Spelen met taal  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search
Revision as of 12:40, 16 October 2021
Jahsonic (Talk | contribs)

← Previous diff
Revision as of 12:41, 16 October 2021
Jahsonic (Talk | contribs)

Next diff →
Line 37: Line 37:
Ik spring naar mijn [[definitie van poëzie]]. ‘Poëzie is spelen met taal, enerzijds spelen met vorm, anderzijds spelen met inhoud. Spelen met vorm is bijvoorbeeld het aftelvers ‘pief poef paf en gij zijt af’ en spelen met inhoud is ‘jij bent een roos’ …’ Ik spring naar mijn [[definitie van poëzie]]. ‘Poëzie is spelen met taal, enerzijds spelen met vorm, anderzijds spelen met inhoud. Spelen met vorm is bijvoorbeeld het aftelvers ‘pief poef paf en gij zijt af’ en spelen met inhoud is ‘jij bent een roos’ …’
-Ik pak mijn krijtje en teken een boog op het bord. In die boog teken ik een kampvuur (ik kan niet tekenen) … daarrond zet ik holbewoner 1 en holbewoner 2 … ‘ze roepen tegen elkaar … ze maken geluiden … zomaar geluiden … wijzen kunnen ze wel al … wijzen ... kan geen enkel dier (en dan zeggen ze dat dieren slim zijn).+Ik pak mijn [[krijt]]je en teken een boog op het bord. In die boog teken ik een kampvuur (ik kan niet tekenen) … daarrond zet ik holbewoner 1 en holbewoner 2 … ‘ze roepen tegen elkaar … ze maken geluiden … zomaar geluiden … wijzen kunnen ze wel al … wijzen ... kan geen enkel dier (en dan zeggen ze dat dieren slim zijn).
‘Ze kunnen wijzen, maar spreken kunnen ze nog niet …’ ‘Ze kunnen wijzen, maar spreken kunnen ze nog niet …’

Revision as of 12:41, 16 October 2021

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Taallessen met J. W. Geerinck

Contents

Definitie van poëzie

Op z'n eenvoudigst is poëzie spelen met taal. Ten eerste spelen met vorm (bv. rijm, alliteratie, assonantie), ten tweede spelen met inhoud/betekenis (bv. metafoor).

Spelen met inhoud

Als ik zeg spelen met inhoud dan zeg ik spelen met betekenis.

Er zijn maar twee manieren om zich als mens metaforisch uit te drukken. Een eerste set van metaforen bedient zich van de buitenwereld, een tweede van het menselijk lichaam.

Relaties bijvoorbeeld worden vaak uitgedrukt in termen van beweging. Als ik zeg "onze relatie liep op de klippen" dan moet ik mij een woelige zelfs woeste zee voorstellen waar een schip (onze relatie) op dobbert en probeert niet te dicht bij het land te komen want nabij de kust zijn de klippen. Als ons schip die klippen raakt dan wordt er een gat geslagen in de romp en eindigt onze relatie op de bodem van de oceaan.

Je kan ook zeggen: "onze relatie ging nergens naartoe," of "onze relatie was een doodlopend straatje." Allemaal metaforen van beweging. Andere voordehandliggende metaforen zijn "er is licht aan het einde van de tunnel," "door het bos de bomen niet meer kunnen zien" en "het gras is altijd groener aan de andere kant."

Ten tweede: het eigen lichaam. Wat ligt er op je lever als er iets op je lever ligt? Hoogstens een ander ingewand. Hoe lang zijn lange tenen? Even lang als iemand die geen lange tenen heeft. En wat vind ik op het puntje van mijn tong? Lucht.

Misschien heb ik toch niet helemaal gelijk. Metaforen van tijd bestaan bijvoorbeeld ook vaak gewoon uit verwijzingen naar tijd. "Ik sta hier al een eeuw" voor ik sta hier wel al even op je te wachten, "ik herinner het mij alsof het gisteren was" voor het is nog erg vers in mijn geheugen.

Spelen met vorm

See les dents, la bouche

OEBROE!

Vraagt een leerling … ‘is dat echt een gedicht meneer … staat daar een naam onder of zo?’

‘Ja natuurlijk,’ zeg ik, ‘niet alleen staat daar een naam onder, het gedicht heeft ook het ISO-9770 certificaat van de grote Belgische gedichten-commissie. Het gedicht voldoet dus aan de strengste ISO-normen voor gedichten.’

Het gedicht waarnaar hij verwijst staat op het bord … ‘U, Nu!’ … het kortste gedicht van de Nederlandse taal. Zo wordt dat gedicht toch verkocht.

U,
Nu!

Ik laat mijn klassen daar altijd naar raden. Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Het rijmt, het is een liefdesgedicht, het bestaat uit twee woorden, in totaal drie letters, het uitroepteken is optioneel. Er is maar een woord in het Nederlands dat bestaat uit een enkele letter en dat is ‘u’. Al wat je moet doen is alle letters van het alfabet aflopen en je vindt het eerste woord. Omdat het rijmt heb je meteen ook het tweede woord.

Het gedicht zou van Joost van den Vondel zijn, geschreven in 1620, zeggen verschillende internetbronnen, maar in Google Books kan ik dat niet vinden, ik geloof dus niets van die Vondel-theorie.

De leerling gelooft wel ... hij gelooft mij over die ISO-9770 norm … hij gelooft mij over de grote Belgische gedichten-commissie. De rest van de klas gelooft het ook. Ik zeg hen dat het niet waar is. Ze lachen.

Ik spring naar mijn definitie van poëzie. ‘Poëzie is spelen met taal, enerzijds spelen met vorm, anderzijds spelen met inhoud. Spelen met vorm is bijvoorbeeld het aftelvers ‘pief poef paf en gij zijt af’ en spelen met inhoud is ‘jij bent een roos’ …’

Ik pak mijn krijtje en teken een boog op het bord. In die boog teken ik een kampvuur (ik kan niet tekenen) … daarrond zet ik holbewoner 1 en holbewoner 2 … ‘ze roepen tegen elkaar … ze maken geluiden … zomaar geluiden … wijzen kunnen ze wel al … wijzen ... kan geen enkel dier (en dan zeggen ze dat dieren slim zijn).

‘Ze kunnen wijzen, maar spreken kunnen ze nog niet …’

… tienduizend jaar later …

De ene zegt ‘oe, oe, oe’ en de andere roept hetzelfde en plots begrijpt de ene wat die andere aan de andere kant van het vuur bedoelt en hij roept nog luider ‘OE, OE, OE’. ‘Oe’ betekent vanaf die dag vuur. Wauw.

… tienduizend jaar later …

De holbewoners kennen een woord, eentje maar. 'Oe'. Dan op een dag, besluiten ze de rivier die buiten loopt, voor hun grot, en het water erin ‘broe’ te noemen.

‘Broe, broe, broe’ roepen ze.

… tienduizend jaar later …

En nog tienduizend jaar later zitten ze weer rond hun kampvuur en ze drinken alcohol. Zegt de ene tegen de andere ‘OEBROE’ …. ‘OEBROE, OEBROE, OBROE … en zij speelden met vorm (de rijm van OE-OE) en met inhoud (de metafoor VUURWATER).

Het had een scène uit ‘La guerre du feu' kunnen zijn … maar het is gewoon krijt op een bord.

--JWG Dec 2020


Samenvatten in drie zinnen

Voorbeeld:

The Lion King is een Amerikaanse film uit het jaar 1994 die het verhaal vertelt van Simba, een leeuwenkind in de Afrikaanse savanne.

Op een dag vermoordt zijn oom zijn vader en wordt hem de troon ontfutseld waarop hij vlucht naar de jungle waar hij nieuwe vrienden maakt.

Later komt hij terug om zijn oom te vermoorden en het koningschap op te eisen.

Zin 1, de inleiding, er gebeurt niks, je krijgt antwoorden op de volgende drie vragen: Wie, waar, wanneer. Schematisch voorgesteld door een stick figure, een klokje en een driehoek die een berg voorstelt.

Zin 2, het midden, het eigenlijke plot, er ontstaat een probleem, ik teken een grote knoop, wat is het probleem? Je krijgt dus een antwoord op de wat-vraag.

Zin 3, het slot, de ontknoping, je krijgt een antwoord op de hoe-vraag en de waarom-vraag.


See also




This page Spelen met taal, is © Jan-Willem Geerinck and may only be cited as per the fair use doctrine.
Personal tools