Mijn over-over-over-over(13x)-grootvader  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search
Revision as of 07:54, 24 September 2023
Jahsonic (Talk | contribs)

← Previous diff
Current revision
Jahsonic (Talk | contribs)

Line 29: Line 29:
En koud dat het is. Zo koud dat op het moment dat hij zijn adem uitblaast, dat ademwolkje onmiddellijk in kleine kristalletjes verandert waar je met je vinger zo tegen kan tikken en die dan beginnen te tingelen, ting ting ting. En koud dat het is. Zo koud dat op het moment dat hij zijn adem uitblaast, dat ademwolkje onmiddellijk in kleine kristalletjes verandert waar je met je vinger zo tegen kan tikken en die dan beginnen te tingelen, ting ting ting.
-En eureka hij krijgt een idee, want dat water van die ademwolk is niet het enige water waarover hij beschikt. Vooral als een mens angstig is heeft hij weleens een overvloed aan water op bepaalde plaatsten. Hij ziet aan de voet van de boom dat mes liggen. Hij pakt, terwijl hij zich met een hand aan die boom vasthoudt, zijn piemel uit zijn broek en mikt naar dat mes en begint te plassen. Hij plast recht op dat mes en terwijl die straal het mes raakt, bevriest die volledig en verandert in een klein pilaartje, eigenlijk een heel dunne ijspegel, die helemaal tot aan dat mes reikt. Vervolgens, op het moment dat zijn piemel met het mes door middel van een ijspegel met elkaar verbonden is, haalt hij die pegel eerst vervolgens voorzichtig van zijn piemel en dan ... langzaam ... heel langzaam haalt hij die naar boven, heel langzaam want dat pegeltje is verdomd breekbaar is. Eens hij zijn mes weer in zijn handen heeft, scherpt hij weer zijn vuursteen, zet zijn geweer weer in elkaar, legt aan, en ... BBANNGG ... schiet de beer dood. Hij klimt weer naar beneden. Gaat op zijn paard zitten en padom padom padom vervolgt zijn weg naar die vestingstad in opdracht van Catharina de Grote. +En eureka hij krijgt een idee, want dat water van die ademwolk is niet het enige water waarover hij beschikt. Vooral als een mens angstig is heeft hij weleens een overvloed aan water op bepaalde plaatsten. Hij ziet aan de voet van de boom dat mes liggen. Hij pakt, terwijl hij zich met een hand aan die boom vasthoudt, zijn [[piemel]] uit zijn broek en mikt naar dat mes en begint te plassen. Hij plast recht op dat mes en terwijl die straal het mes raakt, bevriest die volledig en verandert in een klein pilaartje, eigenlijk een heel dunne ijspegel, die helemaal tot aan dat mes reikt. Vervolgens, op het moment dat zijn piemel met het mes door middel van een ijspegel met elkaar verbonden is, haalt hij die pegel eerst vervolgens voorzichtig van zijn piemel en dan ... langzaam ... heel langzaam haalt hij die naar boven, heel langzaam want dat pegeltje is verdomd breekbaar is. Eens hij zijn mes weer in zijn handen heeft, scherpt hij weer zijn vuursteen, zet zijn geweer weer in elkaar, legt aan, en ... BBANNGG ... schiet de beer dood. Hij klimt weer naar beneden. Gaat op zijn paard zitten en padom padom padom vervolgt zijn weg naar die vestingstad in opdracht van Catharina de Grote.
Ik zeg dan wel padom padom padom maar in werkelijkheid ging het er een pak sneller aan toe. Het ging eigenlijk zo snel dat mocht ik het niet vertellen en u was er gewoon bij, mijn grootvader zo snel zou gaan dat u hem niet eens zou zien. Ik zal trouwens meermaals tijdens deze vertelling genoodzaakt zijn de dingen trager uit te beelden, in ''slow motion'', anders zouden zij gewoon aan het oog ontsnappen. Ik zeg dan wel padom padom padom maar in werkelijkheid ging het er een pak sneller aan toe. Het ging eigenlijk zo snel dat mocht ik het niet vertellen en u was er gewoon bij, mijn grootvader zo snel zou gaan dat u hem niet eens zou zien. Ik zal trouwens meermaals tijdens deze vertelling genoodzaakt zijn de dingen trager uit te beelden, in ''slow motion'', anders zouden zij gewoon aan het oog ontsnappen.

Current revision

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Mijn over-over-over-over(13x)-grootvader (2022 ) is a text by J.-W. Geerinck, a retelling of Baron Munchausen.

Full text

Ik heb een heel grote familie. Zeven broers. Zeven zussen. Ontelbare ooms en tantes. Nog meer neven en nichten. We zien elkaar regelmatig.

Onlangs kwamen we nog samen om de dood van een oom te herdenken. Twintig jaar dood. Iets langer om precies te zijn. Gestorven bij 9/11. Een heel bijzondere man was dat.

[pauze]

En een verdomd goede piloot.

[pauze]

Maar we hebben ook een over-, over-, over-, over- over-, over-, over-, over- over-, over-, over-, over-, over-(13 keer) grootvader die heel bijzonder was. Thuis hebben wij een boek van hem liggen. Hij was een krijgsheer. Zijn avonturen zijn haast niet te geloven maar toch allemaal waar, hij was de snelste, de slimste, de sterkste krijgsheer van zijn tijd.

Op een dag kreeg hij een brief van Catharina de Grote om te helpen bij de belegering van een vestingstad. Hij stond toen in een bos, en dat is op zich wel vreemd midden het bos een brief te krijgen maar toch gebeurde dat daar.

Toen hij die brief kreeg, stond hij net op het punt een beer die op hem afkwam, neer te schieten. Hij had zijn geweer al in de aanslag maar net op het moment dat hij wilde vuren ketste het vuursteentje af in zijn geweer. Hij pakte zijn mes om dat vuursteentje aan te scherpen maar de beer kwam al te dichtbij en mijn over … over … over… (13 keer) grootvader is toen maar die boom ingeklommen. En hij had geluk want normaal gezien kunnen beren in bomen klimmen maar deze bleef gewoon beneden staan.

Gelukkig.

Maar.

Terwijl mijn over- (13 keer) grootvader die boom inklimt laat hij zijn mes vallen. Paniek. Nu hij zijn mes laat vallen zal hij zijn vuursteen niet meer kunnen scherpen en nu hij niet meer scherpen kan, zal hij niet meer kunnen schieten en dus is hij gedoemd om ten eeuwigen dage in die boom te blijven zitten?

En koud dat het is. Zo koud dat op het moment dat hij zijn adem uitblaast, dat ademwolkje onmiddellijk in kleine kristalletjes verandert waar je met je vinger zo tegen kan tikken en die dan beginnen te tingelen, ting ting ting.

En eureka hij krijgt een idee, want dat water van die ademwolk is niet het enige water waarover hij beschikt. Vooral als een mens angstig is heeft hij weleens een overvloed aan water op bepaalde plaatsten. Hij ziet aan de voet van de boom dat mes liggen. Hij pakt, terwijl hij zich met een hand aan die boom vasthoudt, zijn piemel uit zijn broek en mikt naar dat mes en begint te plassen. Hij plast recht op dat mes en terwijl die straal het mes raakt, bevriest die volledig en verandert in een klein pilaartje, eigenlijk een heel dunne ijspegel, die helemaal tot aan dat mes reikt. Vervolgens, op het moment dat zijn piemel met het mes door middel van een ijspegel met elkaar verbonden is, haalt hij die pegel eerst vervolgens voorzichtig van zijn piemel en dan ... langzaam ... heel langzaam haalt hij die naar boven, heel langzaam want dat pegeltje is verdomd breekbaar is. Eens hij zijn mes weer in zijn handen heeft, scherpt hij weer zijn vuursteen, zet zijn geweer weer in elkaar, legt aan, en ... BBANNGG ... schiet de beer dood. Hij klimt weer naar beneden. Gaat op zijn paard zitten en padom padom padom vervolgt zijn weg naar die vestingstad in opdracht van Catharina de Grote.

Ik zeg dan wel padom padom padom maar in werkelijkheid ging het er een pak sneller aan toe. Het ging eigenlijk zo snel dat mocht ik het niet vertellen en u was er gewoon bij, mijn grootvader zo snel zou gaan dat u hem niet eens zou zien. Ik zal trouwens meermaals tijdens deze vertelling genoodzaakt zijn de dingen trager uit te beelden, in slow motion, anders zouden zij gewoon aan het oog ontsnappen.

Anyway, mijn over-over-over-over(13x)-grootvader raasde door dat bos aan een snelheid die u zou doen duizelen mocht u er ooggetuige van kunnen geweest zijn maar aan de andere kant, dwars op de rijrichting van mijn over-over-over-over(13x)-grootvader naderde een door zestien paarden (acht aan de ene kant en acht aan de andere) getrokken koets eveneens aan ongelofelijke snelheid. Dat leek slecht af te lopen want beiden gingen zo snel dat ze elkaar konden zien aankomen tot op het laatste moment. Gelukkig had mijn over-over-over-over(13x)-grootvader op dat moment een inval. Hij had gezien dat het koetsraampje het dichtst bij hem openstond en ook het raampje aan de andere kant stond open. In plaats van te remmen, spoorde hij zijn paard – Rocinante – nog harder aan en hij sprong met paard en al door het ene raampje naar binnen en door het andere weer naar buiten. Nu dat ging allemaal zo snel dames en heren dat mijn over-over-over-over(13x)-grootvader niet de tijd had de dames die in die koets zaten te groeten, laat staan voor hen zijn hoed af te nemen.

Maar gelukkig, en dat is misschien nog wel het belangrijkste, kon hij zijn reis verderzetten op weg naar de vestingstad in opdracht van Catharina de Grote.

Hij raasde dus als een pijl door die bossen voorbij bomen, velden, vijvers, beken, lianen en slingers. Maar plots kwam hij bij een moeras dat groter was dan hij op het eerste gezicht had ingeschat. Hij had plots door dat de snelheid waarmee hij naderde niet voldoende zou zijn als aanloop om over dat moeras te geraken. Hij keerde zich om een zo mogelijk nog grotere aanloop te nemen, 'reculler pour mieux sauter' u kent dat wel.

Alras vloog hij in de lucht, boven dat moeras maar nog bleek de snelheid niet voldoende en hij landde met paard en al in het moeras, net geen meter voor de rand. Zijn paard begon direct te zinken. Eerst de knieën, dan de bovenpoten. De hele poten. Buik. De voeten van mijn grootvader, zijn knieën, zijn dijen, de nek van het paard, de neusgaten nog tot net boven de modder, dan de belletjes van de laatste adem van het paard die opborrelden uit de modder, ze waren gezien, gejost, gefuckt.

En net op dat moment krijgt mijn over-over-over-over(13x)-grootvader een briljant maar gewaagd idee; een gek idee, ik geef het toe, maar hij moest het proberen. Eerst knelde hij met al zijn kracht (en dat was niet weinig) zijn benen rond zijn paard. Dan dames en heren, u moet weten, hij droeg zo’n typische 18de -eeuwse pruik met van die staartjes. Wel met al zijn kracht begon mijn over-over-over-over(13x)-grootvader aan die staart te trekken en te rukken, eerst kwam er nog weinig beweging maar dan, ja dan, men zag idd het paard langzaam uit het moeras komen, eerst nog maar een paar centimeter, wat zeg ik, enkele millimeters, maar er kwam beweging in. Hij spande zijn spieren nog meer en trok verder .;. verder … verder en idd met paard en al heeft mijn over-over-over-over(13x)-grootvader zich toen beetje bij beetje uit dat moeras getrokken. Paard en al.

Tijd voor een pauze zou je kunnen zeggen, maar nee, niks daarvan, mijn over-over-over-over(13x)-grootvader werd aan die vestingstad verwacht dus padom padom padom … hij verder.

En toen hij daar aankwam, stond de generaal al op hem te wachten.

‘Ah, baron (mijn over over over … was namelijk een baron, ik heb dat nog niet gezegd); u bent er, eindelijk.

‘Ja, ik ben er,’ zei mijn over-over-over-over(13x)-grootvader… ‘als Catharina mij roept, dat kom ik, wat kan ik voor u doen?’

‘Wel’ zei de generaal, u ziet die vesting daar?’

'Jazeker.'

'Daar binnen ligt een stad.'

'Dat dacht ik al.'

'Heel scherp van u.'

'Ik wil graag weten wat er allemaal waar ligt in die stad. Ik wil die stad namelijk beschieten met mijn kanonnen en het laatste wat ik wil is dat mijn kogels ziekenhuizen en kraamklinieken gaan raken, begrijpt u?'

'Jazeker.'

'Kan u mij daarbij helpen?'

Mijn grootvader dacht een fractie van een seconde na want niet alleen kon hij snel paardrijden hij kon ook heel snel denken.

'Heeft u hier zo'n kanon?'

'Ja.'

'Breng het eens.'

'Stop er eens een kogel in.'

'Steek het lont eens aan.'

Dat deed de commandant.

En op het moment dat die kogel de loop verliet, sprong mijn over … op die kanonskogel en voor hij het wist vloog hij al in de lucht en dat ging heel snel … dat ging weer zo snel dat ik mij als verteller genoodzaakt zie dat alweer in slow motion te vertellen. Of uit te beelden. Hij vloog dus over die stad en zijn plan werkte zoals hij voorzien had. Daar kon hij de slager zien, daar de bakkerij, daar lag het ziekenhuis, daar het kraamkliniek, hij nam als de vliegende bliksem een notitieboekje uit zijn zakken en begon een plannetje te tekenen en hij plaatste er zelfs de kraamkliniek op. Maar dan dacht hij plots, hoe kom ik in hemelsnaam terug? Straks stort ik te pletter binnen de wallen van deze vestingstad … Maar net op dat moment werd een kanon afgeschoten vanuit die vestingstad en die kogel bewoog zich in een ijltempo zijn richting uit, ik beeld het alweer vertraagd voor u af, kijk die twee kogels die vliegen elkaars richting uit. En net op het moment dat ze kruisen, in die fractie van een seconde, spring mijn over-over-over-over(13x)-grootvader van de ene kogel op de andere en landt met een bepaalde elegantie naast de commandant die die kogel met mijn over-over-over-over(13x)-grootvaderer op al lang had zien aankomen.

‘Commandant!’

‘Ja’

‘Hier is het plannetje.’

‘Kan ik nog iets doen?’

En dat, dames en heren, zijn slechts een paar van de avonturen van mijn over-over-over-over(13x)-grootvader.





This page Mijn over-over-over-over(13x)-grootvader, is © Jan-Willem Geerinck and may only be cited as per the fair use doctrine.
Personal tools