bT’eb, Kcnm.

Zilverpenning.

Zilverzaad.


Oude namen: Maenkruyd (Kil.), Paeschbloemen (Dod.), Penninck- bloemen (Dod.).

Vlaamsche namen: Cente(n) (P.), Geld (P.), Judasgeld (P.), Judaspenning(en) (B.,P.), Zonneschokken (B,),

2. Lunaria biennis Mnch. Zie Lunaria annua L.


Lupiiius Touni. Lupine.


Boksboon.

Boontjes-Z.X.

Fiekseboon-^a?., Gr.Z.

Fikseboon-Gr.Z.

Filippine-Rr.O.

Fillepinen-Rc/r'/i.

Flupine-Ab-L.

Koeboonen-Rr.TT .

Koffieboonen-O.T el

Koffieboontjes-O.Dr.


' Krachtkoffie.

I Lupine-jFr., T., 0 Dr., Tw., Gr.Z.,

j LM., N.L., Z.L., W.Fr. Utr., Z.H.,

I Goe., Sch., Thol., Z.B., Wa'. Z.VL,

L.v.H.

\ Philippinen-trr.Z. j Vqgboon.

Wolfsboon.

Zandboonen.


Oude namen: Lupinen (Dod.), Lupynen (G.H.), Vychboonen (N.H., G.H., Dod.), Vyg-hboon (Kil.), Wickboone (Kil.), Wychboonen (G.H.). Vlaamsche namen: Keersebloem (B.), Koffieboonekruid (B.), Koffiebonnen (B.,P.), Lupien (^P.), Phlipiene (P.), Schaapsboontjes (P.). 1. Lupinus luteus L. Gele lupine.

Gele lupine. | Spokebloem.


Luzula Desv. V e 1 d b i e s.

Veldbies-TF.F'r., Du.


Bruintje-/S'aF

Russchen-S'a/.


LYCHNIS, LYCIUM, LYCOPODIUM.


147


1. Liiziila campestris D. C.

Braekromrnels Gemecne veldbies.

Harig gras.

Hazebrood-Hc//f/^. Hazenbrood-O.Iir., Tiv., SaK, Achfh., Br.0.

Hazeiipootjes 6V.Z.

Klein harig gras.


Veldbies.

I Koekoeksbrood-6'^.

I Lamkebrea ^)-Fr, j Paaschbrood-6'i{.

I Schoenljes-en-muiltjes-Z.y/. N.VcL, \ Schoorsteenvegertjes-G'r.Z. j Stofferkes-T^.

! Swartkop--Fr.


Vlaamsclie namen: Hazegers (P.), Hazeg(r)as (P.).

2. Luzula erecta Desv. Zie Luzula multiflora Lej.

3. Luzula multiflora Lej. Veelbloemige veldbies.

Open haar-W«^. | Piepieshaar 3)4rat.


4. Luzula pilosa Willd.

Behaarde veldbies.

Harig boschgras.


Ruige veldbies.

Ruig boschgras.


Lychnis L.

1. Lyehiiis dioica L. Zie Melandryum album Grcke en M. rubrum Grcke.

2. Lychnis diurna Sibth. Zie Melandryum rubrum Grcke.

3. Lychnis Flos euculi L. Zie Coronaria Flos cuculi A. Br.

4. Lychnis Githago Scop. Zie Agrostemma Githago L.

5. Lychnis silvestris Fl. B. S. Zie Melandryum rubrum Grcke.

6. Lychnis vespertina Sibth. Zie Melandryum album Grcke.


Lycium L,

1. Lycium barbarum Koch. Zie Lycium halimifolium Mill.

2. Lycium halimifolium Mill. Boksdoorn.

Boksdoorn-PeZ^r., TPak | Buksdoorn.


Lycopodium L.

Aardmos.

Heksendans-Rr.0.

Heksenkrans-jPr., Tiv., SaL.

Br. O.

Oude namen:


W olfsklauw.

Hertshoorn-Tw;.

Wolfsklauw Dr.6ew;., O Dr., Tic., SaL, Velz., Gr.Z., Achth., N.L.


Gr.Z.,

Eerdtmosch (Dod.), Wolfsclauwen (Dod.).


1. Lycopodium clavatum L.

Berenklauw- jBr.TF.

Boschmos.

Gemeene wolfsklauw. Gewone wolfsklauw. Heksenkrans.


Groote wolfsklauw. Hertshoorn-Tw;, Kruipmos-Pe^^-. Slangendraden-Pe?2r, Steenklauwen-V.O.


2. Lycopodium complanatum L. Kleine wolfsklauw. Wolfspoot-0 Dr., Tw., SaL, Veh.,Gr.Z. | Zevenkruid-PeZ.2r., Gr.Z.


1) broodkruimels.

2) = lammetjesbrood. 3! piepje = penis.


148


LYCOPSIS, LYCOPUS, LYSIMYCHIA, LYTHRÜM.


3. Lycopodiiim Selago L. Dennenwolfsklauw. Dennewolfsklauw. Hertshoorn.

Glimkruid. Pijnbladige wolfsklauw.


Lycopsis L.

Lycopsis arvensis L. Zie Anchusa arvensis M. B.


Lycopus Tourn.

Lycopus eiiropaeus L. Wolfspoot.


Halrove.

Waterandoorn.

Watermalrouw.

Wolfsklauw.

Oude namen: Waterandoren (Dod.), Watermalroue (Dod.).


Wolfsmalrove. Wolfspoot-W.P’r., Utr., Bu. Wolfsschijn.


Lysimachia L. Wederik.

Wederik O.Dr., N.O., Sal, Gr.Z.,TJtr.

1. Lysimachia Xummularia L. Penningkruid.


Adderkruid-A.0.

Duizendkruid-O.Dr.

Egelkruid.

Gele kattestaart--Fr.

^luntkruid-TPa/.

Xagelkruid.


Ooi-V.B.

Penningblad.

Penningkruid-O.I^r., Sal., Gr.Z., N.L., Z,L., Utr., Du., Aalsmeer, Wal., Z.Yl. Penningkrüd-P’r .

Sint- J anskruid-P’ r.


Oude namen: Egbelkruyd (Kil.), Natercruyt (N.H.), Penninck- cruyt (N.H., Dod.), Penninckkruyd (Kil.).

Ylaamscbe namen: Eenendarm (P.), Kanteerkruid (B.), Kruip door d’bage (B.), Ontzwelkruid (B.).

2. Lysimachia thyrsiflora L. Moeraswederik.

Waterwederik.

Oude naam: Waterwederick (Dod.).

3. Lysimachia Tulgaris L. Wederik.


Gele veenwortel-Gr.

Gele wederik-Gr., O.Dr., N.L., Utr.

Groote gele wederik.

Jodenkruid.

Vader-en-moederplant-Z.Pf.

Oude namen: Geel wederick (N.H.), Tweede geelwederick -(Lob.), Wederick (Dod., Kil.).


Vederik-X.v.Jï.

Vossenstaart.

Wilde \yeenen-Gr,(yeendam). Wilde wilg-W., Goe.


Lythrum L.

Lythram Salicaria L. Kattenstaart. Bastaardwederik-Z.if. | Bloedkruid.

Bloedaar. ^ Kattenstart-Ac/i/'/z,


MAJANTHEMUM, MALACHIUM, MALCOLMIA, MALTA.


149


KdiÜQ'&idiEiVi-Gr .{Westerlcwartier), N.O., Tw„ 8al., Velz., Gr.Z., W.Fr., ütr., Z.H., V.B., Wal., L.v.H. Kattestirt--Fr.

Paardestaart-/SaZ.


Pratijke.

Purperwederik.

Rottestaart-Wöf.

Vossenstaart.

Wilgenboom.


Partijke-TP.jPr., TJtr., V.B. UzerhsiYd-Gelderland.

Oude namen: Cattensta(e)rt (M.N.), Pardeke (M.N.), Pardicke (M.N.), Pardike (M.N.), Partycke (Dod., Kil.), Peerdic (M.N.), Peer- dick (M.N.), Wederick (Kil.), Wiederick (Kil.).

Vlaamscbe namen: Kattesteert (B.), Wulge (B.), Wulgekruid (B.).


Majanthemum Web.


1. Majanthemam Convallaria Web. Zie Majanthemum bifolium Schmidt.

2. Majanthemam bifolium Schmidt. Dal kruid.


Dalkruid-O.Dr., Gr.Z., TJtr., Du. Eenblad.

Meiblad.

Oude naam: Eenbladt (Dod.).


Meibloem.

Tweebladig dalkruid. Wilde lelietjes-Tir.


Malacliium Fries.

Malachium aquaticum Fries. Watermuur.

Watermuur. | Zeemuur.

Oude naam: Groot ben (Dod.).

Malcolmia 11. Br.

Malcolmia maritima R. Br. Z e e v i o 1 i e r.

Vlaamscbe namen: Devotekatoen (B.), Katoenwinkel (P.).


MaWa L. Kaasjeskruid.


Broodjes-iV.X., Z.L., Thol., Z.B., L.v.H.

Fransche brood jes-Z.B. .

Kaasbrood-Z.y/.

Kaasjes-Sci^., Z.Vl.

Kaasjesblad-O.J'.

Kaasjesblaren-O.jP.

Kaasjesbloem-Pr., Z.H., Sch., Wal., Z.Vl.

Kaasjeskruid-F/ie., O.Dr., Sal., N.L., Br. O., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., V.B., Sch., Wal., Z.Vl.

Kattekaasjes-iV.D.

Kattekeezen-Z.X.

Oude namen: Bappele (G.H.), Maluwe (Dod., M.N.), Malve (i (M.N.), Pappele (GH.), Peppel (


Keesjesbloem-T., Sal., N.O., Gr.Z., Wat., W.Fr., Wal. Keesjeskruid-iV.0., Gr.Z., W.Fr., Thol., Wal.

Keeskes-Tw,'., Gr.Z., Achth. .

Klaproos-Z.FeL

Kune-kune-kaesjes-Z.R.

Maluwe-Z.i/., Wal.

Malve-Gr.Z.

Pappel.

Ronde radje.

Schakekaas-Z.R.

Tsiiskrüd-ZV.

Kaeskenskruyd (Kil.), Malue (M.K.), ’.N.), Pap(p)el (M.N.), Pappelcruut

M.N.).


150


MARRUBIUM.


Vlaamsche namen: Broeike(n)s (P.), Broodjesplant (P.), Brookens (P.), Kaaske(n)skruid (P.), Kasekeskruid (P.), Kattekeeskenskruid (P.), Keeske(n)8kruid (P.j, Kerskenskruid (P.), Késkeskraut (P.), Koekskena (P.), Koekske(n)skruid iP.), Kooskeskruid (P.), Malein (P.), Malme (B.), Maluwe (B.), Malwe (B.), Mastellekens (P.), Mastellekenskruid (P.), Molm (P.), Pappels (P.), Paternostersbollenkruid (P.), Pater- nosterskruid (P.).

1. Malva Alcea L. V ij f d e e 1 i g kaasjeskruid.

Sigmanskruid.

Oude namen: Cattekaeszkenscruyt (N.H.), Sigmaertscruyt (Dod.).

2. 3Ialva borealis Wallmaim. Rond kaasjeskruid.

Vlaamsche namen: Kaasjesblaren (B.), Kaasjeskruid (B), Kaze-

kens (B.), Keunemommel (B.), Keunewafel (B.), Mommel (B.), Pappe- blaren (B.), Pappel(te) (B.).

3. Malva crispa L. Dessertbladen.

Oude naam.' Gecronckelde maluwe (Dod.).


4. Malva moschata L.

Muskusplant.

Sinterklaasbloem--Fr,(d.M^Msiw?^s^a).


uskuskaasj eskruid.

Wilde muskus.


5. Malva neglecta Wallr. K ] e i n kaasjeskruid. Fransche broodjes-TFaZ. | Kroontjesmuur-F.R.

Klein kaasjeskruid-TF.F'r.  !


Oude namen: Cleyne wilde maluwe (Dod.), Oleyn maluwe (N.H.), Keesmaluwe (N.H.).

6. Malva pusilla With. Zie Malva borealis Wallmaim.

7. Malva rotundifolia Kocli. Zie Malva neglecta Wallr.

8. Malva rotundifolia L. Zie Malva borealis Wallmann.

9. Malva silvestris L. Groot kaasjeskruid.


Broodjes-T/ioZ. Broodjeskruid-ZX. Fransche broodjes-TFa/. Gemeene pappelen. Groote maluwe.

Groot kaasjeskruid-TF.Xr. Hemdeknoopjes-iV.X. Kaasjes->S'F, N.B. Kaaskes-T^, Kattekaas-J5r.O.


Kattekiezen

Keesjesbloem-Gr.

Keeskruid.

Kerkhofbloem-jPr.

Kersen-O.-F.

Koasjesblaeden-O.-F.

Oogenstekers-Wöt.

Rinkrank-Z.X.

Tsjiiskeblom--Fr.

Wilde maluwe.


Oude namen: Groote maluwe (N.H., Dod.), Malue (Kil.). Vlaamsche namen: Pappeblaren (B.), Pappel (B.), Pappelte (B.). 10. Malva vulgaris Fr. Zie Malva neglecta Wallr.


Marrubium Riv.

Marriibium vulgare L. Malrove.

Andoorn. | Longekruid.


1) dit zijn broodjes.


MA.TRICARIA, MATTHIOLA, MEDICAGO.


151


Malnoe. Malroof.

Malreuvie. Marobel.

Oude namen: Andoren (G.H., Kil.), Andron (G.H.), Alaelroegie (G.ïï.), Maelrovie (M.N.), Malrobie (M.N.), Malroue (Kil.), Malrovie (M.N., Kil.)-, Malroye (N.H., Dod.), Maroegie (G.H.), Witte andoren (Dod.).


Matricaria L. Kamille.

Kamelle-M., Gr.Z.

Kami 1-G^r . (TF esterhivartier) .

Kamille-jPr., T., O.Dr., Tw., N.Vel.,

Oude naam: Gemeyne camille

1. Matricaria Cliamomilla L. Echte

Echte kamille-Gr..^., N.L., Z.L.,

WJr., Vtr., Z.R.

Gemeene kamille-A.0., Gr.Z.

Gewone kamille-A.0.

Hondsdeel-Z.i>k, TFaL Kamelle-M., Gr.Z.

Kamelleblom-jPr.

Kamellen-J^r.

Kamil-Gr.

Kamille-Tw;., Z.L., Wat

N.B.

Kamillemoederkruid.

Karmillen-O.jP.

Kemille-A.Feh, O.F.

Oude namen: Camelle (G.H.),

(G.H.), Camomille (M.N.).

Vlaamsche namen: Apel (P.), Appellijn (P.), Ebbe(l)lijn (P.), Ep(p)ellijn (P.), Kamermeille (P.), Kameule (P.), Kamielebloem (P.), Kamil(bloem) (P.), Kamille(bloem) (P.), Kermil (P.), Komilleblomme (P.), Kramil(le) (P.), Lepellijn (P.), Mater (P.), Moederkruid (P.), Opel- lijn (P.), Oplêne (P.), Stinkwied (P.), Stinke(nde)wied (P.), Uppellijn (P.).

2. Matricaria inodora L. Reukelooze kamille.

Reukelooze kamille.

Oude naam: Reynvaer sonder reucke (Dod.).


Utr., Wal,


Z.L., Br. O., W.Fr., Wat., Z.H., Z.Vl. Kemille-T^^.

Kemillen-Tiü.

(Dod.).

kamille.

Kermille-M., ThoL, N.B., Wal. Kleine kamille.

Kommille-tFöF

Kremelleblom-J^>.

Kwade-oogenbloem-A.'iJ.iï.

Moederkruid.

Onsdeel-T/ioF Stinkende kamille-lT^ak Stinker s-TFaF Veldkamille.

Wierbloemen-T.

Wilde kamille-Z.i/., Z.Vl.

Wilde karmel-T. Zeere-oogenbloem-TFf< t.

Camille (M.N.), Camillebloemen


Br.


Matthiola R,

Mattliiola aiinua Sweet.

Vigelien-Z.X.

Oude Ka a m : Stockyioliere (Kil.).

Vlaamsche namen: Giroffelbloem (B ), Stofl‘(e)lier (B.), Stokfelier (B.), Stokflier (B.), Stokyiolier (B.).


Medicago L. 11 u p s k 1 a y e r. Berkhouterklayer-lF.JFr. | Klayerrupscii.


152


MEDICAGO.


Lucerne.

Lucerneklaver.

Opperklaver-Z.i^.

RupsklaveiwY.i., W.Fr., ütr., Du.


Slakkeklaver.

Slakkendrieblad.

Sla,kkenklaver.


Oude namen: Rupsen (Dod.), Slackenhuyskens (Dod.).


1. Medicag-o arabica AH. Gevlekte rupsklaver.

Arabisch slakkenkruid.

Vlaamsche namen: Bloedplant (P.), Doornekroon (B.), Doornen- kroonbloem (P.), Jeruzalemsklaver (P.), Lijden van Onzen Heer (P.), Klaveraas (B.), Passieklaver (P.).


2. Medicago faleata L. S i k k e 1 k 1 a v e r.

Gele boschklaver. Sikkelklaver.

Gele lucerne. Zweedsch hooi.

Gele rupsklaver.

Oude namen: Steenclaver (N.H.).


3. Medicago Lapulina L. H o p k 1 a

Gele keien.

Gele kWe-Z.L.

Hop.

Do^kldiVeT-Gr .{Westerkwartier), W.Fr., O.F., Wal., L.v.H.

Hopipe-Gr .(Wesferkivartier). Hopperups--Fr., Velz. Hopperupsklaver-Tka/. Kettingklaver-Z.i.


ver.

Klaver-Sa/.

Kleine klaverkes-X.v.H.

Kleine steeaklaver. Rupseklaver-Z.TY.

Steenklaver-O.Zy., Velz., Gr.Z.,Achtli., Br.0., Z.H., V.B., O.F., Goe., SFt., Thol., Wal.

Steenklie-Z.i.

Strikklaver-Z.T7.


Vlaamsche namen: Klaverhooi (P.), Kleine gele klie (P.), Steen- klaverke(n)s (P.), Steenklaver (P.), Wilde klaverkens (P.).

4. Medicago maeulata Willd. Zie Medicago arabica All.

5. Medicago minima Lam. Kleine rupsklaver.

Rupsen.


6. Medicago sativa L Luzerne. Blauwe klaver.

Bourgondisch hooi.

Eeuwige klaver-O.jP.

Fransche klaver-RAZ., L.v.H.

Groote klaver.

Italiaansche klaver. Kazerneklaver-E.R.

Luzaeren-Tl’a?.

Luzerne-T,, O.Dr., Velz., Gr.Z., N.L.,


Sck., Thol., Z B., Wal., Z.Vl, L.v.H. Luzerneklaver-F.^.

Melote-O.jP., Goe.

Milote-O.jP.

Paarse klaver.

Zaairupsklaver.

Zevenjarige klaver-Ee?^'., Bet. Zweedsche klaver.

Zwitsersche 'klaver.


Z.L., W.Fr., Utr., Z.H., O.F., Goe.,

Vlaamsche namen: Engelsche klaver (P.), Fransche klaver (P.), Fransche kloveren (P.), Franse klaver (P.), Lazerre (B.), Luzeern (P.), Luzern(e) (P.), Spaansche klaver (B.,P.), Spansche klaver (P.), Zeven- jaarsklaver (B.,P.).


MBLAMPYRUM, MELANDRYUM.


153


Melampyrum Tourn. Zwartkopen

Koetarwe. | Zwartkoren-C/^r.

1. Melampyrum arvense L. Wilde Brand. i

Dolik-Z7^r.

Dollik.

Dolijk.

Hengel.

Kattenkrabber. Wilde wQ\i-Velz., Utr.

Koeienkruid. Zwartkoren-ke^^r., Z.L.,


weit.

Koetarwe.

Paai debloemen-i^r. Paardsbloemen. Het wild.

Wilde tarwe. Wilde weit-Velz. Zwartkoren-Pe?2r.


Utr.


Oude namen: Kanckerbloeme (Kil.), Koeweyte (Kil.), Peerdbloeme (Kil.), Peertsbloemen (Dod.).

Vlaamscbe namen: Luizekoorn (B.), Peersbloem (B.).

2. Melampyrum prateiise L. Hengel.


Hengel-0. Dr., Z.L., Utr. Wilde weit.


O. Vel., Gr.Z., Achtli.,


Boschhorde-(xr.Z.

Gele paardebloemen.

Gele paardsbloemen-iV.0., Utr.

Oude naam: Hengel (de G.).

Vlaamscbe namen: Boschratels (B.), Keuneratels (B.), Eatel (B.). 3. Melampyrum vulgatum Pers. Zie Melampyrum pratense L.

Melandryum RoM.

Koekoeksbloem.

Oude namen: Floramor (G.H.), Ghenette (Kil.), Jannetkens (Hond.), Jannette (Kil.), Jenettekens (Dod.), Jennette(ken) (Kil.), Wilde Christus- oogen (Dod.), Wilde lychnis (Dod.).

1. Melandryum album Grcke. AVondkoekoeksbloem.


Avondkoekoeksbloem.

Boksempijpen ^)-Gr.

Molentjes-Z.iï.

Spool-Z.B.

Wilde basilicum.

Vlaamscbe namen (B.), Wittebolle (B.).

2. Melandryum pratense Rohl. Zie Melandryum album Grcke.

3. Melandryum rubrum Grcke. Dagkoekoeksbioem.


Witte bolderik-Z.T7.

Wilde Christusoogen.

Witte koekoeksbloem- O. BV., Sal.,Veli Wit zeepkruid.


Wielkens (B.), Wiel(kens)kruid (B.), Wieltjes


Kenm.


Dagbleumkes-AfB//i.

Dagkoekoeksbioem.

Dubbele roode waterfioenen Fluitje.

Haagsche roos.jes.

Jenettekens.

Keukenkruid.

Vlaamscbe namen:

(B.), Wieltjes (B.).

4. Melandrynum silvestre Rolil. Zie Melandryum rubrum Grcke

1) = omdat de kelk zoo wijd is.


Koekoeksbloem-Gr., Pinkslerbloem-Z.B.

Roode koekoeksbloem- Kr., Sal., Velz.

Vrouwenroosje.

Wilde Christusoogen.


O.Dr.,


Roobolle (B.), Wielkens (B.), Wiel(kens)kruid


154


MELILOTUS, MENTHA.


Melilotus L. H o n i g k 1 a v e r.

Honigklaver-i^.I;.;, W.Fr., Utr., Du., | Goe., Wal., Z.Yl.

Oude namen: Malloete (Kil.), Melilote (Dod.), Sterckrieckende daveren (Dod.).

1. Melilotus albiis Desr. AVitte honigklaver.

Reuzenklaver. Witte mallote.

Tonkabooneii-TW^. 1 Witte melote.


2. Melilotus altissimus Tliuill.

Drieblad.

Gele honigklaver.

Gele meliloot.

Gele steenbreek.

Gele steenklaver.

Guldeklaver.

Malloot.

Alallote.


Gele honigklaver. Melilote(nklaver).

I Melote-TT'aZ.

I Melotten. i SteenklaverW.i. Steenkloover-dc/, th. Welriekend drieblad. Welriekende klaver.


Oude namen: Malloete (Kil.), Malloote (O-.H.), Melilote (Hond.), Wilde daveren ((G.H.).

Vlaamsche naam: Malote (B.).

3. Melilotus coeruleus Desr. Zie Trigonella coeriilea Ser. '

4. 31elilotus macrorhizus Pers. Zie Melilotus altissimus Thuill.

5. Melilotus offlcinalis Willd. Zie Melilotus altissimus Thuill.

6. Melilotus Yulgaris Fl. B. S. Zie Melilotus albus Desr.

Meniha Tolirn. Munt.


Alent-Z.JÏ., Z.Yl. Ylenie-Z.Yl. Munt-Gr., O.Dr.,


Ttü., SaL, Gr.Z.,


N.L., Utr., Z.H., Ruukgoed-T^r. Wilde balsem-ii’r.


Wal., Z.Yl.


Oude namen: Lickercke (Kil.), Mente (Kil., M.N.), Minte (M.N.), Muente (M.N.), Munte (N.H., G.H., Kil., M.N.), Muynte (M.N.). Vlaamsche namen: Hertekruid (B.), Mente (B.), Mentekruid (B.), Mentha (P.), Menthe (P.), Meunt (P.), Mint (P.), Minthekruid (P.), Minthje (P.), Moejnt (P.), Moent(j) (P.), Munt(P.\ Munte (B.), Muntekruid (P.), Oude mannekr.uid (B.).


1. Mentha aquatica L. W a t e r m

AalkruidW.Re/.

Balsem-J'r.

Balsemkruid.

Boerenbalsem-J'r,

Boschmunt.

Broekmint-Z.i.

Broene Bèrend-6'a7.

Bruine Grete.

Bruine Griet-iV.0.

Bruinheilig.

Hondekruid-Gr.

Kikkerbalsem.


nt.

Kroesemunt-Gr.

Kruizemunt-jPr., O.Dr., Tiv., W.Fr., Z.H., Y.B., Wal., Z.Yl., LvH. Kruizemuntkruid.

Kruzemint-i^r.

Kruzemünt-T^r., 8al., Gr.Z. Kruzemunt-O i^., Goe., Barneveld. Menthakroet-.^.X.

Munie-Z.Yl.

Oalkruud-iV.ye?.

Paardenblei.

Paarebalsem.


MBNTHA.


155


Pa dd e n b al s em-Fr .

Pepermintskruid-Tb'.-Fr.

Pepermunt-(xr.

Pepermuntkruid-iV.0., Vtr., Z.H.

Mal., Z.Vl.

V\Qi-Gr.Z., Achth.

Volei-Gr.Z.

Roekeblad-zS'aZ.

Roode wilde munt. Rossement-Rr.O., Z.H.

Oude (M.N.),

(N.H.).

2. Meiitlia arveusis L.

Akkermunt-TF.P>., Du., Wal, Z.Vl. Bloodkroed-Ta’.

Rroenen Bèi^nd-Gr.Z. Broenheilige-i?.-L.

Bruinheilige-Z.-L.

Engelsch kruizemunt-lF^^. Knappert-Z.-L.

Knipluis.

Knijpmint-E’r.

Kroesemunt-Gr.

Kruismunt'-Br.O.-

Kruizemunt-O.Dr., N.O., Ttv., Sol.,


Rossemunt-Gr.

Vlooienkruid '^)-W .Fr., Z.H.

W atermenta-Z.i.

Watermente-TFa^.

Watermunt-Gr.Z., W.Fr., Utr., Wal. Wettermint--Pr.

Wild bakkruid-TPak Wilde balsem-^^., Fr.

Wilde kruizemunt.


I Gr.Z., Z.H., Goe., L v H.

Kruzemunt-Gr., TF.jPr.

I Mint-J'r.

Munte-B.r.iï.

Paardeblei-Fe/^r.

Peerdeblei-*Sa?.

Peerdsblei.

Plei-G^r.Z., Achth. Roekeblad-^ak i Veldmunt(e). i Wilde balsem-jPr.

I Wilde munt.


namen: Bac(k)munte (G.H.), Orusemunte (M.N.), Cruysemunte Eoode wilde munte (Dod.), Sisyrabrion (Dod.), Water munte

A k k e r m u n t.


Oude namen: Bruynheylige (Dod., Kil.), Calaminthe (Hond.\ Munte (Dod.).

Vlaamsche namen: Akkermente (B.), Akkermunte (B.), Bruin(en) heilige (P.), Knaksover (P.), Muntepemen (B.), Veldmunt (P.), Wilde munt (P.).

3. Mentha piperita L. P e p e r m u n t. •

Kruizemunt-lFöF Pepermunt-Gr., lY.Fe^., Velz., Gr.Z.,

Mentha-Z.X. N.L., Wat., Utr., Z.H., Sch., Z.Vl.

Peperment-O.-P. Pipermint--Fr.

Vlaamsche namen: Péperemunt (P.), Peperminte (P.), Peper- moejnt (P.), Pepermunt (P.).

4. Mentha Piilegiiim L. Polei.

Akkerplei. | Polei-Gr..^.

V\ei-Achth. \

Oude namen: Boleye ((r.H.), Paleye (Dod.), Palleye (M.N.), Poley (Dod.), Poleye (N.H., G.E., Kil., M.N.), Poleykruyd (Kil.), Pollei (iM.N.), Polleye (M.N.), Pulegium (M.N.), Pullegium (M.N.), Pulleye (M.N.).

5. Mentha rotnndifolia L. Witte munt.


Oude naam Vlaamsche


Witte wilde munte (Dod.). naam: Muskuskruid (P.).


I) het kruid verdrijft vlooien.


156


MENYANTHBS, MBRCURIALIS, MBSPILTJS.


6. Mentha silvestris L. H e r t s m u n t.

Oude namen: Hertecruyt (Dod.), Hertsmunte (Dod.), Wilde munte (Lob.).

Vlaamsche naam: Kattekruid (P.),


Menyanthes Tourn.


Menyaiithes trifoliata L. Waterdrieblad.


Beverklaver. Bitterklaver. Boksboonen. Drieblad-i^r., Z.L. Ringbloem.


Schijtbladeren-Z.. W aterdrieblad-jP/ Gr.Z., ütr. WaterklaYe^-T^6^, Waterklee.


„ N.O., Tw., 8aL, W.Fr.


Oude namen: Bocxboonen (Dod.), Waterclaveren (Dod.). Vlaamsche namen: Eechelkoolen (P.), Maandkruid (P.), Water- klaver (B.,P.).


Mercurialis L. Bingelkruid.

Bingelkruid. | Mercuriaal.

1. Mercurialis anima L. Bingelkruid.

Dikkop. I Smeerwortel-AkO., Velz., Gr.Z.

Oude namen: Bing(h)elcruit (G.H.), Binghelkruyd (Kil.), Mercuriael (N.H., Hond.), Schijtkruyd (Kil.), Smeerwortele ((r.H.), Tam bingel- cruytmanneken (de vrouwelijke plant, Dod.), Tam bingelcruytwyfken (de mannelijke plant, Dod.).

Vlaamsche namen: Bengelkruid (B.), Bingelkruid (B.), Schijt- kruid (B.,P.), Shaaitkraut (P.), Sténkerskruid (P.), Witte nachtschade (P.).

2. Mercurialis perennis L. Overblijvend bingelkruid.

Bengelkruid. Houtskool.

Dikkop. Wodanskruid.

Oude naam: Wilt bingelcruyt (Dod.).


Mespilus L.


1. Mespilus germanica L. Mispel. Iéspëlë-.^.i.

Mespele-Z.i.

Mipsel-Z.DL

Mispel-6rr., Fr., T., Dr.bew., O.Dr., N.O., Tw., Sol., Velz., Gr.Z., Aclith., L.N., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr.,


Wat., Go., ütr., Z.R., V.B., O.F., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal., ZWl. Mispelbeam--Fr.

Mèspele-Hc/i//i.

Mispunt-TDa^.

Mupsel-i.v.H.


Oude namen: Mespel (M.N.), Mespelare (M.N.), Mespeler(e) (M.N.), Mespele (M.N.), Mispel (Kil., M.N.), Mispelare (M.N.), Mispele (M.N.), Mispelboom ((ï.H.), Mispelen (Dod.), Mispeler(e) (M.N.), Nespel (Kil.), Nespelboom (G.H.).

Vlaamsche namen: Mespelboom (P.), Mespeleer (P.), Mespels (P.), Miespelboom (B.), Mispelaar (B.,P.), Mispelare (P.), Mispelboom (B.,P.), Mispeleer (P.), Wispeleer (P.). De vrucht heet mispel en nijfel.


MIBORA, MILIUM, MIMULUS, MOLINIA, MONOTROPA, MONTIA. 157


2. 3Iespilus monogryiia Willd. Zie Crataegus monogyria L.

3. Mespilus Oxyacantha Oaertn. Zie Crataegus Oxyacantha L.


Mibora Adans.

Mibora minima Desv. Zie Chamagrostis minima Borkh.


Milium L. Gierstgras.


Geers.

Geerstgras.

1. Milium effusum L.

Hiesgras.

Hirsgras.

Vierde loemdgras.


Gierstgras-Z7^r,

Gierstgras.

Zaadgras.

Zandgras.


Mimulus luteus L.

^laskerbloem.


Mimulus L.

I Potser.


Molinia Mnch.


Moiinia eoerulea Mnch. P ij p e s t r

Bent-St., Sal.

Bentgras-0 Dr., Z.H.

Binten--Fr.

Bjinten-jPr.

Blauwgras.

Blauw parel gras.

Bunt-Goe., Thol.

Buntgras-Z7ir.

Echt blauwgras-Owder^erA;.

Eenknoop.

Kwajongens-Br.0.

i\Ieddelen-^c^i^.

Afedelen-^cA^/i.


o t j e s.

Meelen-ye?.2r., Gr.Z. Pieperaaien-üit., N.Dr. Pionten-Gr.

Pipenpörkers-Tzc.

Pipetrochstekkers--Pr.

Pijpdoorstekers-iV.0., Vtr., L.v.H.

Pijpraaien-Gr.

Pijpschoonmakers--L.i;.Jï.

Smeelen-Tw., Velz., Gr.Z.

Smeeltjes-EeZ^r.

Stopnaalden-TFoy

Trochstekkers-yr.


Vlaamsche namen: Beunt (P.), Blauw parelgras (B.), Buntpijl (P.), Hazegers (P.), Hazeg(r)as (P.), ïïazengras (P.), Hazestrood (P.)» Hoïzegas (P.), Kwaai-jongens (P.), Kwajongens (P.), Perelgras (B.), Pijpenhengst (P.), Pijpenkeuters (P.), Pijpenkuischers (P.), Pijpen- reumers (P.), Pijpenrijders (P.), Schouwvegers (P.).


Monotropa Hypopitys L.

Bladloos.

Stofzaad-G^r., Du.


Monotropa L.

Stofzaad.

Zonderblad.


Montia Mich. M o n t i a.

1. Montia fontania L. Zie Montia minor Gmel.

2. Montia minor Gmel. Kleine montia.


158


MORüS, ^lüLGEDIU^r, MUSCARI.


Ylaamsche namen: Akkerband (B,), Akkerkant (B.), Porseleine- kruid (B.).


Morus Tru.

Moerbei.

iMoeërbes-A.T7Z.

jIoerbezie-Z.i7., Goe., Z.B., WaL,Z.VL

Moerbei-Kr., Sal, N.O., LF., Z.L.,

^loerbezieboom.

W,Fr., Wat., Utr., Z.H., Du., V.B.,

i\Ioerboom.

Sch„ Wal.

AIoerdebeienboom-T.

^loerbeiboom.

i\Ioerebaie-Z.iZ.

^loerbes-.S'öZ., Utr., SliedrecJit, TT'aZ.

Moorbèzen- .

^loerbèzeboom-Y.i.

i\loorbezie-0.jp.

^loerbezem-O.K., Sch., Thol., Z.B.,

Smoorbei-5Z.

zyi.

Oude namen: Moerbesien (X.H., G.H., Kil., M.N.), Aloerbesien- boom (G.H.), Moerbey (M.N.), Moerbeve (M.X.), Moerbever (M.X.), Moerboom (M.N.), Moere (M.N.), Moorbes (M.X.), Moorbesien (G.H., Kil., M.N.), Morbes (M.N.), Morbesie (M.X.), Murbes (M.N.), Muul- beer (M.N.), Muulbeerboom (M.N.), Muulber (M.N. i, Muulbere (M.X.), Muylbeer (M.X.), Muylbeere (Kil.), Muylber (M.X.), Muylberboom (M.X.), Muylbere (M.X.), Muylbesie (Kil.).


Mulgedium Cas.s.

Mul^edium maerophyllum D. C. A 1 p e n s 1 a.

Alpensla. | Melksla.


Muscari Tourn.

Maseari botryoides Mill. Druifhyacint.


Blauwe kraaltjes.

Blauwkraaljes-G'r.

Blauwkraeltsjes-i^r,

Blau vr kraalt jes--Dtt.

Blauwe druifjes-O.D;*., Velz.,

Kenm., Utr., Z.H., V.B., Wal. Blauwe kannet jes-Z.T7.

Blauwe kraaltjes-6’r.

Blauwe krallen-O -Dr. Blauwselbloempjes-SrïZ.

Boschkraalt jes-Sc/« .

Bijenkorfje-Goe.

Druifjes-T., SaJ., X.L., Z.L., Utr., ZH., ThoL, Wal Druif jesbloem-TT'aZ.


DruifhYacint-TV/^., Z.L , W.Fr., Utr., Z.H., O.F., ^yaL Druif] en.

Druifjeshyacint.

Druifkens.

Kraalje(s)-Gr.

Kraaltjes-Gr.Z., Z B., ^Ya\, Z.Vl. Kraalt] esbloem-6aZ., Wal., Z.Vl. Kraeltsieblom-Kr.

Krallen-Gr.Z.

Kruunagel-lT'ö^

Paj) ekra a 1 1 ]es-Ach th . Papenkrallen-.4c/iZ/i. Poppenkraalijes-Dr.Ze O.Dr.

Wilde hyacint.


Oude namen: Druyfkens (Dod.), Meertsbloeme (X.H.). Ylaamsche namen: Biehuizeke(n)s {P.j, Biekorf (P.), Biekorfje (P.), Blauw-drnifke(n)s (P.), Blauwe torrekens (B.), Dreufkes (P.), Druifkens (P.), Eitje(n)s (P.), Onze Lieye Yrouweboodschapbloempjes iB.j, Paaschkèskes (P.), Perelkens (P.), Pirrelkes (P.), Spinnerokskens (P.), Spinrokken (P.), Traantje (P.).


MYAGRUM, MYOSOTIS, MYOSUEUS, MYRICA.


159


Myagrum L.

1. Myag-riim dentatum Fl. B. S. Zie Camelina dentata Pers.

2. Mya^rum palustre Lam. Zie Nasturtium palustre D. C.

3. Myagrrum satiTum L. Zie Camelina sativa Crntz.


Myosotis Diil. Y e r g e e t-m ij-n i e t j e.


Blauwoog] es-Gr.

Moesoor-J.c/?f/i.

Muizenoor.

Slootbloempjes.

Vergeet-mij-niet-Gr., St., Fr., T.


O. Br., N.O., Tw., Sal, N.Vel., Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., O.F., SAi., Thol., Z.B., Wat., Z.Vt., Lv.H.

Vette kous-Z.B.


Oude namen: Cruypende muysenoor (Dod.), Derde scorpioides (Dod.), Muysoore (Kil ).

Vlaamsche naam: Muisoor (B.).


1. Myosotis palustris Roth.

Blaublomke-i^r.

Blauwstijfseltjes-Z.Lf.

F orjit-my-net-FV.

Schapengal.

Slootbloempjes-O.Gr.


Moerasvergeetm ij-n i e t j e. j Stijfselbloempjes-L.r.F^.

I Tink-oan-mij-F’r.

Vergeet-mij-nietje-Z.T7.

! Watermuizenoor.


Vlaamsche namen: Blauw porselein (B.), Blauwselbloemeke(n)s (P.), Blommeke vergeet mij nie(t) (P.), Boterbloemekens (P.), Déze- kensoogskens (P.), Diézekesoogske(n)s (P.), Duizenduugske(n)s (P.), Hemelsblomke (P.), Hoe langer hoe liever (P.), Jesukensbloem (P.), Jesukenshochtskens (P.), Lieve vraubloemeke(n)s (P.), Lieve vrouw- bloemeke(n)s (P,), Lieve vrouwkens (P.), Mariabloemkens (P.), Muize- bloemekens (P.), Muizenooren (P.), Onze lieve vróbloemeke(n)s (P.), Onze lieve vrouwbloemeke(n)s (P.), Onze lieve vrouwblommeke(n)s (P.), Ryspap (P.), Rys(t)papblommekes (P.), Vergeet mij nie(t) (P.), Vergeet mij nietjes (P.), Verget mich nie (P.), Ziet gij mij geerne (P.). Verschillende dezer namen worden ook gebruikt voor andere Myoso- tissoorten.


Myosurus L.


Myosiirus miuimus L. Muizestaj Duizendgrein.

Grasmuizens taart.

Oude naam: Muysensteertken

Myrica

AposteIhout-6V//.

Brabantsche mirte.

Drentsche thee-O.D,’.

Duitsche timariscus.

Gaegel-iSC


rt.

Muizestaart.

(Dod., Kil.).

. Gagel.

Gaelje-FV.

Gagel-Gr., St., Fr., Dr.h iv., O.Dr.,Tiv., Sal., F. Vel., Velz., Gr.Z., N.L., Br.O., Utr., Wal.

Gagelbooni.


160


MYRIOPHYLLUM, MYRRHIS, NAJAS, NARCISSUS.


Gewone gagel.

Goegel-St.

Hollandsche mirt.

Hopreezen.

Luiskruid-Tïü.

Muisdoorn.

Olijfwilg.

Pos-Ti6’., SaL, G7\Z., Achth. Fosse-Gr.Z.

Posselbes-Ttü.

Posselbos-Tu'.

Oude namen: Grage! (Dod., Ylaamsche namen: Agelte (B.


Possem-Ttr;.

Possenböskes-T26'.

Post-Tw;.

Riekende gagel.

Riesen.

Rooie palm-6'a^.

Smeerboompje.

Smeerstruik.

Vloohout-Z.i.

Vlooienkruid-O.Xr., Tw., Gr.Z., Achth. Wilde olijf.

.N.), Graghel (M.N.), Por8(e) (M.N.). , Gagel (P.), Hagel (P.), Hagelte (B.).


Myriophyllum L. Vederkruid.

Duizendblad-iV.0., O. Vel, Gr.Z., TJtr., Vederkruid-Z.Jï.

Z.H. Waterduizendblad.

Oude naam: Waterdusentbladt (Dod.).

1. Myriophyllam spicatiim L. Aarvederkruid. Kroos. j


1.


Myrrhis Touru.

Myrrhis odorata Scop. Eoomsche kervel.


Z.L.


Dolle kervel-O.Dr.,

Kervel-Ti<;.

Mirre (kervel).

Plantkervel.

Ribzaad.

Oude naam: Wilde kervel (Dod.).

2. Myrrhis temula All. Zie Chaerophyllum temulum L.


Roomsche kervel-iraZ. Spaansche kervel. Welriekende kervel. Welriekende mirre.


Najas L. N i m f k r u i d.

Bearzeroech--Fr. | Nimfkruid.

Bearzewier '^)-Fr, \


Narcissus L. Narcis.


Morgenster-A.X.

Narcis ODr., Gr.Z., N.L., W.Fr.,Z.H., Du., Sch.

Oude naam: Tydloose (Kil.).


Paaschbloem-N.X.

Titelroos--Fr.

Tijloos.


1. Narcissus poetieus L. Witte narcis. Dichtersnarcis-zS'a?. Kop-en-schotel-Z.iï.

Echte narcis. Mooie meisjes-T.


]; = baarzenwier.


NARDUS.


161


Morgenster,

Morgensternen-Mc/^ th.

Narcis-(Tr.

Pinksterbloem-^r.0.

Pinksterlelie-TF., Br.0., Wal., Z.VL,

L.v.H.

Spaansche jenetten.

Sprokkelbloem.

Sterrebloem-Z.i.


ïielozen-O.Dr.

Tijdeloos.

Witte sis-Gr.

Witte lelie-Z.VL Witte narcis-Gr., Tw. Witte paaschlelie. Witte ieelloos-Z ,H . Witte tijdeloos.


Vlaamsche namen: Akefeep (P.), Jannetten (P.), Jennettekens (P.), Molekens (P.), Narcis’ (P.), Pinksterbloemen (P.), Sinkjeblomme (P.), Sinksenbloemen (P.), Sinksenlelie (P.).

2. Narcissus Pseudouarcissus L. Gele narcis.


Basterdnarcis.

Gele meisjes-Dr.&ei/;.

Gele narcis-Tw;.

Gele sporkelbloem.

Gele titelloos-T.

Gele tijdeloos.

Gele tiTloos-/S/., Fr., O.Dr., N.O., Sal., Veh„ Z.H.

Gewone narcis.

Inlandsche narcis.

Morgenstar-Z.X.

Morgenster--Be^., Z.L. Paaschbloem-Gr., Z.L., V.B., O.F., Goe., Sch., L.v.H.

Paaschelelies-.^. B.

F dia.sk(?h\oem -Gr. (W est erlcwar tier).


Paaschlelie-W., Br.0., Z.B., Wal.,

Z.VL, L.v.H.

Paoschblomen-dc^f/i., Gr.Z. Sporekelle. ^

Sporkelbloem.

Sporkelle.

Sprokkelbloem.

Tieloozen.

Titelloos-T.

Titelroos-Tr.

Trompetnarcis.

Tijdeloos-S'^.

Tijloos-Tw.

I Valscbe narcis.

I Wilde paaschebloem-Gr.


Vlaamsche namen: Narcis’ (P.), Paaschbloem (P.), Paaschblom (P.), Paaschlelie (P.), Pijpekens (P.), Poïsblomme (P.), Taailoos (P.), Taalroos (P.), Tijkeloos (P.), Tijloeës (P.), Tijloos (P.), Tuiteloozen (P.), Zomerzotteken (P.), Zomerzotten (P.).


Nardus L.


Nardus stricta L. B o r s t e 1 g r a s. Bargegêrs-TV.

Bentgras-lV'.Tr.

Blauwgras.

Borstelgras.

Hargêrs-TV.

Harre-Tr.


Kleine boender-S'^. Oldewitten Dr.hew.. O.Dr. Ossekop-Br.0. Zwienhóar-Gr. Zwijnegras.

Zwijnehaar.


.larregêrs-Pr.

Oude naam: Cleyn spartam van desen lande (Lob.).


11


162


NARTHECnJM, NASTURTIUM, NEOTTIA.


Narthecium Moehr.


Narthecium ossifragruiii Huds.

Affodillelie.

Beengras.

Cipolgras.

Egelgras.

Eiigelgras.

Gele wateraffodillen-Z7^r. Gemeen beenheel. Lancaster-affodil.


Beenbreek.

Lelieaffodil. Siepelgras-G;-. Sipelgêrs-Er. Spinnenkmid. Wateraffodille. Wilde garste-ir., I Wilde gerst.


Oude naam: Geele wateraffodille n (Dod.).


Sch.


Nasturtium R Br. Waterkers.

Pinksterblommen-i.'y.Jï. Waterkaas-Z.L.

Vlet-Z.iï. 1 Waterkers-Pr., Utr.

Ylaamsche namen: Karse (B.), Kerse (B.), Kresse (B.).

1. Nasturtium amphibium R. Br. Gele waterkers.

Gele waterkers. ' Poelraket

Gemeene waterkers. Waterradijs.

Gewmue waterkers. Wilde waterradijs-.Z^.JÏ.

Vlaamsche namen: Waterkarse (B.), Waterkerse (B.), Water-

klesse (B.), Waterkresse (B.). *■

2. Nasturtium officinale R. Br. Witte waterkers.


Brimkersse. j Waterraket-.^.If.

Kasse.

Oude namen: Bruinkersse (G.H.), Hofkruyd (Kil.j, Hoffkerse (Dod.), Hotkersse (M.N.), Kersse (Kil.), Waterkersse (N.H., G.H., Dod.). Vlaamsche namen: Beeksala (B.), Beeksalade (B.), Kersoene (B.), Kesse (P.), Waterkas’ (P.), Waterkers(e) (B.,P.), Waterkès (P.), Water- kresse (B.), Watersala (B.), Watersalade (B.), Wille kas’ (P.).

3. Nasturtium palustre D. C. M o e r a s k e r s.

Wilde waterradijs-Z.J/.

Vlaamsche naam: Wilde ke(r)s (P.).


4. Nasturtium silvestre R. Br.

Akkerkers.

Akkerwaterkers-Z.iï.

Boschwaterkers.


Akkerkers.


Waterkers. Waterraket. Wilde raket.


Oude naam: Ptequette (Hond.).

Vlaamsche namen: Rakettekruid (B.), Rinkette (B.).


Neottia Rich.

1. Neottia Nidus avis Ricli. Vogelnestje.

Kronkelspil. | Vogelnest.

Oude namen: Anblat (Dod.), Margendrehen (Dod.), Vogelsnest (Dod.). 2 Neottia ovata BI. et F. Zie Listera ovata R. Br.


NEPETA, NICANDRA, NICOÏIANA, NIGELLA, NUPHAR.


163


Nepeta L. Kattenkruid.

1. Nepeta Cataria L. Kattenkruid.

Kattekruid-Dtt. . | Nept(e).

Mastikkruid. j Nip(pe).

Neppe. I Nipt(e).

Oude namen: Oattecruyt (N.H., Dod.), Oattemunte (N.H.), Catten- mente (M.N.), Cattenmu(y)nte (M.N,), Corenmente (M.N.), Oorenminte (M.N.), Cornmente (M.N.), Cornminte(M.N.), Kattenkruyd (Kil.), Nepte (Kil., M.N.), Neyte (Kil.).

2. Nepeta Glechoma Benth. Zie Glechoma hederacea L.

Nicandra Adans.

Nicaiidra physaloides daertii.

Githes-W .Fr. | Wolfskers.

Nicotiana Tourn.

Nicotiaiia Tabacum L. Tabak.

Tabcik.

Oude naam: Taback (Dod.).

Ylaamsche naam: Tabak (B.).


Nigella Tourn. N i g e 1 1 e.


^lorgenster-Dit.

Oude namen: Narduszaad (Dod.), Nigel (M.N.), Nigelle (Kil., M.N.). 1. Nigella arvensis L. Wilde nigelle.


Akkernigelle.

Griet je-in-den-s truik. Jifferke-ijn-’t-grien-i^r.


Juffertje-in-’t-groen-Gr., Z.H., Wilde nigelle.

Wild narduszaad.


Oude namen: Nigelle (N.H.), Wilde coriander (N.H.). Vlaamscbe naam: Naderzaad (B,).


2. Nigella damascena L.

Bloeinpjes-in-’t-haar.

Juffertje-in-het-groen-O.Dr., N.O.,Tw.,

Sal., Z.L., Uir., Z.R., Z.B., WaJ.

Jufferlje-iii-’t-groen-lVZ^^., Gr.Z.,

Oude namen: Nigelle (N.H.), Swerte coriander (N.H.). Vlaamscbe naam: Kobben (B. .


J u ff e r t j e-i n-h e t-g r o e n.

Aclith., W.Fr. .Tuffertjes-in-’t-haar-.^.y/. Spinnekoppen-iV.i.


Z.B.


Nuphar Smith.


Nuphar liiteuiii Siiiith.

Bladmeerblad.

Boterkarn i)-Z.l/. Boterstand '^)-Z.L. Boterstanj ^)-Z.L.


Gele plomp.

I >0 ter to n n et j es -B . B . I )ompelbladen-y.i>’. I)ompels-r./>’. Duikers.


1) Deze namen slaan op den vorm van het vruchtbeginsel. Zelfs maken de kinderen er karn- tonnetjes van, door er een stokje boven in te steken.


164


NYMPHAEA.


Dükers-i'V.

Fladder.

Fleschjes--Fr.

Gele kannetj0s-F'r.((7rowa').

Gele kikkerbloem-Z.J/.

Gele moatblommen-*S'.a^ horst.

(de vrucht heet kaïiiiechieii) Gele plomp-iV.0., O.Dr., Yelz., L.N., N.L., Vtr., Z.H., Du., Wal.

Gele plompe-Ttü., Sal., Gr.Z.

Gele pompblo0m-Tz<;.

Gele pompehloem--Fr., Sal.

Gele pomp0rs-6^^.

Gele Sinoekebladen-Gr.(tFes^er/cM.’r.T- tier).

Gele waterkruik.

Gele waterlelie-Gr., N.O., O.Dr., Sal., Yelz., Br.W., Vtr., Z.H., Du., Z.B., Wal., Z.Yl.

Gele waterroos.

Giele swannehlom--Fr.

Groote dompel-F.i?.

Groote (gele) plomp. Kankerbladen-G.D/'. Kankerbloem-i\^C'., O.Dr., Sa\, Gr.Z., Achth., Br.0., Z.B. Kankerblóme-Gr.Z.


Kannebladeii.

Karntjes-Z.iï.

Karntonnetjes--2^.iï.

Keujen-Z.iï.

Keutjesbloem-Z.iï.

Kleine plomp.

Koffiekannen-Gr.

Kollebloem-iY.i.

Kreukebladen-Z.i/.

Kruikebladen.

Kruiken.

Pannekoeken-Gr.

Pompebla-^c/i/A.

Pompebladen Gr.Z.

Pompeblêd--Fr.

Pompebloem.

Pomper-Z.Jï.

Pomperwortel-iV.0.

Snoekeblad-Gr.

Swannebloemen-FV.

Varkens-Z.i/.

V arkenssnoet j es->^.i/ .

Waterkruik.

Waterlelie-FV.

Waterroos--Fr.

Zwanenbrood-Z.Jï.


Oude namen: Aplompe (M.N.j, Calimbloem (M.N.), Oele plompen (Dod., Kil.), Meerblat (M.N.), Meerbolle (M.N.), Nenufar (M.N.), Seebloemen (G-.H.), Seepluimen (G.H.).

Ylaamsche namen: Boterstampers (P.), Boterstandeke(n)s (P.), Boterstanden (P.), Dokkeblad (P.), Dokkebloem (P.), Gele waterlelie (B.,P.), Geluwe waterlelie (P.), Kaasbloem (B.), Peeneblad (P.)^ Peerdevoet (P.), Plompen (P.), Yestebloemen (B.).


Nymphaea li.


Nyinphaea alba L. W a t e r 1 e 1 i e. Boterkarn-Z.iï.

Dükers--Fr.

Fleschjes-FV.

Kankerbladen-FV., O.Dr., Z.R. Kankerbloem iV.G., O Dr., Achth., Br.0.

KdirxAAO'^m-Woiihruggc .

Keujen-Z.i/.

Kikkerbloem-Z.i/.


Kol-Z.X.

Kollebloem-A.G.

L e ©keb 1 o emen -Pr .

Meerbladen.

Moatblommen ^ystaphorst. Pannekoeken.

Plompen-Pr., Gelderland, Z.H., Wai. Pompblaar-Tt^j.

Pompbladen-Ttc.


1) Moaten zijn landerijen met vele slooten.


OBIONB, OENANTHB.


165


Pompebla-u4c/i^^.

Pompebladen-W., O.Dr., Sal., Gr.Z., Aehth.

Pompeblêdden--Pr.

Pompers-iS^,

Snoekeblad-(Tr., Fr.

Snoekeblom--Fr.

Swannebloemen-i^r.

Waterkruiken.

Waterlelio--Pr., N.O., O.Dr., Sal.,Velz., NL., Z.L., Br.W., Wat., Utr., Z.H., Du., O.F., Z.B., Wal., Z.Vl. Waterlilie-TP.i^r.


Waterroos--Fr.

Watertulp.

W itte kannetjes-Pr. .

Witte plompW.O., O.Dr., Veh., L.N., N.L., W.Fr., Uir., Z.H., Du., Wal. Witte plompe-Tï/;., Sal., Gr.Z.

Witte pompbloeni-Ti(;.

Witte sn o ekeb 1 oemen- G' r.(W es' erkwar- tier).

Witte waterkruik.

Witte water Lelie-G^r., Velz.

Witte watertulpen-/Sa^

Zeemaan.


Waterplomp-O.jDr. Zeepluim.

Oude namen: Aplompe (M.N.), Calimbloem (M.N.), Dock(e) (M.N.), Meerblat (M.N.), Meerbolle (M.N.), Nenufar (M.N.), Seebloemen (G.H.), Witte plompen (Dod., Kil.), Zeepluimen (G.H.).

Vlaamsche namen: Amberblê,ren (B.), Ampelblaren (B.), Dokke (B.), Dokkeblad (P.), Dokkebloem (P.), Kaasbloem (B.), Mizlelie (P.), Peerdevoet (P.), Plompe (B.), Pompelbloem (B.), Yestebloemen (B.), Waterlelie (P.), Waterplompe (B.), Waterrooze (B.), Witte waterlelie (B.,P.), Witte boterstandeke(n)s (P.), Witte waterroos (P.), Wompel- blaren (B.), Wompelbloem (B.). .


Obione Gaertn. Z e e m e 1 d e.

Zeekruid. Zeeporsielein.

‘ Zeemale-X.'y.jtf. Zoute melde-Goe.

Zeemelde-Z:.^., L.v.H.

Obione portulacoides Moq. Tand. Z e e m e 1 d e.

Oude namen: Souternel (Hond.), Zeeporseleyne (Dod.).


Oenanthe Trn. T o r k r u i d.


Druivenbloem.

Pijpkruid.


Torkruid.


1. Oenanthe aquatica Lmk. WatervenkeJ.


Boihol-Achth.

Groot torkruid.

Kikkerh\oe'nwn-Gr.(Westerkwartier). Kikkers toelie-n.

Paardenvenkel.

Pompen-Wa/.


W aterkervel-G?',.2^. Waterscheerling-O.T'e/. Watertorkruid-Tba?. Watei'venkel-.^.y/. Wilde venkel-.^. H. Wilde waterkers.


Oude naam: Derde watereppe (Dod.).

Vlaamsche namen: Kuipkenszaad (B.), Pomp (P.), Pompe(kruid) (B.), Pomperluite (B.), Pompestaal (B.), Pompoelie (B.), Tonnekens (B.), Tonnekenszaad (B.), Waterpee (P.), Waterpomp(e) (B.,P.), Water- scheerling (B.,P.), Waterstompe (B.).


166


OBNOTHERA, OMPHALODKB, ONOBRYCHIS, ONONIS.


2. Oenanthe fistulosa L. P ij p t o r k r u i d.

Pijptorkruid-TPa^. I Welriekonde waterbies.

Waterfenkol.  !

Oude naam: Welrieckende waterbiesen (Dod.).

3. Oenanthe Phellandrium Lam. Zie Oenanthe aquatica Lmk.


Oenothera Saint Leger. Teunisbloem.

Nachtkaars-Tiü., TJir., Wal. | Onagra.

Vlaamsche naam: Schoone bij nachte (B.).


Oenothera biennis L. Teunisblo Gehoornde gole wederik.

Gele onagra.

Gele wiederik.

Leliën-van-een-dag-TFa/. Nachtbloem-Pr., N.O., Wal. Nachtkaars.

Nachtkeers-T., Wal.

Nachtpit] es -Fr.


e m.

Nachtschoone-.^.y/.

PatrijiSikruid-DM.

Sint-Teunisbloem-O.rr., O.Yel., Yelz., Achth., L.N.. üir., Du., Goe., Wal. Tabaksbloem-Z L. Vier-en-twintig-uursbloemen-d-c/h/i. Wederik-PrZ^.,, Wal.


Omphalodes Tourn.

Omphalodes verna Mnch. Amerikaansch vergee t-m ij-n i e t j e. Altijdgroene bernagie. Lentehondstong.

Amerikaansch vergeet-mij-nietje-TPaZ. Vergeet-inij-nietje-A.L. Gedenk-mij-WaZ.


OnobrycMs Tourn.

1. Onobrychis sativa Lam. Zie Onobrychis viciaefolia Scop.

2. Onobrychis viciaefolia Scop. Esparce tte. Esparcette-Z7/r,, Z.H., O.F., Z.Yl. Mesthooi.

Ezelskost. Serradel-X.v.if.

Hanekammetjes.

Oude naam; Onobrychis (Dod.).


Ononis L. S t a 1 k r u i d.

Kattendoorn-Gr.Z. | Yenze-Maasstreek,

StSilkrmd-Gr.Z., W.Fr., Utr., Wal. i

Oude namen: Prang wortel (Kil.), Prangwortele (Dod.), Stalcruyt (Dod.), Stalkruyd (Kil.).

1. Ononis arvensis Fl. B. S. Zie Ononis repens L.

2. Ononis repens L. Kruipend stalkruid.

Kattendoorn-X.'y.Jf. Schapendoorn-Z.F.

Kraaidoorn-TPaZ. Zandwikke-Zfwwi.

Kruipend sialkruid-W .Fr. (volksnaam)

3. Ononis spinosa L. Kattendoorn.

Bosboesch-Z.L. | Disteldoorn-L.r.iZ.


ONOPORDON, OPHIOGLOSSUM, OPHRYS.


167


Ezelskruid.

Gedoomd stalkruid-TT'.i^r.(t'oZ/i'.s‘«aa?«). Heetegaal-iS'cA.

Heethèbels-J-cAY^.

Heidoom.

Hondsmelk.

Kattendoorn-O.ye^, Gr.Z., Z.L., TJtr., Z.H., y.B., O.F., Goe., ScJi., WaL, Z.B., Z.VL, L.v.H.

Kraaidoom-6'c/i., Wal., Z.Vl.


Kruidoorn-TFaZ.

Oorthaak-Gr.Z.

Orijnkmid.

Ossebreko.

Osse(n)breker.

Prang.

Schaapsdoorn-Z.i?. Schapendoorn-JV.i?., Z.B. Stekeldoorn-X.v.i^. Woerthaak.


Oude namen: Hekelcruyt (N.H.), ïïowheckel (N.ïï.), Ossenbreke (N.H.), Prangwortel (N.H.), Stalcruyt (N.H.).

Vlaamsche namen: Duivelsbedstroo (B.), Duivelsdoorn (P.), Hei- doornen (P.), Kraaidoorn (B.).


Onopordon Yaill.


Onopordon Acanthium L. W e g d i s t

Distel-.Y.jC., Utr., V.B., O.F., L.v.H. Disteldoek.

Ezelsdistel.

Ezelsdoorn. '


el.

Stekel-Z.i>\, L.v.H. Wegdistel-jPr., W.Fr., Utr., Z.H. Witte wegdistel.


Vlaamscbe namen: Ezelsdissel (P.), Groote dissel (P.), Jèzel- dissel (P.), Paardedistel (P.), Peerde(n)distel (P.), Pèredistel (P.), Piadsdissel (P.).


Ophioglossum L.


Ophioglossiim vulgatum L.

Adderstong(e). Addertong-lt'.EV., Du. Christilancet.

Natertong.

Nattertongen.

Njirrekroed-J’r.


A d d e r t o n g.

Njirretonge-iV.

Ons-heerenspeerkruid.

Slangenbeet.

Slangetong.

Speerkruid-O.Dr.


Oude namen: Adderstonge (Dod.), Natertongesken (N.H.), Nater- tonghe (Kil.), Speercruyt (Dod.).


Ophrys L. O p h r y s. Ophrys apifera Hiids. B ij e n o r c h i s.


Bijen(oogen)bloem.

Hazekulletjes.

Oogenbruin.

Oude namen:


Vliegen.

Wespen.


Eerste wespe (Dod.), Groote vossecullekens (Dod.). 2. Ophrys muscifera Hads. V 1 i e g e n o r c h i s.


Inseetenbloem. ’t Vliegke-.^./^.


Vliegen (oogenbruin). Vrouwenkriiid.


168


ORCHIS.


Oude namen: Derde vossecullekens (Dod.), "Vliegen (Dod.)- 3. Ophrys myodes Jacq. Zie Ophrys muscifera Huds.


Orchis L. Standelkruid.


Bokskullekens.

Hondskullekens.

Horsels.

KievitS(bloem-H’ö7. J^naapjeskruid, Kookoeksblc©m-.\\ye/., Z B. Kulkrüd-.i^'r.


Kullekenskruid-C r.Z. Orchidee-ke/^'. Standelkruid. Vosseknllekens.

Wij wouters, j Zotskullekens.


Oude namen: Coccokscruit (G.H.), Cullekenscruyt ’) (N.H.), Hondts- cullekens (Dod.), Knabencruit (G.H.), Knapencruit (G H.), Standel- cruit (G.H.).

Vlaamsche namen: Koekoek(e)bloem (P.), Kullekenskruid (P.). 1. Orchis latifolia L. Handekenskruid.


Adam-en-Eva-bloeimen.

Groot handekenskruid.

Handekenskruid-TF.i^r.

Handenkruid-Z.i/.

H an d en skrui d m ann eken .

Hand-van-Onzen-Lieven-Heer-Tïf.

Klein handekenskruid.

Koekoeksbloem-Ti^;., V.B.

-Oude naam: Groot handekenscruytmanneken (Dod.). 2. Orchis maculata L. Gevlekte orchis.


Paardenvoet-Tit\ Pinksterbloem-Tïr. Pinksterblom-Z.i. Putenbloeni -)-O.F. Venusbloem.

W aterhandekenskruid. Wilde hijiacint.


Adam-en-Eva-bloem-O.Hr. Duizendwolker-Z.H. Gevlekte orchis. Handekruidwijfken. Kinderhandjes-O.keh


Koekoeksblome-TM;., Sal., Gr.Z. Koekoeksbloem-TtiJ., Z.L., Br.0. Z.H.

V.B., Z.B., WüL, z.ri.

Wilde hijacint-riï^.


Oude namen: Cruysbloemen (N.H.), Groothandekenscruytwyfken (Dod.).

Vlaamsche naam: Lieve Vrouwe handekens (P.).

8. Orchis mascula L. Mannet j esorchis.


Handekenskruid. Hondsklootje. Hondskullekenskiuid. Oude namen neken (Dod ).


Kinderhandjes.

Koekoeksbloem. Zotskullekensmanneke. Sotscappekensmanneken (Dod.), Sotscullekensman-


4. Orchis Morio L. H a r 1 e k ij n.

A d am - en - E V a - b I o enien .

Bittertak.

Blauwe pinksterbloein-T^.

Blauwe skeertjes-T.


Harlekijn-W.jPr., ütr.. Wal. Juffertroost. Kievitsbloem-Wa7. Kikvorschbloeni.


1) Zoo heeten daar 5 soorten met ronde knollen.

2) = kikkerbloem.


ORIGANUM, ORNITHOGALUM.


169


Koekoeksbloom-Tt^;., N.L., Br.0., Utr., Wal., Z.Vl. Kulkroed-i^r. Kulletjeskruid-G^r.Z. 'Oude namen: (Dod.).


Gr.Z., Achth., Liefkenskraid-d.c/?//<. y.J5., Scli., Z.B., Plnksternagel.

Volg-mij-na.

Zotskap je(swijf je), Zotskullekenswij'fje. Sotscappekenswyfken (Dod.), Sotscullekenswyfken


Origanum Tourn.

Orig-anum vulgare L. Wilde marjolein.

Dost-Tw.j Sal., Gr.Z. Orego.

Marjolein-Gr.Z., Utr., Wal. Wilde marjolein-Gr.Z., Z.L.

Orega.

Oude namen: Duist (G.H.), Duyst (Q.H.), Grove marioleyne (Dod.), Mariorana (Kil.), Margellem (M.N.), Marioleine (M.N.), Meyeraen (M.N.), Welghemoedt (Kil.), Welghemoet (N.H.), Wilde mageleine * (G.H ), Wilde marioleine (N.H.), Wilde orega (Dod.).

Vlaamsche namen: Bergvreugd (P.), Dubbel pijljoen (B.), Orego (B.,P.), Palingkruid (B.).


Ornithogalum L.


Ganzebloem.

Hoendermelk.

Krèèilook-.4c/ii^.

Morgenstar-M., N.Vel.

Morgenster-T., N.O., N.L., Z.L., Wat.

Utr., Z.R., Du., Y.B.

Nakende meisjes--Fr.

Oude naam: Veldtauiyn (Kil.).

1. Ornithogalum luteum L. Zie Gagea lutea Schuit.

2. Ornithogalum nutans L. Knikkende vogelmelk


V o g e 1 m e 1 k.

PaaschblcemW.X.

^Wy-O.F.

Sterren-Z.yZ.

Sterretjes-Z.if.

Veldajuin.

Vogelmelk-i^r., Gr.Z., W.Fr., Utr Z.H.. O.F.. Wal.


Middagschoone. Sneeuientjes-Keww. Vlaamsche namen


Snottebel-iyflZ.


Lelie van Park (P.), Parklelie (P.).


3. Ornithogalum iimbellatum L. Vogelmelk.


Kraaienlook-GV.Z. Maansterretjes-Tt^;. Maartenbloem-yeZz. Nakende bruidjes'-Ke/^7«. Nakende meisjes-i'V. Snoeiers- Kenm. Steerntje-Gr.

Oude naam: Vlaamsche urebloem (P.),


Sterretjes-G'aZ.

Veldajuin.

Vogelmelk-7’M;., Sal., Gr.Z. Wilde zeumerzotjes-iraZ. Witsteerntje-Gr.

Witte vogelmelk.


Veltayuyn (Dod.).

namen: Achturebloem (P.), Achtuurbloem (P.), Elf- Klijsterbloem (P.), Koornstar (P.), Koornsterre (P.), Koresterre (P.), Kraailook (P.,B.), Kruilook (B.), Les’look (P.)), Look-


170


ORNITHOPÜS, OROliANCHB, OROBUS.


4


bloemen (P.)> Morgenster (P.), Noenbloem (P.), Sterrekens van Betb- leem (P.), Sterren (P.), Twelfurenbloemeken (P.), Veldlook (P.), . Wilde look (P.), Wnlle luuk (P.), Zevenure(n)bloem (P.).


Ornithopus L. Vogelpootje.

Vogelpootje-Tz/;., TJtr.

Oude naam: Vogelvoet (Dod.).

1. Ornithopus perpusilliis L. Vogelpootje.

Vogelpootje-ASi. i Zandvogelpootje,

Vogelvoet. i

Vlaamsche namen: Ertebaard (B.), Hertebaard (B)., Kruipvitse (B.).

2. Ornithopus sativus Brot. Serradelle.

Seradella-lF.Fr., Vtr., Z.R. Z,Yl., L.v.H.

Seradelle-V.i., Z.L. Sikkadel-Gr.Z.

Serdel-V.i. Zerdel-Z.X.

Serradelle-O.jDr., V.O., O. Vel., AcJith.,

Vlaamsche namen: Sekadelle (P.), Séradèl (P.), Sidèl (P.), Sikadèl (P.), Sintadel (P.), Sitadel (P.).


Orobanche L.

Bremhaas.

Bremraap-*S'a/., Ulr., Z.H., Du., O. F., Goe., Z.B., Wal., Z.VL, Lv.H.


Bremraap.

Leeuwenstaart.

Oudeman.

Fsi])en-Velz.


Kaarsjes-Z.B.

Oude namen: Limodoron (Dod.), Smeerkruyd

1. Orobanche major Fl. B. S. Zie Orobanche Rapum

2. Orobanche minor Sutt. K 1 a v e r v r e t e r.


V


(Kil.).

Genistae Thuill.


Armoelijders-T/io/.

Doodskop-TFaZ.

Uongev-L.v.H.


Klavervreter-xV.L., Z.L., Sch., Wal Priem.

Puinen-Z.T7.


Vlaamsche namen: Dieven in de klaver (B.), Hondskul (B.), Hondspriem (B.), Kattesteerten (P.), Kattestjèten (P.), Klaverpriem (B.), Klavertap (B.), Papekul (B.), Snakebloem (B.), Tap (B.), Toppen (P.), Totsen (P.), Wielen (P.), Wulvetap (B.).


3. Orobanche ramosa L. H e n n e p v r e t e r. Hennepwurger. | Luzerneklaver.


4. Orobanche Rapum Oenistae Thuill. Groote bremraap. Smeerkruid.


Vlaamsche namen: Smeerwerttel (P.), Smeerwortel (P.).


Orobus L.

Orobus yernus L. Zie Lathyrus vernus Bernh.


OSMUNDA, OXALIS.


171


Osmunda L.

Osmunda regalis L. Koningsvaren.


Bloeiend varenkruid.

Draivenvaren.

Groote varen.

St.-Jansreinvaar-Z.L. Koningsvaren-FeZ^., Gr.Z., Go., Utr.


Du., Wal.

Pluimvaren-Grr.Z., Wal. Trosvaren.

Varenkruid.

Watervuren.


Oude namen: Sinte-Cristoffelcruyt (G.H.), Watervaren (Dod.). Vlaamsche naam: Sint-Jansvarnte (B.).


Oxalis L.

Doode klaver-^.Jï.

Klavertjes--^. FF

Klaverzuring-ZJfr., Z.R., Du., Wa\

Oude naam: Coeckoecksbroot (Dod.).

1. Oxalis Acetosella L. Witte klaverzuring,


Klaverzuring.

Kroontjeskruid'-^.FF Soere klaver-J’r. Veenklaver-Crr.


Koekoeksla-O.Dr. Koekoekslook. Soere klaver-i^r. Zoere klaver-S'F Zure klsiver-Sal., Zuurklaver.


Z.L., W.Fr., V.B.


Hazenklaver-Z.X.

Hazenkléver-Tw., Sal., Gr Z.

Klavert j e vier-FeZ-^.

Koekoeksbloem-O.Dr.

Koekoeksbrood-O.Dr. Gr.Z., Achth.,

Br.0.

Koekoeksklaver.

Oude namen: Coccockslook (G.H.), Ooeckoecsbroot (N.H.), Koccocks- looc (G.H.), Scbaepssuerkel (Kil.), Suerckel (Kil.), Suerick (Kil.), Suerkruyd (Kil.), Surckel (Kil.), Suyringh (Kil.).

Vlaamsche namen: Alleluia (P.), Koekoekssulker (B.), Koe- koetsulker (B.), Koekoetzurkel (B.), Vorschensurkel (P.).

2. Oxalis corniculata L. Gehoornde klaverzuring.

Hartjesklaver. Kroontjesmier.

Koekoeksbrood. Schapenklaver-i^r., N.0.

Koekoeksmoos-J.c^//i. Schoapenklaver-(7r.

Vlaamsche namen: Hazeklaver (P.), Hazesilker (P.), Hazesurkel

(P.), Klaversurkel (P.), Koekoek (P.), Koekoekklaver (P.), Koekoeks- slaad (P.), Koekoekssulker (P.), Koekoekszurkel (P.), Meuttekens- klaver (P.), Suiker (P.), Surkel (P.), Zoete soulker (P.), Zuring (P.).

3. Oxalis stricta L. Stijve klaverzuring.


Duiveldrek-Pr.

Gele klaverzuring.

Hartjesklaver.

Hazenklaver-Z.L.

Koekoek-L.v.II.

Koekoeksbrood-X.ï;.i/.

Vlaamsche namen


Koekoeksmoos-Ac/<^^.

Kroontjesmier.

Mier-N.L.

Schapen klaver-lF.FV. Skjipj)eklaver-Pr.


Als 0. corniculata.


172


OXYCOCCÜS, PAEONIA., PANICÜM.


Oxycoccus Tourn.

Oxycocciis palastris Pers. Zie Vacciniam Oxycoccus L.

Paeonia Tourn.


Anderhalfhonderdblad-F.B.

Balroos-Z.L.

Bloedroos-FeZ^^.

Brongen-Tw;..

Cornelisroos-O.Dr., Br. O., Sch. Dagen-in-’l-jaar-O.Dr.

Derdehalf honderdblad-L'ir. Kerkrozen-^c/i^/i., Br.0. Knelisrozen-Z.H.

Kraalpioen-5^.

Kraelpijoen-J’r.

Krelisroos-6roe.

Kronekrosen-Tïc.

Molroos-FeZ^:.

Paaideroos Z.B.

Paardsroos-Z.L.

Partunniënpol-frr.Z.

Patonnie-frr.Z.

Perdsroos-^.i.


Pienning-Z.J/.

Pinksterroos-iY.L.

Pioen-Gr., O.Dr., N.L., WaJ., Z.VL 3 FioenYOOS-Gr,{WesterTcwartier), Fr.,

N. O., Tw., Velz., Gr.Z., L.N., W.Fr., . Wat., Amsterdam, TJtr.^ Z.H., V.B., -

O. F., Thol., L.v.JI.

Piönnigen-Tic.

Potonnie-Gr.Z.

PijoeiirJ’r.

St.-Cornelisroos-Z.B.

St.-Urbanusroos-iV.i.

Stinkroos-O.Dr., Sal.

Stokroos-Z.i.

Tafelbord-T.

Tonroos-jBe^.

Vierde halfhondeidblad-/>VF Voestrozen-*SaZ.

Vuistroos-Tï^’.


Oude namen: Peoen (M.N.), Peonie (Kil., M.N.), Pioen (M.N.), Pioene (Kil.).

Vlaamsche namen: Balroos (P.), Boerenpioen (P.), Cornelis- roozen (P.), Kerkerooze (B.), Kerkerozen (P.), Kornelisrozen (P.), Peerdsrozen (P.), Piadsfoze (P.), Pièdsrozen (P.), Pioene (B.,P.), Pijlioen- roos (P.), Pioenrozen (P.), Pipioenen (P.), Potrozen (P.), Schinksen- rooze (P.), Sinkserooze (B.).


Panicum L.

Gb'rstgras.

Oude naam: Heidel (Kil.).

1. Panicum Crus Galli L. H a n e p

Bargegêrs-Pr.

Engelgras.

Franiegras.

Gierst.

}lsir\e'pooi-Gr.{Westerkivartier), O.Dr., Sal., Br.0., W.Fr.

Hanevoet-TF.jPr.

Hemeldauwgras.

Hoendergierst.

Noormannen-O.Dr.

Oude namen: Hoendervoet (d(


/"ingergras.

Panikgras.

0 o t.

Panikgras.

Panikkoren.

Spaansch gras.

Splitgras-Z.TY.

Vogelgras-Gr.Z.

Vogelvoet-T?r., Gr.Z.. Achth., Z.L. Wildgras-Gr.

Wild panikkoren.

IJsgras-Br.0.

Zorgzaadgras.

1 G.), Panickkoren (Dod.).


PAPAVBB.


173


Vlaamsche namen: Platgras (B.), Spletgras (B.), Stropgraa (B.).

2. Panicum italicam L. Zie Setaria italica P. B.

3. Panicum miliaceum L. Pluimgierst.


Duitsche gierst.

Eetbare gierst.

Geeis-Achih.

Geerst.

Gemeene gierst.

Gewone gierst.

Gierst-JV.Ü., Am., TJtr., Du., O. F., WaJ. Gierste-Gr.Z.

G'iqïzq- Achth.

Girse.

Heerze.

Herse.


Indische vijgboomen. Kanariezaad-jL.v.Jï. Kleine gierst.

Losse guint.

Mohar.

Orarijegierst.

Panikgras.

Panikkoren.

Trosgierst.

Vingergras.

Vogelgierst-WaZ., L.v.H. Zwarte gerst.


Oude namen: Grutte (Kil.), Gruyte (Kil.), Heers (Kil.), Heydel (Kil.), Heydenkoren (Kil.), Hirs (Dod., N.H., G.H., Kil.), Hirsgras (Kil.), Hyrssaet (G.H.), Milie (Dod., N.H., G.H., M.K.), Miliesaet (G.H.), Millie (M.N.), Panickkoren (Kil.), Panikcoren (N.H.), Panys (M.N.).

yiaamsche namen: Gierste (B.), Gierstplant (B.), Kanariezaad (P.), Mil (P.', Mille(zaad) (P.), Milt (P.), Slingerauwe (B.), Vogel- gierst (B.), Vogelpanik (B.), Vogelzaad (B.).


4. Panicum sanguinalc L.

Bloedgerst.

Bloedgiers.

Bloedgras.

Gierst.

Panikgras.

Platgras.

Oude namen: Hemelsdaugras (Dod.), Wilt panickcoren (Dod.).

5. Panicum viride L. Zie Setaria viridis P. B.


Bloedgierst.

Rood panikkoren. Rood vingergras. Rood vijfvingerkruid. Vingergras. Vogelpoot-iY.B., Du. Vogelpootje.


Papaver Tourn. Klaproos.


Flaproos-Gr.Z.

Kankerbloem-/SfA.

Klaproos-i^r., F.O., O.Dr., Tw., Sal., O.VeL, Gr.Z., N.L., W.Fr., Utr.,Z.H., Du., Goe., Sch., Wal. Maanbloem-Tw>.


Maandroos-Gr.Z.

Mannekop-6V.

F8L\)3iver-Achth.

Stinkroos-iS/., Fr., T.

Vlaproos-Pe?^.

Zeere-oogenbloein-Zewm.


Oude namen: Clapperroosen (N.H.), Colbloemen (N.H.), Colle (N.H.), Corenroosen (Kil.), Heul (Dod.), Klapperroosen (Kil.), Klaproosen (Kil.), Kollebloeme (Kil.), Mancop (Dod.), Roode corenroosen (N.H.).


1. Papaver Argemone L. Ruige klaproos. Bastaardheul. Kool bloem

Kankerbloem-WöL Rozewiet.


174


PAPAVER.


Ru’ge heul. Zandklaproos.

Ruige maankop.


Oude naam: Wilde heul (Hond.).

Vlaamse he namen: Donderbloemen (P.), Eulbloem (P.), Heul (P.), Heulbloem (P.), Kankerblo(e)m (P.), Klaprozen (P.), Kobabloem (P.), Koirblomme (P.), Kol (P.), Kolbloem (P.), Kollebloem (P.). Kol]eblom(me) (P.), Koolbloem (P.), Koolblomme (P.), Kruiskensbloem (P.), Ptoeikoreblom (P.), Eoode heul (P.), Stinkrooze (P.), Weulver- bloem (P.), Wilde heul (P.).

2. Papayer Rlioeas L. Klaproos

Flaproos-iV.Re/.

Gemeene klaproos.

Hondsroos.

Kanker.

Kankerbloem W.Fr., Z.H.,V.B.,

O.F., Goe., Sch.,^ Thol., Z.B., Wal.,

Z.Vl.

Kankerblom-Pr., T.

Kankerblommen-Z.R.

Kankerroos-R.R.

Kankers-O.F., Sch., ThoL. N.B.

Klapper.

Klapperroos.

Klaproos-jPr., Velz., LF.. TJtr.. Z.R.

Klapróze-Tw;., Sal., Gr.Z., Achth.

Kbllebloem-yr/^.

Kolleblom-Z

Koolblcem-X.v.i/.

Koornheul.

Koomroos-Fr., Ufr., Wal.

Korenbloem.

Korenroos.

Oude namen: Oollebloemen (Dod.), Wilde heul (Dod.).

Vlaamsche namen: Bloedzuigersbloem (B ), Bloedzuipersbloem (B.), G-oekelaart (B.), Gokelbloem (B.), Hondsrooze (B.), Kanker (B.), Kankerbloem (B.), Kollebloem (B.), Kolrooze (B.), Koolbloem (B.), Roozewied (B.), Wulvebloem (B.), Wulverbloem (B.), en verder als Papaver Argemone.


Maankop-Tw.

Manen-iSa^.

Mannekop-Gr.

Papaver! tje-.^.i/.

De Roode.

Roode .heul.

Roode korenbloem, i Roos-^.R.

I Roozewiet-ThaZ., Z.Tl.

1 Roze-L.v.H.

I Rozen-Thol.

\ Spoekehloem-Gr.{Westerkwarlier >. I Spoekeblom-Pr.

I Spokebloem-Gr., Wal.

! Stinkrozen-O.D?-.

Tongerbloem.

Tongerblom ^)-Fr.

Valkbloem-Gr.

Wilde tulp-Pr.

Wilde rozen-TFa/. Zeere-oogenbloem-TF.Fr.


3. Papaver somniferiim L. S 1 a a p b

Blauwmaan Gr., W.Fr., O. F. j

Blauw maanzaad-Gr., O.F., Wal., \

L.v.H. I

Bonte mannekop-Gr. j

Eulebol-TFa/. |

Flaproos-£//r. |


ol.

Gewone papaver.

Heulbloem.

Heulbol-TFa/.

Heulkop.

Heulzaad.

Kankerblcem-Z.iï.


1) üp Tholen meent men kanker te krijgen door den steel der bloem in den mond te nemen

2) = donderbloem. De bloem heel bij donder te trillen.


PARIBTARIA, PARIS.


175


Klaproos-Tt^j., Sal., Z.H.

Kop.

]\Iaan->S'öZ.

MaankopTeZ^., Gr.Z., W.Fr., Ufr., Wal., z.ri.

Mankop.

Mannekop-O.jP.

Maonbloom-T«6’.

Melopijn.

MósLYie-Gr.Z.

Moankop-jPr.

Oelzaad.

Oliebiissen-M.X.

Oliekop-iV.0.


Oliesuiers-Z.L.

Oliezaad.

Ooi.

Papaver-Z.H., Z.B.

Pepaver-O.i^.

Slaapbol-O.Dr., Velz., W.Fr., TJtr., Z.H., O.F., Wal., Z.Vl. Slaapkruid.

Slaaproos-2^.PZ.

SlehoMe-Staphorst,

S tinkv o zen- Achth.

Tuinpapaver.

Zwarte heul.


Oude namen: Eul (KIL), Heul (Kil., M.N.), Heulbloeme (Kil.), Heulbol (Kil.), Heulkop (Kil.), Heulsaed (Kil.), Heulsaedkruyd (Kil.), Huel (Kil.), Huelsaet (N.H.), Maen (Kil.), Maencop (M.N.), Maenkop (Kil.), Maensaet (M.N.), Manenop (M.N.), Mancop (N.H., Gr.H., Dod., Lob., M.N.), Mecop (M.N.), Mecoppe (M.N.), Oele (M.N.), Oelsaet (M.N., Gr.H.), Oolsaet (M.N.), Slaepkruyd (Kil.). Tamme huel (Dod.), Witten heul (Lob.).

Vlaamsche namen: Dobbele kolleblomme (P.), Eulbloem (P.), Groote kol (P.). Groote kol(le)bloemen (P.), Heul (B.,P.), Heulbloem (P.), Holhuisbloemen (P.), Huil (P.j, Kollebloem (P.), Koolbloem (P.), Maankop (B.), Mankop (B.), Meekop (B.), Meikoppen (P.), Olebloem (P.j, Oliebosse(n) (P.), Olieklossen (P.), Oliète (B.), Oliette (B.), Slaap- goed (P.), Slaapkoppen (P.), Slaapkruid (P.), Slaaproos (P.), Slaapro(o)ze (B.,P.), Slaapruste (P.).


Parietaria Tourii.

Parietaria officiiialis L. G 1 a s k r u i d.

Groot glaskruid. i Perzikkruid.

Muurkruid-M .0. | St.-Pieterskruid.

Oude namen: Dach ende nacht (G.H.), Glascruyt (N.H., Dod., Hond.), Muurcruyt (M.N.).


Paris L.

Paris quadrifolia L. E e n b e s.

Dolwortel-M.O. Spinnekop.

Dool wortel. Twistappel.

Eenbes-P/r. Vierblad.

Eenbezie. Wolfsbes.

Pariskruid. Wolfsbezie.

Parijskruid. W olfswortel.

Oude namen: Doolwortel (N.H.), Spinnecoppen (Dod., Kil.), Wolfs- besie (Dod., N.H., Kil.).

Vlaamsche naam: Doolkruid (B.).


176


parnasbia, pastinaca, pedicularis.


Parnassia Tourn.


Parnassia paliistris L.

Gras van (deni Parnas. Gras van Parnasso. Gras van Parnassus. Oude naam: Gras


P a r n a s k r u i d.

' Ongansbloem-T.

Parnaskruid-TT’.J’r,, i Parnassusgras. van Parnasso (Dod.).


TJir., Du., Wah


Pastinaca Tourn.

Pastinaca sativa L. P i n k s t e r n a k e 1.


Dolle pee-O.-F.

Moespastinake.

Moore(n).

Pasternakel-iraZ., Z.Vl. Pasternaken-Z.jB.

Pastinaak-.VX., Z.L., W.Fr., Wal. Pastinak(e).

Pastinakel-TP.J’r., Wal., Z.VL Peerdewortel-Gr.

Pierewortel--Fr.


Pinksternak-Gr.

Pinksternakel-Gr., Fr., O Dr., Sal.,.

Velz., W.Fr., Kenm., Wal. Pinsternaken-Z.5.

Tamme mooren.,

Wilde pastinake.

Witte peen-Z.JÏ., O.F., Goe., Sch. Witte wortel-^Y.O., Sal., Achth., Br. O. ütr.


Oude namen: Moeren (G.H.), Morkens (N.H.), Pa8te(r)nake (M.N.)^ Pasternaken (G.H.), Pastinake (M.N.), Pastinaken (Dod., Kil.), Pinster- nake (M.N.), Pinsternakel (M.N.), Posternake (M.N.), Tamme moeren (G.H.), Tamme peen (G.H.).

Vlaamsche naam: Passenokels (P.), Pastenakel (P.), Pastenaken (P.), Pastenokel (P.), Pastenokelen (P.), Pastinaak (P.), Pessenaken (P.), Pestenaak (P.), Pestenakel (P.), Pestenaken (P.), Pistnankel (P.), Postenakel (B.,P.), Witte pee (P.).


Pedicularis Tourn. Kartelblad.


Kartelblad-t/fr.

Oude naam: Roode ratelen 1. Pedicularis palustris L. M o

Brune rSitel-Dr.hew., O.Dr. Fistelkruid-iY.Te/., Gr.Z. Hardijzer-.^.iï.

Honger.

Horte-O.Dr.

Luiskruid-iY.0.

Luzekrüd-Pr.


(Dod.).

eraskartelblad.

Moeraskartelblad-ir.T>., JJtr. Roode horde t/.r.

Roode horie-Sal.

Roode schartelen-Z.H. IJzerbloem-i^'ak IJzerhorde-dc/^Gi., W.Fr.


2. Pedicularis silvatica L.

Boschkartelblad-W.jPr., ütr. Pijpkruid.

Roode raai-Br.0.


B.o schkartelblad.

Roode ratelen. Wandluizenkruid.


Vlaamsche naam: Ratel (B.).


PEPLIS, PERSICA, PETASITES.


177


Peplis L.

Peplis Portula L. W a t e r p o s t e 1 e i n.

Dekeiikruid.  ! Waterporselein.

Peplis. I

Persica Tourn.

Persica vulg-aris Mill. Perzik.

Appelepeisje-.^.X.

Paas-L.v.l/.

Parzik-Z.if.

Pazela ar- L.v.i/.

Pazenboom-L.'y.Jf.

Peerscheboom-Z.L.

Peersenboom-iV.iy.

Fees{e)-Z,L.

Peetsje-Z.X.

Peisje-Z.X.

Perkel(booiii)-.^.T7.

Pers.

Perse-A.L., Wal, Z.Vl.

Persebooiii.

Perseker.

Perzeler.

Persik-P’r.(tTMc^^).

Perzik-Gr., St., O.Dr., Tw., Sa'., Velz.,

Gr.Z., y.L., Wat., Utr., Z.R.. V.B.,

O. F., Sch., Wal.

Oude namen: Perkeboom (M.N.), Perker (M.N.), Pers (M.N.), Perse (Dod.), Perseboom (N.H., Kil., M.N.), Persekeboom (M.N.), Perseker (M.N.), Persekerboom (M.N.), Persicboom (M.N.), Persick- boom (Kil.), Persikeboom (M.N.), Perskerboom (M.N.). Vlaarascke namen: Kaperkel (de wilde vorm, uit zaad gekweekt) (P.), Pacheboom (P.), Pachieboom (P.), Pêcheboom (P.), Pêchelare (P.), Pêoheliere (P.), Pêchenboom (P.), Pêchieboom (P.), Perkel (P.), Perkelboom (B.,P.), Perscheboom (B.), Perschelaar (B.), Perselaar (P.), Perzenboom (P.), Perzieboom (P ), Perzikboom (B.), Pescbeboom (P.), Peschelare (P.), Pescheleire (P.), Peschieboom (P.), Pêsenboom (P.), Pesseboom (P.), Pêzeboom (P.), Pêzeleer (P.), Pézeleire (P.), Pêzem- boom (P.), Pêzerik (P.), Pêzerikboom (P.), Pêzerikkenboom (P.), Pez- zeleer (P.), Piaseleboom (P.), Pieèzeboom (P.), Pièseleboom (P.).

Petasites Tourn. Groot ^^lioefbl a]d. l)okkel)laden-.^.y^, L.v.H. Z.H., Du., O. F.

Groot hoefblad-O.Z)r., W.Fr., TJtr., |

Oude namen: Dock(e) (M.N.), Dockeblad (Dod.), Dockebladeren (G.H.), Dockeblaederen (Kil.), Huflattich (G.H.), Huflattige (G.H.), Huflattuwe (G.H.), Pestilern-ieworteU (N.H.),'»Pestilentiewortel (N.H ., Dod., Kil.).


Perzikboom-i^V., O.Dr., F. O., Velz..^ W.Fr., Utr., Z.H., Wal. Perzikeboom-Gr., Tiv., Sal., Velz., Gr.Z., Br. O., W.Fr., Utr., Sch., Thol.,. Wal.

Perzikkebeam-jFr.

Pèzeboum-Z.X.

Pieëtsj-^.X.

Pierik-PeZ^.

Fiei'se- Achth.

Fieisenhoom- Ach th.

Pirken-G.Pc/.

Pirkse-O.i'k, Goe.

Pirrek-A.Fc/., Barnevdd. Purzikebooin-Z.jB.

Spierk-Gr.Z.

Spirk-Gr.Z.

Vroege pers.

Wijiiperzik.


12


178


PETROSELINUM, PEUCEDANUM.


Petasites officiiialis >Iiich. Groot Bastaardhoofblad.

Dokkebladoii-Z.ii., Wal., Z.VI. Groote boetjesblaar-Z.i.

Groot boefblad-Fr., JJtr. Hoefblad-Z.Z.

Klasseblareii-Z;(o//e.

Paddcbladon.

Pestblad.

Pestileiitiekruid.

Pestilentiewortel.


hoefblad.

Pestkruid.

Pest wortel. Podebladen-P^r. Poddebledden-P>. Spekwortel.

I Spokkebledden-Pr. ‘ Steenbreker. Stinkblad-Gr. Waterhoef blad.


Vlaamscbe namen: Koekeps (P.), Wolverblaren (P.).


Petroselinuni Hoffm.


Petroselinum satiTum Hoffm. Peterselie.


Bottersellerie-Gr.

Gewone peterselie.

Kroespeterselie.

Krulpeterselie.

Peterseelje-P>.

Peterselie-iV.G., Tw., SaL, N.Veh, Vch., Gr.Z., Achih., L.N., N.L., Z.L..

W.Fr , Z.H., Z.B., Wal , Z.VI. Peterseliewortel.

Pieterselie-PV., O.Dr., Tw., SaL, Vrl7.,


Gr.Z., Achih., L.F., Z.L., W.Fr., Wat., Kenm., ütr., Z.H., V.B., Sch., ThoL, Z.B., Wal, Z.VI., Lv.H. Pieterseelje-O.P"., Goe. Potterselie-J/«., F.Dr.

Tuineppe.  ;

Vennekool.

Vischgroente-ir.jPr.

AVikb' i)elerselie->sc/i.


Oude namen: Hotfeppe (Dod.), Pedercelle (M.N.), Pederselle (M.N.), Pedersille (M.N.), Peitersyn (M.N.), Perselie (Kil.), Persyn (Kil.), Petercelle (G.H., M.N.), Peterselie (N.H., Dod., Kil.), Peterselie (M.N.), Petersille (M.N.), Petrecelle (M.N.), Petreselle (M.N.), Petre- sille (M.N.).

Vlaamscbe namen: Parslijn (B.), Persalle (P.), Perselie (B.,P.), Persyl (P.), Persij n (B.,P.), Pessêlle (P.), Peterselie (B.), Peterselie (B.), Petersil (P.), Petersilie (P.), Petersille (P.), Petersijn (B.), Pie- selle (P.), Pieterselie (P.), Pieterselie (P.j, Pietersil(le) (P.), 'Porselle (P.).


Peucedauum Tourn. Varkenskervel.

Haarslreng. ' A^arkeiisstaart.

Varkenskervel. Varkensvenkel.

Oude namen: Solferwortel (Kil.), Verckensvenkel (N.H., Dod., Kil.).

1. Peucedauum officinale L. Gewone varkenskervel.

Oude namen: Hairstranffe ((j.H.b Havrstranffe (G.n.), Verckens- steert (G.H.).

2. Peucedauum palustre Miicli. M e 1 k e p p e.

Melkeppe-Gr.Z. | AVilde peterselie.

Oude namen: Watereppe (Dod.), Wilde eppe (Dod.).


PHALANaiUM, PHALARIS, PHARBITIB, PHABEOLUS.


179


Phalangium Tourn.

Plialang-ium Liliag-o Schreb. G r a s 1 e 1 i e.

Rerglelie. Haaglelie.

Graslelie. Mennekersstaar-/)V.O.

Oude naam: Phalangium (Dod.).


Fhalaris L. Kanariegras.


Alpeslre. j Alpislree.

Alpister. l Kanariegras-TV.i^r., Z,H., Du.

1. Phalaris ariuidinacea L. Rietgras.


Eenhalm.

Engelsch gras.

Gestreept Spaaiiseh gras. Kanariegras.

Kanariezaad.


Lintgras. Rietgras-A.0. Roggegèrs-i'V. Sekk lek gras.


Ylaamsche namen: Rijspeerd (B.), Rijspeert (B.). Voor de var.  : picta  : Gestreept(e) lisch (P.), Leentges’ (P.), Lintjesgras (B.), Lint- kruid (P.), Lintriet (P.), Streepke(n)sgès (P.), Strikken (P.), Striks- ke(n)s (P.), Zijdelint (B.), Zijdenlinten (P.).

2. Phalaris canarieiisis L. Kanariezaad.


Eügeltsje-iG.

Gewoon kanariegias.

Gewoon kanariezaad. Kanariezaad-Gr., O. Dy., Tic., Velz., Achth., L.N., N.L., Z.L., ]V.Fr.,V.B. O.F., Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.Il. Kanarjesied-i'V.


Rietgras.

V^ogelljeszaad-Gr.Z., ]\JF, Z.B., Wal, Lv.H.

Vogelzaad-Tw’.

Wit vogeltjeszaad-jEr., Vlie., O.Dr., N.O., Sal, Vclz., ütr., Z.H.


Oude naam: Canariesaet (Dod.).

Vlaamsche namen: Kanariezaad (P.), Platzaad (P.), Totsen (P.), Vogelgerst (P.), Vogelzaad (P.), Wit zaad (P.).


Pharbitis Choisy.

Pharbitis piirpiirea Ascliers.

Ipomea. | Purperwinde.

Jantje körvendr()agster-G'r.(iA7vY/ A).


Pbaseolus L. Boon.

Rean-i'V.(y/e v. bjenne).

Ben-7Vy.

Boeën-Z.X.

Roen-Z.X.


Bokkel)oonen4ra/.

R()()ën-A'.7^.

Oude namen: Bone (Ai.N.), Roomsche boonkens (Dod.).


Boon-7'^<;., NA'cL, Lij., LN.. N.L.. Br. O., Br.W., W.Fr., Wal, Keitm., Go., Fir., Z.H., V.Il, Hch., MH, Z.B., Wal, Z.Vl Boone-2V., Sal, (H.Z., O. F. Tussjetten i)-Er.

Boonen (N.H.), Peerdsboon (Kil.),


1) Zie noot pair. ISO.


180


PHASEOLUS.


1. Phaseolas maltifloras Lmk.

Bloemetje-van-geiieugten.

Bokkeboonen-*S'c/?., ThoL, Wal.

Citroenbooiieii-TT’.i'V.

Dikke jennen-6'r.Z.

Doorbloeier-T'dz.

Eeuwige blcei.

Eeuwige blöi-A'.Be/.

Jodenboon-<Sa7.

Klimbooii.

Lommersche booii-.S'a;.

^laltaboon-Tii;., Sal.

Molboon-Gr.Z.

Moppeboon.

Oost-Indische booneii-Z.i^.

Paardeboonen-JS'.i.

Perseboon.

Piet-Hanebooneii-Z.i/.

Piet-Heiiiboonen-E’r , ^yal.

  • 2. Phaseolus Tulgaris L. Boon.

Bruine boon-(?y*., ISI.0., O.Dr., Tic., Sal, Yelz., AM., O.VeI.,N.L.,W.Fr., Wat., Z.H., V.B., O.F., Sch., Thcl., Z.B., Wal., Z.Vl., LvH.

Brune bean-i^r.

Heereboonen-Go.

Heereboontjes-X.^Y.

KieAntsboon-Y’.O., Velz., L.F., Wal.

Kröper-YMVZ.

Kruipertjes-Z7^r.

Krupers-.Bönie'ye'd.

Moppe-xY.-Bei.

Prinseboon-Z.Jï.

Prinsessebéantjes--Fr.

Prinsesseboon-AkO., O.Dr., Sal., Velz., O.Vel, Gr.Z., L.N., Utr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Z.B., Wal., Z.Vl.

Slaboon-Gr., Fr., T., S.O., O.Dr., Tw , Sah, O.Vel., Velz., Gr.Z., Achth., L.S., y.L., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Z.H., Sch., Z.B., Wal.

Sleadbean-E"/-.

Sloatboon-G’r.


Pronkboon.

Platte boon.

Pronkbéan(e)-E’r.

Fronkhoon{en)-Amsterdam,Z .I1.,Z .VI., L.v.H.

Pronkeboonen-Z.( hth . Pronkelboonen-Gr.

Pronker--Fr.

PronkerS'-Fr., O.Dr., SA., Amsterdam, Gr.Z., Barneveld, Achth.

Spaansche boon.

Spekboonen-Z.T'7.

Staakboon.

Stokboon.

Tabaksboon.

Turksche boonen-Gr., Wal. ^Yollewant.

Zultboon.


Snieboonen-Ar/i th., Barneveld. Snijbeane--Fr.

Snijboon-Gr., T., N.O., O.Dr., Tic., Sal, Velz., O.Vel., Gr.Z., W.Fr., Wat., Kenm., Uir., Z.H., V.B., O. F., Z.B., Wal., Z.VL, L c.H. Spairebeanen-EY-.

Sparziebean-E'r.

Sparzieboonen-Jif

Spersieboonen-Go.


Sperzieboon-TPaG

Stamboonen-G'r.

Stokboonen-Gr.

Struikboonen-iY.i., Wal., Z.Vl. Suikerboon-6VA., Wal.

Törseboon-Gr.

Turksche boon-G.ür., W.Fr., Wal. Tussjetten ^)-Fr.{Grouu'). lYitte bean-Er.

^Yitte boon-Gr., Fr., K.O., O Dr., Tic., Sal., Vel:., AcJth., W.Fr., Wct.,Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., ThoL, Z.B., Wal., Z.Vl., L.v.H.


Sloatboonen-^c/<//i.

Vlaamsclie namen: Bienne (P.), Boeene (P.), Boïnen (P.), Boo- ne(n) (P.), Breckboon (B.), Eenboontjes (B.), Hutteboontjes (B.,P.),


1) = Turksche erwten.


PHEGOPTERIS, PHLEUM, PHRAGMITES.


181


Kruipboontjes (B.), Leegaardsboone (B.), Lekkerbeet(je8) (P.), Perche- priiicesse(ii) (P.), Perseboonen (P.), Pertseboon (B.), Pirseboonen (P.), Prencessen (P.), Princeskes (P.), Princestjes (P.), Prinseskens (B.), Prinsesseboontjes (B.), Prinsessen (B.), Staakboone(n) (P.), Staalboonen (B.), Steufkesboone(n) (P.), Stoelboonen (B.), Struikboonen (B.,P.), Struikboontjes (P.), Struikprincesse(n) (P.), Suikerboontjes (B.,P.), Sukerboontjes (P.), Witte boonen (B.).


Phegopteris Fee. Beukyaren.

Be\\kva.r en-Z.H.


1. Phegopteris Dryopteris Fée.

Berg varen.

Beukenvaren.

Breed beukvaren.


Gebogen beukvaren. Eikennaaktvaren. Eikvaren.

Naaktvaren.


2. Phegopteris Robertianum A. Br.

IMuurbeukvaren.

Robertsbeukvaren.


Rechte beukvaren. Robertsvaren.


Phleum L. Doddegras.


Doddegras-i^.if., O.F., Wal.

Oude naam: Doddegras (Dod.).


1. Phleum arenariiim L. Zanddoddegras.

Kleine zandhalm. | Lammerstaart.

Vlaamscbe namen: Lisdoddegras (B.), Zanddoddegras (B. ).


2. Phleum pratense L. Timotlieegras.


Beeinddoddegras-6rr.

Halmgras.

Hanepooten-Gr.

Lammerstaart.

jMotraai.

jMotróai i)-Gr.


Timo theegr as -Gr . (WcsterJcwartier j , O.Dr., N.O., Velz., Gr.Z., Br.0., W.Fr., Z.H., O.F., Wal. Timothijgras-TT . Fr., Z.H., O.F., Z.B. Weetraai-Fr.


Vlaamscbe namen: Lammersteert(en) (B.,P.), Ratte8teert(en) (B.,P.).


Phragmites Trin.


Phragmites communis Trin. Riet.

Bladriet-.Y.G., Wat., Z.H., O F. Bekreid-Fr., O.F.

Dekriet-Gr., O.Dr., Sa\, W.Fr., Wat., L.v.H.

Gewoon riet.

Halriet-Z.i/.

Leafreid-Fr.

Oeverriet-O.F.

Piepers-WaL


Poezen-Gr.

Reed-Tw., AclUh.

Reid-Fr.

Rieden-ir.Fr.

Riet-Gr., Fr., T., O.Dr., N.O., Tiv., Sal., Gr.Z., Achth., N.L., W.Fr., Wat., Ulr., Z.II., V.B., O. F., Sch., Thol , Z.B., Wal., Z.Vl., L.v.ll.


Ij = zeugraai.


182


PHYSALIS, PHYTEUMA, PICEA.


Kjiischriet. L.v.Il.

SchelM'/r. Zoomriet.

8lootriet-Gr., O.Dr., W.Fr., O. F.,

Oude namen: Deckriet (Dod.), Gemeyn riet (Dod.), Lies(e) (M.N.), Liesch(e) (M.N.), Luusch (M.N.).

Vlaamsche namen: Dekriet (B.,P.), Laan (B.), Lane (B.), Leds’ (P.), Rietlisch (B.), Spoelpijpriet (B ), Walriet (B.).


Pliysalis Alkekengi L.

Ballon plant-Ff’^^'.

Blaaskers.

Chineesche lampionbloem-Tl rtk ChineescLe lantaarn. Italiaansche kers.

Joden brood-*S’a/.

Jodenkers-TT ,Fr., Wal., Z.Vl. Oude namen: Boberellen


Physalis L.

Jodenkers.


Keesjes-üYer-ze(‘-Z.7).

Kriek-over-zee.

Kruikje-in-den-broek.

Lampion-iV.-L.

Lampionplant-6>.Dr. Oranje-appelkes-L.'y.Jï.

Winterkers.

(N.H., G.H.), Criecken over zee Dod.), Jodenkers (N.H.), Krieeken over zee (G.H., Hond., Kil.), Winter- kersen (Kil.),

Vlaamsche namen: Kerstdagkrieken (B.), Kolijkekrieken (B.), Krieken in zakjes (B.), Krieken over zee (B.), Krieksken in ’themd (P.), Krieksken in (den) zak (P,), Krieken van over zee (P.), Mols- krieken (B.), Winterkrieken (B.).


(N.H.,


Phyteuma L.

Pliyteuma spicatum L. Rapunzel.

Raponsje. | Rapunzel-Gr.Z.


Picea Lmk.

Picea excelsa Lmk. Spar.

Dennebooni.

Kiene den-Veh.

Kiene denne- Achth., Sa!.

Kiene danne-Tw;.

Kurijn.

Kijne den-O.Dr., Tw., Sal., Gr.Z.,N.L Kijne sparW.0., Z.L., Z.H.

Kijne spjir--Fr.

Gemeene dennebooni.

Gewone spar.

Grauwe denne(n;boom.

Greenboom.

Gre(i)neboom.

Hars(t)booin.

Mastboom-T/ioZ.


Mastspar-i.'y.Jï. Noorweegsche dennebooni. Noorweegsche spar. Pekbooni.

Pekspar.

Pikboom.

Piramidebooiii-Z.R.

Pijnboom.

Roode den.

Sparre-Gr.^.

Sparreboom.

Vuren.

Witte dennebooni. Zilverspar.

Zwarte dennebooni.


Oude namen: Mastboom (Kil.), Peckboom (Kil.), Peckdennenboom (Kil.), Pinien (G.H.), Roode denneboom (Dod., Kil.).


PICRIS, PILULARIA, PIMPINBLLA, PINGUICULA, PINUS.


183


Ylaamsche namen; Deel (P.), Dein (P.), Den (P.), Deneboom (P.), Denne(n)boom (P.), Fijne mast (P.), Greindèn (P.), Hofsperre (P.), Kruisdèn P.), Mastspar (P.), Spaansche den (P.), Sparre(boom) (P.), Spêr (P.), Sperre(boom) (P.).

Picris L.

Picris hieracioides L. Bitterkruid.

Bitterkruid. i Foaltsjeblom-i^r.

Foalleblom -Fr. i


Pilularia Vaill.


Pilularia g'lobiilifera L.

Pilkruid.

Pillen kruid.


P i 1 V a r e n.

Pil va ren.


Pinipinella L. Pimpernel.


Bevernel-Tw;., Sal., Gr.Z., Du. | Slcendrukpeterselie.

Bokspeterseli('. j

Oude naam: Bevenelle (G.H.).

1. Pimpinella Anisum Adaiis. A n ij s.


Anies-Tw., yal., Gr.Z. Aiiieszaad-Tïr.

Anijs-FV., O.Dr., Sal, Wal., Z.Vl.


x\iiijszaad-A.L., Z.H., O.F , L.v.lL Nieszaad-Z.L.

Venkel-A.r.i/.


Oude namen: Anijs (N.H., Gr.H., Dod., Kil.), Anijssaed (Kil.).

2. Pimpinella magiia L. G r o o t e pimpernel.

Bevernaart. | Groote steenbreek.

Oude namen: Bevernelle (Dod.), Groote bevernelle (N.H.), Groote steenbreke (Dod.).

B. Pimpinella Saxifrag-a L. Kleine pimpernel.

Bevernaart. | Kleine steenbreek.

Kleine bevernel.  ; Steenbreek-ye/^.

Oude namen: Bevernelle (Dod.), Cleyne steenbreke (Dod.).


Pin^uicula vul^aris L.

Bergsanikel.

Bolerwortel.

Bu tier wortel. Heidevetl)lad.

II ei vet.

Kievitsvet.


Pinguicula Tourii.

Vetblad.


Kleverig viooltje. Smeerblad-xV.0. Veiblad-Ta,'., Uir. Vetkruid Z7^r. Vlk'getivanger-'At;.


Pinus Tourn. Den.

1. Pinas Abies L. Zie Picea excelsa Lmk.

2. Pinas maritima Lam. Zie Pinus Pinaster Ait.

3. Pinas Picea L. Zie Abies alba Mill.


184


PIROLA., PIRUS.


4. Pinas Pinaster Ait.

Z e e d e n.

Galipot.

Strandpijn.

Heksenmast-7ir.O.

Zeeden-PWr.

Moscoviscbe den.

1

Zeepijn(booin).

Vrucht:

Phoebus {Zutplmi, Locheu

0-

ö. Pinas silvestris L.

Grove den.

Dan-Z.i.

Knup.

Ben-y.Vel, Ly., W.Fr.

llastboom.

Deime-Gr.Z., Achth.

Mastden.

Denneboom-V\Z., Z.L.

j llasthout.

Bemienhoom- Achth.

llastspar-T.v.iï.

Din-Fr.

Noordsche den.

Dimiebeam-Fr.

Pijnboom.

Green.

Schotsche spar.

Gre(e)neboom.

Spar-Fr.

Groote spar.

Sparrebeam-F/-.

Grouwe spjir-7>.

Sparreboom.

Grove den-O.Dr., F.O.,

Ta-.,

, SaL,

Vucht.

XVet., Vetz., Gr.Z., Achth..

Br.0.,

Vuchtenbooin.

y\Fr., Utr., Du.

Vuchtenhout.

Grove mast-Fr.0.

Vu(u)renhout.

Grove s])ar-0.7b'., F.O.,

Vetz

.. Go..

' Wilde pijn(boom').

Utr.. Z.R.

i

N a m en der v r u c h t

e n :

Denappels {Arnheyn).

Rots (F.Pe/.).

Fobel (Ttr.).

Sparappel (F. Bet.).

Fopei' (Sa’., Gr.Z.).

Vuurmakers (Arnhem).

Vlaamsche namen:

Bos(ch)spar (P.), Deel (P.), Deen

(P.), Den (P.), Deneboom (P.), Denne(n)boom (P.), Mast(P.), Masten- boom (P.), Pijmboom (P.), Pijnappelboom (P.), Pijn(boom) (P.), Spar- appelboom (P.), Sparre (P.), Sper (P.), Sperre(boora) (P.), Sperren- hout (P.).

6. Pinas Strobus L. Weymouthden.

Ylaamsche namen: Borstelspar (P.), Weemoes (B.), Weimoes (B.).


Pirola Trn, Wintergroen.

Parelbloem-T^r. | Wintergroen-.Y.i., Br. O., .hr.,^Vc^L

Oude naam: Wintergroen (N.H., Dod.).

1. Pirola rotundifolia L. Rondbladwintergroen.

Zeegroen.

Oude naam: Wintergroen (Lob.).


Pirus L.

1. Piras commanis L. Peer.

Bier(eboom)-Z.X. | Paere--S^.


PISÜM.


185


Par (vrucht)-iS/., Fr.

Par(re)béam-iS/.

Peer-G/-., V B., Tw., Sal, N.VeL, Vdz., Gr.Z., Ly., L.N., W.Fr., Wat., Vtr., Z.H., V.B., O. F., Goe., ScJi., Z.B. Wal, Z.VL Fèèrnhoom- AchtJi .

Bève-Achth.


Pereboom-Gr., T., Vlie., iV.0., O.TJr., Tw., Sal, Velz., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Kenm., TJtr., Z.H.,V.B., Sch., Thol, Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.B. Perelaar-Z.T7., L.v.H.

Pereler.

Föör-Schg.


Oude namen: Paerboom (M.N.), Peerboom (Kil., M.N.), Peereler (Kil.), Peeren (Dod.), Pereboom (M.N.), Perelaer (M.N.), Per(re)boom (M.N.), Peyrboom (Kil.).

Vlaamsche namen: Pare(n)boom (P.), Peerlaar (B.), Peerlere (B.), Peireleire (P.), Pereboom (B.,P.), Perelaar (P.), Pêrelare (P.), Pêreleer (P.), Pereler (P.), Pièreboom (P.), Perepote (B.).

2. Piriis Malus L. Appel.


Apel-PV., Schg., Br.0., Z.Vl.

Appel-G’r., Fr., Tw., Sal., Velz., N.VeJ.,

Gr.Z., Achth., L.N., W.Fr., Wat.,

Utr., Z.H., V.B., O. F., Goe., Sch.,

Z.B., Wal.

Appelaar-Z.y/., L.v.H.

Appelaer.

Appelbéani-Pr.

Oude namen: Apel (M.N.), Appel (Kil.), Appelboom (KiLi, Ap- pelen (G.H., Dod.), Appeler (Kil.).

Vlaamsclie namen: Appelaar (B.), Appelare (P.), Appelboom (B.), Appeleboom (P.), Appeleer (P.), Appeleir(e) (P.), Appelenboom (P.), Appellaar (B.), Appelpote (B.).


Appelboom-Gr., Sl, Fr., T., Vlie., N.O., O.Dr., Tw., Sal, Velz., Achth., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat.,

Kenm., Ufr., Z.H., V.B., Sch., Thol, Z.B., Wal, ZAl, L.v.H. Appel(l)er.

Appeltere.


Pisum Tourn. Pisum sativum L. Z a a i e r w t.

AsLTti-Sal, N.Vel


Aarfte-Tw.-.

Aart-i/a., Barneveld.

Aenvete-zSa/., K.Vel, Achih.

X\oi- Schg.

Aorte-TFaZ.

Aret-A.X.

Arft(en)-r;r., TF., Tw., Achih. Arfte-*Sa/., Gr.Z.

AA-Gr., Gr.Z., Ly., LN., Z.H. Blauwe erten-P/r., O. F., Goe., Wal Dopeni'VFr.

Eart-FV.

£ate-FV.

VAlt-Fr.(m. r. jette), N.O., Sal, Gr.Z. Wf t.

Etï\('-Tw.


Ert(eiij-Gr., Fr., T., O.Dr., Sal, N.Vel, Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., Br.0., Br.W., W.Fr., Wat., Kenm., Z.H., V.B., O. F., Sch., Thd., N.B.. Z.H., Wal, L.v.H.

VMc-N.L., Z.B., Z.Vl.

Ertsjes-A.r.JÏ.

Er veten.

Erwelen-Z.TV.

JLrwi-O.Dr., Tw., Sal, IJir., Z.H.,Goc. OA-LeiUwarde}i , T ., W.Fr., Wat., Wal. Pelerwten-<SV'A.

VeuVGr.Z.

Pöllen-Tz<;., Sal Urret-F'.AV., Z.H.

! \Vikliu/e.


186


l'LANTAGO.


Oude namen: Aerwete (M.N.), Arewete (M.N.), Arwe(e)te (M.N.), Erte (Kil.), Erwate (M.N.), Erweetcruit Erweete (M.N.),

Erwete (Kil., M.N.), Erweten (G.H.), Erwetten (M.N.), Erwte(Kil.), Erwten (N.H.'i, Erwtte (Kil.), Groote erwten (Dod.), Roomsche erwten (Dod.), Stockerwten (Dod.).

Vlaamsche namen: Aarlen (P.), Aerweet (B. ', Areweet (P.), Arewet(je) (P.), Arewetse (P.), Arte(n) (P.), Ate(n)(P.), Eerte(n) (P.), Eête (P.), Eeten (P.), Eirtein) (P.), Ekke(n)8 (P.), Erreweeten (P.), Errewete (B.), Erte(n) (P.), Erweet(en) (B.,P.), Erweetjes (P.), Erwiet (P.), Erwetjes (P.), Erwten (P.), Eten (P.), Etten (P.), Herrewete (B.), Herwitte (B.).


Plantago L.

Bowegeblaero.

L>r i c w e e gb lad - A . Tri.

H'dzeoor -Wat.

Hoekblad.

Koiiijneblad-O.re/.

Pielkroet-Z.X.

Ribbe-Z.T7.

Schapigrauw.

Speekselwoirtel. TAveejweegbloajer-A.i^e/. Weegblad-O.Dr.,, Sal, Z.H., O.F.,WaL Weegbladen-T., Tw., Z.VI.

Oude namen: Hontsrebbe (M.' (N.H.), Wegerick (N.H.), Weghb

1. Plantago Coroiiopus L. H e r t s 1 (^ravimlekruic^T^r., SaJ., Gr.Z. Hartshoorn.

Hertshoorn.

Oude namen: Orayenvoet (N. (Dod.), Hertshoren (N.ïï., Dod.),

2. Plantago laiiceolata L. S m a 1 1 (

Bréakebledden ^')-Fr Bréakcs-Pr.(de vruchtaren). Ezelsooren-*Sc/?.

0 anzetong-Z.i.

Gauwzctong-Z.i.

WdZQOOïQïi-xlalsmeer, V.B. Hazenooren-Z7/r., Z.ll.

Hondetong-»Sa/., Vdz., Gr.Z., W.Fr., Z.H., V.B., Goe.

Rondeionge-Achth .

Hondsbloem.

Hondsrib.


Weegbree.

Weegblajer-.^ i.

Weegbree-Gr.Z., O.VeL, N L , Br.0., Utr., Z.H., Wal.

Weegbree] -A.PeZ.

Wegeblad-T\jS.

Wegebladen-ycZ.2r.

Wegeblaeren-^aZ., Sch.

Wêgbree-Z.X.

Wègenblad-Gr.Z.

Weversblad-/^>.

Weversblêd-Pr.

N.), Hontsribbe (M.N.), Wechbreede ree (Kil.).

loornweegbree.

Hertshoornweegbree-ll'.Ar.

Kraaievoet.

Kranevoet.

H.), Gravinne (Hond.), Herba stella Ravenvoet (N.H., G.H.). weegbree.

Honds, ribbe O.F., Goc., Sch., Z.B.M'al. Hondstong Gr., V.B.

Hounetonge-/'V.

Kie ne weegbree-O.Hr., Velz., W.Fr., Wal.

Lamsooren-Z7/r.

Lauebladen-A.0.

Mannelijke planlein.

Mannet jesplantein.

Onsrib-T/.o'.

Planten

Ribbe-Z.TV.


1) broodjesbladen.


PLANTAGO.


187


Rihhe\-Br.O.

Ru^-Z.L.

Schapet on gen-ï7/r. Slakkebedden--Fr.

Smalle weegbree-t/fr.

Tonge.

Oude namen: Cleine Hontsribbe (Dod., Kil.), (N.H.), Smale wechbree Ylaamscbe namen:


Vingerlang-O.-Dr.

Weegbree-Z.X.

Wegebladeii-Z.i?.,

Wegebbieren-Wff/.

Wegenirêe-7?r.O.

Wegetree-G'r.Z.


Z.Vl.


wechbrede (G.H.), Oleyn wechbree (Dod.), Kleine wechbreede ((jr.H.), Lange wechbree (N.H.).

Honderebben (P.), Honderibbe (B.), Honds- klaver (P.), Hondsrebbe(n) (B.,P.), Hondsribbe(n) (B.,P.), Hondsrubbe (P.), Keunoore (B.), Konijnoore (B.), K,ebbe(n) (B.,P.), Bibbe(n) (B.,P.). 3. Planta^o major L.fGroote weegbree.


Betenl)lad-^(:7?//c Botte^bloar-T^r. Chocoladeplant-y» Iz. Erral-llV/b Geneesblad-(?r.


Rottestirt-Er.

Treewegen.

Trekblad-Er., Wat. Vrouwtjesplantein. Waterbladen -)-Wat., Kenm.


Groote wceghveQ-O.Dr.. W.Fr.. Ufr., Wal.

Groot ribbeblad.

Groot wegeblad-RV/h Hondemiesbladen ^)-Gr.(Wes!erJcwar- tier).

Kankeibloem-ir«/.

Knieiieblaeden-jPr.

Konijn ebladen-O.lVb Konijnenblad-P/-., N.O.. Veh., L.v.II. Lamsoor-O.E.

Lepelblad-Tbc//.

Molstaart (viuchtaren j-TKrrb Plantein.

Platvoet.

Ribbeblad-Wah

Riuwer (vrnchtaren }-Fr.

Roggeljroodje.s-T.


Weebladen-6V.

Weegbladen-Gr.

Weegbree-Tw;., SaL, Gr.Z , Z L. Weegwortel-P/r.

Wegblaren-Z.E,

Wegbree-Z.E.

Wegebladen-Gr., N.O., Ttv., W.Fr., Z.H., O.F., Z.B., Wal., Z.VI. Wegeblaeden-iyfl/.

Wegeblaren-Z.y/.

Wegeblêdden-J'r.

Wègenblad-Tw;., Sal., Gr.Z. Wegtree-Z.I/.

Wcverbladen-7V/.

W eversbladen-7V.

Woversblêd-E'r.

\Niikevh\a.d-Noord-BolIa7id, W. Fr., Wat.


Oude namen: Groote wechbree (Dod., N.H.), Ronde wechbree (N.H.), Roode wechbree (Dod.), Weecbbrede (G.H.t, Weechbreede (G.H.), Wegeric (G.H.).

Vlaamsche namen: Breewegsblaren (P.), Dobbel koeirebben (P.), Dobbel weversblaren (P.), Geneesblaren (P.), Straatblaren (P.), Wee- gaardsblaren (B.), Weegblaren (P.h Weegbree (B.), Weekschoon (P.), Wegaardsblaren tB.,P.), Wegbeetblaren (P.), Wegblaren (P.), Weg- boomblaren (P.), Wegbree (P.), Wegeblaren (P), Wegenbeet (P.), Wegesblaren (P.), Wegkruid (P.), Wegzaad (P.), Weugbree (B.), Wevers- bl^ren (B.,P.), Weverlsblaren (B.), Wille lammersteert (P.).


I) = onidai de bladen umrekkend heeten te werken bij hondeiiiies (ontsteking van den vinger). 2i de konijnen heeten er het water van te krijgen.


188


PLA.TANTHERA, PLATANUS, POA.


i. Flautag-o maritima L.

Krokkeling.

Kronkeling.

Reie-G'r.

Zeehartshoorn.


Zeewe egbree.

Zeehertshoorn. Zeeiihhe-L.v.H. Zeeweegbree-TU.J’/-., Wal.


Oude namen: Wegbre met smalle bladeren (Dod.), Zeeweechbree (Dod.), Zeeweegbree (Dod.).

5. Plautago media L. Ruige weegbree.

Ruige weegbree.

Oude namen: Breede wechbree (N.H.\ Middelwecbbree (Dod.). Vlaamscbe namen: Dezelfde als P. major ; ook  : Scbaapsooren (P.), Scb(;w)oipsoore(n) (P.).


Platanther.a Rich. Nacbtorcbis.

1. Platanthera bifolia Rchb. Welriekende nachtorchis.


Balletjes>kruid. Breedknop. Koekoeksblcem-Z. B. I\Iuggen.


Tweebladige koekoeksbloem. Vossenkulletjes.

Welriekende orcbis-lT’.Fr., Utr. Witte OTchis-W.Fr.


Oude namen: Eerste vossecullekens (Dod.), Standelcruyt (N.H.), W^ywouters (Dod.).

2. Platanthera solstitialis Boenugh. Zie Platanthera bifolia Rchb.


Platanus Tourn. Plataan.


Plaiitaan-l(Z^., F.L. ' Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr.,

Plataan-Gr., O.Dr., N.O., Tw., SaL, i ütr., Z.R., O.F., Wal., Z.VL Oude namen: Aenhorn (Kil.), Ahorn (Kil.), Pladerboom (M.N.), Plaenboom (Kil.), Plataen (M.N.), Platane (M.N.), Platanus (M.N.), Pledenerboom (Kil.).

Vlaamscbe namen: Eepelboom (P.), Pelaan (B.), Pi(e)laan (P.), Plaan(boom) (P.), Plane (P.,B.). Plataan(boom) (P.).

Poa L. Beemdgras.

Beemdgras-A.0., W.Fr., ütr., Z.H., \ JJu., Wal.


1. Poa aiiiiiia L. Straatgras. Bastaardtrilgras.

BI eek gras.

Bosjesgras.

Klein beemdgras-Kr.

Koudgras-R’fl/.

Krokgras-ir.K/-.

Open kruipgras-lTaL


1 Pluimgras.

Toengras-Gr.

Tuingras TP.Kr., ZR., OF. Tuinkruid.

Tuintjesgras-T>.

I Tüngears-Kr.


Oude naam; Gemeyn beemdtgras (Dod).

Vlaamscbe namen: Hofgras (B.), Kwaadkruid (P.), Padegès’ (P.), Windgras (B.), Witte (P.).

2. Poa prateiisis L. V e 1 d-b e e m d g r a s.

Blauwgras-lPöL ' Veldbcemdgras-TV.

Henneppik-Z.i/., Wal.  ;


POLEMONIUM, POLTaALA, POLYGONATUM, POLYGONUM.


189


Oude naam: Eerste beemdgras (Dod.).

Vlaamscbe n a-m e n : Bilkgras (B.), Bulkgras (B.), Weidegras (B.)»


3. Poa trivialis L.

Damgrast-TFa^.

Henneppik-Z.if.

Klein gemeen gras. Musschengras-TFc^.


Ruw beemdgras.

Roofgras-Wa^.

Ruw beemdgras-J’r. Varkensgras-TKö^.


Vlaamscbe namen: Weidegras (B.), Windgras (B.).


Polenionium Tourn.

Polemoiiium coeruleam L. Jacobsladder.

Blauwe hemelladder. | Jacobsladder-Or.

Blauw speerkruid. Speerkimid.

Grieksiche valeriaan. |

Vlaamscbe namen: Vlasbloem (B.), Vlascbbloem (B.).


Polygala L. Vleugeltjesbloem. Kransbloem. Vaderlandscbe bloem-Rti.

Kruisbloem-Uw. Vleugeltjesbloem.

Melkkruid.

Oude namen: Cruysbloemkens (Dod.), Kruysbloemen (Kil.).


Polygonatum Tourn.


Salomonszegel.


Adderkruid-O.Dr.

Fonteinkruid.

Mot-met-biggen-Dr.&eit;., O. Br. Salomonszegel-Gr., Fr., O.Dr., N.O., Sal, N.Vel, Gr.Z., N.L., Uir., Z.H.,


Du., O.F. Slangeblaan-5'aL Slangebloem-^S^.

Valscbe lelieijes-Barneveld.


Oude namen: Salomonssegel (Dod.), Salomonssegbel (N.H.).

1. Polygonatiim anceps Mach. Zie Polygonatum officinale All.

2. Polygonatum multiflorum All. Yeelbloemig salomonszegeL


Mot-met-biggen. Mot-met-bigjes. klotte-m et-biggen .

Salomo’s zegel. Vlaamscbe naam:


Veelbloemig dalkruid. Veelbloemig salomonszegel. Zegeltjes-Tw., SaL, Gr.Z.

Neteldoekskens (P.).


3. Polygonatum officinale All. Salomonszegel.

l)alkruid-S'a/., Z.L., Gr.Z. | Lelielje-der-dalen-Sf.

Jacübsladdertje-Gr.Z. ,

Vlaamscbe namen: Meib lommen (P.), Pieper (B.), Salomons- zegel (B.).

4. Polygonatum Polygonatum Voss. Zie Polygonatum officinale All.


Polygonum L. Duizendknoop-.

Wilde viscb (alle soorten behalve P.aviculare)-^./:?.


Krodde-T^<;.

Rits-Rr.0.


190


POLYGONTJM.


1. Polygonum amphibiiim L. V e

Fonteinkruid-Z.Jï.

Pcapeiikwaad.

Parbeamswortel-FV.

Roodbeen-O.P.

Roode Jan-ScA.

Roode veenwortel -6>., W.Fr. Roowilg-5^, F.L., Sch.

Roowillig.

Veenwortel-Tw.'., W.Fr.


enwortel.

! Waterduizendknoop.

^ \Vaterweene-6r’r.

Waterwilg-Tbfl^.

' Weene-Gr.

Wilde boekweit-TF.Pr.

Wilde wilg-Ta-.. Achth., V.n., UW.,

y.B.

Wilgenblad-Ttf.

Witte wilgW.B.


Vlaamse he namen: Retse (B.), Ro(o)tse (B.), Waterretse (B.), Watersmerte (B.), Waterwulge (B.).


2. Polygonum angustifolinm Roth.

3. Polygonum aTiculare L. Vark

Bargegêrs ^ .-Gr., Fr.

Bargegras.

Bloedkruid. -)

Doesendknoap-Z.i.

Haimes-aan-den-weg.

Knoopgras.

Knopgras.

Kreupelgras-TF^7i.

Ilotjegras-Gr. i\lottegras-Gr.. Wal.

Moltengras.

Strekgras-Z.7i.

Trekgras-O.TW.


Zie Polygonum minus Huds. n s g r a s.

Varkensgors-G.jP.. Goc. Varkensgos-llV//.

Varkensgras-T., F.O., O.VcL, Gr.Z., AaJsmetr, Z.L., W.Fr., ZR.. Dn., V.B., Sch., NB, Z.B., Wal., Z.Vl. Vcgelvoet-Rr.O.

Wègeiibreeë-dcZ/^/o Wegentree- 73 r. O.

Weggras-Gr.Z.

IJzerhard-ir.T^;-.

IJzerkruid-V.P.

ZAvienegras-Gr.

Z w ij nt j e g r a s- Gr .


Oude namen: Duysentknoopmanneken ( Dod.), (ket wyfken is Hip- puris) Kropelgras (Kil.), Verekensgras (Dod., KilJ, Weghgras (Kil.).

Vlaamsche namen: Hedderik (P.), Hedderink (P.), Knopgras (B.), Retse (B.), Ro(o)tse (B.), Verkensgers (P.), Verkensgras (B.), Verkensklaver (P.', Verkenskruid (P.), Verkesges’ (P.), Verkesgroes (P.), Weeggers (P.), Wegegras (P.), Zwijnsgès’ (P.), Zwijnsgras (B.), >

Zwijntjesgers(t) (P.i.


4. Polygonum Bistorta L. Adder wortel.


Adderkruid-0.7)r. Adderwortel. Bloedkruid. -) Hertstong. Longerkruid.


Wiltkruid.

Xaterkruid.

NaterAvortel.

Slangenwortel.


Oude namen: Hertstonge (Dod. ), Kader(e) (M.N.), Naderwort (M.N.), Natercruyt (M.N.), Naterwortel (N.H., Kil.), Nat(t)erwortele (G.H.), Serpentine (G.H.).


5. Polygonum CoutoItuIus L. Z w a 1 u w t o n g.

Beerbende-Gr.Z. | Beerbente-Gr.Z.


i


1( = varkensgras.

2) otn de roode bloedvlekken, afkomstig van Christus, op de bladen.


POI.YGONUM.


191


Beerbinde-vl(?/i//i.

Boekweitkruid

Banken.

Beng.

Ronken.

S ] i n g e r r o o s - TB . i'k’ .


Wilde boekweit->a O.Vel., Velz., N.O., Wal, Z.VL Windom-6>.

Zwaluw(en)tong.

Zwaluwtong.


Oude namen: Vogelstonghe (Gr.H.), Vogheltonghe (Gr.H.). Vlaamsche namen: Boekweitkruid (B.), Strekbinde ( B. ), Wilde boekweit (B.), Wilde boonen (P.), Wilde boonranken (P.), Zomerbinde (B.), Zwarte winde (B.).

6 Polyg-ouum dubium Steiii. Zie Polygonum mite Schrk.

7. Polygonum dumetorum L. Heggeduizendknoop.

Eeuwige boekweit. | Windom-EeZz.

8. Polygonum Fagopyrum L. Zie Fagopyrum esculentum Mnch

9. Polygonum hybridum Chaubard, Zie Polygonum mite Schrk.

10. Polygonum Hydropiper L. W a t e r p e p e r,

Bilterplant D.'.&’a-.. O Dr. Vlookruid.

Biltertong-G'r. Waterreuts-Z.I/.

IMiiggenki'uid.


Oude namen: Vlieghencruyt (N.H.), Waeterpeper (Kil.), Water- peper (N.H., Dod.), Waterpepere (Gr.H.).

Vlaamsche namen: Retse (B.), Ro(o)t8e (B.), Smarte (B.), Smerte (B.), Snerte (B.), Waterpeper (B.), Waterrids (P.), Waterridsel (P.).

11. Polygonum lapathifolium Kocli. Zie Polygonum Persicaria, tomentosum

en nodosum te zamen.

12. Poiygonum laxiflorum Weilie. Zie Polygonum mite Schrk.

13. Polygonum minus Huds. Kleine duizendknoop.


Vlookruid-xY.G.


11. Polygonum mite Schrk. Zachte duizendknoop. Rits. I Roode rister.


15. Polygonum nodosum L. K n

Jezusgras -) Sa\

Krodde-EV., N.0.

Velde-O.TVZ.

Platvoet.

Beek-Achlh.

Rister.

Rits.


oopige duizendknoop. Roodbeen ZJd.

Roode rister.

Roodpot.

RoodS'Chonk.

Roowilg.

Wilde wilg.

Wilgen-Z.d/.


16. Polygonum oriëntale L. Oostersche duizendknoop. Vlaamsche namen: Druppeltjes bloed (B/), Engelsche boekweit

(B.), Onzen-Lieven-Heeretraantjes (B.).

17. Polygonum pallidum With. Zie Polygonum tomentosum Schrk.

18. Polygonum Persicaria L. P e r z i k k r u i d.


Akkerholt-G.7>r. Bil {('reik ^ )-Tw. Bloed blad. -)


Cliristuskruid “)-Z.17. G rul jes--SV7n .lezusgras Sal


1' elk = herik.

2) Zie noot 2 p. 100.


192


POLYPODIUM.


Kvodde-Gr., W.Fr.

Kruisblad. i)

Leem\vilg-i<V.

Ooievaarsliak-JV.

Per&enkruid.

Perzikkruid-TK.J^’r.,

Platsaed-yl,

Platsied-Pr.

Platte krodde. Platvoet.

Platzaad.

Readskonk-J^V.

Réaskonk-i^r.

Reek-^rr.Z., Achth.

Reekplant-(rr.Z.

Reuts-Z.I/.

Rister.

Riis-Velz., Br.0. Ritse-Z.yZ.

Oude n


ODr.


Ufr.


men: Persekruyd (Ki


Roobeen-Z.y/.

Rood been- J.a/s7»ecr., W,Fr., Z.H. Roode rister.

Roodpo(o)t.

Roodschonk-G'r., Tg.

Roo'dskinkel-T.

Rooje Jan-5'c/^.

Roowilg.

Rutte-*S’c/i., Thol.

Smeersichinkel-Z.Jï.

Vlookruid-Z.iï.

Wilde lis-Wat.

Wilde widau-Z.Vl.

Wilde wilg-F.B., Goe., Wal.

Wilde wisch-Z.jB.

Wilgen-iïu.

Wilgenblad-G'r.Z., Wat.

Wil wie ^)-Z.L.

.), Persencruyt (Dod.), Persiccruit


(G.H.), Persickcruit (G.H.), Persickcruyt (N.H., G.H., Dod.), Persick- kruyd (Kil.), Vloocruyt (N.H.), Vloycruyt (Dod.), Yloykruyd (Kil.). Ylaamsche namen: Reds (P.), Reedsel (P.), Rids (P. ), Ridse(l) (P.), Rodse (P.), Roods (P.), Roodsel (P.), Ruds (P.), Smert (P.), Wil waaië (P.), Wilde wilgen (P.).

19. Polyg-onum pusilluin Lam. Zie Polygonum minus Huds.

20. Polygonum strictum Pr. Zie Polygonum minus Huds.

21. Polygonum tataricum L, Zie Fagopyrum tataricum Gaertn.

22. Polygonum tomentosum Schrk. Viltige duizendknoop.


Jezusgras ^)-Sal. Krodde--Fr., N.0. Perzikkruid.

Platsied-Pr.

Platte krodde.

Platvoet.

Platzaad.

Reaskonk-y>.

Reek-Sal, Gr.Z., Achth.


Rits.

Ritser.

Roodbeen-Z.iï. Roode rister. Roodpoot.

Roowilg.

Wilde wilg-iV.L. Wilde wilgen-O.F’. Wilgen.


Oude namen: Persickcruit (G.ïï.), Persickcruyt (G.H.).

Polypodiuni L.

1. Polypodiuni Dryopteris L. Zie Phegopteris Dryopteris Fée.

2. Polypodiuni Robertiannm Hoffm. Zie Phegopteris Robertianum A.

3. Polypodium Tulgare L. E i k v a r e n.

Boomvaren-Gr., O.Dr., SaL, W.Fr.,

Z.II., O.F., Wal.


Br.


D u i m p j e Sik v^dk-Buiveland . Eike(l)varen.


1 ) zie noot 2 p. 190. '1) rr wilde wilg.


POLYSTICHUM, POPULTJS.


193


Eikenvaren-TFaL

Eikvaren.

Engelzoet-TF.E'r.

YdiOiïii-Aclith.

Farie-TFaL

Faro-TFak

Gemeene naaktvaren. Gewoon, naaktvaren. H a n ek ammen-F . E .


N a ak tv ar en -FT .Fr.

Pannekoeken-jC.v.Jï.

Reinvaar-Z.E.

Stronkvaren.

Vaal-Rr.0.

\ di^oiiv-Achth. Varen-M.

Veelvoet.

Wild zoethout.


Oude namen: Boomvaren (Dod., Gr.H., N.H., Kil.), Engelsoet (N.H., Gr.H.), Eyckenvaren (N.H., Kil.), Eykenvaren (Kil.). Vlaamsche namen: Boomvaren (P.), Duivelspluim (B.), Eike- varen (P.), Engelzoet (B.), Paddevaren (P.), Sint Jansvaren (P.), Tjokvarnte (B.), Tjokvarent (B.), Wilde varnte (B.).

Polystichuni Rth. Niervaren.

Niervaren. | Njirrekrüd ^)-Fr.


1. Polysticlium aculeatam Presl. Naaldvaren.


Schildvaren.

2. Polystichiim cristatum Rth. K a

Addervaren-^^.

3. Polysticlium Filix mas Rth. M a

Adderroet-Gr.

Adderruit.

Boomvaren.

Boschvaren-iV.0., Yelz.

Boskfearren-Pr.

Mannekensvaren-Gr.Z.

Manne t j esbo schvar en . Mannetjesvaren-*S'aL, Yelz., Gr.Z., Oude namen: Varenmanneken i


m V a r e n.

Njirrekrüd ^)-Fr. n n e t j e s V a r e n.

Vtr., O.F., Wal.

Niervaren.

Pannekoeken-X.v.Pl.

Varenmanneke.

Varenmannetje.

Varenwortel.

Wormvaren.

Dod.), Woudtvarenmanneken (N.H.).


4. Polysticlium spinulosum D. C.

Doornig niervaren.

5. Polysticlium Thelypteris Rtli.

Adderv aren-X.r.F.


Stekelvaren.

I Stekelig niervaren. M o e r a s V a r e n.

I Addervorn-A.0.


Oude namen: Varen (Kil.), Varrenkruyd (Kil.).

Populiis Trn. Populier.


Be\hoom-Z.L.

Gauwgroot-TFaZ.

Peppel-jDr.&etc., O.Dr., Tw., Sal.,N.Yel., Yelz., Gr.Z., Achth., Ly., L.N., TJtr., Z.H.

Peppelboom.

Peppele-Ac^Z/i.

Peppeleboom-Z.i/.

1) adderkruicl.


Poepel-Z.Jf.

Pompelior-/S'Z.

Pompeliere-A.R.

Pöppel-Tir;., Sal.

Poppelboom-Tw;.

Vo^G[-Gr.{WeskrTcwartier), W .Fr.,Z.H., Du., Wal.

Popelair-Z.L.


13


194


POPULUS.


Pópeliere-O.J’. V.B., Sch., Thol, Z.B., Wal, L.v.H.

Poppel-TFa/. Populierboom-T/^o/.

Populier-Gr., Fr., T., N.O., O.Dr., Püpelier-PV.

Sal., N.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H.,

Oude namen: Papelaer (M.N.), Papelare (M.N.), Papeleert (M.N.), Papelioen(e) (M.N.), Pap(e)lione (M.N.), Paplioen(e) (M.N.), Pappel (M.N.), Pappelboom (Kil.), Pappelioen(e) (M.N.), Pappelione (M.N.), Peppel (M.N.), Peupel (Kil.), Popelaer (M.N.), Popelare (M.N.), Popel- (boom) (M.N.), Popeleer (M.N.), Popelenboom (Kil.), Popelier (Kil., M.N.), Popeliere (M.N.), Popelierboom (G.H., Kil., M.N.), Popelioen (M.N.), Popel wilge (M.N.), Popel willige (M.N.), Popilion (M.N.), Poppelioen (M.N.), Populaer (M.N.), Populare (M.N.), Populier (M.N.), Populion (M.N.).

Vlaamsche namen: Popelier (B.,P.), Populier (B.,P.), Puipelêr (P.).


1. Populiis alba L. Witte abee Abeel-G^r., Fr., N.O., Sal, VeU., N.L., W.Fr., Utr., Z.H., Da., Sch., Wal Abeelbéam-i^r.

Abeelboom-Z.i?., TFaL Abeel je(béam)-Pr.

Alberboom.

Beel.

Bètesse-Sal, Gr.Z.

Belboam-Z.L.

Bèleboom-.Z.i.

Bevert.

Bêv-essche-TM^


1.

Bli'kkeiiliout-Z.F/.

Kaakfiest-Ac^^/i.

Peppelenboom-Ac/^f/i .

Ratelaar-/Sa/.

Uitbooirn.

Witblad-Gr., O.Dr. Witblarenpopulier-O.F. Witboom-Gr.Z., Br. O., ZR.

Witte populier.

Zilverpeppel-Tw., Sal., Velz., Gr.Z. Zilverpopel.

Zilverpopulier-A.0., Wal


Oude namen: Abeel (Kil.), Abeelboom (Dod., Kil.), Albboom (Kil.), Witte popelier (Dod.).

Vlaamsche namen: Abeel (B.,P.), Abeelboom (B.), Abeele (P.), Espe (B.), Espenboom (B.), Wettelaar (B.), Witboom (P.), Without (P.), VRtteboom (P.), Wutboom (P.).

2. Populus canadensis Mchx. Zie Fopulus monilifera Ait.

3. Populus candicans Ait.


Balsiembotje-Z.R. Balsemperuboom-(rr., O.Dr.


Balsempoepel-Z.-ff.


Vlaamsche naam: Balsemboom (B.).


4. Populus canescens Sm. Abeel.


Abeel-Dw., Z.B., Wal, Z.Vl.

Blekken


Grauwe popel.


Vlaamsche namen: Abeel (P.), Blekboom (P.), Blekkelaar (P.), Blekkelirre (P.), Blekker (P.).

5. Populus dilatata Ait. Zie Populus pyramidalis Rozier.

6. Populus hybrida M. B. Zie Populus canescens Sm.

7. Populus italiea Ludw. Zie Populus pyramidalis Rozier.

1) blekken noemt men hier het schitteren der zon in water met korten golfslag. Iets dergelijks neemt men bij dezen boom waar, daar, door de voortdurende beweging der bladen en het sterke verschil in beharing der bladen aan onder- en bovenzijde, de terugkaatsing van het licht ook voortdurend wordt afgebroken.


POPULUS.


195


8. Populus monilifera Ait.

Canada-^a/., Velz., N.L., Z.L., Utr., Wal., Z.Vl.

Canadaalsche-Z.i. Canada-boom-Z.i?., L.v.H. Canada-popel-Z.y/. Canada-populier-ye/^-., Z.H., Z.B.,

Wal., Z.Vl.

CanadasrZ.X.


Canadasche-<SaL

Canadasse-<SaZ.

Canadassen-Z.X.

Canadassenboom-jBr.O.

Canadeesche populier.

GauwgTOot-Z.5.

Inlandschhout-i.'y.jff.

Zandwieë-iV.i.


Vlaamsche namen: Achtkantte (B.), Achtkantenboom (P.), Acht- kanter (P.), Cana(da) (P.), Canadas’ (P.), Gauwgroot (P.), Kana(da) (P.), Popelier-canada (P.), Populier (P.)» Vreemde canadas (P.)*


9. Populus iiigrra L.

Esp(e).

Gauwgroot-Z.5. Gewone populier. Kerspopulier-Z.y/. Peppel.

Peppelboom-/SaL, Velz.,


Zwarte populier.

Popel.

Populier(boom). Wolboom-D^t. Zwarte popel. Zwarte populier.


Gr.Z., Achtli.


Oude namen: Espe (Kil.), Gemeyne popelier (Dod.), Swarte pope- lier (Dod.).

Ylaamsclie namen: Cana(da) (P.), Canadas’ (P.), Gauwgroot (P.), Kana (P.), Kanada (P.), Popelier-canada (P.), Populier (P.).


10. Populus pyramidalis Rozier.

. Kerspoppelier-Z.y/. Popelaan-Z.i.

Kerspopulier-Z.y/. Schieter-Z.jB.

Vlaamscke namen: Achtkanter (P.), Engelschmansboom (P.), Italiaander (B.,P.), Italianer (P.), Keerspopelier (P.), Kêspopelier (P.), Kispoppelier (P.), Klemmer (P.), Langschieter (B ), Opgaander (P.), Pastoorsboom (Bethy) (P.), Pastoorshout (P.), Pièpelèr (P.), Popelier (P.), Popelier van Italiën (P.), Populier (P.), Puipelêr (P.), Eechtop (P.), Schieter (B.), Spaansche poppelier (P.), Spaanse pièpelèr (P.), Vroeg op (P.), Waaiboom (P.).


11. Populus tremula L. R a t e 1 p o

Beefessche-/SaL, Gr.Z.

Bèlesse-Achth.

Epse-Tw., Sal., Gr.Z.

Esp-A.X.

Espe-Tw;., Sal., Gr.Z., Utr., O.F.

Espenboom-Dtn

Gauwgroot-Z.R.

Klaterabeel.

Klaterpeppel-iS^., O.Dr., Velz., Gr.Z., Achth.

Klaterpopel.

Klaverpeppel-Z7/r.


p u 1 i e r.

Kletterbéam-JPr.

Paardenstaart-O.i^.

Peppel.

Vo])e\-Gr.(}Vesterlcwartier) . Popelier-jPr. Popelierboom-X.u.iï. Populier.

Ratel-Wa?.

Ratelaar.

Ratelabeel.

Rateler.

Ratelpopel-R'aL


196


PORTÜLACA, POTAMOGETON, POTENTILLA.


Ratelpopulier-W.J^r. Trilpopulier-W.-Fr.

Trilpopel-TT'aL Yiomventongen-OverBetuwe, Du.

Oude namen: Espe (Kil., M.N.), Bspenboom (Kil.), Niespenboom (Kil.), Rateleer (Dod.).

Ylaamsche namen: Bspenboom (P.), Fladderabeel (P.), Bladdereer (P.), Keps (P.), Klater (P.), Ratelpopel (B.), Reutelaar (B.), Rotelaar (B.), Ruttelaar (B.), Vrouwliê tongen (P.), Waaiboom (P.^


Portulaca Tourn.


Portulaca oleraeea L. Postelein.


Burgel.

Burtselen.

Pastelain-G^r.

Porselein-P’r., N.O., O.Dr., Tw., Sal.. Achtli., N.L., Wat., Amsterdam, V.B., Z.B., Wal., Z.Vl. Poslein-J^r.


Posselein-O.B.

Postelein-T., O.Dr., Sal., N.Vel., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., Br.0., Br.W., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Thol., Wal., Z.VL, L.v.H. Tuinporselein.


Oude namen: Burgel (N.H., G.H.), Porceleine (G.H., M.N.), Por- celeyne (Dod., Kil.), Porceleynkruyd (Kil.), Porseleine (O.H., M.N.), Pourceleine (M.N.), Tamme porceleyne (N.H.).

Ylaamsche namen: PassTên (P.), Poezelein (P.), Porselaain (P.), Porseleine (P.), Porseleine-leguum (P.), Portélake (B.), Portulake (B.), Posselein (P.), Postelein(e) (P.), Pozelaan (P.), Porzelaain (P.).


Potamogeton Tourn. Fonteinkruid.


Bearzeflach-P'r.

Bearzekrüd-P'r.

Fonteinkrnid-.^.i., TJtr., Z.H., Du.


Honnetongen-i^r. Vorschenkruid-Rr .TF. Wier--Fr.


Oude namen: Fonteyncruyt (Dod., N.H.), Saetcruyt Vlaamsche naam: Visckblad (P.).


(N.H.).


Potentilla L. Ganzerik.


Ganzerik-TF.Pr., Utr., Du., Wal. \ Vijfvingerkruid. Gawzekroet-.^.i.


Oude namen: Ganserick (Dod.), Ganseryck (Dod.), Gensryck (Dod.). Grensing (Dod.).

Ylaamsche namen: Ganzerik (B.), Grenzing (B.).


1. Potentilla anserina L. Z i 1 v

Berkhouterklaver-TF.T'r., Wat. Bliek.

Blik-GV., Kenm.

Blikgat-i^r.

Blikgras-GV.

Boterblom-Z.R., L.v.H. Earnewaldsterklaver-jPr.(idaard(?- radeel).


r s c h o o n.

Ganzenzaadkoren. Ganzerik-TFaG, Z.Vl. Genserik-Twj., Sal., Gr.Z. Gensrijk.

Gente.

j Koartskrüd-iee'WifarcZeïi. Muskuskruid-T. Raineva-TF._Fr.


POTERIUM.


197


Reinevaar-G^r.Z.

Reinevaren.

Rutjeblik-lFaL

Silverblêd-jFr.

Skierebout--Fr.(TFon5eradeeZ).

Varen.

Wilde 'agremone. Zilverblad-O.-Dr., Wat., N.B.


Zilverhout.

Zilverkruid-lFaF, Z.H., Wal. Zilverschoon-(xr., Fr., Vlie., O.Dr., Sal, N.L., W.Fr., Vtr., Z.R., Du., V.B., O.F., Goe., Wal., Z.Vl., L.v.H. Zulverblad-T^^;.

Zulverschoon-O.i^.


Oude namen: Argentine (N.H.), Blic (M.N.), Bliek (Kil.), Ganse- rick (N.H.), Gbenserick (Kil.), (Irensicb (M.N.), Grensinc (M.N.), Grensinek (G.H.), Silverkruyd (Kil.).

Vlaamsche namen: Ganzerik (B.), Meulenaarsteukte (B.), Schaap- teukte (B.), Zilverblad (B.), Zilverbladeken (P.), Zilverkruid(eken) (P.).


2. Potentilla argeutea L. Z i 1 v e r g a n z e r i k. Oude naam: Gemeyn vijfvingercruyt (Dod.). Vlaamsche naam: Keunribbe (B.).


3. Potentilla fragariastrum Ehrh. Aardbeiganzerik. Vlaamsche naam: Preinzekruid.


4. Potentilla opaca L. Zie Potentilla verna Roth.

5. Potentilla reptans L. V ij f v i n g e r k r u i d.


Boterblom-Iy.'y.jff. Vijfblad-Z.iï., Wal.


Vijfvingerkruid-TF.i^r., Du., Wal.


Oude namen: Oruypende vijfvingercruyt (Dod.), Vijfbladerkruyd (Kil.), Vijfbladt (G.H.), Vijfvinghercruit(G.H.), Vijfvingherkruydt(Kil.). Vlaamsche namen: Haneklooten (B.), Hazetjok (B.), Hert(e)roooze (B.), Schaapderm (B.), Vijfvingerkruid (B.,P.), Vijfvingerlingkruid (B.).

6. Potentilla silvestris Neck. Zie Potentilla Tormentilla Neck.

7. Potentilla sterilis Grcke. Zie Potentilla fragariastrum Ehrh.


8. Potentilla Tormentilla Neck. T o r m e n t i 1.


Geelkewortel. Meerwortel-Gr., O.Dr. Meewortel.

Schijtwortel-TFa?. Tormentil-TF.jPr., Utr., Wal.


Wedewinde-Gr.Z.

Weeblaadjé-A.0.

Weewinde-Gr.Z.

Weewortel-Gr.

Zevenblad.


Oude namen: Berckwortel (N.ïï.), Roode heylwortel (N.ïï.), Seven- bladt (Dod.), Tormentelle (N.ïï., G.ïï., ïïond., Dod.).

Vlaamsche namen: Bloedwortel (B.), Zevenblad (B.).

9. Potentilla verna Roth. Voor j aarsganzerik.

Vlaamsche naam: Lentegrensing (B.).


Poterium L. Sorbenkruid.


Sorbenkruid-P^r.

1. Poterium officinale Benth.

Bevernel.

Bloedkruid.


et Hook. Groot sorbenkruid. Drakenkruid.

Groote pimpernel-O.Dr.


198


PKIMTJLA.


Roode pimpernel-C//r. Stoffertjes-^’a?.

Witte pimpernel-ü/r.


Waalsche pimpernel. Weidepimpernel.


Oude namen: Bloetcruit (G.H.), Groote pimpinelle (Dod.), Wilde pimpinelle (Dod.).


2. Poterium Sanguisorba L. Klein sorbenkruid.


Bloedkruid.

Gewone pimpernel.

Pimpernel-i^r.^ O.Dr., Sal., Veh., Gr.Z., Z.L., Vtr., Du., Wal., Z. VI.


Pimpinel. « 

Tamme pimpinel. Waalsche pimpinel.


Oude namen: Bevenelle (M.N.), Bloetcruyt (N.H.), Cleyne pimpi- nelle (Dod.), Onser Heerenbaerdeken (N.H.),' Pimpenelle (M.N.), Pim- pernelle (Kil., M.N.), Pimpinelle (N.H.), Pi(n)penelle (M.N.), Pinperneel (M.N.), Tamme pimpinelle (Dod.).


Primula L, Sleutelbloem.


Aprilbleumkes-Ttü.

Aprilbloempjes-T.

Bakkruid-/Sc/^., Z.B., Wal., Z.Vl.,L.v.H. Boschtijloos.

Eierkruid-Br.TP., L.v.H. Eikruid-X.t’.iï.

Hemelsslöte'l-Gr.Z.

Hofbloem-t/^r., Z.H. Hollanderkers-TM7. Houtstoofjes-Aataeer. Houtstoven-Z.lZ.

Kerkesleutel-Z.X.

Koekebloem-X.A.

Maartenbloem-Gr.Z.

Meertenbloemen-Ac^/^.

Mieketonneke--Br.O.

Paaschbloem-iSf., Gr.Z., TJtr. Paaschroosjes-Z.jï. Pannekoekenbleumkes-iS'aZ. Pannekoekjes-Dr.&e^^;., O.Dr., N.O., Veh., O.Vel.

Pinksterbloem-Tw?.


Ploemlewier--Fr.

Ploemvairke-Gr.

Plomlewier--Fr.

Pluimdevere-Be^. Plumelavèèren-J.c/i^7^., Sal. Pluimdeveeren-*Sa7.

Pluumveiern-Gr.

Pölleke-Gr.Z.

Primula-Pr., N.L., Wat.

Primula veiis-W.Fr., Wat.

Prumela viezen-E'r.

Sint-Pieterskruid.

Sleutelbloem y77e., 0 Dr., Sal., Gr.Z., N.L., W.Fr., Vtr., Du., Wal. Slöttelbleumkes-AcA7/i.

Struifje.

Tabaksbloem-Gr.

Tabaksbloemetjes.

Teunisje.

YsiOiïiblomen- AcJith. Vrouwenögjes-T^(;., Sal., Gr.Z.


Oude namen: Hemelsluetele (Dod.), Hofbloemen (Kil.), St. Peeters- cruyt (Dod.), Sleutelbloemen (Dod.), Slotelbloemen (G.H., Kil.), Witte betonie (Dod.).

1. Primula acaulis Jacq. Stengellooze sleutelbloem.


Bakkruid-Z.B., Wal., Thol, Z.Vl.

Pannekoeken-PeZ^r.

Pannekoekjes-O.Dr.


Primula veris.

Struifjes-Z.If.

Teunisjes-E.B.


Oude naam: Cleyne sleutelbloemen (Dod.).


PRISMATOCARPUS.


199


2. Primula Auricula L. A u r i k e 1.


Arukela-TFai.

Auricula-A.FeL, Wal.

Aurikel-(Tr., O.Dr., SaL, N.VeL, Velz., N.L., Z.L., Wal Aiirikulaar-Z.ir. ,


Kirkesjleutel-ZX.. Peteunikus--Br.kF. Ruiklala-Goe. Rukelaars-TFa/., Z.Vl. Windzaadkmid.


Berenoor(en)-(xr., O.Dr., N.VeL, Wal.

Ylaamsclie namen: Arikel(tje) (P.), Aruikela (B.), Arijkels (P.), Berenoor (P.), Eiblommeke(n)s (P.), Geel sleutelbloem (P.), Geel sleutel- kens’ (P.), Kerksleutelke(n)s (P.), Korte kouskens (P.), Kottekousen (P.), Kupertjes (P.), Keukela (B.), Buikela (B.), Riiikeloo (B.), Sleutel- bloem (P.), Sleutelblommen (P.), Sleuters (P.), Sleutersblomme (P.), Siieutelblomeke(n)s (P.), Tijdlooze (P.).


3. Primula elatior Jacq.' Slanke Bsikkriiid-ThoL, Z.B., Wal., Z.VL Hemelsleutel-Z.A.

Hemelslötel-Tw;., Sal., Gr.Z. Kerkesleutelen-Z.i.

Kirkesjleutel-Z.i.

Koekebloem-A.R.

]\Iarteunisje-Z.IZ.


sleutelbloem. Pannekoekje-O.Dr., Sal. Peterssleutel.

Primula veris.

Slottelblome-Tw;., Sal., Gr.Z. Struif] es-.2:.Jï.

Teunisjes-F.R.


Oude namen: St. Peeterscruyt (N.H.), Sluetelbloemen (N.H.).

Vlaamsche namen: Aarbloemeke(n) (P.), Aarblummeke (P.), Areblommeke (P.), Bakbloem (P.), Bakkertje (B.), Bakkruid (B.), Boschtijlooze (B.), Eierbloem (B.,P.), Eierbloomke(n)s (P.), Eierenbloem (P.), Geel eierkens (P.), Holeerze (B.), Kuipertje (B.), Lullemoederken (B.), Noenluiker (B.), Nunnekouse (B.), Paaschbloem (P.), St. Lie- vensbloem (B.), Sleutelbloem (B.), Sleutelkens (P.), Sleuterkes (P.), Sleuters (P.), Sneutelblomeke(n)s (P.), Tielooze (B.), Tuiterlooze (B.P.), Tuitlooze (B.), Tijdlooze (P.), Tijloos (P.), Tijlooze (B.). Wil kerksleu- terkes (P.), Wilde kotte kousen (P.).

4. Primula officinalis Jacq. Gewone sleutelbloem.


Apriltjes-Tw?.

Bakkruid-Goe., Sch., Z.B., Thol.,Wal., Z.VL

Eiertjes-F.R.

Greun wammesje-iï^w^erew.

Greun zwammetje.

Groen wammesje.

Gruun wammesje-A.FeL


Kerkesleutels-Z.X.

Metuintje.

Pannekoekje-O.X)r.

Pannekoekjes-Tw., Sal.

Primula veris-kFaZ., Z.VL

Struifjes-Z.iZ.

Teunisjes-F.J5.


Vlaamscke namen: Bakbloem (P.), Eiblommeke(n)s (P.), Tijd- looze (P.), Wil kerksleuterkes (P.).

5. Primula reris L.

officinalis L. Zie Primula officinalis Jacq. f:1. elatior L. Zie Primula elatior Jacq. y. acaulis L. Zie Primula acaulis Jacq.


Prismatocarpus L’Hérit.

Prismatocarpus Speculum L’Herit. Zie Specularia Speculum D. C. fils.


200


PEUNELLA, PRUXIS.


Prunella Riv. Zie Brunella Tourn.


Pruuus Tourn.

Proemeboom-(??-.Z. i Fïüme-Sch.

Pruim-P?'., O.Dr., SaL, TJir. I

Vlaamsche namen: Pranmeboom (P.), Prêmeleer (P.), Preume- boom (P.), Preumeleer (P.), Preumeleir (P.), Preumeli(e)r (P.), Proeëme- boom (P.), Pruimboom (P.), Pruimelare (P.), Pruimeleer (P.), Pruime- lêre (P.), Prumeboom (P.), Prumelaar (P.).

1. Prunus Armeuiaea L. Abrikoos.


Abrekoas--Fr.

Abrikoke.

Abrikoos-Gr., O.Dr., Tic., SaL, N.YeL, Velz., Gr.Z., N.L., Z.L., Br. O., Y’at., rtr., Z.H., V.B., O. F., Goe., Sch., Wal., Z.VL, L.v.R.

Abrikoosboom.

Abrikozebéam-Pr.

Abrikozen-jPr.(de vrucht).

Abrikozenboom-Gr., O.Dr., N.O., Tic., Sal., AcJith., Z.H., O. F., Sch., ThoL, Z.B., Wal., L.v.R.

Appelekoos-A^i.


Appelekou\v(e)-Z.i.

Appelekoze-^SaZ.

Appelkoeës-Z.i.

Appelkoos-Gr., Z.Vl.

Appelkoozen-TTV/?.

Applekaar-Z.i.

Apprekoas-Pr.

Aprikoos-TF.J’r., F.YeL

Armeniër.

Armenische appel. Avantpersen.

Epirische appel.


Oude namen: Abricots (Dod.), Vroege persen (Dod.).

Vlaamsche namen: Abrekoen(boom) (P.), Abrikau(w)zeboom (P.), Abrikoboom (B.,P.), Abrikoesboom (P.), Abrikoosboom (P.), Abrikoze- boom (B.,P.), Abrikozeleer (P.), Abrikozeleir (P.), Abrikozelère (P.), Aplekoen(boom) (P.), Appelekozeboom (P.). Appelkoesboom (P.), Appel- kokkeboom (P.), Appelkouweboom (P.), Appelkouzeboom (P.l, Appel- kozenboom (P.), Apperkoze(n)boom (P.), Apperkozeleer (P.), Aprekoen (P.), Aprekoenboom (P.), Aprikoze(n)boom (P.), Perkoboom (B.).


2. Prunus aTium L. Zoete kers.


Kaas-i.v.iï.

Kars-Gr., Lzeuwarden, W.Fr. Karseboom-J/eewirardew. Kazenboom-i.v.Jï. Keers-Z.i.

Keerse-Z.i.

Kees-Z.5.

Keezen-.S'c/i., ThoL, Wal. Kers-E'r.(\Tucht), W.Fr. Kersbei-jPr.

Kersebéam-E’r.

Kersenboom.

Kes-E'r.(vruchtj.

Kessebéam-Kr.

Kjers-Kr.(^T‘Ucht).


Kjersebéam-i^r.

Knapkers.

Kövè-F .Bet.

Kraeken-T26’.

Kriek-A.0., T., Tic., Velz., Gr.Z.,Utr., Z.R., V.B., O.F., Goe., Wal., Z.VL Kriekelaar.

Kriekpruim.

Krijk-Ar.

Kms-N.L.

i\Iaaikers-Gr.

I\Ieikers.

Roesel.

Spaansche karsen-AcP;/<.

Spaansche kers.


PEUNUS.


201


Vöggelkerskes-Tw.

Vogelkers-TW^r.^ Gr.Z., Utr., Wal. Vogeltjeskarsse-Gr.Z.


Wilde kars-Gr.

Wilde kers.

Zoete kersW.i., Wal.


Oude namen: Creke(r)3boom (M.N.), Crieke (M.N.), Criekelare (M.N.), Criekenboom (M.N.), Orike(lare) (M.N.), Kersboom (G.H.), Kersenboom Krieckboom (Kil.), Krieckeler (Kik), Kriecken

(Dod.).

Vlaamscbe namen: Keutel(la)keerze (B.), Klein kersekes (P.), Kriekboom (B.), Kriekelaar (B.), Kriekeleer (B.), Scbijtkazekes (P.), Scbijtkersen (P.), Schijtkèsen (P.), Scbijtkessen (P.), Steenkersen (P.). Yoor de var. duracina D.0.  : St. Janskersen (P.), Spaansche kersen (P.), Spaansche kerse (P.), Spaansche kèzen (P.), Spansche kieèzen (P,), Spansche krieke (P.), Yleeschkêzen (P.), Yleiskieuze (P.), Yleiskièze (P.), Ylèskazen (P.), Waterkrieken (P.), Watterzakken (P.), Wijnkêzen (P.), Witbuiken (P.), Witte buike(n) (P.), Witte kêzen (P.), Witte krieke(n) (P.).

Yoor de var. J u 1 i a n a D.C. : Kêzen (P.), Yleesfch)kars (P.), Yleesch- kazen (P.), Ylees(ch)kerse (P.), Yleeschkessen (P.), Yleeschkêzen (P.), Yleeskrieke(n) (P.), Ylieèskieèzen (P.), Zwarte kars (P.), Zwarte kazen (P.), Zwarte kêzen (P.), Zwatte kieuze (P.), Zwatte kièze(n) (P.), Zwatte krieke(n) (P.), Zwette morelle(n) (P.), Zworte kazen (P.), Zworte keerzen (P.), Zworte keezen (P.).


3. Prunus Cerasus L. Zure k e r s.


Amarel.

Karsenboom.

Keerze-O.J'.

Kevs-Fr.

Kersebéam-jPr.

Kersen-Gr.^Wester'kwariier).

Kes-Fr.

Kessebéam-J'r.

Marei.

Meikarsen-Jlc/?^P.

Meikarsse-GV.Z.

Meikers-Gr., Tw., Utr., Z.H., V.B. Z.Vl.


^lerèle-Sch.

Merelle-O.-F.

Merellen-Tiü.

Moerel-Z.T7.

Morel-Gr., Fr., N.O., Tw., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., O.F., Goe., Sch., TkoL, Z.B., Wal., Z.Vl. Morelleboom-Gr., Fr., N.O., O.Dr., Sal, O.Vel., Utr., Z.H., Thol., Wal. Morellekieësj-Z._L.

Noordkers-.^.i.

Wijiikers.

Zure kers-Z.i/., Z.B., Wal.


Oude namen: Karse (M.N.), Karze (M.N.), Keerse(boom), (M.N.), Kersboom (G.ïï.), Kerse (M.N.), Kerseboom (Kil., M.K.), Kerseler (Kil.), Kersen (Dod.), Kersenboom (N.H.), Kerze(boom) (M.N.).

Ylaamsche namen: Aschoenjeboom (B.), Aschoenjelaar (B.), Bierkriek (P.), Gaskoenjeboom (B.), Gaskoenjelaar (B.), Keerzeboom (B.), Keerzelaar (B.), Kerzelaar (B.), Kriekeboom (P.), Kriekelaar (P.), Kriekelare (P.), Kriekeleer(e) (P.), Kriekkessen (P.), Krikkelare (P.), Ook nog voor variëteiten  : Brugsche kriek (P.), Janevelkrieken (P.), Jeneverkrieken (P.), Morelle(n) (P.), Noordkrieke(n) (P.), Noordsche krieke(n) (P.), Nordkieuze (P.), Nordkièze (P.), Nourd(e) krieke(n) (P.). Bovendien nog voor P. a v i u m en P. Cerasus: Kaarzeboom (P.),


202


PRUNUS.


Kaarzelaar (P.), Kazelare (P.), Kazeleere (P.), Keerzeboom (P.), Keirse- boom (P.), Keizeboom (P.), Kerseleer (P.), Kerzelaar (P.), Kêseboom (P.), Kèzelaar (P.), Kèzelare (P.), Kèzeleer (P.), * Kèzenboom (P.), Kezzeleer (P.), Kezzeleir (P.), Kieezeboeëm (P.), Kieuzeboom (P.), Kièzeboom (P.), Kiuzenboom (P.), Kriekenboom (P.).


4. Pruuns domestica L. P r u i m.

Bakpruim-Z.i.

Blauwe pruim.

Druipertje.

Eierpruim.

Kroosjes-Z.iï., O.F., Goe. Kroosjespruim-iV.O., Z.H. Kroozen-Sch.

Kweis-Tiv., N.Vel, Velz., Gr.Z. Kwetsen-TM.'., Velz., W.Fr., Uir., Wal., Z.Vl.

^lerrebloem-i.r.Jï.

Froem-Gr., W., Hu., St., Fr., Tg., y.0., O.Dr., Tw., Sal., Velz,, Gr.Z., Achth., N.L., Z.L.

Froeme-SaL, Achth.


Proeneboum-Z.X.

Prom-E’r.

Prom(me)béam-E’r.

Pruim Gr., St., O. Br., Tw., Sal., Velz., F.Bet., y.L., Br.W., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Z.H., V.B., O.F., L.v.H. Pruimeboom-Z.i.

Pruineboom-Ze?^??^.

Prümebéam--Fr.

Prumeboom-T.

Pruum-T., N.Vel., Ly., L.N., Br.0., Br.W., Go., Sch., N.B., Z.B., Wal., Z.Vl.

Theeboompje-<Sf.

Zwerende vingers.


Oude namen: Praumboom (M.N.), Prumelare (M.N.\ Prumelere (M.N.), Prume(r)boom (M.N.), PruymboomfN.H., Kil., M.N.), Pruymen (Dod., Kil.), Pruymelere (Kil.).

Vlaamscbe namen: Eierpruim (B.), Maspraume (P.), Ma8(t)pruim (P.), Merbelane(n) (P.), Mierslaan (P.), Mierzelaan (P.), Noenakke(n) (P.), Pruimboom (B.), Pruimelaar (B.), Pruimeleer (B.), Eégelote(n) Èegenote(n) (P.), Keine Claude (P.), Kengelote(n) (P.).

5. Prunus insititia L. Kroesjes.


Bilsen-Zc;?i/i.

Bilzen-Sal.

Gele pruim. Groene pruim. Kreeken-xY.i. Knek-N.Vel. Krieke-Br.O., O.F. Kriekpruim-TU.Kr., Kroos je-PeZ^r. Krijk-Kr.

Oude namen


Mirabel-TUflZ.

Mirabelpruim. l\Iirbellen-A\L., Z.L.

Reine claude.

Ronde pruim.

Rospruim.

Sparlen-^c/i^A.

ZJtr., Wal. Wichterbéam-Kr.

Wilde -pimm-ütr., Sch., Wal. Witte pruimW\0., Z.H., O.F. Kroosken (Kil.), Roesel (Kil.), Roosel (Kil.). Vlaamscbe naam: Kriekeboom (P.).

6. Prunus Mahaleb L. Weichselboom.


Boerenpruim.

Kleine vogelkers-PeZ^-. Luciehout.

Reukhout-T^^'., Sal, N.L., Wal. Sint-Georghout.


Sint-Luciahout. Sint-Luciakers-TFaZ. Steenkers. Steenrotskers. Tamme mei-TFaZ.


PRUNUS.


203


Tamme meitak.

Weichselboom-O.Dr., Velz., Utr.,Wcl.


\V eichselhout--Fr. Welriekende kers.


7. Prnnas Padus L. Vogelkers.

F eugelksiYSen-Leeuwarden.

Fügelkersebéam-F’r.

Fngelkersen-jPr.(vriicht).

Hond(e)kers.

Hondsboom.

Krintenboom-J-cA^/n

Rotskers.

Rupsenboom-Z.i^.

Steenkers.

Trosvogelkers-V.-L.


Turkscbe krenten-O.FeZ.

V arkenskeerse-.^.i.

Vliegenboom.

Vogelkers-*S^., N.O., O.Dr., Veh., Gr.Z., Achth., L.N., Vtr., Z.H., Du., Wal.

Vogelpruim.

Vuilboom ^yOr.Z.

Wilde seringen.

Zwarte vogelkers.


Oude naam: Vogelkersen (Dod.).

Ylaamscbe namen: Meilaar (P.), Paduwa (P.), Vuilboom (P.).


8. Prunus Persica Zucc. Zie Persica vulgaris Mill.

9. Prunus spinosa L. Sleedoorn.


Rekketrekkers-^t/.

Relzen-Tw;.

Rilzen-Rr.0.

Europeescbe tbee.

Haverslee.

Krikelbéam--Fr.

Kwetsen-F’r.

Moelentrekkers-^c/i^/n

Pruimdoren-Z.JB.

Scbneekrieke-Z.X.


Wal., Z.Vl. Slee'én-Tw. Sleej-V.FeL ' Sleejbezen-V.FeL, Sleekrieken-Z.T. Sleen-Tw., Z.L. Sleenen-V.T. Sleepruim-TFöZ. Sleben-ZT. Sleien-V.0., O.Dr.


Barneveld.


S\ee-Tw., Sal, Z.L., Wal. Sleebes-Tw;., Sal., Gr.Z. Sleebessen-X.-y.Jï.

Sleebèzen-J-c/i^/i.

Sleeboom.

Sleedoorn-O.Dr., Tw., Sal., Velz., Gr.Z., N.L., Z.L., Br. O., Utr.,Z.B. Oude namen: Slee (Hond.),


Slieekreeke-Z.X.

Sneeuwpruimpjes-Z.FZ.

Stikelbei-F"r.

Trekkebek-O.Z)r., Sal.

Trekkebekkers-O.Dr.

Wicbtertjes-O.FeZ.


Zwarte bagen-V.Dr.

Sleedorn (Kil.), Slehedoren (Dod.), Sleen (N.H.), Sleeuwdoren (Kil.), Wilde pruymboom (Dod.).

Vlaamsche namen: Dorebeust (P.), Doreleer (P.), Hondskrieke (P.), Krieke(n) (P.), Kriekebaag (P.), Sleedoorn (B.), Sleeken (P.),^ Sleembezen (P.), Sleemen (P.), Sleenbeize (P.), Sleenbezen (P.), Sleen- doorn (P.), Sleeuwdoorn(s) (B.,P.), Slikkedoorn (P.), Sneeuwdoorns (P.), Sneeuwpruimke(n)s (P.), Wil krieke(n) (P.), Wilde preumke(n)s (P.), Wilde pruimkens (P.), Zwarte doorn (B.,P.).

Namen der vruchten: Slee, Sleen, Sleepruim, Sleeuwbezie, Slei, Slene, Sneepruim.


1) Een bekend spreekwoord is hier: die heurboom zoekt, die vuilboom vindt.


204 PSAMMA, PTERIDIUM, PÏERIS, PTEROCARYA, PULEGIUM, PULICARIA,


Psainma R. et Scli.

Psamma arenaria R, et Scli. Zie Ammophila arenaria Lk


Pteridium Kuliu.

Pteridium aquiliuum Kuliu. Zie Pteris aquilina L.


Pteris L.

Adelaarsvaren.

Johannes wortel.


O.Dr.


Pteris aquilina L.

Adderkruid-TT’.

Adderloof-O.Dr.

Addermoes-A.Dr.

Addervaren-jDr.&ew;.

Adelaarsrandvaren.

Adelaarsvaren-A^O., Tw., Velz., Gr.Z.,

L.N., Go., Vtr., Du., Wal.

Akkerkruid.

Arendsvaren(s).

Boomachtig varenwijf ken.

Boomvaren-fPa/.

Ylaamsche namen: Arendsvaren (P.), Bedvaren (P.), Paddevaren (P.), Slenderkrnid (P.), Voeiering (P.).


Randvaren.

Reinvaar-Z.A.

Slangenbrood-D?*.&etü.,

Vanen-A.i.

Varen.

Vareiiwijfke.

Yoare-Ac/d/k

Voo(r)nt-Tw.

AVijfjesvaren.


Pterocarya Kth.

Pterocarya caiicasica Kth. Vleugelnoot.


Kaukasische noot-TPaZ. Kaukasusboom-Pf^a/.


Vleugelnoot-Di^.


Pulegium Riv.

Piilegium vulgare Mill. Zie Mentba Pulegium L.


Pulicaria Oaertii. Ylooienkruid.

Vlookruid-A.0., Utr., Goe.

1. Pulicaria dysenterica Oaertn Gouden cent-P.R.

Groot vlookruid.

Heelblaadjes-PP.-Fr.

Roodeloopskruid.

Oude namen


Heelblaadjes.

Rooloopsalant.

Stinkerds-.^.R.

Vlookruid-TP.Fr.

AYilde goukes-T.

Stinckende conyza (Dod.), Yloycruyt (Dod.). Ylaamsche namen: Onze Lieve vrouwbloem (B.), Sint Jacobs- kruid (B.), Wittiliekruid (B.), Witilligkruid (B.).

2. Pulicaria vulgaris Gaertn. Ylooienkruid.

Gemeen donderkruid. I Klein vlookruid.


Pulmonaria Tourn.

Pulinonaria officinalis L. L o n g k r u i d.

Longenkruid. | Longkrüd--F?*.


PULMONARIA, PULSATILLA, PYRETHRUM, QUERENS.


205


Longkruid-M., Vtr,, Z.H., Wal.

Longkruud-Gr.Z.

Onze-lieve-vroiiwemelk.

Onzer-vrouwen-speenkruid.

Puuoogje.


Vlekkeiikraid.

Wolvenkmid.

Wolvenla,

Wrang ekrxiid.

W rangwortel-;Sa/.


Oude naam: Longherkruyd (Kil.).

Vlaamsche namen: Longerkruid (P.), Spineaal (B.), kruid (B.), Vlekkenkruid (P.), Vlekkruid (P.).


Spineaal-


Pulsatilla Tourn.

Pnlsatilla Tiilgaris Mill. Zie Anemone Pulsatilla L.


Pyrethrum Graertu.

1. Pyrethrum inodoriim Mnch. Zie Matricaria inodora L.

2. Pyrethrum Partheiiium Sm. Zie Chrysanthemum Partheninm Bernh.


Quercus

Aekeboam-(TO.

Aikenboom-Gr., Z.B.

Akeboam-Go.

Aker-TF.A'r,, Den Haag. Akerboom-W.J'r., Z.R. Akerneutjesboom-T.

Akkermaalshout.

Dwerg appel.

Eejk-Z.A,

Eek-J^r., Tw., Z.H.

Eeke-T., Tw., Sal., Velz., Gr.Z., Aclitli. Eekeboom-FZie., W.Fr.

Eekelaar.

Eekeboum-Z.A.

Eekelboom-Gr.Z., 'Achth. Eekeldragende boom. Eekenboom-PZï^., O.Dr., Tw., Sal. Eik-Gr., St., O.Dr., Tw., Sal, N.Vel., Velz., Gr.Z., Achth., Ly., L.N., N.L., Br.0., W.Fr., Wat., Kenm., TJtr., Z.H., Du., V.B., Goe., O.F., Z.B., Wal., Z.Vl.

Eike-67., N.Vel., Gr.Z., Achth., O.F. Eikeboum-A.A., Z.L.

VWlqVZ.B.

Vrucht:

Akers {Wat., Kenm.).

Ekkel {Leeuwarden).

Oude namen: Aeckerboom (Ki


L. Eik.

Eikelaar-i.^;.!?.

Eikelboom-Gr..2^., Achth., Br.O.,W.Fr., Z.H., Sch., Thol., Z.Vl. Vikelenhoom-HoeLsche waard. Eikenbéam-6'c%.

Eikenboom-T^., Sal., N.Vel., Velz., Gr.Z., Achth., Ly., N.Bet., L.N., Br. O., Br.W., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Du., V.B., O.F., Sch., Thol., N.B., Z.B., Wal, Z.VL, L.v.H. Eke.

Ekenbeam-Pr.

Ekkel-*SZ.

Ekkelbèm-S'c^.

Ekkelboom-Gr., TF., O.Dr., Tw., Sal. Ekkelboome-A.O.

Ekker.

Flokhout.

Gewone eik.

Haageik.

Hardhout.

lekenboom-JF/in, St., Dr.heic. nk-Fr.

likenbéam-Pr.

Pantoffelbout.

Ikel {Fr.).

.), Akerboom (M.N.), Akerich (M.N.),


206


RADIOLA, RANUNCULUS.


Eec (M.N.), Eeckelboom (Kil.), Eic (M.N.), Eik (G.H.), Eike (M.N.), Eikelboom (G.H.), Eycke (Dod.), Eyckenboom (N.H., Kil.), Eykelboom (G.H.), Eykenboom (Kil.), Heike (M.N.), Heke (M.N.), Heyke (M.N.). Vlaamsche namen: Aaik (P.), Aaikeboom (P.), Aïk (P.), Eek (P.), Eeke (B.), Eekeboom (B.,P.), Eekelaar (B.), Eekeleer (P.), Eeken- boom (P.), Eik (B.,P.), Eikeboom (B.,P.), Eikelaar (B.), lïk (P.), Oïk (P.).

1. Quercas pedancalata Ëhrh. Zie Quercus Kobur L.

2. Quercus Robur L. Eik.

Steeneik-Gr.Z. | Zomereik.

' 3. Quercus Robur Rth. Zie Quercus sessiliflora Sm.

4. Quercus sessiliflora Sm. W i ii t e r e i k.

Wintereik.

Vlaamsche naam: Steeneik (P.). \


Radiola Dill.


1. Radiola linoides Omel. Dwergvlas.

Duizendgraan-Z7fr. Haarkruid-TE. i^r.

Dwerg\das.

2. Radiola millegrana Smith. Zie Radiola linoides Gmel.


Ranunculns L. Boterbloem.


Beuterblommen-Z.R.

Boeterblom-i^r.

Boterbloem-Gr., St., Fr., Vlie., O.Dr., N.O., SaL, O.VeL, Gr.Z., L.N., N.L,, Br.W., W.Fr., Wat., Kenm., JJtr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Z.B., Wal. Bóterblóme-Gr.Z.

Boterdief-Z.-H.

Botterbloem-Gr.

Botterbloeme-T^ü.

Botterblom-Z.E.

Botterblomen-Ac/i^^.

Brandkruid.


Büterblom-i^r., Kenm. Butterbloem-T. Butterbloemen-F.R., Z.B. Butterblom-TF.Er. Goudranonkel.

Hanepoot.

Hanevoet-Z7^r. '

Kraaiepoot.

Landranonkel. Pinksterbloem-TFa/., Z.Vl. Pinksterblommen-M., Z.B. Ranonkel-Z.F?.


Oude namen: Boterbloem (N.H., Dod.), Boterbloeme (Kil.), Haenen- Yoet (Kil.), Hanenyoet (N.H.), Hanevoet (Dod., M.N.), Vorschken (Kil.).

Vlaamsche namen: Beuterbloem(e) (P.), Beuterblomme (P.), Boterbloem (P.), Boterblomme (P.), Boterkolfkens (P.), Boterstamme(n) (P.), Boterstandeken(s) (P.), Bouterbloem (P.), Goudbloemeke(n)s (P.), Kleine boterbloem (P.), Ranonkel (B.), Renonkel (P.), Reunonkels (P.).


Scherpe boterbloem.


1. Ranunculus acer L.

Boterbloem-F'r., TJtr., Z.Vl. Boterblommen-E.'y.jff. Bótterblóme-Tw., SaL, Gr.Z. Gelving-TFaF


Haneklauw-T^^'., SaL, Gr.Z. Hanepoot-TFaF, Z.H. Kraaienvoet-Z.X. Kraaiepoot-Z.jL.


RANUNCTJLUS.


207


Krau\vepoot--^.-L. Pienksterblommen-Z.TL Pinksterbloem-yeZ2'., O.F., Goe., ScJi.

TlioL, N.B., Z.B., Wal., Z.Vl. Ranonkel-Z.-H.


Scherpe boterbloem-J'r., W\Fr., Z.H. Sinksekruid ^)-L.v.H., Z.Vl. Veldhanepoot.

Veldhanevoet.


Oude namen: Boterbloeme (N.H.), Goutbloeme (N.H.). Vlaamsche naam: Schinksenbloem (B,).


2. Raiiuuculus arvensis L. Akkerboterbloem.


Akkerboterbloem.

Akkerhanevoet.

Kransbloem.

Kroan-yr.

Kroon-Gr.


Kroonranonkel. Kroont] e(s)-Z.yk Veldranonkel. Vreeiweit-Gendringen.


Oude naam: Akkerbanenvoet (Dod.).

Ylaamscbe namen: Haneklauw (P.), Haneknap (P.), Kraaivoet (P.), Kraaiwied (B.), Kwaknak (P.), Kwaknap (P.), Paddevoet (P.), Pietekol (B.), Pimpoele (B.), Pinpoele (B.), Selsate (B.).


3. Rannuciilus auricomus L. Gulden boterbloem.


Goudranonkel.


I Luipaardsklauwen.


4. Ranunculiis bulbosas L. Knolboterbloem.


Drieswortel.

Droeswortel.

Druswortel.

Knoldragende boterbloem-Ty.Pr. Pinksterbloem-Tba?.


St. Anteunisraapje. St. Antonisraapje. Torswortel. Trieswortel. ,

Trus wortel.


Oude namen: Cleyne banenvoet (N.H.), Sint Antbeunisraepken (Dod.).

Ylaamscbe namen: Kraaiknie (B.), Kruikenie (B.), Selsate (B.), Zelsate (B.), Zelzoet (B.).

5. Ranuuculns Ficaria L. Zie Ficaria verna Huds.

6. Ranunciilas Flaiumiila L. Egelboterbloem.


Bitterbloem-Z.i/.

Egelboterbloem-iy.Pr.

Egelgras-S'ak

Egelkolen.

Egelkool-Z.E.


Galle.

Heete klim.

Kleine egelkolen. Schaapsvuil--Br.O.


Oude namen: Berncruit (G.H.), Brantcruit ((x.H.), (Kil.), Egelcoolen (Dod.), Egbelkoolen (Kil.), Ylamcruit Ylaamscbe naam: Egelkool (B.).

7. Raiiuiicalus Lingaa L. Groote boterbloem.


Egelgras-iSa?.

Egelkolen.


Groot egelgras-zSaZ.


Eecbelkoolen

(G.H.).


8. Rauunculas repeus L.

Boterbloemekes-L.y.i/.


Kruipboterbloem.

I Goudknoopje.


1) = pinksterkruid.


208


RAPHINISTRUM, RAPHANUS.


Hanepoot-Z.iï.

Kraaiepooten-Z.iï.

Kroapoot-^.i.


Pinksterbloem-Z.y/. Wilde selderij-iV.0.


Oude namen: Beempthanenpoot (N.H.), Lupaertsclauwen (Dod.). Vlaamsche naam: Duivelsbeet (B.).

9. Raimiiculus sceleratiis L. Blaartrekkende boterbloem.


Blaartrekkende boterbloem. Duuvelbit-Z.i/.

Eppe-Gr.Z.

Jeukkruid-G'r.Z., Wal. Jichtkruid-6rr.Z.

Jökkruid-Tw.


Kikkerbloempje-TFa/.

Nieskruid-TkR.

Stinkbloem-TFak

Waterbloem-TFa^.

Waterhanepoot.

Waterhanevoet.


Kankerbloempje-Z.iï.

Oude naam: Waterhanenvoet (N.H., Dod.).


Kaphanistrum Tourn.


1. Raphaiiistrum Lampsaua Gaertn.

Gele \AQk.-Gr.{\Vesterlvivartier). j

Hederik-Tzü., Sal., Gr.Z. [

Hèrik-Tw;,, Sal., Velz., Gr.Z., Aalsmeer, L.N., Utr., Goe.

Keik-Gr.Z.

Kiik-Fr.


K n o p h e r i k. Knopherik-O.Dr., Achth. Krodde-O.Dr., N.0. Walderik-jC.a.iï.

Wilde radijs-E’r., ÏJtr. Zandherik.


Oude namen: Hederick (Gr.H.), Wilde radijs (Dod.). Vlaamsche* namen: Erik (P.), Haring (P.), Hering (P.), Herink (P.), Walderik (B.), Wolderik (B.).

2. Raplianistrum siHestre Aschrs. Zie Kaphanistrum Lampsana Gaertn.


Raphaniis Tourn.


1. Raplianiis Raplianistrum L. Zie Kaphanistrum Lampsana Gaertn.

2. Rapliaiiiis satiTus L. K a d ii s. K a m e n a s.


Chineesch radijszaad.

Gewone radijs.

Knolradijs.

Radies-Z.X.

Rsidieskes- Achth.

Radijs-Gr., T., Tw., Gr.Z., N.L.,W.Fr., Wat., Kenm., Z.R., Wal., L.v.R. RamelasW.0., Tw., N.L., Seh., Thol., L.v.R.


Ramenas-Gr., Sal., Achth., Thol., L.v.R. Rammelas-Gr., O F., Wal., Z.Vl. Rammelats-i^r.

RammenasW.X., Z.L., W.Fr., Z.R., O.F.

Redies-J"r., N.Vel., Barneveld. Spaansche dodder.

Spaansche tut.

Tut.


Oude namen: Radijs (N,H., (jr.H., Dod., Kil.), Reddick (Kil.), Reddigh ( Kil.).

Vlaamsche namen: Ameratse (P.), Arteeze (P.), Radaais (P.), Radès(kes) (P.), Radijs (P.), Radijze (B.,P.), Ramanats (P.), Ramelas (P.), Ramelat(s) (P.), Ramenaads (P.), Ramenache (P.), Ramenas’ (P.), Ramenast (P.), Ramenats (P.), Ramenets (P.), Ramenijts (P.), Ramerats(e) (P.), Rammelas (B.), Rammelatte (B.), Rammenas (B.), Rammeratse (B.), Ramratse (P.), Randijs (P.), Randijze (B.), Rodijs (P.).


RESEDA, RHAMNUS, RHEUM.


209


Reseda L. Wou w.


Reseda.


I Resida-6rr.


1. Reseda lutea L. Gele wouw.


Gele neerzet. | Gele wouw-Gr.Z.

Gele reseda. |

Ylaamsclie namen: Wil roze(n) van Egypte (P.), Wille rozejip (P.). 2. Reseda Lateola L. Wouw.


Egyptische dauw-Z.R. Geelkruid.

Orant.

Reseda-T., N.L., Wal Resida-Gr., W.Fr., O.F. Resip-Z.R.

Reuskes-van-Egypte-Rr.0.

Roosjes-van-Egypte-Rr.O.


Rosegiep-Y.i.

Rozegip-Z.X.

Rozeziep ^)-Z.L.

Rozesjip-Z.X.

Verfwouw.

Weede.

Woude.

Wouw-Gr.Z., TJtr.


Oude namen: Lutumcruydt (Dod.), Wouwe (Dod., Kil.). Vlaamsche namen: Als de vorige.


3. Reseda odorata L.


Gipsjendouw Z L.


I Rozip 2)-JV.E.


Rhamnus Tourn.


Wegedoorn.


1. Rhainiiiis catarctica L.

Doornbeziën.

Duinbes&en-t/G.

Duinbezieboom.

Duinbeziën-Z76*.

Duindoorn-G^r., Goz., Wal., Z.Vl. Herstdoorn.

Hertshoorn.

Kraaibessen-G^r.

Kraaibessenhout-Eel^-.

Kruisdoorn.


Ner(t)pruim.

Rijnbezie(boom).

Rijnbeziedoorn.

Sapgroen.

Saphout.

Schijtbes.

Sleedoorn-Ee^^., L.N. Spikkeltjeshout-Ee/.s’. Wegedoorn-A.0., Gr.Z., TJtr. Wberzenhout.


Oude namen: Kroeseldoren (Kil.), Nertpruym (Dod.), Rhynbesien (Dod.), Sapgroenboom (Kil.), Stekelboom (Kil.), Stekeldeuren (Kil.), Stekelhaegbe (Kil.).

Vlaamscbe namen: Hondelaar (P.), Poêrhout (P.), Rambes (P.). 2. Rhamims Frangiila L. Zie Frangula Alnus Mill.


Rheum L. R h a b a r b e r.


Rabarber-Gr., Fr., T., Vlie., N.O., O.Dr., Tw., Achth., N.L., Z.L.,W.Fr., TJtr., 'Z.H., J)u., V.B., Goe., Wal, Z.Vl

Rabérber-Rr.G.


Rebarber-Z.7/.

Reberber-Gr.

Robarber- Gr. (Gromt;), W.Fr. Robeihel-lDt/.


1) = Egyptische douw.

2)  :zr Rosé d’Egypte.


14


210


KHINANTHUS, RIBES.


Vlaamsclie namen: Rabarber (B.), Rhubarbe (B.), Riibarbe (B.).


Khinanthus L.

1. Rliiuanthas Crista Oalli L. Zie Alectorolophus major Rchb.

2. Rhinanthas major Ehrh. Zie Alectorolophus major Rchb.

3. Rhinautlius minor Elirh. Zie Alectorolophus minor. W. et Grab.


Ribes L.


Aalbes--Fr., ^y.Fr., Wat., Z.R., Goe., Sch., Wal.

Aelehei-Sliedrecht.

Albeer-Gr.

Alebes-ir.i^r.

Bes-Tiv.

Besseboom.


Bessestruik.

ELlebesse-O.F.

Jenievers-Z.y/.

Miemele-Z.A.

Oalbees-A.FeZ.

Oalbèze-Tir., Sal., Gr.Z.


Oude naam: Aelbesiestruyck (Kil.).

Vlaamscbe namen; Beierstruik (P.), Bezeke(n)sbos (P.), Bezestruik (P.), Beziebeust (P.), Bezieboom (P.), Beziebos (P.), Beziestruik (P.), Kroeselestroek (P.), Kroeselhaag (P.).

1. Ribes aipiuiim L.

Alpenbes. Kr entenhoomY)}e-O.Dr., Sal., Z.H.,Z. VI.

Berghes. ^ •> Krintebéam.ke-i^r.


2. Ribes Grossularia L. K r u i s b e Appeldoorns-M.

Beier-TkoL, Z.B., Wal., Z.Vl., L.v.R. Beierbos-Z.y/.

Doorn-Z7fr.

Doornappel-O.F., Sch.

Doornbei-Goe.

Doornbessestruik.

Doornbeie-y.R.

Doorntjes-ye/^-.

Dorebeiers-T/^o?.

Dore.beie-O.i^.

Klapbes-ye/.^., Gr.Z., W.Fr., Wat., Kenm., Go., Z.R., Du., V.B., Wal. Klapbesseboom.

Klapbèzen-Ac/i^/z.

Knoederbeere.

Knoepers-Ref.

Knoepert-Akye/.

Knoepertjes-ye?2-.

Knoerzelen-Rr.O.

Knoeselen.

Knoezels-Rr.Ty.

Kriesbèzen-M.

K^iesdlOorn-<S/^edrec/^Y.


s.

Kriestenbie&on-A.ye7. Kriezebezen-^)r.&e^<7., N.0. KrisdO'Orn-ye/2'., Z.R. Krisebèzen-Ra/. Kriselbessen-T?^-'. Krissebèzen-Gerew/er, Tw. Krissen-Z.iï. Kroeeisjel-Z.R.

Kroes.

Kroesbaeie-tya?. Kroesbessen-Af/i/Zi. Kroesbeie-Rr. Kroesel-Z.R., Br.0.

Kr o esel e-Rr.0.

Kroezelbezie.

Kroezeldoorn.

Kronselen-Z.R.

Kroonsele-Z.R.

Krosjelen-Z.G.

Krudeldoorn-TbTtZeaoZtZe.

Krudoorn-Rr.0.

Krudoornbes-Gr.

Krudoren-Gr.

Kruiddoren.


RIBES.


211


Kruideldoorns.

Kruidoorn-Crr., Br.W., V.B. Kruisbes-*S7., T., O.Dr., Velz., N.L., W.Fr., Wa':., Vlr., Z.H., Du., Wal., Z.B., L.v.Il.

Kruisbeieii--Fr.

Kriiisdoorn-(Tr.(s/fld, WesterTcwartler), O.Dr., Br.W., Z.R., Y.B., Wal. Kruisdoren-yeZ^.

Kruisebai-TF.Fr.

Kruisebeier-Z.iï.

K r u s e b e z exi-Achtli .

Krusebeien-^Sy

Krüsbei--Fr.

Krüslanders-i^r.

Kruusbes-O.-F., Wal.

Kmusbèze-Tii;., SaL, Gr.Z. Kruusdoren-Ti^-., Sal., Gr.Z. Pombees--^^.T'eL, Barneveld.


Steekappel.

Steekbes.

Stèèkbèzen-.dc/if/^., N.L.

Steekdoren.

Siekhes-Velz., N.Bet., Gr.Z. Stekbezen-iV.i.

Stekebeesjes-T/^oZ.

Stekebezies--Br.Ty.

Stekebèze-T^<;., Sal., Gr.Z. Stekelbes-O.FeZ., N.L., Wal., Z.Vl. Stekelbeiiers-T/io/., Z.B., Wal., Z.Vl. Stikkebèze-trr.Z.

Stikbes.

Siikkelhezen-L.v.H.

Tollbes^T^t’.

T o mi eb eez eix- T iv .

Wienheiev Sr Z.B.

AYolf&doorn.

Wijnbessen.


Oude namen: Croesbesien (Dod.), Kroesbaeye (Kil.), Kroesbesie (Kil.), Kroeselbesie (Kil.), Kruysbesie (Kil), Kruysbesien (Kil), Kruys- doren (Kil), Stekbesie (Kil), Stekelbesie (Kil).

Vlaamscbe namen: Boschbeziën (P.), Bo3clibizzeme(n) (P.), Hage- beze(n) (P.), Hagekroesele(n) (P.), Kenoesels (P.), K(er)noeselen (P.), Knoezelen (P.), Kroesels (P.), Kronselen (P.), Spaanscbe stekelbeezen (P.), Stekebeez’hout (P.), Stekebeier (B.), Stekebeierbut (P.), Steke- beiers (P.), Stekebessen (P.), Stekebeze (B.), Stekebezeleer (P.), Steke- bezen (P.), Stekelbeier (B.), Stekelboze (B,), Stekelbezeleer(e) (P.), Stekelbozen (P.), Stekelbezie(d)s (P.), Stekelbezielaar (P.), Stekelbezien (P.), Stekerbeier (B.), Stekerbezen (P.), Wulle stekebezeleer (P.).


Zwarte aalbes.

Zwarte aoliebezen-L.v.iï. Zwarte bei-i^r.

Zwarte beiers, -TbaZ.


3. Ribes nigrum L.

Aalbes-Tit'., O.T^eZ., Achtli. Aolbèzen-Af/if/z.

Aolbezen-J5ameye?cZ.

Jeneverbes-TFaZ.

Jenievers-Z.F/.

Oalbèzen-Gr.Z.

Oliebessen-Gr.Z.

Schoenlappers-Z.i?., TFaZ. Stringischbèzen-S'aZ.

Swarte beien-Pr.

Zwarte aalbeeren-Gr.

Zwarte aalbes-GV., 67., T., Tw., Sal., W.Fr., Vtr., Z.H., V.B., O.F., Gze.,


Zwarte bes-O.Dr., Sal., Wat. Zwarte bezen-AkO., Barneveld, Z.L. Zwarte beziën- i>r.O.

Zwarte eelebes-Z.H.

Zwarte janiever.

Zwarte jansbes.

Zwarte jenievers-6Wn, Wal.. Z.Vl. Zwarte iniemere-A7L., Z.L.

Zwarte Tniemerte-.?^.L.

Zwarte wiernerkens-Z.L.

Zwarte wimeren-Z.L.

Zwarte oalbees-xY.T7Z.


Sch., Z.B.

Zwarte aalbèse-GV.Z.

Oude namen: Aelbesien (G.H.), Swarte aelbesien (Dod.).


212


RIBES.


Vlaamsche namen: Aalbes (B.), Aalbeze (B.), Aalbezie (B.), Aal- bezielaar (P.), Alebeze (B.), Hinnebezen (P.), Jeneverbiezelaar (P.), Jeneverboom (P.), Jenevers (B.), Jenuiver (B.), Jenij ver (B.), Paters (B.,P.), Plame (B.,P.), Vlame (B.), Zwarte jenijvelhout (P.), Zwarte jenevers (B.), Zwarte paters (B.,P.).

4. Ribes rubrum L. Aalbes.


\si\ehessen-Ke)wi.

Adelbeziën.

Aelbezie.

Alebes-ira^.

Aolebes'sen-re.'^., Sch.

Aolebezen.

Besje.

Bezeken(s).

Beziën.

Beziën-van-over-zee.

Beziken.

Drwutkeshezen- Achth.

Hoornsche bessen-TFa^.

Janievers-.Z.yL

Johannesbessen.

Johannesdruifjes.

^liemèlen-A.i.

i\Iiemere-.^.i.

Reade bei--Fr.

Rebessels-Sc/?., ThoL Reebes.

Roode aalbeern-Gr.

Roode aalbes-S^., T., Tw., SaL, Velz., Gr Z., W.Fr., ^yat., Vir., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sck., Wal., Z.B.

Roode aalbèze-Gr.Z.

Roode aoliebezen-i.y.if.

Roode beezen-Z.L.

Roode \)Q\Qn-Gr.{}y esterliwaï tkr). Roode bes-O.Dr., Dr.hew., Tw., SaL, yelz., L.N.

Roode eelebes-.^.H.

Roode janievers.

Roode jenievers-TTVd., Z.Vl., L.v.H. Roode miemere-A.A., Z.L.

Roode miemerten-Z.L.

Roode strengebesen-iY.O.

Roode wiemerkens-.^.-L.

Roode wijnbeiers-Z.R.


Rooie niev er s- L.v.H.

Rooje hezen-Barnsveld.

Rusbei '^)-Fr.

Siiit-Jansbesseu-A.T’d., AGith. Siren\gehe zen- S al. Strengenhezen-Dr.hew. Sirengeiieshei-Fr.{Augustinusga), Stringischbèzen-T'?i;., Sal. Strinkjebei-i^/'.

Strongebes-zSaZ.

Strüskebei-i^r.

Trosjbees-A.T^L Trosjesbes-O.FeL, Bet. Trotsjeshezen-Banieveld. Trossebezies--Br.TF.

Trüskebei--Fr. '

Wiemele-Z.L.

Wiemere-Z.X.

Wiemeren-A^X., Z.L. Wienbeiers-Z.R.

Witte aalbeern-(?r.

Witte aalbes-T., Tw., Velz., Gr.Z., W.Fr., Wat., Ulr., Z.H., O.F., Goe.. Wal.

Witte aalbèze-trr.Z.

Witte aoliebezen-i.'y.i/.

Witte bei--Fr.

Witte heien-Gr.(\yesterJ{:wartier). Witte bes-O.Xr., Dr.hew., Tw., Sal., yelz., L.N.

Witte bezeii-R:jrwef;e/(7.

Witte janievers.

Witte jenievers-TFa?., L.v.H.

Witte miemere-A.X.

Witte nievers-X.v.Jï.

Witte strengebesenW.O.

Witte wijnbeiers-Z.R.

Wijnbeziën.


Oude namen: Aelbesien (N.H.), Gemeyne aelbesien (Dod.), Jobam


1) = trosbes.


ROBINIA, RORIPA, ROSA.


213


nesdruifkens (Gr.H.), Johannesdruiven (G.H.), Roode aelbesien (Dod.), Sint Jansbesijkens (N.H.), Sint Jansdniyfkens (N.H.).

Vlaamsche namen: Bezielaar (B.), Dzenuvers (P.), Glaaskens- bezen (P.), Hinnebezen (P.), Januiveleer(e) (P.), Jeneuverbeziën (P.), Jeneuvers (P.), Jenever (B.), Jeneverhut (P.), Jenieverboom (P.), Je- niiivers (B.,P.), Jenuvers (P.), Jenijver (B.), Jinevers (P.), Roojenijvel- but (P.), Roode bizzemen (P.), Roode Sint Jansbezen (P.), Roode jenijvers (P.), Roode troppelebezien (P.), Rooi kroesele (P.), Roo(i)e beziën (P.), Seele kroesele (P.), Tcheneuverbezien (P.), Tcheneuvers (P.), Tchenuivers (P.), Treullebezen (P.), Witte bèzekes (P.), Witte janui vers (P.), Wutbezen (P.), 2>eebeize(n) (P.), Zeebeze(n) (P.), Zeem- bezen (P.).


Robiiüa L.

Robinia Pseiid-acacia L. Acacia.

Acacia-(?r., Fr., O.Dr., N.O., Tw., Witte regen-Z.A.

Sal, Veh., Gr.Z., L.N., N L., ZL., Zilveren regen-A.L., Thol. W.Fr., Waf., O.F., Wal, Z.Vl.,L.vR.

Vlaamsche naam: Wilde acacia (P.).


Koripa Scop.

1. Roripa amphibia Bess. Zie Nasturtium amphibium R. Br.

2. Roripa palustris Rchb. Zie Nasturtium palustre D. C.

3. Roripa silvestris Rchb. Zie Nasturtium silvestre R. Br.


Rosa Tourn. Roos.


Roas-J’r.

Roazebéamke--Fr.

Roazestrük-J'r.

Roëes-Z.L.

Roes-Z.A.

Roeze Z L.

Roos-Gr., Fr., T., N.O., O.Dr.,


SaL, N.Vel, Achth., N.L., Br.0., W.Fr., Wat., Kemn., Utr., Z.H., V.B., Goe., Waf., Z.VI.

Rooze-Tw., Sal, Gr.Z., O F.

Wilde roos-Rr.0.

Wijlde roos-Pr.


Oude naam: Roosen (N.H., Dod., Kil.).

Vlaamscbe namen: Roos (B.,P.), Rooze (B.), Roze (B ), Roze- boom (P.), Rozeboomke (P.), Rozelaar (B.), Rozeleer (P.), Rozestroek (P.).


1. Rosa caniiia L. Hondsroos. BottelA'a/.

Bottelroos-Fr., Vefz.

Roon\-Z.Vl.

Egelantier-Z.T7.

Hanepikken-Z.L.

Hègerozen-T«r.

Heggeroos-Z.F.

IIond,sr()os-*SV//., \’Gz., Gr.Z., N.L., Z.L., W.Fr., U r.. Z 11., Du., WaJ.


Ienkelantier-Z.7).

Kiinnoi]esvoos-Fr.(AngHsfimifiga).

Kannicliies-*S7.

]\Iaatidroos-A.77.

Negelantier-Z.17.

Spilkoren.

Veldroosjes-L.r..7/.

Wee[>el-.SV/k

Weepen-.lrA/A.


214


ROSA.


Wepe-Ti^;., Sal., Gr.Z. AVepedoom-T?<;., SaL, Gr.Z. AVependeurne-Gr.Z. Wiepedoorn-iSfl?., Velz., Gr.Z. AViepeldoom-re/2'., Gr.Z. Wiepkedoom-(rr.

Namen der vruchten: Bostebeiers {Z.Vl.)

Bottelen (Z.L.)

Hanekiillen {Z.L.)


Wilde bottelroos-TPaZ.

Wilde röskes-.4c/«//n Wilde roos-Gr., Fr., S'., N.O., O.Dr., Tic., Sal., Gr.Z., O.TeL, Velz. , Ach h., F.L., Z.L., V’at., Utr., Z.H., O.F., Goe., Sch., Z.B., WaL, Z.Vl.

Papemutsjes {Z.L.)

Paperinutsjes {Z.L.)

Wepen {Sal.)


Oude namen: Egbelentier (G.H.), Egbelentierbloeme (Kil.), Haecb- doernen (G.H.), Haecbdoren (G.H.), Hagbedoren (G.H.), Wilde rosen (Hond.).

Vlaamscbe namen: Boetelanddoorns (P.), Bottebremen (P.), Bottelbremen (P.), Briemen (P.), Egelenteer (B.), Eglentier (P.), Ege- lentier (B.), Epelbraam (B.), Eukelbraam (B.), (Ribben (P.), Haagroze (P.), Hageroze (P.), Hanekullekens (P.), Hanekullen (P.), Hepelbraam (B.b Heppebramen (P.), Heukelbraam (B.), Heupebraam (B.), Hippe- braam (B.), Hondsbremen (P.), Hondsroos (P.), Hoppelbremen (P.), Huppelbramen (P.), Huppelbremen (P.), Hupperbraam (P.\ K]okke(n) (P.), Klokske(n) (P.), Mierbraam (B.), Paap (de vrucht) (B.), Pape (id.) (B.), Papekul (id.) (B.), Pape(n)kullekens (P.), Wepelbramen (P.), Wil roze(n) (P.b Wilde rozelaar (B.), Wilde rozelirs (P.), Wilde rozen (P.).

2. Rosa cinuamomea L. K a n e e 1 r o o s.

Kaneelroos.

Oude namen: Kaneelrose (Kil.), Wilde rosen (Hond.),

3. Rosa gallica L. F r a n s c h e roos.

Aardroos. Franische roos.

Agaatroos. Provinseroos.

4. Rosa pimpinellifolla L Duinroos.

Duinroos-TF.F'r., Z.H., Du., Goe.,Wa\ Veldroos.

Negelentier. Witte roos.

Pimpinelroosje.

Oude namen: Duynrooskens (Dod., Kil.), Pimpernelroosken (Kil.).

5. Rosa pomifera Herm. Bottelroos.


Bottel-Tw;., Sal., Gr.Z. Bottelroos-A.0., Sal., Velz., Z.H.,Z.VL 6. Rosa riibigiuosa L Bottel-TM;., Sal, Gr.Z. Bottelroos-O.D/-., N.Vel, Gr.Z., L.N. Boorn-Z.Vl.

Egelantier-TF.i^r.

Eglantier-Z.R., Z.Vl.


Wilde roos-A.L.


Egelantier.

Ienklent’er-Z.4^. Inkelantiers-Tt’rt?. N^egelantier-O.F. Wilde roos. Wijnroos.


Oude namen: Egelenteer (M.N.), Egg(e)lentier (M.N.), Eglentere (M.N.), Eglentier (M.N.), Negelentier (M N.).

7. Rosa spiiiosissima L. Zie Rosa pimpineliifolia L.


RUBIA, BÜBUS.


215


Kiibia Tourn.


Rnbia tinctorum L. Meekrap.


Alizariwortel.

Kieme-O.F.

Krap (wortel).

Mee-O.if’., Gos., Sch., ThoJ., Z B., Wal Z.Vl.

Meekrap-lFa?.


Miede--Fr.

Miëkrap-O.-P.

Roodte-Z.-B.(in de uitdrukking  : rood- te delven).

Tamme rotte.


Oude namen: Clebcruit (G.H.), Crap(mede) (M.N.), Crapmee (M.N.), Crappe (Lob., M.N.), Klebcruit (G.H.), Krappe (Kil.), Mede (M.N.), Mee (N.H., Lob., Dod.), Meecrappe (G.H.), Meecrappen (N.H., Dod.), Meecruit (G.H.), Meed(e) (M.N.), Meekrappe (Kil.), Roodte (Kil.), Rotte (Lob., Dod.).

Vlaamsche naam: Meekrap (B.).


Rubus L.

Braam-Dr.&ew;., F.Vel., Velz., Br.W., W.Fr., Wat., Kenm., Vtr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Wal, Z.Vl. Braambes-T., Velz., L.N., W.Fr., Wat., Vtr., Z.R., Du., Wal., L.v.H. Braambezie-lFaL, L.v.H.

Bmem-Sch.

Braeme-lFaZ.

Breem-Rr.0.

Bïem-ScJi., Thol.

Brembeer-Br.0.

Brême-O.-F.

Breme-Z.jL.

Bremmen-T/ioZ.

Bremmetjes.

Bïoa.mheihes-L.v.H.

Broamhèzen-Sliedrecht.

Broame-Ttr., Sal., Gr.Z.

Broamel-iV.i., Z.L.

Brosimels-Tw., Sal, N.Vel., GrZ., Ly. Brommelbesiën.

Brömmels-Ac/i^/i.

Oude namen: Botteldoren (Ki' (Kil.), Braembesien (N.H., G.H., Breme (M.N.), Bruine bessen (G. Vlaamsche namen: Braam i Braambeze (B.), Monnebeier (B.), 1. Rabas caesias L. Dauwbraa Blauwe braam-Z.i/.

Blauwe brummel.

Braam-iY.B.


Braam.

Bromhes-Bet.

Brommelbeien-TF.

Brommels-Gr., Fr.

Brommerbeien-Gr.

Brommers-Grr.

Brummelbèzen-Ttü.  :

Brummeldeurne-Gr.Z.

Brummelen-Z.i.

Brümmels-Deye?^^er.

Brummels->S'^., N.O., Dr.hew., O.Dr., Tiv., Sal., N.Vel., Velz., Barneveld, Gr.Z., Ly., Vtr., Wal. Doornbessen-jPr.

Emertjes-O.Dr.

Hagebezie.

Kribbel.

Stekelbes-i^r.

Stiekelbeien-JPr.

Toambei--Pr.

Toarnbeijen-jPr.

Twanbei'en-E’r.

.), Braem (Hond., M.N.), Braeme Dod.), Brame (M.N.), Brem (Kil.), H.), Brumme (M.N.).

B.), Brame (B.). De vruchten heeten : Mounebeier (B.).

1.

Brombeeren.

Brombessen.

Brommerbei-XreiUü«rde;n


216


KUBUS.


Bijekoeren-Fr.

Dauwbraam-TT’a7., Z.B.

Eemkertje.

Kattebraam-B’a?.

Schimmelkousen-Z.T7.

2. Rubus fruticosiis L. B r a a m. Braam-Goe., Z.YL Broame-Gr.Z.

Brómelen-Z.L.

Brummel-iY.0., Tic., SaL, Gr.Z., Ba"- neveld.


Stikelbei-Fr.

Toarnbei-jPr.

Tonbeieii.

Tonnebei.

Twanneblad.

Groote braam.

Suikerbraam-Z.T7.

Toanbei.

Tonbei.


Vlaamscbe namen: Braam(hiet) (P.), Braamstruik (P.), Brame(n) (P.), Brembizzemstruik (P.), Bremdoorns (P.), Breme(n) (P.), Bremen- bout (P.), Breumdjuin (P.), Doorns (P.), Dorebeust (P.), Dorels (P.), Dorens (P.), Dores (P.), Stokbraam (B.), Stokbrame (B.), Zwarte flamboeze(n)plant (P.).


3. Rubus Idaeus L. Framboos. Braambezen-Ue/^’.

Braamboezen.

Braamboos-Z.-ff.

Braamstruik.

Braemboëzem-O.P., Goe.

Bramboes.

Bramboezems-Z.T7.

Bramboas--Fr.

Bramboazen-i^r.

Bramboos-*S7., T., Wat., Z.H., V.B. Brambozen-Tw.’., W.Fr., Kemn., Z.B., W^al.

Brambrozen-Z.R.

Braombèzen-^c/if/^.

Brem b o o s -Sliedrech f .

Broambezems.

Eemkers-iY.O.

Emmeschen-Z.Iy.

Flamboos-Gr., N.O., N.Vel., Barneveld, Achth., Z.L., W'al.

Flamboze-TF., SaL, Gr.Z.

Frambeziën.

Framboeës-Z.X.

Framboesen.

Framboezems-F.R., Sch., Thol.

Framboezestruik-Z.TY.

Framboisen-Z.F/.

Framboos-S'7., Fr., T., O.Dr., Tic.,


Oude naam Vlaamscbe


SaL, O.VeL, Gr.Z., Achth., N.L., Br.W., W.Fr., W^at., Utr., Z.H., V.B., Goe., Sch., WAt., Z.Vl. FramboiesdT’af.

Frambóze-^^r., O. F. Frambozestruik-F/r. Frambuezen-i.r.i7.

Heiningbesson.

Hemeltjes-O.Dr.

Hengelbeziën-i>r.O.

Hengsibizzinge--Br.O.

ï{enneheven-Gr.{OIdaviht).

Hennebes.

Hennebèze.

Hennebezie.

Hinebezen--Bar/2ere/7.

Hiiinebeien-Fr.

Himiebes.

Hinnebessen.

Hinnebèze-S'rtP, Gr.Z., Achth. Himiebezie.

Himiebraam.

Hinnebreme.

Hinnenbezie.

Hinnenbraeme.

Hof braambes.

Mummelkes-Z.L.


Hinnebesien (Dod.).

namen: Brombeiers (P.), Flambeezen (P.), Flamboeze-


RUM EX.


217


plant (P.), Flamboze(n) (P.), Fiamboze(a)stroek (P.), Hinnebrame (B.), Hinnebezen (P.), Hinnebremen (P.).


Koezuriiig.

Paardezuring-Z.T7.

Roodbeen.

Rooridder.

Sevel-Z.L.

Soevèl-Z.L.

Surel-Z.L.

Siiring-Fr.

SürstM-(7r.

Wilde zuring. Zoerblaar-r?r. ZxiïQ-AchtJi.

Zure zurk-jUr. Zurik-T., Z.B.


Rumex L. Zuring.

Zunng-Gr.{Westerhicariier), O Br., N.O., Tw., Sal., N.Yel., Barneveld, Gr.Z., L.N., N.L., W.Fr., Wat., Uir., Z.H., Du., V.B., O.F., Gos., Tho!., Z.B., W'al., Z.VI.

Zuurblaadjes-T.

Zuurblad-T.

I Zuurbladen-rrr.

Zuurling-Fr., O. Br., Sal. Zuurmoes-iV.X.

Zuurstalen-T//.

Zuurstangen-i<V.

Zuursteel-jPr.

Zuurstelen-6V.


Oude namen: Patich (N.H., Dod., Kil.), Peerdick (N.H., Dod., Kil.). 1. Riimex Acetosa L. V e 1 d z u r i n g.


Boere(n)zuring.

Gewone zuring.

Perdezuring-Z.T7.

Réa-skonk ^)-Fr.{Smdlmgerland). SchaapszurnigL7r.

Serel-Z.F.

Sorel-Z.L.

Swl-L.v.H.

Sürbledden-Fr.

Surkel-Rr.0., Sch.

Sürken-Fr.

Surpel -Rr.0.

Sürstallen-Fr.

Veldzurink-ira/.

Wilde zuring-6>.Z., W'a'., TJlr., ZIL,


O.F., TTV/7.

Zaaizuring.

Zoerblaa(r)-TM'.

Zoerke-TU.

Zoerstellen-Ta'.

ZoormoosW.F.

Zme- Achth.

Zurenk-O.F.

Zurik-Z.7>.

Zuring-TUfti.

Zuringstokken-TTV//.

Zurink-T/r.

Zurkel-Gr.Z., N.L., Z.L. Zuurling-O.Pr., N.O., Sal.


Oude namen: Dokke(blaren) (M.N.), Dokkewortel (M.N.), Suerick (Kil.), Suerckel (Kil.), Suerkruyd (Kil.), Sulckere (G.H.), Surckel (Dod., Kil.), Surckele (N.H.), Suyringh (Kil.), Zurinck (Dod.).

Vlaamsche namen: Azijn ('P.), Hofsulker (P.), Hofzurkel (P.), Kantzurkel (P.), Lochtingsulker (P.), Seulker (P.), Seurkel (P.), Silker (P,), Sirel (P.), Sirkel (P.), Soelker (P.), Soulker (P.), Sulkaart (P.), Suiker (B.), Surkel (P.), Zeurkel (P.), Zoelèr (P.), Zoerèl (P.), Zulker (B.), Zurkel (B.), Zuurkruid (P.).

2. Rumex Acetosella L. Schapezuring.

Kleine wilde zuiing. | \\{^u-?,Vo\\k-Fr.{Siuairnifjcrland).


1) roodbeen.


218


RUMEX.


Schaapspatich.

Schaapssuerkel.

Schaapszuring-8ak

Schaapszurkel.

Schape(n)zuring.

Schoapserel-Z.i.

Serel-Z.L.

Sxü-L.v.H.

Surpel.


Wild serel-Z.-L.

Wilde ‘sorel-Z.i.

Zoerstellen-Ta;.

Zoormoos-Z.i.

Zurink-T«f.

Zurkel-Z.T7.

Zuur-iN\0.

Zuurzaad.


Oude naam: Schaepssurckele (Dod.).

Vlaamsche namen: Braak (P.), Braaksulker (B.), Braakzurkel (B.), Brak (P.), Koezoelèr (P.), Koezoerel (P.), Schaapssilker (P.), Schaapssulkaart (P.), Schaapssulker (P.), Schaapsurkel (B.), Schaap- zurkel (B.), Schoupsuurkele (P.), Suiker (P.), Wilde surkel (P.), Wilde zurkel (P.), Zoete soiilker (P.), Zuurkruid (P.)*


3. Bumex acatus L.

Koesen.

Koesjesblad.

Peerdik.


Spitse zuring.

I Suikerwortel. Zuurbladen-Gr. Zuurstelen-Gr.


4. Rumex aquaticas L

Echte waterzuriiig.

Lenden wortel. PaardeeirkeldraZ. Paardensurel-Z.L. Paardeserel-Z.X. Vlaamsche namen meld zijn.


P a a r d e z u r i n g.

Paardezuring-T7io7., TT’a7. Paardezurkel-Z.F/. Peèsjserel-Z.i. Pèrdserel-Z.L.


Z.VI.


Dezelfde als bij R. Hydrolapathum ver-


5. Rumex conglomeratus Muit. K 1 u w e n z u r i n g.

Vlaamsche namen: Peerde(n)wortel (P.), Peerde(n)zurkel (P.), Peerdesulker (P.), Peerdesurkel (P.), Peerdspee (P.), Perdezurkel (P.), Pirdesuurkele (P.), Smalle dokke (B.), Wil(de) pachènce (P.), Wil(de) patience (P.).


(o. Rumex crispus L.

Koeleek-Re7.

Kwijlbabben.

Kwijlkwabben.

Leek-Bet.


K r u 1 z u r i n g.


Paai dezuringW’.jB.

Perdezuring-Z.T7.

Sul-X.i'.J7.


Vlaamsche naam: Als bij R. conglomeratus.

  • 7. Rumex glomeratus Schreb. Zie Rumex conglomeratus Murr.

8. Rumex Hippolapathum Fr. Zie Rumex aquaticus L.

9. Rumex Hydrolapathum Huds. W a t e r z u r i n g. ■


Haantjerijs.

Hantsjeruus.

Harntsjerijs-Er.

Koes-P.R.

Oeverzuring-Z.JÏ.


Paardesul-Z.v.77. Paardezuring-Z.R., Z.T7. Partbladeren-Z.L. Waterzuring.

Wilde tabak-TPa^.


RUTA, SABINA.


219


Wilde waterridder. | Zwarte waterridder.

Oude namen: Groot patich (Dod.), Ladic (M.N.), Ladike (M.N.), Ledi(c)ke (M.N.)*

Vlaamsche namen: Breede dokke (B.), Dokkeblaren (B.), Dokke- wortel (B.), Lekblaren (P.), Meerschzulker (P.), Merdellewortel (B.), Pardelle (B.),. Pareele (P.), Parille (B.), Peerdezurkel (B.), Perdelle (B.), Venscheblaren (P.), Waterzulker (P.)*


10. Ramex maritimas L. Z e e z u r i n g.

Han'estammen-Wai.(het zaad), | Zeezuriiig.

11. Rumex Nemolapathiim Ehrli. Zie Rumex conglomeratus en R. sanguineus

sameij.

12. Rumex nemorosus G. Mey. Zie Rumex sanguineus L.

13. Rumex obtusifolius L. R i d cl e r z u r i n g.

Bitterblad.

Bittersüring-J'r.

Hardijzer-Z.ü.

Izerhard-Gr.Z.

Knoers-Utr.

PaardezurinigW.5., Z.Vl.

Paardezurkels-TFa/.

Patig.


Patik.

Peerdezuriiig.

Peerdig.

Peerdik.

Ridder(blad)-Gr.

Riddertronk-iS'a/.

Ijzerhard.


Oude naam: Lapaten (M.N.).

Vlaamsche namen: Bordelle wortel (P.), Kalverblaren (P.), Kalver- tongen (P.), Kalverwortel (P.), Patersstok (P.), Peerde(n)wortel (P.), Peerde(n)zurkel (P.), Peerdesulker (P.), Peerdesurkel (P.), Peerdspee (P.), Perdezurkel (P.), Pirdesuurkel(e) (P.), Sint Antoniuswortelen (P.), Smalle dokkewortels (P.), Wil(de) pachènce (P.), Wil(de) patience (P.). 14. Rumex pratensis M. et K. Zie Rumex acutus L.


15. Rumex sanguineus L.

Bloedblad.

Bloedkruid.

Bloed wortel.


Bloedzuring.

Drakebl'oed. Rooje Jan-zSc/o Sulleken-X.v.JÏ.


Oude namen: Draeckenbloed (Kil.), Draeckenwortel (Kil.), Draken- bloet (Dod.), Roode patich (Dod.), Swarte patich (Dod.).

' 16. Rumex seutatus L. Spaanse he zuring.

Spaansche zuring- Achth., Z.R. Zuurbleddeii-Pr.

Zoerebleade-i^r.

Oude namen: Ronde surckel (Dod.), Roomsche surckel (Dod.).


Ruta Tourn.

Ruta graTeolens L. W ij n r u i t.

Oude nam en: Ruyte (Kil.), Wynruyte (Kil.). Vlaamsche namen: Ruite (P.), (Wyn)ruit (P.).

Sabina Spach.

Sabina offieinalis Grcke. Sevenboom.

Gewone zevenboom. | Iloerc'boom.


220


SAGINA, SAGITTARIA, SALICORNIA.


ZavelbO'Om-Tw., Sa’., Gr.Z , Wal.

Zoiwenhoom-Achth .

Zevenboom->S/., O.Dr., Tiv., SaL,

Oude namen: Savenboom (Ki

Sevelboom (Kil.), Sevenboom (Kil.), Sevenpalm (Kil.). Vlaamsche naam: Zavelboom (P.).


Gr.Z., N.L., Z.H. ZeveiibO'Oiiikruid.

), Savelboom (Dod., N.H., G.H.


Sagina L. V e t m u u r.

Vetmuur--Da.

Sagina nodosa Feiizl. K n o o p i g e v e t m u u r.

Zaïidkruid.

Vlaamscbe namen: Diünespurrie (B.), Duinespurwe (B.).


Sagittaria L.


Sagittaria sagittifolia L. P ij 1 k r u i d.


Adderkruid-Gr.

E z el s 00 r en -Z .7/ . ( Jïo c w.Mrd). HaasiO'Oren-E.i?.

Hazze-ear '^)-F r .{Idaarderadeel). Kikkerkruid.

Pilekrud-Pr.

P 1 o e g en-Z . Jï . (iZ oelsch e ivaa rd ) . Pijlblad-Gr.Z.


Pijibloem-6'r.Z.

Pijlkekrüd-Pr.

Pijlkruid-O.Dr., N.O., SaL, Velz., Gr.Z., Wat., Vtr., Z.H., Du. Slaiigentong-O.Dr.

Snoekeblad-Cr?'., N.L.

Snjoekeblêd-P;-.

Tongen-A.O.


Oude namen: Serpentstongen (Dod.), Serpentstonghe (Kil.). Vlaamsche namen: Kempische kappen (P.), Snoekblaren (P. Snoekkruid (P.).


Salicornia Trii

Bark.

Gelede kali.

HanepO'Ot-AkO., Sal.

HóanepO'Ot-Gr.

Hóaiievout-Gr.

Kelp.

Koraalkruid.

Kraalkruid-TPrtZ.

Krabbekrüd-P" r.

Krabbekwaad-GV., Sch.

K r a b b e k w a 3k-Sch ., Thol.

Krabbekweek.

Krabbenstroek-Gr.


Zeekraal.

Krabbenstruik.

Poapkul-G?-.(0?f/rtw6/).

Wipkul-Gr..

Zeegrappe.

Zeekelp.

Zeekra.

Zeekraal-T., Br.W., W.Fr., Vtr., Du., O.F., Goe., Sch., Thol, N.B., Z.B., Wal., Z.Vl.

Zeesla.

Zouterik-Z.T7., L.v.H.

Zoutkruid.


Oude namen: Geknoopte kali (Dod.), Salicornia (Dod.). Vlaamsche namen: Zeesalade (B.), Zeesla (B.).


1') = hazenoor.


SALIX.


221


Salix Trn. Wilg.

Sappiepenholt ^)-Tw.

SciL, N.VeL, Gr.Z., L.N., Br.0.,

Sapsiepbesholt i)-Ttr.

W.Fr., Wat., Kmm., IJ Ir., Z FL., Du.,

Teenen-Z.i?.

V.B., O.F., Goe., Sch., ThoL, Wal.,

Twieg--Dr.öet<?.

Z.VL

Warf-Gr.Z.

Wilge-Ttt?., Achth.

W edde(kens)-GV.Z.

Wilgeboom-Z.EG

Weiheboom-iV.X., Z.L.

Wilgen-Z.X. , /

Wenebos-Gr.

Wilgeries.

W^ri-SaL, Gr.Z., Achtli.

Wilgt-Z.JÏ.

Wervelenhout.

Willig.

Wervelwaarde.

Wisschen-Z.B.

Weurft.

Witse-.^.X.

Wie-Z.X., N.L.

Wulg-Z.VL

Wiehe-iV.X.

Wijlg-Xr.

Wiejeboom-Z.X.

Wijlgenboom-Xr.

Wilg-Gr., Fr., T., O.Dr., Tw., N.O.,

Wijljenbeam-Xr.

Oude namen: Weydboom (Kil.), Wilgenboom (Dod.), Wilgbe (G.H.,

Kil.), Wilghenboom (Gr.ïï.), Willigbe (Kil.), Wyde (Ki].), Wydouw (Kil.), Wye (Kil.).

Vlaamscbe namen: Fluitjesbijt (P.), Fluitjesbout (P.), Teen (P.), Waai (P.), Wedan (B.), Weulge (P.), Wiedauw (B.), Wiede (B.), Wiedouw (B.), Wieling (P.), Wilg (B.,P.), Wilgaard (B.), Wilge(P.), Willeg(e) (B.,P.), Willigeboom (P.), Wisscbeleer (P.), Wuilge (B.,P.),. Wuilve (P.), Wulg(e) (B.,P.), Wulgeboom (P.), Wulgenbout (P.), Wulvenboom (P.), Wurf (P.), Wijddouw (B.), Wijdouw (B.), Zweep- boom (P.).

In de Krimpenerwaard noemt men niet afgehakte wilgen : tweebast, grauw^ dottenteen, dot (binden), schietwilg; de knotwilgen: kopstoof of knoorstoofen de in uiterwaarden of grienden groeiende : hoephout.


1. Salix aciiminata Fl. B. S.

Werveling.

2. Salix alba L. Schietwilg. Bindbout-iV.jB.

Bind hou tb o om.

E u r o p e e sc h e p a lm b o o m .

Gele bindwilg.

Hoatstoof-T'.B.

Hoepwilg.

Hoogstoven-Z.l/.(J^ 2 i\l. hoog). Hooistoven-E.ZI.

1 ^I. hoog).

Knootwi'g-t/fr.


Knopwilg.

Knotwi!g-T., N.O., O.Dr., Sal., N.Vd., W.Fr., TEa'., Z.H., Du., V.B., Gce., Sch., ThoL, WaL, Z.VL, L.v.H. Knotwilge-Gr.Z.

Kopboom-T'./h, O.F., Sch., Z.VL Kopstoven-Z.//.(3[^ 2 ]\I. hoog). Koptronken-Z.T7.

]vo])wie-Z.iv.

Ko})wilg-4^a\, Z.ll .


1) de kinderen maken er lluitjes van. liet volgende volk.sliedje is bekend:

Sap, siep. siepkcn Wanneer bist (in riepe Al in de Mei.


222


SALIX.


Opgaande

Rijswilg.

Schietwilg-Re/^., ^Y.Fr., TJtr., Z.H., V.B., Wal

Schotwilg-*SöZ., W.Fr., Wat., Stobbewijlch-i^r.

Sioeh\i]ge-AchtJi.

Stronken-Z.T7.

Toefwilge-Ta'. ï r o e n k 1) o o me n-Z.B.

Troenken-TbaZ.

Tionk-X.r.i/.

Troaikboom-Z.J7., Z.B.

Tronke-Z.T7.


Twijghout.

Waarde(nhout).

Waterwilg-iraY.

Weerdenwilg.

Werf.

Wieheboom-Z.L.

Wilde wil<g.

Wilge-^c77/n Wilgeboom-Rr.0. Wilgenboom-Gr. Wilgentronk-Z.FZ., L.v.H. W i 1 g ep o o t e n dba b Witte wilg-W.Fr. Zilverwilig.


Oude n a a m : Witte wilgtie (N.H.).

Vlaamsche namen: Klakwilge (B.), Klakwulge (B.), wilge (B.), (Kraak)wulge (B.), Teen (P.), Wuilge (B.).


(Kraak)-


3. Salix amyg-dalina L. A m a n

Grauw waardenhout. Hoephout-Fe’^'., Z.17.(3-5-jarig). Hoofdstoof-F.R.

Knotwilg.

Kop wilg.

Rnwbastwaarde.

Rijshout.

Teenhout-Z.Jï. (1-jarig). Tweebastwaarde.

T w eeb a s t wa ar d e nhout .

Twiegt-^Sa?.

Twijghout-Fe/^-.


d e 1 w i 1 g.

Vim en.

Waarde.

Waardenhout.

Wardhout-Ac7i/7n

Warvelen-Ac/2i/«.

Weerdenhout.

Weerdhout.

Werf.

Werfhout.

Wervelenhout.

Wervelhout.

Wi ed o w ( wi s sen) -TFa7.


4. Salix arenaria Willd. Zie Salix iepens L.

5. Salix aiirita L. Geoorde wilg.


Werveling.


6. Salix babylonica L. Treurwilg.


Treurboom-T/2o7.

Treurwie-Z.A.


Utr., Z.H., Du., O.F., Scli., Thol, Wal, Z.Vl


Tr-eurwilg-Gr., Tw., N.O., O.Vel, Velz., Treurwilge-Tti;., Sal Gr.Z., Achth., L.N., W.Fr., Wat., Troerwie-Z.i.

Vlaamsche namen: Druifwaai (P.), Treurende weulg (P.), Treu- rende wilg (P.), Treurwilg(e) (P.), Treurwilleg (P.), Treurwulge (P.).


7. Salix Caprea L. W a t e r w i 1 g. Bergwilg.

Grauw waardenhout.

Ruige wervelwaarde.

Ruige wilg.


Ruwbastwaarde.

Tweebast-Z.77.

Tweebasters-Goe.

Tweebastwaarde.


SALIX.


223


Twieg-O.Dr.

Waarde.

Waardenhout.

Warf-Ti^;., Aclitli.

Warfholt-Tz(;., SaL, Gr.Z. Waterwilg-WO., O.Dr., Uir.,Z,H.^Wal. VCert-Achth.

W0rfhollt-^^r., Sal.


Werfwilg.

Wervel-O.Dr.

Wervelenhout.

Wer volwaarde.

Wetterwilg--Fr.

Wetterwijlch--F r

Z3.[ilwieè-Z.L.


Ylaamsche namen: Schietwerve (B.), Schotwerve (B.), Werfheit (P.), Wervel (P.), Weurvenhout (P.), Worf (P.), Wurf (P.).


In Vlaanderen heeten Salix amygdalina, aurita, Caprea en cinerea alle : werf, werfhout, werve, wervelhout, werven, wervenhout.


8. Salix cinerea L. G r a u w e w i 1 g.

Werveling.

Ylaamsche naam: Paaschhout (P.).

9. Salix daphiioides Yill. Zie Salix cinerea L.

10. Salix fragilis L. Kraak wilg.

Kat-I>?^. I Kattenhont-Goe., Z.Vl.

Ylaamsche namen: Klakwilge (B.), (Kraak)wilge (B.), (Kraak)- wulge (B.), Wuilge (B,).

11. Salix mouandra Ard. Zie Salix purpurea L.

12. Salix praecox Hoppe. Zie Salix cinerea L.

13. Salix purpurea L. Bittere wilg.

Bitterwilg.

Oude naam: Roode wilghe (N.H.).

Ylaamsche namen: Fransche roode wis (P.), Leerband (P.), Oude roode wis (P.), Rens (P.), Roode wis (P.), Roode wisschen (P.).


Z.Vl


Sal.


11. Salix repens L. Kruipwilg.

Bezemhout-irah Duinwilg.

Duunwilg-ira/.

Geil.

Kleine werf.

Kleine wirf.

Kleine zandwiJg-D?o Kruipende wilg.

Kruipwerf.

Kiaiipwilg-O.ye^., Velz., Acliili., ^^ .Fr.,

Oude namen: Yeldtcypres (Lob.), Yermiculata (Lob.). Ylaamsche namen: Heiwurf (P.), Kruipweurft (P.). 15. Salix triandra L. Zie Salix amygdalina L.

10. Salix yiminalis L. B i n d w i 1 g.


Utr., O. F. Ries-Achth. Riezen-T7ic., Rijzen.

Waarde.

AVarf.

Wedden-Ac/?7/o

Werf.

Wilde warf-Gr.Z. Zandwilg-FeZ^'.


Bindwilg-67., iV.O.. Bindwitse-Z.L. Bitteling-V.Fe/. Griendhout-Fc/2'.


W.Fr.


Hoephout. Katgraiiw-Z.//. Katte wilg. Katwilg-T., Z.H.,


Wal


224


SALSOLA., SALVIA.


Katwilgt-Z.H.

Koppoot--S'c/?.

Rieswaard.

Rij'shoiit-FeL-., Vtr.

Rijswaard.

Teen-.Y.i.

Teenen-O.F.

Teenhout-O.Dr.

Teenloten-Coe.

Twieg-Re/2’.

Twiegt-.

Séalje-Fr.

Séaljebéamke-J^r.

Oude naam:

Vlaamsche

1. Salvia officinalis L. Salie.


Self-O.Fe/., Gr.Z., L.N., NL. Selve-A'.O., O.Dr., Tiv., Sal. Soalje(bois)-TTVd.

Zeelf-jBr.O.

Zelf-Gr., Z.L., Br.0.

Zelve-Gr., Dr.heiv., O.Dr., Tw., Sal., Gr.Z., Achth.

ZeWer-Tiv.


Savie (Kil., N.H., Dod.). namen: Saalde (B.), Salie (B.), Seldje (B.).


Frausche thee. Salgie.

Salie-Gr.

Séalje-^Fr.

Séaljebéamke-Pr.


Selve-*S«/.

SiWe- Achth.

Tuinsalie.

I Zelf-Gr., O.Dr., Gr.Z., Z.L. I Zelve-Gr., Sal.


Oude naam: Sayie (G.H.).

Vlaamsche namen: Hofsalie (P.), Saalde (P.), Salie (P.), Saulde (P.), Sauvee (P.), Savee (P.), Savei (P.), Savel (P.), Savie (P.), Self (P.), Soevei (P.), Solje (P.), Zelf (P.).


SALVINIA, SAMBUCUS.


22b


2. SalTia pratensis L. V e 1 d s a 1 i e.

Wilde séalje-i^r.

Vlaamsclie naam: Wilde salie (P.).

3. SalTia Sclarea L. S c h a r 1 e i.

Algoede. Scharlakenkruid.

Maskaatsalie. Scharlei-Gr.Z.

Oude namen: Scarleye (G.H.), Schaerleye (Kil.), Scharlach (G.H.), Scharleie (G.H.), Scharleye (N.H., Dod.), Scherleye (Kil.).


Salvinia Mich.


Salviuia nataas All. Vlotvaren. Tros var en.

Wat er varen.


Zilverscho'On-Z.JZ.


Sambucus Tourn. Vlier.


Flear(beam)-i^r.

Fleer-Z.B.

Flèr-Tw.

Flier-Achth.

Vledder-Gr., Wal.

Vleer-F’r., Z.B.

Oude namen: Holder (N.H.), Vlier (N.H., Dod.).


Vlier-O.-Dr., N.O., Tw., Sal., O.Vel., Br.0., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., V.B., O.F., Z.B., Wal.

Ylieïe-Sch.

YVieii- Aal saneer.

ïïol(l)endere (M.N.), Hollentere (M.N.),


1. Sambncus Ebulus L. K r u i d v 1 i e r.


Had(d)ig.

Hadik.

Kleine vlier.


Lage vlier.

Wilde YliQX-Velz., Utr.


Oude namen: Adic (M.N.), Adick (N.H., G.H., Kil., M.N.\ Ebu- lus (Dod.), Hadich (Dod.), Hadick (Dod., Kil., M.N.), Swelckenhout (Dod.), Walworte (Kil.), Watervlier (Dod.), Wilde vlier (M.N.), Wildt vlier (N.H.).

Vlaamsche namen: Hadik (B.), Walworte (B.).

2. Sambncus nigra L. Y 1 i e r.


Flaer--Fr.

Flarie-yl.

Flarieboom-^.

Fléar-F’r.

Fléarbéam-F’r.

Fledder-Gr.

Flederboom-F’r., Tw., Sal., Gr.Z. Fleer-Z.J3.

Fleerenbooin-iV.L.

Fleerte-6V.Z.

Fleir-Z.X.

l^dèrboüin-Ta'.

Fl'erebooin-*S'c/o, Thol.


F\Q\xv-Fr .(Dongeradeeï). FliederbO'Om.

Flieër-N.Vel., Br.0.

Flier-Z.B., L.v.H.

FlLerbO'Om-L.ü.i/.

Heulenteer-Z.L.

Holdertere-Z.L.

HöIentère-Z.X.

Hollestere.

Hnllunder-Z.X.

Veer boom.

VlaardeboomdF.FV., Wal. Vlareboom-TF.F’r.


15


226


SAMOLUS, SANauISORBA, SANICULA, SAPONARIA.


Vlarehout-Iieww.

VLaretakken-TF.i^r.

Vledder-Gr., Gr.Z.

Vledderboom-(Tr., W., O.Dr. Y\eer-Z.H., O.F.

Vleerbessen.

Vloerboom-S'f., Fr., T., O.Dr., Sol., Gr.Z., N.L., Z.L., Z.H., Goe., Z.B., Z.VI.

Vleerholt-Tw;., Gr.Z.

Vlerboom-Fe/^.

VI ieder.


Vlieërte-Ttr., Sal., Gr.Z. Vliender-WaL, Z.Vl. Vlienderhout-Wa?.

Ylier-Gr.Z., N.L.

Vlierbesisen.

Vlierbloem.

Vlierboom-O.Dr., Velz., N.L., Wat., Thol., Wal Vlierholt-*SaL Vlierstruik.

Wilde vledder-Gr.

Wilde vlier.


Oude namen; Alhoren (Kil.), Alhorenboom (Kil.), Boltenboom (Kil.), Elhoren (Kil.), ïïolderboom (Kil.), Heldere (Q.H.), Holdertere (Kil.), Holentere (Kil.), Holler (Kil.), Hollertere (Kil.), Vledder (Kil.), Vledderboom (Kil.), Vlerboom (Kil.),. Vlier (Kil.), Vlierboom (Kil., G.H.), Vlinder (Kil.), Vlinderboom (Kil.), Witte vliender (Hond.).

Vlaamsche namen: Buizenhout (P.), Flier (P.), Flierenboom (P.), Flierenhaat (P.), Flierenheit (P.), Flierenhout (P.), Flier(h)ot (P.), Flieterhout (P.), Geeraard (P.), Geerd (P.), Gieulèr (P.), Gieulère- hout (P.), Heulenteer (P.), Heulenteun (P.), Huiltetèr (P.), Klakbos- hout (P.), Klakbussenhout (P.), Klapbuizenhout (P.), Klaterbeuzehót (P.), Klaterbusliout (P.), Klotsbuizenhout (P.), Klotsenhout (P.), Vliende- leer (P.), Vliender (B.,P.), Vlienderboom (B.,P.), Vlienderhout (P.), Vlinder (B.), Vlinderboom (B.).


3. Sambucus racemosa L. B e r g v 1 i e r.

Bergvlier. Peterselievlier-FeZ^'., Wal

Makke vledder-(rr. Tr osvlier -Z.H.


Samolus Tourn.

Samolus Valerandi L. W a t e r p u n g e.

. Strandpunge. | Waterpunge-TF.J’r., Utr., Du., Wal


Sanguisorba L.

1. Sanguisorba minor Scop. Zie Poterium Sanguisorba L.

2. Sanguisorba officinalis L. Zie Poterium officinale Benth. et Hook.


Sanicula L.


Sanicula europaea L. Heelkruid.

Breukkruid. | Heelkruid.

Oude namen: Sanickel (N.H.), Sanikel (Dod.), Sanikele (G.H.), Senikele (G.H.).


Sapouaria L.

1. Saponaria officinalis L. Zeepkruid. Droeffiletten-Hc/^^/«. Sjippekrüd-Hr.

Sieppekrüd-Hr. Zeepkruid-Hz^.,


Wal


SAROTHAMNUS, SATURBJA.


227


Oude namen: Seepcruyt (N.H., Dod.), Seepkruyd (Kil.), yiaamsclie namen: Kermisbloem (P.), Zeepkruid (P.). 2. Sapouaria Vaecaria L. Zie Vaccaria parviflora Mnch.


Sarothamnus Wimm.


1. Sarothamnus seoparius Koch.

2. Sarothamnus Yul^aris Wimm.

Besisomtakken-i.v.JÏ.

Bezembrem.

Bezemkruid-Gr.Z., W.Fr., Utr., Wal. Bezemstruik-Z.y?.


Zie Sarothamnus vulgaris Wimm. Brem.

BrO'em.

Brom-Z.FL Bvum-Z.L.

BrummenW.i.


Braam-O.ye/.

Braamt-6rr.Z.

Braom-Gr.Z., Achth.

Breem.

Brem Fr., O.Dr., N.O., Tw., Sol., O.Vel, Gr.Z., Br.0., Br.W., Kenm., Utr., Z.H., Du., Wal., Z.Vl. Bremerheide-Pr.

Bremkappers.

Broam-(?r.Z.


Genst-P.v.P.

Gent-M.

Ge(e)nst.

Ginist.

Ginister-Z.I/.

GrO'Ote brem.

GrO'Ote ginster-Z.P. Haantjes-Pewm.

Kappers.

Piiiksterbloem-O.-Dr., Tw.


Oude namen: Brame (M.N.), Brem (N.H., G.H., Dod., Kil., M.N.), Breme (M.N.), Broem (Kil.), Brumme (M.N.), Ghenst (Kil.), Gbinst (G.H.), Ginst (N.H.).

Vlaamscbe namen: Bessemstruik (P.), Brem (B.), Brembeust (P.), Brembloem (P.), Brembust (P.), Bremt (P.), Brim (P.), Brom (B.,P.), Brum (P.), Genette (P.), Genst (B.), Ginst (B.), De bloem beet Paap (B.) en Pape (B.).


Satureja hortensis L.

Beanekrüd-Pr.

Béankroed-Pr.

Boenekruds'Che-P.P., Z.L. Bonekruid.,

Boonekruid-ASaL, Kenm. Boonenkruid-Pr., O.Dr., N.O., Tw., O.Vel., Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Z.H., Wal. BO'Onenkrutje-Z.P.

Hofkom-Pr.

Hofkum-Pr.


Satureja Rw.

Boonenkruid.

Hofkunne.


Keul.

Keule-Z.FL K^mi^-Z.Vl. Koele. Kunne-TFa/. Kun n eken. Lochtekol. Saturije-TF.Pr. Scharenkruid. Tuinkeul.


Z.Vl.


Oude namen: Booccruut (M.N.), Cuele (N.ïï.), Satureie (G.H.), Satureije (N.ïï.), Sukereie (G.ïï.).

Vlaamscbe namen: Boonekruid (B.), Boonkruid (P.), ïïofkeul (P.), Keul(e) (B.,P.), Keulie (B.), Koenjel (P.), Labboonkruid (P.).


228


SAXIF11A.GA, SCABIOSA.


Steenbreek.


ütr., Z.R. Steenbréke-Tw., Vaderplant-y.5.


Sal., Gr.Z.


Steenro'osjes-Gr.

Witte steenbre<ek-O.Dr.


Saxifraga L.

Bevernaart.

Bruidegomsstelen-F.B.

Spe;lden-en-naalden-r.B.

Steenbreek-iV.0., Gelderland, N.L.,

Oude naam: Steenbreke (Kil.).

Vlaamsche naam: Steenbreke (B.).

1. Saxifragra granalata L. K n o 1 s t e e n b r e e k.

Haarlems klokkenspel-jfiLew^w., Wal., Snikkelaar-Z.H.

Du.

Knoillige steenbreek.

Sassefrasje-TFaL

Oude namen: Witte steenbreeck ( Dod.), Witte steenbreke (N.H., (ï.H.).

2. Saxifraga Hircalus L. Bokjessteenbreek.

Oude naam: Leegen Cistus van Vrieslant (Dod.).

3. Saxifraga sarmentosa L.

Vlaamsche namen: Moeder van duist (B.), Moeder van duist- kinders (B.), Bankende steenbreke (B.).

4. Saxifraga tridactyiites L. Kandelaartjes.

Kandelaartjes.

Oude naam: Tweede paronychia (Dod.; de eerste is Erophila verna).

5. Saxifraga ambrosa L.

Bruidsbloiemetjes. Me(n)niste-zusjes-yeZ2'.,

Bruidspijpjes. Menniste-schoonheid.

Haagscbe juffer(tje)s. Porsoleinbloempje.

Ho'e-langer-hoe-liever-yeZ2'. Porseleinen juffertjes.

Kommetjes-en-bakjes-lF.i?’r. Por&eleintje(s).

Kopjes-en-schoteltjes-TFflZ. Schildersverdriet-TFaZ.

M'e(n)niste-zindelijkheid-TFaZ. Speculatie.

Vlaamsche namen: Hagel ' en zijn maat (B.),

Heerentraantjes (B.), Schildersverdriet (B.).


TF.i^r., Wa\


Onze Lieven


Scabiosa L. Scabiosa.

1. Scabiosa arvensis L. Zie Knautia arvensis Coulter.

2. Scabiosa Oolambaria L. D u i f k r u i d.


Schapenjeugd-lFaZ.

Scbapenroosjes-lFaZ.

Schurftkruid-Z7Zr.


iVp'Osteemkruid.

Duivenschurftkruid.

Middelscabieuse.

Schaapsscabieuse.

Oude namen: Duivelsbeet (G.H.), Schaepsscabieuse (Dod.). Vlaamsche naam: Scabiooze (B.).

3. Scabiosa Succisa L. Zie Succisa pratensis Mnch.


SCANDIX, SCHOENUS, SCILLA, SCIRPUS.


229


Scandix Tourn.


Scandix Pecten Veueris L. Naaldekervel.


Aiberbek-Gr.


Naaldkervel.


YAh&£\yQ'^-Gr.(Westerkwartier), Tw., Sal, Gr.Z.


Ooievaarsbek-A.O., Gr.Z. 0'Oievaarssneb.


Kraanbek. - Ooievaarstak.

Kranebek-J'r., Tw., Sal., Gr.Z. Venusstraal.

Naalden -en-spelden-Z.y/.

Oude naam: Naeldekervel (Dod.).

Vlaamsche namen; Naaldekenskruid (P.), Naaldekervel (B.), Naalden (P.), Speld(er) (P.), Spoorkruid (B.), Sporrekruid (B.), Wilde poot(e)kens (P.).


Schoenus L.

Schoeuus nigricans L. K n o p b i e s.


Biesfgras.

Knodzegge-ASaZ.


Knop bies.

Zwarte knop bies.


Scilla L.


Scilla bifolia L. Scilla.

MaartsbLoemen.

N agel hijaoint-i^r .

Rnsisiische hijacint.

Scilla-O.jP.

Sterhyacint-Dw., Wal.

Oude naam: Meertsbloeme (N.H.).


Sterretjes-iV.X., Wal. Tweebladscilla. Tweeblad-sterhijacint. Zeeajuin.

Zeeui-N.O.


Tourn. Bies.


Scirpus

Beezen-Ac/t^/^.

Be(u)zen-Tif;.

Bies-T., Tw., N.Vel, W.Fr., Z.H. Biesen-iV.i.

Oude naam: Biesen (Kil.).

1. Scirpus laciistris L. M a 1 1 e n b

Bies-Fr.

Blokbiezen.

Bobbel-TF.i^’r.

Bobbert.

Bob el.

Buis.

Buizen-Gr.

Buus.

Buzen-iV.0., Sal.

Gr o o te bies.

Mattebies-Gr.Z.


I Bieze-Gr.Z.

Biezen-*S'aZ., Achth., N.L., W.Fr., Wat., V.B., Goe., O.F., Wal, Z.Vl.

I Bizen-i^r.

i e s.

M.Siiienhies-Gr.(}VesterJcwartier), O.Dr., Sal, Velz., Z.H., B^al.

Mattenliseh.

Meer bies.

Merikbies.

Paardebies.

Peper.

Popel-Fr.

Schilf.

Sek-Z.7i.

Slotbiezen-L.v.//.


230


SCLBRANTHUB, SCOLOPBNDRIUM.


Stoelebies. Stoölemattersbies-Z.jff.

Stoelenbies-(jr., O.Dr., Velz., Br.0., Stoelenmakersbies-Gr.

Wat., Z.R., L.v.H.

Oude naam: Mattenbiesen (Dod., Kil.).

Vlaamscbe namen: Leukbieze (P.), Poper (B.), Stoelbies (B.), Stoelbieze(n) (P.), Stoelbiezem (B.), Zeebiezen (P.).

2. Scirpiis maritimus L. Z e e b i e s.


Eendenbolt.

Hanebolten.

Heen-G^r. (W esterhwartier). Heenbolten.

Heenwortel-Gr.

Heinebolilen--Fr.

HiemGr . {W esterkwartier).

3. Scirpus pang'eiis Vahl.


Katboeken-WaG Oeverbies. Waterbies.

Wilde galigaan. Wild galigaangras. Zeebies.

Zeeriet. Stekende bies.


Oude namen: Scherpe biesen (Dod.), IJseren biesen (Dod.).

4. Scirpus Rothii Hoppe. Zie Scirpus pungens Yahl.

5. Scirpus Tabernaemontaui Gmel. Ruwe bies.

Buizen. Mattenldsch.

Mattenbies.

6. Scirpus triqueter L. Driekantige bies.

Oude namen: Scherpe biesen (Dod.), IJseren biesen (Dod.).


Hardbloem.

1 Water, spurrie-Rr.O.


Scleranthus L.

Hardbloem.

Knawel. i

Oude naam: Knawel (Dod.).

1. Scleranthus annuus L. Eenjarige hardbloem.

EngeLsche steenbreek. Kommerkruid.

Kommerbleumkes-^cAi/i. Kruupspurrie-O.FeL

Vlaamscbe naam: Waterspeurre (P.).

2. Scleranthus perennis L. Overblijvende hardbloem.


Kermesibeziën. Noords'che kermes.


Poolsch grein.


Scolopendrium Sm.

1. Scolopendrium officinarum Sw. Zie Scolopendrium vulgare Sm.

2. Scolopendrium Scolopendrium Karst. Zie Scolopendrium vulgare Sm

3. Scolopendrium vulgare Sm. Tongvaren.


Hertstong-zS'a/., Wal. Miltkruid.


Tonigvaren-TVaZ.


Oude namen: Hertestunge (M.N.), Hertstonghe (Dod., N.H., M.N.), Hertstonghen ((jt.H.), Hyrtstonghen (G.H.), Steenvaren (Kil.). Vlaamscbe naam: Hertstong (P.).


SCORZONBKA, SCROPHULARIA.


231


Scorzonera Tourn.


Seorzonera hispanica L. Schorseneer.


Adder(s)kriiid.

Adderwortel.

Dooie vingers-Z7^r., Thol. Gif(t)kruid.

Gifwortel.

"^Qïoo'è-Rotterdam.


Schorseneer-O.-Dr., 8al., Velz., Gr.Z., Z.L., Br.0., Go., Utr., Z.H., Du., Z.B., WaL, Z.Vl., L.v.R. Schorseneere-O.i^., 8ch. Schotseneel-/SaL, Z.Yl. Schotseneer-Gr.


SchjOirsienieed- JV.0., 8al., O.Vel., Sjorsjeniel-Z.i.

Achth., L.N., N.L., Z.L., Wat., Am- Slangenkruid. sterda^n, O.F., Thol., Z.B., Wal., Slangenwortel.

Z.VL, L.v.H.

Ylaamsche namen: Scheurschenelen (P.), Sclieursenele(n) (P.), Scheurzenelen (P.), Scheusnelen (P.), Scheussenelen (P.), Scheuzenelen (P.), Schorschenaaillle (P.), Schorseneel(e) (B.,P.), Schorsoneer (B.,P.), Schosnelen (P.), Schossenele(n) (P.), Schurseneele (B.), Schusseneele (B.), Schussenelen (P.), Schnssnelen (P. , Scorsenelen (P.), Sesnelen (P.).


Scrophularia Tourn. Helmkruid.

Helmkruid-kF.i^r., TJtr.

Oude namen: Helmkruyd (Kil.), Speenkruyd (Kil.), Spenkruyd (Kil.). Vlaamsche namen: Schuimkruid (P.), Stinkende kruid (P.).


1. Scrophularia alata Gil.

Aambeienkruid.

xlntoniekruid.

Balbii’s helmkruid.

Beekschuim.

Moerashelmkruid.

Poppekast.


Gevleugeld helmkruid. Sint-Anthonieskruid. Skroifelkruid. Speenkruid. Waterhelmkruid.

W aterspeenkruid.


Oude namen: Beeckschuym (Dod.), Bekenschuym (Hond.), St.

Anthoniscruydt (Dod.), Waterbetonie (Dod.).

Vlaamsche namen: St. Markoenskruid (P.), Stinkende kruid (P.).


2. Scrophularia nodosa L. Helm Aambeiwortel-TFaL Aambeienkruid.

Beekschuim.

Betonie.

Groot klierkruid.

Groot speenkruid-lFak Klierkruid-Gr.Z.

Knoopig helmkruid-Z.JÏ.

Poppekast.


r u i d.

Rammelkorven(de rijpe vruchttros- sen)-Gr.

Sint-Anthonieskruid.

Skrofelkruid.

Speenkruid-i>r.O.

Varkenwronge-*S(2^.

Waterbetonie.

Wilde wijngaard.


Oude namen: Groot speencruydt (Dod.), Scrofularia (Dod.), Soge- wortele (G.H.), Spenencruyt (N.H.), Zoeghenwortele (G.H.). Vlaamsche namen: Berstekruid (B.), Bestekruid (B.), llotelare (B.), Sint Markoenskruid (P.), Turksche toep (B.).


232


SCUTELLARIA, SECALB, SEDUM.


Scutellaria galericulata L.

Blauwe godsgenade-TF.J’r., Gehelmde wederik. Glidkruid-i^r., ütr., Du. Helmkruid.


Scutellaria Riv.

G 1 i d k r u i d.


Utr.


Hengelkruid-^a/sweer.

Koortskruid.


Schildkelk.

Schildkruid.


Oude namen: Glidtcruydt (Dod.), Herba judaica (Dod.).


Secale L.

Secale cereale L. Rogge.

Kóare-Z.X.

Koorn- Apeldoorn, Z.L.

Kore-xY.i.

Koren-iV.i., Z.L.

Rog-Gr., T., N.VeL, Velz., Gr.Z., Bar- neveld, Ly., L.N., N.L., W.Fr., lienm., JJir., Z.H., V.B.

Oude namen: Koren (Kil.), Kogge (Dod.), Kogghe (N.ïï., Kil.), Kogghekoren ((x.H.), Kogghekueren (G.H.).

Vlaamsche namen: Kau(w)re (P.), Koorn (B.,P.), Kore (P.), Koren (P.), Ku(h)eurn (P.), K(w)oin (P.), Rogge (B.,P.), Rugge (B.,P.).


Rogge-Gr., Fr., ODr., N.O., Tw.,Sal., N.Vel, Velz., Gr.Z., Achth., W.Fr., Z.H., V.B., O.F., Sch., Thol., Z B., Wal., Z.Vl., L.v.H.

Winterrogge.

Zomerrogge.


Sedum L. Vetkruid.


Donder baard. Donderloof-Tw;. Hui si ook.


Lepelblad-F.R. Vetkmid-G/r., Wal.


Ylaamscbe naam: Groei(t)geern (B.).


1. Sedum acre L. Muurpeper. Bergknop-Pr.

Bladerlooze donderbaard.

Eeuwige levenW.O., Z.H., Sch. Gee\gr3iS-Gr.{Oostelijl' deel). Goudgras-Gr.

Muurpeper-Gr., O.Dr., Sal., W.Fr., Utr., Du., Wal.

Muurvetplant-iV.i.

Overrloed-Gr.

Prikmadam-Z.E/.


Rijisitepap-Z.TY.

Scherplook.

Scherp steenlook. Scbotkruid. Sint-Janskruid-Gr.Z. Steenlook. Tripmadam-Z.R. Wilde zeekraal-TFaL Zeekraal-TFaL Z onnet je-TFa^.


Oude namen: Cattendruyfkens (N.ïï.), Duivencrop (G.H.), Muer- peper (N.H., G.H., Dod., Kil.), Muerpepere (G.H.).

Vlaamsche nam en: Gele rijstpap (P.), Goudmijn (B.), Onze lieve vrouw bedstroo (P.), Pottekevol (P.), Rijstpap (P.), Seekruid (B.), Zeekruid (B.).


2. Sedum album L. Wit vetkruid.


Bladeloos. | Roesloot-Tw.

Bladerlooze. I Huislook.


SEDUM.


233


Kleine sediim. Klein huislook-G^oe, Krabbekwaad-^)c/i. Pap ekull ekens. Prikmadam. Ruttekeurels '^)-Gr.


SchO'tkrnid. Tripmadam-f/b\, Z.B. Witte sedum.

Witte tripmadam. Wit vetkruid. Zeekraal-Z.^.


Oude namen: Bladeloos cleyne donderbaertwyfken (N.H.), Tweede cleyne donderbaert (Dod.), Papencullen (M.N.).

Vlaamsche namen: Ilanebeziën (P.), Moïzekeutels (P.), Muize- keutels (P.), Spene(kruid) (B.), Witte rijstpap (P.).


3. Sedum Bolonieiise Loisl. Zacht vetkruid.

Goudgras-Gr. | Tripmadam-6'aL

4. Sedum Cepaea L. Omgebogen vetkruid.

WiiLde pOTselein.

5. Sedum purpurascens Koch. Zie Sedum purpureum Lk.

6. Sedum purpureum Lk. Hemelsleutel.


BreukJ^ruid-TPa/.

Donderboon.

Donderkruid-Gr.Z.

Donderloof ^)-Tw.

Groot breukkruid.

Hemelsleutel-O.PeZ., Kenm., Wat.JJtr. Hemelslotel-Ti(;., Sal., Gr.Z. Himellof-i^r.

Himelslot-i^r.

Huislook-jPr., N.O., O.Dr., Sal, Velz., Gr.Z., Br.0., W.Fr., Z.B.., Wal. Kroont] eskruid-TFaZ., Z.Vl. Moederplant-TPaZ.

Roode sedum.


Rood Janskruid.

Sint-Jan-^’z.

Sint-Janskruid-/S7., N O., O.Dr., Sal, Velz., Br.0., W.Fr., N.H.{Beets),Uir., Du., O.F., Z.B., Wal, Z.Vl Sint- J anskrüd-Pr .

Sleutels-Tw.

Smeerkruid.

Smeerwortel-iV.0., Velz., Gr.Z. Spaansiche smeerwortel.

Wilde sedum.

Wolfsiboonen.

Wondkruid.

Woud(en)kruid.


Oude namen: Bladeloos (M.N.), Drieswortele (G.H.), Druswortele (G.H.), Hemelsleutel (Dod.), Knechtkenscruyt (N.H.), Smeerwortel (Dod., Kil.), Truswortele (G.H.), Woudencruyt (N.H.).

Vlaamsche namen: Dodding (B.), Geneeskruid (B.,P.), Geneze- blad (P.), Genezekeskruid (P.), Groote rijstpap (P.), Hooge rijstpap (P.), Kroontjeskruid (P.), Kruid aan den balk (P.), Levendig kruid (P.), Onze Lieve Heeren druppelkesbloed (P.), Sint Janskruid (P.), Sint Jansplant (P.), Verkeerde wereld (P.), Vingerkruid (P.), Vuur- kruid (P.), Wondekruid (B.), Zolderkrollen (P.).


7. Sedum reflexum L. Tripmadam.

Gele tripmadam. | Tripmadam.

Oude namen: Bladeloos cleyne donderbaertwyfken (N.H.), Eerste jjleyne donderbaert (Dod.).

Vlaamsche naam: Onze Lieve Vrouwe troonkruid (B.).


1) naar den vorm der bladen.

2) Het heet, dat de bladen verder vaneen gaan staan, als er onweer komt.


234


BEMPERVIVUM, SENEBIERA, SBNECIO.


8. Sedum sexan^alare Aiit. n. L. Zie Sedum Boloniense Loisl.

9. Sedum Telephium Fl. B. S. Zie Sedum purpureum Lk.


SemperviTum tectorum L

Dakenloof.

Dakenlook-Z.JÏ., ^Yal.

Dakloof-iY.X., Z.Vl.

Daklook-Gr., L.N., N.L., Z.L., W.Fr. Dikblad.

Donderblad--Fr., Tw., Sal., Gr.Z., L.v.R.

Gewoon huisloof.

Gewoon huislook.

Groot huislook.

Hoeslof-J^r.

Hoeslook-Gr., Z.L.

Höslook-iV.yeL

Y{oQ^\oOY-Gr.{Iloogeland).


SeraperYivum L.

Huislook.

Huiskruid.


Huislak-O.i^.,

Huisloof-Ti^.,

Hutislook-Ty.,

O.Vel., Velz.

W.Fr., Wat., Ulr.,

Sch., Thol., Z.B.,

Huisloop-Gr., Wat.,

Husiak-i^r.

Hus'lok--Fr.

Huulsblad.

Huuslook-HcA^/i.

Sint-Janskrüd--Fr.(-S'maZh'w5feWcmc?).

Wodansbaard.


Sch.

Br.0., Z.B., Wal.

T., O.Dr., N.O., Sal, Gr.Z., L N., N.L.,Br.O., Z.H., Y.B., Goe., Wal, Z.Yl.

Y.B.


Oude namen: Donderbaer (M.N.), Donderbaerd (Kil.), Donderbaert (Dod., M.N.), Donderbare ((r.H.), Donderblat (M.N.), Donzeblat (M.N.), Groote donderbaert (N.H.), Huislooc (M.N.), Huiswortele (G.H.), Huysloock (Dod., Kil.), Huyswortel (N.H., Kil.).

Ylaamsche namen: Donderbare (B.), Donderblaars (P.), Donder- blaren (P.), Donderbloemen (P.), Donderblomme (P.), Donderbos (P.), Donderkruid (P.), Donderplant (P.), Dondertoppen (P.), Dunderbare (B.), Dunderblaan (P.), Dunderblad (P.), Dunderblarei n) (P.), Dunder- bloeme (P.), Dunderblomme (P.), Dunderkruid (P.), Dunderplant (P.), Hauslwoik (P.), Huislook (P.).

Senebiera Poir.

Senebiera Coroiiopiis Poir. Zie Coronopus Ruellii All.

Seneeio Tourn.

Grintkruid.

Grijiskruid.

Kruisjeskruid.

Oude namen: Cruyscruyt (Dod.), Grindcruyt (Dod.), Kruysette (Kil.), Kruyswortel (Kil.).

1. Seneeio flayiatilis Wallr. Lancetbladig kruiskruid.

Heidensch wormkruid.

Oude naam: Heydensch wondcruyt (Dod.).

2. Seneeio Jaeobaea L. Jacobs’ kruiskruid.


Kruiskruid. Kruiskruid-T., O.Dr., N.O., Sal Z.L., W.Fr., JJtr, Aalsmeer.


N.L.,


Annebienaboompje.

Arabiersboompje.

Beestebloemen-A.'y.y.

Grondheel.

Jacobisbloem.

Jacobskruid.


Jacob’s kruiskruid-Ty.J^r.

Koebloemen-I^.v.y.

Sint-Jacobsbloem.

Sint-Jacobskruid-Z.X.

Strommel-Wa^.

UzQYhoompje-Zwolle.


SERRATÜLA, SBTARIA.


235


Oude namen: Groot cruyscruydt (Dod.), Sint Jacobsbloeme (N.H.), Sint Jacobscruyt (Dod.), Wit sint Jacobcruydt (Dod.).

Vlaamscbe namen: Po(e)pstaal (B.), Propstaal (B), Sint Jacobs- kruid (P.), Sinksom (P.), Soldatekruid (B.).

3. Senecio paliister D. C. M o e r a s a n d ij v i e.

Armoedsbloem-Wa^. Wateroonijza.

jMoeras-aschkruid. Wilde andijvie-Wa^.

Tuters-Ti^a^.

4. Senecio saracenicus L. Zie Senecio fluviatilis Wallr.

5. Senecio silvaticns L. B o s c h k r u i s k r u i d.


Groot grintkruid. Kruiswortel-O.jDr., Z.H. Kruus\voartel--Fr.


Sint-Janskruid-jPr., Z.B. Spinderik-Z.X.


6. Senecio Yulgaris L. K r u i s k r u i d.


Dikkop-Z.i.

Eksuun-<S'c/i.

Endeloos.

Gemeen kruiskruid-TF.E’r., ütr., Wal. Heidensch wonderkruid-Waf. Kanariekruid-O.Dr., N.Vel., Veh., TJir. Kleine kruisdistel.

Klein grintkruid.

Knoppert-Gr.Z., Achth.

Kruisblad-21.E,

Kruis dis tel.

Kruiskeakruid-E.'y.iï.

Kruiswortel-Gr., O.Dr., Gr.Z., Achth., W.Fr., Z.H., V.B., O.F., Thol. Kruuswoartel-E'r.

^lodderpoten-EeZ^^.


I Munnikenbladen-T.

I PluisjesW.jC.

Pluiskruid-Goe.

Reulink-GaL Ritse-^.EL Saensche juunW.R. Schaapssteentjes.

Siensejo'en '^)-Z.Yl.

Siensejuin ^)-Z.B., Wal. Sensejuun '^)-Z.Vl.

■'^Sentse juin ^)-Z.Vl.

Sinksom.

Sinsoen-lEak, Z.Vl. Sint-Janiskruid-E'r., Wal. Vogeltjeskruid-Gr., N.Vel., Wat.


Oude naam: Senesson (N.H.).

Vlaamscbe namen: Kaarskenskruid (P.), Kjeskeskruid (P.), Kruis- kensbloem (P.), Kruiskenskruid (P.), Samsoen (B.,P.), Seenksen (P.), Seenksoen (P.), Seisioen (B.), Sencioen (B.), Sensioen (B.), Siensonk (P.), Singsoen (B.), Sinksen (P.), Sinksenkruid (P.), Sinksoen (B.), Sinksom (P.), Sinsjoen (P.), Tjeuntje(un) (P.), Vensioen (B.), Vogel- kruid (B.).


Serratula L.


Serratiila tinctoria L. Zaagblad.

Schaarkruid. j Verfzaagblad.

Verfdistel.  ! Ververszaagblad.

Oude naam: Serratula (Dod.).


Naaldaar.


Setaria P. B. Naaldaar.


1) van ’tlransche; sene<;on, van ’t lat. : Senecio.


236


SHERARDIA., SIDERITIS, SIEGLINGIA, SILENE.


1. Setaria italica P. B. T r o s g i e r s t.

Gemeene gierst. Italiaansche vogelgierst.

Indiaansch panikkoren. Rosse vogelgierst.

Ylaamsche namen: Gierste (B.), Gierstplant (B.), Kanariezaad (P.), Kanoïrezoï(d) (P.), Karnalevogelz(w)oïd (P.)j Karnalez(w)oïd (P.), Karnaolezwoïd (P.), Konarezaad (P.), Kornorezood (P.), Slingerauwe (B.), Trosselzaad (P.)» Veugel(tjes)zaad (P.), Yogelgerste (B.), Yogel- panik (B.), Wit zaad (P.).

2. Setaria Tiridis P. B. Groene n a a 1 d a a r.

Froaniegras ^)-Gr.

Ylaamsche namen: Platgras (B.), Yogelgoed (P.), Y^ilde vogel- zaad (P.).


Sherardia DiU.

Sherardia arreiisis L. Blauw w a 1 s t r o o.

Akkerrood. | Blauwe-walmeester-zonder-reuk.

Oude naam: Blaeuwe walmeester (Dod.).

Sideritis Tourn.

Sideritis montana L. IJ z e r k r u i d.

Oude namen: Ledecruut (M.N.), Ledecrujt (M.N.).

Sieglingia Bernh.

Siegliugia decumbeiis Bernh. Zie Triodia decumbens Bernh.

Silene L. Silene.

Jan-tiek-don-broek-uit-en-an. | Yeldkaars.

Lijimkruid-TT'aZ. [ Zeer-oogenbloem-TF.F’r.

1. Silene Armeria L. Pekbloem.

Pikblommetjes-Z.y/. | Vliegennet.

Oude naam: Krayenbloemken (Kil.).

Ylaamsche naam: Rood kruisken (P.).

2. Silene conica L. Kegelsilene.

Suikerriet-Dw.

3. Silene inflata Smith Zie Silene vulgaris Grcke.

4. Silene iintans L. Nachtsilene.

Knikkende meuje-i)?^.

5. Silene pendula L. Hangsilene.

Br oektrekkert j e-(?r.

6. Silene yenosa Aschrs. Zie Silene vulgaris Grcke.

7. Silene vulgaris Grcke. Gewone silene.

Behen. | Witbe(h)en.

Indiaansche tabak. j


1) franjegras.


SILYBUM, SINAPIS.


237


Silybum Yaill.


Silybum Marianum L.

Bonte Alltel- Aalsmeer. Diesel-^c/i^A. Distel-O.Dr., V.B., O.F. Gevlekte distel. Mariadistel-Gr.Z., Z.L., ZB.


Mariadistel.


Wat., Utr.,


Melkdistel-iY.O., Gr.Z., Du. Moe der -M ari a dis tel-H u . Onze(Lieve)Vrouwedistel. Steek distel.

Stekeil-i^r.

Vrenwendistel.


Oude namen: Mariedistel (N.H.), Onser vrouwendistel (N.H., Dod.). Vlaamsche namen: Onze Lieve Vrouwdestle (P.), Onze Lieve Vrouwedistel (B.).


Sinapis Trn. Mosterd.


Mosterd-Gr., Fr., Tw., N.L., W.Fr., 1 Mosterdkruid.

Utr., Wal. }

1. Sinapis alba L. Gele mosterd.

Engelsche mosterd. Gele mjoeterd-Z.l?.,

Geel moisterdzaad-k.B. Moetaard.

Gele merk. Witte nmsteid-Sal.,


O.F., Wal W.Fr.


Oude namen: Mostaerd (Kil.), Mostaert (Dod.), Sennep (Kil.), Wit mostaertcruit (G.H.), Wit mostaertcruyt (N.H., G.H.), Witte mos- taerd (Kil.).

Vlaamsche namen: Mossed (P.), Mostaad (P.), Mostaard (P.), Mosterd (P.), Mostoid (P.), Mostoïrd (P.), Mostood (P.), Mostoord (P.), Most(w)oid (P.).


2. Sinapis arvensis L. Herik.

Gele kiek-Gr.

Gele merk.

Harink-/Sc^.

Hark-Z.H.

Hederik-Ti^;., Sal., Gr.Z.

Hèrik-S'^., Tw., Sal, N.Vel, Velz., Gr.Z., Achth., Bet., N.L., Br. O., Utr,, Z.H., Wal, L.v.H.

Uenng-N.O., Sal, Z.L., O.F., Goe.,Sch. UlQxk- Aalsmeer, Z.H., V.B., Wal Heri4k-y.B., O.F.

Keek-T^ü., Sal Keik-Fr.

Kèk-Sal.

Kiedik-Dr.feew;., O.Dr.

Kiek-TF.

Kleiherik.

Koolzaad-vaii-Korfu.

Oude namen: ïïerick (N.H., Vlaamsche namen: Bruis


Krod-W.Fr. ‘

Krodde-GV., Fr., O.Dr., N.Vel, Gr.Z., W.Fr., Z.FL.

Kr ó de -i^r.

Krok-Gr.

KrokGr.

Kror-Gr.

Krot-Gr.

Riobert.

Staring-Dr.&ew;.

Walderik-X.y.H.

Wilde kxhol-O.Vel.

Wilde miosterd-lFak Wild mo>sterdzaad-Gr.Z.

Zeel.

Zemp-Z.i., Wal., Z.Vl.

Zempe-ir.TY.

Zempt.

od.), Wilde mostaert (N.H.).

I.), Bruus (B.), Daring (P.), Derik


238


SISYMBRIUM, SIUM, SOLANUM.


(P.), Derink (P.), Derrink (P.), Harik (B.), Haring (P.), Hêring(P.), Hêrink (P.), Herring (P.), Hirk (B.), Kaakstaal (B.), Kake (B.), Kakezaad (B.), Mostaardkruid (B.), Nerink(P.), Wilde mostaard (P.), Wilde mosterd (B.), Zemp (B.), Zim(p) (B.), Zwarte mostaard (P.), Z wette mostaard (P.).

3. Sinapis juncea L. Zie Brassica elongata L.

4:. Sinapis nigra Fl. B. S. Zie Brassica nigra Koch.


Sisymbrium L. E a k e t.

Raket-iV.-L., Utr. | Waterkers-D2^.

1. Sisymbrium Alliaria Scop. Zie Alliaria officinalis Andrzj.

2. Sisymbrium amphibium L. Zie Nasturtium amphibium R. Br.

3. Sisymbrium Irio L. Breedbladraket.

Vlaamsche naam: Harik.


4. Sisymbrium Nasturtium Fl. B. S. Zie Nasturtium officinale R. Br.

5. Sisymbrium obtusaugulum Schleicher. Zie Erucastrum Pullichii Sch. et Sp.

6. Sisymbrium officinale L. Raket.

Heetskruid. | Steenraket-W.Fr., Z.H., Du., Wal.

Vlaamsche namen: Rezimaal (B.), Eezimom (B.), Eezimong (B.), Einkette (B.).

7. Sisymbrium silvestre L. Zie Nasturtium silvestre R. Br.

8. Sisymbrium Sophia L. S o p h i e k r u i d.


Eiekruid.

Fijkruid,

Fijinbladige raket. Sophiekrmd.


Sop hie waterkers. S o p hi e w a ter kruid . Vuurkruid.


Oude namen: Fiecruyt (Dod.), Fyecruyt (N.H.), Fyekruyd (Kil.), Sophia (Dod.), Sophiecruyt (N.H.).

9. Sisymbrium tenuifolium L. Zie Diplotaxis tenuifolia D. C.


Slum L.

1. Sium angustifolium L. Zie Berula angustifolia Koch.

2 Sium Bulbocastanum Sprg. Zie Carum Bulbocastanum Koch.

3. Sium latifolium Koch Groote watereppe.

Breedblad’ige watereppe. Eerste watereppe.

Breedbladige watermerk. Juffrouwmarkt.

Donderbloemen-X.v.y.

Oude namen: (jfroote watereppe (Dod.), Watereppe (N.H.).


Solanuni L. Nachtschade.

Nachtschade-O.Dr., N.O., N.L., Br. O., | W.Fr., Utr.

Oude namen: Nachtsca(de) (M.N.), Nachtscadue (M.N.), Nacht- scaduwe (M.N.), Nachtschaede (Kil.), Nasscade (M.N.).

1. Solanum Dulcamara L. Bitterzoet.

Alefranke-tFak Alfsrank(en).

Alfranke-iSak Bitterswiet-F’r.


SOLANÜM.


239


Bittertak-T^.

Bitt0rzoet--Fr., T., Gr.Z., L.N., N.L., W.Fr., Wat., Utr., Wal., Z.Yl., L.v.H. Bitterzoethout-TF.Fr., Wal. Bitterzuithjolt-Gr.

Dodebèze.

Dolbessenbout.

Dolbssseiikruid.

Dolkruid-Tt^;., Sal., Gr.Z. DoWehes-Z.H.

D'O'Ode bèzen-Tw., Sal, Gr.Z. Pullebessenbout-^.-H.

Eigjesbout.


Klimmende nachtschade. Kwalster-O.Dr., W.Fr., Wat., Z.R. Kwalisterholt-O.-P.

Kwalsterhout-O.Dr., N.O., Sal, Yelz., Gr.Z., Utr., Z.R. Kwaïstjeshout-T/io/.

Muizenbout.

Oerhout.

Oud-mannet j esbont-Br.TE. Paardezoethout-6roe.

Rekop-(?r., Gr.Z.

Rust.

Schatholt-iV.Dr.


Elfrank-Z.iï., Ffu., V.B., Wal, Z.Vl Elfranke-T^^;., Sal, Gr.Z., Wal. Eigjesbout.

Ellefranke-Wa7., Z.B., Z.Vl. Errefranke-Z.jB.

Franke-Z.R.

Franfcout-^.I7.

Hennebèze-Tw’., Sal, Gr.Z. Hennebloemen.

Henneblóme-Tic., Sal, Gr.Z.

H'oe-langer-boe-lievcr.

H(ondebeisholt-Gr.

Hiondebeistal-JPr.

Hondskers.

Hounebeishout-Er.

H'OOinebeistal-F'r.

Hoamemizeb-Fr.

Kalfkruid-^.X.

Kersthout-Z.iï.


Scbothout.

Seringhout-Z.Jï.

Slugter-Z^co/Ze.

Stinkholt-Crr.

Stinkhout.

Valshout-Dw.

WaLschot-F.R., Sch.

WaLshout.

Wanschoft-F.R.

Waterholt-Gr.Z.

Weerhout.

W ieiewrang-F’r.

Wilde aardappel.

Wilde frange-*S^.

Wild zoethout-Gr., O.Dr., Tw., Yelz., Sch., Wal, Z.Vl.

Wile wranje-G7.

Zoethout--Br.O.


Oude namen; Alfsrancke (Dod.), AUefrancbe (Hond.). Vlaamscbe namen: Berstebeziën (B.), Dulle kamare (B.), Elfs- ranke (B.), Elsranke (B.), Stinkhout (P.), Wild kalishout (P.), Zoet en bitter (P.).


2. Solanum Lycopersicum L. Tomaat.

Oude naam: Gulden appelen (Dod.).

3. Solanum nigriim L. Zwarte nachtschade.


Belladonna-Fc/^.

Blauwkoppen-Z.R.

Bolkruid.

Borsteheiers-h.'y.J/. Dolbes-Ga?., Z.R.

Dolkruid.

Dolle beien-TF., N.O., Tw. Dolle beiers-lFak


E p piel t j e s g o o d-Ach th . Groene heiers-TFa?. Hofnachtschade. Ho'udeljes. Hondsbei-TF.F’r. Hondshessen-O.T'r/., Yelz. Honiiebeicn--S'G IIoumebeien-FV.


240


SOLANUM.


Kattebeien-T. Kersjes-Thol. Koordansers-y.5., Z.B. Nachtscha-Tw;, Nachtschaal-5'aL, Z.L. Nachtschaelje-öoe. Vsi'pekul-Sal. Pappelmeie-TFaZ.


Tamme nachtschade.

Walschot-T/ioL Wilde aerpels-WaL Zwarte beiers-TFaL Zwarte nacht-TFa?.

Zwarte nachtschade-O.jDr., Velz.,N.L., i TF. Utr., Du., Goe.


Oude namen: Hofnascaye (Dod.), Nachtscade (Gr.H.), Nachtschade (N.H.).

Vlaamsche namen: Aal (B.), Achschale (B.), Ale (B.), Arschaal (B.), Aschalle (P.), Ascholle (P.), Assch'aal (B.), Asschale (B.), Aschalle (B.), Bastekraud (P. ), Berstkruid (P.), Besbeize(n) (P.), Bêstebezen (P.), Bêstembezie (B.), Bor8tbezeke(n)s (P.), Kozijnekruid (B.), Nachtscha (P.), Nachtschade (P.), Nachtschaai (P.), Nachtschaal (P.), Nachtschau (P.), Nascaye (B.), Patatenkruid (P.), Petaterkruid (B.), Zwarte nacht- schade (P.).


4. Solanum tuberosum L. A a r d a

Aaidappel-S^., Fr., O.Dr., Velz., L.N., Z.L., W.Fr., Wa\, Utr., Z.H., Wal.

Aardbuil.

Aarpels'-Z.FL

Aerepel-A.FeL, V.B., O.F., Goe., Wal., Z.Vl.

Aeïi^els-ScJi.

Dollebeien.

E appel

EerSi^^Gi-Leeuwarden, Sal.

Eerappelen-Z.il.

Eerdappel(s)-Gr., TF., Leeuwarden, N.O., Tw., Sal, O.Vel, Velz., Gr.Z., L.N., N.L., W.Fr., Wat., Kenm., Utr., Wal, L.v.H.

Eèrdappele-Ac/i^/i.

Eereppels-TF.i^r.

Eerve^s-Leeuwarden, Tw., Sal, Gr.Z., Z.L.

Eerrepels-Tw;., Barneveld.

Erpels-5r.O., Z.B., Z.Vl.

Errepels-i^r., Tw., Sal, Velz., Gr.Z., L.N., Z.L., W.Fr., Utr., V.B., O.F., Sch., Thol., Z.B.

lerappel-i^r.

lerdapels-i^r.

J o 11 g e vrucht:

Poepappel {F. Vel.)


pel.

lerpel-i^r.

Irrepels-T.

Jirpel-i^r.

Jirrappel-i^'r.

Kartoffen.

KatoffelsrAc/i^/i.

Paetozen-TFaZ.

Papassen van Peru. ’

Patat e.

Pataterst-Ara&&eiidi/A;e.

PatattenW.Ü., Z.L., Wal., Z Vl, L.v.H. Patattertjes-TFa^.

PetatemZ.A., Z.H., Sch., Thol , Z.B., Wal, L.v.H.

Petateesi.

Petetters-i.r.if.

Petoasen-A.B.

Petoaten- T^o?.

Piepel-A.FeZ.

Piepers-jBe^., Br. O., Wet., Z.Vl, Bar- neveld.

TóiM-Tw.

Toffels-Ac/i^/i.

Trokeraten-Z.il.

Wortelen van Papas.


Piepappel {Barneveld.)


SOLIDAGO, SONCHUS.


241


V r u c h t :


Aardappelbalilen {Z.Vl.) Bastappels [Sch.)

Dolle beien [Du.) Kattebeien {Tg.)


Pappols {Z.Vl.) Pieisappeltje {\Vat., Z.Vl.) Wiempel {N.Vel.)


Oude namen: Aerdappel (Kil.), Verckensbrood (Kil.), yiaamsche namen: Aardappel (B.), Canadas’ (Aalst e. o.) (P.), Crompiere(n) (P.), Eer(d)appel (B.), Eerdappels (P.), Eerdpeere (B.), Eerèppels (P.), Eerpel(s) (B.,P.), Eirpels (P.), Eppère (B.), Erappels (P.), Erdappel (B.), Erepère (B.), Erpel(8) (B.,P.), Irdappels (P.), Jadappelen (P.), Jappels (P.), Jarbelen (P.), Jedappele(n) (P.), Jerpels (P.), Krom- piere(n) (P.), Patakkers (P.), Patappelen (P.), Patat (B.), Patater(s) (B.,P.), Patatten (P.), Patatteren (P.), Patetten (P.), Patoërs (P.), Patotters (P.), Patrassen (P.), Petakkers (P.), Petaters (P.), Petatte(n) (P.), Peteiten (P.), Petetten (P.), Petoeters (P.), Petoten (P.), Petoters (P.), Petotters (P.), Pitotten (P.), Potaat (B.), Potater (B.), Pototters (P.), Tater (B.).


Solidago Yirga aurea L.

Golden kettiniks-Ac/?.^/^.

Goudroede.

Guldenroede-Z7^r.


Solitlago L,

Gulden roede.

Heidensch wonderkruid Z.if. Heidensch wondkruid. Heidensch wormkruid.


Oude namen: Guldenroede (Dod.), Heydensch wondcruyt (N.H.), Wondkruyd (Kil.).

Vlaamsche naam: Gouden bezem (P.).


Sonchus Tourn.


Melkdistel.


Diesel-Gr.


Du., Wal.


Helkdistel-O.Hr., N.O., Tw., Sal., Melkwiet-kFaL Aalsmeer, Gr.Z., W.Fr., Wat., Z.H., Tister-i^r.

Oude namen: Dauwdistel (Kil.), Gansendystel (Kil.), Gansentonghe (N.H.), Konijnenkruyd (Kil.), Melcdistel (M.N.), Melckweye (Kil.) Melcwiet (M.N.).

Vlaamsche namen: Duidistel (B.), Konijnekruid (B.), Melkdistel (B.), Melkkruid (B.), Melkwied (B.).


1. Sonchus arvensis L. Akkermelkdistel.


Akkermelkdistel .

Doorndistel.

Ganzedistel.

Hazolatuw.

Hazemelkdistel.

Kleefmelkdistel.

MelkrieFZ.B., Z.Vl.

Holkstammemr.

Helkwiet-Z.VZ.

Melk wijd.


Mei Ie wijt.

Molkdistek-fV.

Motiezel.

Prik k el m e Ik wi et-A . 71 .

Roiggedistel.

Rozewiet-lFfd.

Stekölmelkwiet-A.7>.

Zeugdistel-H/r., Z.Il.

Zeugijzel.

Zoegediesel-df/i///.


16


242


SONCHUS.


Zoogdiesel-Gr.Z. . | Zoiogdistel-Gr.Z., Vtr.

Zoiogdissel-iSa/., Gr.Z. I

Oude naam: Melckwiet (Hond.).

Vlaamsche namen: Akkermelkwied (B.), Dauwdissel (P.), Dauw- distei (P.), Dauwkoolen (P.), Douwdistel (P.).

2. Sonchas asper All. Ruwe melkdistel.

Blauwe dissel-W.Fr.  ! l\Ielkwiet-Z.T7.

Koaiijnblaren-Rr.Tr. Stekelmelkriet-Z.R.

LamscKor-iraL

Vlaamsclie namen: Dauwdissel (P.), Dauwdistel (P.), Dauw- koolen (P.), Douwdistel (P.), Hazekoolen (P.), Konijndistel (P.), Ko- nijnenkruid (P.), Malkewied (P.), Malschdistelen (P.), Mel(k)destele (P.), Melkdistel (P.), Melkplaat (P.), Melkwei (P.), Melkwied (P.), Ruw hofmelkwied (B.), Suiker melkdistelen (P.), Wilde saveu(i)en (P.).

3. Sonchus oleraceus L. Melkdistel.


Goe., Thoh


W.Fr


Dauwdistel-M.i., Z.L.

Diesel-Gr., F.Veh DQomdiesel-Gr.(TFes/erA'2rarf2’er).

Doiorndistel.

Ganzedistel.

Hazedistel.

Hazekoiol-Hw.

Hazenlatuw.

Hazensla.

Konij nblaren-jBr .TT’.

Konijnenkruid.

Ko^Dldistel.

Lamsoioren-TT’flZ.

Melkdiesel-Ta’.

IMelkdistel.

j\Ielkriet-TT’a?., Z.B., L.v.H.

Melkwee-X.r.if.

Melkwiet-Gr.Z., Sch., Thoh, TT’a/., Z.T7.

IMelkwijd.

^lel'liewijt.

^lo-esmelkdistel.

Mólkstikel-Pr.

IMotdiesel-Gr. (O/f/a  ???&/).

^lotdisSiel-Fr.

IMotdistel.

Oude namen: Hasenhuys ((r.H.), Hasenlattouwe (N.H., Dod.), Hasenstruyck (Gr.H. ).

Vlaamsche namen: Douwdistel (B.), Duidistel (B.), Duwdistel (B.), Hofmelkwied (B.), en verder al die, welke bij S. oleraceus ge- noemd zijn.

4. Sonchus paluster L. Moerasmelkdistel.

\Ielkdistel. | 'Melkriei- L.v.H.


^loti-esel-Gr.

IMotijzel.

Schap en distel --D-zo Sentissel.

Snotzuurdistel-TkR. Soeremelk-Z.X. Soggedistel-Z.i7. StekelineLkwied-0.7’. Stikeltiksel--Fr. Toendistel-A’.i. Tuindistelen-Z.i. Witte dissel -TT’.T’r. Zeufdissel. Zeufdistel. Zeugedistel-Gr.Z., Zeugijzel. Zoegediesel-J.f77/<. Zoegedissel-S'a7. Zoggedistel-T’c/z. Zoogdissel-Sa7. Zo'Ogdistel-Gr.Z. Zuidistel. Ziügdistel-O.F. Zuurdistel-T’.R.


SORBUS, SPARGANIUM.


M'Oerasdistel.

Oude naam: Melckweye (N.ïï.).


243


Sorbus L.

Sorbus aucuparia L. L ij s t e r b e s.


Adelsbessen.

Fluitjeshout-i^r.

Haverels.

HaV'eresch--Br.O.

Hoünebei--Fr.((TroMw).

Klijsterböi-JPr.

Koetsebéam-F’r.

Koetsebeien-i^r.(de vrucht, in ’t 0.) KoetseMoimmen-i^r.(de bloemen). Koetsekralen-J^r.(vrucht). Kraalbèzen-Tw;,

Kraalboom.

Kraelbeibéam-F’r.

KralLe(n)boom.

Krammeskeersien-^.i. Kwal'Sterboom-iV.O. Kweekweeboom-Gr.Z. Kwekkebessen-*Sa/. Kwekkebèzen-Ac^^/^ . Kwekkieboom-(xr.Z, Kwekweboom-Tw;., Sal., Gr.Z. Kwekwemeie^-T^t?.

Kwets-A.Dr.

Kwetsenbeienboum-G'r.

Kwets enhout--Fr.

Kwikkebei-F’r.(in ^V.) Kwikkebeibéam-i^r.

Kwitsebéam-F'r.

Kwitsebeienboom-kF.

Kwitsen-Gr., Fr.


L ie s ter b e!Ssen->S'aL

Liesterbezen-£amere/d.

Liesterbèzen-Tw;.

Liesterboom--L.'y.iZ^.

Liesterkralle-Tw., Sal., Gr.Z.

L is t e r b ae z e - Gr . Z .

Listerbes-Gr.Z.

Lijsterbei-i^r.(vrucht).

Lijsterbeibéam--Fr.

Lijsterbes-Gr., Fr., T., Vlie., N.O., O.Dr., Sal, Velz., Gr.Z., L.N., N.L., Z.L., W.Fr., Kenm., Utr., Z.H.,Goe., Wal, Z.Vl.

Lijsterbesisenboom. LijsterkralIen-G.Dr., O Vel, N.L. Meiboom.

Sapbout-S'a/.

Sapipis(ch)hout-Tw7., Sal Sappiepenhout-;S'^.

Sapsiepenhout-ASa/.

Siepenhout-Mc/i^/< .

Siep(p)iepen-AS'^.

Sorbenboom.

Spreeuwbes.

S p re eu wb e z ieb o o m .

Spreeuwenboom.

Voigelbes-Tw.

Vogelbes'Sienboom-G.r.Ff.

Wilde esch-Z.G.

Wilde sorbenboom.


Oude namen: Haueressche (Kil.), Haveresschen (Dod.), Qualster (Dod., Kil.), Sorbappelboom (Kil.), Sorben (Dod.), Sorbenbese (Kil.), Sorbenboom (Kil.), Spreberen (G.H.), Suyppeerboom (Kil.).

Vlaamsche namen: Haveressche (B.), Kleksterkieëzen (P.), Kwal- sterboom (B.), Kwelsterboom (B.), Lijsterbezenboom (P.), Lijsterbezie- boom (B.,P.), Lijsterbezenhout (P.), Sorbenboom (B.), Spreeuwboom (P.).


Spargauium Trn. E g e 1 s k o p.

Duikers-Gr., W.Fr. i Egelskop-Gr., N.O., Gr.Z., N.L ,W.Fr.,

Düker(s)-Fr. i Z.H., V.B.

Dükert-Fr. ' Katerskloat-Fr.

Duul-F.G.


I

I


244


SPECULARIA, SPBRaULA.


Oude namen: Kandelaers (Kil.), Waeterlisch (Kil.).


1. Sparganium ramosam Hads.

Driehoekige lisch.

Driekantig lies-.^.Jï.

Driekantig lisch.


Vertakte egelskop. Duiker.

Knoplisschen-Z.X.

Leus-J-c/i^A.


Oude namen: Eerste rietgras (Dod.), Platanaria (Dod.). Vlaamsche namen: Duil (P.), Lesse(n) (P.), Eietgras (B.), Water- lesse(n) (P.).


2. Sparganiam simplex Huds. Onvertakte egelskop. Oude namen: Tweede rietgras (Dod.), Platanaria (Dod.). Vlaamsche namen: Namen als S. ramosum.


Specularia Heist. Y enusspiegel.

Kantvrucht. | Spiegelbloem.

Oude naam: Vrouwenspiegel (Dod.).

1. Specularia Speculum D. C. fils. Venusspiegel.

Spiegelklokje. Vrouwen'Spiegel.

Venusspiegel.

Vlaamsche namen: Koornbloem (P.), Lieve Vrouwbloemekens van Perck (P.), Patatenbloem (P.), Puitenoogskens (P.), Stooterkens (P.), Vierure(n)bloem (P.), ZeYenure(n)bloem (P.).


Spergula L.

1. Spergula arvensis L. Spurrie.


Spurrie.


Bokkebaard-Gr.

Broertjes-O.i^.

Gewone spurrie.

H o n nemier -Fr. ( z ands tree k ) . Mariëngras.

MÏQT-Fr.

Miere-Gr., Fr., Dr.hew., N.O., O.Dr., AcJith.

Reuzenspurrie.

S p ar je -i^r.

Sparre-zS^., Dr.hew., N.O., O.Dr. Sparrie-jPr., Sal.

Sper\j-Tw.

Speurie-Gr.Z., Z.L., Br.0.


Spörrie-Tw;., Achth.

Sporrie.

Spurreje-G.i^.

Spurxie-Gr., Fr., T., O.Dr., Tw., Sal., N.Vel, Gr.Z., N.L., Br.0., Br.W., W.Fr., Uir., Z.H., V.B., Goe., ThoJ., Z.B., Wal, Z.VL, L v.H. Strikkel-Tk.

Tamme spurrie.

Watergal-Gr.

Watergei! -Gr., O.Dr., Gr.Z., Achth. Watermuur.

Wilde spurrie.


Oude namen: Speurie (Kil.), Sporie (Kil.), Spuerie (Dod.), Spurie (Kil.), Spurrie (Kil.).

Vlaamsche namen: Sperrè (P.), Speure (P.), Speurië (P.), Speurre (P.), Speurrië (P.), Spurre (P.), Spurrie (B.,P.), Spurwe (B ).


2. Spergula Morisonii Boreau. Heidespurrie.

Heispurrie-O.yeP | Wilde spurrie-O.Fek

3. Spergula nodosa Fl. B. S. Zie Sagina nodosa Fenzl.

4. Spergula pentandra Auct. Zie Spergula Morisonii Boreau.


SPEKGULAEIA, SPINACIA, SPIRAEA, SPIRANTHES, STACHYS.


245


5. Spergala yeriialis Willd. Zie Spergula Morisoriii Boreau.


Spergularia Presl. Schijnspurrie.


Schubkruid. | Spurriekruid-T/io/.

1. Spergularia marina Grcke. Zie Spergularia salina Presl.

2. Spergularia media Fr. Zeeschijnspurrie.


Zeespurrie.

Zeezandkrnid.


Zout zandkruid.


3. Spergularia rubra Presl. Roode sch ij n spurrie. Roodbloieimig scbubkruid. Rood spurriekruid.

Roode zeemuur. Zeespurrie.


4:. Spergularia salina Presl. Zilte schijnspurrie. Zeespurrie. Zeezandkruid.

Zeespurriekruid-TP.i^r. Zout zandkruid.


Spinacia Tourn.


Spinacia oleracea L. Spinazie.


Sjpinaalj-Z.R.

Spanaaize-Z.F/,

Spinaezje--Fr.

SpinajedFab

Spinazeje-O.-F.


Spinazie-Gr., Fr., T., N.O., O.Dr., Tw., Sal., Gr.Z., Achth., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Z.H., V.B., O.F., Goe., ThoL, Wal, Z.VL, L.v.H. Spinóazie-.A^.Feb, Barneveld.


Vlaamsche namen: Spénage (P.), Spénage (P.), Spenaoge (P.), Spénodge (P.), Spinaaize (P.), Spinage (P.), Spinagie (P.), Spinaoze (P.), Spinaze (P.), Spinesse (P.), Spineus’ (P.), Spinêze (P.), Spinoge (P.), Spinoige (P.).


Spiraea Tourn. S p i r a e a.

1. Spiraea filipeiidula L. Zie Ulmaria filipendula Hill.

2. Spiraea Ulmaria L. Zie Ulmaria palustris Mncb.


Spiraiitlies Rich. Scbroeforcbis.

Draaiaar. | Draaisteel-

Oude naam: Cleyn welrieckende standelcruyt (Dod.).


StacRys Tourn. A n d o o r n.


Andoorn-FV., N.O., Utr., Wal. Andoren-Z.L., W.F r.


Haaso'or-i^r.


1. Stachys Betonica Benth. Zie Betonica officinalis L.

2. Stachys germaiiicus L. Duitscbe andoorn.

Oude naam: Stinckende andoren (N.H.).

3. Stachys paluster L. Moerasandoorn.

Bruine watorandoorn. Modderbrandnetel.

HanepO'Oten-xV.O. Moerasandoorn-TF.i^r.

Holstee] .


246


STATIGE, STELLAMA.


4. Stachys silvaticas L. Boschandoorn.

Boschandoorn-W.if’r., TJtr. Kwijlwortel.

Boschnetel. Speekselkraid.

Vlaamsche namen: Doovenetel (P.), Stinkjèttel (P.), Stinknetel. (P.).


Statice L. L a m s o o r e n.

1. Statice Armeria de O. Zie Armeria vulgaris Willd.

2. Statice eloiigata Hoffm. Zie Armeria vulgaris Willd.

3. Statice Limonium L. Lamsooren.


Blauwe strandbloem-T. Citroenkruid-Z.I?.

Lamsooren-A.0., O.F., Sch., Thol., Z.B., Wal., Z.Vl.


Schaapsoor-Waï.

Schapenoor-WaL

Strandkruid.

Zeebloemien-O.-F.


Lemoenkruid-TFa^. LimO'einkruid-W.jPr., Z.B., Wal. Oude namen: Laemskore (M.N.), Lamsoor(e) (M.N.), Nederlant (Dod.).


Zeegras.

(M.N.), Laemsoor(e) (M.N.), Lamshoore Limoencruyt (Hond.), Limonium van


Stellaria L. Sterremuur.

Sterrebloem. j Watermuur.

Sterremuur-Tw;., W.Fr., TJtr., Du. |

1. Stellaria graminea L. G r a s m u u r.

Klein oogentroostgras.

Oude naam: Oogentroostgras (Dod.).


2. Stellaria Holostea L. Grootbloemmuur.


Bloemgras. Boschsterretje-O.Dr. Gr o o te sterremuur. Oogenklaar-O.Dr.


Oogentroostgras.

Slangebl'Oem-/S^.

Sterretje.


Oude namen: Gras (N.H.), Groote muer (Dod.).

Vlaamsche namen: Sterrekens (P.), Sterrekruid (P.), Sterrkès (P.).


3. Stellaria media Cyrillo. Muur.


Arf-Gr.

Eendendarm.

Enden d arm- W al.

Erf-jPr.

Ganzenkruid.

Ganzenmuur.

Gemeene muur.

Gewone muur.

Hennemier-i^r.

Hoenderbeet.

Hoenderdarm-Z.y^.

Hoendermier-S'i.

Hoensmoes-TEa?.


Hoezemoes-TEaP

Hoezemoeze-Z.yL

Hondemoes.

Hoornkruid.

Kleine muur-.^.yL Kruipende muur. Krup-deur-den-tuun-Gr..^.

Meer-A.I/.

Mier-Gr., Fr., O.Dr., Tw., Sal., Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0., V.B. Miere-O.Dr., Tw., Sal., Gr.Z., Achth. Mierre-Fr.

Mierzaad.


STRATIOTEB.


247


Mjirre--Fr.

Moeze-6rr.Z.

^lure-SaL, Gr.Z., 8ch., Tliol., Z.B., Z.VL

Murik-T., N.O., W.Fr., Kenm., Du. Muring-kFö^.

'MviUY-Gr.{W esterhwartier) , O.Dr., Velz., Gr.Z., W.Fr., Wat., Utr., Z.H.,Du., V.B., N.B., Z.B., Wal, L.v.H. ^Muure-WaZ.

Miiurkruid.

WviVLïi- Aal smeer., Z.R.

Oesemoes-TFa?., Z.Vl. Oezemoeze-Z.yz.

Spiering-O.jP.


Ster muur.

Toiegelerf-jPr.

Toeneii-Fr.

Unkrüd-J'r.

Vo'gelkruid-Z.i^.

Vo'gielmier.

Vo'gelmuur-Ty .i^r .

Vogelsterrekruid.

Vogeltjehave-Gr.

V oige 1 1 j'0S z aad- 0 .Vel. Witte mier-Z.yL Witte mieve- Achth. Witte murik-W.J’r. Witte muur.


1

I


Oude namen: Cleyne muer (Dod.), Gansencruyt (N.H.), Hennebete (MN.), Hennebit (M.N.), Hinnebeet (N.H.), Hoenderdarm (N.H., G.ïï.), Muer (G.H., Kil., M.N.), Muerkruyd (Kil.), Muur (M.N.), Muyr (Kil.), Vogelcruyt (N.H.), Vogbelkruyd (Kil.).

Ylaamsche namen: Ganzemeure (P.), Ganzemoere (P.), Ganze- moes (B.,P.), Ganzemoese (P.), Ganzemurke (B.,P.), Ganze(n)kruid (P.), Gazemuur (P.), Ganze(n)muur (B.,P.), Goesemoese (P.), Goezemoes (P.), Goezemoeze (B.), Groezemoeze (B.), Gouzemoese (P.), Kieke- meur (B ), Kiekemurke (B.), Kiekenmeur (B.), Meur(e) (B.,P.), Miere (P.), Mierekruid (P.), Moer(e) (P.), Mure (P.), Murenkruid (P.), Murie (P.), Murke (P.), Murre (B.), Muur (B.,P.), Muurkruid (B.), Yeugel- kruid (P.), Yogelkruid (P.), Yogelmoer (P.), Witte moer (P.).


4. Stellaria uemorum L.

Boschmuur.

Boschsterremuur.


Boschmuur.

Wilde rogge.


Stratiotes L,


Stratiotes aloides L. S c h e e r e n.

Aalstekelis-(7r.Z.

kdA^\X'QkG\\^'-Gr.{Westerl<,wartier), Fr.

Hanekam.

lelstiekeki^r.

Kaardo-Gr.Z., Utr., Z.H.

Kaarte.

Kikkerkruid.

Krabbescheer.

Krabbenklauw.

Krabbenschaar.

Krag.

Vliering.

Moerasaloë.

Oalstiekel-Gr.


Ruiterkruid.

Schaarden- t/^r.

ScheerenrSï., T., N.O., Tw., Sal, Br.0., Utr., Z.R.

Soldatenkruid.

Stekelkruid.

Stiekelk reuzen.

Stiekelkruizeii.

Stiekelroos-6rr.

\Vateraloë-/^V.(dz<^«(s/óuts^a).

Water bitter.

Waterkaarde.

Wateikriiid.

Waterruiters.


248


SÜAEDA, SUCCISA, SYMPHORICARPUS, SYMPHYTUM.


Waterscheer. Wateryucca. - *'

Waterstekels-J’r.(Grouw). Waterzeeigroen. " ■

Waterster.

Oude namen: Crabbenclaeu (Lob.), Crabbenclaeuw (Dod.), Euyters- cruydt (Lob.), Euyterskruyd (Kil.), Waterruyterscruyt (Dod.). Vlaamsche naam: Stekellisch (B,).

Suaeda Forsk. Z o u t m e 1 d e.

Ganzevoet.

Oude namen: Alkali (Dod.), Witte kali (Dod.), Zeemelde (Hond.).


Succisa Vaill.

Succisa prateiisis Much. Blauwe knoop.

Blauwe knoop-i^r., Tw., N.L. Duivelsbeet.

Blauw schurftkruid. Trommelstok-Gr.Z.

Oude naam: Duyvelsbeet (N.H., Dod.).

Vlaamsche namen: Duivelsbeet (B.), Kolverknieën (P.), Kraai- kniën (P.), Luizenbloem (P.), Muizenooren (P.).


Symphoricarpus Dill.


Symphoricarpus racemosus L. Sneeuwbes.


Balbes.

Eierboompje-Z.iï. Klapbessen-*S'^ Knapbèzen-Tw;. Knapertjes-Z.-L. Knappertjes-Gr., Sal.


Radijsboompje--Fr., Gr., O.Dr., Veh., Z.H., Wal.

Schoenepoetser-Gr.

Sneeuwbalilen-Z.y/.

Sn0euwbes-5^aL, N.L., Z.L., Z.H., Wal., L.v.H.


Pofbeien-E'r. 8neeuwbollen-Z.i.

Radizebeamke--Fr. Sniebeiebeamke-E'r.

Radijsbéamke -Fr. lJsapp'eltjes'--Br.G.

Vlaamsche namen: Ballekenshout (P ), Beitjeshout (P.), Eier- boom (B.), Eikensboom (P.), Eikes (P.), Eitje(n)shout (P.), Klakker- kenshout (P.), Marbollen (P.), Marbolle(n)hout (P.), Poefkens (P.), Schieterkens (P.), Sneeuwballekens (P.), Sneeuwbellen (P.).


Sympkytum L.


Symphytum officinale L. Smeer Dolle hoiidsbeien-Z.y/.

Dolle hondsbloem.

Donderboon.

Duivelsboon.

Duverke-iya^.

Ezelsoor.

Felje.


V" o r t e 1.

Groot smeer krui d-TT'a?.

Heelwortel-A.yeL

Heilbeen-Z.F.

H o mm e 1 w o rtel .

Hondsbloemen-Z.y/.(Tyes^e?2;’/(: deel). \ Keel wortel.

I Lampeglazen-TEa?.


l) De duivel heet de wortelstok van dit gewas te hebben afgebeten, om het van zijne ge- neeskrachtige eigenschappen te berooven.


SYRINaA, TANACETUM, TARAXACUM.


249


Oniieblommen-Z.T7. Scheurwortel-iY.O., 8al., Velz., Gr.Z. SchuurW'Ortel-G^r.Z.

Scuorwortel-i^r.

Schijtwortel-O.D?*.

Sm eer WO ar te 1 - jPr .


Smertwortel-TYa7., Z.B. Smerwortel-Z.y/.

Spekwortel-Gr.Z., Z.R., V.B., O.F.

Goe., Wal, Z.Vl, L.v.H. Suikerwortel.

Suikwortel.


Smeerwortel-(rr., O.Dr., N.O., SaJ., Velz., Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0., W.Fr., Aalsyneer, Utr., Z.H., Du., O.F., Sch., Thol, Z.B., Wal, Z.Vl,

L.v.H.


Tel je.

Vetwortel-iV.Te/., Br.W. Waalwortel. Zuiiger-O.i^., V.B.


Oude namen: Smeerwortel (N.H.), Swertwortel (N.H.), Wael wortel (N.ïï., Kil., Dod.), Walwortele (G.H., Kil.), Woudswortel (Hond.). Vlaamsclie namen: Cassoude (P.), Kalvertongen (P.), Kalver- wortel (P.), Kassoude (P.), Patersblaren (P.), Smeerweuttel (P.), Smeerwortel (P.), Vetwortel (P.), Wilde tabak (P.), Wille toebak (P.). Zweerwortel (P.).


Syringa L.


Syringa valgaris L. Sering Gno f f e 1 s neig g el -Z.L. KsLtiestert-N.Bet.

Ke nn ek e s b lo m --Be ^ Kroednagel-Z.-L.

Kroednegel-iV.-L. Kruiidnagels--Br.TT., Z.Vl. Krünagelboompje-Z.FL Meibloem-Z.-L.

Nagel-Dt^.

Ylaamsche namen


Nagelbloem-jPr., Velz. Nagelblom-Z.T.

Nageltakken-^c/iBi.

Pinksterblom-Z.T.

S int- J ansbloem-Z.-L.

Sireen-Gr.

Striengen-Z.-B.

Tronkaarts-X.v.iï.

I Zuiglsimmetjes-Gelderland. Djezemijne(n) (P.), Dzozemienen (P.), Jas-


mienen (P.), Jasmijn (B.), Jasmijnen (P.), Jassemiene(n) (P.), Jese- mienen (P.), Jesumiene (P.), Jizemiene (P.), Joosmyn (B.), Jozzemiene(n) (P.), Juzemienen (P.), Kruidnagelbloemen (P.), Kruinagels (P.), Liela’s (P.), Lijlac (P.), Meibloeme(n) (P.), Nagelkruid (P.), Serienen (P.), Singelingen (P.), Sint Jorishoutbloem (P.), Sint Servaasbloemen (P.), Sussemienen (P.), Sijringeboom (B.), Tchienzemiene (P.).

Tanacetum L.

Tanacetum Tulgare L. Zie Chrysanthemum vulgare Bernh.


Taraxacum Juss.

Taraxacum officinale Web. Paardenbloem.


B o d d epi sisie rs -N.B.

Beddepiister-lTa/.

Beddezeeker-S'c/o, Thol, Wal, Z.Vl. Bedpieser-6'c/o, Thol.

Bedpiester-T/^o/.


Boterbloem.

Brievenbesteller-Tl'.-Fr.((le vruchten). ])iesel-Gr.(ires/er/iM;rtr//cr).

Dissel-G'r.

Disselen-ir.-Fr.


250


TARAXACUM.


Aalsmeer.

Erdgalle-5r.O.

Erdschelle.

Gal-Z.X.

Ganzetong-JSr.O.

Hoensbloem-^.FeL Hondebloem-Gr., lY.O., O.Dr., Tw., Achth., Sal., O.VeL, Velz. Hondeblóme-Tz^;., Sal, Gr.Z., Achth. Hondeblómesloat-Ti^>.

Hondensla.

Hondepol-EeZ^^.

Hondsbloein-iV.-L., Z.L., Utr. Hondsbloom-Tw.

Hondsblonm-Gr.

Hondsooren.

Hondspol-EeZ^'.

Hondsrozen.

Hondstong.

Hondstop.

Hondtong-Gr., Tw., Sal., Gr.Z. Honnebloem-Gr., TE., Fr., Sal., Gr.Z. Honnebloempol-P'eZ^’.

Hontong-O.Dr.

Hontoppen-Gr.(0?dam&^).

Hijngsteblom ^)-Fr.

Hijnsteblom ^)-Fr.

Kaardebloem-TEaZ.

Kaarsjes-T^.

Kaars jesbloem-Gr., N.O., Wat., Utr. K^nkm'hloem-Zwolle.

Kettekroet-.^.i.

Kettingbloem-Gr., Velz., Z.L. Kettingenstronk-Z.X.

Kettingspol-^ef.

Kettingspolle-Oyer-5e^iti<;e.

Klokkebloem-Din

Knikeblêdden-Kr.

Konijnenbladen-T., Kenm. Konijnengroen-i.'y.iZ.

Krensde-TFa^.

Leeuwentand.

Luusbloin-Z.L.

^leierbloem-T.

^lelkbladen-TEaL

\Ielkbloiem-TT^öL, Z.H.


]\Ielkdistel--Br.TE.

Melkriet-Goe., Z.B., Wal. MelkwLed-Gr.Z., Sch., Thol., N.B., Wal, Z.Vl.

Melkwietsel-jB \W. Me\k\vit-Oude-Tonge.

Melkwits el.

Melkwijt-O.-E.

Molsla-JV.0., O.Dr., Sal., Velz., Gr.Z., L.N., Z.L., W.Fr., Amsterdam, Z.H., Goe., Z.B., Wal., Z.Vl. Molslaot-Gr., Achth. jVIonnikskap.

Onneblauwe.

Paardebloem-iV.jC., Amsterdam, Kenm., Z.H., V.B., Thol., Z.B. PaardenblO'em-Gr.(TFesiferfcM;arGer),*S'^., N.O., O.Dr., Sal, Velz., L.N., Wat., Utr., Aalsmeer, Du., O. F., Goe., Z.B., Wal.

Paardensalade-*Sc/i.

Paardeisla-Dit.

Paar dsbl oom-Pr .

Paddepi'S'ser-iV.O.

PaeTdeblo'm-Gr.Z.

Papenblad.

Papenbloemen.

Papenkruid.

Papenstoelen-'EeZ^’., Utr echt {^idcA). Peerdebloem-Gr., Leeuwarden, Kenm. Peerdeblom-TT^J^r.

Peetisjblom-Z.L.

Pinkerbloem-Z.5.

V\‘èh\0'Om.-Z.L.{Maastricht).

Pisün-’t-bed.

Pissebed-Z.1?., Sch., Thol., Z.B., Wal. Pis'sebedden-Z.TY.

Pissebloem-Z.5., TT^aL, L.v.H. Platters-Br.TF.

Pluimbod.

PluLmpje.

Poapestoel-jV.-Be^.

Schorftbloem.

Schurftbloem.

Seekebed-Z.FZ.

Soermelk-Z.X.


1) hijngster = paard.


TAXUS.


251


StiiLkblotem-TFa^.

StO'ebe-iY.L.

Stuiiver.

Tihsel-Fr.

Uitblazertjes.

V arkensbloem-TUö Veldrijs.

Wilde cichorei. Zeekebedden-Z.FZ. .


Zieekers-Z.5.

Zeufdi&sel-5e^.

Zeuvendistel-y.B.

Zevendistel.

Zoermelk-Z.i.

Zoggedistel-Z.Jï.

Zöideis’sel-y.5.

Zuiddistel-Z.I?.

Zuurdi'stel-y.B.


Oude namen: Canckerbloemen (Dod.), Hontsroosen (Dod.), Keerel- cruyt (N.H.), Konynenkruyd (Kil.), Papecruyt (Hond.), Papenbladt (Kil.). Papencruut (M.N.), Papencruyt (Dod.), Papenkruyd (Kil,), Peerdtsbloemen (Dod.), Schorftbloemen (Dod.).

Vlaamsche namen: Beddepisbloem (P.), Beddepisser (P.), Bitter- plant (P.), Ganze(n)tongen (P.), Henselblaren (P.), Kankerbloem (P.), Ketenplant (P.), Kettingplant (P.), Kruidkoek (P.), Melkplant (P.), Melkwied (B.), Mollesala(ad) (B.,P.), Mollesalade (B.), Mollesalaw (P.), Mollesla (P.), Molsalou (P.), Oorringen (P.), Paardebloemen (P.), Pape(n)bloemenkruid (P.), Peerdebloem(en) (B.,P.), Pèsblomme (P.), Pèssebade (P.), Pessebed (P.), Pinksterbloemen (P.), Pisbloem (P.), Pisblom (P.), Pisblomme (P.), Pisplanten (P.), Pisseblomme (P.), Pissesalade (B.), Pissesla (B.), Plaat (B.), Plate (B.), Selsate (B.), Soekerij (P.), Suikerij (P.), Suikerijblomme (P.), Suikerijplant (P.), Sukerije (P.), Wilde suikerij (P.), Zeekblom (P.), Zeekplate (B.), Zeeksala (B.), Zelsate (B.).


Taxus Tourn.

Taxus baccata L. Taxus.


Booghout.

Boom-des-doods.

Cactus&en-Z.£.

Do'odsboom-iV.Z.

lebenboom-Gr.Z.

Iem'enbO'9ch-ylc/i^/i. leve-Tw., Gr.Z., Achth. levenpalm-Tzr.

S notte bell eb o om- O. F. Snottebellen-Gre/der?a«d(de vrucht). Snottepietjes-GeZdeWawd(de vrucht). Snotterbel-T^r.

Snotterbèzeboom-Tt^., SaL, Gr.Z. Spaansch groen.

Streuperkes-jBe^.

T akjesboom -Ty al.

Taks-iV.i.


Taksboom-Z.iï.

Taksieboom-Z.Jï.

Taksiifeer-WaL

Taks,is-i^r., O.Dr., N.O., Sal, Velz., Gr.Z., N.L., Z.L., Utr., Z.H.,Du., Wal., Tliol.

Taksisboom-O.Dr., IJtr., Wal. Taksiisveer-TyaL V e nijn boo m-Z.H.

Vriichtholt-Tw.

Wijpalm.

IJf.

IJfboom-.4c/i//i.

IJfel(hout).

IJve(boom).

! IJvenhoiit.


Oude namen: Ibenboom (Dod., Kil.), lebenboom (Kil.), leuenboom (Kil.), libenboom (Kil.), lif (Kil.), live (M.N.), Uwe (M.N.), Yf- boom (Kil.).


252


TEESDALIA, TETRAGONOLOBUS, TEUCRIUM, THALICTRUM.


Vlaamsche namen: lepe(n) (P.), Ifgroeneboom (P.), Pastoors- hagen (P.), Pijramied (P.), Spaansch gruun (P.), Spaansch hagen- hout (P.), Spaansch hout (B.), Spaansche hagen (P.), Spaanse groen (P.), Spannsch haugenhaat (P.), Spannsch hout (P.), Spennsch gruun (P.), Spennsche hagen (P.), Spoïns groen (P.), Spoïns gruun (P.), Spoïns hagen (P.), (voor de vruchten  : snotteheziën).

Teesdalia R. Br.

Teesdalia uudicaulis R. Br. Klein taschjeskruid Oude naam: Kleyn teskenscruydt (Dod.).

Vlaamsche naam: Armoede (P.).

Tetragonolobus Scop.

Tetrag-onolobus siliquosus Roth. Hauwklaver.

Asperge-erwt. | Kantvrncht.

Hauwklaver. j


Teucrium L. Gamander.

Gamander-T«<j., Sal., Gr.Z. \ Manderkruid.

1. Teucrium Botrys L, Trosgamander,

Oude namen: Druyfkruyd (Kil.), Druyvencruyt (N.H.).

2. Teucrium Chamaedrys «L. G a m a n d e r. '

Batengel. | Watermanderkruid.

Oude namen: Bathengel (Dod.), Cruypende chamaedrys (Dod.), Gamanderkruyd (Kil.), (ïamanderlyn (Kil.), Groote chamedren (N.H.).

3. Teucrium Scordium L. Watergamander.

Knoflookgamander. Waterlouk.

Watergamander.

Oude namen: Staende chamaedrijs (Dod.), Waeterloock (Kil.), Water- chamedren (N.H.), Waterloock (Dod.).

4. Teucrium Scorodoiiia L. Wilde salie.


Soalie-I/.'y.if.

Watergamander.

Wilde saliie-A.O.

Oude naam: Wilde salie (Dod.). Vlaamsche namen: Koortskruid saalde (B.), Wilde salie (B.)


Wilde savie. Wilde ZiQ\Ye-Achtli.


(P.), Saliekruid (P.), Wilde


Thalictrum L. Buit.


Pluim-akelei. | Rmt-Utr., Wal.

1. Thalictrum aquilcgifolium L. A k e 1 e i r u i t.

Vlaamsche namen: Duivemoes (B.), Pluimakelei (B.), Pluim- akulei (P.).

2. Thalictrum flayum L. P o e 1 r u i t.

Gele ruit. | Heelhlad-A.i., Z.H.


THLASPI, THRINCIA, THUJA.


253


Heilblad. j Waterruit.

Poelruit. | Wilde ruite-Gr.Z.

Oude namen: Thalictrnm (Dod.). Valsche rhabarber (Dod.).

3. Thalictrum minus L. Kleine ruit.

Kreunt jes4baZ. | Krountjeskruid-TFaZ.

Oude naam: Hypecoon (Dod.).


Thlaspi Dill

Taskruid.

Wilde mosterd.

1. Thlaspi arvense L. Witte

Boerekers-Utr., Du., Wal.

Boerenmosterd.

Dubbeltjeskruid-Z.yz.

Gewone boerenkers-W.Pr. Judaspenning-O.P. Kennekeskroed-Tw., Sal., Gr.Z. Kennekeskrud-Gr.Z.

Kerse.

Klsispis-Z.II.

Lepeltjes-y.B.

Leppeltsjediof-Pr.

Leppeltsjes-i^r.

Schildkruid.

Steenkruid-Z.yL Stjonktasikes ^)-Fr. StuiYertjesblad-JV.B.

Tasichjes-iV.X., Z.L., Thol., Z.B. Taschjeskruid.

Taschkers.

Oude


Boerenkers.

Wisselkruid.


k r o d d e.

Taschkruid-WaZ. Tepelkruid.

Vette kouse-Z.y^. Visjeskruid. Visselkruid. Visseskruid. Waterrozen-O.-F. Wilde kers. Wilde krodde. Wilde mosterd. Wisselkruid.


Witte kiek-Gr.

Witte kvQA&Q-Gr .{W esterTiwartier),Ku.,

N.0.

Witte merk.

Witte walderik-L.r.jlï.

Witte waterbes.

Witte zandbes.

Zandbes.

Visselcruyt (Dod.), Yisselkruyd (Kil.), Wilde kersse (Dod.), Wisselkruyd (Kil.).

Vlaamscbe naam: Truweelken (P.).

2. Thlaspi campestre L. Zie Lepidium campestre R. Br.

3. Thlaspi Bursa pastoris Fl. B. S. Zie Capsella Bursa, pastoris Mnch.


namen


Thrincia hirta L.

Ganzentong.


Thrincia Rth.

Thrincia.

I Leeuwetand-Ty.Pr., Du.


Thnja

Levensboom O.Dr., N.O., Achth., ütr., Z.R.


Tourn.

Thuja-V.L., Z.L.


1) stjonk = stink.


254


THYMUS, THYSSELINUM, TILIA.


Thymus Tourn. T ij m.


Heitijm-J5r.O.

Onze-Lieve-Vrouwebedstroo-i.iY.

Timetje-Z.TY.

Timo-TFaL

Timetakjes-TFaL

Timie-kFa?.


Timióan-(rr.

Tijm-O.Dr., N.L., Z.L., Wat., lltr., Wal, Z.Vl Tijmus-Z.L.

Wilde tijm-TF.F'r.


Oude namen: Kuel (N.H.), Onser vrouwen bedstroo (N.H.), Quen- del (Dod., Kil.). Tym (Kil.), Tymmoes (Kil.), Wilde tbym (Dod.), Wilde thymus (N.H.).

1. Thymus Acinos L. Zie Calamiiitha Acinos Clairv. ,

2. Thymus Serpyllum L. Wilde t ij m.


C i troenkruid-TF al


Sadonie.


Citroentijm.

Krietje-durch-die-natuir-.^.i.

Kwendel.

Onze-Lieve-VrouwebedstrO'O-F’r.,


Tiem-Tw.'.

Veld tijm.

Wilde marjolein. Wilde tijm.


N.O., Z.H.

Oude namen: Onser Lieven Vrouwen bedtstroo (G.ïï.), Onzer Vrouwen bedtstroo (G.H.), Quendel (G.H.).

Vlaamsche namen: Heikruid (P.), Heitijm (P.), Onze lieve vrouwbedstroo (P.), Wilde pillioen (P.), Wilde taaimus (P.), Wilde tijm (P.), Wilde tijmes (P.), Wilde tijmo(e)s (P.), Wilde tijmus (P.).


3. Thymus Tulgaris L. T ij m.


Riekaard-i.v.iï. Tijmiet-Z.R.

Roomsche kwendel. Tijmoes-i.'y.-ff.

Vlaamsche namen: Palioen (P.), Pejoene (P.), Pelioen (P.), Piljoen (B.), Pillioen (P.), Plioen (B.), Prieul (B.), Prieur (B.), Pri- heul (B.), Pijlioen (B.), Pijljoen (B.), Rieksele (P.), Taai moes (P.), Taaimus (P.), Teemoes (P.), Temoech (P.), Temoes (P.), Têmos (P.), Thimoes (B.), Thijmoes (B.), Timoen (B.), Timmer (P.), Toemoes (P.), Tijm (P.), Tijmes (P.), Tijmoen (B.), Tijmo(e)s (P.), Tijmus (P.).


Thysselinum Riv.

Thysselinum palustre Hoffm. Zie Peucedanum palustre Mnch.


Tilia L.

Lenneboom-Gr.

Lieuidehoom-Barneveld.

Linde-6'^., Fr., T., O.Dr., N.O., Tw., Sal, N.Vel, Gr.Z., Achth., ML., Z.L., Br.0., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., Du., V.B., O.F., Goe., Z.B., Wal, Z.Vl


Linde.

Lindeboam-O.F'.

Lindeboom-Gr., N.Vel, Z.L., W.Fr.

L.v.H.

Liïie-Fr.

Linebéam-F'r.

Lin;ge-.^.i.


TORILIS, TORMBNTILLA, TRAGOPOGON.


255


Oude namen: lipelyne (Kil.), Lende (M.N.), Linde (N.H., Kil., M.N.), Lindeboom (Dod., M.N.), Lindenboom (Kil., M.N.). yiaamsche namen: Lénde (B.,P.), Lendenboom (P.), Lignen- boom (P.), Linde (B.,P.), Lindeboom (P.), Linje (P.), Linjeboom (P.), Linn’ (P.), Linnenboom (P.), Lijnde (P.).

1. Tilia cordata Mill. Zie Tilia ulmifolia Scop.

2. Tilia europaea L. Zie Tilia platyphyllus Scop. en T. ulmifolia Scop.

3. Tilia ^randifolia Ehrli. Zie Tilia platyphyllus Scop.

4. Tilia microphylla Vent. Zie Tilia ulmifolia Scop.

5. Tilia parvifolia Ehrh. Zie Tilia ulmifolia Scop.

6. Tilia pauciflora Hayiie. Zie Tilia platyphyllus Scop.

7. Tilia platyphyllus Scop. G r o o t b 1 a d 1 i n d e.

Gro<otbladlinde-Fe/£^., Gr.Z., Z.H.,Wal.  ! Lindebo’omwijfke.

Hollandsche linde. j Zomerlinde-FeZ^r., Z.H., Wal.

Yiaamsche naam: Linde (B.).

8. Tilia ulmifolia Scop. Kleinbladlinde.

Kleinbladlinde-Gr.Z., Z.H., Wal. j IJpeline.

Lindeboiommanneke. j

Vlaamsche naam: Harde linde (B.).


Torilis Adans. Doornzaad. Torilis Anthriscus Gmel. Heggedoornzaad. Akikerklitten. j Klissekervel.

Heggedoornzaad. |


Tormentilla L.

Tormentilla erecta L. Zie Potentilla Tormentilla Neck.


Tragopogon Tourn. Boksbaard.


Boksbaard--Fr., V.X., Z.L , Du., Goe. | Zoete kannetjes-*Sa/.

Oude namen: Bocxbaert (N.H., Dod.), Coeckoecxbroot (N.H.), Jo- sephsbloemen (Dod.).

Yiaamsche namen: Haverwortel (P.), Wilde schorseneer (P.).

1. Tragopogon porrifolius L. Wilde schorseneer.


Haverwortel.

Salzafij.

2. Tragopogon Haverwortel. Joseph bloem. Morgenstar. Morgenster. Salsefi-TFa^.


pratensis L. Gele


Witte schorseneer-TFaZ.

morgenster.

Salzafij.

Suikerjenne-Fe?2'.

Sukerjentjes-TW.2r.

Wilde schorseneerdl'a/.


Yiaamsche namen: Keunaas (B.), Melkplaat (B.), Plaan (B.), Plaat (B.), Planekruid (B. ;, Plate (B.).


256


TKAPA, TRIPOLIUM.


Trapa L.

Trapa uatans L. W a t e r n o o t.

^linkijzers. Waterkastanje.

N o ten . W aternoot.

Stekelnoot.

Oude namen: Meerdistelen (Gr.H.), Minckysers (Dod.), Waternoten (Dod.), Zeedistelen (Gr.H.).


Trifoliuïii L. Klaver.


Drieblad-O.-Dr.

Klaever-Dr.èeir-., Du., O.F., Z.B., Wal. Klaver-i^r., T., Tg., Sal, Gr.Z., Br. O., W.Fr., Kenm., Utr., Z.H., V.B.,Goe., L.v.H.

Klavert-Tir., Z.Vl.

K\ee-Gr.Z., N.L., Z.L.

Kleebloem.

Kleeblöme-AS'aL, Gr.Z.


KléYeY-Sal, N.Vel, Velz., Gr.Z.,N.Bet., Ly., L.N., Br.0., Br.W., Wat., Go., Vtr., Z.H., V.B.

K\he-Z.L.

Kli-eë-N.i., Z.L.

Kloaver-Grr., W., Hu., O.Dr., Tw., Sal, Gr.Z., N.Bet., Achth., Br.W., O.F., Sch., N.B., Z.B., Wal, Z.Vl KloroweT-Sal


Oude namen: daver (M.N.), Clavere (M.N.), Claveren (M.N.). Vlaamscbe namen: Kaloevere (P.), Klaover(e) (P.), Klaver (B.,P.), Klavere (P.), Klee (P.), Klêver (P.), Klouvere (P.), Klover(e) (P.).


1. Trifoliam agrarium Poll. Zie Trifolium procumbens L.

2. Trifolium arvense L. H a z e p o o t j e.


Gemeene klaver. Hazenklaver-Z.X.


Utr., Z.Vl Hazevoet.


Hazenvoetkens.

HazepO'Otjie-T., Tw., Sal, Gr.Z., W.Fr.,


Ruige klaver.


Oude namen: Oattekens (N.H.), Hasenpoot (N.H.), Hasenpootken (Dod.).

3. Trifolium campestre Presl. Zie Trifolium procumbens L.

4. Trifolium filiforme Koch. Zie Trifolium minus Relhan.

5. Trifolium fragiferum L. Aardbeiklaver.


Aardbeiklaver-TF.J'r.

Donsjes.

Klaver-met-beziën.


Ringelboilt-Gr.

Steenklaver-TFrt/., Z.B.

Witte aardbeziesteenklaver-y.R.


Oude naam: Claveren met bezien (Dod.).


6. Trifolium liybridum L.

Bastaardklaver-Ty.i^r., Z.H., Sch., Wal. Schapenbloem-T(7.


Baste rdklaver.


O.F.,


Zweedsche bastaard--Fr.

Zweedsche klaver-J'r., Z.H., Wal, Z.Vl.


1. Trifolium inearuatum L. Inca rnaatkla ver.


Fransche klaver-Z.R., Z.Vl, L.v.H. Fransche k\ie-Z.L. Incarnaatklaver-FeZ^’., Z.H., Du.,O.F., Goe., Sch., Z.B., Wal Italiaansche klaver.


Meiklavers-TFaL Ro'oblomme-Z.F?. Roode klaver. Russische klaver.


TRirOLIUM.


257


Vlaams che namen: Engelsche klaver Fransche klaver (P.),

Fransche klee (P.), Memos’ (P.), Peerde(n)klaver (P.), Poode toppen (P.), Russische klaver (P.), Toepjeklaver (B.), Topjesklaver (P.)^ Topkesklaver (P.), Topklaver (P.).

8. Trifolium minus Relhan. Kleine klaver.

Draadklaver. Steenklaver.

Schapeiiklaver. Toehtklaver.

Schoapekloaver-Gr.


9. Trifolium pratense L. Roede Akkerklaver.

Bargeblom-Pr.

Bargeklaver-i^r.

Beeindklaver.

Biefler-TFöif.

BrabantS'che klaver-fj/r., Fr., O. F., Sch., Z.B., Wal, L v.R.

Bruine klaver-Dr./jea'., O.Dr., O. F., Goe., Sch.

Fransche klaver-Z.L. Gastklaver-.^.jL.

Hoppeklaver-O.jP.

Kemp.

Klaver bloem-Z.-L.

Klee-Z.X.

Koebloem-T^.

Koeienbloem-T.

Koüweklaver-i^'r.

Melk bloem- O.Dr.

Paardeklaver-TtVtL Poesjes -Dm.


klaver.

Reade klaver-Dr.

Roeie klie-Z.D.

Roede klaver-Gr., O.Dr., Tiv., Sal.^ Gr.Z., Achth., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Thol.,. Z.B., Wal, Z.Vl, Lv.R.

Roede s(•hapenbloem-TFrt^.

Schapenbloem-Z.D.

Schapebloempjes-Dr.

S k ap eb 1 o u m -De e mva rden . Skieppebloni-Dr.

I S p aa nsc h e k 1 ave r . j Spaenske klaver-DV.

I Suikerbloem-TF.Dr.

I Varkensiklaver.

Veldklaver-tFaZ.

We id e k 1 a v e r-Wal Zaaiklaver-Wa/.

Zeeuwsche klaver-Z.D. Zeeigertje-O.Dr.


Oude namen: Beemdclaveren (Dod.), Bruyn clavercruyt (N.H.), Claverbladeren (G.H.), Clavercruit (G.H.), Klauer (Kil.), Klauerblad (Kil.), Kleuer (Kil.).

Vlaamsche namen: Duts(ch)e klaver (P.), Inlandsche klaver (P.), Tamme klaver (P.), Tamme klee (P.).

10. Trifolium procumbeiis L. Liggende klaver.


Gele klaver.

Haa n tjes-en-kip petjes. Kleine steenklaver. Kousjes-en-schoentjes. Liggende klaver.


Wal., Z.Vl Steenklie-Z.D.

S tee n k 1 oo v e v-Ach th .

Stienklaver-2D.

Tochklaver-Dr.


Melotte-lFaZ.


Tochtklaver-lFr/Z.


Sc ha ]) e n k 1 a v e r- IF . Fr. Schoapekloaver-Gr.

Steen klaver-T., VeJz., Z.R., O.F.,Z.B.,


Tochtkloaver-O'r. Veld klaver. Woiidklavei'.


Oude namen: Cleyne steenclaveren (Dod.), Geel clavercruyt (N.H.), Steenklaueren (Kil.).


17


258


TKIGLOCHIX, TRIGONELLA, TRIODIA, TRIPENTAS.


Vlaamsche namen: Koekoe (P.), Kroont] esklaver (B.), Wilde klaverkens (P.).

11. Trifoliiim proeumbeiis Poll. Zie Trifolium minus Reihan.

12. Trifolium repens L. Witte klaver.


B^rgeh\oem-Hinde]oopen . Kemp-.V.Fe/., Veh., Utr.

Kemp klaver.

Kouweblom-i'>.(TFo»serac?ee/). Kruu-pk\e\ev -Achtk. Schapenblo.em-Kr., T., Tg., TT’. Fr. Wat., Z.H.


Sch., Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.H. Wilden kloover-Ac/;#/i.

Wite klaver-Fr.

Witte klaver-(rr., Fr., O.Dr., Tic., Sal, Velz., Gr.Z., Z.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Z.B., Wal., Z.Vl, L.v.H.


Skiepeblom-Fr.

Steenklaver-Tzr.. Velz., Br.0., TJtr.,


Witte klie-Z.L. Witte veldklaver.


Oude namen: Kemp (Kil.), Wit clavercruyt (N.H.). Vlaamsche namen: Koekoe (P.), Koekoekklaver (P.), Steen- klaver (B.,P.), Wilde klaver (P.), Wilde klèver (P.), Wilde klover (P.), Wilde klouwere (P.), Wille klaver (P.), Wille klee (P.), Witte klaver (P.).


Triglochin L. Zoutgras.

Niergras. j Zoutgras.

1. Triglochin maritima L. Strandzo ut gras. Reie-(xr.

Oude naam: Zeeghearentgras (Lob., Dod.).

2. Triglochin palustris L. Moeraszoutgras.

Moeraszoutgras. | Zeegras-met-aren.

Oude naam: Zeelandts ghearentgras (Lob., Dod.).


Trigonella L. Hoornklaver.


Trigonella coerulea Ser. Zevengetydenklaver.


Blauwe melote.

Blommetjes-van-zeven-kwartier-irfl?.,

Z.B.

Drieblad.


Hoornklaver.

KlaveT-van-zeven-getijden-.Z.yZ. Tamme lotus. Zevengetijde(nkruid).


Oude namen: Sevengetydencruyt (Dod.), Sevenghetycruyt (N.H.), Sevenghetydkruyd (Kil.).

Vlaamsche namen: Geneesbloem (P.), Klaverbalsem (B.).


Triodia decumbens Bernh.

Blauwgras.

Henjegras-Gr.

Kelkgras.


Triodia Bernh.

Hand j esgras.

Spanjer-67., Fr. Winkel-Gr.


Tripentas Casp.

Tripentas helodes Aschrs. Zie Hypericum helodes L.


TRISBTUM, TRITICUM.


259


Trisetum Pers.

Trisetum flayescens P.B. Zie Avena flavescens L.

Triticum Tourn. Tarwe.


Hweet-jPr.

Tarf-TF.j^r., Wat.

Tarwe-T., Vlie., O.Dr., N.L., Z.L., Br.O., Br.W., W.Fr., Wat., Kenm., Vtr., Z.R., Du., V.B., O.F., ScJi., TkoL, N.B., Z.B., Wal., Z.Vl, L.v.H. Tevi-N.L., Z.L., Sch., N.B., Z.B., Wal., Z.Vl, L.v.H.

Terve-Sch., N.B., Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.H.


Wait-Gr.

Weit-(?r., Fr., 'tB., O.Dr., Tw., N.O., Velz., Gr.Z., Z.L., W.Fr., Utr., O.F: Weite-Gr., W., Hu., St., Fr., 'tB., A., Tg., Schg., Dr.bew., O.Dr., Sal, N.Vel, Velz., Gr.Z., AchtJi., N.Bet., Ly., L.N., N.L., Go., Utr. Wies-Z.A.

Witweite-O.-Dr., Tw., Sal.


Oude namen: Terwe (Dod., N.H., Kil.), Weyte (N.ïï., Kil.).

1. Triticum cereale Aschrs. Zie Secale cereale L.

2. Triticum dicoccum Sclirk.

Emer(koom). Gortrijst.

Görtries-Gr. Ries-Gr.


Oude namen: Amelcoren (Dod.), Spelte (N.H.).

3. Triticum monococcum L.*

Eenkoorn. | St.-Pieterskoren.

Oude namen: Eeckoren (N.H.), Eencoren (Dod.), St. Peeterscoren (N.H.).


4. Triticum repens L. Kweek. Bent(gras).

Duinreep.

Fitergêrs-jPr.

Fiters-Fr.

Gospeeën-TFaü., Z.Vl.

Graspeen-TFa/., Z.Vl, Clinge. Graswortel.

Grondkwekwe.

Grondpein.

Grondpuinen-Z.X.

Hondehaar-Tw;.

Hondenhaar.

Hondsgras.

Hondskruid.

Hondstand.

Honds wortel.

Korengras-TFö^.

Kraaipoot-Z.i.

Kruipende tarwe.

Kruipkoren.

Kwaak.

Kweek-Gr., St., Fr., T., O.Dr., N.O.,


Sal, Gr.Z., N.L., Z.L., W.Fr., Kenm., Z.H., Goe., O.F., Sch., Wal., N.B. Kweeke-Gr.Z.

Kweeken-AScA-.

Kweekgras-Gr., O.Dr., Sal, V.B.,WaL, L.v.H.

Kweek wortel.

Kwek-Tw;., Sal.

Kweke-G.F.

Kwekke-Gr.Z., Velz.

KwekkeF/Sa/.

Kwekken(e)-Ac/^^/i.

Kwekko-Tir., Sal.

Kwekkoe-Gr.Z.

Kwekwe-Tt^;., Sal, Achth. Kwekwoe-Sal .

Kwieek-Z.H.

Kwiëk-Fr.

Le(e)d(jes)gras.

Panen.

Foeëii-Z.Vl

Peem-Z.TV.


260


TRITICUM.


Peen en.

Peengras-i.?;.i/.

Pees.

Peingras-Be^.

Pengras.

Pesseni.

Pestem.

Peien(gras).

Pui.

Puimen-Z.L.

Piiin-Pe/^., ütr.

Puinen-xV.jL., Z.L., Br.W.

Puingras-V i?.. Bet., TJir., Z H., V.B. Pijnen.

Strekgos-Tra/., Z.B.


Strekgras-6W?., Thol., Z.B., WaL Taeifiter-JPr.

TsieigèTS-Fr.{Smallingerlaud}.

Taeite-Fr.

Tarwegras.

I TogQ\-Ke7im.

Treiekant.

Trekgras-Z.X., TJwL, Sch., Wal. Viter-jPr.

Vitergras--Fr.

Vogelgras.

Vijter-J'r.

Whekkoe-ye^^-.

Wintergerst-Ac/^^/i. (spotnaam).


Oude namen: Kno(o)pgra(a)s (Kil.), Lidgras (Kil.), Pajengras (Lob.).

Vlaamsche namen: Garspeern (B.), Gerspeem (B.), Graspee(m) (B.,P.), Hazegras (B.), Hef (P.), Hondsgras (P.), Hondskruid (P.), Lidgras (B.), Lijgras (B.), Paa (P.), Paaien (P.). Pee (P.), Peem (B.), Peemnien (P.), Pegge (P.), Pei (P.), Peien (P.), Peme(n) (B.,P.)^ Pemie (B.), Pene(n) (P.), Pessem (P.), P^ettem(en) (P.), Pêze(n) (P.), Puien (P.), Puin (P.), Puinen (P.), Puingras (P.), Rietpettemen (P.), Ruisel (P.), Rijgkoorde (B.), Rijkoorde (B.), Strekpeem (B.), Strikgras (P.), Struikpeem (P.), Tisanepeem (P.), Trekgras (P.), Trekpaa (P.), Veeze (P.).


5. Triticum Spelta L. Spelt.

Ainelkoren. Faerge.

Dinkel. Spelt-O.jDr., Velz., V.B., O.F., L.v.H.

Dinkelkoren.

Oude namen: Doest (M.N.), Spelte (Dod., G.H.), Speltecoren (G.H.). Vlaamsche namen: Spelke (B.), Spelt (B.,P.), Spelte (P.).


6. Triticum turgidum L.

Australische guldenweit. Australische tarwe. Engelsche tarwe. Reuzentarwe.


Samengestelde tarwe. Syrische tarwe.

W onder tarwe.


Vlaamsche namen: Asseltaarwe (B.), Asseltarwe (B.), Asselterwe (B.), Baardtarwe (B.), Dikke terf (P.), Dikke tarwe (P.), Ruikoorn (B.), Ruwkoorn (B.).


7. Triticum vulgare Vill. Tarwe.


Aardbuil.

Amelkoren.

Doest.

Bonst.

Engelsche tarwe. Gele tarwe.


Gewone tarwe. Gewone weit. Gezwoden tarwe. Kanadeesche tarwe. Ris weit.

Roodstrootarwe.


TROPAEOLUM, TÜLIPA, TUNICA, TURRITIS, TUSSILAUO.


261


Rosse weit. Whippington-tarwe.

Ruige tarwe. Wintertarwe.

Tarwe-Z.y/.

Vlaamsche namen: Koorn (B.), Taarve (B.), Taarwe (B.,P.), Tarie (B.), Tarve (P.), Tarwe (B ,P.), Teêrf (P.), Teirwe (P.), Têref (P.), Terf (P.), Terve (P.), Terwe (B.), Torve (P.).


Tropaeolum L.

Tropaeolum majus L. Oostindische kers.


Bittelkers-6rr.

Bitterkers-6rr.

Gouden pijpje-Gr.

Hakjebloem-Fr.

Hartsjebloem-Fr.

Kappertjes-ke/^.

Kievitskop--Fr., O.Dr.

Koekeloiekje-i^r.


Ljippetop-jPr.

O o s tindiische ker s4F . Fr. Piepeling-O.Gr.

Spaansche keTS-Wal. Startpannecbie-O.Dr. Steensche kers-Gelderland. Tuskoin-jPr.


Vlaamsche namen: Capeciene(n) (P.), Capecintjes (P,), Capu- ciene(n) (P.), Capuciene(n)mutsen (P.), Capucintjes (P.), Capucijn (B.), Jonkmans (P.), Kappers (P.), Kapiiciene(n) (P.), Kapucijntjes (B.), Kruiperkens (P.), Kwezeltippe(n) (P.), Mastoeche(n) (P.), Mastoeskens (P.), Mastoessen (P.), Mastus (P.), Mestuskes (P.), Oude vaarkens (P.), Paterskap (B.), Stanse (B.), Stonse (B.), Tabakblomme (P.), Tabakpijpen (B.), Turksche mutsen (P.).


Tulipa Tourn.


Tulipa silvestris L. Boschtulp. Boscbtulp-Dit., Wal.

Gele tulp-i^^r., T., Wal, Z.VL Tuintulp-W.L., L.v.H.

Tul])-i^r., Wat., O.F.


Tulpen-*S’a/., Achth. Wilde tulp-W.i^r., Wat. Wijlde tulp-i^r.


Vlaamsche namen: Tulp (B.), Tulpane (B.), Tulpant (B.).


Tunica Scop.

Tunica prolifera Scop. M a n t e 1 a n j e r.

Kinderkens. | Wilde duizendschoon.

Vlaamsche namen: WGl jeunkelkes (P.), Wilde jonkerke(n)s (P.).


Turritis Dill.


Turritis glabra L. T o r e n k r u i d.

Torenkruid-0./>r., Utr.

Turrekruid.


Turrenkruid.


Tussilago Tourn.

Tussilagro Farfara L. Klein h o e f b 1 a d. Beverblaeren-M. | Brandlatuw.


262


TYPHA.


Dok-Z.B., Z.Vl.

Dokke-i.y.iZ.

Dokkebladen-WaZ. Dokkeblaron-Z.£., Z.Vl. Dokken-iV.5., Z.Vl.

Geiteblad Aalsmeer .

Groote wog'ebes.

Hoasbled-Fr.

Hoeblad-T/«oL

Hoefblad-Gr.-^., Wat., Aalsmeer. Hoefblèd-jPr.

Hoefgras-TFöi,

Hoefki^uid.

Hoekblad-TF.J’r.

Hoekblèd-J^r.

Hoestknüd.

Hoeven-y.5., O.F., Goe., Wal. Hoevonbladen.

Hoofblèd-i^r.


Hoosblad.

Hülsbled-i^r.

Huulsblad.

Klein dokkeblad-Z.5., Z.Vl., L.v.H. Klein hoefblad-i^r., W.Fr., Utr.,Z.H., Du., O.F., Wal.

Klein hoetjesblaar-Z.I>.

Oefblad-.Y.O., Sal., Sch., Thol., Wal. Paardehoef-O.Dr.

Paardeklauw.

Paardevoet-i^r.

Peierdsklauwie.

Poddeblèdden--Pr.

Querijnskruid.

Sinte- Carijnskruid. Sprokkebledden-jPr.

Stinkblad-Gr., Wal.

Tabak-Gr., Wal.

Tabaksbladen-Gr.


Oude namen: Brandlactouwe (Kil.), Brantlattige (G.H.), Brant- lattighe (G.ïï.), Brantlattouwe (N.H.), Doek (M.N.), Docke (M.N.), Hoef (M.N.), Hoefblad (Dod.), Hoefbladeren (N.H., Kil.), Hoefblat (M.N.), Houfyserblaren (Hond.), Peerdsklauwe (Kil.), Peertsclauwe (N.H., G.H.).

Vlaamsche namen: Hoevenblaren (P.), Padaan (B.), Padane (B.), Pappeblaars (P.), PeerdsKoeve (B.), Peerdshove (B.), Wolverblaren (P.), De zoon voor de(n) vader (P.).


Typha Tourn.

Bezuring-Z.i?., Wal., Z.Vl. Biezebras.

Bouten-Wa^.

Butterbies-F.-B.

Doedel. ♦

Doerbol-i^r.

Doerebout-i^r.

Doerre-Pr.

Doezebolt-i^r.

Doezebout->S^., O.Dr.

Dolzen.

Domp-W.i^r.

Donzebout-Pe^^^.

Donzen.

Duerebolt--Fr,

Duikelaar-.4c/i^/i., W.Fr., Wat., Z.H.,


Lischdodde.

O.F.

Duikers-Kewm., Wat. k)m\-Velz., W.Fr., Goe. Duivelsk(n)op.

Dui-y.5.

Dulen-T., Wat., Z.H. DwWQW-Oi'erijsel, W.Fr., Kenm., Z.H. Dulsen.

Duren.

Duthamer-Gr.

Duul-yy.i^r.

Floijnen.

Hanebolten.

HQmV)0\-Fr.{Hindelooj)en).

Hesbollen-iV.O.

Hooge gooier-O.-F.


1) de koeien vreten de plant niet, de geiten wel.


TYPHA,


263


Huil-eii-cluil '^yBet.

Kaarsen-Z.J/., Z.B.

Kakelaar-Z.iï.

Kanneboenders-Wa/., Z.Yl, L.v H. Kannewasscher.

Kattenstaarten--^.-^.

Koelemeier-Z.iï.

Kosten.

Lampenpoetser-(9r., Tic., Ach I1..Z.B., Scli.

Lampenpuuster-Ttr.

Lischdodde--A^.O., Gr.Z., Achth., TJtr., Z.R., V.B.

Lischknodden.

Naaldenkoker.

Naaldenkokers-Taj.

Papenriet-TKö^.

Peerde-Z.-fZ.

Pielepooi-y.-B.

Plomper-TFa?.

Plompersigaren-TFa?.

Pluis-(?r.Z.

Pollepiester-iY.O.

Polze.

Pompels-G^r.

Pompstokken-Fe?2:.

Raboordie.


Rietkolve.

Rietsigaar '^)-W.Fr.

Ruggeklopper-Fe/^r.

Ruggemeter-Z.iZ.

Sigarenriet-N.FeL, Z.H., Wal., L.v.H. Siggen--Pr.

Stalkaarsen-T/ioL, Z.B., Wal. Stoezebolt-Dr.&e^ü.

Stoezebont-/SL

Toerebout-yr.

Toerre-F'r.

Toesebol-M.

Toessebolten-M., O.Dr. Toestebollen-O.-Dr.

Two:rrebout--Pr.

V arkensdullen-X.'y.F.

Veegkruid.

Vèneknuppel-J-c/^^/^.

V ogelverschrikker-FeZ^r. Waterknots(en).

Waterkolf.

Wulfe-.^.-L.

Zotsknodde.

Zotsknop.

Zuurkolï-U tr.

Zimrkolve.

Zwezerik.


Oude namen: Dodde (Kil.), Donsen (Dod.), Donze (Kil.), Dosue (Kil.), Dutscolve ^) (M.N.), Kolue (Kil.), Lischdodde (Dod., N.H., Kil.), Pols (Kil.), Polsse (Kil.), Rietdodde (Kil.), Rietkolue (Kil.). Vlaamscbe namen: Eccehomoriet (B.), Kousebooters (B.), Liseb- dodde (B.), Lischdodden (B.), Raai (B.), Waterkolf (B.).


1. Typlia angustifolia L. Kleine Ragijnespillen-*S'a?.

Doesbollen-O.-Dr.

Kattestaarten-iSa^


lischdodde. Kleine haneboilt-(Tr. Sneelings-Gr. Toezebollien-*S'aL


Vlaamscbe namen: Dod(de) (P.), Dodsen (P.), Kolfriet (P.), Kruisriet (P.), Lesse(n) (P.), Riet (P.), Rietentop (P.), Sigare(n) (P.), Sigare(n)plant (P.), Tod (P.), Totsen (P.).


2. Typha latifolia L.

Bollepèzen-*S'a^. Rollepiest-Y B. Bollepijst-F>.


Groote lischdodde.

Bolpeserik. Bullepees-Gr., Sal., Rulpezerikken.


Gr.Z.


1) De kinderen werpen ze omhoog en roepen: huil en duil, hoog in de lucht.

2) L)e gedroogde aren worden door jongens gerookt; zij branden na het aansteken van zelf door.

3) In het M.N. staat dat dutscolve is zeegras of zeebiese. doch de bijgevoegde namen ,,Rohr- kolbe” en „I.iesc.hkolbe” geven duidelijk aan, dat hier Typha is bedoeld.


264


ULEX, ULMARIA.


Dodde.

Doedel.

Doedhainels-Gr.(OM6?e veenkoloniën). Doesbolleii.

Doetebolt-Gr.

Doethóamer-(7?*.

Dotterkoezen-Gr.

Douterkoos-TF.

Douterkous-Gr.

Duivelsknuppels-Z.L.

Duivelsroede-Z.i/.

Duivelsstokken.

Duthamer.

Duvelskniippel-xY.5eF Groote hanebolt.

Kaars-Z.i^. I

Vlaamsche namen: Als bij (P.), Wille weutjes (P.).


Kattestaart-Gr.(TFe6/erA:2i?arGer).

Kodde-Z.if.

Polzen.

F ommol-N oorden van Groningen, Gr.Z. Pommelstokken-Gr.

Pompei.

Pompoen.

Pompons.

Riet-AM..

RieidoMe-W.Fr.

Sneeling.

Toerebout-AV.

YiegehoWen-ZwoIle.

Ziggen-Fr.

Zodsknoppen.

Zotsknodden.

T. angustifolia en Wilde wuitjes


Ulex L.


Ulex europaeus L. Gaspeldoorn.


Bremerheide-Pr. Doornbrem. Doornstrnik. Doorzichtige brem. Duindoorn-Goe., Wal. Fransche brem. Gaspeldoorn-Z7/r. Gemeene doornstrnik. Genst-L.v.H.

Ginst.


Ginster-Z.L.

Heethëkels-Ac^^/<.

Heibrem.

Kattendoorn-Fe/2'.

Spaansche hanekammekens. Steekbrem.

Stekende breni-i/pw^e/o(G.), N.L.,Utr., TF«/.

Zeebies.


Oude naam: Gaspeldoren (Dod.).

Vlaamsche namen: Brum (B.), Doornginste (B.), Doornstruik (P.), Duiveldoorn (B.), Duivelsdoorn (P.), Gaspeldoorn (B.), Heidoorn (B.,P.), Heksenhout (P.), ledoorn (B.), Judoorn (B.), Stekebrem (P.), Stekelbrom (B.), Stekelginste (B.), Stekers (B.), Velddoorn (B.), Wie- doorn (B.).


Ulniaria Tourn.

Draadtak. | Spirea.

1. Ulmaria filipeiidula Hill. Knolspiraea.

Dropwortel. 1 Roode steenbreek.

Oude namen: Rode steenbreke (G.H.), Roode steenbreke (G.H., Dod.).

2. Ulmaria palnstris Mnch. Moerasspiraea.

Bloeiende olm-TF«/., Z.Vl. Kamerkruid.

Geitenbaard. Moerasspirea.


ULMUS, URTICA.


265


Olmkruid. | Ïorkruid-Zmm.

Reinette. |

Oude namen: Oeytebaard (de G.)> I^eynette (Dod.). Vlaamsche namen: Geitenbaard (P.), Kamerbloem (B.), Kamer- kruid (B.), Koningin der weiden (P.), Lizorboom (B.), Lijsorboom (B.), Magerman (B.), Robbroodskruid (P.), Roorebbe (B.), Rooribbe (B.), Theeboom (B.), Weiolmkruid (P.), Wilde olm (B.), Wolfvlinder (B.), Wulfvlinder (B.), Ijzerkruid (B.), IJzerraol (P.)> IJzermolkruid (P.), Zwane(n)poot (P.).


Ulnms L. Iep.


Gemeene iep.

Gewone iep.

Herseleer.

lep-Gr., W., St., Fr., T., Dr.heiv., N.O., O.Dr., Tw., 8a'., ^ .Vel.,Velz., Gr.Z., Achth., Ly., L.N., N.Bef., N.L., Z.L., Br.0., Br.^y., W.Fr., Wat., Kenni., Aalsmeer, Go., Utr., Z.H., Du., V.B., O. F., Goe., WAL le^ie-Tw., Achth. lepebéam-i^r. lepeboom-Gr., N.L. lepelaar.

Iepeiiboom-O.I>r., Yelz., L.v.H.


leper-Rr.

le])eT'ehoom.-Luntere7i. leperenbéam-Rr. lepernboom-Gr., A., O.Dr. l])-Gr.Z.

Kleine ijp. hinde- Alhlasserwaard.

OWn-Ylie., O.Dr., Gr.Z., N.L., Z.L., Br.WY, Kenm., Aalsmeer., Utr., Du,, V.B., O.F., Goe., Sch., N.B., Z.B., Thot., Wal., Z.VL, L.v.H. 01mbéam-*Sc%.

Olmboom-Z.F/.

Ohnehoom-Thol .


Oude namen: Eipenboom (Kil.), Kerselaar (Dod.), Herseleer (Dod.), Iepenboom (Kil.), lipenboom (Kil.), Ipe (M.N.), Ipen (Kil.), Olm (Kil.), Olmboom (Dod., Kil.).

Vlaamsche namen  : Alm(e) (P.), lepe(n) (P.), Ollem (P.), Olm (B.,P.), Olmboom (B.,P.), Olmenboom (P.), Steenolm (var.) (P.), Zachte iep (B.).


1. Ulmus campestris L. Iep.

Herselaar. | Veldiep-Fe/2'.


Urtica Tourn. Brandnetel.


Bannettel-FV., Ty.

Barnnetel.

Barnnettel-FV.

Barre netelen.

Braiulekkel.

Braiidenekel-Tr.i^Y., Wat. Brainl(‘nekels-T.

Brandnetel-*S/., Fr., Vlie., N.O., Sa'., N.Yel., Gr.Z., Achth., L.N., N.L., Z..L., W.Fr., Kenm., Utr., Z.II.,Du., Wal., Z.Vl.

Braiidtiettel-7V-., Sal., Gr.Z.


Branekkel-Gr.

Branetel-iV.yc/., Barneveld. Brannekel-^4rt7.s;weer.

Brannekkel.

Brannettel-FV., Tw., Sal., Gr.Z., Ach th .

Broeieis-Fr., WYil.

Broeinekels-Z.R., Y.B., O. F., Thol. Sch., N.B.

Broeinetels-7 R., Z.H., V.B., Goe., Sch., Z.B., Wal.

Broeiiiettel-F r.


266


UTRICÜLARIA, VACCARIA.


Broenetel-Z.y/. Xetelen-.Y.L., Wal Stekels-*S^. Stiekel-jPr., .4.


Tiengel-Z.y;. Tingel-Z.B., Z.Vl Zeiigel-Z.H.


Oude namen: Netel (M.N.), Netele (M.N.). Netelen (G.H., Kil.), Netle (M.N.), Nettel (M.N.).

Vlaamsche namen: (H)ittel (B.), Netel (B.), Nettel (B.), Nittel (B.), Tingel (B.), Wietelaar (B.).


1. Urtica dioica L. G r o o t e brandnetel.


Brandekkel-Gr.

Brandnettele-.4c/?//n

Broeinekel-Z.B.

Broeier-Z.^.

Broeinetel-D?(.


Groote (heete) netel. Groote zengel-Z.H. Netelkruid.

Nettel-Tw;., Sal Nettelkruid.


Groote brandnetel-Tr.J"r., Du. Tiengels-Z.y/.

Groote broeinekel-M., Z.B. , Tingels-Z.T7., L.v.H.

Oude namen: Grove netelen (N.H.), Heete netelen (Dod.), Tweede groote netelen (Dod.).

Vlaamsche namen: Bétenetel (P.), Bruine netel (B.), Bruine tingel (B.), Grachtnetel (P.), Grachttingel (P.), Groote netel (B.), Groote tingel (B.), Heete netel (P.), Jèttel (B.), Neitel (P.), Niêtel (P.), Nettel (P.), Nittele (P.), Steeknetel (P.), Tengel (P.), Tingel (P.).


2. Urtica ureus L. Kleine Hoendernetel-TT'a/. Hoendertingel-Z.T7.

Kleine brandnetel-TT’.Fr., Du. Kleine broeinekel-5'cA.

Kleine broeinetel-Z.B.

Kleine heete netel.


brandnetel.

Kleine netel-Z.i. Kleine zengel-Z.H. Lutje brandekkel-Gr. i\Ioestuinnetel-Z.i. Tingels-X.r.iï.


Oude namen: Cleyne heete netelen (Dod.), Derde heete netelen (Dod.), Heerennetelen (N.H.).

Vlaamsche namen: Bétenetel (P.), Brandjettel (P.), Brandnetel (B.,P.), Bijtnetel (B.), Groene netel (B.), Groene tingel (B.), Heeren- netel (P.), Heete netel (P.), Hoftingel (P.), Kleine netel (B.), Kleine ' tingel (B.), Kleinjèttel (P.), Steenhittel (B.), Steennetel (B.), Steen- nittel (B.), Troepjettel (P.).


Utricularia L. Blaasjeskruid.

Netekruid.

Utricularia Tulgaris L. Blaasjeskruid. Blaasjeskruid-TF.Fr. Waterblaaskruid-L7r.

Blaaskruid. Waterduizendblad.


Vaccaria Med.

Vaccaria parviflora Mnch. Koekruid. Deurblad. | Doorblad.


VACCINIUM.


267


Doorkruid. | Koeienkriiid.

Doorwas. I Wilde weede.

Oude naam: Roode deurwas (Dod.).

2. Vaccaria segetalis Grcke. Zie Vaccaria parviflora Mnch.


Bikbèzen-^c/i^/i.

Bleekeii-O.jDr.

BoschbesW.0., O.Br., Tw., SaL,Gr.Z.,

1. Vaccinium macrocarpon Ait. L Amerikaansche veenbes.

Beie-T^.

Beikes-T^.

Blaadjeheide.

Blaedjeheide-Tf/.

Geleiappeltjes-Tór.

2. Vaccinium Myrtillus L. Blauwe


Yaccinium L. Boschbes.

N.L., Br.0., Vtr. Boschbèzen-T^(;. Kroozen-Tw;. epeltjeheide. Groote veenbes. Heideappeltjes. Lepeltjeheide-TV.i^r. Leppeltsjeheide-T^. Morbes.


boschbes.


Beekbèzen-Ac/i^A.

Klokkebeien-Br.iy

Bikbeze-6rr.Z.

Kraakbessen.

Bikbeeren.

Krakelbes.

Blauwbes-ye?2’., Z.L., Aynsterdam, Vtr.

Kroozen-Tw.

Blauwe bes.

Malbezen-A.X.

Blauwe boschbes-iY.0., Tw., Velz.,

Mirtebeziën.

Gr.Z.

Mobelen-A.B.

Blauwe boshbei--Fr.

Molbei-iY.B.

Blauwe heidebei--Fr.

Molberen-Z.X.

Blebberbeien-i'^r.

Myrtebezie.

Bleeken-O.Dr.

Orbelen-Z.B.

Bleibers-O.Dr.

Palmbessen-Br.0.

Blekbessen-zS^.

Portelbes(sen).

Blibberbessen.

Portelbezie.

Boschbes-T^^•., O.Vel., Gr.Z., L.N.

Strapele-Br.O.

Boachhèzen-Gr.Z.

Vrakelen.

Euverberen '^)-Tw.

Walbeeren-Z.i.

Evenbesiën.

Waldbeeren-X.A.

Haverbezie.

Waldbes-X.A.

Heidebei--Fr.

Wilde i^sdm-St.

Heidelbeeren.

Wolberen-Z.B.

Keutelbeeren.

Worbelen-Z.B.

Oude namen: Crakebesien (Dod., M.N.), Hauerbesie (Kil.), Heidelber (M.N.), Heidelbesie (M.N.), Heitber (M.N.), Kraeckebese (Kil,), Kraecke- besie (Kil.), Kraeckebeyse (Kil.), Portelbesien (Dod.).

Vlaamsche namen: Boschbezeke(n)8 (P.), Boschbezen (P.), Bosch- bizzemen (P.), Klakkebaze(n) (P.), Klokkebeien (P.), Klokkebeier (P.), Klokkebezen (P.), Kozijnnenkruid (P.), Kozijntes (P.), Krakebaze(n)


1) = ooievaarsbessen.


^68


VALERIANA.


(P.), Krakebeize(n) (P.), Krakebeze(n) (P.), Krakelbei (B.), Krakkebaze(n) (P.), Kraukebazen (P.), Krokkebazen (P.), Krookebezen (P.), Moene- beze (B.), Moerbeier (B.), Moerbezen (P.,B-)> Moerbizzemeo (P.), Moerebeier (B.), Mottebeze (B.), Olberen (P.), Waalbezen (P.).


3. Vaccinium Oxycocciis L.

Bikbeere.

Feanbei-Fr.

Kanneberg.

Kreuzebei-Fr.

Ki'Quzen-Dr.bew., O.Dr., Sal. Kroezen.

Roode veenbes. Tusbeeren-^.F.


Veenbes.

Veenbei.

\eenhes-Utr.

Veenbezie.

Veenboschbes.

Ve enk o ren. Vennekeskersen-V.L. W aterkrakebeziën.

I Zure boschbes.


Oude namen: Veenbesien (Lob., Dod.), Venbesien (Kil.). Vlaamsche namen: (joorbes (P.), Goorbezike(n)s (P.). 4. Vaccinium uliginosum L. R ij s b e s.

Rijsbes-T^tJ. Veenboschbes-t/fr.

Stronkbes. Waterbessen.

Stronkbèzen-d-c/dA.


5. Vaccinium Vitis idaea L. Roode boschbes.


Beerenbes(-ziën).

Blebberbei-Fr.

Everbeziën-Tïr'.

Hondsbe.s-0.Fe/.

Krakelbes.

Kreuzen-O.Dr., Tw.

Kr o o s j es b es- Ach th .

Krootbessen-Or.Z.

Kroozen-Tw?.


Kvosen-Sal.

Preiselbes-T'e/2^.

Réade heidebeFFV.

Roode bleeken-Hc/i//o Roode boischbes-F>., Tic., Veh., Z.L.^ Utr.

Roode krakelbessen.

V ossehèzen- Achth.

Vossenbes-O.Fe/.


Oude namen: Hauerbesie (Kil.), Kraeckebese (Kil.), (Kil.), Kraeckebeyse (Kil.), Roode crakelbesien (Dod.). Vlaamsche namen: Boschpalm (P.), Meegdebezen


Kraeckebesie

(P.).


Valeriana Tourn. Valeriaan.

Sint-Joriskruid. Sint-Jori,s\vortel.


N.L., Z.L.,


Donderbloem-Z.X.

Donderpoes-.^. F.

Duivelsklauw.

Faldriaan.

Faldrian-V.0., Gr.Z., Z.H.

Koorts wortel.

Oude namen: Cattencruyt (N.H.), Ooghecruyt (N.H.), V aleriane (N.H.). 1. Valeriana dioica L. Kleine valeriaan.


Valderiaan-TFr/F Valeriaan-0. -Dr., Gr.Z., Z.H., Goe., Wal


Kleine valeriaan-TF.Fr.

Oude naam: Cleyne valeriaene (Dod.). 2. Valeriana officinalis L. Valeriaan.


Duvelsdrek-TF.Fr.


I Speerkruid.


VALERIANBLLA, VBRBASCUM.


269


Vladderian-Zi(;o^Ze. | Wilde spikenard.

Oude namen: Cattencruyt (N.H.), Ooghecruyt (N.H.), Valeriane^ (N.H.), Wilde valeriane (Dod.).

Vlaamsche namen: Kattepier (B.), Kattepieren (B.), Pijpenkruid (P.), Stinkaard (B.), Valeriaan (P.), Valeriane (P.).


Valerianella Tourn. V e 1 d s 1 a.


J\Iolsla-W«^.


Z.Vl.


Veldsla-O.Dr., Ttv., SaL, Gr.Z.,Achth., N.L., Z.L., Utr., Z.H., Du., V.B., Goe., O. F., Sch., ThoL, Z.B., Wat.,


VetslaW.O.

Vette kousen-*Sc/i. Vettik-iV.0.


Oude namen: Veltcroppen (Dod.), Veltsalaet (Dod.), Vette coes- (Dod.), Witmoes (Dod.).


1. Valerianella olitoria Poll. Veldsla.


Akkersla-Z.if.

Ezelsooren-Amsterdam.

Kleeroogen.

Koes.

Kooriisla.

Laiigoorde veldsla.

Spriiikhaankruid.

Veldkrop.

Veldlatuw.

Veldsla-M\Fr., Sch., Z.Vl. Veldslaot-6'a/., Achth. Vei-Kenm.


Vetsla-jPr., W.Fr.

Vette kers.

Vette koes-Kadzand.

Vette kool.

Vette kous-Z.H., O. F., Z.Vl. Vette kousen.

Vettik-O.-Dr., Tw., Achth. Vettike-M.

Vetzaad-Kmm.

Wals, la.

Wilde veldsla-Z.y^ Wintersalade.


\ Qi]Q?>-Gorinchem.

Vlaamsche namen: Kleeroeëg (P.), Kleeroog (P.), Kleeroogen (P.), Kleiron (P.), Koornsalaad (P.), Koornsalau (P.), Koornsalade (B.), Korensalaad (P.), Kraaksalade (B.), Veldsalaad (P.), Veldsalaai (P.), Veldsaloëd (P.), Veldsaloï (P.).


Yerbascum L. Toorts.


AioiiS'Stat'-F.5.

Aronsstêf-i^r.

Aronsstok-F.JÖ.


Stalkaars.

Toorts-T., Gr.Z., N.L., Z.L., Vtr.,\Val. Toortskruid-lfa/.


Koningsbloem-Z.X. Wollekrüd-K’r.

Koningskaars. Wollekruid-S'a/., Wal.

Koningskruid.

Oude nam en: Keerssecruyt (N.H.), Tortsecruyt (N.H.), Tortsen- kruyd (Kil.), Wolblad (Kil.), Wolblaederen (Kil.), Wolcruyt (N.H.)^ Wolkruyd (Kil.).

1. Verbascum Blattaria L. Mottenkruid.

Mottenkruid-A.L. 1 Nachtkaars.

Oude namen: Mottencruyt (N.H., Dod.), Mottenkruyd (Kil.).


270


VERBENA.


toorts.

Zwarte toorts. Zwart wollekruid.


2. Verbascum Lychiiitis L. Melige toorts.

Salomonsnachtkaars-Z.T7.

3. Verbascum iiigruiii L. Zwarte Koningskaars-Ti(;., Wal.

Nachtkaars.

Wolkruid-Gr.Z.

Oude naam: Swart wollecruyt (Dod.).

4. Verbascum Schraderi G. Mey. Zie Verbascum Thapsus L.

5. Verbascum thapsiforme Schrad. Stalkaars.

Koningstoorts-L7r., Wal | Romeiiische stalkaars.

Nachtkaars. ' Woltoorts.

Vlaamsche namen: Kattekoppen (P.), Keersen (P.), Lemmekens- blaren (P.), Lemmekensooren (P.), Maagdekeers (P.), Paaschkeers (P.), Poïskeisse (P.), Wilde tabak (P.), Wilde zokken (P.), Wolblaren (P.), Wolplant (P.), Zokkeblaren (P.), Zokken (P.), Zoklappen (P.), Zoks- kens (P.).

6. V erbascum Thapsus L. Koningskaars.


Aronsstixt-Achth., Z.H., Sch., Wal,

Z.Vl

Aronsstèf-i^r.

Fluweelen bladen-Z.JÏ.

Hemelbrand.

Kattestirt-FV.

Keèrse-Z.-L.

Kerskruid.

Koningskaars-6W., Utr., Z.H., Wal Oude namen: Tortenkruid (Kil.),


Koningskandelaar-Zw-'o/Ze.

Nachtkaars-TFö/.

Paaschkers.

Staf Arons-Z.T7.

Wit wolkruid.

Wolbloem.

Wolkruid.

Wolleblad(eren).

Zachtlap-Gr.

Wit wollecruyt (Dod.),


Wol-


cruit ((t.H.), Wolcruyt (Gr.H.).

Vlaamsche namen: Gele keers (P.), Gele thee (P.), Maagdekeers (B.), Madekeerse (B.), Matekeerse (B.), Wolkruid (B.), bovendien de namen voor V. thapsiforme.


Verbena Tourn.

Verbena officinalis L. Ijzerhard.


Eis(s)en.

Eizen.

Hardijzer-Aa/smeer. Ridderblad. Verben a-Z.FI.


IJzenhard.

IJzenkruid.

IJzerhard-P7-., Z.R., O. F. IJzerkruid-AMv., Z.L.


Oude namen: Eysenkruyd (Kil.), lisercruyt (Dod.), Isecrruyt (Hond.), Isercruyt (N.H.), Iserhert (M.N.), Iser(ne)hart (M.N.), Kerckkruyd (Kil.), IJsenkruyd (Kil.), IJsercruit (G.H.), IJserhard (Kil.), IJserhart (G.H.), IJserkruyd (Kil.).

Vlaamsche namen: Kerkkruid (B.), Ijzerkruid (P.).


VERONICA.


271


Yeronica L, E e r e p r ij s.


Donderbloempj'e--FV.

Buust-Z.B.

Eereprijs-J'r., O.Dr., O.VeL, Gr.Z., Z.L., W.Fr., Ufr., Z.H., Du., Wal, Z.VI.

Gamander-T«’., SaL, Gr.Z., W.Fr., Aalsmeer., Wal.


Gamanderkruid-TTa?. Gamanderlijn. Hoenderdarm-Z.T7. Puinoog jes-Wa/. Putenoog j es-Wal. Veronica-A7-L., Wat.


1. Verouiea agrestis L. A k k e

Akkereereprijs-TF.i^r.

Blauwbloempje.

Blauwe miev'e-Achth.

Blauwe murik.

Ganzemuur.

Ganzenmuur.

Oude namen: Hoenderbete gamander (Dod.).

2. Yeronica Aiiagaliis L. Wat

Wateranagallis.

W at e r e e r eprij s -IP . .


e e r e p r ij s.

Hoenderdarm-A.'y.iï.

Klootjesmuur-O.jP.

Tweede valsche muur. Veldeereprijs.

Vogeldarm-Z.B., N.B.

(Lob.), Hoenderbete met bladers van

ireereprijs.

Waterguichelheil.

Waterpimpernel.


Oude namen: Backponge (Kil.), Lauer (N.H.), Waeterponge (Dod.), Waterponge (N.H.).


V e 1 d e e r e p r ij s.


3. Yeronica arvensis L.

Akkereereprijs.

Blauwbloempje.

Blauwe mier-Z.A.

Blauwe miere-Achth.

Blauwe murik-TP.Fr. Fjildeereprijs-T'r.

Oude namen: Hoendererve valsche muur (Dod.).

4. Yeronica Beccabunga L.


Ganzenmuur-Goe.

Hoenderdarm-Z.P/., L v.H.

Tweede valsche muur. Veldeereprijs-TT.Fr.

Vogeldarm-*Sr/^.., Th3l., Z.B.

(N.H.), Middelmuer (N.H.), Tweede


Beekpunge.


Beekeerenprijs. Ponge.

Beek(e)punge. Waterbunge.

Bekel)oou. Waterporselein.

Bekebunge. Waterpung(k)e(n).

Oude namen: Beeckpunge (Dod.), Bekeboom (Kil.), Lumeke (M.N.), Lumike (M.N.), Waterpunge (Dod.).


5 Yeronica Cliamaedrys L.

Gamander(eereprijsi).

Manne>ntrouw.

Meisjestrouw-Pe/2'.

Oogenlroost-/>V.O.

Putenoogje.

Stijfselbloempjes-A.i;.!'.


Gewone eereprijs.

Vergeet-Jiiij-niet-FTr.

Vogeldarm-Z.B.

Waterpunge.

Wiensel-A.0.

Wilde cliamaedrijs.


272


VIBURNUM.


Oude namen: Blauw chamedren (N.H.), Camadren (Gr.H.), Eerd- wieroock (N.H.), Gamanderlin (Dod.), Veronica (Hond.), Wilde cha- maedrys (Dod.).

Ylaamsche namen: Fêronika (P.), Gamanderlijn (B.), Muisoogs- kens (B.), Veronikes (P.), Vironikats (P.).

6. Teronica hederaefolia L. K 1 i m o p e e r e p r ij s.


Blauwe miere-Achth. Blauwe oezemoeze-TraZ.


Endedarm-B’öZ.

Hennendarm-Z.i.


Donderbloempjes-Gr.(TT'esZerA-i/.-a?-Zzer). Hoenderdarm-TraZ., Z.Vl., L.v.H.

E 11 dd a r m- B ’a Z . V og el da r m-Z . 5 .

Oude namen: Eerste valsche muur (Dod.), Hoenderbeet (N.H.), Hoenderbete (Dod.).

Vlaamsche namen: Hennederm (B.), Hennemoes (B.), Henneslei (B.), Hennesleier (B.), Hennevette (B.), Hinnedarm (B.), Hinnenderm (P.), Hinneslei (P.), Hinnesluier (P.), Hoenderderm (P.).


7. Yerouica loiigifolia L. Langbladeereprijs. Kattestaart-5aZ.


8. Yerouica offieinalis L. M a n n e t j e s e e r e p r ij s.

Eerenpri>es-T«i;., Sal, Gr.Z. Manneke.

Eereprijsmanneke. ^lannetjeseereprijs-TE.i^r.

Europeesche thee.

Oude namen: Eerenprysmanneken (N.H., Dod.), Grondheyl (N.H.). Vlaamsche naam: Wilde thee (P.).

9. Yerouica scutellata L. Schildvruchteereprijs.

Schotelkruid.


10. Yerouica serpyllifolia L.

Eerepiijswijfke.

Hoenderdarm-X.r.Jï.


T ij ni b 1 a d e e r e p r ij s. Veldeereprijs.


Oude namen: Cleyn cruypende gamanderlin (Lob., Dod.\ Velt- eerenprysmanneken (Dod.).


Viburnum L. Sneeuwbal.


Balroos-Y.i., Br.0., Z.B., BaZ. Pinholt-Gr.Z.

Sneebal-i^r., Tw.

Sneeuwbal-Gr., Fr., T., O.Dr., N.O., Oude naam: Lynen (Kil.).

1. Yiburuum Lautaua L. Wollige Europeesche viorne.

Wollige balroos.

2. Yiburuum Opiilus L.

Balroos-BaZ., Z.VL Bolrcxos.

(xeldersche roos-Gr., Velz., Gr.Z., L.N., TJtr., Z.H., Du., Wal.


Tw., SaL, O.Vel., Gr.Z., S.L., Z.L., W.Fr., Wat., Utr., Z.R., V.B.. O.F.,. Goe., ThoL, Z.B., Wal.

Viorne.

sneeuwbal.

Wollige sneeuwbal.

Wollige viorne.

roos.

Gemeene viorneboom.

Gewone sneeuwbal.

Gewone viorneboom.

Koesjebeien(de bessen)-Gr.


Gelde rsch e


VICIA.


273


Koetsjebeie.

Pêpkeutels(de bessen)-/Sf. Sneebal-J-c^^/i., Barneveld. Sneeuwbal-FeZ^r.j Gr.Z.^ Wal. Sneeuwbes-IFai.

Sniebal-i^r.

Snieballebéam-j?’r.


Valsche sporkenboom. Vlaams€he roos. Watervlier-FeZ^r.

Wilde vlier-.Br.O. Wittebrood.

Wrongel.  :

Zwelkenhout.


Vlaamschie namen: Balbararoos (P.), Balroos (P.), Balrooze (P.), Gelderroos (P»), Geldersche rooze (B.), Kaasballeke(n)s (P.), Kelder- roos (P.), Meelboom (B.), Meiroos (P.), Meirozelaar (P.), Sneeballe(n) (P.), Sneebolle(n) (P.), Sneeuwbal (B.), Spinrokhout (P.), Spinrokken- hout (P.), Watervlier (B.), Wilde vlier (P.), Wit honzenhout (P.), Wit sporkenhout (P.), Wrongelrooze (B.), Zwelkenhout (B.).


Yicia Tourn. Wikke.


Mikerwten-TFaZ.

Mikke-TFaL Platte erwt.

Vitsen-Z.F/., L.v.H.

Wik.

mkke-Vlie., O.Dr., N.O., Tw., Sal.,


O.Vel., Gr.Z., Aclith., Br,0., Vtr., Z.H., V.B., O.F., Goe., Sch., Thol., Z.B., Wal.

Wikken-Fr., N.L., Z.L,

Wikkens-Bc/i. '

Witse.


Oude namen: Vitse (Kil.), Vitsen (Dod.), Wicke (Kil.). Vlaamsche namen: Fitsen (P.), Frikken (P.), Kreeften (P.), Krik (P.), Krok (P.), Krokke(n) (P.), Kruk (P.), Krukken (P.), Veetsen (P.). Vikken (P.), Vitsen (P.), Vrikke(n) (P.), Wikken (B.,P.), Wilde wikken (P.), Zottinnebloem (P.).


1. Yicia aiigastifolia Roth.

Krok.

Nachtwikke.


Nachtwikke.

Wikke-iV.-B.


Oude namen: Nachtcrocke (M.N.), Nachtwicke (M.N.).


2. Yicia Cracca L. Vogelwikke. Blauw blomstjegoed-’^ B. Blauwerwtjes-Gr.

Blauwe krok.

Blauwe schaaperwtjes-Gr.

Blauwe zwijnetongetjes-Gr.(TFe5/er- kwartier).

Drachtwikke.

Haantjes-i^r.

Kleine viisen-L.v.H.

Kleine wikke.

Krok.

Mikerwten-Z.F7.

Nachtwikke-Gr.

Rief-Z.B.


Ringelwikke-Tw.

Schoentjes-en-muiltjes-Dt^.

Sint-Christoffelkruid.

Veelbloemige vitsen.

Veugeltjes-T.

Vitzels-Z.F^.

Vogel wikke-Gr., O.Dr., O. Vel., Gr.Z., W.Fr., Z.H., O.F., Goe., Wal. ' Wilde aarnootbloem-O.P.

Wilde vitsen-Z.F^., L.v.H.

Wilde wikke-Z.J5., Wal.

Windsel-Gr.

Winsel-Pr.

Wok-T.


18


S74 yiciA.


Vlaamsclie naam: Krok (B.).

3. Vicia faba L. Tuinboon. Boereboon-FeZ^., Z.H:

Boerenboon-TFai.

Boeren] ongeins-O.Dr.

Boerenteen-zSaZ., Br.0., Sck.^ Thol. Boereteen-Z.jï., TFaZ., Z.Vh, L.v.H. Dikke boene-Z.jC.

Dikke bodn. * ^

Douwe beanen-J'r. -i

Duiveboon-O.Dr., Sal.y. Z.H., O.F.,

. Sch.^ Z.B., Wal. , ‘ /

Dume.  : * : . '

Engelsche boon.

Flodderbóan-5r.O.

Greate beane-Er. , , , ;

Groote bO'on(en)-Er., Gr., T., N.O., ÖiDr^, Tw., 'Sal., Gr.Z., Achth.,

> BnO., iV.Fr., Wat.^ Kenm., Z.H,, Du., Wal, Z.Vh, L.v.H.

Hangeloor. - -■

Huisboan-5r.0. • '

Hijnstebeanen-F’r.

Jödenboon-T^'., Sal., \Gr.Z. ' Kaapscbe boon-TFaZ.' '

Kleine boon. - ■ • '

Kloosterboon. , ,

Knieboon-.^^X.

Lapboonen-JSr.O.

Leidsche boon.

Lijtso beanen-Er.

Mazaganboon.

Moffelboione--Br.O.

Molboon-Gr., Gr.Z., Wat., Z.H., Wal. Molleboon.

Moppeboon.

01de wieven-O.Dr.

Oude 'wijvQW.-Dr.hew.^' O.Dr. Oude-wijventoonen-Gr.


0uwe-man9dumen-5ör«ei;eZ(Z. FSi3iT'di^oon-Gr(yV esterlcwartier),O.Dr ., Sal, Z.L., W.Fr., Wat., Z.H., O.F., Sch., Z.B., Wal, Z.Vl, L.v.H. Paardenwik.

Peerdeboon-Gr.(OZdam&Z), Tw. . 1",

Platte 'boon-zScZt., Z.B.,, W'al, Thol, Z.Vl 1

Platte petei-iV.FeZ., Barneveld., . Pottevuller.

Pronker. .

Risselaar.

Rdomsche boon-O.Dr., Tw., W^at., Z.H., y.B., O.F., Goe., Sch., Wal Scbapenboon.

Slof.

Sloffen-O.Dr., Sal Slofferbeanen-jPr.

Slo-ssen-Z.FZ. .

Tuinboon-FeZ^”., Gr.Z., L.N., W:Fr., Wat., Amsterdam, XJtr., Z.H., Sch,, TF«Z.  : :

Turkeboeën-Z.i. ■ •

Turksche boon-WaZ.

Veldboon.

Vennebooin-Gr. . ,

Waalsche hoon-O.Dr.

Walsche boon-Gr., Hu., N.Dr. Wille boonen-L.iV.

Windsorboon.

Winterboon.

Wollenwanten-FeZ^. •

Wulle boonen-.2^.£.

Wullenboan-Rr.0. •

Zeeuwsche boon.

Zeeuwsche schapenboon.


Oude, namen: Boone (Kil.), Groote boon (Dod.), Peerdeboonkens

  • (Dod.), Seeuwsche boone (Kil.), Tamme boon (Dod.).

Vlaams cbe namen: Boerenboon (B.), Boeretee (B.), Boereteen (B.), Boerenteenen (P.), Bokboone(n) (P.), Labboene(n) (B.,P.), Platte boon(en) (B.,P.), Platte pieter(s) (B.,P.), Teenen (P.), Wollen vodden (P.), Zeeboon (zeugboon  ?) (B.).

4. Yicia liirsuta Koch. Ringelwikke.

Duivelsnaaigaren-O.Dr., N.O., Velz. | Duvelsnoaigarn-Gr. ,.


..VILLARSIA, VINCA.


275


Kleine krok. Nachtwikke-Gr. - Ringelweit.- ■ • Ringelwikke-iV.Tek, Vtr. Ruige linze.


Ruige wikke.

’ Yiisen-L.v.H.

^ Wekerwten-TFaZ. Wikarten-G'r. Wikerwten-TFaZ.


Oude naam: Cleyne croc (Dod.). Vlaamsche naam: Yogelvitse (B.).

5. Vieia narbonensis L. Fransche wikke.


Fransche wikke. Moorkens.


Reuzenwikken.


6. Vicia sativa L. Voederwikke.

Mengzaaderwten.

Tamme vltsen-Z.FZ., L v H.

Vitse-TFaZ., Z.Vl.

Voederwikke-Gr., W.Fr., Z H., Wal.


Wiek.

Wikke(n)-Z.J5.,

Zaaiwikke-O.F.,


TFaZ.

Z.B.


Oude namen: yicken(Gr.H.),Vitsen(N.H.,O.H.), Wieken (N.H.,Gr.II.). Vlaamsche naam: Zomervitse (B.).


7. Vicia sepiam L. H e g g e w i k k e.

Duvelsnoaigarn-Gr. Ringelwikke-Tti?., XJtr.

Heggewikke-O.-Dr., O.FeZ. Yiisen- L.v.H.

Kleine wilde wikke-Z7Zr.


Oude namen: Yitsen (N.H.), Wilde wieken (N.ïï.).

8. Vicia tetrasperma Mnch. Y i e r z a a d w i k k e.

Kleine vogellinze. | Yitsen- L.v.H.

Oude naam: Groote croc (Dod.).

Vlaamsche namen: Grij (P.), Klein wikke(n) (P.), Klein wild(e) wikke(n) (P.).


9. Vicia TÜlosa Roth. Zachte wikke. Zandwikke.


Yillarsia Tent.

Villarsia nymphaeoides Vent. Zie Limnanthemum nymphaeoides Lk.


Vinca L.

Vinca minor L. Maagdepalm.

Heeschkruid. Meelpame-Z.i.

]\Iaagdekruid-Gr.Z. Steenviolen-Tw.

Maagdepalm-Fr., O.Dr., SaL, O.Vel., Vinkoorde.

Velz., Gr.Z., L.N., Z.L., TJtr., Da., Vinkoort.

Aalsmeer, O. F., Wal., Z.Vl.

Oude namen; Ingroen (N.H.), ingroene (M.N.), Maechdepalm (N.ïï.), Ylaegdepalm (Dod.), Maeghdenpalm (Kil.), Senegroen (G.ïï.), Sinegroen (G.ïï.), Yincoorde (Dod.), Yincorde (N.ïï.), Wenek (Kil.). Vlaamsche namen: Finkoorde (B.), Maagdekenspalm (P.), Maagd^- kruid (P.), Maagde(n)palm (B.,P.h Madepalm (P.), Medekenshloem


276


VINCBTOXICÜM, VIOLA.


(P.), Medekenspalm (P.). Merekespalm (P.), Palm (P.), Palmbloeme- kens (P.), Palmbloemen (P.), Palmfletten (P.), Palmij (P.), Pervange (P.), Eanken (P.), Venk (B.), Vink (B.), Vinkoorde (B.), Vinkoore (B.), Wenk (B.), Wilde palm (P.).


Tincetoxicum Mnch.


Vincetoxicum officinale Mnch.

Engbloem.

Engelbloem-V.yeZ.

Ezelsmelk.


Engbloem.

Hondsdood.

Worgkruid.

Zwaluwwortel.


Oude namen: Swaelemwortel (Kil.), Swaluwwortel (N.H.).


Viola Tourn.

Fiegeletje(s)-Z.FL

Fioelen-Z.X.

Fioeltsje-Fr.

Fioeltsjeblom-Fr. ■

Fioletjes-E.v.iï.

Swealtsjeblom-jPr.

Vieultjes-^c/i^/i.


Viooltje.

Vigeletjes-Z.FL

Violetje-TFaZ.

Viooltj'e-(Tr., 8t., Fr., T., Tw., Sol., Gr.Z., N.L., Z.L., Br.0., Wat.,

Kemn., Utr., Z.H., Du., Y.B., Thol, Viuulke-iV.i.

Vlet-Z.iï.


Oude namen: Fiole (M.N.), Fiolenbloeme (M.N.), Fioolbloem (M.N.), Violette (Kil.), Vioole (Kil.), Vioolier (Kil.).


1. Viola canina L. Hondsviooltje.


Boschvioioltje-O.Dr.^ N.O., O.Vel., Velz., Achth., L.N., W.Fr., Wat. Hondsvioioltje--L.iV., Z.L., W.Fr.,


Utr., Du. Kapelletje.

Wilde violen-.^.X.


Oude naam: Wilde violetten (Dod.).

Vlaamsche namen: Bos(ch)violetten (P.), Hondsblein (P.), ïïonds- filetten (P.), Hondsfletteren (B.), ïïondsvioletten (P.), Paardevioletten (P.), Wil fleutte (P.), Wilde violetten (P.), Wul violetten (P.).


2. Viola odorata L. Maartscb Blauwe filetjes-Z.J5.

Blauw engeltje-F'r.

Blauw vioeltje-F’r.

Blauw viooltje-iV.0., Tw., W.Fr., Wal. Boodskopjes-X)ew Haag. Bosehviooltje-Gr., W., Velz., Wal. MaartS’Ch viooltje-O.Dr., Sal., Velz., Utr., Z.H., Goe.,.Wal., Z.B.


viooltje.

Kiekende violetjes-TFaL Ruikende viool-yeZ2'.

Ruikend viooltje-Gr.Z. Stiefmoederkens-Tti;.

Stiefmoertjes.

Weesjes-T. '

Welriekend viooltje-O.Dr., Gr.Z.,Utr.i Z.H., Du., Wal.


Nachtviooltje-Twi. Wilde violen- Achth.

Paaschbloem-Zewm. Wilde viooltjes-5'c^.

Oude namen: Blauvioletten (N.H ), Blaeuwe violetten (Dod.), Gremeyne violetten (Dod.), Violetten (Hond.), Violettencruit (G.H.). Vlaamsche namen: Fikkelette (P.), Filetten (P.), Flettekens (P.),


VISCUM.


•277


Fletten (P.), Pletteren (P.), Fleutte(n) (P.), Violen (P.), Violet (P.), Violetjes (P.), Violetse(8) (P.)» Violetten (P.).


3. Viola sÜTatica Fr. B o s c h v i o o 1 1 j e.


BoschviooL

Boschvio'Oltje-C/^r.


Wilde y\o\q\\-Z.L.


Vlaamsche namen: Als bij V. canina.

4. Viola sÜTCstris Lam. Zie Viola silvatica Lam.

5. Viola tricolor L. Driekleurig viooltje.


Achterumkiekertjes-FeZ2'.

Akkerviooltje.

Blauwe klokjes-W^iL Blauw engeltje-Gr.

Driekleurig viooltje-G^r., N.O., Velz., Gr.Z., N.L., W.Fr., Uir., Z.H., Du., Goe., Wal.

Drievuldigheidsbloempje-6aL

Duinvioolt’e-TFaZ.

Eksteroogen.

Fiegeleties-Z.y;.

Filet-Z.B.

Gezichtje-Gr.

Glazen muiltjes4Fa^.

Grilkieker-Gr., Tw., Sal., Gr.Z. Hoe-langer-hoe-liever.

Kleine violetjes-X.v.iï.

Korenbloem.

N ac h t-e n-dag j e s -TFa t .

Penseebloem.


Schoen-en-muiltje-Waf.

Schoenlapper-Gr.

Soldaatjes-Gr.

Stiefmoedertje-M., Z.L.

Stiefmoerskruid.

Stijfmoertje.

Swealtsjeblom-Pr.

Sweltsjeblom-Er.

Vigeletten-Z.F^.

Vieultje-4.c7i^/i.

Vioeltje-E'r.

\iolet-Z.B.

VioletjesVFa?.

Viooltje-Z.iï.

Wilde pensee-O.FW. Wild viooltje-Gr., O.F. Zeeschulp jes-T/?oZ. Zuanewiezertjes-G.Dr. Zwaalfke. Zwaluwtjes-Gr.


Oude namen: Dry vuldicbeytbloem (N.H.), Freyssamcruyt (N.H.), Pensee (Dod., Kil.).

Vlaamsche namen: Hondsfleutte(n) (P.), Passijntje (B.), Pasij ntje (B.), Penseebloem (B.), Veldvioletten (P.).


Viscum L.

Viscum albam L. Y o g e 1 1 ij m.


Duivelsgras.

Duivelsnest-Z.L.

Eikenmistel.

Eikentoppen.

Usimschel-E pen{Z .L.) ]\Iarentak-Gr.Z. Maretakken-Fe7^., Z.L., Wal. Mistel.


Mistelboom.

Mistelstruik.

Misteltak.

Priemst-Z.L.

Slangenwortel.

Vogellijm-iV.0., Velz., Gr.Z., N.L., Z.L., L.v.H.


-Oude namen: Maertacken (Kil.), Marentacken (Dod.), Marrentacken (Kil.), Mistel (Kil.), Viscus (N.H.).

Vlaamsche namen: Boomkruid (P.), Haamspeen (B.), Hamspoen (P.), Holster (P.), Hulster (P.), Marentak (B.,P.), Mattekruid (P.), Baamsch (P.).


278


YITIS, WEINGAERTNERIA., XANTHIUM, ZANNICHELLIA, ZEA*


’ ■ Titis L.

Yitis Tinifera L. Wijnstok.

Oude namen: Wyngaerd (Kil.), Wyngaert (N.H.), Wynstock (Kil.), Wynstruyck (Kil.).

Vlaamsche ‘namen: Draaiwijgaard (P.), Dreuvelare (P.), Dreu- velaar (B.), Driveboom (P.), Druifwyger (P.), Druiveboom (P;), Druivelaar (P.), Drui veleer (P.), Druivele(i)re (P.), Druivenboom (B.), Druiwijger(d) (P.), Druveboom (P.), Druvelaar (P.), Druvelare (P.^ Drijveboom (P.), Drij velaar (B.), Waaigood (P.), Waaindruveboum (P.), Weendruiven (P.), Wijnbezeleer (P.), Wijndruive(n)boom (P.), Wijndruiver (P.), Wijngaard (B.,P.), Wijngaardstok (B.).


Weingaertneria Bemh.

Weingaertiieria canescens Bernh. Zie Corynephorus canescens P.B.


Xauthium Tourn. Stekelnoot.


Geelverf.

Klit(jes).

1. Xanthiam strumariam L. O

Bedelaarsluizen.

Klassen-iSaL

Kleine klissen-O.Dr., Gr.Z., TFa^. Kleine klitsen.

Klein klissenkruid.

KlettenW.X.


Klitse.

Stekelnoot.

ngedoornde stekelnoot. KlèverklassenW.0., Sal. Kliêveklasgen-T^<;. Klissen-jBr.0.

Klissenkruid.

Klitten.

Soldateknoap-i^r.


i


1 •


Oude namen: Algoye (N.H.), Bedelaersluysen (N.ïï., Dod.), Cleine dissen (G.II.)> Cleyndissen (N.H.), Kleine dissen (G.H.).


Zannichellia Mich. Zannichellia.

Bearzeroech-i^r.


Zea Majs L. M a i s.

Eastijnjeske ^Yeit--Fr.

Indiaansche weit--Fr.

Indiaansch koren.

Indische weii-Fr.

Mais-Gr., SaL, Bet., L.N., N.L., W.Fr., Z.H., ScJi., L.v.R.

Maisgras.

Oostindische wait-Gr.

Oostindische weitW.Dr.

Roomsche wQÜQ-Gr.Z., Achth. Spaansche tarwe-i^r., Z.H., Hoeksche ivaard, Goe., Sch., Wal., Z.Vl. Spaansche tevve-Z.Vl.

Spaansche weit-N.L.


Zea L.

Sponsche ieit-L.v.H.  ;

Steensche weit--Fr.

Stijnske weit-jPr.

Törksche weiie-Achth. - ;

Törse wait-Gr.  :

Turksche haver.

Turksche isLïi-W.Fr.

Turksche iert-N.L., Z.L.

Turksche tar\ve-Tw., Sal., N.Vel.^ W.Fr., Wat., Utr., Z.H., V.B.,Gcé., Sch., Wal,

Turksche weit-iV.0., O.Dr., N.Vel, Veh., N.L., Utr.

Turksche weite-Tw;., Sal, Gr.Z.


ZOSTERA.


279


Turksch koren.


Waidoorn-6rr.


Turkske weit-i^r.

Oude naam: Torcksch coren (Dod., N.H.).

Vlaamsche namen: Duistkoorn (B.), Duitsche terve (P.), Dui- zendkoorn (B.), Mais (P.), Spaansche têref (P.), Spaansche terf (P.), Spansche terve (P.), Spannsche terve (P.), Speinse terf (P.), Speunsche terf (P.), Spoïn(8clie) terf (P.), Teurke terf (P.), Tieksche tarwe (P.), Tokteref (P.), Trostarwe (P.), Turksche tarwe (B.,P.), Turksch koorn (B.,P.), Turksch terve (P.), Turksche terwe (P.), Tussche terwe (P.), Tusschen terve (P.), Tuuksche tarwe (P.).


Zostera L. Zeegras.


Zostera mariiia L. Zeegras. Gewoon zeegras.

Segers-i^r.

Wier-T., Gr.Z., Thol.

Wiert.

Zeebak


Z.Vl

Zeelint.


Zeene(s)telen.

Zeerui.

Zeewier-Fr., W.Fr., Goe.


Zeegras-TF.JPr., Z.H., Wal, Thol,

Vlaamsche namen: Zeegas’ (P.), Zeeges’ (P.), Zeegras (P.), Ziè- gès (P.), Zieghès (P.), Zostêr (P.).


BLADWIJZER


A.

Aaik(eboom) 206.

Aal 240.

Aalbes 210, 211, 212. Aalbez(l)e 212. Aalbezielaar 212. Aalebessen 212. Aalkruid 151.

Aals(t) 28, 29. Aalst(i)ekels 247. Aambeienkruid 231, Aambeiwortel 231. Aandereit 137.

Aan kam paan 125. Aankampane 125. Aapjesmos 95. Aarbezen 103. Aarbeziënbosch 103. Aarbloemeken 199. Aarblummeke 199. Aardakel 136. Aardaker 57, 136. Aardamandel 136. Aardappel 240, 241. Aardappelballen 211. Aardbeesjes 103. Aardbei 103. Aardbeier 103. Aardbeisanzerik 197. Aardbei klaver 256. Aardbeispinazie 63. Aardbezie i03. Aardbezieplant 63. Aardbuil 240, 260. Aardebei 103. Aardeelers 91, 92. Aardeikel 136. Aardgal 96.

Aard kastanje 57. Aardmos 147. Aardmuis 136. Aardneute 136. Aardnoot 57, 136. Aardpeer 116. Aardrook 106. Aardroos 214. Aardvederdistel 68. Aardveil 112. 113. Aardveryjle 115. Aardvlinder 6. Aardwinde 73. Aarft(e) 185.

Aaron 29. Aaroosrooze(n) 29. Aaronskelk 29. Aaronswortel 29. Aarpels 210. Aarpesseni 120.

Aart 129, 185.

Aarlen 186. Aarvederkruid 160. Aasbloem 21. Aaskruid 21.

Aat 24.

Ababloem 59. Abeel(beam) 194. Abeelboom 194.


A — ALES.


Abeele 194. Abeelje(béam) 194. Abeel(t)je 33. Abla(bloem) 59. Ablauw(bloem) 59. Abrekoas 200. Abrekoen(boom) 200. Abricots 200. Abrikau(w)zeboom 200. Abrikoboom 200. Abrikoesboom 200. Abrikoke 2fü. Abrikoos(boom) 200. Abrikozebéam 200. Abrlkozeboom 200, Abrlkozeleer 200. Abrikozeleir 200. Abrikozelère 200. Arikozen(boom) 200. Absclapj 12.

Absint(hXe) 28.

Acacia 213.

Achschale 210. Achterumkiekertjes 19, 277.

Achtkanter 195. Achtkantenboom 195. Achtkantte 195. Achturebloem 169. Achtuurbloem 169. Ackeleie 25.

Ackeibrem 110. Ackernoot 128. Ackerwortel 126. Acolfe)ie 25. Acolissiehout 114. Acolijeplant 25.

Acorüs 5.

Aculeie 25.

Adam en Eva 3, 4, 87,1 32. Adain en Evabloem(en) 168.

Adam en Eva in’tkoets- ke 4.

Adamsappel 84. Adderkruid 148, 189, 190, 204, 220, 231. Adderloof 204. Addermoes 204. Adderroet 193. Adderruit 193. Adderskruid 231. Adderstong-e) 167. Addertong 167. Addervaren 193, 201, Addervorn 193 Adderwortel 190. 231. Adelaars(rand)varen 204.

Adelbeziën 212. Adelsbessen 78, 243. Adic(k; 225.

Adivie 66.

Adivië 66,

Adonisbloem 5. Adonisroosje 5. Aeckerboom 205.

Aefrui 28.


Aekeboam 205.

Aeker 15.

Aelbesien 211, 212. Aelbesiestruyck 210. Aelbezie 212.

Aelebei 210.

Aelst 28.

Aenhorn 1, 188, Aerbezems 103. Aerdaecker 57. Aerdappel 241. Aerdbesie 103. Aerdnoten 57. Aerebees 103. Aerebel(en) 103. Aerebemes 103. Aereberen 103. Aerebezem 103, Aer(e)pel 240.

Aerweet 186.

Aerwete 186. Aeze(l)neut 77. Aezenoot 77. Aftbdil{le) 31. Affodillelie 162. Agaatroos 214,

Agelte 160. Aggermone 7. Agremone 7. Agrimonie 7.

Ahorn 1, 188. Ahornboom 1. Aiberbek 229, Aiberbloum 54, 126. Aïk 206.

Aikenboom 205.

Aiot 185.

Aisgrauw 22.

Aiuin 12.

Aiuyn 12.

Ajoein(e) 13.

Ajoïn 13.

Ajooin 13.

Ajuin 11, 12, 13, 14. Ajuinlook 12. Ajuinplant 22,

Ajuyn 12.

Akeboam 205.

Akefeep 161.

Akelei 25.

Akeleiruit 252. Akeley(e) 25. Akeneerske 106. Akenjufferkes 106. Aker 136, 205. Akerboom 205. Akerich 205. Akerneutjesboom 205. Akers 205.

Akkelei 25.

Akkeley 25.

Akkenê meisjes 106. Akkerayeuyn 106. Akkerband 458. Akkerbant 158. Akkerbasterdmuur 18. Akkerboterbloem 207. Akkerbrem 110.


Akkerdistel 110. Akkerdravik 45. Akkereereprijs 271. Akkergagea 106. Akkergeelster 106. Akkerguichelheil 18. Akkerguichsheil 18. Akkerhane(n)voet 207. Akkerholt 191. Akkerhoornbloem 60. Akkerhoorntjes 60. Akkerkamille 21. Akkerkers 162. Akkerklaver 257. Akkerklitten 256. Akkerklokje 52. Akkerkool 27, 134. Akkerkromhals 19. Akkerkruid 1('6, 204. Akkerleeuwenbek 141. AkkerleeuwenklauwlO. Akkermaalshout 205. Akkermanskruid 60. Akkermelde 33. Akkermelkdistel 241. Akkermelkwied 242. Akkermente 155. Akkermoes 134. Akkermunt(ei 155. Akkerneute 136. Akkernigelle 163. Akkernoot 136. Akkeroogetroost 60. Akkerpaardestaart 91. Akkerpest 91. Akkerplei 155. Akkerrood 236. Akkerscherm 17. Akkersla 269. Akkervederdistel 68. Akkerviooltje 277. Akkervlam 8. Akkervossestaart 15. Akkerwaterkers 162, Akkerwinrie 73. Akkerwindhalm 24, Akolei 25.

Akonie 3 Akoniet 3.

Akonietjes 93.

Akulei 25.

Alaen 125.

Alandwortel 125. Alangswortel 125. Alantswortel 125. Alant( wortel) 125, Albboom 194.

Albeer 210.

Alberboom 194, Alberon 28.

Ale 240.

Alebes 210, 212. Alebeze 212.

Alefranke 238. Alfpapenkruid 45.

Al franke 238.

Alfruy 28,

Alfsrancke 239.


282


ALFS — BALL.


Alfsrank(en) 238. Algoede 63, 225. Algoede ganzevoet 63. Algoye 278. Alhoren(booni) 226. Aüzariwortel 2l5. Alkali 221, 218.

Allaen 125.

Allefranche 239. Alleluia 171. Allerheiligebloem 32. Alm(e) 265.

Almeloosch gras 124. Alpeabes 90, 210. Alpenbezie 90. Alpensla 158.

Alpestre 179.

Alpische goudsbloem

Alpister 179.

Alpistree 179.

Als 28.

Alsem 28. 29. Alsemkruid 28.

Alsen(e) 28.

Alsine 28.

Alssem 28.

Alssen 28.

Alst 28, 29.

Althaea 16. Altijdgroene bernagie 166.

Alverdreef 65.

Alzem 28.

Amandel 18. AmaCajndelboom 18. -

Amandelwilg 222. Amanderboom 18. Amanel(e)boon 18. Amarant 17.

A marei 201. Amberblaren 165. Amberbloem 59. Amelandsgras lOl. Amelcoren 259. Amelkoren 260.

Ameos 17.

Ameratse 208. Amerikaansche spina- zie 69.

Amerikaansche veen- bes 267.

Amerikaansch vergeet- mij-nietje 166.

Ammi 17.

Ampelblaren 165. Ananasbessen 119. Anblat 162.

Andereit 137; Anderhalfhonderdblad 172.

Ander spartum van desen lande 90. Andeuvie 66. Andeuviesola 66. Andève 66.

Andief 66.

Andieveje 66.

Andivi(e) 66. Andiviesala 66.

Andivje 66.

Andjeun 13.

Andjoen 13 Andoorn 150, 215. Andoren 151, 245. Andron 151.

Anduif 66.

Anduivie 66. Anduvesalou(w) 66. Anduvie 66.


Andyf(salou(w)) 66. Andyvie 66.

Andyvje 66.

Andzuun 13.

Anemon(i)e 19. 118. " Anemonik 20, 118. Anemoning 19. Anemoon 19, 118. Angelier 85.

Angoen 12.

Anies 75, 183. Anieszaad 183.

Anjelier 85, 86.

Anjer 85.

Annebienaboompje 234. Antheebloem 3. Antoniekruid 231. Anthyllis prior 23.' Antjun 13.

Anijmoon 20, 118. Anijs 183.

Anijssaed 183. Anijszaad 183. Aolbezen 211. Aolebessen 212. Aolebezen 212.

Aorte 185.

Apeelbloem 86. Apeelbomrne 86.

Apel 151, 185. Apenhaar 135. Apenhoofd 23.

Apenkop 24. Apenmuilkens 142. Aphace 135.

Apie 24, 25. Aplekoen(boom) 200. Aplompe 164, 165. Aposteemcruit 131. Aposteemkruld 131, 228. Apostelhout 159. Apostiemkruid 130. Apostuencruyt 131. Appel(aar) 185. Appelaer 185.

Appelare 185. Appelbéam 185. Appeldoorns 210. AppeI(e)boom 185. Appeleer 185. Appeleir(e) 185. Appelekoos 200. Appelekouw(e) 200. Appelekoze(boom) 200. Appelen(boom) 185. Appelepeisje i77. Appeler 185. Appelkoeës 200. Appelkoesboom 200. Appelkokkeboom 200. Appelkoos 200. Appelkoozen 200. Appelkouweboom 200. Appelkouzeboom 200. Appelkozenboom 200. Appelkwint 99.

Appel laar 185.

Appel Ier 185.

Appellijn 21, 151. Appelpote 185. Appeltere 185. Apperkoze(n)boom 200. Apperkozeleer 200. Applekaar 200. Apprekoas 200. Aprekoen(boom) 2C0. Aprikoos 200. Aprikoze(n)boom 2(0. Aprilbleumkes 198. Aprilbloempjes 198.


Apriltjes 199. Aquileiecruit 25. Aquiley 25} Aquileycruit 25.

Arabel 1.

Arahiersboompje 231. Arabisch slakkenkruid 152.

Arastologie 26. Ardbezie 103. Areblommeke 199. Arendsvaren 204.

Aret 185.

Areweet 186.

Arewete 186.

Arewet(je) 186. Arewetse 186.

Arf 246.

Arft(e) 185.

Arfien 185.

Argentine 197. Arikel(tje) 199. Aristologie 26.

Arjuin 12.

Arme klare 71. Armeniër 200. Armenische appel 200. Armenpeper 138.

Arme zünderskruud 23. Armoe(de) 54, 95. Armoede 252.

Armoedje 95. Armoedshloem 76, 137, 235.

Armoelijders 170.

Aron 29.

Aronsbaard 29. Aronsbaert 29. Aronskelk 29, 49. Aronskellekes 29. Aronsknol 29. Aronsstaf 29, 269, 270. Aronsstèf 269, 270. Aronsstok 269. Aronswortel 29. Arrebarrebroodjes 4. Arschaal 240.

Arspèze 30.

Art 185.

Arteeze 208.

Arte(n) 186.

Artemisia 28.

Aruikela 199.

Arukeia 199.

Arwe(e)te 186.

Arijkels 199. Asarabakka 30. Ascalotten 12.

Aschalle 240. Aschdoorn 2. Aschoenjeboom 201. Aschoenjelaar 201. Ascholle 240.

Ascyron hyperlcon 124. Asdoren I.

Aselnut 77.

Asparge 30.

Asparzie 30.

Asperge(s) 30. Aspergeerwt 252. Aspergel 30. Aspergeplant 30. Aspergie 30.

Asperje(s) 30.

Asperrie 30. .

Aspèrs 30.

Aspersie 30.

Aspérze(s) 30.

Aspesse 30.

Aspèz(i)e 30.


Aspièrje 30.

Asschaal 240. Asschal(l)e 240. Asseltaarwe 260. Asseltarwe 260. Asselterwe 260. Asseneut 77.

Aster 32.

Astloock 12.

Astlook 14.

Ate 34, 186.

Aten 186.

Auerkruid ,28.

Auerrone 28.

Augurk 81.

Augustus 140. Augustusbloem 137. Augustuswilg 140. Auiyn 12.

Auricula 199, . '.

Aurikel 199.

Aurikulaar 199. Australische gulden- weit 260. /.

Australische tarwe 260. Auwblauw(bloem) 59, Auwdauw 33, Auwkensgras 83, 121. Auwsgrauwt 22. Avantpersen 200, Aveelzaad 43.

Avelane 78, . ,

Avere 33.

Avermoenie 7. Avermoni(n)g 7. AveroenCe) 28. .. .

Averom 28.

Averon’ 28.

Avero(o)ne 28. Averoon(manneke) 28. Avert 33.

Averuische 44. Averuit(manneke) 28. Avondkoekoeksbloem 153.

Avron 28.

Avruische 44.

Aweilen 43. /.

Awsgraw 22.

Ay(e)uijn 12.

Azelneut 77. • .

Azijn 217.

Azijnboom 38.

B.

Baardanjer 86. Baardgerst 122. Baardneuten 78, Baardnoten 78. Baardtarwe 260. Baarlandsche karnoffel 59, .

Baarneten 78. ,

Baarwortel 26, 77. Bac(k)munte 155. Backponge 271. Baerdeke 34. Bagynespillen 263. Bakbloem 199. Bakkertje 199. Bakkruid 26, 198, 199. Bakpruim 202. Balbararoos 273.

Balbes 248. Baibi’shelmkruid 231. Balkgers 120. Balkgras.120. Ballekenshout 248, Balletjeskruid 188.


BALL— BIEPL<


283


Ballonplant 182.

Ballote 35-

Balroos 172, 272, 273. Balrooze 273.

Balsem 154. Balsemboom 194. Balsembotje 194. Balsemien 125. Balsemkruid 154. Balsemperuboom 194. Balsempoepel 194. Balsemijn 125.

Balzmin 125.

Bannettel 265.

Bappele 149. Barbaracruyt 35. Barbarakruid 35. Barbareie 35. Barbarinekens 38. Barbarinekers 38. Barbaris 38. Barbelkruid 35. Barberine 38. Barberis(se) 38. Barchjeblom(men) 126. Barckenrijsch 40. Barebarakruid 35. Bargebloem 258. Bargeblom 10, 11, 257. Bargegérs 161, 172, 190. Bargegras 190. Bargeklaver 257. BargeraaL 143.

Bargjes 127.

Bark 220.

Barke 40.

Barkenboom 40. Barnnetel 265 Barnnettel 265. Baronnen 8.

Barre netelen 265. Barsjes 104.

Basilicum 70.

Basjes 104. Bastaardgerste 121. Bastaardheul 173. Bastaard hoefblad 178. Bastaardklaver 256. Bastaardkorenbloem 60. Bastaardstandelkruid 142.

Bastaardtrilgras 188. Bastaardvvederik 90,148. Bastaertstandelcruvt 142.

Bastaertwederick 90. Bastappels 241. Bastekraud 240. Basterdgaligaan 56. Basterdgerst 121. Ba.sterdhaze(n)latuvv

Basterd klaver 256. Basterdmuur 18, 61. Basterdnarcis 161. Basterdwederik 90. Bat(h)engel 252. Bawinde 73.

Bean 179.

Beanekrüd 227. Béankroed 227. Bearsekrüd 61. Bearzebledden 141. Bearzetlach 196. Bearzékrüd 196. Bearzeroech 160, 278. Bearzewier 160.

, Beddepisbloem 251. Beddepissers 249, 251. Beddepister 249,


Beddepluus 94. Beddezeeker . 249. Bedelaars.kruid 69. 70. Bedelaarsluizen 278. Bedelaersluysen 278. Bedpieser 249. Bedpiester 249. Bedstroo 30.

Bedvaren 204. Beeckpunge 271. Beeckschuym 231.— Bsefessche 195. Beefgras 44.

Beek 100.

Beekbèzen 267. Beekeerenprijs 271. Beek(e)punge 271. Beeksala(de) 162. Beekschuim 231.

Beel 194.

Beelde 123.

Beelk 40.

Beemdbloem 54. Beemdclaveren 257. Beemddistel 69. Beemddoddegras 181. Beemdgras 188. Beemdklaver 257.— Beemdlaogbloem 101. Beemdooievaarsbek 111.

Beempthanenpoot 208. Beenbreek 162. Beengras 162.

Beenhoud 140. Beenhouwershout 75. Beerbende  ; -te 190. Beerbinde 191. Beerenbes, -beziën 268. Beerenclau 118. Beerlook 14.

Beersjen 128. Beestebloemen 234. Beet(e) 39.

Beetkoole 39.

Beetpee 39.

Beetraap *39.

Beetwortel 39, Beetwurtel 39.

Beezen 128, 229. - Bèfesse 194, 195.

Begi jne(n)kappen 4. Begijntje 25,

Behaarde veldbies 147. Behen 236.

Beie 267.

Beier(bos) 210. Beierstiuik 210.

Beikes 267.

Beilk 40.

Bei 1 ken boom 40. Beinsooghe 5,

Beint 9.

Beitjeshout 248. Beitierauwe 39. Be(i)tterave 39. Beitwortel 39. Bekeboom 271. Bekeboon 271. Bekebunge 271. Bekelboom, -bos 139. Bekenschuym 231. Bekervrucht 80. Bekketrekkers 203. Belboam 194.

Belboom 40, 193, Bèleboorn 194.

Belic 123.

Bélkenboom 40, Bellado(n)na 33, 239.


Beiladonne 33, 123. Belle dame 33. Belleke(n)s 25.

Belletjes 87. Belse(mcruut) 123. Beluc 123.

Belvedere (met blauwe bloemen) 51,

Belze 123.

Belzen 203. Bemesboom 40.

Ben 179.

Bende 9.

Benedicten wortel 112. Benedictuskruid 112. Bengelkruid 156.

Bent 9. 55, 157. Bentgras 9, 157, 161, 259. Berbellen 78. Berberis(se) 38. Berchloock 12. Berck/eler) 40. Bercken(boom) 40. Berckwortel 197, Bereklauw 118. Berenclau(we) 118, Berenklauw 118, 145, 147. Berenoor(en) 199. Bergahorn 2.

Berghes 210. Bergbetonie 27. Bergcalament 48. Bergcentaurie 60. Bergdravik 45. Bergklit(ten) 131. Bergknr.p 232.

Berglelie 140, 179. Berglook 11, 12. Bergmunthe 48. Bergpeper 83. Bergsanikel 183. Bergsteenthijm 48. Berg varen 181. .

Bergvlier 226. Bergyreugd 169. Bergweede 27. Berg,Weegbree 27. Bergwilg 222. ^ Bergzandklokje 127. Berk(e) 40.

Berkenboom 40. Berkhouterklavcr 151, 196.

Bernag(i)e 41,

Berncruit 207. Berstebeziën 29, 239, Berstekruid 231. Berstkruid 240. '

Bertram 2, 65.

Berwin 73,

Bes 210.

Besanjelier 80. Besbeize(n) 240. Beschaamde meiskens 41.

Besdragend doodkruid 33.

Besheide 90.

Besje 212.

Besbnelde 63, Besseboom 210. Bessemcruyt 138. Bessem(e)hei 50. Bessemstruik 227. Bessestruik 210. Bessomtakken 227. Bestebeziehout 104. Bèstebezen 240. Besteknopkeshout 104. Bestekruid 231.


Bèstembezie 240. Besvrucht 80.

Bete 39..

Betenblad 187.

Bétenetel 2,66.

Beterave 39. Beteuniebloem 40. Betewo(a)rtel 39. Betonie 40, 231.

Bètrape 39..

Betteraaf 39. '

Betterape 39.

Betterave 39. , y- ■

Betteroof 39.

Betterweutelen 67. Betterwortelen 67. Beuk(e) lOO, 101. Beukeboom lOO. Beukeboum 100. Beukeeker lOl. Beukelaar 100. Beukelkoorn 101. Beukenboom 100, 101. Beukeneikel 101. Beukenoot 100. Beuk(en)Yaren 181. Beunt 157.

Beursjes 48. Beursjeskruid 53. Beurskenskruid 54. Beurs van Judas 88. Beurzebloem 49. Beurzekenskruid 11,54. Beuterblaerhout 2. Beuterbloem(e) 206. Beuterblomme(n 50, 102, 206.

Beuzen 229.

Bevenelle 133, 198. [

Bevennelleke(n)s 44. . Beverblaeren 261. Beverkens 44. Beverklaver 156. Beverkussen 127- Bevernaart 183, 2.8. Bevernel 183, 197. Bevernellelkens)44,183. Bevèrscul 102.

Bevert 194.

Bevertjes 44. Bêvvessche 194, Bewegeblaere 186. Bewinde 73, 74. Bezeken(s) 212. Bezeke(n)sbos 210, Bezekesboom 79. Bezembrem 227, Bezemhei(de) 50, 93. Bezemhout 223. Bezemkruid 227. Bezempjes 68. Bezemstruik 227.

Bezen 229.

Bezestruik 210. Beziebeust 210. Bezieboom 210. Beziebos 210.

Bezielaar 213.

Beziën 212. Beziendragende heide 90.

Bezien van over zee 2 1 2. Beziestruik 210. Beziken 212.

Bezuring 262. ,

Bibbelhandsche 44. .

Bibberkens 44,

Bieet( wortel) 39.

Bieëze 128.

Bieller 257.


284


BIEH — BLOEM,


Biehuizeke(n)s 158.

Biek 101.

Biekorf(je) 158.

Biend 55.

Biendse 128.

Bienne 180.

Bier(ebooni') 184. Bierkriek 201.

Bies 128, 229.

Bieseni 128.

Biesen 229.

Biesgras 94, 229. Biesloo(c)k 14. Biesparrei 14. Biesparije 14.

Biet(e) 39.

Bietekroot 39. Bietewoartel 39. Bietwortel 39.

Bievoet 29.

Bieze 128, 229. Biezebras 262.

Biezelok 14.

Biezem 128.

Biezem 128, 229. Biezenake 91. Biezengras 128. Biezenkoppen 116. 127. Biezen over zee 126. Biggenkruid 124. Bikbeere 268.

Bikbeeren 267.

Bikbèzen 267. Bikenotenboom 100. Bilk(enboom) 40. Bilkgras 189.

Bilsaet 123.

Bilscruit 123. Bilsemkruid 123. Bilsen(cruyt) 123, 202. Bilsenkruid 123. Bilsenkruyd 123. Bilt(enboom) 40.

Bilzen 202, 203. Bilze(nkruid) 123. Bilzumkruid 123.

Binde 73. 74. Bindhout(boom) 221. Bindsla 131.

Bindwilg 223. Bindwisch 224. Bindwitse 223.

Bingel eruit 156. Bingelkruid 156. Binghelcruit 156. Binghelkruid 156. Binten 157.

Birk(ebooni) 40.

Bissen 128.

Bitewirtel 39,

Bitteling 223.

Bittelkers 261. Bitterave 39.

Bitterblad 219. Bitterbloem 207.

Biltere alant 125. Biltere gentiaan llO. Bitterelk 191.

Bittere mantel 18. Bittere pee(ensla) 67. Bittere peen 66.

Bittere veldkers 54. Bittere wilg 223. Bitterkers 54, 138, 261. Bitterklaver 156. Bitterkruid llo, 183. Bitterling 61. Bitterouwe 39. Bitterpee(e) 67. Bitterpeen 67.


Bitterplant 64, 67, 191, 251.

Bittersüring 219. Bitterswiet 238. Bittertak 168, 239. Bittertong 191. Bitterwilg 223.

Bittery 67. Bitterwortelen 67. Bitterzoet(hout) 239. Bitterzuitholt 239. Bivoet 29.

Bivoot 29.

Bivót 28.

Bivout 29.

Bizen 229.

Bjinder 9.

Bjinten 157. Bjirk(enbéani) 40. Blaadjeheide 267. Blaabloem(eken) 59. Blaablommeken 59. Blaa-klokske(n)s 51. Blaa-klökskes 51. Blaarschors 83. Blaartrekkende boter- bloem 208.

Blaasbéam 71.

— boom 71, 72.

— jeskruid 266.

— kelk 80.

— kers 182.

— kroos 137.

— kruid 266.

— struik 71.

— varen 83 ,

— zegge 56. Bladeloos 232, 233. Bladeloos cleyne don-

derbaertmanneken 233. Bladeloos cleyne don- derbaertwyfken 233. Bladerlooze (donder- baard) 232. Bladje(s)moes 42. Bladloos 157. Bladmeerblad 163. Bladriet 181. Bladselderie 21. Blaedjeheide 267. Blaeuwe violetten 276. Blaeuwe walmeester 236.

Blaeuwlelikens 111. Blanche misschien 118. Blanke berk 40. Blankenheimer thee 108. Blanket 98.

Blaublomke 159. Blaumealje 63. Blaumelt 63. Blaumutskes 4. Blauskoent(s)jes 4. Blauslufkes 4. Blauwbes 267. Blauwbloem .59. Blauwbloempje 271. Blauwblomstjegoed 273. Blauwbol 59. Blauwbijtend donder- kruid, -zaad 93. Blauw chamedren 272. Blauw druitke(n)s 158. Blauwe bes 267.

— bloemen 59.

— boschbes 267.

— boshbei 267.

— boterbloem lil.

— braam 215.

— brummel 215.


luwe dissel 242,

— distel 96.

— druifjes 158.

— erten 185.

— filetjes 276.

— ganzenmuur 112.

— gentiaan 110.

— godsgenade 232.

— heen 56.

— heidebei 267.

— hemelladder 189.

— Jan 56.

— kannetjes 158.

— klaver 152.

— klokjes 52, 110, 277.

— knoop 248.

— kol 59.

— kraai voet lil.

— kraaltjes 158.

— krallen 158.

— krok 273.

— lelietjes 110.

— lupine 4.

— melde 32, 64.

— melote 258.

— mier(e) 27 1,272.

— monnikskap 4.

— murik 271.

— muur 112. naakte gerst

121.

Blauw engeltje 276, 277. Blauwe oezemoeze 272.

— pinksterbloem

168.

— pluimen 59.

— pruim 202.

— roggebloem 59.

Blauwerwtjes 273. Blauwe schaaperwtjes

273.

— skeertjes 168.

— stekel 68.

— stiekel 96.

— stikel 95.

— strandbloem

246

— torrekens 158.

— vossen 116.

— walmeester

zonder reuk 236.

— wolfswortel 4.

— zand haver 90.

— zegge 56.

— zwijnetonget-

jes 273.

Blauwgras' 55, 157, 161, 188, 258.

Blauwklokje 52. Blauwklöks 51. Blauwkoppen 239. Blauw koreblom 59. Blauw kraal(t)jes 158. Blauw kraeltsjes 158. Blauw kwastje 59. Blauw maan(zaad) 174. Blauwoogjes 159. Blauw parelgras 157. Blauw porselein 159. Blauw schurfikruid 248. Blauwsel(bloem) 59. Blauw speerkruid 189.

— stiekel 96.

— stijfseltjes 159.

— vloeitje 276.


Blauw violetten 276.

— viooltje 276. Blauwselbloemeke(n)s 159.

Blauwselbloempjes 158. Blauw walstroo 236. Blaw corenbloeme 59.

B lazenstruik 71. Blebberbei 268. Blebberbeien 267. Bleeken 267.

Bleekgele hennepnetel 108.

Bleekgras 188. Bleekveldbloempje 36. Bleibers 267. Bleinezaad 139. Blekbessen 267. Blekboom 194. Blekkelaar 194. Blekkelirre 194. Blekken 194.

B lekker 194.

Bles 45.

Blibberbessen 267. Blic(k) 197.

Bli(e)k 196.

Blikgat 53, 196. Blikgras 196. Blikkenhout 194. BUndebloem 73. Blóbloem 59.

Blódholt 104.

Bloedaar 148.

Bloedblad 191, 219. Bloedboom 104. Bloeddruppels 5. Bloedgerst 173, Bloedgiers 173. Bloedgierst 173. Bloedgras 173, Bloedhout 104. Bloedkruid 53, 111, 148, 190. 197, 198. Bloedkruydt 219. Bloedlelie 140. Bloedooievaarsbek 112. Bloedplant 98, 152. Bloedroos 171. Bloedwortel 111, 197, 219. Bloedzuigersbloem 174. Bloedzuipersbloem 174. Bloedzuring 219. Bloedzijkenhout 104. Bloedzijkers 104. Bloeiende bran(d)ekkel 132.

Bloeiende brandnetel 132.

Bloeiende erwten 135. Bloeiende olm 264. Bloeiende tingel 132. Bloeiend varenkruid 171. Bloeiend zeegras 26. Bloembies 47, 128, 129. Bloembieze(m) 47. Bloemendaalsche kool 42.

Bloemen van damast 118.

Bloemerwt 135. Bloemetje van geneug- ten 180.

Bloeragras 246. Bloemkool 42. Bloemkorfken 136. Bloempje voor blad 117. Bloempjes in ’t haar 163. Bloemriet 47.

Bloem zonder blad 71.


BLOET — BOT.


285


Bloetcruit 198. Bloetcruyt 198. Bloetwortel 112. Blokbiezen 229. Bloknoten 78. Blommeke vergeet mij niet 159.

Blommetjes van zeven kwartier 19, 258. Bloodkroed 155. Bloujblomme 59. Blouwblomen 59. Bloijend ségèrs 27, Bob(b;el 69, 229. Bobbert 69, 229. Boberellen 182. Bockweydt 100. Bookscullekens 119. Bocxbaert 255. Bocxboonen 156. Bocxkruyt 64. Boecke(laar) 101. Boeckenboom 101. Boec(k)weyt 100. Boecweit 100.

Boeën 179.

Boëene 180. Boek(boom) 100, 101. Boeké 100.

Boeke(boom) 100. Boekeit 100. Boekel(beam) 100, 101. Boekeleer 101. Boeken(béam) 100. Boekenboom 100. Boekend 99. Boekeneuten 101. Boekeneweit 99. Boekenoteboom 100. Boeke(n)t 100.

Boekert 100.

Boekhee 100.

Boekheit 100.

Boekhiet 100. Boeklis(ch) 126. Boekwaa 100. Boekwee(t) 100. Boekweit 99, 100. Boekwei(te) 100. Boekweitkruid 191. Boek wiet 100. Boelkenscruytwijfken

Boelkens'’ruy(d)t 97, 98. Boelkenscruydtmanne- ken 97.

Boelkenskruid 98. Boelmansvorke(n) 40. Boeltjeskruid 97.

Boen 179. Boenderbossen 9. Boendergêrs 9. Boendergras 9. Boenderhei 93. Boenders 9. Boenekrudche 227. Boereboon 274. Boerekapruin 4. Koerekers 138, 253. Boerekoal 43.

Boerekool 43. Roerelook 14. Boeremoes 43. Boerenbalsem 154. Boerenbolderik 8. Eoerenboon 271. Eoereneppe 24. boerenjongens 274. Boerenkapruin 4. Boerenkers 253.


Boerenkersse 138. Boerenkool 43. Boerenlook 14. Boerenmoes 43. Boerenmostaertcruyt 138.

Boerenmosterd 253. Boerenpioen 172. Boere(n)pIaag 68. Boerenpronker 86. Boerenpruim 202. Boerenrebarber 104. Boere(n)rotting 55. 69. Boerenteen(en) 274. Boerentuin 86. Boerenwormkruid 40,65. Boerenzuring 217. Boerepeper 83. Boerepronker(s) 86. Boereradijs 70. Boeretee(n) 274. Boeretheriaak 13. Boerezuring 217, Boernkool 43. Boes(e)kool 43. Boetelanddoorns 214. Boggent 100.

Boggert 100.

Boïnen 180. Bokboone(n) 274. Bokelaar 101. Bokjessteenbreek 228. Bokkebaard 244. Bokkeboom lOl. Bokkeboonen 179, 180. Bokkel 100. Bokkenboom 101. Bokkenkruid 64, 123. Bokkenorchis 119. Bokkenotenboom 101. Bokkestallen 59. Boksbaard 255. Boksboon 146. Boksboonen 126, 156. Boksdoorn 111,119,147. Boksempijpea 153. Bokseten 59. Bokskullekens 168. Bokspeterselie 183. Boksstalen 123. Bokweet 100.

Bokwei 100.

Bokw(e)it 100.

Bol 8, 59.

Bolbloemen 8. Bolder(ik) 8. Bolderkruid 8.

Boldert 8.

Boldragende lelie 140. Boleye 155.

Bolkroed 98.

Bolkruid 239.

Bolle 8.

Bollebaat 63. Böllekroed 99. Bonenkruid 98. Bollepèzen 263. Bollepiest 263. Bollepijst 263. Bolpeserik 263- Bolprei 14.

Bolric 8.

Bolroos 272. Boltenboom 226. Bommelhei(de) 93. Bondgras 56.

Bone 179,

Bonekruid 227.

Bonte distel 237.

Bonte haver 34.


Bonte kool 43.

Bonte mannekop 174. Boodskopjes 276. Booccruut 227.

Booën 179.

Boogholt 1.

Booghout 1, 251. Booghoutboum 57.

Book 101.

Bookent(j) lOO. Bookweite(winde) 100. Boomachtig varenwij f- ken 204.

Boom des doods 251. Boomklim 115. Boomkool 43. Boomkruid 277. Boomlinze 71. Boomneut 127. Boomneuteboom 128. Boompalm 47. Boomvaren 192, 193, 204. Boomveil 115. Boomzurkel 38.

Boon 179.

Boone 179, 180, 274. Boone(n)kruid 227. Boonen 179. 180. Boonenkrutje 227. Boonkesholwortel 77. Boonkruid 227. Boontjes 146. Boontjesholf-vlierlwor- tel 77.

Booterblom 206. Borag(i)e 41.

Borago 41.

Borbellen 78. Bordellewortel 219. Börk 40.

Bornagie 41. Borsekenscruyt 54. Borsekenskruid 54. Borstbes 45. Borstbezeke(n)s 240. Borstebeiers 239. Borstelgras 161.

Borstel krans 70. Borstelkruid 70. Borstels 59. Borstelspar 184. Borsteltjes 59. Borstwortel 20. Bosbloemeke(n)s 73. Bosbloemen 73. Bosboesch 166. Bosboom 47. Boschaardbei 104.

— andoorn 216.

— anemone 20.

— anemonik 20.

— anemoon 20.

— balsemien 125.

— bes 267.

— bêzen 267.

— bezeke(n)s 267.

— beziën 211.

— bizzeme(n) 211,

267.

— bloem 20.

— boom 47.

— druif 69.

— geelster 106.

— hanevoet 20.

— horde 153.

— jacint 90.

— kamperfoelie 145.

— kartelblad 176.

— kraaltjes 158.

— kruiskruid 235.


Boschlathyrus 136.

— lelie 72, 73.

— lelieke{n)s 73.

— look 14.

— mos 147.

— munt 154.

— muur 247.

— netel 246.

— neute 78.

— note 78.

— paardestaart 93,

— palm 268.

— pee 120.

— peme 120.

— rank 69, 70.

— ratels 153.

— rusch 129.

— spinazie 63. Bos(ch)spar 184 Bosch sterremuur 247,

— sterretje 246.

— tulp 261.

— tyloos 198.

— tylooze 199.

— varen 193. Bos(ch)violetten 276. Boschviool 277.

— viooltje 60, 276,

277.

— vogeltje 60.

— waterkers 162.

— winde 144.

Bösen 128.

Bosjes 94.

Bosjesgras 188. Boskfearren 193. Böskoal 43.

Bospalm 40.

Bosseboom 47. Bostebeiers 214. Boterbloem 36, 49, 50,

102, 206, 249. Boterbloeme 206, 207. Boterbloemekens 159. Boterbloemekes 207. Boterbloemen 10. Boterbloemetjes, -pje 35, 102

Bóterblóme 206. Boterblom 196, 197. Boterblomme(n) 206. Boterd'ef 206. Boterhamkruid 139. Boterkarn 163, 164. Boterkolfkens 206. Boterkrop 131.

Boterpae 84. Boterstamme(n) 206. Boterstampers 164. Boterstandeker(s) 164, 206.

Boterstand(en) 163, 164. Boterstanj 163. Botertonnetjes 163. Boterworkels 25. Boterwortels 85, 183. Botgras 16.

Bothol 165.

Botkruid 16.

Bot op de lever 91. Bottel 213, 214. Bottelboom 75.

Botten )bremen 214. Botteldoren 215. Bottelen 214.

Bottelroos 213, 214. Botterbloar 187. Botterblom(e) 206. Bolterblom(eXn) 2C6._ Bottersellerie 178.


286-


BOTTER — GAP.


Botterzoati 43,

Bou(c)ke 101.

Boucweit ICO.

Boucvvijt 100. Bourgondisch hooi 152. Bouten 262. Bouterbloém 206. Boutsje 106,

Bowinde 73. Bozzekeskruid 54. Braak 218. Braakhennep 52. Braaksulker 218. Braakwortels 85. Braakzurkel 218.

Braam 215, 216, 227. Braambes 215. Braambeze(n) 215, 216. Braamboezen 216. Braamboos 216. Braamhiet 216, Braamstruik 216, Braamt 227. Brabantsche klaver 257.

— mirte 159. Braekrommels 147. Braem(besien) 215. Braemboëzem 216. Braeme 215.

Brak 218.

Bramboas, -oazen 216, Bramboe(.zem)s 216. Bramboos 216. Bramb(r)ozen 216. Brame 109.215,216, 227. Bramen 216.

Brand 153.

Brandekkel 265, 266. Brandende keers 29. Brandenekel(s) 265. Brandjettel 266. Brandkruid 70, 206. Brandlactouwe 262. Brand latuw 261. Brandnetel 265, 266, Brandnettel(e) 265, 266. Brandwortel 117. Branekkel 26o.

Branetel 265.

Branken 57. Brannek(k)el 265. Brannettel 265. Brantcruit 207. Brantlattig(h)e 262. Brantlattouwe 262. Braobantsche sproete 43.

Braom 227.

Braombèzen 216.

Brave Hendrik 63. Braziliaansche biet 39. Bréakebledden 186. Breakes 4, 186. Breckboon 180. Breebroeken 124.

Breed beukvaren I8l. Breedbladige waterep- pe, -merk 238. Breedbladklokjp 51. Breedbladraket 238. Breedbol 68.

Breede dokke 219. Breede wechbree 188. Breede woltsmel(c)k 99. Breedknop 188. Breedkop(stekel) 68. Breedloof 13.

Breegras 83.

Breekop 68.

Breem 215, 227.


Breewegsblaren 187. Breewinde 74. Brekebeen 92.

Brekel 92,

Brem 109, 110, 215, 227. Brembeer 215, Brembeust 227. Brembloem 227. Brembust 227. Brembizzemstruik 216. Bremboos 216. Bremdoorns 216.

Breme 215, 216, 227. Bremen 216. Bremenhout 216. Bremerheide 109, 227, 264. .

Bremhaas 170. Bremkappers 227. Bremme 109.

Bremmen 215. Blrerametjes 215. Bremraap 170.

Bremt 227.

Breukkruid 1 18, 226, 233. Breumdjuin 216. Briemen 214 Brievenbesteller 249. Brim 227.

Brionie 45.

Broam 109, 227. Broambeibes 215. Broambezems 216. Broambèzen 215. Broame(l) 215, 216. Bröamels 215.

Brocali 43.

Broccoli 43.

Broeiers 265, 266. Broeike(n)s 150. Broeinekel 132,265,266. Broeinetel(s) 132, 265, 266.

Broeinettel 132, '^266. Broei voet 131. Broekraint 154. Broekomstulen 86. Broektrekkertje 236. Broem 227,

Broenekels 265. Broene(n)bèrend 154, 155. Broenetel 266. Broenheilige 155. Broertjes 244.

Brom 110, 227 Brombeeren 215. Brombeiers 216. Brombes(sen) 215, Bromelen 216. Brommelbe(s)ien 215. Brommels 215. Brommerbei(en) 215. Brommers 215.

Brongen 172.

Brongras 58.

Broodjes 149, 150. Broodjeskruid 150. Broodjpsplant 150. Broodsblom 8. Brookens 150.

Broos blaasvaten 83. Brouwhaver 34.

Broze blaasvaten 83. Brugsche kriek 201. Bruidegomsstelen 228. Bruidsbloemetjes 228. Bruidspijpjes 228.

Bruin cijpergras 83. Bruine bessen 215. Bruine beuk, 101.


Bruine boon 180. Bruine (Irete 154. Bruine Griet 154. Bruine grieten 112. Bruine kervel 61. Bruine klaver 50, 257. Bruine lelie 140. Bruinelle 45.

Bruine meele 101. Bruine mostaard 42. Bruine mosterd 42. Bruine netel 266. Bruinen heilige 155. Bruine tingel 266, Bruine waterandoorn 245.

Bruinheilig 154. Bruinheilige 155. Bruinkersse 162. Bruinnettekens 2. Bruintje 146.

Bruin wederick 90. Bruis 35, 237. Brukomstelen 86. Brukomstulen 86.

Brum 227, 264.

Brumme 215, 227. Brummel 216. Brummelbézen 215, Brummeldeurne 215. Brummelen 215. Brummels 215. Brummen 109. 227. Brune bean 180. Brunel(le) 45.

Brune ratel 176. Brunette 5.

Brunkersse 162. Brusselsche kool 43. Brusselsche kooltjes 67. Brusselsche suikerij 67. Brusselsche spruitjes 43.

Brusselsch lof 67. Bruus 237.

Bruwind 74.

Bruynagie 41.

Bruyn clavercruyt 257. Bruynelle 45. Bruynetbloemken 5. Bruynheylige 155.

Brij 25, 26.

Bucksboom 47. Bucxboom 47. Buecke(n)('boom) 101. Bueck(en)wey(d)t 100. Buekenbéam 101. Boekenboom 101. Buggle 9, 45.

Buglosse 19.

Bugula 9.

Buigzame smeele 9. Buik(eboom) 101. Buikenboom 101.

Buis 229.

Buiskool 43.

Buizen 229, 230. Buizenhout 226.

Buk(e) 101.

Buke(n)boom 101. Buksboom(pje) 47. Buksdoorn 147.

Bükweit 100.

Bulkgras 189.

Bullepees 263. Bulpezerikken 263. Bundelbloem 60. Bundgras 78.

Hunium 57.

Bant 9, 18, 83, 157.


Buntgras 9, 78. Buntspijl 157.

Burgel 196.

Burtselen 196. Burzekenskruid 54. Bus(boom) 47. Buschboom 47. Buskruithout 104. Busseboom 47. Büterblom 206. Buttelboom 75. Butterbies 262. Butterbloem 50, 206. Butterblo{e)m(en) 50, 206

Butterblome 102, Butterwortel 183. Buuk 101.

Buus 229.

Buyk 101.

Buzen 229.

Buzzekes 48.

Bi j bel bloem 116. Bijekoeren 216. Bijenbloem 25, 167. Bijenkort je 45, 158. Bijenoogenbloem 167. Bijenorchis 167. Bynsoeghen 5. Bijspijlenhout 104. Bijtnetel 266- Bijtwoartel 39. Byvenelleke(n)s 44, Byvoet(wortel) 28, 29.

C.


Cactussen 251.

Caemp 53.

Caenp 53. Caerde(ncruit) 88. Caerdencruyt 88. Calament 48. Calamint(h) 48. Calaminthe 155. Calassi(e)hout 114. Calfsvoet 29.

Caliander 75. Calimbloem 164, 165. Calissiedrop 1 14. Calissiehout 114. Calmus 5.

Camadren 272. Camelein 51.

Camel ine 51.

Camel Ie 151. Camille(bloeraen) 151. Camin 81.

Camomille 151.

Camp 53.

Canajda) 195. Canadaalsche 195. Canadaböom 195. Canadapopel 195. Canadapopulier 195. Canadas 195. 241. Canadasche 195. Canadasse(n)(boom)195 Canadeesche populier, 195.

Canariesaet 179. Canckerbloemen 251. Canissenhout 114. Can(n)ep 53. Capeciene(n) 261. Ca*peciutjes 261. Capkenscruit 49. Capuciene(n)kapke(n) 4. Capucie.ne(n) 261,


Capuciene(n)mostaard ' 70.

Capuciene(n)mutsen 26 1 . Capucinties ,261, --

Capucijn 39, 261. Capucynemostaard 70. Capucynwortel 40. Garde S8.

Cardiaca 138. Cariophilate 112. Carnofels 86. Carno(u)öel(e) 86. Caroot 39. .

Garoten 85.

Garsouwe 37. Garsta(e)nge 58. Garstaengier 58, Garstainge 58.

Garwi 58.

Garyofyllate 112. Garyophyllaie 112. Gastaenge 58. > Castaneboom 58. Castang(i)e(r) 58. Gastanie(n) 58. Gastanieboem 58. Castanieboom 18 Gathrienewiel 76. Gattecruyt 163. Gattekaeszkenscruyt 150.

Gattekens 256. Gattemunte 163. Gattencruyt 268, 269. Cattendruyfkens 232. Gattenkervel(e) 1C6. Gattenmente 163. Gattenmu(y)nte 163. Gattensta(e)rt 149. Gattensteert 92. Gebol(le) 12.

Geledon 62.

Geleris 24.

Celery 24.

Geliado(o)ne 62. Geneskes 139. Genesse(n) 139. Gentaurea 97,

Ceniaurie 58, 96. Gentaurik 96.

Centauris 96.

Gent{en) 146. Gentenblad 122.

Ghalon 12.

Ghalot(ten) 12, Chamepitys 9.

Ghardon 88.

Gharlot 12. GharIotteke('n)s 12. Ghecorye 67. Gheeskruid 2. Ghevaliergerst 121. Ghibolle 12.

Ghicorei(e) 67. Ghineesche haver 34. Ghineesche lampion- bloem 182. Ghineesche lantaarn 182.

Ghineesche laterus 135. Ghineesch radijszaad 208.

Ghocoladebloem 2. Ghocoladeplant 187, Ghristi-lancet 167. Ghristoflelkruid .5. Ghristophskruid 5. Ghristuskruid 191. Ghristusoog 8. Ghrysanth 65.


CAPU — DAMB.


Gibol(le) 12.

Giboreye 67.

Gichoré 67. Cichorei(lof) 66, 67. Gicoreye 97.

Cicute 72.

Ciepel 12.

Ciliadone 62. Gimbaalkruid 140. Cimbalen 140.

Cipel 12.

Cipelgras 162. Citroenboonen 180. Citroenboom pje 28. Ciiroenkruid 28, 246, 254. Citroentym 254; Gitrullen 66.

Gladde 131.

Claerooge 9.9- Clapperroosen 173. Glasse 134.

Clater 134.

Clatte 134.

Claver 256. Claverbladeren 257. Clavercruit 257. Clavere(n) 256.

Claveren met bezien

256.

Clebcruit 215. Cleefcruyt 109. Cleeftcruydt 117.

Gleen centory 97. Cleine dissen 278. . . Cleine wechbrede 187. Clematis 69.

Clematijte 70. Clementine 69, 70. Clesse 134.

Clethra 70.

Cleyn centaureum 97. Cleyn centaurie 96, Cleyn dissen 278 Cleyn clissencruydt 134. Cleyn cruypende ga- manderlin 272. Gleynder balsem 28. Cleyne averoone 28. Cleyne croc 275.

Cleyn eerdtnoten 57. Cleyne ge(e)le plompen 141.

Cleyne gentiane 110, Cleyne gipst 110. Cleyne gouwe 102. Cleyne nanenvoet 207. Cleyne heete netelen 266.

Cleyne hoolwortele 77. Cleyne madelieven 37. Cleyne muer 247. Cleynen acer 1.

Cleyne ossentonge 19. Cleyne peertsteert 92. Cleyne pimpinelle 198. Cleyne plompen 122. Cleyne sleutelbloemen 198.

Cleyne speerwortele29. Cleyne steenbreke 183. Cleyne stcenclaveren

257.

Cleyne valeriaene 268. Cleyne watereppe 39. Cleyne wilde uialusve 150.

Cleyne winde 73.

Cleyn ghearentgras 56. Cleyn gouwe 102.

Cleyn gras 27.


Cleyn maencruyt 41. Cleyn maluwe 150. Cleyn muysoorken 21. Cleyn naghelcruydt 21. Cleyn orant 24.

Cleyn peerlencruydt 143. Cleyn ruercruyclt 102. Cleyn schelwortel 102. Cleyn bint Janscruydt 123

Cleyn spartum van de- sen lande 161. Cleynste duyvelsmelck 98.

Cleyn steensaet 143. Cleynste wilde kersse 138.

Cleyn wechbree 187. Cleyn welrieckende standelcruyt 215. Gleyu zeemelckcruvdt 112.

Clisse 134.

Clit(te) 134. Glocxkencruyt 73. Cloflooc 13.

Glu(u)flooc 13. Coccockslook 171, Goccokscruit 168. Coeckoecxbloeme 54. Coeckoecxbroot 255.^ Coeckoec(k)sbi*oot 171, Goedille 1.

Coenraet 123.

Coeooghe 21. Colbloemen 173.

Cole 43.

Col(i)ander 75. Colissiehout 114,

Colle 173.

Collebloemen 174. Comcommer{e) 80, 81. Comcommeren 81. Comen 81.

Comin 81.

Comijn 81.

Concommer 80,

Conisa 125.

Gonsolida 9, Convalielelie 72. ' Convallie 72. Coolicruut) 43.

Coolsaet 44. Coraelcruyt 30, Corenbloemen 59. Corengenofïelen 8. Corenmente 163. Corenminte 163. Córenropsen 8, 173. Coriander 75.

Coriandre 75. Gornbloein 59. Corne(boom) 75. Cornelisroos, -zen 172. Cornmente 163. Cornminte 163. Cornoelieboom 75. Cornoellie 75.

Corsoude 37.

Corsouwe 36. Crabbendaeu(w) 248. Craenhals 95. Crakebesien 267. Crap(mede) 215. Crapmee 215.

Crappe 215. Crauwa"iecruyt 131. Crayenbloeinkens 76. Crayenvoet 186. Creke(r)sboom 201.


287


Creta marina 80. Cretasche venkel 102. Cretische thlaspi 124. Criecken over zee 18,2. Crieke(Iare) 201. Criekenboom 201. Crike('lare> 201.

Crocus 80.

Croesbesien 211. Croes(ch)distel(en) 96. Grom pieren 241. Gronecruut 85. Croonkenscruyt 85. Croos 13'7,

Cropcruyt" 117.

Crosette 109.- Cruisdistelen 96. Crusemunte 155. Crusette 109.

Cruydekep en roert mij niet 125.

Cruypende chamaedrys 252.

Cruypende hertshoorn 76.

— hypericon 123.

— muysenoor 159.

— ' oyevaersbeck 95.

— vyfvingercruyt 197. Cruysbloemen 168. Cruysbloenikens 189. Cruyscruyt 234. Cruysdistel(e) 96. Cruysemunte 155.

Cru ys wortel IIO. Cruyswortele 96. Cubaansche tarwe 121. Cucumer 80. Cueckenschellft 20. Cuele 227. Cullekenscruyt 168.

Cu mijn* 81.

CuraQousje 36. Cutenbooni 82. Cuttencruyt 64. Cuyderellës 76. Cymbaalkruid 141. Cymbalaria van Italien 141.

Cymbelkruid 140.

Cypel 12.

Cyperbies 55, 83. Cypergras 83. 'Cyperzegge 56 Cypres(sen)wolfs- mel{c)k 98.

D.

Daalder 51.

Dach ende nacht 175. Dagbleumkes 153. Dagbloem 50, 74.

Dagen in ’t jaar 172. Dagkoekoeksbloem 153, Daglelie 74, 117. Dak'enjloof 234. Dak(en)look 234. . Dakstreepzaad 80. Dalecarlische berk 40. Dal kruid 72, 119, 189. Dallelie 72.

Dam 130.

Damaceeën 118. Damasbloem(en) 118. Damastbloem) 118. Dambeeren 130. Damberbeienbossen 130. Dambes(ie)(l)oom) 130, Dambezie{boomj 130.


288


DAMB — DOOV,


Dambeziënboom 130. Damerkoffie 67. Damgras 189. Dammer(heeren} 130. Dammerbes 130, Daminerenbout 130. Dan:inet(t)el 108, 132, 133. Dampnetel 133,

Dam pol 130.

Dan 184.

Dankbaarbeien 130. Dannettel 108, 132. Dannettele 108. Dannittel 108.

Daring 237.

Darmen 57.

Dasloo(c)k 14.

Daunetel 132. Dauwbraam 216. Dauwdissel 242. Dauwdistel 211, 242. Dauvvkool(e) 33, 62, 63. Dauwkoolen 242. Dauwkwille 33. Dauwnetel 108, 133. Dauwnettel 10, 108, 132, 133.

Daverherteke(n)s 44. Davidskoorn 121.

De blauw 59.

De bruine 45.

De brune 45.

Deckriet 182. Dedet(zaad) 51,

Deegde 113.

Deel 183, 184. Deemterbloem 65.

Deen 184.

Deensch lepelblad 70. Dein(e) 183. 184. Dekenkruid 177.

Dekreid 181.

Dekriet 181, 182.

De moeren 94.

Den 183, 184.

Denappel 192. Dendermondsgras 144. Deneboom 183, 184. Denne 181.

Eeanekruid 120. Denne(n)boom 182, 183, 184.

Denne(n)wolfsklauwl48. Derde acer 57.

Derde brem 110.

Derde doovenetelen 107. Derde half honderdblad 172.

Derde heete netelen 266. Derde scorpioides 159. Derde vossecullekens 168.

Derde waterduysent- bladt 36.

Derde watereppe 165. Derde watermillefolium 36.

Derde wilde distel 55, Derik 237.

Derink 238.

Derrink 238. Dessertbladen 150. Dessertkool 43.

Destel 55, 68, 69. Deulder 51.

Deun 79.

Deur 78.

Daurblad 266. Deureshaag 79. Deurnboom 78.


Deurnbosch 78.

Deurne 79. Deuvikwortel 84. Devotekatoen 149. Dezekensoogskens 159. Diamantjes 9. Dichtersnarcis 160, Diesel 68, 237, 241, 242, 249.

Diesels 95.

Diest 15.

Diestel 55, 68.

Dieven in de klaver 170. Dieve(n)kruid 70. Diézekesoogske(njs 159. Diezei(e) 55,

Dikblad 234.

Dikkr boene 274.

Dikke boon 274.

Dikke gass 121.

Dikke gerst 121.

Dikke haver 31.

Dikke jennen 180. Dikke neut 127.

Dikke tarwe 260.

Dikke terf 260. Dikkop(pen) 65, 68, 156, 235.

Dikkopje 36.

Dil(le) 20.

Dillekruid 20. Dillepastinake 20,

Din 184.

Dinkel(koren) 260. Dinnebeam 184. Disselen 55. 68, 249. Distel(en) 55, 56, 68, 88, 167, 237, 250. Disteldoek 167. Disteldoorn 166.

Djeni verboom 130. Djerreblom 50.

Djeun 13.

Djezemijne(n) 249. Djuin 13.

Doavenetel 132. Dobbelboterbloem 50. Dobbele kolleblomme 175.

Dobbel koeirebben 187. Dobbel weversblaren 187.

Dock(e) 134,165,177,262. Dockeblad(eren) 134,177. Dockeblaederen 177. Dod(de) 263, 264. Doddegras 181.

Dodder( bloem) 50, 51. Dodderzaad 51. Dodderzóad 51.

Dodding 233.

Dodebèze 239. Dodenetelen 132. Doderkruid 81.

Dodsen 263.

Doedel 262, 264. Doedhamels 261. Doelwortele 33,

Doerbol 262.

Doerebout 262.

Doerre 262.

Doesbollen 263, 264. Doesendknoap 190. Doest 260.

Doetebolt 264. Doethóamer 264. Doevenkarvel 1C6. Doevenschoer 86. Doevenschölke(s) 85, 86. Doezebolt 262.


Doezebout 262, Doezendblad 2, Doezendsühoon{er) 86. Doezendtak 2. Doinappel 84.

Dojer 51.

Dokke 165, 217, 262. Dokkeblad 134, 164,165. Dokkebladen 134, 177, 178, 262.

Dokkebladje 141. Dokkeblaren 217, 219. 262.

Dokkebloem 164, 165, Dokiken) 262. Dokkewortel 217, 219. Dokter in den wagen 4. Dolappel 84.

Dolbes 239. Dolbessenhout 239. Dolbessenkruid 239. Dol(i)ck 8, 143, 144. Dolik 8, 143, 144, 153. Dolikdronkaard 144. Doliksplitgras 144, Dolikzwatte 143. Dolkruid 33, 123, 239. Dolkruud 123,

Dolkruut 84.

Dolle beieu 239,240, 241. -- beiers 239.

— bes 33, 239.

— hondsbeien 248.

— hondsbloem 248.

— hondsbloemen 64,

82.

— kast(anje) 6.

— kers 33.

— kervel7, 61, 67, 72,

160.

— koppen 108.

— pee 176.

— peen 58.

— peterselie 72.

— waterkervel 67. Dollik 153.

Dolmakende nachtscha 33.

Dolwortel 67, 175. Dolwortele 33.

Dolijk 144, 153.

Dolzen 262. Domineeskrul 131. Dommen 130.

Domp 262. Dompelbladen 163. Dompels 163. Donderbaard 232.

— baer(e) 234.

— baert 234,

— bare 234.

— blaars 234.

— blad 234.

— blaren 234.

— blat 234.

— bloem 268.

— bloemen 66, 174,

234, 238.

— bloempjelll,271.

— bloempjes 272.

— blomme 234.

— boon 233, 248.

— bos 234.

— distel 96.

— kroed 125.

— kruid 125, 233,

234

— kruud 125.

— loof 232, 233.

— plant 234,


Donderpoes 268.

— toppen 234.

— toren 90.

— zaad 93. Dongstokken 33.

Donka 31.

Donkere ooievaarsbek

111.

Donsjes 256.

Donst 260.

Donzeblat 234. Donzebout 262.

Donzen 262.

Doodbloem 123.

Doode bèzen 239.

Doode klaver 171. Doodelijke nachtschade 33.

Doodenblome 49, 76. Doodenetel 132.

Doode netele(n) 132. Doode menschen 73. Doodkeers 29. Doodkeerse 91. Doodkruid 33. Doodsboom 251. Doodskisten 126. Doodskop 170. Doodskralen 140. Doodskruid 33.

Dooier 51.

Dooie vingers 231. Doolkruid 175. Doolwortel 175.

Door 51.

Doorblad 266, Doorbloeier 180, Doorezaad 51. Doorhage 79.

Door hof kers 139. Doorkruid 267. Doorleer(e) 79.

Doorn 55, 68, 78, 79, 89, 210, 213, 214. Doornappel 84, 210. Doornappelkruid 84. Doornbei{e) 210.

— bessen 78, 215.

— bessestruik 210.

— beziën 209.

— boom 78, 79.

— brein 264.

— diesel 242.

— distel 241, 242. Doorn e(n)kroonbloem-

f bloem) 152. Doorngenste 110.

— ginste 110, 264.

— hage 79.

— heut 79.

— hol 143.

— hout 79.

Doornig niervaren 193. Doornkat 143.

Doorns 78, ^79, 210. Doornst(i)ekel 55, 68.

— struik 264. Doorntjes 79, 210. Doornzaad 58, 255. Doorwas 267. Doorzichtige brein 264 Doosjes(bioem) 48. Doove barnettel 132.

— branekkel 132. Doovenetel 107, 132, 133,

246.

Dooveneteletni 132. Doovenetels 132. Doovetingel 107, 133.


DOOV — DTJtJN.


289


Doov’jettel 133.

Dopeart 185.

Dopheed 93.

Dopheet 93.

Dopjeshei 93. Dop(jes)heide 93. Doppies 93.

Dorebeiers 210. Dorebeust 203, 216. Dorebeie 210.

Doreleer 79, 203.

Dorels. 216.

Dorenappel 84. Dorenbu(h)um 79. Dorenen 79.

Dorenhaag 79.

Dorens 216.

Dores 216.

Dores(haag) 79. Dornappel 84.

Dorre 51.

Dost 169.

Doi(tenteen) 221. Dotterbloem(en) 50. Dottergras 94. Dotterkoezen 264. Douterkoos 264. Douterkous 264. Douwdistel 242.

Douwe beanen 274. Douwkoole 33. Douwkwille 33. Douwnet(t)el 132. Douwpiep 54.

Douwte 144,

Dóvenettel 132. Draadgentiaan 66.

Draad halm 61. Draadklaver 257. Draadkruid 102. Draadtak 264.

Draaf 45.

Draai 73, 74.

Draaiaar 245.

Draaistoel 245. Draaiwinde 74. Draaiwijgaard 278. Drachtwikke 273. Draeckenbloed 219. Draeckenwortel 219. Dragant 119.

Dragoen 28.

Dragon 28.

Dragonder 28. Drakebloed 219. Drakenbloed 7, 28. Drakenbloet 219. Drakenkruid 197. Drakenwortel 126. Dratorentje 141. Dravelte 45.

Draverik 45.

Dravic(h) 44, 45.

Dravid 45.

Dravig 45.

Dravik 44.

Dravit 45.

Dreb 45.

Dreesem 113.

Drentsche gouden regen

110.

Drentsche thee 50, 159. Drep 121, 144.

Dreps 45.

Drepse 45, 141. Dreufkes 158. Dreuvelaar 278. Dreuvelare 278. Drieblad 5,151. 156,256, 258.


Driedeelig tandzaad 40. Driedeüre 38.

Driedistel 56. Driehoekige lisch 244. Driekante kroos 137. Driekantige bies 230. Driekantig lies 244. Driekantig lisch 244. Driekleurig viooltje 277. Driemoorke(n) 94. Driesbloemeken 38. Driesblom 37. Driesblommeke(n) 37. Driesblunimeke 38. Drieschbloemeken 38. Drieswortel(e) 207 , 233. Drievuldigheids- bloempje 277. Drieweegblad 186. Driezadige haver 34. Drip 45.

Driveboom 278. Droeffiletten 226. Droeswortel 207. Droflele 85.

Droge centaurie 59. Dronkaard 144. Dronkenmakende ker- vel 61.

Dronkert 61. Droogbloeier 71. Droogbloem 21, 114, Dröpse 45, 144. Dropwortel 264. Druifhyacint 158. Druifjen 158. DruifjesCbloem) 158, Druifjeshyacint 158. Druifkens 158. Druifkruid 41, 63. Druifvaren 41. Druifwaai 222. Druifwijger 278. Druipende hartjes 87, Druipertje 202. Druiveboom 278. Druivelaar 278. Druiveleer 278. Druivele(i)re 278. Druivenbloem 165. Druivenboom 278. Druivenkruid 63. Druivenvaren 171. Druiwijger(d) 278. Druppeltjes bloed 191, Druswortel(e) 207, 233. Druufkesbezen 212. Druveboom 278. Druvelaar 278. Druvelare 278. Druyfkruyd 252. Druyvencruyt 252. Drijblad 6.

Drydistel 56. Dryveboom 278. Dryvelaar 278. Dryvende waterweeg- bree II.

Dryvende weegbree 11, Dryvuldicheijtbloem 277.

Dubbelde komillen 65. Dubbele dijkbloem 64.

— kamille 3.

— madelief 64.

— meizoen 64.

— roode waterfi

oenen 153.

, Dubbelkruid 88.

— loof 41.


Dubbelpijljoen 169, Dubbeltjesdief 53,

— kruid 253. Duerebolt 262.

Duidistel 241, 242. Duifjes 77.

Duifjes voor een wagen- tje 4.

Duifkens 4,

Duikelaar 262.

Duiker 244.

Duikers 163. 243, 262. Duil 244, 262.

Duimpjes 111. Duimpjeskraak 192. Duin l'8.

Duinbes 119,

— bessen 209.

— bezie 119.

— bezieboom 209.

— beziën 209.

— doorn 119, 264. Duinespurrie 220. Duinespurwe 220. Duinhelm 18.

— helme 18, 90.

— krammen 56.

— reep 259.

— riet 48.

— roos 214.

— stekel 96.

— viooltje 277.

— wilg 223.

— winde 75. Duisentgulden 97.

Duist 15, 169.

Duistgras 15. Duistkoorn 118, 279. Duitblad 122.

Duiteblêd 122. Duiten(blad) 122.

Duitjes 36, 122. Duitsche andoorn 245.

— berenklauw . 118.

— blaasstruik71.

— brem 110.

— gerst 122.

— gierst 173.

— koffie 67.

— manna 113,

— peperboom83.

— pijp 26.

— rijst 122.

— sassaparille

56.

— tamariscus

159.

— terve 279.

— wilde kervel

58.

— wllgdoorQll9, Duivebek 111.

— bloem 54.

— boon 274.

— kervel 77. Duiveldrek 171.

— doorn 264. Duivelinne 117. Duivelsbedstroo 167. Duivelsbeet 20, 208,228,

248.

Duivelsboon 248.

— doorn 167, 264.

— drek 98.

— garen 70.

— gras 277.

— kers 45.

— kersenhout 104,

— kervel 106.


Duivelsklauw(en) 20, 95, 268.

Duivelsknol 45.

— knop 262.

— knuppels 264.

— koof 98.

— kop 262.

— kruid 4, 84.

— melk 98, 99.

— naaigaren 52, 73,

74, 81, 96, 108, 145, 274.

— naaigarenhout

145.

— nest 277.

— oog 5.

— pluim 193.

— roede 264.

— stokjes 29.

— stokken 264. Duivemoes 252, Duivencrop 232.

— kerf 106.

— (n)kervel 77, 106.

— krop 106,

— schurftkruid 228.

— voet 111. Duivepoot 111, 112. Duizedblad 3. Duizelkruid 89. Duizendblad 2, 3, 122,

160.

— blaren 3,

— graan 118, 206.

— grein 159.

— guldenblad 146,

— guldenkruid 96.

— knoop 119, 189.

— koorn 118. 279.

— kruid 2, 96, 148.

— schoon 76, 86.

110.

— tak 2.

— tandekens 3.

— uugske(n)s 159.

— wolker 168. Dukaat 124.

Dükers 164, 243.

Dükert 243.

Dul 262.

Dulen 126, 262. Dulkruid 33. Dullebessenhout 239. Dulle bezien 33.

Dulle hondskoppen 59. Dulle kamare 239,

Dulle keroel 7, 68. Dullen 262.

Dulsen 262.

Dume 274.

Dunderbare 234.

— blaam 234.

— blad 234.

— blare(n) 234.

— bloeme 231.

— biomme 234.

— kruid 234.

— nlant 234. Dunne nolwortel 26. Dunne osterlucie 26. Dunsel 131.

Dunste schorfte 82, Duren 262,

Dusentbladt 3.

Düst 15.

Duthamer 262, 264. Duts(ch)e klaver 267. Dütske piip 26.

Duul 243, 262. Duunreep 56.

19


290


Duunwilg 223.

Duus 15.

Duust 15, 271. Duuvelbit 208. Duvekervel 106. Düveldrek 99, 268. Duvelkruit 4, 84. Düvelsdrek 98. Duvelsjacht 123. Duvelskeerse 45. Duvelsknuppel 264. Duvelskruid 4. Duvelsmelk 99. Davelsnoaigarn 274,275 Duverke 248.

Duwdistel 242. Duynenlidtgras 56. DuynrooskeDS 214. Duysentblat 3.

— coren 118.

— greyn 218'

— knoopnianne-

ken 190.

— knoopwijfken

120.

— schoon 111. Duyst 169.

Duvtsche beerenclauwe 118.

Duyvekervel 106. Duyvelsbeet 24S.

— melck 98, 99. Duyvencrop 106.

— kervel 106.

— voet 111, 112. Duzelappel 81. Duzendschoon 86. Dwergappel 205.

— bloem 60.

— gras 61.

— muur 60.

— viltkruid 102.

— vlas 206. Dwoinappel 81. Dijkbloempje 36. Dijkblommetje 36. Dijs(t)el 55, 68, 88. Dzenuvers 213. Dzozemienen 249.

E.

Enbarreblom 126. Eagetreast 99.

Eappel 240. Earnewaldsterklaver 196.

Earrebarrebek 95. Earrebarreblom 126. Earrebarrebrea 4.

Eart 185.

Eastijnjeskevveit 278. Eate 185.

Eb 83.

Ebbees 103.

Ebbekruid 140. Ebbe(l)lijn 151. Ebbere(n) 103.

Ebbezen 103.

Ebeenhout 83.

Ebich 115.

Ebruan 117.

Ebulus 225. Echelkoolen 11. Ech.tblauwgras 157. Echte kamille 151.

— koekoeksbloem76.

— narcis ItO.

— waterzuring 218. Echt galkruid 115.

Echt walstroo 109.


DUUN


Edbezen 103. Edelbloem 37.

Edele doorn 38.

Edel leverkruid 7. Ed(e)re(n) 115.

Edvelt 116.

Eec 206.

Eechelkoolen 156, 207. Eeckelboom 206. Eeckloof 115. Eeckoren 259. Eedsbezen 103. Eedsvel 116.

Eejk 205.

Eek(e) 205, 206 Eekefn)boom 205, 206. Eekeboum 215. Eekelaar 205, 206. Eekeleer 206 Eekelboom 205. Eekeldragende boom 205.

Eemkers 216. Eemkertie 216.

Eenbes 175.

Eenbezie 175. Eenblad(t) 1 19. Eenboontjes 180. Eencoren 259.

Eend 56.

Eendegroen 136, 137. Eendekroos 136. Eendenbolt 230. Eendendann 216. Eendendrek 137. Eendeneten 137. Eendengerek 137. Eendengriet 137. Eendengroen 137. Eendengruun 137. Eendenkroos 136, 137. Eendenkraid 137. Eendenmoes 137.

Eend zegge 56. Eenendarm 148. Eenhalm 179. Eenjarige hardbloem 230.

Eenjemoes 136. Eenknoop 157. Eenkoorn 259. Eenstijlige meidoorn79. Eepelboom 188. Eerappel(en) 240, 241.

— bees 103.

— bei(en) 103.

— bèzeCn) 103.

— bezeke{n)s 103. Eerdaker 57.

— akers 136.

— amandelen 136.

— appel(s) 240. 241. Eèrdappele 240. Eerdappels 240, 241.

— beie 103. E7èrdbeze(n) 103. Eerdbeziën 103.

— brem 110.

— cranskens 113. Eerdebaien 103.

— bei 103. Eerdeeckels 136. Eerdekkel 136.

— jebei(en) 103.

— peere 116, 241. Ee(r)dsbezen 103. Ee(r)dschalen 110. Eerdsche leeuw 83. Eerdsvel 116. Eerdtbesien(cruit) 103.


ELHO.


Eerdtbesijencruyt 103.

— mosch 147.

— noten 136.

— tuil 115.

— veijl 113. Eerdtvijghen 136. Eerdveil 112.

— weeroock 272. Eerebai(en) 103.

— bei 103.

— bessen 103.

— beze 103.

— boi 103. Eerenprijswijfke 141. Eereppels 240, 241. Eereprijs 271. Eereprijsmanneke^,n)

272.

Eereprijswijfke 272. Eernte 57.

Eerpel(s) 240, 241. Eerperbloemetjes 54. Eerrepels 210.

Eerste beemdgras 189.

— cleyne donder-

baert 233.

— doo\enetel 132.

— doovenetelenl33. — Eebruaribloe-

men 106.

— paronychia 95.

— rietgras 244.

— valscne muur

272

— veldt-cypress 9.

— vossecullekens

188.

— watereppe 238.

— wespe 167.

— wolt'smelckman-

neken 98.

— zeeanthyllis 17. Eerte(n) 186.

Eertjebeien 103. Eertroeck 106. Eerirooc(k) 106.

Eetbare gierst 173.

— kastanje 58

— kornoelje 75. Eete(n) 186.

Eetkastonje 58. Eetkristonjele 58. Eeuwige bloei 180.

— biÖi 180.

— boekweit 191.

— klaver 152.

— leven 232. Effeudoorn 1.

Effentrul 1, 2 Egelantier 213. 214. Egelboterbloem 207. Egelcoolen 207. Egelenteer 214. Egelentier 214.

Egelgras 162, 207. Egelkolen 207.

Egelkool 207.

Egelkruid 148.

Egelskop 243. Eggelaren-trynen 57. Eg^ejlentier 214. Eghelentier(bloeme)214. Eghelkoolen 207. Eghelkruyd 148. Eglantier 214.

Eglentere 214.

Eglentier 214. Egyptische dauw 209.

— gerst 121.

— rogge 121.


Eibenbloem 126. Eiberbek 229. Eibersbek 126. Eiblommeke(n)s 199. Eic 206.

Eidooiers 93.

Eierbloem 105, 126, 199. Eierbloomke(n)s 199. Elerboom(pje) 248. Eierenbloem 199. Eierkruid 198.

Eierplant 84, 105. Eierpruim 202.

Eiertjes 199. Eigjeshout 239.

Eik(e) 205, 206. Eikeboom 206. Eikeboum 205.

Eikel 205.

Eikelaar 205, 206. Eikel(en)boom 305, 206. Eikelkooi 43. Eikelvaren 192. Eikenbeam 205. Eikenboom 205.

~ mistel 277.

— naaktvaren 181. Eikensboom 248. Eikentoppen 277.

— varen 193.

Eikes 248.

Eikevaren 192, 193. Eikloof 115.

Eikruid 198.

Eik van Jeruzalem 63. Eikvaren 181, 192. 193. Eilaverbroodjes 127. Eileuversbloem 54. Eiloof 115, 116. Eiloofbloem 76. Eiloversbloem 54. Eiluversbroodjes 126. Eindekruus 136. Eindeloos 96.

Eineflach 136.

Einegèrs 143.

Einegrus 137.

Einekreus 136. Einekroas 136. Einepooten 53. Eipenboom 265. Eirbezen 103.

Eirond nieskrui i 142. Eirpels 241.

Eirte(n) 186.

Eisce 105.

Eisen 270.

Eisgraw 22.

Eissen 270.

Eitje(n)s 158. Eitje(n)shout 248.

Eizen 270.

Ejuun 12.

Eke(nbéam) 205. Ekkel(bèm) 205. Ekkelboom(e) 2 05. Ekkelkool 43.

Ekke(n)s 186.

Ekker 205.

Eksdoorn 2. Eksteroogen 277. Eksuun 235.

Elatine 141.

Elberkens 103.

Elder 14.

Elfrankie) 239. Elfsranke 239. Elfurebloem 169. Eigjeshout 239.

Elhoren 226.


ELIZA — FLER.


291


Elizabethskroed 87 Elje 15.

Eljenhout 15. Ellebesse 210. Ellefranke 239. Ellekens van travelle- kens 73.

Eller(enboom) 11. Ellernhout 11.

Els 11. 15, 28.

Else 15.

Else met bayen 104. Elsenboom Ï5.

Elshage 15.

Elshout 15.

Elsranke 239.

Eist 15. 28.

Elstronken 15.

EIze 15, 28.

Elzenbéam 15.

— boom 15.

— haait 15.

— haat 15.

— -heit 15.

— hout 15.

— teer 57. Elzeproppenboom‘15. Elzerenhout 15. Elzestruik 15. Emer(koorn) 259. Emertjes 215 Emmeschen 216. End(e)darm 272. Endegruus 136.

— kroos 136.

— loos 235.

— moes 136.

— moos 136 Endendarm 216. Endivie 66.

End(e)loos 96.

Endlooze 96. Endt(en)groen 137. Eng(el)bloem 276. Engelgras 162. 112. Engelkruid 20 Engelsche boekweit

191.

— boon 274.

— brem 110.

— klaver 152,

257.

— kool 43.

~ mosterd 237.

— spinazie 69.

— steenbreek

230.

— tarwe 260. Engelsch gos 27.

— gras 26, 27,

113,114,179.

— kruizemunt

155

— mansboom

195.

— raaigras 113.

— ruigt 90.

— vuil 90. Engelsoet 193. Engelsuikerriet 90. Engeltjes 51. Engelijeseten 132. Engelwortel 20. Engelzoet 193.

Engoen 12.

Eoguien 12.

Eüguun 12.

Enioen 12.

Eniung 12.

Enjelier 85.


Enteblad 136, 137. EntekrofojsCt) 136. Entekruus 136.

Enter 57.

Enyuun 13. Epelbraam 214. Epirische appel 200. Eppe 24, 25, 208. Eppekruid 110. Eppeltjesgood 239. Ep(p)eilijn 1.51. E[>pere 116, 241.

Epse 195.

Erabel 2.

Erappels 241.

Erbees 103.

Èrbeie 103.

Erbel 103.

Erbez(e)n 103. Erbeziën 103. Erbsich 38.

Erdappel 136, 241. Erdbere 103.

Erdbeye 103. Erdbizzeme(n) 103. Erdenmsen 136. Erdgalle 250.

Erdnote 136. Erdschelle 250. Erebezeinen 103. Erepère 116, 211.

Erf 216.

Erfelblad 116. Erfelier 116. Erfelranken 116. Erftte) 185.

Erik 208.

Erjuin 13.

Erkelen 136. Erleboom 1.

Erleier 57, Ermbezems 103. Ermuzen 136. Ernte(rhout) 57. Erpel(s) 210, 241 Erral 187.

Errebeesjes 103. Errebezem 103. Errebezen 103 Errebezies 103. Errefranke 239. Errelaar 57.

Erremoei 54.

Errepels 210. Errewe(e)te(n) 186. Errik 35.

Ert 185.

Ertbe(ie)re 103.

Jïrte 186.

Ertebaard 170.

Erten 185, 186. Ertnote 136.

Ertsjes 185.

Ervêl 3.

Erveien 185.

Erwate 186. Erweet(en) 186. Erweetcruit 186. £rwe(e)te 186. Erweetjes 186. Erweten 185, 186. Erwetjes 186. Erwetien 186.

Erwiet 186.

Erwt(e) 185, 186. Erwten 186.

Erwtte 186.

Esc 105.

Es(ch) 1, 105. Eschalon 12.


Eschdoorn 1, 2. Esche(nboom) 105. Eschlook 12. Eschscholtzia 97.

Esk 105.

Eskdoorn 1, Eskenbéam 105. Eskenboum 105.

Esp 195.

Espe 194, 195, 196. Esparcette 166. Espenblad 1. Espenboom 191, 195. 196. Esper 116.

Esperzeje 30.

Essce 105. Essche(boom) 105. Esschenboom 105. Esscher(e) 105.

Esse 105.

Essenhaat 105.

Eibezie 103. Etgroenbloem 128.

Et i)en 186. Etweibloemen 124. Eukelaar 128. Eukelbraam 214. Euker(noteleer) 128.

Eul 175.

Eulbloem 174, 175. Eulebol 174.

Eurbelen 103. Europeesche aardnoot 57.

Europeesche knots- vrucht 48.

Europeesche palmboom

221.

Europeesche thee 203, 272.

Europeesche viorne 272. Euverbezen 267. Euversnep(pen) 54, 95. Ève 34, 35.

Evenbesiën 267.

Even(e) 33, 34, 35, 45. Ever 33.

Everbeziën 268. Evermoenie 7. Evermoning 7. Everwortel 56, '68.

Evie 35.

Eycke(nboom) 206. Eyckenvaren 193. Eyckluof 115. Eykelboom 206. Eykenboom 206. Eykenvaren 193.

Eyloüf 115.

Eylts 15.

Eysenkruyd 270.

Eyuun 13.

Ezelsbloem 8.

— dissel 167.

— distel 167.

— doorn 167.

— gras 83.

— kost 166.

— kruid 167.

— melk 276.

— oor 248,

— ooren 186, 220,

269.

Ezula 98.

F.

Faerge 260.

Faldri(a)an 268.

Eaornt 193.


Farie 193.

Faro 193.

Feanbei 268. Eebrewarigekje 106. Felier 62.

Felje 248.

Feminel 49.

Fenicol 103.

Fenkel 102,. 103. Fenneblo(e)m 36. Fennepluus 94. Fèronica 272. Feugelkarsen 203. Fiecruyt 238. Fiegeletjes 276, 277. Fiekruid 238 Fiekseboon 116.

Fiene danne 182. Fiene den 182.

Fiene denne 182. Fienkel 102.

Fierlefijn 6.

Fikkelette 276. Fikseboon 146.

Filago 102.

Filet 85, 86, 118, 277. Filetjes 276.

Fileiten 61, 85, 276. Filippise 146. Fillepinen 146. Filikruid 81.

Filtscruit 81.

Finekum 102. Fingerhoedden 87. Finkel 102.

Finkoorde 275, Finneblomke 36. Finsterbloeni 71. Fintsjebloem 36. Fioelen 276. Fioeltsje(blom) 276. Fiole(nbloeme) 276. Fioletjes 276. Fioolbloom 276. Fioringras 8. Fistelkruid 176.

Fiter 55.

Fitergèrs 259.

Fiters 259.

Fitsen 273, Fjildeereprijs 271.

Flab 90.

Fladder 50, 164. Fladderabeel 196. Fladdereer 196.

Flaech 136.

Flaechs 112.

Flaeks 142.

Flaer 225.

Flags 90.

Flaischencruit 59, 60. Flambeezen 216. Flamboezeplant 216. Flamboos 216. Flamböze(n) 216, 217. Flamboze(n)stroek 217. Flaproos 174.

Flarie 225.

Flarieboom 225.

Flas 142. b’lear 225.

Flearbeam 225.

Fledder 225. Flederboom 225. ■ Fleer(enboom) 225. Fleerte 225.

Heir 225.

Hèr(boóm) 225. Flereboom 225. Flerecyncruyt 6.


292


TLER — GEIT.


Flerecijnkruid 5. Fleschè 81.

Fleschjes 164. Flettektns 276.

Flette(n) 61, 85, 86,277. F letteren 277.

Fleur 225.

Fleuttefn) 277. Fliederboom 225.

Flieër 225.

Flier 61, 62, 225, 226. Flierboom 225. Fliercijnkruid 5.

Fliere 61, 62. Flierenboom 226. Flierenhaat 226. Flierenheit 226. Flierenhout 226. Flierfijnkruid 6. Flierhot 226 Flierkruid 11,

Fljerot 226.

Fliers 62.

Fliervinitruid 5. Flieterhout 226. Flikkerkesboom 2. Flodderbóan 274.

Flok 94.

Flokgers 114.

Flokgras 114.

Floknout 205.

Floks 90.

Floramor 153. Flordamen 118.

Flotgèrs 113.

Floynen 262.

Fluengèrs 83. Fluitekruid 22.

Fluiielof 22.

Fluiters 22,

Fluitje 153.

Fluitjeshijt 221. Fluitjeshout 221, 243. Fluitkruid 22,

Fluitpijp 92.

Flupine 146.

Fluweelen bladen 270. Foalleblom 121,138,183. Foaltsjeblom 121, 138, 183.

Fobel 184.

Foele 103.

Foelli 103.

Fogelaar 65.

Foilli 103.

Fonteinkruid 189, 190, 196.

Fonteincruyt 196.

Foper 184. Forjit-mij-net 159. Fraai hertshooi 124. Frambeziën 216. Framboeës 216. Framboesen 216. Framboezems 216. Framboezestruik 216. Framboies 216. Franiboisen 216. Framboos 216. Framboze(struik) 216. Frambuezen 216. Franiegras 172.

Ft-anke 239.

Frankout 239.

Fransche aronswortel 29.

— boekweit 100.

— brem 264.

— broodjes 149,

150.


Fransche klaver 145,

152,256,257.

— klee 257.

— klie 256.

— kloveren 152.

— latouw 131.

— rapen 43.

— roode wis 223.

— roos 214.

— thee 224.

— wikke 275.

— zonnebloem 89.

Frans ch gras 27.

— longekruidll9.

— look 14. Franschmannen 100. Fransch raaigras 27. Franse klaver 152, Freeshut 103.

Freinze(n) 103. Freinzekruid 197. Freischencruit 59, 60. Frenjen 103.

Frenjes 103.

Frensen 103.

Frenze(n) 103.

Fres(i)e 103.

Fresiën 103.

Freyns 103. Freyssamcruyt 277. Freze(n) 103.

Frezeplant 103, Frieschencruit 59, 60. Frikken 273.

Frinze(n) 103. Fróaniegras 236. Fügelkersebéam 203. Fügelkersen 203. Fügelisje 179.

Furijn 182,

Fyecruyt 238.

Fyekruyd 238.

Fy kruid 238. Fijnbladige gamander 9.

— raket 238. Fijnbladooievaarsbek

in.

Fijne den 1, 182.

— haver 34.

— heide 93.

— kervel 23.

— mast 183.

— palm 47.

— raai 82,

— spar 1, 182.

— spjir 182. Fijnstraal 93.

Fijtkruid 109.

G.

Gaabloeme 49. Gaablomme 49. Gaaregen 83.

Gaarf 3.

Gaarst 120.

Gaaveregen 83.

Gaegel 159.

Gaelje 159.

Gaerwe 2.

Gaeste 120.

Gaffelkruid 40, Gafl'elsteng 115. Gagel(boom) 159, 166'. Gaghel 160.

Gal 250.

Galant(swortel) 125. Galantwortel 125. Galbloem 112.


Gal der aarde 96. Galegaan 56, H 7. Galigaan 69, 107. Galigaangras 69.

Galipot 18'. Galissenhout 114. Galissihout 114. Galkruid 115.

Galle 107.

Galle boven de aarde 97.

Galle der aarde 97. Galnoteleire 7. Galnotenboom 6. Gamander 252, 271.

— eereprijs

271.

— kruid 271.

— kruijd 252,

— lin 272.

— lijn 252,271,

272.

Gansbloeme 65.

Gansen cruyt 247. Gansendijstel 241.

— tonghe 241.

— voet 63. Ganserick 196.

Ganserik 197. Ganserijck 190. Ganszbloeme 65. Ganzebloem 64, 169.

— distel 241, 242.

— gerf 2.

— gras 108.

— kruid 25, 247.

— meure 217.

— miel 22.

— moere 247.

— moes(e) 247.

— murke 247.

— muur 247, 271. Ganzendrek 137. Ganze(n)groen 137. Ganzenhaver 45,

— kroos 136.

— kruid 25, 246,247.

— muur 246, 217,

271.

— tong 250,251,;253.

— voet 62, 63.

— zaadkoren 196. Ganzepoothout 75. Ganzerik 196. Ganzetong 186,251. Ganzetonge 53. Ganzevoet 248.

Gaper 241.

Gaperke(n)s 23, 24, 142, Gaper(tje)s 23.

Garbell) 2. Garoetboompje) 83. Garouboompje 83, Garspeem 260.

Garst(e) 120, 121.

Garve 2,

Garwe 3.

Gasblommekes 38. Gasblommen 38. Gaskoenjeboom 201.

— laar 201. Gaspeldoorn 110, 264.

— doren 264. Gaspelier 86.

Gass 121.

Gast(e) 120, 121. Gastklaver 257. Gaublomme 49. Gauwenrègen 83. Gauwereger 83.


Gauwgroot 193, 195. Gauwzekroet 196. Gauwzetong 186. Gazemuur 247.

Gebaarde evene 34,

— haver 34. Gebogen beukvaren 181. Gebroken hartjes 87. Gekronckelde maluwe 150.

Gedenk mij 166. Gedoomd stalkruid 167. Geeësj 120.

Geelbloem 22, 42, 50, Geelbloeme 110. Geelclavercruyt 257, Geel cijpergras 83. Geele heul 112.

Geelen veldtajuyn 106. Geele ratelen 10. Geelerwtjes 135.

Geele sweerdele 126. Geeleierkens 199.

Geele wateraffodillen 162.

Geelflier 62.

Geelgras 232.

Geelheul 112.

Geelhuel 112. Geeling(hennep) 52. Geelink 52.

Geel koegras 22, Geelkruid 209. Geelkewortel 197.

Geel lisch 126.

Geel mosterdzaad 237. Geel mutsje 48. Geelpooten 84.

Geel sleutelbloem 199. Geel sleutelkens’ 199. Geelster 106.

Geel sweerdel 126. Geelverf 278. Geelvioletten 62.

Geel walstroo 109.

Geel waterleliën 126. Geel wederick 148, Geel woudthaenken 20. Geel zenegroen 9. Geenst 110, 227,

Geer 6.

Geeraard 226.

Geeraerd 6. Geeraerdtscruyt 6. Geerd 226.

Geernaart 44.

Geers 6, 120, 157, 173. Geerstl20, 121,157, 173. Geerste 121.

Geerstgras 8.

Geest(e) 120,

Geetebaars 145, Gehelmde wederik 232. Gehoornde gele wede- rik 166.

Gehoornde klaverzu- ring 171.

Gehorende daveren 1 15. Geil 223.

Geiref 3.

Geiste 121.

Geiteblad 6,144,145,262,

— klaver 107, 145. Geitenbaard 264, 265.

— blad 6, 145.

— blad manneke 145,

— klaver 6, 83, 145.

— kruid 107.

— rust 107. Geitepoot 6.


aEKI — GEYTB,


293


Gekielde ui 12. Gekkenzaad 51. Geknikte vossenstaart

15.

Geknoopte kali 220. Gelanne 21.

Geld 123, 146.

Gelde 52.

Gelde rogge 18, 90. Gelder(sche) roos 272, 273.

Gelder(sche) rooze 273. Geld op ’t water 123. Gele aconiet 4.

— anemoon 20.

— bindwilg 221.

— boschklaver 152. Gelede bloembies 129.

- kali 220.

Gele crocus 80.

— doovenetel 107,

108.

— erwtjes 135.

— ganzebloem 65.

— gou 62.

— haver 34.

— honigklaver 154.

— horde 10.

— hor te 10.

— iris 126.

— kamille 21.

— kannetjes 164.

— kappers 43.

— kattestaart 148.

— keers 270.

— keien 152.

— kiek 208. 237.

— kikkerbloem 164.

— klaver 145. 257.

— klaverzuring 171.

— klie 152.

— kornoelje 75.

— leeuwefn)bek 141.

— lelie 140.

— lessbloem 126.

— linze 135.

— lisch(bloem) 126.

— lucerne 152.

— lupine 146.

— mater 65.

— meisjes 161.

— meliloot 154.

— merk 237.

— monnikskap 4.

— moatblommen 164.

— mooren 84.

— morgenster 255.

— mosterd 237.

— narcis 161.

— neerzet 209.

— netel 107.

— onagra 166.

— paardebloemen

153.

— paardsbloemen

153.

— peeën 84.

— pee(n) 84.

— pinksterbloem 20,

126.

— plomp 163.

— plompen 164.

— pomp(e)bloem 164.

— pompers 164.

— portemonneetjesll.

— pruim 202.

— reseda 209.

— ruit 252.

— rupsklaver 152.

— rijstpap 232.


Gele schaaperwtjesl35.

— scheernblonien

126.

— snoekebladen 164.

— sporkelbloem 161.

— steenbreek 154.

— stéenklaver 154.

— sweerdele 126.

— tarwe 260.

— thee 270.

— titelloos 161.

— tulp 261.

— ty(de)loos 161.

— veenwortel 148.

— violetten 61.

— violieren 61.

— vitsen 135.

— vlet 61.

— vogelmelk 106.

— vokelaar 65.

— wateraflbdillen 31,

162.

— waterkers 96, 162.

— waterkruik 164.

— waterlelie 125, 141,

164.

waterlisch 126.

— waterroos 164.

— wederik 148, 166.

— wik 135.

— wikke(n) 136.

— winterbloem 93.

— wortel 84.

— wouw 209.

— zwijnetongetjes

136, 145.

Geleiappeltjes 267. Gelikawortel 20. Gèlleliën 140.

Gelling 52.

Gellink 52.

Geluwe waterlelie 164. Gelving 206.

Gemeen barbarakruid 35.

Gemeen beenheel 161.

— donderkruid 204. Gemeene akelei 25.

— alsem 29.

— beuk 101.

— bies 129.

— denneboom

182.

— doornstruik

264.

— duivekervell06.

— gerst 121.

— gierst 173, 236.

— iep 265.

— kamille 151.

— klaproos 174.

— klaver 256.

— klis 134.

— koekoeks-

bloem 76.

— muur 246.

— naaktvaren

193.

— oogetroost 60.

— pappelen 150.

— scabieusel31.

— veldbies 147.

— veldkers 54.

— viorneboom

272.

— waterbiezen

116.

— waterkersl62.

— waterscheer-

ling 67.


Gemeene wind halm 24.

— wolfsklauw

147.

— zandhaver Po. Gemeen heelkruid 118.

— kruiskruid 235.

— loogkruid 224.

— nieskruid 3.

— oogetroost 61.

— schuimblad 54.

— springkruid 54. Gemeine palmen 47. Gemskruid 89.

Gemeyn beemdgras 188. Gemeyn doronicum 89. Gemeyne aelbesien 212.

— camille 151.

— endivie 66.

— hyacintheo90.

— paronychia95.

— popelier 195.

— violetten 276. Gemeyn riet 182.

— tweebladt 142.

— vijfvingercruyt

Genadekruid 115. Geneesblad 187. Geneesblaren 187. Geneesbloem 258. Geneeskruid 233. Genesse 139.

Genette 227.

Geneure 130. Geneverbesiën 130. Genevercboom) 130. Geneverstruik 130. Genezeblad 233. Genezekeskruid 233. Genotlël(bloem) 85. Genoffelbloeme 86. Genserik 196. Gensry(c)k 196.

Genst 109, 110, 227,264. Gent 227.

Gente 196.

Gentiaan 110, 111. Gentiane 110.

Gentsche maagdekens

112.

Geoorde wilg 222. Georgische haver 31. Gepaarlde gort 113. Geraertskruid 6. Gerardskruid 6.

Gereuve 2.

Gerf 3.

Gers 120.

Gersbloemen 27. Gersbloemeke(n)s 38. Gerskassouwen 38. Gerspeem- 260.

Gerst(e) 120, 121, 122. Gersteklaver 107. Gerstekruid 121. Gerstgras 121.

Gert 121.

Geruwe 3.

Gerve 3.

Gerwe 3.

Gesbloemen 27. Gesbloemeke(n)s 38. Gespelier 87. Gespikkelde lelienarcis 105.

Gest(e) 122.

Gestreepte lisch 179. Gestreept spaanschgras 179.

Gesündheitsblêd 112.


Getande thijm 48. Geulkes wortel 62. Gevlekte distel 137.

— orchis 168.

— rupsklaver ■

152.

— scheerling 72. Gevlekt zonneroosje

Gevleugeld helmkruid 231.

Gewende boon 33. Gewone beuk 101.

— bies 129.

— biet 39.

— boekweit 100.

— boerenkers 253.

— duivekervel

106.

— eik 205.

— esch 105.

— eschdoorn 2.

— ' gagel 160.

— galega 107.

— gerst 121.

— gierst 173.

— haver 34.

— heide 50.

— helm 18.

— hoornblocm 61.

— iep 265.

— kamille 151. .

— kervel 23.

— komijn 81.

— muur 216.

— nachtviool 118.

— narcis 161.

— okkernoot 127.

— papaver 174.

— peterselie 178.

— pimpernel 198.

— populier 195.

— radijs 208.

— reigersbek 95.

— russchen 129.

— rusken 129.

— silene 236.

— sleutelbloem

199.

— sneeuwbal 272.

— spar 182.

— spurrie 214.

— tarwe 260.

— varkenskervel

178.

— viorneboom

272. ,

— waterkers 162.

— weit 260.

— windhalm 24.

— winterkers 35.

— wolfsklauw

147.

— wortel 84.

— zevenboom

219.

— zuring 217.

Gewoon barbarakruid

35.

— huisloof 234.

— huislook 234...

— kanariegrasl79.

— kanariezaad

179.

— naaktvaren

193.

— riet 181. *

— struisgras 8. .

— zeegras 279. Geytebaard *265.


294


GEYTE— GROOTE.


Geyte(n)bla(d)t 144. Geytenmelck 98. (Gezegende wortel 112. Gezegend kruid 112. Gezichtje 277. Gezwoden tarwe 260. Glreele leliën 126. Gheel sweerder 126. Gheelwortel 85. Gheiienbladt 1 15.

Ghele leliën 62.

Ghele violetten 62. Ghelu lelien 126. Gheneuerbooni 130, (ihennette 153. Ohcnoffelbloeme 116.

— naghel 86. (Ihenserick 197. Ghensiaen 110.

Ghenst 227.

Gheroffe 86.

Gherste 121. Gheytenbaere 141. Gheytenblad 114. Ghinst 227.

Ghiroflel 86.

Gibben 211.

Gibraltar^ zcmerkoren

121.

Giele goezzebloni 65. (iiele swannebloni 161. Gièls(ehout) 15. Gieunteler 57.

Gierst 113, 172, 173. Gierste 173, 236. Gierstgras 157. 172. Gierstplant 173, 236. Gierze 173.

Oieulèr 226. Gieulèrehout 226. Gieuntenhout 57.

Gifbes 163.

Gif(t)kruid 231. Gifworiel 231.

Gingber 65. Ginoffelbloemen 86. Ginóflelen 86.

Ginsiaan 110.

Ginst(er) 110, 227, 261. Gipsjendouw 209. Gipskruid 115. Gipsmuur 115.

Giróflël 62, 85. Giroffelbloem 151. Girofliers 62.

Girse 173.

Giste 122.

Gith 8.

Gitschalen 110. Glaaskensbezen 213. Glad biggenkruid 121. Glad parelkruid 113. Gladde bies 129. Glascruyt 175. Glaskmid 175.

Glazen kappen 126. Glazen muiltjes 277. Glidkruid 232. Glidicruydt 232. Glimkruid 148.

Glis(ch) 126. 'Gnöflfelblóme 85. Gnöftëlsneggel 249. Godelievelelie 140. Godewaar 124. Godjeblomme 49. (ïodsgenade 115. Gods^nadecTuyt 111. Gódsgfétie 115. Godsooge “8.


Godtsgenade 115. Goedetn) Hendri(c)k 63. Goegel 160.

Goeie kastonjeboom 58. Goekelaart 174. tloesemoese 247.

Goesj 120.

Goezeblom 64. Goezemoes 247. Goezemoeze 217. Gokelbloem 174. Goldblome(n) 49. Goldblomme 49.

Golden kettinks 211. Gulden regen 83. Goldjeblomme 49. Goljêbloum 49. Goldsblóme 49, 64, 65. Golliebloem 49. Goltjeblo(u)m{e) 49. Gorsgras 113, 114. Gorst 120.

Gorste 121.

Gorthaver 34.

Görtries 259.

Gortrijst 259. Goskernotïels 87. Gospeeën 259. Gou(d)bIomme 49. Goudbloem{e) 49, 64, 65. Goudbloemeke(n)s 206. Goude 62.

Gouden bezem 241. Goude(n)bloem 49. Goudenbloempje 116. Gouden cent 204. Gouden distel 56. Gouden knoopjes 65. Gouden lakens 61. Gouden pijpje 261. Gouden regen 83. Gouden rein 83.

Gouden spelden 27. Goudgras 22, 232. 233. Goudhaanseten 132. Goudhaansvoer 1; 2. Goudhaantjesieten) 132. Goudhanenkost 132. Goudhaver(gras) 34. Goudje(s)bloem 49. Goudknoopje 207. Goudkruid 62. Goudkruyd 62. Goudlakensch -61. Goudlelie 117.

Goudmijn 17, 232. Goudnetel 107. Goudranonkel 206, 207. Goudregen 83. (ioudrèger 83. Goudroede 241. Goudsbloem 49, 65. Goudsblomme 49. Goudster 106. Goudtsjeblom 49. Goudveil 66.

Goud water 34. Goudwortel 62. Goukebloem 65.

Goukes 49.

Gousbloeme 49. Gouseblorome 49. Goutbloem(e) 49, 207. Goutbloume 49. Goutwortel 62. Gouw(ortel) 62.

Gouwe 62, 102. iGouwenregen 83. Gou(w)zeblomme(n) 49. Gouzemoese 247.


Graaiskraud 102, 114. Graasbloemen 27. Grachtlisch 126. Grachtnetel 266. Grachttingel 266. Grachtvaren 41. Graffiaóten 85.

Gras 246.

Grasangelier 27. Grasanjelier 27. Grasbloem(ekens) 27, Grasbloemen 86. Grasbloempje 36, 45. Grasbossen 9. GrasdoUje) 27,

Grasfilet 86, Graskarsoeten 36. Grasitarsouwe 38.

Gras kers 138. Graskersoude 27. Grasklokje 52.

Graskool 69, 134. Graslelie 179, Grasloock 13.

Graslook 14.

Gras met breede bladen 58.

Grasmuizestaart 159. Grasmuur 246. Graspee(m) 260. Graspeen 259.

Gras van den Parnas 176.

Gras van Pamasso, -us 176.

Grasviolieren 86. Graswortel 259. Graubaelich 120. Grauw 221.

(irauwe boekweit 100, Grauwe denne(n)boom 182.

Grauwe heide 93. Grauwe lelie 140, Grauwe popel 194. Grauwe wilg 223. Grauw waarden hout 222.

Graveelcruyt 42. Graveelzaad 43. Gravenhout 15. Gravinne 186. Gravinnekruid 76, 186. Greate beane 274. Greate melten 63. Greate nuten 127. Greenboom 182. Green(eboom) 181.

Grei 137.

Greinden 183, Greineboom 182. Greineden 1.

Greneboom 182, 184. Grensic(h) 197. Grensinek 197.

Grensing 196. Grentebargen 42. Grenzink 2.

Greppelgras 128. Greppelgrön 128. Greppelgrös 128.

Gresfi letten 87. Greunwammesje 199. Greunzwammeije 199. Grieksche valeriaan 189.

Griendhout 223,

Grieten 136.

Grietje inden struik 163. Grilkieker 277.


Grindcruyt 234, Gringellen 87.

Grint 224.

Grintkruid 234.

Grisalde 87.

Grisetcom) 106. GriseKom 106. Grizekom 106. Groei(t)geern 232. Groen 42.

Groene alsem 29. Groene beiers 239. Groene jagers 69. Groene kool 43.

Groene kroos 136. Groene naaldaar 236. Groene netel 266, Groene pruim 202. Groene tingel 266. Groen wammesje 199. Groeskemjs 27.

Groet 136.

Groezemoeze 247. Groffiaten 87.

Groffëlier 62. Grottël(naghel) 86. Grof(f)ia(a)t 85, 86, 87. Grondheel 234, Grondheyl 272. Grondkwekwe 259. Grond pein 259. Grondpettemen 120. Grondpuinen 259. Grondbter 125.

Groot ben 149. Grootbladlinde 255. Groolbloem(ige) centau- rie 60.

Grootbloemmuur 246. Groot booghout 2. Groot breukkruid 233. Groot clissencruydtl34. Groot cruyscruydt 235. Groote averoone 28.

basterdwederik

91.

— bevernelle 183,

— bewinde 74.

— bies 229.

— boon{en) 274.

— boterbloem(en)

50, 207.

— botterblome 50.

— braam 216.

— brandneinl 266.

— brem 227.

— bremraap 170.

— broeinekel 266, chamadren 252.

— clockxkenswin-

de 74.

— conyza 125.

— croc 275.

— dissel 69. 167.

— dompel 164,

— dondeTbaert23l. (iroot eendenkroos 137. Groote erwten 186.

— ezula 99.

— gele plomp 164.

— gele wederik 1 48. Groot egelgras 207. Groote ginster 227,

gouwe 62.

— hanebolt 264.

— heete “netel 266

— hoetjesblaar 178.

— hoolwortele 77.

— kalfssnuit 23.

— 'Icamille 64.


GROOTE — HAR.


295


Groote kernoffels 87.

— klaver 152.

— klis 134.

— klokke 25.

— klokskens 52.

— klokwintle 71.

— koeienweitjes

64.

— kol 175.

— kol(le)bloemea

175.

— lavas 139.

— leeuwe(n)bek 23.

— lisclxloacle 263.

— madelief 64.

— madelieven 65.

— maluwe 150.

— mar^ariet 65.

— Mariabloem 64.

— meizoentje 65.

— meizoenttjes)64.

— muer 246. Grooten acer 2.

Groote nascaye 33.

— netel 266.

— notenf boom) 127.

— orant 23.

— ossentonge 19.

— peertsteert 92.

— pimpernel 183,

— 197.

— pimpinelle 198.

— pispot 74.

— plomp 164.

— ratelaar 10.

— rijstpap 233.

— (sachte) winde

— 74.

— scabieuse 131.

— senickel 10.

— sneeuwklok 139.

— spar 181.

— spurge 99.

— steenbreek 183.

— steenbreke 183.

— sterremnur 246.

— tingel 266.

— varen 171.

— veenbes 267.

— veil 115.

— vossecullekens

— 167.

— wstereppe 238. waterscheerling

— 67.

— waterweegbree

— wechbree 187.

— weegbree 11,

— 187.

— wegebes 262.

— wilde kers 96.

— winde 74.

— witte kamil 65.

— wolfsklauw 147.

— wolfsmelck 98.

— wranghe 74.

— zachte winde 74.

— zengel 266. Groot geerstgras 8.

— glaskruid 17.5.

— grintkruid 235.

— halskruid 52.

— handekenscruyt-

manneken 168.

— handekenscruyt-

wyfken 168.

— handekenskruid

168.

— hoefblad 177, 178.


root huislook 234.

— kaasjeskruid 150.

— kasseiken 65.

— klierkruid 231.

— luciaankruid 27.

— muysoorken 119.

— patich 219.

— peperkruid 138.

— ribbeblad 187i

— schelkruid 62.

— schurftkruid 60,

131.

— smeerkruid 248.

— sorbenkruid 197.

— speencruydt 231.

— speenkruid 99, 231.

— torkruid 165.

— vlookruid 204.

— vlotgras 113.

— vuurkruid 117.

— warkruid 82.

— watergras 113.

— watergras met

breedehirsaeren

113.

— wegeblad 187. Grote dissen 134. Grouwbeulig 120. Grouwblomme 49. Grouwel 43.

(irouwe spjir 184. Grove den 181.

— heide 50.

— maiioleyne 169.

— netelen 266.

— palm 47. Grovinne 87.

Gruit(e) 90, 121, 136^ 137. Grutjes 95. 391. Grutte(n) 113. Gruunwammesje 199. Grnyte 137, 173.

Grij 275.

Grijsecom 77. 106. Grijsekom 77, K’6. Grijshaar 106. Grijskruid 38. 102, 114, 231.

Grijzekol KO. Gri'jzekom 106. Grijzendoorn 119. Grijzende oogen 106. Grijzolie 106.

Grijzorie 106. Guichelheil(manne- keXn) 18, 19. Guichelheilwyfken 19. Guichelmuur 60. (Juichheil 19. Guldebloem 65. Guldeklaver 154. Guldenapnelen 239.

— bloem 49.

— boterbloem 207.

— leverkruid 117.

— longekruid 119.

— roede 211.

Guide steenbreeck 66. Gundelrebe 113.

Gweet 127.

Gyenoffel 86.

H.

Haag 79.

Haa(i) 50. Haagappel(aar) 78. Haagappelboom 78. Haagappele 79. Haagberk 40.


HaagbeuK 57. Haagbloemen 78. Haagboek 57. Haagboterbloem 36, 102. Haagdoorn 78.

Haageik 205.

Haagjes llO.

Haagkers 144. Haaglelie 74, 179. Haagpreumkes 140. Haagroze 214, 41aagsche juffertjes 228. Haagse he roosjes 153. Haagwinde 74. Haaiblom 50. Haamspeen 277. Haanderikkehloem 76. Haanderiksbloem 76. liaan en hennetjes 77. Haantje 51.

Haantjerijs 218. Haantjes 227, 273. Haantjes en hoentjes 10, 77.

Haantjes en kippetjes 77, 257.

Haantjes en kukel haan- tjes 10.

Haar 8,

Haarbladwaterranonkel

3H.

Haarhuis 91. Haarfstblóme 71. Haarkruid 5, 206. Haarlemsche huid 90. Haarlems klokkenspel 228.

Haarsteng 49. Haarstreng 178. Haasnootboom 77. Haasoor 245.

Haasooren 220. Haasselnoot 77.

41addig 225.

Hadich 225.

Hadi(c)k 225.

Hadig 225.

Haechdo(e)r(n)en 214. Haeghdoren 79. Haenenkammekens 10, Haenenvoet 206. Haeselneut 77.

Haesnote 78.

Haevere 33,

Haezelaar 77. Haeze(i;Qeut 77. Hage(béam) 78, 79. Hagebeuk(e) 57. Hagebeurs 80. Hagebeze(n) 211, 215. Hagedeurne 78. Hagedoarn 78. HageCnjdoorn 78, 79. Hagedoorns 119. Hagedor(e)n 79. Hagedorissen 119. Hageklokje 74. Hagekroesele(n) 211. Hagel 160.

Hagelaere 78. Hagelbeuken 57.

Hagel en zijn maat 228. Hagelle 160.

Hageriet 48.

Hageroze 214. Hagethoarn 79. Hagewinde 74, Hagewitiedoorn 79. Haghedoren 214.

Haide 50.


Hairstrange 178. Hakedoorn 79, Hakjebloem 261. Halm(e) 18. 90. Halmgras 181..

Halriet 181.

Halscruyt 51, 52. Halskruid 51. 52.

Hamde 74.

Hamp 52.

Hamschel 277. Hamspoen 277. Handekrnidvvyfken 168, Handekenscruyt van Hollant 115.

Handel ke)n(s)kruid 168. Handekenskruidiïiatine- ken 168.

Handjes 145. Handje.sgras 258. Handuif 66.

Hand van Onzen Lieven Heer 168.

Hanebeziën 233. Hanebolten 230, 262, Hanecammekens 10. Hanehunebol 55, Hanekam 10,83,95,247. Hanekammen 126, 193. Hanekammetjea 166. Haneklauw 6, 17, 206, 207.

Haneklauwen 76.

Hanek lootjes 102. Haneklooten 197> Haneknap 20'7.

Hanekoj) 132, Hanekullekens 214. Hanekulle(n) 79, 214. Hanenpoot 6.

Hanen voet 206,

Hanep 53.

Hanepikken 213. Hanepoot 6, 72, 172, 206, 207, 220.

Hanepooten 76,115,181, 215.

Hanestammen 219. Hanetree 19.

Hanevoet 72, 172, 206. Hangeloor 274.

Hangend seUgras 56, Hangers 112. Hanghoofdje 106. Hangsilene 236.

Hannep 53.

Hannes aan den weg 190.

Hannip 52.

Hans(kel kruip in 121. Hantsjeruus 218.

Hard bloem 230.

Harde koppen 59.

Harde linde 256. Harderspipen 72. Harderstasje 53 Hard hoofden 59, Hardhout 205.

Hardkelk 125.

Hard ijzer 96, 176, 219, 270,

Hardijzers 90.

Hard zwenkgras 101. Hargêrs löl.

Harick 143,

Harig boschgras 14 7. Harig gras 147.

Harik 238.

Haring 208, 238. Har(iu)k 237. ,


296


HARK — HENN.


Harken 95, 111. Harlekijn 168.

Harmoes 91, 92. Harntsjerijs 218.

Harre 161.

Harrekop 57. Harstboom 182. Hartekruid 138. Hartgespan 138. Hartjesbloem 87. Hartjesklaver 171. Hartkruid 138. Hartshoorn 186. Hartsjebloem 261, Hasecullekens 119, Hasolaer 78 Haselnoot 78. Haselnote(n) 78. Haseltere 78. Haselwortel(e) 30. Hasenhuys 212. Hasenlatiouwe 242. Hasenoot 78.

Hasenote 78.

Hasenpoot 256. Hasenpootken 256. Hasenvoet 112, Haspeltakken 74, Hasseear 108. Hasse(l)neut 77. Hasselsjtok 77, Hauenbuecke 57.

Hauer 33, 114. Hauerbesie 267. 268. Haueressche 243. Hauickskruyd 119. Haukkrüd 1*19. Hauslwoik 234.

Hauver 34.

Hauwklaver 252,

Haver 33, 90, Haverbezie 267, Haverbunt 101. Haverdistel 68.

Havere 34.

Haverels 243. Haver-en-hooi 28. Ilaveresch 213. Haveressche(n) 213. llaveressen 2. Havergras 27.

Haverine 97. llaverinen 96. llaverslee 203. Haverstroo 31. Haverwortel 255. Havickcruyt 119. Havikskruid 119. Havruische 44. Hayrstrange 178. Hazebakkes(s)en 23. Hazebrood 147. Hazedlslel 242. Hazegarve 2.

Hazegerf 2, 57. Hazegers 117, 157. Hazeg(r)as 15, 16, 147, 157, 260.

Hazeklaver 171, Hazekool(en) 242. Hazekulletjes 167.

Hazel 30, 77.

Hazelaar 18, 77. Hazelatuw 211. Hazeleir(e) 78.

Hazeler 77.

Hazelneut 77. Hazelueute(n)boom 78. Hazelnoot 78. Hazelnote(n)boom 78. ..


Hazelnotestruik 78. Hazelnotestruuk 78. Hazelnotten(struik 77. Hazelstruik 78. Hazelwortel 30, Hazemelkdistel 211. Hazemuil 23. Hazenbrood 44, 147. Hazeneut 78, Hazeueute(n)boom 78. Hareneutelare 78. Hazengarve 2. Hazengeil 2.

Hazengerf 2, Hazenger(u)we 2. Hazengluwe 3, Hazengras 3, 157. Hazenkervel 3. Hazenklaver 3.171,256. Hazenkléver 171. Hazenlatuw 242. Hazennötten 78. Hazenooren 29, 186. Hazenoot 78, Hazenoteboom 78. Hazenotelare 78. Hazenoteleer 78. Hazenoteleire 78. Hazenotentronk 78. Hazenpootjes 1 17. Hazensla 212.

Hazenüt 78.

Hazenteer 57. Hazenvoetkens 256. Hazenzegge 56. Hazeoor(en) 186. Hazepootje 256. Hazepootzegge 56. Hazesilker 171, Hazestrood 157. Hazesurkel 171. Hazetjok 197.

Hazevoet 2.56.

Hazzeear 220. Hazzegêrs 3, Hazze(l)nut(en) 78. Hazzenutebeam 78. Héanen 129.

Hedderi(n)k 190. Hederi(c)k 208, 237. Heed 50.. 93.

Heeg 140.

Heelal 19.

Heelblaadjes 204, Heelblad 252.

Heelkruid 118, 226. Heelkruud 118, Heelwortel 218. Heems(e) 16.

Heemst 16.

Heen 56, 230. Heenbloem 138. Heenbolten 230. Heentenhout 57. Heenwortel 230. lleerbuis 91, 92. lieerde 142. Heereboonen 180. Heereboontjes 180. Heere(a)moes 91. Heerennetel(en) 266. Heereteen 57. Heeringmoes 92. Heerlaar 57.

Heermoes 91, 92. Heernenhout 57. Heernte 57.

Heerntril 57.

Heers 6, 173.

Heerze 173.


Heeschkruid 275. Heeskruid 238. Heesterklaver 144,

Heet 50.

Heete dim 69. Heetegaal 167.

Heete klim 207,

Heete netel(en) 266. Heethèkels 110, 167. Heethekkels 110.

Hef 260.

Hègedeurne 79, Hègedoorn 79. Hègerozen 213.

Hegge 80.

Heethèkels 264. Heggebeuk 57. Heggeboschdruif 70. Heggedoornzaad 255. Heggeduizendknoopl91. Heggekruid 16. Heggelelie 31. Heggepalm 47. Heggerank 45, 69, 74. Heggeroos 213. Heggesering 140. Heggetouwe 74. Heggewikke 275. Heggewinde 74. Heggewurger 70.

Hei 50, 93.

Heibes 90.

Heibloemfen) 50, 93, 111. Heibloemke 93. Heibloempje 93. Heibloempjes 111. Heiblom(men) 50, 93. Heibrem 264.

Heid(e) 50, 93. Heideappeltjes 90, 267. Heidebei 267. Heidebrem 109. Heidekoorn 100. Heidekruid 50.

Heidel 100, 172. Heidelbe(e)r(en) 267. Heidelbesie 267.

Heide met klokskes 93. Heide metzwarte vruch- ten 90.

Heidenhyssop 116. Heidensch wondcruyt 211.

Heidensch wonderkruid 115, 235, 211. Heidensch wondkruid

211.

Heidensch wormkruid 234, 241.

Heidepluus 94. Heidespurrie 214. Heidevetblad 183. Heidhekkeln 110. Heidinne 90.

Heidinnen 89. Heidoorn(en) 110, 167, 264.

Heier 97.

Heike 206.

Heikruid 251.

Heilbeen 218.

Heilblad 253.

Heil der zotten 19. Heilèvers 54.

Heilich geestwortel 20. Heilig gras 119.

Heilig hart 87.

Heilig kerstkruid 117. Heilige vrouwenkruid. 27.


Heilig wondkruid 27, Heinebollen 230. Heiningbessen 216. Heiningenhout 57. Heinkenshout 57. Heiplantjes 93. Heipinnekens 110. Heipluiskens 94. Heiroosje 21.

Heispurrie 244.

Heitber 267,

Heite koekkruid 66. Heitym 254.

Heivet 183.

Heiwurf 223.

Heke 206.

Hekelcruyt 167. Hekelteer ,57. Heksendans 147. Heksenhout 264. Heksenkrans 147. Heksenkruid 68, Heksenmast 184. Heksenmelk 98, 99. Heliotroop 117.

Helm 18.

Helmbloem 4, 77. Helmblóme 4. Helmdraad 56. Helmgras 18.

Helmkruid 231, 232. Helmkruyd 231. Helmriet 18. Helster(hout) 57. Hembol 262. Hemdeknoopjes 21, 150. Hemdeknopjes 3. Hemdsbloem 74. Hemdsknopkens 65, 66. Hemelbrand 270, Hemeldauwgras 172. Hemelgerst 121. Hemelkoorn 121. Hemelsblomke 159. Hemelsdaugras 173. Hemelsleutel 67, 233. Hemelslotel 233. Hemelslotel(e) 67. Hemelsluetele 198. Hemelsslötel 198, Hemeltjes 216. Hemmetjes 74.

Hemp 52.

Hemst(wortel) 16. Hengel 153. Hengelbeziën 216. Hengelkruid 232. Hengsbizzinge 216. Hengstebossen 9. Henjegras 258. Hennebeien 216. Hennebes 216. Hennebete 133, 247. Hennebèze 216, 239. Hennebezie 216. Hennebit 133, 247. Hennebloemen 33, 123, 239.

Henneblome 33, 123, 239. Hennebol 55. Hennederm 272. Hennekeêrs 53, Hennemier 246. Hennemoes 272. Hennendarm 272. Hennep 52, 53. Hennepnetel 108. Henneppik 188, 189. Hennepvreter 170. Hennepwurger 170.


HENN — HONDE,


297


Hennep zonder zaad 52, Henneslei(er) 272. Hennetje 51.

Hennetjes 135. Hennevette 272.

Hennip 52. Henselblaren 251. Henstegras 9.

Ilentre 57.

Hepelbraam 214. Heppebramen 214. Herba judaica 232. Herba stella 186. Hercules 118. Herdersbeurs 53. Herdersnaelde 95. Herderspipen 72. Herderspijpen 72. Herdersstaf 88. Herderstaschje 53. Heremoes 10, 91, 119. Herenteer 57. Herentenhout 57. Herentree 57.

Herentrie 57.

Herf 3.

Herfstbloem 71, 124. Herfstblome 71 Herfstklokskens 111. Herfstkweek 9. Herfstpaardebloem 138. Herfstroosen 16. Herfsttitelloos 71. Herfsttitelroos 71. Herfstty(de)loos 71. Herft 3.

Her(ic)k 237.

Herik 208, 237.

Hering 208, 237, 238. Heringmoes 91.

Herink 208, 238. Hermodactilen 71. Hermoes 91, 92, 93. Her(n)laar 57.

Herntefr) .57.

Herntril 57.

Herreleer 57.

Herren terre 57. Herrewete 186.

Herrik 237.

Herring 238.

Herse 173.

Herselaar 265.

Herseleer 265. Herstdoorn 209.

Hert 57.

Hertbeiere 103. Hertcruit 138. Hertebaard 170.

1 lertecruut 138. Herlecruyt 156. Hertekens 87.

1 Ierte(kens)kruid 51, 154. Hertenghespan 138. Hertenhout 57. Herterooze 197. Hertestunge 230. Herthoy 123.

Hertrooze 197. Hertsg{h)espan 138. Hertshooi 123. Hertshoorn 1 17, 1 18, 186, 209.

Hertshoornkers 76. Hertshoorn weegbree 186.

Hertshoren 186. Ilertsklaver 97. Hertsmunt(e) 156. Hertstong 190, 230.


Hertstonge 190. Hertstonghe(n) 230. Hert van Maria 87. Herve(l) 3.

Herwitte 186. Herzel(en)teer 57. Herzelleer 57.

Hesbol 262.

Ilesekasen 3. Hesselter(e) 57.

Hester 32. Hettekeskruid 51.

Het vogeltje 77.

Het wild 153.

Heukel 124. Heukelbraam 214. Heukelbrem 110. Heukeldoorn HO Heul 173, 174, 175. Heulbloem(e) 174, 1'5. Heulbol 174, 175. Heulenteer 225, 226. Heulenteun 226. Heulkop 174, 175. Heulsaed(kruyd) 175. Heulzaad 174. Heupebraam 211. Hey(de) 50.

Heydel 173. Heydenkoren 173. Heydensche bloeme 31. Heydensche lelie 31. Heydensch wondcruyt

Heyke 206.

Heylig kerstcruyt 93. Heylloof 116.

Hezenteer 57.

Hied 50.

Hieft 116.

Hiefte 116.

Hien 230.

Hiesgras 157,

Hiet 50.

Hiethekel 110. Hiethekkels 109. Himalayagerst 121. Ilimellof 233.

Hirnelslot 233.

Himp 52.

Himpnettel 108.

Hiinsied 52.

Himst 16.

Hinebezen 216. Hinnebeet 217.

— beien 216.

— bes(ien) 216.

— bessen 216.

— bezen 212, 213,217.

— bez(i)e 216.

— braam 216.

— brame 217.

— breme(n) 216,217.

— bijt 133.

— darm 272. Hinnenbezie 216. Hinnenbraeme 216. Hinnenderm 272. Hinneslei 272. Hinnesluier 272. Hinnevet 11. Ilippebraarn 211.

Hirk 238.

Hirrentree 57.

Hirs 6, 173.

Hirsgras 91, 157, 173. Hirtelirre(nhert) 57. Uittel 266.

Hjaestoeken 121. lljouwer 33, 31.


Hjouwerraei 45. Hoanekloatsjes 102. Hoanepoat 20, 220. Hóanevout 220. Hoannepoat 6.

Hoasbled 262.

Hoasneut 78.

Hoatstoof 221. Hoazelneut 78. Hoazelnoet 78. Hoazelno(oi)t 78. Hoazeneut 78. Hoazenoeëte 78. Iloazqnoot 78.

Hoeblad 262.

Hoebladen 126. Hoedjesblaren 11. Hoefblad 178, 262. Hoekbladeren) 262. Hoefblat 262.

Hoefblèd 262.

Hoefgras 262. Hoefkruid 262. Hoefijzertje 112. Hoeghe malve 16. Hoekblad 186, 262.* Hoekblèd 262. Hoekdoorn 79. Hoekstekel 55. Hoe-langer-hoe-liever 9, 1.59, 228, 239, 277. Hoelst 125.

Hoelwortele 77. rioemst 16.

Hoenderbeet 133, 246, 272.

— bete hl, 272.

— bete metbladers

van gamander 271.

— darm 112, 246,

247, 271, 272.

— derm 272.

— erve 271.

— gierst 172.

— melk 169.

— mier 246.

— netel 266. Hoenderok 133. Hoendertingel 266

— voet 173. Hoensbloem 250. Hoensmoes 246. Hoenzen haat 104.

Hoep 122.

Hoepeelbloemen 8i6. Hoephout 221, 222, 223. Hoep wilg 221. Hoereboom 219.

Hoeslof 234.

— loof 232.

— look 234.

— loop 234. Hoestkruid 262. Hoeven(bladen) 262.

Hoe ven blaren 262. Hoever 34.

Hoezemoes 246. Hoezemoeze 246. Hofbloem(en) 198.

— braambes 216.

— comen 58.

— comijn 58.

HolTeppé 178.

11 office rse 162. llofgras 188.

— kers 139.

— kersse 139, 162.

— keul 227.

— kom 227.


Hofkomijn 57.

— kruyd 162.

— kum 227.

— kunne 227.

— latuw 131,

— loeëk 13.

— look 13.

— melde 33.

— melkwied 242.

— nachtschade hO.

— nascaye 240.

— ranke 109.

— salie 224.

— sperre 183.

— stekel 68.

— surkel 217.

— tingel 266.

— vennekel 103.

— venneken 103.

— zurkel 217. Hoggeranken 74.

Hoghe malve 16. Hoizegras 157. Hoizenhot 78. Hoizenotelaar 78. Hükjespeul 32, Hokkeldemokkel 112. Hokkenote(n)boom 128. Holbaelch 120. llolbeulig 120. Holderboom 1. 226. Holder(e) 226. Holdertere 225, 226. Holeerze 199. Holendere 225. Holentere 225, 226. Holeworte 26.

Ho Ihuisbloemen 175. Holle 120. Hollanderkers 198. Hollandsche linde 255. Hollandsche mirt 160, Hollandsche zeemuer 17.

Hollendere 225. Hollentere 225. Ho]ler(tere) 226. Hollestere 225.

Hol piep 92.

Holpijlk 91.

Holpijp(en) 22, 92. Holschacht 92. Hölskrabben 124. Holsteel 245.

Holster 277. Holstkrabben 124. Holwort(e) 26. Holwortel 26, 77. Holwortelboonkens 77. Holwortte 26.

Holzeblad 124. Holzekrabben 124. Hommel 122. Hommelbloem 133. Hommelehei 93. Hommelhei(de) 93. Hommelskroet 97. llommelwortel 132,218. Honddistel 21. Hondebeien 104.

— beisholt 239.

— beistal 239.

— bes 239.

— bloem 138, 250.

— blome 250.

— blomen 138.

— bhOmesloat 250.

— gerve(l) 3.

— gerwe 3.

— I’.aar 259.


298


HONDE — lERDA,


Ilondehoar 9.

— kern me 3. Hondekens 142. Hondekers 203.

— kervel 3, 7.

— klaar 3.

— kruid 7, 154.

— laar 101, 209.

— leer(en) 101.

— mei(de) 21.

— miesbladen 187.

— moes 246. Hondendood 82.

— gras 143.

— haar 259.

— sla 250. Ilondepersijn 7.*

— pol 250.

— poot 50.

Ilonderdguldenkruid 96. Ilonderebhen 187.

— ribbe 187. Ilondertgatich gewas

123.

— guldencru^^t 97.

— hooiden 96 Ilondestaart 82.

— stanken 22.

— tong 82, 186.

— tonge 186.

— winkel 21. Ilondjekruid 22. llondjeshout 104. llondkers 203.

— kruid 22. llondsbei 239.

— bes 268.

— beeren 104.

— bessen 239.

— blein 276.

— bloem 3, 50, 64,

80, 137, 138, 186, 250.

— bloemen 248.

— bloom 10 1, 250. bloome 138.

— bloum 250.

— boom 203.

— bossen 9.

— bremen 79, 214.

— deel 21, 151.

— dille 21.

— dolle 21.

— dood 82, 276.

— draeve 112.

— draf 45, 112..

— dravik 144.

— dul(le)21,64, 112.

— eppe 7.

— filetten 276.

— fletleren 276.

— neutte(n) 277.

— gras 8. 82, 83,

259. 260.

— kamille 64.

— kers 145. 239.

— kersenhout 101.

— kervel 3.

— kerven 3.

— klaver 187.

— klooten 59.

— klootje 168.

— knoppen 59, 101.

— knopperen 104.

— kop(pen) 24, 59.

— krieken 203.

— kroed 61.

— kruid 66, 82. 259,

260.

— kul 170.


Hondskullekens(kruid)

168.

— laar 104.

— look 14.

— melk 167.

— netel 107, 108,132.

— oog 125.

— ooren 250.

— peterselie 7.

— pol 132, 250.

— priem 170.

— rebbe(n) 187.

— rib 186.

— ribbe(n) 186, 187.

— roos 174. 213,214.

— roosen 65.

— rooze 174.

— rubbe 187.

— rozen 250.

— steert 121.

— tand 82, 259.

— tong(e) 82, 186,

250.

— tongwortel 82.

— top 250.

— venkel 21.

— vinkel 21.

— violetten 276,

— viooltje 276.

— wortel 259.

— zijk 66. Hondtong 250. Hondtscullekens 168.

— kers 145.

— tong 82.

— tong(h)e 82. Honeengkraut 109. Honger 170, 176. Hongerbloempje 95. ilongergraag 112. Honigbloem 25, 131. Honiggras 119, 120. Honighei(de) 93. Honigklaver 154, Honigschub 25. Honingkruid 109. Honnebeien 239. Honnebeishout i 104. Honnebeijen 119. Honnebloem 250. Honnebloempol 2.50, Ilonnemichel 101. Honnemier 214. Honnemigershout 101. Honnetongen 196. Honsebos 9. Honstonghe 82. llontjesdraf 113. Hontong 250.

Hontoppen 250. llontsboom 101. Hontsrebbe 186. Ilontsribbe 186 187. Hontsroosen 251. llontstonghe 82. Ilonzenhaat 104. IIonze(n)hout 104 ‘ Honzenhijt 104. Iloofblèd 262. Iloofdstekel 68. Hoofdstoof 222 Hoog beemdgras 24. Hoogduitsche kamper- foelie 145

IIoogduHsch geitenblad 145.

Hoogduitsch memme- kenskruid 145.

Ilooge dravik 101. Hooge gooier 262.


Hooge maluwe 16. Hooge rijstpap 233. Hooghe malve 16. Hoogstam 42. Hoogstoven 221.

Hoog walstroo 109. Hooibies 129. Hooibloem 76. Hooiblomme 76 Hooilandstekel 69. Hooistoven 221. Hoolwortel 26, 77. Hoornblad 61. Hoornbloem 60, 61. Hoornklaver 258. Hoornkruid 216. Hoornpapaver 112. Hoornsche bessen 212. Hoosblad 262.

Hoote 34.

Hop 122, 152.

Hopklaver 152. Hopnagel 90.

Hoppe 122, 152. Hoppecruit 122. Hoppecruyt 122. Hoppeklaver 257. Hoppekruid 122. Hoppekruyd 122. Hoppelbremen 214. Hoppencruit 122. Hoppencruyt 122. Hopperups 145, 152. Hopperupsklaver 152. Hopreezen 160.

Horde 10.

Hordebies 129. Horneheul 112.

Horsels 168.

Horstenroet 22.

Horte 176.

Höslook 234.

Hotte 10.

Houfyserblaren 262. Hoünebei 213. Hounebeien 210. Hounebeishout 239. Hounebeistal 239. Hounemizel 239. Hounestank 7, 22. Honnetonge 82, 186. Hountsjedrêf 113. Houtjeshout 104. Houtpijp 92.

Houtrank 56.

Houtskool 156. Houtstikel 95. Houtstoofjes 198. Houtstoven 193. 'Houvere 34.

Houwdouw 33.

Hover 34 Howheckel 167. Huel(saet) 175.

Huemst 16.

Huflattich 177.

Huflattige 177. Hullatluwe 177.

Huil 175.

Huil en duil 263.

Huilst 125.

Huiltetèr 226.

Huinebol 55.

Huisboan 274.

Huiskens 88.

Huiskruid 231.

Huislak 234.

Huislooc 234.

Huisloof 234.

Huislook 232, 233, 234.


Huisloop 234. Huismelde 63. Huiswortele 234. Hullunder 225.

Huls 121, 125.

Hülsbled 262. Hulseboom 125. Hulsebosch 125. Hulsekrabben 124. Hulsenboom 125.

Hulst 124, 125. Hulstepollen 121. Hulster 124, 277.

Hulst 125.

Hulze(krabben) 125. Hulzenboom 125. Hulzenhout 125. Ilunichbloem 132.

Hupa 122.

Hu paardje 67, Hupedoorn 80.

Huppe 122 Huppelbrarnen 214. Huppelbremen 214. Hupperbraam 214. Hüslak 234.

Hüslok 234.

Huteniuut 51, Hutteboontjes 180. Huttegras 9.

Hutteletut 51. Huttelwaai 9.

Huttentot 51. Huttent(r)ut 51. Huulsblad 234 262. Huuslook 234. Huwelijksbootjes 4. Huysloock 234. Huyswortel 234. Huzarenmutsen 4. Hweet 259.

Hijacint 122.

Hijfte 116.

Hijnders en seaskes 4. Hijnders en weintsjes4. Hijngsteblom 250, Hijnstebeanen 274. Hijnstebitter 138. Hijnsteblom 250. Hypecoon 253. Hypericon 123. Hijrssaet 173. Hijrtstonghen 230. Hijssop(e) 124.

I.

Ichel 8.

I(e)benboom 251. ledoorn 261. lert(e) 116.

leftenb laden 115, 116. legel 8. legelbloem 8. lekenboom 205. lelstiekel 247. lemenbosch 251. lenkelantier 213. lenklentier 214. lep 265.

lepe(n) 252, 265. lepebéam 265. lepelaar 265. Iepe(n)boom 265. leper(eboom) 265. leperenbéam 265. lepernboom 265. lerappel 210. lerdaker 136. lerdapels 210.


IBRD — KALFS,


299


lerdbei 103. lerpel 240. lèrrebezem 103. léspele 156. leuenboom 251. leve 113, 251. levenpalm 251. lewe 113. lezerblom 59. Ifgroenebooni 252.

Ifte 115, 116. Iggelbloem 8. libenboom 251. lidelhaver 45. lif 251. lik 205, 206. likenbéam 205. lipelijne 255. lipenboom 265. lisercruyt 270. live 25.

Ikel 205.

Ikstergalle 109.

11e hjouwer 31.

Ile hweit 90.

Hoof 116. ilve 115.

Irnbeer(boom) 130. Immortelle 116. Incarnaatklaver 256. Indiaansche tabak 236. Indiaansche weit 278. indiaanseh koren 278. Indiaansch panikkoren 236.

Indig 36, 65.

Indische vijgboonen 173.

Indische weit 278. Indisch gras 27. Ingelewoartel 20. Ingeltsjeiten 132. Ingroen 9, 275.

Ingroene 275.

Inguun 13.

Inkelantiers 214. Inlandsche klaver 257. Inlandsche narcis 161. Inlandsch hout 195 Inloop 10*9. Insectenbloem 167.

Ip(e) 265.

Ipen 265.

Ipomea 179.

Irdappels 241.

Irfu Iran ken 116. lnre)beziekruid 103. Irrekirrenheit 57. Irrepels 210.

Ise(r)cruyt 270.

I.serhert 270.

Isei-(ne)hart 270.

Isop 124.

Ispe 124.

Italiaander 195. Italiaansche aronskelk 29.

Italiaansche kamper- foelie 144.

Italiaansche kers 182. Ilaliaansche kerseboorn 75.

Italiaansche klaver 152, 256.

Italiaansche venkel 102. Italiaansche vogel- gierst 236.

Italiaansch geitenblad 144.

Italiaansch kruid 144.


Italiaansch memme- kensblad 144. Italiaansch raai 143. Italiaansch raaigrasl43. Italianer 195.

Ittel 266.

Ive 113.

Izerhard 219.

J.

Jaag den duivel 123. Jachtenduivel 123. Jacobsbloem 234. Jacobs(kruis)kruid 234. Jacobsladder(tje) 189. Jadappelen 241.

Jadsveil 116. Jandekenskruid 66. Janevelkrieken 201. Janiever 130.

Janievers 212.

Jan kleef(an) 108. Jannetkens 153.

Jannette 153.

Jannetten 161. Janneverboom 130. Janoffelen 87.

Jan plak an 108, 134. Jansbloem 64.

Jantje körvendroagster 179.

Jan trek den broek uit en an 236. Januiveleer(e) 213. Januverboom 130. Japaneezenkruid 90. Jappels 241.

Jai beien 241.

Jarbezen 103.

Jarregers 161. Jasmienen 249. Jasmijn(en) 249. Jassemiene(n) 249. Jèdbeze(n) 103.

Jeds(vjeil 116. Jedappele(n) 241.

Jeils 28.

Jels 28.

Jeepenboomi 79. Jeneivelboom 130. Jenettekens 153, 161. Jeneuerbesie 130’ Jeneuverbeziën 213. Jeneuvers 213. Jenevelboemeke 130. Jenever 130, 213. Jeneverbeam 130. Jeneverbes 130, 21 1. Jeneverbessenstruik 130.

Jeneverbiezelaar 212. Jeneverbioem 97. Jeneverboom 130, 212. Jeneverhout 130. Jeneverhut 213. Jeneverkrieken 201. Jeneverkruid 97. Jenevers 212, 213. Jeneverstru(i)k 130. Jenieverbei 130. Jenieverboom 212, 213. Jenievers 210, 211.

J en i verboom 130. Jennette(ken) 153. Jenuiver 212.

Jenu(i)vers 213. JenoelTels 87.

Jenoffelen 87. Jenuverboom 130.


Jenyver 212, 213. Jerbezen 103.

Jerbeziën 103. Jèrebeeze(n) 103. Jerpels 241. Jeruzalemsche gerst 122.

Jeruzalems klaver 152. Jeruzalems koorn 121. Jesemienen 249. Jesukenpootkens 146. Jesukensbloem 159. Jesukenshochtskens 159.

Jesumiene 249. Jeukkruid 208. jettel 266.

Jeunkelkes 86.

Jeupen 79.

Jeupjesboom 104.

Jeven 113.

Jèzeldissel 167. Jezuitenthee 63. Jezusgras 191, 192. Jichtenduvel 123. Jichtkruid 6, 208. Jifferke ijn ’t grien 163. Jinoffels 87.

Jirpels 240.

Jirrappel 240.

Jisope i24,

Jizemiene 249. Jodenboon 180, 274, Jodenbrood 182. Jodenjuin 13.

Jodenkers 35, 182. Jodenkruid 148. Jodenslaatje 15. Jodentabak 15.

Joepen 79. Joffrouwmerk 25. Johannesbessen 212. Johannesbloem 64. Johannesbloemen 65. Johannesdrui fjes 212. Johannesdruiven 213. Johannesdruif kens 213. Johanneskiuid 123.

J oh an neswortel 204. Jokboom 57,

Jökkruid 208. Joncfrouwmarkt 25. Jongvrouwemerck 25. Jonker 69.

Jonkerke(n)s 86. Jonkertjes 86.

Jonkmans 261. Jonkvrouwmerk 24, 25. Jonkvrouwviolieren 118. Joop 79.

Jo(o)penboom 79. Joosmijn 249. Josephsbloem(en) 255. Jouwergêrs 41, 45. Jozzemiene(n) 249. Judasbeurs 88. Judasbeurze 49. Judasbeurzen 87. Judasborze 49. Judasgeld 146. Judaspenninc(en) 146, 253.

Judoorn 261.

Jullër Lizeblom 74. Juflërmerk 24. Julïërskop 126. Jullërschoen 146. Jullërsschoenen 145 Juffertje in hetgroen 163. Julïërtjes in ’thaar 163.


Julfertjes in ’t hemd 106. Juflërtroost 168, Juffrouwkens 107. Juffrouwmarkl 238. Julfrouwmerk 24.

Juin 12.

Jukboom 57.

Junibes 17.

Junibloem 36. Juniperboom 130. Junipere 130. Juniperenboom 130. Juniperusboom 130. Junirood 87.

Junkerkes 85. 86.

Juun 12, 13.

Juzemienen 219.

K.

Kaad 88.

Kaaikes 86,

Kaakfiest 194. Kaakstaal 238. Kaalkruid 135. Kaam(p)st 53. Kaanswortel 4. Kaapsche boon 274. Kaarddistel 88.

Kaarde 88, 247. Kaardebloem 250. Kaardebol 88. Kaardekruid 88. Kaarde(n)distel 88. Kaarnwortel 4.

Kaars 139, 264.

Kaarsen 263.

Kaarsjes 170, 250. Kaarsjesbloem 250 Kaarskenskruid 235. Kaartjesbloem 67. Kaarzeboom 201. Kaarzelaar 202.

Kaas 200.

Kaasballeke(n)s 273. Kaasbloem 164, 165. Kaasbrood 149.

Kaasjes 127, 149, 150. Kaasjesblad 149. Kaasjesblaren 149, 150. Kaasjesbloem 126, 119. Kaasjeskruid 16,149,150. Kaaskes 150. Kaaske(n)skruid 150. Kabuische 43. Kabuiskool(e) 43. Kabuyskorde 43. Kaerde(n) 88. Kaerdendistel 88. Kaerdenkruyd 88. Kaernolïël 59, 60. Kaeskenskruyd 149. Kake 238.

Kakelaai 263.

Kake raad 238. Kalamusweuttel 5. Kalainuswortel 5. Kalebas 81.

Kale jonker 55, 69.

Kale jutter 71, Kalès'senhout 111. KaKïneuse 23.

Kalfkruid 239.

Kalfsbek 23, 2 4. Kalfsmuil(kcns) 23, 21. Kalfsmuyl 23.

Kalfs.ieus 23. 24. Kalfsoog(en) 64, 65. Kalfspoot i9.

Kalfssnuit 23.


3U0


KALFS — KEI,


Kalfssnuyte 23. Kalfsvoet 29.

Kali 224.

Kalichenhaait 114. Kalishijt 114. Kalis(jen)hout 114. Kalissenhaa(i)t 114. Kalisse(n)ho(u)t 114. Kalissenhijt 114. Kalissi(e)hout 114. Kalissihaat 111. Kalkctrip 59, 85. Kallehout 63.

Kalm 4. 5 Kalnieswortel 4- Kalmoes(pee) 4, 5. Kalmoeswortel 4. Kalmus(wóartel; 4, 5. Kaloevere 256. Kalverblaren 219. Kalvermu(i)l(en) 23. Kalveroo,cr(en) 64, 65. Kalversoog 64. Kalvertongen 219. Kalvertoten 23 Kalverwortel 219. Kameline 51. Kamelle{n) 21. 151 Kamelleblom 21, 151. Kamelmeine 51. Kanierbloem 265. Kanierkruid 264, 265. Kamermeille 151. Kamermille 21. Kameule 151.

Kamgras 82. Karaielebloem 151. Kan]ille(n) 3, 21, 51, 64, 65. 151.

Kamil(le)(bloem)51, 151. Kamillemoederkruid 151.

Kammekensgras 83. Kammen 88, 111 .

Kamp 88.

Kamperfoelie 144, 145. Kamplanten 88.

Kam pst 53.

Kana(da) 195. Kanadeesche fijnstraal 94

Kanadeesche rotsmis- pel 17.

Kanadeesche tarwe 260. Kanariegras 179. Kanariekruid 235. Kanarietje(s) 10, 11. Kanarievogeltjes 11. Kanariezaad 173, 119, 236.

Kanarjesied 119. Kanckerbloeme 153. Kanckerkruyd 117. Kandelaers 244. Kandelaartjes 228. Kandiasche thlaspi 124. Kaneelroos 214. Kaneelrose 214.

Kanke 34.

Kanker 174. Kankerbladen 164. Kankerbloem(en) 2, 35, 50, 73, 164, 173, 174, 187, 250, 251. Kankerbloempje 208. Kankerblom 174. KankerblOme 164. Kankerkruid 117. Kankerroos 174. Kankers 174.


Kanneberg 268. Kannebladen 164. Kanneboender(s) 88, 263.

Kannebostel 88. Kannecliien 164. Kannetjes 90. Kannetjesroos 213. Kannewasscher(s) 88, 92, 263.

Kannichies 213. Kanoïrezoï(d) 236. Kanteerkruid 148. Kamgras 113. Kanthaver 34.

Kantjoen 21. Kant\rucbt 244. 252. Kantzaad 32. Kantzurkel 217. Kapeelbloem 86. Kapelletje 276. Kaperfolie 145. Kaperkel 177. Kapoeneten 132. Kapok(bloem) 94. Kapper' 227, 261. Kapperfsjkool 43. Kappertjes 261. Kappertjeskool 43. Kappes 43.

Kaprifolie 145. Kapuoiene(n) 261. Kapuciene(n jkapkens 4. Kapucijntjes 261. Karawij 57. Kardinaalshoed 97. Kardinaalsmuts 97. Karmes 5.

Karmil 51.

Karmillen 151. Karmiswortel 4. Karm(o)eswortel 5. Karmswortel 4. Karnalevogelz(w)oïd236 Karnbloem 164. Karna(o)lez(w)oïd 236. Karnemelksbloem(en) 64.

Karnoeleskeshaat 75. Karnoflel(s) 85, 87. Karntjes 164. Karntonnetjes 164. Karnwortei 4.

Karoeët 39.

Karo(o)t 39. 81. Karotetn) 40, 84, 85. Karotewortel 85. Karrewev 57.

Kars 13H, 200.

Karsauw 36.

Karse 162, 201. Karseboom 200. Karseien 38. Karsenboom 201. Karsoude 38. .

Karsousjes 36. Karsouwe 38. Karsteien 58.

Karsteng 58. Kartelblad 176. Karthuizeranjelier 86. Kartoffen 240.

Karuweij 57.

Karvel 22, 23.

Karvi 57.

Karw(e)i 57.

Karwiek 3.

Karwy(sied) 57.

Karze" 201. Kasekeskruid 150.


Kasjtanelen 58. Kaskens 38.

Kass 139.

Kassaaien 38. Kassaatjes 38. Kassabloemekes 38. Kasse 162.

Kasseien c8. Kasseike(n)s 38. Kassoude(n) 38. Kassouijes 38.

Kassou we 38. Kassouwkefnjs 38. Kastaaien 6. Kastadeleerje' 58. Kastajeboom 7. Kastangel 6.

Kastanie 58. Kastanie{n)boom 7, 58. Kastanje'beam) 6. Kastaniehoom 6. Kastanjekwina 6. Kasianjeleei(boom) 7, 58.

Kastanjen 6. Kastanienotenboom 58. K astan jiëboom 7. Kastanneboom 6. Kastannenboom 7, 58. Kasteelbloemekeinjs 141.

Kasteel pleinbloeraekes 38.

Kastoendelirre 58 Kastoindenboom 58. Kastoïneboom 7, 58. Kasloïr.eleer 58. Kastonje(n)boom 7, 58. Kastonjeleer 7. Kastonjenboïm 7. Kastonjneleboom 7. Kastonneleere 58. Kastounjeleer 58. Katerskioat 243. Kat(grauw) 223 Kathoeken 230. Katoenbies(zen) 94. Katoen(bloem) 94. Katoengras 91. Katoenwinkel 149. Katoflels 240. Katrienewiel 76. Katrienkes 54. Kattebeien 240, 241. Kattebraam 2l6. Kattekaas 150. Kattekaasjes 149. Kattekeeskenskruid 150.

Kattekeezen 149. Kattekiezen 150. Katteklauwen 108. Kattekloot 55. Kattekoppen 270. Kattekroet 9!. Kattekruid 35, 140, 156, 163

Kattendcorn 110, 119, 125. ICO, 167, 264. Kattenhoui 223. Kattenkervel 106. Kattenklootjes 102. Kattenkrabber 153. Kattenkruid 163.

K alten kruyd 163. K^ttenpinl 35. Kattenstaart(en) 61, 118, 263,

Kattenstaart-amarant

17.


Kattenstart 17, 91, 92, 148.

Kattepier(en) 269. Kattepint 35. Kattepoent 35.

Katte pootje 21, Kattepuut 35. Kattestaart 17, 22. 90,

91, 92, 120, 149,' 264, 272.

Kattestaarten 263. Kattestart 91. Kattestarten 9. Kattestat 92, 93. Kattesteert(en) 17, 91,

92, 149, 170. Kattesteirt 92. Kattestert 2l9.

Katteslèt 92.

Kaltestirt 91, 149, 270. Kattestjeet 92. Kattestjèten 92, 170. Kattest'urt 17.

Kaltevoet 21. Kat(te)wilg 223. Katwilgt 224. Kaukasische noot 201. Kaukasusbocm 21:4. Kaukaulis 5.

Kau(w)re 232.

Kauwel 41, 43. Kauwoorde 81. Kauwrebloeni 59. Kazekens 150.

Kazelare 202.

Kazeleere 202. Kazenboom 200. Kazerneklaver 152. Keale jonker 69. Keeggfas 101.

Keek 42, 237.

Keelcruyt 140.

Keelen 43.

Keelkruid 140. Keelkruyd 140. Keelworiel 218. Keerelcruyt 251.

Keers 200.

Keersbloem 65.

Keerse 200. 201, 270. Keersebioem 146. Keerseboom 201. Keersen 270. Keerspopelier I95. Keerssecruyt 2t9. Keervel 22. Keerzeboom 201, 202. Keerzelaar 201.

Kees 200.

Keesbloem 6. Kee^jesbloeni 149, 150. Kees'jeskruid 149. Keesjes O'ver zee 182. Keeske(n)skruid 150. Keeskes 149 Keeskruid 150. Keesmaluwe 150. Keessieboom 15. Keesstroo 48.

Keezen 200. Kegelsilene 236.

Kei'k 208, 237. Keike(n)s( bloem) 86. Keirseboom 202. Keizeboom 202. Keizerbloem 59, 105. Keizersanjelier 87. Keizersch'e kroonen 105.

Keizerskroonfe) 105.


KEI — KLEINE,


301


Keizersla 28.

Kèk 237.

Keker 66.

Kelderheuske 83. Kelderroos 273.

Kelken 74. 86.

Kelkaras 258. Kelle'^rhals 83.

Kelp 220.

Kelrehals 84.

Kei ver 22.

Kern 88.,

Kemel kruid 51.

Kennen 81.

Kemille(n) 21, 151. Kemp 52, 53, 257. Kempencruit 53. Kemphaan 53. Kemphane 52. Kemp(h)in 53. Kemphoon 53. Kempinne 53. Kemphoene 52. Kempische kappen 4, 220.

Kempklaver 258. Kempkruid 108. Kempmanneken 53 KempneteJ 108.

Kempst 53.

Kempuit 53. Kempwytken 53. Kempzaad 52. Kenaregies 142.

Kenel 75.

Kennekesblom 249. Kennekeskroed 53, 253. Kenneke(n)skruid53,253- Kennepé 53. KennejXzaad) 52, 53. Kennip(zaad) 52, 53. Kenoesels 211.

Kenp 53.

Keps 196.

Kej ckkruyd 270. Kerl'keskruid 3. Kerkbloem 62. Kerkerooze 172. Kerkerozen 173. Kerkesleutel 198. Kerkhofbloem 150. Kerkkruid 270. Kerkrozen 172. Kerksl9utelke(n)s 199. Kermesbeziën 230. Kermil(le) 151. Kermisbloem 227. Kermisgasten 41. Kernoeselen 211. Kernoffel(s) 85, 86, 87. Kernollenboom 75. Kerrekiki 51.

Kerrewij 57.

Kers 138, 139, 200, 201. Kersbei 200.

Kersboom 201.

Kerse 139, 162,201,253. Kersebeam 200, 201. Kerseboorn 201. Kersele(e)r 201, 202. Kersen 150, 201. Kersenboom 200, 201. Kersjes 210.

Kerskruid 270. Kersoene 162.

Kersoude 36. 37, 38. Kersouvv(e) 36. 38. Kersouwen 64. Kersouwke 36. Kerspoppelier 195.


Kerspopulier 195. Kersse 138, 139, 162. Kerssouwen 37. Kerstaaien 6. Kersta(e)nge 58. Kerstagje 6.

Kerstanje 6.

Kerstcruut 117. . Kerstdagkrieken 182. Kersthout 239. Kerstlelie 117. Kerstmisbloem 117. Kerstroos 117.

Kervel(e) 22, 23, 160. Kervel kruid 22.

Kerwei 57.

Kerze(boom) 201. Kerzelaar 201, 202.

Kes 139, 200, 201. Kêseboom 202. Kèspopulier 195.

Kesse 162.

Kessebéam 200, 201. Kestaje 6.

Ketenplant 251. Kettekroet 2.50. Keltingbloem 250. Kettingboompje 83. Kettingenstronk 250. Kettingklaver 152. Kettingplant 251. Kettingraai 143. Kèttingspol 250. Kettingspolle 2.50. Keu(h)eul 43. Keujebloem 126,

Keu jen 164. Keukelmannetje 17. Keukenkruid 8, 20, 153. Kcukenschel 20.

Keul 43, 227.

Keubi)e 227.

Keulver 22.

Keunaas 255.

Keune 227. Keunemommel 150. Keuneratels 153. Keunewafel 150. Keunoore 187. Keunribbe 197. Keutelbeeren 267. Keutel(lak)eerze 201. Keutjesbloem 164. Keverorchis 142. Keverseten 109. Keykens 86. Keyserscroone 105. Kèzelaar 202.

K ézel are 202.

Kèzeleer 202.

Kezen 201.

Kèzenboom 202. Kezzeleer 202. Kezzeleir 202. Kicher(en) 66.

Kie(di)k 237. Kieezeboeem 202. Kiekemeur 247. Kiekemurke 247. Kiekenmeur 247.

Kieme 215.

Kièskes 111. Kieuzeboom 202. Kievit(je) 105.

Kievitjes 51. Kievitsbekken #11. Kievitsbloem 51,10.5,168. Kievltsbk5m(e) 54, 105. Kievitsboom 180. Kievitsei(cren) 105.


Kievitseitje(s) 105. Kievitskop 51, 261. Kievitsvet 183.

Kiewiet 54. Kiewitsbloum 54. Kièzeboom 202.

Ki ik 208.

Kikkerbalsem 154. Kikkerbeet 122. Kikkerbloem 3, 35. 36, 47, 51, 70, 93, 122, 164. Kikker bloemen 76, 165. Kikkerbloempje 208. Kikkerkroos 35. Kikkerkruid 122,220,247. Kikkêrsnotte 136. Kikkerstoelen 122, 165. Kikkertsbalsem 113. Kikkertsblo(e)m 45. 102. Kikkertsflach 136. Kikkertskroas 136. Kikvorschbloem 168. Ivikvorsch(en)beet 122. Kikvorschenlobbe 136. Kimp 53.

Kinaboom 6. Kinderhandjes 168. Kinderkens 261. Kindertjes in den pot29. Kindje 'in ’t pak 29. Kindjes 29.

Kind vóór (Ln vader 71 . Kind voor vader 117. Kinsoen 21.

Kippen en haantjes 77, 145.

Kirkesjleutel 199. Kirvele'22. Kispoppelier 195. Kissendoppers 105. Kiuzenboom 202. Kivitseieren 105. Kjers(ebéara) 200. Kjeskeskruid 235. Klaar 134.

Klaaroog(e) 99. Klabbertoet 127.

Klad 134.

Kladde(n) 134. Kladdebladen 134. Kladdebos(k) 134. Kladdekrud 134. Kladden 108.

Kladders 108. Kladdewortel 134. Klaerooghe 99.

Klaever 256.

Klaif 108.

Klakboshout 226. Klakbussenhout 226. Klakkebaze(n) 267. Klakkerkenshout 248. Klakwilge 222, 223. Klakwulge 222. Klaover(e) 256. Klasbes(seboom) 71,210. Klapbessen 248. Klapbèzen 210. Klapboom 71. Klapbuizenhout 226. Klapdorens 110. Klapper 174. Klapperhooi 10, 11. Klapperkruid 28. Klai)perroüs(en) 173,171. Klappers 10, 11. Klai)pertie(sboom) 71. Klappe.ijen 65.

Klaproos 149, 173, 174, 175.


Klaproosen 173. Klapróze 174. Klaprozen 174. Klarbossen 134. Klar(r)ebos 134.

Klarren 134.

Klaspis 124, 253. Klasfse) 131. Klasseblaren 178. Klassen 108, 278.

Klater 196.

Klaterabeel 195. Klaterbeuzehót 226. Klaterbushout 226. Klatterpeppel 195. Klaterpopel 195. Klal(te) 134. Klauer(blad) 257. Klautereer 2.

Klaver 152, 256. Klaveraas 152. Klaverbloem 257. Klaverbalsem 258. Klaverboom 83.

Klavere 256. Klaverhooi 152.

Klaver met beziën 256. Klaverpeppel 195. Klaverpriem 170. Klaverrui 81. Klaverrui(d)e 82. Klaverrupsen 151, Klavei’ruwe 82. Klaversurkel 171. Klavert 256.

Klavertap 170. Klavertjes 171. Klavertje vier 171. Klaver van zeven ge- tijden 258. Klavervreter 170. Klaverwarkruid 82. Klaverzuring 171. Klebcruit 215.

Kledde 131.

Klee 256, 257. Kleebloem 256. Kleeblume 256.

Kleef 108, 115.

Kleef aan 108. Kleefcruyt 109.

Kleef krüd 108. Kleefkruid 89, 108, 109. Kleefkruyd 109. Kleefmelkdistel 241. Kleefte 108, 109. Kleeroëeg 269. Kleeroog(en) 269. Klèfklèf 109.

Kleften 109.

Kleien lOO.

Kleiherik 237.

Klein beemdgras 188. Klein ben 26.

Klein bezcmkruid 138. Kleinbladlinde 255.

K leinbloembasteril wederik 91.

Kleinbollekenskruid 95. Kleinbooghout 1.

Klein dokkeblad 262. Klein dokkebladje 141. Klein duizend gulden- kruid 96.

Kleine aardnoot 57. Kleine aereneute 136. Kleine ahorn I .

Kleine akkerkool 27. Kleine angelica 20. Kleine bevernel 183.


302


. KLEINE — KNOB


Kleine bewinde 73. Kleine boender 101, 161. Kleine boon 274. Kleine boterbloem 102, 206.

Kleine brandnetel 266. Kleine broeinekel 266. Kleine broeinetel 266. Kleine buglosse 19. Kleine celidonie 102. Kleine cistus 116. Kleine dissen 278. Kleine dolle kervel 7. Kleine drave 45.

Kleine duitjes 122. Kleine duizendknoop 191.

Kleine eerdnoot 57. Kleine egelkolen 207. Kleine engelwortel 6. Kleine eppe 39.

Kleine erikdoorn 1. Kleine eschdoorn 1. Kleine ezula 98.

Kleine gehoornde kla- ver 145.

Kleine gele klie 152. Kleinegele plompenl41. Kleine gele waterlelie 141.

Kleine gele wolfswortel 93.

K leine gentiaan 1 10, 1 1 1 . Kleine gerst 121. Kleine gierst 173. Kleine gouwe 62, 102. Kleine hanebolt 263. Kleine heete netel 266. Kleine holwortel 77. Kleine kaardebol 88. Kleine kakboon 98. Kleine kalfssnuit 21. Kleine kamille 151. Kleine kannetjesbloem

Kleine klaver 257. Kleine klaverkes 257.

K leine klist sen ) 134, 278. Kleine kiii(sen) 109, 278. Kleine knopkiek 96. Kleine krok 275.

Kleine kruisdistel 235. Kleine laurier 83. Kleine leeuwe(n)bek 24, 141.

Kleine leeuwenmuil- kens 142.

Kleine lischdodde 263. Kleine look 11.

Kleine majer 10, 61. Kleine muur 26, 216. Kleine netel 266.

Kleine orant 24.

Kleine ossetong 19. Kleine paardenbloem 124, 138.

Kleine p(l)omp 50 164. Kleine ratelaar II. Kleine ruit 253.

Kleine rupsklaver 152. Kleine santorie 96. Kleine scabieuse 127. Kleine sedum 233. Kleine spokebloem 73. Kleine spurge 98, 99. Kleine steenbreek 183. Kleine steenklaver 152, 257.

Kleine stekende heide

110.


Kleine thlaspi 138. Kleine tingel 266. Kleine uye 14.

Kleine valeriaan 268. Kleine veldoi ant 141. Kleine venijndekervel 7. Kleine violetjes 277. Kleine vitsen 273. Kleine vlasbek 141. Kleine vlier 225. Kleine vogelkers 202. Kleine vogellinze 275. Kleine vogelmelk 106. Kleine waalwortel 9. Kleine waterbiezen 116. Kleine watereppe 39,67. Kleine waterkers 54. Kleine waterweegbree 11.

Kleine waterpaarde- staart 92.

Kleine wechbreede 187. Kleine weegbree 1 1 , 118, 186.

Kleine werf 223.

Kleine wikke 273. Kleine wilde wikke 275 . Kleine wirf 223.

Kleine wilde klokjes 52.

Kleine wilde raponce 52.

Kleine wilde zuring217. Kleine winde 73. Kleine witte ginoflelen 60.

Kleine witte plompen 122.

Kleine wolfsklauw 147. Kleine yp 265.

Kleine zandhalm 181. Kleine zandwilg 223. Kleine zengel 266. Klein gèl stroobloem 117.

Klein gemeen gras 189. Klein grintkruid 235. Klein halskruid 51. Klein handekenskruid 168

Klein heermoes 92. Klein hoefblad 261, 262. Klein hoetjesblaar 262. Klein huislook 233. Klein jèttel 266. Klein'J^aasjeskruid 150. Klein kersekes 201. Klein klissenkruid 278. Klein kroos 137.

Klein lepelblad 11, Klein look 11, 13. Klein maankruid 41. Klein nagelkruid 21. Klein oogentroostgras 246.

Klein rietgras 83.

Klein sorbenkruid l98. Klein speenkruid 102. Klein springkruid 98. Kleinste schorfte 82. Kleinste wolfsmelk 98. Klein taschjeskruid 252. Klein vingerhoedskruid 115.

Klein vlookruid 201, Klein warkruid 82. Klein waterveil 137. Klein wikke(n) 275. Klein wild(e) wikke(n) 275.


Klein zwaluwenkruid

102.

Kleiron 269. Kleksterkieëzen 243. Klem 115.

Klematijte 70. Klemmer(bla'l) 115,195. Klemmerboom 115, 116. Klemmerkruid 115. Klemop 116.

Kles(se) 134. Klessekruid 135. Kles(se)(n) 40, 109, 134. Klet 109, 134.

Kletsen 134. Klette(klauwen) 109. Kletten 134, 278. Kletterbéam 195, Kletteren 134.

Kleue 116 Kleuer 257. Kleuer(boom) 116. Kleukskes 25.

Klève 134.

Kleve(r) 115, 256. Kleverig viooltje 183, Kleverklas 134. Kleverklasse(n) 109,134, 278.

Kleverklis 134.

Klevers 40, 108,109, 134. Klewklaske 134. Kleynteskenscruydt 252.

Klie(ë) 256.

Klierkruid 102, 231. Klieve 134.

Kliêveklasgen 134, 278. Klif(t)(e) 109.

Klim 115.

Klimboon 180. Klimkruid 70. Klimmende nachtscha- de 239.

Klimmerkruid 115, Klimoep 116.

Klimop 70, 74, 115, 116. Klimopeereprijs 272. Klimopstruik 115. Klimopwate rranonkel

Klimplant 74. Klimviorne 69.

Klinge 109.

Klis 134, 135.

Klishout 114.

Klishijt 114.

Kliskl'aver 146. Kliskoppen 134. Kliskruid 134, 135. Klisse 109, 134. Klissekruid 135. Klissekervel 255. Klissen 40, 109, 218. Klissenkruitl 278. Klissiehout 114. Klisters 134.

Kliswortel 134.

Klit 109, 134, 278. Klitjfcs 278.

Klitse 278.

Klitte(n)40, 109, 134,278. Klive 134.

Kloaver 256. Klockbloeme 73. Klockkfuyd 73. Klockskens 51.

Kloek met kiekens 37. Kloek met kuikens 37, 47.


Kloek met kuikentjes

Klok 127.

Klokbloem 25, 51. Klokje 25, 51, 52, 1 11. Klokjeblo(e)m 25, 74. Klokjes 51, 52. Klokjesbloem 25, 51. Klokjesgentiaan llo, 111.

Klokjeskruid 51. Klokjeswinde 73, 74.' Klokkebeien 267. Klokkebeier 267. Klokkebezen 267. Klokkebloem 25, 51, 250. Klokke(n) 25, 51, 105, 214.

Klokkenblomen 25. Klokske(n) 25, 51. Klokskp(njs 25, 51, 72, 73, lOb. 107, 111, 211. Klokwinde 74. Kloosierboon 274. Klootjesmuur 271. Klorower 256. Klotsbuizenhout 226. Klotsenhout 226. Klouvere 256.

Klover(e) 256.

Klumkes 48. Kluwenhoornbloem 60. Kluwenklokje 51. Klijsterbei 243. Klijsterbloem 169. Klijve 134. Knaapjeskruid 168. Knabencruit 168. Knaksover 155. Knapbèzen 248. Knapencruit 168. Knapertjes 248. Knapkers 200. Knapperkens 142. Knappers 24.

Knappert 155. Knappertjes 110, 248. Knaptandekenskruid 23, 24.

Knaptanden 23.

Knawel 118, 230. Knechtkenscruyt 233. Knel 75.

Knelisrozen 172. Knewelbutte 79. Knieboon 274. Knieflook 13. Knieveblaeden 187. Kniestoof 221. Knikeblèdden 250. Knikelblèdden 113. Knikkende meuje 236. Knikkende vogelmelk 169.

Knikkend nagelkruid 112

Knikkend tandzaad 40. Knipluis 155. Knobbegerst(e) 121. Knobbelgerst 421. Knobbelgras 58. Knobbelkastanje 57. Knobbeltjesbunt 83. Knod zegge 229. Knoedel 75. Knoederbeere 210. Knoefloock 13. Knoepers 210. Knoepert(jes) 210. Knoers 219.


KNOE — KORIS.


303


Knoe(r)zelen 210, 211. Knoeselen 210, 211. Knoezels 210.

Knoflook 13, 14. Knoflookgamander 252. Knoflookkruid 11, 38. Knol(dragende) boter- bloem 207. Knolkervel 61.

Knolle 44.

Knollen 42, 43. Knollige steenbreek 228. Knollige watereppe 57. Knolraap 44.

Knolrabi 42.

Knolradijs 208. Knolrflepe 42. Knolrapen 42. Knolraven 42. Knolribzaad 61. Knolselderie 24. Knolselderij 25. Knolsteenbreek 228. Knoopbloem 139. Knoopgras 8, 190, 260. Knoopige duizendknoop 191.

Knoopige vetmuur 220. Knoopighelmkruid 231. Knoopjes 3, 65. Knoopkruid 59. 60. Knooploock 13. Knoorstoof 221. Knootvvilg 221. Knopbies 229. Knopgraas 8, 260. Knopgras 8, 16, 190, 260. Knoplieet 50. Knopheide 93. Knopherik 208. Knopkiek 96. Knoplisschen 244. Knoppen 40. 134. Knoppert 235.

Knopwilg 221. Knotsvrucht 48. Knotwilg(e) 221. 222. Knu(i)flook 13, 14 Knulehaag 75.

Knup 184.

Knijflook 13.

Knijpmint 155.

Koal 41.

Koale 43.

Koale jonker 69. Koalraep 42.

Koalsied 42.

Koare 232.

Koarn 120, 121. Koartskrüd 196. Koasjesblaeden 150. Koathoep 122.

Koatsie 42.

Kobabloem 174.

Kobben lf'3. Koccockslooc 171. Kockocksbloeme 54, 76. Kodde 264.

Koddebloem 3.

Koe beet 39.

Koebladen 126. Koebloem36,50,61,257. Koebloemen 231. Koebloempje 36. Koel)lonnmetjes) 36. Koeboonen 116.

Koedille 21.

Koeël 43.

Koegras 106.

Koeibeeten 40.


Koeibies 129. Koeibieze(m) 129. Koeiebloempje 36. Koeieblomme 27. 36. Koeieblommetje 64. Koeienbloem 36, 257. Koeienblommetje 36. Koeienkruid 153. 267, Koeienoog 21,22,36,64. Koeienweibloem 36. Koeien weitjes 37. Koeieoogen 64. Koeieweiblomme(tje) 36.

Koeimommel 118. Koeiooge(n) 8, 74.

Koei wafel 118. Koejebloem 36. Koekebloem 198. Koekeloekje 261. Koekensgroente 22. Koekeps 178.

Koekervel 22.

Koekoe 258. Koekoebloemen 54. Koekoek 54, 171. Koekoek(e)bloem 168. Koekoekkiaver 171, 258. Koekoeksbloem(en) 54, 76, 91, 126. 153, 168, 169, 171, 188. Koekoeksbloeme 54. Koekoeksblom 76. Koekoeksblome 20, 51, ^76, 168.

Koekoeksblomme 51. Koekoeksbloum 76 Koekoeksbrood 1 47. 171. Koekoeksklaver 171. Koekoekskruid 20. Koekoeksla(ad) 171. Koekoekslook 171. Koekoeksmoos 171. Koekoekssulker 171. Koekoekszurkel 171. Koekoetsbloeme 54. Koekoetsblom(men) 54, 56

Koekoetsulker 171. Koekoetzurkel 171. Koekruid 266. Koekskefnjskruid 66. Koele 227.

Koeleek 218. Koelemeier 263. Koenjel 227.

Koeobg 21.

Koeooge 8.

Koeoogen 61.

Koeooghe 5, 21. Koepeen 84.

Koerabi 42.

Koes 218, 269.

Koesen 2l8 Koesjebeien 272. Koesjesblad 218. Koestan je 6.

Koetarwe 153. Koetsebéam 243. Koetsebeien 243. Koetseblommen 243. Koetsekralen 243. Koetsen en paarden 3. Koets en paarden 4. Koetsjebeie 273. Koevërgif 91, 92. Koeweiblommen 61. Koeweyte 153. Koczoëlèr 218. Koezoerel 218.


Koffiebeuntjes 47. Koffieboon 98. Koffieboonekruid 146. Koffleboonen 47, 116. Koffieboontjes 47, 146. Koffiekannen 161. Koïl(en) 43.

Koïn 232.

Koing 82.

Koïrblomme 174. Kokenkruid 20. Kokernelle 75. Kokernulle 75. Kokertjeskruid 91. Kokte '7, 20, 72, 118. Kol 52, 164, 174. Kolbèzen 103.

Kolêsse 114.

Kolfriet 263.

Koliander 75. Kol(le)bloem 59, 164,174, 175.

Kollebloeme 173. Kolleblom(me) 174. Kollen 43. Kolmuswortel 5. Kolraap 42.

Kolrooze 174. Kóltjenvuur 5.

Kolue 263. Kolverknieën 248. Kolvermeulen 23. Kolvermuilen 23. Kolvermulen 23. Kolijke krieken 182. Ko(mel)meine 51. Komilleblomme 151. Komillen 21. Komkommer 80, 81. Komkommerbloem 41, Kom-lok-mij-de-vint30. Kommerbleumkes 230. Kommerbleumpkes 95. Kommerkroed 95. Kommerkruid 230. Kommetjes en bakjes 228.

Kommille 151.

Kompst 53.

Komijn 81.

Komijnzaad 57. Konarezaad 236. Koncommer 80. Koningin der weiden 265.

Koninginnekruid 97. Koningsbloem 269. Koningskaars 269, 270. Koningskandelaar 270. Koningskruid 145, 269. Koningstoorts 270. Koningsvaren 171. Konkernel 75, Konstajeboom 7. Konijnblaren 242.

Kon ij ndi stel 242. Konijndoor 119. Konijnebakkessen 23. Konijneblad(en) 186,187. Konijnekruid 211. Konijnemuilekens 23. Konijnenbakkes 142. Konijnenblad 187. Konijnenl)laden 250. Konijnenbloem 110. Konijnengroen 250. Konijnenkruid 132,212. Konijnenkruyd 241, 251. Konijnkens 23. Konijnoore 187.


Kooheet 50.

Kool 41, 42, 43, 44. Koolbloem 173, 174, 175. Koolblomme 174. Kooldistel 242.

Koole(n) 41, 43. Koolplant 43.

Koolraap 42, 44. Koolraap boven den grond 42, 43. Koolrabe 44.

Koolrabi 42. 43. Koolrabi boven den grond 43.

Kools 43.

Koolsalade 43.

Koolsla 43.

Kooltje vuur 5. Koolzaad van Corfu 217.

Koorddansers 240. Koorn 232, 261. Koornbloem(e)(n) 59,

60, 244.

Koorngras 15, 90. Koornheul 174. Koornroos 174. Koornrozen 8. Koornsalaad 269. Koornsalade 269. Koornsalau 269. Koornsla 269. Koornstar 169. Koornsterre 169. Koornvlam 8. Koornwinde 71. Koorstengen 58. Koortsbloem(en) 96, 97. Koortsenbloem 97. Koortskruid 40, 96, 97, 146, 232, 252.

Koorts wortel 268. Koosekruid 3. Kooskeskruid 150. Kootkruid 32.

Kop 175.

Kopboom 221.

Kop en schotel 160. Koperdraad 9.

Kopgras 15. Kopjenotl'elen 86. Kopjes en schoteltjes 228

Kopkool 43.

Koppoot 224.

Kopstoof 221. Kopstoven 221, Koptronken 221. Kopwie 221.

Kopwilg 221. 222. Koraalkruid 30, 220. Kore 232.

Korebloem 59. Koreblom(me) 59. Koren 120, 121. 232. Korenblauwsel 59. Korenbloemfen) 8, 59, 67, 174, 277. Korenbldme 59. Korendistel 68. Korengras 259. Korenpatersbloem 59. Korenroos 171. Korenroose 8. Korensalaad 269. Korensla 27 Koreslaai 27. Koresterre 169. Koriander 75. Koriskruid 9.


304


KOEN — KRUID


Kornaaldeboom 75. Kornel 75. Koroelisrozen 172, Kornelle 75. Kornellenboom 75. Kornetten 131. Kornild(j)eboom 75. Kornoelje 75. Kornoeljeboom 75. Kornolieboom 75. Kornorezaad 236. KornoufTel 86.

Korni jnenmuilekens 23. Kors 139, 200.

Korsse 138.

Korte en lange kousjes 108.

Korte kouskens 199. Kortskruid 146. Kosseifkens 38. Kosseiven 38.

Kosten 263.

Kostkruid 65.

Kotte kousen 199. Kottoenkruid 94. Koublom(ke) 37. Kouckouckbloem 54, 76, Koudgras 188.

Kous 108.

Kousebooters 263. Kousen en schukes 23. Kousjes en schoentjes 11, 115, 257.

Kousjes en schootjes 145.

Kouweblom 37, 257. Kouwedéa 91, 92. Kouweklaver 257. Kouwel 41, 43. Kouwoorde 8l.

Kowel 43.

Koycke 72.

Koyke 68.

Kozijnekruid 240. Kozijnnenkruid 267. Kozijntes 26 7. Kraaibek 95, 106. Kraaibes 90. Kraaibessen 104, 209. Kraaibessenhout 209. Kraaidoorn 110, 166,167, Kraaienbloeni 76. Kraaienklauwen 95. Kraaienlook 14, 169. Kraaienvoet 76, 206. Kraaiepoot(en) 6, 206, 207.

Kraaiepootjes 25. Kraaievoet 186. Kraaiheide 90. Kraaiknie 207. Kraaiknieën 218. Kraailak 14.

Kraailoof 14.

Kraailook 14, 189. Kraaipeer 80.

Kraai poot 259. Kraaivoet 207. Kraaiwied 207. Kraakbessen 267. Kraaksalade 269. Kraakwilg 223. Kraakwilge 222. 223. Kraakwulge 222, 223. Kraakbèzen 213. Kraalbooni 243. Kraalje(sj 158. Kraal'kruid 220.

Kraal leel je 140. Kraallelie 110.


Kraal pioen(en) 29, 172, Kraaltjes(bloein) 158. Kraanbek 229. Kraanhals 95, 111. Kraantjeskruid 98. Kraayenlook 14. Krabbeklootjes 29. Krabbekrüd‘220. Krabbekwaad 220, 233. Krabbekwaak 220. Krabbe kweek 220. Krabbenkwaak 217. Krabbenschaar 247. Krabbenstroek 220 Krabbenstruik 220. Krabberhei 93. Krabbescheer 247, Krachtkot'fie 146. Kraeckebes(i)e 267, 268. Kraeckebeyse 267, 268. Kraeken 200. Kraelbeibéam 243. Kraelpyoen 172. Kraeltsjeblom 158. Kraenbeck 111. Kraenblom 76. Kraeyenvoet 76.

Krag 247.

Krai bessen 104. Kraiteboom 79. Krakebaze(n) 268. Krakebe(i)zefnj 268. Krakelbei 268. Krakelbes 267, 208. Krakke 50. Krakkebaze(n) 268. Kralleboom 213. Krallen 158. Krallenboom 243. Krainil 51, 151. Kramille 151. Kramineskeersen 248. Krammetbooni 130. Krampkruid 28. Krandwes 66,

Kranebek 229. Kraneblom 76. Kranevoet 186. Kransbloeni 61, 65, 189, 207.

Kransje 37.

Krap(pe) 215. Krapwortel 215. Kraukebaze(n) 268. Krauwblomme 51. Krauwepoot 207. Krayenbloemken 236. Kreeften 273. Kreeftkruid 117. Krèèilook 169.

Kreeken 202. Kreftkruyd 117,

Kreits 109.

Krèjenpoot 6, 76, 111. Krèjepoot 6.

Krelisroos 173.

Krelkes 113. Kremelleblom 21, 151. Kremil 51. Krempeldraad 56. Krenten 17.

Krentenboompj e 17, 210. Krep door d’(e) hage 113. Kresse 139, 162. Kressoasalaa 139. Kretse 88. Kretskeskraud 109. Kreukebladen 164. Kreupelgras 190, Kreusde 250.


Kreuze 137.

Kreuzebei 268.

Kreuzen 268.

Kribbel 215. Krieckboom 201. Krieckeler 201. Kriecken 201.

Kriecken over zee 182. Kriek 2U0, 202. Kriekbooin 201.

Krieke 202, 203. Kriekeboom 201, 202. Kriekehaag 203. Kriekelaar 200, 201. Kriekelare 201. Kriekeleer(e) 201. Kriekenboom 202. Krieken en zakjes 182. Krieken ivan) over zee 182.

Kriekkessen 201.

Kriek over zee 182. Kriekpruiin 200, 202. Krieksken in ’t hemd 182.

Krieksken in (den) zak 182.

Kriesbèzen 210. Kriesdoorn 210. Kriestenbies 210. Krietje durch dienatur 251.

Kriewelbloem 72. Kriezebezen 210.

Knk 273.

Krikelbéam 203. Krikkelare 201. Kringelbloemen 73. Krintebéamke 210. Krintenboom 203. Krisdoorn 210. Krisebèsen 210. Kriselbessen 210. Krissebèzen 210. Krissen 210.

Krissie 114. Kristonjneleboom 7, Kroakmantel 18.

Kroan 207.

Kroapoot 207.

Kroas(t) 137.

Krod 237.

Krodde 189.192,208.237. Krode 237.

Kroedholt 101. Kroednagel 249. Kroednegel 249. Kroëesjel 210.

Kroekje 80.

Kroep dör den toen 6, Kroes 137, 210. Kroesbaeie 210. Kroesbaeye 211. Kroesbeste 211. Kroesbessen 210. Kroesbeie 210. Kroesdistel(en) 95, 96. Kroesel 210. Kroeselbesie 211. Kroeseldoren 209. Kroesele 210. Kroeselestroek 210. Kroeselhaag 210. Kroesels 211. Kroesemunt 151, 155. Kroespeterselie 178. Kroest 137.

K roeten 39.

Kroetmès 65. Kroezekers 139.


Kroezelbezie 210. Kroezeldoorn 210.

Krok 8, 237, 273, 274. Krokke(n) 273. Krokkeltjes 80. Krokgras 188. Krokkebazen 268. Krokkeling 188.

Krok met breede bladen 136.

Krol 237.

Kromhals 19.

Kromme lelie 105. Krompiere(n) 211. Krompreaal 105. Krönekrosen 1 72, Kronepriale 105. Kronkeling 188. Kronkelspil 162. Kroningbloem 49. Kronselen 210. 211. Krookebezen 268. Krookjes 80.

Kroon 207.

Krooncypel 12. Kroonepreaal 105. Kroonimperiaal 105. Kroonkenskruyd 85, 98. Kroonkruid 76" Kroonpriaal 105. Kroonranonkel 207. Kroonsele 210. Kroontje(s) 207, 253. Kroontjesklaver 258. Kroontjeskruid 81, 98, 99, 123, 171, 233, 253. Kroontjesmier 171. Kroontj esmuur 150. Kroomii(e) 12.

Kroos 61, 137, 160, Kroosbloemetjes 35. Kroosen 72.

Kroosje(s) 202. Kroosjesbes 268. Kroosjespruim 202. Kroos'ken 202.

Kroost 137.

Kroos zonder kroos 137. Kroot 39.

Krootbessen 268. Kroozen 202, 267, 268. Krop aar 83.

Kropelgras 190.

Kröper 180.

Kropkool(e) 43. Kropkruid 117. Kroplat(tjouwe 131. Kroppen 131, Kropsalaet 131. Kropsla(ot) 131. Kropverdunsel 131. Kror 237.

Krosen 268.

Krosjelen 210.

Krot‘44, 237.

Kroten 39, 40. Kru(del)doorn 210. Krudoornbos 210. Krudoren 210.

Krüdtsje 28.

Kruid 42.

Kruid aan den balk 233. Kruidbos 35. Kruiddistel 96. Kruiddoren 210. Kruideldoorns 211. Kruidje door den toom 113.'

Kruidje roer mij niet 125.'


KRUID — LA.ZAR,


305


Kruidkers 138. Kruidkoek 251. Kruidnagelbloemea249. Kruidnagelkruid 112. Kruidnagels90, 122,249. Kruidoorn 107, 211. Kruid tegen de kulge- zvvellen lil. Kruidvlier 225. Kruidwesch 65.

Kruien 96. Kruikebladen 164. Kruiken 161.

Kruikenie 207.

Kruikje in den broek 182.

Kruilook 14, 169. Kruinagels 249. Kruipboontjes 181. Kruipboterbloem 207. Kruipbrem 110.

Kruip (leur d’age 113. Kruip(t) door d’hage -113, 148.

Kruip door den tuin 113. Kruipende muur 80, 246. Kruipende hondsdraf 113.

Kruipende tarwe 259. Kruipende wilg 223. Kruijjend harlshoorn76. Kruipend modderkwaad 64.

Kruipend stalkruid 166. Kruipend zenegroen 9. Kruiperkens 261. Kruipers 61 Kruipertje 121. Kruipertjes 180. Kruipkofen 259. Kruipmel 64.

Krui pinos 147. Kruipvitse 170.

Kruip werf 223. Kruipweurft 223. Kruipwilg 223. Kruisbes 210, 211. Kruisbeien 211. Kruisbezielaar 97. Kruisblad 192, 235. Kruisbladwalstroo 109. Kruisbladwolfsmelk 98. Kruisbloem 189. Kruisflèn 183. Kruisdistel 96. 235. Kruisdoorn 38,209,211. Kruisdoren 211. Kruisebai 211. Kruisebeier 211. Kruis(blad)gentiaanl 10. Kruisieskruid 109. 231. Kruiskensbloem 174, 235.

Kruiskenshout 97. Kruiske(n)skruid 235. Kruiskesmast 1. Kruiskomijn 81 Kruiskruidl09,234 235. Kruismunt 155. Kruisriet 263. Kruiswortel 96, 110, 235. Kruizemunt 151, 155. Kruizemuntkruid 151. Kruk(ken) 8, 273. Krukkebloem 8. Kruldistel 55. Krulkauwel 43. Krulkool(e) 43. Krulkouwel 43. Krullelie 140, 111.


Krulpeterselie 178. Krulsla 131.

Krulzuring 218. Krunagelboompje 249. Krüp deur den tuun 6. Krüpelreid 120. Krupers 15, 180. Krüpmealje 64.

Krüsbei 211. Krusebeien 211. Krusebezen 211. Krüslanders 211. Kruswoartel 3.

Krutje door den toen 113.

Kruudholt 104. Kruunagel 158.

Kruup deur den tuun 246.

Kruupklever 258. Kruupspurrie 230. Kruusbes 211. Kruusbèze 211. Kruusdoren 211. Kruusholt 97. Kruuswoartel 235. Kruut 137. Kruysbesie(n) 211. Kruysbloemen 189. Kruysdistel 96. Kruysdoren 211. Kruysette 234. Kruyswortel 234. Kruzemint 154. Kruzemunt 154, 155. Krijk 200, 202. Kryzegom 106.

Kuel 254.

Kuihjeurn 232.

Ku(h)ul 43. Kuiperblommen 74. Kuiperslesch 126. Kuipertje 199.

Kuipkens 25, 51. Kuipkenszaad 47, 165. Kuischbloem 64. Kuitenboom 82 Kukelhaantjes 145. Kulen 43.

Kuikroed 169.

Krulkrüd 168. Kullekenskruid 168. Kulletjeskruid 169. Kunekunekaesjes 149. Kunne 227.

Kunneken 227. Kupertjes 199. Kurassauwtje 37. Kurassiersmuts 4.

Kürn 120.

Kurs 200.

Kurtskruid 146. Kutsekruid 97. Kuttenkruid 64.

Kwaad kruid 188. Kwaaijongens 157. Kwaak 259. Kwadenaard 9!, 92. Kwadenaart 91.

Kwade oogenbloem 151. Kwadernaad 92. Kwadernaat 92. Kwadernaet 91.

Kwaje unger 92. Kwajongens 157. Kwakel 130. Kwakelbèze 130. Kwaknak 207. Kwaknap 207. Kwalster 239.


Kwalsterboom 243. Kwalsterholt 239. Kwalsterhout 239. Kwa-oogenbloem 20,65. Kwapaar 82. Kwartjesplant 146. Kwastje 94. Kwastjeshout 239. Kwe(e) 82.

Kweeappel 82. Kweeboom 82. Kweedoorn 38.

Kweek 55, 259. Kwee(ke) 259.

Kweeken 259. Kweekgras 259. Kweekpeer 82. Kweekweeboom 243. Kweekwortel 259. Kwee(n)peer 82. Kweepar 82.

Kweeperre 82. Kwejbier 82.

Kwek 259.

Kwek(k)e 259. Kwekkebessen 243. Kwekkebèzen 243. Kwekkeboom 75. Kwekkel 259. Kwekken(e) 259. Kwekkieboom 243. Kwekko(e) 259. Kwekwe 259. Kwekweboom 243. Kwekwemeier 243. Kwekwoe 259. Kweldergras27, 113,114. Kwelsterboom 243. Kwendel 254.

Kwets 202, 243. Kwetsen 202, 203. Kwetsenbeienboum 243. Kwetsenhout 243. Kwezeltippe(n) 261. Kwie(e)k 259. Kwikkebei(béam) 243. Kwina 6.

Kwitsebéam 243. Kwitsebeienboom 243. Kwitsen 243.

Kwoin 232. Kwijlbabben 218. Kwijlkwabben 218. Kwijl wortel 246.

Kijk 42.

L.

Laan 182.

Laarsjes 145. Laatbloem 110. I.abboene(n) 274. Labboonkruid 237. Lacarisse lil. Lackerisse 114. Lacrisie 114.

Lacrisse 114. Lac(h)teke 131. Lactouwe 131.

Ladeke 131.

Ladic 131, 219. l.adich 131.

Ladicke 131.

I.adik(e) 219. Laemsho(o)rc 216. Laemsoor(e) 246. Laetouwe 131,

I.age veil 113.

I.age vlier 225. Laguster 1 10.


L.aifkebloem 37,

Lak 61.

Lak(ke)ris 114.

Lakrits 114.

Lamkeblom 37. Lamkebréa 147. Lamkruid 27. Lammekensoor(e) 63. Lammerenhout 130. Lammerkensoor 63. Larnmernötte 78. Lammerstaart 181. Lammersteerten 16, 17, 181.

Lammertjesnoot 78. Lammertjesnötten 78. Lammertjesooren 63. Lammesche nötten 78, Lampeglazen 248. Lampenpoetser 263. Lampenpuuster 263. Lampion(plant) 182. Lamsoor(e) 246. Lamsoor(en) 27, 32, 63, 131, 186, 187, 242, 246. Lancasteraffodil 162. Lancetbladigkruiskruid 234.

I,andjeblo(u)m 37. Landranondel 206. Landriet 48.

Landsloof 6. Landstruisriet 48. Landvluis 15.

Lane 182.

Langbladeereprijs 272. Lange hoelwortelen 26. Lange holwortel 26. Lange rapen 44.

Lange smeelen 144. Lange weghbree 189. Langgras 27.

Langoorde veldsla 269. Langschieter 195. Lantarentjes 99. Lantsloop 6.

Lapaten 219.

Lapboonen 274. Laplandsche kool 43. Larie 135.

Larik(s) 135. Lariksboom 135. Lariksen 135. Larius(boom) 135.

Larix 135.

Lark(e) 135,

Larks(e) 135.

Late hondsbloem 138. Laterus 135.

Latie 131.

Latoe 131.

Latt(o)uwe 131,

Latu(w) 131.

Latuwe 131.

Lauebladen 186.

Lauer 271.

Laureole 81. Lavas(kruid) 139. Lavasse 140. Lavaswortel 139. Lavendelgras 22. Lavendelheide 19. Lavermonje 7.

Laves 140.

Lavesch(e) 139, 110. Lavets(ch;e 139,

Lavron 28.

Lawaske 1 39. Laxeerbast 101. Lazarusertjes 135.

20


306


LAZAR — LOOK.


Lazaruserwten 135. Lazerre 152.

Lazerusjes 135. Leafreid 181. Leckerisse 114. Leckrits 114.

Lecorisse 114. Ledecruut 231. Ledecruyt 236. I.ede(n)kruid 91. Ledgras 259.

Ledicke 131, 219.

Ledike 219. f.eedgras 259. Leedjesgras 259. Leegaardsboone 181. Leegen cistus van Vries- lant 228.

Leeghen eerdtveyl 141. Leek 218. Leekebloemen 164. Leelje 140.

Leemwilg 192.

Leentges 179.

Leerband 223. I.eeuwebek(je) 23, 141. Leeuwebekjes 10. Leeuwebekken 108. I.eeuweklauw 10. I.eeuwe(n')muilke(n)s23, 142.

Leeuwemuiltje 23. Leeuwemuiltjes 142. Leeuwenbakkessen 23. Leeuwenbek 23, 108.

1. eeuwenbekje 87. Leeuwenblad 10. Leeuwenklauw 10. Leeuwenkoppen 23. Leeuwenmoel 23. Leeuwenmui](en) 23. Leeuwenpoot 10. Leeuwenstaart 170. Leeuwefnjtand 137, 138, 250.

Leeuwenvoet 10. Leeuwetand 138, 253. Leeuwmuiltje 23. Leeuwmuiltjes 142. Lefding 37.

Legister 140.

Leguster 140.

Leidsche boon 274. Leitusala 131.

Leiwortel 5.

Lekb laren 219. Lekkerbeetfjes) 181. Lelie 126, 140. Lelieallbdil 162. Leliebloeme 140 Lelieconvallie 72.

Lelie der dalen 72. Lelie der vallei 73. Leliekens van den dale 72.

Lelienarcis 106.

Lelie(n) van den dale 72, 73.

Lelien van een dag 166. l..elie van (de) dalen 73. Lelie van de lente 139. Lelieken uit den dale 73. Leliekens 73. l.elietje 72.

Lelietje der dalen 72, 189.

Lelietje van dalen 72. Lelie van Calvariën 140. r.elie van KalvariëUO. Lelie van Mars 140.


Lelie van Park 169. Lellië 110.

Lemmekensblaren 270. Lemmekensooren 270. Lemoenkruid 246. Lende 255.

Lendenboom 255. Lendenwortel 218. Lenneboom 254.

Lens 137.

Lentebloem 93. Lentebloempje 37. Lentegrensing 197. Lentehondstong 166. Lenteklokje 139.

Lenze 137.

Lepelaar 53.

Lepelblad 11, 53, 70,71, 189, 232.

Lepelblaren 11, 7l. Lepel cruy(d)t 71. Lepeldiel(je) 53. Lepelhout 1.

Lepel en vorkendief 53. Lepelkruid 11, 70, 71. Lepellyn 151.

Lepels en vorken 53. Lepeltjeblad 53.

Lepel tjedief 70. Lepeltjeheide 267. Lepeltjes 253. Lepeltjes(blad) 53. Lepeltjesdief 53. Lepeltjeskruid 26, 53. Lepeltjeszaad 53.

I.epel- vorken- en mes- sendief 53. Lepelwortel 70. Leppelblèd 70. Lepj)eltsjedief 253. Leppeltsjeheide 267. Leppeltsjekrüd 53. Leppeltsjes 253. Leppeltsjes(dief) 53. Lerk(e) 135. LerkeDbooin 135.

Lerks 135.

Lerrek 135.

Les 126.

Lesbloeme(n) 126.

Lesch 55, 126, 127. Lesentzaad 142 Lesgras 127.

Les’look 169.

Lesschen 227.

Less’ 182.

Lesse(n) 127, 244, 263. Letuw 131.

Leugentjes 53. Leukbieze 230. Leukooje 139.

Leus 113, 126, 244. Levendig kruid 233, Levensbloem 71. Levensboom 253. Leverbloem(e) 117, 118. Levercruit 118. Levercruyt 118. Leverdistel 132. Leverkruid 7, 30,31,97, 117.

Leverstok 139. Leverworte 118. Levesche 139.

Levestoc 139.

Levistock 139. Lichtmisbloem 107. Lickercke 154.

Lickorise 114.

Licorisse 114.


Liderke 106.

Lidertjes 106.

Lidgras 8, 260. Lidjegras 144.

Lidrusch 92.

Lidrusk(e) 91, 92. Lidsteng 119, 120. Liebersche borstkrui- den 108.

Liefkenskruid 169. Liel'kruid 37.

Liela’s 249. Lielienbloeme 140.

Lien 142.

Liend 73.

Liendeboom 254,

Liene 73.

Lienzaad 142,

Lienzaed 142.

Lienzóad 142.

Lier 116, 135.

Lierboom 135.

Liere 135.

Lierelei 69.

Lies 113.

Liesch(e) 182,

Liese 182.

Liesgras 113. Liesterbessen 243. Liesterbèzen 243. Liesterkralle 243, Lieuwebek 77. Lieuwebeksken 141. Lieuwemuulke 23. Lieveheershandjes 144. Lievenheerehandje 54. Lievenheerssteentjes

Lievermannetjes 86, Lievevraubloemeke (n)s 159.

Lieve vrouwbloeme- ke(n)s 159.

Lieve vrouwbloeme- ke(n)s van Perek244. Lieve Vrouwe bedstroo 30, 109.

Lieve Vrouwe bande- kens 168.

Lieve vrou wekenen 54. Lieve Vrouwe melk- plant 98.

Lieve Vrouwenmantel

10.

Lieve vrouwkens 159. Liezen 127.

Liggende hypericon 123.

Liggende klaver 257. Liggend hertshooi 123, Lignenboom 255. Ligghende peyeogras

9.

Liguster 140.

Likorisse 114. Lilienbloeme 140.

Lilje 140.

Limodoron 170, Limoencruyt 246. Limoenkruid 28, 246. Limonium van Neder- lant 246.

Linde 254, 255, 265. Lindeboam 254, 255. Lindeboom 254. Lindeboommanneke255. Lindeboomwijf ke 255. Lindenboom 255.

Line 142, 254.

Linebeam 254,


Linen 60.

Linge 254.

Lingzent 142. Linje(boom) 255. Lin’n(enboom) 255. Linnenkruid 142. Linsaet 142.

Lins(e)(n) 137.

Lintgras 179.

Lintkruid 179.

Lintj esgras 179. Lintriet 179.

Linze 137.

Linzeboom 71.

Linzen 136.

Liquerits 114. Liquiriscie 114. Liquirisse 114.

Lis 127.

Lisch 47, 55, 126, 127. Lischbloem(e) 47, 126. Lischdodde(n) 262, 263. Lischdoddegras 91, 181. Lischknodden 263. Lischplant 126. Lisscheblommen 126. Lischwortel 5.

Liskalm 5.

Listerbaeze 243. Listerbes 243. Liswortel 5.

Liuwebek 23.

Livesche 139.

Lizen 126.

Lizorboom 265.

L jeave-Frouwe bedsf rie 30.

Ljippeblom 105. Ljippetop 261. Lobbestroek 139. Lobelia 143.

Lochtekol 227. Lochtingsurkel 217. Lochtingswortel 85.

Lof 67.

Loghelstal 139. Loghelstekel 139. Loghelstijl 139.

Loïk 13.

Loke 11.

Lok(ken) 94.

Lolik 143.

Lolijk 144.

Lombaartsche linzen7 1 . Lombaertsche linsen 71. Lombardische linzen 71.

Lombardische vitsen 71.

Lombardijnoot 78. Lommerssche boon 180. Longebloem 111. Longekruid 150. Longenkruid 204. Longerkruid 190, 205. Longherkruyd 205. Longkrüd 204. Longkruid 204, 205. Longkruud 205.

Looc(k) 11, 13. Loockparye 14. Loock-sonder-loock 11. Loof 42.

Loof bloem 35. Loofwinde 74.

Looge 13.

Loogkruid 221.

Look 11. 12. 13, 14. Lookbloemen 170. Looke 13,


LOOK — MEDE,


307


Lookniaagdepalm 11. Lookparije 13.

Lookzini 11. Look-zonder-look 11. Loopicl)c.ruy(d)t b9. Loopigkruid 89. Lorckenboom 135.

Lork 135.

Lorkenboom 135. Lorkenden 135.

Losch 56.

Losse guint 173.

Lotus( klaver) 145.

Louk 11.

Lubbestake 139. Lubbe(r)stekel 139, 140. Lubbestoc 140. Lub(be)stok 139. Lubbestri jk 139. Lubstickel 140. Lubstuckel 140. Lucaspenning 146. Lucerne(klaver) 152. Luciaankruid 27. Luciehout 202. Luipaardsklauwen 207. Luirik 135.

Luisbloom 126. Luiskruid 117. 160, 176. Luismelde 63. Luitenboom 2. Luizebloem 131. Luizekoorn 153. Luizemel 63.

Luizen 41.

Luizenbloem 248. Luizenboom 97. Luizenkrakers 37. l.uizenmelde 33, 63. Lulck 143, 144. Lullemoederken 199. Lumeke 271.

Lumike 271.

Lunaria 41. Lupaertsclauwen 208. Lupien 146.

Lupine(n) 146.

Lupstoc 140.

Lupijnen 146. Lutjêbrandekkel 266. Lutumcruydt 209.

Luus 113.

Luusblom 250.

Luusch 56, 182.

Luusjch 126. Luijtenhout 1.

Luzaeren 152.

Lu zeem 152.

LuzeUrüd 176. Luzemelde 63.

Luzemilte 63. Luze(n)melde 63. Luzern(e) 152. Luzerneklaver 152, 170. Lwoïk 13.

Lijden van Onzen Heer 152.

Lijgras 260.

Lijlac 249.

Lijmkruid 236.

Lijn 73, 142.

Lijnde 255.

Lijnen 69, 70, 142, 272. Lijnsaet 142.

Lijnsen 137.

Lijnzaad 142.

Lijnzent 142. l.ijsorboom 265. Lijsterbei(béam) 243. Lijsterbes(senboüm)243.


Lijsterbezenboom 243. Lijsterbezenhout 243. Lijsterbezieboom 243. Lijsterkrallen 243. Lijtse beanen 274. Li'jtse melten 64. Lijzaad 142.

M.

Maagdeboom 140. Maagdekeers(e) 270. Maagdekenspalm 275. Maagdekruid 275. Maagdelief 37. Maagdelielke 38. Maagdelieve 37. Maagdenbrem 110. Maagdenkruid 126. Maagde(n)palm 140, 275. Maagwortei 5. Maaikers 200.

Maailkes 23.

Maaiwinde 74.

Maan 175.

Maanbloem 173. Maandbloeier 104. Maandroos 16, 173, 213. Maankop 174. 175. Maandkruid 156. Maankruid 41, 146. Maansterretje 169. Maanvaren 5. 41. Maanviool 146.

Maar 140.

Maartenbloem 169, 198. Maartenlook 106. Maartsbloemen 229. Maartsche gerst 121. Maartsche viool 122. Maartsch viooltje 276. Maasboom 2. Maashornboom 1. Maashout(enboom) 1. Machandel 130. Maddellieue 37. Madelgeer 110. Madelief(cruit) 37, 38. Madeliefje 36, 37. Madeliefke 38. Madelierekens 38. Madelieue 37.

Madelieve 38. Madelieveke(n)s 38. Madelieven 37. Madelievencruit 37. Madepalm 275. Madesoete 37. Maechdepalm 275. Maedelen 157. Maeg(h)de(n)palm 275. Maelroegie 151. Maelrovie 151. Maen((;op) 175, Maenc-ruyt 41.

Maenkop 175. Maenkruyd 146. Maensaet 175. Maerradijs 70. Maertacken 277. Maerteblomke 106. Maeshout 1. Maetebloeme 37. Maetelieue 37.

Maeijer 10.

Magdeliefje 37, Magerman 265. Magermannekes 35, Magermannetje 53, 95. Maier 10, 17.


Maïs(gras) 278, 279. Majewinde 73, 74. Makeblijde 99.

Makke brandekkel 132, 133.

Makke brandnekel(s) 132, 133.

Makke brandnetel 132. Makke brandnettel 133. Makke broenekels 132. Makke broenetel 132. Makke kastanje 58. Makke vledder 226. Malbezen 267. Maldegeer 110,

Maleize 135.

Malem 63, 133, 150. Malgoed 91.

Malgüd 91.

Malie 63.

Malierekens 38. Malietje 37.

Malkewied 242. Malkruid 123.

Malkruyd 123.

Malloete 154. Mallo(o)f(e) 154.

Malme 33, 150.

Malnoe 151.

Malom 63.

Malote 154.

Malreuvie 151.

Malrobie 151.

Malroof 151.

Malroue 151.

Malrove 148, 150, 151. Malrovie 151. Malschdistelen 242. Maltaboom 180.

Malve 149, 150. Mal(u)we 33, 149, 150, Malve 149.

Mal-Willempjeskruid

123.

Mal-Willempjeskruud

123.

Mal-Wilmpjeskruud

123.

Mammekens(cruit) 145. Mammekenscruyt 144. Mammekenskruid 144. Mammekers 144. Mammetjes(kruid) 144. Manc(n)öp 173, 175. Mandel(boom) 18. Manderkruid 252.

Manen 174.

Mangel 18, 39. Mangelbêam 18. Mangelboom 18. MangeKvortel 39, Mankholt 39.

Mankop 175. Manna(gras) 113, 114. Mannagrutten 114. Mannakruid 114. Manneke 272. Mannekenskruyd lil. Mannekensvaren 193. Mannekop 173, 174, 175. Mannelijke plantein 186. Mannentrouw 271. Mannetjesbosch varen 193.

Mannetjes eereprijs 272.

Mannetjeskruid 114. Mannetjesorchis 168. Mannetjesplantein 186. Mannetjes varen 193.


Manskracht 29, 139,140. Mansoor(e) 30. Mansooren 30.

Mantel 18.

Mantelanjer 261.

Mantel van Freya 10, Maonbloom 175. Maótrief 65.

Marbollen 248. Marbolle(n)hout 248. Marei 201.

Marentacken 277. Marentak 277. Maretakken 277.

Marge Hem 169. Margendrehen 162. Marg(e)riet(en) 37, 38, 64.

Margerietekens 38. Margriet(en) 37, 64. Margrietje 37. Mariabloem 37. Mariabloemkens 159. Mariadistel 237. Mariahartje 125. Mariahartjes 87. Mariaroosje 76. Mariatranèn 87. Mariedistel 237. Mariënbloempje 37. Mariëngras 244'. Mariette 19.

Marioleine 169. Mariorana 169. Marjolein 169. Mar'lieven 38.

Marobel 151.

Maroegie 151. Martelaren van Gorcum 71.

Marteunisje 199. Maskerbloem 23, 157. Maspraume 202.

Mas pruim 202.

Mast 184.

Mastbloem(en) 118. Mastboom 1, 2, 182, 184. Mastden 184. Mastellekens 150. Mastenboom 184. Masthout 181. Mastikkruid 70, 163. Mastoeche(n) 261. Mastoeskens 261. Mastoessen 261. Mastpruim 202. Mastspar 1, 182, 183, 184, Mastus 261.

Matboom 47.

Matekeerse 270. Matelieue 37.

Matelieve 37, 38. Mater(e) 65, 151. Materl'eloene 59, 60. Matervaal 118. Matron(al)en 118. Mattebies 229. Matteboom 47.

Mattegras 94.

Mattekruid 277. Mattenbies(en) 229, 230, Mattenlisch 229, 230. Matte(n)vlas 94. Mayzoetje 37. Mazagariboon 274.

Mecop 175.

Mecoppe 175.

Meddelen 9, 24, 120, 157. Mede 215.

Medecijnbloem 3.


308


MEDE — MISPEL.


MedekensbloeiP 275. Medeke(n)spalm 140.276 Medel(en) 24.

Medesuete 37.

Mee 215.

Meecrappe(n) 215. Meecruit 215.

Meed(e) 215. Meegdebezen 268. Meekop 175. Meekrap(pe) 215.

Meel 120.

Meelbloninietjes 70. Meelboom 273.

Meeld 63.

Meele 21, 32.

Meelen 15, 157. Meelgras 24, 120. Meelpame 275.

Meelraai 120.

Meelróai 120. Meelspiere 24. Meelzaad 51. Meelzoafjen 37. Meelzoet'ekens 38. Meelzoeten 38. Meelzutekens 38. Mèèlzuunties 37.

Meer 19, 246.

Meeradic 70.

Meerbi'es 229. Meerbladen 164. Meerblat 164, 165. Meerbloem 95. Meerbolle 164, 165. Meerc.woriel 70. Meerdistel 96. Meerdistelen 80, 256. Meeredik 70.

Meerflet 61. Meergladiolus 143. Meerik 70.

Meerkruid 89, 116. Meerkruisdistel 96. Meerlinsen 137. Meerlynsen 137. Meerradec 70. Meerradic 70. Meerradijs 70., M«erredic 70. Meerschbloem 50. Meerschbloemekens 38. Meerschboterbloem 50. Meerschkattestaart 93. Meerschkrakke 136. Meerschnoot 57. Meerschratels 11. Meerschzulker 219. Mèèrtbleumkes 106. Meerteiibloemen 198. Meertsbloeme 229. Meerviolier 61. Meerwortel 96, 197. Meêsblomkes 38. Meesterbloem 64. Meeuwinde 145. Meewortel 197.

Meete 127. Meezoetekens 38.

Mei 21, 79.

Meiblad 149. Meibleumkes 37. Meibloeisel 87. Meibloem(en) 37, 72, 73, 79. 149, 189, 249. Meibloemboom 70. Meibloemekens 37. 73. Meibloemenboom 79. Meibloempje(n) 37. Meibloemtje 38.


Mei blom 73. Meiblomme(ke) 73. Meiblummekes 73 Meiboom 33, 63, 79,213. Meide 21.

Meidoorn 79.

Meidrank 31.

Meie 32.

Meielievekens 38. Meien 63.

Meierbloern 109, 250. Meierkruid 109. Meikarsen 201. Meikarsse 201.

Meikers 200, 201. Meiklavers 226. Meiklokjes 72. Meiklokskens 73. Meiknollen 44. Meikoppen 175. Meikruid 31.

Meilaar 203.

Meilelie 72.

Meilelietje 72. Meilievekes 38. Meiolderbei(en) 130. Meiroos 273. Meirozelaar 273. Meisjes en jongens 136. Meisjestrouw 2^71. Meiskenspalm 140. Meitakken 79.

Meijen 79.

Meizaadje 37. Meizeutj'e(s) 37, 38. Meizientjes 38. Meizitekes 38. Meiziètjes 38. Meizodjes 38. Meizce(n)tje 37. Meizoetekens 38. Meizoompje 37. Meizöntje 37.

Meizötjés 37. Meizuivertje 37. Meizuuntje 37.

Mei 32, 63.

Melcdistel 241. Melckcruydt 112. Melckkriiyd 112. Melckweije 241, 243. Melckwiet 242. Melcwiet 241. Meld(e)32, 33,62, 63,191. Melden 63.

Meldestele 242.

Melielje 37. •

Melietke 37. Melilote(nklaver) 154. Melkbladen 250. Melkbloem 20, 106, 132, 138. 250, 257. Melkbloemetje(s) 37. Melkdestele 242. Melkdiesel 242. Melkdistel 69, 237, 241, 212, 250.

Melkeppe 178. Melkhittel 132, 133. Melkjeskruid 98. Melkkruid 30, 98, 112, 125, 189, 241. Melknetel 132, 133. Melknettel 133. Melknittel 132, 133. Melkplaat 242, 255. Melkplant 251.

Melkriet 241, 242, 250. Melksla 158. Melkstammen 241.


Melksugers 132. Mclktengel 133. Melktingel 133. Melkwee 242.

Melkwei 242.

Melkwied 98, 212, 250, 251.

Melkwiet 241, 212. Melkwietsel 250. Melkwit(sel) 250. Melkwortel 20. Melkwijd 241, 242. Melkwijt 250. Melkzoeger 132. Melkzuiger 113.

Melle 33.

Mellenspiers 21. Mellewijt 241, 212. Meloen(en) 80.

Melopijn 175.

Melote 152.

Melotte 257.

Melotten 154.

Melt 32, 63, 64.

Meluw 32.

Memmekens 133, 145. Memmekensbloem 145. Memmekenscruydt 144. Memmekenskruid 144, 145.

Memmekeskruid 145. Memmen 145. MeiDmenkruid 133. Memmetjeskruid 145. Memzuigers 145. Menghe 98. Mengzaaderwten 275. Menisoenkruid 114. Menistezindelijkheid 228.

Menistezusjes 228. Mennekenskruid 144, 145.

Mennekersstaar 179. Mennisteschoonheid 228.

Mennistezindelijkheid

228.

Mennistezusjes 228. Menschenvet 95. Ment(e) 154.

Mentekruid 154. Mentha{kroet) 154, 155. Menthe 154.

Meradic 70. Merbelane(n) 202. Mercuriaal 156. Mercuriael 156. Merdellewortel 219. Merekespalm 140, 276. Merèle 201.

Mereleer 105.

Merelle 201.

Merellen 201. Merikbies 229. Mèrminrank 74. Memos’ 257. Merrebloem 202. Merriebloem 76. Merwortel 96. Mèrzeudje 37.

Mes 140.

Mespel(are) 156. Mespelboom 156. Mespeleer 156. Mespele(r) 156. Mespelere 156.

Mespels 156.

Mesthooi 166. Mestuskes 261.


Metel 24.

Meteli(e)ve 37. Metsutbloeme 37. Mettelieve 37.

Metuintje 199. Meulekens 133. Meulenaarsteukte 497. Meunt 154.

Meur(e) 247. Meuttekensklaver 171. Mexicanen 71. Meybloem(k)er)(s) 73. Meydoorne 79.

Meyen 63.

Meyenbloemkens 73. Meyer 63.

Meyeraen 169.

Mezereon 84.

Mezéréum 81. Mezerieboom(pje) 81. Mezeroenboom 84. Meziebeen 34.

Mezuutjes 38.

Michel 8.

Middagschoone 169. Middelmuer 271. Middelscabieuse 228. Middelwechbree 188. Miede 215.

Miedeblom 70. Mieketonneke 198. Miëkrap 215.

Miemele 210.

Miemelen 212.

Miemere 212.

Mier 171, 244, 246. Mierbraam 214.

Miere 244, 246, 247. Mieredik 70. ‘

Mieregras 101. Mierekruid 247. Miereneieren 143. Mierik 70, 138. Mierik(s)wortel 70. Miering 247.

Mierre 246.

Mierslaan 202.

Mierzaad 246. Mierzelaan 202. Miespelboom 156. Miezetekes 38. Mikerwten 273.

Mikke 273.

Mil 173.

Milaneescbe rijst 122. Milde 32, 33, 63. Milie(saet) 173.

Mille 33, 173.

Millezaad 173. Millelblium 3.

Millich 134.

Millie 173.

Milote 152.

Milt 63, 173.

Miltkruid 31, 41, 190,230. Minck'jsers 256. Minkijzers 256.

Mint(ê) 154. 155. Minthekruid 154. Minthje 154. Mirabel(pruim) 202.

Mir bellen 202.

Miredich 70.

Mirradick 70. Mirre(kervel) 160, Mirtebeziën 267. Miserieboom(pje) 84. Mispel(aar) 156. Mispelare 156. Mispelbeam 156.


MISPEL — NAAKTE


309


Mispelboom 156. Mispele 156.

Mispeleer 156.

Mispelen 156. Mispeler(e) 156. Mispunt 156. Mistel(boom) 277. Mistelstruik 277. Misteltak 217. Mizbloemekes 38. Mizeriebomke 84. Mizerieboonike{n) 84. Mizlelie 165.

Mizratel 11.

Mjirre 247.

Móane 175.

Moankop 175.

Moarke(n) 94. Moatbloramen 164. Mobelen 267. Modderbrandnetel 245. Modderkwaad 63. Modderpoten 235. Moedercruy{d)t 65. Moederkeskruid 65. Moederkruid 65, 151. Moeder Mariadistel 237. Moedernaakte(n) 71. Moederplant 233. Moedersiaschjes 53. Moeder van duist(kin- ders) 228.

Moeërbes 158.

Moejnt 154. Moelentrekkers 203. Moenebeze 268. Moent(j) 154.

Moer(en) 94, 247. Moerasaloë 247. Moerasandoorn 215. Moerasandij vie 235, Moerasasclikruid 235. Moerasbies 116. Moerasbloedoog 72. Moerasdistel 69, 243. Moerasdroogbloem 115. Moerasduizendblad 3. Moeraseppe 24. Moerasgal igaan 69. Moerasgras 55. Moerashelmkruid 2ó1. Moerashertshooi 123. Moeraskartelblad 176. Moeraskers 162. >Ioerasliefke 116. Moerasmelkdistel 212. Moeraspaardestaart 92. Moerasraket 35. Moerasspir(a)ea 364. Moerasspringzaad 125. ^Ioerasstreepzaad 80. Moerasvederdistel 69. Moerasvergeetmijnietie 159.

Moerasvijl'blad 72. Moeraswalstroo 109. Moeraswederik 148. Moeraswortel 91 Moeraszoutgras 258. Moerbei(boom) 158. Moerbeier 268. Moerbes(iën) 158. Moerbesienboom 158. Nloerbey(e) 158. Moerbeyer 158. Moerbezen 268. Moerbèzeboom 158. Moerbezem 158. Moerbezie(boom) 158. Moerbizzemen 268.


Moer(debeien)boom 151 Moere 158, 217. Moerebaie 158. Moerebeier 268.

Moerel 201.

Moeren 84. 85, 94, 176. Moes 13, 43.

Moesch 43.

Moesdistel 69. Moeskervel 22, Moeskool 43.

Moeskruid 22, 39. Moeslook 13. Moesmelkdistel 242. Moesoor 159. Moespastinake 176. Moestuinnetel 266. Moeze 217.

Molïelboone 274. Moilëpijp 26,

Mohar 173. Moïzekeutels 233. Molbei 267.

Mol beren 267.

Molbèze 103.

Molboon 180, 274. Molekens 133, 161. Molentjes 76, 153. Molentjesdiel' 53. Molkdi'stel 241. Molkruid 98.

Mólkslikel 242. Molleboom 274. Mollebout(gras) 15. Molleboutzaad 15. Mollekrieken 29. Mollenkruid 84, 99. Mollesala(ad) 251. Mollesalade 251. Mollesalaw 251. Mollesla, 251. Mollesteef t 15. Mollezaad 84.

Molm 150. Molmoesekroet 98. Moloogen 113.

Molplant 84.

Molroos 172.

Molsalou 251. Molskrieken 182. Molsla 67, 82, 250, 269. Molslaot 250.

Molstaart 15, 187. Mommel 150. Mondkruid 140. Moud(t)hout 140.

Moniks kappen 4. Monnebeier 215. Mönnekenkappen 3. Monnikskap 3, 4, 250. Monnikspruik 94.

Mooie meisjes 106, 160. Mooi kruid 98. Moorbes(ien) 158. Moorbèzen 158. Moorbezie 158.

Moore 176.

Mooren 84, 85, 91, 176. Moorke 91.

Moorkens 275.

Moos 43.

Mopjeskruid 40 Moppe 180.

Moppeboon 180, 274. Morbes(ie) 158, 267. More 85.

Morel 201.

Morelle(n) 201. Morelleboom 201. Morellekiëesj 201.


Moren 85. Morgendbloem 74. .Morgenstar 161, 169, 255.

Morgensteerntjes 71. Morgenster 160, 161,163, 169, 170, 255. Morgensternen 161. Morgensterretje 107. Morkens 176. Morke(top) 94. Moscovische den 184. Mosheide 90.

Mossed 237.

Mossel ken) 80. Mostaa(r)d 42, 237. Mostaardkruid 238. Mostaerd 237.

Mostaert 237. Mostartsaet 42.

Mosterd 42, 237. Mosterdkruid 237. Mosterdplant 42. Mosterdzaad 42, 88. Mostoi(r)d 237. Mostoo(r)d 237. Most(w)oid 237. Motdiesel 242.

— dissel 242.

— distel 242.

— gras 128.

— haar 128.

— hóar 128.

— iesel 242.

— iezel 241.

Motjegras 190.

Mot met biggen 189. Mot met bigjes 189. Motraai 181.

— róai 181.

Mottebeze 268.

— gras 190.

— kruid 31, 63. Motte met biggen 189. Mottenbloem 116.

— eruit 116.

— cruyt 117, 269

— gras 190.

— kruid 269.

— kruyd 269. Molijzel 242. Mounebeier 215.

Mous 43.

Mouwkruipertje 121. Muente 154.

Muer 247.

Muerkruyd 175, 247.

— peper(e) 232.

— ru(y)te 31. IMuggebeen 24, 34.

— bloem 8. .

Muggen 188. Muggenbeen 35.

— kruid 191.

— orchis 115. Muggepoot 24.

Muguet 31.

Muide 21.

Muilkens 23, 48. Muiltjes 4.

Muisdoorn 160.

— oere 119.

— oogskens 272.

— oor 159.

— oore 119.

Muize 121.

Muizebloemekens 159.

— gerst 121.

— keutels 233.

— küorn 1 14.


Muizendoorn 125.

— gerst 121.

— hout 239.

Muizen met staarten

136.

Muizenkoren 144.

— oor(en) 60, 119,

159, 248.

Muizestaart 159. Muldertje 79. Mummelkes 216. Munckskap(pe)kens 1. Munnikekap 3. Munnikenbladen 235. Munt(e) 154, 155. Muntekruid 154.

— pemen 155. Muntkruid 148.

Mupsel 156.

Murbes 158.

Mure 61, 247. Murenkers 53.

Murik 19, 247.

Muring 61, 247.

Murke 19.

Murre 19, 247. Mürreblom 61. Muskaatsalie 225. Muskuskaasjeskruid 150.

Muskuskruid 5, 155, 196. Muskusplant 5, 95, 150. Musschenbekhaver 34. Musschengras 189. Muskusreigersbek 95. Mutsje 48.

Muulbeer{boom) 158. Muulber(e) 158.

Muur 16, 247.

Muurbeuk varen 181. Muurblo(e)m 61, 62. Muure 247.

Muurgras 45. Muurhavikskruid 119. Muurkruid 19, 3l, 175, 247.

MuurleeuwenbekQe)!! 1 . Muurpeper 232. Muurruit(e) 31.

Muurt 247.

Muurvaren 31. Muurvetplant 232. Muurviolet 62. Muurviolier 61. Muurvlet 61.

Muurvlier 61. Muylbeer(e) 158. Mu'ylber(boom) 158. Muylbere 158. Muylbesie 158.

Muynte 154.

Muyr 247.

Muysenkoren 121. Muysen met steerten 57, 136.

Muysensieertken 159. Muysoore 119, 159. Itlüzekoarn 144. Müzenear 119. Myagrion 51.

Mijen 63.

Myredich 70. Myrtebezie 267.


N.

Naaktbloeier 71. Naakte begijnen 71. Naakte begijntjes 71.


310


NAAKTE — ONSBR.


Naakte daine(n) 71. Naakte eerste 107. Naakte eerstjes lOT. Naakte gerst 121. Naakte haver 45. Naakte juffer 71. Naakte jutfrouwen 71. Naakte jufirouwtjes 71. Naakte lathyrus 135. Naakte madam(ni)e- ke(n)s 71.

Naakte madam(m)en 71. Naakte mannen 71. Naakte mannetjes 107. Naalvte naarsjes 107. Naakte vrouwkens 71. Naakte wijfje(s) 107. Naakt juffertje 107. Naaktklierbloem 115. Naaktvaren 193.

Naakt mannetje 71,107. Naaktvaren 181. Naaldaar 235. Naaldekenskruid 229. Naaldekervel 229. Naaldekoker(s) 92. Naaldekruid 111. Naalde(n)koker 91, 92, 263.

Naalden (en spelden)229. Naaldkervel 229. Nachtbloem 166. Nachtcrocke 273. Nachtegaalskruid 22. Nacht en dagjes 277. Nachtflieren 118. Nachtkaars 166, 209, 270.

Nachtkeers 166. Nachtlichtje 41. Nachtorch'is 188. Naclitpitje 41. Nachtpities 166. Nachtsca 238. Nachtscade 238. 240. Nachtscadu(w)e 238. Nachtsüha(ai) 240. Nachtschaal 240. Nachtschade 33, 238, 240.

Nachtschaede 238. Nachtschaelje 210. Nachtschau 240. Nachtschoone 166. Nachtschraal 113. Nachtviolier 118. Nachtviooltje 276. Nachiwicke 273. Nachtwikke 273, 275. Nader(e) 190.

Naderwort 190. Naderzaad 163. Naeghelbloeme 86. Naeghelkruyd 112. Naeldekervel 229. Nagelbloem 61, 85, 86, 87, 90, 119. 249. Nagel(blom) 249. Nagelhyacint 229. Nagelkruid 112, 148,

249.

Nagels 122. Nageltakken 122, 249. Nageltjes 70. Nagelwortel 112. Naghelcruit 112. Nakende aarsjes 107. Nakende bruidjes 169. Nakendeerskes 107. Nakendeerstjes 107,


Nakende mannetjes 80. Nakende mannetjes en vrouwtjes 107. Nakende meisjes 169. Nakende wiefkes 71, Nakeneersien 107. Nakeneerskes 107. Nakeneerstjes 107. Nakene mantsjes 107. Nakene meisjes 107. Nakene meiskes 107. Narcis 160, 161. Nasduszaad 163. Nascaye 240.

Nasscade 238.

Nasters 32 Natercruyt 148, 190. Naterkruid 190. Natertong(esken) 167. Natertougne 167. Naterwortel(e) 190. Nattertongen 167. Natterwortele 190. Navelcruyt 142. Navelkruid 123, 140, 142.

Negelantier 213, 214. Negelbloemen 8. Nègelblóme 61, 85, 87. Negelentier 214. Neghelbloeme 8.

Neitel 266.

Nêkene wijfkes 107. Neniefar 164, 165. Neppe 163.

Nepi(e) 163.

Nerink 238.

Neroos 231.

Ner(t 'pruim 209. Nertpruyni 209. Nespel(boom) 156. Netekruid 266.

Netel(e) 132, 133, 266. Neteldoekskens 189. Netelen 266. Netelhennep 108. Netelkruid 132, 26G. Nethéze 78.

Netle 266.

Nettel(kruid) 266, Neukeleer 128. Neusbloem 10. Neusjeprik 41.

Neut(e) 127. Neuteboom(e) 127, 128. Neutebooin 127, 128. Neutelaar 78.

Neutelare 128.

Neuteleer 127.

Neutelore 128. Neutenboom 127.

Neyte 163. r Nichel 8.

Nielen 69.

Niepen 79.

Niergras 258.

Niervaren 193. Nieskruid 91, 117, 208. Nieskruyd 117. Niespenboom 196. Nieswortel 117. Nieszaad 183.

Niètel 266.

Nigel 8, 163.

Nigella 8.

Nigelle 163.

Nimf kruid 160.

N immers til 44 Nip(pe) 163.

Nipt(e) 163.


Nittel(e) 266. Njirrekroed 167. Njirrekrüd 193, Njirretonge 167. Noakende wiefkes 107. Noenakke(n) 202. Noenbloem 80, 170. Noenluiker 80, 199. Noizenoteleire 78. Nokerboom 127, 128. Nokernoot 127, 128. Nokkenote(n)boom 128. Nokkerboom 128. Nokkesboom 78.

Noord kers 201. Noördkrieken 201. Noordsche boekweit 100.

Noordsche den 184.

— kermes 230.

— krieken 201. Noodsch look 14. Noorsche eschdoorn 2. Noormannen 172. Noorweegsche denne-

boom 182.

Noorweegsche spar 182. Noot 34, 127.

Noothoorn 128. Nootjeshaat 78.

Noot van Savoije 127. Nordkie(u)ze 201. Notbüom 128.

Note 34.

Noteboom 78, 127, 128. Notelaar 127, 128. Notelaer 128.

Notelare 128. Noteleer(e) 128. Noteleir(e) 128, Noteler(e) 128.

Noteltere 128.

Noten 136, 256. Notenboom 78, 127, 128. Noten in zakjes 72. Notte(boom) 127. Nourd(e)krieke(n) 201. Nozenoteleer 78.

Nuners 22.

Nunnekouse 199. Nutebeam 127. Nütekastanje 58.

Nyfel 156.

Nijmeegsche rapen 44. Nijvelboom 130.

O.

Oalbees 210. üalbèze(n) 210, 211. Oalkruud 154. Oalstiekel 247, Oaróabische knollen 42. Oat 34.

Odermeenge 7. üdermeinge 7. üderminghe 7. Odevaertsbeck 111. üdinskop 125.

Oefhlad 262. Oeghentroest 99.

Oele 175.

Oelekebloem 102. Oelkenblaadje 113. Oelsaet 175.

Oelst 125.

Óelzaad 175.

Oenye 12.

Üerhout 239. üesemoes 247,


Oeverbies 230. Oevergras 143. Oeverkruid 143. üeverriempjes 77. Oeverriet 181. Oeverzegge 56. Oeverzuring 218. Oezemoeze 247, Ogentroost 99. Oievaarsbek 95. Oievaertsbeck 111.

Oïk 206.

Okelaar 128.

Ok(el)er 128. Okernoot(boom) 127, 128. Okernotenboom 128. Okkeneuteboom 128- Okkenoteboom 128. Okkerneute 127. Okkerneuten 128. Okkernoot(boom) 128. Okkernote(n)boom 128. Okkernotelaar 128. Okkernotelare 128. Olberen 268.

01de wieven 274.

01de witten 161.

01de wivennötte 128. Olebloem 175. Oliebessen 211. Oliebloempje 123. Olieblommeke 123. Oliebosse(n) 175. Oliebussen 175. Oliegevende kool 42. Olieklossen 175. Oliekop 175.

Oliesuiers 175.

Oliet(t)e 175.

Oliezaad 42, 51, 175. Ollem 265.

Olie russchen 92.

Olm 79, 265.

Olmbéam 265.

Olmboom 265. 01me(n)boom 265. Olmkruid 265.

Olsem 28.

Olijfwilg 160. Omgebogen vetkruid 283.

Omgekeerde boon 33. Omgekeerde klissen 7. Omloop 74.

Onagra 166.

Onderaie 45.

Onderhaal 113. Onderhaag 6, 113. Onderhage 113. Onderhave 113.

Ondraaf 113. Ongansbloem 176. Ongelijkbladige water- ranonkel 36.

Onioen 13.

Oniuyn 13.

Onkelei 25.

Onkelreub 39. Onneblauwe 250. Onneblommen 249. Onneit 92.

Onrust 96.

Onschuld 25.

Onsdeel l5l.

Onser Heerenbaerdeken 198.

Onser Lieven Vrouwen bedstroo 254, Onservrouwen bedstroo 109, 254.


ONSBR — PANNE,


311


Onser vrouwen distel 237.

Onser Vrouwenmantel

10.

Ons heeren speerkruid 167.

Ons lieven heeren na- geltjes 54.

Onsrib 186.

Ontzwelkruid 94, 148.

Onverduldigkruid 125.

Onvertakte egelskop 244.

Onweersbloemen 127.

Onze Lieve Heeren druppelkesbloed 233.

Onze lieve Heerens hemdeke 74.

Onze lieve vrobloeme- ke(n)s 159.

Onze- Lieve- Vrouw(e) bedstroo 31, 109, 124, 232, 254.

Onze lieve vrouwbloem

204.

Onze lieve vrouwbloe- meke(n)s 159.

Onze lieve vrouwblom- meke(n)s 159.

Onze Lieve Vrouwdestle 237.

Onze-Ueve- Vrouwen wiegstroo 31.

Onze lieve vrouwe bood- schapbloempjes 158.

Onze lieve vrouwedis- tel 90, 237.

Onze lieve vrouwe handschoen 25, 87.

Onze lieve vrouwenvin- gerhoed 88.

Onzen lieven heere- traantjes 191, 228.

Onze lieve vrouwemelk

205.

Onze lieve vrouwe troonkruid 233.

Onzenhout 104.

Onzer vrouwedistel 237.

Onzer vrouwen bedt- stroo 254.

Onzer Vrouwenschoen- kens 115.

Onzer vrouwen speen- kruid 205.

Onze vrouwenvlas 142.

Onzer-Vrouwen wieg- stroo 31.

Oogenbruin 167.

Oog(en)klaar 62,99, 246.

Oogenkloar 62.

Oogenstekers 150.

Oogentroost 99, 27J.

Ooge(n)troostgras 61, 216.

Ooghecruyt 268, '269.

Ooghentroost 99.

Ooievaarsbek(ken) 95, 111, 229.

Ooievaarsbloem 47. 126.

Ooie vaarsbrood 126.

Ooievaarshak 192.

Ooievaarsneb 229.

Ooievaarstak 229.

Ooje 12.

Ookernoot 128.

Ool(saet) 175.

Oonzenhout 101.

Oorbelletjes 87.

üorlingen 29.


Oorlingkruid 29. Oorlingplante 29. Oorringen 251. Oorthaak 167. Oosterlucie 26, 77. Oosterlucey 26. Oosterlucye 26. Oostersche manna 11 1. Oostersche duizend- knoop 191.

Oost Indische boonen 180.

Oost Indische kers 261. Oost Imiische wait 278. Oost Indische weit 278. Oot(e) 34, 118.

Op 122.

Opellijn 151.

Open kruipgras 188. Opgaande wilg 222. Opgaand modderkwaad 63.

Opgaander 195.

Oplène 151.

Oppe 122.

Opperklaver 152. Oranjeappelkes 182. Oranjebloem 49. Oranjegierst 173.

Oranje havikskruid 119. Oranjelelie 140.

Orant 23, 24, 209. Orbelen 267.

Orchedee 168.

Orega 169.

Orego 169. Orgelbloemen 8. Orscoren 34.

Ort 34, 185.

Oryncruit 167. Oryncruijt 142. Osschentonghe 19. Ossebreke(r) 167. Ossekop 161. Ossenbreke(r) 167. Ossenoog 21, 64. Ossenstekel 69. Ossentong(e) 19. Ossentonghe 19. Ossenvleesch 94. Ossetong 19.

Osterlucie 26.

Ostruyts 26. üsuun 13.

Üte 34.

Oterlucie 26.

Oudeman 170. Oudemannekruid 154. Oudemansdumen 274. Oude roode wis 223. Oudmannetjeshout 239. Oude moeien 131 Oude vaarkens 261. Oude wijven 91, 274. Oude wijventoonen 274. Ouiyn 13.

Ouwblouw 59. Ouwdouw 33. üverblijvend bingel- kruid' 156.

Overvloed 232. Oyevaersbeck 111. Oyuyn 13.

Ozuün 13. üzwn 13.

P.

Paa(ien) 260.

Paam 47.


Paap 214, 227.

Paapjes 97.

Paardebies 229. Paardeblei 155. Paardebloem 64, 138, 250.

Paardebloemen 153, 251. Paardeblom 65. Paardeboon 274. Paardeboonen 180. Paardecirkel 218. Paardedistel 167. Paardegras 120.

Paarde hoef 262. Paardekastanje 7. Paardekiauw 262. Paaraeklaver 257. Paardenblel 154. Paardenbloem 64, 138, 249, 250.

Paardendistel 68, 96. Paarden en karretjes 3. Paardenkummel 22. Paardenlook 14. Paardensalade 250. Paardenstaart 195. Paardensurkel 218. Paardenvenkel 165. Paardenvoet 168.

Paard en wagen 4. Paardenwik 274. Paardepeeën 84. Paarderoos 172. Paardeserel 218, Paardesla 250. Paardestaart 91, 120, 149.

Paardestekel 69. Paardesul 218.

Paarde voetje 113. Paardevioletten 276. Paardezoethout 239. Paardezuring 217, 218. 219.

Paardezurkel 218, 219. Paardje 67. Paardsbloem 250. Paardsbloemen 153. Paardsroos 172. Paarebalsem 154. Paarlemoentjes 64. Paarooge 64.

Paarse anemoon 20. Paarse bolderik 76. Paarse doovenetel 133. Paarse klaver 152.

P£19(S 1.T7

Paaschbioem 20, 37, 38, 50, 54, 117, 160, 161, 169, 198, 199, 276. Paaschbloemekens 38. Paaschbloernpje 37. Paaschblorn 161. Paaschblomke(n)s 38. Pa(a)sch(e)bloeme 38. Pa(a)sch(e)bloemtje 38. Pa(a)sch(en)bloemtje 38. Paaschbrood 1 17. Paaschei 105.

Paasche lelies 161. Paaschhout 47, 223. l*aaschkeers 270. Paaschkeerse 88, Paaschkers 270. Paaschkèskes 158. Paaschklok 105. Paaschlelie 161. Paaschroosjes 198. Paaskebloem 161. Pach(ijeboom 177.


Padaan 262.

Padane 262.

Padde 105.

Paddebladen 178. Paddebloem(en) 3, 21. Paddegerek 137. Paddegeslijk 137. Paddegras' 128, 129. Paddegrasbloem 129. Paddekaatje 117. Paddekruid 115, 124. Paddemoedernaakte(n) 71.

Paddenbalsem 155. Paddendille 21. Paddendrek 137. Paddenvlas 142. Paddepisser 250. Padderusch 129. Paddetjes 118. Paddevaren 193, 204. Paddevlas 142. Paddevoet 207.

Padegès’ 188. Padikaatjes 118. Padrusken 129.

Pad uw a 203. Paepenhoed 97. Paerboom 185. Paerdeblom 138, 250. Paere 184.

Paereye 13. Paeschbloemen 146. Paetozen 240.

Paffers 88.

Pajengras 260, Palakkebloem 50. Paleye 48, 155. Paliiiggraten 121. Palingkruid 36, 169. Palingskruid 48. Palingsranke 113. Palioen 254.

Pallema 47. Pallemenhout 47. Palleye 155.

Palm 47, 276.

Palma 47.

Palmbéamke 47. Palmbessen 267. Palmbloeme(ke)ns 276. Palmboeëm 47. Palmboom(kel 47, 130. Palmboompje 47.

Palme 47.

Palmeleire 47.^

Pal menboom 47. Palmlletten 276. Palmhaait 47.

Palmfhjót 47.

Palmhout 47. Palmstruik 47.

Palmij 47, 276. Pame(boom) 4 7. Pameele 121 .

Parnpoen 81.

Pandbloem 65.

Panen 259.

Panickkoren 173. Panikcoren 173. Panikgras 172, 173. Panikkoren 172, 173. Pannekoeken 37, 41,161, 193, 198.

Pannekoekenbloem 61. Pannekoekenbleumkes

198.

Panne koekje 199. Pannekoekjes 32, 198,

199.


312


PAN— PERB.


Pantoffelenbloem 48. Pantott'el{en)kruid 48. Pantoftelliout 205. Pantoffel plant 49 Pantotteltje 25, 49. Pantulïelkes 49.

Panijs 173. Paoschblomen 161. Papassen van Peru 210. Papaver 173, 175. Papaveritje 174. Papbies 129, Papbieze(ni) 129,

Pape 214, 227. Papebloemenkruid 251. Papecruyt 251. Pa[)egaa’ienkruid 17. Papekloot 98.

Pape kraaltjes 158. Papenkrallen 158. Papekul 170, 214, 240. Papekullenhout 97. Papekullekens 29, 30, 214, 233.

Papel 149.

Papelaer 194.

Papel are 194.

Papeleert 194. Papelioen(e) 194. Papelione 191. Papeaioesjkes 97. Papemutsjes 214.

Papen 170.

Papenblad 250. Papenbladt 251. Papenbloemen 250. Papenbloemenkruid25 1 , Papencruut 251. Papencruyt 251. Papencullen 29, 233. Papeneuren 11. Papenhoed 97. Pape(n)hout 97. Papenklooten 102. Papenkruid 250. Papenkruyd 251. Papenkullekens 29.214. Papenkul(l)en 29, 97. Papenkwaad 190. Pape(n)muts(enj 4, 97. Pape(n)mutsenhout 97. Papenpint 29. Papenstoelen 250. Papenteers 29. Papermutsjes 214. Papierbloem 116. Papiere blommen 116. Papieren blommetjes 56.

Paplio(e)n(e) 194. Papoen 81.

Pappeblaars 262. Pappeblaren 150. Pappelcruut 149. Pappele 149.

Pappel 149, 150. 191. Pappelboom 194. Pappelio(e)n(e) 194. Pappelmeie 240.

Pappel s 150, 241. Pappelte 150, Pappezoegers 132. Papsoege(rs) 141, 145. Papsügers 145.

Par 185.

Parapluutje(s) 41, 73, 139.

Parbeam 185. Parbéamswortel 190. Pardeke 149.


Pardelle 219. Pardi(c)ke 149. Pare(n)boom 185. Pereele 219.

Parei(de) 13.

Pareie 13.

Pareye 13.

Parelbloem 184. Parelkruid 142. Parelzaad 142.

Paret 13.

Parille 219.

Pariskruid 175. Parklelie 169. Parnaskruid 176. Parnassusgras 176. Parraa 13.

Parrè 13.

Parrebeam 185. Parreeë 13.

Parrei(d)(e) 13.

Parret 13.

Parreijde 13.

Parroj 13.

Parry 13.

Pars lijn 178. Partbladeren 218. Partunniënpol 172. Party(c)ke 149.

Pari je 13.

Parijskruid 175.

Parzik 177, Paschenblomtje 38. Passenokels 176. Passieklaver 152. Pass’lên 196.

Passijntje 277.

Pastel 127.

Pastelain 196. Pastenake(l) 176. Pastenaken 176. Pastenokel(en) 176. Pasternake(l) 176. Pasternaken 176. Pastina(a)k 176. Pastinake(l) 176. Pastinaken 85, 176. Pastoorsboom 97, 195. Pastoorsgers 27. Pastoorshagen 252. Pastoorshout 195. Pasijntje 277 Patakkers 241. Patakon 124. Patappelen 241.

Patat 241.

Patate 240. Patatenbloem 244. Patatenkruid 240. Patater(sj 240, 241. Patatt'^n 240, 241. Patatteren 241. Patattertjes 240. Paternaken 85. Paternostersbollen- kruid 150.

Paternosterskruid 150. Paters 212. Patersblaren 249. Paterskap(pen) 4, 261. Fatersknoppen 59. Patersstok 219. Patetten 241.

Patich 217.

Patig 219.

Patik 219.

Patiiiaasjes 118. Patoërs 241.

Pattotters 211. Patounie 172,


Fatrasse 40.

Fatrassen 241. Patryskruid 166.

Paurn 47.

Pauwegerst 122. Pazelaar 177. Pazenboorn 177. Pêcheboom 177. Pêchelare 177. Pêcheliere 177. Pèchenboom 177. Pèchieboom 177. Peckboom 182. Peckdennenboom 182. Pedercelle 178. Pederselle 178. Pedersiüe 178.

Pee 8, 9, 39, 67. 81, 85, 120, 260.

Peeën 8, 9, 84, 85, 259, Peën 120.

Peem 259, 260. Peemgras 45.

Peemnien 260.

Peen 39, 84, 85. Peeneblad 164.

Peenen 260.

Peengras 260.

Peer 181, 185. Peerboom 185, Peerdbalsem 29. Peerdbloeme 153. Peerdebies 129. Peerdebieze(m) 129. Peerdeblei 155. Peerdebloem 65, 250, 251.

Peerdeblom 250. Peerdeboon 274. Peerdeboonkens 274. Peerdedistel 167. Peerdeklaver 257. Peerdekoole 43, Peerdendistel 167. Peerdenklaver 257. Peerdenwortel 218, 219. Peerdenzurkel 218, 219. Peerdesteert 91, 92. Peerdesulker 218, 219. Peerdesurkel 218, 219. Peerde(n)toppen 65. Peerdevoet 164, 165. Peerdeweepen 79. Peerdewortel 84, 176. 218. 219.

Peerdezuring 219. Peerdezurkel 218, 219. Peerdic(k) 149, 217. Peerdig 219.

Peerdik 218, 219. Peerdsblei 155. Peerdsbloeme 65. Peerdsboon 179. Peerdsho(e)ve 262. Peerdsklauwe 262. Peerdsknoppen 65, Peerdsoogen 65, Peerdsrozen 172. Peerdspee 218, 219. Peerdsteert 120. Peerdtsbloemen 251, Peerelcruyt 143. Peereler 185.

Peeren 185.

Peerka 121.

Peerko 124.

Peerkoole 43.

Peerkum 123.

Peer laar 185 Peerlencruyt 143.


Peerlere 185. Peërnboom 185. Peersbloem 153. Peerscheboom 177, Peersche corenbloemen 8.

Peersenboom 177. Peertsblnemen 153. Peertsolauvve 262. Peert(s)steert 91. Pees(e) 177, 260. Peèsjserel 218.

Peetsj bloem 250. Peetsje 177.

Peggè 260.

Peggen hout 104.

Pei(en) 260.

Peiengras 260.

Peikens 85.

Peingras 260,

Peireleire 185.

Peisje 177.

Peitersijn 178. Pekboom 182.

Pekkè 130.

Pekspar 182.

Pelaan 188.

Pelerwten 185.

Pelioen 254.

Peme(n) 260.

Pemie 260.

Pene(n) 85, 260. Pengras 260. Pennenholt 97. Penninckbloemen 146. Penninckcruyt 148. Penninckkruyd 148. Penningblad 148, Penningen 146. Penningkruid 148. Penningkrüd 148. Penseebloem 277.

Peoen 172.

Peonie 172.

Pepaver 175.

Peper 229. Pèperbeumken 84. Pèperbeumpke 84. Peperboom(pje) 84. Pepercruut 70, 138. Pepercruyt 138. Péperemuut 155. Peperkers 138. Peperkruid 70, 138. Peperment 155. Peperminte 155. Pepermintskruid 155. Pepermoejnt 155. Pepermunt! kruid) 155. Peperradic 70. Peperredic 70. Peperwortel 70. Pèpkeutels 273.

Peplis 177.

Peplus 99.

Pepoen 81.

Peppel 149,193, 191, 195. Peppelboom 193, 195. Peppele(boom) 193. Peppelenboom 194. Perboom 185. Percbloemekens 73. Percblomen 73. Percheprincesse(n) 181. Perdelle 219. Perdezuring 217, 218. Perdezurkel 2l8, 219. Pêrdserel 218. Perdsroos 172. Pere(boom) 185.


Pèredistel 167.

Peröi 13.

Pereko 124.

Perekoole 43.

Perelaar 185.

Perelaer 185.

Perelare 185.

Pereleer 185.

Pereler 185 Perelgras 157. Perelkens 158. Perelthee 143.

Perepote 185.

Pericamp 124. Perico(m) 124. Perkeboom 177. Perkel(boom) 177. Perker 177.

Perkoboom 200. Perlenkruyd 143. Perreboom 185.

Pers 177.

Persalle 178. Perscheboom 177. Perschelaar 177. Perse(boom) 177. Perseboon(en) 180, 181. Persekeboom 177. Perseker(boom) 177. Persekruyd 192. Perselaar 177.

Perseler 177.

Perselie 178.

Perselle 178. Persencruyt 192. Persenkruid 192. Persicboorn 177. Persickboom 177. Persic(k)cruit 192. Persickcruyt 192. Persickkruyd 192. Persik(eboom) 177. Perskerbooni 177. Persijl 178.

' Persijn 178.

Pertseboon 181. Pertsteert 91.

Pervange 276.

Perzen boom 177. Perzieboom 177,

Perzik 177. Perzikbladklokje 51. Perzik(e)boom 177. Perzikkebooiri 177. Perzikkruid 175, 191, 192.

Pèsblomme 251. Pescheboom 177. Peschelare 177 I^escheleire 177. Peschieboom 177. 1'èsenboom 177. Pèssebade 251. 1‘essebed 251.

Pessèlle 178.

Pessem 260. Pessenaken 176, Pesseboom 177. Pestblad 178.

Pestein 260.

Pestenaak 176. Pestenakel 176. Pestenaken 176. Pestilenciewortel 177. Pestilentiekruid 178. Pestilentiewortel 177, 178.

Pestkruid 178. Pestwortel 178. Petakkers 241.


PÈRE — PLOMP.


313


Petaten 210. petaterkruid 240. petaters 241. pelatoes 240. petatte(n) 241. peteiten 241. petercelle 178. Peterseelje 178. peterselie 178. Peterselievlier 226. Peterseliewortel 178. Peterselie 178. Petersely van de zee 32. petersilie 178. petersil(le) 178. petersleutel 199. petersijn 178. petetten 241. petetters 240. peteunikus 199. petoasen 240, petoaten 240, petoeters 241, petoten 241. petoters 241. petotters 241, petrecelle 178. petreselle 178. petresille 178. petteme(nj 260. peul 185. peupel 194. peyrboom 185. pêze{n) 260. pèzeboom 177. pèzeboum 177. pêzeleer 177. pézelere 177. pèzemboom 177. pêzerik(boom) 177. pèzerikkenboom 177. pezzeleer 177, phaisantenoog 5. phalangium 179. Phlipiene 146. philippineu 146. phoebus 192.

Phoenix 144. Piadsdissel 167. Piadsroze 172. Piaseleboom 177. Pidden 129.

Pidder 129.

Pièdsrozen 172. Pieèzeboom 177.

Piëetsj 177. Piekerboom 79, 125. Piekgras 113.

Pielaan 188.

Pielepooi 263. Pielengroen 137. Pielhout 104.

Pielkroet 186. Pienksterblommen 207. Pienning 172.

Piepappel 240.

Piepel 240.

Pièpelèr 195.

Piepeling 261.

Pieper 189.

Pieperaaien 157. Pieperkens 73. Pieperloof 22.

Piepers 22, 181, 240. Piepertje 72. Piepieshaar 147, Piepkroed 7, 61. Pieplook 14.

Pièreboom 185. Pierenkruid 65.


pierenkruud 65. pierewortel 176, pLerik 177. '

pierse(nboom) 177. piesappeltje 241. pièseleboom 177. pieselle 178. piespotje 74. piespotjes 52. pietekol 207. Pieterseelje 178. pieterselie 178. pieterselie 178. Pietersil(le) 178. piet Haneboonen 180. piet Heinboonen 180. piïpkrüd 22. pik 131.

Pikane 125. Pikblommetjes 236. Pikboom 182 Pikrusken 128. Pikrusschen 128.

Piksla 131.

Pilaan 2, 188.

Pilekrüd 220.

Piljoen 254.

Pilkruid 183. Pillenkruid 183. Pillioen 254.

Pilvaren 183. piment 63.

Pimpenelle 198. Pimpernel 183, 198. Pimpernelle 198. Pimpernelroosken 214, Pimpinel(le) 198. Pimpinelroosje 214. Pimpoele 267.

Pinien 182. Pinkerbloem 250. Pinksterbloem 37. 50, 54, 59, 64, 65, 76, 105, 122. 126, 153, 161, 168, 198, 206, 207, 208, 227, 251.

Pinksterbloemen 61. Pinksterblom 54, 168, 249.

Pinksterblomen 122. Pinksterblommen 102, 162, 206.

pinksterbloum 54. Pinksterlelie 161. pinksterleus 126. FMnksternagel 169. Pinksternak(el) 176. Pinksternaken 176. Pinksterroos 172 pinnekenshout 97, 104. pinnenhout 104. Pinpene(e)l 198. Pinpoele 207. Pinsternake 176. Pinsternakel 176.

Pin zaadje 51.

Pioen(e) 172.

Pioenroos 172. I^ioenrozen 172. Piönnigen 172.

Pionten 157.

Piotetet(t)e 135, Pip(blóme) 26.

1‘ipenelle 198. Pipenpörkers 157. Piperbéamke 84. Pipermint 155. Piperwoartel 70. Pipetrochstekkers 157. Pipioenen 172.


piramide 1. piramideboom 182. pirdesuurkel(e) 218, 219. Pirken 177.

Pirkse 177.

Pirrei 13.

Pirrek 177.

Pirrelkes 158. Pirseboonen 181. Pisbloem 251. Pisblom(me) 251. Pisbloom 250.

Pis in ’t bed 250. Pisplanten 251. Pisp(w)oir 14.

Pispot 74.

Pispotjes 60, 73, 74. Pispottekens 74. Pissebed(den) 250. Pissebloem 67, 119, 124, 138, 250.

Pisseblomme 251. Pissesalade 251, Pissesla 251. Pistnankel 176. Pistoolkens 110. Pitbies 129.

Piiotten 241.

Pitrusch 129.

Plaan 2, 188. 255. Plaanboom 188.

Plaat 251, 255. Pladerboom 2, 188. Plaenboom 188.

Plame 212.

Planapboom 78. Planappe 2, 78.

Plane 188.

Planeboom 2, Planekruid 255. Plantaan 188. plantein 186, 187. Plantgeranium 112. planikervel 160, Plantrapen 42. Plataan(boom) 188. Plataen 188.

Platanaria 244.

Platane 188, platanus 188.

Plate 251, 255.

Platgras 173, 236. Platsaed 192.

Platsied 192.

platte boon(en) 180, 274.

Platte erwt 273,

Platte erwten 135. Platte krodde 192. Platte p(i)eter(s) 274, Platters 250.

Platvoet 187, 191, 192. Platzaad 179, 192, Plaumgraas 24. Pledenerboom 188.

Plei 155.

Plekkrooid 109. Plekkruid 109. Plekskruud 109. Plekstroo 109. Plenappe 2, 78. Pleumkes 87.

Pleuskes 87.

Plioen 254.

Ploegen 220. Plo(e)mlewier 198, Ploemvairke 198. Plompe 165.

Plompen 164.

Plomper 263. IMompersigaren 263.


314


PLUIM — PURP,


F'luimakelei 252. Pluimakulei 252. Pluimbol 250. Pluimdevere 198. Pluime 24.

Pluimges’ 24. Pluimgierst 173. pluimgras 24, 82, 188. Pluimhaver 34. Pluimken(s) 87. pluim(e)kes 87. pluimpje 250. pluimnet(gras) 48. Pluimsteert 24. Pluimvaren 171.

Pluis 263.

Pluisjes 94, 235. Pluiskens 87. Pluiskruid 235. Plumelavèèren 198. Pluskes 87.

Pluskens 94. Pluumdeveeren 198. Pluurnkens 86. Pluumveiern 198.

Pluus 55, 95.

Pluusgras 94. Pluymkens 87. poapestoel 250. poapkul 220. poasblume 50. podebladen 178. poddebledden 178, 262. poddeblom 21. poddekrüd 21. poeët 85. poefkens 248. poelgladiolus 143. poelraket 162. poelruit 252. 253. poepappel 240. poepekool 43. poepel 193. poepen 84. poepers 142. poepstaal 235. poêrhout 209. poerloo(c)k 13. poesjeCs) 94, 121, 257. poeskes 94.

Poezen 181.

Poezekens 24.

Poezekes 120.

Pofbeien 248.

Poezelein 196.

Poir 13.

Poïsblomme 161. Poïskeisse 270.

Polei 155.

Poley(e) 155. Poleykruyd 155. Polkabloem 65. Polkoogen 65.

Pollei 155.

Pölleke 198. Pollekooven 65.

Pollen 185.

Pollepiester 263. Polleije 155. Polm(boom) 47.

Pols(se) 263.

Polze 263.

Polzen 264.

Pombees 210. Pommel(stokken) 264. Pomp 165.

Pompappel 81. Pompbladen 164.

Pompe 165. Pompbla(ar) 164, 165.


Pompebladen 164, 165. Pompeblèdden 165. Pompebléd 164. Pompebloem 50, 164. Pompekruid 165. pompel(s) 263, 264. pompelbloem 165, pompelier(e) 193. pompen 22, 67, 165, pomper 164. pomperleute 165. pompers 165. pomperwortel 164. pompestaal 165. pompoelie  !65. pompoen 81, 264. pompom 67. pompon(s) 60, 67, 264. pompstokken 263. pomp wortel 84. ponge 271.

Poolsche manna 114. Poolsch grein 119, 230. Poolsch koren 114. Poor 13, 185.

Poorlo(o)c 13.

Poorlook 12, 13.

Pooten 84.

popel 193, 194, 195,229. popelaan 195. popelaer 194. popelair 193. popelare 194. popelboom 194, popeleer 194. popelenboom 194. popelier(boom) 194, 195. popelier-canada 195- popeliere 194. popeliervan Italiën 195. Popelioen 194, Popelwüge 194. Popelwillige 194. Popenkulen 29. Popenkultjes 29.

Poper 230.

Popilion 194.

Popkullen 97. Poppekast 231.

Poppel 193, 194. Pöppelboom 193. Poppelioen 194.

Poppen 23. Poppendoppies 97. Poppenkraaltjes 158. Poppenorchis 2, Poppenschoenen 4. Poppen zonder spoor 2. Poppeschoentjes 87. Popstaal 235.

Populaer 194.

Populare 194. Populier(boom) 193,194, 195.

Populion 194. Porceleine 196. Porceleyne 196, Porceleynkruyd 196. Porei 13,

Poreide 13.

I^oret 13.

Poreye 13 Porkelle 124.

Porlooc 13.

Porrei(e) 13.

Porret 13.

Porrey(d)e 13. Porreylook 13.

Pors(e) 160.

Porselaain 196.


Porseleinbloempje 228. Porselein(e) 196. Porseleinekruid 158 Porseleine-leguum 196. Porseleinen juffertjes 228.

Porseleintje(s) 228. Porselle 178. Porsellekruid 7, 61. Portelake 196. Portelbes(ien) 267, Portelbessen 267 Portelbezie 267. Portemonnee 49. Portemonnétjes 48. Portulake 196. Porzelaain 196.

Pos(se) 160.

Posselbes 160. Posselbos 160. PosCsellein 196.

Possem 160. Possemböskes 160. Post 160.

Postelein(e) 196. Postenakel 176. Posternake 176.

Potaat 241.

Potater 241.

Potbloem 87. Potblommen 87. Potheed 50. Potloodenhout 75. Potonnie 172,

Pototters 241.

Potrozen 172. Potscheute 87.

Potser 157. Pottagiecruit 43. Pottebezemhout 50. Potte bloem 87. Potteblomme 87, Pottekevol 232. Potterselie 178. Pottevuller 274. Pourceleine 196. Povermadammekens 7 1 . Pozelaan 196.

Praaie 13. Prachtanjelier 87. Prang(wortelj 166, 167. Prangwortele 166,

Prat 13.

Pratyke 149, Praum(e)boom 200, 202. Prei(e) 13.

Preilook 13.

Preiselbes 268. Prêmeleer 200. Prencessen 181.

Pret 13.

Preumeboom 200. Preumeleer 200. Preumeleir 200. Preumeli(e)r 200. Prey(look) 13.

Priem 170.

Priemst 277.

Prieur 254.

Pri(h)eul 254. Prikbladen 125. Prikkelbezeleer 80, Prikkelmelkwiet 241. Prikken 44, 224. Prikketakjes 130. Prikmadam 232, 233. Prikneusje 8. Prikneusjes 41.

Pri kneuzen 41. Prikswiethout 114.


Primula 198.

Primula veris 198, 199. Princeskes 181. Princesijes 181. Prinseboon 180. Prinsenkrop 131. Prinseskens 181, Prinsessebéantjes 180. Prinsesseboon 180. Prinsesseboontjes 181. Prinsessen 181. Processieplant 140. Proeëmeboom 200. Proem(e) 202. Proemeboom 200, Proemeboum 202. Professerskruid 90. Prollen 134. Prom(béam) 202. Prommebéam 202. Pronkbéan(e; 180. Pronk(e)boon(en) 180. Pronkelboonen 180. Pronker 80. 180, 274, Pronkers 180.

Proppen 15.

Propstaal 235. Provinseroos 214. Pruim(boom) 200, 202. Pruimdoren 203 Pruimeboom 202. Pruimelaar 202. Pruimelare 200. Pruimeleer 200, 202, Pruimelère 200. Pruineboom 202. Pruister 117. Prukomstelen 85. Prüme 200.

Prümebéam 202, Prumeboom 200, 202. Prumelaar 200. Prumelare 202. Prumelaviezen 198. Prumelere 202. Prumerboom 202. Pruppen 15.

Pruum 202.

Pruuster 117. Pruymboom 202. Pruymelere 202. Pruymen 202. Puerlo(o)c 13.

Pui(en) 260.

Puibloem 54. Puidekrniper 45. Puilepels 11.

Puimen 260.

Puin 260.

Puinen 51, 170, 260. f^uingras 260.

Puin oogjes 271 . Puipelèr 191, 195. Puirek 137.

Puitebloem 20, Puit(j)emoedernaakte71. Puitenoogskens 244. Pul(l)egium 155.

Pulleye 155.

Puntklaver 129, Puntkroos 137.

Püpelier 194. Purgeerdoorn 119. Purgeerende zeekool 75. Purgeervlas 142. Purpere beuk 101, Purperen doovenetel 133.

Purperen doovetingel 133.


PURP — RIET.


315


Purperwederik 149. Purperwinde 179. Purreye 13. Purzikeboom 177. Putebloem 35. Puteblome 113. Puteblomnie 36. Putenbloem 168. Putenoogje(s) 271. F'utterdislel 69.

Putereil 137. Putterstekel 69. puun 6. puuoogje 205. Puutenbloonien 77. puutoogje 41.

Pwoir 13.

Pijlblad 220.

Pijlbloem 220. pijl boom 104.

Pijlholt 104.

Pijlhout 104.

Pijl toen 254. Pijlioenroos 172. Pijljoen 254.

Pijlkekrüd 220. Pijlkruid 220.

PijTaheit 104. Pijlspork 104. Pijlstaartwortel 16. Pijinboom 184.

Pijn 135, 184. Pijnappelboom 184. Pijnbladige wolfs- klauw 148.

Pijnboom 1, 182, 184. Pijnen 260.

Pijnkruyd 68.

Pijoen 1 72.

Pijp 26. l^ijpbloem 26. Pijpdoorstekers 157. Pijpekens 161. Pijpekop 26, 87. Pijpenhengst 157. Pijpenkeuiers 157. Pijpenkruid 269. Pijpenkuischers 157. Pijpenreumers 157. Pijpenrijders 157. Pijpestrootjes 157. Pi'jpgroen 22. Pijpliermoes 92. Pijpkens 115. Pijpkeskruid 26. Pijpkruid 22,72,92, 165, 176.

Pijplook 14.

Pij praaien 157. Pijpschoonmakers 157. Pijpsteelhout 75. Pijptorkruid 166. Pijramied 252.

Q.

Qualster 243. Queappelboom 82. Que(boom) 82. Quedenboom 82. Quee(boom) 82.

Quendel 254. Quepeerboom 82. Querijnskruid 262.

R.

Raai 10, 11, 108, 263. Raaigras 27, 143. Raamsch 277.


Raap 42, 44. Raapbloem 112. Raapknollen 42. Raapkollen 44. Raapkool 42, 43, 44. Raapkulen 44. Raapselderij 25. Raapstelen 44. Raapzaad 42, 43, 44. Raat 10, 11.

Rabarber 209.

Rabérber 209. Raboordie 263.

Radaais 208.

Rade 8.

Radès(kes) 208. Radies(kes) 208. Radizebeamke 248. Radijs 208. Radijsbéamke 248. Radijsboompje 248. Radijskool 44.

Rad ij ze 208.

Raeigèrs 143.

Raepe 44.

Raepsie(d) 44.

Raineva 196.

Raket 48, 238.

Rakette 95. Rakettekruid 162. Ramanats 208. Rambasjes 104. Rambes 209.

Ramelas 208. Ramelat(s) 208. Ramenaads 208. Ramenache 208. Ramenas(t) 208. Ramenats 208. Ramenets 208. Rameoijts 208. Ramerats(e) 208. Rammelaar 10, 72. Rammela(t)s 208. Rammelatte 208. Rammelkorven 231. Rammenas 208 Ram(me;ratse 208. Randeren 40. Randjesbloem 25. Randpalra 47.

Rand varen 204.

Randijs 208.

Randijze 208.

Ranke 74, 122.

Ranken 74, 116.145, 191, 276.

Rankende helmbloem 77.

Rankende steenbreke 228.

Rankers 109.

Ranonkel 102, 206, 207. Rape(n) 42, 44. Rapestelen 44.

Rapier 42. Raponce(le)(n) 52. Raponsje 52. 182. Rappebloem 20. Rappekruid 20. Rapunzel 182. Rapunzelklokje 52. Rask 128.

Ratabaga 42.

Ratel 10, 142, 153, 176, 195.

Ratelaar 10, 11, 194, 195. Ratelabeel 195.

Rateleer 196. Rateleerkens 11.


Ratelen 10, 11.

Rateler 195.

Ratelpopel 195, 196. Ratelpopulier 193, 196. Ratel(s) 11.

Rattekraud 99. Rattekroet 98. Rattekruid 99. Rattel(bel) 10.

Ratten 8.

Rattesteert(en) 16, 92, 181.

Rattesteertkens 128. Rauenvoet 76.

Raupe 42.

Ravenvoet 76, 186. Reade bei 212.

Réade eagetreast 99. Réade heidebei 268. Réade klaver 257. Réade koal 43.

Reade kornoelje 75. Reade muur 19.

Réade pinksterbloem 76. Reade wortel 84. Réamelt 63. Readsckonk 192. Réaskonk 192, 217. Rebarber 209.

Rebbe(n) 187.

Reberber 209. Rebessels 212.

Rechte beukvaren 181. Rechtlip 118.

Rechtop 195.

Reddick 208.

Keddigh 208.

Redies 208.

Reds 192.

Reebes 212. Reeboekweit 100.

Reed 181.

Reedsel 192.

Reek 191, 192. Reekplant 192. Reemsche neut 78. Régelote(n) 202. Regenote(n) 202.

Reid 181.

Reidroas 74.

Reie 188.

Reigersbek 95, 111. Reigres 143.

Reinboïd 66. Reindersknopjes 40. Reindersknoppen 65. Reine claude 202. Reinette 265.

Reinevaar 3. 65, 197. Reinevane 66. Reinevaren 66, 197. Reingaart 66.

Reinvaar 32, 193, 204. Reinvaart 66.

Reinvane 66. Reinva(r)en 66. Reinvoïd 66. Reistaschjes 87.

Reit 36.

Rekop 239.

Remantel 18.

Reng 191.

Rengbol 66. Rengelote(n) 202. Renghelbloetiie 49. Renonkel 206- Rens 223.

Renunkes 75.

Renvaar 66.

Renvaren 66.


Requette 162.

Reseda 209.

Resida 209.

Resip 209.

Resk 128.

Retse 190, 191.

Reuben 42, 44.

Reufseed 44.

Reukela 199. Reukelooze kamille 151. Reukgras 22.

Reukhout 202.

Reulink 235.

Reumerkes 74 Reunonkels 206. Reurkruid 102.

Reuskes van Egypte 209. Reut 137.

Reutelaar 196.

Reutels 10.

Reuts 192.

Reuve 44.

Reuwe 82. Reuzenklaver 154. Reuzenspurrie 244. Reuzentarwe 260. Reuzenwikken 275. Reynette 265. Reynvaen 66. Reynvaer(en) 66.

Rey nvaer sonder reucke 151.

Reynweyde 140. Reynwilghe 140. Rew-evie 35.

Rezimaal 238.

Rezimom 238. Rezimong 238. Rhubarbe 210. Rhynbesien 209. Rhynbloemen 117. Ribbe(blad) 186, 187. Ribbel 187.

Ribben 187. Ribbenkwaad 3.

Ribe 44.

Ribvaren 41.

Ribzaad 61, 160.

Ridder 219.

Ridderblad 219, 270. Riddersbloemen 85. Ridderspoor(en) 85. Ridderspore(n) 85. Riddertronk 219. Ridderzuring 219. Rids(e)(l) 192.

Rieden 181.

Rief 273.

Riegheide 50.

Riekaard 254.

Riekende gagel 160. Riekende violetjes 276. Rieksele 254.

Riempjes 77. Riepeltocht 109. Rierank 74.

Ries 223, 259.

Riesen 160.

Ries waard 224.

Riet 55, 137, 181, 263, 264.

Rietdodde 263, 264. Rietentop 263.

Rielgas 55.

Rietgèrs 55

Rietgras 9, 55, 179, 181,

211.

Rietkolue 263.

Rielkolve 263.

Rietlisch 182.


316


RIET — ROTSE,


Rietpettemen 260. Rietsigaar 263.

Riezen 223.

Riezenbrij 3.

Rigister 140. Ringbloem 156. Ringelbloemen 73. Ringelbolt 256. Rinjgelweit 275. Ringelwikke 273, 274, 275.

Ringhelblomen 49. Rinkbellen 11. Rinkelbellen 10. Rinkelbloeni 10. Rinkels 42.

Rinkettz 162, 238. Rinkrank 74, 150. Ripeltocht 109.

Risk 128.

Riskepit 129.

Risselaar 274.

Rister 191, 192.

Risweit 260.

Rits 189, 191, 192.

Ritse 192, 235. Ritselaar 34.

Ritselgras 31.

Ritser 192.

Riuwer 187.

Rivietpeer 82. Roabseknollen 42.

Róai 143.

Roapzaad 43.

Roas 213.

Roatel(er) 10. Roazebéamke 213. Roazestrük 213. Robarber 209. Robbertskruid 111. Robbrechtskruid 111. Robbroods kruid 265. Robeeten 39.

Robeiten 39.

Roberbel 209.

Robert 237.

Robertsbeukvaren 181. Robertskruid 111, Roberts varen 181. Robiet 39. Robrechtscruyt 111. Robrechtskruyt 111. Rode steenbrèke 264. Rodse 192.

Rodijs 208.

Koebe 44.

Roebol(t) 91, 92. Roechkop 56. Roederoekruid 112. Roëes 213.

Roef 44.

Roegebol 92.

Roeieklie 257,

Roei korebloem 174. Roekeblad 155. Roekebol 93- Roepe 42.

Roerkruid 98, 102, 114. Roerkruyd 114.

Roes 213.

Roesel 200, 202.

Roeue 44,

Roewbol 93.

Roewbolt 92.

Roeze 213.

Rof(fe) 44.

Rog(ge) 232. Roggebloem 8, 59, 60. Roggeblom 59. Roggebroodjes 187.


Roggedistel 241. Roggedravik 45. Roggegèrs 144, 179. Roggegras 121. 144. Roggenfiletten 8. Kogghet koren) 232. Rogghekueren 232. Rogghenbloeme 59. Rogtijlcn 144.

Roje murik 19. Rolklaver 145.

Rom 33.

Komeinsche sla 131. Romeinsche stalkaars 270.

Romerkens 74. Rondaljeblèdden 113. Rondbladooievaarsbek 112.

Rondbladw'intergroen

184.

Ronde holwortel 77. Ronde pruim 202.

Ronde radje 149,

Ronde rapen 44.

Ronde rusch 129.

Ronde surckel 219. Ronde wechbree 187. Rond kaasjeskruid 150. Rondotte 35.

Rondranke 73, Rondzaad 42.

Ronken 191.

Robeen 111, 192. Roobeentjes 111. Robeete 40.

Rooblomme 256.

Roobol 91, 92, 93. Roobolle 8, 153. Roodbeen 190, 191, 192, 217.

Roodbloemicr schub- kruid 245.'

Roodbol 120. de Roode 174.

Roode aalbeern 212. Roode aalbes 212. Roode aalbèze 212. Roode aardbeispinazie 63.

Roode aelbesien 213. Roode aoliebezen 212. Roode bastaardmuur 19. Roode beete 39, 40. Roode beezen 212. Roode beien 212.

Roode bes 212.

Roode beuk 101.

Roode biet 39,

Roode bizzemen 213. Roode bleeken 268. Roode bolle 8.

Roode bosclibes 268. Roode corenroosen 173. Roode crakelbesien 268. Roode den(neboom) 182. Roode deurwas 267. Roode dolik 144.

Roode doovenetel 133. Roode eelebes 212. Roode els 15.

Roode graswortel 56, Roode beul 174.

Roode heylwortel 197. Roode horde 176. Roode horte 176.

Roode jan 190.

Roode janievers 212. Ronde jenievers 212. Roode jenyvers 213.


Roode kalfssnuit 24. Roode kamperfoelie 145. Roode klaver 256. 257. Roode koekoeksbloem 153.

Roode kool 43.

Roode koornbloem 60. Roode korenbloem 174. Roode kornoelie 7b. Roode kornoelje 75. Roode kornus '75.

Roode krakelbessen 268.

Roode kroos 35 Roode kroote 39. Roodeloopkruid 111. Roodeloopskruid 204. Roode melkhittel 133. Roode melknetel 133. Roode melknittel 133. Roode melktingel 133. Roode miemere 212. Roode miemerten 212. • Roode mier(e) 19. Roode mostaard 42. Roode mosterd 42. Roode muur 19.

Roode oogentroost 99. Roode patich 219.

Roode pepert boom) 84. Roode raai 176 Roode rapen 39.

Roode ratel 93.

Roode ratelen 176. Roode remke 106. Roode rister 191, 192. Roode roggebloem 8. Roode ruit 35.

Roode schapenbloem' 257.

Roode scharrelen 176. Roode schijnspurrie 245.

Roode sluitkool 43. Roode sedum 233. Roode Sint-.lansbezen 213.

Roode steenbreek 264. Roode steenbreke 264. Roode strengebesen 212.

Roode tingel 133. Roode toppen 257. Roode troppelebezien 213.

Roode veenbes 268. Roode veenwortel 190. Roode waterbesie 72. Roode waterwederik 91. Roode wechbree 187. Roode wiemerkens 212, Roode wilde munt(e) 155.

Roode wilghe 223. Roode wis(schen) 75, 223.

Roode wortel 81.

Roode wijnbeiers 212. Roode zeemuur 215, Rood janskruid 233. Rood leeuwenbekje 24. Rood kroos 35.

Rood kruisken 236. Rooi panikkoren 173. Roodpo(o)t 191, 192. Rood remke Hl- Roodschonk 191. •

Roodschoone 97. Rood(sel) 192. Roodskinkel 192.


Rood spurriekruid 245. Roodsteelde bijvoet 29. Roodsieerntje t6. Roodstrootarwe 260. Roodte 215.

Rood vicgergras 173. Rood vingerhoedskruid 87,

Rood vijfvingerkruid 173.

Rooe muur 19.

Roof 76,

Roofgras 189.

Rooi(e) beziën 226. Rooie bezen 212.

Rooie gazemuur 19. .

Rooie nievers 212. Rooie palm 160.

Rooi kroesele 213. R(w)ooipkeul 44.

Rooje Jan 192, 219, Rooje j apenboom 79. Rooje mei 32.

Rooje nijvelhut 213. Roo'kgras 16. Rooloopsalant 204. Roomkruid 98.

Rooms 33, 40. Roomsche beete 39. Roomsche boon 274. _ Roomsche boonkensl79. Roomsche erwten 186. Roomsche kamille 21, 64, 65.

Roomsche kervel 160. Roomsche komillen 65. Roomsche komijn 81. Roomsche kooien 39. Roomsche kwendel 254. Roomsche surckel 219. Roomsche venkel 102. Roomsche weite 278. Roope(n) 42.

Roopkies 42.

Roorebbe 265.

Rooribbe 265.

Rooridder 217.

Roos 174, 213.

Roosel 202.

Roosen 213.

Roosjes van Egypte 209. Roosje zonder doorns 25.

Rootse 190, 191. Rootzaad 51.

Roovoet 24.

Roowil(li)g 190, 191,192. Rooze 213.

Roozewiet 174. Rosbeezen 128. Rosegiep 209. Roscastanien 7. Roskastanje 7.

Rosken 128. Rosmarijnheide 19, Rosnot 128.

Rospruim 202. Rosschen 128. Rossement 155. Rossemunt 155.

Rossen veldtajuyn van Alckmaer 106 Rosse vogelgierst 236. Ro se weit 261.

Rotel 11.

Rotelaar 196.

Rotelare 231.

Rots 184.

Rotsbes 19.

Rotse 190, 191.


ROTSK — SCHEEF.


317


Rotskers 203.

Rotte 215.

Rotsmispel 17. Rottestaart 140. Rottestirt 15, 92, 187. Roue 44.

R.ouwbol 92.

Rouweven 35. Rouwgras 83.

Rowbolt 92.

Roze 174, 213. Rozeboom(ke) 213. Rozegip 209. Rozekransjes 21. Rozelaar 213.

Rjzeleer 213. Rozeleerkes 44.

Rozen 174. Rozenkransje 21. Rozesjip 209. Rözeslroek 213. Rozewiet 173, 211. Roz(ez)i(e)p 209. Rubarbe 210.

Rube(n) 44.

Rüch koppen 120.

Ruds 192.

Ruercruydt 102.

Rueue 44.

Rügebol 91.

Rügebol 92.

Rugge 232. Ruggeklopper 263. Ruggemeter 263. Ruildje 81, 82.

Ruig 61.

Ruigachtig ribzaad 61. Ruigbloem 97.

Ruig boschgras 147. Ruige anjelier 86. Ruigebol 93.

Ruige heul 174.

Ruige klaproos 173. Ruige klaver 256.

Ruige linze 275.

Ruige maankop 174. Ruige muur 60.

Ruige scheefkelk 26. Ruige tarwe 261.

Ruige veldbies 147. Ruige weegbree 188. Ruige wervelwaarde 222.

Ruige wikke 275.

Ruige wilg 222.

Ruig hondsgras 83. Ruig klokje 52.

Ruig muur 60.

Ruig oogetroost(gras) 60.

Ruikela 199.

Ruikeloo 199.

Ruikende viool 276. Ruikend viooltje 276. Ruikend zorggras 119. Ruikend zorgzaad 119. Ruiterkruid 247.

Ruikert 22.

Ruiklala 199.

Ruikoorn 260. Ruischriet 182.

Ruisel 260.

Ruit 36, 137, 219, 252. Ruite 137, 219.

Ruive 41, 41.

Riikebol 92.

Rukelaars 199. Rundooghe 5. Hundsooge 21.

Rup 187.


Rupseat 44. Rupseklaver 152. Rupsen 152. Rupsenboom 97, 203. Rupsklaver 151, 152. Rusbei 212.

Ruschjes 27.

Russchen 128, 129, 146. Rusk(en) 128, 129. Russische distel 221. Russische hyacint 229. Russische klaver 256, 257.

Russische porselein 69. Rust 239.

Rutjeblik 197.

Rutte 192.

Ruttekeurels 233. Ruttelaar 196. Ruukgoed 151.

Ruven 44.

Ruwbastwaarde 222. Ruw beemdgras 189. Ruwbolt 92.

Ruwe 81.

Ruwe anjelier 86. Ruwe berk 40.

Ruwe bies 230.

Ruwe paardestaart 92. Ruw hol'melkwied 242. Ruw koorn 260. Ruwkruid 30, 31.

Ruw parelkruid 143. Ruyte 219. Ruyterscruydt 248. Ruijterskruyd 248. Rwiepe 42.

Rwoope 42.

Rwoopkies 42.

Rij 51.

Rijchheide 50.

Rijegras 144. Rij(g)koorde 260. Rijksdaalders 146. Rijnbezie(boom) 209. Rijnbeziedoorn 209. Rijnbloemen 117. Rijndoorn 119.

Rijnkool 134.

Rijnsche wissen 140. Rijnsch greinen 135. Rijnvaen 66.

R,ijnwilg 119. Rijnwilghe 140. Rijpeltocht 109.

Rijsbes 26S.

Rijshout 222. 221. Rijspap 159. Rijspeerd(t) 179. Rijstebrij 25, 26. Rijstepapbloem 3. Rijstgerst 121. Rijstgras 232.

Rijsipap 232.

R ijs(t)papblommekes 159.

Rijswaard 221.

Rijswilg 222.

R!jt 92.

Rijzen 223.

S.

Saalde 221.

Saalje 221.

Sabelbloem 126. Sachtcruydt 109. Sadonie 251. iSaensche juun 235. Saetcruyt 196.


Saffraan 97. Saffraanbloem 76, 80. Saff'raantjes 80. Saffraen 80.

Salaafd) 131. Salaadkruid 28.

Salaai 131.

Salade 131.

Salauw 132.

Saleje 224.

Salgie 224.

Salicornia 220. Salidone 62. Salie(boomj)je) 224. Saliekruid 252.

Saloe(d; 132. Salomonsnachtkaars 270.

Salomonsseg(h)el 189. Salomo(n)szegel 189. Saloo 132.

Salouw 132.

Salsefi 255.

Salzafij 255. Samengestelde tarwe 260.

Samsoen 235.

Sanickel 226.

Sanikel 10, 226 Sanikele 226. Santenelle 75. Santorebloemekes 97. Santorie 58, 96, 97. Santoriebloem(ekens) 97.

Santory 96. Sapgroen(boom) 209. Saphout 209. 243. Sapipis(ch)hout 243. Sapkelk 6l Sappiepenholt 221. Sappiepenhout 213. Sapsiepbeshout 221. Sapsiepenhout 213. Saraceenskruid 26. Saracijnscruyt 26. Saracijnskruïd 26. Saratijnskruyd 26. Sarazijnskruid 77. Sarept'amosterd 42. Sargel 30.

Sarlotjes 12.

Sarlotte(n) 12. Sarratijnskruid 26. Sassefrasje 228. Satureie 227.

Salur(e)ye 227. Saugeningeltsjeiten 133. Saulde 224. Saus(e)boom 38. Sauslook 12.

Sautenelle 75.

Sauvee 224.

Sa vee 221.

Savei 221.

Savel 221.

Savelboom 220. Savenboom 220.

Savie 224.

Savooi(e) kool) 43. Savo(oiije(kool 43. Scabieuse 131. Scabiooze 228.

Scabiose 131. bcarleye 225. Scelwortele 62. Schaafgerve 3. Schaafgras 92. Schaafstroo 91, 92. Schaamkruid 61.


Schaapbinde 74. Schaapderm 197. Schaapsboontjes 146. Schaapsdoorn 167. Schaapsdravik 101. Schaapskla\er 145. Schaapskruid 127. Schaapsmuilkens 23. Schaapsoor 246. Schaapsooren 8, 188. Schaapspatich 218. Schaapsscabieuse 127, 228.

Schaapssilker 218. Schaapssteentjes 235. Schaapssuerkel 171,218. Schaapssulkaart 218. Schaaps(s)urkel 218. Schaapsvuil 207. Schaapszuring 217,218. Schaapszurkel 218. Schaapteukte 197. Schaar 68.

Schaarden 217. Schaarkruid 235. Schachthalm 91. Schaepsgerwe 3. Schaepsscabieuse 228. Schaepssurckele 218. Schaerdencruyt 111. Schaerleye 22.j. Schafstroo 92. Schakekaas 149. Schakeloen 121. S(c)halk 23, 72. Schaloenie 12. Schalong(u)e 12. Schalonie 12.

Schalonje 12. Schalotjes 12. Schalot'ten 12. Schapebloemlpje) 37, 257.

Schapeklaver 3. Schapenbloem(pje) 37,

256, 257, 258. Sehapenboon 274. Schapendistel 242. Schapendoorn 166, 167. Schapengal 159. Schapengerf 3. Schapengras 101. Schapenjeugd 228. Schapenkaas 16. Schapenkervel 22. Schapenklaver 145, 171,

257.

Schapenoor 246. Schapenribbe 3. Schapenroosjes 228. Schapenzuring 218. Schapenzwenkgras 101. Schaperburzetjes 54. Schapersborzekens 51. Schapetongen 187. Schapezuring 217, 218. Schópigrauw 186. Scharen 126. Scharenkruid 227. Scharenslijper 126. Scharl 10.

Scharlach 225. Scharlakenkruid 225. Scharlei(e) 225. Scharleye 10, 63, 225. Schartelien) 10. Schariels 11.

Schatholt 239. Scheet'bloem 121. Scheefkelk 25.


318


SCHEELE— SINT.


Scheele oogen 60. Scheere 3.

Scheeren 247. Scheerlinck 68 Scheerling 72, 84. Scheerlink 7, 22, 67, 72. Schelf 182. Schel(kens)kruid 62. Schelkruyd 62. Schellebloem 25. Schellekens 25. Schellekruid b2. Schellingskruid 123. Schelp 55. Schelworte](ej 62. Schepebloni 37. Schepfleur 37. Scherleye 225. Scherlin(c)k 7, 67, 68, 72. Schermbloeni 124. Schermscheefbloeml24. Scherpe biesen 230. Scherpe boterbloem206, 207.

Scherpe clematis 69. Scherpe fijnstraal 93. Scherpe zegge 5b. Scherp galigaangras 56. Scherpkruid 30. Scherplook 232. Scherpsteenlook 232. Scherpzaad 3(>. Scheurs(ch)enele(n) 231. Scheurwortel 249. Scheurzenelen 231. Scheus(se)nelen 231. Scheuzenelen 231, Scheyibesien ] 19. Schieter 195. Schieterkens 248. Schietgerst 121. Schietwerve 223. Schietwilg 221, 222. Schiewortel 62. Schildersverdriet 228. Schilhennep 52. Schildkelk 232. Schildkruid 232, 253. Schildvaren 193. Schildvruchteereprijs

Schildzaad 17.

Schilf 129, 229. Schiltkruid 62. Schinimelkuusen 216. Schimmelkruid 102. Schinksenbloem 207. Schinksenrooze 172. Schippersmuts 4. Schirlinck 72. Schlutencruyt 126. Schneekrieke 203. Schoapegarf 3. Schoapekloaver 257. Schoapenklaver 171. Schoapserel 218. SchDapskloaver 145. Schöddeköpkes 44. Schoekeloen 121.

Schoen 24.

Schoene(n)muiltjes 142, 145.

Schoenen en muilen 3. Schoen en muiltje 277. Schoenepoetser 248. Schoenlapper 277. Schoenlappers 211. Schoenriempjes 77. Schoentjes 4, 23, 48,49,


Schoentjes en laarsjes 145.

Schoentjes en muiltjes 136, 145, 147, 273. Schoetjes en slofjes.146. Schoipsooren 188. Schokkel(dj)oen 121, 122. Scholm(e) 8.

Schültzia’s 97.

Schoone bij nachtel66. Schoone dame 33. Schoonooge 8 Schoorsteenveger(tjes) 147.

Schoppediefjes 53. Schoppendief 53. Schorfibloem 250. Schorftbloemen 251. Schorfte 81. Schorftethym 82. Schorpioen kroonkruid 76.

Schorpioenkruid 27. Schorschenaaille 231. Schorseneel 231. Schorseneele 231. Schorseneer! e) 231. Schorseneer 231. Schosnelen 231. Schossem 24. Schossenele(n) 231. Schotelkruidi 272. Schothout 239. Schotkruid 28, 232, 233. Schotsche lindenboom 2.

Schotsche spar 184. Schotseneel 231. Schotseneer 231. Schotwerve 223, Schotwilg 222. SchoupsLiurkele 218. Schouwvegers 48, 157. Schrobben 87. Schrobbetjes 87. Schroeforchis 245. Schrijnwerkersbiezen 92.

Schubkruid 245. Schubwortel 135. Schuimblad 54. Schuimkruid 231, Schurftbloeni 250. Schurft(e) 81. Schurftkruid 228. Schurseneele 231. Schusseneele 231. Schusseneien 231. Schussnelen 231. Schuurbies 92, 93. Schuurkruid 91. Schuurriet 93. Schuurwortel 249. Schwoipsooren 188, Schijnraket 95. Schijnspurrie 245. Schijtbes 119. 209. Schijtbezie 104, 119. Schijlbladeren 156. Schytcruyt 98, 156. Schijtkaz'ekes 201, Schijtkersen 201. Schijtke(s)sen 201. Schijtkruid 98, 156. Schijtmelde 32. Schijtnoten 99. Schijtwortel 197, 249. Sciaticakers 138.

Scilla 229.

Scorsenelen 231.


Scottencruit 126. Scrofularia 231. Scuorwortel 249. Sealje 221. Séaljebéamke 224. Seck 55.

Seebiese 99. Seebloemen 161, 165. Seekebed 2.50.

Seekruid 232. Seelekroesele 213, Seenks(o)en 235. Seepcruyt 227. Seepkruyd 227. Seepluimen 164. Seeuwsche boone 274. Seewinde 75. Seewolfsmelck 99. Sefraan 80.

Segers 279.

Ségêrs 27.

Se^'ge 55.

Seisioen 235.

Sek 55, 113. 229. Sjkadelle 170.

Sekgras 55.

Sekkedief 53, Sekkiekgras 55, 179. Sekkop 55.

Selderie) 25.

Selderée 25.

Seldereej 24.

Selderie 24.

Selderie 25.

Selderieje 24.

Seldery 24, 25.

Seldje 224.

Seldoanje 62.

Sêleri 25.

Self 221.

Seliadone 62.

Seller 25.

Sellerie 24.

Sellerij 24.

Selonnen 12.

Selötten 12.

Selri 25,

Selsate 207, 251.

Selve 224.

Samp 42.

Sencioen 235, Seneboom 71. Senegroen 9, 275. Senesson 235.

Senikele 226.

Sennep 237.

Sensejoen 235. Sensejuin 235. Sensejuun 235. Sensioen 235.

Sentissel 242.

Sentorie 59.

Sentse juin 235.

Sep 114.

Séradèl 170.

Seradella 170. Seradelle 170.

Serdel 170.

Serel 217, 218. Serienen 219.

Seringen 83. Seringhout 239. Sermoutein(e) 139. Serpentine 190. Serpentlook 14. Serpentstongen 220. Serpenstonghe 220. Serrafijnskruid 26. Serradel 166. Serradelle 170.


Serratula 235.

Sesnelen 231.

Seulker 21 7.

Seurkel 217 Sevelboom 220. Sevenbladt 6, 197. Sevenboom 220. Sevengelijdencruyt 258. Sevenghetijcruyt 258 Sevenghetijdkruid 258. Se ven palm 220. Shaaitkraut 156.

Shoek 78, 102. Siberische boekweitlOO. Siberische lelie 140. Siberische gerst 121. Siddergras 44.

Side 81.

Sidèl 170.

Siebel 12 Sielonnen 12.

Siensonk 235. Siepelgras 162. Siepel(tjes) 12. Siepenhout 243. Siepiepen 243, Sieppekrüd 226. Sieppiepen 243. Sigare(n) 263. Sigare(n)plant 263. Sigarenriet 263.

Siggen 55, 263. Sigmaertscruyt 150, Sigmanskruid' 150,

Sik 55.

Sik{k)adel 170.

Sikkel klaver 152. Silderie 25.

Sildery 25.

Siljadoone 62.

Silker 217.

Silkruid 81.

Silladoene 62,

Silon 12.

Siltscruit 71.

Silve 224.

Silverblèd 197. Simmelen 141. Sinau(we) 10.

Sinegroen 275.

Singelen 111. Singelingen 249. Singsoen 235. Sinkjeblomrne 161. Sinksekruid 207. Sinksenbloemen 161. Sinksen(kruid) 235. Sinksenlelie 161. Sinkserooze 172. Sinksoen 235.

Sinksom 235.

Sinouw 10.

Sinsjoen 235.

Sintadel 170.

Sint Anteuoisraapje207. Sint Antheunisraepken 207.

Sint Anthonieskruid 231.

Sint Anthoniscruvdt 231.

Sint Antonisraapje 207. Sint Antoniusbloem 107. Sint Antoniuslelie 91. Sint Antoniuswortelen 219.

Sint Barbelkruid 35. Sint Chnstoffelkruid 5, 273.

Sint Cornelisroos 172.


SINTE — SNOTTE.


319


Sinte Barbarakruld 35. Sinte Carijnskruid 262. Sinte Christotlelcruyt 371.

Sinte Johannescruiil23. Sinte Pietercruit 37. Sinterklaasbloem 150. Sint Georghout 2o2. Sintille 87.

Sint Jaapsbloem 138. Sint Jacobsbloem(e) 231, 235.

Sint Jacobscruyt 235. Sint Jacobskruid 204, 234, 235.

Sintjan 233.

Sint Jansbessen 212 Sint Jansbesijkens 213. Sint Jansbloe'm(en) 64, 65, 123, 249.

Sint Jansblüine 29.

Sint Janscruy(t)t 123. Sint Janscruyt 29.

Sint Jansdruyfkens 213. Sint Jansgordel 29.

Sint Janskersen 201. Sint Janskraiid 29.

Sint Janskrüd 233, 234. Sint Janskruid 29, 123, 124, 148, 232, 233, 235. Sint Janskruud 29, 123. Sint Janslook 12.

Sint Jansplant 29, 233. Sint Jansranke 113.

Sint Jansreinvaar 171. Sint Jansuien 12.

Sint Jansvaren 193.

Sint Jansvarnte 171. Sint Janswortel 29.

Sint Johannesbloenien 65.

Sint Jorisbloem 105. Sint Jorishoutbloem 249.

Sint Joriskruid 208. Sint Joriswortel 268. Sint Josephslelie 80. Sint Lievensbloem 199. Sint Luciaans(wond)- kruid 27.

Sint Luciahout 202.

Sint Luciakers 202.

Sint Markoenskrui(1231. Sint Peeterscoren 259. Sint Peeterscruyt 198, 199.

Sint Petrusbloem 8. Sint Pietersbloemle) 8, 65.

Sint Pietershout 91. Sint Pieterskoren 259. Sint 1’ieterskruid 80, 175, 198.

Sint Pieterslelie 140. Sint Servaasbloenien 219.

Sint Teunisbloem 166. Sint Urbanusroos 172. Sipel 12.

Sipelgêrs 14, 162. Sireen 249.

Sirel 217.

Sirkel 217.

Sissen 86.

Sisymbrion 155.

Sitadel 170.

Sitsen 86.

Sitsjes 86.

Sjaak 128.

Sjalappe 98, 99.


Sjalotten 12.

Sjalottekes 12. S’iarlottelnJ 12. Sjeaskehlom 4.

SJek 128.

Sjippekrüd 226. èjneeklökskes 107. Sjeniverboom 130. Sjorsjeniel 231. SjpinaalJ 245. Sjukelafjeblom 3. Skapebloum 257.

Skater 10.

Skeipeblom 37. 258. Skieppeblom 37, 257. Skieppegerf 3. Skieppeklaver 146. Skiepperib 3 Skierebout 197. Skjippeklaver 171 Skoentsjes en moeltsjes 4.

Skoentsjes entofleltsjes

4.

Skontjes en toffeltjes 145.

Skratelen 10. Skrolelkruid 231.

Sla 131, 132.

Slaad 132.

Slaai 131. 132. Slaapbessen 33. Slaapbol 174, 175. Slaapkoppen 175. Slaapkruid 175. Slaapmutsjes 97. Slaaproos 175. S!aaprofo)ze 175. Slaapruste 175.

Slaboon 180. Slackenhuyskens 152. Slaed 131.

Slaepkruyd 175. Slakkebedden 187. Slakkendrieblad 152. Slakke(n)klaver 152. Slakrop 131. Slancreblaan 189. Slangebloem 50,90, 189, 246.

Slangekrüd 89. Slangelook 14. Slangenbeet 167. Slangenblomen 87. Slangenbrood 201. Slangencruyt 49. Slangendraden 147. Slangenhoofd 89. Slangenkop 49, 89. Slangenkroed 89. Slangenkruid 28, 89, 90, 231.

Slangenlong 220. Slangenwortel 49, 190, 231, 277.

Slanke gentiaan 110. Slanke sleutelbloem 199. Slaoj 131.

Slaot 1.31.

Slangetong 167. Sleadbean 180.

Slebolte 175.

Slechte kool 43. Slee(bes) 203. Sleeb^ssen 203. Sleebèzen 203. Sleeboom 203. Sleedo(o)rn 203, 209. Sleeën 203.

Sleej (bezen) 203.


Sleeken 203. Sleekrieken 203. Sleembezen 203. Sleemen 203. Sleen(beize) 203. Sleenbezen 203. Sleendoorn 203.

Sleenen 203.

Sleepruim 203. Sleeuwbezie 203. Sieeuwdoorn{s) 203. Sleeuwdoren 203. Slehedoren 203.

Slehen 203.

Sleifen) 203. Slenderkruid 204.

Slene 203.

Sleu(h)euien 42. Sleutelbloem 198, 199. Sleutelbloemen 198. Sleutelblommen 199. Sleutelboom 105. Sleutelkens 199. Sleutels 233. Sleuteltje(s) 1, 115. Sleuterkes 199.

Sleuters 199. Sleutersblomme 199. Slieekreeke 203.

Sliet 109.

Slikkedoorn 203. Slikpaardestaart 92. Slingerauwe 173, 236. Slingerroos 73, 74, 191. Sloatboon 180. Sloatboonen 180. Slobbegras 113.

Slobben 67.

Sloeër(e) 42.

Sloer 42.

SIof(fen) 274. Sloflerbeanen 274. Slofhakke(n) 22, 124. Slofje(s) 49.

Slo6r(en) 42, 44. Sloorzaad 42. Slootbloempjes 159. Slootpijp 92.

Slootriet 182.

Slootvaren 41.

Slossen 274.

Slotbiezen 229. Slotelbloemen 198. Slöttelbleumkes 198. Slöttelblome 199. Sluetelbloemen 199. Slugter 239. Sluimwederik 90. Sluitkool(e) 43. Sluitkrop 131.

Sluitsla 131.

Sluytkoole 43. SluytUroppe 131. Slijkertje 141. Slijkgroen 141.

Slijt 109.

Smalbladige waterei)pe

Smalbloemig rietgras 48.

Smale wolfsmelck 98. Smalle dokke 218. Smalle dokkewortele 219.

Smalle weegbree 186, 187.

Smallook 14.

Smarte 191.

Smearraei 144.

Snieele 9, 120.


Smeelen 8, 15,82,144.157. Smeelje 33.

Smeeltjes 157. Smeerblad 50. 183. Smeerbloem 50. Smeerboompje 160. Smeerkruid 170, 233. Smeerkruyd 170. Smeerpotje 79. Smeerraai 144. Smeerschinkel 192. Smeerstruik 160. Smeerwerttel 170. Smeerweuttel 249. Smeerwoartel 249. Smeerwortel 156, 170, 233, 248, 249. Smeerwortele 156. Smelen 24.

Smerige patich 63. Smert 192.

Smerte 191.

Smertwortel 249, Smèrwortel 16, 249. Smoarbeibeam 79. Smookhout 70. Smoorbei 158. Snakebloem 111. ITo. Snavelzegge 56.

Sneebal 272, 273. Sneeballe(n) 273. Sneeboliefn) 273. Sneedreupel 107. Sneedruppel 107. Sneeklökjen 107. Sneeling(s) 263, 264. Sneelook 14.

Sneepruim 203. Sneeuientjes 169. Sneeuwbal 272, 273. Sneeuwbal lekens 248. Sneeuwballen 248. Sneeuwbellen 248. Sneeuwbes 248. 273. Sneeuwbloempjes 107. Sneeuwbollen 218. Sneeuwdoorns 203. Sneeuwdringer 107. Soeeuwdroppel 107. Sneeuwklokje 106, 107, 139.

SneeuwpruimUe(n)s 203. Sneeuwpruimpjes 203. Sneeuwroos 117. Sneeuwvlokje 107. Snerte 191.

Sneutelblomeke(n)s 199. Sniebal 273. Snieballebéam 273. Sniebeiebeamke 248. Sniebloemeken 107. Snieboonen 180. Snieklolije 107.

Snieling 5.

Snikkelaar 228.

Snilen 55.

Snippegêrs 95. Snitjemoes 42. Snoekblaren 220. Snoekebladl6l, 165,220. Snoekcblêd 220. Snoekeblom 165.

Snoek kruid 220. SnolTelfe) 86, 87. Snottebel 107, 169. Snottebelleboom 251. Snottebellen 251. Snottebeziën 252. Snottepietjes 251. Snotterbel 251,


320


SNOTTER — SPRING.


Snotterbèzeboom 251. Snotiers 169. Snotzuurdistel 242. Snuifneuze 87. Snijbeane 180.

Snijbiet 39.

Snijboon 180.

Snijdend riet 55. Snijdunsel 131. Snijgras 55, 69. Snijlisch 113.

Snij look 14.

Snijprey 14.

Snijsla 131.

Soalie 252.

Soalje(bos) 224. Sodenelle 75.

Sodonelle 75. Soegetitjes 145. Soekerij 67, 251. Soelker' 217. Soepegroente 25., Soepgroente 25. Soepkervel 22.

Soere klaver 171. Soerèl 217.

Soeremelk 242. Soermelk 251.

Soese 43.

Soeteboom 114. Soethout 114.

Soevei 224.

Soezen 49.

Sogewortele 231. Soggedistel 242.

Sokerij 67.

Sokkerai(e) 67. Sokkerei 67.

Soldaatjes 277. Soldateknoap 278. SoMatekruid 235, 247. Soldatenknoopen 40. Soldatenknoopjes 131. Soldatenpruini' 15. Soldatenprumke 15. Solteene 45.

Solferaan 80. Solferwortel 178. SoUroin 80.

Solje 224.

Somerdistel 60. Sondauw 89.

Sonder eijnde 96. Sonnenwende 117. Sonnevolgende wolfs- melck 98.

Sonnevvendende wolfs- melck 98.

Sophia 238.

Sophiecruyt 238. Sophiekruid 238. Sophiewaterkers 238. Sophiewaterkruid 238. Soppers 132. Sorbappelboom 243. Sorbenbese 243. Sorben(boom) 213. Sorbenkruid 197.

Sorel 217.

Sotscappekensma'nne- ken 168.

Sotscappekenswiifken

169.

Sotscullekensmanneken

168.

Sotscullekenswijfken

169.

Soulker 217.

Sou(s)se 43.

Souternel 165.


Spaansche aak 1. Spaansche boon 180. Spaansche den 183. Spaansche dodder 208. Spaansche eik 1. Spaansche hagen 2.52. Spaansche hanekam- rnekens 264. Spaansche jenetten 161. Spaansche 'karsen 200. Spaansche kers(en)200, 201, 261.

Spaansche kerse 201. Spaansche kervel 160. Spaansche kèzen 201. Spaansche klaver 152, 257.

Spaansche maluwe 16. Spaansche poppelier 195.

Spaansche ruiter 68 Spaansche smeerwortel 233.

Spaansche spinagie 33. Spaansche stekelbeezen 211.

Spaansche tarwe 278. Spaansche ter(e)f 279. Spaansche teive 278. Spaansche tut 208. Spaansche weit 278. Spaansche wikke 135. Spaansche zuring 219. Spaans(ch) gas 27. Spaansch gers 27. Spaansch gès 27. Spaans(ch) graas 27. Spaansch gras 26, 27, 56, 172.

Spaanschgroen 19. 251. Spaansch gruun 252. Spaansch hagenhout 252.

Spaansch hout 252. Spaanse groen 252. Spaanse pièpelèr 195. Spade klokskens 111. Spaenske klaver 257. Spanaaize 245.

Spanjer 258.

Span'nsche terve 279. Spannsch haugenhaat 252.

Spannsch hout 252. Spansche kieezen 201.

— klaver 152.

— krieke 201.

— terve 279. Spar 1, 182. 184. Sparappel 184. Sparappelboom 184. Spargel(kruid) 30. Spargen(cruyt) 30. Sparghel 30."

Spargie 30.

Sparje 214.

Sparien 202.

Sparre 182, 183, 181,244. Sparrebéam 1, 184. S|)arreboom 182, 183. 184.

Sparrekruid 94.

Sparrie 244.

Sparsie 30.

Sparturavan desen lande 18.

Sparzie 30.

Speculatie 228. Speculatiefjes 19. Speekselkruid 246.


Speekselwortel 186. Speencruy(d)t 102. Speendistel 102. Speenkruid 62, 102, 143, 167, 231.

Speenvarkentje 126, 127. Speercruyt 167. Speerdistel 68, 69, Speerkruid 189. Speerwortel 29. 30. Speinsche terf 279. Spekbessen 79. Spekboonen 180. Spekwortel 178, 219. Speld 229.

Speldekussentjes 59. Spelden en naalden 228. Speldenkruid 111. Spelder 229.

Spelke 260.

Spellebezie 80. Spelledoorn 80.

Spelt(e) 259, 260. Speltecoren 260. Speltige gerst 122. Spénage 245.

Spenaoge 245. Speoe(kruid) 233. Spenencruyt 231. Spenkruyd’ 102, 231. Spennsch gruun 252. Spennsclie hagen 252, Spenodge 245,

Sper 1, 183. 184. Speraghen 30.

Sperge 30.

Spergelkruid 30. Sperghel 30.

Sperjes 30.

Speri-e 1, 183, 184, 244, Sperreboom 183, 184. Sperrekruid 94. Sperrenhout 184. Sperries 30.

Spersie 30. Spersieboonen 180. Spery 244.

Sperzieboon 180. Speunsche turf 279, Speure 214.

Speurie 244. Speurkenhout 104. Spezen 30.

Spezie 30.

Spiegelbloeni 244. Spiegelklokje 244. spier 1. spiering 247.

Spierk 177.

Spierkes 9.

Spierstikel 69. Spiesbladmelde 33. Spiesleeuwenbek 141. Spikkelatiefjes 19. Spikkeltjeshout 209. Spilboom 97.

Spilkoren 213. Spillebezie 80. Spinaaize 245. Spina(ez)je 215. Spinag(i)e 245.

Spinaoze 215.

Spinazeje 245.

Spinaze 245.

Spinazie 245.

Spinbloem 71. Spindelboom 97. Spindelhout 97. Spinderik 235. Spineaal(kruid) 205.


Spinnecoppen 175. Spinnekop 175. Spinnekoppen 163. Spinnekoren 79. Spinnenkruid 162. Spinnerokskens 158. Spinesse 245.

Spineus’ 245,

Spinêze 245.

Spinóazie 245. Spino(i)ge 245. Spinrokken 158. Spinrok(ken)hout 273. Spirea 264.

Spirk 177.

Spitgras 144.

Spitse zuring 218.

Spjer 1.

Spjirrebeam l.

Spleet 101, 102. Spletbies 129. Spletbieze(m) 129. Splete 101, 102. Spletgras 173.

Spletter lOl, 102. Spletterevene 45. Splitgras 172,

Splith 77.

Splijtgras 22. Spoekebloem 74, 174, Spoekeblom 174. Spoelpijpriet 182. Spoïns groen 252. Spoïns gruun 252. Spoïns hagen 252. Spoïn(sche) terf 279. Spokbloemen 71. Sdokebloem 74, 146, 174. Spokebloemen 73. Spokeblommen 126. Spokkebledden 178. Sponsche terf 278. Spookbloem 22. Spookebloem 59.

Spool 153.

Spoorkruid 229. Sporckenhout 104. Sporekelle 161.

Sporen 85.

Sporie 244.

Sporien 98.

Sporiezaad 98. Sporkelbloem 161. Sporkelle 161. Sporkenboom 104. Sporkenhout 104, Sporrekruid 229. Spörrie 244.

Sporten 129. Sprakel(beeren) 104. Sprakelenliout 104. Sprat 122.

Spreakele 104. Spreberen 213. Spreeuwbes 243. Spreeuwbezieboom 243. Spreeuwboom 243. Spreeuwenboom 213. Sprekelenhout 104. Sprengwortele 98, Sprinckkoren 98. Sprinckkruyd 98, Springkwortel 98. Springbalsemien 125. Springcruyt 99. Springer 125. Springkers 51, Springkruid 98, 125. Springw'ortel 99. Springzaad 125.


SmiNK — STRAAT.


321


Sprinkhaankruid 2{)9. Sproetkoal 43. Sprokhout 104. Sprokkebledden 262. Sprokkel 104. Sproki\elbloem 161. Sprokkel holt 101. Sprokkelhout 104. SprokkeD(hout) 104. Spruitjes 43. Spruitkool(e) 43. Spuergie 99.

Spuerie 244. Spukdorens 80. Spukebloem 74. Spurge(l) 99.

Spurgie 98.

Spurie 244.

Spurre 244.

Spurreje 244.

Spurrie 244. Spurriekruid 245. Spurwe 244.

Spijtsche duivelke(n)s 1Ó7.

Staaifdissel 68. Staakboon 180, 181. Staakroze(n) 16. Staalboonen 181.

Staei 9.24.

Staende rhamaeclrys 252.

Staf Arons 270. Stalcruyt 166, 167. Stalkaars 269, 270. Staalkaarsen 263. Sialkruid 166.

Stalkruyd 166. Stamboónen 180. Standelcruit 168. StandelkTuid 168. Standelcruydt van Vrieslandt ll8. Standelkruid 188. Stankhorens 22.

Stanse 261.

Staring 237 Starreka(r)s 139. Starrekors 139. Startolfen 134. Startpannechie 261. Steckrapen 42. Steekappel 84, 211. Steekbes 211. Stèèkbèzen 211. Steekblaren 125. Steekbrem 264. Steekdistel 237. Steekdoren 211. Steeknetel 266. Steekneusjes 48. Steekneuske{n)s 8 Steekneuzen 8, 59. Steekpalrn 47, 125. Steekrapen 42.

Steeksla 131. Steenahorn 2. Steenbeuk 57.

Steenbies 128, l29. Steenbieze(m) 129. Steenbloom 62, 116. Steenbloeme 21. Steenbloemeke(n)s 38. Steenbreek 31, 143, 183, 228

Steenbreekvaren 31. Steenbreke 31. 228. Steenbreker 178. Steenclaverien) 1 15, 152. Steencruyt 35.


Steendruk peterselie 183. Steeneik 2(J6.

Sieenfiolen 61.

Steenflet 62. Steenflier(kes) 61, 62. Steenhittel 266. Steenkers 35, 138, 139, 202, 203.

Steenkeisen 201. Steenklaueren 257. Steenklauwen 147. Steenklaver 145, 146, 152, 1.54, 256.257, 258. Steenklaverke(n)s 152- Steenklie 152, 257. Steenkloaver 146, 154. Steenkloover 257. Steenkruid 17, 25, 143, 253.

Steenkruidkers 138. Steenlook 232. Steennetei 266. Steennittel 266. Steenolm 265. Steenraket 96, 238, Steenroosjes 228. Steenrotskers 202. Steenruit(e) 31. Steenrusch 129. Steenruyte 31.

Steensaet 143. Steensche kers 261 Steensche weit 278. Steenstoffelier 62. Steenthijm 48 Steenvaren 66, 230. Steenviolen 275. Steenviolrt 62. Steenviolier(en) 62. Steenzaad 142, 143. Steenzoad 143 Steenzweerkruid 3. Steerntje 76, 169. Stekappel 84. Stekbes(ie) 211. Stekbezen 211. Stekebeesjes 211. Stekebeez’hout 211. Stekebeierihut) 2ll. Stekebeiers 211. Stekebessen 211. Slekebeze(n) 211. Stekebezeleer 211. Stekebezies 211. Stekebreni 261.

Stekel, 55.68, 69,96,167, 237.

Stekelbeien 215. Stekelbes(ie) 211. 215. Stekebezeleer(e) 211. Stekel beze(n) 211. Stekelbezie(d)s 211. Stekelbezielaar 211. Stekelboom 209. Stekelbraani 110. Stekelbrem 110. Stekelbrem 261. Stekeldeurn 209. Stekeldoorn 167. Stekelen 55. Stekelginste 264. Stekelhaeghe 209. Stekelheide 110. Stekelig niervaren 193. Stekelkruid 217.

Stekel lisch 248. Stekelmelkriet 212. Stekelmelkwied 242. Stekelmelkwiet 211. Stekelnoot 256, 278.


Stekels 55, 88. 134. Stekelvaren 193. Stekelzaad 22, 23. Stekende bies 230, Stekende brem 110,261. Stekende kaarde 88. Stekerbeier 211. Stekerbezen 211. Stekers 41, 134, 264. Stekraap 42.

Stekrapen 42.

Stelen 44.

Stengellooze sleutel- bloem 198. Stengelmoes 41. Stengels 44. Stenkerskruid 156.

Ster 32, 169. Sterckrieckende dave- ren 154.

Sterhyacint 229.

Sterkas 139.

Sterkers 139. Ster(k)ke(r)s 139. Sterkroos 137. Sterleverkruid 31. Stermuur 247. Sterrebloem 32 161, 246. Sterrecruyt 32. Sterredistel 59. Sterrekens 246. S'terrekens van Beth- leem 170,

Sterreke(r)s 139. Sterrekroc^ 49. Sterrekruid 32, 246. Sterremuur 246.

Sterren 169, 170. Sterretje 246.

Sterretjes 169, 229. Sterretjeskroos 137. Sterrkès 246. Steufkesboone(n) l8l. Stevenskruid 68. Stiefmoederkens 276. Stiefmoedertje 277. Stiefmoerskruid 277. Stiefmoertjes 276. Stiefselbloempje 54. Stiekel(s) 55, 68, 69. Stiekelkreuzen 247. Stiekelkruizen 217. Stiekelroos 247. Stienklaver 257. Stiepstart 40.

Stikbes 211.

Stikel 55, 68. 96. Stikelbei 203, 216. Stikeltiksel 212 Stikkelbeze(n) 211. Stinokende andoren 35, 215.

Stinokende conyza 204. Stinckende doóvenete- len 133.

Stinckende gouwe 62. Stinckende hooge wou- we 62.

Stmckenile malrove35 Stinckende melde 61. Stinkaard 269. Stinkblad 178, 262. Stinkbloem 21, 208,251. Stinkbloum 21. Stinkboom 101. Stinkeboom 104. Stinkende andoorn 25, Stinkende ballote 35. Stinkende doovenetel 133.


Stinkende ga 62. Stinkende gouw(e) 62. Stinkende geranium 111. Stinkende bering 64. Slinkende kamille 21, 151.

Stinkende kruid 231. Stinkende mei(de) 21. Stinkende ooievaarsbek 111.

Stinkende vergouw 62,

88.

Stinkende vinke 20. Stinkende wied 151. Stinkerd 80.

Stinkerds 111, 204. Stinkers 104. 133, 151. '

Stinkewied 151.

Stinkholt 104, 239. Stinkhout 104, 239. Stinkjèttel 246. Stinkmelde 64,

Stinknetel 35, 246. Stinkroos 172, 173. Stinkrooze 174, Stinkrozen 174, 175. Siinkwied 151. Stinkwortel 67. Stjonkende balsem 45. Stjonkende gouwe 62. Stjonkhoarnen 7. Stjonktaskes 253, Stbbbewylch 222. Stockerwten 186. Stockvioliere 151.

Stoebe 251.

Stoefwilge 222.

Stoelbies 230. Stoelbiezem 230. Stoelbiezefn) 230.

Stoel bloem 3. Stoell)Oonen 181. Stoele(matters)bies 230. Stoelen( makers)bies230. Stoelt(s)jebloem 47. Stoepeerzen 41. Stoezebolt 263. Stoezebout 263.

Stollelier 62, 151. Stollelinen 62.

Stofferkes 147.

Stoffertjes 198.

Stoniier 151.

Stol'zaad 157. Stokboon(en) 180.

Stok braam 216. Stokbrame 216. Stokf(e)lier 151.

Stokking 59.

Stokmealje 63.

Stokmel 63.

Stokroas 16.

Stokroos 16, 172. Stokrooze 16.

Stokrozen 16.

Stokviolier 151. Stokzoethout 111.

Stonse 261.

Stooterkens 211, .Stopnaalden 157 Stoppelknollen 41. Stor(,‘kensnaveI 111. Storkbloem 126. Storksnax el 95. Slortnhoed 3, Straatblaren 187. Straatltlommekes 38. Straatkersoiiwe 38. Straatgras 188. Straatmadel ievekens38.

21


322


STRAND


TESTE.


Strandbloeni 143. StrandduizendguUien- kruid 97.

Strandeling 143. Strandgras 27, Strandkruid 26, 246. Strandpijn 184. Strandpunge 226. Strandwinde 75. Strandzoutgras 258. Strapele 267. Streepke(n)sges’ 170. Streepvaren 31, 32. Streepzaad 80.

Strek 73.

Slrekbinde 191. Strekgras 190, 260. Strekpeem 260. Strenge(n)bezen 212. Strengeljesbei 212. Streublü'enie 116. Slreuperkes 251. Strieblom 116. Strienielgras 114. Striemgras 114. Striengen 249.

Strikgras 260.

Strik kei 244.

Strikken 179. Strikklaver 152. Stringischbezen21 1,212. Strinkjebei 212. Strikske(n)s 179, Strominel 234. Sirondirekkers 53. Sirongebes 212. Stronkbes 268. Stronkbèzen 268. Stronken 222. Stronkvaren 193. Stroobloeni 65, 116. Stroobloum 65.

Strooie roosje 116. Stroopenlikker 53. Stroopertjes 18. Strooplelikertjes 53. Stropgras 173. Struitje(s) 198, 199. Struikboonen 180, 181. Struikboontjes 181. Struikheide 50. Struikpeern 260. Struikprincesse(n) 181. Struisgras 8, 9. Struisriet 48. Strükbeide 50. Sirüskebei 212. Strijkbloem 21. Studentenroet 90. Stuifhennep 52.

Stuiver 121, 251. Stuivertjesblad 253. Stulle(n)zriad 43. Stijfmoertje 277. Stijl’selbloem 54. Stijfselbloempjes 159. Siijfstok 59.

Stijf struisriet 48. Stijnske weit 278. Stijve waterranonkel 36. Stijve zegge 56. Suècoreie 67. Succoreije 67. Süchnettel 132.

Suercivel 171, 217. Suerick 171, 217 Suerkruyd 171, 217. Suethoul 114. Suggeinannekensbloem 111.


Suggezee winde 141. Suikeraaie 67. Suikerbeet 39. Suikerbiet 39. Suikerbloern 257. Suikerboon 180. Suikerboontjes 181. Suikerbraam 216. Suikerbroeier 133. Suikerbroodskool 43, Suikerei 67. Suikerjenne 255. Suikerkastanje 58. Suikerkerver22. Suikernielkdistel 242. Suikernelel 132. Suikerpee(ën) 39. Suikerpeen 39. Suikerpei 39. Suikerpitten 39. Suikerriet 236. Suikerwortel 81, 218, 219.

Suikerij(e) 67, 251. Suikerijblomme 251. Suikerij plant 251. Suikerijlof 67. Suikerijpee 67.

Suik wortel 249. Sükerbiet 39. Sukerboontjes 181. Sükerbijt 39.

Sukerei 67.

Sukereie 227. Sükereiwoartel 67. Sukerie 67. Sukerjennigjes 144. Sukerjentjes 255. Sukersousjes 37. Sukertjes 144. Sükerwortels 39. Sukerwurtel 39 Sükerij(e) 67, 251. Sukkeraai 67. Sukkerpee 39.

Sukrioen 121, 122.

Sul 217, 218. Sul(c)ker(e) 247, 218. Sulkaart 217.

Sulleken 219.

Sulntten 12.

Sürbledden 217.

Surckel 171, 217. Surckele 217.

Surel 217.

Suring 217.

Suringbooni 38.

Surkel 171, 217.

Sürken 217.

Surpel 217, 218. Sürstal(len) 217. Sussemienen 249, Suukerwortel 39. Suyckerpee 85 Suyppeerboom 213. Suyringh 171, 217. Swaelem wortel 276. Swaluwencruyt 62. Swaluwwortel 276 Swaneblom 47. Swannebloenien 164. Swanneblommen 4 7. Swannekoek 47.

Swarte aelbesien 211. Swarte beien 211. Swarte jacea 60. Swarte malrove 35. Swarte nieswortele 1 17. Swarte patich 219. Swarte popelier 195.


Swart eyckenvaren 31. Swartkop 147 Swart niescruyt 117. Swart wollecruyt 270. Swealtsjebloin 276, 277. Swelckenhout 225. Sweltsjeblom 276, 277. Swerte andoren 35. Swerte coriander 163. Swertwortel 219, Swieteprikke 114. Swiethout 114 Switselbloemen 114. Sycomore 2.

Sy ie 81.

Synnauw 10.

Synnouw 10 Sypel 13.

Syringeboom 219. Syrische tarwe 260.

T.

Taailoos 161.

Taaimoes 254.

Taaiaius 254.

Taalroos 161.

Taarve 261.

Taarwe 261.

Taback 163.

Tabak 163, 262. Tabakbloniine 261. Tabakjes 15. Tabaicpijpcn 261. Tabaksbladen 262, Tabaksbloem 3, 166, 198. Tabaksbloemetje 121. Tabaksbloemetjes 198 Tabaksbloempjes 124. Tabaksboon 180. Taeifiter 260.

Taeigèrs 260.

Taeite 260.

Taetsugers 115. Tafelbord 172. Takjesboom 251. Takkenkroos 36. lakrooze 16.

Taks 251.

Taksboom 251. Taksieboom 251. Taksiefeer 251,

Taksis 251.

Taksisboom 251. Taksisveer 251. Talpekruid 84.

Tam bingelcruytmanne- ken 1.56

Tam bingelcruytwyfken 51.

Tam hemelkruid 51. Tamme boon 274. Tamme brandnetel 132, 13 5.

Tamme brocnekel 132, Tamme endivie 66, Tamme huel 175. Tamme kamperfoelie

114.

Tamme kastanieboom 58.

Tamme kastanje 58. Tamme kervel 22. Tamme klaver 257. Tamme klee 257. Tamme komil 65. Tamme komijn 81. Tamme lotus 258. Tamme mei 202.

Tamme meitak 203.


Tamtne melde 33. Tamme moeren 176. Tamme mooren 176. Tamme nachtschade 210.

Tamme net(t)el 132,133. Tamme orant 23.

'l amme peen 1 76, Tamme pimpinel(le) 198, Tamme porceleyne 196. 'famme spurrie 241. 'l'amme tengel 133. Tamme tiengel 132, 133, Tamme tingel 133. 'l’amme vitsen 275. Tamme zeumerzotjes 107.

Tamnetel 133. Tandekensbloem 3. 'land pijn wortel 115. Tandwortel 16. 'Tandzaad 17 40.

Tap 170.

Taraspi 121.

Tarf 259.

'l’arie 261.

'1’arwe 259, 261. Tarwegras 260.

Tas 95.

'faschjes 49, 53, 253. Taschjeskruid 52, 253. Tas(ch)kers 53, Taschkenskruyd 51. '1’aschkruid 51. 95, 253. Tasschen(kruid) 53. 'Fataarbloempje 124. Tataarsche boekweit 100.

Tater 241.

Tcheneuverbezien 213. Tcheneuvers 213 'r<‘henuivers 213. Tchienzemiene 219. Teemoes 254.

Teen 221. 222, 221. Teenen 221, 224, 274, Teenhout 222, 224. Teenloten 224.

Teèrf 261.

Teerkwasten 76.

Teirwe 261. '1'ekkenfloch 137.

'fel je 219.

'felnoot 128.

Temheed 93.

'1’emme kastanieboom 58.

Temm(e) kasta(n'ije- boom 58.

Temme kastonjeboom 58.

Temmerinde 66. Temoech 254,

Temoes 254.

Têmos 254.

Tengel 266.

Tenkte 66,

Tente 66.

Tepelkruid 253. '1’epelkruud 134. Terbentijnboom 135. Tèref 261.

Terf 259, 261. 'feringkruid 108. Terleboom 75. Terlinghboom 75.

'Ferve 259, 261.

'Ferwe 259, 261. 'Feskenscruyt 51. 'Festebloem(en) 86, 87.


TEUNIS — TWEEDE.


323


Tounisbloem 166. 'reunisje(s) 198, 199. Teurke terf 279. Thalictrum 253. Theebloem 62, 1 10. Theebloemeken 3.

1 heeblommen 3. Theeboom 265. Theeboompje 202. Theehoiit 110. Theresia 32.

Thimoes 254.

Thlaspi 121.

Thuja 253.

Th y moes 251. Ticielose 71.

'l'iekgras 113. Tieksche tarwe 219. Tielooze 199. Tieloozen 161.

Tiem 251.

Tiengels 266.

Tiksel 251.

Ti loos 71.

Tilooze 71.

Ti me( takjes) 251. Timetje 254.

Ti mie 251.

Timióan 251*

Timmer 254. Timmermanskruid 19. Timoen 251. Timotheegras 1^1. Timothygras 181. Tingel(s) 133, 266. Tink oan my 159. Tink om mij 199. Tisanepeem'260. Tister 241.

Titelloos 161. Titeloosen 71.

Titel roos 71, 160. Tjèrk hof blom 3. Tjeuntje(un) 235. Tjokvarent 193. Tjokvarnte 193. Toambei 215.

Toanbei 216. Toarnöeien 215. Toch(Dklaver 257. Tochtkloaver 257.

Tod 263.

Toefwilge 222.

Toegei erf 217. Toemoes 251. Toendistel 212. Toenerf 217.

Toengras 188.

Toen ka 31. Toenlepeltje 53. Toepjeklaver 257 Toerebout 263, 261. Toerre 263.

Toesebol 263. Toessebolten 263. Toestebollen 263. Toete(r}lo(o)f 22, 23. Toeters 23. Toezebollen 263. Toffel(sl 210.

Togel 260.

Tokteref 279.

Tollen 42. Tommeldistel 96. Tonbei(en) 216. l'onbes 211. 'l'onderUruid 125. 'l’ongblier 109.

Tonge 187.

Tonge kruid 109.


Tongel 109.

Tongen 220. Tongerl)loem 45, 171. Tongerblom 113, 174. Tonghkruyd lo9. Tongvaren 230. Tonkaboonen 151. Tonnebei 216. Tonnebeezen 211. Tonnekens 165. Tonnekenszaad 47, 165, Tonroos 172. Toontjeskruid 98. Toorts 269.

Toortskruid 269 Toovenaarskruid 68. Topheed 93. Topinamboer 116. Topjesklaver 257. Top'(kcs)klaver 257 Toppen 170.

Torenbies 47. Torenkruid 261. Torenplantje lil. Törfflok 95.

Torkruid 165, 265 Törksche weite 278. Tormentelle 197. Tormentil 197. Torrebies 47. Törsebcom 180.

Törse wait 278. Torswurtel 207. Tortenkruid 2;0. Tortsecruyt 269. Tortsenkruyd 269. Torve 2';1.

Tolsen 170, 179, 263. Traantje 158.

Tragus 224.

Trees 32.

Treewegen 187. Treiekant 260.

Trekblad 187 Trekgras 8. 113, 190 260. Trekkebek(kers) 203. Treklijn 74.

Trekpaa 260.

Trekrusch 129. Trekrusken 129.

Tremse 59.

Tremske 59. 60. Treullebezen 213. Treurberk 40. Treurbeuk 101. Treurboom 222. Treurende weuig 222. Treurende wilg 222. Treurend hartje 87. Treurhaver 34. Treurioie 222. Treurw'ilg(e) 222. Treurwillig 222. Treur-A'ulge 222. Trichem(en) 6. Trieswortel 207. Tril(lend)gras 41.

Tril popel 196. Trilpapulier 196. Tripmadam 232, 233. Tripolium 32. Trischemen 6.

Trissem 3.

Trobbels 86. Trochstekkers 157. 'l'roenkboornen 222. 'l’roenken 222. Troepjettel 266. 'l'roerwie 222. Trokeraten 240.


Trommelstok 248. Trommelstokjes 127. Trompen 23. Trumpet(bloem) 74. Trompetnarcis 161. Tronk 222. Tronkaarts 219. Tronkboom 222. Tronke 222. Tropjenoffelen 86.

5. Trosblo(e)men 86. Trosblomme 86. Trosgamander 252. Trosgierst 173.

Tros haver 31. Trosjbees 212.

Trosj esbes 212, Trosjeshaver 31. Troskapeelen 86. Troslaterus 135. Trossebezies 212. Trosselzaad 236. Trostarwe 279. Trosvaren 171, 225. Trosvletten 86, Trosvlier 226 Trosvogelkers 203. Trotsjesbezen 212. Truischjonker 86. Truischvitse 135. Truisronker 86. Truizelaar 86. Truizelvitse 135.

Trui 1.

Truntjes 111. Trü<kebei 212. Truswortel 2Ü7. Truswortele 233. Truus jonker 86 Truweelken 124, 253. Tsiiskrüd 149. Tsiiskruud 58, 81. Tsjiiskeblom 150. Ts'ukkerei 67.

). Tuchtekruid 98. Tuchtigkruid 98. Tuideboora 79. Tuilkens 27. Tuiltjes(bloem) 86. Tuimeldistel 96. Tuinanjelier 87. Tuinanjer 87.

'fuinbiêt 39.

Tninboon 271, Tuindistel 69. Tuindistelen 212. Tuineppe 25, 178, Tuingras 188. 'l'uinkamperfoelie 141, Tuinkers 138, 139. Tninkervel 22. Tuinkeul 227. Tuinkruid 188. Tuinlepcltje 53. Tuinling 1 II.

Tuin me 1de 33.

Tuin palm 47. Tuinpapaver 175. Tuinpurselein 196. Tuin sa la 221. Tuinscheerling 7. Tuinsla 131. Tuintjesbloem 37. 'ruintj esgras 188, Tuintulp 261. 'l’uinwolfsmelk 99. 'l’uinwortel 85. 'ruitel)Oom 79.

Tuiten 79. Tuit(er)loozG 199,


Tulbami 111,

Tulp(cn) 105, 261. Tulpane 261.

Tulpant 261.

Tulp van Goudeba 105. Tüngears 188.

Tunkars 139.

Turke boeën 271. Turksche beiaard 87. Turksche boekwei(i) 100.

Turksche boon(en) 180, 274.

Turksche goudsbloem 119.

Turksche haver 278. Turksche krenten 263. Turksche(krul)lelie 141. Turksche muts 111. Turksche mutsen 261 Turksche tarf 278 Turkschetarwe 278, 279, 'Furksche terf 278. Turksche terwe 279, Turksche toep 231. Turksche weiPe) 278. Turksche wikke 135. Turksch koorn 279. Turksch koren 279. Turksch terve 279. Turske weit 279. Turre(n)kruid 26, 261. Tusbeeren 268.

Tuskorn 261. Tussche(n)terwe 279. Tussjetten 179, 180.

Tut 208.

Tuters 235.

Tuuksche tarwe 279. Tuylken 86.

Tuynklocke 71. Tuynlinck 114, 1 15. Twaalf apostels 37, 38. Twanbeien 215. Twanneblad 216. Tweebast 221, 222. Tweebasters 223. Tweebastwaarde 222, 223.

Tweebastwaardenhout

222.

Tweeblad 112. Tweebladig dalkruid 149.

Tweebladige koekoeks- bloem 188. Tweebladscilla 229. Tweebladster hyacint 229.

Tweeblad t 112.

Tweede cleyne donder- baert 233.

Tweede cleyn steensaet 113.

Tweede clockxenswin- de 73.

Tweede doovenetelen 133.

Tweede geelwederick 118.

Tweede groote netelen 266.

Tweede paronychia 228. Tweede rietgras 211. Tweede scorpioen- cruydt 76.

Tweede scorpioides 76. Tweede valsche muur 271.

Tweede watereppe 67.


324


TWEEDE— A^ERS,


Tweede wilde kersse 138.

Tweejweegbloajer 186. Twelf apostels 105. Twelf urenbloemeken 170.

Twieg 221, 222,223,221. Twiegt 222, 221. Tweetand 140. Twistappel 175. Tworrebout 263. Twijghout 222, 221. Tijdeloos 71, 139, 161. Tijdeloose 71.

Tijdlelie 126.

Tijdloose 71, 160, 199. Tiikeloos 161.

Tijloeës 161.

Tijloos 71, 160, 161, 199. Tijlooze 199.

Tijm 251.

Tijmbladeereprijs 2r2. Tijmes 254.

Tijmiet 254.

'rijmmoes 251.

Tijmoen 251.

Tijmo(e)s 254. Tijmschorfte 82.

Ti j mus 254.

Tijteloozen 161.

U.

Ui 12, 13.

Uich 12.

Uick 12.

Uien 11, 12. Uitblazertjes 251. Uithoorn 191.

Uit en tuit 51. Uitstj^ande melde 33. Uiversbloem 51. Uiverssneppen 51. UlstCer) 125.

Un 12.

Unje 13.

Unjer 92. 93.

Unkrüd 217.

Unnder 92, 93.

Unne(n) 12.

Unijt 93.

Uppellijn 151.

Urret 185.

Uwe 251.

V.

Vaal 193.

Vaankniid 117. Vader-en-moederplant 118.

Vader in de koekkas 29. Vader veur denzoon 118. Vaderkruid 53. Vaderlandsche bloem 189

Vaderplant 228.

Vaele 115.

Vaenkruyd 117. Valbloum 74. Val(d)eriaan 268. 269. Valèriane 268, 269. Valkbloem 174. Valkruid 27.

Valsche akorus 126. Valsche berenclaw 1 18. Valsche kalmus 126. Valsche lelietjes 189. Valsche lisch 126. Valsche narcis 161.


Valsche rhabarber 253. Valsche sporkenboom 273.

Valsche weit 90. Valshout 239.

Vanen 204.

Vanoor(e) 140.

Vaorn 193. Vaornblomen 198. Varen 193, 197, 204. Varenkruid 171. Varenmanneke(n) 193. Varenmanneije 193. Varenwortel 'l93. Varenwijfke(n) 32, 204. Varkens 164. Varkensbloem 126, 251. Varkensdullen 263. Varkensgo(r)s 190. Varkensgras 76, 111, 189, 190.

Varkenskeerse 203. Varkenskers 76. Varkenskervel 178. Varkensklaver 257. Varkenskoot 118. Varkenssnoetjes 164. Varkensstaart 178. Varken, varken hort hort hort 121. Varkensvenkel 178. Varkentjes 127. Varkenwronge 231. Varregras 9. Varrenkruyd 193.

Vaste kroos 36. Vastenavondbloemeken 107.

Vastenavondgastje 80, 107.

Vastenavondgekjes 107. Vastenavondklokje 107. Vastenavondmuts 107. Vastenavondzol(jes) 93, 107.

Vastenavondzottekens

107.

Vastenouvenklokskes

107.

Vastenouven’zot(ses)

107.

Vederdistel 68.

Vederik 118.

Vederkruid 160. Veegkruid 263. Veekruid 117. Veelbloemig dalkruid 189.

Veelbloemige veldbies 147.

Veelbloemige vitsen273. Veelstengelige water- bies 116.

Veelbloemig salomons- zegel 189.

Veelvoet 193. Veelwortelig kroos 137. Veenbei 268. Veenbeisien) 268. Veenbezie 268, Veenboschbes 268. Veengras 91. Veenhamels 94. Veenhommels 94. Veenklaver 171. Veenkoren 268. Veenpiel 95. Veenpluis(zen) 94, 95. Veenreukgras 119. Veenvlok 94.


V'eenwol 91.

Veen wortel 190. Veerboom 225. Veerdistel 68. Veerranken 116. Veetsen 273.

Veeze 260.

Veil 115.

Veilranken 116.

Veinze 15.

Veld 50.

Veldahorn 1.

Veldajuin 106, 169. Veldalsem 28. Veldanjelier 86. Veldbeemdgras 188. Veldbies 146, 147. Veldbloempje 37. Veldboon 274. Veldbijvoet 28. Veldcalamint 48. Veldcypres 9. Velddestel 68. Velddistel 68, 69. Velddoorn 261. Velddragon 3. Veldebloemetje 37. Veldebloempje 37- Veldeereprijs 271. 272 Velderbloempje 37. Velderikdoorn 1. Veldgarst 121. Veldgeranium 112. Veldgerst 121. Veldgras 8. Veldhanepoot 207. Veldhanevoet 207. Veldiep 265. Veldjebloem 37.

Veld kaars 236. Veldkamille 151 Veldkers 51. 138. Veldklaver 257. Veldkomijn 58. Veldkrop 269. Veldkruidkers 138. Veldkruisdistel 96. Veldlaterus 136. Veldlathyrus 135. Veldlatuw 132, 269. Veldleeuwe(n)bek 24. Veldlelie 71.

Veldlook 170. Veldmunt 155. Veldorant 141. Veldpaardestaart 92. Veldranonkel 207. Veldridderspoor 85. Veldroos 211. Veldroosje 116 Veldroosjes 213. Veldrijs 251. Veldsaffraan 56. Veldsalaad 269. Veldsalaai 269. Veldsalie 225. Veldsaloëd 269 Veldsaloï 269. Veldseringen 51. Veldsla 131. 269. Veldsloat 269. Veldspiegel 63. Veldspinazie 63. Veldsyringe 140. Veldtauiyn 169. Veldtayeuyn 106. Veldtayuyn 169. Veldtcypres 223. Veldtijm 254. Veldvioletten 277.


Veldvossenstaart 16. Veldwinde 73, 71. Veldzuring 217. Veldzurink 217. Veltcroppen 269, Veltsalaet 269.

Velue 116.

Venbesien 268. Venckel(e) 103. Vèneknuppel 263. Venepluus 91.

Venk 140, 276.

Venkel 102, 103, 183. Vennebloum 37. Venneboon 274. Vennekeskersen 268. Vennekool 102, 118, 178. Vennepluim 55. Vennepluus 94. Venpluuzen 91. Venscheblaren 219. Vensioen 235. Venusbekken 88. Venusbloem 168. Venushaar 5, 31. Venushayr 31. Venusspiegel 214. Venusstraal 229. Venuswagen 4. Venijnboom 251.

Venze 166.

Verbena 270.

Verborgen oranjeklant-/ jes 97.

Verckensdoot 63. Verckensgras 190. Verckenssteert 178. Verckensveuckel 178 Verdoovende kervel 61. Verfbrem 110.

Vertdistel 235. Verfkamille 21. Verfkruid 110.

Verfweide 127. Verfwouw 209. Verfzaagblad 235. Vergabloeme 49. Vergedoor 62.

Vergeet mij nie(t) 159, 271.

Vergeet mij nietje(s)

159, 166.

Vergefbloemen 62. Vergefkruid 62.

Verget mich nie 159. Vergif(t) 84.

Vergiftige miere 19. Vergiftige zwarte boschbes 5.

Vergiftig kervel 72. Vergoobloeme 49.

Vergou 62.

Vergouw(e) 62.

Verkeerde klissen 7. Verkeerde lelie 103. Verkeerde netel 133. Verkeerd netel kruid 133. Verkeerde wereld 233. Verkensgers 190. Verkensgras 190. Verkensklaver 190. Verkenskruid 98, 190. Verkesges’ 190. Verkesgroes 190. Vermiculata 223. Vernis(ch)boom 38. Vernoelje 75.

Veronica 271, 272. Veronikes 272.

Versilts 38.


VTERT — VOORT.


325


Vertakte egelskop 211, Ververs zaagblad 23n. Verwen SC h te jutter 67, Verwersbloem'e 110, Verwersweede 127, Verzadoor 62. Verzedoor 62, Vestebloemen 161, 165, Vet 269,

Vetblad 183,

Vetjes 269.

Vetkruid 183, 232. Vetmuur 220.

Vetpotjes 79.

Vetsla 269.

Vette coes 269.

Vette kers 269,

Vette koes 269.

Vette kool 269.

Vette kous 108, 159, 269. Vette kouse 253.

Vette kousen 269. Vettik(e) 269.

Vetwortel 249.

Vetzaad 269. Veüelbekskes 11. Veugelkruid 247, Veugeltjes 273. Veugel(tjes)zaad 236. Veulenbloeni 121. Veulneuskes 86. Veuschestjèten 92.

Veyl 116.

V leken 275. Victoriagerst 121. Viegebollen 264, Vierblad 175.

Viercruyt 93, 117. Vierde beemdgras 157. Vierde doo venetelenl08. Vierde halfhonderdblad 172.

Vierentwintiguursbloe- inen 166.

Vierkruid 117. Vierstekken 117. Vierure(n)bloem 241. Vierwettel 117. Vierwortel 117. Vierzaadwikke 275. Vieultje 277.

Vieultjes 276.

Vigeletjes 276. Vigeletten 277.

Vigelien 151.

Vikken 173.

Vi letten 86.

Villeren 118.

Viltcruyt 81 ,

Viltige duizendknoop 192.

Viltkruld 81, 102.

Vimen 222.

Vinco(o)rde 275. Vingergras 172, 173. Vingerhoed 87. Vingerhoeden 52 73. Vingerhoedjes 51, 87, 88.

Vingerhoedkruid 87, 88. Vingerhoedskrüd 87. Vingerhoedskruid 87,88. Vingerhoeien 88. Vingerhoetcruyt 88. Vingerkruid 233. Vingerlang 187. Vingherhoed 88. Vingherhoetcruyt 88. Vink 110, 276.

Vinkdoorn 1 10,


Vinkel 103.

Vinkelhout 1 10. Vinkhout 140.

Vinkies 10.

Vinkoorde 140. 275, 276 Vinkoore 140, 276. Vinkoort 275.

Vloeitje 277.

Violen 277.

Violenboom 2. Violenhout 2, Violenmaterialen 62, 118.

Violet 62, 277.

Violetje 276.

Violetjes 277. Violetse(s) 277.

Violette 276.

Violetten 86, 276. 277. Violettencruit 276. Violier(en) 62, 86. Violierridderspoor 85. Vioole 276.

Vioolier 276.

Viooltje 276. 277. Viorne 272.

Vironikats 272. Vischblad 196. Vischgroente 178. Viscus 277.

Visjeskruid 253. Visken staart 126. Viskensteert 126. Visschenslaart 126. V'^isselcruyt 253. Visselkru'id 253. Visselkruyd 2.53. Visseskruid 253. Viter{gras) 260.

Vitse 137, 273, 275. Vitseboom 72.

VMtsen 273. 275.

Vitzels 273.

Viuulke 276. yiaaks 142.

Vlaamsche roos 273. Vlaardeboom 225. Vladderian 269. Vlaghaver 31. Vlakkenkruid 107. Vlamcruit 207.

Vlame 212.

Vlaproos 173. Vlareboom 225. Vlarehout 226. Vlaretakken 226,

Vlas 142.

Vlasbek 141, 112. Vlasbloem 189. Vlasdolik 113.

Vlasch 142. Vlaschbloem 189. Vlascruyt 142. Vlasdodder 51. Vlasdooder 51. Vlaskruid 10, 111, 112. VIasleeuwe(n)bek Ml. Vlasrui('d)e 81. Vlasruwe 81.

VI as warkruid 81. Vlaszsyde 81.

Vledder 225, 226. Vledderboom 226.

Vleer 225. 226 Vleerbessen 226. Vleerboom 226. Vleerholt 226 Vleeschbloem 76, Vleeschblomen 76. \Tees(ch;kars 201.


Vleesclikazen 201. \Tees(ch)kerse 201. Vleeschkessen 201, Yleeschkêzen 201. Vleeskrieke(n) 201. Vleiskieuze 201. Vleiskièze 20l. Vlek(ken)kruid 54, 107, 205.

Vlerboom 226. Vlèskazen 201.

Vlet 62, 162, 276. Vleugelnoot 201. Vleugeltjesbloem 189, Vl ieder '226.

Vliëerte 226. Vlieèskieèzen 201. Vliegen 167, 168. Vliegenboom 203. Vliegennet 86, 236. Vliegenoogenbruin 167. Vliegenorchis 167 Vliegenvanger 183. \Tiege(n)vang(ertje) 89. Vlieghencruyt 191. ’tVliegke 167. Yliegzand(ig)gras 90. Vliendeleer 226. Vl'endemater 6,^ Vliender 6, 226. VHenderboom 226. Vlienderhout 226. Vlienderkruid 6. Vlienderpemen 6.

Vlier 62, 225, 226. Vlierbessen 226. Vlierbloem 226. Vlierboom 226.

Vliere 225.

Vlieren 62.

Viierholt 226. Vlierstruik 226.

Vliert 225. Vrmder(boom) 226. Vlinderkruid 6. Vlinderplant 6. Vlindert) esboom 2. Vlirkes '62.

Vloghaver 31.

Vlokbies 94, 95. Vlokgras 114. Vlokkebies 9R Vlokken 94. Vlokkenbloem 59. Vloocruyt 192. Vloohout 160. Vlooienkruid 28, 53, 155, 160. 201.

Vlookruid 115, 125, 191, 192, 201 Vloozóad 28.

Vlotgras 113, lil. Vlotgres 114.

Vlotkruid 36.

Vlotvaren 225. Vlottende waterranon- kel 36.

Vloycruyt 192, 201. Vloykruyd 125, 192. Vluughaver 31.

Voare 201.

Vodde 50.

Voederwikke 275. Voeiering 204. Voelbeienholt 101. Voelboom 97, 101. Voelboum 104.

Voenkelc 102. Voerhaver 3 4. Voestrozen 172.


Voeteuvel kruid 6. Voetpalm 4 7.

Vogel beks ken s 11. Vogelbekzaad 105. Vogelcruyt 217. Vogeldarm 271, 272. Vogelgerst 179. Vogelgerste 236. Vogelgierst 173. Vogelgoed 236. Vogelgras 172, 260. Vogelkers 97, 201, 203, Vogelkersen 203. Vogelkruid 235, 217. Vogellijm 277. Vogelmelk 106, 169. Vogelmier 247.

Vogel moer 217.

Vogel muur 217. Vogelnest 85, 162. Vügelpanik 173, 236. Vogelpootje) 170, 173. Vogel pruim 203. Vogelsnest 162. Vogelsterrekruid 217. Vogelstonghe 191. Vogel tje(s) 1, 77, 106, Vogellje(s) op één been

Vogeltjehave 217. Vogelt'jeskarsse 201. Vogeltjeskruid 235.

V ogeltjes op de kruk 77, Vogeltjes op een been 141.

Vogeltjes op ’t een been

Vogeltjes op stok 77. Vogeltjeszaad 179, 247. Vogeltongzaad 105. Vogelverschrikker 263. Vogelvitse 146, 275. Vogelvoet 170, 172,190. Vogel wikke 273. Vogelzaad 173, 179. Vöggelkerskes 201. Voggeltjen op ’tteksken

Vöggeltjesbeene 34. Voghelkruyd 247. Voghelnest 76, 85. Vogheltonghe 191. Vokelaar 65.

Vokelaar met breede bladeren 27.

Vokelaer 65. Volderskaarde 88. Volderskruid 88. 89. Volendammertjes 87. Volg mij na 169. Völleblo'm 138. Vollersdistel 88. Vollerskaarde 88. Voltjeblom 54. Vonkelaar 65,

Voont 204. Voorjaarsndonis 5. Voorjaarsganzerik 197. Voorjaarsklokje 139. Voor’jaarslathyrus 136. Voor'jaarsleuconium 139.

VoorjaarssalTraan 80. Voorjaarsvroegeling95. Voorjaarszegge 56, Voorj aarszonnebloem 89.

Voorn t 201. VoortK)opendc engel- wortel 6.


326


/


VORK - WATER.


Vorken 41.

Vork- en lepeliclieO ^3. Vorkettekens 111. ^'o^kjes 41.

Vorschbeet 122. Vorschenbeet 123. Vorschennrek 137. Vorschenkool 137. Vorschenkruid U!6. Vorschensurkel 171. Yorschken 206. Yorschlepelcruyt 11. Yosschesteert l'2, Yossebèzen 268. Yossekullekens 168. Yossenbes 268. Yossenkulletjes 188. Yosse(n)staart 15, 16, 92, 148, 149. Yossenstaartgras 16, Yossensteert 15, Yossestart 92. Yo&sesteert(eii) 16, 17. Yossestèt 17, Yossestjètefn) 17. Yoszegge 56. Yrakelbessen 130. ^'rakelen 267. Yrangewortel 117. Yreeinde canadas 195. Vreemde castanien 7, Yreetweit 207. Yreibeienbooni 79. Yrikken 273.

Vroege boterbloem 102. Vroegeling 95.

Vroege pers 177. Vroege persen 200. Vroege perzikboom 18, Vroege zegge 56. Vroegop 195. Vroegopjes 107. Vreeghaver 31. Vrouwe-bedstroo 30. Vrouvvelijke varen 32. Vrouwendistel 237. Vrouwenhaar 5, 22, 31, 86.

Vrouwenhayr 5, 31. Vrouwen hóar 81. Vrouwenkoren 18. Vrouwenmantel 10. Vrouwenögjes 198. Vrouwenroosje 76, 153. Vrouwenspiegel 73, 241. Vrouwentongen 41. 196. Vrouwenvilieren 118. Vrouwliètongen 196. Vrouwtjesplantein 187. Vruchtholt 251.

Vucht 181. Vuchtenboom 181. Vuchtenhout 184. Vuilboom 97, 101, 203. ^uilboombast 10 1. Vuilboomenhout 101. Vuildoorn 101. Vuilneuskes 86.

V uilsparUenboom 101. ^mistnoteleer 7. '^uistroos 172 \ule neuzen 86.

\uren 182.

Vurenhout 184,

Vuurbos 69. Vuurenhout 181. Vuurkruid 62, 70, 117, 233, 238.

Vuurmakers 192. Vuurroosje 5.


Vuurstekken 117. Vuurwortel 65, 117,

Vu yl boom 104. Vijchboonen 146, Vijfblad 72, 197. Vijfbladerkruyd 197. Vijfbladt 197.

Vijfde anemone 20. Viifdeelig kaasjeskruid i50.


Vijfvingerkruid 196, 197. Vijfvingerlingkruid 197. Vijfvinghercruit 197. Vijfvingherkruydt 197. Vijg(h)boon 146. Vijgwortel 102. Vijleboom 101.

Vijter 260.


W.


Waai 231,

Waaiboom 195, 196. Waaiged 70.

Waaigood 278. Waaindruveboum 278. Waalbezen 268. Waalsche boon 274. Waalsche pimpernel 198.

Waalsche pimpinel 198. Waalwortel 219. Waarde(nhout) 2.32,223, 224.

Waarmoes 40. Wachelbeer 130. Wachelder(boom) 130. Wachele 130. Wachelteer 130. Wachhelderstroek 130. Wacholdei(beien) 130. Wacholderboom 130. Wachouter 130. Wachtel(boom) 130. Waelwortel 249. Waeterlisch 241. Waeterloock 252. Waeterpeper 191. Waeterpouge 271. Waidoorn 279.

Wait 259.

Wakel(bèzen) 130. Wakelder 130. Wakelenhout 101. Wakholder 130. Wal(d)beeren 267. Waldbes 267. Waldblom 65. Walderik 208, 237. Waldmeester 31. Waldmeister 31. Walkruid 108. Wallachyschegerstl21. Wallendistel 96. Walmeester 31, Walno(o)t 128. WalniMte 128. WalpurgiAiruid 41. Walriet 182.

Walsche boon 271. Walsche noot 128. Walschot 239, 240. Walshout 239.

Walsla 269.

Walstroo 108. Walstrood 109. Walworte 225. Walwortele 249. Wambuiskneopen 59, 60, 64, 65.


Wambuisknope 61. Wam(m)esknoopen 59, 60, 64.

Wandluizenkruid 176. Wannötte(nboom) 128. Wanoore 110. Wanschóft 239. Waogholt 130. Wardhout 222, Warf(holt) 221, 223. Wargaren 81, 82. Warkruid 81, Warmmoes 39. Warmoes 33, 39, 40. Wartekruid 98. Warrelen 222 Wateraardbei 72

— aflbdille 1^2.

— ahornboom 2.

— alant 2.

— aloë 217.

— anagallis 271.

— andoorn 118.

— andoren 148.

— angelica 20.

— beemdgras 113.

— bessen 268.

— betonie 231.

— bezie 72

— bies 116, 129,

230.

— bitter 217,

— hlaaskruid 266.

— bladen 187.

— bloem 50,54, 208.

— bloembies 129.

— bloempje 36.

— blommen 50,

— blommetjes 54.

— boelkenscruvtlO,

41.

— boelkenskruidlO.

— boeltjeskruid 41.

— boterbloem 36, 50.

— bunge 271.

— chamadren 252.

— daveren 156.

— conyza 235.

— drakenwortel 50.

— drieblad 156.

— duizendblad 122,

169. 266.

— duizendknoop

190.

— dusentbladt 160.

— eereprijs 271.

— eppe 39, 178, 238.

— fenkel 166.

— gal 214.

— gamander 252.

— geil 211.

— gentiaan 141.

— gerwe 122.

~ gladiolus 47, 143.

— goudsbloem 50.

— goutbloemen 50.

— gras 58, 114, 128.

— groen 49.

— guichelheil 271.

— handekenskruid

168.

— hanenvoet 36.

— hanepoot 72, 208.

— hane(n)voet 72,

208.

— hennep 97.

— hoefblad 178.

— holt 239.

— hout 97.

Waterig rietgras 58.


Waterkaarde 122, 247.

— kaas 162.

— karse 162.

— kas’ 162.

— kastanje 256.

— kers 162, 238.

— kers(s)e 162.

— kervel 165.

— kès 162.

— klaver 156.

— klee 156.

— klesse 162. klokje 143.

— knots(en) 263.

— kolf 263.

— krakebeziën 268.

— kresse 162.

— krieken 201.

— kroos 1 37.

— kruid 54. 247.

— kruik 164.

— kruiken 165.

— lelie 126, 164, 165.

— lesse(n) 244,

— leus 137.

— levercruyt 36.

— lilie 165.

— linzein) 137.

— lis 127.

— lisch 5, 47.

— lobelia 143.

— loock 252.

— look 252.

— malroue 148.

— malrouw 118.

— manderkruid 252.

— menta 155.

— mente 155.

— muizenoor 159.

— munt 151, 155.

— munte 155.

— muur 91, 149, 244,

246.

— nagelkruid 112.

— navel(cruyt) 123,

— noot 256.

— noten 256.

— pasiinake 39.

— pateeltjes 123.

— pee 165,

— peper(e) 70, 191.

— pest 90.

— p 'terselie 39.

— pimpernel 271.

— pinksterbloem

122.

— plomp(e) 165.

— poelkenskruid 41.

— poeltjeskruid 41.

— pomp(e) 165.

— ponge 271.

— porselein 177,271,

— postelein 177.

— punge 226. 271.

— pungken 271,

— radijs 162.

— raket 162.

— ranonkel 35, 36.

— retse 190.

— reuts 191.

— rids(el) 191,

— riet 55.

— rietgras 56.

— roos 161, 165.

— rooze 165.

— rozen 253.

— ruil 253.

— ruiters 247.

— ruyterscruyt 218.

— saia(de) 162.


WATER— WILDE,


327


Waierscheer 218.

— scheerling 07, ()8,

165.

— scheeilink 08.

— silon 60.

— slangencruyt 49.

— slangenkruid 49.

— smerte 190

— sparreije 120.

• speenkruid 231.

— speerwortele 49.

— speurre 230.

— spurrie 230.

— stekels 248.

— ster 248.

— sterrekruid 32, 49.

— stompe 165.

— torkruid 165.

— tulp 165.

— tijl 114.

— varen 171, 225.

— veil 137.

— venkel 165.

— violen 54, 122.

— violier(eu) 122,

143

— viool 54.

— vlier 20, 225,273.

— vlotgras 58.


— vijtvingerkruid

72.

— walstroo 100.

— wechbree 11.

— wederi(cjk 1 18.

— weegbree 11.

— weene 190.

— weg(h^eric(k) 11

— wilg 190,222, 223,

221.

— wolfsmelk 99.

— wulge 190.

— yucca 248.

— zeegroen 218.

— zulker 219.

— zuring 218. Watterzakken 201. Wechbreede 186. Wechholder 130. Wechwachte 67. Wedau 221.

Weddauw 234. Wedde(kens) 221. Wedden 223, 224. Weddenblomen Ol. Weddenroosjes 91. Wederdood 31. Wederdoot 31. Wederick 148, 119. Wederik 148, 166. Wedewiude 73, 1 16, 197. Wedzaad 58- Weeblaadje 197. Weebladeu 187. Weebloem 138. \Veechbre(e) Ie 187. Weed(e) 127, 209. Weedt(e) 127.

Weëe 221.

We(e)gaardsblaren 187. Weegblad(en) 186, 187. Weegblajer 186. Weegblaren 187 Weegbree 113, 186, 187. Weegbreej 186. Weeggers 190 Wecgwortel 187. Weejeblumke 37.

Week SC hoon 187.


Weemoes 181. Weendruiven 278. Weene 190.

Wee pel 213.

Weepen 213. 'Weerd(en)hout 222, 224. Weerdenwilg 222. Weerhout 239. Weerkruipenje 113. Weermoet 28 Weerwinde 74. W'eerwing 73 WeerwijD 74.

Weesjes 118, 276. Weeskindertjes 113. Weet 127.

Weetraai 181. Weeuwen 131. Weeuwkrop 131. Weeuwplant 131. Weeuwtjes lil. Weewinde 73, 141, 115, 197.

Weewortel 197. Wegaardsblaren 187. Wegbeetblaren 187. Wegblaren 187. Wegbüomblaren 187. Wegbree 186, ,187. Wegbre met smalle bla- deren 188 Wegdistel 167. Wegeblad 186. Wegebladen 113, 186, 187.

Wegeblaeden 187. Wegebla(e)ren 186, 187. Wegeblèdden 187. Wegedoorn 209. Wegegras 190. Wegenbeet 187. W'^ègenblad 186, 187. Wègenbreëe 190. Wegentrêe 187, 190. Wegenwaart 67. Wegenwachter 67. Wegeric 187.

Wegerik 186. Wegesblaren 187. Wegetree 187.

Wegelrit 32.

Weggras 190. Weghbree 186. Weghewaert 67. Weghgras 190. Wegkruid 187. Wegstroo 31.

Wegtree 187.

Weg war te 67.

W^egzaad 187. Weibloemekens 38.

Wei bloempje 37. Weiblommetje(s) 37, 65. Weichselboom 203. Weichselhout 203. Weidebloem 50. Weidebloempje 37. Weidegras 189. W'eidehaver 27. Weideklaver 257. Weldeknoopkruid 59. Weidepimpernel 198. Weidewalstroo 109. Weienbloem 37. Weiheboom 221. Weilandstekel 68. Welmoes l8l.

Weinen 221. Weiolmkruid 265.

Weit 100, 259.


Wei te 259.

Weitgèrs 120. Wekerwten 275. Welghemoe(d)t 169. Welle kastonjeboom 7. Welrieckf'nde water- biesen 166. Welriekend drieblad 154.

Welriekende ganzen- voet 63.

Welriekende géelbloem

22.

Welriekende kers 203. Welriekende kervel 160. Welriekende klaver 151. Welriekende lisch 5. Wi^elriekende mirre 160. Welriekende nachtor- chis 188.

Welriekende orchis 188, Welriekende waterbies 166.

Welriekend gras 22 Welriekend viooltje 276. Wemelgrasjes 41. Wemmesknoopen 65. Wén 74.

Wenek 275. W'’endelboom 57. Wendroze 20.

Wenebos 221 W^enk 276.

Wentergas 121. Wentergruun 116.

Wepe 75, 214. Wepedoorn 214. Wepelbramen 211. Wepelsteert 91 Wepen(deurne) 211. Wcrewin 74.

Werf 221, 222, 223, 221. Werfheit 213.

Werfhout 222. 223, 221. Werfwilg 223.

Wertel 85.

AVerte(n)kruid 62, 98. Wertenbloern 20. Werve 223.

Wervel 223. Wervel(en)hout 221,222, 223

Werveling 221, 222, 223. WerveKvaarde 221, 223. Werven 223, Wervenhout 223, 224. W'espen 167. Wespenboom 97. Wespenorchis 91. Wesse 224. Wèterblomme 36 Wester 9.

Wettekrooid 98.

Wettel 85.

Wettelaar 194 5\ ettenkrui l 98. Wettermint 155. Wetterwilg 223. Wetterwyleh 223 Wenen 131.

Weugbree 187.

Weulge 22. Weulverbloem 171. Weurft 221. Weurmkraud 66. Weurmkruid 66 Weurvenhout 223. Wever(s)blad(en) 186, 187.

Weversb laren 187.


Weversldèd 186, 187. Weverscaerden 88. Weverskaarde(n) 88. Wevertsblaren 187. Wewinde 73. Weyckenboom 75. Weydboom 221. Weymouthden 181. Weyp(k)e(n) 75.

Weyte 259,

Weytkruyd 127. W'^hekkoe 260. Whippingtontarwe 261. Wichterbéam 202. Wichtertjes 203. Wickboone 146.

Wicke 273.

Wie 221, 224.

Wiedauw 221, 221. Wiedauwwissen 221. Wiede 221, 221. Wiederick 119.

Wiede wissen 224. Wiedoorn 261. Wiedouw 221, 221. Wiedowwissen 222. Wiegstroo 31.

Wiehe 221.

Wieheboom 222. Wiejeboom 221.

Wiek 275.

Wielboom 57, 7,5. Wielekensboom 2. Wielen 170. Wielewrang 239. Wieling 221. Wielkens(kruid) 153. Wielkruid 153. Wieltjes 153.

Wielwilg 57,

Wiemele 212. Wiemere(n) 212. Wiernpel 211. Wienbeiers 211, 212. Wiensel 271.

Wiensels 122. Wiepe(l)doorn 211, Wiepkedoorn 214. Wier 196, 279. Wierbloemen 151. Wiermskrüd 66. Wierwinde 71, 141. Wiert 279. Wierzenhout 209,

Wies 259.

Wiet 100.

Wietelaar 266.

Wik 273.

Wikarten 275. Wikerwten 275. Wikke(n) 273, 275. Wikkens 273.

Wiklinze 185.

Wild bakkruid 155.

— balsemkruid 125. Wildbloem 20.

Wilde aarda[)pel 239.

aardbei 72.

— aarnootbloem

273.

— acacia 213.

— aerpels 240.

— agremone 197.

— alsem 29.

— alst 28.

— amberbloem 59.

— andijvie 235

— angelica 20.

— angel ick 20.

— aster 131.


328


WILDE — WILGE.


Wilde ate 34.

— averone 28.

— averuit 28.

— ayeuyn 106.

— balsem 45, 154,

155.

— balsemien 125.

— basilicum 70.153.

— bertram 3.

— boekweit 100, 190,

191.

— boonen 191.

— boonranken 191.

— bottelroos 214.

— buglosse 19.

— cameline 96.

— chamaedrijs 2ri,

272.

— christusoogen

153.

— cichorei 67, 251.

— cicory 80.

— cistus 116.

— daveren 154.

— coriander 163.

— distelen 89.

— dragon 3, 96.

— duizendschoon

76. 86, 261.

— els 29.

— engelwortel 6, 20.

— eppe 7, 178.

— esch 6.

— flier 6.

— frange 239.

— galigaan 69, 230.

— garst 16, 162.

— geer(aard) 6.

— gei 6.

— geranium 111.

— gerf 3.

— gerst 121, 162.

— gierze 6.

— goud(s)bloem 27,

65.

— goukes 204.

— grutten 53.

■— haver 34, 45.

— hennep l08.

— heul 174.

— hop 122.

— hyacint 76. 90,

158, 168. '

— jonkerke(n)s 86,

261.

— kaarde(bol) 88.

— kaasjes 79.

— kamille 21. 151.

— kamperfoelie 144,

145.

— kardeng 7.

— kars 201 .

— karwij 85.

— Kastanieboom 7.

— kastanje 7.

— kastanjeleer 7.

— kastannenboom

7.

— kastonjeboom 7.

— kei ver 7

— kemp 103.

— kers 138, 162,201,

253.

— kersse 51, 253.

— kers van Kandië

121.

— kervel 7, 23, 61,

68, 160.

— kes 162.

— keulver 61.


Wilde klaver 258.

— klaverkens 152,

258.

— klèver 258.

— klimme(r)81, 109.

— klokjes 52.

— klokken 74.

— klouere 258.

— k lover 258.

— knoflook 14.

— knol 237.

— koffieboon(en)74.

97.

— komijn 58.

— kool 134.

— kornoelje 75.

— kottekousen 199.

— krodde 253.

— kruidnagels 106.

— kruizemunt 155.

— lattouwe 132.

— latuw 132.

— lelie 74.

— lelietjes 149.

— lerkenbooni 135.

— lichnis 76. WiUde) lesch 127. Wilde lies 127.

— lis 127.

— lissclii 127.

— lissen 127.

— look 14, 170.

— lychnis 153.

— madelieve 38.

— mageleine 169.

— majer 63.

— malouw 63.

— maluwe 150. Widemanskruid 20. Wilde marioleine 169.

— marjolein 169,

254.

— melde 32, 33, 63.

— meluw 63.

— moes 134.

— mostaard 70, 238.

— mostaert 237.

— mosterd 88, 237,

2.38, 253.

— munt 48, 155.

— munte 156.

— muskus 150.

— nardus 30.

— netel 133.

Wilden flier 6.

Wild engel kruid 20. Wilde nigelle 163. Wilden kloover 258. Wilde olm 265.

— olijf* 160.

— orant 24.

— orega 169.

— ossetong 19.

— paaschebloem

161.

— pachènce 218.

219.

— palm 267, 276.

— palije 48.

— pastinaak 85.

— pastinake 176.

— pastience 218,

219.

— peen* 58, 85.

— pensee 277.

— peppel 91.

— perselle 7.

— peterselie 7, 72,

178.

— petersilie 7.


Wilde pillioen 255.

— pootekens 229.

— pootkens 229.

— porselein 233.

— postelein 17.

— preumke(n)s203.

— pruim 202.

— pruimkens 203.

— pruymbüom 203.

— pijn(boom) 18 1,

— pijrethum 3.

— raap 19.

— radijs 208.

— rakët 88, 95, 162.

— rapen 52.

— ridderspoor 85,

— ris 192.

— rogge 247.

— roodemoslerd42.

— roos 213, 214.

— rosen 214.

— röskes 214.

— rozelaar 214.

— rozelirs 214.

— rozen 174, 211.

— ruite 253.

— saalde 252.

— salfraan 71, 80.

— salie 91, 225, 2.52.

— saveu(i)en 242.

— savie 98, 252.

— scheerling 7, 68,

72

— scheerlink 23.68.

— schorseneer 255.

— schorsoneer 255.

— sealje 225.

— sedum 233.

— selderie 23.

— selderij 208.

— selve 91.

— sene 72.

— senne 71.

— sering 70, 1 10.

— seringen 203.

— sla 132.

— sorel 218.

— spikenard 269.

— spinazie 33.

— spurrie 244.

— stekraap 42.

— suikerij 251.

— surkel 218.

— taaimus 254.

— tabak 218, 219,

270.

— tarwe 1.53

— tengel 133.

— thee 272.

— thym(us) 251.

— toebak 249.

— truizelaar 97.

— tuilkens 76.

— tulp 105, 174,261.

— tym 254.

— tymes 251.

— tymo(e)s 251.

— tymus 251.

— liien 14.

— uyen 14.

— valeriane 269,

— valsche hennep

103.

— valsche kemp

108.

— varnte 193,

— veldsaf(f)raan56.

— veldsla 269.

— veldtsoflraen 56

— venkel 165.


Wilde violen 276, 277.

— violetten 276.

— viooltjes 276.

— vitsen 273.

— vleider 226.

— vliender 6.

— vlier 6, 225, 226,

273.

— vogelsnest 85.

— vogelzaad 236.

— warf 223.

— waterkers 165.

— waterradijs 162.

— waterriddêr 219.

— weede 267.

— weenen 148.

— weit 153.

— wieken 275.

— widau 192.

— wikke(n) 273,

— wilg(en) 148, 193,

191, 192, 222.

— wisch 189, 192.

— wortel 58.

— wuitjes 264.

— wijngaard 231.

— zeekoolen 4 4.

— zeekraal 232.

— zelve 91, 252.

— zenebladen 72.

— zeumerzotjeslÉ9.

— zokken 270.

— zuring 217.

— zurkel 218.

Wild galigaangras 230.

— geite(n)blad 115

— gras 15, 1 72.

— kalishout 239.

— kastanje 7.

— kooltje vuur 19.

— koren 15.

— kruid 20.

— lieuwemuilke l4l. look 14.

— mosterdkruid 88.

— mosterdzaad 88,

237.

— narduszaad 163,

— panik koren 172.

— schurftkruid 59.

— serel 218.

— steenzaad 142. Wildt vlas 142.

Wildt vlier 225.

Wil 1 tandkruid 3.

— viooltje 277.

— vlas 141, 142.

— vleer 6.

— vuurkruid 20.

— watergaligaan-

gras 56.

— wit vuurkruid 70.

— wormkruid 66.

— wortelloof 23

— zoethout 32, 193,

239.

Wile wrange 239.

Wil flas 142.

Wil fleutte 276.


Wilge(boom) 221, 222, 223.

Wilgen 191, 192, 221. Wilgenblad 72. 190, 192, Wilgenboom 119, 221, 222.

Wilgenroos.ie 90, 91. Wilgentronk 222. Wilgepooten 222.


WILGE— WOL.


329


Wilgeries 221.

Wilghe 221. Wilghenboom 221. Wilgt 221.

Wilje k aston jenboïm 7. Wil jeunkelkes 86,2öl. Wil kern 88.

Wil kerlisleuterkes 199. Wil krieke(n) 203. Wille bizzemuilkes 142. Wille boonen 274. Willeg(e) 221.

Wille gieullèr 6.

Wille kas’ 162.

Wille klaver 258.

Wille kemp 108.

Wille klee 258.

Wille lainmersteert 187. Wil pachènce 218, 219. Wil patience 218, 219. Wille rozejip 209. Wille weutjes 264. Willig(ebo6m) 221. Willighe 221.

Wil rozev'n) 214.

Wil roze(n) van Egijpte 209.

Wil spénaatje 33.

Wilt panickcoren 173. Wilt bingelcruyt 156. Wiltloock 14.

Wilt vlas 141.

Wil waaïe 192.

Wil wie 192.

Win 71.

Wind 73.

Windbloem 19.

Winde 73. 74.

Windels 74. Winderoede 74. Windgras 188, 189. Windhalm 8, 9, 24. Windhaver 34. Windkruid 20.

Windoni 73, 74, 191. Windroos 20.

Windsel 73, 74. 81, 273. Windsorboon 274. Windicruyt 20, 74. Windzaacikruid 199. Wingerd 115.

Wing 73.

Winkel 258.

\Vinne 74.

Winsel 273. WinterakonietCjes) 93. Winterbloem 93. Winterboon 274.

Win te reik 206. Wintererwten 136. Winter nieren 62. Wintergerst(e) 121, 260. Wmtergras 15. Wintergroen 115, 116, 181.

Winterhennep 52. Winterker(se) 35, 182. Winterkersen 182. Winterkoolzaad 42. Winterkrieken 182. Winterkruid 35. Winterlelie 117. Winterlentebloem 93. Winterliedcrljes 107. W’interlinck 72. Winterling 72. Winterporselein(e) 69. Winterpostelein 69. Winterprei 13. Winterraapzaad 44.


Winterrakette 35. Winterrogge 232. Winterroosen 16. Winterrozen 16. Wintersalade 269. Wintertarwe 261. Wintervilieren 118. Winterwatermunt 35. Winterwolfswortel 93. Winterzotten 107. Winterzottinnekes 107. Winthalme 94.

Wipkul 220.

Wirtel 85.

Wishout 224. Wispeleer 156. Wisschen 221, 224. Wisscheleer 221. Wisschenhaat 224. Wissel kruid 253. W^isselkruyd 253. Wisse(n) 224. Wissenhout 224. Wisten 224.

Witbe(h)en 91, 236. W’'itblad 194. Witblarenpopulier 191. WitbJoem 42. Witboksen 120.

Witbol 120.

\Vitboom 194. Witbuiken 20!.

Wit clavercruyt 258. Wit comijn 58.

\Vit eikenvaren 83. Wite klaver 258.

Wit honzenhout 273. Without 194. Witilligkruid 204. Witlo(o)f 67.

Witmoes 269.

Wit mostaertcruit 237. Wit mostaertcruyt 237. Witse 221, 273.

Wit Sint Jacobcruydt 235.

Wit sporkenhout 273. Witsteerntje 169.

Witte 188

Witte aalbeern 212.

— aalbes 212.

— aalbèze 212.

— aardbeziesteen-

klaver 256.

— abeel 194.

— alsem 28.

— andoren 151.

— aoliebezen 212.

— bean 180.

— bei(en) 212.

— bellekes 107.

— blommetjes 38.

— berk 40.

— bes 212.

— bete 39.

— betonie 198.

— bczekes 213.

— bezen 212.

— biet 39.

— bloem 44.

— bloemen 85.

— bolderik 153.

— bolle 153.

— boom 194.

— boon(en) 180. 181 .

— boschlelie 60.

— boterbloem 20,36.

— boterstande-

ke(n)s 165. brandnetel 133.


Witte brood 273.

— buike(n)n 201.

— doeken 74.

— comijn 58.

— convallaria 14.

— damnetel 133.

— denneboom 1,182.

— dissel 242.

— distelen 68.

— doorn 79, 80.

— doovenekel 133.

— doovenetel 132,

133.

— doovetingel 133.

— els 15.

— ganzebloem 65. ganzevoet 63.

— goezzeblom 65.

— halmpijnen 120.

— haver 34.

— hemst 16.

— honigklaver 154.

— humst 16.

— immortel 116.

— janievers 212.

— januivers 213.

— jenievers 212.

— kali 248.

— kannetjes 165.

— kezen 201

— kiek 11. 253.

— klaver 258.

— klaverzuringl71.

— klie 258

— klokjes 60. 61.

— klokskens 74.

— koekoeksbloem

153.

— kóal 43.

— kol 21.

— kool 43.

— krieke(n) 201.

— krodde 253.

— kroote 39.

— lelie 161.

— majer 10, 17.

— mallote 154.

— mal va 16.

— maluw(e) 16.

— mammelutters

133.

— mammezuigers

133.

— meertszbloeme

139.

— mei 63.

— melde 33, 63.

— melote 154.

— merk 253.

— miemere 212.

— mier 247.

— miere 247.

— moer 247.

— most(a)erd 237.

— munt 155,

— murik 247.

— muur 247.

— nachtschade 156.

— narcis 160. 161.

— neitel 133.

— netel 133.

— nettel 133.

— nievers 212. W’itten haemst 16.

— he(e)nist 16.

— heul 175.

Witte orchis 188.

— paaschlelie 161.

— pappels 16.

— pee 176.


Witte peen 176.

— peme 120.

— peppel 16.

— pimpernel 198,

— plomp(e) 165.

— plompen 165.

— pompbloem 165.

— poot 67.

— popeleer 194.

— populier 191.

— pruim 202,

— regen 213.

— reinevaar 3.

— roos 214.

— rouwen 40.

— rijstebrij 26.

— rijst pap 233,

— schorseneer 255.

— sedum 233.

— sis 161,

— snoekebloemen

165.

— sporckelbloeme

1 39

— steen"bree(c)k228.

— steenbreke 228,

— steenraket 11.

— strengebesen212.

— teelloos 161.

— tingel 133.

— tripmadam 133.

— tijdeloos 107, 161,

— tijdeloosen 139.

— vêldklavcr 258.

— vliender 226.

— vogelmelk 169.

— walderik 253.

— waterkers 162.

— waterkruik 165.

— waterlelie 165.

— waterroos 165. Watertulpen 165.

— wegdistel 167.

— wèrewin 74,

— wilde munte 155.

— wilg 190, 122.

— wilghe 222.

— wortel 176.

— wynbeiers 212.

— zandbes 253. Wiltiliekruid 204.

Wit vet kruid 232, 233. Wit vlotgras 15.

Wit vogeltjeszaad 179. Wit vuurkruid 69.

Wit wolkruid 270.

Wil wollecruyt 270. Witweite 259.

Wit woudthaenken 20. Wit zaad 179, 236.

Wit zeepkruid 153,

^Vit zonnebloem|)je 37. Wivin 74.

Wiwinde 74.

Woartels 85. Woaterhoanepoot 72. \\\)dansbaard 234. Wodanskruid 156. \Voerthaak 167.

Wok 273.

Wol beren 267.

Wol blad 269. ^^"olblaederen 269. Wülblaren 270. Wolbloem 270. Wolboom 195.

Wiilcruit 270.

Wolcruyt 269, 270 Wolderik 208. Woldistel 88.


330


WOLF — ZEEK,


Wolferlei 27.

Wollkruiii 1. WoH'sbesfie) 175. Woll'sbezie 175. Wolfsboon 146. Wolfsboonen 233. Wolfsclauwen 147. Wolisdood 4. WoHsdoorn 211. Wolfskers 33, 163. Wolfsklauw 147. Wolfsnialrove 148. Wolfsniel(c)k 98, 99. Wolfspoot 147, 148. Wolfsschijn 148. Wolfsworiel 4. 93, 175. Wolfvlinder 26>. Wolgers 120.

Wolgras 94, 120. Wolkruid 270. Wolkruyd 269. Wollebladferen) 270. Wollegras 94. Wollekrüd 269. Wollekruid 269.

Wollen wanten 274. Wollevlas 94- Wol Ie vodden 274. Wollewant 180. Wollige balroos 272. Wollige sneeuwbal 272. Wollige viorne 272. Wollig honiggras 120. Wollig zorggras 120. Wolplant 270. Woltoorts 270. Wolvekrooid 4. Wolvenbakkes 23. Wolvenkruid 205. Wolvenla 205. Wolverblaren 178, 262. Wolverlei 27, 89. Wonipel blaren 165. W'ompelbloeni 165. Wondekruid 233. Wonderboom 84, 98. Wonderkruid 123. Wondertarwe 260. Wondklaver 23. Wondkruid 23, 27, 233. Wondkruyd 241. Worbelen 267.

Worf 223.

Worgkruid 276.

Workel 85. Wormcruy(d)t 66. Wormkroed 66. AVormkruid 66. Wormkruyd 66. Wormmoedt 28. Wormte 28. Wormvaren 66, 193. Wormzaad 66. Wortekruid 98. Wortel(s) 85.

Wortele 85.

Wortelen van Papas 240.

Wortelkruid 85.

Wottel 85. Woudanemoon 20. Woudbloem 27. Woudbloemen 65. Woude 209, Woudencruyt 233. Woudenkruid 233. Wouderwt 136. Woudklaver 257. Woudkruid 27, 233. Woudswortel 249.


Woudtvarenmanneken

193.

Woudtvarenwijfken 32. Woudtwyngaert 70. Woudwiide 20. Woutknooploock 14. Wouw 209.

Wouwe 110, 127, 209. Wouwinde 74.

Wrange 73, 81, 82. Wrangekruid 205. Wrange(l) wortel 117. Wiangen 81.

Wranghe 74, 81. Wrangkrüd 117. Wrangkruid 117. Wrangwortel 117, 205. Wrattekraud 98. Wrattekroet 62. Wratte(n)kruid 62, 98, 99.

Wrongel(rooze) 273. Wuilge 221, 222, 223. Wuilve 221.

Wulfe 263,

Wulfvlinder 265.

Wulg 221.

Wulge 149, 221. 222,223. Wulgeboom 221.

Wul gen hout 221. Wulgekruid 149. Wulgepersijn 7. Wulleboonen 274. Wulle nier 6,

Wulle kastoineboom 7. Wulle kastonjeleer 7. Wulle luuk 170,

Wulle stekelbezeleer

211.

Wul violetten 276. Wullenboau 274. Wulvebloem 174. Wulvenboom 221. Wulverbloem 174. Wulvetap 170.

Wurf 221, 223. Wurmkruid 66.

Wurtel 85.

Wutbezen 213. Wutboom 194.

W uttel 85. Wijchboonen 146, Wi;id(d)ouw 221.

Wilde 221.

Wije 221. 224. Wiitjesvaren 32, 204. Wijfkebrannèttel 133. Wijkerblad 187. Wijlboom 75.

Wijlde boekwet 100. Wijlde kastanje 7. Wijlde klimmer 73, 81. Wijlde prei 14.

Wi'jkie roos 213. Wijlde tulp 261.

WMjlde woartel 85. Wijle kastanje 7. Wijlg 221. AVijlgenbeam 221, Wijljenbeam 221. Wi'jm(en) 224. Wijmwisschen 224. Wijnberglook 14. Wijnbessen 211. Wijnbezeleer 278, Wijnbeziën 212.

Wijnde 73.

Wijndruive(n)boom278. Wijndruiven 278. Wijngaard 278.


Wijngaardlook II, Wijngaardstok 278. Wijngaerd 278. Wijngaert 278. Wijngaertwrange 73. Wijnkers 201. Wijnkèzen 201.

Wijnom 74.

Wijnperzik 177. Wijnroos 214.

Wijnruit 219. Wijnruijte 219.

Wijnsel 73, 81. Wijnsels 122. Wijnstock 278. AVijnstruyck 278.

Wij palm 47, 251, Wijwaterborstel 88, 89. Wij wouters 168, 188.

Y.

Ydele haver 45. Ydelhaver 34, 44.

Yelde rogge 18.

Yeue 116.

Yfjboom) 251.

Yiël(hout) 251. Yfie(blarenl 116.

Yle dravik 45.

Yle rogge 18.

Yle tarvve 18.

Ypeline 255.

Ysappeltjes 248. Ysenkruyd 270.

Ysen eruit 270.

Yseren biesen 230. Yserhard 270.

Yserhart 270. Yserkruyd 270.

Ysgras i72.

Ysop(e) 124.

Yve 113, 254.

Yveboom 251.

Yvenhout 251.

Yzenhard 270, Yzenkruid 270. Yzerbies 129. Yzerbloem 176. Yzeresbloemen 80. Yzerboompje 234. Yzerhard 59, 149, 190- 219, 270.

Yzerhoed 4.

Yzerhorde 176. Yzerkruid 54. 59, 89. 190, 236, 265. 270. Yzermol(kruid) 265.

Z.

Zaad 42, 44.

Zaaddistel 69.

Zaadgras 15, 157. Zaadtling)hennep 52. Zaadpeme 120. Zaagblad 235.

Zaaierwt 185. Zaaiklaver 257. Zaailing 52.

Zaailinze 137. Zaairupsklaver 152. Zaaiwikke 275. Zaaizuring 217. Zaaiwiee 223.

Zachte berk 40.

Zachte bies(zen) 128,129. Zachte dravik 45. Zachte duizendknoop 191.


Zachte haver 34.

Zachte iep 26.5.

Zachte netel 133.

Zachte wikke 275. Zachte witbol 120. Zachte zengel 133. Zachtharige kers 138. Zachtharig havergras 34.

Zachtlap 270. Zachtvetkruid 233. Zagge 55.

Zakskens 48.

Zaling 52.

Zandbes 253. Zandblauwtje 127. Zandboonen 146. Zanddoddegras 181. Zanddoorn 119. Zandgras 56, 157. Zandhaver 15, 18, 35,90. Zandherik 208. Zandhoornbloem 60. Zandjasione 127.

Zand klaproos 174. Zandklokje 127. Zandkool 88.

Zandkiuid 26, 220. Zandlisch 18.

Zand muur 26. Zandriempjes 77, Zandriet 18. Zandrietgras 56. Zandroerkruid 116. Zandvitse 136. Zandvogelpootje 170. Zandwiëe 195.

Zand wikke 166, 275. Zandwilg 223. Zandwolfsmelk 98. Zandzegge 56. .

Zandzilvergras 78. Zavelboom 220. Zeeajuin 229.

Zeeaisene 28. Zeeartemisia 28. Zeeaster 32.

Zeebal 279. Zeebeemdgras 114. Zeebies 230, 264. Zeebeize(n) 213. Zeebeze(n) 213. Zeebiesegras 129. Zeebiezen 230. Zeebloem 17. Zeebloembies 129. Zeebloemen 27, 216. Zeeboon 274.

Zeedauw 125.

Zeeden 184.

Zeedistel 96. Zeedistelen 80, 256. Zeedoorn 119, Zeefenkel 80.

Zeegas 279.

Zeegerst 121.

Zeeges 279. Zeeghearentgras 258. Zeegrappe 220.

Zeegras 27, 246, 279. Zeegras met aren 258. Zeegroen 184. Zeegroene rusch 129. Zeehartshoorn 188. Zeehaver 18, 90. Zeehertshoorn 188. Zeekatoen 102. Zeekblom 251. Zeekebedden 251. Zeekelp 220.


ZEEK — ZUUE,


331


Zeekers 251.

Zeekplate 251.

Zeekra 210

Zeekraal 220, 232, 233. Zeekruid 165, 232. Zeekruisdistel 96. Zeeksala 251.

Zeel 237.

Zeelandtsghearentgras

258.

Zeelbast 81.

Zeelf 224.

Zeekool 75.

Zeeiinsen 137.

Zeelint 279.

Zeelijnsen 137. Zeemaan 165.

Zeeinale 165. Zeemaluwe 16. Zeembezen 213. Zeemelde 165. 248. Zeemelkkruid 112. Zeemuer 17.

Zeemuur 149. Zeene(s)telen 279. Zeepeterselie 80. Zeepkruid 226, 227. Zeepluim(en) 165. Zeeporselein 17, 165. Zeeporseleyne 165. Zeepostelein 17. Zeepijn(boom) 184. Zeeradijs 70.

Zeeraket 48.

Zeere oogenbloem 3, 21 , 113, 151, 173, 174. Zeeribbe 188.

Zeeriet 230.

Zeer kleine guichel- muur 60.

Zeerogge 90. Z.eeroogenbloem 2, 23, 236.

Zeerui 279.

Zeerusch 129.

Zeesalade 220. Zeeschulpjes 277. Zeeschijnspurrie 245. Zeesla 220. Zeespurrie{kruid) 245. Zeestekel 96. Zeesterrecruyt 32. Zeesterrekru'id 32. Zeestrand kruid 27. Zeeui 229.

Zeeusch dickbiesgras- ken 116.

Zeeuwsclie boon 274. Zeeuwsche castanien 136.


Zeeuwsche schapen- boon 274. Zeeven(c)kel 80. Zeeviolier 119. Zeevlotgras 114. Zeeweechbree 188. Zeeweegbree 188. Zeewier 279. Zeewinde 75. Zeewolt'sineUc 99. Zeewrange 75. Zeezand kruid 245.


Zeezuring 219. Zegeltjes 54, 72, Zeg(gc) 55. Zeggesek 56. Zek(gras) 9, 128. Zelf 224.

Zelling 52. Zelsate 207, 251.


189.


Zelve(r) 224.

Zelzoet 207.

Zenip 237, 238.

Zeinpe 237.

Zeinpt 237.

Zenegroen 9. Zeniverboom 130. Zerdel 170.

Zeufdissel 212, 251. Zeufdistel 242. Zeugdistel 211. Zeugedistel 242. Zeugijzel 241, 242. Zeumevzotjes 107. Zeurkel 217.

Zeuthoot 114.

Zeuthout 114. Zeuvenbooin 220. Zeuvendistel 251. Zevenblad 5, 6, 197. Zevenbloein 138. Zevenboom 220.

Z ' venboomkruid 220. Zevendistel 251. Zevengetijde 258. Zevengetijdenklaver 258.

Zevengetijdenkruid 258. Zevenjaarsbloem 114. Zevenjaarsblomen 111. Zevenjaarsklaver 152. Zevenjarige klaver 152. Zevenklappers 93. Zevenkruid 147. Zevenpoot 6. Zevenurefnlbloem 170, 241.

Ziede 81.

Zièg(h)es 279.

Zielbies 129.

Ziepel 12.

Ziet gij mij geerne 159. Ziggen 264.

Zilte mei 33.

Zilte schijnspurrie 245. Zilt vlotgras 113. Zilverberk 40. Zilverblad 99, 146, 197. Zilverbladeken 197. Zilverbladen 146. Zilverbladzaad 116. Zilverden 1.

Zilveren regen 213. Zilverganzerik 197. Zilverhairgras 31. Zilverhaver 34. Zilverhout 197. Zilverknoopjes 41, 66. Zilverkruid 197. Zilverkruideken 197. Zilverling 146.

Zilver onder water 98. Zilverpenning 146. Zilverpeppel 194. Zilverpopel 194. Zilverpopulier 194. Zilverschoon 196, 197, 225.

Zil verspar 1, 182. Zilveruitjes 12. Zilverwiig 222. Zilverzaad 146.

Zimfp) 238.

Zinkende kroos 137. Zin(n)auw 10.

Zoad 44.

Zodezegge 56.

Zods knop pen 261. Zoegeblomen 144. Zocgeblommen 115.


Zoegediesel 242. Zoegedissel 242. Zoegelblomen 132. Zoegers 145.

Zoegertje 133. 257. Zoegertjes 132, 141. Zoeghenwortele 231. Zoelèr 217.

Zoerblaa^r) 217.

Zoere bleade 219.

Zoere klaver 171.

Zoerèl 217.

Zoerke 217.

Zoermelk 251 Zoerstellen 217, 218. Zoete alsem 29.

Zoete brandnetel 133. Zoete eppe 25.

Zoete kannetjes 255. Zoete kastanje 58.

Zoete kers 2Ó1. Zoetelievekens 38. Zoete meelbloemekens 38.

Zoet en bitter 239.

Zoete netel 133.

Zoete soLilker 171. Zoete tengel 133 Zoete venkel 102.

Zoete soulker 218. Zoethout 114, 239. Zoetnetel 133.

Zoet stokhout 114. Zogedistel 68. Zoggedistel 2 42, 251. Zoggegras 83.

Zóidessel 251. Zokkeblaren 270. Zokken 270.

Zoklappeo 270. Zokskens 270. Zolderkrollen 233. Zomeradonis 5. Zomerbinde 191. Zomerbitterplant 64. Zomerbloem(pje) 38. Zomercentaurie 60. Zomerdistel 60. Zomereik 206. Zomerfleeren 62. Zomergas 122. Zomergerst(e) 121, 122. Zomergest 122. Zornerhennep 52. Zomerklokje 139. Zomerkoolzaad 42. Zomerkooi’n 121. Zomerlinde 255. Zomerraapzaad 44. Zomen ogge 232. Zomeruien 12. Zomervitse 275. Zoinerwitblad 139. Zomerwitbloem 139. Zomerzaad 42, 41. Zoinerzotje(s) 107. 139. Zonierzotteken 107, 161. Zomerzotten 107, 161. Zonderblad 157.

Zonder einde 96. Zonnebloem 116, 117. Zonnedauw 89. Zonnegerst 143. Zonnekruid 1 16. Zonnelijnzaad 112. Zonneroos(ie) 116. Zonneschokken 116. Zonnetje 232. Zonnewende 98, 117. Zonwolfsmelk 98.


Zood 143.

Zoogdiesel 242. Zoogdissel 242. Zoogdistel 242.

Zoomriet 182.

Zoon vóór den vader262. Zoor 55.

Zoormoos 217, 218.

Zoot 143.

Zorggras 120.

Zorg'zaad 120. Zorgzaadgras 56, 172. Zostèr 279.

Zotskapje(swijfje) 169. Zotsknodde 263j 264. Zotsknop 263.

Zotsku 1 1 ekens(manne- ke) 168.

Zotskullekenswijfke

169.

Zotte muts 107. Zottinnebloem 273. Zoutbloem 17. Zoutebloem 27.

Zoule mei 33.

Zoute melde 165. Zouterik 32 220. Zoutgras 258.

Zoutkruid 220. Zoutwateraster 32. Zoutwatersterrebloem 32.

Zoutwatersterrekruid

32.

Zout zandkruid 245. Zuanewiezertjes 277. Zuidistel 212, 251. Zuigbloem 133. Zuigbuisje 133. Zuigdistel 242. Zuigepappen 145. Zuiger 144, 248.

Zuigers 133.

Zuigertjes 114.

Zuigjes 133. Zuiglammetjes 133,219. Zuigman 133. Zuignet(;t)el 133. Zuikertjes 133.

Zulker 217.

Zultboon 180.

Zulte 32.

Zulverblad 197. Zulverschoon 197. Zünnendouw 89. Zunnepitten 116.

Zure 217.

Zure boschbes 268. Zure kers 201.

Zure klaver 171. Zurenk 217.

Zure zürk 21 7.

Zurik 217.

Zurinek 217.

Zuring 171, 217. Zuringboom 38. Zuringstokken 217. Zurink 217, 218.

Zurkel 217. 218, Zustokhout 111, Zuugbleumpkes 145. Zuugbloempjes 133. Zuur 218. ■

Zuurbes 38. Zuurblaadjcs 217. Zuurbla(l(en) 217, 218. Zuurbledden 219. Zuurboom 38. Zuurdistel 242, 251. Zuurdoorn 38.


ZUUll — ZIJDEN.


332


Zuurdysel 68, 88. Zmirgras 55, 83. Zuurholt 263. Zuurklaver 171. Zuiii'kolf 263.

Zuurkol ve 263. Zuurkruid 217, 218. Zuurling 217.

Zuurmoes 217. Zuurstalen 217. Zuurstangen 217. Zuursleel 217. Zuurstelen 217, 218. Zuurzaad 218.

Zuutholt 114.

Zwaalfke 277. Zwaardboschvogelije 60.

Zwaarvveerbloeni 47. Zwadele 143.

Zwal u vv( en )kruid 62 , 1 1 1 . Zwaluweikens 107. Zwalu\v(en)tong 190,191. Zwaluwtjes 277. Zwaluwwortel 30, 276. Zwane(n)bloem 47, Zwanenbrood 5,47,161. Zwanenhals 47. Zwane(n)poot 265. Zwart biesgras 83. Zwarte aalbeeren 211. Zwarte aalbes(e) 211. Zwarte aoliebezen 211. Zwarte bei 211- Zwarte beiers 211, 240.


Zwarte berk 40.

Zwarte bes 211.

Zwarte bessen 140. Zwarte beuk 101, Zwarte bezen 211. Zwarte bezien 211. Zwarte dennebooiii 182. Zwarte doorn 203. Zwarte eelebes 211. Zwarte els 15.

Zwarte flaniboeze('n)- plant 216.

Zwarte gerst 173. Zwarte hagen 203. Zwarte haver 34. Zwarte heul 175.

Zwart eikenvaren 31. Zwarte jacea 60. Zwarte 'janiever 211. Zwarte jansbes 211. Zwarte jenevers 212. Zwarte jenievers 211 Zwarte j’enijvelhout 212. Zwarte 'kar's 201 Zwarte kazen 201. Zwarte kezen 201. Zwarte knopbies 229. Zwarte nialreuvie 35. Zwarte malrowe 35. Zwarte miemer(t)e 211. Zwarte mostaard 42, 238.

Zwarte mosterd 42. Zwarte nacht(sel)ade) 240.


Zwarte nieswortel 117. Zwarte oalbees 211. Zwarte paters 212. Zwarte popel 195. Zwarte populier 195. Zwarte toorts 270. Zwarte vogelkers 203. Zwarte waierridder 219. Zwarte wiemerkens211. Zwarte wimeren 211, Zwartgras 15.

Zwart honzenhout 104. Zwart knoopkruid 60. Zwartkoren 153.

Zwart miltkruid 31. Zwart mosterdzaad 42. Zwart sporkenhout 104, Zwartsteel 31.

Zwart venushaar 31. Zwart vogeltjeszaad 42. Zwart wollekruid 270. Zwartw'ortel 88 Zwatte 143.

Zwatte kieuze 201. Zwatte kièze(n) 201. Zwatte krieke(n) 201. Zweedsche bastaard 256.

Zweedsche eschdoorn 2. Zweedsche knollen 42. Zweedsche klaver 152, 256.

Zweedsche rapen 42. Zweedsch hooi 152, Zweepboom 221.


Zweerkruid 26. Zweerwortel 249.

Zwel kenh out 273. Zwenkgras 101. Zwerende vingers 202. Zwezerik 263.

Zwette morel le(n) 201. Zwette mostaard 238. Zwienegras 190, Zwüenhoar 161. Zwitselbloem 144. Zwitsersche klaver 152. Zworte kazen 201. Zworte keerzen 201. Zworte keezen 201. Zwijnegras 114, 161. Zwijnehaar 161. Zwijnekers 76. Zwijnenboon 123. Zwijnensalade 67. Zwijnensla 27, 67, 134. Zwijnesla 134. Zwijnsgès’ 190. Zwijnsooren 8. Zwijntjesgers(t) 190, Zwijntjegras 190.

Zijde ^1.

Zijdeballen 94. Zijdebies 94. Zijdebiezen 94. Zijdelint 179.

Zijdeplant 30.

Zijden linten 179.


V

r,


(


f


t




Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Woordenboek der Nederlandsche volksnamen van planten ; uit de gegevens, verzameld door de Commissie voor Nederlandsche Plantennamem" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Retrieved from "http://artandpopularculture.com/Woordenboek_der_Nederlandsche_volksnamen_van_planten_%3B_uit_de_gegevens%2C_verzameld_door_de_Commissie_voor_Nederlandsche_Plantennamem"
Personal tools
Metas