Centrale Hallen  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search
Revision as of 13:07, 23 February 2019
Jahsonic (Talk | contribs)

← Previous diff
Revision as of 13:08, 23 February 2019
Jahsonic (Talk | contribs)

Next diff →
Line 1: Line 1:
{{Template}} {{Template}}
-'''Parking 58''' was een gebouw in de [[Brussel (stad)|stad Brussel]], op het bouwblok tussen de Hallenstraat, de Bisschopsstraat, de Zwarte Lievevrouwstraat en de Kiekenmarkt. +De '''Centrale Hallen''' ([[Frans]]: ''Halles centrales'') is een verdwenen gebouw dat vroeger het uitzicht van het Brusselse centrum mee hielp bepalen. Ze werden na de [[overwelving van de Zenne]] tussen 1872 en 1874 opgetrokken op de plaats van de vroegere werf en vismarkt (in de rechthoek gevormd door de huidige Hallenstraat, Bisschopsstraat, Zwarte Lieve Vrouwestraat en Kiekenmarkt). Het sierlijk ontwerp in glas en gietijzer was van [[Léon Suys]] en [[Edmond Le Graive]].<ref>Bestuur voor Monumenten en Landschappen (red.) (1989), ''Bouwen door de eeuwen heen in Brussel'', vol. 1B, blz. 2</ref> De architecten hadden zich nogal sterk laten inspireren door het [[Les Halles (markt)|Parijse equivalent]] van [[Victor Baltard]].<ref>{{aut|Benoit Vanhees}}, [http://www.retroscoop.com/maatschappij.php?artikel=147 Gebouw met 3 levens. Het Palais d’Ete en de Pôle Nord in Brussel] (geraadpleegd op 8 april 2014)</ref> Door de rijkelijke stijl liepen de kosten op tot 2,8 miljoen frank.
-Het gebouw was in de eerste plaats bedoeld om een toevloed aan wagens met bezoekers aan de [[Expo 58]] te verwerken, en ontleende daaraan ook zijn naam.+
-Het gebouw kwam in 1957 in de plaats van het ''Palais d'été'', de noordelijke vleugel van de [[Centrale Hallen]]. Het was [[Paul Van den Boeynants]], destijds schepen van Openbare Werken van de stad Brussel, die dat gebouw liet slopen om er een nieuw parkeergebouw op te richten, dat een antwoord zou bieden op de toename van het autoverkeer, in de eerste plaats ter gelegenheid van de wereldtentoonstelling. De gronden, eigendom van de stad, werden in [[erfpacht]] gegeven aan een onderneming die zou instaan voor de bouw en later de exploitatie van de parking.+In de noordelijke vleugel werd oorspronkelijk wild en gevogelte verkocht. De zuidelijke hal diende voor groothandelsveilingen (''criée''). Rondom de hallen waren er winkelstalletjes die door het stadsbestuur bij [[aanbesteding]] werden verhuurd.<ref>{{aut|Sophie Peeters}} (2013), [http://sofei-vandenaemet.skynetblogs.be/tag/halles+centrales Le ventre de Bruxelles... les halles et les marchands] (geraadpleegd op 9 april 2014)</ref> De beide vleugels werden gescheiden door de Gretrystraat, overdekt door een elegante overkapping.
-Na bemiddeling van vastgoedmagnaat [[Charly De Pauw]] ging de concessie naar Interparking, opgericht door de gebroeders De Clercq, die hiervoor ideeën hadden opgedaan in de Verenigde Staten. Het ontwerp is van de hand van architect Pierre D'Haveloose en ingenieur [[Abraham Lipski]]. Vooral Lipski droeg bij tot het functionele aspect van het ontwerp, met voldoende parkeer- en manoeuvreerruimte voor de wagens, door het inventief gebruik van stalen draagbalken die overspanningen tot 32 me toelieten. De verschillende verdiepingen van het parkeergebouw zijn toegankelijk via een [[helicoïde|helicoïdale]] oprit waarbij twee auto's elkaar konden kruisen, en boden plaats aan 750 voertuigen.+Na verloop van tijd oordeelde men dat de kaaien van de binnenhaven overbelast waren en verplaatste men de groothandel naar een [[Slachthuis van Anderlecht|nieuwe overdekte markt]] aan het kanaal in Anderlecht.<ref>[http://humoeurs-bruxelloises-et-belges.blogspot.be/2013/04/brussel-en-zaaine-zinne.html Brussel en zaaïne "Zinne"] (geraadpleegd op 9 april 2014)</ref> Begin jaren 90 kreeg de noordelijke hal daardoor een andere functie. Omwille van de reeds aanwezige koelinstallatie werd gekozen voor een nieuwigheid die in Parijs zonet in zwang was geraakt: een [[IJsbaan|ijspiste]]. Zelfs de naam, ''Pôle Nord'', was afgekeken van het voorbeeld uit de lichtstad. Met kerstmis 1893 ging het nieuwe concept van start. De burgerij uit de [[Belle époque]] stroomde toe.
-Aanvankelijk was het succes van de parking bescheiden: er was elders nog voldoende parkeerplaats te vinden, en de verwachte toestroom van bezoekers aan de Expo aan het stadscentrum bleef uit. Na afloop van de wereldtentoonstelling ontstond er dus een probleem van overcapaciteit. [[D'Ieteren (bedrijf)|D'Ieteren]], invoerder van Volkswagen-voertuigen in België, stockeerde er zijn [[Volkswagen Kever|Kevers]]. Later werd een deel van het gebouw omgevormd tot kantoorruimte.+In het zomerseizoen werd de hal telkens omgebouwd tot spektakelzaal, onder de naam ''Palais d'été''. Architect Rieck en kunstenaars Crespin en Duboscq zorgden voor een interieur met klasse, dat in juni 1894 kon openen. Nauwelijks een maand later brak er echter een zware brand uit. De reconstructie werd onmiddellijk aangevat onder leiding van [[Alban Chambon]]. Elektrische verlichting gaf het geheel cachet (1896), allicht gevoed door de enkele jaren voordien opgerichte centrale in de Melsensstraat. Er was ook een tropische tuin aangelegd.
 + 
 +Het Palais d'été werd de chicste uitgaansgelegenheid van Brussel. Directeur [[Luc Malpertuis]] zorgde voor een zeer gevarieerde programmatie, met concerten, ballet- en toneelvoorstellingen, galabals, illusionisten, buiksprekers, muzikale revues (''music-hall''), ''opéra-comique''...<ref>{{aut|Jean Vantroyen}} (1993), [http://archives.lesoir.be/bruxelles-d-hier-et-d-aujourd-hui-lviii-58-ce-sont-les-_t-19930308-Z06GW6.html Bruxelles d’hier et d’aujourd’hui. Ce sont les autos qui valsent dans l’ancien Palais d’Eté] (Le Soir, 8 maart 1993)</ref> Hij introduceerde graag nieuwigheden, zoals de [[Cinematograaf (filmtoestel)|cinematograaf]] en leunde dicht aan bij de [[Folies Bergère (Parijs)|Folies Bergère]]. Later kwamen er ook sportwedstrijden.
 + 
 +In de [[Eerste Wereldoorlog]] werd het gebouw opgeëist door de Duitse bezetter. De liefdadigheidsorganisatie ''Oeuvre du Vêtement et de la Soupe Scolaire'' verkreeg toestemming om er kleren en voedsel te bedelen. Na de oorlog ging dit nog een tijdje door. Het Britse leger hield er toen ook evenementen.
 + 
 +Met de opkomst van de wintersportvakanties raakte het schaatsen stilaan uit de gratie. In 1936 werd een grondige renovatie uitgevoerd die geen plaats meer liet voor de ijspiste. De architecten Govaerts en Van Vaerenbergh installeerden een ronddraaiend podium en 1.700 zitplaatsen. Op de eerste verdieping kwam een dancing (''L'Heure bleue'') en ondergronds een ''Weinstube''.
 + 
 +In 1940 werd Brussel opnieuw bezet. De magere oorlogsjaren boden geen ruimte meer voor elitair spektakel. In 1941 kreeg de noordvleugel een nieuwe bestemming als [[Windhondenrennen|hondenrenbaan]] (''Palais du lévrier''). Windhonden liepen er achter een mechanische haas. Dit volksvermaak, waarop stevig gewed werd, zou er een plaats vinden tot 1953. Onder invloed van [[Paul Vanden Boeynants]] kwam er na het verdwijnen van de ''cynodrôme'' geen nieuwe metamorfose. De noordelijke hal werd afgebroken in 1956 om plaats te ruimen voor [[Parking 58]].
 + 
 +Al die tijd was in de zuidvleugel elke dag vanaf 's ochtends vroeg markt gehouden. Deze moest uiteindelijk plaats ruimen voor een vestiging van de eenheidsprijzenwinkel Priba. Dit was maar een kort leven beschoren, want tegen 1963 ging ook het restant van het gebouw tegen de vlakte. Enkel twee liggende beelden die aan de ingang stonden, zijn nog bewaard. Het zijn allegorieën voor het Water en de Aarde, gegoten door Louis Samain.
 + 
 +==Enkele hoogtepunten==
 + 
 +*In 1902 hield de ''Union Auto Véloce'' er een autosalon.<ref>Donald Weber (2010), De blijde intrede van de automobiel in België 1895-1940, blz. 67</ref> Het zou geen vervolg krijgen, maar Koning [[Leopold II van België|Leopold II]] kocht er een coupé [[Panhard & Levassor]] die door [[D'Ieteren (bedrijf)|D'Ieteren]] werd gecarrosseerd.
 +*[[Mata Hari]] kwam er langs in 1912 en deed haar sensuele ''Danse du Glaive''.<ref>http://bruxellesanecdotique.skynetblogs.be/tag/les+halles (geraadpleegd op 9 april 2014)</ref>
 +*De populaire revue-actrice Esther Deltenre beleefde er menige hoogdag.
 +*Na afloop van de Eerste Wereldoorlog organiseerden de Engelsen er een boksmatch, bijgewoond door [[Albert I van België|koning Albert]].
 +*De Luikenaar Michel Haling werd er in 1921 Belgisch kampioen [[accordeon]].
 +*In 1935 hield de Noorse kunstschaatsster [[Sonja Henie]] er een gesmaakt optreden.
-De parking werd in latere decennia wel succesvoller, naarmate de vraag naar parkeerplaats in de Brusselse binnenstad toenam en het aanbod niet evenredig uitgebreid werd. Wie in het Brusselse stadscentrum in de buurt van het [[De Brouckèreplein]], de [[Anspachlaan]], de Dansaertstraat of het [[Sint-Katelijneplein]] de wagen wilde parkeren, eventueel voor een bezoek aan een event in [[Koninklijke Muntschouwburg|De Munt]] of de [[Ancienne Belgique (gebouw)|Ancienne Belgique]], vond in Parking 58 veelal nog plaats. De hoogste verdieping van de parking, op het dak van het gebouw, verwierf ook een zekere bekendheid. Het was een relatief grote open ruimte in het stadscentrum, met een mooi zicht rondom op de dakenlijnen van de volledige binnenstad. Er werd gefotografeerd en gefilmd, en er werden zelfs events zoals Skybar58 ingericht met inkleding met kunstgras, planten en een tent, als was de parkeerruimte een dakterras. In de film ''[[Mortelle randonnée]]'' van [[Claude Miller]] uit 1982 stort [[Isabelle Adjani]] zich in haar rode [[Citroën GS]] in de diepte nadat ze dwars door de ramen van een van de lagere parkeerverdiepingen reed van Parking 58. 
-Op 1 augustus 2017 sloot het gebouw. Het is gesloopt om plaats te maken voor Brucity, een nieuw administratief centrum van de stad Brussel dat in 2021 door [[AG Real Estate]] opgeleverd zal worden. 
{{GFDL}} {{GFDL}}

Revision as of 13:08, 23 February 2019

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

De Centrale Hallen (Frans: Halles centrales) is een verdwenen gebouw dat vroeger het uitzicht van het Brusselse centrum mee hielp bepalen. Ze werden na de overwelving van de Zenne tussen 1872 en 1874 opgetrokken op de plaats van de vroegere werf en vismarkt (in de rechthoek gevormd door de huidige Hallenstraat, Bisschopsstraat, Zwarte Lieve Vrouwestraat en Kiekenmarkt). Het sierlijk ontwerp in glas en gietijzer was van Léon Suys en Edmond Le Graive.<ref>Bestuur voor Monumenten en Landschappen (red.) (1989), Bouwen door de eeuwen heen in Brussel, vol. 1B, blz. 2</ref> De architecten hadden zich nogal sterk laten inspireren door het Parijse equivalent van Victor Baltard.<ref>Template:Aut, Gebouw met 3 levens. Het Palais d’Ete en de Pôle Nord in Brussel (geraadpleegd op 8 april 2014)</ref> Door de rijkelijke stijl liepen de kosten op tot 2,8 miljoen frank.

In de noordelijke vleugel werd oorspronkelijk wild en gevogelte verkocht. De zuidelijke hal diende voor groothandelsveilingen (criée). Rondom de hallen waren er winkelstalletjes die door het stadsbestuur bij aanbesteding werden verhuurd.<ref>Template:Aut (2013), Le ventre de Bruxelles... les halles et les marchands (geraadpleegd op 9 april 2014)</ref> De beide vleugels werden gescheiden door de Gretrystraat, overdekt door een elegante overkapping.

Na verloop van tijd oordeelde men dat de kaaien van de binnenhaven overbelast waren en verplaatste men de groothandel naar een nieuwe overdekte markt aan het kanaal in Anderlecht.<ref>Brussel en zaaïne "Zinne" (geraadpleegd op 9 april 2014)</ref> Begin jaren 90 kreeg de noordelijke hal daardoor een andere functie. Omwille van de reeds aanwezige koelinstallatie werd gekozen voor een nieuwigheid die in Parijs zonet in zwang was geraakt: een ijspiste. Zelfs de naam, Pôle Nord, was afgekeken van het voorbeeld uit de lichtstad. Met kerstmis 1893 ging het nieuwe concept van start. De burgerij uit de Belle époque stroomde toe.

In het zomerseizoen werd de hal telkens omgebouwd tot spektakelzaal, onder de naam Palais d'été. Architect Rieck en kunstenaars Crespin en Duboscq zorgden voor een interieur met klasse, dat in juni 1894 kon openen. Nauwelijks een maand later brak er echter een zware brand uit. De reconstructie werd onmiddellijk aangevat onder leiding van Alban Chambon. Elektrische verlichting gaf het geheel cachet (1896), allicht gevoed door de enkele jaren voordien opgerichte centrale in de Melsensstraat. Er was ook een tropische tuin aangelegd.

Het Palais d'été werd de chicste uitgaansgelegenheid van Brussel. Directeur Luc Malpertuis zorgde voor een zeer gevarieerde programmatie, met concerten, ballet- en toneelvoorstellingen, galabals, illusionisten, buiksprekers, muzikale revues (music-hall), opéra-comique...<ref>Template:Aut (1993), Bruxelles d’hier et d’aujourd’hui. Ce sont les autos qui valsent dans l’ancien Palais d’Eté (Le Soir, 8 maart 1993)</ref> Hij introduceerde graag nieuwigheden, zoals de cinematograaf en leunde dicht aan bij de Folies Bergère. Later kwamen er ook sportwedstrijden.

In de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw opgeëist door de Duitse bezetter. De liefdadigheidsorganisatie Oeuvre du Vêtement et de la Soupe Scolaire verkreeg toestemming om er kleren en voedsel te bedelen. Na de oorlog ging dit nog een tijdje door. Het Britse leger hield er toen ook evenementen.

Met de opkomst van de wintersportvakanties raakte het schaatsen stilaan uit de gratie. In 1936 werd een grondige renovatie uitgevoerd die geen plaats meer liet voor de ijspiste. De architecten Govaerts en Van Vaerenbergh installeerden een ronddraaiend podium en 1.700 zitplaatsen. Op de eerste verdieping kwam een dancing (L'Heure bleue) en ondergronds een Weinstube.

In 1940 werd Brussel opnieuw bezet. De magere oorlogsjaren boden geen ruimte meer voor elitair spektakel. In 1941 kreeg de noordvleugel een nieuwe bestemming als hondenrenbaan (Palais du lévrier). Windhonden liepen er achter een mechanische haas. Dit volksvermaak, waarop stevig gewed werd, zou er een plaats vinden tot 1953. Onder invloed van Paul Vanden Boeynants kwam er na het verdwijnen van de cynodrôme geen nieuwe metamorfose. De noordelijke hal werd afgebroken in 1956 om plaats te ruimen voor Parking 58.

Al die tijd was in de zuidvleugel elke dag vanaf 's ochtends vroeg markt gehouden. Deze moest uiteindelijk plaats ruimen voor een vestiging van de eenheidsprijzenwinkel Priba. Dit was maar een kort leven beschoren, want tegen 1963 ging ook het restant van het gebouw tegen de vlakte. Enkel twee liggende beelden die aan de ingang stonden, zijn nog bewaard. Het zijn allegorieën voor het Water en de Aarde, gegoten door Louis Samain.

Enkele hoogtepunten

  • In 1902 hield de Union Auto Véloce er een autosalon.<ref>Donald Weber (2010), De blijde intrede van de automobiel in België 1895-1940, blz. 67</ref> Het zou geen vervolg krijgen, maar Koning Leopold II kocht er een coupé Panhard & Levassor die door D'Ieteren werd gecarrosseerd.
  • Mata Hari kwam er langs in 1912 en deed haar sensuele Danse du Glaive.<ref>http://bruxellesanecdotique.skynetblogs.be/tag/les+halles (geraadpleegd op 9 april 2014)</ref>
  • De populaire revue-actrice Esther Deltenre beleefde er menige hoogdag.
  • Na afloop van de Eerste Wereldoorlog organiseerden de Engelsen er een boksmatch, bijgewoond door koning Albert.
  • De Luikenaar Michel Haling werd er in 1921 Belgisch kampioen accordeon.
  • In 1935 hield de Noorse kunstschaatsster Sonja Henie er een gesmaakt optreden.





Unless indicated otherwise, the text in this article is either based on Wikipedia article "Centrale Hallen" or another language Wikipedia page thereof used under the terms of the GNU Free Documentation License; or on research by Jahsonic and friends. See Art and Popular Culture's copyright notice.

Personal tools