Engelsch woordenboek. Engels-Nederlands en Nederlandsch-Engels / English Dictionary. English-Dutch and Dutch-English

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Difference between revisions)

Revision as of 22:18, 16 June 2024

{{Template}} Engelsch woordenboek. Engels-Nederlands en Nederlandsch-Engels / English Dictionary. English-Dutch and Dutch-English () is a translation dictionary by Thomas Adolf Quanjer.

1 Full text[1]
2 P [and the rest]
3 L. [and the rest]
4 See also

Full text[1]

QUA NJERS ENGELSCH WOORDENBOEK

QUANJER'S ENGLISH DICTIONARY

Engelsch-Holt..

QUANJERS lsch Woorfiliboot ENGELSCH-NEDERLANDSCH EN

NEDERLANDSCH-ENGELSCH 's-GRAVENHAGE BLANK\VAARDT & SCHOON HOVEN

QUANJER'S

English Dictionary

ENGLISH-DUTCH AND

DUTCH-ENGLISH THE HAGUE BLANKWAARDT & SCHOONHOVEN

In order to compile this pocket dictionary I have made use of CASSELL's _English Dic�tionary " . As far as the Dutch part is concerned I have followed the list of words given by DE FRIES en TE WINKEL. The abbreviation pl stands for plural. The sign (') is used to point out a greater difference of meaning between the words. Rijswijk (Z.H.).. TH. A. QUANJER. A.

A, een. Abaft, achter. Abandon, verlaten, opgeven. Abase, verlagen,vernederen. Abash, beschamen. Abate, afslaan, minder wor- Abbess, Abdis, v. [den. Abbey, abdy, v., klooster, o. Abbot, abt, m. [korten. Abbreviate, afkorten, ver�Abbreviatiee,afkorting,ver� korting, v. Abdicate, afstand doen; neerleggen (hooge betrek�king). Abdomen, onderbuik, m. Abduction, ontvoering, v, Abed, te bed. Abeyance, spanning, ver� wachting, v. Abhor, verafschuwen. Abhorrence, afschuw, m. Abide, afwachten ; dulden ; wonen. Ability, macht, kracht, be� kwaamheid, v. Abject, laag, gemeen, ver-Abjure, afzweren. fworpen. Ablaze, in vlam, in gloed. Able, in staat, bekwaam. reiniging, afwas� sching, v. [houding, v. Abnegation, ontzegging,on t-Abnormal, abnormaal, on� regelmatig, afwijkend. Aboard, aan boord. Abode, woning, v.;verblijf,o. Engelsch-Holl. Abolish, afschaffen, doen ophouden. Abolition, afschaffing, v. Abominable, afschuwelijk. Aboriginal, oorspronkelij k, eerst. Abortive, te vroeg geboren ; zonder resultaat. Abound, overvloeien, veel�vuldig voorkomen. About, condom �, dicht bij; ongeveer; betreffende. Above, hooger dan, boven. Abreast, naast el kaar; tegen� over (scheepsterm). . Abridge, ,afkorten.Abroad, buiten; in het bui� tenland. Abrogate, afschaffen (wet).Abrupt, afgebroken ; onver� wacht. Abscess, ettergezwel, o. Abscond, zich schuilhou� den, het land verlaten. Absence, afwezigheid, v. Absent, afwezig, verstrooid. Absinth, absint, v. en o. Absolute, volkomen, onbe� perkt, onvermengd, Absolution,absolutie,kwijt�schelding, v. Absolve, vrijmaken, verge�ven, kwijtschelden. Absorb, opslorpen; in beslag nemen..[den (van). Abstain(from),zich onthou-Abstinence, onthouding, v. . Abstract, uittrekken, schei�den; abstract. Abstraction, uittrekking, scheiding, verstrooidheid,v. Abstruse, verborgen, moei� lijk to begri-jpen..[telijk. Absurd, ongerijmd, bespot-Absurd ity,ongerijmdheid,v. Abundance, overvloed, m. Abundant, overvloedig. Abuse, misbruiken, beleedi� gen; misbruik, verwijt, o. Abyss, bodemlooze diepte, v.; afgrond, m. Academic, student, m.; aca- demisch..[demie, v. Academy, hoogeschool, aca-Accelerate, versnellen. Accent, klemtoon, m. Accept, aannemen. Acceptable, aannemelijk, aangenaam. Acceptation, vriendelijke ontvangst; beteekenis, v. ACCeSs,toelating,toename,v Accidence, verbuigingsleer, Accident, ongeluk, o..[v. Acclamation, bijvalsbetui- ging, v..[een klimaat, o. Acclimation, gewennen aan Acclivity, hoogte, helling,v. Accolade, riddersiag, m. Accommodate, in orde maken, voorzien. Accommodation, gemak, o.; geschiktheld, leening, v. Accompaniment, begelei� ding, v..[vergezellen. Accompany, begeleiden, Accomplice, medeplichti� ge, m. en v. Accomplish,bewerken,vol�einden; uitrusten. Accomplished, beschaafd, on twi k kel d. Accord, overeenkomst, v. ACCOrdanCe,overeenkomst, gelijkvormigheid, v.

2.Achievement According, overeenstem� mend, volgens. Accordion, harmonica, v. Accost, aanspreken. ACCOUCheMent,verlossing, bevalling, v. Account, rekenen, sch�t�ten; rekening, v.; verslag, o.; � for, verklaren, re�kenschap geven. Accountant,boekhouder,m. Accoutre, toerusten. Accoutrements, uitrus-

ting, v. Accredit, crediet verleenen, macht geven. [groei, m. Accrescence, geleidel ij ke Accrue, voortspruiten, aan� groeien. [hooding_ Accumbent, in liggende Accumulate, toenemen, aangroeien, opstapelen. [v.

Accumulation,opstapeling, Accumulative, ophoopend. Accuracy, nauwkeurig� heid, v. Accurate,nauwkeurig, joist. Accursed, vervloekt, slecht. Accusable, laakbaar. Accusation, beschuldiging, aanklacht, v..[val, m. Accusative, vierde main Accusatory, eeneaanklacht

inhoudend. Accuse, beschuldigen, aan� klagen. Accuser, aanklager, m. Accustom, gewennen. Ace, aas, o. Acerbity, zuurheid, bitter-Acetic, zuur. [heid, v. Acetify, in azijn veranderen. Acetous, zuur. Ache, pijn doen; pijn. Achievable, volvoerbanr. Achieve, volvoeren;winnen, Achievement, uitvoering. v.; heldenstuk, o. Achromatic, kleurloos. Acicular, naaldvormig. Acid, acide, zuur, o. Acidity, zuurheid, v. Acknowledge, erkennen ; bedanken voor. Acknowledgment, erken� ning, biecht, v.; dank, m. Acolyte, misdienaar, m. Acorn, eikel, m. Acoustics, geluidleer, v Acquaintance, kennisma- king, v.; kennis, m. en v. Acquainted, bekend. Acquiesce, toestemmen. Acquiescence, toestem- ming, onderwerping, v. Acquiescent, toestem� mend, onderworpen. Acquire, verkrijgen..[v.Acquirement, verwerving,Acquisition, aanwinst, v. Acquit vrijspreken. Acquittal, vrijspraak, v. Acquittance, kwitantie, v.; ontvangbewijs, o. Acre, stuk land van

4047 Mi., o. Acrid, bitter, scherp. Acrimony, bitterheid, v. Acrobat, koorddanser, m. Acropolis, citadel, v. Across, van de eene zijde naar de andere. Act, handelen; tooneelspe�

len ; daad, acte, v. Acting, tooneelspelen, o. Action, daad, v.; proces, o. Actionable, strafbaar. Active, werkzaam, bezig. Actor, tooneelspeler, m. Actress, tooneelspeelster, v. Actual, werkelijk. Actuate, tot handelen aan� sporen. Acute, scherp, fel, slim. Adage, spreekwijze, v. Adamant, hardsteen, o. . 3 Admit Adapt, geschikt maken, be� werken. Adaptation, bewerking, v. Add, voegen, optellen.Adder, adder, v. Addicted, verslaafd. Addition, toevoeging, v.; toevoegsel, o., optelling, v Additional, toegevoegd.Address, adres, o.; toe spraak, v.; adresseeren. Adduce, aanhalen, aanvoe�

ren (als bewijs).Adept, bedreven, ingewijd. Adequate, a fdoend,geschikt. bekwaam voor. Adequacy, voldoendheid, v,Adhere, aankleven. Adherence, aankleving, v. Adherent, aanhanger.Adhesion, aankleving, v. Adhesive, aanklevend. Adieu, vaarwel. Adit, mijngang, v. Adjacent, aangrenzend.Adjective, bijv. naamw.Adjoin, grenzen aan.Adourn, verdagen. Adjudicate, oordeel uit� spreken, toevvijzen. Adjunct, toevoegsel, o. Adjunctive, verbindend. Adure, bezweren..[ten.Adjust, regelen, in orde zet-Adjutant, adjudant, m. Administer, toedienen, ver� schaffen. Administration, beheer, o. Administrator, beheer cier, m..[waardig, v Admirable, bewonderens� Admiral, admiraal, m. Admiralty, admiralitell, v. AdmiratiOn,bewondering,vAdmire, bewonderen. Admissible, veroorloofd. Admission, toelating, v. Admit, toelaten, erkennen. Admittance, toegang, m. Admonish, vermanen. Admonition, vermaning, v. Admonitory, vermanend. Ado, lawaai, o.; last, m. Adolescent, aankomend. Adopt, aannemen (als eigen). Adoption, aanneming, v. Adorable, aanbiddelijk. Adoration, aanbidding, v. Adore, aanbidden, vereeren. Adorn, versieren. Adrift, rondzwalkend. Adroit, handig, knap. Adult, volwassen. Adulterer, overspeler, m. Adultery, overspel, o. Advance, bevorderen; na- deren ; voorsehieten; voor� uitgang, m.; verbetering, v. Advantage, voordeel, o. Advent, Advent, m.; komst,v. Adventure, avontuur, o. Adventurous, avontuur� lijk. Adverb, bijwoord, o. Adversary, tegenstander,m. Adversity, tegenspoed, m. Advertise, bekend maken. Advertisement,bekendma- king, advertentie, v. Advice, raad, m. Advisable, raadzaam. Advise, raden, raad geven. Advocate, voorstaan, plei- ten voor; pleitbezorger. Aerate, luchten. Aerial, hoog, verheven. Aerometer, luchtmeter, m. Aeronaut, luchtvaarder. m. Aeronautics, luchtscheep� vaartkunde, Aesthetics, aesthetics, v. Afar, in de verte. Affable, minzaam. Affair, zaak. Affect, aandoen. rahcn. Affectation, gemaahtheid,v.

4 Agriculture Affection, liefde, genegen� heid, v. Affectionate, liefdevol. Affinity, verwantschap, v. Affirm, hevestigen. Affirmation, bevestiging, v. Affirmative, bevestigend. Affix, aanhechten; achter� voegsel, o. Afflict, trelien, smarten. AtfliCtiOn,smart,droe! heid,v Affluence, toevloeiing, v.; overvloed, m. Afford, voortbrengen kun�nen bekostigen. Affront, beleedigen; boon, beleediging, v. Affusion, begieting, v. Afloat, drijvend; onvast. Afoot, op de been, to voet. Afraid, bang, bevreesd. Afresh, opnieuw. After, na, later. Afternoon, namiddag. Afterward,later,naderhami. Again, weer. Against, tegen, strijdig met. Agate, agaat, o. Age, leettijd, m.; eeuw, v. Aged, oud. [schenkomst, v. Agency, agentschap, o.; tus-Agent, agent, bewerker, m. Aggravate, verergeren. Aggressive, aanvallend. Aghast, verstijfd van schrili. Agility, vlugheid, behendig� held, v. [ging houden. Agitate, beroeren, in bewe-Agitation, beroering, v., schok, m. [ver, m. Agitator, onruststoker, drij-Ago, geleden. [smart, v. Agony, doodstrijd,m.; hey i ge Agree, overeenkomen, ]ri� sen hij ; het eens worden. Agreeable, aangenaam. Agreement,overeenkomst,, landbouw, m.Agriculture, Ague, koude koorts, v. Ahead, vooraan, vooruit. Aid, bijstaan; hulp, v., bij� stand, m. Ail, pijnigen, deren. Ailment, ziekte, v. Aim, mikken, munten op ; doel, mikpunt, plan, o. Air, lucht; melodie; aanstel� lerij, v.; luchten. Air-pump, luchtpomp, v. Air-tight, luchtdicht. Airy, luchtig, luchthartig. Aisle, zijbeuk eener kerk, v. Ajar, op een kier. Akimbo, in de zijde. Akin, verwant. Alabaster, albast, o. Alack I helaas!.[heid, v. AlaCrity,vlugheid,opgewekt-Alarm, onrust, schrik, v.; Alas 1 helaas! [wekker, m. Albatross, albatros, m. Albeit, hoevvel, niettegen-Album, album, o. [staande. Alchemist, alchemist, m. Alchemy, alchemie, v. Alcohol, alcohol, m. AlCeheliC,alcohol bevattend Alcoran, koran, m. Alcove, alkoof,v.;prieeltje,o. Alder, elzeboom, m. Alderman, wethouder, m. Ale, bier, o..[zaam. Alert, op zijne hoede, waak-Algebra, algebra, v. Alibi, afweztgheid van eene plaats, tijdens het plegen eener misdaad, v. Alien, vreemdeling, m. All ht, uitstappen ; in vlam. e, gelijl, eender. levend, in leven. All, al, alle, allen, alles ge-heel.. [ gen. Allege, aanwijzen, bi[bren- Allegiance, trouw, v. Allegorical, zinnebeeldig. Ambassador Allegory, allegorie, v.; zin� nebeeld, o. Alleviate, verlichten, ver- Alley, steeg, v. [zachlen. Alliance, verbond, o.; bond der trouw, m. Alligator, kaaiman, m. Alliteration, stafrijm, her- haling der beginletters in gedicht. Allot, verdeelen, toewijzen. Allow, toestaan. Allowance, toelage, v. Alloy, allooi, bijmengsel, o. Allude, toespelen op, aan� stippen. Allure, lokken, verleiden. Allusion, toespeling, v. Ally, bondgenpot, m. Almanac, almanak, m. Almighty, almachtig. Almond, amandel, v. Almost, bijna, nagenoeg. Alms, aalmoes, v. Alms-house, armhuis, hof-Alone, alleen..[je, o. Along, langs; voort. Aloof, op een afstand. Aloud, hardop, luid. Alphabetical, alphabetisch. Already, reeds. Also, cook. Altar, altaar, o. Alter, veranderen. Alteration, verandering, v. Altercation, woordenwisse- ling, v..[wisselend. Alternately, beurtelings, af-Alternative, keuze, v. Although, hoewel. Alto, alt, v..[uitzondering Altogether, geheeI, zonder Altruism, onbaatzuchtig-Alum, aluin, v..[heid, v. Always, altijd, steeds. Amateur, amateur, m. Amaze, verbazen. Ambassador, gezant, m. . Ambient, omringend. Ambiguity, dubbelzinnig� heid, v. Ambiguous, dubbelzinnig. Ambition, eerzucht, v. Ambitious, eerzuchtig. Ambulance, ambulance, v.; ziekenwagen, m. Ambush, hinderlaag, v, Amenable, leidzaam, ge-Amend, beteren..[dwee. Amends, vergoeding, v. American, Amerikaan, m.; Amerikaansch. Amethyst, amethist, m. Amiability, beminnelijk� heid, v. Amiable, beminnelijk, lief. Amid(st), to midden van. Amiss, verkeerd. Amity, vrienclschappelijk� held, v..[ra a d , m. Ammunition, krijgsvoor�Among(st), tusschen,onder. Amorous, verliefd. Amorphous, vormloos. Amount, bedragen; bedrag; (any amount of) een grout aantal. Ample, ruin), wijd. Amputate, amputeeren, af� zetten..[houden. Amuse, vermaken, bezig Anachronism, font in de tijdrekeniiig. v. Anaemia, bloedarmoede, v. Analogy, overeenkomst tus� schen verschillende Bin� gen, v. Analyse, ontleden; oplossen. Analysis, ontleding, v. Anapest, anapaest, m. (versvuet). Anarchist, anarchist, m. Anatomy, ontleedkunde, v. Ancestor, voorvader, m. Anchor, anker, o. Anchovy, ansjovis, v.

6.Antarctic Ancient, oud. (Ancients, And, en. [Ouden). Anecdote, anecdote, v.; verhaaltje, o. Anemone, anemoon, v. Anew, opnieuw, weer. Angel, engel, m.; oud En- gelsch geldstuk, ter waarcle van zes gulden, o. Anger, boosheia, v.; toorn, m.; gramschap, v. Angle, hock, hengel, m. Anglo-Saxon, Angel-Sok� sisch.. [kwaad.Angry, boos, vertoornd, Anguish, hevige pijn, ziele� smart, foltering, v. Angular, hoekig; stijf. Animal, dier,levend wezen,o. Animate, bezielen; levend. Animosity, haat, m,; vijand-Anise, anijs, m. [schap, v. Annals (pl.), jaarboeken, an- nalen..[nietigen. Annihilate, te niet doen, ver-Anniversary, verjaarclag. AnnOunce,aankoncligen,be- kend waken, verklaren. Annoy, ontstemmen, plagen, lastig maken, hinderen. A nn oyance,on tstemi, ing.v. Annual, jaarlijksch. Annul,afschaffen,vernietigen Annunciation, aankondi- ging, v.; (Annunciation-day, Maria Boodschap. Anointed (the), de Messias. Anon, dadelijk, in een oogen� blik. Anonymous, zonder nanm. Another,een andere,nog (20n. Answer, antwoord, o.; op� lossing, v.; antwoorden, up� lossen. [renhoop, m. Ant, mier, v. (ant-hill) :II ie�AntagOniSt,tegenstander.m. Antarctic, tot de Zuidpoc): behoorend. Antecedent, voorafgegaan, (antecedents, (p1.)) feiten, die vroeger hebben plaats gehad, verleden, o. Antelope, antilope, v. Anthem, koorzang, loQied, o. Anthology, bloemlezing, v.Antic, belachelijk, vreemd; grappenmaker, m.; (antics) bokkesprongen. Anticipate, voorzien, vooraf doorleven. Antidote, tegengift, o. [m.Antipathy, tegenzin, afkeer,Antipodes(pl.),tegenvoeters, m. [m. Antiquary, oudheidkenner, Antique, oud, antiek, ouder�wetsch. Antiquity, oudheid, v.; hooge

ouderdom, m.;antiquiteit;v. Antiseptic, bederfwerend. Antithesis, tegenstelling, v. Antler, tak van een gewei, m.; (antlers, pl.) gewei, o. Anvil, aanbeeld, o. Anxiety, zorg, bezorgdheid, angst, v.i groot verlangen, v. Any, eenig, (not any) niets. Anywhere, ergens. [den. Apart, gescheiden, afgeschei-Apartment, vertrek, o. Apathy, gevoelloosheid, koudheid, v. Aperture, opening, v.; gat, o. Apiary, bijenstal, m. [send. Apish, aapachtig, naboot-Apologise, verontschuldi� gingen waken. Apologue, zede-fabel, v. Apology, verdediging,recht� vaardiging, verontschuldi-

ging, v. [beroerte. Apoplectic, met aanleg voor Apostle, apostel, m.Appal, ontzetten, doen ont� stellen, verschrikken. Apparatus, toestel, o. Appropriate Apparel, kleeding, v.;tooi,m.Apparent, zichtbaar, blijk-baar, schijnbaar. Apparition, verschijning, v.; spook, o. [op ; beroep, o.Appeal (to), zich beroepenAppear, versch ij n en , zicht� baar worden; schijnen. Appearance, verschijning, v.; (outward �) uiterlijk, o.Appease, bevredigen, kal� meeren, stillen. Appendix, aanhangsel, sup� plement, o. Appertain, toebehooren. Appetite, eetlust, trek, m. Applaud, toejuichen, met handgeklap begroeten.Applause, toejuiching, v.;handgeklap, o. Apple, appel, (apple of the eye) oogappel, m.; (apple�pie-order)volmaakte orde,v.

Applicable, toepasselijk.Applicant, sollicitant, m. AppliCatiOn,toepassing,aan� vraag, vlijt, v.Apply, toepassen; sollicitee� ren zich wenden tot. Appoint, bepalen,benoemen.Appointment, safaris, o.; afspraak, aanstelling, v. Appreciate, waardeeren, naar waarde schatten. Appreciation, waardeering, hoogschatting, v.Apprehend, begrijpen, ver�staan; vreezen. Apprehension, begrip; ar�rest, o.1 vrees, v. Apprentice, in de leer doen ; leerjongen, m. Approach, naderen, gel ij ken op ; nadering, v. Approbation, bijval, m.; goedkeuring, v. Appropriate, zich toeeige�nen, voor een doel bestein- . men; geschikt, doelmatig. Approval, goedkeuring, v.; (on approval) op zicht. Approve, goedkeuren, aan� bevelen, bevestigen. Apricot, abrikoos, v. April, April, m.[o. Apron, boezelaar, in.; schort, Apt, geneigd, onderhevig; vlug, klaar. Aqueduct, waterleiding, v, Aquiline, tot den arend be� hoorend; (� nose) arends� neus, m. [kind, o. Arab, Ambler, m.; straat-Arbiter, scheidsrechter, m. Arbitration, berekening, v. Arbour, prieel, o. Arcade, overdekte winkel� galerij, bogengang, v. Arch, bong, m.; gewelf, o. Archa3ologie, oudheidkun� de, v. Archangel, aartsengel, m. Archbishop, aartsbis� schop, m. Archduke, aartshertog, m, Archipelago, Archipel. Architect, architekt, bouw� meester, m. Archives, archief, o.; (ar�chivist) archivaris, m. Ardent, vurig,.gloeiend, hartstochteli j k. Ardour, gloed, m.; vuur, o.; ijver, m..[perk, o. Arena, strijdperk, worstel-Argue, redeneeren, rede� twisten, overreden. Argument, bewijsgrond, m.; redeneering, v. Arid, drool;, versehroeid. verzengd. Arise, verschijnen, opstaan, rich verhetien,voortsprui ten Aristocracy, aristocratie,v.; hoogste kringen der maat�schappij, m.

8. Art 7(ss Arithmetic, rekenkunde, wiskunde, v.; rekenen, o.

I Arm, arm, tali, m.; wapen, o.; (under arms) oncler de

wapenen. Armistice, wapenstilstand, m. [harnas, o Armour, wapenrusting, v.; Armpit, oksel, m. Army, leger, o. Arouse, opwekken, aanspo-Arrange, schikken, regelen, bedisselen, in orde brengen. Array, deeding, uitrusting; slagorde, Arrear, ac hterstallige schuld, Arrest, .vat- ten, gevangennemen ; in�hechtenisneming, v.; be�letsel, o. Arrival, aankomst, komst, v.; aangekomene, m. en v. Arrive, aankomen; to ar�rive at, komen tot, gera�ken tot. Arrogance, aanmatiging, v. Arrogant, aanmatigend. Arrow, pijl, m. Arsenal,

Arsenic, arsenicum, ratten-kruid, o. Art, kunst, bekwaamheicl, v.; ambacht, o.; list, V. Artery, slaguder, v,.itig, Artful, himstig; slim, lis-Artichoke, artisjok, V. Article, artikel, ding, lid�woord, o. Articulate,.duidelijk uit-spreken ;.verstaanhanr. Artificial, huristiri,itig. Tia�geiimakt ; geveinsd. Art1r (,). artillerie, v.; ge- schist, werkman, m. Artist,,,,,. 1- ( kun stenaar,. Artless, argeloos, on,c!),1!-

dig,ongekunsteld,eenvoudig

As, zooals, gelijk, als; toen, terwijl ; daar, aangezien. Ascend, beklimmen,stijgen, opstijgen.

Ascension, opstijging, be�klimming, v.; (Ascension�day) Hemelvaartsdag, m. Ascent, bestijging, v. Ascertain, vaststellen, zich vergewissen. Ascribe, toekennen, wijten, de schuld geven van. Ash, esch, m., asch van tabak, v.; (Ash-Wednesday) Aschdag, m. Ashes, asch, v. Ashore, aan wal. Ask, vragen, verzoeken,

eischen; uitnoodigen. Askew, scheef, schuins. Aslant, schuin, scheef. Asleep, slapend, in slaap. Asparagus, asperge, v. Aspect, uiterli jk, voorko� men, o.; aanblik, m. Aspiration, verlangen, stre�ven, o.; adem, m. Aspire, gretig verlangen, streven naar. Ass, ezel ; domoor, m. Assail, aanvallen, overval� len, overrompelen. Assassinate, vermoorden, aanslag plegen. Assault, plotselinge aanval, m.; overrompeling, v. Assemble, verzamelen, ver�gaderen, bijeen roepen. Assembly,bijeenkomst,ver�gadering, v. Assent, toestemmen, ver�lof geven ; toestemming, v.; veriof, o. Assert, verklaren, verzeke�ren, laten gelden. Assertion, bevestiging, ver�zekering, v. 9. Atmosphere Assess, belasten, schatten, vaststellen. Assiduous, ijverig, vlijtig, volhardend, naarstig. Assign, toewijzen, overdra�gen, bepalen, noemen; ge�volmachtigde, executeur. Assist, helpen, steunen, bij�staan, bevorderen. Associate, vereenigen, sa�menbrengen, verbmden ; omgaan; metgezel, bond�genoot, kameraad, m. Assortment, het uitzoeken ; iets, dat uitgezocht is, o.; verzameling van overeen�stemmende voorwerpen, v. Assuage, lenigen, verzach�ten, kalmeeren, bedaren. Assume, aannemen, onder�nemen, zich aanmatigen; aanspraak maken op. Assurance, verzekering, v.; vertrouwen, o.; zekerheid,v. Assure, verzekeren, assu� reeren. Asthma, asthma, o. Astir, in beweging. Astonish, verwonderen,ver� bazen, bevreemden. Astound, ten hoogste ver�bazen; doen ontstellen. Astray, verdwaald, afge�dwaald, van het rechte pad. Astrologer, sterrenwiche-laar, m..[rij, v. Astrology, sterrenwichela-Astronomer, sterrenkundi� ge, m. Astronomy,sterrenkunde,v. Asylum, toevluchtsoord, ge� sticht, o.; schuilplaats, v. At, te, aan, in, tot, bij. Atheism, atheisme, o. Atheist, atheist, m. Athlete, athleet, worstelaar, m..[m.; omgeving, v. Atmosphere, dampkruig, .

Ato m Atom, atoom, zeer klein on� derdeel, o..[verzoenen. Atone, boeten, vergoeden,AtrOCity,verregaande wreed� heid, afgrijselijkheid, v.

Attach,vasthechten,hechten, aankleven. [pen ; aanval, m Attack, aanvallen, aangrij-Attain., bereiken, verkrijgen. Attempt, pogen, beproeven ; een aanslag doen ; poging,v.; aanslag, m.

Attend,verzorgen; bijwonen; vergezellen; letten op. Attention, verzorging, be-Ieefdheid, aandacht, v. Attire, kleeden, uitdossen; kleeding, kleedij, v.; op�schik, m..[komen, o. Attitude, houding, v.; voor-

Attorney, procureur, gevol�machtigde, m.; (attorney-general).procureur-gene-raal..[lokken. Attract, aantrekken, boeien, Attraction, aantrekkings�kracht, aantrekkelijkheid,v.AftraCtiVe,aantrekkelijk,be�korend, aanlokkelijk. Attribute, toeschrijven, toe�kennen, wij ten ; eigenschap, v.; attribuut, o. Auburn, geelachtig; rood-bruin, kastanjebruin. Auction, openbare verkoo�ping bij opbod, v. (Dutch auction) verkoop bij afslag, m.. [schaamd.

Audacious, brutaal, onbe-Audible, hoorbaar, luid. Audience, gehoor, o.; de toehoorders (pl.), m. Auger, boor, v..[zoover. Aught, lets, tfor �) voor Augment, toenemen, ver� grooten, uitbreiden.

August, Augustus, in.; verhe�ven, statig, ontzagwekkend. 10. Au: ak e (n) Aunt, tante, v. Aurora Borealis, Noorder� licht, o. [o. Auscultation, ausculteeren, Auspice(s), voorteeken, o.; voorspelling,bescherming,v Austere, streng,hard,scherp,ernstig. Austrian, Oostenrijker, m.; Oostenrijksch. Authentic, echt, waar, op�recht, geloofwaardig. Author, schrijver, bewerker,oorzaak, v. Authority, macht, v.; wettig gezag, ontzag, o. Autobiography, eigen le�vensbeschnjving, v. Autocrat, alleenheerscher, tiran, m. Autopsy, lijkschouwing, v. Autumn, herfston.;najaar,o. Auxiliary, helper, bondge- noot, m.; hulpwerkwoord,o.

Avail, helpen, baten, benut�ten, gebruik maken ; nut, o.;hulp, baat, v. Available,beschikbaar,voor�handen, geldig. [zucht, v. Avarice, gierigheid,schraap-Avenge, wreken, straiten, voldoening zoeken. Avenue, laan, oprijlaan, v. Aver, betuigen. stellig ver� zekeren. Average, averij, v.; ,"on an average) gemiddeld. Averse, afkeerig, afgesvend, onwillig.

Aversion, afkeer, onwil, Aviary, voliere, v. Avidity, vurig verlangen, o.;

gretigheid, v. [ontloopen, Avoid, ontlasten ; vermijden. Avow, erkennen, verklaren, belij den. ten, verbeiden. Await, afwachten, opwach -Awake(n), ontwaken ; wek- ken, opwekken, doen ont�wa ken.

Award, toekennen,toewij zen; uitspraak, beslissing, v. Aware, op zijn hoede, waak� zaain ; bewust..[ken. Away, weg, a fwezig, vertrok-Awe, ontzag, o.; vrees, v.; eerbiedige verwondering, v. Awful, ontzagwekkend, ont�zettend, vreeselijk. Awkward, onhandig, onbe- B.

Babble, gebabbel,gesnap,ge- praat,.babbelen, kabbe-B abe, kindje, o..[len. Baboon, baviaan, m. Bachelor, vrijgezel, jon#ge� zel _,- Acad. graad (candid.).

Back, rug, achterkant, m.; keerzijde, v.; terug, omge�keerd..[lasteren. Backbite, kwaadspreken, Background, achtergrond, m.. [achteruit. Backward, achterlijk,traag; B acon, spek,o.; (to save one's bacon) er genadig afkomen. B ad, slecht, nadeelig, kwaad, erg ; ziek. Badge, kenteeken, insigne, o. Badger, das (dier), m.; schil� derspenseel, o. Baffle, teleurstellen, verijde�len, vernietigen. Bag, zak,m.;weitasch,v.; (bag and baggage)met pak en zak. Bagman, handelsreiziger,m. Bagpipe, doedelzak, m. Bail, borgtocht, m.; (to stand bail for) borg staan voor. Bailiff, schout, rentmeester, opzichter, gerechtsdienaar, Bairn, kind, o. .

11 Band holpen, lomp,vervelend,las-

tig, ongelegen. [scherm, o. Awning, zeil, o.; luifel, v.; Awry, scheef, op zij, schuin. Axe, bijl, v. Axiom, onomstootelijke waarheid, v.; axioma, o.

Axis,as,waarom een lichaam Aye, ja ; eeuwig. [draait, v. Azote, nitrogeen, stikstof, v. Azure, azuur, hemelsblauw, uitspansel, o.

Bait, aas, lokaas ; lokken, on�derweg voedsel geven,ophit�sen.. [stof, v. Baize, baai, dikke wollen Bake, bakken, hard make. Baker, Bakker, in. Balance, balans, v.; even- wicht, o.; schaal, v.; saldo,o� Balcony, balcon, o. Bald, kaal ; (bald-pate) kaal� kop, m. [o. Baleibaal; ellende,v.;verderf, Baleful, ellendig, verderfe� lijk, schadelijk, doodelijk.

Balk, weigeren, teleurstellen; verzuim, o.; hindernis, te�leurstelling, v. [kluwen, o. Ball, bal, o.; bal, kogel, m.; Ballad, ballade, v. Ballast, ballast, m.; puin, o.; Ballet, ballet, o. [ballasten. B alloon,ballon,glazen bol,m Balm, balsem, m.; geurige

zalf, v.; balsemen, met zalf inwrijven, lenigen. [selen. amboo, bamboes,o.;afran-Ban, ban, vloek,m4verbod,o, anana, banaan, pisang, v. B and, band, smal lint, o.; streep, v.; troep, m.;muziek�korps, o. Bandage,verband,o.;zwach-Barge, zeilscheepje, o.; tel, m. zierboot, v. Bandbox, hoedendoos, v. Baritone, bariton, m. Bandit, bandiet, roover, m. Bark, schuit, v.; geblaf, o.;Bane, vergift, verderf, o.;ver-schors,v.;blaffen;(his bark is giftigen, verdelgen. worse than his bite) hij isBang, harde slag, m.;bons,v.; zoo kwaad niet, als hij er hard dichtslaan. uitziet. Banish,verbannen. [ning,v. Barley, gerst, v.Banister, leuning, trapleu-Barmaid, buffetmeisje, o.Bank, bank, geldbank, zand-Barn, schuur,korenschuur,v. bank, v.; oever,m.; (savings-Barometer, barometer, m.; bank) spaarbank, v. weerglas, o.Banker, bankier, m. Baron, baron, m. Banknote, bankbiljet, o. Baroness, barones, v. Bankrupt, bankroet; bank-Baronet, jonkheer, m. roetier, m.. [o. Barrack, keet, barak, v.; �s, Bankruptcy, faillissement, kazerne, v.Banner, banier, v. Barrel, ton, v.;vat,o.;geweer-Banns (pl.), huwelijksafkon-loop, m.; (barrel-organ) diging, v.; (to publish the draaiorgel, o. [dor. banns) in ondertrouw op-Barren, onvruchtbaar, kaal, nemen. Barrier, hefboom, slagboom,Banquet, feestmaal, o.; ont-Barri Ster,a dvocaat,m. [ m. halen, deelnemen aan een Barrow, grafheuvel, m.; feestmaal. (wheel-barrow) kruiwagen,Banter, schertsen, geksche-m. [ruilhandel, m. ren; scherts, plagerij, v. Barter,ruilen,verkwanselen;Baptise, doopen. Basalt, basalt, o.Baptism, doop, v. Base, grondslag, m.; basis, Bar,hefboom,m.;stang;recht-v.;laag,gemeen,verachtelij k. bank, v.; buffet, o.; streep op Basement, benedenverdie-den notenbalk, v. ping, V..[[bloode.Barb, weerhaak, m.; (barbed Bashful, verlegen, bedeesd, wire) prikkeldraad , m. Basin, kom, v.; vat, bekken,o. Barbarian, barbaar, Wilde, Basis, basis, v.; voet van wreedaard, m.; barbaarsch, een zuil, m. onmenschelijk. Bask, zich koesteren. Barbarous, onbekend, ruw, Basket, mand, v.; (basket� onbeschaafd. chair) rieten stoel, in.Barber, barbier, kapper, m. Bass, bas, m.Bard, minnezanger, bard, Bassoon, fagot, v. dichter, m., sneedje Bastard, bastaard, m.; on�spek, o.; harnas , o. echt kind, o.; onecht, onzui�Bare,bloot,kaa 1; i threadbare, Bastion, bolwerk, o. iver. versleten. Bat, vleermuis, v.; knuppel,Bargain, koop, m.;koopje,o.; kolf, v..hoop, m. overeenkomst, V. Batch, baksel, o.; partij, v.; . Bath Bath, bad, o.; (swimming� bath) zweminrichting, v.Bathe, baden, overgieten. Battalion, bataljon, o. Batter, bestormen, beuken, vernielen; beslag, o. Battery, batterij, v. Battle, slag, veldslag, m.; (battle-array) slagorde, v. Battle-axe, strijdbijl, v. Battue, drijfjacht, slach� ting, v. Bawl,schreeuwen,razen,bul� ken ; geschreeuw, geraas, o.

,Bay, reede, baai, v.; wolfge�blaf, o.; vervolgen, in 't nauw brengen. Bay-window, erker, m. Be, zijn, wezen, bestaan. Beach, strand, o.; kust, v. Beacon, baken, o.; tot baken

dienen. [krans, m. Bead, kraal,v.; (beads) rozen-Beadle, bode, pedel, m. Beak, snavel, bek, m. Beam, straal, balk, boom, m.; stralen. Bean, boon, v. Bear, dragen, verdragen, dulden; baken ; beer, m. Beard, baard, m.; trotseeren. Bear-garden, berenkuil, m. Bearing, houding, verhou� ding, v.; verband, o. ; inhoud,

m. [o.; lomperd, m. Beast, beest, redeloos wezen, Beat, slaan, klappen; klap, slag, polsslag, m.; ronde,

wijk, v. [verklaren. Beatify, zalig maken, zalig Beatitude, zaligheid, zalig� spreking, v. Beau, fat, galant,pronker,m. Beauteous, schoon, beer� lijk, glansrijk.Beautiful, mooi, prachtig. Beauty, schoonheid, pracht, heerlijkheid, v.

13. Behold Beaver, bever, m.; vilt, o. Because, omdat, daar. Beck, beek, v.; riviertje, o.; wen k, m.;(to be at a person's beck and call) op iemands wenken vliegen. Beckon, wenken. Become, worden ; goed slaan, passen..[goed. Bed ,bed; (bed-clothes) bedde-Bedaub, bekladden, besme� ren ; (dauber) kladschilder. Bedlam,gekkenhuis,o.;dolle boel, m. Bedridden, bedlegerig. Bedroom, slaapkamer, v. Bee, bij, v.; (bee-hive) bijen� korf, m. Beech, beuk ,beukeboom,in. Beef, rundvleesch, o. Beefeater, wachter van den Beer, bier..[Tower.Beet, kroot, biet. [blok, o. Beetle, tor, v.; kever, m.;hei-Beeves (pl.), ossen,m.;vee,o. Before, voordat, voor, vroe- ger..[ren, vooruit. Beforehand, vooraf,`-tevo-Befriend, als vriend optre� den jegens. Beg, bedelen, verzoeken. Beget, voortbrengen, gewin� nen. Beggar, bedelaar, m. Begin, beginnen,aanvangen. Beginning, begin, o.; aan�

yang, m.. [gen.Beguile,verschal ken,bedrie-Behalf, belang, o.; (in behalf of) ten behoeve van. Behave, zich gedragen. Behaviour, gedrag, o. Behead, onthoofden. Behest,bevel,o.;opdracht,v. B ehind,achter;(behindhand) ten achter, achterstallig.. Behold,aanschouwen,waar� nemen.

Being, wezen, schepsel, o. een schip; betrekking, v. Belabour, bewerken; afran-Beseech, smeeken. selen. Beset, omringen, aanvallen, Belfry, klokketoren, m. bestoken. Belief, geloof, o. Beside,naast;(he was beside Believe,gelooven;(to believe himself) hij was buitenzich� in) gelooven aan. zelven. [dien, buitendien. Bell,klok,bel,schel,v.;(to ring Besides, behalve, boven�the bell) schellen. Besiege, belegeren. Bellow, loeien, bulken; ge-Besom, bezem m. schreeuw,geloei,o.;(bellows) Best,best,ifitsteliend;(for t he (pl.), blaasbalg, m. best) om bestwil..[lijk. Belly, buik, m..[ren bi.i. Bestial, beestachtig, zinne-Belong, toebehooren,behoo-Bestow, schenken, geven. Beloved, geliefd, dierbaar. Bet,wedden;weddingschap,v Below, beneden, lager; (here Betray, verraden, belt-legen. below) Kier op aard. Betrothal, verloving, v.; Belt, gordelon.; ceintuur, v.; ondertrouw, m. (life-belt) zwemgordel, m. Better, beter, meer; (my Bemoan, bejammeren, be-betters) mijn meerderen. weenen. [bank, V. Between, tusschen; (be-Bench, lange bank, recht-tween you and me) onder Bend, buigen,krommen,zich ons gezegd. onderwerpen; kromming, Beverage, drank, m. bocht, neiging, v. [ger. Bevy, vlucht, v.; troep, m.; Beneath,beneden,oncler,la-gezelschap, o. Benediction, zegening, v.; Bewail, beweenen, wee� zegen, m. klagen..[hoeden. Benefactor, weldoener, m. Beware, oppassen, zich Beneficence, weldadig-Bewilder, in de war bren� heid, v..[voordeel, o. gen, verbijsteren. Benefit, weldaad, gunst, v.; Bewitch, beheksen, betoo-Benevolence, welwillend-veren. heid, weldaad, v. Beyond, achter, boven. Benighted, door den nacht voorbij, verder dan ; (that overvallen. is beyond me) dat gnat Benignant, liefderijk, wel-mijn Verstand to boven. willend, vriendelijk..[m. Bib, slabbetje, o. Benison, zegening, v.; zegen, Bible, bijbel, Bent, besloten; gebogen; nei-Biblical, bijbelsch. ging; helling, v. Bibliography,.boelienbe-Benumbed, verkleumd. schrijving, v. Bequeath, nalaten, verma-Bibliomania, zucht near ken..[schap, v. zeldzame boeken, v. Bequest, legaat, o.; nalaten-Biceps, .-,,roote spier.an Bereave, wegnemen, beroo-den bovenarm, N'. Berry, bes, v..[ven. Bicker, kibbelen, vechten; Berth, hoof aan boord van ongeregeld gevecht, o. Bicycle, velocipede, Bets, v.Bid, verzoeken, bevelen, wenschen, bieden; hod, o. Biennial, tweejarig. Bier, draagbaar, lijkbaar, v. Big, groot, dik, zwaar.Bigamy, bigamie, v.Bigot, ijveraar, onverdraag� zaam persoon, m. Bike, verk. van Bicycle.Bilateral tweezijdig.Bile, gal, v.; slecht hu� meur, o. Bilingual, in twee talen. Bill, bek, snavel, m.� reke� ning, v.; aanplakbiljet, o. Billiards, biljardspel, o,; (billiard-table) biljard, o. Billingsgate, vischwijven�

taal, v. Billion, billioen. Billow, golf, baar, v. Bin, kist, v.� bak, m. Bind, binden, inbinden, vastbinden, verplichten. Bindweed, winde, v. Biography, levensbeschrij� ving, v. Biology, biologie, v. Birch, berk, m.; roede, v. Bird, vogel, m.� (bird's-eye view) in vogelvlucht gezien. Birdlime, vogellijm, v. Birth, geboorte, v.; (by birth) van geboorte..[o.Biscuit, beschuit, v.; koekje, Bishop, bisschop, m.; (the bishop has put his foot in

it) het eten is aangebrand. Bishopric, bisdom, o. Bismuth, bismuth, o. Bison, bison, m. Bissextile, schrikkeljaar, o. Bit, stukje, brokje, beetje; gebit (paardetoom) o.Bitch, teef, v. Bite, bi j ten ; beet, greep, m.; (his bark is worse that'

15. Bleed his bite) hij is zoo kwaad niet als hij er uitziet. Bitter, bitter, scherp,bij tendBittern, roerdomp, m. Bivouac, bivouak, nacht� leger..[ker, snapper, InBlab, verklikken ; verklik-Black, zwart. Blackamoor, Moriaan, 01 . Blackball, deballoteeren,af- stemmen.

B lackberry, braambes, v. Blackbird, lijster, v. B lackboard, schoolbord, o. Black-death, pest, v. [m. Blackguard, schurk, ploert, Blacking, schoensmeer, o. Blacksmith, smid, ID. Bladder, bladder, buil,

blaas, v. Blade, lemmet, schouder� blad, o.; halm, spriet, m.Blain, blaar, zweer, m. Blame, beschuldigen, laken; beschuldiging, berisping, v.Bland, minzaam, zacht, vriendelijk. Blank, onbeschreven, leeg,wezenloos. Blanket, deken, v.; (born on the wrong side of the blanket) onwettig. Blank-verse, onberijmde verzen. Blaspheme, lasteren. Blasphemy, godslasterlij ke taal, v..[vlaag, v.Blast, rukwind, m.; storm-Blaze, vlammen, in gloed staan; gloed, m. Blazon, uitbazuinen; bla�zoen, o. Bleach, bleeken ; (bleach� field) bleekveld. Bleak, naar,guur,onbeschut.Bleat, blaten. Bleed, bloeden, aderlaten, geld afpersen. . Blemish, besmetten,bevlek� ken ; smet, vlek, v. Blend, vermengen; mengsel, Bless, zegenen, loven. [o. Blessing, zegen, m. Blight, bedert, o.;meeldauw, m..[gordijn, o. Blind, verblinden; blind; Blink,gluren, knipoogen,ont� duiken. Blinkers, oogkleppen, v. Bliss, zaligheid, v. Blister, blaar, trekpleister,v. Blithe, vroolijk, blij. Bloat, opblazen, doen op-Bloater, bokking. [zwellen. Block, belemmeren, strem� men ; blok, stuk bout, o. Blockhead, domkop, m. Blood, bloed, o. Bloodhound,bloedhond,m. Bloody, bloedig; (Bloody Mary) Maria Stuart. Bloom, bloeien; bloesem, m.; waas op vruchten. [m. Blossom,bloeien; bloesem, Blot, bevlekken; vlek, smet, schande, v.; (to blot out) uitwisschen..[pier, o. Blotting-paper, vloeipa-Blouse, blouse, V.; kiel, m. Blow, blazen; slag, m.; (at a blow) met een slag. Blue, blauw. Bluebell, blauw Idokje, o. Bluebook, blauwboek, o. Blue-bottle, korenbloem;

bromvlieg, v. {v. Blue-stocking, blau,-1,0.s, Bluff, onbeschaamdheid, grootspraak, v. Blunder, domme font be� gaan ; misslag, m. Blunt, hortaf, stomp. Blur, bevuilen, bevlekken ; sr-net, vlek, v. BIush,blozen, zich schamen; schaamteblos, m.

16. Boon Bluster, getier, o.; tieren. Boar, mannetjesvarken,wild zwijn, o. Board, plank, v.; disch, m.; commissie, v.; bord, dek, o. (schip). Boarder, kostganger, m. Boarding-school, host- school, v. Boast, poehen, opsnijden, zich beroemen. Boat, hoot, v. Boatswain, bootsman, m. Bob, rukken, op en neer be� wegen; ruk, slag;shilling,m. Bodice, ,japonlijfje, o. Bodkin, priem,m.;rijgnaald, v.; kleine dolk, m. Body, lichaam, o.; (dead body) lijk. Body-guard, lijfwacht, v. Bog, moeras, o., poel, m. Boil, kolien, bruisen ; zweer, bloedpuist, v. Boiler, stoomketel, m. Boisterous, rumoerig, on� stuimig. Bold, onbeschaamd, vrijpos� tig, overmoedig, stout, koen. Bolster, peluw, v. Bolt, grendelen, zich uit de voeten maken; grendel, m. Bond, band, verband, o.; gevangenschap, v. Bondage, gevangensehap, gijzeling, slavernij, V. BOndMan,gliZelaar,Shinf,M. Bone, been o.; graat, v. Bonfire, vreugdevuur, o. Bonnet, touts, v.; vrouwen� hoed, in. Bonny, knap, lief, mooi. Bock, een plaatskaartje ne- men ; bock. Bookworm ,boekenvairm, rn Boom, dreunen ; gedreun. o.; baLricre. V. [vriendelijk. Boon, gilt, gave, v.; vroolijk, .

Boor Boor, lomperd. Boot, laars, v.; voordeel, o. Booth, tent, v., zeil, o.,

kraain, v. Bootjack, I aarzenknecht, m. Booty, buit, roof, m. Bo-peep, kiekeboe. Border, grenzen, van een rand voorzien ; grens, v.; rand, m. Bore, boren, doorboren; ver� velen ; boor, v.; iets, dat ver-Born, geboren. [velend is, o. Borough, stad met eigen bestuur, v. [leenen. Borrow, leenen (van), ont-Bosh, vernielen; onzin, m., malligheid, v. Bosom, boezem, m., borst, v.; binnenste, o. Botany, plantkunde, v. B oth, beide. Bother, plagen, kwellen;

plager, kwelgeest, m. Bottle, flesch, v., bos hooi of stroo, m. Bottom, bodem, m., diepte, v., laagste gedeelte, o. Bough, boomtak, m. Bounce, springen, terug� springen ; slag, bons, sprong, m. Bound, springen, terugwer�pen ; begrenzen ; grens, v.; sprong, m. Boundary, grenspaal, m. Bounden, verschuldigd; (my bounden duty) mijn dure plicht..[eindig. Boundless, onbegrensd,on-Bounty, vrijgevigheid, mild� heid, v. Bouquet,ruiker,bouquet,m. Bourgeon, ontknoppen ; knop, m. Bow, buigen ; buiging, v., boeg; boog, strijkstok, m.; strikje, o. .

17 Brag Bowels (pl.), ingewanden (mv.), o.. Bower, pried', o., koepel, 01. Bowl, kaatsen, rollen ; kom, v., schaal, v.; houten bal, m. Bowman, boogschutter, in. BOX, doos; loge, v.; bok (rijtuig), oorveeg, m. BO x g- day,dag volgende op Kerstdag, m..[gensjaren. Boy, jongen ; (boyhood) jon-Boycott, uitsluiten. Brace, versterken ; koppel, o., draagband, m. Bracelet, armband, m. Bracken, varenkruid, o. Bracket, haak, klamp, gas- arm, m..[snijden. Brag, bluffen, pochen, op-Braid, vlechten; haarvlecht, v., veterband, o. Brain(s), hersenen (mv.), v., verstand, o. Brake, doornbosch, varen� kruid, o.; rem, m. Bramble, braamstruik, m. Bran, zemelen (mv.). Branch, tak, m.; (to branch off) zich afscheiden van. Brand,brandmerken;brand�merk, stuk brandend hout, zwaard, o., fakkel, v. Brand-new, spiksplinter-Brandy, cognac, m. [nieuw. Bran-new, zie Brandnew. Brass, geel koper ; (as bold as brass) uiterst brutaal. Brass-band, blaasorkest, o. Brassy, koperachtig; on� beschaamd. Brave, trotseeren, weer�staan, snoeven ; dapper, moedig; prachtig. Bravery, dapperheid, v. Brawl, twister, tieren ; ru�zie, v., twist, m. Bray, balken ; gebalk, on�aangenaam geluid, o. . Brazen, van geel koper ; 'onbeschaamd. Breach, breuk,bres,inbreuk, Bread, brood, o..[v. Breadth, breedte, v. Break, breken, verzwakken, temmen; dageraad, m.; breuk, scheur; brik, v. Breaker, stortzee, v.; (break- ers) branding, v. Breakfast, ontbijt, o. Breakwater, golfbreker, m. Breast, weerstaan, tege- moet gaan; borst, v., boe-zem, m., hart, o.; voor-zijde, v. Breastwork, borstwering,o. Breath, adem, m., leven, o., verademing, v., uitstel, o. Breathe, ademen, adem- halen ; fluisteren. Breeches (pl.), broek, v. Breed, voortbrengen, ver- oorzaken, fokken ; snort, v., ras, o. Breeze, koeltje, o., bries, v. Brethren(pl.),broeders(mv.), Breviary, brevier, o. [m. Brevity, beknoptheid, kort- heid, v. Brew, brouwen; brouwsel , o. Brewer, brouwer, m. Brewery, brouwerij, v. Bribe, omkoopen; lokaas, o. Brick, baksteen, o.; flinke vent, m. Brick-kiln, steenoven, m. Bricklayer, metselaar, m. Bride, bruid, v. Bridegroom, bruidegom,m. Bridge, overbruggen; brug, v.; een kaartspel. Bridle, beteugelen; in toom houden; teugel, toom, m. Brief, kort begrip, o.; vol-macht, v., pauselijke brief, m.; kort, beknopt. Brier, wilde roos, v.

18. Brotherhood Brigade, brigade; (fire- brigade) brandweer, v. Brigand, mover, m. Bright, helder, schitterend, opgewekt, vroolijk. Brighten, ophelderen, ver-helderen, vroolijk maken. Brilliant, glanzend, schitte� rend, glansrijk. Brim, kant, rand, m.; (brimful) boordevol. Brimstone, zwavel, v. Brine, pekel, v., zilt nat, o. Bring, brengen, geleiden. Brink, rand, m., grens, v. Briny, zilt; (The briny) de zee. Brisk, levendig, vlug, veer�krachtig ; bros. Bristle, de haren overeind zetten, opvliegen; borstelig haar, o., stekel, m. British, Britsch. Briton, Brit, m. Broach, ter sprake bren� gen; aan het spit steken ; spit, o. Lruim. Broad, breed, uitgestrekt, Broadbrim, hoed met bree� den rand ; Quaker, m. Broil, tweedracht, v., twist, m., tumult, o. Broker, makelaar, agent ; (stock-broker) makelaar in etrecten, m. Bronchitis, bronchitis, v. Bronze, bronzen, hard ma-ken ; brons, bronskleurig: onbeschaamd.

BrO0Ch,doekspeld,broche,v. Brood, broeden, bepeinzen, hangen boven ; braise!, kroost, o..[beck, v. Brook, verdragen, dulden; Broom, bezemen ; bezem,in. Broth, bouillon, m. Brother, broeder. [schap,v. Brotherhood, broeder- . Brother-is-7 a w B rother-in-law, zwager, m. Brougham, gesioten rijtuig met een paard, o. Brow, voorhoofd, gelaat, o., wenkbrauw, v. Brown, bruin..� Browse, grazen, knabbelen. Bruise, kneuzen, verplette� ren � kneuzing, v. '

Brush, borstelen, rakelings voorbijgaan; borstel, m. Brussels, Brussel, o. Brutal, lomp, ruw, wreed. Brute, redeloos beest, o., ongevoelig mensch, m. Bubble, opborrelen, prut�telen ; bobbel ? m.; lucht-bel, hersenschim, v. Buck, hertebok, ramme-laar, m. B ucket, emmer, m.; (to kick the bucket) om zeep gaan. Buckle, aangespen, ten strij� de gaan; gesp, m. Buckler, schild, o. B uckskin, bokkevel, o. Buckwheat, boekweit, v. B ud, knoppen; knop, m. Buddhism, Boedhisme, o. Buffalo, buffel, m. Buffer, stootkussen, o. Buffet, wegslaan, weer� staan ; klap, oorveeg, m.; buffet, o.. [m. Buffoon, potsenmaker, nar, Bugbear, boeman, m. B ugle, op den boom bla� zen ; jachthoorn, m. Build, bouwen, opbouwen; bouw, m., maaksel, o.; vorm, m. [o. Building, bouwen, gebouw, B ulb, bloembol, m. B ulk, grootte, v., omvang,

inhoud, m., grootste ge�deelte, o. Bull, stier; bul van den

19 Bushy pans, m.; (John Bull)naam van den Engelschman. Bulldog, bulhond, m. Bullet, geweerkogel, m. Bulletin, bulletin, officieel bericht, o. Bullfight, stierengevecht, a. Bully, treiteren, kwellen ; brutaal, rumoerig. Bulwark, bolwerk, o., ver� schansing, v. Bumble-bee, hommel, v. Bump, bonzen, hard slaan tegen ; bons, buil, v., knob�Burnper,vol glas,o. [bel,m. Bumpkin, boerenkinkel, m. Bun, zoet broodje, o. B unch, tros, bos, bundel, m. Bundle, samenbinden; haas� tig weggaan ; bundel, m., pak, o. Buoy, steunen, schragen, boven water houden; boei, v. [vendigheid, v. B uoyancy, veerkracht, le-Burden, last, m., vracht, v.; refrein, o. B urdock, klis, v. Burglar, inbreker, m. Burglary, inbraak, v. B urgomaster, burgemees� ter, m. (niet in Engeland). Burial, begrafenis, v. Burn, branden, verbranden, gloeien ; brandwond, v. Burnish, polijsten; glans, luister, m. Burnt-offering, brandoffer, o., offerande, v. Burst, barsten, openbreken ; uitbarsting, scheur, v. Bury, begraven, bedek ken ; (to bury the hatchet) vrede sluiten. Bush, kreupelbosch, o., struik ; vossestaart, m. Bushel, schepel, o. Bushy, ruig, harig. .

Business. 20 Cambric Business, beroep, o , zaak, Butter, met boter besme�v., bedrijf, o., bezigheid, v. ren; boter, v. Bustle,.bedrijvig.zijn ; Buttercup, boterbloem, v. drukte, beweging, v., ru-Butterfly, vlinder, m. moer, o.; tournure, v. Buttermilk, karnemelk, v. Busy, bezig houden; bezig, Button, toeknoopen; knoop, druk..[ye; zonder. m., knopje, o. But, maar; slechts; behal-Buy, koopen. Butcher, slachten, ver-Buzz, gonzen; gegons, ge� moorden; slager, m. brom, o. Butchery, slachting; sla-By, bij, nabij, door, tegen. gerij, v. Bygone, voorbijgegaan. Butler, bottelier, m. Bylaw, gemeentebepaling, v. Butt, met den kop stooten; Byword, spreekwoord, o.; eind, mikpunt, o. sinaad, m. C

Cab, rijtuig, o., vigelante, v. Caledonia, Schotland, o. Cabbage, kool, v. Calendar, kalender, alma-Cabin, hut, v., hutje, o. nak, m. Cabinet,kamertje;kabinet,o. Calender, mangel, m. Cable, kabel, m., telegram, Calf, kalf, o.; kuit, v.; o.; met een kabel yastma-domoor, m. ken ; telegrafeeren. Calico, katoen, v. Cackle, kakelen, snateren, Call, roepen, noemen, op� kwaken. rm. roepen; bezoeken; roep-Cad, ploert, poen, lage vent, stem, oproeping, v.; be-Cadaverous, lijkachtip;. zoek, o.; to call for) afha-Caddy, theebusje, �kistje, o. len, roepen om. Cage, kooi; gevangenis, v.; Callosity, eeltvorming, v. (caged) in een kooi ge-Callous, verhard, ongevoe� vangen. [grat, lig, onbarmhartig. Cairn, steenhoop boven een Calm, halmeeren, tot beda-Cajole, vleien; met mooie ren brengen ; katm , rustig; praatjes bedotten. kalmte, rust, v. Cake, koek, m. en v., ge-Calumet, vreclespijp, v. bak, o. [ongeluk, o. Calumniate, belasteren, Calamity, ramp, v., grout valsch beschuldigen. Calcareous, kalkachtig, Calumny, taster, in., val� kalkbevattend. sche beschuldiging, aan-Calculate, rekenen, here-Calve, haiven..tijging, v. kenen ; (to calculate on , Calvinism, Calvinisme, o. speculeeren op. Calyx, bloemkelk, m. Calculation, berekening, Cambric, batist, fijn wit schatting, v. linnen, o. . Camel Camel, kameel, m. (It is the last straw that breaks the camel's back) De laat�ste loodjes wegen het zwaarst. Camelopard, giraffe, v. Camp, kampeeren ; kamp, kampement, o.Campaign, veldtocht, m., campagne, v. Camphor, kamfer, v. Camp-st001,vouwstoeltje,o Can, kunnen, in staat zijn: kan, v..[tige afvoer, m. Canal, kanaal, o.; kunstma-Canary, kanarievogel; wijn van de Kanarische eilan�den, m. Cancel, vernietigen, intrek�ken, waardeloos maken, doorschrappen..[v. Cancer, kanker, m.; kreeft, Candid, openlijk, oprecht, onbevooroordeeld, onpar�tijdig, eerlijk..[licitant. Candidate, candidaat, sol-Candle, kaars, v.; (Candle-mas) Maria Lichtmis. Candlestick, kandelaar, blaker, m. Candour, openhartigheid, oprechtheid, eerlijkheid, v. Candy, confijten;suikergoed, o., (candied peel) sucade. Cane, bamboes, riet, o.; wandelstok, rotting, m. Canister, blikken bus, doos; patroon, v. [carambole, v. Cannon, kanon, geschut, o.; Canoe, bootje, schuitje, o. Canon, kanunnik, m.; ker� kelij k voorschri ft, o.; groote drukletter � bergkloof, v.Canonise, 'heilig verklaren. Canopy, troonhemel, hemel van ledikant, m. Cant, teemen, femelen ; schokken, kantelen ; feme-

21. Captive larij, huichelarij, v.; stoot, schok, m. Cantankerous, slecht .e-luimd,onaangenaam in den omgang.. [v. Canteen, veldflesch;cantine, Canter, draven, galoppee�ren; draf, galop, m. Canticle, zang, m., lied, o.; (Canticles) Hooglied van Salomo, o. Canto, zang, m., onderdeel van een gedicht, o. Canvas, zeildoek, schilders�doek, o. Canvass, onderzoek, o.; stemmen werven,verzoeken Cap, muts, pet, bedekking, v. Capable, bekwaam, in staat, bij machte. Capacious, ruim, wijd, uitgestrekt, breed. Capacity, inhoud, m ruimte; hoedanigheid, be�kwaamheid, v. Cape, kaap ; pelerine, v. Caper, huppelen, dartelen, springen; (to cut capers) bokkesprongen maken. Capital, hoofdstad, v.; ka�pitaal, o.; hoofdletter, v.; (capital punishment) dood�straf, v..[lasting, v. Capitation, hoofdelijke be-Capitol, kapitool ; gouver�nementshuis (Ver. St.), o. Caprice, kuur, luim, gril, nuk, v., inval, m. Capricious, grillig, nukkig. Capricorn, steenbok (Die- renrieln), m..[slaan. Capsize, omkantelen, om-Captain, kapitein, aanvoer- der ; opzichter, m..[ren. Captivate, bekoren,betoove-Captive, gevangen ; betoo� vend ; krijgsgevangene, gij�zelaar, m. Capture, met geweld nemen; vangst, hechtenis, v. Car, wagentje, o., zegewa�gen ; tramwagen, m. Caravan, karavaan, v.; ker� miswagen, m..[lijk, o. Carcass, karkas, geraamte, Card, kaart, v.; kaarden. Cardinal, kardinaal, m.; voornaamst; donkerrood. Care, zorgen dragen, hou�den van, geven om; zorg; bezorgdheid, v.; (care of [c. 0.])-per adres. Career, loopbaan, carriOre, v.; snel voortgaan. Caress, lief koozen, aan�halen ; aanhaling, liefkoo�zing, v. Cargo, lading, v. Carnage,slachting,uitmoor�ding, v., bloedbad, o. Carnal, zinnelijk, vleesche� lijk.. [kleur, v. Carnation, an jel ier; vleesch-Carnivorous, vleeschetend, verscheurend. Carol, lied, gezang, gekweel, o.; (Christmas carol) Kerst�liedje, o. Carouse, fuiven, veel drin�ken, p�et maken ; drink�gelag, o. Carp, vitten, aanmerkingen maken; karper, m. Carpenter, timmerman, m.; timmeren. Carpet, vloerkleed, o.; (car�pet-bag) reiszak, m. Carriage, hodding; vracht,v., gedrag; voertuig, rijtuig, o.; (carriage-free) franco. Carrion, aas, kreng, o. Carrot, wortel (vrucht), m.; (carrotty) roodharig. Carry, dragen, vervoeren, brengen, overdragen, vol�brengen, bevatten; (to carry .

22 Cathedral coals to New-Castle) mon�nikenwerk doen. Cart, kar, v., wagen, m.; (cart-load) karrevracht, v. Cartilage, kraakbeen, o. Cartridge, patroon, liar- does, v. Carve, snijden, uitsnijden, uithouwen; voorsnijden. Case, scheede, v., etui, o., doos, v., omhulsel; geval, o.; naamval ; (in case) voor het geval. Cashier, kasbewaarder, een officier ontslaan. Cask, vat, o., ton,v4helmon. Cassock, soutane, V., pries� tergecvaad, o. Cassowary, cazuaris, m. Cast, werpen, gooien ; ver� gieten ; toedeelen; veroor�deelen, verwerpen; bere�kenen ; vormen ; warp; blik, m.; plan, voornemen, Caste,kaste,v. [o.;vorm,m. Castle, slot, kasteel, o.; zet in het schaakspel, m. Casual, zwerver, m.; toe�vallig; (casually) nu en clan. Cat, kat, v.; snort van schip, o.; takel, m. Catalogue, eene lijst maken van; catalogus, m. Cataract, waterval, m.; cataract, o. Catastrophe, ramp, v.; be�sluit, slot, o., ontknoo�ping, v. Catch, grijpen, vangen, vat-ten, pakken; besmet wor�den ; val, strik,.vangst; woordspeling, strikvraag, v.; beurtzang, m.

Caterpillar, cups, v. Cathechise, catechiseeren, scherp ondervragen. Cathedral, kathedraal, hoofdkerk, v. Catholic, katholiek, alge�meen, liberaal ; Roomsch Ka tholiek. Catholicism, algemeen�heid, vrijzinnigheid, v.; Ka�tholicisme, o. Cattle, vee, o.; (cattle-show) veetentoonstelling, v. Cauliflower, bloemkool, v. Cause, rechtzaak, zaak, oor� zaak, reden, v., doel, o. Caustic, brandmiddel, o.; brandend, bijtend, scherp. Cauterise, uitbranden. Caution, zorg, omzichtig� heid, waarschuwing, v.; onderpand; tat omzichtig�heid aansporen.

Cautious, omzichtig, voor�zichtig, waakzaam. Cavalry, cavalerie, ruiterij, v., paardevolk, o. Cave, hol, o., spelonk, v. Cavern, diep hol in den grond, o. Cavil, vitten, onmogelijke tegenwerpingen maken. Cavity, holte, v. Caw, gekras van een kraai, o.; krassen. Cease,. ophouden, uitschei-den, eindigen. Cedar, ceder, m., cederhout, o.. [fond. o.Ceiling, zoldering, v., pla-Celebrate, vieren, houden, herdenken. Celebrity,beroemdheid,ver�maardheid, v.; beroemd persoon, m. Celerity, snelheid, vlug�heid, radheid, v. Celestial, hemelsch ; he�melbewoner, m.; (the Ce�lestial Empire) China. Celibacy, celibaat, o., on�gehuwde staat, m. Cell, eel, v., hokje, kamertje, 23. Chalice o. kleine, gesloten holte, v. Cellar, kelder, m. Cemetery, kerkhof, o., be- graafplaats, v, Censorious, berispend, la�kend, afkeurenel.

Censure, afkeuren, beris-pen, laken ; afkeuring, v,, ongunstig oordeel, o. Centenary, eeuw, v.; hon�derdjarig. Central, in het midden ge�plaatst, tot het midden. behoorend. Centre, midden, punt, centrum, o. Century, eeuw, v. CereMonieue,plechtig,vor- melijk, nauwgezet. Ceremony, plechtigheid, v., gebruik ; kerkelij k ge�bruik, o. Certain, zeker, gewis, re-gel matig, vast. Certainty, zekerheid, ge-wisheid regelmatigheid, vastheid, v. Certificate, geschreven ver�klaring, v., getuigschrit , diploma, o. Certify, als zeker bekenti� maken, verklaren, getuigen Ceruse, loodwit, o. Chafe, wrijven, warm wri j - yen ; boos maken, vertool -nen, boos worden; boos�heid, v., hartstocht, m.

Chaff, kaf, o.; scherts, vroo�lijkheid, v. Chain, aan den ketting leg�gen ; ketting, m., keten, aml�eenschakelmg, v. Chair, stoel, zetel, m., prc�fessorsambt, o. Chaise, rijtuigje op twee wielen, o., sjees, v. Chalice, kelk, beker, avond�maal sbeker, m. .

Chalk, krijt, o. Challenge,uitdagen,ter ver�antwoording roepen, be�schuldigen, zich verzetten tegen; uitdaging, v., roep van een schildwacht, m. Chamois, gems, v., gems�leder, o. Champion, kampioen, kampvechter, held, m. Chance, gebeuren, wagen; kans, gelegen held, toevallige gebeurtenis, V. gevaar, o., mogelijkheid, v.; toevallig. Chancel, koor, afgesloten gedeelte eener kerk,waar het altaar staat, o.

Chancellor, kanselier, m. Change, veranderen,verwis�selen, verandering onder�gaan; verandering, v.; klein geld, o.; beurs, v.

Changeling, veranderlijk persoon, m.; ondergescho�ven kind, o. Channel, kanaal,o.,bedding, afvoerbuis, v. [gen. Chant, herkgezang, o.; bezi n- Chaos, chaos, m., wanorde, verwarring, v. Chap, kloven, splijten, bar�sten, knappen ; spleet, reet, v., barst, m.; kerel, vent, m. Chapel, kapel, v. Chaplain, kapelaan, geeste�lijke voor de leden der le�gatie, de troepen etc., m. Chapter, hoofdstuk,kapittel; lichaam uit geestelijke heeren bestaande, o. Character, letter, v., teeken; karakter, o., karakterbe�schrijving, v. Characteristic, karakteris�tiek, kenschetsend, eigen�aardig; karaktertrek, m. Charcoal, houtskool, v. Charge, belasten, gelasten ; aanvallen; aanrekenen, la-ten betalen, aanmanen; last, prijs, m.; lading (kruit) zorg, bewaring, v.; het son iemands zorg toevertrouw�de, o.; aanval, m., beschul�diging, v. Charger, strijdros, o.; aan� klager, m. [gen, m. Chariot, rijtuig, o., zegewa-Charitable, liefderijk, lief� dadig, liefdevol, welgezind.Charity, liefde, liefdadig�held, welgezindheid, v. Charm, bekoren,betooveren, verlokken; toovermiddel, o., bekoring, betoovering, v. Charwoman, schoonmaak�ster, werkvrouw, v. Chase, najagen, vervolgen, verjagen ; jacht, vervolging, v., jachtterrein, o. Chasm, gapende kloof,v., af� grond, m. 'ren, zuiveren.Chasten, verbeteren, loute-Chastise, kastijden, tot ge� hoorzaamheid dwingen.Chat, babbelen, praten; praatje, o. Chatter, ratelen, babbelen, klappertanden; (chatterbox) babbelkous, v. Cheap, goedhoop, billijk, van geringe waarde. Cheat, bedriegen, afzetten; bedrieger, afzetter, m.

Check, stremmen,tegenhou-den, beletten; vergelijken; ruit, v.; geklwissel, m.; be�letsel, o. Checkmate, schaakmat. Cheek, . V a 11 g, kaak; bruta- teit, v1

Cheer, toejuichen, aanmoe�digen, juichend begroeten; gej uich,o.,vreugde,vrool ij k-held, v. Cheese, kaas, v. Chemist, apotheker, chemi� cus, m..[kunde, V. Chemistry, apotheek, schei-Cherish, 1 ief koozen,vertroe� telen, koesteren, voeden. Cherry, kers, v.; kerskleurig. Chess, schaakspel,o.;(chess� board) schaakbord, o. Chest, kist ; borst, v. Chestnut, kastanje, v., kas� tanjeboom, m.; kastanje�kleurig ; (horse chestnut) wilde kastanje. Chicken, kuiken, o., kip, v.; (to count one's chickens, before they are hatched) de huid verkoopen, eer de beer geschoten is. [(mv.), v. Chicken-pox, waterpokken Chide, beknorren, berispen. Chief, opperhoofd, o., aan- voerder, m.; eerste, voor�naamste, opperste. Chieftain, opperhoofd, aan�voerder, bevelhebber, m. Child, kind, o.; (children) kinderen. [heid, v. Childhood, jeugd, kinds-Childish, kinderachtig. Chill, koude, kilte, kilheid; ontmoediging, koelheid, v.; koud, kil, koel ; ontmoedi�gen, verkillen. Chime, luiden, harmoniee-ren, instemmen ; klokken-spel, o., harmonie, v. Chimney, schoorsteen, m. Chin, kin, v. China, China ; porcelein, o. Chink, rinkelen ; scheuren,

barsten ; scheur, spleet, v., barst, m. Chip, splinter, spaander, m.; (he is a chip of the old block) hij heeft een aardje naar zijn vaartje. Chirp, kweelen, tjilpen ; ge�kweel, getjilp, o. .

25 Cicatrice Chisel, beitelen, uithouwen ; beitel, m. [derschap, v. Chivalry, ridderlijkheid,rid-Chocolate, chocolade, v. Choice, keus, keuze, voor� keur, v. Choir, koor, kerkkoor, o. Choke, verstikken, verslik� ken ; (choke-full) stikvol. Cholera, cholera, v. Choose, kiezen, uitzoeken; verkiezen. Chop, hakken;verkwanselen, verruilen; cotelette, v. Chord, snaar, v., akkoord, 0. Chorister, koorzanger, zan� ger, m. Chorus, koor, koorgezang,o. Christ, Christus. [geven. Christen, doopen; een naam Christian, Christen, volge� ling van Christus, m., chris�telijk. Christianity, Christenheid, v., godsdienst van Christus, m. [kerstfeest, o. Christmas, Kerstmis, v., Chronicle, vermelden in de geschiedenis ; kroniek, ge�schiedenis, v. Chronology, tijdrekenkun�de, tabel van geschiedkun�dige feiten, v. Chuckle, onderdrukt lachen, kakelen, liefkoozen; zacht gelach, o. Chum, kamergenoot, intie�me vriend, m. Church, kerkgebouw, o., kerk, geesteltjkheid, secte,v. Churchwarden,kerkvoogd, diaken, m.; lange, steenen pijp, v. [begraafplaats, v. Churchyard, kerkhof, o., Churn, karnen, met kracht roeren; karn, v. Cicatrice, litteeken, 0., (to cicatrise) vergroeien. Cigar, sigaar, v.; (cigar-case) sigarenkoker, m. Cinder, asch, v., sintel, m.; verkoold hout, o. Cinderelia,Asschepoester,v. Cinnamon, kaneel, v. en o. Cipher, uitrekenen; cijfer, o., nul, v., waardeloos ding ; naamcijfer, cijferschrift, o. Circle, omringen, rondgaan; kring, cirkel, ring, m. Circuit, omtrek, rondgang, m., rondreis, v. Circulate, rondgaan, zich verspreiden, circuleeren. Circumcise, besnijden,(cir� cumcision) besnijdenis, v. Circumlocution, omschrij�ving, v., omhaal van woor�den, m. Circumstance, omstandig�heid, v., toestand, m., voor�val, o. Circus,paardenspel,circus,o Citation, aanhaling; dag� vaarding, v. Citizen, burger, m. Cityman, koopman, m. Civil,bnrgerlijk;beleefd;leek; (civil war) burgeroorlog, m. Civilisation, beschaving, v.Claim, eischen; eisch, m., recht, o., het opgeeischte. Clamber, klouteren. Clamour, oproer, lawaai,ge� rucht,rumoer,geschreeuw,o Clan, geslacht, o., stam, m., Mick, v. Clandestine, geheim, ver�borgen, in het geniep. Clap, klappen, hard slaan ; slag, hlap,m.,(thunder- clap) donderslag, m.

Claret, Bordeauxwijn, roode wijn, m. Clarion, klaroen, v.; zuiver�klinkend. Clash, luid slaan, strijden .

26 Clod met, dwarsboomen; geklet�ter, gerinkel, o., stoot; tegen�stand, m. ClaSp,vastklemmen,grijpen; kram, sluiting, v. Class, rangschikken, orde�nen ; klasse, orde, v. Classic, klassiek ; (the clas�sics) de klassieken. Clause, zin, m., onderdeel van een zin ; artikel van een contract, o. Claw, krabben, scheuren, rukken, kietelen ; klauw, nagel, m. Clay, met klei zuiveren ; klei, aarde, v., leem, stof, o. Clean, zuiveren, schoonma�ken ; helder, zuiver, schoon, rein, zindelijk; geheel. Cleanliness, zindelij kheid,reinheid, v. Cleanse, zuiveren, schoon�wasschen. Clear, helder maken, ophel�deren, vrijmaken ; oprui�men ; helder, duidelijk, vrij. Cleave, splijten, klieven, scheiden, barsten; aanhan�gen, aankleven,vereenigen. Clemency, zachtmoedig� held, vergevensgezindheid,v Clergy, geestelijkheid, v. Clerk, geestelijke, geleerde, klerk, schrijver, m. Clever, knap, handig, be�

kwa am . Cliff, klip, rots, v., afgron d,m. Climb, klimmen, bestijgen. Cling, aanhangen,aanklevcn, zich vastklemmen. Cloak, mantel, m., ruim ge�waad, o.; bedekken, bem n n -tel en, inkleeden.

Clock, klok, v., uurwerk, o. Clod, aardkluit, v., nard�klomp, m., aarde, v.; (10M-00T, Ill. Cloister, kloostergang, v.; opsl ui ten , a fzonderen in een klooster. Close, sluiten, eindigen, ver�eenigen, samengroeien; om-sloten plaats, v., ingesloten terrein, nauw straatje, o.; dicht, benauwd, nauw, dichtbij, vol, verborgen, ge�sloten. Cl oth, la ken , geestelij k ambtsgewaad; tafellaken, o. ClOthee(pl.),kleederen (mv.), o.;(bed-clothes)beddegoed,o Cloud, verduisteren, betrek�ken, bewolken, somber ma-ken ; wolk, v., sluier, m. Clove, kruidnagel, m. Clover, klaver, v.; (a life of clover) een heerlijkleventje. Clown, hansworst, boeren� pummel, m. Club, club, vereeniging, v.; knuppel, m. [grof. Clumsy, lomp, onhandig, Cluster, samengroeien, in trossen groeien; bos, tros,m. Coagulate, stollen, strem-Coal, steenkool, v. [men. Coarse, grof, ruw, lomp, onbeschaafd. Coast, kust, zeekust, v. Coat, jas; huid, yacht, be� dekking, laag, v. Coax, vleien, overhalen,flik� flooien. Cobbler, schoenlapper, m. Cobweb, spinneweb, o.; (cobwebs) muizenissen. COCagne, Luilekkerland, o. Cock, optoomen, trots rond� stappen ; haan, weerhaan, m.; kraan, tong, v. Cockade, rozet, v.,insigne,o. Cockney, geboren Londe� naar, m.; plat Londensch.Cocoa, cacao, v. [schil, v. Cod, kabeljauw, m.; peul, Coffee, koffie, v. Coffin, doodkist, v. Cogitate, bepeinzen, over� leggen, bedenken. Cognisance, kennis, be-schouwing,v.;rechtsgebied,o Cohabit, als man en vrouw samenwonen. Cohesion, cohesie, v., ver�band, o., samenhang, Coil, kronkelen; kronkeling, bocht, streng, v. Coin, munten, stempelen, vormen ; munt, v., geldstuk, o.,penning,m. [menvaFlen. Coincide, samenloopen, sa-Coincidence, samenloop van omstandigheden, m. Cold, koude, verkoudheid, v.; koud, koel. Col ic, koliek, v. Collapse, neervallen,instor� ten, inzakken; instorting, inzakking, v. Collar, bij den kraag vatten; kraag, halsboord, -band, in. Collation, vergelijking; be�giftiging, v.; tusschenmaal-ti d, m. Colleague, collega, ambtge�foot, m.; zich vereenigen, samenspannen. Collect, verzamelen,vereeni�gen, ophalen ; kort gebed, o. Coliection,verzameling,col�lectie, v. [teit, v. College, college, o., universi-Collier, kolengraver, kolen- handelaar, m. Collision, botsing, aanva�ring, v., tegenstand, m. Colloquial, tot de spreektaa I behoorende. [bele punt, v. COIOn,kronkeldarm,m.,dub-Colonel, kolonel, m. Colonial, koloniaal. Colonise, kolonizeeren. Colony, kolonie, v. .

Colour, kleur, verf, tint, ge�laatskleur, v.; verven, kleu�ren, tinten. Colt, veulen, o.; wildzang, m. Column, kolom, v., pilaar, m., zuil, kolonne, v. COIZa, koolzaad, o. Comb, kammen, hekelen ; kam, hekel, m.; nauwe val�lei ; honigraat, v. Combat, strijden, vechten ; strijd, m., gevecht, o. Combine, samenvoegen, sa� menbrengen,samenspannen Combustible, brandstof, v. Come, komen, naderen, aan� komen, gebeuren. Comedian, tooneelspeler ; tooneelschrijver, m. Comedy, �blijspel, o. Comely, aangenaam, beval� lig, lief, knap, mooi. Comet, komeet, staartster, v. Comfort, troosten, tot be� daren brengen ; gemak, o.; troost, m. Comfortable, prettig, ge�noegelijk, aangenaam, op zijn gemak. [kend,komiek. Comic, grappig, lachwek-Comma, komma, v. en o. Command, bevelen, beheer- schen, aanvoeren ; bevel, gebod, commando, o. Commander, bevel hebber, aanvoerder, m. Commandment, gebod, be�vel, o.; (the Ten Command�ments) de Tien Geboden. COMMeMOrate,herdenken, vieren. [ginnen. Commence, aanvangen, be-Commend, aanbevelen,prij� zen, toevertrouwen. Commendable, aanbeve�lenswaard. Commendation, aanbeve�ling, aanprijzing, v. Comment, van verklarende aanteekeningen voorzien, kritiseeren;aanteekening,v., commentaar, m., kritiek, v. Commentary, verzameling van verklarende aanteeke�ningen, v.; geschiedkundigverhaal, o. Commerce, handel,m., ver�keer, o., omgang, m. Commercial, tot den han�del behoorend, (commercial traveller) handelsreiziger. Commination, dreigement, o.; (Commination Service) dienst op Aschdag in de Anglicaansche kerk. Commingle, vermengen. Commiserate, beklagen, medelijden hebben met. Commiseration, medelij�den, medegevoelen. Commission, opdragen, machtigen;opdracht,mach�tiging,officiersaanstening,v. Commissioner, commissa�ris, gevolmachtigde, m. Commit, begaan, bedrijven, toevertrouwen, verwijzen ; (to commit to memory) van buiten leeren. Committee, commissie, v., curator, m..[gen. Commix, vermengen, men-Commixtion, mengsel, o. Commodious, geriefelijk, geschikt, gemakkeli jk,ruim. Commodity, gerief, gemak, handelsartikel, o. Common, gemeenschappe�lijk, publiek, veel voorko�mend , gewoon,gemeen,laag, min, algemeen. Commonplace, droog ge zegde, algemeen denkbeeld, o.; alledaagsch. Common -sense, gezond verstand, oordeel, o.

Commonwealth, gemeene�best, staatslichaam, o., vrije staat, m., republiek, v. Commotion, beroering, op�winding, v., oproer, o. Commune, omgaan,het Hei�lige Avondmaal ontvangen ; Communie, v.� omgang, m. Communicant, iemand, die deel neemt aan het Heilige Avohdmaal. CommuniCate,mededeelen, schenken, openbaren, deel�nemen aan het Heilige Avondmaal. Communication, mededee�ling, gedachtenwisseling, communicatie, v.; omgang, m.. [zaam. Communi-cative,mededeeI-Communion, omgang, m., gemeenschap, v., Heilig Avondmaal, o. Communism, leer van het gemeenschappelijk bezit, v., socialisme, o. Community, maatschappij, gemeenschap, v., gemeente-beet ; publiek, o. COMjiaCt, samenvoegen,ver-bin en,vereenigen;overeen-komst, v., verdrag, o.; aah�eengesloten, hecht, solide. Companion, metgezel, meraad, makker m. COM_peny,gezelschap,o.,ver-eenigihg, v., bezoek,tooneel-gezeischap, genootschap, b. Comparative, vergelijkend, betrekkelijk ; (comparative degree) vergelijkende trap. Compare, vergelijken, ge�lijkstellen.. [v. Comparison, vergelijking, Compartment, vak, o., af� deeling, v., coupe (trein), m. Compass, omringen, om�vatten, belegeren, bnigen, Engelsch-Holl. volvoeren;omirek,m.,ruim�te, v., bereik; kompas, o. Compassion, medelijden, mededoogen, o., erbar�ming, v. Compassionate, medelij-Vend, mededoogend, erbar�mend. Compatibility, harmonie, bestaanbaarheid, overeen�stemming, v. Compatriot, landoenoot, m. Compeer, evenkme, pair, m . Compel, dwingen, noodza�ken, overheerscben,drijven. compensate, beloonen,den prijs betalen, goed maken. Compensation, belooning, vergoeding, v. Compete, wedijveren, zich meten. Competence, bevoegdheid, genoegzaamheid, welge� -steldheid, v. Competent, bevoegd, ge� noegzaam, afdoend. COmpetitor,mededinger,m. Compile, samenstellen, ver-Vaardigen ; omvatten. Complacent, tevreden, vol-daan, minzaam. Complain, klagen, zich be�klagen, jammeren; iemand aanklagen. Complaint, klacht, aan�klacht ; kwaal, v. Complement, voile hoe�veelneid,volkomenheid,vol�maaktheid, aanvulling, v., complement, o..[lend. Complements% aanvul- Complete, voltallig, vol�maakt,volkomen;voltooien, volmaken. Completion, volmaking, voltooiing, vervullipg, v. Complex, samengesteld; in�gewikkeld. 2 Complexion, lichaamsge� steldheid, gelaatskleur, v.; temperament, o.Complexity, samengesteld� held, ingewikkeldheid, v.Compliance, toegevend� heid, inschikkelijkheid, on� derwerping,v. [ingewikkeldComplicate, samengesteld,COmpliCatiOn,ingewikkeld� beid, ingewikkelde zaak, v. Compliment, plichtpleging, v., eerbewijs, o., vleierij, v.Complimentary, vleiend. COMplOt, samenzweren ; complot,o.,samenzwering,vComply, toestemmen, toe-geven, zich schikken naar; overeen stem m en . Compose, samenstellen, vervaardigen,componeeren; kalmeeren, bedaren; rege�len, schi kken. Composition, samenstel- vervaardiging, corn� positie, schikking, v. Compost, vermengde mest, m.; pleisterkalk, v.Composure, kalmte, rus� tigheid, bedaardheid, be� zadigdheid, v. Compound, vermengen, be� reiden, schikken; erf, o. (Indie); samengesteld. Comprehend, vatten, be� vatten, begrijpen.Comprehensible, begrij� pelijk, verstaanbaar, dui� delijk.Comprehension, bevat� ting, v., begrip, begrijpen, o., omvang,Comprehensive, veelom� vattend, bevattelijk, uit� gebreid. Compress, samendrukken,sawenpersen, verdichten,verkleinen; compres, o.

30.Concentration Compression, samendruk� king, samenpersing, be� knoptheid, v.Comprise, bevatten, om� vatten, inhouden, insluiten. Compromise, blootstellen,wagen, schikken, bijleg�gen; schikking, overeen� komst, v., vergelijk, o.Compulsion, dwang, m.; (on compulsion)door dwangCompulsive, dwingend, dwanguitoefenend. Compunction, berouw, o., spijt, gewetensknaging, wroeging, v. [len, schatten.Compute, berekenen, tel-Comrade, kameraad, mak�ker, kornuit, metgezel, m.Con, weten, kennen, door�zoeken, bestudeeren; (tocon thanks) dankbaar zijn.Concave, uithollen; hot,concaaf; holte, v., boog, m., gewelf, o.Concavity, holheid, v. Conceal, verbergen, ver� stoppen, geheim houden, stil houden. Concealment, verberging, verstopping, geheimhou� ding ; schuilplaats, v. Concede, toegeven, opge� yen, overgeven, toestaan, laten voorbijgaan.Conceit, opvatting, v., oor- deel, denkbeeld, o., ver� waandheid, gril, v.; pa� troon, o. Conceivable, begri jpel ij k . Conceive, zwanger worden,ontvangen; begrijpen, den-ken, zich voorstellen. Concentrate, op een punt vereenigen verdikken. Concentration, concentra� tie, v.; brengen naar een punt, o. Conception, ontvangenis; bevatting, opvatting, ge�dachte,v.;begrip,ontwerp,o. Concern, toebehooren, aan�gaan, van belang zijn voor, passen; storen, verontrus�ten ; zaak ; onrust, v.; be-lang, o.; firma, v. Concert, regelen, schikken, uitvoeren ; overeenstem�ming, v.; concert, o. Concertina, harmonica, v. Concession, concessie, ver�gunning, toestemming, v. Conch, zeeschelp, die als trompet dienst doet, v. Conchology, kennis der schelpdieren, v. Conciliate, verzekeren, be�vestigen, verzoenen. Conciliation, verzekering, bevestiging, verzoening, v. Concise, beknopt, kort, krachtig. Conclave, kardinaalsver�gadering, waar de paus wordt gekozen, vergader�zaal der kardinalen ; ge�heime vergadering, v. Conclude, sluiten, beslui�ten, insluiten, eindigen, bepalen, uitmaken, eene gevolgtrekking makers. Conclusion, einde, besluit, slot, eindbesluit, o.; poging, gevolgtrekking, v. Conclusive, laatste, eindi�gend, tot slot. Concoct, koken, klaarma-ken ; verteren, rijpen; uit-denken, beramen. Concord, overeenkomst, overeenstemming, een�dracht, harmonie, v.

COnCOrdenCe,overeenstem�ming, v., inhoud (Bijbel), m. Concrete, samengegroeid; concreet. .

31 Conduct Concubinage, samenwo�ning zonder wettig hu�welijk, v. Concubine, bijzit, v. Concur, samenloopen, op een punt samenkomen, overeenstemmen, samen�werken. Concurrence, samenloop, m., vereeniging, toestem�ming, samenwerking, v. Concussion, schudding, v., schok, m.; afpersing; her�senschudding, v. Condemn, veroordeelen, schuldig verklaren, getui-gen tegen, ongeschikt voor den dienst verklaren; laken. Condemnation, veroordee�ling, beschuldiging, straf, v., vonnis, o. Condemnatory, veroordee-lend, beschul igend. Condense, verdichten, ver�dikken, samenpersen. Condescend,zich verwaar�digen, neerbuigen. Condescension, neerbui�gende goedheid, verwaar�diging, minzaamheid, v. Condition,voorwaarde,hoe�danigheid, omstandigheid, v., toestand, aard, stand, m.

Conditional, voorwaarde�lijk, niet absoluut. Condole, treuren, jamme�ren; deelneming betoonen. Condolence, deelneming; deelnemingbetuiging, v. Condone, vergeven, ver- giffenis schenken.

Conduce, leiden, bijdragen, strek ken. Conduct, leiden, voeren, sturen, behandelen, gelei�den, dirigeeren; zich ge�dragen; leiding, v., gids; m.; wacht, v.; gedrag, o. Conductible, leidbaar. Conduction, geleiding, v. Conductive, geleidend. Conductor, gids, dirigent, kapelmeester, conducteur,m.; (lightning-conductor)bliksemafleider. Conduit, kanaal, o., wa� terpijp, v. [pijnappel, m. Cone, kegel, m.; (fir-cone) Confabulate, konkelen,pra� ten, kletsen, babbelen. Confederacy, verbond, o., confederatie, unie, v., ver�drag, o. Confederate, verbonden ; bondgenoot, m. Confederation, verbond, verdrag, o. Confer, schenken, toestaan ; beraadslagen, van gedach�ten wisselen. Conference, vergadering,beraadslaging, v., congres,o� onderhandeling, v. Confess, bekennen, belei�den, biechten. Confession, bekentenis, biecht, v. [111 -Confessional, biech tstoel, Confessor, biechtvader, m.; (Edward the Confessor)Eduard de Belijder. Confidant, boezemvriend, vertrouwde, m. Confide, toevertrouwen,ver�trouwen. Confidence,vertrouwen,ge�ioof ; zelfvertrouwen, o.; overmoed, m.; betrouw�baarheid, v. Confident, vertrouwend,vol vertrouwen, verzekerd. Confldential,vertrouwelijk; in vertrouwen. Configuration, bepaalde vorm, m., uitevlijke ge�daante, v.

32. Confuse Confine, een gemeenschap�pelijke grens bezitten, be�perken, beteugelen; grens, beperking, v. Confinement, beperking,opsluiting, afzondering; be�valling, v. Confirm, sterker ma ken,ver�sterken, getuigen,bevestigen Confirmation, bevestiging, v., getuigenis, o. Confirmative bevestigend. COnfiscate, ieslag leggen op, verbeurd verklaren. Conflagration, vernietigen�de brand, m. Conflict, worstelen, strij�den, niet overeenstemmen ; strijd, m., conflict, o., in�nerl ijite strijd,zielestrijd,m. Confluence, samenstroo�ming; menigte, vergade�ring, v. Conflux, samenstrooming,menigte, volksmassa, v . C onform, vervormen, schik�ken, klaar maken; zich schikken naar, toestemmen. COnfOrMatiOn,vervorming,schikking, gedaante, v.,bona, Conformist, aanhanger der Anglicaansche Kerk, m. Conformity, overeenkomst, overeenstemming, king, v. Confound, vermengen, ver�warren, verbijsteren, ver�schrikken, beschamen, ver�nietigen, omwerpen, ver�warring veroorzaken. Confront, staan tegenover, onder de oogen komen, verzetten, vergeli,jken. Confuse, vermengen, ver-warren, door elkander gooien, in verwarring bren- gen. .

Confusion, verwarring, ver�legenheid, wanorde, v., ru�moer, o., verbijstering, ver�nieling, duisternis, v. Confute, bewijzen, dat iets valsch is ; een argument weerleggen. Congeal, bevriezen, doen bevriezen ; stollen. COngenial,sympathiek,aan�genaam, geschikt, gepast. Congestion, congestie, v., bloedsaandrang, m. Conglobate, tot een bal gevormd worden,kogelrond worden. Conglomerate, samenhoo�pen, een bal vormen. COnglUtinate,samenkleven, vastpla kken. Congratulate, gelukwen�schen, vreugde te kennen geven. Congratulation, geluk�wensch, m., uiting van vreugde, v. [schend. Congratulatory, gel u kwen- Congregate, zich verzame�len, te zamen komen, ver�gaderen. Congregation, gemeente (kerk), vergadering van geestelijken te Rome, v. Congress,beraadslaging,v., congres; wetgevend lichaam der Vereenigde Staten, o. Congruity, overeenkomst, overeenstemming, v. Congruous, overeenko�mend, overeenstemmend, geschikt. Conic, kegelvormig; (conic section) doorsnede, v. Coniferous, tot de conife�ren behoorend. Conjecture, gissen, ver�moeden ; gissing, v., ver�moeden, denkbeeld, o. Consanguineous Conjoin, doen vereenigen; vereenigen, samenkomen. Conjoint vereenigd, samen�werkend. Conjugal, tot het huwe-I ijksleven behoorend. Conjugate, vervoegen; sa�menvoegen. Conjunction, vereeniging, v., verbond; voegwoord, o. Conjuncture, voeging; ge� legenheid, v., samenloop van omstandigheden, m. Conjuration, samenzwe�ring ; betoovering; smeek�bede, v. Conjure, samenzweren;aan�roepen, smeeken ; door een eed binden; betooveren, tooveren, goochelen. Connect, samenvoegen,aan�eenkhakelen, vastmaken, vereenigen ; samenhangen. Connection, connectie, v., verband, o., omgeving, ken�nis, partij, v.; godsdienstig lichaam, o., clientele, v. Connivance, toegevend� heid,gehei me toestemming,v Connive, oogluikend toela�ten, door de wingers zien. Connoisseur, kunstkenner, beoordeelaar, m. Connubial, tot het huwelijk behoorend. Conquer, overwinnen, win�nen,overmeesteren, de heer�schappij verkrijgen, onder�drukken. [lijk. Conquerable, overwinne- Conqueror, overwinnaar, m.; (The Conqueror) Willem de Veroveraar. Conquest, overwinning, on�derwerping, overmeeste�ring, v. Consanguineous, in den bloede verwant.

Conscience, geweten, o., 'diepste gedachte, v.,zedelijk bewustzijn, o., beset. van goed en kwaad, o. Conscientious, gewetens�vol, door het geweten voor�geschreven, nauwgezet. Conscious,bewust, ontvan�kelijk. Consciousness, bewust�heid,wetenschap,v.,besef,o. Conscript, ingeschreven; lo�teling, dienstplichtige, m. Conscription, dienst-plicht, v. Consecrate, wijden,opdra�gen,heiligen;heilig verklaren Consecration, wijding,hei� liging; heiligverklaring, v. Consecution, opvolging, reeks, v. Consecutive, geregeld op�volgend, onafgebroken vol�gend. Consent, toestaan, toestem�men, toegeven; toestem�ming, instemming, v.; raad, m., gevoelen, o. Consequence, gevolg; ge� wicht, o., belangrijkheid, v. Consequent, voortvloeiend Conservation, bewaring,v., behoud, o. Conservatism,gehechtheid aan het bestaande, v., poli�tieke principes der conser�vatieven (mv.), o. Conservator, opziener, be�waarder, verdediger, vrede�bewaarder, m. Conserve, bewaren, behou�den, beschermen ; inmaken, inleggen. Consider, overwegen, be�schouwen, nadenken, scha t-ten, van gewicht achten. Considerable, belangrijk, belangwekkend, vrij groot. Constancy Considerate, kiesch, attent, ernstig, oplettend. Consideration, beschou�wing, overweging, attentie, kieschheid, belangrijkheid, waarde, v. Consign, merken, teekenen, toevertrouwen, verzenden, opgeven, toe-, overgeven. Consignee, agent, bewaar�der van goederen, rn. Consist, bestaan, vaststaan, blijven bestaan, samenge�steld zijn. Consistence, bestaan, o., rust,v.,duur,m.,harmonie,v. Consistent, stevig, solide, vast, overeenstemmend. Consistory, plechtige sa�menkomst, v. Consolable, troostbaar. Consolation, troost, opbeu� ring, opwekking, v. Console, troosten, opbeu�ren, opwekken, kalmeeren. Consonance, gelijklui�dendheid, overeenkomst, harmonie, v. Consonant, gelijkluidend; medeklinker, m. Consort, gezel, metgezel, compagnon, echtgenoot, m., ech tgenoote, v.,gezelschap,o Conspicuous, opvallend,in het oog vallend, buitenge�woon. [v., complot, o. COnspiracy,samenzwering, Conspirator, samenzweer�der,bondgenoot,medeplich�tige, m. Conspire, samenzweren, sa�menspannen,verraad in den zin hebben. Constable, politieagent, rn. Constancy, standvastig�held, onwankelbaarheid, trouw, zekerheid, werke�lijkheid, v. .

Constant, standvastig, on�wankelbaar, onverander�lijk, getrouw, voortdurend. Constellation, sterren-beeld, o., planeet, v. Consternation, on tstel te�nis, verrassing, verbazing,v. COnstipate,verdikken,stop� pen, hard maken. Constipation, verstopping, hardlijvigheid, v. [o. Constituence, kiesdistrict, Constituent, vervaardi� gend, samenstellend, aan�stellend ; kiezer ; klant, client, m.

Constitute, samenstellen, aanstellen, kiezen. Constitution, samenstel�ling, lichaamskracht, v.; re�geeringsvorm, m., grond�wet, v. Constitutional, grondwet-telijk, wettig; lichaamsbe-weging, v. Constrain, bedwingen, be�teugelen, met kracht onder�drukken, binden. Constraint, dwang, m., noodzaak, v.

COnStriCtisamentrekken,sa�mendrukken, doen krimpen Constriction, samentrek- king, krimping, v. Construct, opbouwen, vor�men, samenstellen. Construction, opbouwing, samenstelling, vervaardi�ging ; uitlegging, vertolking; constructie, v. COnetrUe,rangschikken,ver� talen, uitleggen, vertolken. Consul, consul, m. Consulate, consulaat, o. Consult,raadplegen,beraad� slagen, raad vragen, onder�zoeken ; besluit, consult, o., overeenkomst, v.

35. Content Consultation, raadpleging, beraadslaging, v. Consume, vernietigen, ver�nielen, verbruiken, vermor�sen ; verteren, wegteren. Consummate, volkomen ; uitstekend; voltooien, vol�maken, voleinden. Consummation,voltooiing,volmaking, voleindiging, v. Consumption, tering, v.; verbruik, o. Contact, aanraking, nauwe vereeniging, v. Contagion, venijn, vergi f,o. , besmetting, v. Contagious, besmettelijk.Contain,bevatten,inhonden, beteugelen, begrijpen, in�sluiten.

Contaminate, bezoedelen, besmetten, verontreinigen.Contemn, verachten, min�achten, verwaarloozen. Contemplate, beschouwen, waarnemen, bestudeeren, bepeinzen, zinnen op. Contemplation, beschou�wing, overdenking, v., plan, doel, o. Contemporary, tijdgenoot; uit denzelfden tijd, uit de�zelfde eeuw. Contempt, minachting, ver�achting ; schande, oneer ongehoorzaamheid aan de wet, v. Contemptible, verac h te�lijk, laag, gemeen. Contemptuous, verach�tend, minachtend. Contend, strijden, worste�len, betvvisten ; verdedigen, steunen. Content, voldoen, bevredi�gen; voldoening, tevreden�heid, toestemming, v.; vol�daan, tevreden, bereid. Contention, strijd, twist, m. worsteling, vijandig-heid, v., wedijver, m. Contest, strijden voor, twis�ten, betwisten, in twijfel trekken; strijd, twist, m. Contexture, weefsel, o., sa�menstelling, v. Contiguity, aanraking, na�bijheid in tijd of ruimte, v. Contiguous, aanrakend, aangrenzend, naburig, be�lendend. Continence, zelf beheer�sching, kuischheid, v. Continent, kuisch, matig ; voortdurend '� vasteland, o.; vat, o., iuhoud van een vat, m. Contingence, toevallig voorval, toeval, o. Continual, onafgebroken, onophoudelijk, voortdu�rend. Continuance,onafgebroken opeenvolging, voortduring, volharding, v. Continuation, vervolg, o., voortzetti ng, voortduring,v. Continuative, voortdurend, permanent. Continue,voortzetten,voort�gaan, voortduren, vervol�gen,uitbreiden,laten blijven Continuity, onverbroken verband, o., onverbroken vereeniging, aankleving, v. Continuous, onafgebroken, onophoudelijk, zonder op�houden. Contort, verdraaien, ver�wringen, samentrekken. Contortion,verdraaiing,ver�wringing, samentrekking,v. Contour, omtrek, m., bui�tenste lijn, v. Contraband, als smokkel�waar verklaren ; smokke-len ; verboden, onwettig; smokkelwaar, v.; verboden handel ; negerslaaf, Contract, samentrekken, verkorten; verloven; ver�krijgen; aangetast worden; overeenkomst, verloving, v. Contractible, samentrek�baar. Contraction, samentrek�king, verkorting,afkorting,v Contractor, aannemer, m. Contradict, tegenspreken, loochenen. Contradiction, tegen�spraak, ontkenning, tegen�overgestelde verklaring, te�genstelling, v. Contradistinction, tegen�stelling, v., onderscheid door tegenovergestelde hoe�danigheden, v. Contralto, altstem, altzan�geres, muziek voor alt�stem, v. Contrary, tegenovergesteld, verschillend ; afstootend, eigenzinnig ; het tegenover�gestelde, o.; tegenstander,m. Contrast, vergelijlien om een verschil aan te toonen ; verschil, o., verge] i j ki ng om een verschil aan te toonen, v. Contravene, belemmeren, hinderen, beletten ; ver�krachten. Contravention, verzet, o.; verkrachting, v. Contributary, schatting be�talend aan denzelfden heer. Contribute, bijdragen, zijn aandeel betalen. Contribution, bijdrage,con�tributie, medewerldrig; brandschatting, v. Contributory, leidend tot een zelfde doel. .

Contrite, berouwvol, be�rouwhebbend. Contrition, diep berouw over begane zonde, o. Contrivance, uitvinding,v.; plan ; toestel, o. Contrive, uitvinden, nit-denken ; uitgeven ; voor�bijgaan. b Control, besturen, bedwin-en, beheerschen, nagaan ; edwang, beletsel ; bevel, gezag, o. Controllable,bedwingbaar, bedwongen..[strijdend. Controversial, vijandig, Controversy, tegenstand, m., verzet, o., strijdvraag, v.; geschil, twistgeschrijf, o. Controvert, betwisten, twisten. Contumacious, eigenzin-nig, koppig, halsstarrig.Contumacy, verzet tegen het wettige gezag, o. Contumely, smaad, boon, m., onbeschaamheid, bru�taliteit, schande, v..[zen. COntuee,vermorselen.kneu- Conundrum, raadsel, ge�grond op een schijnbare gelijkenis tusschen ver�schillende dingen, o. Convalescence, langzaam herstel, o. Convalescent, herstellend; (convalescent home) tehuis voor herstellende zieken, o. Convene, samenroepen, bij�eenroepen ; vergaderen. Convenience, gemak, o.; behagelijkheid, v. Convenient, gemakkellik, geschikt, gepast, handig, nuttig, bij de hand. Convent, vergadering, v., kloost r, o.; bijeenroepen, oproepen, samenkomen. Convention, samenkomst, vergadering van vertegen�woordigers, v.; verdrag, o.; onderhandelingen voor een wapenstilstand (mv.), v. Conventionality, overeen�gekomen stelsel, opvolgen van vastgestelde regels,.o. Converge, naar een punt overhe en. Conversable, aangenaam, onderhoudend, prettig. Conversant, welingelicht, op de hoogte van, kundig. Conversation, intieme om-gang, m., gedrag; gesprek, o. Conversazione, samen�komst ter bespreking van letterkundige of weten�schappelijke onderwerpen,v Converse, omgang hebben ; gemakkelkik spreken ; be�kendheid, v., gesprek, o.; omgekeerde verhouding, v. Conversion, veran der i ng, bekeering, aanwending tot eigen gebruik, v. Convert, veranderen, be�keeren, tot eigen gebruik aanwenden ; bekeerling, m. Convertible, veranderbaar, bekeerbaar. Convex, bol, gewelfd. Convexity, bolheid, wel�ving, v. Convey, dragen, voeren,ver�voeren, meedeelen, in het geheim wegvoeren, stelen. Conveyance, voertuig, o.; overdracht, v. Convict, de schuld bewij�zen van, schuldig verkla�ren, van zonde overtuigen; galeiboef, m. Conviction, pvertuiging; schuldigverklaring, v. Convince,overtuigen,schul� dig verklaren, overwinnen. . Convivial,feestelijk,gezellig Convocation, samenroe�ping, oproeping, vergade�ring, samenkomst van geestelijken, v. [roepen.

Convoke, samenroepen, op-Convolve, oprollen, opwin�den, over elkander winder. Convoy, begeleiding, v., kon�vooi, geleide, o., wacht, v. Convulse, heftig beroeren, doen stuiptrekken. Convulsion, stuip, stuip� trekking;heftige beroering,v Convulsive, stuipachtig. Cony, konijn, duinkonijn, o. Coo, kirren (to bill and coo) trekkebekken en minne�koozen. Cook, koken, klaarmaken ; vervalschen; kok, m., keu�kenmeid, v. Cookery, koken, kokswerk ; heerlijk schoteltje, o.; (cookery-book) kookboek. C001, koelen,kalmeeren,doen bedaren; matig koud, ver�koelend ; rustig, kalm, be�daard ; onverschillig, bru�taal, aanmatigend. Coolie, Oost-Indische pak�jesdrager, Indisch werk�man, m. Ev.

Coolness, koelte, koelheid, CO0p,kuip,vogelkooi,v.,vat,o Cooper, kuiper, m.; mengsel van stout en porter;schuitje dat zeelieden van drank en tabak voorziet, o.

Cooperage, kui perswerk -plaa ts, v., kuiperswerk�loon, o. Co-operate, samenwerken. Co-operation, samenwer� king, handelsvereeniging, v.

Co-operative, samenwer�kend; (co-operative stores) winkelvereeniging, v.

'38. Cordon Co-ordinate, nevengesc hi kt, met denzelfden rang be�kleed..[pagnon, m. Copartner, deelgenoot,com- Cope, koopen, onderhande�len, wedijveren, struden ; hoofddeksel; dak, gewelf ; priestergewaad, o. Coping-stone, sluitsteen, hoeksteen, m. Copious, overvloedig, ruim, vruchtbaar, vloeiend. Copper, rood koper, o., ke�tel, m., koperstuk, o.; van koper ; verkoperen. Copula, koppelwoord, o. Copulate, koppelen; samen�leven ; samengevoegd. Copy, overschrijven, nama�ken, nadoen, tot voorbeeld nemen ; afschrift, namaak�sel, model, exemplaar, o.; overvloed,m., legermacht,v. Copyist, letterdief, nama�ker ; overschrijver, m. Copyright, copierecht, o. Coquet, koketteeren, flirten, spelen met, aan zijne ijdel�heid voldoen. Coquetry, koketterie, v., aanmoedigen van een be�wonderaar, o. Coral, koraal, o.; (red-coral) bloedkoraal. Coranach, lijkzang, treur�zan, m. Corban, over der oude Jo� den, o.; aalmoes, v. Cord, koord, touw, snoer, o. Cordage, touwwerk, o., groote hoeveelheid touw, v, Cordial, hartelijk, welge�meend, ernstig, opwek kend. Cordiality, hartelijkheid, welgemeendheid, v.; ernst, m., opwekking, v. Cordon, ordelint, insigne, o.; rij schildwachten, v. Corduroy, pillow, v., grof�geribde stof, v. [boren, Core, hart, o. kern, v.; nit- , Corinthian, Corinthisch ; losbandig; Corinthier ; los�bol, m. Lkurlien. Cork, kurk, o. en v.; dicht-Cormorant, waterraaf, v.; gulzigaard, vraat, m. Corn, graan, koren, o.,tarwe, mats; graankorrel, zaadkor�rel, v.; eksteroog, o., lik�doom, m. COrnel, kornoelje, v. Cornelian, halfdoorschij�nende ertssoort;kornoelje,v. Corner, in een hoek drijven ; opkoopen; hoek, m., inge�sloten plaats, afgelegen plaats v., uithoek, m.;moei-lijkheid, v. Cornet, doctorsbaret, o.; cor�net, m.; peperhuisje, o.; cor�net a piston, m. Cornice, kroonlijst, v. Corniculate, gehoornd, met booms; gespoord. Cornucopia, hoorn des over� vloeds, m. [ningsfeest, o. Coronation, kroning,v.,kro-Coroner, lijkschouwer, m. Coronet, kroontje, o., adel� lijke kroon , v.;hoofdtooi,m. Corporal, kor poraal, m.; al�taarlinnen, o.; lichamelijk, materieel. Corporate, vereenigd, een lichaam vormend. Corporation, lichaam, o.; vereeniging, v.; burgemees�tersbuikje, o. Corporeal, liehamel ij k;(cor�poreal pun ishment)1 ij fstra Corpse, menschelijk lichaam; dood lichaam, lijk, o. Corpulence, gezetheid, zwaarbeid, dikheid, v. Corset Corpulent, gezet, zwaar,dik. Copuscle, atoompje, li�ehaampje, kleinste onder�deel, o. Correct, verbeteren,straffen, kastijden;nauwkeurig,juist, waar, volmaakt. Correction, verbetering; straf, kastijding; critieli, v. Correlation, wederkeerige betrekking, v. Correspond, overeenko�men, overeenstemmen; schikken; omgaan, brief�wisseling houden. Correspondence, overeen�komst, overeenslemming, v., omgang, m.; briefwisse�ling, v. Correspondent, overeen�komencl,overeenstemmend; beantwoordend; gehoor�zaam; correspondent m. Corridor, gang, gaierij, v. Corrigible, strafbaar,verbe�terlijk ; gedwee. Corroborate,versterken, be�vestigen, verzekeren. Corrode, wegvreten, wee�knagen, verteren, beschadi�gen. Corrosive,wegvretend,weg�knagend, verterend, bescha�digend ; kwijnend. Corrugate,verschrompelen, verdrogen; verschrompeld, verdroogd. Corrupt, bederven, veront-reinigen, verkracliten, ver�leiden, omkoopen; bedor�ven, bezoedeld, verkracht. Corruptible, omkoopbaar, aan bederf onderhevig. Corruption, bederf, o., ver�ontreiniging, verkrachting, verleiding, omkooping, v. Corsair, zeeroover, m. Corset, corset, o. .

Cortex, boomschors, v., bast, m.Corundum, harde delfstof, bestaande uit aluin, v. Coruscate, glinsteren, keren. Corypheus, leider van een koor in een klassiek stuk; aanvoerder, leider, m. Cosmetic, verfraaiend, de schoonheid bevorderend; haarmiddel, o.Cosmic, tot bet heelal be�hoorend, van onbegrijpe�lijk langen duur; op- en ondergaand met de zon.Cosmogony, ontstaan der wereld, o., leer van het ontstaan der wereld, v.Cosmography, beschrij-ving van het heelal, v.Cosmology, kennis van de oorzaken, waardoor het heelal, het zonnestelsel of de aarde ontstaan is, v.Cosmopolitan, wereldbur- ger, in. Cosmos, heelal, o.; over�eenstemming van het heel-al; beschrijving van het heelal als een stelsel, v. Cost, kosten; prijs, m., uit�gave, v.; onkosten (mv.), m., boete, v., verlies, o., pijn, moeite ; weelde, w. Costermonger, fruitver- kooper, m.Costly, kostbaar, duur ; prach tig. [tuum, o.Costume, kleeding, v., cos-Cosy, gezellig; muts voor trekpot, v.Cot, hutje; kot; bedje, o.Cote, schaapskooi, v. Cotquean, keukenpiet, m.; groote,manachtige vrouw,v.Cottage, huisje,-sverkmans�huisje, buitenhuisje, o. Cotton, katoen, o. Couch, samenschikken; neerleggen, to bed leggen; verbergen ; in woorden uiten; vellen (speer), krui�pen, buigen; rustbed, o., rustbank ; laag, v. Couchant, rustend, fig�gend, liggend met opgehe�ven hoofd. Cough, hoesten; hoest, m. Council, raad, m.; raads�vergadering, v.; (county�council) graafschapsraad. Coucillor, raadslid, o. Counsel, road, m., raad�geving; beraadslaging, v,; advocaat, m.; raden, aan�raden. Counsellor, raadgever, m.; raadslid, o.; advocaat, m. Count, tellen, optellen, schatten ; rekenen op; graaf, m. Countenance, gelaat, ge-zicht, o., gelaatstrekken (mv.), m., gelaatsuitdruk�king; kalmte; gunst, v.; begunstigen,bevestigen,toe�staan. � Counter, in tegenoverge�stelde richting, tegen, ver�keerd; speel penning, in., fiche ; toonbank, v. Counteract, tegenN ie1,-liegnne. Counterbalance, opwegen tegen ; tegenwicht, o.Counterfeit, namaken, no-bootsen; veinzen, bedrie-gen; namaaksel, bedrog, o.; bedrieger, huichelaar,m. n.r,1'.pen, Counterfoil, courei0 Countermand, afgelasten, afzeggen ; tegen-bevel, o..[dekbed, o.Counterpane, deken, v., Counterpart, evenbeeld, o., tegenhanger, m. Countersign,, onderteeke�ning bevesti gen ; mede�onderteekenin g, v.; wacht�woord, o. Countervail, opwegen te�gen ; evenwicht, o., gelijke kracht, v. Country, land, rijk, vader�land ; platteland, o.; (in the country) buiten. County, graafschap, o. Couple, samenvoegen, kop-pelen; paar, gehuwd paar, o. Couplet, couplet, o. Courage, moed, m., onver- saagd eid, onverschrokken�heid, onbevangenheid, v. Courageous, moedig, on�versaagd, onverschrokken, onbevangen. [koerier, m. Courier, renbode, ijlbode, Course, wedloop ; loop, weg; voortgang, m.; ver�loop ; najagen; gerecht, o.; cursus, v. [o. Courser,strijdros,renpaard, Court, binnenplaats, v., hoge, pleintje, steegje, o.; hot, gevolg van een vorst; gerechtshof, o.; het hof ma-ken, vleien. COUrie Oue,beleefd,hoofsch. Courtesy, beleefdheid, hoofschheid, gunst; buiging, nijging, v. Courtier, hoveling; hof�maker, m. [m. Court-martial, krijgsraad, Courtship, hofmakerij, v., huwelijksaanzoek, o. Cousin, neef, m., nicht, v., kind van oom of tante, o.; (cousin-german) voile neef of nicht. Cove, inhammetje; beschut hoekje, o.; welving, v. Covenant, verbond, o.; voorwaarde, v.; contract, o.

41 Crack Cover, bedekken, overdek�ken, uitspreiden over, be�kleeden ; beschermen, in�sluiten, dekken ; bedekking, v.; deksel, o.; band van een boek, m.; schuilplaats, v.; kreupelbosch ; cou�vert, o. [v. Coverlet, dekbed, o., sprei, Covert, bedekt, beschermd, vrij, geheim; plaats waar het wild zich ophoudt, v. Covet, verlangen, een onma�tig verlangen hebben naar. Covetous, gulzig, gretig, verlangend; gierig. Covey, vlucht (patrijzen), v.; gezelschap, o. Cow, koe, v.; (cow-herd) koeherder, m. Coward, lafaard, flauwerd, bloodaard, m. [held, v. Cowardice, lafheid, bloo-Cower, buigen,bukken,krui� pen ; trillen van vrees. Cowl, monnikspij, v.; gek, (schoorsteen) m. Cowpox, koepokken (mv.),v.Cowslip, sleutelbloem, v. Coxcomb, hanekam; fat, ingebeelde gek, m. Coy, bedeesd, verlegen, be�scheiden, zacht; minach�tend. Cozen, bedriegen, afzet ten. Cozy, gezellig, knus, warm-pies ; muts voor trekpot. Crab, kreeft, m., krab, v.; kraanvogel ; wilde a ppel, m. Crabbed, norsch, zuur, ge�melijk, humeurig; inge�wikkeld. Crack, scheuren, barsten, breken, kraken ; gek ma-ken ; opentrekken; pochen; klappen; scheur, v., barst, m., spleet, v.; krak, m.; uitstekend. Cracker, pochhans; klap�per, m., vuurwerk ; hard, bros koekje, o. Crackle, knetteren. Cradle, wieg, bakermat ; kindsheid ; spalk, v. Craft, handigheid, v.; am�bacht ; vaartuig, o. Crafty, handig, bekwaam; slim, sluw, geslepen, vol streken. Crag, rots, klip, v.; nek, m. Cram, volstoppen, naar binnen wringen, volpom�pen; vetmesten; leugen, v.; inpompen voor een examen, o. Cramp, kramp, v.; klamp�ijzer ; beletsel, o., hinder�paal, m., belemmering, v.; belemmeren, beletten, be�perken. [v. Cranberry, roode boschbes, Crane,kraanvogel,m.;kraan; hijschmachine, v.; ophij�schen ; den hals uitrekken. Craniologist, beoefenaar van de schedelleer, m. Crank, plooien, draaien ; bocht, wending; gril, ge�maaktheid; driftige bui ; bespottelijke opvatting, v.; levendig ; grillig ; koppig. Cranky, prikkelend ; nuk�kig ; beweeglij k. Cranny, spleet, scheur, reet, v.; hoek, m.; gat, o. Crape, krullen ; krip, o. Crash, verbri j zel en , beuken; geraas, gerinkel ; bankroet, fa illissement ; paklinnen, o. Cratch, ruif, kribbe, v. Crater, krater, m. Cravat, das, v., halsdoek, m. Crave, smeeken, ernstig ver�zoeken ; sterk verlangen naar. [maag, v. Craw, vogelkrop, m., voor-

42. Creep Crawl, kruipen, voortkrui�pen ; vischkaar, v. Craze, breken, verzwakken, het verstand schaden ; krankzinnigheid, manie, rage, v., barstje, o. Crazy, gebroken, zwak ;gek, krankzinnig. Creak, knarsen, snerpen,Ckraakken ; geknars, gekraak, gepiep, o. Cream, room, v.; puikje, o.; afroomen; room bijvoegen. Creasy, mollig, met plooien, met rimpels, met kuiltjes. Create, scheppen, wroch ten, uit het niet to voorschijn roepen ; veroorza ken , te�weeg brengen.

Creation, schepping, v., heelal, 0., wereld, v. Creative, scheppend, te� voorschijn roepend. Creator, schepper; m a ker,m Creature, schep;el, levend wezen, o.

'Credentials (pl.), geloofs�brieven (mv.), m. Credible, geloofwaardig, ge� loofelijk.

Credit, geloof, vertrouwen, o.; goede naam, m., achting, v.; crediet, o.; gelooven, vertrouwen ; op crediet ver�koopen ; (to do credit to)eer aandoen. Creditor, crediteur, schuld�eischer, m. [v. Credulity,lichtgeloovigheid, Credulous, lichtgeloovig. Creed, geloofsbelijdenis, v.; artikelen des geloofs(mv.), o. Creek, kreek, v., inham, m., baai, v.; riviertje, o. Creep, kruipen, schuifelen; wegsluipen; onderdanigzijn. . Creeper, kruipdier, o.; ijs�spoor ; klimplant, v. Cremation, iij kverbra n-ding, v. Crenelated, van tinnen voorzien, met schietgaten ; versterkt. Creole, Creool, m., iemand, die in West-I ndie geboren is. Crepitate, knetteren, knap�pen,ratelen. [hal fdonker,o CrePUSCule,schemering,v., Crescent, groeiend, toe�nemend, aangroeiend, was-send, sikkelvormig; maan in het eerste kwartier, sikkel, v.; Turksche mo�gendheid ; rij huizen in den vorm van een halve maan, v. Cress, kers, sterkers, v. Crest, kuif, v., bos veeren, m., pluim, v.; golftop; moed, m.; teeken op een wapenschild, o. Crevice, barst, m., scheur, spleet, reet, v. CrSW,bemanning,v.,scheeps�yolk, o.; bende, v., troep, m. Crib, kribbe, v.; hutje, o.; graanbak, m.; kaartspel, o.; plagiaat, o., woorde�lijke vertaling der klassie�ken, door schooljongens ge�bruikt, v.; stelen ; opsluiten. Cribbage, een kaartspel, o. Cricket, krekel, m.; cricket�spel, o. Crime, misdaad ; beschul�diging, aantijging, v. Criminal, misdadig, onge�rechtig; misdadiger, boos�doener, m. Criminate, van een mis�daad beschuldigen; in een misdaad betrekken. Crimp, ronselaar ; broos; krullen, krimpen.

43. Croquet Crimson, rood, vuurrood, bloedrood. Cringe, samentrekken, ver�wringen; kruipen, onder�danig zijn. Cripple, verlammen, van het gebruik der ledematen berooven ; een persoon, die mank gaat, m. Crisis, crisis, v., beslissend oogenblik ; toppunt, o. Crisp, knetterend, broos, krach tig ; krullen, zacht rimpelen. Criterion, maatstaf, stand�aard, m., basis, v. Critic, criticus, beoordee�laar, m. Critical, kritiek, hachelijk; beoordeelend, critisch. Criticise, beoordeelen, een oordeel uitspreken over, critiseeren. [oordeel, o. Criticism, beoordeeling, v., Croak, krassen, kwaken; brommen, met schorre stem spreken ; kwaad voor�spellen. Crochet, haken (handwerk). Crockery, aardewerk, vaat�werk, o. Crocodile, krokodil, m.; (crocodile-tears) krokodil�lentranen. Crone, besje, oud vrouwtJe, oud wijf ; oud moeder�schaap, o. [meraad, m. Crony, intieme vriend, ka- Crook, buigen, krommen; bocht, kromming, v., haak, herdersstaf, bisschops�staf, m. Crop, plukken, afsnijden, afvreten; oogsten , maaien; oogst ; krop, in.; afgesneden haar ; tinerts, o. Croquet, croquet spelen; croquetspel, o. . Cross Cross, kruisen, twee kruis�lijnen trekken; het teeken des kruises maken; tegen�werken, dwarsboomen ; kruis, o.; kruising, v.; ver�driet, o.; beproeving, v.; boos, knorrig. Crossbow, voetboog. m. Cross-examination,scher�pe ondervraging, v. Crossing, overtocht, m.; krui'sing, v.; pleats, wear men oversteekt; tegen�spraak, v.; verzet, o. Crouch, kruipen, buigen, onderdanig zijn; met een kruis merken. Croup,kruis (van een paard), o.; kroep, v. [croupier, m. Croupier, ondervoorzitter; Crow kraaien ; pochen, blutTen; kraai, v.; ge�kraai, o. Crowd, verzamelen, vol�stoppen, bijeenkomen; menschenmassa, menigte, v., oploop, m. Crown, kronen, versieren, voleinden ; kroon, v.; En�gelsch geldstuk ter waarde van 3 gulden ; koninklijke macht, v.; bol van een hoed, m. Cruciferous, kruisbloemig. Crucifix, kruisbeeld, cruci�fix, o. Crucifixion, kruisiging, v., kruisdood, m.; marteling, v. Crucify, kruisigen, aan het kruis slaan. Crude, ruw, rauw, onrijp, onontwikkeld, onervaren. Cruel, wreed, gevoelloos, onmenschelijk, hardvochtig Cruet, olie en azijnstel, o. Cruise, kruisen, zeilen. Crumb, kruimelen, met kruim bedekken ; kruim, v. .

44 Cudgel Crumble, kruimelen ; ver�gaan, vermolmen. -CrUrnple,kreukelen,knoeien Crunch, kraken, (met de tanden). Crusade, kruistocht, m.; aan een kruistocht deelne�men. [kruisridder, m. Crusader, kruisvaarder, Crush ,vermorselen, vergrui -zelen ; verdrukken; vernie�tigen ; botsing, v., onder�gang, m. Crust, korst, broodkorst, v.; met een korst bedekken. Crustacea (pl.), schaaldie� ren (mv.), o. CrUSty,korstig, als een korst; knorrig, boos, gemelijh. Crutch, kruk ; steun, v. Cry, roepen, schreeuwen, gil� len, huilen, schreien ; schreeuw, gil, uitroep, m. Crypt, gra fkelder, m.; onder�aardsche kapel, v. Crystal, kristal, o.; kristal� helder, doorzichtig, zuiver. Crystallise, kristalliseeren. Cub, welp, o.; jongen of meisje verachtel i j k); Jongen werpen. Cube, kubus, dobbelsteen, m.; derdemacht, v. Cubic, kubiek;kubusvormig. Cuckold, man, wiens vrouw ontrouw is, m. Cuckoo, koekoek; dwaas,m. Cucumber, komkommer,v.; (as cool as a cucumber) doodleuk. Cud, voedsel, o.; (to chew the cud) herkauwen. Cuddle, dichtbijeen liggen ; omhelzen, liefkoozen. Cuddy, kajuit, kombuis, v. Cudgel, knuppel, dikke stok, m.; (to cudgel one's brains) zich moe peinzen. Cue, staart van een pruik, wenk, m.; slotwoord, o. Cuff, vechten, slaan; vuist� slag, m.; manchet, v. Culinary, tot de kookkunst behoorend. Cull, uitzoeken, plukken. Culminate, het toppunt be� rei ken. [digheid, v. Culpability, schuld, schul�Culpable,schuldig,laakbaar Culprit, schuldige, misdadi� ger, boosdoener, m. Cult, eerbetoon, o.; veree�ring, aanbidding, v. Cultivate, kweeken, bou�wen, aankweeken; bescha�ven ; koesteren.

Culture, aankweeking, v., landbouw, m.; beschaving, ontwikkeling, v. Cumber, overladen, laden; onderdrukken,belemmeren Cumbrous, lastig, druk� kend ; verward.

Cunning, slim, sluw, uit�geslapen; slimheid, sluw�heid, handigheid, v. Cup, kopje, o.; kelk, beker,m. Cupboard, kast, v.; (every cupboard has its skeleton) elk huis draagt zijn kruis. Cupidity, lust, m., hebzucht, begeerigheid, v. [o. Cupola, koepeldak, torentje, Cur, rekel, bond, m. Curable, geneeslijk. Curate, hulppredikant, m. Curator, curator, bibliothe� caris, m. Curb, beteugelen, buigen, in toom houden. Curbstone, trottoirband,m. Curd, gestremde melk, v. Curdle, stremmen, stollen. Cure, genezen, verzorgen, verbeteren ; genezing, zorg, v.; opzicht, o.

45. Cutlet Curfew, avondklok, die ge�luid wordt om tot het uitdooven der vuren aan to sporen, v.

Curiosity,nieuwsgierigheid; rariteit, v. Curious, nieuwsgierig; vreemd, eigenaardig. Curl, krullen, golven ; vlech�ten, slingeren ; omkrullen ; krul, golving, v. Currant, krent, v.; (red cur�rant) roode aalbes. Current, stroom, m.; loo-pend,stroomend; gangbaar. Curry, roskammen ; leer-looien; flikflooien; kerrie, v. Curse, vloeken, vervloeken, verwenschen ; vloek, m., verwensching, v.; eed, m. Cursive, cursief; loopend. Cursory, haastig, vluchtig, oppervlakkig. Curt, kort, beknopt; kortaf. Curtail, afkorten,verkleinen. Curtain, gordijn, scherm, o., bedekking, v. Curve,reohzdbv.uigen ; ron-ding, bo Cushion, kussen, o.; van kussens voorzien. Custard, vla, roomsaus, v. Custody, bewaring, bewa� king ; gevangenschap, v. Custom, gewoonte, v., ge� bruik, o.; klandizie, v. Customer, klant, m. Custom-house, douanen� kantoor, o.

Cut, snijden ; omhouwen ; wonden ; met den nek aan�zien � snede, v. Cuticle, opperhuid, v. Cutlass, breede, kromme sabel, v. Cutler, koopman in messen, scharen, enz., m. Cutlet, kotelet, v. Cycle, cyclus, m., tijdsver�loop, o.; eeuw, v.; rijwiel, o.; wielrijden. Cyclone, cycloon, wervel�

wind, m. [v. Cycloptedia, encyclopwdie, Cyclops, eenoogige reus, cycloop, m. Cygnet, jonge zwaan, m. D.

Dab, betten; kladden ; slag, m., klapje, o.

Dabble, betten, bevochtigen, besprenkelen, dompelen. Dactylology, verhandeling over vingerringen, v. Dad, vadertje, o. Daffodil, narcis, v. Dagger, dolk, m.; (to be at daggers drawn) op voet

van oorlog verkeeren. Dahlia, dahlia, v. Daily, dagelijks, iederen dag; dagelijksch; dagblad, o. Dainty, lekkernij, v.; teer, lief, keurig, Ain..[ting, v. Dairy, melkerij, melkinrich-Dais, verhooging, v. Daisy, madelietje, o. Dale, dal, o., vallei, v.Daily, spelen, babbelen, snappen; uitstellen, tijd

verknoeien..[heid, v. Daltonism, kleurenblind-Dam, dam, m.; vrouw, v., wijfjesdier, 0. Damage, benadeelen, scha�den; nadeel, o., schade, verlies, o. [damast. Damask, damast, o.; van Dame, dame, douairiere; � huismoeder,v.;moedertje,o.

Damn, veroordeelen, ver�doemen, vervloeken. .

46 Dare Cymbal, bekken, o., cim-haal, v.

Cynic, menschenhater, sy�nicus, m.; cynisch, sar�castisch. Cypress, cypres, m. Czar, tsaar ; vorst, keizer, m. Czarevitch, kroonprins van

Rusland, m. Damnation, verdoemenis, vervloeking, v. Damp, bevochtigen ; smo�ren, verzwakken, ontmoe�digen ; nat, vochtig. Damsel, juffertje, o. Damson, damastpruim, v. Dance, dansen, springen; dans, m.; bal, o. Dandelion, paardebloem, v. Dandle, liefkoozen, knuffe�

len ; in de armen wiegen. Dandriff, coos, v., uitslag op het hoofd, m. Dandy, fat, ingebeelde gek, pronker, m.; glaasje; vaar�tuigje, o. Dane, Deen, m. Danger, gevaar, o.; macht, rechtspraak, v. Dangerous, gevaarlijk, ge� waagd..[zwaaien. Dangle, bengelen, slingeren, Danish, Deensch ; Deensche taal, v. Dapper, levendig, beweeg�lijk, Oink , wakker. Dapple, spikkelen, strepen, marmeren; gespikkeld, ge�streept; (a dapple horse) schimmel, m. Dare, durven, wagen, ge�reed zijn; uitdagen; ver�schrikken. Daring, moedig,overmoedig, onbevreesd ; brutaal. Dark,donker,duister,ondoor�zichtig, somber ; onbe�grij peli j k ; verborgen ; duis�ternis, v. Darken, donker worden, verduisteren, somber ma�ken,betrek ken ;verbi j steren. Darling, lieveling, gunste� ling, m. Darn, stoppen, mazen. Dart, pijl, schicht, m.; schie� ten ; snellen. Dash, plotseling slaan, beu�ken ; snellen ; slag, m.; rustteeken, o. Dashing, moedig, kranig ; zwierig. Dastard, lafaard,bloodaard, Data (p1.), data (mv.), m. Date, datum, m., dagtee�kemng ; dadel, v. Dative, datief, derde naam-val, m. Daub, besmeren, bekladden, kladschilderen ; verm om-men ; vleien, huichelen ; kladschilderwerk, o. Daughter, dochter, afstam�melinge, v. Daunt, temmen ; verlegen maken, verschrikken.

Dauntless, onbevangen, on�bevreesd, onverschrokken. Dauphin, dauphin, Fran� sche kroonprins, m.Daw, kauw, v.; domoor, leeghoofd, m. Dawdle, luieren, leegloo�pen, beuzelen. Dawn, dagen, gloren, aan�breken, lichten, openen, verschijnen; aanbreken van den dag, o. Day, dag, m.; etmaal, o.; overwi nni ng, v.; daglicht, o. Daybook, memorandum, o. .

47 Debilitate Daybreak, aanbreken van den dag, o. Dayspring, gloren, aanbre�ken van den dag, o. Daze, verblinden ; doen verstommen ; schitterende steen, m..[sch i j nen . Dazzle, verblinden, to fel Deacon, diaken, m. Dead, dood, gestorven, overleden ; onbeweeg I i jk, suf, dof, mat, somber, vervelend.

Deaden, dempen, verdoo�ven, verstompen. Deadly, doodelijk, doodend ; onverbiddelij k. Deaf, doof; (deaf to) doof voor. [schreeuwen.Deafen, doofmaken; over-Deal, verdeelen, uitdeelen, geven ; handel drijven ; be�handelen ; aandeel, ge�deelte, o. plank, v.; (a great deal) veel.

Dealing, gedrag ijegens an-deren o.; handel, m. '

Dean, deken, m. Dear, lief, dierbaar, geliefd ; duur, kostbaar. Dearth,gebrek,o.,sehaarsch -te, v., nood, m., duurte, v. Death, dood, m., sterfgeval, o.; doodstraf, v. Debar, uitsluiten, buiten-sluiten, tegenhouden. Debark, ontschepen, aan wal gaan..[ren. Debase, verlagen, vernede-Debate, strijden met woor� den ; gedachtenwisseling, v.

Debauch, bederven, ver�leiden ; aan uitspattingen overgeven ; uitspatting, v. Debauchee, losbol, Halt-mis, m. Debilitate, verzwakken, schaden, ontzenuwen. .

Debit Debit, schuld, v.; (debit- side) debetzijde. Debouch, uitloopen. Debt, schuld, v.; (to run into debt) schulden maken. Debtor, schuldenaar, m. Decade, tiental; tijdsver� loop van tien jaren, o. Decadence, verval, o. Decagon, tienhoek, m. Decalogue, Tien Geboden (mv.), o. Decamp, vertrekken ; eenkamp opbreken; uitsnijden. Decanal, wat tot een Deken behoort. [schenken. Decant, uitschenken, over-Decanter, wijnkaraf, v. Decapitate, onthoofden ; ontslaan, ontslag geven. Decasyllabic, tienletter� grepig. Decay, vervallen, instorten, vermolmen; verval, o. Decease, overlijden; dood, m., overlijden, o. Deceit, bedrog, o., bedrie� gerij, misleiding, v. Deceitful, bedrieglijk, volbedrog..[leiden. Deceive, bedriegen, December, December, m. Decemvir, Tienman, m.; (in Rome).Decency, welvoeglijkheid, fatsoenlijkheid, gepast� heid, v. Decennary, tijdsverloop van tien,jaren, o. Decennial, tienjarig; omde tien jaren voorkomend. Decent, welvoeglijk, fat�soenlijk, gepast. Deception, bedrog, o., mis� leiding, bedriegerij, v. Deceptive, bedrieglijk. Decide, besluiten, bepalen, beslissen, uitmaken.

48. Decoration Deciduous, afvallend, uit� vallend, vergankelijk. Decimal, decimaal; (deci�mal-fraction) tiendeelige breuk, v. Decipher, ontcijferen, ontwarren; ontdekken,opspeu� ren.. [boar. Decipherable, ontcijfer-Decision, besluit, o., be� slissing, bepaling, v. Decisive, besluitend,beslis� send ; vastbesloten. Deck, dek; (to deck out) versieren, tooien. Declaim, voordragen; pro�testeeren, uitroepen. Declamation, voordracht, redevoering, v. DeCIamatory,hoogdravend, gezwollen, verheven. Declaration, verklaring, v.; document, o. [verzekeren.Declare,verklaren,beweren, Declension, verval, o., af�daling, vermindering; ver� bulging, v. Declinable, verbuigbaar. Declination, verval, o., ach� teruitgang, m., afwijking; vveigering, v. Decline, afwijken ; neer�buigen, hangen; vervallen; ontwijken ; weigeren ; ver� buigen. [pend), v. Declivity, helling (afloo-Decoct, koken, brouwen, verkoken. Decollate, onthoofden. Decoloration, kleurloos� held, verkleuring, v. [baar. Decomposable, ontbind-Decomposition, ontbin� ding, v., bederf, o. Decorate, versieren, ver�fraaien ; decoreeren. Decoration, versiering, ver�fraaiing ; decoratie, v.

Decorator, verfraaier; de-Deer, hert, rendier, o. coratieschilder, m..Deer-stalker, hertenjager; Decorous, passend, gepast,.lage, vilten hoed, m. netjes, fatsoenlijk..Deface, ontsieren, misvor-Decorum, fatsoenlijkheid,.men, schenden ; vernieti-netheid, v..[lokvogel, m..gen, uit het veld slaan. Decoy, lokken, verstrikken ; Defalcation, vermindering, Decrease, verminderen, af-.v.; tekort,o.;verduistering,v. nemen, dalen ; verminde-Defamation, laster, in., ring, afneming, dating, v..kwaadsprekerij,v.,smaad,m Decree, wet, v., besluit, ge-Defamatory, luster] jk, aan-bod, voorschri ft, o.; bij.tijgend, eerroovend. besluit vaststellen, gebie- Defame,lasteren,belasteren, den, voorschrijven..bekladden, kwaadspreken. Decrepit, wankel, zvvak, ge-Default, gebrek; verzuim,o., brekkig, gebroken..verwaarloozing,v.;verstek,o Decripitate, knetteren,.Defeat, verslaan, verijdelen, knapperen, kraken. vernietigen ; neerlaag; ver-Decrepitude, zwakheid, ge-.ijdeling, vernietiging, v. brekkigheid, v., ouderdom, Defect, onvolkomenheid, v., DOCreeCentafnemend. [m..gebrek, o.; smet ; misluk-Decretive, voorschrijvend,.king; foot, dwaling, v. vaststellend, van kracht..DefeCtible,onvolkomen,on-Decrial, protest, standje, o.;.volmaakt, gebrekkig. berisping, v. � Defection, afvalligheid, v. Decry, Laken, uitjouwen ; in Defective, onvolmaakt, ge- discrediet brengen. [legerig. brekkig. Decumbent, liggend; bed-Defence, verdediging, be-DeCtiple, tienvoudig; tien- scherming, v.; verbod, o. voud, o.; vertienvoudigen. Defend, verdedigen,bescher-DediCafe,opdragen;wijden. men, afweren, handhaven, Dedication, opdracht, v. ondersteunen ; verbieden. Deduce, neertrekken; ge-Defendable, verdedigbaar, leiden ; afleiden, nagaan. weerbaar. Deduct, aftrekken, afnemen, Defendant, aangeklaagde, afleiden.. beschuldigde, m. Deduction, aftrekking, af-Defensible, verdedigbaar; neming; afleiding, gevolg-.verdedigend..[werend. trekking, v. Defensive,verdedigend,ver- Deed, daad, handeling, v.; Defer, uitstellen, talmen; feit, o.; akte, v. toegeven, zich onderwer-Deem, beoordeelen ; beslis-.pen ; aanbieden. sen;veronderstellen,denken. Deference, eerbied, m., on t- Deep, diep diepzinnig; ge-.zag, o., onderwerping, v. heim, verborgen; zwaar ; Deferential, eerbiedig, vol diepte, v. Deepen, diep maken, dieper Defiance, uitdaging, tar-worden; dichter worden. .ting, verwerping, v. .

Deficiency, gebrek, o., te�kortkoming, v.; tekort, o. Deficient, gebrekkig, onvol-Deficit, tekort, o. [komen. Defile, schenden,bezoedelen, besmetten; defileeren. Definable, to beschrijven, omschrijfbaar. Define, omschrijven, be�schrijven;!bepalen,beperken Definite, beperkt, bepaald; nauwkeurig; bepalend. Definition,beschrijving,om�schrijving, bepaling, v. Definitive, beslissend, af� doend, bepalend. Deflagrate, verbranden. Deflagration,ontvlamming, ontbranding, v..[len. Deflect, afwijken, overhel-Deflorate, met afgevallen bloemen; geschonden. Deflour, schenden, onteeren. Defoliation, het vallen der bladeren, o.; herfst, m. Deforce, gewelddadig be� handelen; aan den rechtma� tigen eigenaar onthouden. Deform, misvormen, wan�staltig maken, bederven. Deformation, misvorming, v..[leelijkheid, v. Deformity, mismaaktheid, Defraud, ontstelen, ontfutse- len,wederreehtelijk on thou- den..[strijden, veretrenen. Defray, betalen, kosten be-Deft, netjes, mooi, handig, knap, vlug..[ledene, m. Defunct, overleden; over-Defy, verwerpen ; verach ten ; tatdagen, tarten, niet tellen. Degeneracy, ontaarding, v. Degenerate, ontaarden ; ontaard. Deglutition, sliklien, o. Degradation, ontaarding schande, v. Degrade, degradeeren, ver�lagen, verminderen; aan de schande prijs geven. Degree, graad, rang, m.; aanzien, o.; stand, m. Deicide, ter dood brengen van Christus, o.; een der�genen, die Christus ter dood brachten. Deiform, in goddelijke ge�daante; overeenkomstig den wit van God. Deify, vergoden, aanbidden als een god. Deign, zich verwaardigen, goedgunstig toestaan. Deist, deist ; die in God ge�looft, m. Deity, Godheid, v., Opper�wezen, o.; goddelijkheid,v. Deject, terneerslaan, ont� moedigen, vernederen. Dejection,neerslachtigheid, ontmoediging, vernedering, Delation, aanklacht, v. [v. Delay, uitstellen, verschui� ven, verdagen, ophouden ; uitstel, o. [rukkelijk. Delectable, heerlijk, ver-Delectation, vreugde, v., genot, o., verrukking, v. Delegate, afgevaardigde, ge�v olmachtigde, m.; afvaar�digen, volmacht geven. Delegation, deputatie; vol� macht, v.; aandeel, o. Delf, knit, m.; graf; Delftsch aardewerk, o. Deli berate,overwegen,over�leggen, heraadslagen ; be�daard, koel, opzettelijk. Deliberation, bedaard over-leg, o., beraadslaging, v. Delicacy, genot, o., heerlijk�heid; lekkernij; zachtheid; zwakheid, v . Delicate, heerlijk, lekker; zacht, lief, fijn, teer, zwak.

Delicious, verrukkelijk, lek�ker, heerl ij k. Delight, verrukking, v., ge�not, verrukken, genieten. Delighfful, heerlijk, verruk� kelijk, schoon, prettig. Delineate, omschrij ven, schetsen. Delineator, beschrijver, m.; kleermakerspatroon, o. Delinquency, plichtver�z-uim,o.; tout, v., misdrijf, o. Delinquent, remand, die zijn plicht verzaakt; schul�dige, m. [van vreugde. Delirious, ijlhoofdig; dol Delirium, ijlhoofdigheid; zinsverrukking, v. Deliver, bevrijden, verlos�sen, redden; uitspreken; afgeven; bevallen. Deliverance, bevrijding, verlossing, redding; vrij-spraak, v. [uitspraak, v. Delivery, afgifte, bezorging Delude,bedriegen,misleiden Deluge, zondvloed; vloed, stroom, m.; ramp, v.; over�stroomen, overstelpen. Delusion, misleiding, be-driegerij,begoocheling,dwa-ling, v.

Delusive, bedriegelijk, be�goochelend, verlokkend. � nelve,delven,graven,spi tten. Demagogue, volksleider; oproerkraaier, m. Demand, vragen, ondervra�gen, bestellen, eischen ; ver�zoek, o., eisch, m.; (demand and supply) vraag en aan�bod. Demandant, eischer, m. Demean, behandelen, zich gedragen; zich verlagen ; behandeling, v., gedrag, o. Demeanour, behandeling, v., gedrag, o., houding, v. Demented, krankzinnig, gek, onzinnig. [drag, o. Demerit, verdienen; wange-Demesne, grondgebied, dis� trict, domein, o. Demise, overlij den,o., dood, m.; nalaten. Demission, afstand, m., neerlegging; vermindering van waardigheid, v. DeMOCraCy,volksregeering, democratie, v. Democrat, voorstander der volksregeering, democraat, m. [halen, afbreken. Demolish, vernielen, neer�DeMOlitiOn,vernieling,neer� haling, afbreking, vernieti- ging, v. [vel, m. Demon, geest demon, dui�DeMOniac,dmvelachtig; be� zetene, m. Demonstrable,bewijsbaar, bewezen, blijkbaar. Demonstrate, bewijzen, aantoonen. Demonstration, bewijs, o., aantooning ; uiting, demon�stratie, v. Demonstrative, duidelijkaantoonend,bewijzend,aan�wijzend, openlijk toonend. Demoralisation, bederf, ze�denbederf, o., onzedelijk�heid, v. Demoralise, bederven, de zeden bederven, onzedelijk maken. Demulcent, verzachtend, stillend, kalmeerend. Demur, dralen, uitstellen; tegenwerpingen maken. Demure, bescheiden, zedig, ernstig, solide. Den, hol, o.; hut, v., kuil, m. Denary, tienvondig; het ge� tal tien, o.; denari, ni. Dendroid, boomachtig.

Deniable, loochenbaar, to ontkennen. Denizen,inwoner,burger,m.; het burgerrecht verleenen. Denominate, noemen, een naam schenken, betitelen. Denomination, betiteling; klasse, verzameling, secte, v. Denote, aanwijzen, aan� toonen, aanduiden. Denounce, bedreigen, be�schuldigen, aanklagen, ver�oordeelen. [dom, hard. Dense, dicht, dik; diep; Density, dichtheid, v. Dent, slag, m.; deuk, v.; tand van een rad, m.; deuken, indeuken. Dental, door de tanden ge� vormd ; tandletter, v. Denticle, tandje, puntje, o. Dentifrice, tandpoeder, o. Dentist, tandarts, m. Dentistry, tandheelkunde,v. Denudation, ontblooting, blootlegging, v. Denude, ontblooten, bloot�leggen; afzetten uit een ambt. [ging, bedreiging, v. Denunciation, besehuldi�Deny,ontkeniten,loochenen, tegenspreken, verwerpen. Depart, vertrekken,verlaten, verdeelen, sterven. Department, departement, o., afdeeling, v., tak, m. Departure, scheiding,v.,ver� trek, o.; dood, m. Depend, neerhangen, han�gen, leunen, afhangen van; vertrouwen. Dependence, afhankelijk�heid, v., vertrouwen; win�gewest, o. Dependent,afhankelijk; af�hangend, neerhangend. Depict, schilderen, schetsen, uitteekenen. Depilatory, ontharend. Depletion, aderlating; uit�putting, v. Deplorable, betreurens�waardig, treurig. Deplore, betreuren, bejam�meren, klagen over. Deploy, ontplooien, ont�vouwen; in een lijn scharen. Deplume, plukken, van vee�ren ontdoen..[ren.Depone, ander eede verkla�Depopulate,ontvolken,ver� woesten. Deportation, wegzending naar een ander land, v. Deportment, gedrag, o.,houding, v. Deposal, afzetting, v. Depose, afzetten; getuige�nis afleggen. Deposit, neerleggen, storten, toevertrouwen; storting, v.,pand, o. Depravation, bederf, o., be�derving,v.,achteruitgang,m. Deprave, bederven, slecht maken ; lasteren. Depravity, slechtheid, ver�dorven-; losbandigheid, v. Deprecate, genade afsmee�ken, vurig bidden tegen ; diep betreuren. Deprecation, bede om ge�nade, v., vurig gehed, o. Depreciative, minachtend, onderschattend, niet genoeg waardeerend. Depress, neerdrukken, ont�moedigen ; in waarde does verminderen, verlagen, ver-nederen. fmoedigend. Depressing, drukkend,ont- Depression, drukking; ont�moediging, neerslachtig�heid, slapheid, v.

Deprivation, berooving, v.. gebrek,verlies,o.,armoede,v.

Deprive, ontnemen, beroo�ven ; ontzetten, afzetten. Depth, diepte, v., afgrond, m.; diepzinnigheid, v. Depurate, zuiveren; zuiver, rein..[(wond), v. Depuration, zuiveri ng Deputation, afvaardiging, deputatie, gevolmachtigde commissie, v. Depute, afvaardigen; afge�vaardigde, m. Deputy, afgevaardigde, ge�volmachti gde,plaatsvervan�ger, m..[vernielen. Deracinate, ontwortelen; Derail, ontsporen. Derange, in wanorde bren� gen, verstoren. Deride, uitlachen,bespotten, minachtend behandelen. Derision, spottend gelach, o., bespotting, v., hoon, m. Derisive, uitlachend, spot- tend, hoonend. [komst, v. Derivation, afleiding, af-Derivative, afgeleid, afkom� stig ; afgeleid woord, o. Derive, afleiden, trekken uit, verkrijgen, ontstaan uit. Dermatology, kennis der huidziekten, v. Dermatophyte, plant, die huidziekte kan veroorza�ken, v.. [fende. Dermic, de huid betref- Derogate, gedeeltelijk in�trekken ; afbreuk doen, be�nadeelen, schenden. Derogation, afbreuk, bena�deelmg,schade,schending,v. Descant, zingen; uitweiden; beurtzang, m..[men. Descend, afdalen; afstam�Descendant,afstammeling, nakomeling, m. Descension, afdaling, v., val, m., zinking, v. Descent, afkomst, afstam�ming; helling, afdaling, v.; nakomeling, afstammeling, m., kroost, o. Describable,te beschrijven. De8Cribe,beschrijven,schet� sen, uitleggen ; uitdeelen. Descrier, ontdekker, m. Description, beschrijving; soort, V. Descriptive, beschrijvend; (descriptive-geometry) be�schrijvende meetkunde. Descriven, beschrijven. Descry, bespeuren, ontwa�ren, zien, ontdekken, open-baren. [schenden. Desecrate, ontheiligen, Desecration, ontheiliging, schennis, v. Desert, verlaten,in den steek laten, deserteeren ; onbe�woonde plaats, woestijn; eenzaamheid; verdienste, v.; loon, o. [teur, m. Deserter, afvallige; deser-Desertion, afvalligheid, ver- lating ; desertie, v. [zijn. Deserve, verdienen, waard Desiccate, drogen, uitdro� gen, droogleggen ; droog worden. [drooglegging, v. Desiccation, verdamping; Desiderate, bet verlies ge� voelen van, missen, ver�langen naar. Desideratum, verlangd voorwerp, o.; gewenschte toestand, m. Design, schetsen, ontwer�pen ; aanwijzen ; schets, v., plan, patroon, o. Designate, aanwijzen, noe�men, benoemen, kiezen. Designation, aanwijzing, noeming, benoeming, v., naam, titel, m.; beschrij�ving, v. . Designer, ontwerper, teeke�naar ; plannenmaker, in�trigant, m. Desirable, wenschelijk. Desire,verlangen,wenschen; verlangen, o., wensch, m. Desirous, vol verlangen, vurig wenschend. Desist, ophouden, nalaten. Desk, lessenaar, lezenaar; preekstoel, m. Desolate, onbewoond, ver�laten, eenzaam, troosteloos. Desolation,verlating;onbe�woond-,verlaten-,eenzaam-, troosteloosheid, v. Despair, wanhoop, v.; wan�hopen, den moed opgeven. Despatch, wegzenden ; ter doodbrengen; haastig doen; einthigen; zich haasten, spoed, m.; terechtstelling, v.; laatste antwoord, o.; wegzending, boodschap, v.; bericht, o. Desperado, bezetene, wan�hopige here!, waaghals, m. Desperate,wanhopig,hope� loos. [wanhopigheid, v. Desperation, wanhoop, Despicable, verachtelijk, laag, gemeen. [ach ten. Despise, verachten, min-Despite, minachting; boos� aardigheid, v. Despitetul, hatelijk, boos�aardig, kwaadaardig. Despoil, ontnemen, ontste�len, ontrukken, plunderen, berooven. Despond, terneergeslagen zijn, wanhopen, de hoop verliezen. Despondency, neerslach�tigheid, dotle wanhoop, moedeloosheid, v. Despondent, neerslachtig, wanhopend, moedeloos.

54. Detail Despot, despoot, tyran, al� leenheerscher, m. [nick. Despotic, despotisch, tyran-Despotism, despotisme, o. Despumate,schu i men,spa t- ten. [ring, v. Desquamation, a fsch i I I e-Dessert, nagerecht, des� sert, o. Destination, bestemming, plaats van bestemming, v. Destine,voorbestemmen,be�stemmen, vaststellen. Destiny, lot, noodlot, o., be�stemming,voorzienigheid,v. Destitute, beroofd, berooid, arm, verlaten,nooddruftig. Destitution, armoede, ver� latenheid, nooddruft, v. Destroy, vernielen, vernieti�gen, neerhalen, afbreken, verwoesten, dooden, uit�moorden, bederven, ver�bruiken. Destroyer, verwoester, ver� delger, bederver, m. DestruCtible,vernietigbaar. Destruction, verwoesting, vernieling, vernietiging, v.; doodslag, dood, m.

Destructive, vernielend, verwoestend, noodlottig,be�dervend. Desudation, uitzweeting, v.

Desuetude, onbruik, o. Desultory, wispelturig, on� regelmatig, los, niet volgens een systeem.

Detach, scheiden, losmaken, vrij laten; detacheeren. Detachment, scheiding,los�making, arscheiding, v.; detachement, o. Detail, in alle bijzonder�heden vertellen ; voor een bijzonderen dienst aan�wijzen; (in detail; in alle bijzonderheden. .

Detain, ophonden, terug�houden, vasthouden, gevan�gen houden. Detainer, wederrechtelijke toed ge n ng ; gevangen ne-ming, v. Detect, blootstellen; uitvin�den, ontdekken, aan het licht brengen. [worden. Detectable,watontdekt kan Detector, iemand, die ont�dekt wat een ander zoekt te verbergen, m. [m. Detective, geheime agent, Detention, gevangenschap, hechtenis, v. [digen. Deter, afschrikken, ontmoe-Deterge, een wond zuiveren. Deteriorate,verminderen in waarde, achteruit doen gaan ; slechter worden, ver�minderen. Deterioration, achteruit�gang, m., vermindering, v. Determinable, te bepalen, bepaalbaar. Determinate, beslist, be�paald,vast;beperkt;bealoten Determination, beslissing, v., besluit, o., beslistheid, vaststelling; bepaling, v. Determinative, beslissend; beperkend, bepalend. Determine, besluiten, be�palen, beperken, eindigen; beslissen. Detersion, znivering van een wond, v. Detest, verafschuwen,haten; veroordeelen, getuigen te�gen. [hatelijk. Detestable, afschuwelijk, Detestation, afschuw, haat, afkeer, gruwel, m. [ten. Dethrone, onttronen, afzet-Detonate, doen ontploffen; ontbranden,ontploffen,ont�knallen. DetOnation,ontploffing,ont� knal 1 ing, v. Detract, onttrekken, aan iemands achting onttrek�ken, smaden. [smaad, m. Detraction, onttrekking, v.; Detractory, doende dalen in iemands achting. Detriment, nadeel ,o., schade v.; schade berokkenen. Detrition, verslijten, o. Detrude, neerwerpen, neer� drukken ; uitwerpen. Detruncate, afknotten, af�korten. Detrusion, neerwerping, neerdrukking;uitwerping,v. Deuce, twee ; kaart met twee punten, v.; duivel, rn. Deuterogamy, tweede hu�welijk, o. [mium. Deuteronomy, Deuterono-Devastate, verwoesten. Devastation,verwoesting,v.Develop,ontwikkelen;bloot- leggen; Iangzamerhand aan bet licht brengen, bevorde�ren, uitwerken. Development, ontwikke�ling,v.,groei,vooruitgang,m. Deviate, afwijken, dwalen, dolen. [ling, doling, v. Deviation, afwijking, dwa-Device, plan, o., list, v.; motto, opschrift, o.; op�vatting, v. Devil, duivel; wreedaard, boosdoener, m.; kwaad, o.; (devil's tattoo) getrommel met de vingers. Devilish, duivelachtig, helsch, wreed, boosaardig, slecht. [lend, dolend. Devious, afwijkend; dwa- Devise, uitdenken, in den geest verwerken ; vermoe�den ,� nalaten bij uiterste wilsbeschikking. .

Deviser, plannenmaker, m. Devisor, erflater, m. [van. Devoid, ledig, ontbloot, vrij Devolution,neerrollen;over�gaan in de handen van een ander, o. [doen overgaan. Devolve, doen neerrollen; Devote, wijden, offeren ; opgeven, doemen. Devoted, gewijd, opgegeven, opgedragen ; gehecht. Devotion, wijding, offering, overgave, v.; gebed, o.; aan�bidding, gehechtheid, v. Devour, verslinden, ver�scheuren; vernietigen; ver�zwelgen. Devout,vroom,devoot;diep�gevoeld, ernstig, biddend. Dew, dauw, m.; (before the dew was off the grass) bij het krieken van den dag. Dew-worm, dauwworm, m.�Dewy, vol dauw. Dexter, rechtsch, aan de rechterzijde. Dexterity, handigheid, be�kwaamheid, knapheid, v. Dexterous, handig, be� kwaam, knap. Dextral, rechtsch. Diabetes, diabetes, sulker� ziekte, v . [behoorend. Diabetic, tot de suikerziekte Diabolic, duivelsch, uiterst slecht. [behoorend. Diaconal, tot een diaken Diacritical, onderscheidend Diadem, diadeem,m.,kroon; belooning; oppermacht, ko�ningswaardigheid, v. Diaeresis, het vormen van twee lettergrepen uit een ; deelteeken, o. Diagnosis, diagnose, v. Diagnostic, kenmerkend, kenschetsend ; kenmerk, o. Diagonal, diagonaal, v. Diagram, teekening, meet�kundige figuur, v. Diagraph, instrument, bij het teekenen gebezigd, o. Dial, zonnewijzer, m.;wijzer� plaat, v.. [m. Dialect, dialect, o., tongval, Dialectician, beoefenaar van de dialectiek ; wijs- geer, m.. [v. Dialectics (pl.), redekunde, Dialogue, tweegesprek, o., tweespraak, v. Dialysis, ziften, filtreeren, o. Diameter, diameter, m., middellijn, v. Diamond, diamant, m.; (diamonds) ruiten (mv.), v. Diapason, diapason, m.; harmonic, v. Diaphanous, doorschij�nend, helder. Diaphoretic,zweetmiddel,o Diaphragm, tusschenwand, m., middenrif, o. Diarist, !louder van een dagboek, rn. Diarrhoea, diarrhee, v. Diary, dagboek, memoran� dum, o. Diastole, verlenging van een lettergreep ; uitzetting van het hart, v.; polsslag,m. Diathermal, hitte door� stralend..[stok, m. Dibber, hengelaar ; poot-Dice (pl.), dobbelsteenen (mv.), m.; dobbelen. Dicky, slabbetje, frontje; kattebak, m. Dictate, voorschrijven, dic�teeren; aansporen ; beve�len geven. Dictation, voorschrift ; dic�tee, o. [m. Dictator, dictator, gebieder, DiCtatorial,gebiedend,voor- schrijvend, aanmatigend. . Diction, wijze van zeggen, uitdrukking, v.; stijl, m. Dictionary, woordenboek,o. Dictum, bewering, v., voor� schrift o., uitspraak van een scheidsrechter, v. Didactic, didactisch,leerend Die, sterven, overlijden ; ver� welken, vergaan; dobbel�steen ; muntstempel, m.; toeval, lot, o. Diet, dieet, voedsel, o.; leef�regel, m.; reis, v., tocht ; vastgestelde dag, m. Differ, verschillen; van ge�voelen verschillen, twisten. Difference, verschil, ge- sehil, o., twist, m. Different, verschillend, on�gelijk. Differential, verschillend, onderscheidend. Difficult, moeilijk, lastig, moeilijk to behagen, hu-meurig. Difficulty, moeilijkheid, las�tigheid, humeurigheid, v.; hinderpaal, m., bezwaar, geldelijke zorg, v.

Diffidence, gebrek aan zelf�vertrouwen, o.; verlegen�held ; wantrouwen, o. Diffident, beschroomd, ver�legen, bescheiden. Diffuse,uitgieten,pitstorten, verspreiden ; wijd, ruim, uitvoerig. Diffusible, uitgietbaar, uit�stortbaar, verspreidbaar. Diffusion, uitgieting, uit�stgrting, verspreiding, v. Diffusive, uitgespreid, ver� spreid.Dig, graven, spitten, del�ven ; porren, prikken. Digastric, met twee uit�wassen. Digest, ordenen, rangschik- 57. Dilatable ken; verteren ; bepeinzen; ontvangen en genieten. Digestible, verteerbaar. Digestion, vertering, v., overgaan van doode plan-ten in mest, o. Digestive, vertering be�vorderend ; rangschikkend, ordenend. Dight, schikken, regelen, besturen, behandelen, be�reiden; gekleed, versierd, verfraaid. (breedte, v. Digit, vinger, m., vinger- Digital, vinger, m.; tot de vingers of teenen behoo�rend. Digitate, vingervormig. Digitigrade, teenganger, m. Dignified, waardig, edel, statig,majestueus,verheven. Dignify, waardig vinden, met waardigheid beklee�den, verheffen, eeren, be�roemd maken. Dignitary, waardigheidsbe-kleeder, m. Dignity, waardigheid, v., adel, m., schatting, v., rang, m., positie, grootheid, v. Digraph, klank uit twee letters bestaande, m. Digress, afwijken van het rechte pad, dwalen.

Digression, afwijking van het rechte pad, dwaling, v. DigreSeiVe,afwijkend,dwa� lend. Dike, dijk, dam, m.; sloot, v.Dilacerate, verscheuren, vaneenrij ten.

Dilapidate, vervallen, tot verval geraken, vergaan, verwaarloozen; verkwist en. Dilapidation, verwaarloo�zing, v., verval, o. Dilatable, uitzetbaar, rek�baar, elastisch. .

Dilatation, uitzetting, rek�baarheid, elasticiteit ; uit�graving, v. Dilate, uitzetten, rekken, verwijden, zwellen ; uit�weiden over. Dilatory, ophoudend, uit�stel veroorzakend, lang�zaam, laksch. Dilemma, moeilijke toe-stand, m., dilemma, o. Diligence, ijver, m., naar�stigheid; zorg, oplettend�heid, v. [volhardend. Diligent, ijverig, naarstig; Dill, plant in de genees�kunde gebruikt, v. Dilute, verdunnen, aanlen�gen. [behoorend. Diluvian, tot den zondvloed Diluvium, zondvloed, m.; overstrooming, v. Ditn, verduisteren, donker maken, bevlekken ; dof, beschaduwd, verduisterd, gevlekt,duister,onduidelijk. Dime, geldstuk ter waarde van een tiende gedeelte van een dollar, o. Dimension, grootte, afme�ting, gedaante, v., vorm, m.; (dimensions (pl.), ver�houdingen (mv.), v. Dimeter, versregel van twee voeten, m. Diminish,verminderen,klei�ner maken, verlagen, af�trekken, verzvvakken ; af�nemen. [geluid. Diminuendo, afnemend in Diminution, vermindering, aftrekking, verlaging, v. Diminutive, klein, nauw, samengetrokken, verklei�nend ; verkleinwoord, o. Dimissory, wegzendend, ontslag gevend. [katoen, o. Di mity, diemet, gekeperd Dimple, kuiltje ; kuiltjes vormen. Din., verdooven, leven ma-ken, hinderen met geraas; geraas, lawaai , leven, o. Dine, middagmaal gebrui�ken, dineeren ; een middag�maal verschaffen. Ding, slaan, beuken ; door�boren ; zwaar neervallen ; aandringen. Dingdong, herhaling van een geluid, dat klokkengelui moet voorstellen, v. Dingle, dal, o., begroeide vallei, v. [kleurd. Dingy, von, morsig; ver-Dinner, middagmaal, diner, o.; feestmaal, o., feest�disch, m. Dint, slag, klap, m.; dedk, ramp ; kracht, v.; uittan�den ; (by dint of) door middel van. Diocese, bisdom, o. Dioptrics (pl.), leer der straalbreking, v. Diorama, diorama, o. Dip, dompelen, indompelen, indoopen, nat maken, in�stippen ; bukken, buigen ; vluchtig lezen ; vetkaars; holte ; saus, v. Dipetalous, met twee bloemblaadjes. Diphtheria, diphteritis, v. Diphthong, tweeklank, m. Diploma, diploma, certifi� caat, document, o. Diplomacy, diplomatie, V. Diplomat, diplomaat, m. Diplomatic, diplomaat, ge� zant,.diplomatisch. Diplomatist, diplomaat, m. Dipper, duiker ; Groote Beer, m. Dipsomania, verslaafdheid aan den drank, v. Dipteral, tempel met een dubbelen ring van pilaren, m.. [sect, o. Dipteran, tweevleugelig in-Diptych, wastafeltje; lijst met de namen dergenen voor wier ziel een mis moest worden gelezen, v. Dire,vreeselij k,somber,droe�vig, betreurenswaardig. Direct, richten, den weg wijzen, geleiden; adressee�ren; rechtstreeksch, op�recht, uitdrukkelijk. Direction, richting, v.; op�schrift, bestuur, o. Director, directeur, bestuur�der, commissaris, m. Directory, bestuur; adres� boek; gebedenboek, o.Dirie,lijkzang, treurzang,m. Dir , ponjaard, dolk, m.Dirt, vuil, o.; (dirt-cheap) spotgoedkoop. Dirty, vuil, vies, smerig. Dieability,onbekwaamheid, zwakheid,v.,onvermogen,o. Disable, onbekwaam ma-ken, ongeschikt maken; verarmen. Disabuse, uit de dwaling belpen, een misverstand op�heffen. [lies, o., schade, v. Disadvantage, nadeel, ver-Disadvantageous, nadee�lig, schadelijk. Disaffect, ontstemmen, ver- vreem den. [chenen. Disaffirm, ontkennen, loo-Disagree, verschillen, ver� schillend zijn; van meening verschillen; ongeschikt zijn; kibbelen, twisten. Disagreeable, onaange�naam, a kel ig,terugstooten d. Disallow, afkeuren, verwer�pen, toestemming weigeren, niet goedkeuren.

59. Disbelief Disallowance, afkeuring, verwerping, weigering, v. Disannul, vernietigen, her� roepen, afschaffen. Disappear, verdwijnen, on�zichtbaar worden, uit het gezicht verdwijnen ; ophou�den te bestaan. Disappearance, verdwij�ning,onzichtbaarwording,v. Disappoint, teleurstellen, verijdelen, niet aan de ver�wachting voldoen. Disappointment, teleur�stelling, veri j del ing,m isluk�king van een plan, v. Disapprobation, a fkeuri ng, veroordeeling, v. Disapprove, afkeuren, ver�oordeelen,laken,verwerpen. Disarm, ontwapenen, on-schuldig maken, onderwer�pen, temmen. Disarrange, in wanorde brengen,wanordelijk maken Disarray, ontkleeden ; in wanorde brengen ; slordige kleeding, wanorde, v. Disassociate,scheiden,los� maken. Disaster, slecht voorteeken, plotseling ongeluk,o., ramp, v.; benadeelen, verminken.

Disastrous, onheilspellend, noodlottig; verwoestend, vernielend. Disavow, de waarheid van lets ontkennen; loochenen; het tegendeel bewijzen. Disavowal, ontkenning van de waarheid, loochening, verwerping, v..[ken. Disband, ontslaan, opbre-Disbar, het recht van plei�ten ontnemen. Disbeliefongeloof,o.,weige�ring om te gelooven, v.; verkeerd geloof, o. .

Disbelieve, niet gelooven ; wantrouwen; niet geloof�waardig achten. Disbeliever, ongeloovige; wantrouwend persoon, m. Disburden, ontlasten, ver�lichten, zich van den hals schuiven. [geven. Disburse, uitbetalen; Disc, schijf, v., discus, m., ronde plaat, v. Discard, wegwerpen, a fwer�peR, van de hand doen, uit�werpen (kaarten). Discern,onderscheiden;uit�zoeken ; ontwaren; beslissen tusschen. [den, zichtbaar. Discernible, te onderschei- Discernment, onderschei�dingsvermogen, oordeel , on�derscheici, o. Discharge,ontladen,bevrij -den ; volvoeren; vuren; uit�werpen, luchten; ontheffen. Disciple, volgeling, aan�hanger, leerling; volgeling van Christus, m. Disciplinarian,Puritein, Presbyteriaan ; iemand die strenge tucht eischt, m.; tot de tucht behoorende. Disciplinary, wat de tucht betreft. Discipline, tucht, discipli�ne; opvoeding, v., onder�wijs, o., regel, m., orde straf, v. Disclaim , ontkennen, loo�chenen, weigeren te erken�nen, zich verzetten tegen. Disclose, ontblooten,bloot�leggen ; bekendmaken, ver�kondigen. Disclosure, ontblooting, blootlegging ; bekendma�king, verkondiging, v. Discoid, schijfvormig. Discoloration, verkleuring, kleurloosheid; vlek, smet, v. Discolour, de kleur ont�nemen, de kleur verande�ren, verkleuren. Discomfit, verslaan, ver�drijven ; doen ontstellen,verijdelen. Discomfiture,neerlaag,ver�drijving; teleurstelling, ver�ijdeling, v. Discomfort, pijn of smart veroorzaken, troost bene-men ; pijn, v.; ongemak, o. Discommend, Laken, ver�oordeelen ; aan aanmer�kingen blootstellen. Discommen, van rechten berooven; niet koopen bij. Discompose, in wanorde brengen ; tusschenbeide ko�men ; verontrusten, ont�sternmen ; tobben. Discomposure, gejaagd�heid, ontsteltenis, onrust, v. Disconcert, oneenigheid, � v., strljd, m. Disconnect, scheiden, los�maken, slaken,doorsnijden. Disconsolate, moedeloos, hopeloos, troosteloos, mis�moedig. DisCOntent,ontevreden ma-ken, ontstemmen; onte�vredenheid, onvoldaan�heid; onrust, v.; ontevreden, onvoldaan. [onvoldaan. Discontented, ontevreden, Discontentment, ontevre�denheid, onvoldaanheid, ontstemdheid, v. Discontinuance, afbre�king, ophouding, onder-breking, V. Discontinue, afbreken, on�derbreken, verstoren, up�houden, opgeven, uitschei�den, niet voortgaan; twee�dracht, ruzie, v. .

Discord, oneenigheid, v., twist, strijd, wanklank, m., disharmonie, v. Discordance, oneenigheid, v., strijd, m. Discordant, niet overeen�stemmend ; strijdig. Discount, korting, v., dis�conto, rabat, o.,� korting schenken; voorschieten. Discountenance, verlegen maken, beschamen, ont�moedigen, hulp weigeren ; koele behandeling, afkeu�ring, v. Discourage, ontmoedigen, den moed benemen. Discourteous, onbeleefd, niet voorkomend, lomp. Discourtesy, onbeleefd-heid, lompheid, v.; gebrek aan voorkomendheid. DisCOus, schijfvormig, cir�kelvormig, ringvormig. Discover, ontdekken ; be�kendmaken, openbaren,aan het licht brengen; onder�zoeken. Discovery, ontdekking; be�kendmaking, openbaring ; ontknooping, v. Discredit, oneer, schande, v.; gebrek aan geloofwaar�digheid,o.; niet gelooven ; in ongenade brengen; ont�eeren. Discreditable, schandelijk, berucht ; ongeloofwaardig. Discreet, verschillend;voor-zichtig, behoedzaam. Discrete, verschillend, afge�scheiden,onsamenhangend. Discretion, scheiding, v.; verschil; onderscheidings�vermogen, o.; willekeur, v.; (to surrender at dis�cretion) zich op genade of ongenade overgeven. En gelsch-Holl.. Discretional, naar onbeperkt. Discriminate, onderschei�den, het verschil zien tus�schen ; kiezen, uitkiezen, een verschil aanmerken ; onderscheidend, 'gemerkt, aangestipt. Discrimination, onder�scheiding, v., onderschei�dingsvermogen, o. Discriminative, onder�scheidend; kenmerkend. Discrown, de kroon ont�nemen,de kroon ontrukken. Discursion, overgang tot een ander ontwerp, m., oppervlakkig gesprek, o.; redeneering, v. Discursive, vluchtig, af-dwalend ; Iogisch, berede�neerd. Discuss, bespreken, ver�handelen, beredeneeren, over en weer zijn opvatting meedeelen. Discussion, bespreking, verhandeling, beredenee�ring, v. Disdain, verachten, min�achten, beneden zich ach�ten � verachting, minach�ting, verontwaardiging; v., trots, m., boosheid; schande, v. Disdainful, verachtelijk, minachtend, vol verachting afwijzend. Disease, ziekte, v., onge�mak, o., stoornis, v.; sto�ren, aantasten. Disedge, verstompen; ver�zadigen. [land zetten. Disembark,ontschepen,aan Disembarkation, ontsche�ping, ontlading, v. Disembarrass, uit een re�teligen toestand �bevrijden.

Disembody, van het vleesch ontdoen; ontslaan, ont�binden. Disembowel, van de inge�wanden ontdoen. Disembroil, uit de verwar�ring brengen. Disemployed,buiten dienst gesteld. Disenchant, ontgoochelen, aan de toovermacht ont�trekken. Disencumber, bevrijden, ontlasten, vrijmaken. Disendow, een erfgoed ont�nemen. Disengage, losmaken, los�wikkelen, verbreken; uit den geest verdrijven; ont�warren. Disengagement, losma�king loswikkeling, verbre�king, verdrijving, verban�ning, ontwarring, v. Disennoble; onteeren, van al teat edel is ontdoen. Disentangle,. ontwarren, uitpluizen, bevrijden, los�maken. Disenthrone, onttronen, afzetten. [nemen. Disentitle, den titel ont- Disestablish, opheffen, de kerk losmaken van den staat. Disesteem, gebrek aan achting, o.; niet achten. Disfavour, met onwil be�handelen, ontmoedigen ; afkeuring ; onvriendelijke daad, v. [misvorming, v. Disfiguration, verminking, Disfranchise, het kies�recht ontnemen ; rechten ontnemen. Disgorge, uitbraken, nit-spuwen ; opgeven, over- geven. Disinfect Disgrace, onteeren %schande aandoen, zijn gunst ont�houden; oneer, schande, v.; slechte naam, m. Disgraceful, schandelijk, laag, slecht. Disguise, vermommen, be�mantelen, verbergen; be�dwelmen; vermomming, verkleeding, v., masker, o.; dronkenschap, v. Disgust, walging, v., weer�zin, fakeer, m.; doen wal�gen van,afkeer inboezemen. Disgusting, walgelijk,weer�zinwekkend. Dish, bord, o., schotel, m.; (dish-water) vaatwater` Dishearten, den mood ont�nemen, ontmoedigen. Dishevel, de haren verwar�ren, de haren losmaken. Dishonest, oneerlijk, onop�recht ; onfatsoenlijk, schan�delijk. Dishonesty, schande, on�eer; oneerlijkheid, onop�rechtheid, bedriegerij, of�zetterij, v. Dishonour, oneer aandoen, schande aandoen, onwaar�dig behandelen, zich aan uitspattingen overgeven; een wissel weigeren; oneer, schande, v.; verwijt, o. Dishonourable, ongeeerd, schandelijk, laag, gemeen, onwaardig. Disinclination, ongeneigd�heid, v. Disinclined, ongeneigd, on�willig. Disincorporate, de rech�ten eerier corporatie ont�nemen ; een corporatie Disinfect, ontsmetten, van besmetting zuiveren. Disinfectant, ontsmettings�middel, o. Disingenuous, onopenhar�tig, onoprecht, niet open�lijk ; laag, geniepig ; on�welvoegel i j k. Disinherit, onterven, een erfenis on tnemen. Disintegrate, de samen�stellende deelen scheiden; vergruizelen, tot poeder maken. Disinter, opgraven; aan de vergetelheid ontrukken. Disinterested.belangeloos, onpartijdig, onzelfzuchtig. Disinthral, van het slaven� juk bevrijden. Disjoin, ontbinden, van elkaar trekken � scheiden, gescheiden woraen. Disjoint, losmaken, de ge�wrichten losmaken; in de war brengen, de ver�binding verbreken ; in stuk�ken vallen; moeilijkheid, v., dilemma, o. [bonden. Disjunct, gescheiden, ont-Disjunction, ontbinding, scheiding, v. [v. Disk, schijf, ronde pleat, Dislike, niet houden van, geen behagen scheppen in, afkeuren ; mishagen, af�keer, tegenzin, m. Dislocate, van zijn rechte plaats brengen; verstoren, in de war brengen; ont�wricht. DislocatiOn,verstoring,ver�warring, ontwrichting, v. Dislodge, verdrijven, ver�jagen, wegsturen ; verhui�zen, eene plaats verlaten. Disloyal, ontrouw; ontrouw aan zijn worst ; schuldig aan echtbreuk ; onstand�vastig.

63 Disorderly Dismal, somber, treurig, naargeestig, donker, onge�lukkig, neerslachtig. Dismantle, den mantel af�nemen ; ontdoen van ; af�tuigen, afbreken. Dismask, ontmaskeren. Dismast, de masten weg�nemen, ontmasten. Dismember, de ledematen afrukken, vaneenrij ten ; op�breken, ontbinden. Dismiss, wegzenden, laten vertrekken ; den dienst opzeggen; verwerpen, wei�geren ; ophouden, nalaten, uit de gedachten bannen. Dismissal, opzegging, ver�werping, weigering, v.; ont�slag, o., wegzending, v. Dismount, afstijgen, dalen, afstappen ; doen zakken ; uit den zadel werpen. Disobedience, ongehoor�zaamheid;plichtsverzaking, dienstweigering, v. Disobedient, ongehoor�zaam, weerspannig. Disobey, niet gehoorzamen, den dienst weigeren, zijn plicht verzaken. Disoblige, van eene ver�plichting ontheffen ; kren�ken, onbeleefd zijn ; zich niet willen schikken near. Disobliging, onbeleefd, on�vriendelijk, niet inschik�kelijk. Disorder, in wanorde bren�gen, in de war brengen, de werking verstoren ; wan�orde, verwarring, onregel�matigheid, v.; wangedrag, o.; ziekte, v. Disorderly, wanordelijk, verward, ongeregeld, on�regelmatig, woest, wild, ramoerig.

Disorganisation, versto�ring, stoornis, v. Disorganise, het organis�me verbreken, verwarren, verstoren. Disown, niet erkennen, loochenen, verstooten. Disparage, geringschatten, met minachting behande�len, verkleinen, afbreuk doen. Disparagement, nadeel , o.; minachting, geringschat�ting,verkleining,afbreuk, v.

Disparity, ongelijkheid, v.; verschil, o.

Dispark, den gloed ontne�men ; openen, vrij laten, bevrijden.

0 ispart,verdeelen, scheiden, splijten; gescheiden wor�den, openen.

Dispassion,gevoelloosheid, dofheid; vrij held van harts�tocht, v.

Dispel, uiteendrijven, ver�spreiden, verbannen, weg�zenden; uiteengejaagd wor-

DiSpend, uitgeven. [den. Dispensable, niet flood�zakelijk, ontbeerlijk ; in aanmerking komend voor vrijstelling. [kliniek, v.

Dispensary, apotheek,poli- Dispensation, vrijstelling, vergiffenis, vergeving, v., aflaat, m.; plan, opzet, o.; godsbeschikking , v.

Dispense, uitdeelen, toe�dienen, vrijstelling schen�ken ; een recept bereiden; (to dispense with) kunnen missen. Dispeople, ontvolken. Disperse, verspreiden, uit�eendrijven, doen verdwij�nen ; doen ophouden, ver�jagen, uiteengaan. Disproportion Dispersion, verspreiding, verdrijving, verdwijning,v.; zuiveren van ontsteking, o. Dispirit, den moed ontne�nemen, ontmoedigen, mis�moedig maken. Displace, verplaatsen, ver�zetten ; verbannen ; ver�storen. Displant, neerhakken, uit-trekken, overplanten, ver�planten ; ontvolken. Display, ontvouwen, ont�plooien, uitspreiden ; ten�toonspreiden, pronken met; vertooning, v.; vertoon, o. Displease, mishagen, er�geren, ontstemmen; treurig stemmen. Displeasure, misnoegen,o., ergernis, ontstemdheid, v. Displume, plukken, van veeren ontdoen. Dispone, beschikken over. Disport, wegdragen ; ver�maken, afleiding schenken ; spelen, dartelen ; sport, v., spel, o. Disposal, beschikking, weg�schenking; regeling, v.; (at your disposal) tot je dienst. Dispose, regelen, schikken, plaatsen, vaststellen, bezi�gen ; verkoopen; (man proposes, God disposes) de mensch wikt, God be�schikt. Disposition, � gesteldheid, v,, aard, m., natuur, v., karakter, o., hoedanigheid, v., humeur, o.; neiging, v. Dispossess, grond ont�nemen, onteigenen ; be�zweren. Disproportion,wanverhou- ding, onevenredigheid; on-doelmatigheid; ongelijk�held, v., verschil, o.

Disproportionate, niet in overeenstemmi ng, oneven-redig ; ondoelmatig, onge�schikt, onvoldoende. Disprove, afkeuren; als onjuist bewijzen ; veroor�deel en. [twistziek. Disputable, betwistbaar; Dispute, twisten, betwisten; beredeneeren; bestrijden, zich verzetten tegen, vol�houden ; debat, geschil, o. Disqualify, ongeschikt ma-ken ; ongeschikt verklaren. Disquiet, storen, veront�rusten, kwellen, plagen ; onrustig, rusteloos; on-rust, rusteloosheid, onge�rustheid, v. Disquisition, onderzoek, o., verhandeling, v. Disregard, geen acht siaan op, minachten, in den wind slaan, verwaarloozen ; ach�teloosheid, minachting, v.; verzuim, o. Disrelish, een afkeer heb�ben van ; misselijk maken ; afkeer, weerzin, slechte smaak, m.; misselijkheid, v. Disreputable, berucht, schandelijk, laag, gemeen. Disrepute, oneer, schande; oneer aandoen, schande aandoen. Disrespect, oneerbiedig be�handelen ; oneerbiedigheid, onbeleefdheid, lompheid, v. Disrespectful, oneerbiedig, onbeleefd, lomp. Disrobe, ontkleeden; een kleedingstuk uitdoen. Disroot, ontwortelen; los�scheuren, uittrekken. Dissatisfaction, onvol�daanheid, ontevredenheid,v Dissatisfied, onvoldaan, ontevreden, ontstemd. Dissociate Dissect, in stukken snij�den ; nauwkeurig verdee�len en onderzoeken, ont�leden ; (dissecting-room) snij kamer. Dissection, ontleding, v.; anatomisch onderzoek, o.; 1 i j kopeni ng, v. Dissector, ontleder, m. Dissemble, voorwenden, huichelen ; vermommen. Disseminate, uitstrooien, zaaien, verspreiden. Dissension, oneenigheid, v., verschil van meening, o., strijd, m., ongenoegen, o. Dissent, anders denken, verschillen; afscheiding van de staatskerk, v. Dissenter,andersdenkende; lemand, die zich afscheidt van de kerk, m. Dissertation,verhandeling, v., opstel, o. Disserve, benadeelen, een ondienst doen. Disservice, benadeeling, v., ondienst, m. Dissever, scheiden, van�eenrijten, slaken. Dissident, verschillend, in onmin, strijdig. Dissimilar, ongelijkodwij�kend, verschillend, anders. Dissimilarity, verschil, o., ongelijkheid, v. Dissimulation, veinzerij, huichelarij, v. Dissipate, verspreiden, nit�eendrijven ; verkwisten ; verzwakken; verdwijnen ; zich aan uitspattingen over�geven. Dissipation, verspreiding, uiteendrijving; verkwis ting ; verzwakking ; los�bandigheid, v. [maken. Dissociate, scheiden, los- .

Dissoluble, oplosbaar. Dissolute, losbandig, los, gewoon aan uitspattingen, slecht van gedrag, buiten� spor ig. DISSOlutiOn,losbandigheid; loslating; liquidatie; op� lossing, v.; dood, m.; ont� binding ; opheffing, v.Dissolvable, oplosbaar.Dissolve, oplossen, vloei� baar maken; scheiden ; wegzenden; opbreken, op� beffen; machteloos worden; ontbonden worden. DISSOIVent,oplossend,vloei� baar makend; oplossend geneesm iddel, o.Dissonance, wanklank,m.; oneenigheid, v., twist, m.Dissuade, afraden, trach�ten to doen afzien, alsniet raadzaam voorstellen,ontraden. [Fading, v.Dissuasion, afrading, ont-Dissyllabic, tweelettergre-pig. [pig woord, o.Dissyllable, tweelettergre-Distaff, spinrokken; sym�bool der vrouw, o.;vrouw,v. Distain, verkleuren, de kleurontnemen; bezoedelen, be� vlekken, besmetten. Distance, afstand, m.; ver� wijdering, verte, afgele� genheid; koelheid, schei� ding, v.Distant, verwijderd, ver, afgelegen ; zwak, licht; koel.Distaste, niet houden van;beleedigen, weerzin wek�ken; afkeer, weerzin, m., walging, v.Distasteful, onaangenaam, vies, walgelijk, weerzin� wekkend. Distemper, verstoren, ont� stemmen ; in verwarring brengen; storing; honde� ziekte ; ontstemdheid, onte� vredenheid, v. Distend, strekken, uitstrek� ken, uitrekken; opzetten, zwellen. [zetbaar. Distensible, rekbaar, uit-Distensive, rekbaar. Distention, uitzetting, uit- rekking ; breedte, v.DiStiCh, tweeregelig vers of epigram, o. Distil, droppelen,druppelen; zacht stroomen; distillee� ren; laten druppelen ; zui� veren ; oplossen.Distillation, droppeling, druppeling; distillatie, v.Distiller, brander, stoker, distillateur, m. Distinct, duidelijk, helder, onderscheiden; gescheiden, verschillend, gewijzigd.Distinction, onderschei� ding, v., verschil, o., bij� zondere hoedanigheid; ka� rakter ; oordeel, o.; eer, v.; aanzien, o. Distinctive, onderschei� dend ; verschillend, apart, onderscheiden. Distinguish,onderscheiden, onderscheid maken; rang� schikken ; begrijpen ; tot aanzien brengen. Distort, vertrekken, ver�wringen; verdraaien. Distortion, vertrekking,ver�wringing, misvorming; ver�draaiing ; stuiptrekking, v. Distract, in verschillende richtingen trekken; kwel� len, door zorgen plagen;gek maken. Distraction, scheiding; ver�bijstering; dwaasheid,dom� heid, krankzinnigheid; ver�warring, v.; tumult, o.

Distrain, uiteenrukken ; be�zi t nemen van ; bedwingen ; beslag leggen op. Distraught, vaneengereten ; krankzinnig. Distress, beproeven, kwel�ten, doen ontstellen ; ellen�de, armoede, v., gebrek ; ongeluk, gevaar, o.; ziels�angst, m. Distributable, uitdeelhaar; geschikt, om uitgedeeld to worden. Distribute, uitdeelen, rond�geven, uitreiken; rangschik�ken ; benoemen. Distribution, uitdeeling,uit�reiking, verspreiding; rang�schikking ; benoeming, v. Distributive, verdeelend, aanwijzend;rangschikkend. District, district, grondge�bied, o., wijk, streek, v. Distrust, mistrouwen, wan�trouwen, in twijfel trekken, verdenken; wantrouwen,o., twijfel, verdenking, v., vermoeden, o. Disturb, verstoren, storen, verwarring veroorzaken, verontrusten, hinderen. Disturbance, stoornis, sto-ring, verwarring, algemeene onrust, v. [dracht, v. Disunion,oneenigheid,twee- Disunite, verdeelen, ver�deeldheid brengen, ontbin�den. Disusage, ongebruik, o. Disuse, ontwennen ; onge�bruik, o. [v. Ditch, gracht, sloot, greppel, Ditheism, geloof in het be�staan van twee goden, de eene goed, de andere boos. Dithyramb, lied ter eere van Bacchus; woest lied, o. Dittany,aromatische plant in

. Dividend de geneeskunde gebruikt, v. Ditto, hetzelfde; (a suit of dittoes) een pak kleeren uit dezelfde stof vervaardigd, o. Ditty, uitdrukking, v., ge�zegde; liedje, o. Diurnal, dagelijksch,van een dag, den dag betreffende. Divan, regeeringslichaam in Oostersche landen, o.; rand, m.;raadskamer;rookkamer, v.; divan, m. Divaricate,openen,splitsen, splijten, in twee takken ver�deelen. Dive, duiken; snel dalen; zich verdiepen in. Diver, duiker; iemand, die zich in een of ander onder�werp verdiept; zakkenrol�ler, m..[ken, splitsen. Diverge, afwijken ; vertak-Divergence, afwijking, ver�takking, splitsing, v. Divergent, vertakkend, zich van een punt naar alle kan�ten verspreidend. Divers,verschillend; all erlei. Diverse, verschillen; afkee�ren ; verschillend ; velerlei. Diversify, verschillend ma-ken, doen verschillen, wijzi�gen. DiversiOn,afwending; aflei�ding, v.', tijdverdrijf, o. Diversity, verschil, o., va�rieteit, V . Divert, afleiden, naar een ander punt trekken;� bezig�houden;verkeerd toepassen. Divest, zich ontdoen van kleedingstukken, ontklee�den ; ontblooten van. Divide, verdeelen, uitdeelen, scheiden, stuk snijden, ver�deeldheid zaaien. Dividend, deel,aandeel,divi�dend ; deeltal, o. (rekenk.). Divination, voorspelling, openbaring van verborgen zaken, v. Divine, voorspellen, voor�gevoel hebben ; goddel ij k ; theoloog, geestelijke, m. Diviner, voorspeller, pro-feet, m. Diving-bell, duikerklok, v. Divining-rod, hazelstokje, dat de plaats heet aan to wijzen, waar water is, o. Divmity,goddelijkheid ; god�heid ; bovennatuurlij ke macht ; theologie, v. Divisibility, deelbaarheid, scheidbaarheid, v. [baar. Divisible, deelbaar, scheid- Division, verdeeling, afdee�ling, v., schot, beschot, o.; oneenigheid, v. Divisor, deeler, m. Divorce, scheiding, echt�scheiding, v.; scheiden,echt�scheiden. Divulge, openbaar maken, openbaren, wereldkundig maken, verkondigen. Divulsion, verscheuring, openrijting, v. Dizen, met vlas bedekken ; kleeden ; smukken, tooien. Dizziness,duizeligheid,dui�zeling, v. Dizzy, duizelig ; zot, dwaas, onnadenkend ; verwarren, doen duizelen. Do,doen,ten uitvoer brengen, ten einde brengen, voort�brengen, vervaardigen ; (do�all) factotum, o. Docile, gewillig, vlijtig, leer�zaam ; gedwee. Docility, gewilligheid, vlijt, leerzaamheid, v. Dock, kort afknippen, af�korten, afsnijden, den staart afsnijden ; dok, o.; bank der

68. Dogged beschuldigden,v.;stompje,o. Docket, adresseeren, korten inhoud maken ; etiquette, v., briefje, o.; alphabetische lijst van rechtszaken, v. Dockyard, scheepswerf, v., magazijn van scheepsbe�hoeften, o. Doctor, doctor, dokter, lee�raar, medicus, m.; genees�kundig behandelen, drank�jes toedienen; den doctors�titel schenken ; oplappen. Doctorate, doctarstitel,doc�torsgraad, m. Doctrinal, dogmatisch, een leerstelling bevattend. Doctrine, onderwijs, o., ken-nis;leerstelling,v.,dogma,o. Document, bewijs, voor�beeld; dogma; document, geschreven stuk, o.; bewij�zen; onderwijzen. Dodecagon, twaalfhoek, m. Dodge, opzij springen, van plaats veranderen; ontdui�ken, ontloopen; bedriegen; snellebeweging,v.;streek,m. Dodger, iemand, die ont�snapt of ontduikt;bedrieger, m.; harde beschuit, v. Doe, hinde, v.; (doe-rabbit) voedster. Doeskin, hertevel, o. Doff, afnemen, uittrekken; uitkleeden, ontkleeden. Dog, hond, m.; sterrenbeeld, o.; ijzeren haak, m.; voort�durend volgen, bewaken. Dogcart, rijtuigje met twee ban ken, waaronder zich een kastje bevindt, o. Dogcheap, spotgoedkoop. Dogdays (pl.), hondsdagen Doge, doge, m. [(mv.), m. Dogfish, soort van haai, m. Dogged, norsch, knorrig, boos.

Doggerel, rijmelarij, v., slechte verzen (mv.), o.; laag, nietswaardig. Doggish, den hond betref� fende;hondsch,lomp,norsch Dogma, dogma, o.Dogmatic,dogmatisch;aan- matigend, gebiedend. Dogmatism, aanmatiging; stelligheid, v. Dog's-ear, ezelsoor, o., om� gekrulde bladzijde, v. Dogstar, hondsster, v. Doiiy, matje, servetje, o. Doings (pl.), daden, hande� lingen (mv.), v., gedrag; leven, o., beweging, v. DOit,duit,m.,klein geldstukje, o.� domoor, domkop, m. Dole, uitdeelen, verdeelen ; (to dole out) in kleine por�tietjes uitdeelen ; portie, v., deel, o.; aalmoes; grens, v.; onbeploegd land, o.; jam�merklacht, v., verdriet, o. Doleful, treurig, verdrietig, bedroefd, beproefd, somber. Dolesome, treurig, droevig, ontmoedigend, drukkend. D011, pop, v., popje, o. Dollar, dollar, m., Ameri� kaansch gel dstuk ter waarde van een rijksdaalder, o. Dolmen, steenen tafel, v. Dolomites (pl.), Dolomieten (mv.), m. (gebergte in het Zuid-Oosten van Tyrol). Dolorific, smartend, smarte� lijk..[pijn ; pijnlijk. Dolorous, vol smart, vol Dolour,smart,pijn,v.,lijden,Dolphin, dolfijn, m..[o. DOlt2 domoor, stoffel, m. Doltish , dom, mal, stom, stompzinnig. Domain, gezag; domein,egeg:bied, gebied, grond- Dome, groot gebouw, o.; tempel, m.; koepeldak, o. Domesday-book, register der landerijen in Engeland, op last van Willem den Veroveraar samengesteld,o. Domestic, huiselijk; tam; inwendig; in huis; bedien�de, m.; (domestic-economy) huishoudkunde, v. Domesticate, temmen, tam maken ; beschaven ; aan een huiselijk leven gewennen. Domicile, huts, tehuis, o., woonplaats, verblijfplaats, v.; domicilie, o. Domiciliate, temmen, tam maken,gewennen,beschaven Dominant, regeerend, beer�schend, overheerschend, de overhand hebbend. Dominate, regeeren, heer�schen, overheerschen, de overhand hebben. Domination, overheer�sching, regeering, v., be�stuur, o.; tyrannie; regee�rende partij, v. DOMinative,regeerend,heer�schend,bevelend,voorschrik vend, gebiedend. Domineer, overheerschen, zich gezag aanmatigen,heer�schappij uitoefenen. Dominical, tot den dag des Heeren behoorend; dag des Heeren, m.; Onze-Vader, o. Dominican, Dominicaner, zwarte monnik;Jacobijn,m. Dominion, heerschappij,op�permacht, v., bestuur ; ge�hied, o. Domino, domino, m.; (domi�noes) dominospel. Don, Spaansche titel, m.; aandoen, aannemen. Donation, geven, o., gift, bij-drage,weldaad,schenking,v. . Donative? geschenk, o., gift, v., benefice, o. Donee, begiftigde, m. Donjon, voornaamste toren van een middeleeuwsch kasteel, gevangentoren, m. (zie ook Dungeon). Donkey, ezel; domoor, m. Donor, gever, schenker, m. DOOM, veroordeelen; beslis� sen; oordeel, vonnis, o.; dag des Oordeels, m. Doomsday, dag des Oor�deels, m. Door, deur, v.; (next door) in het aangrenzende huis; (door-keeper) portier. Dor, grap, v., streek, m.; (to give one the dor) iemand be-Doric, Dorisch. [dotten. Dormancy, slaap,m., rust,v. Dormant, slapend, rustig, stil; dwarsbalk, m. Dormer-window, dakven�

ster, o. [slaapvertrek, o. Dormitory, slaapzaal, v., Dormouse, marmotje, o. Dorsal, tot den rug behoorend Dose, dosis, gift, v.; walge� lijk middel, o.; lets walge�lijks ingeven.

Dot, stip, punt, v.; kindje, o.; een punt zetten op,stippelen Dotage, sufheid, kindsch� heid; overdreven liefde, v. Dotal, tot een weduwengoed behoorend. Dotard, gesnoeid; vergroei�de boom; suffe grijsaard ; iemand, die overdreven van iemand houdt, m. Dotation, schenken van een bruidschat, o., schenking, v. Dote, sullen; het verstand verliezen, (to dote one ver�zot zijn op ; bruidsschat, rn. Double, verdubbelen; dub�bel vouwen ; omzeilen; over- 70. Douse schrijven; met streken om�gaan � dubbel ; tweevoud, o.; streek, m.; duplicaat, o. Double-bass, contra-bas,v. Double-dealing, bedriege� � lijk, onoprecht; bedrog, o., onoprechtheid, v. Double-dutch, onverstaan� bare taal, v. [houden, o. Double-entry, dubbelboek-Doubleness, dubbelzinnig� heid, v. Doublet, een van een paar; een van twee woorden, die van denzelfden stam zijn afgeleid, maar in vorm en beteekenis verschillen; wambuis, o. Doubloon, Spaansch en Zuid-Amerikaansch geld�stuk ter waarde van onge�veer twaalf gulden, o.

Doubt, twij felen,betwijfelen, in twijfel trekken ; aarzelen, vermoeden wantrouwen, ' verdenken; twijfel, m.;bang, bedeesd, vol twijfel, twij fel�zuchtig, onzeker.

Doubtful, dubbelzinnig, on�duidelijk ; wantrouwend, aarzelend. Doubtless, zonder twijfel, onbevreesd, vertrouwend, zeker. Douceur, zachtheid, vrien�delijkheid, v.; klein ge�schenk, o. Lv. DOuChe,stortbad,o.,donehe, Dough, deeg, o.; (my cake is dough; het 'is mij niet ge�lukt. Doughty, dapper, moedig, koen, edel , wakker. Doughy, deegachtig; zacht, ongezond. Douse, dompelen, onder�dompelen,in het water stop-pen, uitdooven. Dove, duif, v., duifje, o.; zinnebeeld der onschuld; svmbool van den Heiligen Ceest, o. [venhok, o. Dovecot, duiventil, v., dui- Dovetail, zwaluwstaart, m.; met zwaluwstaarten ver�binden. Dowable, het recht hebbend op een weduwgoed. Dowager, douairi&e, adel�lijke weduwe, v. Dower, geschenk, o., begif�tiging; bezitting, welke de vrouw mee ten buwelijk brengt, v.; weduwgoed, o. Down, heuvel, m., heuvel�achtig land ; dons. o.; neer, neder, naar beneden, om�laag, stroomafwaarts; in tegenovergestelde richting van de hoofdstad. Downcast, terneergeslagen, gedrukt, treurig. Downfall, val ; afgrond, m.; neerstorting; vernietiging, v., ondergang, m. Downhearted,ontmoedigd, gedrukt, terneergeslagen. Downhill, naar beneden; dalend, hellend; naar den ondergang leidend. Downright recht naar om�laag; ronduit; eenvoudig, onloochenbaar, onver�bloemd, in ronde woorden. Downward, naar omlaag; uit een bran ; van stamva�der op afstammeling; uit vroegeren tijd. Downy, met dons bedekt, donsachtig, donzig, zacht, kalmeerend. Dowry, bruidschat, m., bruidsgift, v. Doxology, lofzang ter eere van God, m. Doze, sluimeren; slaperig Drainage voortleven ; dutje, slaapje, o., sluimering, v. Dozen, dozijn, o.; (by the dozen) bij het dozijn. Drab, slechte vrouw, v., zout-bak, m.; dik, bruin taken, o.; vaalbruine kleur; smet, v.; bevlekken, bezoedelen. Drabble, beslij ken, door bet slijk halen ; peuren. Drachm, drachma, o.; oude, Grieksche munt, v. Draft, afval, o., draf, m. Draft, schets, v., plan o., teekening, v.; wissel, m.; schetsen, omtrekken; deta�cheeren. [naar, m. Draftsman, plannenteeke-Drag, sleepen ; slepen; lang duren, langdradig zij n;dreg�gen ; remmen; dreg, v.; remschoen, m. Draggle, bemodderen, be�slijken, door het slijk sleu�ren ; nat maken; vuil wor-Dragnet, sleepnet, o. [den. Dragoman, gids, tolk (in Oostersche lanclen), tolk, verbonden aan een ambas�sade in Turkije, m. Dragon, draak; heftig, ha�telij k persoon, m.,helleveeg; duenna, v. Dragonet, draakje, o. Dragon-fly,glazenmaker,m. (insect). Dragonna de, vervolging der Protestanten in Frankrijk onder Lodewijk XIV, v. Er. Dragoon,dragonder,m.;duif, Dram, droogmaken; uitzui�gen; langzamerhand af�vloeien; uitputten; droog warden ; riool; slokje, bar�reltje, o. Drainage, droogmaking, v., waterafvoer, m.; uitwate�ring, rioleering, v.

Drainer, iemand, die zich

met rioleering bezighoudt; vergiet, o. [eend, m. -Dram, hoeveelheid van 60Drake, woerd, mannetjes greinen; zeer kleine hoeveel� heid, v.; slok, borrel; drank; vergiftigde drank, m. Drama, tooneelstuk, o.; dra�matische kunst, dramati� sche letterkunde, v. Dramatic, dramatisch; ge�kenmerkt door kracht en getrouwheid. Dramatise, in den vorm van een drama samenstel� len ; op dramatische wijzebeschriiven. Dramatist, dramaturg, dra�maschri jver, m. Drape, laken `even; dra�peeren, met laken beklee�den ; beschimpen. Draper, lakenhandelaar, m. Drapery, lakenhandel, m.;laken, o.; draperie,v.;laken� weefsel, o. Drastic, machtig; doelma�tig, krachtdadig; purgeer� middel, o. Draught, trekken, teekenen,o.; teug, v.; dronk ; tocht ;omtrek, m.; ontwerp, klad; spannen van een boog, o.;wissel, m. Draughts (pl.), damspel, o. Draw, trekken, teekenen ; voorttrekken, meetrekken, noodzaken to gaan ; inade�men, (a drawn battle) on�besliste veldslag. Drawback, nadeel, beletsel, bezwaar, o.; terugbetaling van invoerrecht, v. Drawbridge, ophaalbrug, v. Drawee, persoon, op wren een wissel getrokkenwordt, m. Drawer, iemand, die waterput ; kellner, m.; lade, v.;iemand, die een wissel trekt,m.; (drawers) onderbroek,v.Drawing, teekening; trek� king, v. Drawing-room, salon, o.;receptiezaal; officieele re�ceptie door een vorst ofhooggeplaatst persoon ge� houden, v. Drawl, uitrekken; uithalen,langzaam praten ; beuzelen ; temerige spraak, v. Draw-well, waterput, m. Dray (-cart), sleeperswagen, bierbrouwerswagen, m. Dread, vreezen, bang zijn voor ; vrees, v., ontzag, o.,verschrikking, v.; vreesaan�jagend, ontzagweltkend. Dreadful, verschriltkelijk,vreeselijk, vreesaanjagend,ontzettend, (a penny dread�ful) sensationeel blad, o. Dream, droomen, in den slaap zien ; droom, in.,droombeeld, vaag visioen, o.; muziek, v. Dreamy, droomerig ; voldroombeelden;denkbeeldig. Drear, somber, treurig, ver� lalen2 naargeestig. Dreariness, somberheid, treurigheid, verlatenheid, naargeestigheid, v. Dreary, somber, treurig,ver�laten, naargeestig. Dredge, oesternet, 0.; dreg ;baggermachine, v.; mengselvan gerst en haver, o.; dreg�gen ; uitbaggeren. Dredger, oestervisscher, m.;baggermachine, v.; suiker�strooier, m. Dregs (pl.), droesem, m., bezinksel ; afval, o.; (to thedregs) ten bodem toe. .

Drench, verdrinken ; door�weeken, drenken ; purgee�ren ; bedrinken ; water neer�storten ; drank, m. Dress, kleeden, aankleeden ; oprichten,bereiden ; verbin�den (eene wond) ; kappen ; kleed, o., kleeding, v. Dressing, kleeding, v.; ver�band, o.; saus, v., opvulsel, o.; stijfsel, v. Dressy, gekleed ; opzichtig, rijk, prachtig. Dribble, neerdruppelen, droppelen, neervallen � slap zijn; laten druppelen; drup�pelsgewijze toedienen. Drift, drijven ; voortgedreven worden ; richting, waarin ietsgedreven wordt,v.;hoop, m.; bui, v., storm, m.; in�geving, v., opzet, o.; beteeke�nis, v.; doel, o.; mijngang, v. Driftwood, drijfhout, o. Drill, doorboren, boren ; droogmaken,uitputten;dril�len, exerceeren ; zacht strco-Drilling, dril, o. [men. Drillpress, drilpers, v. [m. Drill -sergeant, drilmeester, Drink, drinken ; aan den drank zijn ; opslorpen, in�zuigen, in zich opnemen ; inademen ; drank, m.; (to be the worse for drink) dron�ken zijn. [bij de Joden, o. Drink-offering, drinkoffer Drip, droppelen ; la ten drop�pelen ; dakgoot, v. Dripping, vet, dat bij het braden van vleesch ge�vormd wordt, o. Drive, drijven, voortdrijven, noodzaken ; in een rijtuig rijden ; uiteendrijven ; ver�volgen � rijweg, m. Drivel, kwijlen ; suffen ; ge�wauwel, gebeuzel, o. Drizzle, motregenen, stof�regenen ; stofregen, mist, m. Droll,vreemd, eigenaardig, vroolijk, ondeugend, lach�wekkend,vermakelijk;vroo�lijke klant, grappenma�ker, m. Dromedary, dromedaris, m. Drone, gonzen, zoemen ; lui leven ; opdreunen ; hom�mel, m.; gegons, gezoem, o.; pijp van een doedelzak, v.; eentonig geluid, o., luiaard, m. [zend, eentonig. Dronish, lui,langzaam ; gon-Droop, verbergen; afhangen, neerhangen; terneergedrukt zijn, kwijnen. Drop,droppelen, vallen ; neerzinken, flauw vallen ; laten varen ; weggezonden worden ; droppel, m., va I�deur, v.; (he has had a drop too much) hij heeft hem om. Dropsical, waterzuchtig. Dropsy, waterzucht, v. Drosky, huurrijtuig, o. (in Rusland en Pruisen). Dross, schuim, o.; droesem, m.; afval van metalen, o. Drought, droogte,schaarsch�heid van water, v. [dorstig. Droughty, droog, verdroogd, Drove, kudde vee, v.; pad, waariangs vee wordt gedre�ven, o.; menschenmenigte,v. Drover, veedrijver ; vee�kooper, m.; boot, v. Drown, verdrinken ; over�gieten, overstroomen ; doen ophouden ; onderdompelen. Drowse, dommelen, sluime�ren ; slaperig maken ; slui�mering v., dutje, o. Drowsy, slaperig,dommelig; stomp, dom, dof. Drub, met een stok slaan, afranselen. . Drudge, zwoegen, tobben, slaven; zwoeger, tobber, slaaf, m. [gezwoeg, o. Drudgery, slaafsch werk ; Drug, medicijnen ingeven; verstompen, verdooven ; (drugs) drogerijen. [stof, v. Drugget, drugget, o., wollen Druggist, drogist, m. Druid, Druide, m. Druidism, godsdienst der Druiden, m.; voorschriften der Druiden (mv.), o. Drum, trom, trommel, v.; trommelvisch, m.; tromme�len ; kloppen, slaan. Drumhead, vlies van een trom, o.; koolsoort, v. Drum-major, tamboer-ma�joor, m. Drumstick, trommelstok, m.; vogelpootje, o. Drunk, dronken, door drank beneveld; bovenmate op�gewonden. Drunkard, dronkaard, m. Drunken, dronken, aan den drank verslaafd,in staat van dronkenschap verkeerend. Drunkenness, dronken-schap ; bedwelming, v. Drupaceous, tot de steen� vruchten behoorend. Drupe, steenvrucht, v. Dry, drogen, uitdrogen, droog worden, opdrogen, verdro�gen ; droog, dor, verwelkt ; sarcastisch, streng; dom, vervelend. Dryad, boschnimf, v. Dry-goods (pl.), manufac�turen (mv.), v. Drysalter, handelaar in ge�pekeld vleesch; koopman in verfwaren, m. [tweeledig. Dual, uit twee bestaande, Dualist, iemand, die de ziel en het lichaam als twee .

74 Dulcimer afzonderlijke deelen be�schouwt ; iemand, die twee posten bekleedt, m. Duality, tweeledigheid, v. Dub, tot ridder slaan, den ridderslag geven ; versieren, kleeden ; een titel schenken. Dubiety, twijfelachtigheid, onzekerheid, v..[zeker. Dubious, twijfelachtig, on-Ducal, hertogelijk. Ducat, dukaat, m. Duchess, hertogin, v. Duchy, hertogelijk gebied, o. Duck, duiken, dompelen, plonzen ; bukken ; eend, v.; lieveling; knappe vent, m. Ductile, rekbaar ; handel�baar, volgzaam, geschikt. Dudgeon, gevest van een dolk, o.; verontwaardiging, boosheid, v., toorn, m. Due, verplicht,schuldig; ge�schikt, toepasselijk, behoor�lij k; op tijd; dat,wat iemand toekomt ; belasting, v. Duel, duel, tweegevecht, o.; duelleeren. Duenna, een oudere dame, die een jong meisje verge�zelt ; eerste hofdame der Spaansche koningin, v. Duet, duet, o. Duffel, duffel, 0. Duffer, bedrieger, sufkop, m. Dug, uier, m.; bootje van een

uitgehold stuk hout ge�maakt, o. Duke, hertog ; leider, m.; kasteel in het schaakspel, o. Dukedom, hertogdom, o. Dulcet, sappig; aangenaam, prettig, zoetklinkend, har�mon ieus. Dulcifluous, zoetvloeiend. Dulcimer, muziekinstru�ment met metalen snaren, o.; dameshoed, m.

Dull, stomp maken, verstom�pen,verzwakken,vermoeien, dof maken ; dof, saai, som�ber, vervelend, dom, stomp. Dullard, domkop, domoor, stommerik, m. Dull-sighted, niet scherp�zichtig ; slecht van gezicht. Dull-witted, niet scherp� zinnig, stompzinnig. Duly, op geschikte wijze, in orde ; regelmatig. Dumb, stom, zwijgend. Dumb-show, pantomime,v. Dumfound, met stomheid slaan, in verwarring bren�gen, verbijsteren. Dummy, figurant, m.; pop, v.; blinde (kaartspel) ; dom�oor, m. Dumpish, treurig, somber, melancholiek, gedrukt. Dumpling, ketelkoek, m.; (apple-dumpling) appelbol. Dumps (pl.), treurigheid, somberheid, geduktheid, zwaarmoedigheid, v. Dumpy, kort en dik, ge�drongen ; gedrukt.

Dun, vaalbruin; donker, somber; verduisteren; aan�manen ; aanhouden ; las�tige schuldeischer ; heuvel, m., hoogte, v. [botterik, m. Dunce, domkop, domoor, Dune,zandheuvel,m.,duin,o. Dung, drek, m. Dungeon, kerker, m., ge� vangenis, v.; gevangen hou�den in een kerker.

Dunghill, mesthoop, m., mestvaalt, v.; gemeen ver�blijf, o.; lage positie, v. Duo, duo, duet, o. Duodecennial, twaalfjarig; om de twaalf jaar voor�komend. Duodecimal, bij twaalf- tallen berekend; tafel van twaalf, v. Duodecuple, uit twaalf� tallen bestaande. Dup, openen, opheffen, op�lichten, optillen. Dupe, bedriegen, bedotten ; dupe, slachtoffer, o., licht�geloovige, m. Duple, dubbel, tweevoudig. Duplicate, dubbel, twee�voudig ; duplicaat, tweede exemplaar ; lommerdbrief�je, o. Duplicity, tweeledigheid; onoprechtheid, huichelarij, v. [voortduring, v. Durability, duurzaamheid, Durable, duurzaam, sterk, hecht, standvastig. Durance, gevangenschap, hechtems ; gevangenis, v. Duration, duur, m., voort�zetting, v. Durbar, gehoor, o., audien�tie, audientiezaal, v. Duro, duren, voortduren, voortgaan. Duress, hardheid,v.;dwang, m., gedwongenheid, v. During, gedurende. Dusk, schemering ; duister� nis, v.; donker, schemer�achtig, somber. Dusky, donker, somber, treurig, ontmoedigend, ont�moedigd, melancholiek. Dust, afstoffen, stof afne�men ; stof, o.; aarde, v.; het graf ; verwarring, v. Duster, stofdoek, schuier,m. Dutch, Hollandsch ; de Hol�landers (mv.), m.; Holland�sche taal, v.; (Dutchman) Hollander. Duteous, plichtmatig, ge�hoorzaam. [biedig. Dutiful, plichtmatig; eer-

Duty, plicht, m., schuld, v.; eerbied, m.; belasting, v., invoerrecht, o. Duumvirate, regeering door twee personen, v. Dwale, bedrog, o., bedrie�gerij, v.; bedwOmende drank, m. Dwarf, dwerg; page, m. Dwell, wonen, verblijf hou�den ; uitstellen ; bestaan ; (to dwell on) verwijlen bij. Dwindle, kleiner worden, krimpen; zinken,ontaarden, verbleeken, verdwijnen. Dye, verven. Dyeing, verven, o.; vervend. Dyer, verver, m.

E Each, elk ; (each other) el kander. Eager, driftig, vurig, gretig, begeerig, verlangend. Eagle, �arend, adelaar, m.; Amerikaansche munt van 10 dollars, v. Ear, oor, gehoorzintuig, o.; oplettendheid; :iar, v. Earache, oorpijn, v. Eardrop, oorknopje, oorbel�letje, oorringetje, o. Eardrum, trommelvlies, o. Earl, graaf, m. Early, vroeg, vroegtijdig, bijtijds, eerste. Earn, verdienen, verkrijgen ; (to earn one's living) zijn brood verdienen. Earnest, pand, onderpand, handgeld, o.; eerstelingen (mv.), ernst, m.; ernstig. Earnings (pl.), verdienste, v.; verdiend geld; overge�spaard geld, o. Dyestuffs (pl.), verfwaren (mv.), v. Dying, stervend; sterfelijk, vergankelijk; dood, m. Dynamic, over kracht en sterkte handelend. Dynamics, leer der voortbe� wegende kracht, dynamica, Dynamite, dynamiet, o. [v. Dynamo meter,dynamome� ter, krachtmeter, m. Dynasty, dynastie, v., vor� stenhuis, o.; regeering, v. Dysentery, dysenterie, v. Dyspepsy,dyspepsie,slechte spijsvertering, v. Dyspeptic, lijdend aan slechte spijsvertering. Earring, oorring, m. Earshot, gehoorafstand, m.; (within earshot) binnen het gehoor. Earth, aarde, de wereld, v.; grond, m.; streek, v. Earthborn, menseheli j k ; sterfelijk..[bevestigd . Earthbound, in de aarde Earthen, van aarde, van klei; vergankelijk; (earthen�ware) vaatwerk, o. Earthflax, amant (soort as-best), o. Earthling, aardbewoner ; sterveling ; wereldling, m. Earthly, aardsch ; stoffelij k ; mogelijk, begrijpelij k. Earthnut, aardaker, m., aardnoot, v. Earthquake, aardbeving, v. Earthward, naar de aarde toe, aardwaarts. Earthworm, aardworm, m.; verachtelijk mensch, o. Earthy, aardsch ; ruw, grof. Ear-trumpet, gehoorbuis, v., instrument door hard�hoorigen gebruikt, o. Earwax,00rsmeer,00rvuil,o. Earwig, oorworm ; verklik�ker, m. Ear-witness, getuige, die verklaart wat hij gehoord heeft, m. Ease, gemak, o., kalmte, rust ; ongedwongenheid, v.; vergemakkelij ken ; lenigen ; kalmeeren,tot rust brengen. Easel, schildersezel, m. E alit,Oosten,o400st,00s tell j k Easter, Paschen, v. Eastern, oosterling, m.; oos� tersch, oostelij k. [w aarts. Eastward, oostelijk, oost-Easy, gemakkelijk, onge�

dwongen ; welgesteld ; on�doordacht. Eat, eten, opeten ; knagen ; smaken. [eetwaren. Eatable, eetbaar ; (eatables) Eaves (pl.), benedenste dak� rand, m.

Eavesdrop, afluisteren , luistervink spelen ; van het dak druppelend water, o. Ebb, ebbe, eh, v., verval, 0.; wegvloeien, zinken; verval�len. [zwart als ebbenhout. Ebon, ebbenhouten ; zoo Ebony, ebbenhout, o.; ne� gers (my.), m. Ebriety, dronkenschap, v. Ebullient, overkokend. Ebullition, koken, opborre� len, o., opwelling ; uitbar�sting, v. Eccentric, excentriek, zon-derling; zonderlingheid, v. Eccentricity, onregelmatig-heid, grillig eid; uitmiddel�puntigheid, v. [m. Ecclesiastes, de Prediker, 77. Edge Ecclesiastic, geestelijke, m.; geestel ij k, kerkeli j k. Ecclesiasticus, een der apocriefe boeken, o. Ecclesiology, kerkbouw�kunde, v. Echo, weerklinken, weergal�men, herhalen ; echo, v., weerklank, m.; gewelf o. Eclectic, schiftend, uitzoe�kend. Eclipse, verduisteren ; in ongenade brengen ; verduis-tering, duisterheid, v. Ecliptic, ecliptica, v., zonne� weg, m. Eclogues herdersdicht, o. Economic, zuinig, spaar� zaam, huishoudel j k. Economise, sparen, spaar-zaam zijn, bezuinigen. Economist, economist, staathuishoudkundige, m. Economy, zuinigheid ;huis-houdelijkheid ; orde van zaken ; regeling van be�stuur, v.; stelsel, o.

Ecstasy, geestvervoering, ziekel i jke overpri k kel in g, v. Ecstatic, verrukt ; verruk�kelijk, genotvol. Ecumenic, algemeen, tot de geheele bewoonde wereld behoorend. Eczema, huiduitslag, m. Edacious, gretig, gulzig, Edda, Edda. [vraatzuchtig. Eddy, dwarrelen, draaien ; dwarrelwind, m.;draaikolk, v.; (eddying) dwarrelend, draaiend.

Eden, Eden, Paradijs, o. Edentate, zonder snijtan�den, tandeloos. Edge, rand, kant, m.; snede ; hevigheid ; scherpheid, v.; een rand zetten op ; tergen ; aanzetten. Edgetool, scherp werktuig,o Edible, eetbaar, geschikt om te worden gegeten. Edict, edict, gebod, bevel, o. Edification, stichting, op� bouwing, v. Edifice, gebouw, o. Edify, stichten, opbouwen. Edifying, stichtelijk. Edile,Romeinsch magistraat, belast met het toezicht op de openbare gebouwen, m. Edit, uitgeven, voor uitgeven geschikt maken. Edition, uitgave, v., druk, m. Edifer,uitgever;redacteur,m. Educate, opvoeden; onder� richten. [onderwijs, o. Education, opvoeding, v., Educationist, ervaren pae� dagoog, voorstander van onderwijs, m. Educe, trekken uit, afleiden ; te voorschi,jn doen komen. Eduction, afscheiding, v., a f-Eel, paling, m. [voer, m. Efface, uitwisschen,onzicht� baar maken.

Effect, uitwerking, v.; alge�meene indruk, m.; einde, o.; bewerken, volvoeren. Effectible, uitvoerbaar. Effection, bewerkstelliging, schepping; constructie, v. Effective, werkend; krach� tig; werkelijk.

Effectual, krachtdadig; met gewenscht resultaat. �Effectuate, tot stand bren�gen, bewerkstelligen. Effeminacy, verwijfdheid; losbandigheid, v. Effeminate, verwijfd ma-ken, verzwakken ; verwijfd. Effendi,EtTendi (hooge Turk�sche Mel), m. Effervesce, opborrelen,zin�gen (van het theewater); 78. Egotise uitbarsten, krachtig bruisen Effervescence,opbruising; gisting; onstuimigheid, v. Effervescent, bruisend; op-vliegend; gistend. Effete, versleten, afgeleefd; onvruchtbaar. [zaam. Efficacious, krachtig; werk-Efficacy, kracht, v.; invloed, en. [v� Efficiency, werking, kracht, Efficient, oorzaak, v.; af�geexerceerd soldaat, m.; werkend, krachtig. Effigy, beeld, o.; beeldenaar, m., beeltenis, v. Effloresce, uitbotten; kris� ta lliseeren. Efflorescence, bloei, m.; uitbotten, o.; huiduitslag, m.; kristallisatie, v.

Effluence, uitvloeisel, o. Effluent, uitstroomend, nit-vloeiend..[damping, v. Effluvium,uitwaseming,uit-Efflux, uitvloeiing, v. Effort, poging, inspanning; worsteling, v.; etrectbejag, o. Effrontery, onbeschaamd�heid, brutaliteit, v. Effulgence, uitstraling, ver� spreiding van glans, v.

Effuse, uitgieten, storten, voortvloeien. Effusion,uitstorting,ontboe� zeming, v.

Effusive, alom verspreid; rijkelijk ; overdreven. Eft, watersalamander, m. Egg, ei, o.; (to put all one's e�s into one basket) alles op een kaart zetten.

Eglantine, egelantier, m. Egoism, egoisme, o., eigen� liefde, zelfzucht, v.

Egoist, egoist, m., zelfzuch-tige, m. [spreken. Egotise, veel over zichzelf Egotism, zelfzucht, zelfge�noegzaamheid ; verwaand�heid, v. Egregious, uitstekend, bui�tengewoon groot, op den voorgrond tredend, opval�lend. Egress, uitgaan, verlaten ; uitgang, m., heengaan, o. Egyptian, Egyptenaar ; Zi� geuner, m. Egyptology, kennis van Egyptische oudheden, v. Eider, eidergans, v. Eider-down, eiderdons, o. Eider-duck, eidergans, v. Eidograph, instrument, waarmede men teekeningen Eight, acht. [copieert, o. Eighteen, achttien. Eightfold, achtvoudig. Eighth, achtste. Eighty, tachtig. Either, een van de twee ; (either-or) of � of. Ejaculate, ontboezemen ; ontspringen; uitroepen; uit�spuiten. Ejaculation, vurige ontboe�zeming ; uitspuiting, v. Ejaculatory,uitroepend;ge�-uit in korte, ernstige zinnen. Eject,afzetten, uitwerpen, verdrijven; uitslaan (van vlammen). [ving, v.

Ejection, afzetting, verdrij- Ejector, afzetter, m. Eke, toevoegen, aanvullen,

vermeerderen; toevoegsel,o. Elaborate, nauwkeurig be�werken, met moeite voort�brenUen; doorwrocht,nauw�keurig uitgevoerd. Elaboration, nauwkeurige bewerking; beschaving, v.; voedingsproces, o. Eland, eland, m. Elapse, ongemerkt voorbij-

79.Electroscope pan, stil voortgaan (tijd). Elastic, elastisch,verearckhrz v. [k tig.. Elasticity, elasticiteit, veer�

,Elate, verheffen, opgeblazen maken ; opgewonden, op-geblazen. Elation, uitzetbaarheid, v. Elbow, elleboog; hoek, m., hocht, v. El d, grijsaard ; ouderdom ; oude tijden (mv.), m. Elder, oudste ; voorvader ; ouderling, m. Elderly, bejaard, oudach-EleCtuitverkorene,gekozene, m.; uitverkoren, gekozen. EleCtion,keuze;verkiezing,v. Elective, verkiezend, uit�

kiezend. [m. ' Elector, kiezer; Keurvorst, Electoral, van de verkiezing; van de verkiesbaarheid. Electorate, gezamen.lijke kiezers (mv.),m., verkiezing�korps, o. Electric, electrisch. Electrician, electricien, m. Electricity, electriciteit, v. Electrify, electriseeren, ver� bazen, plotseling doen ont�stellen. Electro-dynamics(pl.),leer van de electrische stroo�men, v. Electro -kinetics (pl.), leer der electrische beweeg�kracht, v. [electriciteit, v. Electrolysis,ontledingdodr Electro -magnetism, elec�tr o-magnetisme, o.Electrometer,electriciteits-meter, m. Electroplate, galvanisch vergulden, � verzilveren. Electroscope,werktuig om den aard der electriciteit to bepalen, o. .

Electro-statics (pl.), wer�king van de electriciteit in rust, v. Electrotype, vermenigvul�digen van cliche's lungs gal�vanischen weg. Electuary, likkepot, m. Eleemosynary, van aal -moezen leven e, m.; uit lief�dadigheid gegeven. Elegance, sierlijkheid, net�heid, fraaiheid; beleefd�held, voornaamheid, v. Elegant, fijn, sierlijk, fraai ; voornaam. Elegiac, elegisch ; treurig. Elegy, elegie,v., treurdicht,o. Element, element, hoofdbe�standdeel , o.; h oo fdoor�zaak, v. Elemental, elementair, aan�vankelijk, oorspronkelijk ; tot de elementen behoorend. Elementary, eenvoudig, on�vermengd; de beginselen behandelend. Elephant, olifant, m. Elephantiasis, elephantia�sis (een ziekte, vaarbij de huid van de beenen hard en droog wordt als van een olifant), v. Elevate, verheffen, verhoo�gen, veredelen; verheven, opgeheven. Elevation, stijging, ophef�fing ; verhevenheid, v. [v. ElevatOr,hijschmachine,lift, Eleven, elf ; (at the eleventh hour) te elfder ure. Elf, elf, kabouter, m., fee, v. Elfin, kleine fee, v.; tot de feeen behoorend. Elfish, door de feeen ge�daan; kwaadaardig. Elicit, uitlokken, aan 't licht brengen. [laten. Elide, een lettergreep weg- Eligibility, begeerlijkheid; verkieslijkheid; verkies-baarheid ; huwbaarheid, v. Eligible, begeerlijk, verkies-I i j k ; verkiesbaar ; huwbaar. Eliminate, uitwerpen, ver�drijven ; terzijde stellen. Elision, scheiding; wegla�ting van den eindklinker, als 't volgende woord met een klinker begint, v. Elite, keur, v., het beste. Elixir, elixer, o.; hartster�king, v. Elizabethan, uit den tijd van Koningin Elisabeth. Elk, eland, m. Ell, el (lengtemaat), V. Ellipse, ellips, v. Ellipsis, ellips, weglating van een of meer woorden, v. Elliptic, elliptisch. Elm, olm, iep, m. Elocution, welsprekend�heid, goede �oordenkeus, v. Elocutionist, goed spreker; leeraar in welsprekendheid, spraakleeraar, m. Eloge, grafrede, lofspraak over een doode, v. Elongate, uitrekken, ver�lengen ; vertrekken; uitge�rekt, verlengd. Elopy, er van door gaan, wegloopen om in het ge�heim te trouwen. Elopement, schaking; ont�vluchting, v. Eloquence, welsprekend�heid, welbespraaktheid, v. Eloquent, welsprekend, welbespraakt, vol uitdruk�king, gevoelvol. Else, anders. Elsewhere, ergens anders, op een andere plaats. Elucidate, openbaren, ver�klaren, verduidelijken. Elude, ontwijken, ontgaan; onopgemerkt blijven door.Elusive, ontwijkend. Elutriate, uitwasschen, zui� veren ; distilleeren. Elysian, zalig, hemelsch. Elysium,Elysium,Paradijs,o Emaciate,uitteren,vermage�ren, wegkwijnen ; doen ver�mageren, doen kwijnen. Emaciation, uittering, ver� magering, kwijning, v. Emanant, voortkomen de. Emanate, ontstroomen, ont� vloeien, ontspringen, voort�komen uit. Emanation, ontstrooming, ontvloeiing, v.; ontstaan, o., oorsprong, m. Emancipate,vrijmaken,ver�lossen, ontslaan. Emancipation, vrijmaking, vrijlating, bevrijding, v. Emasculate, ontmannen ; den moed ontnemen ; zwak, verwi j fd. Embale, in balen pakken. Embalm, balsemen; de ge�dachten bewaren aan. Embankment, oever, opge� hoogde oever, m..to. Embargo, verbod; beletsel, Embark, scheepgaan; laden; geld beleggen; beginnen. Embarkation, bevrachting, v.;schip,vaartuig,o.;lading,v Embarrass, verbijsteren ; in geldelijke verlegenheid brengen, last veroorzaken, belemmeren. EmbarrassMentverbijste�ring, verlegenheid,geldelij ke moeilijkheid, v. Embassy, ambassade, mis�sie, zend ing, v. Embattle, in slagorde scha�ren, wapenen, versterken, in staat van verdediging stellen

81.Embrocate Embellish, verfraaien, ver�sieren, verfraaiingen aan�brengen. [gen (mv.), m. Ember-daysm s(0.), vastenda-Embers (p sintels (mv.), m., gloeiende asch, v. Embezzle, verknoeien, ver�morsen, verkwisten ; ont�futselen,afnemen,ontstelen, onthouden. Embitter, verbitteren, bitter ma ken ; tergen, ergeren. Emblazon, versieren, ver�fraaien ; met heraldieke figuren bedekken; vieren, doen schitteren. Emblem, mozaTek ; sym�bool, zinnebeeld, o. Emblematic, zinnebeeldig, symbolisch. [dekken. Embloom, met bloesem be-Embodiment, belichaming, v. [geheel vormen. Embody, belichamen ; een Embolden,stoutmoedig ma-ken,in een besluit versterken Embolism, inlassching; ver�stopping van een bloedvat, v. Embosom, in zijn hart slut-ten � met liefde behandelen. Emboss, met relief bedek�ken ; borduren; drijven; ver�moeien ; in het struikgewas drijven;omringen;insluiten. Embow, welven, buigen. Embowel, insluiten � in de diepte verbergen; ledigen. Embower, omsluiten, om�ringen ; als met een prieel beschutten. Embrace, omhelzen, in de armen sluiten, omarmen; ontvangen, toelaten; be�hoeden, koesteren; omhel�zing ; worsteling, v. Embrasure, schietgat, o. Embrocate, een ziek li�chaamsdeel bevochtigen.

Em broider, borduren; over� drijven. [borduursel, o. Embroidery, borduurwerk, Embroil,in verwarring bren� gen, verwarren ; in een twist wikkelen. Embryo, vruchtbeginsel, o.; (in embryo) in zijn begin. Emendation, verbetering; zuivering van een text, cor�rectie, v . [beteraar, m. Emendator, corrector, ver-Emendatory, verbeterend, zuiverend. Emerald, smaragd, o. en m.; kleine clrukletter, v. Emerge, oprijzen uit; weer tevoorschijn komen. Emergency, nood, m.; drin�gende noodzakelijkheid; plotselinge verschijning, v. Emergent,dringend; plotse�ling oprijzend, plotseling verschijnend. Emersion, wederverschij�ning van een hemellichaam na een eclips, v. Emery, amaril, v.; (amaril�paper) schuurpapier, o. Emetic, braakwekkend; braakmiddel, o. Emigrant, landverhuizer,m. Emigrate, uit het land trek-ken ; emigreeren ; landver� huizers wegzenden. Eminence, verhevenheid, hoogte; beroemdheid, hooge positie,v4kardinaalstitel,m. Eminent, verheven, hoog,be�roemd, voornaam, hoogge�plaatst. Emir, worst ; afstammeling van Mohammed, m. Emissary, geheime agent, geheime bode, m.; afvoer�kanaal, o., spiedend, onder�zoekend. Emission, uitzending, uit-straling, uitgifte (bankno� ten), v. [stralend. Emissory, uitzendend, uit-Emit, uitzenden, uitstralen; lucht geven aan, ontlasten; Emmet, mier, v. [uitgeven.E m al liate, zacht maken,ver� weekelij ken ,verwij fd maken Emollient, verzachtend, weekmakend; verzachtend middel, o. EMOlument, emolument, voordeel, o., belooning, winst, v. Emotion, aandoening, ont�roering, opwinding, v. Emotional, gemakkelijk aangedaan. Empale,met palen omgeven, omheinen; spiesen. Emperor, Keizer, m..[v. Emphasie,nadruk,m.,klem, Emphasise, nadruk leg�gen op. Emphatic,nadrukkelijk,met nadruk, met klem. Empire, keizerrijk, rijk; hoogste gezag, o.Employ, beroep, o.; bezigen. Employment,ambt,beroep, o., bezigheid, v. Emporium, handelscen�trum, entrepot, magazijn, o.,hoofdmarkt,stapelplaats, v..[macht geven. Empower, machtigen, vol-Empress, Keizerin, v. Emptiness, ledigheid,onbe� woondheid,onwetendheid,v Empty, kaal, onvruchtbaar, ledig; ijdel, nutteloos; on-wetend..[maken. Empurple, purperkleurig Empyreal, hemelsch, vurig; den hoogsten hemel betref-Emu, casuaris, m..[fend. Emulate, w'edijveren, na� streven ; eerzucht4g. .

Emulation, naijver, m., me� dedinging, v. [dingend.Emulous, naijverig, mede-Emulsion, emulsie, vermen� ging van olie en melk door middel van gom ; aman�delmelk, v. Enable, machtigen, in staat stellen ; van middelen voor�zien. Enact, vaststellen, bepalen, bekrachtigen, als wet aan�nemen. [ling, v. Ensilage, woordverwisse-Enamel, emailleeren ; op�smukken ; email, glazuur, o. Enamour, bekoren, verliefd maken. Enarthrosis, gewricht, dat beweging in alle richtingen mogelijk maakt, o. EnCage, in een kooi sluiten, opsluiten. Encamp, kampeeren, tenten opslaan .; halthouden. Encaustic, ingebrand; door hitte veroorzaakt. [gen. Encave, in een hol verber-Enchain, ketenen, boeien, aaneenklampen. Enchant, verrukken, beko�ren, betooveren. Enchanter, toovenaar, iemand die bekoort of ver�rukt, m. Enchantment, betoovering, toovenarij, bekoring,v., too�vermiddelen (mv.), o. Enchase,met gedreven werk versieren, drijven, zetten i (van juweelen in goud). Encircle, omgeven, omrin�gen ; omarmen.

Enclave, door vreemd ge�bied omgeven grond, m.EnclitiC,onafscheidelijk ver� bonden ; neigend, leunend. Enclose, insluiten.

83.Endocardium Encomiastic, lovend, prij� zend.. [tin g, v Encomium, lof, m loftui-Encompass, omringen,om-Encore, bisseeren. [geven. Encounter, ontmoeting, te� gemoetkoming, v.; onder� houd ; gevecht, o.Encourage, aanmoedigen. Encouragement, aanmoe� diging, v.. [o. Encrinite, versteend dier, Encroach, inbreuk maken ; indringen, ongemerkt be- kruipen..[dekken. Encrust, met een korst be�EnCuMber,belemmeren; be� lasten ; verhypotheekeeren. Encumbrance, hindernis, v., last, m.; hypotheek, v. Encyclical, rondgaand schrijven, o.; rondgaand.

Encyclopaedia, encyclope�die, v., boek, dat alle weten�schappen onivat, o. [blaar. EnCysted,omsloten door een End, einde, besluit ; oog�merk, stukje, o.; uitslag; dood, m.; grens, v.; eindigen. Endanger, in gevaar bren�gen;blootstellen aan schade. Endear,bemind maken,dier�baar maken. Endearment, teedere liefde; bron van liefde, v.; (term of endearment) lievelings�naam, m. Endeavour, pogen,trachten; poging, inspanning, v. Endemic, inheemsch, aan een bepaalde streek eigen. Ending, einde, o.; uitgang, m. Endive, andijvie, v.

Endless, eindeloo s, zonder einde, onophoudelijk, onbe�grensd, voortduren d.

Endocardium, binnenste vlies van het hart, o. .

Endogen, plantensoortwaartoe de palmen en gras�sen behooren, v. Endow, begiftigen; van ta�lenten voorzien. [dragen. Endurable, dragelijk, to ver-Endurance, duur,m., voort�during;lijdzaamheid,v.;lij�den;uithoudingsvermogen,o Endure, duren, dulden, ver� dragen; steunen; ondergaan. Enema, inspuiting, v. Enemy, vijand, hater, tegen� stander, m.; (the enemy) de duivel.. [giek. Energetic, krachtig, ener-Energy, kracht, energie, v. Enervate, ontzenuwen, ver- zwakken..[maken. Enfeeble, verzwakken,zwak Enfilade, langs de geheelelinie bestrijken ; positie ineen rechte lijn, v. Enforce, kracht geven aan;opdringen. Enforcement,kracht; hand-having, uitvoering, v.;dwang, m. Enfranchise, vrijmaken,vrijlaten; het kiesrechtschenken ; burgerrech tenverleenen. Enfranchisement, vrij�spreking, vrijmaking, v. Engage, verbinden, verpan�den ; bespreken ; in dienstgaan; verwerven; bezetten. Engagement, engagement, o., verloving ; afspraak ; ver�plichting, v.; gevecht, o. Engaging, onderwerp datde aandacht bezighoudt, o.;innemend. Engender, voortbrengen,telen; veroorzaken. Engine,locomotief;machine,v., werktuig; middel, o. Engineer, ingenieur; machi- nist ; bouwkundige; genie� officier, m. Engird, omgorden.English, Engelsch; Engel� schen (mv.), m.; Engelsche taal, v. [ken. Engrave,graveeren; indruk-Engraving, gravure, v.; al� druk, m. Engross, in beslag nemen, geheel innemen ; in 't grootopkoopen;in 't net schrijven. Enhance, verhoogen,verhef�fen, vermeerderen, -zwaren. Enigma,raadsel; onverklaar� baar verschijnsel, o. Enigmatic, raadselachtig, duister. [spreken. Enigmatise, in raadsels Enjoin, opleggen, bevelen ; vermanen. Enjoy, genieten, het gebruikhebben van ; verkrijgen; (toenjoy oneself) gelukkig le- Enjoyment, genot, o. Enkindle, aansteken, on t�branden,doen ontvlammen. Enlarge, grooter maken,ver�wijden, uitzetten; in vrij�heid stellen ; uitweiden. Enlargement, verwijding,uitzetting; invrijheidstel�ling ; uitweiding, v. Enlighten, verlichten, be�schaven ; tot zien in staat stellen. Enlightenment, ontwikhe�ling, verlichting, bescha�ving, v. Enlist, op de lijst zetten ;dienst nemen ; zich aan een zaak wijden. Enliven,opwekken,verleven�digen, opvroolijken. Enmity, vijandschap, vijan�dige gezindheid, v. Ennoble, veredelen, adelen ; beroemd maken. . Ennui Ennui, verveling, lusteloos�heid, v.; het gevolg van verzadiging, o. Enormity, buitengewoon�heid; wreedheid, afschuwe�lijkheid, gruw el ijke m is�daad, v. Enormous, buitengewoon ; afschuwelijk, ijselijk. Enough, genoeg, voldoende. Enrage, woedend maken,

vertoornen. [vervoering, v. Enrapture,verrukking,geest-Enrich, verrij ken ; too i en ; vruchtbaar maken.

Enrol, inschrijven, aanmon�steren ; registreeren ; op�nemen. Enrolment,inschrijving, , aanmonstering; opname, v. Ensconce, verbergen ; ver�schansen ; zich neerzetten. Enshrine, wegsluiten (als iets.koesteren (met heilige liefde)..[dekken. Enshroud, omsluieren, be- Ensign, vlag, v., standaard, m.; signaal ; onderschei�dingsteeken, insigne ; ver�huurbordje ; uithangbord, o. Enslave, tot slavernij bren� gen. [drukken. Enstamp, stempelen, in-Ensue, volgen, vervolgen ; voortkomen.

Entaii,onvervreemdbaar ver�maken ; na zich sleepen ; leiden tot. Entangle, verstrikken, ver�warren ; verlegen maken, na zich sleepen. Enter, binnengaan, intre�den, binnendringen, zich begeven in ; lid worden, toelaten. Enteric, van de ingewanden. Enteritis,darmontsteking,v. Enterprise, ondernemen, 85.Entrancement pogen; waagstuk, o., spe�culatie, onderneming, v.; ondernemingsgeest, m. Entertain, handhaven, on�derhouden ; onthalen ; be�zighouden ; koesteren, ver�maken. Entertainment, onthaal, feestmaal, vermaak, o.; gastvrijheid, v. Enthrone, ten troon ver�heffen ; zetelen, wijden (bisschop). Enthronement, plaatsen op den troon, o.; installatie van een bisschop, v. Enthronisation, installatie van een bisschop, v. Enthusiasm, geestdrift, v., overdreven ijver, m., en�thusiasme, o. Enthusiast,geestdrijver,vu�rig bewonderaar, m. Enthusiastic, geestdriftig, vol vuur, ijverig, Entice, verlokken, verleiden. Entire, geheel, volkomen, oprecht, zuiver, onbetwist. Entirety, volkomenheid, op�rechtheid, zuiverheid, v. Entitle, betitelen, noemen ; aanspraak geven. Entity, bestaand iets, aan�wezen, zijn, o. Entomb, begraven, in een graf laten dalen. Entomology, entomologie, insectenleer, v. Entrails, ingewanden (mv.), binnenste, o. Entrain, meesleepen ; inla�den (in een trein); tengevolge hebben. Entrance, binnenkomst, in�trede, v., ingang, m.; in�klaring, v. Entrancement,verrukking,geestvervoering, v.

Entrap, verstrikken, in een val vangen, in de val laten loopen. Entreat, smeeken, dringend verzoeken, overhalen; be�handelen. Entreaty, smeekbede, v., dringend verzoek ; welkom, o.; ontvangst, v. Entry, intocht, ingang, m., binnenkomst; inklaring; deklaratie; bevrachting, v. Entwine, omwinden, om� slingeren..[slingeren. Entwist, omwinden, om-Enumerate, optellen, op� noemen, opsommen. Enumeration, optelling, op�noeming, opsomming, v. Enunciate, uiten,verklaren, duidelijk uitspreken. Enunciation, uiting, ver�klaring, duidelijke verkla-ring, v. Envelop, omringen, omwik�kelen, omsluiten. Envelope, omslag, m., enve�loppe, v. Envelopment, inwikkeling, omsluiting, v..[bitteren. Envenom, vergiftigen ; ver-Enviable, benijdenswaar� dig, afgunstverwekkend. Envious, afgunstig, kwaad� aardig, nijdig. Environ,omringen,oingeven. Environs (pl.), omgeving, omstreken (mv.), v. Envoy, bode, atgezant, m.; naschrift, o., ontknooping (drama), v. Envy, nijd, m., afgunst; kwaadaardigheid, v. Eolian, van Eolie, door de werking van den wind ontstaan.

Ephemere,dagvliegen(mv.); koorts van een dag, v. Episcopate Ephemeral, kortstondig; lets kortstondigs, o. Ephemeris, dagboek, o.; kalender, m.; sterrekundigetafel, v. Ephod, opperkleed der Joocische hoogepriesters, o. Epic, heldendicht, verha�lend gedicht, � o.; episch,verhalend. Epicene, tweeslachtig mensch, m.; tweeslachtig, verwijfd. [bek, m. Epicure, epicurist, lekker- Epicurean, epicurist, lek�kerbek, m.; epicuristiscb,weelderig. Epicurism, gehechtheid aan de leer van Epicurus; wijs�begeerte van Epicurus; lekkerbekkerij, v. Epicycle, cirkel, waarvan het middelpunt op een anderen cirkel draait, m. Epidemic, epidemic, v.; epidemisch, algemeen beer�schend. Epidermis, opperhuid, v. Epigastric, tot het boven�deel van den buik be�hoorend. Epiglottis, strotklep, v. Epigram, epigram, punt�dicht, puntig gezegde, o. Epigraph,opsehrift,motto,o. Epilepsy,epilepsie,vallende ziekte, v. EpilogUe,slotrede,v. [(my.) Epiphany, Driekoningen Episcopacy, bisschoppe�lijke regeering der kerk, v. Episcopal, bisschoppelijk, door bisschoppen bestuurd. Episcopate, als handelen, bisschoppelijke waardigheid bekleeden; his�dom, o.; waarcligheid van bisschop, v.

Episode, episode, v., voor�val, o.; bijgebeurtenis, v., tusschenverhaal, o. Epistle, brief, zendbrief, m. Epistolary, tot een briefbehoorend. Epistolic, tot het schrijven van brieven behoorend. Epitaph, grafschrift, o. Epithet, benoemen, betite� len ; toenaam, bijnaam, m. Epithetic, vol toenamen. Epitome, korte inhoud, m., kort begrip, o. Epitomise, korten inhoud ma ken ; verkorten, resu�meeren. Epoch, tijdstip, tijdperk, o. Epode, slotzang, m., re�frein, o. Eponym, naam van land of yolk van een persoons�naam afgeleid, m.

Epopee, heldendicht, o. Equability, gelijkheid, v. Equable, gelijk, gelijkvor� mig; billijk..(gelijk. Equal, gelijke, wederga, m.; Equalisation,gelijkmaking, v.. [nen. Equalise, gelijkmaken, effe-Equality, gelijkheid, v. Equanimity, gelijkmoedig� heid, v. Equate, gelijk maken door vereffen ing. Equation, vergelijking; ge� hjkmaking, v., evenwicht,o. EquatOr,equator,evenaar,m. Equery, stalmeester ; stal, m. Equestrian, ruiter, paard� rijder, m.; to paard zit-tend; tot het rijden be�hoorend.

Equiangular, gelijkhoekig. Equidistant, op gelijkenafstand. Equilateral, gelijkzijdig. Equilibrate, in evenwicht brengen, in evenwichthouden. Equilibrium, evenwicht, o. Equimultiple,met hetzelfde getal vermenigvuldigd. Equine, tot een paard be�hoorend. Equinoctial, evennachts�lijn, v.; tot de evennachts�lijn behoorende. Equinox, dag-en nacht� evening, v. [ren, kleeden. Equip, uitrusten, equipee-Equipage, equipage, v., staatsierijtuig, o.; uitrus�ting, v., stoet, optocht, m.,gevolg, o. Equipment, uitrusting, v. Equipoise, evenwicht, o. Equipollent, van gelijke waarde. Equiponderant, van gelijkgewicht. Equitable, billijk ; onpar- tijdig; gelijk. [rijden, v. Equitation,kunst van paard-Equity, billijkheid, recht�

vaardigheid, v. Equivalent, gelijkwaardig, overeenkomend. Equivocal, dubbelzinnig; uit onbekende oorzaak ont�staan. Equivocate, dubbelzinnig spreken, het niet nauw met de waarheid nemen. Equivocation, dubbelzin- nighei v.

Era, jaartelling,v.;tijdperk,o. Eradicate, uitstralen. Erase, uitwisschen, uit� schrappen. [schrapping, v. Erasion, uitkrassing, uit-Ere, eer, vroeger, v66r. Erect, oprichten, zich ver� heffen, opbouwen, stichten ; rechtop,naar boven gericht.

Erection, oprichting, ver�heffing ; stichting, v.Ermine, liermelijn ; heime� lijnen mantel, m. Erode, wegvreten, invreten. Erosion, wegvreting, invre� ting; uitholling, v. Erosive, invretend. Erotic, minnedicht,.o.; erotisch. Err, dwalen, afwijken; een fout begaan, zondigen. Errand, mondelinge bood�schap, v.; (to run errands) boodschappen overbrengen. Errant, dolend, dwalend ; (knight-errant) dolende rid�der..(zwerving, v. Errantry, ronddoling, om�ErratiC,dwalend,ongeregeld, zonder vasten weg. Erratum, erratum, o., ver�gissing, drukfout, v. Erroneous, dwalend, ver�keerd, afwijkend. Error, dwaling, vergissing, fout, verkeerdheid, over�treding, zonde, v. Erst, eerst, vroeger. Erubescent, blozend, rood�achtig, door een blos over�dekt..[barsting, v. Eructation, oprisping; nit-Erudite, geleerd, knap, in�gelicht. Erudition, geleerdheid, knapheid, studie, v. Eruginous, koperachtig. Erupted, uitgebraakt, uit� gespoten. Eruption, uitbarsting, v.; uitval; uitslag (op de huid), m. [uitslag. Eruptive, uitbarstend ; vol Erysipelas, roos (huid� ziekte), v . Escalade, bestormen, met stormladders beklimmen ; Espousal beklimming met stormlad�ders, v. Escapade, moedwillige streek ; missprong van een paard, m. Escape, ontsnapping, ont�koming, ontwijking, ont�duiking, v.; reddingtoe�stel, o. Escapement, ontsnapping, v.; echappement (uurwerk).Escarp, tot een steile helling maken ; binnentalud, o. Eschalot, sjalot, v.Escheat, verbeurd verkla� ren ; aan den leenheer ver�vallen ; aan de kroon ver�vallen goed, o. Eschew, schuwen, vermij�den, ontvlieden. Escort, ter bescherming ge�leiden ; escorte, gewapend geleide, o. Escritoire, schrijflessenaar, m., schrijfmap, v. Esculapian, geneeskundig.Esculent, voedsel, o.; eet� baar. Escutcheon, wapenschild, familiewapen ; dekschild; naambord (van een sch ip),o. Esophagus, slokclarm, m. Esoteric, geheim (voor in�gewij den). Espalier, leiboomen zet�ten ; leiboom, m.; staket�sel, o. Esparto, naam van twee Spaansche grassoorten. Especial, onderscheiden, bijzonder..[nage, v. Espionage,bespieding,spio-Esplanade, terras,o.;vlakke rij- of wandelweg, m. Espousal, verloving ; brui�loft, v.; huwelijk, o.; be�hoorend tot verloving of huweli,j k.

Espouse, verloven; huwen, uithuwen, uithuwelij ken ; verdedigen. Espy, bespieden, ontdekken, nauwkeurig nagaan. Esquire, weledelgeboren heer (op adressen); schild�knaap,.begeleiden, ver-gezellen. Essay, pogen, beproeven ; toetsen; poging, proef, toet�sing, verhandeling, v. Essence, bestaan, wezen ; uittreksel, o.; welriekende olie, essence, v. Essential, essentieel, we�zenlijk, werkelijk ; belang�rijk lets, o. Establish, vestigen, beves�tigen, vaststellen, gronden, bekrach tigen.

Establishment, vestiging, bevestiging, bekrachtiging ; inrichting, v. Estate, staat, toestand; rang, stand, m.; &zit, land-bent, o. Esteem, achten, hoog waar�deeren, op prijs stellen ; achting, hooge waardee�ring, v. [dig, schatbaar. Estimable, achtenswaar- Estimate, schatten, here�kenen ; schatting, begroo�ting, waardeering, waar�de., v. Estimation, schatting, be�grooting ; achting, v. Estrange,vervreemden,ont�houden; op een afstand houden. Estuary, zeeboezem, m.; monding eener rivier, v. Etch, etsen ; grond, waarvan men geoogst heeft, m.

Etching, ets, v.; (etching�needle) etsnaald, v. Eternal, Eeuwige, God, m.; 89. Eupeptic eeuwig, onveranderlij k,zon�der begin of einde. Eternity, eeuwigheid. v., voortbestaan na den dood o. Etesian, periodiek terug� keerend. Ether, ether, m. Ethereal, etherisch, vluch� tig ; hemelsch. Etherize, in ether verande�ren, aan den invloed van ether onderwerpen. Ethic, zedenleer, v.; de zedenleer betreffend.

Ethics (pl.), zedenleer, v.; systeem der voorschriften van den plicht, o. Ethiopian, Ethiopier, neger, m.; zwart. Ethnic, heiden,m.;heidensch Ethnography, ethnogra� phie, volkenkunde, v. Etvhinngolvo.gy, rassenbeschrij - Etiolate, doen verbleeken, an het zonlicht ont� trekken. [van ziekten, v. Etiology, leer der oorzaken Etiquette, etiquette, wel� levendheid, v.

Etymology, etymologie, woordalleiding, verbuiging en vervoeging der woor�den, v. [woord, o. Etymon, grondwoord, stam- Eucalyptus, Eucalyptus, koortsboom, blauwe gom�boom, m. Eucharist, Heilige hostie, v., sacrament van bet altaar, Heilig Avondmaal, o.; dankzegging, v. Eulogic, lovend, prijzend. Eulogist, lofredenaar, Eulogy, lofspraak, lofrede, v. Eupepsy, goede spijsverte� ring, v. Eupeptic, goed verterend. Euphemism, euphemisme, o., verzachtende uitdruk�king, v. Euphemistic, een euphe�misme bevattend, ver�zachtend. Euphonic, welluidend, aan�genaam voor het oor. Euphony; welluidendheid, aangename uitspraak, v. Euphrasy, oogentroost, v. Euphuism, overdreven ma�nier van zich uit te druk�ken, v. Eurasian, iemand geboren uit het huwelijk van een Europeaan en eene Azia�tische vrouw, m. Euroclydon, gevaarlijke Noordoosten-wind, die in de vroege lente over de Mid�dellandsche Zee waait, rn. European, Europeaan, m.; Europeesch. Eurythmy, juiste verhou�ding, symmetrie, v.; gere�gelde polsslag, m. Euthanasia,zachte dood,m. Evacuate, ontruimen, ledi�gen, uitwerpen. Evade, ontduiken, ontglip�pen, ontwijken, ontgaan. Evangel, evangelie, o.;blijde tijding, v. Evangelic, evangelisch. Evangelisation, evangeli� satie, v..[pred i ken. Evangelise, het evangelie Evangelist,evangelist,evan� gelieprediker, m. Evaporable, verdampbaar. Evaporate, verdwijnen; verdampen, uitwasemen; luchten (van toorn). verdwijning; verdamping, uitwaseming,v Evasion, ontduiking, ont� wijking; uitvlucht, v. -Evaporation, Eviscerate Evasive, ontduikend, ont�wijkend. Eve, vooravond, avond vO6r een feest, m. [zelfs. Even,even;effen,kalm,gelijk; Even-handed, rechtvaar�dig, onpartijdig, eerlijk. Evening, avond,.afne- ming, v.. [dig. Even -minded, gelijkmoe-Evensong, avondlied, o. Event, gebeurtenis,v.,afloop, gevolg, o..[rijk.Eventful, gewichtig, belang-Eventide, avond, m. Eventual, mogelijk, gebeur� lijk, wisselvallig, eventueel. Ever, ooit, in eenig opzicht, in eenige mate. Fwergreen, groenblijvende plant, V. Everlasting, eeuwigheid, v.; eeuwig, voortdurend; (The Everlasting) het Eeu�wige Wwen. Evermoreoltijddoor,steeds weer, voor eeuwig. Every, ieder, elk. Everywhere, overal. Evict, uitzetten, wettig ont- zetten, ontnemen. Eviction, wettige ontzet�ting; (uit eenig bezit), tat�zetting, v. Evidence, zichtbaarheid; duidelijkheid, klaarheid,ze�kerheid, v.; bewijs, o. Evident, duidelijk, klaar�blijkelijk, zonneklaar. Evil, zonde, v., kwaad, o.; kwaal, v..[daar, m. Evil -doer, boosdoener, zon-Evince, verdringen, den voet lichten; bewijzen. Evincible, te bewijzen, aan te toonen. Eviscerate, ontweiden (wild); verknoeien. Evoke, oproepen, bezweren (geest), voor den geest roepen, voor , den dag brengen. Evolution, evolutie, draai�ing, zwenking, beweging ; ontwikkeling, ontvouwing, v. [tie. Evolutionary, door evolu-Evolve, ontvouwen, ont�

plooien, ontwikkelen. Evulsion, uittrekking, uit� rukking, v. Ewe, ooi, v.. [v. Ewer, lampetkan,waterkan, Exacerbate,verergeren,toe� nemen; verbitteren. Exacerbation, het toene�men (ziekte); verbittering, v. Exact, exact, nauwgezet, stipt, nauwkeurig, juist, precies. Exaction, knevelarij, af�persing, v., buitensporige eisch, m. Exaggerate, overdriven, overschatten, vergrooten. Exaggeration,overdrijving, overdrevenheid, groot�spraak, v. Exalt, verheffen, verheerlij�ken; verrukken, vervoeren; overspannen, prikkelen. Exaltation, verheffing, ver�heerlijking, verrukking ; overspanning van den geest, v. Examination, examen, nauwkeurig onderzoek, ver�hoor, o., ondervraging, v. Examine, exam ineeren, nauwkeurig onderzoeken, ondervragen. Examiner, examinator, on�derzoeker ; inspecteur, m. Example, exempel, voor�beeld, model, patroon, o.

Exasperate,verbitteren, tot .

91 Excitable het uiterste drijven; ver�bitterd, getergd. Exasperation, hevige ver� bittering, v..[graven. Excavate, uithollen, uit-Excavation, uitholling; groeve, v.; gat, o. Excavator, graafmachine,v. Exceed, overtreffen, to bui� ten gain. Exceeding, buitengewoon. Excel, overtreffen, uitmun�ten, uitstekend zijn. Excellence,uitstekendheid, voortreffelijkheid, v. Excellent, uitstekend V001, treffelijk, zeer goed, best. Except, uitzonderen, uit�sluiten; tegenwerpingen maken; buiten, behalve ; zonder, tenzij. ExCeption,uitzondering,uit�sluiting ; tegenwerping, v.,

verzet, o. Exceptionable, betwist�baar � berispelijk. Exceptional, bij uitzonde�ring, buitengewoon. Excess, exces, o., over�maat, v., overvloed, m.; buitensporigheid, onmatig�heid, v. Excessive, overdadig, bui�tensporig, overdreven. Exchange, riffling, uitwis�seling; de beurs, v. Exchangeable, 4nwissel- baar. Exchanger, wisselaar, m. Exchequer, schatkist, v., geldelijk bezit, o. Excise, accijns, impost, m., verbruiksbelasting, v. Exciseman, ontvanger van accijnsen, m.

Excision, uitsnijding; uit�sluiting, v. [geraakt. Excitable,prikkelbaar,licht- .

Excitant, opwekkend, prik�kelend ; opwekkend middel, o.; prikkel, m. ExCitatiOn,aansporing,prik�keling, v.; opgewonden toestand, m. Excite, opwekken, aanspo�ren, prikkelen, aanmoedi�gen, opstoken, aanhitsen. Excitement, opwinding,op�gewondenheid, v. [varen.Exclaim,uitroepen,luide uit- Exclamation,uitroep,kreet,m., geschreeuw, o.; (note of �) uitroepteeken, o. Exclamatory, uitroepend, schreeuwend. Exclude, uitsluiten, buiten�sluiten, uitzonderen. Exclusion, uitsluiting, bui�tensluiting, veering, v. Exclusive, uitsluitend; (ex�clusive-dealing) uitsluiting. Excogitate, uitdenken,zorg�vuldig beramen. Excogitation, uitdenking, beraming, bepeinzing, v. Excommunicate, verban� nen, in den kerkban doen. Excommunication, kerk�ban, m. EXCoriate,ontvellen,de huid afschaven ; villen. Excrement, uitwerpsel; uit-vaagsel, 0. Excrescence, uitwas, o., knoest, m., wrat, v. Excrete, uitwerpen; out�last worden. Excretion, uitwerping; uit�werpselen (mv.), o. Excretory, in staat om uit to werpen. Excruciate, folteren, mar�telen; gepijnigd, gekweld. Excruciation, tottering, marteling, pijniging, kwel�ling, v. ExCu I rte,verschoonen,ver-ontsc uldigen, vrijspreken, als onschuldig beschouwen. Exculpatory, verontschul�digend, vrijsprekend. Excursion, uitstapje, tochtje, o.; afwij king, over�schrijding ; uitweiding, v. Excursive, afwijkend, dwa�lend, doorkruisend. Excursus,verhandeling aan het einde van een boek of hoofdstuk over een bepaald punt in dat boek, v. Excusable, vergeeflijk, ver�schoonbaar. Excusatory, eene veront�schuldiging bevattend. Excuse, vergeven, veront�schuldigen, vrijpleiten,vrij�stellen ; verontschuldiging, rechtvaardiging, v. Execrable, verfoeilijk, vloekwaardig,afschuwelijk. Execrate, verfoeien, ver�vloeken, verafschuwen. Execration, verwensching, vervloeking, v. Execute, uitvoeren, volvoe�ren, volbrengen, ten uit� voer brengen. Execution, executie, vol�brenging, ten uitvoerleg�ging, terechtstelling, v. Executioner, beul, m. Executive, uitvoerende macht, v.; volvoerend, uit�voerend..[voerder, m.

Executor, executeur, Executory, werkend, voerend, volvoerend.

Exegesis, exegese, telist-verklaring, v..[leggend.Exegetic, verklarend,nit- Exemplar, exemplaar; mo�del, voorbeeld, o. Exemplary,voorbeeldig.uit�stekend ; afschrikwekkend.. .

Exemplification, verkla� ring; bewijsplaats, v.; af�schrift, o. Exemplify, bewijzen, met een voorbeeld aantoonen. Exempt, vrije, m.; vrij, ontheven; verplaatst, niet inbegrepen;uitstekend;vrij�stellen, ontheffen. Exemption,vrijstelling,ont�heffing, v., vrijdom, m. Exequies, begrafenisplech�tigheid, v. Exercise, oefening; beoe-fening Iichaamsbeweging, exerci tie, v. [aanwenden. Exert, inspannen, streven,Exertion,inspanning,krach� tige poging, v. Exfoliate, afschilferen. Exhalation,uitdamping,uit� waseming, uitademing, v. Exhale, uitdampen, uitwa�semen, uitademen, in damp opgaan.

Exhaust, uitputten, leeg�maken, uitpompen; ver�moeien ; een onderwerp volledig behandelen. Exhausted, uitverkocht; leeggepompt. Exhaustible, uitputtelijk.Exhaustion, uitpomping; uitputting, vermoeienis, v. Exhaustive,uitputtend,ver�moeiend. Exhibit, tentoonstellen, ver�toonen ; voorschrijven (ge�neesmiddelen); uitstalling, tentoonstelling ; declara�tiet v. Exhibition, tentoonstelling, vertooning ; studiebeurs; openbare les met prijsuit�deeling, v. Exhibitory, vertoonend, ten�toonstellend. [opbeurend. Exhilarant, vervroolijkend, Engelsch-Roll.. Exhilarate, opvrool i j ken, verbli jden ;vrool ijk worden. Exhilaration, vroolij khei (I , opgewektheid, pret, v. Exhort, vermanen, waar�schuwen, aansporen, aan�zetten. Exhortation, verman i ng, waarschuwing, v. Exhumation, wederopgra�ving, v. Exhume, weer opgraven, weer aan den dag brengen. Exigence, dringend ver�zoek, o.; dringende nood�zaak, v., nood, m. Exigent, dringend, kritiek; dringende noodzaak, v. Exiguous, gering, schraal.Exile, balling, m., verban� ning, ballingschap, v. Exility, kleinheid,dunheid,v. Exist, bestaan, zijn, leveni voorhanden zijn. Existence, bestaan, aan�zijn, leven, o., werkelijk�held, v. [aanwezig.

Existent, bestaand, levend. Exit, heengaan, aftreden, o., uitgang m.; verscheiden, o., dood, m. im. Exodus, uittocht; exodus, Exogamy, gebruik dat in sommige stam men het huwelijk van een man met eene vrouw van zijn stam verbiedt, o. Exogen, plant die van bui�ten aangroeit, v. Exonerate, zuiveren, op, heffen, ontlasten, vrij-spreken. Exoneration, vrijstelling, ontheffing, ontlasting, v. Exonerative, vrijsprekend, ontheffend, ontlastend.

Exorbitance, overctrijving, buitensporigheid, v. 4 .

EXOrbitantbuitensporig,bo� venmatig, overdreven.Exorcise, bezweren, ui than-Exordia!, inleidend. [nen. Exordium, aanhef, m., in� leidend woord, o. Exostosis, beenuitwas, o. Exoteric, openbaar, voor de oningewijden.Exotic, niet inheemsch, bui�tenlandsch, vreemd. Expand, uitspreiden, ont�plooien, ontluiken, in om�yang toenemen. Expanse, uitgestrektheid, groote ruimte, v.; uitspan�sel"o.

Expansible, uitzetbaar. Expansion, uitzetting, ver�breeding, toename, ver�meerdering, v. Expansive, uitzettend ; zich intend, openhartig.Expatiate, uitweiden. Expatiation, uitweiding, v.Expatriate, uit het vader�land verdrijven,verbannen.Expatriation, verbanning,v. Expect, verwachten. Expectance, verwachting; opschorting; hoop, v.Expectant, wachtend, ver�wach tend. Expectation, verwachting; belofte, v.; vooruitzicht, o.Expectingly, vol verwach� ting. Expectorate, opgeven (flui�men) ; uitflappen.Expectoration, opgeven (fluimen), o.Expedience, onderneming; geschiktheid, v. Expedient,hulpmiddel,red- middel, o.; dienstbaar, ge�past.Expedition, expeditie, ver�zending; onderneming, v. Expeditious, spoedig,klaar, handelend, kort, gemak�kelijk. [ven.Expel, verbannen, uitdrij-Expend, uitgeven, besteden,verbrui ken. [verbruik, o.Expenditure, uitgifte, v., Expense, onkosten (mv.), m., uitgave, v.Expensive, duur, kostbaar; buitensporig. Experience, ondervinden, beproeven; ondervinding,v.Experienced, ervaren. Experiment, proeven ne- men, op de proef stellen ; proef, v. Experimental, proefonder� vindelijk ; ervaren. Expert, deskundige, m.; ervaren, bekwaam, des� kundig. Expiable,verwenbaar, w aar� your geboet kan worden. Expiate, boeten, weer goed maken.. [v- Expiation,boete,verzoening, Expiator, zoenoffer, o., boe� teling, m. Expirable, eindigend, tot een einde komend. Expiration, einde, o., dood; vervaltijd, m. Expiratory, tot de uitade- � ming behoorend. Expire, uitademen, den laatsten adem uitblazen ;afloopen. Expiry, vervaltijd, m. Expiscate, uitvisschen, ach� ter de waarheid trachten to komen. Explain,uitleggen,verklaren. Explanation, uitlegging,we� derzijdsche verklaring, v.Explanatory, verklarend. Expletive, stopwoord, o., vloek, m.; aanvullend. .

Expletory, vullend, opvul�lend, aanvullend. Explicable, verklaarbaar, uitlegbaar. Explicate, uitleggen, ver�klaren, ophelderen. Explication, explicatie, uit� legging, verklaring, ophel�dering, v. Explicit, duidelijk, heider, opzettelij k vermeld. Explode, uitbarsten, ont�plotien ; verwerpen. Exploit, tot zijn voordeel aanwenden, partij trekken van; exploot,o.; heldendaad, v., wapenfeit, o. Exploration, onderzoeking, navorsching, ontdekking, v. Explore, zorgvuldig onder� zoeken, nasporen. Explorer, natuuronderzoe�ker, m. Explosion, explosie, uit�barsting, losbarsting, ont�ploffing, v. Explosive, ontploffingsge�luid, o.; ontploffend. Exponent, exponent, ver�klarend persoon ; iemand, die eene partij of een prin�cipe vertegenwoordigt, m. Exponential, vertegenwoor�digend, verklarend. Export, uitvoer, m.; uitge�voerde artikelen (mv.), o. Exportable, uitvoerbaar,ge� schikt voor export. Exportation, verzending, v., uitvoer, m. Expose, blootstellen ; ten�toonstellen, uitstallen; uit�eenzetten ; aan de kaak stellen. Exposition, expositie, ten-toonstelling ; verklaring, blootlegging, v.

Expository, verklarend. Expostulate, vermanen, ernstig onderhouden; te�genwerpen. Expostulation, vermaning, v., ernstig onderhoud, 04 tegenwerping, v. Expostulatory, vermanend; tegenwerpend. Exposure, blootstelling, v., gevaar, o.; ontdekking, v. Expound, verklaren, ver� tol ken. Express, uitpersen, afper�sen ; in beeld brengen; bode ; sneltrein, m.; tijding, v.; duidelijk, helder. Expression, uitpersing; nit-drukking, verklaring, v. Expressive, ui tdrukkend ; veelbeteekend, krachtig. Expulsion, uitdrijving, ver� banning, v. [krabben.Expunge, uitwisschen, uit Expurgate, zuiveren, reint�gen. [niging, v. Expurgation, zuivering, rei-Exquisite, fat, fijne mijn�beer, m.; keurig, uitste�kend, lekker; verschrikke�lijk. [bloedeloos. Exsanguious, bloedarm, ExsCind, afsnijden.Extant, bestaande, voor- handen, aanwezig; klaar-blijkeliik, in 't oog loopend. Extempore, extempore, o.; onvoorbereid, voor de vuist. Extemporise, improvisee�ren, voor de vuist spreken. Extend, rekken, uitstrekken, voortzetten, vergrooten; pletten; schatten. Extensible, rekbaar. Extension, uitbreiding,ver� grooting; uitstrekking, v.; uitstel van betaling, o.; rekking en zetting van een gebroken lid, v. .

Extensive Extensive, uitgebreid. Extent, uitgebreidheid, v.,omvang, m.; bevel tot ver�koop, o..[minderen. Extenuate, verzachten, ver- Extenuating, verzachtend; (extenuating circumstances)verzachtende omstandig�heden. Extenuation, verzachting,verkleining; vermagering,uittering, v. Exterior, buitenzijde, v.,uiterlijk,.o.;.buitenste; buitenlandsch. Exterminate, uitroeien,ver�delgen;in 't ongeluk storten. Extermination, uitroeiing, vernieling, v. External, uitwendig deel, o.;uitwendig ; zichtbaar. Extinct, uitgebluscht, uit-gestorven ; niet meer vankracht. Extinction, blussching; uit-roeiing,uitdelging;aflossing,delging (schuld), v. Extinguish, uitblusschen, uitgaan, wegsterven, ver�nietigen, verduisteren. Extinguisher, uitblusscher, domper; dooddoener, m Extirpate, verdelgen, roeien, geheel wegnemen. Extirpation, uitroeiing; nit- snijding (zweer); vernieti� ging,verdelging,v. [prijzen. Extol, verheffen, verhoogen, Extorsive, afpersend, ont� wrin -[gen. genci..Extort, afpersen, ontwrin-Extortion, afpersing, v. Extortionate, gedwongen, geprest..[zetter, m. Extortioner, afperser, Extra, extra, buitengewoon, zeer. Extract, extract,uittreksel,o.

96. Exult Extraction, uittrekking; af�komst, geboorte, v. Extractor, trekker; kiezen� trekker, m. Extradition, uitlevering, v. Extra-judicial, wederrech� telijk..[aardsch. Extra-mundane, boven-Extraneous, vreemd, niet behoorend tot. Extraordinary, buitenge�woon, zeldzaam,merkwaar�dig, bijzonder. Extravagance, buitenspo�righeid, dwaasheid, onzin�nigheid, ong'erijmdheid, v. Extravagant, dwaus, onge�ri)md, buitensporig. Extravaganza, tooverbal�let ; schijnbaar onregelm,a�tig muziekstuk, o. Extreme, uiterste, o.; uiterst, dringend. Extremity, uiterste, nit-elude; uiterste graad, uiter�ste nom!, m. Extricate, losmaken, ont�warren, vrijmaken. EXtriCatiOn,ontwarring,los�making, v. Extrinsic,.uiterlijk, niet behoorend tot het inner�lijke deel. Extrude, uitdrijven, uit�duwen ; wegzenden. Extrusion, uitclrijving, ver�schuiving. wegzending, v. Exuberance,weelderigheid, v., overvloed, m.; groote vruchthaarheid, v. Exuberant, weelderig, over�vloedig ; overdreven, ge�zwollen..[scheiding, v . Exudation, uitzweeting, af-Exude,.uitzweeten, uit-vloeien, afscheiden. Exult, juichen, jubelen, zich verheugen. . Exultant, triomfantelijk, juichend, jubelend. Exultation, triomf, m., verrukking, v. Eyalet, onderdeel van het Turksche rijk, o. Eye, oog ; gezicht, gezichts�vermogen; gelaat, o., blik, m.: opzicht, toezicht, o. Eyeball, oogappel, m. Eyebright, oogentroost (plant), v. Eyebrow, w'enkbrauw, v. Eyelash, wimper, v. Eyeless, zonder oogen, blind. .

97 Factotum Eyelet, oog, vetergat, reef- gat, o. Eyelid, ooglid, o..[m.Eye-service, oogendienst, Eyesight, gezicht, gezichts� vermogen, o. Eyesore, doom in 't oog; gierstkorrel (geneeskun�de), m. Eyetooth, oogtand, m. Eye-witness, ooggetuige,m. Eyre, rondreis van een rechter, v. Eyrie, roofvogelnest, arends�nest ; gebroed, jong broed�sel, o.

Fable, verhaal, o., fahel, v.; leugens uitstrooien. Fabric, geraamte van een gebouw ; gebouvv ; weefsel, maaksel, o. Fabulise, in fabels schrijven of spreken.

Fabulous, fabelachtig,fabu�leus, voorgewend, uitge�dacht; buitengewoon groot. Fa�ade, voorgevel, m. Face, gelaat, gezicht, o.; wijzerplaat ; tegenwoordig�heid, v.; voorkomen, o.; bru�taliteit, v.; onder de oogen komen, aanzien. Facecloth, doek, dien men over het gelaat van een doode legt, m. Facet, klein vlak, facet, o. Facetious, ondeugend, gui�tig, vroolijk, geestig, luimig. Facial, tot het gelaat be� hoorend.

FaCife,gemakkelijk; inschik�kelijk, gedwee; viug, handig. Facilitate, vergemakkelij- ken, gemakkelijk maken, verl ich ten, bevotderen. Facility, gemak,o., gemakke�lijkheid ; gelegenheid, v., middel, o.; vlugheid, han�digheid, v. Fact, daad, v., feit, o., waar�heid, werkelijkheid, v.; (in fact) eigenlij k. Faction, factie, partij, v., gezelschap ; tumult,o., twee�dracht, oneenigheid, v.

FaCtiOus,werkzaam,volhar�dend; tot eerie partij be�hoorend ; vijandig jegens de regeering, oproerig. Factitious, kunstmatig, na�gemaakt, valsch, onnatuur�lijk. Factor, agent, plaatsvervan�ger, factor, m. Factory, handelsvereeniging in het buitenland; fabriek, werkplaats, v., atelier, o. Factotum, factotum, o., per-soon, die voor allerlei werk dienstig is, rn. . Faculty, geschiktheid,v.,ver�mogen, verstand, o.; vlug�heid,handigheid; gewoonte,v.; gezag, o.; faculteit, v. Fad, stokpaardje, geliefkoosd thema, o. Fade, verwelken, verdrogen,verleppen,kwijnen,machte�loos worden, vergaan, dofworden, verflauwen. Fag, moe worden, zwoegen;zwoeger; schooljongen, dievoor de oudere leerlingenallerlei diensten moet ver�richten, m. Fag-end, uitgerafeld eindtouw, o.; zelfkant, m. Fagot, takkenbos, bos; per-soon, die bij inspectie eensoldaat moet vervangen,m.;oud wijf, o. Fail, mislukken, tekortschie�ten, kracht verliezen, fail�liet gaan. Failing, zwakheid,v., gebrek;bankroet, o.; afnemend. Failure, tekortkoming, v.,verzuim, o.,mislukking; ver�waarloozing, v.; bankroet,o. Fain, blij, tevreden (bij ge�brek aan beter). Faint, zwak worden, flauw�vallen ; verdwijnen; zwak,flauw,onduidelijk;bevreesd,bang, bedeesd. Faintness, flauw-, zwak-, onduidelijkheid;bangheid,v Fair, mooi, aangenaam voorhet oog; fielder, zuiver, rein;onbewolkt, open ; gunstig;eerlijk, rechtvaardig; blond; schoonheid; kermis, v. Fairy, fee ; betoovering, be�koring, v. Fairyland, tooverland, o.; (fairy-tale) sprookje, o. Faith, geloof, vertrouwen, o.; trouw; gegeven belofte;

98.Familiarity oprechtheid ; waarheids� liefde ; ware liefde, v. Faithful, getrouw ; eerlijk,oprecht, betrouwbaar; ge�loofwaardig. Faithless, ontrouw ; onge�loovig; verraderlijk, be�driegend. Falchion, kort zwaard, o. Falcon, walk, m. Faldstool, vouw-, bidstoel, Fall, vallen, stroomen, af� nemen, dalen, zinken, on, komen, een gewelddadigendood sterven; val, m., da�ling, v.; waterval; herfst ;ondergang, dood, m. Fallacious, bedrieglijk,valsch, misleidend. Fallacy, bedrog, bedrieglijk. voorkomen ,o.;drogreden,v. Fallibility, feilbaarheid, v. Fallible, feilbaar. Fallow, roodachtig geel ; on� bezaaid ; (fallow-deer) tamhert, o. False, valsch, on waar, on�trouw, trouweloos, huichel�achtig. Falsehood, leugen,onwaar�heid,huichelarij,ontrouw,v. Falsification, vervalsching,verdraaiing, v. , bedrog, o. Falsify, vervalschen, ver�draaien, bedriegen, nama�ken. Falter, struikelen ; zwak zijn ; stotteren ; aarzelen;dorschen, gerst ziften. Fame, beroemdheid, faam, bekendheid, v., algemeenverspreid gerucht, o. Familiar, bekend ; huisel ij k ;gewoon, gemakkelijk, onge�dwongen. Familiarity, gewoonte, inti�miteit, bekendheid, onge�dwongenheid, vrijheid, v.

Family, familie, v., huisge�nooten (mv.), m., kinderen (mv.), o. Famine, hongersnood, m., gebrek aan voedsel, o. Famish, hongerlijden, van honger omkomen ; door den honger dwlngen. Famous, beroemd, alom be�kend, schitterend, veelbe�sproken ; berucht. Fan, koelte toewaaien, luch�ten ; waaier, m. Fanatic, fanatiek, overdre�ven bezield ; fanatiek per-soon, m. Fanciful, fantastisch, vreemd; grillig. Fancy, verbeelding, opvat�ting, gedachte,v.,denkbeeld, o.; gril, neiging, v., smaak, m. Fandango, Spaansche dans,Fane, tempel, m., heiligdom, o.

(alleen in poesie).Fang, gevangen prooi, v.; klauw, slagtand, m.

Fanlight, raam boven een deur in den vorm van een waaier, o. Fanpalm, waaierpalm, m. Fantastic, fantastisch, inge�beeld; grillig, wispelturig, vreemd, onzeker ; spookach�tig. Far, ver, verwijderd, afgele�gen ; (by far) veel. Farce, opvullen, vullen ; klucht, v., ledig vertoon, o. Farcical, kluchtig, zot, lach�wekkend, bespottelij k,grap-pig. [last, m. FFardel, bundel, m., pak, o., gaan, reizen, vertrek�ken; leven;van voedsel voor�zien worden; reis,v., vracht�prijs; passagier(s); kost, m., eten; welvaren, o. Fate Farewell, vaarwel, afscheid, o., afscheidsgroet, m. Far-fetched, gezocht, on�natuurl ij k. Farm, pacht � pachthoeve, v.; verpachten, pachten; bewerken, bebouwen. Farmer, pachter, landbou� wer, m.. [m.Farrier, hoefsmid; veearts, Farrow, biggen; troep big� getjes, m. Farther, verder, meer ver-wijderd, meer afgelegen. Farthing, kleinste koperen munt in Engeland, v., vierde gedeelte van een stuiver, o. Fascicle, pakje, bundeltje, o., bloemtros, m. Fascinate, betooveren, be-koren, grooten invloed uit-oefenen op. Fascination, tooverkracht; betooverin(, v., onweer�staanbare invloed, m. Fashion, fatsoen, patroon, o., mode, kleederdracht, v.; (to be thefashion)mode zajn. Fashionable, fatsoenl ijk ; naar de mode; welopgevoed. Fast, vasten ; vasten, o.; snel, vlug; stevig, diep, dicht; onzedelij k ; geemancipeerd. Fasten, vastmaken, beveili�gen, verbinden, toebrengen. Fastidious, kieschkeurig, moeilijk to voldoen. Fastness, srielheid; ver� sterking, v., fort, o..[m. Fat, vet ; beste deel, o.; room, Fatal, fataal, noodlottig, rampspoedig, onheilbren�gend. Fatality, noodlottige gebenr�tenis,onvermijdelijke ramp, v.; noodlot, o. Fate, noodlot, lot,o.,dood,m.; (fates) schikgodinnen(mv.),v

Fated,voorbestemd,bepaald. Father, vader, voorvader ; oudste, m. Fatherhood, vaderschap, o. Father-in-law, schoonva� der, m. [boorteland, o. Fatherland, vaderland, ge-Fathom, omvatten, door� gronden, begrijpen ; bereik,o., omvang; vadem, m. Fatigue, uitputting, ver�moeienis, v.; vermoeien. Fatten, vetmesten; vet wor�den ; vruchtbaar maken, bemesten. [v. Fatuity, domheid, sulligheid, Fatuous, zwakhoofdig; in-Faugh, bah ! [gebeeld. Fault, 'but, fell, schuld, v., ge� brek,o.;(at fault) verbijsterd. Fa u Itless,onberispelij k,vol�ma a kt, onverbeterlijk. Faulty, gebrekkig; schuldig,in gebreke blijvend; on�volmaakt. Fauna, dieren, die voor�komen in een bepaaldestreek (mv.), o. Favour, gunst, begunstiging,v.; gelaat, o.; steun, m.;lintje, o.; begunstigen, goed�keuren. Favourable, gunstig, voor�deelig; toegedaan. Favourite, gunsteling, lieve�ling, m.; geliefkoosd. Fawn, laag vleien, kruipen;jongen werpen (herten);vleierij, kruiperij, v.; jonghert, o. [sluiten ; fee, v. Fay, in elkander passen ; Fealty, trouw (aan den worst), v. Fear, vrees, v., angst, m.; ontzag, o., eerbied, m.; vree�zen.bang zijn voor,duchten. Fearful, vreesachtig, ang�stig; vreeswekkend. Fearless, onbevreesd, moe�dig, stoutmoedig. [baar. Feasible,praktisch,uitvoer- Feast, feest, feestmaal,gast�maal, o.; lekkernij ; verruk�king, v.; feestvieren, genie- ten, smullen. Feat, daad, v., feit, helden�feit, kunststuk, o. Feather, veer, veder, pluim,v.; ijdele titel, m. Feature, gelaatstrek, trek,m., voorkomen, eigenaardigkenmerk, o. [middel, o. Febrifuge, koortsdrijvend Febrile, koortsig, koorts� achtig. February, Februari, m. Feculent, vol grondsop, dik, modderig, troebel, drassig. Fecund, vruchtbaar. Federal, tot een bondsstaat behoorend. Federate, verbonden, door een bond vereenigd. Fee, bijdrage, v.; loon, salaris; eigendom ; leen�goed, o. Feeble, zwak, krachteloos. Feeble-minded, zwak van geest ; besluiteloos. Feed, voer, maal, o., maal�tijd ; voorraad, m.; voeden. Feel, voelen, betasten, on�dervinden ; aanraking, ge�wa a r word ing, v., gevoels�zin, m. Feeler, voelhoorn, m. Feeling, gevoelig, bewust; vol uitdruldiing, gevoelvol ; geet71,i.bewastzija, o.; on- dervinding, aandoening, v. Fe et p voeten (mv.), m. Feign, veinzen, voorwenden, voorg,ven. Feint, voorwendsel, o.; list ; schijnbeweging, v.

Felicitate, feliciteeren, ge�lukwenschen ; gelukkig ma-ken. [spoedig; geschikt. Felicitous, gelukkig; voor- Felicity, geluk, o.; geluk�zaligheid, v.; gelukkige aan�leg, m.; geschiktheid, v. Feline, katachtig; sluw, steelsch ; (the feline tribe) het kattengeslacht. Fell, vellen, doen neerval�len ; zoomen ; wreed, woest ; huid, v.; zoom, m. Fellow, kerel, vent, kame�raad, maat, jongen, m.; lid van een genootschap, o. Fellowship, gemeenschap, v.; omgang, m.; gelijk aan�deel in, o.; omgaan met. Felon, misdadiger, snood�aard, m.; kwaadaardig, wreed, verraderlijk. Felony, , .v., straf-baar felt, o. Felt, met vilt bedekken ; vilt, o.; vilten hoed, m. Felucca, bootje met riemen en driehoekige zeilen, dat op de Middellandsche Zee gebruikt wordt, o. Female, vrouwtje, wine, o.; vrouwelijk, zacht, teeder.Fern inine,vrouwelijk,zacht, teeder ; verwijfd. Fen, moeras, moerassig land, o. Fence, muur, m., heg, om�heining, beschutting, v.; heler, m.; schermen. Fencible, verded igbaar. Fencing, schermkunst, v. Fender, hekje om een open haard, o.; metalen plaat voor een schip, v. Fennel, venkel, v. Feoff, met een leen begifti�gen ; leengoed, o. Feretory, plaats, waar in een kerk een lijkbaar gezet wordt, v. Ferine, wild, ongetemd, kwaadaardig, roofdier, o. Ferment, gisten, in gisting brengen, beroeren. Fermentation, gisting, broeiing, beroering, v. Fermentative, gistend, gis� ting veroorzakend. Fern, varenkruid, o. Ferocious, woest, wreed, razend, dol..[held, v. Ferocity, woestheid, wreed-Ferreous, van ijzer. Ferret, doorzoeken ;.t- drijven, wegjagen; woeke� raar, m.; fret, o. Ferruginous, i,jzerhoudend. Ferrule, metalen ring, m., koperen busje (om een stok), o. Ferry, overzetten ; veerboot, v., veer, veerrecht, o. Fertile, vruchtbaar ; vin� dingrijk. [ken, bemesten. Fertilise, vruchtbaar ma-Fertility, vruchtbaarheid, v. Ferule, met de plak geven; schoolplak, v. Fervency, ijver, ernst, m., vuur, o. Fervent,.vurig, driftig, ijverig.. [rig. Fervid, heet, brandend, vu-Fervour, gloed, m., drift, v., vuur, o. [blij. Festal, feestelijk, vroolijk, Fester, bederven, tot bederf oveerugiaean (flg.).een; blijven n,ettr smeulen Festival, feest, o., feestvie�ring, v.; feestelijk, vroolijk. Festive, feestelijk, vroo�lijk, blij, geschikt voor een feest. Festivity, feestelijkheid, feestvreugde, v.

Festoon, met kransen ver-.akker, m.; slagveld; cricket- sieren, met guirlandes tooien ; guirlande, v., krans, m., festoen, o. Fetch, halen, trekken, be�halen, bereiken; streek, m., list, v. Fetich, afgod, m.; toover�middel, tooverwoord, o. Fetlock, vetlok, v. Fetter, boeien, binden, be�lemmeren ; boei, keten, v. Feud, vete, v., strijd, m.; leengoed, o. Fever, koorts; hitte, opge�wondenheid, v. veld., o.; jachtstoet, m.; uitgestrektheid, v. Field-marshal, veldmaar� schalk, m. Fiend, booze geest, duivel,m. Fiendish, duivelachtig. Fierce, woest, wreed, vurig, hevig, heftig. Fiery, vurig, vlammend,licht ontbrandbaar, in brand. Fife, pijpen, op een fluit spelen; pijp, fluit, v. Fifteen, vij ftien. Fifth, vijfde. Fifty, vijftig.

Feverish, koortsachtig ;.Fig, vijg, v., vijgeboom, m.; zwoel;onstandvastig,grillig..kleeding, uitrusting, v.; (I do Few, weinige ; (a few) enkele..not care a fig) het kan mij Fiasco, fiasco, gebrek aan.Been for schelen. succes, o., ongunstige uit-Fight, strijd, m., gevecht, slag, m., slechte figuur, v..o.; vechten, bevechten. Fiat, fiat, bevel, bevel-schrift, o.. Fib, jokken ; snel achtereen slaan ; leugentje, o. Fibre, vezel, v. Fibrous, vezelachtig. Fickle, wispelturig, grillig. Fiction, fictie, verdichting, v., verdichtsel, o. Fictitious, verdicht, uitge�dacht; denkbeeldig;onwaar. Fiddle, viool spelen ; beu- zelend spelen; viool, v. Fidelity, trouw, getrouw�heid, aanhankelijkheid, v. Fidget, zenuwachtig per�soontje, o.; zenuwachtige

Figment, winding, v.; ver-dichtsel, o. Figurathie,figuurhjk, zmne-beeldig, bloemrijk. Figure, figuur, gedaante, afbeelding, v., vorm, m., cijfer, o.; voorkomen, beeld, o.; vormen ; berekenen ; voorstellen, toonen ; in tee-kens uitdrukken. Figurehead, beeld aan den voorsteven, o. Filander, kangoeroe (kleine snort), v..[foot, v. Filbert, hazelaar, m., hazel-Filch, stelen, kapen. Filcher, kaper, ontfutse� gejaagdheid,.beweeglijk-.laar, m. held, v.; zich zenuwachtig File, snoer, o., draad ; cata- bewegen..[jaagce..logos, m.; gelid, o.; vijl, v.;

Fidgety, zenuwachtig, ge-.geslepen mensch, m. Fiducial,vertrouwelijk, ver-Filial, kinderlijk. trouwend, zeker, hecht..Filiform, draadvormig, dun. Fie, foei !. Filigree, fijn zilverwerk, fijn Fief, leengoed, o.. goudwerk, o. Field, veld, open land, o., Fill, bekomst, v.; vullen. Fillibeg, rok, door de Hoog�landers gedragen, m. Filly, merrieveulen, o.; wil�debras, v. Film, met een vlies bedek�ken; vlies, oogvlies, o. Filter, filtreeren, ziften ; fil�treermachine, zeef, v. Filth, vuiligheid, v., vuilnis, bederf, o. Filthy, vuil, smerig, onzui�ver ; onrein, verdorven. Fimbriate, omzoomen, van franje voorzien. Fin, zwemvlies, o., vin, v. Final, laatste, beslissend. Finality, volkomenheid, v., eindtoestand, m. Finance, stelsel van inkom� sten en uitgaven, o. [lijk. Financial, financieel, gelde-Finch, oink, m. [vinden. Find, ontdekking, vondst, v.; Fine, beboeten ; geldboete, v.; fijn, teeder, keurig, mooi. Finery, opschik, m., opzich�tigheid, v., mooie kleeren (mv.), o. Finger, vinger; aanwijzer, m.; vingervaardigheid, v.; met de vingers aanraken, hanteeren; kapen. Fingering, werk van de vingers, o.; sajet,; aanra�king, v. Fi n ger- post, handwijzer,m Finish, afwerking, voltooi�ing, v., einde, o.; eindigen, afmaken, voltooien; opeten; verloopen. [perkt. Finite, eindig, begrensd, be-Fir, den, denneboom, m. Fire, vuur, licht; schieten, o.; hitte; hel; drift, v.; hartstocht, m.; ontbranden, opwinden,bezielen;ergeren. Firearm, vuurwapen, o. Firebrand, stokebrand, m. en v.; brandend stuk hout,o. Firecock, brandkraan, v. Fire -engine, brandspuit, v. Fire -escape, reddingtoe� stel bij brand, o., brand- ladder, v. Fireplace, haard, m. Fireproof, tegen vuur be- stand, vuurvast. Fireside, haard,m.;tehuis,o. Fireworks (pl.), vuurwerk, o. [ding, v. Fire-worship, vuuraanbid-Firm, firma, v.; vast, hecht, standvastig, onschendbaar. Firmament, firmament, u it�spansel, o. First, eerste, m., eerste partij v.; voorste, eerste, bovenste, hoogste. First-born, eerstgeborene, m. en v. First-rate, van den eersten rang, van de eerste klasse, puik. Fisc, schatkist, v..[schen. Fish, visch ; fiche, V.; vis-Fisherman, visscher, m.; visschersschuit, v. Fishery,visscherij,visschers�plaats, v. Fishmonger, vischboer, vischverkooper, m. Fishy, vischachtig; vischrijk. Fissure, spl ij ten ; spleet, kloof, v. Fist, vuist, v.; aangrijpen, met de vuist vastklemmen. Fistula, fistel; waterbuis; rieten fluit, v.

Fit, toeval, o.; vlaag, bui; worsteling, v., aanval, m.; gril, v.; passen, vormen, bereiden, geschikt maken. Fitchet, bunzing, m. Fitful, bij buien, ongeregeld, onrustig. Fitter, kolenkoopman, m. . . Fitting, geschikt, passend; standvastigheid, v. Five, vijf.FiX, moeilijkheid, v., lastig geval, o.; vastmaken, ver- zekeren;regelen,vaststellen. Fixedness, vastheid, zeker�heid;regeling,vaststelling,v. Fizz, sissen ; gisten; nietslagen ; gesis, o.; gisting, v.;champagne, m. Flabby, zacht, week, mee� gevend, slap, los. Flaccid, zacht, slap. Flag, vlag, v.; vloersteen, m.; los hangen, afnemen in kracht, kwijnen, de belang�stelling verliezen. Flagstone, vloersteen, zand�steen, m. Flaggellant,iemand die zich uit een godsdienstig oog�punt geeselt, m. Flagellate, geeselen, zwee� pen..[smakeloos. Flaggy, slap; uitwaaiend; Flagitious, schandelijk, snood..[schenkkan, v. Flagon, flacon, m., flesch, Flagrant, tastbaar ; gruvve� lijk ; vlammend ; aan den gang..[raalsschip, o. Flagship,vlaggeschip,admi-Flail, dorschvlegel, m. Flake, schilfertje, o.; vlok ; gestreepte anjelier, v. Flame, vlam, hitte, v., vuur, o.; opgewondenheid, drift ;kracht, v.; liefje, o.; vlam�men, gloeien, ontvlammen. Flaming, opgewonden,gloei�end ; venijnig. Flammiferous, vlammen veroorzakend. Flank, de flank dekken; be�strijken ; begrenzen; aande zijde bevinden; zijde,flank, v., ribstuk, o. Flannel, Hanel, o. Flap, slaan,klapwieken,neer�slaan ; lap ; flap; klap, m.;klep, v., tafelblad, o. Flare, flikkeren, schitteren, zich uitspreiden;flikkering,v Flash, schitteren, flikkeren, oplaaien ; vlam, flikkering,v., schicht, straal, m.; oogen�blik, o. Flashy, opzichtig, blufferig, winderig; wispelturig. Flask, flesch, veldflesch v., Flat, vlakte, ondiepte, v., vlak land ; platboomd vaar�tuig, o.; handpalm, v.; vlak ;duidelijk, languit; verve-lend ; ronduit. Flatten, plat maken; neer�slachtig maken, ontmoedi�gen, neerslaan. Flatter, vleien, streelen, be�behagen, aanmoedigen. Flattery, vleierij, v., niet ge�meende lof, m. Flatulent, winderig, opge� blazen. Flaunt, zich aanstellen, op�zichtig kleeden ; pralerij,opzichtige kleeding, v. Flavour, smakelijk maken,geurig maken;smaak,geur,m Flaw, barsten, scheuren; barst, m., scheur, v.; ge�brek, o.; windvlaag, v. Flax, vlas, o. [blond. Flaxen, vlaskleurig, licht- Flay, villen, martelen. Flea, vloo, v. Fleck, bespikkelen, met stre� pen bedekken; vlek, streep; smet, v. [vogel, m. Fledgling, pas uitvliegende Flee, vlieden, vluchten, ver� m i j den. Fleece, scheren (van scha�pen); bedriegen ; villen; vlies, o., yacht, v. .

Fleecy,wollig; (fleecy clouds) witte wolkjes. Fleer, spotten, grinneken ; spot, m., bespotting, v. Fleet, vloot; baai, v., inham, Flemish, V laamsch. [m. Flesh, vleesch ; lichaam ; menschel ij k geslacht ; aardsch bestaan, o.; bloed�verwanten (mv.), m. en v. Flexibility, buigzaambeid, v. Flexible,buigzaam; handel�baar, gedwee. Flexor, buigspier, v. Flicker, fladderen ; flikke� ren ; weifelen; flikkering; aarzel ing, v. Flight, vlucht, vaart, v., loop, m.; buitensporigheid, v. Flimsy, mailpapier, dun pa-pier ; bankbiljet, o.; dun, zwak, nietig, onbeduidend. Flinch, terugdeinzen, aarze�len, toegeven.

Fling, worp, m., gooi, v.; spot ; uitval, m.; werpen. Flint, keisteen, vuursteen, m.; hardvochtigheid, v.

Flippancy,spraakzaamheid, onbezonnenheid, v., achte�loos gebabbel, o. Flippant, spraakzaam, on�bezonnen, lichtzinnig, ach�teloos, onbescheiden. Flirt,coquetteeren,fladderen, ongedurig zijn ; rukken ; zwaaien ; coquette, v.; hof�maker ; ruk ; zwaai, m. Flirtation, coquetterie, v. Flit, fladderen, vliegen, been en weer trekken ; verhuizen. Float, drijven, dobberen, vlotten ; bepleisteren ; vlot, o., dobber, in. [hangend. Flocculent, wollig; aaneen-Flock, kudde (schapen), vlucht ; vlok, v. Floe, ijsveld, o. Flog, slaan, geeselen,afranse� len. [overstrooming, v. Flood, vloed, zondvloed, m., Floodgate, sluisdeur, v. Floor,neerslaan, verslaan ; ten einde brengen ; onder�zoeken; tot zwij gen brengen; vloer, m., verdieping, v. Floorcloth, een vloer met linoleum bedekken; lino�leum, o. ,land, in. Flora, plantengroei van een Florescence, bloeitijd, m. Floriculture, bloemkweeke� rij, v. Florid, bloeiend, bloemrijk ; blozend; schitterend. Floriferous, bloemdragend. FlOrifOrm, bloemvormig. Florin, gulden, in., Engelsche munt ter waarde van 2 Sh.,v. Florist, bloecnkweeker, bloe� menverkooper, m. Floss, floretzijde, v. Floss-silk, vloszijde, v. [v. Flotilla, flotille, kleine vloot, Flounce, spartelen, snelle

bewegingen maken ; ruk�kende beweging; strook, v. Flounder, worstelen, sparte�len, rollen ; sukkelen ; bot, v. Flour, met bloem (meel) be-strooien;bloem (van meel),v. Flourish, praal, overdreven versiering, vertooning; krul, v.; gedijen, bloeien voor�spoedig zijn ; zich in bloem�rijke taal uitdrukken. Flout, bespotten, beleedigen. minachtend bej egenen,sma�den, hoonen; beleediging, v., smaad, m. Flow, stroomen, vloeien, vlieden, smelten, vloeibaar worden;verdwijnen;wappe�ren;voortglijden; overstroo�men ; stroom, vloed, over�vloed, m.

. . Flower, bloem ; jeugd, v.; bloeien ; schuimen, zachtjes gisten. Fluctuate, heen en weer be�wegen, voor- en achter�waarts drijven ; aarzelen ; doen rollen. Fluctuation, onzekerheid, onvastheid ; beweging, v. Flue, kachelpijp, warmte� buis, v. Fluency, vloeibaarheid ; vloeiendheid, welsprekend�held, woordenrijkheid, v. Fluent, vloeibaar; vloeiend; welsprekend, woordenrijk ; stroom, m. [v. Fluid, vloeibaar; ,vloeistof, Fluidity, vloeibaarheid, v. Fluke, platvisch, m.; onder�ste gedeelte van een anker, 0.; gelukkige stoot (biljart), m.; gelukje, o. Flume, rivier, v.; water, dat een molenrad in be�weging brengt, o. Flunky, lakei,- livreiknecht ; lemand, die bedrogen wordt bij het koopen van effecten of aandeelen, m. Flurry, opwinding, zenuw�achtigheid, verwarring, v., rumoer, o.; agiteeren, ver�ontrusten. Flush, overtogen worden, rood worden, blozen; snel stroomen, doorspoelen; op-wioden ; blos, m.; ingeving, v.; frisch, krachtig. Flushing, Vlissingen, o. Fluster, door drank verhit�ten ; verwarren ; hitte, op�winding, drukte, v. Flute, groef, plooi; fluit, v. Flutter, fladderen, zweven, zwerven, zenuwach tig zijn ; verontrusten; trilling; opge�wondenheid, ongerustheid, ontsteltenis ; wanorde, v. Fluvial, tot een rivier behoo�rend, in een rivier levend. Flux, vloed, stroom; samen�loop, doorloop, m., samen�smelting, v. [smelting, v.Fluxion, vloeiing, samen- Fly, vliegen, snellen, opvlie�gen, vlieden, zich snel ver�spreiden ; vlieg; mug; on-rust, v.; vliegwiel, o. Flying-fish, vliegende visch, m. [boek), o. Flyleaf, schutblad (in een Flywheel, vliegwiel, o. [o. Foal, veulen werpen ; veulen, Foam, schuimen; schuim, o. Fob, beetnemen; horloge�zakje, o. Focalise, naar een brand-punt brengen. Focus, naar een brandpunt richten; het middelpunt treffen; brandpunt; mid�delpunt, o. [der, o. Fodder, voederen; veevoe-Foe, tegenstander, persoon�lijke vijand, m. Foeman, vijand in den oor�log, m. Fog, in verlegenheid bren�gen ; het nagras afweiden; zware mist; verwarring; verlegenheid, v.; grof Bras, etgroen, o. Foggy, mistig; dom. Fotble,zwak punt,o.,zwakke zijde, v. Foil, overwinnen, verijdelen, teleurstellen; foeliesel; loof�werk; spoor van wild,o.;on�verwachte teleurstelling, v. Foist, onderschuiven, voor echt laten door gaan ; in�brengen. Fold, vouwen ; sluiten; op�kooien; schaapskooi; kudde; vouw, v.

F011age,met loofwerk versie�ren ; loofwerk, gebladerte, o. Foliate, pletten; foelien; vol bladeren. Folio, doorloopende pagi� neering, v., folio, o. [o. FOlk, menschenmassa, natie, Folklore, bijgeloof (o.) en cverleveringen (mv.), v., van een yolk. Follow, volgen, nazetten, na�gaan ; tot het gevolg behoo�ren, opletten, gehoorzamen ; een beroep uitoefenen. Folly, dwaasheid, domheid; verdorvenheid, v. Foment, voeden, kweeken ; aanmoedigen, aanhitsen; warmen omslag maken. Fond, dwaas, onwijs; verzot op, gek met. [behandelen. Fond le,liefkoozen;toegevend Fondling, hartje, o., lieye� ling, m. en v. Font, doopvont, v. [der, o. Food, spijs, v., voedsel, voe-FOOI, voor den gek houden, bespotten; teleurstellen; dwaze. vent; zondaar, m.; slachtoffer, o. [moedig. Fool -hardy, roekeloos, dol, Foolish, dwaas, mal, be�lachelijk, zot. Foolscap, narrenkap, v.; papier van een bepaalde afmeting, o. Foot, voet, m.� voetvolk, o.; korte afstand, m.; bewan�delen, begaan betreden ; schoppen; aanbreien. Football, voetbal, m. Footboy, loopjongen, livereiknechtje, o. Footfall, voetstap, m. Footing, waste positie; op� stelling, v.; steun voor den voet, m. Footlight, voetlicht, o. Footman, livereiknecht, in. Footprint, indruk van den voet, m. Footrule, duimstok, m. Footstall, damesstijgbeu� gel, m.; onderstuk van een zuil, o. Footstep, voetstap, m. Fop, modegek, m. Foppish, aanstellerig, dwaas, zot. For, voor, wegens; gedu�rende; ten behoeve van, met het oog op; vergeleken met ; niettegenstaande. Forage, voeder, veevoeder, o., tourage, v. Foramin ate d, doorboord met kleine gaten. Forasmuch, wijl, daar, in aanmerking nemend dat. Foray, fourageeren; ver�woesten, plunderen; roof�tocht, buit, m. Forbear, nalaten, zich ont�houden van ; dulden, ver�dragen. Forbearance, onthouding, zel fbeh eersch mg, dul dzaam�heid, v., geduld, o. Forbearing, geduldig, duld�zaam ; vol Tel fbeheersching. Forbid, verbieden, ontzeg�gen, weigeren ; een verbod uitvaardigen ; (God forbid) dat verhoede God! Forbidding, onaangenaam, terugstootend. Force, noodzaken, aandrij�ven; bestormen ; door kunstmatige warmte nit-broeien ; kracht, v., geweld, o., dwan.g, m.; beteekenis ; wettigheid � strijdmacht, v. Forcemeat, gehakt vleesch (met kruiden), o. Forceps, tang (voor verlos�kundigen en tandartsen), v. .

Forcible, krachtig, hevig, geweldig, onstuimig; in�drukwekkend. Ford, doorwaadbare plaats ; stroom, m. Fore, voordeel, o., steun, m., hulp, v.; vooraan, vooraf. Forearm, vooruit wape�nen ; voorarm, m. Forebode,voorspellen,voor�zeggen, een voorgevoel heb�ben van. Foreboding, voorgevoel van naderend kwaad, o. Focecast, weervoorspel�ling, v. [schip), m. Forecastle, bak (op een Foreclose, tegenhouden, uitsluiten. [uitsluiting, v. Foreclosure, tegenhoudi n g, Foredate, te vroeg dateeren. Fore-deck, voordek, o. Fore-end, eerste gedeelte, o. Forefather, voorvader, m. Forefend, verbieden; af� wenden, afweren. Forefinger, voorvinger, m. Forefoot, voorpoot, m. Forego, afstand doen van, van de hand doen, opge�ven; voorgaan, voorafgaan. Foreground,voorgrond(van een schilderij), m. Forehead, voorhoofd, o. Foreign, vreemd, uit� heemsch, buitenlandsch ; buiten gemeensch a p. Foreigner,vreemdeling,bui�tenlander, Forejudge, vooraf beoor-dee en; wegens wangedrag schrappen. Foreknow, vooraf Nv eten. Foreknowledge, vooruit weten, o., voorkennis, v. Forelock, voorhaar, o., voorlok ; stift, pin, v. Foreman, eerste; meester�knecht ; woordvoerder; hoofdconducteur, m. Foremast, fokkemast, m. Forementioned, voormeld. Foremost, voorste, eerste ; voorop. Forenamed, voornoemd. Forenoon, voarmiddag, m.Forensic, tot het gereats� hof behoorend,gerechtelijk. Forerunner, voorlooper,m.; voorhoede, v..[weten. Foresee, voorzien, vooraf Foreshadow, voorbedui�den ; voorteeken, o. Foreshow, voorspellen, voorzeggen, verkondigen. Foresight, overleg, voor�uitzien, o. Forest, in een bosch ver�anderen, met boomen be�planten ;.bosch ; koninklijk jachtveld, o.; boschachtig, landelijk. Forestall, vooruitloopen op; berooven; verstoppen. Forester, houtvester, bosch�wach ter ; boschbewoner, m. Forestry, boomcaltuur, boornkweelierij, v. Foretaste, een voorsmaak hebben; voorsmaak, in. Foretell, voorspellen, voor� zeggen. Forethought, voorbedacht�heid, voorzorg. v.; voorbe�dacht, vooraf beraamd. Foretooth, snijtand, voor� tand, m. Forever,vooreeuwig,eeuwig Forewarn, vooraf waar� schuwen. Forfeit, misdaad; boete, verbeurte, v.; verbeuren, in zijn plicht te hurt schieten; (to play at forfeits) panciverbeuren.

Forge, smeden; uitvinden, verdichten; namaken, ver�valschen; voortdrijven, vooruitwerken; smederij, smidse, werkplaats, v.; smidsvuur, o..[scher, m. Forger, bedrieger, verval- Forgery, bedrog, o., be-driegerij, valsche handtee�kening, v., bedrieglijk na-maaksel, o..[loozen. Forget, vergeten, verwaar- Forgetful, vergeetachtig, achteloos, onoplettend. Forget-me-not, vergeet� mij-niet, v. FOrgive,vergeven,vergiffenis schenken, kwijtschelden, door de vingers zien.

Forgiveness, vergevensge�zindheid, vergeving, v. Forgiving, vergevensgezind, genadig, goedertieren. Fork, met een vork pikken; omspitten ; scherp maken ; stelen, kapen; vork, gaffel, stemvork ; moeilijkheid, v., lastig geval, o. Forlorn, verloren, verlaten, eenzaam, hulpeloos, onge�lukkig. Form, vormen; vorm, m., gedaante; gelijkheid; plicht�pleging ; geschiktheid, v.; stelsel, model, o. Formal, vormelijk, precies, vol plichtplegingen, stijf. Formality, vormelijkheid; welvoeglijkheid; gewone kleeding, o.; uiterlijke schijn, m. [menstelling, v. Formation, vorming, sa- Former, voorafgaand, vroe�ger, eerste.Formerly, vroeger, te voren. Formic, van mieren; (for�mic acid) mierenzuur, o. Formicate, als een mier. Formidable, geducht, vrees� wekkend. [cept, o.Formula, formule, v., re-Formulate, formuleeren , duidelijk stellen. Fornicate, gewelfd, boog�vormig ; overspel bedri jven. Forsake, verzaken, verla�ten, begeven, aan zijn lot overlaten. Forsooth, voorwaar, zeker. Forswear, afzweren, met een eed ontkennen. Fort, sterkte, vesting, V., kasteel, o.; sterk, machtig.Forth, vooruit, buiten, V001.-

waarts, voort. Forthwith, onmiddellijk, op staanden voet. Fortieth, veertigste. Fortification, fort, o. ver- sterking, v. [tigen. Fortify, versterken, beves-Fortitude, vastberadenheid, zielskracht, v., moed, m.;

geduld, o. [(mv.), m.Fortnight, veertien dagen Fortress, vesting, sterkte, v., kasteel, o.

Fortuitous, toevallig.Fortunate, gclukkig. Fortune, geluk ; fortuin, bezit ; lot, o. Fortune-teller, waarzegger, Forty, veertig. [m. Forum, forum, o.; recht� bank, v.

Forward, bevorderen, aan�sporen, verhaasten; over�zenden; voorste, vroegste, gevorderd ; verwaand, on� beschaamd.

Fossil, delfstof,v., versteend lichaam, o.; opgedolven, verouderd. Foster, voeden, zoogen, kweeken; aanmoedigen; koesteren. Foster-child, voedsterkind, pleegkind, o. Foster-parent, pleegvader, m., of -moeder, v. Fougasse, springmijn, v. Foul, bezoedeld, misdadig, vuil, onrein ; schendend, profaan; onwettig; gevaar- Foumart, bunzing, m. [lijk. Found, stichten, grondves�ten; begiftigen; metaal gieten. Foundation, stichting, fun�datie; fundeering, v� grond�slag, m. Founder, stichter, maker ; begiftiger; metaalgieter, m. Founding, metaal gieten, o. Foundling, vondeling, m. Foundry, metaalgieterij, v. Fountain, bron, fontein, v.; waterreservoir, o.; (foun�tain-head) oorsprong van een rivier of bron, m. Four, vierriemsboot, v.; vier. Fourfold, verviervoudigen; vierriemssloep, v.; vier� voudig. Fourscore, tachtig. Fourteen s veertien. Fourth, vierde. Fowl, vogels vangen; ge� vogelte, o. Fox, voorwenden, veinzen ; kapen, stelen ; vos ; sluwe klant, m. Foxglove, vingerhoedskruid, o. [senjacht, m. Foxhound, hond voor vos-Foxy, slues ; zuur ; gevlekt. Fracas, lawaai, o., ruzie, v. Fraction, breking; breuk, v.; brok, o.; scheuring, v. Fractional, gebroken; klein, nietig; tot een breuk be�hoorend. [big, knorrig. Fractious, twistziek, krib-Fracture, breuk (van een lichaamsdeel), v., gebroken deel, o. Fragile, broos, zwak, teer, breekbaar. [heid, v. Fragility, broosheid, zwak-Fragment, brokstuk, o. Fragrance, geur, m., wel� riekendheid, v.Fragrant,geurig,welriekend. Frail, biezen mandje, o., biezen mat, v.; bros, broos, leer � onvast, besluiteloos. Frailty, zwakheid, broos�heid, v. Frame, bouwen, samen�voegen, regelen, vormen ; omlijsten ; samenstel ; lichaamsgestel ; geraamte, o.; lijst, v. Framework,geraamte; lijst-werk ; kader, o.; inrich�ting, v. Franchise, vrijdom verlee�nen ; vrijplaats ; vrijmoe�digheid, edel moedigheid, v.; voorrecht, recht, o. Franciscan, Franciskaner monnik, m. Frangible, licht breekbaar. Frank, vrij, open ; portvrij; vrachtvrij verzenden; port�vrije brief, m.Frankincense,wierook,m., geurige hars, v. Frantic, dol, weest, razend, krankzinnig. Fraternal, broederlij k. Fraternise, vertro uwelijk omgaan. Fraternity, broederschap, v.Fratricide, broedermoord, broedermoordenaar, m. Fraud, bedrieger, m., be�drog, o., list, v. Fraudulence, bedrog, o., bedriegelijkheid, v. Fraudulent, bedriegend, be-driegelij k.

Fraught, beladen, geladen, opgestapeld, overvloedig. Fray, versl ij ten, rafelen ; strijd, twist, m., krakeel, o.; rafel; kale plek, v. Freak, bont maken ; strepen trekken ; gril, kuur, v. Freckle, met sproeten be�dekken; sproet, v., vlekje, o. Free, bevrijden, ontheffen ; vrij, onbelemmerd, toegan�kelij k ; vrij wi 11 i g ; oprecht ; mild; mededeelzaam. Free-agency, macht om volgens den vrijen wil to handelen, v. Freebooter, vrijbuiter, m. Freedman, vrijgemaakte slaaf, m. Freedom, vrijheid ; gemak� kelijkheid, v.; vrijdom, m. Free-hand,uit de vrije hand Freehold, grondbezit waar� over men bij testament vrij beschikken kan. Freeman, vrije, stemge�rechtigd burger, m. Freemason, vrijmetselaar, m. [arduin, o. Freestone, zandsteen, m., Freethinker, vrijdenker, m. Free-trade, vrijhandel, m. Free-will, vrijheid van wil, vrije verkiezing, v.; spon�taan. Freeze, vriezen, bevriezen ; stollen; van koude rillen. Freight, laden, bevrachten; vrachtprijs,lading,vracht,v. French, Fransch ; de Fran�schen (mv.), m. Frenzy, waanzinnig maken ; waanzin, m. Frequency, herhaling, v. Frequent, gedurig bezoe� ken, omgaan met; gedu-rig, herhaald, veel voor�komend. Frequentative,werkwoord, dat een herhaling der han�deling uitdrukt, o. Fresco, fresco schilderen; fresco, o.; schaduw, v. Fresh, overstrooming, v., zoetwaterstroom, m., cloth weer, o.; frisch, versch; levendig; koel; hernieuwd. Freshen, opfrisschen, ver�levendigen � van zout ont-doen; kracht winnen. Freshman, groen, nieuwe�ling, m. Fret, wegvreten, invreten; schoonwrij ven ; besch adi-gen ; kwellen ; beroeren; kniezen ; zweer; gisting ; kwelling, v. [twistziek. Fretful, gemelijk, knorrig,Friable, bros, brokkelig. Friar, broeder, monnik, m. Fribble, verbeuzelen; ver� liefd doen; beuzelaar, m.; zwak, beuzelachtig. Friction, wrijving; kleine oneenigheid, v.; wrijvend.Friday, Vrijdag; (Good-F�) Goede Vrijdag, m. Friend, vriend, m� vriendin, v., kennis, bloedverwant; beschermer, bevorderaar; Kwaker, m. Friendly, vriendschappelijk; goedaardig. Friendship, vriendschap, goede gezindheid, v. Frieze, fries; grove wollen stof, v. Frigate, fregat, o. [gat, o. Frigatoon,Venetiaansch fre-Fright, schrik aanjagen; vrees, v., schrik ; persoon, die er bespottelijk uitziet, m. [ontstellen. Frighten,verschrikken,doen Frightful, vreeselijk, ver-schrikkelijk.

. . Frigid, koel, koud, kil; vormelijk, vervelend. Frigidity! koelheid, koud�heid, kilheid; vormelijk� heid, v. Frigorific, koudmakend. Frill, van een strook voor� zien ; strook, v., zoom, m. Fringe, met franje versie�ren ; franje, v.; rand, m. Frippery,oude kleeren (mv.), o., prulleboel, prullenwin� kel, m.; beuzelachtig. Frisk, rondspringen, darte� len, dansen ; vroolijke sprong, m., dartele bui,v., levendig, dartel, vlug. Frisky, dartel, vroolijk. Frith, riviermond, m.; fuik,v.; kreupelhout, o. Fritter, tot stukjes maken ; verbeuzelen (tijd); stuk, reepje; flensje, o. Frivolity, beuzelachtigheid, wuftheid, v..[tig, wuft.FriVOIOus,beuzelachtig,nie-Frizz, laullen, kroezen; pruik, v.; krulhaar, o. Frizzle, krullen ; bakken op heete kolen; gekrulde lok, kroeslok, v. Fro, achteruit, terug; (to and fro) heen en weer. Frock, jurk ; pij, v.; kleed,o.;(frock-coat)gekleede jaso,' Frog, kikker; langwerpige knoop, m. Frolic, dartelen, rondsprin� gen, pret maken; dartele sprong, m., pretje, o.; vroo� lijk, dartel, Lustig. From, van, vanuit, van�daan ; sedert, wegens. Frond, gesteeld blad (van varens), o. Front, het hoofd bieden,staan tegenover; voorhoofd,gelaat ; voorste gedeelte, front; voorvertrek, o.; ge� vel, m.; schaamteloosheid, v.; overhemdje, o. Frontal, eerste, voorste; tot het voorhoofd behoorend. Frontier, grenslijn, v.; aan de grenzen gelegen. Frontispiece, frontispice, v., voorgevel; gelaat, 0.; titelplaat, v. Frontless, schaamteloos onbeschaamd. Frost, met rijp bedekken,door vorst beschadigen ; be�suikeren ; vorst, V ijzel,m.; koelheid, kille ont� vangst, v. Frost-bitten, bevroren,doorvorst beschadigd. Frost-nail, ijsnagel (bij hethoefbeslag), m. Frosty, ijskoud, bevroren, wit ; koel, afgemeten. Froth, met schuim bedeli� ken,doen schuimen,schu im; gesnap, gewauwel, o. Frothy, vol schuim ; ijdel snappend. Froward, weerspannig, ge� melijk, onaangenaazn. Frown, fronsen, dreigend staren ; terugstooten; ge�fronst gelaat, o., ontevre� den blik, m. Fructescence, jaargetijde waarin het fruit rijpt, o. Fructiferous, vruchtbaar, vruchtdragend. Fructify, vruchtbaar ma-ken ; vruchten dragen. Frugal, matig, zuinig, spaar�zaam, karig. Frugality, matigheid,zuinig�held, karigheid, v. Frugiferous,vruchtdragendFruit,.vruchten dragen ; vrucht, v., fruit, o.; kroost; voordeel ; gevolgen (mv.), o.

Fruiterer,fruithandelaar,m. Fruitful, vruchtbaar; rijk aan vruchten..[not, o. Fruition, vruchtgebruik, ge-Fruitless, vruchteloos; kaal, dor ; nutteloos. Frumenty, tarwepap, v., mout (van tarwe), o. Frustrate, teleurstellen,ver�ijdelen, to niet doen ; ijdel, van nul en geener waarde. Frustum, brok, stuk, o. Fruticose, heesterachtig. Fry, Bakken, braden, koken ; gisten; baksel; schoteltje; ingewanden (mv.), o. (van varkens, kalveren, enz.). Fudge, vervalschen; ver�zinnen, opsnijden; mallig�heid, v., onzin, m. Fuel, van brandstof voor�zien ; brandstof, v. Fugacious, vluchtig; vroeg afvallend. Fugitive, vluchteling, deser�teur, m.; vluchtig, voor�bijgaand, voortvluchtig; zwervend. [gen, uitvoeren. Fulfil, vervullen, volbren-Fulfilment, vervulling, vol�tooiing, uitvoering, v. Fulgent, schitterend, glan�zend, verblindend. Fuliginous, roetachtig, roo�kerig; vuil; somber, duister. Full, vollen (laken); voile maat; grootste uitgebreid�heid, v.; hoogste punt,o.;vol.

Full-blown, geheel ontwik� keld ; volkomen rijp. Fuller, lakenvolder, m. Fully, ten voile, geheel. Fulminate, donderen, los� barsten, ontploffen; schel�

den, vloeken. Fulsome, grof, aanstoo�. telijk, walgelijk, weerzin� wekkend. Fumarole, opening in vul�kaan, waaruit rook op�stijgt, v. Fumble, rondtasten, tastend zoeken, onhandig doen, verward zijn. Fume, in damp opgaan ; rooken (vleesch); ontsmet�ten (door damp); door�geuren ; woedend zijn ; uit�waseming, v.; damp, reek ; toorn, m. [smetteii. Fumigate, doorgeuren, on t-Fun, pretje, o., vroolijkheid, grip, v.

Function, plicht vervullen, dienst vervullen ; verrich�ting, uitvoering, v.; beroep, o., dienst, m. Functionary, ambtenaar, beambte, m. Fund, beleggen (geld) ; natio�nale schuld,v.; geld,fonds,o. Fundament, fundament, o., grondslag, m.

Fundamental, grondslag, m., basis, v., hoofdbestand-deel, o.; den grondslag vormend, voornaarnste. Funeral, begrafenis, lijk�statie, v.; tot de begrafenis behoorend. Funereal, als bij een be�grafenis ; treurig. Fungoid, paddestoelachtig, fungusachtig. Fungus, zwam, v.;` spons�achtig uitwas, o. Funicle, dun snoer, o., ve� zel, v.; (funicular-railway) P oorweg, m. k abels trechter ; schoor-

Funnel, steen (van locomotief), m. Funny, roeibootje, o.; grap�pig, kluchtig. Fur, met bont voeren; bont ; beslag (op tong), o.; ketelsteen, m. Furbelow, strook opnaaien ; geplooide strook, v.; op� schik, tool, m. Furbish, oppoetsen ; po� lijsten, bruineeren. Furious, woedend, dol, ge�weldig. Furl, samenrollen, vastma�ken (van een zeil). Furlong, 'I, van een En� gelsche mijl..[verlof, o. Furlough, verlof geven ; Furnace, in een fornuis we en ; fornuis, o.; mar� telplaats, v. Furnish, voorzien; uitrus� ten; meubileeren; verrij ken, versieren. Furniture, uitrusting, v.; huisraad,meubilair,o.; slui� ting (aan deuren en ven� sters), v..[handelaar, m. Furrier, bontwerker, bont-Furrow, doorploegen, rim-pels groeven ; voor, groef, v., rimpel, m..[omzet. Furry, van bont, met bont Further, verder, buitendien, behalve, bijgevoegd. Furtherance, bevordering, hulp, v., bijstand, m. Furthermost, het verst verwijderd.Furtive, steelsgewijs, hei� melijk, slow.Fury, woede, dolheid, ra-

Gabble, wauwelen, kakelen,rammelen; gekakel, geram�mel, o. [voorgevel, o. Gable, bovenstuk van een Gad, Joelloos rondzwerven ;ijzeren wig; metalen staaf,v.eadfly,horzel,paardenvlieg,v zernij, onstuimigheid, v.; (the Furies) de wraakgo� dinnen (mv.), v. Furze, brem, v. Fuscous, bruinachtig; vuil.

Fuse, smelten, vloeibaarmaken, samensmelten ; sis� ser (van een bom), m. Fusee (in uurwerk), 1 sr v., w_nd ucifer, m.; spoor (van wild), o.Fusible, smeltbaar. Fusilade, fusilleeren, neer� schieten ; peletonsvuur, o.Fusilier, fuselier, m. Fusing-point, smeltpunt, o. Fusion, smelting, v. Fuss, drukte maken, woelig

zijn ; snel stroomen ; kla� teren; lawaai, o., noode� looze drukte, v. Fustian, bombazijn, o ; bombast, gezwollen stijl, m.,� opgeblazen, gezwollen.Fusty, muf, duf, bedorven. Futile, beuzelachtig, nutte� loos, waardeloos. Futility, beuzelachtigheid, v.Futtock, gedeelte van eender ribben van een schip, o.Future, toekomst, v.; toe� komstig.Fuzz, in kleine deeltjes weg�vliegen ; kleine vezeltjes (mv.), dons, o.; stuifz�am, Fy, foei! [v. Gaelic, Keltisch. Gaffer, opziener, baas, mees� terknecht ; nude man, m. Gag, knevelen, een prop in den mond stoppen ; het zwijgen opleggen; woorden (in een rol) lasschen; prop,v.

Gage, verpanden, op 't spel zetten; peilen; borgtocht, m., groene pruim, v.; peil, o. Gaiety, vroolijkheid, v., ge� not ; vertoon, 0.Gaily, vroolijk.Gain, winnen, voor zich in� nemen;verwerven,bereiken, verkri j gen ; winst, aanwinst, v.; voordeel, o. Gainings (pl.), behaalde winst, v. [spreken.Gainsay, tegenspreken,weer-G ait, straat,v.; gang,loop,pas,

m.; houding; graanschoof, v. Gaiter, van slobkousen voor�zien ; slobkous, v.Galantine,galantine,vleesch in gelei, o.Galaxy, melkweg, m.; schit�terende groep, v. Gale,snel zeilen;schreeuwen; stijve bries: v.; lied; op�roer, o., twist; vaste rente�tijd, m. Gall, met gal doortrekken; a fschaven; boeschadigen;ver�slij ten ; kwetsen, vertoor�nen. Gallant, het hof waken, hoofsch behandelen; hof�maker, galant heer; verlei�der, m.; schitterend, opzich�tig ; galant, hoofsch. Gallantry, dapperheid, v., uiterli)k vertoon, o.; hoffe�lijkheid, v. GAlleon, galjoen, o. Gallery, galerij, tribune, v., balcon, o.; schilderijenmu�seum, o.; wandelweg onder boomers, m. Galley, galei, strafkolonie ; kombuis, boot, v.

Galley-slave, galeiboef, m. Gallic, Gallisch, Fransch. Gallicism, Fransch idioma, gallicisme, o.

Gallinaceous, hoenderach� tig.Gallipot, likkepot, m.Gallon, Engelsche maat, v.Galloon, galon, lint, band, o.Gallop, galoppeeren, haas-, ten; galop, m.Galloway, sterke hit, m. Gallows, galg; ophanging, v.; galgebrok, m.Galosh, overschoen; klomp met riemen vastgemaakt,m.Galvanic, galvanisch.Galvanism, galvanische electriciteit, v.Gambado, leeren beenbe� kleedsel, o. Gamble, om geld dobbelen.Gambol, springen, huppe� len ; kromme sprong, m. Game, spelen, een spelletje doen ; spel, o., vroolijkheid, v., pretje; wild, o.

Gamecock, kemphaan, m.Gamekeeper, j achtopzie� ner, m..[(Inv.), v.Game-laws, j achtwettenGamester, dobbelaar; pret� maker, m.Gammer, moedertje, o.Gammon, ham of spek roo- ken ; bectriegen, bedotten; gerookt spek ; spel, o.; be�driegerij, v.

Gamut, toonladder; geheele uitgestrektheid, v. Gander, gent (mannetjes� gans), m. [v. Gang, troep, m., bende, kliek,Gangboard, loopplank (van een schip), v.Gangrene, koudvuur krij�gen; koudvuur, o.Gangrenous, door koud� vuur aangetast.Gangway, loopplank, v.Gaol, gevangenis, v.; (gaoler) cipier.

Gap, een gat maken; gat, hiaat, o., bres, opening, v. Gape, gapen; geeuwen; aan�gapen, verbaasd aanstaren, openstaan; geeuw, m. Garb, kleeding, v., gewaad; uiterlijk, o.; mode; koorn�schoof, v. Garbage, ingewanden (my.) en afval van een dier, o. Garble, verminken, ver- knoeien ; schiften. Garden, tuinieren, een tuin aanleggen ; tuin, m. Gardening, tuinwerk, o., tuinbouw, m. Gargle, gorgelen; kweelen, kwinkeleeren. Garish, verblindend, blin�kend;opzichtig,buitensporig Garland,met kransen tooien; krans, m., guirlande, v.; zinnebeeld van roem, o. Garlic, knoflook, o. Garment, kleedingstuk, o., kleeding, v. Garner, opstapelen (van koorn); verzamelen; graan�zolder, m. Garnet, granaatsteen, m. Garnish, versieren; voorzien van; waarschuwen; versier�sel, o., randversiering tom een schotel); fooi, v. Garret, vliering, v., zolder,m. Garrison, in garnizoen leg�gen, bezetten; garnizoen, o.; vesting, v. v. Garrulity, praatachtigheid, Garrulous, praatziek, snap�achtig. Garter, kouseband; (knight of the garter) ridder van den kouseband, m. Gas, wauwelen ; blutfen; gas, lichtgas; gewauwel, o.; bluf, m. [verij, v. Gasconade, blufferij, snoe- Gash, een gapende wond maken; gapende wond, snede, v., hour, m. Gasify, in gas omzetten. Gasometer, gasmeter, gas�houder, m. Gasp, snakken, vurig verl an - gen ; snik, m. [rend. Gastric, tot de maag behoo-Gastronomy, gastronomie, kunst van lekker eten en drinken, v. Gate, van een poort voorzi en; poort, deur, v., hek, o., in-gang, m.; gelegenheid, v. Gateway, poort, v. Gather, vereenigen. samen�brengen, verzamelen, ver�gaderen,ophoopen;plooien; oogsten; zweren (world); plooi, vouw, v. Gathering,verzameling,ver�eeniging, inzameling, col�lecte ; zweer, v. Gaudy, feestelijk, opzichtig, praalziek. Gauge, maat, v.; diepgang; peilstok, m.; peil, o.; peilen. Gaul, Gainer, m.; Gallie, o. Gaunt, schraal, mager. Gauntlet, lange dameshand� schoen, strijdhandschoen, Gauze, gags, o. [m. Gawk, koekoek ; zot, m. Gay, vroolijk, opgewekt ; op� zichtig, bontgekleurd; los� bandig.Gaze, staren ; blik, aanblik, Gazelle, gazel, v. Gazette, in de staatscourant plaatsen;courant,staatscou�rant, v., staatsblad, o. Gazetteer, redacteur van het staatsblad, ciagblad�schrijver, courantier, m. Gear, tuigen ; aan den gang brengen ; tuig, gareel ; 'deed, o.; takel, m.; uitrusting, v.

Gehenna, hel, v. Geld, verminken, castreeren, snijden, berooven. Gelid, ijzig, ijskoud. Gem,met edelsteenen tooien; ontbotten ; juweel, o. Gemmule, eitje; knopje, o. Gender, soort, Masse, v., grammaticaal geslacht, o. Genealogical, geslachtkun�dig ; (genealogical tree) ge�slachtsboom. Genealogy, genealogie, ge�slachtkunde, v., geslachts�boom, m. General, generaal, m.; alge�meen, gewoon, bekend. Generalise, algemeen ma-ken, onder een snort ver�eenigen. [meerderheid, v. Generality, algemeenheid; Generally, in 't algemeen, gewoonhj k..[len. Generate, voortbrengen, te-Generation, voortbrenging, teling, v.; geslacht, o.; na�komelingen (mv.), m. Generosity, edelmoedig�heid, milddadigheid, v. Generous, edel, grootmoe-dig, milddadig, overvloedig. GenesiS,Genesis;voortbren-Genet, genet, o..[ging, v. Geneva, Geneve ; jenever, m. Genial, levendig, hartelijk, vroolijk, sympathiek. [m. Genitive, tweede naamval, Genius, genius, geest ; genie, o.; natuurlijke aanleg, m. Genteel, bevallig; behoor� lijk, fatsoenlijk, beschaafd. Gentian, gentiaan, v. Gentile, heiden, ongeloovige, m.; heidensch, ongeloovig. Gentility, beschaving; sier�lij kheid, bevalligheid ; edele geboorte, v. Gentle, adelen, veredelen, in rang verheffen; dresseeren; edelman, m.; zacht, teeder, vriendelijk. [heer, m. Gentleman, beschaafd man, Gentry, hooge stand, m. Genuflexion, kniebuiging, v., knieval, tn. Genuine, echt, onvervalscht, oprecht. [v.Genus, geslacht, o., klasse, Geocentric, uitgaand van de aarde als middelpunt. Geodesy, landmeetkunde, geodesie, v. Geognosy, leer van de sa�menstelling der aardkorst,v. Geogony, leer van het ont� staan der aarde, v. Geographer, aardrij kskun�dige, geograaf, m. Geographic, aardrij kskun�dig, geographisch. Geography,aardrijkskunde, geographie, v. GeOlOgICal,aardkundig,geo� logisch. [gie, v. Geology, aardkunde, geolo-Geometer, meetkundige, m. Germ, ontkiemen ; kiem, v., oorsprong, m., begin, o. German, Dui tscher, m., Duitsch. Germany, Duitschland, o. Germinate, ontkiemen, ont� spruiten. [overlevering. Gestic, romantisch, volgens Gesticulate, gebaren ma- ken. [king, v. Gesticulation, gebzn vea enmr: Gesture,ngebaren gezellen; gebaar, o., bewe�ging, houding, v. Get, krijgen, verkrijgen ; ver�dienen ; bezitten, hebben; voortbrengen; overhalen. Gewgaw, prul, o.; prullerig. G hastly,. spookachtig,doods-bleek, ij zingwekkend.

Gherkin, augurk, v. Ghost, als spook bezoeken; spook, o., geest,M., geestver- schijning, v.; adem, m.; ziel, Giant, reus, m..[v. Giaour, ongeloovige, m.; (Turksch woord). Gibberish, brabbeltaal, v.; zonder beteekenis. Gibbet, ophangen; aan de kaak stellen; galg, v. Gibe,hoonen,smaden,schim� pen, smalen; schimp, m. Giddy, duizelig; opgewon� den, onnadenkend, roeke� loos, onbezonnen. Gift, begiftigen, beschenken; gave, begaafdheid, v.; recht van schenking, o. Gifted, begaafd. Gig, harpoenen; harpoen; tol, m.; cabriolet, sjees, v. Gigantic, reusachtig, kolos� saal. [o. Giggle, gichelen; gegichel, Gild, vergulden, verfraaien. Gill, kieuw, kaak, v.; meisje, liefje, o.; vadermoorder (boord), m. [geling, m. Gilly, bediende, kneeht, jon-Gillyflower, muurbloem, v. Gilt, verguldsel ; vertoon, o.; verguld. Gimcrack, fatje, heertje ; prul, o.; waardeloos en opzichtig. Gimlet, draaien, met eendrilboor bewerken ; dril� boor, v. Gin, (vlas) braken; vangen ; jenever ; machine, v.; strik, m.; foltertulg, o. Ginger, gember, v..[m.Gingerbread, gemberkoek, Gingerly, voorzichtig, be� hoedzaam ; netjes, keurig, smaakvol. Gipsy, in de open lucht Leven; Zigeuner, m., heks; sluwe bedriegster, v. Giraffe, giraffe, v. Gird, doorsteken; spotten met; omgorden, vastbin� den ; kneep, v., steek, m.; sarcasme, o. Girdle, omgorden, omvat�ten, een ring in een boom snijden ; gordel, band ; om- trek, boog, m. Girl, meisje, dienstmeisje, o.; tweejarige reebok, m. Girlhood, meisjesjaren (mv.), o. Girth, buikriem, band, om� yang, m. Gist,hoofdpunt(eener vraag), doel (van een boodschap), o. Give, geven, schenken, ver� leenen, overhandigen, mee� deelen; blootstellen; wij ken. Glabrous, glad, kaal, On� behaard. [behoorend. Glacial, bevroren, tot ijs Glacier, gletscher, m. Glacis, schuinte, glooiing, Glad, blij maken, blij wor_ den ; blij, verheugd, vroo_ 1 ij k ; schitterend. Gladden, verblijden, blijmaken. Glade, open ruimte in een bosch, v., wrak (in ijs), o. Gladiator,gladiator,zwaard� vechter, strijder, m. Gladiole, zwaardlelie, v. Glamour, begoochelen; be� tooverend schilderen ; be�toovering ; tooverspreuk, v. Glance, stralen schieten ;vluchtig beschouwen, aan�blikken ; lichtstraal, rn.,flikkering, v.; blik, lonk, wenk, rn. Gland, klier, cel, v. Glandiform, eikelvormig. Glandular, klierachtig.

. . Glare, verblindend schij -nen; vlammende blikken werpen, woest staren ; schitterende glans; door�dringende blik, m. Glaring, openbaar; onbe�schaamd ; schandelij k ; sta�rend ; verblindend. Glass, afspiegelen ; vergla�zen; met glas omgeven ; glas, drinkglas, o.; lans, v.; spiegel; kijker; zand�looper ; barometer, thermo�meter, m. [m. Glass-blower, glasblazer, Glassy, van glas, als glas ; glad, spiegelglad. Glaucoma, groene staar, v. Glaucous, zeegroen. Glave, zwaard, o. Glaze, met glas bedekken, in glas zetten, verglazen; verglazing, v., glazuur, o. Glazier, glazenmaker, m. Gleam,stralen,stralen schie�ten, schitteren; straal, m., schittering, v. Glean, nalezen, opzamelen, aren lezen; nasprokke�ling, v. Glebe, pastorie-land, bouw�land, o., aarde, v. Glede, wouw, m. Glee, vroolijkheid; muziek, v.; zang, m. Gleeman, minnezanger, m. Glen, nauw dal, o. Glide, zacht voortbewegen, glijden, zweven;glijklank,m Glimmer, schemerlicht ver-spreiden j_ nen, dagen ; zwak 'licht; voorbijgaand genot; kort bestaan, o.; tint, v. Glisten, glinsteren, glanzen, schijneni ilikkering, v. Glitter, donkeren, pralend blinken; glans, m., schitte�ring, v. [ring, v. Gloaming, avondscheme- G loat, zich verkneuteren ; aanstaren met duivelsche vreugde. Globate, bolvormig. Globe, in een kring ver�zamelen ; bol, bal, m., aarde, globe, v. Globular, bolvormig. Glomerate, tot een bal of kluwen vormen. Gloom, somber worden, schemeren, fronsen ; be�droeven ; betrekken (lucht); donkerheid, zware scha�duw; somberheid, dofheid, moedeloosheid, v. Gloomy, duister, somber, zwaarmoedig, neerslachtig.Glorify, verheerlijken, ver� heffen. Glorious, roemrijk, door�luchtig, heerlijk, prachtig; lachwekkend. Glory, aanmatiging, v., trots; bof, m., eer, bewondering, beroemdheid, v., glans, m.; Hemelsche zaligheid, v.; trotsch zijn op, pochen op; genieten van. Gloss, uitleggen, verklaren met aanteekeningen; vleien; uitlegging, verklaring, v. Glossary, woordenlijst, lijst met verklarende aantee�keningen, v. [glimmend. Glossy, glanzend, glad, G I Ove,handschoen,m.;(hand and glove) koek en ei. Glover, handelaar in hand�schoenen, m. Glow, gloeien, fonkelen, glanzen, branden, blozen, vol vuur zijn; gloed, glans; blos, m., vuur, o., ijver, m. Glow-worm, glimworm, m.

Gloze, verklaren, uitleggen ;vleien, paaien. Glue, plakken, lijmen, vast�kleven; lijm, kleefstof, v. Glum, boos kijken; boos,somber, donker. Glut, verzwelgen, doorslik�ken, verzadigen; overvoe�ren; oververzadiging, v.,to groote overvloed, m. Glutinate, lijmen, plakken, vastplakken. [verig. Glutinous, plakkerig, kle�GIUtt0o,proppen,gulzig eten; gulzigaard, vraat, m. Gluttonous, gulzig, NTaat� zuchtig. Glycerine, glycerine, v. ilyptic, gegraveerd in steen. nar, grommen, snauwen;ruwe keret.; knoest, Gnarled, knoestig,vol knoes�ten; korz.elig, grommig. Gnash, knarsen; (to gnash one's teeth) tandenknarsen. Gnat, mug, v. Gnaw, knabbelen, knagen; voortdurend pijn hebben. Gnome, aardmannetje, o., kabouter, m.; zinspreuk, v. Gnostic, slut, wereldwijs. Gnu, kleine antilope (Zuid- Afrika), v. Go, gaan, voortgaan, heen�geen, reizen ; sterven; inomloop zijn, voorhanclenzijn ; failleeren ; daad, han�deling ; mode; opgewekt�held, v.; pretje, o. Goad, prikkelen, aanzetten;prikkel, m. Goal, doel, einde, 0.: be�gin en eindpaal (bij wed�stri,jden), m. Goat, geit; holte; loopgraaf,v. Gobbet, gulzig verzwelgen; mondvol, m., brok, stuk, o. Gobble, gulzig slikken; ka- kelen, klokken ; geklok, o. Goblet, drinkbeker, m. Goblin, kabouter, m., spook, o., booze fee, v. Go-by, ontlooping, ontsnap�ping, v. Go-cart, loopwagentje, o. God, God, afgod,m.,godheid,v., Hoogste wezen ; despoot,o.; vergood mensch, m. Godfather, als peetvaderoptreden; peetvader, peet�oom, in. [delijkheid, v. Godhead, Godheid, god- Godless, goddeloos. Godlike, goddelijk. Godly, godvruchtig, vroom. Godsend, onverwacht ge� luk, o. Goggle, met de oogen rol�len, staren; rollend, sta�rend, uitpuilend oog, o.;groot, uitpuilend. Goitre, kropgezwel, o. Gold, good, o.; rijkdom, m.:gouden, van good. Golden, van good, gouden,verguld, goudkleurig; ,the golden mean) gulden mid�delweg. Goldfinch, goudvink, m. Goldfish, goudvisch, m. Goldsmith, goudsmid, m. Golf, kolfspel, o. Golosh, overschoen, m. Gondola, gondel, m., plat� boomde vrachtboot, v. Gonfalon, banier, v. Gong, gong, v. Good, goed, voordeel, wel� zijn, genot, nut, o.; goed, zoet, geschikt, joist; ge�trouw ; aanzienlijk. Good-bye, goeden dag (bij vertrek voor eenigen tijd,, vaarwel, o. Good-Friday, Goede Vrij�dag, m.

Goodly, mooi, kostelijk, lekker, bevallig, piekfijn. Good-natured, goedaardig, goedhartig, goedig. Goodness, goedheid, vrien� delijkheid, v. Good -speed, succes, o. Good -will, welwillendheid, gunst; klandisie, v. Goose, gans ; sul, sukkel, m., uilskuiken ; persijzer, o. Gooseberry, kruisbes, v., kruisbessenstruik, m. [v. Goose-quill, ganzeveer,pen, Gordian, ingewikkeld; (go, dian knot) Gordiaansche knoop, m. Gore, doorboren, spietsen, met een wig doorbreken ; geronnen bloed ; driehoekig stuk land, o., geer, v. Gorge, schrokken, gretig slikken ; keel, v.; strot ; zware maaltijd, m.; wal�ging, v.; nauwebergpas, m. Gorgeous, schitterend, Gorilla,gorilla,m. [prachtig. Gorse, brem, v. Gosling, gansje ; katje � (van

een o. Gospel, evangelie, o.; (gospel truth) onomstootelijke waarheid. Gossamer, herfstdraad; fijne sluier, m.; dun Baas, o. Gossip, babbelen, kletsen ; drinken ; peet zijn ; peet, vriend, buur, m.; gebabbel, geklets, o ; drinkebroer,m. Goth, barbaar, Gooth, m. Gothic, Gothisch. [m. Gourd, karat', v.; pompoen, Gout, jicht, v.; druppel, m. Govern, besturen, regeeren, regelen ; bedwingen. Governess, gouvernante, v. Government, bestuur, o., regeering, regeling; zelf- beheersching; uitvoerende macht, v. Gowan, madeliefje, o. Grab, grijpen, pakken; vat-ten ; greep, m. en v. Grace, begunstigen, ver�eeren ; versieren ; gunst, eer, genade; bevalligheid, v.; (to say grace) een tafel�gebed uitspreken. Graceful, bevallig, sierlijk, elegant. Gracious, genadig, gunstig ; (good-gracious) genadige goedheid, v. Gradation, geregelde op�klimming, v., trapsgewijze overgang, m. Grade, regelen; waterpas�sen; ring; grand, m., kwa�liteit ; weghelling, v. Gradual, trap, v.; gezang�boek, o.; trapsgewijze. Graduate, in graden ver�deelen ; geleidelijk voorbe�reiden ; promoveeren. Graft, enten; ent, v. Grail, graal, v.; (the Holy Grail) heilige Graal. Grain, graan, koren, o., korrel, m.; weefsel ; hart, gemoed, o., aard, m.; work, v.: harpoen, m. [etend. Graminivorous, planten� Grammar,spraakkunst; be�hoorlijke taal, v.; taal�boek, o. Grammar-school, Gymna�sium,o.,Latijnscheschool,v. Grammatic(al), taalkun� dig, spraakkunstig. Granary, korenschuur, v., korenzolder, m. Grand, groot, grootsch ; voornaam, beroemd, edel, waardig, prachtig, deftig. Grandam, grootmoeder, oude vrouw, v.

Ci randeUr,grootschheid,ver� hevenheid, pracht, v.Grandiloquent, grootspre - kend, bombastisch, opge� blazen, snoevend.Grand-master, grootmees� ter, m..[wader, m. Grandsire,grootvader,voor-

Grange, ,sehuur, boerderij, v.; heerenhuis, b uiten, Granite, graniet, o. Granivorous, graanetend.

Grant,geven,schenken,toege� ven, toestemmen, toestaan ; overdragen; schenking,gave; toestemming, overdracht, v. Granular, korrelig, korrel- Granule,korreltje,o. [achtig. Grape, druif, v. Graphic, tot de schrijfkunst behoorend; aanschouwelijk; juist beschreven. [ker, o. Grapnel, dregge, v.; klein an- Grapple, aanklampen, vast� hechten; vechten, worste� len ; worsteling, v., gevecht van man tegen man, o.; enterhaak, m. Grasp, vasthouden, grijpea, bezitnemen ; greep, m. en v., houvast; bereik ; begrip, o. Grass, gras; het verganke� lijke, o. [m.Grasshopper, sprinkhaan, Grassy, met gras bedekt, groen, grasachtig. Grate, van traliewerk voor� zien ; wrijven, raspen, schu� ren ; plagen, kwellen ; knar� sen, krassen ; rooster, haard, rn.; traliewerk, o.Grateful, dankbaar; lieflijk, aangenaam.Grater, rasp, v.

Gratification, gratificatie, belooning ; bevrediging, v.; genot, o. Gratify, behagen , aangenaam zijn ; beloven; bevredigen, inwilligen. Grating, traliewerk, o.; knar� send, krassend, hard. Gratis, gratis, kosteloos. Gratitude, danbaarheid, v.

Gratuitous,gratis;vrijwillig; ongegrond, zonder reden. Gratuity, fool, vrije gift, v. Gravamen, voornaamste punt van aanklacht, o.; hoofdoorzaak, grief, v. Grave, graveeren, beitelen; graf, o.; vernieling, v.; be� langrijk, ernstig, gewichtig. Gravel, van kiezel voorzien; verlegen maken; kiezel; graveel, o. [den ; neigen. Gravitate, getrokken wor- Gravity, ernst, m.; zwaarte, v.,gewicht,belang,o.;zwaar� tekracht; deftigheid; diepte (van toon), v. [sap, o. Gravy, jus, v., vleeschnat ; Gray, grijze kleur, v.; grijs, grauw, aschkleurig; duister; oud. [steenen kruik, v. Graybeard, grijsaard, rn.; Graze, schaven, even aan� raken, langs strijken ; gra� zen,weiden; schrammetje,o. Grazier, vetweider, m. Grease, smeren; omkoopen; vet, smeer, o. Greasy, besmeerd, vettig; vuil (weer); verstopt.

Great, groot, lang; bekend, befaamd, berucht; gewich� tig; dik, gezwollen ; trotsch, eerwaardig.

Greatcoat, overjas, v. Greaves (pl.), scheen- of beenplaten (mv.), v. Grecian, Griek, Helleen, m.;Grieksch. Greed, gulzigheid, gretig�heid, gierigheid, v.; begeerigmensch, o.

. . Greedy, gierig, gretig, be�geerig, schrokkig, gulzig. Greek, Grieksche taal, v., Griek, m.; Grieksch ; be�drieger, m. Green, groen, o., groene vlakte, v.; groen, bloeiend, frisch, nieuw, versch ; on�rijp ; onervaren; sullig. Green-crop,groenteoogst,m Greenery, plaats, waar groene heesters gekweekt worden, v. Greengage, groene pruim, reine claude, v. Greengrocer, groentekoop�man, groenteboer, m. Greenhorn, nieuweling, groen, sul, m. Greenhouse, oranjerie, broeikas, v. [neelspelers, v. Greenroom, kamer der too-Greet, begroeten,toespreken; schreien, weeklagen ; ge�schrei, o., weeklacht, v.; treurig. [koming, v. Greeting,begroeting,verwel-Gregarious, in troepen of kudden levend. Gregorian, Gregoriaansch. Grenade, granaat, m. Grenadier, grenadier, m. Grey, grijs. Greyhound, hazewind, m. Griddle, koekepan, v.; roos� ter, m. Gridiron,(braad-)rooster,m. Grief, smart, droefheid, v.; hartzeer, o.; fout ; beleedi�ging, v. [zwaar, o. Grievance, grief, v., be-Grieve, bedroeven, smarten, krenken ; betreuren. GrieveUe,bedroevend,smar- telijk;hatelijk;wreedaardig. Griffin, griffloen; baar (die voor 't eerst in Indict komt), Grig,krekel,m.;aaltje,o. [m. Grill, roosteren, bra den ; wat op een rooster gebraden is,o. Grim, woest, wreed, grim� mig, leelijk. Grimace, grijnzen, 't gelaat vertrekken ; grimas, gelaats�vertrekking, v. [o. Grime, bevuilen ; vuil, roet, Grimy, vuil. Grin, grijnzen, grinniken,

lachen , de tanden laten zien ; grijns, v. Grind, malen, slijpen, af�slijten ; knarsen; kneuzen ; onderdrukken. Grinder, onderdrukker ; ma�ler, maaltand ; repetitor ; blokker, m.; (organ-grinder) orgeldraaier. Grindstone, slijpsteen, m. G rip, gr ee p,m.en v.;greppel,v. Gripe, grijpen, knijpen; on-derdrukken; koliek hebben; afpersen; greep, m. en v., houvast, o.; klauw ; vrek, m. Grisly, vreeselijk, afschuwe� liik, akelig, griezelig.Gristly, kraakbeenachtig. Gritty! korrelig ; hard; flink, kranig. Grizzle, grijs worden. Grizzly, grijze beer, m.; grijsachtig. Groan, kreunen, diep zuch�ten, smart lijden ; brom�men ; gekreun, gebrom, b. Groat, kleinigheid, oude En�gelsche zilveren munt ter waarde van 4 stuivers, v. G roats (pl.), grutten (mv.), v. Grocer, kruidenier, m. Grocery, kruidenierswinkel, Grog, grog, m. [m. Groom, stalknecht ; kamer� heer ; bruidegom, m. Groove, voren maken, groe�ven trekken ; voor, groef ; sleur, v.; levensloop, m.

Grope, tasten, in den blinde tasten. Gross, massa, geheele hoe�veelheid, v.; grof, dik,zwaar,lomp, ruw, gemeen; zin�nelijk ; bruto. Grotesque, groteske figuur,v.; kunstmatig grotwerk, o.;grillig, vreemd, onregelma�tig; belachelijk. Grotto, kunstmatig bedek�ken ; grot, v., hol, o. Ground, grondvesten, stich�ten, in den grond zetten;grond, bodem, m.; aarde, v.; grondgebied, land, o.;basis; reden, v. Groundage, havengeld, o. Ground -floor, benedenver� dieping, v. Groundless, grondeloos. Groundling, grondeling (visch), m. Grounds (pl.), bezinksel, o.,droesem, m.; terrein, o. Groundwork, grond, grond�slag, m.; grondbeginsel; geraamte, o. Group, groep, vereeniging,familie, v.; groepeeren,scha- Grouse, korhoen, o. [ren. Grout, gruttenmeel,o.; vloei�bare kalk, v. Grove, boschje, plantsoen, o. Grovel, kruipen (voor iemand); liederlijk zijn. Grow, groeien, wassen, ver�meerderen, kweeken, voort�brengen. Growl, brommen, knorren, snauwen; gebrom, geknor, gesnauw, o. Growth, groei, wasdom, m.

Grub, opgraven; ploeteren ; schransen; blokken; dwerg,m.; vuile persoon, m. en v.; larve, v.

Grub-street, zonder letter- kundige waarde, o.; arm�zalig, nietswaardig; (Grub-street author) prulschrijver. Grudge, wrok koesteren ; onwillig zijn; misgunnen;wrok, haat, m., afgunst, v. Grudgingly, onwillig, niet van ganscher harte. Gruel, gerstewater, o. Gruesome, ijselijk, leelijk, huiveringwekkend. Gruff, norsch, barsch, ruw. Grumble,morren,grommen; rommelen ; klacht, v. Grume, kleverige stof, v. Grumpy, norsch, bromme� rig, knorrig. Grunt,linorren,klagen,brom� men ; brieschen ; geknor, o. Guarantee, waarborgen,borgstellen; waarborg,borg,m., zekerheid, v. Guard, bewaken, bescher�men, hoeden ; wacht, hoede, bewaking, v.; beschermer;conducteur, m. Guardian, voogd; opziener;bewaarder; geleider, m. Guardsman, bewaker; gar� de-officier, m. Guelder-rose, sneeuwbal, m. (bloem). Guerdon, belooning, v. Guerilla, ongeregeld gevecht (tusschen kleine troepen),o.; beunhaas, knoeier, m. Guess, gissen, onderstellen, raden ; gissing, v. Guest, gast, logeergast, m. Guest-chamber, logeerka� mer, v. Guffaw, brullen (van 'tlachen); luide lach, m. Guidance, geleide; richting, V . ; bestuur, o., leiding, v. Guide, girls, geleider; be� stuurder ; reisgids, m. Guidebook, reisgids, m. .

Guild, gilde, vereeniging, v. Guile, list, valschheid, v., bedrog, o. [loos. Guileless, onschuldig, arge-Guillotine, guillotineeren ; guillotine, v. Guilt, schuld, misdaad, v. Guiltless, onschurdig, onbe-Guilty, schuldig. [vlek t. Guinea, guinje, v.; Guinea, o. Guinea-fowl, parelhoen, o. Guinea-pig, Guineesch big� getje, o. Guise, mode, manier, v.; uiterlijk voorkomen, o. Guitar, gitaar, v. Gulf, afgrond; boezem, m., draaikolk, v. Gull, bedriegen, beetnemen; meeuw,v.;onnoozele hals,m. Gullet, keel, v., slokdarm ; waterafvoer, m. Gully, met geraas stroomen; . geul, v., o.

Gulp, slokken, inzwelgen ; mondvol, m.; braking, v. Gum, gommen, gom vormen; gom, v.; tandvleesch, o. Gun, op de jacht gaan, schie�ten ; geweer, kanon, o.; aan�zienlijk persoon, m. en v. Gun-barrel, loop van een geweer, m. Gunboat, kanonneerboot, v. Gun-cotton, schietkatoen,o. Gunner, kanonnier, m. Gunpowder, buskruit, o., groene thee, v.; (Gunpowder Plot) buskruitverraad, o. Gurgle, klokken, gorgelen. murmelen; geklok, gemur�mel, 0.; gorgeldrank, m. Gush, krachtig uitstroomen ; overdreven zijn ; uitstroo�ming, uitbarsting; over�dreven taal, v. [menteel. Gushing, overdreven, senti-Gusset, inzetsel, inlegsel, o., geer, v. [v.; smack, m. Gust, windruk, m., vlaag, Gut,darm,m.,spijsverterings� kanaal, o.; snaar, v. Gutter, geulen maken ; af�druipen ; goot, geul? v., riool, o.; modder, v., vuil, o. Guttural, keel klank,m., keel-letter, v.; tot de keel be�hoorend. [voorwendsel, o. Guy, vogelverschrikker, m.; Guzzle, zuipen,veel drinken. Gymnasium, gymnastiek� lokaal, o. [tiek, v. Gymnastics (pl.), gymnas-G y narc hy, vrouwenregee� ring, v. Gyp, diensthode aan de col�leges in Cambridge, v. Gyrate, omwentelen, rond�draaien. Gyre, omwentelen; omwen�teling, v., kring, m. Gyroscope, instrument waarmede men de wente�ling der aarde zichtbaar maakt, o..[boei, keten, v. Gyve, boeien, verstrikken;

H. Haberdasher, kramer,han-kleedij, v., rijkleed, o.; delaar in manufacturen, gewoonte, hebbelijkheid, v., m. [m. aanwensel, o.; houding, Habergeon, malienkolder, v., uiterlijk, o. Habit, kleeden; kleeding, Habitable, bewoonbaar. � En gelsch-Holl.. 5 .

Habitation, bewoning; wo� ning, v. [durend. Habitual, gewoonlijk, voort-Habituate, gewennen, ge� woon raken. Hack, hakken, houwen; radbraken; kuchen; ver�huren; houw, m., snede, kerf, v.; huurpaard, o. Hackle, hekelen; vaneen�scheuren ; hekel, m.; hane�veer ; kunstvlieg (bij 't hengelen), v. Hackney, rijpaard, huur-paard; huurrijtuig,o.; huur�ling, m.; verhuurd; laag, verachtelijk; alledaagsch. Hackney-coach, huurrij� tuig, o.; huurkoets, V. Haddock, schelvisch, m. Hades, schimmenrijk, o. Haft, van een heft voor� zien; heft, handvat, hecht,o. Hag, schrik aanjagen; heks, tooverkol, furie, v. Haggard, woest,verwilderd. Haggle, beknibbelen, afdin� gen, pingelen. Haha, heg tusschen twee hellingen, v. Hail, hagelen ; praaien, be�groeten ; hagel; aanroep, welkomstgroet, m. HailShOt, kartetsvuur, o. Hailstone, hagelsteen, m. Hair, haar; iets zeer fijns, o.; kleine afstand, m.; klei� nigheid, v. Hairbreadth, haarbreedte,v Haircloth, haren stof, v. Hair-splitting,Imarkloverij, Hairy, hang. v. Halberd, hellebaard, v. Halcyon, ijsvogel, m.; halm�te, rust, v.; halm, rustig, vreedzaam. Hale, gezond, Half, helft,v.,gedeelte,o.; hal f.

Half-bred, van gemengd ras; onbeschaafd. Half-moon, halve maan, v. Half-pay, nonactiviteits� traktement, o. Halfpenny, halve stuiver,m. Half-way, halverwegen. Halibut, heilbot, v. Hall, hal, vestibule; groote zaal, vergaderzaal, rechts� zaal, v.; gebouw, huffs, o. Halleluiah, lofzang, m. Hall-mark, keur, v.. stem- pel op goud of zilver, o. Halloo, luid roepen; roep, kreet, Hallow, heiligen, weiden. Hallucination, dwaiing, zinsbegoocheling, v., zins-bedrog o. ' stralenkrans, Halo, kring; heiligenkrans, m. Halt, stilstand, m., halt; kreupelheid,v.;halt houden. Halter, van een halster voorzien ; halster; strop, touw, o.; kreupele, in. Halve, halveeren. Ham, ham, v. Hamlet, gehucht, vlek, o. Hammer, hamer, m.; ha� meren, timmeren. Hammock, hangmat, v. Hamper, in een sluitmand doen ;� belemmeren, in de war brengen ; boeien ; sluit�mand ; boei, kluister, v. Hamster, hamster, v . Hamstring, lam maken door het doorsnijden van pezen. Hanaper, mandje, o. Hand, overhancligen ; hand, handvol, v., handvat, o.; wijzer,.handeling; be-kwaarnheid ; acte. v.; deel, o., zijde, V. , leant ; werk-man, matroos,.schrift. o.

Handbarrow, berrie, draag-Hap, toevallig gebeuren; baar, v..[biljet, o. i.toeval, o., toevallige ge-Handbill, snoeimes; strooi-.beurtenis, v. Handbook, handhoek, o. i Hap-hazard, kans, v., toe-Handbreadth, handbreed-.val, geluk, o..[spoedig. te, v.. j Hapless, ongelukkig, ramp-Handcart, handkar, v..Happen, gebeuren. Handcuff, handhoei, v..Happy, gelukkig, blij, voor-Handful, handvol, v. I spoedig;(happiness)geluk,o. Handglass,handspiegel,m.; Harangue, toespreken, een glas (over planten), o. j rede houden ; toespraak, Handicap, v6Orgeven ; be- i redevoering, v. nadeelen, bezwaren ; voor-Harass, kwellen,vermoeien, gift, v.; nadeel, o..[m..uitputten ; kwelling, v. Handicraft, handenarbeid, Harbinger, aankondigen, Handiwork, handwerk, o..aandienen ; voorlooper, Handkerchief, doek, zak- j kwartiermaker, m. doek, m.. Harbour, voeden, koesteren, Handle, betasten, bevoelen ;.herbergen;schuilplaats,her-hanteeren, aanpakken, be-.berg; woning; haven, v. handelen ; handvatsel, ge- I Harbour-master, haven-vest, oor, o.. meester, m. Handmaid, vrouwelijke be-Hard, hard, vast ; moeilijk ; diende, dienares, v..streng, onbuigzaam ; grof; Handsome, mooi, knap,.wrang. goedgevormd; edel, mild, j Harden, verharden, hard royaal. maken, ongevoelig maken. Handspike, handspaak, v., Hard-favoured, met grove koevoet, m. [schrift, o. I trekken. [trekken. Handwriting, handschrift, j Hard-featured, met grove Handy, handig, vlug, bij de Hard-hearted,hardvochtig, hand; nabij. ongevoelig. Hang, hangen; versieren ; Hardihood,koenheid,onver�behangen; helling; rich- I saagdheid, onbeschaamd�ting; neiging, v. heid, v. Hanger, hanger, m., kort, Hardly, nauwelijks, bijna krom zwaard, o.. niet; hard, moeilijk; streng. Hanger-on, parasiet, m. I Hardship, ontbering, v. [v. Hanging, behang, wand-Hardware, ijzerwaren(mv.), tapijt, o.; ophanging, v.; Hardy, smidsbeitel, m.; ge-steil; strafbaar met den .hard, sterk; stoutmoedig, dood.. stoer. Hangman, beul, m..Hare, haas, m. en o. Hank, tot een streng maken ; Harebell, grasklokje, o. sterk aanhalen; streng, v. Harebrained,nietig;dwaas, Hansom-cab, tweewielig.onbesuisd. rijtuig, waarvan de bok Harelip, hazenlip, v. zich van achteren bevindt,o. H ark, luister ! boor ! .

Harlequin, voor harlekijn spelen; harlekijn, hans�worst, m. Harm, kwaaddoen, schade aanrichten ; schade, v., na�deel, kwaad, o. Harmful, schadelijk, na�deelig, kwaadaardig. Harmless, onschadelijk, onschuldig. Harmonic, harmonisch, overeenstemmend, well ui�dend. [eensgezind. Harmonious, harmonisch, Harmonise, overeenstem�men, in vrede Leven. Harmonium, harmonium, kamerorgel, o. Harmony, harmonie, eens�gezindheid, overeenstem�ming, vriendschap, v. Harness,wapenrusting aan�trekken, tuig onuloen ; harnas; wapenen (mv.); paardetuig, gareel, o. Harp, op de harp spelen ; op hetzelfde aanbeeld slaan; harp, v. Harper, harpspeler, m. Harpoon, harpoenen; har� poen, m. Harpsichord, spinet, o. Harrier,hrah,plunderttar,m. Harrow, eggen; openriiten kwellen; egge, v. Harry, plunderen, rerwoes�ten ; plagen, kwellen. Harsh, zuur, wrang, scherp, wreed; streng, ruw. Hart, hert, o. Hartshorn, hertshoorn, m. Harum-scarum, doizinnig mensch, dwaas, m.; vluch�tig, onbekookt. Harvest, inzamelen, oog�sten ; herfst; oogst, rn.; op�brengst, v. [oogstlied, o. Harvest-home, oogstfeest; Harvest-man, maaier, oog�ster, m. [v. Harvest-moon,vollemaan, Hash, gehakt vleesch, meng�sel, o., poespas, m. Hasp, met een grendel slui�ten ; grendel, beugel, m. Hassock, pluimgras; kniel�kussen, o.; dikke mat, v. Haste, haast, v., spoed, m., drift, v. [maken. Hasten, zich haasten, haast Hasty, haastig, vlug, snel, driftig, hartstochtelijk. Hat, hoed, m.; kardinaals�waardigheid, v. Hatch, met een deksel slui�ten; uitbroeden; voort�brengen grendel, bout, m.; luik; gebroed, o.; samen�zwering, v. Hatchet, bijl, oorlogsbijl, v.; (to bury the hatchet) vrede sluiten. Hate, haten, verafschuwen; haat, m. [wekkend. Hateful, hatelij k ; afkeer-Hatred, haat, m.; kwaad� aardig-, kwaadwilligheid,v. Hatter, hoedenmaker, han� delaar in hoeden, m. Hauberk, malienkolder, m. Haughty,, trotsch, fier ; aan- Haul, halen, trekken, slee� pen ; haal, trek, m. Haulm, halm, m.; stroo, o. Haunch, dij, v., lendestuk,o. Haunt, omioan, verkeeren ; kwellen; `gebruik, o., ge�woonte; dikwijIs bezochte plants, v.; (haunted house) spookhuis, o. Hautboy, hobo, v. Have, hebben, bezitten, hot, den � genieten; ondervin�den; dulden; to pakken hebben ; bedriegen.

Haven, een schuilplaats bieden ; haven; schuil�plaats, v. [zak, ransel, m. Haversack, knapzak, reis- Havoc, verwoesting, ver�niel ing, v.; vervvoesten, ver�nielen. HaW, haag, haagdoornbes; aarzeling, hapering, v. Hawk, met valken Hagen ; in de vlucht aanvallen ; ophoesten; rondventen; ha�vik, valk ; bedrieger, schra�pende hoest, m. Hawker, valkenier; mars� kramer, m. Hawser, kabel, tros, m. Hawthorn, hagedoorn, m. Hay, haag, v.; hooi, o.; boerendans, m.; (to make hay) hooien. [hooischelf,v. Haycock, hooiopper, m., Hay-fever, hooikoorts, v. Haymaker, hooier, m. Hazard, wagen, gevaar loo- pen ; gevaar; toeval, o.; kans, v. [vaarlijk. Hazardous, gewaagd, ge-Haze, kastijden, berispen ; in 't ootje nemen, groenen ; damp, nevel, m., waas, o., duisterheid, onduidel ij k-held, v. [bruin. Hazel, hazelaar, m.; licht�Hazel-nut, hazelnoot, v. Hazy, dampig, wazig, ondui� delijk, beneveld; dronken. He, man; hi'; mannelijk. Head, hoofd, o., kop, m., kruin, v.; haar; opperhoofd; hoofdeinde, o.; (to make head against) stand houden tegen. Headache, hoofdpijn, v. Headband, hoofdband, m. Head-dress, kapsel, o. Head-gear, hoofdtooisel; hoofdstel, o. Heading, schuim (bier); op�schrift, hoofd, o., titel, m. Headland, voorgebergte, o., kaap, v. Headlong, hals over hop, roekeloos; steil. Headpiece, helm, storm-hoed, m.; oorijzer,o.;knappe kop, m.; verstand, o. Headquarters (pl.), hoofd�kwartier, o. Headsman, beul, scherp� rechter ; mijnwerker, m. Headstall, hoofdstel, o. Headstone,rechtopstaande grafsteen; hoeksteen, m. Headstrong, koppig, on-h andelbaar. Heady, koppig; overijld; bedwelmend. Heal, genezen, heelen, ge�zond maken; van schuld vrijspreken. Healing, heilzaam, genees�krachtig, verzachtend. Health, gezondheid; v.; hell, o. Healthy, gezond, heilzaam, krachtig. Heap, ophoopen,opstapelen; hoop, m., menigte, v. Hear,hoorenjuisteren,letten op ; (Hear, hear !) bravo! Hearing, gehoor, o.;gehoors� afstand, m. [op. Hearken, luisteren, letten Hearsay, gerucht, o. Hearse, naar 't graf bren� gen ; kisten; Iijkwagen, m. Heart, hart; vuur; verlan�gen, o.; wil; moed; gloed; angst, m. Heartache, zielesmart, v. Heart-broken, verpletterd, gebroken. Heartburning, maagzuur, o.; ergernis; ontevreden�heid, v.

Heartease, gemoedsrust, v. Hearten, aanmoedigen, be� zielen. [recht. Heartfelt, diep, innig, op-Hearth, haard, m.; haard� stede, v., familiekring, m. Heartless, moedeloos; ge� voelloos. [scheurend. Heart-rending, hartver�Heart's-ease, zielevrede, m.; driekleurig viooltje, o. Heartsick, droevig,gedrukt. Hearty, hartelijii, oprecht; vriendelijk ; overvloedig; stevig, flink. Heat, verhitten, heet wor�den, broeien (hooi); hitte, hooge kleur, v., vuur, o., gloed, m.; verbittering, v. Heath, heide; vlakte, v.; heidebloempje, o. Heathen, heiden, barbaar, afgodendienaar; heidensch, onbeschaafd, barbaarsch. Heather, heidekruid, 0. Heave, ophetten, verheffen ; slaken ; neerwerpen ; hi j�gen, zwoegen. Heaven, hemel, m.; lucht, v. Heavenly, hemelsch, god�delijk; voortretfelijk, uit�muntend. Heavenward,hemelwaarts. Heavy, zwaar, gedrukt ; droevig, zwaarmoedig; suf; vervelend; dreigend; hevig. Hebdomadal, wekelijksch. Hebdomadary, klooster�ling, die weekdienst heeft, m.; wekelijksch. Hebraic, Hebreeuwsch. Hebrew, Hebreer, m. Hecatomb, ofierande (van 100 ossen(, v. Hectic, uitterend. Hector, snoeven, bluffen ; onbeschaamd behandelen ; snoever; vechtersbaas, m. Hedge, omheinen, met een heg omgeven; heg, v. Hedgeborn, onecht; van lage afkomst. Hedgehog, egel, m. Hedgerow, haag, v. Heed, gadeslaan, letten op; zorg ; oplettendheid, om� zichtigheid, v..[lettend. Heedful, voorzichtig, op-Heedless, onvoorzichtig, onoplettend, achteloos. Heel, hiel, rn., hnk, v.; knobbel; knop, m.; korst ; overhelling, v . Hegemony, overwicht, o. Heifer, vaars, v. Height, hoogte, verheven� heid, lengte, v.; toppunt, o.; gestalte, v.

Heighten, verhoogen, ver�hetfen,vermeerderen,krach�tig maken. Heinous, kwaadaardigonis�dadig, snood. Heir, erven; erfgenaam, na�komelint;, m. Heir-apparent, troonopv01- ger, rechtmatige erfgenaam,

m.. kinderloos. HeirIeSS,zonder erfgenaam, Heirloom, persoonlijk ert� stuk, o. Heir-presumptive, ver�moedelijke erfgenaam, in. Heliograph, lichtdruk, Heliolater, zonaanbidderon Heliometer,zonnemeter,m. Helioscope, helioscoop, zonnekijker, m., zonneglas,

`v. Heliotype, lichtdruk-letter, Helix, oorzoom, rn.; spiraal, sehroefliin ; slak, v. Heil, het, v.; booze geesten (mv.', rn.; speelhuis, o. Hellebore, helleborus, m.; nieskruid, o. .

Hellenic, Helleensch. Hellenist, Hellenist, Grieli= sche Jood in de eerste tijden van het Christendom, in. Hellhound, cerberus, hel� horn m..[door slecht. Hellish, helsch; door en Helm, besturen, regeeren ; helm ; roer, o.; richting, v.; bestuurder; kids, m. Helmet, helm, m. Helminthology, leer der ingewandswormen, v. Helmsman, roerganger, m. Helot, heloot, lijfeigene, m. Help, helpen, bijstaan, on� dersteunen ; nalaten ; be�dienen ; hulp, v., bijstand, helper, m.; geneesmiddel, o. Helper, hulp, v., helper, m. Helpful, .hulpvaardig, heil� zaam. Helpless, hulpeloos. Helpmate, helper, kame� raad, m..[bolder. Helter-skelter, holderde-Helve, van een steel voor� zien ; steel van een hijl, m. Hem, aarzelen ; insluiten, omsingelen; omzoomen; rand, zoom, boord; korte hoest, m. Hemisphere, halfrond, o. HemistiCh, half viers, o. Hemlock, dollekervel, v.; denneboom, m. Hemorrhage, bloeding, v.Hemp, hennep, m.; werk, o. Hen, hen, kip, v. Hence, van hier, hier van� daan ; vandaar. Henceforth, voortaan. Henchman, bediende, page; handlanger, m. Hencoop, kippenmand, v. Hendecagort, elfhoek, m. Hendecasyllable, versre� gel van elf lettergrepen, m. Hen-harrier, kiekendief, m. Henpecked, onder de plak.Hepatic, tot de lever lie� hoorend. � [talen, o. Heptaglot, book in zeven Heptagon, zevenhoek, in. Heptarchy, regeering door zeven personen, v. Her, haar.

Herald, aankondigen, ver�kondigen ; h era u t, hood�schapper, bode, voorlooper, m.. [kundig.Heraldic, heraldiek, wapen-Heraldry, wapenkunde; praal, v.;ambt van heraut,o.Herb, gras, kruid, o. Herbaceous, tot de krui� den behoorend. Herbage, gras, o., weide, v.; weiderecht, o. HerbivOrOus,plantenetend, grasetend. Herborise, planten zoe�ken, botaniseeren. Herculean, herculisch, tengewoon sterk. Herd, kudde, v., troep; herder, hoeder, m. Herdsman, veehoeder, eige�naar van een kudde vee, m. Here, bier, bij deze gelegen� held.. [erfelijk.Heriditary, erfelijk, over-Heridity, erfelijkheid, v. Heresy, ketterij, v. Heretic, ketter, -m. Heritable, erfelijk. Heritage,erfenis,v.,erfdeel,o HerMefiC,hermetisch,lucht� dicht. Hermit, kluizenaar, m. [v.H erm itage,hermitagejduis, Hernia,breuli (chirurgisch),v Hero, held; halfgod, m.; (heroine) heldin, v. Heroic, heldhaftig. Heroism, heldenmoed, in.

. . Heron, reiger, m. Hero-worship, heldenver� goding, v. Herpes, blaasjesuitslag, m. Herring, haring, m. Herself, zichzelve, zlj zelve. Hesitate, aarzelen, weife� len, stamelen. Hesitation, aarzeling, wei�feling, hapering, v., twij�fel, m. Hesper, avondster, v. Heteroclite, afwijkend van den gewonen worm. Heterodox, onrechtzinnig, kettersch. [soortig. Heterogeneous, angelijk-H etMan ,Kozakken-aanvoer� der, an. Hew,hakken,houwen,vellen. Hexagon, zeszi jdige figuur, v., cubus, m. Hexameter,zesvoetige vers� regel, rn. [o. Hexapod, zespootig insect, Hexastich, zesregelig ge-Heyday, hei! [dicht, o. Hiatus, hiaat, o., gaping, leemte, open plaats, v. Hibernal, wintersch. Hibernate, overwinteren; in winterslaap zijn. Hibernian, ler, Iersch. Hiccough, den hik heb� ben ; hik, m. Hildalgo, hidalgo, Spaansch edelman van minderen rang, m. Hide, verbergen, bedekken, geheim homlen; slaan ; huid, v.; leven, o. H ideous,leelij k,afzichtelijk. Hiding, schuilplaats, ge� heime plaats, v.; verbergen ; pak ransel, o. Hie, zich haasten. Hierarch, opperpriester, �erlivoogd, Hierarchy, hierarehie,rang� opvolging, rangorde (pries�ters), v. [de priesters. Hieratic, hieratisch, van Hieroglyph, hieroglief, v.,zinnebeeldig teeken, beeld�schrift, o. Hierology, kennis der hei�lige geschriften, v. Higgle t rondventen; afdin�gen, pingelen. High, hoog, verheven, edel, machtig; aanmatigend, scherp, hevig. High-altar, hoogaltaar, o. High-born,.hooggeboren, van edele geboorte. High-Church, streng Epis�copaalsche kerk, V. High-day, feestdag; bloei�tijd, m. Highflier, wijsneus, hook�vtieger, overdreven man; zwendelaar, m. High-flown, trotsch, over�dreven, buitensporig. High-handed,aanunatigend, willekeurig. Highland, hoogiand, berg�achtig gedeelte van Schot�lam!, o. Highlander,Hooglander,m. High-mass, hoogmis, V. High-minded, hoogmoedig, trotsch, edel. Highness, hoogheid, V. High-priest, Hoogepriester, m..`cbeginselen. High-principled, met edele High-road, groote wee, straatweg, m. High-seasoned, sterk ge�kruid, pikant. High-spirited, vol your, stoutmoedig. High-tasted, sterk gekruid. High-treason, hoogver� raad, o.

High-water, vloed, m. H ighwayMan,struikroover,

m. [wekt, monter. Hilarious, vroolijk, opge-Hilarity, vroolijkheid, op� gewekthet, v. [bergje, o. Hill, heuvel, hoop, m., Hillock, heuveltje, bergje, o. H illy, heuvelachtig. Hilt, hecht, gevest, o. Hind, hinde, v.; boer, boe� renknecht, m.; achterste. Hinder, hinderen, verhin�deren, beletten. Hinderance, hindernis, v., beletsel, o. Hindmost, achterste. Hinge, van hengsels voor� zien; steunen, afhangen; hengsel, scharnier, o.; spil, v. en o. Hint, zinspelen, een wenk geven, toespelingen maken ; zinspeling, v., wenk, m. Hip, heup, v. [o. Hippocampus, zeepaardje, Hippodrome, circus, m. Hippopotamus, hippopo� tamus, m., nijlpaard, o. Hire, huren,in dienst nemen; verhuren;omktoopen;huur, belooning, v. Hireling, huurling, m. Hrirusute, behaard, borstelig, [van hem. His, zijn, de zijne, het zijne, Hispid, borstelig, ruw. Hiss, sissen, fluiten, uit� fluiten; gesis, gejouw, o.; sisklank, m. Hist, aanhitsen; stil! Histology, histologie, weef� selleer, v. Historian, geschiedkundige, geschiedschrijver, m. Historic(al), geschiedkun�dig..[verhaal, o. History, geschiedenis, v., Histrionic, tot het tooneel behoorend. Hit, raken, slaan; slag, stoot; gelukkige zet, m ; kans, v., succes, o.; aan�raking, v. Hitch, vastmaken; met een ruk stilhouden ; wegnemen; haak, m.; beletsel, o.; ha�pering, v.; ruk, m. Hither, hierheen, naar deze zijde. Hitherto, tot hiertoe. Hive, in een korf doen, opzamelen; samenwonen; bijenkorf; bijenzwerm,m.; bevolkte buurt, v. Hoar, wit maken; beschim�rnelen; wit, grijs ; beschim�meld. Hoard, vergaren, opleg,gen ; voorraad, m., hoeveelheid, v.; geheime schat, m. Hoar-frost, rijp, rijm, m. Hoarse, heesch, schor, kras� send. Hoary, grijs, grijsbehaard. Hoax, een grap hebben, foppen; grap, fopperij, aardigheid, v. Hob, haardplaatje, o. Hobble, hinkelen, strom� pelen ; verlegenheid, moei� lijkheid, v. Hobbledehoy, slungel, m. Hobby, stokpaardje, o.; domkop, lummel; telgan� ger, m. Hobgoblin, kabouter, m. Hobnail, schoenspijker; hoe� renkinkel, m. Hock, rijnwijn, m. Hockey, kolfspel, o. Hocus-pocus, bedriegen; hocus-pocus; goochelaar,m. Hod, kalkbak, m. Hodgepodge, hutspot, v.; allegaartje, o.

Hodman, opperman, m. Hodometer, afstandsme� ter, m. Hoe, schoffelen; schoffel, , Hog, kort afknippen; schrob� ben; varken, o.; jonge stier; vuilik, m. [m. Hogmanay, Oudejaarsdag, Hogshead, okshoofd, grout vat, o. [toestel, o. Hoist, hijschen; hijsch�HOity-tOity, opgewonden, druk ; grillig; knorrig; tut, tut ! Hold, pakken, vasthouden, behouden; inhouden, be�vatten ; behoeden; bezit�ten ; verciedigen; houvast, o., steun, greep, m.; ge�vangenis; schuilplaats, v.; scheepsruim, o. Hold-all, reiszak, m. Holdfast, steun, m., hou�vast, o. Hole, een gat maken, in een gat jagen of gain ; hol, gat, o., opening, v., knit, in. Holiday, feestclag, vacantie� dag, heilige dap, in. Holiness, heiligheid, v. Holland, Holland; grijs linnen, o. Hollands(p1:,,Schiedaminer denever , , m. Hollow, uitholien; bukhen, buigen; hoite, liege ',Mite; groef, V001', v.; dal, 0.; uitgehold, concaaf. Hollowness, holheid, le- � digheid, v. Holly, hoist, m. Hollyhock, stohroos, v. Holm,.riviereilandje, 0.; hutst, m. Holocaust, brandofTer , hij de Joden o.; algemeene slachting, v. Holometer,boogtemeter,m. Holster, holster, m. Holt, hoot; boschje; gat,

o.; schuilplaats, v. Holy, heilig, gewijd, rein, gocidelijk. Holy-day, Heiligendag, m. Holy GhOst,Heilige Geest,m Holy office, Inquisitie, v. Holy One, God, Christus, m. Holy Orders, predikamht, o., dienst van Christus, in. Holy-Rood, crucifix, kruis, kruishout, o. Holy Spirit, Heilige Geest,m. Holy Thursday, Hemel� vaartsdag, in. Holy Water, wijwater, o. Holy-writ, Heilige Schrift, v. Homage, eerbied bewijzen, hulde betoonen; hulde, v., eerbied, m. Home, tehuis, huis � vader�land, o., geboorteptaats, v.; verblijf, o., waning; instelling van liefclactig�held, v. Homeless, dakloos. Homely, eensoudig, dood�gewoon ; hoiselijk. Home-made,eig,vernaaht, van inlandsch fahricaat. Homeopathic, nomoeopa-Misch.. f thie, v. Homeopathy, homoeopa-Homer, Humerus, in. Home-Rule, eigenbestuur (Ierland,, o.. [0 . Homesickness, heimivee, Homespun, eigengespon�nen; ondemaakt, lomp. Homestead, woonplaats,v., huis net erf, o. Homeward, huiswaarts. HoMiCide,menschenmoord; moordenaar, m. Homilist,.schrijver van preehen,

. . Homily, leerrede, preek, v. Homogeneal, geli j kslach�tig, gelijksoortig. Homologate, bekrachtigen, goedkeuren, homologeeren. Homologous, evempdig. Homonym, woord, dat denzeliden klank als een ander woord, maar een an�dere beteekenis heeft, o. Homonymous, dubbel�zinnig. Hone, slijpen, aanzetten; slijpsteen, oliesteen, o. Honest, eerlijk, braaf, op�recht � onbesmet, kuisch. Honesty, braafheid, eerlijk�heid, oprechtheid, v. Honey, met honig bedek�ken, zoet rnaken; honig, m., zoetheid, v.; liefje, snoesje, o. Honeybear, honigbeer, m. Honeycomb, honigraat, bijencel, v. ' Honeydew, honigdauw, m. Honeymoon, wittebroods�weken (mv.), v. Honeysuckle, kamperfoe�lie, v. Honorarium, honorarium, salaris, loon,o.,belooning,v. Honorary, eervol. Honour, eeren ; eer, v., eer� gevoel, o., hooge rang, m.; waardigheid, V. Honourable, eervol, aan� zienlijk, achtbaar. Hood, kap, v.; peperhuisje,o. Hoodwink, blinddoeken, verschalken. Hoof, hoef, klauw, m.; stuk vee, o. HOOk, met een haak van�gen ; aanha ken ; stelen ; haak, m., sikkel; landtong, v.; voordeel, o. Hoop, met hoepels beslaan, omringen ; hoepel, band, riem, m.; crinoline, v. Hoot, uitjouwen; schreeu�wen (van een uil); ge�jouw, o. HOp,hi n ken, huppelen ,spri n�gen, dansen; hop bouwen; hop, v.; sprong, m. Hopbind, hopstengel, m. Hope, hopen, verwachten, vertrouwen;hoop,vervvach�ting, v., vertrouwen, o. Hopeful, veelbelovend; (young hopeful) de veelbe�lovende zoon des huizes. Hopeless, hopeloos. Hopple, k I uisteren,de voeten samenbinden..j(spel). Hopscotch, hinkelen, o. HOpvine,hoprank,hopplant, Horal, van een uur. Horary, van een uur, oni het uur plaatshebbend. Horde, in benden Leven; horde, bende, v., troep, rn. Horizon, horizont, ge.zicht� einder, m. Horizontal, horizontaal. Horn, van horens voorzien; hoorn, o., drinkhoorn, voel�horen;vleugel(van een Leger); zijtak (van een rivier), m. Hornbook, abcboek, o. Hornet, horzel, v.; kwelgeest, Hornfoot, hoefdier, o. fm. Horning, het wassen of af� nemen der mann. Hornpipe, horlepijp, v. Horny, hoornig, hard. Horography, kunst van klokken maken, v. Horologe, uurwerk, o. Horoscope, horoscoop, m. Horrible, verschrikkelijk, ijselijk, akelig. Horrid, afschuwelijk, ake�lig; ruw, stekelig; treurig. Horrific, afschuwwekkend. .

Horrify, met afschuw ver-vullen; doen sidderen. Horror, afgrijzen, o., af�schuw, m.; huivering, v. Horse, paard, o., hengst,ruin, m.; cavalerie,v.; steun�bok, m. Horse-breaker, pikeur, m. Horse-chestnut, paarden� kastanje, v. Horsefly, paardenvlieg, v. Horse-guards,bereden lijf� wacht, v..[lath, m. Horselaugh, luide en ruwe Horseman, ruiter, m. Horse-power, paarde� kracht, v. Horserace, wedren, m. Horse-radish, mierikswor� tel, m. Horseshoe, hoefijzer, o. Horsetail, paardestaart, m. Hortative, vermanend, aan� moedigend. Horticulture, tuinbouw, m. Hosanna, lof van God, m. Hose, korte broek ; kousen (mv.); brandspuitslang, v. Hotbed, broeibak, m.; broei- nest, o. Hot-blooded, vurig, drif�tig, hartstochtelijk. Hotchpotch, mengelmoes, zootje, o.; hutspot, v. Hotel, logement, hotel, o. H othouse, broeikast; droog� kamer, v..[doperwt, v. Hotspur, driftkop,m.;vroegeHough, knieschijf, v... Hound, met honden jagen ; aanhitsen; jachthond, m. Hour, uur, o. Hourglass, zandlooper, m. Houriy, van elk uur, per uur. House, huis, o., woning, v.; klooster; geslacht; vorsten�huis, o.; kamer van alge�vaardigden, v. Housebreaker,inbreker,m. Household, huisgezin, o.,huishouding, v.; huishoude�lijk ; alledaagsch. Housekeeper, huishoud� ster, v..[werkmeid, v. Housemaid, dienstmeid, Housewife, huisvrouw, v.;

Hosier, koopman in kousen.naaikistje, o. enz., m.. Housing, hnisvesting, v.; Hospice, kloosterherberg, v..schabra k, .v. en o. Hospitable, herbergzaam, Hovel, in een schuur plant� gastvrij. [huis, o. sen; onder dak brengen; Hospital, hospitaal ; gods-hut, v.; afdak voor vee, o. Hospitality, gastvripeid, v. Hover, wachten, dralen, Host, zijn verblijf nemen ; weifelen; zweven. herbergen ; onthalen; gast- How, hoe, op welke wijze; heer, waard, rn.; woeker-.hoe ver..[tegenstaande. plant; hostie, v.; leger, o., Howbeit,hoewel,echter,niet- menigte, v..[tocht, m. However, hoe dan ook, in Hostage, gijzelaar; borg-.elk geval, nochtans. Hostelry, herberg, v..Howl, huilen, janken, brul-HOStile,vijandig,vijandelijk. .len; gehuil, gejank, ge-Hostility, vijandigheid, vij-.schreeuw, gebrul, o. andschap, v..[gier, m. Howsoever, hoe dan ook. Hostler, stalknecht ; herber-Hubbub, verwarring, v.; Hot, beet, brandend, vurig,.rumoer, verwoed geraas, o. scherp.. Huckle, heup, v., bult, m. .

Huckster, venter, kramer ; bedrieger, m. Huddle, haasten, wegstop�pen ; menigte, v., gedrang, o. Hue, kleur, tint, schakeering, v.; luid geschreeuw, o.; (hue and cry) vervolging van een booswicht, v. Huff, opblazen; razen, schel�den, schreeuwen; toom, m., nijdige bui, v. Huffy, boos ; opgeblazen; aanmatigend. Hug, omhelzen, pakken, lief�koozen ; omhelzing, v. Huge, kolossaal, zeer groot. Huguenot, Hugenoot, m. Hulk, scheepsromp, m. Hull, schillen, doppen ; wan�nen ; in den romp schieten ; hulpeloos ronddrijven , schil, v� dop ; romp, m.

Hum, gonzen, brommen, snorren.neurien; gegons,ge�mompel, geblom ; bedrie�ger, m. Human, menschelijk wezen, o.; menschelijk, aardsch. Humane, menschlievend, vriendelijk, zacht. Humanity, menschheid; menschelijkheid, mensch�lievendheid, v. Humankind, menschheid, v. Humble, vernederen; nede�rig, bescheiden, onderdanig; (to eat humble:pie) zoete broodjes bakken. Humble-bee, hommel, v. Humbug, bedriegen, beet�nemen; onzin, m., bedrog, o., larie, v.; bedrieger, m. Humdrum, eentonigheid, v.; gonzend geluid ; vervelend mensch, o.; stomp, dom, eentonig; vervelend. Humerus, bovenarmbeen,o. Humid, vochtig, nattig. Humidity, vochtigheid, v. Humiliate, vernederen, oot�moedig maken, verlagen. Humiliation,vernedering,v. Humility, nederigheid, v., ootmoed, m. Humming-bird, kolibrie,m. Humorist, humorist, geestig schrijver, luimig mensch ; zonderli ng, m..[grillig. Humorous, geestig, luimig; Humour,vocht,o.;verwaand- heid, v.; humor, m..[o. Hump, bult, m., uitsteeksel, Humpback, bult, bochel, m. Hunch, duwen, stooten; krommen; duw, stomp ; bochel, m. Hundred, honderd. Hunger, hongeren, uithonge� ren ; hunkeren; honger, hon�gersnood, m.; sterk verlan�gen, o. Hungry, hongerig, uitgehon�gerd ; hunkerend ; schraal. Hunks, vrek, gierigaard, m. Hunt, jagen, nazetten, na�jagen ; zoeken, onderzoeken; jacht, v., jachtgebied, o.; troep honden, troep jagers, m..[jachtpaard, o. Hunter, jager ; najager, m.; Huntsman, jager, m. Hurdle, horde, v., schans� korf, m.; heining, v. Hurl, slingeren, werpen; krachtige worp,m.;tumult,o Hurrah,hoera roepen; hoera! Hurricane, oiman, m. Hurry, verhaasten, haast� maken ; groote haast; yen-warring, v.; gewoel, o. Hurry-skurry, verwarde drukte, v.; verward. Hurt, wonden, kwetsen, zeer doen, benadeelen ; wond, v., letsel, nadeel, o. Hurtful,nadeelig,schadelijk.

. . Hurtle, botsen, stooten ; klet� teren ; aanrukken. [m. Husband, echtgenoot, man, Husbandman, landman, huisman, m. Hush, stillen, bedaren, zwij�gen. [m. Hush-money,steekpenning, Husk, doppen,schillen;wan� nen ; dop, m., schil, v. Husky, ruw, schor; vol schil-Hussar, huzaar, m. [len. Hussif, naaikistje, o. Hussy, meisje, o.; slechte vrouw, v. Hustings (pl.), vroeger ge�rechtshof in Londen, o. Hustle, dringen,duwen,stoo� ten ; zich moeilijk bewegen. H ut,in de barak brengen; hut, barak, v., houten gebouw, o. Hutch, in een kist leggen; opsluiten; ziften; kist, v.; trog, m. Hyacinth, hyacint, v. Hyaline, zeespiegel, m.; glas�achtige oppervl akte,v.;door�schi j nend, krista lach tig. Hydrant, pomprnachine, v. Hydraulics (pl.),hydraulica, waterbouwkunde, v. Hydrocephalus, water�zucht der hersenvliezen, v. Hydrography, hydrogra�phie, waterbeschrijving, v.

I. 1, ik.. Ibis, ibis, m.. Ice, tot ijs maken, doen bevriezen ; ijs, o.. Icebound, ingevroren, door I het ijs ingesloten.. Hydrology, leer der eigen schappen van het water, v. Hydrometer, toestel ern de hoogte en dichtheid van vloeistoffen to meten, o.; regenmeter, m. Hydropathy, watergenees�kunde; waterkuur, v. Hydrophobia, watervrees, hondsdolheid, v. Hyena, hyena, v. Hygiene, hygiene, gezond� heidsleer, v . Hymen, huwelijk, o., god van het huwelijk, m. Hymn, loven, bezingen ; lied, gezang, o., ode, v. Hyperbole, overdrijving, v. Hyperborean. tot het verre Noorden behobrend,ijskoud Hypercritic, letterzifter, m. Hyphen, met een streepje verbinden; verbindingstee- o. Hypnotism, hypnose, v. Hypochondria, hypochon- drie, .v. Hypocrisy,huichelarij,vein� zerij, N'..[zaard, m. H ypocrite, huichelaar, vein�Hypothesis,hypothese,stel� ling ; onderstelling, v. Hyssop, hysop, v. (aroma�tische plant)..[achtig, Hysteric,hysterisch,zenuw- Icehouse, ijskelder, m. Iceland, Usland, o. Ichtyography, beschrijving der visschen, v. Ichtyolite, versteende visch, m.. [etend.

Icecream, roomijs, 0..Ichtyophagous, visch-Icefield, ijsvlakte, v..I Icicle, ijskegel, rn. Iconoclasm, beeldenstorm, Icy, ijsachtig, ijskoud. im. Idea, denkbeeld, begrip; geloof ; plan, o. Ideal, ideaal, o. denkbeel-dige volmaaktheid, v.; ideaal, denkbeeldig vol�maakt. Idealisation, vormen van een denkbeeld; idealisee�ren, o. Idealise, tot een ideaal idealiseeren. Identical, identiek,hetzelfde Identify, vereenzelvigen, identiteit bewijzen. Identity, identiteit, volko�men overeenstemming, een�heid, v. Ideology, wetenschap van het ontstaan der gedachte,v. Idiocy, domheid, onnoozel�heid, v. [dialect, o. Idiom, taaleigen, idioma, Idiosyncracy, idiosyncra� sie, eigenaardigheid van een persoon, v. Idiot, idioot, m.; wezenloos, onnoozel. Idle, den tijd verluieren; nietsdoener, luiaard, m.; lui; onbezet; nutteloos;ijdel. Id01, afgod, m. Idolater, heiden, afgoden� dienaar, m. Idolatry, afgodendienst, m. Idyll, idylle, v., landelijk gedicht, o. If, indien, als, in geval, of. Igneous, vurig, gloeiend. Ignescent, vonke n werpend Ignite, in brand steken, doen ontvlammen; vuur�rood worden. Ignition, ontbranding, v. Ignoble, onedel, laag, ver�achtelijk. [schandelijk. Ignominious, onteerend, Ignorance, onwetendheid, v., gebrek aan kennis, o. Ignorant, onwetend, onge� letterd, dom. Ignore, ontkennen, niet er�kennen, niet tellen. Iliad, Iliade, v.; lang ver� haal, o. (ongelukkig. III, ziek ; kwaad, slecht, III-bred, ruw, lomp, on� opgevoed. Illegal, onwettig. Illegible, onleesbaar. Illegitimate, onwettig, on�echt ; onlogisch. III-favoured, leelijk, mis�vormd � ruw. Illiberal, kleingeestig; laag, onedel; gierig, ruw. Illicit, onwettig, ongeoor� loofd. Illimitable, onbegrensd. Illiterate, ongeletterd, on� wetend. III-natured, boosaardig, knorrig; onhandelbaar. Illness, ziekte, ongesteld� heid ; verdorvenheid, v. Illogical, onlogisch. III-starred, onheilspellend. lilude, bedriegen. Illuminate, illuinineeren, verlichten; verluchten; ver-licht, verhelderd. Illumination, illuminatie, verlichting, v., glans, m. Illumine, verlichten; eeren. Illusion, illusie, begooche� ling, v.; bedrog, o. Illustration, illustratie; op�heldering, toelichting, v. Illustrious, doorluchtig, be� roemd, schitterend. 111-will, kwaadwilligheid; norschheid, v. Image, afbeelden, afspiege�len; beeld, afbeeldsel, o., beeltenis, v., evenbeeld, o.

Imaginable, denkbaar. Imaginary, denkbeeldig,on� werkelijk.Imagination, verbeeldings� kracht, v., voorstellingsver� mogen, o. Imaginative, rijk aan ver- beeldingskracht; achter dochtig.Imagine, zich verbeelden, zich voorstellen. Imbecile, zwak van geest. I Mbibe,opdrinken,inzuigen, in zich opnemen.Imbitter, verbitteren ; onge� lukkig maken.Imbroglio, verwarring, in� gewikkelde intrige (in ro� mans), v.; misverstand, o. Imbrue, doorweken ; be� zoedelen ; uitgieten.Imitate, nabootsen, na� volgen. [namaaksel, o. Imitation, nabootsing, v.,Immaculate, onbevlekt,on- berispel i k. [geestelijk.Immaterial, onstoffelijk,Immature, onrijp, ontijdig.Immeasurable, onmeet� baar, onmetelijk.Immediate, onmiddellijk, terstond ; tegenwoordig.Immemorial, onheugelij k.Immense, oneindige ruim� te, v.; onbegrensd, onme� telijk ; uitstekend. Immensity, oneindigheid, uitgestrektheid, v.Immerge, onderdompelen.Immerse, indompelen, in� doopen. Immersion, indompeling,v. Immigrant, emigrant, iemand die zich in een vreemd land vestigt, m.Immigrate, emigreeren,zich in een vreemd land ves� tigen. Imminent, dreigend; nabij, I MMitinspuiten. [op handen I mmobility, onbeweeglij k- held, v. [onredelijk. Immoderate, buitensporig; Immodest, zedeloos, on� kuisch ; onbescheiden, on� kiesch. I mMOIate,opofferen,offeren. Immoral, zedeloos, onze� delij k ; oneerli jk. Immorality, onzedelijkheid; oneerlij kheid, v.Immortal, onsterfelijk, on� vergankelijk.Immortalise, vereeuwigen, onsterfelijk maken. I m mortality, onsterfelij k� heid, v. Immovable, onbewegelij k, onwrikbaar, onverander� lijk ; ongevoelig.Immunity, vrij held, vrijstel� ling, v., voorrecht, o.Immure, opsluiten, met een muur omringen.Immutability, onverander� lijkheid, v. Im mutable, onveranderli jk. Imp, van nieuwe veeren voorzien; vermeerderen, versterken; kabouter; deug� niet, m.; verlengstuk, o.Impair, aandoen, aantasten, verzwakken, verminderen; beschadigen.Impalpable, ontastbaar. Imparity, ongelijkheid, v., verschil, o. Impart, mededeelen ; mede� deeling, verleening, v.Impartial, onpartijdig, be� langeloos ; billijk.Impartiality, onpartijdig� held, belangeloosheid, v. Impartible, ondeelbaar. Impassive, ongevoelig, stomp ; 1 i jdelij k.

Impatient, ongeduldig, ver�langend. Impeach, betwijfelen ; aan�klagen, in staat van be�schuldiging stellen; in on�eer brengen. Impeccable, onfeilbaar, schuldeloos. [geld. Impecunious, arm, zonder Impede, beletten, verhin� deren. Impediment, beletsel, o. Impel, voortdrijven, aan� zetten. Impend, boven 't hoofd hangen, voor de deur staan, dreigen. [handen. Impendent, dreigend, op Impenetrable, ondoor�dringbaar ; ongevoelig, stomp. [verhard. Impenitent, onboetvaardig, Imperative, gebiedende wijs,v4gebiedend;verp Licht. Imperceptible, onmerk�baar, onbeteekenend. Imperfect, onvolmaakte tijd, m.; onvolkomen, on-vol maakt. [held, v. Imperfection, onvolkomen-Imperial, imperiaal, v., koe�peldak, o.; keizerlijk. Imperialist, imperialist, voorstander van 't keizer�schap, m.

Imperil, in gevaar brengen. Imperious, heerschzuchtig, aanmatigend, gebiedend. Imperishable, onverganke�lijk, eeuwig. Impermeable, ondoor�dringbaar. Impersonal, onpersoonlijk. Impersonate, verpersoon�lijken, vertolken (een rol). Impertinence, impertinen�tie, onbeschaamdheid, on�gepastheid, brutaliteit, v. Impertinent, impertinent, onbeschaamd, ongepast. Imperturbable,onverstoor� baar, koel. Impetuous, woest, on�stuimig, heftig. Impetus, beweegkracht, v. Impinge, stooten, raken. Impious, profaan, godde- loos, oneerhiedig. Implacable, onverzoenl ij k, onverbiddelijk..[zaaien. Implant, inprenten ; enten ; Implement, van hulpmid� delen voorzien; werktuig, gereedschap, o. Implicate, inwikkelen, ver�wikkelen. Implicit, onvoorwaardelijk ; stipt ; ingewikkeld. Implore, smeeken. Imply, imnsluiten, behelzen, beteekenen..[leg, o. Impolicy, gebrek aan over-Impolite, onbeleefd, lomp. Import, mvoeren; van be- lang sijn, beteekenen. Importance, belang, ge�wicht ; gevolg, o.; betee�kenis, v.

Important, belangrijk, ge�wichtig, vol beteekenis. Importunate, lastig, drin�gend, aanhoudend. Importune, lastig vallen, voortdurend aandringen. Importunity, overlast, m., kwelling, v. Impose, opleggen; in de handen stoypen. Imposing., indrukwekkend; bedriegehjk. Impossible, onmogelijk. I mposthu me, zweren;etter, m.; zweer, v. Impostor, bedrieger, m. Imposture, bedrog, o., be� driegerij, V. .

Impotent, onmachtig,mach�teloos, onvermogend.Impound, opsluiten ; in be- slag nemen..[putten. Impoverish, verarmen, nit-I mpracticable, ondoenlijk,

onhandelbaar. Imprecate, vervloeken. Impregnable, onneembaar, onverwinnelijk.

I M pregnate,bevruchten,be� zwangeren; verzadigen; doortrekken. Impress, stempel, m.,merk, afdruksel; motto, o. Impression, indruk; stem-pel ; invloed, m.; uitwer�king, v.; kenmerk, o. Impressive, vatbaar voor indrukken;indrukwekkend. Imprint, aldruk, m. Imprison, in de gevangenis zetten.. [lijk. I mprobable, onwaarsch i j n- I MprObity,oneerlijkheid,on�oprechtheid, v. Improper, ongeschikt, onge�past, onjuist. Improve, verbeteren, vol�maken; voordeel trekken; aankweeken; vermeerderen. Improvident, zorgeloos. Improvisation, improvisa�tie, v. Imprudence, onvoorzich�tigheid, v., gebrek aan be�leid, o. [heid, v. Impudence, onbeschaamd-Impulse, aandrang, m. Impunity, stratieloosheid, v: Impure, onzuiver, onrein, besmet, vuil. Impute, toeschrijven, ten taste leggen. In, binnenhalen; op, naar, bij, thuis; in. Inability, onbekwaamheicl, v., onvermogen, o. Inaccessible, ontoeganke�lij k, ongenaakbaar. I naccuraCy,onnauwkeurig� held, v..[rust, v.Inaction, werkeloosheid,Inadvertent, onbewust,zon� der er bij to denken. Inanimate, onbezield. Inanity, zinloosheid,holheid, ledigheid, v..[baar.Inappreciable, onschat-I napproachable, onge� naakbaar; weergaloos. Inappropriate, ongeschikt, ongepast..[zaam.Inapt, ongeschikt, niet voeg-Inarticulate, onduidelijk, onverstaanbaar ; zonder ge-

ledingen. Inasmuch, aangezien.Inattention, onoplettend� heid, achteloosheid, v. Inaudible, onhoorbaar. Inaugurate, inhuldigen, plechtig inwij (len..[1 i j k.Inborn, aangeboren, natu ur-Incalculable, onbereken� baar.

Incandescence, gloeien, (incandescent lamp) gloei�lamp, v. [betoovering, v. I ncantation,tooverformule; Incapable, onbekwaam, on�bevoegd. Incapacity, onbekwaam�heici, ongeschiktheid, v. Incarnation, incarnatie, vleeschwording; levendige voorstelling; verpersoon�lijking, v. Incautious, onvoorzichtig, onbehoedzaam. Incentive, aansporing, pri k�keling, v.; aansporeml,prik�kelend. Incertitude, onzekerheid, v. Incessant, voortdurend,on�ophoudelij k. . . Inch 143 Indiction Inch, duim (maat), m.; kleine Incorrigible, onverbeterlijk hoeveelheid; joist oogen-Increase, toenemen, aan-blik; eiland, o. [voorva I, o..wassen, vermeerderen ; ver- I ncident, gebeurtenis, v.;.meerdering, v., aanwas, m. Incipient, beginnend..[v. InCredible,ongelooflijk,bui- I nCision,insnijding,kervi ng,.tengewoon. Incite, aanzetten, aansporen. i Incredulous, ongeloovig. Incivility, onbeleefdlieid,.Incubus, nachtmerrie, v.;

lompheid, v.. zware last, m. Inclement, onbarmhartig, Inculcate, inprenten. wreed ; guur, stormachtig. Incumbent, als plieht opge- Inclination, neiging, ge- j legd..[hats !mien. neigdheid, genegenheid ;.Incur, oploopen, zich op den overhelling, v.. Incursion, vijandelijke in- Inclose, Insluiten, omras-.val, m.. [dig,. teren, omheinen..InClude,insluiten inhouden; bepalen..[v.; onbekend. Incognito, onbekende, m. of Incoherent, onsamenhan�

gend.. [baar. Incombustible, onbrand-Income, inkomen, o., in� komsten i mv.), v. Incommodious, lastig, on�gemakkelijk. Incomparable, weergaloos, ongeevenaard..[baar. Incompatible, onvereenig-I ncompetence,onbevoegd� heid, onmacht, v. Incomprehensible, onbe�grijpelijk; onbegrensd. Inconceivable, onbegrijpe�lijk. Incongruous, ongerijmd, niet bij elkaar passend. Inconsistent, onbestaan� baar ; niet passend. I nconsolable, ontroostbaar Incontestable, onbetwist� baar. [baar. Incontrollable, Onbedwing-I nconvenience, ongerief, 0., ongelegenheid, v.

I ncorporate,tot een lichaam maken; als rechtspersoon erkennen; nauw verbonden. Indebted, verplicht, schul-Indecent, onwelvoegelijk. Indecision, besluiteloos� heid, v. IndeCOrOus,onwelvoegelijkIndeed,inderdaad,werlielijk Indefensible, onverdedig�baar. Indefinable, onverklaar�baar, onomschrijfbaar. Indefinite, onbepaald, on�begrensd. Indelicacy, onkieschheid, lonipheid, v. I len. Indemnify, schadeloos stel-Indent, inkerven; een con�tract maken ; inkerving, v.; contract, o.; bestelling, v. Indenture, gezegeld verdrag, o. [kelijkheid, v. Independence, onafhan-I ndescribable, onbeschrij� felijk.

Index, wijzer, bladwijzer.m.; inhoudsopgave, v.; hand�wijzer, m. [diaansch. Indian, Indiaan, m.; In-Indicate, aanwijzen, aan� duiden. [wijs, v. Indicative, aantoonende Indict, beschuldigen,aankla� gen. [vaardiging, v. Indiction, proclamatie; uit-

Indictment, aanklacht, v. Indifference, onverschillig�heid, onpartijdigheid, v. Indigence, gebrek, o., nood� druft, armoede, v. Indigestion, slechte spijs� vertering, v. Indignant, verontwaardigd. Indignity, smaad, hoon, m. Indigo, indigo, v. Indiscernible, niet to on� derscheiden. Indiscreet, onverstandig, dwaas. Indisposed, ongesteld. Indisputable, onbetwist� baar. Indissoluble, onoplosbaar, onverbreekbaar. [ward. Indistinct, onduidelijk, ver-Indite, schrijven, opstellen. Individual, ondeelbaar ge� heel; individu, o.; afzon� derlijk. Indivisible, ondeelbaar. Indolent, vadsig, traag, lui. Indomitable, ontembaar. Induce, nopen veroorzaken; van een inleiding voorzien. I nd uCeMent,aanleiding,be�weegreden, drijfveer, v. Induction, begin, o.; instal� latie, bevestiging, v. I nd ue,bekleeden,verschaffen Indulge, toegeven, zich over� geven ; voeden, koesteren. Indurate, verharden, onge� voelig maken. Industrial, industrieel. Industrious, vlijtig,naarstig Industry, ijver, vlijt, nijver- heid, v..[dronken. Inebriate, dronken maken; I nedited, onuitgegeven. Ineffable, onuitsprekelijk. Ineffaceable, onuitwisch�baar. I neffiCaCedue, nutteloos. Inefficient, krachteloos, on� vo doende. Inept, ongeschikt. Inequitable, ongerechtig. Inert, onbeweeglijk, traag. Inestimable, onschatbaar. Inevitable, onvermijdelijk. Inexcusable, onvergeeflijk. Inexorable, onverbiddelijk. Inexpediency, ongeschikt� heid ; onraadzaamheid, v. Inexpensive, goedkoop. Inexplicable, onverklaar� baar..[weerlegbaar. Infallible, onfeilbaar, on-Infamy, schande, laagheid, v. Infancy, kindsheid; minder- jarigheid, v..[rige, m. Infant, kind, o.; minderja-Infanticide, kindermoord, kindermoordenaar, m. Infantry, infanterie, v. Infatuate, dwaas maken, verblind maken. [ken. Infect, besmetten, bevlek-Infection, besmetting, v., smetstof; verontreiniging,v. Infectious, besmetteli j k,aanstekeli j k. Infer, een gevolgtrekking ma-ken, een besluit trekken. Inference, gevolgtrekking,v. Inferior, ondergeschikte, m.; minder, lager. Inferiority, minderheid, v. Infernal, helsch, duivelsch. Infest, verontrusten, kwel� len, onveilig maken. Infidel, ongeloovig; onge�loovige, m. Infinite, oneindigheid, on�bepaalde hoeveelheid, v.; Hoogste Wezen, o.; grenzen�loos, oneindig. [v. Infinitive, onbepaalde wijs, Infinity, oneindigheid, v. Infirm, zwak, onzeker, weife� lend.

Infirmary, ziekenhuis, o. Infirmity, zwakheid, zieke�lijkheid, v. Inflame, doen verbitteren ; doen ontvlammen. Inflam Mation,ontsteking,v. Inflate, opblazen, uitzetten. Inflection, buiging, v. Inflict, opleggen (van straf); doen gevoelen. Infliction, opgelegde straf; bezoeking, v. [17. Inflorescence, bloeiwijze, Influence, invloed, m., macht, v. Influential, invloedrijk. Influenza,influenza,griep,v. Influx, instrooming, v.; toe�

vloed, m. Inform, onderrichten, mee�deelen, bezielen. Information, bericht,o., ken� nisgeving, v..[breuk, v. Infraction, schending, in-Infrangible, onverbreek� baar, onschendbaar. Infringe, inbreuk maken op, schenden. Infuriate, woedend maken ; woedend, razend. Infuse, inprenten; versprei� den, doordringen..[v. Infusion, ingeving, ingieting, Ingenious, vernuftig,talent� vol, invloedrijk. Ingenuous, oprecht, open�hartig, ongekunsteld. Ingraft, enten. Ingrain, in de wol verven ; doordringen, verzadigen. Ingratitude, ondankbaar� heid, v. Ingredient, bestanddeel, o. Ingress, toegang, m. Ingulf, verzwelgen (in een a fgrond ). I ngurgitate, verzwelgen. Inhabit, wonen, bewonen. Inhabitable, bewoonbaar. Inhabitant, bewoner, inwo� ner, m. Inhalation, inademing, v. Inhere, aangeboren zijn. Inherent, aangeboren ; aan-Inherit, erven. [klevend. Inheritance, erfenis, ertia� ting, v. Inhibition, verbod, o.; be�slaglegging ; ontzetting uit een ambt, v. [wreed. Inhuman, onmenschelijk, Inhumation, begraving, v. Inhume, begraven. Inimical, vijandelij k, af� stootend. [zonder weerga. Inimitable, onnavolgbaar ; Iniquitous,zondig; onrecht� vaardig. Initial, met vOOrletters teeke�nen, parafeeren; beginletter, vOOrletter, v.; eerste, o. Initiate, inleiden; inwijden; ingewijde, m. Initiative, eerste stap,m., be- gin,o.; inleidend,inwijdend. Injectinspuiten ; inbrengen. InjudiCial, onverstandig,on� oordeelkundig. [vel, o. Injunction, opdracht, v., be-I njure, benadeelen, lasteren, aantasten, krenken. [lijk. Injurious, nadeelig, schade-Injury, nadeel, verlies, on� recht, o. Injustice, onrecht, o., on�

rechtvaardigheid, v. Ink, inkt, m. Inkstand, inktkoker, inktstel, o..[ter, o. Inkling, wenk, m., gefluis-Inlaid, ingelegd. Inlet, baai, v., inham, ingang, Inly, innerlijk. Inmate, huisgenoot, mecie� bewoner, m. [ste. Inmost, binnenste, geheim- .

Inn, huisvesten, ontvangen ; herberg, v.Innate, aangeboren. Innerve, versterken, moed schenken. Inning, oogst, m., oogsten, 0.Innkeeper, herbergier, m.Innocence, onschuld, on� noozelheid ; oprechtheid, v.Innocuous, onschadelijk.Innovate, nieuwigheden in� voeren. [loos. Innumerable,ontelbaar,tal-Inoculate, enten, inenten. Inoffensive, onschadelijk, argeloos. [tijdig.Inopportune, ongelegen,on-Inordinate, ongeregeld, bui� tensporig. Inquest, onderzoek,o. [gen. Inquire, onderzoeken vra-, I nquisition,onderzoek,o.,in- quisitie, v. [m.; inbreuk, v. Inroad, vijandelijke inval,I nSanity,waanzin,m.,krank� zinnigheid, v.Insatiable, onverzadelijk.Inscriptibn, opschrift, on� derschrift, o., opdracht, v. Inscrutable, onnaspeurlijk. Insect, insect, o.; klein, ver� achtelijk. [etend.Insectivorous, insecten Insensible, ongevoelig, on� rnerkbaar ; hewusteloos. Inseparable, onscheidhaar, onafscheidelijk. Insert, opnemen (in een tijd�sch ri ft), invoegen.

Insiccation, indroging, v. Inside, binnenkant ; inge- I wand, o.; binnen, innerlijk.

Insidious, verraderlijk, Isluw, arglistig. Insight, inzicht, begrip, o. Insinuate,. zich opdringen, zich indrmgen ; bedekt to kennen geven. Insipid, laf, smakeloos ; I us� tel oos. [bii. Insist, aandringen, blijvenI nimare, verstrikken, ver� leiden. [held, v.Insolence, onbeschaamd-Insoluble, onoplosbaar, on� verklaarbaar. [mogend. Insolvent, insolvent, onver-Insomnia, slapeloosheid, v.Inspect, opzicht houden, nauwkeurig nagaan, inspec�teeren. Inspiration, inademing ; in�geving, v.; genie, o. Install, installeeren, met een ambt bekleeden. Instalment, bevestiging, in�stallatie ; afdoening, v. Instance, aandrang, m.;ver�zoek ; geval ; voorbeeld, o. Instant, oogenblik, o.Instantaneous, oogenblik� kelijk, in een oogenblik. Instead, in plaats van.Instep, �reef, v. Instigation, aansporing, v. Instil, indruppelen ; lang� zamerhand inprenten. Instinct,itnCt,. d . , instinct, o.,natuur- Instinctive, spontaan, in�stinctmatig, door natuur�drift. Institute, instellen, stichten; vaststellen, aanstellen ; in�stelling, wet, v., genoot�schapsgebouw. o. Instruct, onderwijzen, lee�ren ; last geven. ni e est zuaca tni e , onderwijzend, nstrument, instrument, werktuig, gereedschap, o.; bewerker, m.;ooNr,k,eoenrsdiem, nv: nsubordinate, nig, oproerig, zich verzet�tend tegen de tucht.

Insufficient, ongenoeg�zaam, onbekwaam. Insular, van een eiland; be� krompen. Insult, beleedigen, honen. Insuperable, onoverkome- Insurance, verzekering, v. Insurgency, opstand, m., muiterij, v. rkomelij k. Insurmountable, onover-Insurrection, opstand, muiterij, v. aangeroerd. Intact, ongeschonden, on-Integral, integraal, v., ge� heel petal, o. I ntegrity,oprechtheid,braal�heid, onverdorvenheid ; vol�ledigheid, v. [mogen, o. Intellect, verstandelijk ver- Intelligence, verstand, ge�zond oordeel, o.; (varied in�telligence) gemengd nieuws. Intelligent, verstandig,knap Intelligible, verstaanliaar, duidelijk. Intemperance, onmatig�heid, overdaad, v. Intend, zich voornemen, van plan zijn, bedoelen.

Intense, krachtig, ingespan�nen, geweldig, bovenmate. Intensity, kracht, hevigheid, v..[bedoeling, v. Intent, plan, voornemen, o., Inter, begraven. Intercalate, inlasschen. Intercede, tusschenbeide komen, pleiten,voorspreken Intercept, onderscheppen, tegenhouden. Intercession, tusschen�komst, bemiddeling, v. Interchange, wisselen, rui�len ; wisseling, v., ruil, m. Intercommon, onderling werken..[gesprek, o. Intercourse, omgang, m.; Interdict, verbod, o.; schor�sing, v. Interest, belangstelling, v., belang, voordeel, o.;invloed; interest, m. Interfere, tusschenbeide ko� men ; benadeelen; botsen. Interim, tusschentijd, m. Interior, binnenste; binnen� land, o.; binrxenlandsch; inwendig..[sel, o. Interjection,tusschenwerp-Interknit, hecht vereenigen. Interlace, tusschenvlechten, doorheen vlechten. Interlard, doorspekken, ver�mengen. Interleave, met wit papier doorschieten. Interlude, tusschenspel, o. Intermediate, tusschenper� soon, m. en v. Interminable, oneindig; ge�rekt, vervelend. Intermit, tijdelijk ophouden, verpoozen. [den. Intern, in 't binnen-land zen-Internal, innerlijk,inwendig International, tusschen vol- ken onderling, internatio�naal. lnternuncio, vertegenwoor�diger van den Maus, m. Interpose, tusschenplaat�sen ; in de rede vallen. Interpret, vertolken, verta�

len, verklaren. Interpreter, tolk, m. Interrogate, ondervragen. Interrogative, vragend. Interrupt, in de rede vallen, storen, afbreken. Intersection, doorsnijding, doorkruising, v. Intersperse, rondstrooien, overal verspreiden. Interval, tusschenruimte, pauze, v. Intervene, tusschenbeide komen ; liggen tusschen. Interview, een bekend per-soon bezoeken, om tingen to vragen; onder�houd, o. [landsch. Intestine,inwendig;binnen-Inthral, tot slavernij bren�gen ; insluiten. Intimacy, gemeenzaamheid, vertrouwelijkheid, v. Intimation, kennisgeving,v.; wenk, m. Into, in (beweging). Intolerable, onduldbaar, onverdraaglijk. Intolerant, onverdraag�zaam, bekrompen. Intonation, intonatie, toon�geving, v., aanhef, m. Intoxicate, dronken maken, opwinden, dol maken. Intractable, onhandelbaar, weerspannig. [I j k. Intransitive, onoverganke-Intrench, verschansen, met loopgraven omgeven. Intrepid, onverschrokken, onversaagd. [ter, netelig. Intricate, ingewikkeld, du is-intrigue, kuipen, een gehei� men aanslag smeden ; in�trige, kuiperij, v. Introduction, inleidin,d in�lassching ; bekendmaking, voorstelling, v. Intromit, toelaten, binnen� laten. [indringen. Intrude, lastig vallen, zich Intrust, toevertrouwen. Intuition, intuitie,ingeving,v I numbrate, overschaduwen. Inundation, overstroom ing, v. [goede komen. Inure, wennen, harden; ten Invade, invallen; schenden. Invalid, krachteloos; ongel� dig,van geen waarde;zieke,m Invaluable, onschatbaar. Invasion, loyal, m.; in�breuk, v. Invective, smaadrede, v., scheldwoord, o.; berispend. Inveigh, uitvaren. [den.Inveigle, verlokken, verlei- Inven ,uitvinden,verzinnen, verdichten. Inversion, omkeering, om� zetting (van woorden), V. Invert, onderstboven keeren. Invest, bekleeden (met een ambt); beleggen (geld); (in�vestment) geldbelegging, v.; omsingelen. nvestigate, nauwkeurig onderzoeken. [geworteld. nveterate, verouderd, diep nvigorate, kracht bijzetten. nvinCible,onverwinlijk,on� overkomelijk. nvitation, uitnoodiging, v. nvite, uitnoodigen ; verlei� den ; aantrekken. [pen. nvocate, aanroepen, inroe�nvolve, inwikkelen, omrin� gen, verwarren.

nvulnerable,onkwetsbaar. nward, innerlijk, inwendig. rascible,opvliegend,driftig rate, toornig, woedend. re, toorn, m., gramschap, v. ris, regenboog, m.; zwaard� lelie, v. rish, Iersch ; Iersche taal, v. rksorne, vervelend, erger- Iijk, afmattend, onaange� naam, ]astig. Iron, ijzer ; strijkijzer, o. Ironclad, pantserschip, o.; gepantserd, met ijzer be� slagen. I ron-tOundry,ijzergieterij,v. Ironical, ironisch, schert� send. [m. Ironmongery, ijzerhandel, Irony, ironie, v.

Irradiate, stralen, verlich�ten, ophelderen. Irrational, onredelijk, on� geri j md..[baar. Irrecoverable, onherstel-Irredeemable, onafkoop� baar, onaflosbaar. Irrefutable,onwederlegbaar Irregular, onregelmatig; on- zedel ij k..[toepasselij k. irrelevant, ongepast ; niet Irreligious, goddeloos, on- gods,' ienstig..[baar. Irremediable, onherstel-I rre parab le, onherstelbaar. Irrepressible, onbedwing� baar, niet to onderdrukken. Irresolution, besluiteloos� heid, v..[heid, v. Irreverence, oneerbiedig-Irrevocab Ie,onherroepeli j k Irritable, prikkelbaar, licht� geraakt ; knorrig. Isinglass, vischlijm, v. Islam, Islam, m., mahome� danisme, o. Island, eiland, o.

Jabber, kakelen, wauwelen; gekakel, gebabbel, o. Jack, matroos; laarzen�knecht, m.; (Union Jack) Engelsche vlag. Jackal, jakhals ; verklik�ker, m.; gemeen. Jackanapes, aap ; kwast, vlegel, m. Jackass, mannetjesezel, m. Jackboots (pl.), waterlaar�zen (mv.), v. Jacket, afranselen; om�hullen ; buis, o. Jacobin, Jacobijn ; oproer�maker, m. Isle, eiland; )the isle of Wight) eiland Wight, o. Isolate, afzonderen. Isothermal, met gelijkma� tige warmte. Israelite, Israeliet, jood, m. Issue, uitvaardigen;uitgang, m.; uitvaardiging, v. Isthmus, landengte, v. It, het. Italian, Italiaan, m., Itali� aansche taal, v.;Italiaansch. Ital iCs,cursieve letters (mv.), Italy,- Italie, o. [v. Itch, jeuken ; hunkeren ; jeuking; hunkering, v.; schurft, v. en o. Item, bepaald punt ; exem�plaar ; nieuwsbericht, o.; bijzonderheid, v. Iterate, herhalen; herhaald. Itinerant, rondzwervend, trekkend; zwerver, m. Itinerary, reisbeschrijving, v., reisgids, m. Ivory, ivoor, o. Ivy, klimop, o. Jacobite, aanhanger van Jacobus II, m. Jade, verachten; schop�pen ; afjakkeren ; oude knol, m., oud wijf, o.; groene steensoort, v. Jagged, scherp, puntig. Jaguar, jaguar, m. Jam, klemmen ; duwen,

drukken ; conserf, gelei, v.; gedrang, o. Jangle, kibbelen; onaange�naam klinken; gekibbel, o., wanklank, m. Janitor, portier, custos, m. January, Januari, m.

Japan, verlakken; Japan verlakt, o.; (Japanese) Ja�pansch; Japanner, m. Jar, flesch, kruik, v.; wan�klank, m.; oneenigheid, Jasper, jaspis; Jasper, m. Jaundice, geelzucht, v. nijd, m. Jaunt, uitstapje, zwerf� tochtje, o.; zwerven. [tig Jaunty, vlug, vroolijk, inch-Javelin, werpspies, v. Jaw, kakelen, uitschelden; kaak, v.; gekakel, o.,.grove scherts, v. [zaam. Jealous, jaloersch ; waak-Jeer, bespotten, sthimpen; bespotting v., spotlach. m. Jehovah,

ehovah, de Heer, Jelly, gelei, v. [m. Jeopardise, in gevaar brengen. Jeopardy, levensgevaar, o. Jeremiad, jeremiade, v., klaagzang, m. Jerk, rukken, schudden; ruk, stoot, slag, m. Jersey, fijne wol, v.; trui, v. Jessamine, jasmijn, v. Jest, scherts, boert, v. Jester, schertser, nar, m. Jesus, Jezus, m. Jet, uitschieten, uitsprui� ten ; straal, m.; bedoeling,

v.; git, o. Jetty, klein havenhoofd, o. Jew, Jood, m. Jewel, juweel, kleinood, o. Jewelry, juwel ierswinkel, Jewish, joodsch. [m. Jewry, Judea, o.; joden� buurt, v. [uit krabbelen. Jib,schichtig worden; achter-Jig, rondspringen ; bedrie� gen ; dansen ; levendige dans, m.; clanswijsje, o.Jilt, coquetteeren; de bons geven; coquette, v. Jingle, rinkelen, rinkinken; rijmelen ; gerinkink, o.; rijmelarij, v. Jingoism,bijnaam voor den � militairen geest in Enge�land, m. Job, werk, baantje, o.; (job�master) rijtuigverhuurder, m. [ruiterij, v.

� Jobbery, knoeierij; wissel-Jockey, jockey, pikeur, m. Jocose, grappig, boertig. Jocular, snaaksch, grappig. Jocund, blijde, vroolijk, opgewekt.Joggle,waggelen,rammelen. Dogtrot, sukkeldraf, m.; routine, v.; eentonig, ver�velend. Join, vereenigen, verbinden ; vereeniging, v., punt van bijeenkomst, o. Joiner, schrijnwerker, m. Joint, verbinding, v.; ge�wricht; scharnier, o.;knoop, m. [slag, in. Joke, scherts,grap,v.,kwink-dartel, vroolijk. Jolt, schokken, horten, stoo�ten ; schok, stout, m. -Jostle, stooten, duwen, ver�dringen. Jot, opschrijven, aantee�kenen ; kleinigheid, v., beetje, o. Journal, dagboek, dagblacl, o., courant, v.; scheeps�journaal, o. Journey, reis, v. Journeyman, daglooner, werkman, knecht, m. Joust, een steekspel hou� den ; steekspel, o. Jovial, vroolijk, opgewekt. Joy, vreugde, blijdschap, v.; succes, O. Joyless, treurig, verdrietig. Joyous, blijde, verheugd. . . Jubilant 151 Keyboard JUbilent,jubelend,juichend. Junior, pas beginnend advo-Jubilee, juhelfeest; feest-.cant, m.; jonger. getij, jubileum, o..Juniper, jeneverbes, v. Judge, oordeelen, beslissen, Junk, jonk (vaartuig), v.; vonnissen ; rechter ; ken-.brok ; taai pekelvleesch, o.; ner ; beslisser, m..rommel, m. Judgment, oordeel, von-Junto, geheime raad, m.; nis; verstand ; laatste oor-.geheime partij, v. deel, o.. Jupiter, Jupiter, m. Judicious, oordeelkundig, Jurisdiction, rechtsgebied, scherpzinnig.. o., rechtsmacht, v. Jug, in een kruik doen ; Jurisprudence, rechtsge-kvveelen ; kruik, v., pot ;.leerdheid, v. nachtegaalsslag, m..Jury, jury, v.,. gezworenen Juggle, goochelen; bedrie-.(mv.), m.; (juryman) lid gen; (juggler) bedrieger ;.eener jury, o. goochelaar, m.. Just, rechtvaardig, trouw, Juice, sap, o.; (juicy) sappig...eerlijk ; juist, precies. July, Juli, m.. JustiCe,gerechtigheid;rech t-Jumble, verwarren, dooreen.vaardigheid, v.; (justice of gooien ; verwarring, v.;.the peace) vrederechter, ni. mengsel, o.. Justifiable, verdedigbaar, Jump, springen ; overeen- verschoonbaar. [ging, v, stemmen; schrikken;wagen; Justification, rechtvaardi�sprong, m. [eeniging, v. Jut, uitsteken, vooruitsprin- Junction, verbinding, ver-.gen; uitsteeksel, o. Juncture, tijdsgewricht, 0.; Juvenescent, jong wor-naad, m.; vereeniging, v..dend. June, Juni, m..Juvenile, jeugdig. K. Kalendar, kalender, m..blik, m., waarnerning, v.; Kangaroo, kangoeroe, v..kosthuis , o. Keel, kiel; kolenschuit, v. Kennel, in een hok sluiten, Keelhaul, kielhalen..een hol bewonen ; honden- Keen, scherp, vinnig, bij-.hok, vossenhol, o.

tend; belust, verzot..Kerbstone, trottoirband,m. Keep, bewaren, behouden ; Kerchief, doek, m., servet, o. bewaring, bewaking, v.; Kernel, pit, kern, korrel, (keepsake) gedachten is, v. v., zaad, o. Keeping, bewaring; voe-Kettle, ketel, m. ding; overeenstemming, v. Key, sleutel, m.; oplossing; Keg, vaatje, o.. vertaling, v.; klavier, o.Ken,bespeuren,waarnemen; Keyboard, klavier, o. Keyhole, sleutelgat, o. Keynote, grondtoon, m. Kibe, winterblaar, v. Kick, schoppen; bespot� ten, walgen; schop ; terug�stoot, m. Kid, ter wereld brengen ; bedriegen; jonge geit ; gei�tefileer ; kind; takkenbos, o. Kidnap, stelen, met geweld wegvoeren. jaard, m. Kidney, vier; soort, v., Kill, dooden; blusschen ; stillen; doodslag, m. Kiln, oven, kalkoven, m. Kilt, opnemen (japon); kbrte rok (van de Hooglan�ders), m. Kin, bloedverwant, m. en v.; (kindred) verwant. Kind, geslacht, o.; kunne ; soort; wijze, v.; vriendelijk, goedaardig. Kindle, ontsteken, doen ont� vlammen ; opwekken. Kine (pl.), koeien (mv.), v. King, koning, vorst, heer ; dam (in damspel), m. Kingdom, koninkrijk, o. Kinsman, bloedverwant, m.; (kinswoman) bloedver� wante, v. Kipper, zouten en rooken. Kirk, kerk (Schotsch), v. Kirtle, in een pak steken ; opperkleed, buis, jacket, o. Kiss, kussen, liefkoozen; kus, zoen, m. Kit, groote flesch, kleine tobbe; uitrusting,v.;katje,o. Kitchen, keuken,v.;(kitchen� garden) moestuin, m. Kite, wouw ; roofgierig mensch ; vlieger, m. Kitten, j ongen werpen ; jonge kat, o. Kleptomania,ziekelijke nei�ging tot diefstal, v. Knack, handigheid ; ge� woonte ; beuzelarij ; list, v. Knacker, paardenvilder, m. Knag, knoest, m.; wrat, v.; tak van een gewei, m. Knap, knobbel; heuvel, m. Knapsack, knapzak, ran� sel, m. Knave, schurk, bedrieger, hoer tin 't kaartspel), m. Knead, kneden. Knee, knie ; kniebuiging; hoffelijkheid, v. Kneel, knielen. Knell, de doodsklok luiden; doodsklok, v.; doodelijke slag, m. Knickerbockers (pl.), oud-Hollander in New-York, m.; korte broek, v. Knife, mes, o., dolk, m. Knight, tot ridder slaan ; ridder, kampioen, m.; paard (schaakspel), o. Knighthood, ridderschap,v. Knit, knoopen, breien, vlech�ten ; fronsen. Knob, knobbel, knoest; knop (van een stok), m. Knock, slaan, kloppen, stoo� ten ; slag, klop, stoot, m. Knocker, klopper, m. Knoll, luiden ; heuvel, heu� veltop, m. Knot, knoopen, verbinden ; knoop, m., vouw; bende, v. Knout, met den knoet slaan ; knoet, m. Know, weten, kennen, ver� staan, begrijpen. Knowing, glad, slim. Knowledge, kennis, weten� schap, geleerdheid, v. Knuckle, knokkel, schen�kel, m. Kraal, kraal (gehucht in Zuid-Afrika), v. Kyrie, gedeelte eener mis, o.

L. Label, een etiquette aan� hechten ; etiquette, v.; codi-Labial, lipletter, v..[cii, o. Laboratory, laboratorium, o., werkplaats, v. Laborious, werkzaam, ijve�rig ; moeilijk. Labour, werk, o., arbeid ; (labourer) arbeider, m. Laburnum, gouden regen, m. (hof, o. Labyrinth, labyrint, dool-Lace, kant, v.; snoer, .o., veter ; strik, m. Lacerate, wonden, scheu� ren, scheiden. Lachrymal, van de tranen. Lacing, boordsel,o., veter,m. Lack, gebrek ; verwijt, o.; ge�

brek hebben aan; berispen. Lackadaisical, sentimen�teel, aanstellerig. Lackey, slaafs dienen; lakei; lijfknecht, m. Laconical, laconiek, kort, bondig. Lacquer, vernissen, ver�lakken ; vernis, lak, o. Lacuna, gaping, v., hiaat ; kuiltje, o. [meraad, m. Lad, jongen, jongeling, ka-Ladder, ladder; scheur, v. Ladle, soeplepel, pollepel,m. Lady, adellijke dame, dame ; mevrouw, v. Ladybird, pijlstaart, m.; onze-lieve-Heersbeestje, o. Ladyday, Maria-Boodschap, v. [lijke dame, m. Ladyship, titel eener adel-Lag, dralen, treuzelen; trans� porteeren; langzaam, dra�lend. [lijk. Laggard, langzaam, achter- Lair, leger (van een wild dier), o.; bodem, m.Laity, leeken (mv.), m.Lake, meer, o. Lamb, lammeren werpen ; lam ; lamsvleesch, o. Lame, verminken, kreupel maken ; kreupel ; hortend ; onvolkomen..[klacht, v. Lament, weeklagen ; wee-Lamentable, jammerlijk, betreurenswaard. Lamentation, klacht, v. Lammas, 1 Augustus, m.Lamp, lamp, v. Lampoon, schotschrift, o. Lance, lancier, m.; lams, speer, v.; (lancer) lansier. Lancet, lancet, o..v. Land, land, o., grond, m.;Landau, landauer, m. Landing, landingsplaats, pier, werf, v. Landlady, waardin, v. Landlord, huisbaas, waard,

m.. [baken, o.Landmark, grenspaal, m.,Landscape, landschap, o.Landward, landwaarts. Lane, nauwe straat, steeg, v.; zandweg tusschen twee heggen, m.

Language, taal, spraak, v., stijl, m. [traag.Languid, kwijnend, zwak, Languish, kwijnen, smach� ten, kniezen. Languor, matheid,dofheid,v Lank, schraal worden; schraal, mager, dun. Lantern, lantaren, v. Lap, polij sten ; kabbelen ; omringen ; lappen; pand, o., schoot, m.

Lapse, vallen, glijden, glip�pen ; val, loop, m.; fout, vergissing, v. Lapwing, kievit, m. Larcenous, diefachtig. Larch, lariks, m. Lard, doorspekken, vetmes� ten ; spek, o., reuzel, v.Larder, provisiekamer, v., mondvoorraad, Large, ruim, omvangrijk, breed; (at large) op vrije voeten, vrij. Lark, pret maken; leeuwe� rik, m.; pretje, o.Larynx, luchtpijp, v. Lascivious, wellustig.Lash, zweepen, geeselen, slaan; schimpen; zweep�slag, in., geeseling, v., sar�casme, o. Laseb meisje, o., deerne, v. Lasgitude, moeheid, mach�teloosheid, v. Last, last, m.; leest ; volhar� ding, v.; laatst. [klink, v. Latch, op de klink cloen;Latchkey, huissleutel, Late, laat, to laat; jongste (in den zin van laatste); wijlen, overleden. Latent, verborgen, innerli jk. Lath, van latten voorzien; lat, v. Lather, inzeepen, schuimen ; scnuim, zeepsop, o. Latin, Latijn, o.; Latijnsch. Latitudinarian, vrijzinni-

ge, m. Latter, laatstgenoemde, m. Lattice, traliewerk, o. Laud, lofzingen, prijzen ; lof� lied, o. [zenswaardig. Laudable, lofwaardig, prij-Laugh, lachen; lach, m., gelach, o. Laughing-stock, voorwerp van bespotting, mikpunt, o. Launch, slingeren, werpen ; in zee steken; sprong;sta�pel, m. Laundress, waschVTOUW,V.; (laundry) wasscherij.Laureate, lauweren,bekran-. sen; gelauwerde. [m�Laurel, laurier,lauwerkrans, Lavatory, toiletkamer, yeti rade, V. Lavender, lavesndnel,vver. spii_Lavish, verkwite len, uitstorten; verkwis-. tend, overvloedig. Law, wet, v., besluit; recht, o.. Lawful, wettig, rechtmatig.Lawn, grasveld, o.; (lawn� tennisl tennis. [ding, o.Lawsuit, proces, rechtsge-Lawyer, advocaat, rechts� geleerde, m. Lax, ins, slap, dubbelzinnig. Lay, leggen, plaatsen ; ver� spreiclen ; bedriegen ; lied, o.; leek, m. Layer, laag, v. Lazy, lui, vadzig. Lea, vlakte, weide, V. Lead, met lood bedeklien;

lood, peillood, potlood, o..Leader, ]eider, aanvoerder, chef, m. [o..Leaf, bladeren krijgen ; blad,League, zich verbinden, een verbond aangaan ; verbond, verdrag, o.Leak, lekken, lek zijn ; lek, o.Leal, loyaal, trouw.Lean, leunen, rusten, afhan� gen ; mager, dun, schraal. Leap, springen ; sprong, m., sprongwijdte, v.; (leap-frog) haasjeover, o. Leap-year, schrikkeljaar, o.Learn, leeren,kennis opdoen; (learned geleercl.

Leasehold, huurcontract, o.. Least, minst,geringst,kleinst Leather, leer, o., huid, v. Leave, nalaten; heengaan toevertrouwen ; verlof, o. vrijheid, v.; afscheid, o. Leaven, doen rijzen, luchti maken; zuurdeeg, o. [rn Lectern, lezenaar, lessenaar Lecture, college geven, d les lezen ; lezing, redevoe ring, verhandeling, v. Ledger, grootboek, o. Leech, bloedzuigers zetten

genezen; bloedziiiger;arts, m Leek, knoflook, o., prei, v Leer, schuin kijken, gluren zijdelingsche blik, m..[v Left,linkerkant,m.;oppositie Leg, been, o., poot, m. Legacy, nalatenschap, v., legaat, v. Legal, wettig, wettelijk. Legate, gezant, m.;(legation) legatie, v.

Legend, legende, fabel, v.; opsch ri ft, o.; (legendary) fabelachtig. Legible, leesbaar. Legion, legioen, o., krijgs-macht, v. [macht, v. Legislature, wetgevende Legitimacy, wettigheid, echtheid, v. Leisure, ledige tijd, m.; ge-schikte gelegenheid, v.; (at one's leisure) op zijn gemak. Leman, vrijer, m., liefje, o. Lemon, limoen, citroen, m. Lend, leenen; toewijden.; geschikt maken. Length, lengte, v., dour, m. (to lengthen) verlengen. Lenient, toegevend, verzach- tend, genadig. Lens, lens, v. Lent, vastentijd, m. Lentil, linze, v. Lentous, kleverig,plakkerig. Leopard, luipaard, m. Leprosy, melaatschheid, v. Lesion, beschadiging, zieke�lijke verandering, v. Less, minder, kleiner; (to lessen) verminderen. Lesson, les, oefening, v.; voorschrift, o..'Yvan. Lest, opdat niet, uit vrees Let,laten,toestaan,beperken; , verhuren; beletsel, o., ver� hindering, v. [ferigheid, v. Lethargy, slaapzucht ; suf-Letter, letter, v ; brief; ver� huurder, m.; beteekenis, v. Lettuce, latuw, v. Levee, heeren-receptie aan

't hof, v..[lood, o. Level, vlak, waterpas, pas-Lever, hefboom, m. Levitation, zwerven; licht� heid, v. Levity, lichtheid; wuftheid,v. Levy, beslaglegging, heffing ; lichting, v. Lewd, ontuchtig. Lexicon, woordenboek, o. Liable, verantwoordelijk ; onderhevig. Liar, leugenaar, m. Libel, smaadschrift; spot� prent, v. Liberal, liberaal, m.; royaal, vrijzinnig;(liberality)breed�te van blik,vrijzinuigheid,v. Liberate, bevrij den, vrij ma-

ken. Librarian, bibliothecaris, m. Library, bibliotheek, v. License, veroorloven; ver� lof, patent, o., vergunning,v. Licentious, losbandig, too� meloos. Lichen, boommos, o. Lick, likken; afvegen; afran� selen ; lik, dunne laag, v. Lid, deksel; ooglid, o. Lie, liegen; liggen ; leugen ; Jigging, v.

Lief, lief; bereid ; gaarne. Liege,leenheer, m.; leen- plichtig. Lieutenant, luitenant, m. Life, leven, o.; ziel; levens� wijze; (lifeboat) reddings� boot, v. Lifelong, levenslang. Lift, hi jschen,ophetTen;h i jsch� toestel, o., lift; hulp, v.; last, m. [binding, v. Ligament, band, m., ver-Light, licht; voorbeeld, o.; uitlegging, v.; licht ; grillig; vlug; duizelig. Lighten, verlichten, weer� lichten ; opbeuren. . Lighthouse, vuurtoren, m. Lightning, bliksem, Like, gelijke ; voorliefde ; overeenkomst, v.; als, ge� lijk ; geneigd. Likely, waarschijnlijk. Likeness, portret, o., beel� tenis ; gelijkenis, v. Likewise,eveneens,evenzoo. Lilac, pa ars, (lilacs) seringen. Lily, lelie, v. Limb, lidmaat, o., tak, m. Lime, vogellijm; kalk, v.; lindeboom ; (limekiln) kalk�oven, m. Limit, begrenzen; vaststel�len ; grens, beperking, v. Limp, mank gaan, kreupel loopen ; zwak ; soepel. Limpid, helder, doorschij�nend. Line, lijnen trekken; lijn, spoorlijn; rij ; reeks, v.; regel, m. Lineage, geslacht, o. Linen, linnen, ondergoed, o.; wit, gebleekt.Linger, talmen, dralen, wei� felen; uitstellen,voortduren. Linguist, taalkundige, m. Liniment, smeersel, o. Lining,voering,bekieeding,v. Link, schakelen, verbinden; schakel ; bocht, fakkel, v. Linnet, vlasvink, m. Linseed, lijnzaad, o. Lion, leeuw, m.; voorwerp van belangstelling, o., be�zienswaardigheid, v.; held van den dag, m. Lip, kussen; uiten; lip, v., rand, m.; taal, v. Liquefy, smelten, oplossen, vloeibaar maken. Liquid, vloeistof, v.;vloeiend, zoetvloeiend. Liquidate, vloeibaar maken; veretlenen. Liquor, vocht, o., drank, m. Liquorice, zoethout, o. Lisp, lispelen, gemaakt spre� ken. List, op een lijst zetten ; wer�ven ; behagen; lijst, v., ca�talogus, m. genot, o. Listen, luisteren. Listless, zorgeloos, luste� loos, kwijnend. [gebed, o Litany, litanie, v., smeekge-Literal, letterl ij k. [terd. Literary, letterkundig, gelet-Literature, letterkunde, v. Lithe, buigzaam, lenig, vlug. Lithograph, op steen gra� veeren ; steendrukplaat, v. Litigate, procedeeren. Litter, van stroo voorzien ; jongen werpen; stroobedek�king ; draagbaar ; wanorde, v., rommel, m. Liturgy, Margie, v., voorge� schreven kerkdienst, m. Live, leven, wonen, bestaan. Livelihood, levensonder� houd, o. ernstig. Lively, levendig, vroolijk; Liver, lever, v. Livery, livrei; mondigver� klaring, inbezitstelling, v.

. . Livestock 157 Low Livestock, levende have, v., Long-suffering, lankmoe-vee eener hoeve, o..digheid, v., geduld, o.; lank-Livid, loodkleurig, lijkkleu-.moedig, geduldig. rig, doodsbleek. Lizard, hagedis, v. Load, laden, bevraehten; last, m., lading, vracht, v. Loaf, beuzelen; brood;stuk,o. Loan, leenen, o., leening, v., geleend geld, o. Loathe, walgen, verfoeien. Lobby, kleine voorzaal, v., couloir, foyer, m. Lobe, lob ; lel (oor), v. Lobster, zeekreeft, m. Local, plaatseli j k. Loch, zeearm, m., meer, o. Lock, sluiten, omsluiten ; slot, o.; omsluiting ; krul ; Look, zien, ki,jken, waar�nemen ; weerstaan; blik, m., gelaat, o.; uitdrukking, v. Lookout, uitkijk; wachter; wachtpost, m. Loom, schemeren, boven den horizont verschijnen, op�doemen ; weefgetouw, o. Loop, een lus maken; lus, lis; bocht, v.; hengsel ; kijkgat, o. Loose, losmaken, loslaten; verzwakken,bezwij ken;vrij�held, v.; los, loszinnig, dar�tel ; loslijvig. Loosen, losmaken, loslaten. Loquacious, babbelziek,

sluis, v. [sloten, vastgezet.praatzuchtig, druk. Locked, opgesloten, wegge-Locomotive, loeomotief, v. Locust, sprinkhaan, m. Lodge, herbergen, huisves� ten; leggen;portierswoning, v.; �optrekje, 0. Lodging, tijdelijk verblijf,o.; (lodgings) gehuurde kamers. Loft, zolder, m.; galerij, ver� dieping, v.; tooneel, o. LOfty,verheven,statig,trotsch Log, in het journaal sehrij� ven ; blok hout ; dagboek, 0.� (log-cabin) blokhuis. Lord, Heer; lord; meester ; echtgenoot, m. Lore, geleerdheid, weten�schap, kennis, v.; onder�richt, o. Lose, verliezen, verbeuren ; toegeven ; zinken, vallen. Loss, verlies, verlorene, o. Lot, lot ; aandeel, o., portie, v.; stuk land, o. Loth, afkeerig, ongaarne. Lottery, loterij, v.; toeval, o. LOOd,luid,luidruchtig,krach� tig. [ren, lanterfanten.

LOggerhead,domkop,m.;(to Lounge, rondslenteren, luie- be at loggerheads) twisten. Louse, luis, v. Logic, logiea redeneerkunst, Lout, buigen, bukken; voor Loin, lendestuk, o..[v..den gek houden; lummel, Loiter, dralen, treuzelen, tal-.pummel, m. men ; (loiterer) treuzelaar. Love, beminnen, liefhebben, Loll, lusteloos liggen, lum-.aanhalen � liefde, genegen-melen; nit den mond han-.heid, v.; lieverd, m. gen (tong)..[her, akelig. Lovely, beminnelijk, Here- . Lonely,alleen,eenzaam;som- I lijk, mooi ; liefhebbend. Long, verlangen; lang,lang- Loving-kindness, goeder-durig, gerekt, vervelend,.tierenheid, genade, liefde, v. verreziend,.[lengte, v. � Low, loeien, bulken ; geloei, Longitude, geographische j o.; laag; zacht ; gemeen. Engelsch-Holt.. 6

. . Lower, er somber uitzien, dreigen; doen dalen. Lowly, nederig; bescheiden.Loyal, trouw, aan den vorstgehecht; eerlijk, oprecht.Lozenge, pastille, ulevel; ruit, v. Lubricity, glibberig-, glad-; onstandvastigheid, v. Luce, snoek, m. Lucid, schitterend, helder, stralend,duidelijk,begrijpe� lijk. Lucifer, lucifer; Satan, m.LuCk,toeval,geluk,o.,fortuin, v.; (lucky) gelukkig. Lucrative, winstgevend, voordeelig. Ludicrous, grappig, koddig,lachwekkend, belachelijk. Luggage, passagiersgoed, o., bagage, pakkage, v. Lugubrious, somber, treu� rig. [schillig, koel. Lukewarm, lauw; onver-Lull, in slaap maken, kal� meeren ; gaan liggen; stilte, v. Lullaby, wiegelied, o. Lumbago, lendenpijn, v., spit, o. Lumber, onordelijk opstape� len, met rommel vullen; zich zwaar voortbewegen; rommel, m., afval; timmer� bout, o. Luminous, stralend, schitte� rend, verlicht, helder, licht� ger end. Lump, opeenhoopen, een massa maken ; klomp, m., ordelooze massa, v.; lum� mel, m. Lunacy, krankzinnigheid, v. Lunatic, krankzinnig;(luna� tic-asylum) krankzmnigen� gesticht, o. Lunch, het tweede ontbijt gebruiken; tweede ontbijt, twaalfuurtje, o. Lung, long, v. Lurch, slingeren; ontfutse� len ; op de loer liggen, be� driegen ; moeilijk geval, o.; (to leave in the lurch) in den steek laten. Lure, lokken, verlokken, roepen ; lokaas, o. Lurk, loeren, op de loer liggen, zich schuilhouden. Luscious, heerlijk, lekker,heel zoet. Lust, haken, ongepaste be� geerte voeden; booze nei� ging, begeerte, v.; zinnelijke m. Lustre, glans, luister, m.;schittering, weerkaatsing, v. Lusty, gezond, sterk; mooi; aangenaam; begeerig. [v. Lute, op de luit spelen ; luit, Luxate, on twrich ten. Luxuriant, welig; overvloe� dig; hoop opschietend. Luxurious, weelderig; wel�lustig. Luxury, weelde, weelderige levenswijs; lekkernij, v. Lynch, lynchen. Lynx, los, m. Lyric, lyrisch ; (lyric poetry) lyrische poezie.

M. Mace, scepter, m.; foelie, v. Machine, machine,v., werk-Machination, kuiperij, sa-.tuig, toestel, o.; fiets, v.menzwering, v..Mackerel, makreel, m. Mackintosh, regenjas; wa� terdichte stof, v. Maculate, bevlekken, be� smetten ; vlek, v. Mad, krankzinnig, razend, woedend, overdreven. Madam, mevrouw, jutirouw (getrouwde), v.Madden, woedend maken ; woedend worden. Madrigal, madrigaal, galant lied, o. Magazine, magazijn; tijd� schritt, o.; kruitkamer, v. Magic, tooverkunst,hekserij, tooverkracht, v. Magician, toovenaar, m. Magistrate, overheidsper� soon, vrederechter, m. Magnanimity,grootmoedig� held ; verhevenheid, v. Magnate, magnaat, rijks� groote (in Hongarije en Polen), m.Magnet, magneet, m. Magnificent, grootsch, edel, prachtig, lofwaardig.Magnify, vergrooten, ver� meerderen ; verheerlijken; van beteekenis zijn.Magpie, ekster, v. Mahogany, mahoniehout, o.Maiden, maagd, v., meisje, o.; waschmachine,v.; maag� del ij k, rein.Mail, met de post verzenden ; bepantseren ; mail, brieven� post, v., brievenzak; ma� lienkolder, m. Main, voornaamste deel, o., hoofdbu is, v.; inzet ; oceaan, m.; voornaamste. Maintain, handhaven, ver� dedigen ; onderhouden; vol� houden ; rechtvaardigen.Maize, mais, v. Majesty, majesteit, verhe- venheid, grootschheid, v. Major, meerderjarige; ma� joor, m.; grooter, grootste. M ajOrity,meerderheid;meer� derjarigheid, v. Make, maken, scheppen, voortbrengen,bereiden; die� nen; naderen ; vorm, m., gedaante, v., maaksel, o.Malady, ziekte, kwaal, v. Malaria, malaria, moeras� koorts, v., moerasdamp, m.M ale,mannetje,o.; man nel ij kMalediction, vervloeking, verwensch i ng, v. Malice, boosaardigheid, v.; (malicious) boosaardig. Malignant, kwaadaardig, boosaardig. [plaats, v.Mall, maliebaan, wandel-Mallet, houten hamer, m.Malt, mouten ; mout, o. Mammalia (pl.), zoogdieren (mv.), o. [dom, m.Mammon, Mammon; rijk-Man, bemannen, bezetten ; man, mensch, echtgenoot; knecht, m. Manacle, de handboeien aandoen ; handboei, v. Manage, besturen, behande�len;beheerschen;zich redden Mandate, bevel,o.,opdracht,v., mandaat, bevelschrift, o. Mane, manen (mv.), v. [m.Manger, kribbe, v., voerbak, Mangle, mangelen; vermin-ken, havenen; mangel, m.Maniac, krankzinnige, m.; krankzinnig. Manifest, openbaar maken; vrachtlijst toonen; mani� fest, o., vrachtlijst, v.; open� baar, duidelijk. Manifold, vermenigvuldi�gen; menigvuldig, herhaald.Manipulate, met de hand bewerken; behandelen; ver� valschen.

Mankind, menschelijk ge�slacht, o., menschheid, v. Manner, manier, wijze, me�thode ; mode, v., stijl, m. Mancsuvre, kuipen; ma� nceuvre,tactische beweging,v., handige zet, m. Manor, ambtsheerlijkheid, baronie, v.; (manor-house)heerenhuis, slot, o. Mansion-house, verblijf van den Lord-Mayor, o. Manslaughter, doodslag, moord, m. [mantel, m. Mantel -piece, schoorsteen� Manual,handboek;manuaal, o.; handspuit, v.; met dehanden. Manufactory, fabriek, v. Manure, ontginnen; bemes�ten, vruchtbaar maken ; mest, m. Manuscript, handschrift,o.; met de hand geschreven. Many, menigte, v., groot aantal, o.; vele; talrijk. Map, teekenen, afbeelden ; landkaart � nauwkeurigevoorstelling, v. Mar, beschadigen, bederven ; ontsieren. [raar, m. Marauder, roover, plunde�Marble,marmeren; marmer, o., knikker,m.; van marmer; ongevoelig.MarCh,marcheeren; marsch; Maart, m.; grens, V. Mare, merrie, v. Margin, op den rand aantee� kenen ; rand (wit papier), m. Marigold, goudsbloem, v.Mariner,zeeman,matroos,m. Mark, opletten, opmerken, aanteekenen,onderscheiden; gewicht; merkteeken; doel-wit,aanzien;handelsmerk,o. Market, markt, v., markt- Marmalade, marmelade, v. Marquis, markies, m.; (mar�chioness) markiezin, v. Marriage, huwelijk, o. Marrow, merg,o.,kern,pit,v.;vrijer; echtgenoot; maat, m.Marry, trouwen, huwen, uit� huwen. [o.Marsh, moeras, drassig land,Marsha!, maarschalk; cere� moniemeester, m. [tiaal.Martial, krijgshaftig, mar-Martyr, martelen; marte� laar, m. Marvel, zich verbazen, nieuwsgierig zijn;wonder,o.Masculine, mannelijk,krachtig, flink, grof. Mash, vermengen, fijn stam�pen ; verliefd worden ; hethoofd op hol brengen;mengelmoes, brouwsel ;liefje, o.; minnaar, m. Mask, vermommen, bedek-ken ; masker, vizier ; voor�wendsel, o. Mason, steenhouwer ; vrij�metselaar, m. Masquerade, een masker dragen ; maskerade-bal, o., vermomming, v. [mis, v.Mass, massa, v., troep, m.;M aSsaCre,moorden;moord, m., bloedbad, o. Mast, in den mast zenden ; mast ; eikel, m., beuke�noot, v. Master, vermeesteren, over-w innen, onderwerpen ; meester, beer, baits; jonge�heer, m.. [m. Masterkey, looper (sleutel), Masticate, kauwen. Mastiff, bulhond, ketting�hond, waakhond, m. Mat, met matten dekken ; vlechten; mat, v., vlecht-

ganger ; marktprijs, m..i werk, o. Match, evenaren, zich me-ten ; vereenigen; wedstrijd, m.; partij, v.; huwelijk, o.; zwavelstok, lucifer, an. Mate, paren ; schaakmat zetten; kameraad ; stuur�man, m.; verward; verlamd. Material, materiaal, o., bouwsiof, v. Materialist,materialist,aan�hanger der leer die alles als stollen* beschouwt, m. Maternal, moederlij k. Mathematics (pl.), wis� kunde, v. [de kerk), m. Matins (pl.), vroegdienst (in Matricide, moedermoorde� naar, moedermoord, m. Matrimonial, van het hu�welijk. Matron, matrone, deftige dame ; directrice eener in�richting, v. Matter, er op aan komen; stof, zelfstandigheid, zaak; beteekenis, v.; onderwerp, voorwerp ; gewicht,o.; etter, Mattress, matras, v. [m. Mature, rijpen, rijp wor�den ; rijp; ontwikkeld ; ver� -vallen (van wissels). Maunder, mompelen, haze� len. [praalgraf, o. Mausoleum, mausoleum, Maw, krop, m., maag, v.; bek, m. [stelling, v. Maxim, stelregel, m., grond-May, Mei, m., lente, v. Mayor, burgemeester, m. Maze, verbijsteren, in ver� legenheid brengen; verle� genheid, v.; doolhof, o. Me, mij. [land, o. Meadow, weide, v., wei-Meagre, vermageren ;mager, schraal, onvruchtbaar. Meal, meel ; maal, o., maal�tijd, m. Mean, meenen, bedoelen; middelweg; tusschentijd, m.; laag, gemeen ; krente�rig ; slaafsch. Meander, kronkelen ; dren�telen ; stroomen over ; kron�keling, v.; doolhof, o. Measles, (pl.), mazelen (mv.), v. Measure, meten, afmeten, opmeten ; atleggen; maat ; schatting ; gematigdheid, v.; maatregel, m. Meat, voedsel, o., spijs, v., kost, m.; vleesch, o. Mechanics (pl.), werktuig� kuncle, v. Medal, medaille, v. Meddle, zich bemoeien. Medial, gemiddeld. Mediation, bemiddeling, verzoening, v..[disch. Medical, geneeskundig, me-Medicine, geneeskunde; art� senij, v., geneesmiddel, o. Meditate, overdenken, pein- zen..[landsche zee, v. Mediterranean, Middel-Medley, verwarde massa, v., potpourri, m. Meed, belooning, gift, v., prijs, m..[gedwee. Meek, zachtzinnig, nederig, Meet, ontmoeten ; nako� men, voldoen aan ; bijeen�komst, v.; gepast. Melancholy, melancholie, zwaarmoedigheid,v.;zwaar�moedig, naargeestig. Melioration, verbetering, v. Mellow, rijp worden, zacht maken; zacht; overrijp, beursch;licht aangeschoten. Melodious, melodieus, wel� luidend. Melon, meloen, m. Member, lid, deel, lidmaat, o.; afgevaardigde, m. .

Membrane, vlies, o. Memoir, gedenkschrift, o., verhandeling, v. Memorable, merkwaardig, gedenkwaardig. Memorial, aanteekening;necrologie;nota;v.,diploma�tiek stuk; gedenkteeken, o.;herdenkend. [dachtenis,v. Memory, geheugen, o., ge-Menacing, dreigend. Mend, goedmaken, verbe� teren ; vermeerderen; ver� stellen ; verbetering ; gene- zing, v.; amendement, o. Mendacity, leugenachtig� heid, leugen, v. Menial, huisbediende, m.; dienstbaar, slaafsch. Meningitis, hersenvliesont�steking, v. [hoorend. Mental, tot den geest be-Mention, terloops opmer�ken, noemen; vermelding, opmerking, v. Mentor, mentor, raads�man, leidsman, m. Menu, spijskaart, v.,menu,o. MerCentile,handeldrijvend, tot den handel behoorend. Mercenary, huurling, m.; baatzuchtig, inhalig. Merchant, koopman, groot� handelaar, m.; handel� drijvend. [hartig. Merciful, genadig, barm-Mercury, Mercurius, m.;kwikzilver, o. Mercy, genade, vergeving, barmhartigheid, v. Mere, grens, v., grenssteen,m.; meer, o.; onvermengd, zuiver, echt, enkel. Merit, verdienen; verdien� ste, waarde, voortretrelijk� held ; belooning, v. Meritorious, verdienstelijk, prijzenswaardig. Mermaid, meermin, v. Merry, vroolijk, prettig, I uidruchtig. Mesh, maas v., netwerk, o.' Mesmeric, hypnotisch. Mess, gemeenschappelijke tafel, v., bak (van matro� zen), m.; wanorde, v. Message, boodschap, v.,bericht, o. Messenger, boodschapper,verkondiger, koerier, m. Metal, metaal; gesmoltenglas, o. Metamorphosis, meta� morphose, gedaanteverwis� seling, v. Metaphor, metaphoor, zin�nebeeldige zegswijze, v. Metaphysics (pl.), bespie�gelende wijsbegeerte, v. Metathesis, letterversprin�ging, v. Mete, meten ; maat, grens, v. Meteor, meteoor, m., val�lende ster; schitterendeverschijning van korten duur, v. Method, methode, v., stelsel,o., wijze van doen, v. Metre, meter, m., dicht�maat, v., versregel, m. Metrology, leer van maten en gewichten, v. Metropolis, metropool, v.,moederland, o.; aartsbis�schoppelijke zetel, m.; pro� vinciale hoofdstad, v. Mettle, geest, ijver, moed, m., vuur, O. Mew, opsluiten; ruien; miauwen; zeemeeuw; schuilplaats, v.; gemiauw,o. Microbe, microbe, v., mi�croscopisch wezen, daeteeon. rol speelt bij besmetting

o. MeinCrtiestCinOgp'e mic.[scooP, mro. en

Mid, midden, o.; (midnight) middernacht. Middle, midden, middel�punt, middel (van het lichaam), o.; middelste ; nederig. Middling, redelijk. Midst, midden, o. Midwife, verloskundige hulp

verleenen; vroedvrouw, v. Mien, uitzicht, voorkomen, gelaat, o., houding, v. Might, macht, kracht, v. Mi grate, verb ui zen, trek- ken (naar elders). Mild, zacht, zachtaardig, vriendelijk; flauw, gering. Mildew, beschimmelen, met meeldauw bedekken;schim�mel, m., meeldauw, v. Mile, mij1, v., (milestone) mijlpaal, mijlsteen, m. Militant, strijdend. Military, leger, o., troep, militairen (mv.), m., krijgs-milftie, v. [haftig. Milk, melken, van melk voorzien; melk, v., zog; sap, o. Mill, molen, m.; fabriek; spinnerij,v.; vuistgevecht,o. Millennium, duizendjarig rijk, o. Miller, molenaar, m. Milliner, modemaakster, hoedenmaakster, v., mann�facturier, m. Million, millioen; zeer groot aantal, o. Millstone, molensteen, m. Mimic, nabootsen, naapen; mimiek, nabootsing, v.; nabootser, m. Mince, gemaaktheid,v , trip�pelpas, m.; pasteivulsel, o. Mind,.gemoed, o., geest,m., ziel; neiging; herinnering; bedoeling, meening, v. Mine, van mij; mijn, v.; onclermijnen, uitgraven. Mineral, mineraal, o., delf�stof, v.; delfstoffelijk, mi�neraal.. [v. Mineralogy, delfstofkunde, Mingle, vermengen. Miniature, miniatuur, lets kleins, o.; verkleind, op kleine schaal. Minion, gunsteling; slaafsch volgeling, m. Minister, voorzien van, toe-dienen; als geestelijke ap-treden ; geneesmiddelen ge�ven ; minister; gezant; predikant, m. Minor, minderjarige, fn.; minder, geringer, kleiner. Minstrel, minstreel, rond� trekkend zanger, m. Mint, munt; groote hoeveef�heid; kruizemunt, v. Minute, aanteekeningen ma-ken, notulen schrijvcn; offieieel stuk, o., minuut, v. Miracle, wonder, o., won�derdadige geschiedenis, v. Mire, bemodderen, in de modder zakken of duwen; modder, natte klei, v. Mirror, terugkaatsen; spie�gel, m.; toonbeeld, o. Mirth, vroolijkheid, opge�wektheid, v. M isanthrope,misanthroop,menschenhater, m. Miscellaneous, gemengd, verschillend. Mischief, schade, v., na�deel, onheil, kwaad, o,; (to be up to mischief) kattekwaad uithalen. Miscreant, ongeloovige; ellendeling, schurk, m.; verachtelijk, laag, snood. Misdeed, misdaad, v. Miser, vrek, m.

.. Miserable 164 Month Miserable, ellendig, onge-Moderate, matigen, stillen, lukkig; verachtelijk; waar-.doen bedaren; gematigd, deloos.. middelmatig. Misfortune, ongeluk, o..Modern, modern, nieuwer-Mishap, ongeluk, ongeval,.wetsch, van onzen tijd. o.; misstap, m..[ken. I Modesty, bescheidenheid, Mislay, verliezen, zoek ma-.ingetogenheid, zedigheid, v. Misprint, drukfout, v..I Modify, wijzigen, matigen. Miss, (ongetrouwde) juf-Modulation, regeling, v. frouw, v. .Mohammedan, Mohamme-Missal, misboek, o. [tiel, o. I daan , m. Missile, werptuig, projec-Moist, vochtig,nattig;(moist-Mission, zending, opdracht, ure) vochtigheid. [maken. missie, v.; (missionary) Moisten, bevochtigen, nat zendeling. Molasses, melasse, bruine Mist, misten, met nevel be-stroop, v. dekken ; nevel, motregen, m. Mole, moedervlek, v.; mol; Mistake, zich vergissen, havendam, m. [kwellen. dwalen ; vergissing, lout, v. 1 Molest, lastig vallen,plagen, Mistletoe, marentak, m..Mollify, verzachten, stillen, Mistress, mevrouw, (ge-.lenigen. trouwde) juffrouw ; mees� teres, v. Mite, mijt, v.; penning, m. Mitigation, verzachting, le� niging; verdunning, v. Mitre, mijter, m.; bisschop� pelijke waardigheid, v.M itten,want (handschoen),v. Mix, mengen, vereenigen; (mixture) mengsel.M ne MO n iCs,geheugenleer,v Moan, kermen, kreunen ; be- j ammeren ; gekerm, gej am-mer, o.. Moat, met een gracht om-geven ; gracht, v. Mo b, samenrotten ;achterna loopen ; gepeupel, gespuis,janhagel, o. Moment, oogenblik; belang,o.; beweegkracht, v. Monad, oordeelbare stof, v., eencellig organisme, o. Monarch, monarch, alleen�heerscher ; heerschend. Monastery, klooster (voor mannen), o. Monetary, geldelij k. Money, geld, o., munt, v.; rijkdom, m.. Monitor, waarsch uwer, raadgever � monitor, m. Monk, monnik, m. Monkey, aap, m.; heiblok, o. Monogram, monogram, naamcijfer, o. Monologue, alleenspraak,v. Mouopolise,zich het alleen-

Mock, bespotten, uitlachen,.bezit verzekeren. tarten; nadoen; negeeren ; Monosyllable,eenlettergre- bespotting, v., voorwerp.pig woord, o. van spot, o.. MOnetenOus,eentonig,saai, Mode, wijze, manier, ge-.vervelend. woonte, v., vorm, m..Monster, monster,gedrocht; Model, modelleeren; model, I wonder, o. patroon, o.. I Month, maand, v. . . Monument 165 Mu cus Monument, monument, ge-Motion, motie, v., voorstel, denkteeken, o.. o.; beweging, neiging, aan- Mood, gemoedsstemming,v.,.drift, v.; stoelgang, m. humeur, o., luim; manier, Motive, beweegreden, oor�wijze, v..[teren, luieren. '.zaak, v.; bewegend. Moon, maan, v.; rondslen-Motley, nar, m., narrenpak, Moor, een schip voor anker.o.; gemengd, bont. leggen; veengrond,m.,heide, Motor, motor, beweger, m., v.; Moor, m. beweegkracht, v. Mop, dweilen ; dweil; grimas, Mould, beschimmelen; V014-v.; bos ; zuiplap, m.; bedor-men, kneden; schimmel, m.; ven kindje , o. aarde, teelaarde, v.; giet- Mope, sullen, gemclijk zijn;.worm, m.; karakter, o. sutierd, sul, m.. Moulder, vermolmen, tot Moralise, zedelessen geven,.stof vergaan, verrotten ; me- moraliseeren. [leer, v. M Oral ity, zedel ijkheid,zeden-M rbi d, ziekelijk, ongezond. More, grootere hoeveelheid, o.; meer ; (moreover) boven� dien. Morganatic, morganatisch. Morning, ochtend, voormid� dag, m. Morose, gemelijk, knorrig. Morphia, morphine, v. Morsel, bete, v., stukje, beetje, hapje, o. Mortal, sterveling, m.; ster�felijk ; uiterste, (mortality) sterfelijkheid; sterfte, v. Ortar,mortier,m.;mortel,v. Mortgage, hypothekeeren, verpanden; hypotheek, v. Mortify, tuchtigen, kwellen, kastijden, vernederen. Mosaic, mozalek, o.; mo-zaiek ; Momsch.. taalgieter, m. Moult, ruien. Mound, een versterkingswal opwerpen; wal, m., aard�verhooging, v. Mount, opstijgen, zich ver�heffen; opplakken; berg,m.; bolwerk, o., beschutting, v. Mountain, berg,m.,gebergte, o.; groote massa, v. Mountebank, bedriegen; kwakzalver, bedrieger, m. Mourn, rouwen, treuren, be�

treuren.[roues, lo. Mourning, smart, klacht, v., Mouse, muis, v.; muizen vangen.. [rn. Moustache, snor, v.,knevel, Mouth,gemaakt spreken,rnet vollen mond praten; schreeuwen; opvreten ; ge�zichten trekken; mond, m.

Move, bewegen ; opwekken, Moss, moeras, o.,veengrond;.overhalen, aanzetten ; ver-mos, o.. bitteren ; verhuizen; han-Most, meeste, grootste, o.;.deling, daad, beweging, v., meest, grootst ; zeer..� zet, m. Mote, stofje, spatje, vlekje, Mow, maaien, in schooven o.; kleinigheid, v..zetten, opstapelen; gezich-Moth, mot, v.; gebrek, o.;.ten trekken; zuur gezicht,o. kanker, m.. Much, groote hoeveelheid, Mother, moeder; bron, v.,.v.; veel, zeer. oorsprong; droesem, m..Mucus, slijm, o. Mud, modder, v., slijk, o.; teelaarde, v. Muddle, verwarren, beder� ven; dronken maken; ver� warring, v.; poespas, m. Muff, mof, v.; sul, m. Muffle, warm instoppen;omfloersen, verbergen, blinddoeken; halsdoek, m. Mug, ploeteren, blokken grimeeren, gezichten trek- ken ; kroes; stommeling, m. Mulberry, moerbezie, v. Mule, muilezel,.basterd- soort, v. Mull, warmen; zoetmaken; verwarren, verknoeien; stof. o., molm, m. en o.; fout, verwarring, v. Multifarious, veelvuldig, verscheiden. Multiply, vermenigvuldigen, in aantal toenemen. Multitude, menigte, v.,groot aantal, o. Mum, zich vermommen, ko� suedie spelen ; stilte, v. Mumble, mompelen, preve�len ; mummelen. Mummie, mummie, v. ge- raamte , lijk, o..eken. Munch, hoorbaar eten,smak-Municipal ity, burgerlijkegemeente, v., gemeentebe- stnur, o..[moedig. Munificent,milddadig,edel�Munitien,munitie, v., krijgs�voorraad, m. MUrder,vermoorden;moord, m.; (murderer) moordenaar. M urky,duister,somber,naar� geestig. Murmur, mompelen, in den baard brommen, morren ; gemurmel, gebrom, ge- MOT, O. Murrain, veepest, v., mond�en klauwzeer, o. Muscle, spier, v.; (muscular strength) spierkracht.Muse, peinzen, overwegen; zich verbazen; muze,zang� godin, v.; dichter, m.; ge- peins, o. Museum, museum, o. MuShrOOM,eetbarepaciden� stoel; parvenu, rn.; nieuw-bakken..[toonkunst, v.Music, muziek, melodie, Musk, muscus, v.; muscus� dier, o. Musketeer, musketier, M. Muslin, neteldoek, o.M useulMan, muzelman, in. Must, schimmelen; most, m., kaam, v.; moeten. Mustard, mosterd, m. Muster, rnonsteren, revue houden, samenkomen ; wa�penschouwing, v., appel, o.; verzameling, v. Mutation, mutatie, verande� ring, v. Mute, ruien; geluid dem� pen; stomme,stomme mede� klinker ; bidder; figurant, stom, sprakeloos. Mutilate, verminken. Mutiny, opstand, rn., oproer, o., muiterij, v. Mutter, mompelen, brom�men, rommelen (donder); gemompel, o., gebrekkige uitspraak, v. [vleesch, o. Mutton, schaap; schape-Mutual, wederkeerig, oncier� ling.Muzzle, muilbanden, kne� velen ; muil, bek, snuit; muilband, m. My, mijn..[heid, v. Myopy, mvopie, bijziend-Myriad, myriade, ontelbare menigte, v., tienduizendtal,Myrrh, mirre, v. [o Myrtle, mirt, m.

Mysterious, geheimzinnig, Mystify, bedriegen, foppen; verborgen, mysterieus. verwarren. Mystic, mistiek, v.; geheim, Myth, mythe, v. [denleer, v. zinnebeeldig. Mythology, mythologie, go- N Nag, plagen, kwellen, zeu�ren; knol ; hit, m. Nail, spijkeren, vernagelen ; stelen; nagel, klauw ; spij�ker, m. Naked, naakt, bloot, kaal; eenvoudig ; oprecht. Name, noemen; naam, m., benaming, v.; schijn, m.; (namesake) naamgenoot. Nap, dutten, sluimeren; zorgeloos zijn; slaapje, Nape, nek, m..[dutje, o. Napkin, servet, o..[yen. Narrate, verhalen, beschrij-Narrow, vernauwen, beper� ken, begrenzen ; engte, v., bergpas, m.; smal ; (narrow�minded) kleingeestig. Nasal, neusletter, v., neus�klank, m.; van den neus. Nasturtium, Oost-Indische kers; waterkers, v. Nasty, vuil, vies, leelijk, akelig; onaardig. Nation, natie, v., yolk; groot aantal, o.; kolossaal. National, nationaal, van een yolk; (national anthem) volkslied. Native, inboorling, inlan�der, m.; natuurlijk, aan�geboren. Nativity, geboorte, v. Natural, natuurlijk; onecht; zinnelijk; idioot, m. Nature, natuur, v.; heelal ; karakter, o.; aard, m., soort; waarheid, v. Naught, niets. Naughty,ondeugend.,kwaad� aardig..Lging, v. Nausea, misselijkheid, wal-Nautical, tot de zeevaart behoorend. Nave, naaf (van een wiel), v., schip (van een kerk), o. Navigable, bevaarbaar. Navigation, scheepvaart,v4 (aerial navigation) lucht�scheepvaart. Navvy, polderjongen, grond�werker, m. Navy, scheepsmacht, zee-macht, marine, v. Nay,. vveigeren; neen; wei-germg, ontkenning, v. Near, nabij ; dierbaar; let-terlijk ; kort; recht; zui-nig � (nearly) bijna. Neat,' rundvee, o.; netjes, zuiver, rein; handig. Nebula, nevelvlek, v. Necessary, noodzakelijk noodig, onvermijdelijk. Necessity, noodzakelijk, heid, v..[engte, v. Neck, hals, nek, m.; land-Necklace, halssnoer, 0., halsketting, in. Necrology, necrologie, levensbeschrijving; sterfte�tafel, v. Necropolis, doodenstad, begraa fplaats, v. Need, behoeven; nood, behoefte, v., moeilijk ge�val, o.

. . Needle 168 Nine Needle, prikkelen, ergeren; Neuter, onzijdig woord, o.; naald, m.; (needlewoman) werkbij, v.; neutraal, on�naaister..[mijdelijk. zijdig; onvergankelijk. Needs, noodzakelijk, onver-Neutralise, onschadelijk Negation, ontkenning, v. maken, neutraliseeren. Neglect, verzuimen, ver-Never, nooit, nimmer,geens� waarloozen; verzuim, o., zins ; (nevertheless) niette�zorgeloosheid, v. , min, niettegenstaande. Negligence, nalatigheid, New, nieuw, versch ; on�achteloosheid,v.,verzuiin,o. bekend..[wetsch. Negotiate, handelen, ver-Newfangled, nieuwer�handelen, onderhandelen, News, nieuws, bericht, o., in omloop brengen. tijding, v.;.(newspaper) Negro, neger, m. courant. Negus, Negus (vorst van Next, naast,naasthij.daarna. Abessinie); gekruide wijn, Nib, knabbelen, bijten ; van- m. [o. gen; snavel, m.; mand; Neigh, hinniken; gehinnik, spits; koffieboon, v. Neighbour, nabij wonen, Nibble, knabbelen, o. aangrenzen ; buurman, m.; Nice, lief, aangenaam, lek- aangrenzend, naast. [noch. .ker ; zedig, preutsch ; nauw-Neither, geen van beiden,.keurig. Neology, neologie, invoe- Nick, kerven; bedriegen; ring van nieuwe woorden,v..zich vlug bewegen ; water-Neophyte, nieuweling, be-.geest; kerfstok, m.; (in the ginner, bekeerling, m..right nick of time) op het Nephew, neef (zoon van.rechte oogenblik. broeder of zuster), m. .Nickel, nikkel, o. Nephralgia, nierkoliek, v. Nickname, bijnaam geven; en o. bijnaam, scheldnaam, m. Nepotism, nepotisme, o., Niece, nicht (dochter van begunstiging van bloedver- broeder of zuster), v. wanten of vrienden, v..Niggard, vrek, m.; gierig, Neptune, Neptunus, m..vrekkig; beknibbelen. Nerve, zenuw ; pees, nerf, Nigh, nabij, nauw verwant; v.; moed.. bijna. Nervous, zenuwachtig; ge-Night, nacht, avond; dom�spierd, krachtig.. heid, duisternis, v. Nest, nestelen, een nest Nightfall, het vallen van bouwen; nest, verblijf, o..den avond. Net, verstrikken; een net Nightingale, nachtegaal,m. maken, haken; net, o., Nightmare, nachtmerrie, v. strik, m.; netto, zuiver, Nightshade,nachtschade,v. onvervalscht. der. Nightwatch, nachtwacht, Nether, lager, beneden, on-.in.; nachtelijke uren (mv.), Nettle, brandnetel, v..; Nimble, vlug, lenig..L.. Nettlerash, netelroos, v..Nimbus, stralenkrans, m. Neuralgia, zenuwpijn, v. I Nine, negen. Ninepins (pl.), kegelspel, o. Ninety, negentig. Ninny, sukkel, m. Nip, nijpen, knijpen, ver� dooven, vernietigen; kneel); borrel, m.; nippers) pin�cet, o. NO,ontkenning,v.;tegenstem�mer, m.; neen, geenszins; (nobody) niemand. Nobility, adel, adeldom, m. Nobleness, edelheid, grootschheid, heerlijkheid, Nocturnal, nachtelijk. [v. Nod, knikkebollen. knikken ; knik, m.; bevel, o. Noise, tieren, schreeuwen, uitbazuinen; geraas, ge�tier, Leven, 0. Noisome, nadeelig, onge� zond; walgelijk. Noisy, druk, luidruchtig. Nominate, benoemen, op de voordracht plaatsen, candidaat stellen. Nonconformist, afgeschei�dene, m. Nondescript, zonderling lets, o.; straatslijper, m.; niet to beschrijven, on�mogelijk. None, niemand, niets; geen. Nonentity, onbeteekenend persoon, m.; onbestaanbaar lets, o. Nonsense, nonsens, onzin, m., dwaasheid, v. Noodle, uilskui ken, o., dwaas, m. [plaatsje, o. Nook, hoek, m., gezellig Noon, middag, m.; hoogte, . v.; van den middag. Nor, noch. Normal, loodlijn, v.; nor� maal, naar den regel. North, Noorden, o.; noor�delijk..[Noorsch. Norwegian, Noor, m.; Nose, neus, m., reukver�mogen, o., scherpzinnig�heid, v. [quetje, o. Nosegay, ruiker, m., bou- Nostalgia, heimwee, o. Nostril, neusgat, 0. Not, niet. Notable, notabele,m.; merk� waarclig, aanzienlijk; be�kend, berucht. Notch, kerven; opschrij-Yen ; kerf, v. Note, aanteekenen; eerbied bewijzen; opmerking, aan-teekening;uitlegging;brief-je, orderbriefje, 0. Noteworthy, merkwaardig. Nothing, niets; prul, o., kleinigheid, v. Notice, letten op, bespre�ken, recenseeren ; opmer�king, aandacht; hoede; waarschuwing,.v. Notify, bekend waken, ver�wittigen. Notion, begrip, denkbeeld, o.; neiging, v. Notorious,bekend, berucht. Notwithstanding, niette� genstaande. Nought, nul, niets. Noun, zelfstandig naam� woord, o. Nourish, voeden, kvveelien ; handhaven, steunen. Novel, roman, (novelist) romanschrijver, m. Novelty, nieuwigheid, v. November, November, m. Novice, novice, m. en v� nieuweling, beginner, in. Now, nu, thans. Noxious, schadelijk, ver derfel i j k. Nude, naakt model, o, naakt, kaal; ongeldig. Nudge, even aanstooten; duwtje, o.

. . Nuisance 170 Occasion Nuisance, plaag, v., last, Numistatics (pl.), numis� m.; burengerucht, o. matiek, penningkunde, v. Nullify,vanonwaardemakenNumb, verstijven, verdoo�ven; verstijfd, verkleumd. Number, rekenen, tellen,nummeren, bedragen ; een�heid � menigte, v., getal; gedicht, o., versmaat, v. Numeral, telwoord, een ge� tal aanduidend. Numerous, talrijk ; wel�luidend. NUM non, v. Nuptials (pl.), huwelijk,

o., bruiloft, v. Nurse, pleegzuster; min ; kindermeid, v.; (nursery)kinderkamer ; kweekerij, v. Nut, noot ; moer, v.; (nut� meg) muskaatnoot, v. Nutrition, voeding, v., voed� sel, o..meisje, o.Nymph, nimf, v., jong, aan- o.

Oak, eik, m., eikenhout, o.; eikenhouten deur, v. Oar, roeien ; roeiriem, m. Oasis, oase, v. Oath, eed ; vloek, m. Oats (pl.), haver, v. Obduracy, verstoktheid, v. Obedient, gehoorzaam. Obeisance, gehoorzaam- held ; diepe buiging, v. Obey, gehoorzamen. Obfuscate, verduisteren ; verwarren. Object, tegenwerpen, be�zwaar maken; doel, plan; voorwerp, o. Objectionable, laakbaar, betwistbaar. Objurgation, verwijt, o., berisping, v. [offer, o. Oblation, offerande, gave, v., Obligation, verplichting, verbintenis ; obligatie, v. Obligatory, bindend, ver� plichtend. Oblique, seheef, schuin; stoppen(van een bloedvat),o Oblivion, vergetelbeid, v. Oblong, langwerpig. Obscene, onkiesch,vuil,vies Obscure, verduisteren, be- wolken ; verbergen; duister,somber, norsch ; nederig;onduldelij k.

Obsequies, lijkstaatsie, v. Obsequious, kruipend, on�derdanig. Observatory, sterrenwacht, v., observatorium, o. Observe, waarnemen, gade� slaan, opmerken;vernielden Obsolete, verouderd. Obstinacy, koppigheid, hardnekkigheid, v.

Obstruct, versperren, ver�stoppen, belemmeren, ver�hinderen. Obtain, verkrijgen, verschaf� fen ; heerschen ; behelzen. Obtrusion, opdringing, v. Obtuse, stomp, dom. Obvious, duidelijk, klaar- slinksch; afwukend. blijkelijk, in 't oog vallend. Obliteration, onbruikbaar- OCCasion,veroorzaken,aan-making (postzegels), uit-.leidinggeven;aanleiding,re-wissching (schrift), v., ver-.den;behoefte,v.;toestand,m. Occiput, achterhoofd, o. Occupation, bezetting; be�zigheid, v., beroep, am�bacht, o. Occur, voorkomen, gebeu�ren; opkomen ; aantreffen. Ocean, oceaan, m., over� groote hoeveelheid, v. Ochre, oker, v. Octagon, achthoek, m. Octavo, octavo, o. October, October, m. Octogenarian, tachtigjari� rige, m. Oculist, oogarts, m. Odd, oneven ; onbepaald ; vreemd,raar;onwaarschijn�lijk. Odds (pl.), ongelijkheid ; meerderheid, overmacht ; kans, v.;voordeel;verschil,o. Odious, hatelijk ; leelijk; gehaat. [de, v. Odontology, tandheelkun-Odorous, geurig. Of, van, voortkomend uit. Off, weg, vandaan, ver ;(off� hand) voor de vuist. Offal, afval, uitschot, o. Offence, beleediging; over� treding;misdaad;ergernis,v. Offer, offeren; aanbieden, bereid zijn, trachten; aan�bod, voorstel, bod, o.; po�ging, v. Office, ambt; kantoor, o.; dienst, m., bezigheid, v. Officer, officier ; ambtenaar, beambte; politieagent, m. Official, ambtenaar; amb� telijk, officieel. [moeiziek. Officious, gedienstig; be-Offshoot, tak, m., loot, v. Offspring, kroost, kinderen (m.), o., spruit, v. Oft(en), dikwijls..[111. Ogle, toelonken ; wenk, lonk, Ogre, weerwolf, boeman, m. Oil, olie, v.; (oilcloth) was-Ointment, zalf, v. [doek. Old, verouderen, oud maken ; oud, versleten ; vroeger; ge� woon. Oleograph, oleographie, v. Oligarchy, oligarchie, re� geering door weinigen, v. Olive, olijf, v.; olijfgroen. Omen, voorteeken, o. Ominous, onheilspellend. Omission, verzuim, o., weg� lating, v. Omit, nalaten, verzuimen. Omnibus, omnibus, m. Omnifarious, veelsoortig, al lerlei. Omnipotence, almacht. v. Omnipresent, alomtegen� woordig. [heid, v. Omniscience, alwetend-On, op, van, tot, naar. Once, eenmaal, eens; vroe� ger, zoodra. One, eenheid, v., zeker iemand,m.;een,enkel; men, Onion, ui, m. [zekere. Only, slechts, alleen, eenig, enkel, behalve. Onward, voorwaarts. Ooze, zacht vloeien, sijpelen, lekken ; mocider, v., slijk, o. Opal, opaal, o. Opaque, ondoorzichtig. Open, openen; bevrijden ; verspreiden; beginnen; open lucht, v.; open ; verspreid ; bekend, duidelijk ; royaal. Opera,opera,v4(opera -glass) tooneelkijker. Operate, opereeren, hande� len, uitwerken. [v. Ophthalmia, oogontsteking, Opinion, meening, v., oor� deel, gevoelen, o. Opponent, tegenstander, te�genstrever,m.;opponeerend, tegenstrevend. .

Opportunity, gelegenheid, geschiktheid van tijd en omstandigheden, v. Oppose, tegenstellen, weer�staan, strijden. Opposite, tegenstander, vij�and, m.; tegenstrijdend, tegenover gelegen. Oppress, drukken, zwaar liggen. Optative, wenschend. Optics (pl.), optica, gezicht� kunde, v. [vol. Optimist, optimist,m4hoop�Optional, vrij in de keuze, facultatief. [vloed, m.

Opulence, rijkdom, over-Or, of, eer. Oracle, orakel, o., gods� spraak, v.; proteet, m. Oral, mondeling. Orange, oranjeappel,sinaas� appel, m.; oranjekleurig. Oration, oratie, redevoering, v. [huiskapel, v.Oratory, welsprekendheid ; Orb, oogappel;omloop,kring� loop, m.; schijf, v. Orbit, oogkas ; baan (van een hemellichaam),� v. Orchard, boorngaard, m. Orchestra, orkest, o. Ordain, instellen,voorschrij� ven, beschikken; wijden ; bevestigen in een kerkelijk ambt. [proef, v. Ordeal,godsgericht,o.;zware Order, bevelen ; orde, schik-king,.methode, v.; toegangs-bewk]jss;reglement,o.;rang,m Orderly, ordelijk, rustig, kalm, geregeld; oppasseron. Ordinance, vastgestelde re- gel, m.

Ordinary, ordinaris, v., eet�huis,o., maaltijd,m.;bijeen�komst, v.; gewoon ; middel�matig ; actief dienend. Ore, erts, oer, o. [orgel, o. Organ, orgaan, werktuig;Organise, organiseeren; van organen voorzien. Orient, zich orienteeren, de Jigging bepalen; Oosten, o.; doorzichtigheid, v.; Oos�tersch; schitterend. Origin, begin, o., oorsprong,

m., oorzaak, v. Orison, gebed, o. Ornament, versieren,tooi en; ornament, versiersel, sie�

raad, o..[gels, v. Ornithology, kennis der vo-Orphan, wees, m. en v. Orthodox, orthodox, recht� zinnig; rechtgeaard, soliede.

Orthography, orthographie, spelling, v..[len. Oscillate, slingeren, wcife-Osier, wilg, m.; rijs, o. Osprey, vischarend, rn. [v. Ossification, beenvorm ing,Ossuary, knekelhuis, o. Ostentation, vertooning, pracht, v. Ostrich, struisvogel, m. Other, ander, (another) nog Otter, otter, m..[een. Ottoman, Turk, m.;lage so� fa, v.; Turksch. Ought, moeten; iets. Ounce, ons, o. Our, ons, onze. Oust, uit het bezit stooten; den voet Iichten.

Out, uit, buiten; ambteloos, zonder werk; luid; boos; uitgeput; verkeerd. Outbreak, uitbarsting, v. Outcast, verbannen;balling; vagebond, m. Outdo, overtreffen. Outfit, uitzet, o.,uitrusting,v. Outgrow, to snel groeien, boven het hoofd groeien. Outlast, langer duren don. . . Outlaw, vogelvrij verklaren, buiten de wet stellen; ver�jaren ; balling, m. Outlet, uitweg, uitgang, m., opening, v. Outlive, overleven. OUt100k,uitkijk,wachttoren, m.; vooruitzicht, o. Outrage, smaden, beleedi�gen, zich vergrijpen aan ; smaad, m., vergrijp, o.

Outset, begin, o. [treffen. Outshine, in glans over-Outrun, harder loopen clan. Outskirt, buitenwijk, grens, v., omtrek, m. Outspoken, openhartig. Outstrip, voorbijloopen ; overtreffen. [buiten. Outward, uitwendig, van Outwit, verschal ken, in slim� heid overtreffen. Oval, ovaal, o.; eivormig. Ovation, ovatie, hulde, v. Oven, oven, m. Over, over, boven, weder, voorbij. [men Overawe, ontzag inboeze�Overbearing,aanmatigend, eerzuchtig. Overboard, overboord. Overburden, overladen, te veel opladen.

Overcast, betrekken; te hoog schatten; bewolkt. Overcharge, overdrijven ; P.

Pace, gaan, wandelen, stap�pen ; stap, pas, tred, voort�gang, m., schrede, v. Pacific, vredelievend, ver�zoenend ; rustig. Pacify, bevredigen, stillen, tot bedaren brengen. te zwaar beladen ; te hoo�ge berekening, te groote lading, v.

Overcoat, overjas, v. Overcome, overwinnen ; zenuwachtig, aangedaan. Overdo, overdrijven, af� matten, te gaar koken.

Overflow, overstroomen, overvloeien;overstrooming, v., overvloed, m. Overhead, boven het hoofd. Overhear, toevallig hooren. Overlook, overzien ; het op� zicht hebben over; door de vingers zien; bekoren . Overpower, overstelpen, overweldigen. Overseer, inspecteur; op ziener ; armvoogd, m. Overt, open, duidelijk. Overtake, inhalen; verras� sen, overvallen. Overture, voorstel, aanbod, o.; ouverture, v. Overwhelm, verpletteren. overstelpen. Owe, schuldig zijn, moeter betalen ; te danken hebben. Owl, uil, m. Own, eigen; geliefd. Ox, os, m.; (oxen) ossen. Oxidation, oxydatie, ver� binding met zuurstof, v. Oyster, oester, v. Ozone, ozon, o.

P [and the rest]

Pack, pakken, tot een pak maken ; menigte, v., troep; last, m.; pak ; spel (kaar�ten), o. [boot, v. Packet, pakje, o.; pakket-Packthread, pakgaren, o Pact, verdrag, verbond, o. Pad, langzaam reizen; op�vullen, watteeren; rijpaard; stootkussen, o.; mand, v. Paddle, in 't water plas�sen, pagaaien; waggelen; afranselen ; pagaai, v. Paddock, grasveld, o.; pad-de, v. Padlock, een hangslot be�vestigen ; hangslot, o.; be-perking, v. Pagan,heiden,m.;heidensch. Page, pagineeren ; page, m.; livreiknechtje, o.; blad�zijde, v. Pageant, vertooning,pracht, praal, v.; optocht, m. Pagoda, pagode, v., afgo�dentempel, m. Pail, emmer, m. Pain, pijnigen, kwellen, bedroeven ; pijn, smart ; straf, v. [spanning, v. Pains, (pl.), moeite, in- Painstaking, zorgvuldig, zich moeite gevend. Paint, schilderen, blanket-ten, schakeeren ; verf, v., blanketsel, o.; (painter) schilder, m. Pair, paren ; bij elkaar pas�sen ; paar, 0. Palace, paleis, o. Palate, verhemelte, 0.; smaak, m. Palaver, bepraten ; wau�welen ; vleien; discussie ; vleierij, v. Pale, verbleeken ; met palen omgeven ; paal, m.; omslo�ten ruimte, v.; grondge�bied, o.; bleek. Palfrey, telganger, m., da�mespaard, o. Palisade, palissadeeren; pa�lissade, v., paalwerk, sta�ketsel, o. Pall, met een lijkkleed dek-ken ; verschalen; tegen�staan ; mantel, troonhemel, m.; lijkkleed, o. Pallet, palet, o. en v.; stroo�zak, m., veldbed, o. Palliate, verzachten, ver� lichten ; bemantelen. Pallid, bleek. Palm, hanteeren; bedrie� gen ; handpalm, v.; palm�tak, palmboom, m.; over-winning, v. Palmer, pelgrim, m.Palm-Sunday, Pal mzon�dag, m. Palpable, tastbaar, voel� baar, duidelijk. Palpitation, hartklopping,v. Palsy, verlamming, be� roerte, v. Paltry, onbeteekenend; trey.-rig, laag, verachtelijk. Pamper, volproppen, over�voeren, vetmesten. Pamphlet, pamflet, vlug�schrift, o., brochure, v. Pan, pan, v.; kop, m.; (pan�cake) pannekoek, m. Pane, glasruit, v. Panegyric, lofrede, v. Panel-, van paneelen voor� zien ; paneel; zadelkus�sen, o. Pang, angst, m., doods�benauwdheid, v. Panic, paniek, v., plotse�linge schrik, m. Panoply, volledige wapen� rusting, v. Pan sy,driekleurig viool tje,o. Pant, hijgen ; kloppen ; snakken ; klopping ; zucht, v.; snik, m.; bron, fon�tein, v. Pantaloon, hansworst, m. Pantheism, pantheisme, o., leer, dat het heelal en de Godheid een zijn, v. .

Pantheon, pantheon, o., tempel voor alle goden, m.Panther, panter, m. Pantry, provisiekamer, pro- visie ast, v. Pap, pap; borst, v., tepel, m.; pulp ; bijverdienste, v.Papal, pauselijk.Paper, in papier wikkelen ; behangen; papier; blad; opstel, o.; (paper-hanger) behanger, m. Par, gelijkheid, v.Parable, gelijkenis, v.Parade, vertoon maken, paradeeren; parade, v., vertoon, o.; openbare wan�delplaats, v. Paradise, paradijs, o. Paradox, paradox, schijn�bare tegenstrijdigheid, v. Paraffine, paraffine, pe� troleum, v. Paragon, vergelijken; op zijde streven � kameraad , mededinger; wedijver,

Paragraph, paragraaf, af�deeling, v.; teeken, o. Parallel, evenaren, even�wijdig maken, gelijk stel�len ; evenwijdige lijn ; over�eenkomst, v.; evenwijdig. Paralyse, verlammen. Paralysis, verlamming, v. Paramount, hoogste, m.; hoogst, voornaamst. Parapet, borstwering, v., verhoogde rand, m. Paraphrase, verklaren,om�schrijven ; poezie in proza veranderen; paraphrase, omzetting, omschrijving, v. Parasite, parasiet, woeker� plant, v.; tafelschuimer, m.Parasol, parasol, v.Parcel, in stukken verdee� len; deel, stuk ; pak, o.; hoeveelheid, v. Parch, opdrogen, schroeien, roosteren, zengen. Parchment, perkament, o.Pardon, vergeven, vrijspre� ken ; vergiffenis, v., aflaat, m.; vergunning, v.Pare, afsnijden, afschaven, besnoeien. [del, o. Paregoric,pijnstillend mid-Parent, wader of moeder; bron, v. Parenthesis, parenthese, v., tusschenzin, m.; (be�tween parentheses)tusschen haakjes. Pariah, paria, uitgewor� pene, in. en v.Paris, Parijs, o..[v.Parish, kerspel, o., parochie,Park, park, artillerie-park,o.Parley, onderhanclelen; on� derhandelin g, v.Parliament, parlement, o.Parlour, huiskamer, W0011- kamer, v.

Parody, parodieeren; pa-rodie, belachelijke.na-bootsing, v..[woord, o. Parole, �achtwoord ; eere- Paroxysm, plotseling weer-, keerende aanval, m., top-punt, o. Parrakeet, parkiet, m.Parricide, vadermoorder, vadermoord, m.

Parrot, papegaai, m. Parry, afweren, pareeren. Parsing, zinsontleding, v. Parsimony, gierigheid, ka�righeid, v. Parsley, peterselie, v. Paniso m rkn, dominee, geeste-

Part,.deelen ; scheiden ; deel, gedeelte, aandeel ; lid; stuk; belang; gedrag, o.� rol, v. [hebben. Partake, deelnemen, deel- . . Partial, gedeeltelijk; par tijdig. Participle, deelwoord, o. Particle, deeltje, greintje, o Particular, bijzonderheid v.; bijzonder; omstandig persoonlijk; zorgvuldig, nauwkeurig. [partijdig Partisan, partijgenoot, m. Partition, in stukken dee len; verdeeling, afdeeling v., tusschenschot, o.

Partner, compagnon, ven�noot, medespeler, cavalierPartridge, patrijs, m. [mParty, partij, zaak, v., par� tijtje, o.

Pass, gaan, overgaan; ver�dwijnen ; verloopen; weg laten; slagen; vaststellen aannemen; pas, doorgang staat van .ken, m. Passage, passage, v., door�-gang, uitgang, weg, m.; aan�neming (wet) v. Passenger, passagier, rei� ziger, m. Passing -bell, doodsklok, v. Passion, hartstocht, toorn, m.; geestdrift, v.; (Passion�week) lijdensweek. Passive, lijdelijk, onder� worpen. [feest, o. Passover, Joodsch Paasch-Passport, paspoort, o.Past, verleden, o., vroegere tijd, m.; over, voorbij, to

boven. [diamant, m. Paste, deeg, o.; valsche Pastime, tijdverdrijf, ge� noegen, o. Pastry, pastei, v., gebak, o. Pasture, weiden, grazen; weide, v., Bras, o.

Pat, zachtjes kloppen ; tikje, klapje, o.; geschikt ; toe�passelijk. PatCh,lappen,samenflansen: lap, m., stukje; moesje, o.; (patchwork) lapwerk. Paten, Hostieschaal, v. Patent, patent, octrooi, o., vergunning, v.; openbaar, duidelijk. Paternoster,paternoster,o., rozenkrans, Path, wandelen ; pad, spoor ; gedrag, o.; daad, v. Pathetic, pathetisch, gevoel�vol, aandoenlijk. Pathos, pathos, o., hoog�dravende taal, v. Patience, geduld, o., lijd�zaamheid, volharding, v. Patient, Rider, patient, m., geduldig, lijdzaam; toege�vend ; volhamlend. Patriarch, patriarch, aarts-NV der, m. Patrician, patricier, rijk edelinan; patricisch. Patrimony, patrimonium, vaderl ij k erfdeel,o.,nalaten�schap; schenldng, v. Patriotism, patriotisme, o., vaderlandslietde, v. Patrol, patrouilleeren, de made doen ; patrouille, made, v. Patron, beschermer, be�scherniheilige, m.; bescher�mend. [gunstigen.

Patronise, beschermen, be-Patronymic, geslachts� naam, rn. [sulk, o. Patten, lilomp, m.; voet-Patter, liletteren, ratelen, Idateren. Pattern, namaken; model, 'maroon, voorbeeld, o. Patty, pasteitje, o. Paunch, buik, m., pens, v. Pauper, arme, bedeelde, m. Pause, rusten, verpoozen, wachten ; pauze, rust, ver�poozing, v.; wachtteeken, o. .

Pave, plaveien, bevloeren. Paw, met het voorbeen krab�ben (paard); flikflooien; ruw aanpakken;poot,m.,hand,v. Pawn, verpanden ; pand, o.; pion, m.; (pawnbroker , lom�merdhouder. Pay,betalen,vergoeden,kwij� ten ; teren ; betaling, soldij, v., loon, o. Pea, erwt, v..[v.PeaCe,vrede,m.,rust,kalmte, Peach, aanklagen, verklap� pen ; perzik, v. Peacock, pauw, m.Pea-jacket, pijjekker, m.Peak, kwijnen ; piek, punt, spits, v. Peal, weergalmen, luid klin�ken ; geratel ; klokgelui, o.; donderslag, m. Pear, peer, v. Pearl, pare!, v., paarlemoer,

o.; pil ; staar, v. Peasant, Boer, m. Peat, turf, v. Pebble, kiezelsteen, m. Peck, pikken, opeten. Peculiar, eigenaardig, bij� zonder, persoonlijk. Pecuniary, geldelijk. Pedagogue, onderwijzer, schoolvos, m. Pedal, pedaal, o.; tot den voet behoorend. Pedant, schoolvos, m.; pe� dant, verwaand. Pedestal, voetstuk, o. Pedestrian, voetganger; hardlooper, m.; wandelend. Pedigree, gestachtsboom,m.Pedlar, marskramer, m. Peel, schillen, afschilferen; ontkleeden; plunderen; schil, v. Peep, piepen; gluren; aan�breken, gloren; gepiep, 0.; sluwe blik, m. Peer, gluren; pair; makker, gelijke, m. Peevish, gemelijk, knorrig. Peg, met pinnen vastmaken ; pin, v.; stap; grand, rang; slag, m.; been, o. Pelf, cluiten (geld). Pellicle, vliesje, velletje, o. Pellucid, fielder, doorschij� nend. Pelt, gooien, werpen; klet�terend neerkomen; vel, o., yacht, huid, v. Pen, schrijven ; opsluiten; scha a pskooi,v.; hok,o.;pen,v Penalty, wettige boete, v. Pencil, schilderen, teeke� nen ; penseel, potlood, o. Pendant, hanger, oorhan� ger ; wimpel, m. Pendulum, slinger, m. Penetrable, doordringbaar; voor indrukken vatbaar. Penetrate, doordringen, doorgronden. Peninsula, schiereiland, o. Penitent, boetvaardige, boe� teling, m.; boetvaardig. Pen non, wimpel,m.,vaantje, o.; wiek, v. Penny, penny (stuiver). Pension, pensionneeren; pensioen,jaargeld; pension, o. � [moedig, somber. Pensive, peinzend; zwaar-Pentagon, vi,jfhoek, m. Pentecost, Pinksteren, v. Penthouse, luifel, v. Penury, volslagen gebrek, o., armoede, v. Peony, pioen, v. People, bevolken; yolk, o., natie, v.; geslacht, ras, o. Pepper, peperen; ranselen; peper, v. Peradventure, misschien, toevallig. [gen, in. Perambulator, kinderwa- .

Perceive, waarnemen, be�merken, onderscheiden, in�zien. Perception, waarneming,gewaarwording,v.;begrip,o. Perch, op stok zitten; baars,m.; stang; hooge zitplaats,v. Percussion, percussie, v., slag, tik, stoot, m. PerditiOn,verdoemenis; ver�nietiging, v., ondergang, m. Peregrination, rondzwer� ving, v., verblijf in 't buiten�land, o. Peremptory, afdoende, be-slissend, gebiedend. Perfect, volmaken; geheelop de hoogte komen ; vol� maakt, zuiver. Perfidious, verraderlijk, be�driegelijk, trouweloos. Perforate,perforeeren,door�boren ; doorboord. Perforce, met geweld, ge�dwongen. [gen, vervallen. Perform,volvoeren,volbren-Perfume, geuren, met geurdoortrekken ; geur,m., reuk� werk, o. Perfunctoriness, onver� schilligheid, achteloosheid, Perhaps, missch ien. [v. Peri, gevallen engel, m. Peril, gevaar loopen, in ge� vaar brengen ; gevaar, o. Period, periode, v., tijdperk,o., tijdkring; rondgang, om� loopstijd, duur. m. Periodical, tijdschrift, o.;periodiek; op een tijdschrift betrekking hebbend. Periphery, periferie, o., om-trek, m. [omschrijving, v. Periphrasis, periphrase, Perish, omkomen, sterven ; vergaan, vervallen. Periwinkle, alikruik; maag�denpalm, v. Perjury, meineed, m. Perk, giuren; ooren opste�ken ; brutaal optreden. Permanent, permanent, be� stendig, duurzaam..[len. Permeate,doordringen,vul-Permission, vergunning, v.,verlof, o..[derfel ijk. Pernicious, schadelijk, ver-Perpendicular, loodrecht. Perpetration, volvoering, v., bedrijf, o. Perpetual, voortdurend, eeuwigdurend, levenslang.Perplex, verwarren, ver� legen maken. Perquisite, fool, v.; toe- slag op het loon. Persecution, vervolging, v. Persevere,volharden; (per� severance) volharding. Persist, volhouden, krach� tig volharden. Person, persoon, m. en v., mensch, m. en o. Personally, persoonlijk.Personify,verpersooni i j ken.Perspective, perspectief, verschiet ; gezicht, o.; verre� kijker, m.PerepiCaCIOUS,scherpzich� tig, scherpziend. Perspire, uitwasemen. Persuade, overreden, be� praten; (persuasion) over� reding. Pert, brutaal, vrijpostig. Pertinacious, hardnekkig, vastbesloten. Pertinent, pertinent ; voeg� zaam, passend bij. Perturb, verstoren, veront� rusten, verwarren.Peruse,nauwkeurig nagaan, aandachtig lezen. [vullen. Pervade, doordringen, N'er-Perverse, verdorven, slech t, a fschuwelijk; onhandelbaar

Pervert, afwenden, op een dwaalspoor brengen, ver� keerd toepassen,verdraaien; afvallige, goddelooze, m. Pessimist, pessimist, iemand die alles donker inziet, m.; somber. Pestilence, pest, pestilen� tie ; besmetting, v. Pestle, stampen; stamper (van een mortier), m. Pet, vertroetelen; lieveling, gunsteling,m.;gemelijkheid, Petal, bloemblad, o. [v. Petition, petitie, v., verzoek, smeekschrift, request, o. Petrification, versteening,v. Petticoat, onderrok, m. Petty, klein, gering, onbe� teekenend. [verdrietig Petulant, lastig, brutaai ; Pew, kerkbank, v. Pewter, tinnen gereedschap,o., kan, v.; tin, o.; van tin. Phantom, droombeeld,spooksel, o. Pharmacy, artsenijbereid� kunde; apotheek, v. Pharos, vuurtoren, m. Pharynx, strottenhoofd, o. Phase, voorkomen, aanzien; stadium ; verschijnsel, o. Pheasant, fazant, m. Phenomenon, natuurver� schijnsel; wonderkind, o. Phial, in een fleschje doen ; fleschje, o. Philander, coquetteeren;sentimenteel verliefd zijn;rondboemelen. Philanthropy, philanthro� pie, menschenliefde, v. Philology, philologie, taal�wetenschap,v. [wijsgeer,m. Philosopher, philosoof, Phlegm, flegma, o., onver� schilligheid, koelheid, v.; slijm, vocht, o. Phonetics (pl.), phonetiek, klankleer,! v. [m. Phonograph, phonograaf, Phosphorescence, phos� ph orescen tie, v. [v. Photograph, photographic,Phrase,noemen, in woorden uitdrukken ; phrase, spreek� wijze, woordverbinding, v., zindeel, o. Phthisis, tering, v. Physic, geneesmiddelen toe� dienen ; geneesmiddel, o.;geneeskunde, v.; geneesheer,m.; (physics) natuurkunde. Physician, geneesheer, m.PhySiOlOgy,physiologie,leerder levensverschijnselen bij gezonden, v. Piano, piano, v. Piazza, plein, binnenhof, o.; zuilengang, v. [zak, m. Pibrock, Schotsche doedel-Pick, met een puntig voor� werp openen; schoonma� ken ; plukken; uitkiezen ; stelen ; kleur, v.; (pick� pocket) zakkenroller. Pickle, pekelen, inleggen ; pekel, m.; zuur ; lastig geval, o. Picture, a fbeelden, schilde� ren, levenciig beschrijven; schilderij, beeltenis, v. Pie, pastel; ekster, v.; ge� bedenboek, o. Piece, stuk, deel; voort� brengsel, o.; munt, v., geld� stuk, o. [brokken. Piecemeal, bij stukken en Pier, pier, v.; havenhoofd, o., havendam, m., landings� plaats, v.; pijler, m. Pierce, doorsteken, door� dringen, doorboren; on� derzoeken. Piety, vroomheid, v. Pig, big, v.; varkensvleesch,o.

Pigeon, duif; dommigheid, v.; stakkerd, sul, m. Pigment, pigment, o., kleur�stof, v. Pike, piek, v.; heuvel, m.; gaffel, v.; tolboom, m. Pile, opeenstapelen; heien ; hoop, m., massa, v.; brand�stapel ; heipaal, groot gebouw ; kousje (geld), o. Pilfer, ontfutselen. Pilgrim, pelgrim ; zwerver ; nieuweling, m. Pill, deballoteeren, verwer�pen ; pil, v.; vlegel, m. Pillar, pilaar, m., zuil, v.; (pillar-box) brievenbus. Pillory, aan de kaak stellen, to pronk staan; kaak, v., schandpaal, m. [kussen, o. Pillow, peluw, v.; hoofd-Pilot, loodsen ; loods, gids, Pimple, puistje, o. [m. Pin, met een pin vastzet� ten; spelden ; pin ; speld, v.; bout, m. Pinch, knijpen, knellen ; beperken ; vitten ; kneep ; verlegenheid, v.; angst, m. Pine, kwellen, smachten, wegkwijnen; uithongeren ; pijnappel, grove den, m. Pinion,vastklemmen,boeien; vleugel, m., wiek, v. Pink, uitknippen; doorste�ken ; anjelier ; hoogte; vis�scherspink, v.; roze. Pinnacle, van een top voor- zien; toppunt, o.; thine, v. Pint, pint, v. Pioneer, den weg hereiden ; , pionier, baanbreker, weg�bereider, m. teeder. Pious, godvruchtig, vroom ; Pip, p'1) ; pit, v. Pipe, op de fluit spelen ; fluit ; pijp ; buis; lucht�pijp ; stem, v. Pique, boosmaken, beleedi�gen; prikkelen; piek, v., wrok, m., gevoeligheid, v. Pirate, zeeroof plegen ; na�drukken; zeeroover; letter�dief, m. Pisciculture, vischteelt, v. Pistol, met een pistool schieten; pistool, v. en o. Pit, uithollen; in een put plaatsen; ophitsen; put, kuil, afgrond, m.; par�terre, o. Pitch, bevestigen; werpen ; den toon bepalen; kam�peeren ; neerkomen; pek, o.; toonhoogte; diepte, bel�ling, v. Pitcher, houweel,o4kruik,v. Piteous, medelijden wek�kend, treurig ; armzalig. Pith, pit, kern, kracht, v., merg, o.; nadruk, m. Pitiful, jammerlijk, erbar�melijk ; medelijdend. Pittance, kleine gave, kleine portie, v.; beetje, o. Pity, medelijden hebben, be�klagen ; medelijden, o., smart, v.; (it is a pity) het is jammer.

Pivot, draaien ; spit, v. en o. Placard, biljetten aanplak�ken ; aanplakbiljet, plak�kaat, o.

Place, plaatsen ; plaats, ruimte, v.; gebouw ; ver�blijf; dorp, o.; rang, m.; betrekking, v.; (to take place) gebeuren. Placid, kalm, vreedzaam, rustig. [terdieverij, V. Plagiary, letterdief, m., let- Plague, kwellen, plagen ; besmetten door pest; plaag; ramp ; pest, v. Plaid, geruit kleed der Hoog�landers, o. .

Plain, effen maken ; vlakte, v., veld, o.; vlak, open, duidelijk. [klagend. Plaintiff, klager, eischer, m.; Plaintive, jammerend, kla�gend. Plait, vlechten, plooien, vouwen; vlecht, plooi,vouw; borstplaat, v. Plan, plannen maken, schet�sen, ontwerpen ; plan, ont�werp, o., schets, v. Plane, schaven; schaaf, v.; gebied, o.; plataan, m. Planet, planeet, v. Planetarium, toestel, dat de beweging der planeten weergeeft, o. Plank, met planken dek�ken ; neerleggen ; betalen ; plank, v. Plant, planten; vestlgen ; plant, v., gewas ; plan, o.; bedriegerij, v. Plash, snoeien ; plassen, sprenkelen ; tak, m.; ge�klots, geplas, o. Plaster, bepleisteren, pap-pen ; pleister, gips, o.; pleister, v. Plate, pantseren ; pletten ; plaat, v.; tafelzilver ; har�nas, o. Platform, perron, o.; tri�bune, v.; terras; balkon (van tram), o.; politieke redevoering, v. Platitude, platheid, onbe�duidendheid; banaliteit, v. Plausible, aannemelijk, schijnbaar juist ; mooi pratend. Play, spelen, dartelen; in een rol optreden; spel, vermaak ; tooneelstuk, o.; ruimte, v. Plea, pleit, pleidooi, o., verwering, v. Plead, pleiten, zich verwe�ren ; smeeken, verontschul�digen..[fig, vroolijk. Pleasant, aangenaam, pret-Please, behagen, genot ge�ven ; alstublieft. Pleasure, genoegen, ver�inaak, genot, o.; keus; begeerte, v. Pledge, verpanden; iemands gezondheid drinken; onder�pand, o., borgtocht, m. Plenipotentiary, gevol�machtigde, m. Plenteous, overvloedig. Pleurisy, borstvliesontste�king, pleuris, v. Pliable, buigzaam, lenig; volgzaa m. Plight, verpanden, beloven; pond, o.; toestand, m. Plod, zwoegen, plocteren, blokken. Plot, samenzweren, plannen smeden ; samenzwering, v., complot, o.; plattegrond, m.; stuk grond, o. Plough, ploegen; ploeg; landbouw, m. Plover, pluvier, v. Pluck, plukken, rukken ; afwijzen; ruk, trek ; moed, m.; vuur ; ingewand, o. Plum, pruim, v. Plumage, gevederte, o. Plumber, loodwerker, lood�gieter, m. Plump, neerploffen; dik maken ; alle stemmen aan een candidaat geven; troep, m.; mollig, dik. Plunder, plunderen, rooven; plundering, v., buit, m. Plunge, dompelen, doopen; achteruit slaan ; geld uit�geven ; indompeling, v., doop, m. [voudig. Plural, meervoud, o.; meer- .

Pluvious, regenachtig, voch� tig. Ply, zich bezighouden; aan� dringen ; zich toeleggen ; kronkel, m., vouw, plooi ; neiging, v..[king, v. Pneumonia, longontste-Poach, stroopen; eieren zonder schaal in water koken; doorsteken. Pocket, in den zak steken, wegnemen, stoppen; zak, m., holte, diepte, v. Pod, zwellen ; dop, m.; Poem, gedicht, o. [schil, v. Poet, dichter, m. Poignant, scherp, bitter, pijnlij k, stekelig. Point, punten, scherpen ;mikken; merken; punt,spits; (point-blank) botweg. Poise, wegen, overwegen;gewicht, belang; evenwicht, o.; houding, v. Poison, vergiftigen; be�smetten ; vergift, o. Poke, duwen; bewegen ; zoeken; zak; stoot, duw, m.; (to buy a pig in a poke) kat in den zak koopen. Polar, van de Pool ; (Polar bear) ijsbeer. Pole, ompalen, met palen stutten; pool, v.; paal, lange stok, m. Police, politie, v. Policy, staatkunde; omzich� tigheid, wijsheid ; polis, v. Polish, polijsten ; bescha�ven ; politoer, o.; bescha� ving, v. Polite, beleefd, beschaafd. Political, staatkundig. Politics (pl.), staatkunde, v. Poll, snoeien, knippen ; stemmen ; hoofd; register, o.; stembus, stemming, v., stembureau, o. Pollen, stuifmeel, o. Pollute, bezoedelen, bevlek� ken ; ontheiligen. Polo, polo (balspel), o. Polygamy, polygamie, v.,veelvoudige echt, m. Pomp, praal, v., praalver� toon, o. [peinzen. Ponder, overwegen, over-Ponderous, zwaar, druk� kencl, saai. Poniard, doorsteken; dolk,v. Pontiff, hoogepriester, pans, Pony, hit, pony, m. [m. Poodle, poedel, m. Pool, samenleggen ; poel ;

inzet, m. Poop, van achteren aan� varen ; achterhut, cam� pagne, v. Poor, arm, behoeftig; zwak,uitgeput, treurig,st um perig. Pop, duwen, schieten, snelbewegen; verpanden; klap; Pope, paus, m. [plof, m. Poplar, populier, m. Poppy, papaver, v. Popular, populair, bij 't yolk geliefd, volksgezind. Population, bevolking, v. Porch, portaal, o., over- dekte ingang, m. Porcupine, stekelvarken, o. Pore, turen, staren; nauw� keurig onderzoeken, bestu� deeren ; porie, v. Pork, varkensvleesch, o.; dikkop, m. Porpoise, bruinvisch, m. Porridge, meelspijs,groente� soep, [metje, o. V. Porringer, papbordje, kom-Port, haven ; poort, v.; portwijn, m.; houding, v.; bakboord, o. Portend, voorspellen, voor� zeggen ; (portent) voortee� ken, o.

Porter, portier, besteller,kruier; porter (bier), m.Portion, portie, v., deel, erfdeel, aandeel, o. Portly, deftig, waardig; corpulent. Portmanteau, valies, o.

Portrait, portret, o. Pose, poseeren; in de war

brengen; pose, houding, v., stand, m. Poser, moeilijke vraag, v., strenge examinator, m.Position, toestand, m., houding, gesteldheid, v.; begi nsel, o. Positive, werkelijkheid, v.;stellig, volstrekt; eigen� zinnig.Possess, bezitten ; over� weldigen, heerschen.Possible, mogelijk. Post, aanplakken; per post verzenden; boeken; paal, m.; ambt; postkantoor, o.; bode, brievenbesteller, m. Postage, briefport, o.Posterity, nakomeling� schap, v.Postern, geheime ingang, m., achterdeur, v. Posthaste, met den groot� sten spoed.Posthumous, na iemands

dood geboren of uitgegeven.Postman, brievenbestel� ler, m.

Postmaster, postmeester, postdirecteur, m.Post-mortem, na den dood. Postpaid, Franco. Postpone, uitstellen, verda�gen. [tant, m.Postulant, vrager, sollici-Posy, dichterlijk motto, o.; bloemruiker, m.Pot, pot, bloempot, m.; (pot- luck) wat de pot schaft. Potable, drinkbaar. Potash, potasch, v. Potato, aardappel, m.

Potent, machtig,invloedrijk, sterk. [m.

Potentate, vorst, monarch,

Pothook, hanepoot, m.

Potion, drankje, o.

Potsherd, potscherf, v.Pottage, soep ; brij, v. Potter, zich druk maken over kleinigheden, treuze� len ; pottenbakker, m. POuCh, zak, m., patroon� tasch, v. Poultice, pappen; pap, v.Pounce, aanvallen, op iets neerschieten; klauw, m. Pound, stampen; ploeteren; schutten; pond, o.Pour, gieten, storten,vloeien, stroomen. [hoentje, o.Pout, pruilen ; uitsteken;Poverty, armoede, behoefte, v., gebrek, o. Powder,bepoeieren; tot poe�der maken ; poeder; bus�

kruit, o. Power, macht, kracht, v., vermogen,o., invloed,m.,ge�

zag, o.Pox (pl.), pokken (mv.), v. Practical, practisch, werk� dadig. Practice, praktijk, uitoefe� ning,gewoonte,v.,gebruik,o.Practise, praktiseeren, oefe� nen, uitoefenen. Pragmatic, bemoeial, m.; vorstelijk besluit, o.; be�

moeiziek. Prairie, groote grasvlakte(in Amerika), v. Praise, prijzen, toejuichen; lof,m.,1ofspraak, v.; (praise�

worthy) prijzenswaard.Prance, steigeren ; statig stappen.

Prank, pronken, opschikken; pretje,grapje,o.,ondeugende streek, m. [gewauwel, o. Prate, wauwelen, babbelen ; Pray, bidden, smeeken, aan�roepen, (prayer) gebed. Preach, preeken, verkondi�gen ; (preacher) prediker. Preamble, voora fgaan ; van een inleiding voorzien. Prebendary, dienstdoend domheer, m. [opzegbaar. Precarious, hoogst onzeker; Precaution, vooruit waar� schuwen; voorbehoedmid� del, o., voorzorg, v. [pan. Precede, voorgaan, vooraf-Precentor, voorzanger, m. Precept, voorschrift, bevel ; man aat, o. Precinct, grens, v., gebied,o. Precious,kostbaar,dierbaar Precipice, afgrond, m.,steil� te, v. [ting, boast, v. Precipitation, overhaas-Precise, juist, nauwkeurig, precies. [voorkoming, v. Preclusion, uitsluiting, Precocious, vroegrijp; bru� taal. Preconception, vooruit ge�vormde opvatting, v. Preconcert, vooraf bera� men. [voorteeken, o. Precursor, voorlooper, m., Predecessor, voorganger, voorvader, m. Predestination, voorbe�schikking, v. Predicament, geval, o., kri�tieke toestand, m.; catego�rie, v. Predicate, bevestigen, gron�den ; gezegde ; praedi coo t, o. Predict, voorspellen, voor� zeggen. Predilection, voorliefde, vooringenomenheid, v.

Predominate, de overhand hebben. Pre-eminence, voorrang, m., meerdere voortreffelijk�held, v. Preface,een voorrede schrij�yen ; voorrede, v., inleidend woord, o..[voordragen. Prefer, verkiezen;aanbieden; Prefix, voorvoegsel, o. Pregnant, zwanger, vruch t- boar ; scherpzinnig. Prehistoric,v6Orhistorisch. Prejudgment, vooroor-dee', o. Prejudice, een vooroordeel doen opvatten, schaden; vooroordeel ; nadeel, o., schade, v. Prelate, prelaat, m. Prelect, een redevoering of lezing houden. Preliminary, inleiding, v.; voorafgaand. Prelude, inleiden, een voor�spel geven; voorspel, o.; inleiding, v..[tijdig. Premature, vroegrijp, on-Premeditate, beramen, vooraf overleggen. Premier, eerste, m.; eerste, voornaamste; eerste mi�nister, m. Premise, vooropstellen, op den voorgrond stellen, (prnl eises) huis met ell. Premium, premie, beloo�ning, v.; opgeld, o. Preoccupation, vooringe�nomenheid, bezitneming vO6r anderen, v. Prepaid, franco..[maken. Prepare, voorbereiden,klaar PPrre p Oosnditeioa,nt,,oeeNtsee rn0NorizlegLncol : Presence, tegenwoordig�heid, aamvezigheid; audien�tiezaal, v.

. . Present, aanbieden, voor- , stellen ; heden ; geschenk,o.; tegenwoordig, aanwezig. Presentiment,voorgevoel,o Preserve, redden, handha�ven ; inmaken ; inmaak, v. Preside, presideeren,leiden; (president) voorzitter. Press, drukken, persen, in�prenten, aandringen ; ge�drang, o., druk, m., druk�pers ; kast, v.

Pressgang, afdeeling zee�lieden, gemachtigd mannen te dwingen, dienst te ne- men bij de zeemacht.

Pressure, onderdrukking, gedruktheid, v., drang, m. Presume, vermoeden; zich vermeten. Presumption, vermoeden, o.; onbeschaamdheid, v. Pretence, pretensie, v., schijn, m., voorwendsel, o. Pretend, voorwenden, voor�

geven. Preterite, verleden tijd, m. Pretext, voorwendsel, o. Pretty, lief, aardig, snoezig, mooi � tamelijk. Prevail, de overhand hebben Prevarication, uitvlucht, v. Prevent, voorkomen, belet� ten, tegenhouden. Previous, voorafgaand. Prey, rooven, plunderen ; prooi, v., buit, m. Price, prijs, m., waarde, schatting, v. Prick, prikken, steken ; prik, steek, m.; teeken, o.; wroe�ging, v. Pride, trotsch zijn ; hoog�schatten; trots, m., fierheid; aanmatiging, v.; luister, m. Priest, priester,geestelij ke,m Prig, stelen, ontfutselen ; verwaand persoon, m. Prim, zich keurig kleeden; netjes, keurig, gemaakt, mooi. [schap, v. Primacy, opperkerkvoogd-Primary, hoofdzaak, v.; eer�ste, voornaamste. Primer, gebedenboek ; abc� boek, leerboekje, o.Primeval, oorspronkelijk. Primogenitor, voorvader, stamvader, m. Primrose, primula veris, v. Prince, vorst, prins ; beer� scher, m. Principal, hoofd, o., presi�dent, chef, hoofdpersoon, m.; voornaamst. [slag, m. PrinCiple,beginsel,o.,grond- Print, drukken, stempelen, uitgeven ; teeken, merk, o., gravure, v. Prior, prior, m. Prism, prisma, o. Prison, gevangenis, v. Private, gewoon soldaat, m.;

alleen,persoonlij k ; vertrou� welij k..[kaper kruisen. Privateer, kaper, m.; als Privation, ontbering, v., ge� brek, o.; schorsing, v.

Privilege,vrijstellen,bevoor� rechten ; machtigen, privi�lege, voorrecht, recht, o.

Privy, privaat, o.; belong�hebbende, m.; geheim ; in�gewijd. Prize, waardeeren, schatten ; prijs, m., belooning, v.; voordeel, o..[heid, v. Probability, waarschij n I ij k-Probation, bewijs; onder�zoek, 0.; proeftijd, m. Probe, sondeeren, onder�zoeken ; sonde, v. Problem, probleern, vraag�stub, lastig geval, o. Proboscis, snuit, m., slurf, v.; neus, m. Proceed,procedeeren,voort�gaan; maatregelen nemen ; (proceeds) opbrengst. � Process, proces; verloop, o., loop; maatregel, m.; verlenging, v. Proclaim, of kondigen ; ver�bannen ; verspreiden.Procrastination, uitstel, o.; traagheid, v. [gen. Procreate, telen, voortbren-Proctor, procureur, m.Procure, verschaffen, be� zorgen. Prodigal, doorbrenger, ver�kwister, m.; verkwistend; (the Prodigal Son) de Ver�loren Zoon. [ken, o. Prodigy, wonder; voortee- Produce, voortbrengen, ver�oorzaken ; opbrengst, v., resultaat, o. Product, product, voort- brengsel, o.� [v. Proem, inleiding, voorrede, Profane, profaneeren, ont� heiligen ; profaan, godde�loos, onrein. Profess, openlijk verklaren, erkennen ; vertoon maken. Profession, erkentenis, v.; beroep (van geestelijk ont�wikkelden), o. Proffer, aanbieden, voor�slaan ; aanbod, voorstel, o. Proficiency, vaardigheid, bedrevenheid, v. Profit, helpen ; van voordeel zijn, profiteeren ; profijt, voordeel, o., winst, v. Profligate, losbol, m., los�bandig. Profound, diepte, v., af�grond, m.; diep, diepzinnig. Profuse, overvloedig, kwis�tig. [voorspellend. Prognostic, voorteeken, 0.; Program(me), programma, o., gedragslijn, v.; balboek�je, o. Progress, vooruitkomen, vorderingen maken; vorde�ringen (mv.), v. Prohibit,verbieden,beletten. Projection, projectie, v.; ontwerp, o.Prolific, vruchtbaar. Prolix, langdradig,vervelend Prologue, inleiden, van een voorrede voorzien; voorre� de, inleiding..[len.Prolong, verlengen, uitstel�PrOMineut,uitstekend,voor- naamst..[verward. Promiscuous, gemengd, Promise, beloven ; belofte; verwachting, v. Promontory, voorgebergte, o., kaap, v. Promote, promoveeren, be�vorderen ; begunstigen.

Prompt, aanzetten, aanspo�ren; prompt, vaardig, gevat. .Promulgation, openbaar� making, v. Prone, vooroverliggend; gre� tig, geneigd. [o. Pronoun, voornaamwoord, Pronounce, beslissen, uit� spreken. [voordracht, v. Pronunciation, uitspraak, Proof, bewijs, o., proef ; vastheid;ondoordringbaar�heid, v. Prop, stutten, schragen ; steun, stut, m. Propagate, voortplanten, verspreiden, voorstaan. Propel, voortdrijven. Propensity, geneigdheid, natuurlijke neiging, v. Proper, zich toeeigenen; gepast, geschikt ; (property)eigendom. Prophecy, voorzegging, voorspelling, v.

Prophesy, voorzeggen,voor� spellen. Propitiation, verzoening, v.Proportion, evenredigheid, verhouding, v.; regel van drieen, m. [o. Proposal, voorstel, aanbod, Proprietor, eigenaar, m. Propriety, welvoeglijkheid, gepastheid, v. Prosaic, prozaisch, alle�daagsch. Proscribe, verbannen; ver�oordeelen ; verbieden. Prosecute,vervolgen;voort�zetten. Prospect, verschiet, o.; hoop, verwachting, v.; aan-, m. Prosper,bevorderen;bloeien Prosperity, voorspoed, ge-luk, o., welvaart, v.; (pros�perous) voorspoedig. Prostrate, neerwerpen, ver�nielen ; ter aarde buigen; ootmoedig.

Protect, beschermen. Protectionist, voorstander van de bescherming der bin� nenlandEche industrie, m. Protest, protesteeren, be�tuigen; protest, o., plech- tige verklaring, v.

Protestant, protestant, in.Protract, uitstellen, rekken. Protrusion, vooruitsteking, v..[zwei, o., knobbel, m. Protuberant, uitwas, ge-Prove, beproeven, bewijzen, ondervinden. Provender, droog voer, o. Proverb, een spreekwoord gebrui ken ; spreekwoord, o., zegswijze, v.

PrOvide,voorzien van,maat� regelen nemen, leveren.Providence, voorzienig� heid ; voorzorg, v. Province, provincie, v., de�partement ; Yak, o. Provision, provisie,v., voor�raad, in.; bepaling, v. Provoke, tergen, verbitte� ren, uitlokken. Prowess, cooed, m., dap�perheid, v. Proximity, onmiddellijke nabijheid ; nauwe verwant�schap, v. [volmacht, v. Proxy, gevolmachtigde, m ; Prudence, voorzichtigheid, v., beleid, o. Prune, snoeien van vrucht�boomen; (gedroogde) pruirn, v..[onderzoek, o. Pry, gluren ; nausvkeurig Psalm, psalm, m.; (psaltery

psalmboek, o. Psychology, psychologie, zielkunde, v. Pubescence, zacht dons, o.; geslachtsrijpheid, v. Public, publiek, o.; pu�bliek, openbaar; (public�house) kroeg. Publicity, openbaarheid; bekendheid, v. Publish, uitgeven ; bekend�maken, uitroepen ; (pub� lisher) uitgever.

Pucker, rimpelen, plooien; vouw, v., rimpe}, zn. Pudding, pudding; beuling, m., worst, v. Puddle, bevuilen; modde� rige plas, m. [gensachtig. Puerile, kinderachtig, jon-Puff, opblazen, waaien ; verachtelijk snuiven; wind�ruk, xn., geblaas; luchtig gebak, o. [gende aap, rn. Pug, mopshond; ondeu-Puisne, zwak, Mein ; jonger. Pull, trekken, rukken, pink-ken ; ruk, m.; toeval ; waagstuk, o.

Pulley, katrol, v. Pulmonic, longlijder, m. Pulpit; kansel, m., spreek� gestoelte, o. Pulse, pols, m., trilling; peulvrucht, v. Pulverous; poederachtig. Pumice, puimsteen, m. Pump, pompen; uithooren; afmatten ; pomp, v.; lage schoen, m. Pumpkin, pompoen, m. Pun, woordspeling, v. Punch, priemen ; stompen; Priem, m.; punch, v.; hans�worst, m. PunctiliouS,nauvvgezet,vor� melijk.�.[stipt. Punctual, precies op tijd, Punctuation, het plaatsen van leesteekens ; leestee� ken, o. Punish, straffen, kastijden. Puny, klein, slecht ontwik� keld, nietig..[hond, m. Pup, jongen werpen; jonge Pupil, oogappel; leerling ; minderjarige, m. Purblind, bijziende; kort�zichtig. Purchase, koopen, ver�krijgen; koop, inkoop, m. Pure, zuiver, rein, kuisch, echt, onvermengd. Purge, zuiveren, purgeeren ; purgeermiddel, o.Purify, zuiveren, louteren. Puritan, Puritein, m. Purl, borduren; kabbelen; boordsel; gemurmel, o., kabbeling, v.; averechtsch. Purloin, stelen, kapen. Purple, purperkleurig ver�yen ; purper, o., kardinaal�schap ; koningsmacht, v. Purport, bedoelen, betee�kenen; beteekenis, bedoe�ling, v. Purpose, voornemens zijn; voornemen, plan, doel, o. Purse, in de beurs steken; beurs ; schatkist, v. Pursue, vervolgen, vooyt� zetten. Purulence, ettering, v. Purvey, voorzien, ver� schaffen. Push, duwen, stooten;duuw, stoot, aanval, m.; volhar�ding, v. [energiek. Pushing, ondernemend, Puss, kat, v.; kind, meisje, o. Put, zetten, plaatsen, leg� gen ; toepassen; lomperd, pummel, m. Putrefy, verrotten. Putrid, verrot. Puzzle, verlegen maken, verbijsteren; raadsel, o.; verlegenheid, v. Pygmy, dwerg, m.; dwerg� achtig. Pyramid, piramide, v. Pyrotechnics (pl.), kunst van vuurwerk maken, v. Pyx, hostiekastje, o.

Q. Quack, kwaken; bluffen, Quadrant, quadrant, o., kwakzalveren; gekwaak,o.,.hoekmeter, m. kwakzalver, m.. Quadrate, vierkant ma- Quadrangle, vierhoek, m.;.ken; overeenstemmen; vier-vierkant, o.. kant, o. Quadrille, quadrille, v. [o. Quadruped, viervoetig dier, Quagmire, moeras, o., poel, m..[kwartel, m. Quail, den cooed verliezen ; Quaint, raar, zonderling, schuw; vergezocht ; grillig. Quake, schudden, trillen ; trilling, huivering v.; (quaker) kwaker, m. Qualification, qualificatie; bepaling, beperking, v. Qualify, bekwamen ; wetti�gen ; beperken, matigen. Quality, eigenschap, hoe- Query, vragen, betwijfelen; vraag, v., vraagteeken, o. Quest, vragen, ondervragen; onderzoek ; waagstuk, o.; onderneming, v. Question, vraag, interpel�latie, v.; onderzoek, o. Quibble, spitsvondig zijn, woordspelingen maken ; haarkloverij ; ontwijking; dubbelzinnigheid, v. Quick, levend vleesch; vlug; zwanger ; (quicken) verle�vencligen ; versnellen. Quicksand(s), drijfzand, o.

danigheid, v.; rang, m..Quicksilver, kwikzilver, o. Qualm, inisselijkheid, v.; Quid, tabakspruim, v. gewetensbezwaar, o..Quiescence, rust, v., win-Quantity, hoeveelheid, v.;.terslaap, m.; stomheid, v. omvang, m.. Quarrel, kijven, krakeelen ; ruzic, v., twist, m., ge�kra keel, o. Quarry, uitgraven, delven ; steengroeve, v.; wild, o. Quarter, in vier stukken ver�deelen;inkwartieren;vierde, kwartaal, kwartier, o. Quartermaster, kwartier�meester, m. Quartz, kwarts, o. Quash, verpletteren ; nie�tig verklaren. Quaver, trillen ;.triller, m., trilling, v..[kade. v. Quay, van kaden voorzien ; Queen, koningin; eerste in een klasse, v. Queer, vreemd, wonderlijk ; slecht gehumeurd. Quell, onderdrukken, dem�pen, tot rust brengen ; moord, m.; wapen, o. QuenCh,blusschen,lesschen, onderdrukken. Querulous, klagend, jam�merend, ontevreden. Engelsch-Holl. Quiet, rust, kalmte, v.; rustig, stil. Quill, fijn plooien ; schacht, schrijfpen, v. Quilt, dekbed, o. Quince, kweepeer, v. Quinquagesima, laatste Zondag voor de vasten, m. Quintessence, quintessen�ce, keur, v., fijnste, o. Quip, schimpen ; schimp�scheut, m.; scherp ant�woord, o.. [o. Quire, koor ; boek papier, Quit, ontslaan van; verza�ken, opgeven; vrij, ont�slagen. Quite, geheel. Quiver, trillen, sidderen, ritselen; trilling, v.; pijl�koker, m. [mantisch. Quixotic, buitensporig, ro-Quiz, foppen, schertsen; grappen ma ker, spotvogel,m Quota, evenredig deel, o. Quotation, aanhaling; no� teering, v. Quotidian, dagelijksch.

R. Rabbi rabbi, rabbijn, m. Rabbi, j konijn, o. Rabbl e, anhagel, grauw, o.Raca, onwaardig, losbandig. Race, wedloopen; wedren, m.; geslacht, o., oorsprong; loop, m.; loopbaan, v. Rack, pijnigen afpersen, ontwringen ; pijnbank, v.; rad, o.; rooster, m.; rek, o. Racket, pret maken, rond�vliegen; raketten; raket ; rumoer, o.; sneeuwschoen, Racy, geurig, pittig..[m. Radiance, straling, schitte�ring, v., glans, m. Radiate, stralen, glanzen, schijnen. Radical, radicaal, m. stam-'

woord, o.; uiterst,radicaal. Radiography, onderzoek met x-stralen, o. Radish, radijs, v. Radius, straal, m.; spaak� been, o. Radix, wortel, m., basis, v. Raffle, verloten ; loterij, ver-Raft, vlot, o. [toting, v. Rafter, van bal ken voorzien ; balk, spar, m. [o. Rag, lap, m., lomp, v., vod, Ragamuffin, schooier, m.; berooid, in lompen gekleed.

Rage, woeden, razen ; ver�woesten ; woede, v., toorn, m.; geweld, o. Ragged, ruig, gescheurd, in -lompen ; (ragged school) ar�menschool. Raid, een inval doen ; in�val, strooptocht, m. Rail, spotten � rail, spoor�staaf, v.; slagboom, m.; (railroad) spoorweg. Railing, hek, o., leuning, v.; beleedigend, schimpend.Raillery, boert, scherts, v. Raiment, gewaad, kleeren (mv.), o. Rain, regenen ; regen, m.; (rainbow) regenboog.Rainy, regenachtig ; (a rainy day) slechte tijden. Raise, verheffen ; tot aanzijn brengen ; opwerpen ; bou-Raisin, rozijn, v. [wen.Rake, harken, verzamelen, opsnorren; losbandig zijn ; overhellen ; hark, v., krab�ber ; losbandig mensch, m. Rally, hereenigen, samen�trekken � plagen ; hereeni�ging ; scherts, v.

Ram, ram, m., rammei, v. Ramble, rondzwerven, ver�ward praten ; wandeling, v., zwerftocht, m.

Ramification, vertakk ing,v. Rampant, springend, klim� mend ; overvloedig. Rampart, omwallen;wal,m. Ramrod, laadstok, m. Rancorous, kwaadaardig, haatd�agend. [luk, o. Random, toeval, goed ge-Range, ordenen, in een rij plaatsen; rij, klasse; ruimte; macht, v.; zwerftochtje, o. Rank, rij, v., gelid, o.; rang, graad, m.; welig, grof.Rankle, zweren (van een wood); wrok koesteren. Ransack, plunderen ; na�snutielen. Ransom, verlossen, vrijkoo-Pen ; losgeld,o.;bevrijding,v. Rant, bombast uitslaan ; uit� varen ; bombast, m.

.. Ranunculus 191 Rebound Ranunculus, ranonkel, v. Rap, slaan ; buiten zichzelf brengen ; tik, slag, m. RapaCiOus,roofzuchtig; gie-

gulzig. Rape schaken, ontvoeren ; Rape, schaking, ontvoering; ont� eering ; haast, v. Rapecake, raapkoek, m. Rapid, snel ; (rapids) stroom� versnelling. Rapier, rapier, o. Rapture, verrukking, v., ge- not, o., zielsvervoering, v. Rare, zeldzaam, ongewoon, schaarsch ; ijl, poreus. Rarefy, ij1 maken, dun wor� den . [verachtelijk, laag. Rascal, schurk, schelm, m.; Rase, schaven, uitkrabben, wegscheuren ; vernietigen. Rash, grijpen ; verdeelen, in reepj es snijden; huidroos,v.; vlug, haastig; onbezonnen. Rasher, sneetje, reepje, o. Rasp, raspen, afschrapen ; pijnlijk treffen ; rasp ; fram�boos, v. Raspberry, framboos, v. Rat, ratten vangen ; over�loopen, onderkruipen ; rat, v.; onderkruiper, m. Rate, standaard,m., prijs,m., waarde ; vracht; sneiheid, v.; rang, m. Rather,liever,eerder; vooral; vrij, tamelijk. Ratify, bekrachtigen, goed�keuren. Ration, rantsoen geven; rantsoen, o., portie, v. Rational, met rede begaafd, verstandig, redelijk. Rattle, ratelen ; beknorren ; geratel, gereutel, gekakel, o.; babbelkous, v. Rattlesnake, ratelslang, v. Ravage, rooven, plunderen, verwoesten ; roof, m., plun� dering, verwoesting, v. Rave, raaskallen, gek zijn. Raven, verslinden, rooven; raaf, v.; ongeluksprofeet, m., prooi, v., buit, m. Ravenous, roofgierig, ver� slindend ; gretig..[v. Ravine, ravijn, o., bergkloof, Raw, rauw ; ongelooid ; on� vermengd ; onervaren; tt-. ono

stoken. Ray, schitteren ; straal, m., Raze, slechten, uitroeien ;

(razor) scheerines. ReaCh,uitsteken,uittrekken; bereiken ; bereik, o.; uitge� strektheid, v..[king, v. Reaction, reactie, terugwer-Read, lezen, raden, ontdek� ken ; studeeren. Readmit, weer toelaten. Ready, klaar maken ; gereed, klaar ; glad, bij de hand.Real, werkelijk, wezenlijk,echt. Realise, realiseeren, ver�wezenli j ken ; uitwerken, be�seffen. Reality, werkelijkheid, v. Realm, koninkrijk, rijk, o.Ream, verbreeden, rekken ; riem (papier), m. [dienen: Reap,maaien,inoogsten; ver-Rear, grootbrengen, opkwee� ken ; steigeren ; opwinden; achterhoede, v., achter�grond, m. Reason, oordeel, vernuft,o., rede; gematigdheid, billijk�heid, v. [zamglen. Reassemble, opnieuw ver-Reassure, nogmaals verze� keren;geruststellen. [roerig. Rebel, oproerling, m.; op-Rebound, weeromstuiten; weerkaatsen, weergalmen ;

terugstuiting, v.

. . Rebuff, terugstoot, m.; wei�gering, v. Rebuke, berispen,kastijden; berisping, v., standje, o. Recalcitrant, tegenstrevend Recall, herroepen ; terug�roepen; herroeping; terug�roeping, v. Recapitulation, recapitu�latie, korte herhaling, v., overzicht, o. Recede, teruggaan, wijken. Receipt, quiteeren; kwitan� tie, v.; recept; recu, o. Receive, ontvangen,verwel�komen, onthalen ; helen. Recent, nieuw, versch; (re� cently) kortelings. Receptacle, depot, o., ver�gaarbak, m. Reception, receptie, on t�vangst, v. , onthaal, o.; toe-gang, m. Recess, terugtocht, m.; va�cantie; eenzaamheid;alkoof, v.; verblijf, o. Recipe, recept, o. Reciprocal, wederkeerig. Recital, voordracht, v., ver� haal, o. Recitation, voordracht, v. Recite, voordragen, uit het hoofd opzeggen. Reckless, roekeloos, zorge�loos, overmoedig.

Reckon, rekenen, schatten; onderstellen, redeneeren. Reclamation, eisch,m4her�vorming ; ontginning, v. ROCIine,overhellen,steunen. Recluse, kluizenaar, m.; eenzaam, afgezonderd. Recognise, herkennen; er� kennen..[betuiging, v. Recognition, herkenning, Recoil, terugdeinzen, terug� drijven ; ontaarden ; terug�slag ; terugsprong, m. Recollect, opnieuw verza�melen ; zich herinneren. RecommenCe,opnieuw be� ginnen. [aanraden. Recommend, aanbevelen, Recompense, beloonen, vergelden ; belooning, ver�goeding, v. Recompose, weer in orde brengen, opnieuw samen�stellen; weer tot rust bren-gen. Reconcile, verzoenen. [v. Reconciliation,verzoening, Reconnoitre, verkennen, opnemen. Record, opschrijven, aan�teekenen, registreeren; re�cord, o. [toegang, m. Recourse, toevlucht, v., Recover, herstellen; to bo�yen komen; bevrijden ; een proces winnen. [lafhartig. Recreant, valschaard, m.; Recreation, herschepping,v Recruit, recruteeren, ver�sterken ; rekruut, nieuwe� ling, m.; versterking, v. Rectangular, rechthoekig. Rectify, in orde brengen, herstellen ; overhalen (door distillatie). Rectitude, oprechtheid, braafheid, v. [m. Rector, rector, bestuurder, Recur, terugkeeren, terug� komen op. Red, raad, m., raadgeving, v.; rood; to redden) rood worden.

Redbreast, roodborstje, o. Redeem, terugkoopen; hoe-ten voor ; benutten. Redemption, verlossing, vrijkooping, v. Redintegration, vernieu�wing, v. Redolent, geurig. Redouble,verdubbelen,her� halen. vreesd. Redoubtable, geduent, ge-Redress, herstellen, ver� goeden ; herstel, o., v. Red-tapism,bureaueratie,v Reduce, terugbrengen, ver�minderen, rangschi k ken. Reduction, terugbrenging, vermindering, verkleining; herleiding, v. [bodig. RedUndent,overtollig,over-Reed, riet ; mondstuk, o.; herdersfluit, v. Reef, reven; rif, reef, o. Reek, dampen, rooken ;. damp, rook, m. Reel, op een klos winden ; waggelen ; haspel, klos; waggelende gang, m. Reeve, reven ; rentmees�ter, m. Refectory, eetzaal, v., lo�kaal voor ververschingen, o. Refer, verwijzen, in handen stellen ; raadplegen. Refinement, zuivering, be�schaving ; gemaaktheid, v. Reflect, terugkaatsen, weer� spiegelen ; overpeinzen. Reflux, terugvloeiing, v. Reform, hervormen. [v. Reformation, hervorming, Refractory, weerspannig; moeilijk smeedbaar. Refrain, nalaten, weerhou�den ; refrein, o. Refresh, verfrisschen, op� wekken. [koelend. Refrigerant, verkoelend,af-Refuge, schuilplaats, toe� vlucht, v.; vluchtheuvel, m. Refund, terugbetalen, ver� goeden. Refusal, weigering ; keus, v. Refuse, afval, uitschot, o. Refute, weerleggen. Regal, koninklijk. Regale, onthal en, vergasten, zich to goed doen. Regalia (pl.), teekenen der vorstelijke waardigheid (mv.), o. Regard, aandacht, v., eer�bied, m.; betrekking, v. Regatta, zeil- of roeiwed� strijd, m. Regenerate, wedergeboren worden ; verbeterd, weder�geboren. [m. Regent, regent, bestuurder, Regicide, koningsmoorde�naar; koningsmoord, m. Regimen, dieet, o., leef� regel, m.; regeering, v. Regiment, regiment, o. Region, streek, v., gewest, o. Register, registreeren ; ver� melden, op de lijst plaat�sen ; register; verslag, o.; kiezerslijst, v. Registrar, griffier, amble�naar van den burgerlijken stand, m. [rugkeer, m. Regression, teruggang, te-Regret, bejammeren, treu�ren om ; spijt, v.; berouw, o. Regular, ordebroeder; klant, m.; regelmatig ; gelij kzij dig. Regulate, regelen, ordenen. Rehearsal, herhaling, re� petitie, v. Rehearse, repeteeren, van buiten leeren en opzeggen. Reign, regeeren, heerschen ; regeering, v., bestuur, o.; invloed, m. Rein, teugel, m.; regeering, v., bestuur, o. Reiterate, telkens herhalen. Reject, verwerpen, a fwij� zen ; uitspuwen; (rejection) afwijzing. Rejoice, verblijden, zich verheugen. [men. Rejoin, hereenigen; herne-

Rejuvenescent, weer Jong wordend. Relapse, instorten, weer vervallen tot; instorting (ziekte), v.Relate, verhalen; toeschrij� ven aan, betrekking hebbenop. [verteld. Related, verwant; verhaald, Relation, betrekking, ver�wantschap, v.; verhaal, o. Relative, bloedverwant, m.; betrekkelijk. Relax, verslappen, verzach�ten ; ontspannen; laxeeren. Relay, poststation, o., wis�selplaats, v. [verstokt.Relentiese,meedoogenloos, Relevance, geschiktheid, toepasselijkheid, v. Reliable, vertrouwbaar. Relic, reliquie, herinnering, v. overbliffsel, o. Relief, verlichting, v., un� derstand, m.; relief, o. Relieve, verlichten, steu� nen ; afwisselen; doen uit� komen. Religion, godsdienst, eer� bied , m. [na uwgezet.Religious, godsdienstig;Relinquish, opgeven, la- ten varen. Relish, smaken, houden van � smaak, m.; genot; proefje, o. [willig.Reluctant, weerbarstig, on-Rely, zich verlaten op.Remain, overschieten, blij� ven; (remains) stoffel ij k overschot. Remainder, overblijfsel,restant, o. [teekening, v. Remark, opmerking, aan�Remarkable,merkwaardig.Remedy, geneesmiddel; her� stel, o. Remember, zich herinne- ren, onthouden; (remem�brance) herinnering.Remind, to binnen brengen, helpen onthouden. Reminiscence, herinne� ring, v.. [slap.Remiss, zorgeloos; traag,Remit, terugzenden, over- maken ; kwijtschel cien. Remnant, overblijfsel, o.Remonstrance, vertoog, protest, o., vermaning, v.Remorse, berouw, o., wroe� ging, v. Remote, afgelegen, ver� wijderd ; vreemd.Remove, verwijderen, weg� zenden ; verwijdering; be� vordering, v.; graad, m. Remunerate,beloonen,ver� goeden.Renal, van de nieren. Rend, verscheuren. Renegade, afvallige, rene� gaat, verrader, m.Renew, vernieuwen, her� vatten, herhalen. Renounce, verwerpen, af�zien van, renonceeren; renonce, v. Renown, beroemd maken ;roem, m., vermaardheid, v. Rent, scheur, scheuring, scheiding, v. Renunciation, verzaking, v., afstand, m.Repair, herstel, o.; schuil� plants, v. [goeding, v. Reparation, herstel 1 i ng,ver-Repay, terugbetalen, kwij� ten, vergelden. Repeal, intrekken, herroe� pen ; intrekking, afschaf� fing, v. Repeat, herhalen, opzeggen, oververtellen, herhaling, v. Repel, terugdrijven, weer�staan, alstooten.

Repent, berouw hebben, zich beteren. Repentance, berouw, o. Replace, verplaatsen; te� rugbetalen ; vervangen. Replenish, weer aanvullen, weer volschenken. Replete, vol, boordevol. Reply, an twoord,o.,repl iek,v Report, rapport; gerucht, bericht, verslag; vonnis, o. Repose, uitrusten; berus�ten ; rust, kalmte, stilte, v. Reprehensible, berispe�lijk, alkeurenswaardig. Represent, voorstellen, af�beelden, vertegenwoordigen Representation, voorstel�ling, uiteenzetting, verte�genwoordiging, v. Repress, onderdrukken, be� dwi n gen..[stel, o. Reprieve, opschorten; uit-Reprimand, berispen, open� lijk straffen; berisping, v., verwijt, o. Reproach, verwijt, o.; schande, oneer, v. Reprobate, verfoeien, ver�oordeelen ; verworpeling, m.; snood, goddeloos, ver�doemd. Reproduction, copie, nieu� we voortbrenging, v. Reproof, berisping, v. Reprove, berispen, een standje maken, afkeuren. Reptile, kruipend dier, o.; kruipend, verachtelijk. Republic, republiek, v., ge� meenebest, o..[geeren. Repudiate, verwerpen, ne-Repugnant, tegenstrijdig; weerzinwekkend. Repulse, terugdrijven, ver�werpen ; terugdrijving, wei�gering, teleurstelling, v. Reputation, reputatie, ach-ting, v., goede naam, m. Request, requestreeren,ver�zoeken ; request, verzoek, o., vraag, v. ikalmte, v. Requiem, zielmis; rust, Require, eischen, vorderen. Requite, beloonen, vergel� den, wreken;beantwoorden. Reredos, altaarscherm, o. Reremouse, vleermuis, v. Rescue, bevrijden, verlos� sen ; bevrijding, hulp, v. Research, streng onder�zoek, o., nasporing, v. Resemblance, gelijkenis, overeenkomst, v. I boos. Resentful, geraakt, gebelgd, Reserve,achterhouden,zich voorbehouden; reserve, ach�terhouding, v., voorbe�houd, o. Residence, residentie, wo� ning, verblijfplaats, v. Residue,overschot,o.,rest,v. Resignation, onderwer� ping, gelatenheid,berusting, Resin, hars, v. en o. [v. Resistance, tegenstand, weerstand, m. Resolution, besluit, o.; op�tossing, verklaring, motie,v. Resolve, oplossen; verkla�ren ; besluiten; resolutie, v., besluit, o.; verklaring, v. Resonance, weerklank, ni. Resort,zijn toevlucht nemen tot ; samenloop,m.; redmid�del, o. Resound, weerklinken. Resource, hul pbron, v.,red�middel ; talent, n. Respect, eerbiedigen ; res�pect, o., eerbied, m., ach�ting, v. Respectable, respectabel, eerbiedwaardig, achtbaar, eerzaam. [ademen. Respire, ademhalen; her-

Respite, uitstellen, schor� sen; uitstel, o., schorsing, v. Resplendent, luisterrijk.Respond, antwoorden; ver� antwoorden, vergoeden; beurtzang, m. Response, antwoord, o. Responsibility, verant� woordelijkheid, v. [delijk. Responsible, verantwoor-Responsive, in overeen� stemming. Rest, rusten, wachten, sla�pen ; rust, kalmte, pauze, v.; slaap, m.; overschot, o. Restore, herstellen,genezen, vernieuwen, vergoeden. Restrain, bedwingen, beteu�gelen, beperken. Restraint, dwang, m., be- perking, v. Restrict, beperken, bepalen. Result, resulteeren, beslui� ten, volgen uit ; besluit, o., slotsom, v. [aanknoopen. Resume, bevatten ; weer Resurrection, opstanding, v.; lijkenroof, m. Resuscitate, opwekken, doen herleven. Retail, verkoop in 't klein,m. Retain, bezitten; honora� rium geven. Retaliation, vergelding, v. Reticent, stilzwijgend, te� rughoudend, gesloten. Reticule, werktaschje, o. Retinue, gevolg, o., stoet, m. Retire, zich terugtrekken, verwijderen; altreden, uit de zaken gaan ; intrekken. Retort, terugwerpen, een scherp antwoord geven ; vinnig antwoord,o.;retort,v. Retract, terugtrekken, her�roepen. Retriever, jachthond die 't wild opzoekt, m. Retrogression, achteruit- gang, m. Retrospect, terugblik, m. Return, terugkeeren; kwij�ten ; antwoorden; terug�komst ; belooning; verkie�zing, v.; retourkaartje, o. Reveal, openbaren, bekend maken. Revel, luidruchtige partij, v. Revelation, onthulling, openbaring, v. Revelry, brasserij e luidruch�tige feestvreugde, v. Revenge, wreken, zich wre�ken op ; wraak, v. Revenue, inkomsten (mv.), v., revenu, o. [sing, v. Reverberation, terugkaat-Revere, eerbiedigen, hoog� achten ; (reverence) eerbied. Reverend, eerwaarde, m.; eerwaardig. Reverse, omkeeren, omver�werpen ; keerzijde, omver�werping, v.; tegenspoed, m. Revertible, terugkeerend. Revery, droomerij, v. Review, herzien, recensee� ren; overzicht, o.; revisie, reeensie; aankondiging, v. Revisal, herziening,revisie,v Revival, herieving, v.Revoke, herroepen, intrek�ken ; renonceeren. Revolt, in opstand . komen; walgen van ; opstand, m., oproer, o.,plichtverzaking,v Revolution, revolutie, on, wenteling, v. Revolve, omdraaien, on, wentelen ; overdenken. Reward, beloonen; vergoe�ding, belooning, v. Rhapsody, verwarde com�positie, v. Rhetoric, redekunst, wel�sprekendheid, v. .

.. Rheumatism 197 Robe Rheumatism, rheumatis� me, o..[neushoorn, m. Rhinoceros, rhinoceros, Rhubarb, rabarber, v. Rhythm, rhythmus, m.,

klankmaat, v. Rib, met ribben omgeven ; rib; bladnerf, v. Ribbon, lint, bandje, o. Rice, rijst, v. Rich, rijk, overvloedig; zoet, zacht ; (riches) rijkdom. Rick, ophoopen; optassen; hooimijt, v. Rickets, Engelsche ziekte, v.; (rickety) zwak, svrak. Rid, bevri jden, a file] pen, uit den weg rui men ; (to get rid of) kwijtraken. Riddle, raadsel, o.; zeef, v. Ride,rijden; rit,m.,toertje,o.; rijweg, m..rm.; nok, v. Ridge, hoogte, v., bergrug, RidlOule,bespotten;belache� lijkheid; (ridiculous) be�

spottelijk. Rife, overvloedig, gewoon. Rifle, wegvoeren, rooven, leegplunderen; geweer, o. Rifleman,scherpschutter,m. Rig, rug, m., hoogte, v.; slecht vrouwspersoon; middel van vervoer,o.;tuigage,v.,want,o Right, recht, o., rechtvaar�digheid; aanspraak, v.;rech�terkant, m. Righteous, rechtvaardig, billijk; heilig, gerechtig. Rigid, streng, onbuigzaam, hard. Rigmarole, onzin, m., ver�velend verhaal, o.; dwaas, onzinnig..[wreedheid, v. Rigour, strengheid, bitsheid; Rill, vlieten; beekje, o.Rim, van een rand voorzien ; rand, m., garnituur, o.Rime, rijpen ; rijm, rijp, m. I Rind, hold, schors, schil, v. Rinderpest, runderpest, v. Ring, omringen; klinken, linden ; ring, tiring, m., ren�perk, o., circus, m. Ringleader, helhamel, m. Ringlet, ringetje, o., krul, v. Rink, baan, v., lokaal, o. (voor rijders). Rinse,spoelen,omwasschen. Riot, oproer maken ; zwel�gen; oproer; drinligelag, o. Rip, seheur ; vischmand, v.; bedrieger, m.; snoepreisje,o. Ripe, rijp, geheel ontwik�held ; (to ripen) rijpen. Ripple, rimpelen, kabbe�len ; gekahhel, o. Rise, opstijgen, opkomen ; Nv a s sen, toenemen;opkomst, v.; opstand, m.; toeneming, bevordering, v. [trans, v . Risk, wagen; gevaar, o.,Rissole, hroketje, o. Rite, ri tus,m.,kerkgebrui k,o. Ritual, lierkboek; rituaal, o. Rival, wedijveren, mede�dingen; mededinger, mede�mmnaar, m, River, rivier, v., stroom, m. Rivet, vastklinken; kram�men ; klinknagel, m. Rivulet, beck, v., riviertje, o. Road, weg, rijweg, m.; reede, v. ; (road-man) weg�werker. [zwerven. Roam, rondzwerven, om-Roar, brullen, loeien, hrui�sen, schreeuwen; gebrul, gehuil, geschater, gejam�mer, o. Roast, braden, branden, sehroeien; gebraad, o. Rob, rooven, plunderen, bestelen; gelei, v. Robe, in toga kleecien; toga, v., tabbaard, m., sta�tiekleed, o. Rock, wiegelen, schomme�len, wankelen; rots; wijk�plaats, v.; spinnewiel, o. Rocket, vuurpijl, m. Rod, roede, v., rotting, stok, staf, m.; stang, v.; scepter, M. Rodent, knaagdier, o.; kna- Roe, hinde, v. [gend. Rogue, schurk; schalk, grappenmaker, m. ROII, rollen, draaien, wen�telen ; rommelen (donder); slingeren (schip); rol; roffel, m.; lijst, v.; rond broodje; register, o. Roman, Romein, m.; Ro�meinsch ; Roomsch. Roman-Catholic,Roomsch- Katholiek. Romance, romantische ver�halen doen, overdrijven; romance, v., episch verhaal, o.; valschheid; fictie, v. Romp, stoeien ; wild spel; wild meisje, o. Rood, kruis, kruisbeeld, o.; roede, v. Roof, onder dak brengen ; dak, o., hemel, m., bedek�king, v.; verhemelte, o. Rook, bedriegen; bedrieger, m.; kasteel (schaakspel), o.; kraai, v. Room, kamers bewonen ; kamer, v., vertrek, o.; ruimte ; gelegenheid, aan�leiding, v. [stok, M. Roost, op stok gaan; vogel-Root, wortel, stain, oor�sprong, m., bron, v. Rope, met een touw vast�binden ; touw, o. Rosary, rozenkrans, m.; rozenperk, o.; guirlande, v. Rose, roos, v.; roze, roos- kleurig. Roseate,volrozen,bloeiend. Rosy, blozend, roze. Rot, verrotten, bederven ; vernietigen ; verrotting ; aardappelziekte, v.; onzin, m., geklets, o. Rotation, omdraaiing, om�wenteling; geregelde op�volging, v. Rote, sleur, gewoonte, v. Rough, ruw maken; op scherp zetten (van een paard); dresseeren ; ruwe klant, m., ruwe scherts, v. Round, rond maken, af�ronden ; rondreizen ; vol�tooien ; influisteren ; boos�maken ; kring, bol ; om�megang, m.; ronding, ron�de ; sport, v.; rondom. Roundelay, oud liedje van dertien regels, o. Rouse, opwekken, doen ontwaken, opjagen. Rout, wroeten, omwoelen ; neerlaag, algemeene vlucht; oproer, rumoer, gedrang, o.; twist, in.; avondrecep�tie, v. Routine, gewoonte, sleur, v. Rove, zwerven, rondwaren. Row, roeien ; roeitochtje; gelid, o.; reeks, rij, v. Rowdy, woeste kerel, ruw, oproerig, ploertig. Royal, tak (van een ge�wei); kleine mortier, in.; bovenbramzeil, o.; konink�lijk, edel. Rub, wrijven, reinigen; wrij�ving, v., hinderpaal;schimp, m., sarcasme, o. Rubbish, puin; uitschot, o.; nonsens, m. Rubric, met rood merken; rubriek, afdeeling, v.; rood gemerkt, in rubrieken ge�plaatst. [roode puist, v. Ruby, robijn, karbonkel, m.;

. . Rudder, roer, o. Ruddy, rood maken, doenblozen; blozend, rossig, rood. Rude, ruw, onbeschaafd, on�beleefd, ongeletterd; sterk, woest ; stormachtig. Rudimental, in 't begin van ontwikkeling. Rue, treuren om ; berouwen,beklagen; smart, v. Ruffian, schurk, vlegel,fielt, dief, tn.; woest, ge�meen. Ruffle, plooien, rimpelen;verstoren ; woest worden;bluffen ; roffelen; geraas,getier, geroffel, o.; plooi, v. Rug, reisdeken, m.; haard�kleedje, o. Ruin, vernietigen, verwoes�ten, in 't verderf storten;ondergang, m., verderf, o.; vernietiging; mine, v. Rule, regeeren; bedwingen;linieeren; regel, m., be�stuur ; reglement, o.; duim� stok, m.; liniaal, v. en o. Rum, rum, v.; vreemd, wonderlijk. Ruminate, herkauwen; be�peinzen, overdenken. Rummer, roemer, grootebeker, m. Rumour, vertellen, rucht� baar maken; rumoer, ge- rucht, o., faam, v. Rumple, vouwen, kreuke�len, in de war maken ; vouw, kreukel, v. Run, snellen, loopen, vluch� ten ; richten; verschieten; loop, toeloop, toegang, geloop ; uitstapje, o. Runagate, renegaat, afval� lige, vluchteling, m.Rupture, barsten, scheu� ren, breken; breuk, scheu� ring, v. Rural, landelijk, boersch. Ruse, list, kunstgreep, m.Rush, voortsnellen, naar binnen stuiven; voortstu� wen, bestormen; beuzeling, v.; toeloop, inval, m. Rusk, beschuit stampen; beschuit, v.; gebak, o. Rust, roesten; ontaarden; roest, m.; schimmel, v. Rustic, landbewoner, boer, m.; landelijk, eenvoudig, ongekunsteld ; onhandig, lomp. Rustle, ritselen, ruischen; geritsel, geruisch, o. Ruthless, onbarmhartig, wreed. Rye, rogge, v.

S. Sabbath, sabbat, rustdag,m. Sacrament, sacrament, hei-Sable, zwart maken; sabel-.lig avondmaal, o. dier, sabelbont, o.; zwart, Sacred, heilig, gewijd, on� donker.. schendbaar. Sabre, neersabelen, van Sacrifice, offeren, opoffe-sabels voorzien ; wibel, v..ren, dooden; met verlies Sack, zak; fosse mantel,.verkoopen; offerande, op- m.; plundering, v., roof, m..offering,.v.,.offer, o.; Sackcloth, zakkenlinnen, o..koopje, o. Sacrilege, heiligschennis, ontheiliging, ontwijding, v.; kerkroof, m. Sad, droevig, treurig; ern�stig, somber. Sadden, bedroeven ; droevig worden; donker tinten. Saddle, zadelen ; belasten; zadel, m. en o.; schraag, v. Safe, beveiligen; veilige plaats; brandkast, geld-kist ; provisiekast, vliegen�kast, v.; veilig, zeker, ge�rust ; flink. Safety, veiligheid, v. Saffron, geel maken, met satiraan kleuren; vergul�den ; satiraan, v.; saffraan- Saga, sage, v. [geel. Sagacious, scherpzinnig, schrander. Sagacity, schranderheid, v. Sage, wijsgeer, m.; salie, v., wijs, omzichtig. Sago, sago, v. Sail, zeilen, stevenen, koers zetten; hevaren, doorklie�ven; zeil ; schip ; tochtje, o. Sailer, zeiler, m., zeilschip, Sailor, matroos, m. [o. Saint, heiligen, heilig ver-klaren; den vrome nit-hangen;.heilige, zal ige, vrome, geloovige, heilig� verklaarde, m. Sake, zaak, oorzaak, reden, v., doel, o.; (for the sake of) ter wille van. Salad, salade, sla, v. Salary, salaris, loon, o.,

bezoldiging, v..[vraag, v. Sale, verkooping, veiling; Salient, uitspringend, uit� stekend; merkwaardig. Saliva, speeksel, o. [bleek. Sallow, vuilgeel, ziekelijk, Sally, een uitval doen; uitval, m.; bron; onbe- zonnen daad, v.; wilg, m.; uitstapje, o. Salmon, zalm, m. Saloon, zaal ; groote kajuit ; tapperij, v.

Salt, zouten, pekelen; zout,o.,; geestigheid, v., ver-o.; (saltcellar) zout�vaatje., o. [zond.Salubrious, heilzaam, ge-Salute, groeten, begroeten; kussen; eereschoten lossen ; groet, m., begroeting, v.; kus, m.; saluutschot, o.

Salvation, redding, v., be�houd, o.; zaligheid, v.; (Sal�vation Army) Leger desHells. Salver, presenteerblaadje, o. Salvo, salvo. o.; uitvlucht, verontschuldiging, v. SaMaritan,Samaritaan,lief�derijk mensch, barmhar�tige, m. Same, zelfde; pas vermeld. Sample, staal, monster, model, o. Sanatorium, sanatorium, herstellingsoord, o. Sanctify, heiligen, wijden, van zonde reinigen. SanCtiOn,bekrachtigen,steu�nen, goedvinden; bekrach�tiging, v.; gezag, o. Sanctuary, heiligdom, o., toevlucht, v., asyl, o. Sand, zand strooien, op 't zand zetten; zand; le-ven, o.; (sands) strand. Sandal, sandaal, bind�zool, v. Sandglass, zandlooper, m. Sandwich, tusschen ande�ren plaatsen ; dunne sneet�jes brood met vleesch er tusschen (mv.), o.; (sand�wich-man) man met twee reclameborden. Sane, gezond van geest. Sanguinary,bloedig,moord�dadig, wreed, bloeddorstig. Sanitary, de gezondheid be� tretlend. [geest, v. Sanity, gezondheid van Sanskrit, sanskriet, o. Sap, vernietigen, onder� mijnen, verzwakken; sap,

vocht ; bloed, o. Sapidity, smakelijkheid, v. Sapient, wijs, scherpzinnig. Sapling, jonge boom, m., jonge plant, v. Sapphire, saffier, o. Sarcasm, sarcasme, o., bijtende spot, m. Sarcastic, sarcastisch, bits, sehamper. Sarcophagus, steenen doodkist, sareophaag, v. Sardonic, gedwongen vroo�lijk, grijnzend, ironisch. Sash, van ramen voorzien; raam, o.; gordel, m., sjerp,v. Satan, satan, duivel, m. Satchel, schooltasch, v. Satellite, satelliet, trawant, wach ter, ach tern alooper,m . Satiate, verzadigen ; ver� zadigd. Satin, satijn, o.; van satijn. Satire, satire, scherpe op� merking, v., hekelschrift, o.

Satisfaotion,satisfactie,vol�. doening; betaling; over�tuiging, v. Satisfactory, voldoende,ge�ruststellend, naar wensch. Satisfy, voldaan, tevreden�stellen; verzekeren, over�tuigen. Saturate, verzadigen, ge� heel doortrekken. Saturday, Zaterdag, m. Satyr, sater, boschgod, m. Sauce, sausen, kruiden ; brutaal toespreken ; saus;

201 Scamper onbeschaamdheid, bruta�

liteit, v. [pan, v.Saucepan, sauspan, kook-Saucer, schoteltje, saus� kommetje, o. [taal. Saucy, onbeschaamd, bru-Saunter, rondzwerven,dren� telen, slenteren, treuzelen, talmen.

Sausage, saucijs, worst, v.; (sausage-roll) saucijse�broodje. Savage, woest, wild, onge�temd, barbaarsch. Save, behouden, bewaren, redden;voorkomen;pakken. Savings-bank, spaarbank, v. [der, m. Saviour, Zaligmaker, Red-Savour, geurig zijn, een bijzonderen smaak hebben ;

geur, smaak, in. [kool, v. Savoy, Savoye, o.; savoye-Saw, zagen; zaag, v.; gezegde, spreekwoord, o., spreuk, v. Saxon, Saks, m.; Saksisch. Say, zeggen, vertellen, aan� voeren ; onderstellen, be�slissen ; verhaal, o.; rede, bewering, v.

Scab, schurft, v. en o., roof, v.; onderkruiper, m.

Scabbard, scheede, schee, v. Scaffold, steiger, m., stel� loge, v.; schavot, o.

Scald, branden aan kokend water; brandwond,v.;hoofd�zeer, o.; oud-Noorsch dich�ter, m. Scale, schaal, weegschaal; schub, opperhuid, schilfer; opklimmende reeks,v.;schil�feren, wegen, met storm-ladders beklimmen. Scalp, scalpeeren ; scalp, m., schedelhuid, v.; schedel, m. Scamper, rennen, overijld vluchten.

Scan, scandeeren, de vers�maat uitdrukken; nauw�keuri g onderzoeken.

Scandal, schande, v., aan�stoot, smaad, laster, m., gepraat, o. Scandinavian, Scandina� vier, m.; Scandinavisch. Scant, karig, schraal. Scanty, schaarsch,bekrom� pen,gebrekkig,onvoldoende. Scapegoat, zondebok, m. Scapegrace, deugniet, m. Scar, litteekens vormen; litteeken, o., wond, schram ; rots, klip, steilte, v.

Scarce,schaarsch,zeldzaam; (scarcely) nauweiij ks.

Scare, verschrikken; plotse�linge schrik, m., paniek, v. Scarecrow, schrikbeeld, o.; vogelverschrikker, m.

SCart,blinddoeken; lasschen; sjaal, sjerp ; lassthing, v. Scarlet, scharlaken,o.;vuur� rood.

Scatter,weggooien,versprei� den, uiteenjagen. Scavenger, straatveger, m. Scene, tooneel, tafereel, o., vertooning; decoratie, cou�

lisse, v. Scenery, decoraties (mv.), v. Scent, ruiken, doorgeuren; reuk, reukzin, m.; speur- felzuchtig; ongeloovig.

Sceptre, met macht beklee�den ; scepter, staf, m.; koningsmacht, v. Schedule, op een lijst plaat�sen ; lijst, v., inventaris, m. Scheme, plannen maken, ontwerpen, beramen; sche�ma, plan, stelsel, voor�nemeb, o..[deeldheid, v. Schism, scheuring, ver- Scholar,leerling;geleerde,m

Scholarship, geleerdheid; opleiding, v., onderwijs, o.; studiebeurs, v. [schoolsch. Scholastic, scholastisch, School, leeren, onderwijzen, oefenen; vermanen; school, schoolkamer, v.; semina�rium, o. [bierglas, o. Schooner, schoener, m.; Science, wetenschap, ken�nis, kunde, v. [lijk,geleerd. Scientific, wetenschappe-Scintillate, vonkelen,flikke�ren, vonken schieten. Scion, stek, spruit, v., erf�genaam, afstammeling, m. Scissors (pl.), schaar, v. SCOff, beschimpen, bespot� ten, uitlachen; schimp, m., bespotting, v.

SCOld, uitschelden, een uit�brander geven; helleveeg, feeks; ruzie, v., standje, o., uitbrander, m. Sconce, insluiten, verber�gen ; versterken ; beboeten; afleiden ; bedekking, be�scherming, v.; armblaker; schedel, m.; verstand, o. Scoop, uitloozen, uitschep�pen, uithollen ; de loef af�steken; potlepel ; schep, m., schop, v. Scope, plan, doel, voorne- jacht;vervolging,v.;spoor,o..men, o.; omgang, m.; vrij Sceptic(al), sceptisch, twij-.spel, o.; uiting ; vrijheid, v. Scorch, zengen,verschroeien SCOre,inkerven,opschriiven, aanteekenen ; een voordeel behalen, succes hebben; keep, insnijding, v.; gelag, o.; rekening; partituur, v. Scorn, verachten, versma�den ; verachting, versma�ding ; bespotting; schande, v.; verwijt, o. Scorpion, schorpioen, m. . . Scot 203 Seaside Scot, Schot, m.; belasting, v. Scripture, geschrift, o., de Scotch, Schotsche natie, v.; j Heilige Schrift, v. Schotsch.. Scroll, rol, lijst, krul, v. Scot-free, schotvrij..Scrub, schuren, schrobben, Scoundrel, schurk, fielt,.oppoetsen; hard zwoegen; m.; schurkachtig, laag, ver-.oude borstel, vrek ; stum-achtelijk.. per, blokker, m. Scour, schuren, afwrijven ; j Scruple, aarzelen,bezwaren zwerven ; nauwkeurig on-.maken ; aarzeling, v., ge-derzoeken;purgeeren;diepe.wetensbezwaar, o. stroom, m.; pak ransel, o. Scrutiny, kritisch onder- Scourge, geeselen, teisteren; zoek, o.; stemopneming, v. geesel, m., roede, zweep ; Scud, snel loopen; lenzen ; plaag, v.. vlucht, snelle vaart; wol- Scout, spionneeren, verken-.kenjacht, v. nen ; bespotten; spion, m. Scowl, fronsen, boos kij ken ; boos gezicht, o. Scramble, klauteren; grab�belen ; geklauter, gegrabbel, Scrap, brokje, stukje, o. [o. Scrape, schrapen, krassen ; bijeenschrapen, spaarzaam zijn; geschraap, gekras, o.; verlegenheid; stijve bui�ging, v. SCratCh, krabben, schram�men ; mtkrassen; opgeven; krab, schram, v.; pruikje, o. Scrawl, slordig schrijven, krabbelen; gekrabbel, katte�belletje, o. Scream, gillen; gil, m. Screech, gillen, gieren; ge�gil, geschreeuw, gekrijsch,o. Screen, beschutten,bescher�men, verbergen; uitzoeken ; scherm,schut,o.;scheiding,v Screw, schroeven; ontwrin�gen, afpersen; schroef, schroefboot, v.; drang, m.; Ssalaris, o.; oude knol, m. cribble, slordig schrijven, samenflansen; krabbel�schrift, gekrabbel, o. Scribe, merken, lijnen trek-ken ; schrijver, copieerder ; schriftgeleerde, m.. Scuffle, verward vechten; verwarde strijd, m. , wor�steling, v. Scull, met korte riemen rneien; wri kken; korte riem, m. [waschhok, o.Scullery, bijkeuken, v., SCUIptOr, beeldhouwer, m. Scum, afschuimen, schuim, afval,uitschot,uitwerpsel,o.

Scurf, roofje, o.;bedekking,v. Scuttle, rennen; gaten in een schip boren, om het to doen zinken ; gedraaf, o.; kolenbak, m.; deksel, o. Scythe, zeis, v. Sea, zee, v., oceaan, m.;bran�ding, deining, golf, baar,v. Seal, zegelen, stempelen; bevestigen ; geheimhouden; zegel, lak, o.; bevestiging, v.; zeehond, rob, m. Seam, naaien,naden maken; met litteekens overdekken; reet,v.,naad,m.,naaiwerk,o. Seamstress, naaister, v. Sear, schroeien, branden; ongevoelig maken; droog. Search, onderzoeken, na�sporen. Seasick, zeeziek. Seaside, zeekust,v.,zeekant, m.; (at the seaside) aan zee.

Season, geschikt maken, toebereiden; seizoen, tijd�perk, jaargetijde, o.; ge�schikte tijd, m. Seat, zetten, plaatsen, in�wljden ; zetel, stoel, m., bank, zitting, zitplaats, v. Secede, zich terugtrekken. Seclusion, afzondering, uit�sluiting, v. Second, steunen, helpen ; tweede; secondant, helper, seconde, v. Secondary, afgevaardigde, m.; ondergeschikt, bijko�mend; (secondary instruc�tion) middelbaar on derwi j s. Secrecy, geheimhouding; eenzaamheid; omzichtig�held, v..[secretaire, v. Secretary, secretaris, in.; Secrete, verbergen, verhe�len, afzonderen; afscheiden. Sect, sekte, gezindheid, v. Section, snijding, sectie; paragraaf, doorsnede, v. Secularity, wereldsgezind�heid, v. Secure, verzekeren,bescher-men ; veilig, zeker, vertrou -wend. [digd. Seem, schijrlen , ken, door� gaan voor. [schikt,gepast. Seemly, betamelijk, ge-Seesaw, op en neer gaan; zeuren; wipplank, v. Seethe, koken, zieden. Seize, grijpen, vatten, aan� tasten ; in het-bezit stellen; bevangen. Seizure, beslaglegging; in�bezitneming; overrompe�ling, v. Seldom, zelden; (seldom or never) bijna nooit. Select, uitkiezen; uitgelezen, keurig (small but select) klein, maar rein. Self, ikheid, v.; (my other self) nun tweede ik. Self-denial, zelfverlooche�ning, v . Self-evident, klaarblijke�lijk, zoo helder als de dag. Sell, verkoopen, handelen, van de hand doen; bedrie�gen, beetnemen ; beetneme�rij, ongepaste aardigheid, v. Semicircle, halve cirkel, m. Seminal, oorspronkelij k. Seminary, seminarium, o., kweekschool ; bron, v., oor- Sediment,bezinksel,o.,droe�sem, m. [ting, v. Sedition, opstand, m., gis- Seduce, verleiden. See, zien, aanschouwen; be�zoeken ; vergezellen; oppas�sen ; pauselijk hof, o. Seed, zaaien ; zaad schieten; zaad ; beginsel, o.; nakome-lingschap, afstamming, v.

Sedate, kalm, rustig, beta-.sprong, m. Sedge, rietgras, o..Sempster, naaister, v.

Senate, senaat, rn., Hooger�huis, o. Send, zenden, verzenden, doen komen ; beweging van de golven, v.; begin; oogen�blik om to gaan, o. Senior, oudere, hoogere in rang, m.; oudste, ouder, hooger in rang. Sensation, gevoel, o., ge-

Seedling, zaaiplant, V..waarwording, aandoening, Seedy, vol zaad; kruidig;.opwinding, v. kaal; (to look seedy) er Sense, gevoel, begrip, be�slecht uitzien. [pogen. sef, oordeel, o., meening; Seek, zoeken; verzoeken,.rede; beteekenis, v. Sensible, gevoelig, waar�neembaar, merkbaar; ver�standig, oordeelkundig, bij voile kennis. Sensitive, gevoelig, licht aangedaan, lichtgeraakt. Sensual, zinnelijk, wellus� tig, vleeschelijk. Sentence, vonnissen, ver�oordeelen ; vonnis, oordeel, o., beslissing, v.; sin, m. Sententious,rijk aan spreu�ken ; bondig, krachtig. Sentiment, gevoel, o., ge�waarwording, aandoening, v.; gevoelen, o., idee, v . en o.; gedachte, v. Sentinel, bewaken; schild�wacht, m. Sentry, schildwacht; hoede, v.; (sentry-box) sch 'der�huisje. [baar. Separab le,scheidbaar,deel- Separate, scheiden, verdee�len, uiteengaan; afzonde�ren � afgescheiden, afson�derfijk. September, September, m. Septuagenarian, zeventig� jarige, m. Sepulchre, graf, o. Sequel, gevolg, resultaat ; vervolg, o. Sequence, opvolging, rege�ling; orde; reeks, v.; ge�volg, o. Sequester, afzonderen, af�sluiten ; in beslag nemen; afstand doen van; seques�ter, afgestooten stukje been, o. Seraglio, harem, m., paleis van een sultan, o. Seraph, serafijn, m. Serenade, serenade bren�gen ; serenade, v. Serene, helder, duidelijk; kalm; rein; doorluchtig. Serf, slaaf, lijfeigene, m. Serge, serge, v. Sergeant, sergeant; deur�waarder, m. Serial, tijdschrift, feuilleton, o.; bij afleveringen, tot een reeks behoorend. Series, reeks, serie, v. Serious, ernstig, plechtig; gevaarlijk. Sermon, preek, leerrede,ver�maning, v., sermoen, o. Servant, bediende, dienaar, knecht, In. , meid,dienares,v Serve, dienen, bedienen, voordienen; voldoen; zich onderwerpen; hel pen, baten Service, dienst, m.; dienst�baarheicl, onderdanigheid, v.; gerecht, servies; lierk�musiek, o.; lijsterbes, v. Servile, slaafsch, kruipend ; afhankelijk ; vleiend. Session, zitting, v., sittings�tijd, Set, zetten, plaatsen, schik�ken ; vast worden ; to koop aanbieden; uitloopen op; houding, positie; richting; vereeniging, v.; stekje; stel, o.; troep, m. Settle, vestigen ; bevestigen; vaststellen, bepalen, beslis�sen, ordenen; bevolken; bezinken; vast, solied; kalm. Seven, seven. Seventy, zeventig. Sever, met geweld scheiden, afsnijden, afscheuren. Several, verscheiden,onder�scheiden. Severe, streng, gestreng, ernstig;wreed;stipt;pijnlij k. Sew, naaien (sewing-ma� chine) naaimachine. Sewer, riool, o., (sewerage) rioolstelsei. Sex, sekse, v., gesiacht, o.

.. Sexagenarian 206 Sheen Sexagenarian, zestigjari�ge, m.. [111. Sexton, koster, doodgraver,Sexual, sexueel, tot het ge�slacht behoorend. Shabby, kaal, haveloos; min, laag. Shackle, boeien, ketenen, koppelen ;belemmeren ; boei, kluister ; belemme�ring, v. Shade, beschaduwen, ver�donkeren ; schaduwen, met donkere tinten schilderen ; schaduw, donkerheid; scha�keering ; schim, v. Shadow, schaduwen, bevol�ken ; beschermen ; verber�gen ; schaduw, duisternis; schuilplaats, v.; geest ; ge�heim politieagent, m. Shady, schaduwrijk, don�ker ; hersenschimmig. Shaft, pip ; mijningang, m.; spiets; schacht; as, v., straal; disselboom, m. [haar. Shaggy, ruig, met wollig Shagreen, segrijn, o. Shake, schudden, schokken, aan 't wankelen brengen ; trillen ; verzwakken ; schok, ruk, druk, m.; trilling, v. Shall, zullen (thou shalt not steal) gij zult niet stelen. Shallop, sloep, v. Sham, bedriegen, voorwen�den; bedrog, voorwendsel,o. Shambles (pl.), vleeschhal, slachtplaats, v., abattoir, o.; vergaarbak, m. Shame, zich schamen, be�schamen, aan de kaak stel�len ; schaamte, schande ; be�scheidenheid, v. [leer, o. Shamrhy, gemsleer, zeem-Shamrock, klaverblad (als nationaal Iersch zinne�beeld), o. Shank, scheenbeen ; been�stuk, o.; buis, v.; steel, m.; oog, o. Shape, vormen, scheppen, inrichten; bezweren ; ge�daante, gestalte, leest, v., vorm, m. Share, verdeelen, deelen ; deelnemen ; aandeel, ge�deelte, o.; ploegschaar, v.; (personal share) aandeel op naam. [der, In. Shareholder, aandeelhou-Shark, gauwdieverij plegen, door streken een betrekking machtig worden ; schurk, vrek ; haai, m. Sharp, scherp, spits, pun tig ; glad, slim, scherpzinnig, bij de hand. Sharpen, scherp maken; van een kruis voorzien ; bedrie�gen. Shatter, verbrijzelen, ver�pletteren ; schetteren ; rul�neeren. Shave, scheren ; in sneetjes snijden; afschuimen ; vil�len ; sneetje � schaafmes ; valsch gerucht, o. Shawl, een sjaal omdoen ; sjaal, v., doek, m. She, zij, vrouw ; vrouwelijk ; (s�ape) wijfjesaap;(s�man) manwijf. Sheaf, op schoven zetten; schoof, v., bundel, m. Shear, afsnijden, scheren; oogsten, maaien; (shears) heggeschaar. Sheath, scheede, v. Shed, storten, vergieten,ver�spreiden, loslaten ; verdee�ling, scheiding, helling ; keet, v. Sheen, schitteren; glans, m., pracht, schittering, v.; glan�zend, schitterend. .

Sheep, schaap, 0.; sul, be�deesd mensch, m. Sheer,afwijken,geeren; voor anker Jigging, v.; zuiver, rein, eenvoudig; loodrecht ; plotseling. Sheet, laken, beddelaken; zeil, vel papier, o., groote oppervlakte, v. [plaat, v. Shelf, vastliggende plank, Shell, schillen, doppen, ont�bolsteren ; bombardeeren ; schaal, schil, v., bolster; romp, m., geraamte, o. Shelter,besehutten,beseher�men, schuilen, verschuilen ; beschutting, schuilplaats, v. Shepherd, hoeden, passen op ; het hof maken ; schaap�herder, m.. Shercl i brok,stuk,o.,scherf,v. Sheriff, sherif, vorst, eerste magistraat, m. Shield, beschermen; schild, o., verdediger, m., verdedi�ging; huid van een wild zwijn, v. Shift, schiften, overbrengen, verwisselen, verhuizen; ver�andering, vervanging, ver�wisseling;hulpmiddel;hemd (vrouwen), o. Shilling, shilling (ongeveer 60 cents), schelling, m. Shimmer, schemeren, glo�ren ; schemering, schitte-Shin, scheen, v. [ring, v. Shine, schijnen, schitteren, blinken; zonneschijn, glans, m.; stand.le, o., ruzie, v. Shingle, kiezel, o., (shingles) gordelroos.Ship, inschepen, aan boord nemen, vervoeren ; schip, vaartuig, o. Shipwreck, schipbreuk lij-den ; schipbreuk, v. Shire, graafschap, o. Shirk, vermijden,ontduiken, sluipen, zich onttrekken aan Shirt, een hemd aantrekken; hemd, o. Shiver, verbrijzelen; sidde�ren, huiveren, ril len, beven, fladderen; brok, o., schilfer; leirots, v. Shoal, verdringen, samen�scholen ; ondieper worden ; troep, m., menigte ; zand�bank, v.; ondiep. Shock, schokken, botsen, aanstoot geven, beleedigen ; schoven op hoopen zetten; schok, m., botsing, v. ShOOking, walgelijk,ijselijk, kwetsend. Shoe, beslaan; schoeien ; schoen, m.; ijzcren beslag, hoefljzer, o. [m- Shoeblack, schoenpoetser, Shoot, schieten, doorschie�ten, uitsteken,uitbotten,uit�spruiten, opschieten;scheut, m., spruitje ; schot, o.; hou�ten glijbaan, v. [plaats, v. Shop, winkel, m., werk- Shore, schragen, schoren, stutten; schraag, v., stut; oever, rn., strand, o. Short, kort begrip, o.,korte inhoud, m.; kort, kortston�dig. [ming. Shortcoming, tekortko- S horten, verkorten,vermin�deren, samentrekken, af�snijden. Shorthand, stenographie, v. Short-lived, van korten duur. kort. Shortly, binnenkort ; in Short-sighted, bijziende, kortzichtig. Shoulder, op den schouder nemen, er den schouder onder zetten, krachtig du�wen; schouder, in., schoft,v.

Shout, juichen, hard roepen;gejuich, geroep, o. Shove, duwen, voortduwen, stooten; duw, stoot, m. Shovel, scheppen, opschep- pen ; schop ; stoker, Show, toonen, vertoonen, duidelijk maken, onder�richten ; vertoon, voorko�men, schouwspel, o., ten�toonstelling, vertooning, v.,schijn, m. Shower, beregenen, begie�ten, overstroomen; bui, v., vloed, m. Shred, in reepen snijden,knippen ; reepje, stukje, o.,lap, m. Shrew, helleveeg, v., man�wijf, o., vlegel, Shrewd, slow, listig, door�trapt, loos, netelig. Shriek, gillen, gieren; gil, m. schel geluid, o. Shrift, biecht, v. Shrill,.gillen, krij schen ; schel gefluit, o.; schel, sner-pend. [m. Shrimp, garnaal, v.; dwerg, Shrine, reliquieenkastje, o.,schrijn, o. en m.;graf;altaar,o.; heilige plaats, v. Shrink, samentrekken, rim�pelen, inkrimpen, huiveren;ineenkrimping, samentrek�king, gapende scheur, v. Shrive, biechten ; absolu�tie geven. Shrivel, krimpen, ver�schrompelen, rimpelen. Shroud, bedekken, in een doodskleed wikkelen ; zich verschuilen � kleed, dek�kleed, omhulsel, o., lijk�wade, v. Shrub, struik, heester, m. Shrug, de schouders opha�len ; schouderophaling, v. Sh Udder,huiveren,sidderen, trillen ; huivering, beving, trilling, v. Shuffle, voortduwen, door�schudden, mengen ; uit�vluchten zoeken ; sloffen, schuifelen; uitvlucht, v.; schuifelende gang, m.; ge�schuifel, o. [vlieden. Shun, schuwen, mijden, ont-- Shunt, op een zijspoor bren�gen, rangeeren; wegzenden;zijspoor, o.; zijtak, m. Shut, sluiten, dichtdoen,dichtgaan. Shutter, luik, blind, o. Shuttlecock, pluimbal, m. Shy, gooien, mikken; schuwworden ; worp, m., schich�tig worden, o. Sibilant, sisklank, m.; sis�send. [gend. Sick, ziek, misselijk, wal- Sickle, sikkel, v. Side, zijde, v., kant, rand,m.; deel, o.; richting;partij, v. Sideboard, buffet, o. Sidereal, tot de sterren be�hoorend. Sidle, zich zijdelings voort�bewegen. Siege, belegeren; beleg, o. Sieve, met', v. Sift, zeven, ziften ; nauw�keurig nagaan ; uitvragen. Sigh, zuchten, klagen, treu�ren ; zucht, v. Sight, gezicht, visioen, oogen (mv.), oordeel; schouwspel,o., vertooning, v. Sign, teekenen ; een teeken geven ; teeken, gedenktee�ken, zinnebeeld ; wonder ; uithangbord ; sterrenbeeld,o.; aanwijzing, v. Signal, signalen geven; sein, teeken, signaal, o.

Signature, signatuur, on-derteekening, v.; kenmer-kend teeken, o. Signet, zegel, koninkl ij k zegel, o.; (signet-ring) ze�gelring. Significant, beteekenisvol, beteekenend, aanduidend, gewichtig. Signify, beteekenen, aan�wijzen, bekend maken, van gewicht zijn. Signpost, seinpost, sein-paa , m. Silence, tot zwijgen bren�gen, den mond snoeren ; stilte, stilzwijgendheid, ge�heimhouding, v. Silk, zacht maken ; zijde, zijden stof, zijden japon, v. Sill, drempel, steunbalk, m., kozijn, o. Silly, onnoozel, dwaas,sullig. Silver, zilver, geld, o., zil�veren munt, v.; zilveren, zilverachtig; zacht. Silversmith, zilversmid, m. Similar, gelijke, m.; gelijk, dergel ij k. Simile, vergelijking, v. Simmer, zacht pruttelen, zacht koken. Simper, gemaakt lachen, meesmuilen;gemaakte lach, domme lach, m. Simple, geneeskrachtige plant, v.; eenvoudig, enkel, niet samengesteld; onnoo�zel ; (simpleton) sukkel, onnoozele bloed, m. Simplicity, eenvoud, na tuurlijkheid ; onnoozel�heid, v. Simultaneous, gelijktijdig. Sin, zondigen, overtreden ; zonde, overtreding; (sinner) zondaar. [lang geleden. Since, sedert ; (long since) Sincere, oprecht, zuiver. Sinecure, sinecure, v., be-bond ambt zonder bezig�heden, o. Sinew, stalen ; hecht ver�binden; pees, zenuw, spier; ziel, kracht, v. Sing,.zingen, bezingen ; (sing small) zoete broodjes bakken. Singe, zengen ; zenging, v. Single, uitkiezen ; enkel, alleen; ongetrouwd; rein, eenvoudig..[saai. Singsong, eentonig, gereht, Singular, enkelvoud, o.; zon�derling, bijzonder, zeld�zaam, eenvoudig. Sinister, ongelukkig, on�heilspellend ; oneerlijk, slecht ; linker. Sink, zinken, zakken, lang�zaam dalen; bezwij ken ; achteruitgaan, a fnemen, inzakken ; ruineeren ; gra�ven '� riool, o., zinkput ; gootsteen, m. Sip, opslorpen, met kleine teugjes drinken; teugje, o. Sir, Mijnheer; titel van een baronet (gevolgd door doopnaam), m. Sire, verwekken (bij dieren); sire; wader (bij dieren), m. Siren, sirene, verleidster, v.; misthoorn, m.; betoove�rend, bekorend. Sirup, stroop, v. Siskin, sijsje, o. Sister, zuster, v.; (s--in�law) schoonzuster. Sit, zitten, zitting houden ; blijven ; broeden. Site, ligging, v.; bouw�terrein, o. Situation, toestand, m., omstandigheden (mv.), be-trekking ; ligging, v.

Six, zes; (s�th) zesde; (s�ty) zestig. Size, vergrooten; ziften; ijken; met kalk bestrij� ken; grootte, v., formaat, o.; witkalk, v. Skate, schaatsenrijden; schaats, v. [v. Skein, streng; vlucht ganzen, Skeleton, geraamte; eerste ontwerp, o. Sketch, schetsen, opper�vlakkig beschrijven; schets, v., omtrek, m. Skiff, booUe, o. Skill, handig zijn, bekwaam zijn; begrijpen; bekwaam� heid, geschiktheid, erva�

renheid, v. Skim, afschuimen; vluchtigdoorzien; over de opper� vlakte strijken; schuim, o. Skin, villen, pellen; hold,bedekking, v.; lichaam, o.; (skin-deep) oppervlakkig.

Skip, springen, dartelen, overspringen,touwtje sprin� gen ; er van door gaan;

vlugge sprong, m. Skirmish, schermutselen; schermutseling, v. Skirt, omzoomen, begren� zen; pand, o., rand, zoom,m., slip, v.; vrouwerok, m. Skittles (pl.), kegels, (mv.) m., kegelspel, o. Skull, schedel, m.; (skull� cap) calotje. Sky, uitspansel, o., hemel, m., lucht, v. Skylark, leeuwerik, m. Slab, vochtige aarde, mod� der, v.; platte steep, m.

Slack, afnemen, verslap�pen; slap hangend touw,o.; slappe tijd, m.; steen�kool, gruis, o.; slap, los; traag, soezerig. Slake, blusschen, lesschen, verminderen, afnemen. Slam, hard dichtslaan; slem Timken; harde slag, m., bons, v.; slem, m. Slander, lasteren; laster, smaad, m. Slang, schelden, zich plat uitdrukken; platte taal, v. Slant, hellen, een schuin� sche richting geven; neiging; sarcastische opmerking, v.; hellend, schuin; viak. Slap, een klap geven; klap,m. Slash, snijden; met dezweep klappen;lange snede, v.; split, o. Slate, met lei dekken; he�

kelen ; lei, v. en o. Slattern, slons, slordigevrouw, v.; slonzig, slordig. Slaughter, slachten, ver�moorden; slachten,o.,slach� ting, v., bloedbad, o.

Slave, slaven,zwoegen;slaa f, zwoeger, m., slavin. v.

Slay, dooden, vernietigen, to gronde richten.

Sledge, in een slede ver�voeren, sleden; slede, v. Sleek, glad maken, kal� meeren; zacht, glanzend,

glad. Sleep, slapen, sluimeren, soezen ; gedachteloos voort�leven; slaap, doodsslaap, m. Sleet, regenen met hagel ;regenbui met sneeuw of bagel, v.

Sleeve, van mouwen voor� zien ; mouw, v. Sleigh, slede, v. Sleight, kunstgreep, slimme zet, m., behendigheid, v. Slender, stank, dun, zwak,spichtig, armzalig, be� scheiden.

Slice, in sneedjes snijden ; opdisschen ; sneetje, schijf-je, o.; vischlepel, m.; spa-te), v. Slide, glijden, schuiven; glijbaan, v., hellend vlak, o.; lade;aardverschuiving,v. Slight, versmaden, verach�ten, verwaarloozen ; min�achting, verwaarloozing, v.; Bering, onbeteekend, beu-zelachtig, vergankelijk. Slim, dun, slank, schraal.

Slime, slijk, asphalt, o., slib, v.; (slimy) slibberig, slibberachtig, kleverig. Sling, slingeren, zwaaien, werpen ; slinger, zwaai, harde slag; riem ; draag�band, m. Slink, wegsluipen; ontijdig werpen. Slip, ontglippen, uitglijden; wegsluipen, heimelijk weg-voeren, loslaten ; afsnijden ; een misstap begaan.

Slipper, pantoffel, v., rem�schoen, m.; morsschort, o. Slippery, glibberig, glad ; onvast, onbestendig; sluw, listig. Slipshod, slordig, met af�getrapte hakken. Slit, in de lengte snijden, splijten, klooven ; split, o., reet, lange snede ; spon�ning, v. Sloe, slee (pruim), v. Slope, hellen, schuin af�loopen, doen hellen ; hel�ling, v. Slot, uitkepen ; 't spoor na�gaan ; gleuf, valdeur, spon�ging, v.; spoor (van een hert); stuk hout, o. Sloth, traagheid, luiheid, onverschilligheid, v.; lui�aard, m. Slouch, slungelig loopen, laten hangen; lompe gang; logge vent, sukkel, m. Slough, scheiden, afwerpen, afvallen ; zinkput ; poel, moeras, o. Slovenly, slordig, morsig. Slow, de snelheid vermin�deren, den gang vertra�gen; langzaam, traag, traps�gewijs ; saai, vervelend ; levenloos. Sluggard, luilak, m. Sluice, sluis openzetten, doen uitstroomen, spoelen; sluis ; waterbuis, v. Slum, slop, vuil straatje, o., achterbuurt v. Slumber, slapen, sluime�ring ; slaapje, o., slui�mer, m. Slur, bevlekken, besmetten, bezoedelen; onzuiver uit�spreken; vlek, smet,schand�vlek, v.; verwijt, o. Slut, slons, slet, havelooze vrouw, morsebel, v. Sly, onoprecht, loos, sluw, geslepen ; ondeugend. Smack, een smaakje heb�ben ; een harden klap Seven ; smakken ; je, o., geur ; harde slag, klap, m. Small, dun gedeelte,o.;klein, min, beuzelachtig, gering, zwak, kleingeestig, zelf-� zuchtig; (small-talk) bab�belpraatje. [v.

Smallpox (pl.),pokken Smart, scherpe pijn voelen, smart veroorzaken, lijden ; boeten; vinnige pijn, groote smart, v.; pijnlijk, vinnig, doordringend; geestig,knap, bijdehand ; sluw.

Smart-money, smartegeld, rouwgeld, o., rouwkoop, m.

. . Smash, bankroet gaan; vergruizelen; valsche munt in omloop brengen; ban�kroet, o. Smatter, weinig kennis hebben van, oppervlakkig spreken; oppervlakkige kennis, v. Smear, besmeren, bezoede�len, met iets zachts bestrij�ken ; vlek, smet, v.. Smell, ruiken, rieken, spo�ren ; reuk, geur, m. Smile, glimlachen, vriende�lijk aanzien; glimlach, m., vriendelijk voorkomen, o. Smirch, bekladden, besme�ren, bevuilen, bevlekken. Smite, slaan, treffen, ver�nietigen; botsen; schieten. Smith, smid, Smithy, smederij, smidse, v. Smock, (vrouwen)hemd, o., boerenkiel, m. Smoke, rooken, dampen, ontvlammen; rook, damp, m., uitwaseming; ijdelheict, v.; gewauwel, o. Smooth, glad strijken, ge�makkelijk maken; glad, vlak, zacht ; aange�naam, vriendelijk, vleiend. Smother, smoren, doen stikken ; smeulen ; dichte rook, m., stof; verwarring; onderdrukking, v. Smoulder, smeulen. Smuggle, smokkelen, bin�nensmokkelen. Smut, bemorsen, bevlekken, bevuilen; vlek, v.; roet, koolzwart ; roest (in gratin), o.; voile taal, v. Smutch, me�rook bevuilen ; vuile vlek, smet, v. Snail,kleven,langzaam doen; huisjesslak v.; langzaam mensch, m. Snake, spiraalswijze win-den, kronkelen, uittrekken; slang, v. Snap, plotseling breken, af�knappen ; toesnauwen ; bij�ten naar ; dadelijk toehap�pen; break; beet,v.;geknal,o. Snap-dragon, leeuwenbek (plant), m. [lus, v. Snare, verstrikken; strik,m., Snarl, grommen, knorren; verwarren, verstrikken; grauw,snauw,m.;verwikke�ling, verwarring, klem, v. Snatch, plotseling grijpen, ontvoeren ; greep, ruk, m.; beet, v. hap, m. Sneak,gluipen,sluipen,krui�pen ; gluiper, kruiper,gauw�dief, m. Sneer, den neus optrekken, spottend lachen, hoonen ; grijnzende blik, boon, ni., bespotting, v. [nieskruid. Sneeze, niezen ; (s �wort) Sniff, snuiven, snuffelen, den neus ophalen; gesnuffel, o., reuk, m. Snip, knippen (van kaar�tjes) ; snippet . , N' stukje, o.; kleermaker, m. Snipe, op snippen schieten ; snip, v.; onnoozele hals, beunhaas, m. Snivel, snuiven, snotteren ; grienen ; neusslijm, snot, o.; huichelarij, v. Snob, poen, ploert ; onder�kruiper; schoenmaker, m. Snood, band, m., haarlint, o. Snore, snorken ; gesnork, o. Snort, krachtig uitsnuiven; snuiven (paard), o. Snout, van een mondstuk voorzien; mondstuk, o.; snuit, m. Snow, sneeuwen, als sneeuw neervallen; sneeuw, v.

. . Snowdrift 213 Sonorous Snowdrift,sneeuwberg,hoop .m., land, o.; smet, vlek, opgejaagde sneeuw, m..vuiligheid, v. Snowdrop, sneeuwklokje, o. Snub, berispen, bestratien; bits antwoorden; knoest; stompneus, m.; berisping, afwijzing, v., snauw, m. Snuff, snuiven, opsnuiven, ruiken ; snuiten ; snuif; op�snuiving, v.; snuitsel, o. Snug, zich vlijen tegen; ge�zellig, dik saamgepakt ; ver�scholen. [danig. So, zoo, dat, dus, mits; zoo- Soak, weeken, in de week zetten, met vocht doortrek�ken, inzuigen ; zuipen. Soap, zeep ; vleierij, v.; steekpenning, m. Soar, omhoog vliegen, zich hoog verhetien; hooge vlucht, v.

Sob, snikken; snik, m. Sober, ontnuchteren, kalm worden ; sober, matig, zich onthoudend, nuchter; kalm, plechtig, bescheiden. Sociable, gezellig, vriende� lijk. [cialistisch. Social, maatschappelijk; so-Society,..maatschappij, ge� meenschap, vereeniging, v., genootschap, o. Sock, sok, sandaal; ploeg�schaar, v.; blijspel, o. Socket, holte, has, v. Sod, met zoden dekken; zode, v. Soda, soda, v.; (s� water) sodawater, spuitwater, o. Sofa, sofa, v. Soft, sul, m.; zacht, malsch, verwijfd; onnoozel; (soften) verzachten, verteederen; ontzenuwen. Soil, vuilmaken, bezoede�len, besmetten, met groen voederen; grond, bodem, Sojourn, vertoeven, tijde�lijk verblijven ; tijdelijh verbl ij f, o. Solace, troosten, opvroolij�ken, verlichten ; troost, m. Solder, soldeeren; soldeer� sel, o.; vleierij, v. Soldier, als soldaat dienen; soldaat, rn. Sole, van zolen voorzien ; zool, voetzool; tong kvisch , , v.; enkel, alleen, ongehuwd. Solemn, plechtig, indruk�wekkend, ernstig, heilig. Solicitation, verzoek, o., sollicitatie, v. Solicitor, procureur, m. Solid, vast lichaarn ; vast, stevig, solide, degelijk, krachtig. Soliloquy, alleenspraak, v. Solitary, eenzaam,eenzelvig, somber, verlaten. Solo, solo, m.; (soloist) solist. Solution, oplossing, verkla� ring, ontbinding, v. Solve, uitleggen, verklaren,

oplossen. [veer. Some, eenige, zoowat, onge-Somebody, iemand. Somehow, op de een of andere wijs.

Something, iets. Sometimes, soms,somtijds. Somnambulist, slaapwan� delaar, m. Somnolence, slaapzucht, slaperigheid, v. Son, noon, m.; (son-in-law) schoonzoon. Song, lied, gezang, o., zang, m.; poezie, v.; (songster) zanger, dichter. Sonnet, sonnetten dichten ; sonnet, o. [kend. Sonorous, welluidend, klin-Soon, weldra, spoedig, vlug. Soot, roet, o. [heid, v. Sooth, waarheid, werkelijk-Soothe, kalmeeren, verzach�ten, verlichten, aangenaam stemmen, vleien,bevredigen Sop, soppen, , in-doopen ; sope; iets ver�zachtends, o., borrel, m. Sophist, sophist, drogrede-naar, wijze, m. Soprano, sopraan, v. Sorcerer, toovenaar, (sorcery) tooverij, v. Sordid, vuil; laag; vrekkig. Sore, rauwe woad, pijnlijke plek,zweer,v.;vierjarig hert, o.; pijnlijk, ontstoken, ge�voelig, scherp. Sorrel, vospaard o., rossige kleur ; zuring, v.; rossig. Sorrow, treuren, smart lij�den ; diepe smart, droef�heid, v. Sorry, bedroefd; armzalig, raar, verachtelijk; (I am sorry) het spijt mid. Sort, uitzoeken, sorteeren, samenvoegen; soort, orde, v., stel, o.; rang, m.; wijze,v. Soul, ziel, v., geest, m., hart � verstand; wezen, o.; moed, m. Sound, klinken, weerklin�ken, schallen, uitbazuinen; peilen, sondeeren; onder�zoeken, uithooren; geluid, geschal, o., knal, klank ; sondeernaald, m. Soup, soep, v. Sour, zuur maken, verzuren , knorrig maken;zuur,scherp; bitter, norsch, knorrig. Source, bron, oorzaak, v., oorsprong, m. South, Zuiden, o., Zuiden�wind, m.; zuidelijk. Sovereign, souverein, mo-parch, heerscher,opperheer; Engelsch goudstuk ter waar�de van 20 Sh.,o.; oppermach� . tig, vorstelijk; krachtdadig. Sow, zaaien, uitstroolen, ver�spreiden ; zeug, v. Space, spatieeren; spatie, ruimte, wijdte, uitgebreid�heid, v. Spade,spade,schop; (spades) schoppen (kaartspel)(mv.),v. Span, uitmeten; vastzetten; span, v., korte tijd, m.; span (paarden), o. Spaniard, Spanjaard, m. Spaniel, patrijshond; lage vleier,m.; vleiend,kruipend. Spanish, Spaansch, m. Spar, boksen ; spar; schijn�stoot, m., vuistgevecht, o. Spare,. sparen, ontzien, ma-tig zijn, nalaten, toestaan; schraal, matig, spaarzaam, overtollig. Spark, vonk, sprank ; min�naar, galant jongeling, m.; (sparkle)fonkelen,schitteren Sparrow, musch, v.; (hedge�s�) bastaard nachtegaal. Spasm,kramp; snelle vruch�telooze poking, v. Spatter, bespatten, spatten, bekladden. Speak, spreken, uiten, uit�drukken, vermelden,zeggen, to kennen geven. Spear, met een Tans dooden ; hoog opschieten; lans,speer, v.; spriet, m. Special, speciaal, bijzonder, buitengewoon, voor een be�paald doel aangewezen. Species, soort, v. en o., geslacht, o. Specify, specificeeren, in bijzonoterheden vermelden. Specimen, proef, v., staal, proefblad, o.

Speck, bespikkelen, bevlek�ken ; vlek, smet, blaam, v.; deeltje, stofje, o. Spectacle,schouwspel;ver�schiet, vergezicht, o.; (spec�tacles) bril. Spectator, toeschouwer, m. Spectral, tot het spectrum behoorend ; spookachtig. Speculate, speculeeren ; overpeinzen, bespiegelingen maken. Speech, redevoering; taal, spraak, v.; (maiden-speech) eerste redevoering.

Speed, spoed maken, haast maken, snellen; uitvoeren; slagen; spoed,m.,snelheid,v. Spell, betooveren, bezweren, bannen , aflossen; betoove�ring; verlichting; aflossing; karwei, v.

Spend, uitgeven, verteren; vroolijk worden; uitput�ten ; (spendthrift) uitgever, doorbrenger, m. Sphere, sfeer, loopbaan, v., gebied, o.; bol, m., hemel�lichaam, o., globe; lucht, v., hemelgewelf, o. Sphinx, sfinx, v. Spice, kruiden; specerij ; kleine hoeveelheid; opper�vlakkige kennis, v. Spider,spin,v.;(spider's web) spinneweb. Spike, vernagelen ; nagel, lange spijker, m.; aar, v.; walvischnet, o. Spill, storten, morsen, ver�gieten ; vernietigen; val; worp, m.; tuimeling, v. Spin, spinnen, doen draaien, fang rekken; niet slagen, zakken ; snelle loop, snelle SpinaCh,spinazie,v. [rit,m. Spindle, spoel, dunne as, v. Spine, ruggegraat, v., rug, m. Spinster, jonge dochter, on�getrouwde vrouw, v. Spire, zich als een spits ver�hefren ; uitspruiten; toren�spits ; spiraallijn, krul, v., draai; halm, m. Spirit, bezielen, aanvuren; in stilte doen verdwijnen; geest, m., leven, o., levens�kracht, geestkracht, opge�wektheid;geestverschijning, v., spook, o.; (spirits)geest�riike dranken (mv.), m. Spiritual,geestelijk,onstoffe�lijk, rein, heilig, goddelijk; verstan del ij k. Spit, aan 't spit steken ; spn�wen,bra ken ; spi t;speeksel,o. Spite, krenken, kwellen ; spi,jt, v., wrok, wrevel, m ; (spiteful) hatelijk. Spittle, speeksel, o. Spittoon, spuwbakje, kwis�pedoor, o. Splash, bespatten,bemodde�ren � plassen, klateren; be�moddering, v.; geplas, ge�klater, o. Spleen, milt ; miltzucht, droefgeestigheid, v.; haat, toorn, m. Splendid, luisterrijk, prach�tig, weelderig, grootsch, heldhaftig.

Splint, splinteren, splijten; splinter, m.; spalk, v. Split, scheuren, splijten, bar�sten; verklappen, 't vertrou�wen schenden; scheur, m., barst, m.; verdeeling, scheu�ring ; halve flesch, v. Spoil, rooven, plunderen; omkoopen; vernietigen, schaden, verwennen; buit, roof, m., plundering; ver�nietiging, v.; bederf, o. Spokesman,woordvoerder, voorspraak, v. .

Sponge, afsponzen, uitwis�schen; inzuigen;klaploopen; rijzen (deeg); spons, v.; ge�rezen deeg, o.; klaplooper, tafelschuimer, m. Sponsor, borg; peetvader, m., peetmoeder, v. Spontaneous,spontaan,on�gedwongen, vrijwillig. Spoon, met een lepel eten; den minnaar spelen, vrijen ; lepel; sukkel, m.; liefje, o. Sport,zich vermaken; beuze�len ; sport, v., openlucht�spel; vermaak ; stuk speel�goed, o. Spot, besmetten, bespikke�len ; herkennen, snappen ; spat, vlek, klad; plaats, v.; (on the spot) dadelijk. v. Spouse, echtgenoote; bruid, Sprain, verrekken, verstui�ken ; verrekking, verstui�king, v. [ 1 iggen. Sprawl, zich rekken,lui gaan Spray, schuim, o., sproei�regen, m.; takje, rijsje, o.: roem, roep, m. S PrOad ,verspreiden,verbrei�den, ontplooien ; strooien ; uitgebreidheid, v., omvang, m.; bedelcicing, v. Spree, pretje, drinkgelag, o. Sprig, takje, rijsje, o.; jonge�ling, m. Spring, springen, opsprin�gen, opschieten ; terugvlie�gen ; kromtrekken; sprong, m.; veerkracht, lente; bron, fontein, v. Sprinkle, sprenkelen, be�strooien,stofregenen. [fee,v. Sprite, geest, kabouter, m., Sprout, uitsprui ten, opschie�ten, zich vertakken; spruit, loot, v. Spruce, mooi opschikken ; spar, m.; netjes, keurig. Spur, de sporen geven,aan�zetten; snel rijden, zich haasten ; spoor, v., prikkel, spoorslag, m. Spurious, onecht, valsch. Spurn, schoppen, trappen; achteruit slaan; verachten, versmaden ; schop, trap, m. Spurt, opspringen, zich flunk inspannen; krachtige straal, m., plotselinge inspan�ning, v. SPUtter,spatten; spuwen on�der 't spreken; speeksel, o. Spy,spionneeren; ontdek ken, in 't oog hrijgen; spion ; loerende blik, m. Spyism, spionnenstelsel, o. Squabble, krakeelen, twis�ten, in de war gooien ; ru�zie, v., geharrewar, o. Squad, sectie, v., rot, o. Squalid, vuil, smerig. Squander, verspillen, ver- kwisten, weggooien. Square, vierkant maken, vereffenen, in orde brengen, passen, voegen; ruzie ma-ken ; vierkant ; plein; esea�dron ; kwadraat, o.; winkel� haak, m. Squash, kneuzen, tot pulp maken, verpletteren;moes,o Squat, neerhurken; gehurkte houding, v.; kort,dik,plomp. Squeak, gillen, piepen; ge�gil, gepiep, o. Squeeze, drukken, persen,innig omarmen; verplette�ren ; druk, m., persing, om�helzing, v. Squint,scheel zien;schuinsch loopen; loensch, scheel. Squire, schildknaap; land� jonker, m. Squirrel, eekhoorntje, o. Squirt, spuiten, uitspuiten; spuit, v.; straal, m.

Stab, doorsteken, wonden ; steek, m., wond; beleedi�ging, v. Stable, stallen ; stal, m.,vast, stevig; onveranderlijk, on�wankelbaar, duurzaam. Stack, opstapelen, tot een hoop vormen ; korenschoof; houtmijt, v. Staff, staf, stok, steun, paal, m.; personeel ; bureau, o. Stag, Os; woerd, in.; man�netjeshert, o. Stage, tooneel, o.; steiger, m.,stellage,tribune,schouw�plaats; pleisterplaats;phase; diligence, v., postwagen, m.

Stagecoach, diligence, v. Stagger, wankelen ; aarze�len, dralen ; schokken. Stagnation, stilstand, m., stremming, dofheid ; wer�keloosheid, v. Staid, kalm, vast, ernstig. Stain, vlekken, tinten, ver�ven;verduisteren;smet,vlek, schande, v.; (stainless)smet- Staircase, trap, v. [teloos. Stake, afpalen, met palen steunen; als pand zetten ; staak, paal, m., paalwerk, o.; brandstapel; inzet, m. Stale, waardeloos maken, bederven, verschalen; lok�aas, o.; valstrik, m.; voor�werp, van spot, o.; oud,afge�zaagd. Stalk, besluipen ; trots stap�pen; stengel, steel; statige gang, m. Stall, stallen; veilig bewaren; installeeren; stal, m.; stal-letje, o., kraam, V. Stallion, hengst, m. Stalwart, hoofdman, m.; krachtig, flink,stoutmoedig. Stamen, meeldraad, m. Stammer, stamelen, stotte- ren, aarzelend uitbrengen; gestamel, o. Stamp, stempelen, zegelen; van een postzegel voorzien; inprenten; stampvoeten; stempel, m., zegel, merk, karakter,o.;postzegel; stam�per, m. Stampede, plotselinge schrik, m., vlucht, v.

Stanch, stelpen, tegenhou�houden; krachtig, hecht, betrouwbaar. Stand, staan, zich verheffen, doorstaan, standvastig zijn; zich candidaat stellen; Irak�teeren ; stand, stilstand; weer, stand ; rang,m4staan�plaats ; tribune, v., rek, o. Standard, standaard, m., vlag, v.; richtsnoer,o.,graad, roemer, m. Staple, stapel, m.. stapel�plaats; vezel, v.; hoofdbe�standdeel,hoofdvoortbreng�sel, o. Star, met sterren versieren, fonkelen, schitteren ; ster, v., gestarnte, 0. Starch, stijven ; stijfsel, v. Stare, staren, aangapen, ern�stig aanzien ; starende blik ; spreeuw, m. Stark, streng, stijf. Start, opschrikken, opsprin�gen, ontstellen; vertrekken, afrijden, beginnen; opjagen; sprong, m., vlaag, v.; ver�trek, begin, o.

Startle,schrikken,ontstellen; wegsnellen;schrik,schok,m. Starvation, gebrek, honger� - lijden, o., hongerdood, m. State, vaststellen; verhalen; staat, toestand ; stand, rang; luister; troonhemel, m.; staatsmacht, v. Statesman, staatsman, m. Statics (pl.), statica, leer van het evenwicht, v. Station, plaatsen, stationee� ren ; standplaats, v., stand, m., station, bureau, o. Stationery, schrij f be hoef� ten (mv.), v. Statistics (pl.), statistiek, v.Statue, standbeeld, o. Stay, blijven ; steunen; ver� hinderen ; logeeren ; aan� dringen op ; steun, slut, m.; stilstand, m.; verblijf; uit� stel, o. Steadfast, standvastig,vast� beraden, onwrikbaar. Steady, vast,onveranderlij k,geregeld ; oppassend. Steak, runderlapje, o. Steal, stelen, wegnemen ;sluipen, (stealth) diefstal. Steam, stoomen, door stoom bewegen, uitstoomen ; stoom, m., uitwaseming, v. Steed, ros, o. Steel, stalen, harden ; staal, zwaard, o.; groote hard� heid, v. Steep, indoopen, bevochti� gen, doorweeken ; steilte, v., afgrond, m.; indooping, v.; steil. Steeple, toren met spits, m., (s� chase) wedren met hin� dernissen. Steer, sturen, richten, naar 't roer luisteren ; stier, m. Stem, stam, stamvader, m., geslacht, o.; tak ; voorste� ven; steel, m. Step, stappen, wandelen, af� stappen ; stap, trap, m., sport, trede,v.;maatregel,m. Step-child, stiefkind,o. [m. Stereoscope, stereoscoop, Sterile, onvruchtbaar, dor. Sterling, echt, zuiver, on�vervalscht. Stern, achtersteven, m., ach�terschip ; achterste (van die� ren), o. Stew, stoven, braden� damp-' bad, o.; verlegenheid, v.Steward, hofmeester, bot� teller ; rentmeester, opzich� ter ; hooge staatsambte� naar, m. Stick, steken, doorsteken,prikken;plakken,stok;stat, m.; (sticky) kleverig, lijm� achtig ; vasthoudend.Stiff, stijf, onbuigzaam, kost� baar, (a stiff examination) een zwaar examen. Stifle, verstikken, smoren. Stigma, brandmerk, o., schandvlek ; moedervlek, v. Stile, stijl, deurpost, m.;tra p�je, dat het overklimmenvan hek of muur vergemak� kelijkt, o. Still, stillen, doen bedaren ; distilleeren ; in druppels neervallen; kalmte,stilte,v.; distilleerketel, m.; brande� rij, v.; nog ; stil. Stilt, op stelten zetten ; op�heffen ; stelt ; ploegstaart, v.Stimulate, prikkelen, aan�zetten, aansporen, opwek� ken. Sting, steken, bijten, prik� kelen � angel, stekel ; prik� kel, sleek, m. Stingy, vrekkig, gierig. Stink, stinken ; in slechten reuk staan ; stank, m. Stint, beperken, ophouden, in een bepaalden tijd klaar� maken '� grens, maat ; be- paalde hoeveelheid, v.Stipend, jaarwedde, bezol� diging, v. Stipulate, voorwaarden be�palen, een overeenkomst sluiten, bedingen.

Stir, bewegen, beroeren, aan�zetten, pri kkel en; beroering, v., oproer, o., opwinding, drukte, v. Stirrup, stijgbeugel, m.; (stirrup-oil) pak ransel. Stitch, naaien,innaaien,stik�ken ; steek, m., strook, v. Stock,opleggen,vullen,voor�zien, opslaan ; stam, paal, m., blok ; oorspronkelijk gesla cht, o.; veestapel; voor�raad ; kapitaal ; aandeel; effect, o. [effecten, m. Stockbroker, makelaar in Stock-exchange, effecten�beurs, v. Stocking, kous, v. Stoicism, stolcisine, o., on�gevoeligheid, v. Stoker, stoker, m. Stomach, slikken ; maag, v., bulk; eetlust; moed; toorn, m.; norschheid, aan�matiging, v. Stone, steenigen; met stee�nen bevloeren ; steen, edel�steen, niersteen, m.;strontje (op 't ooglid), o. Stool, uitspruiten ; kantoor�kruk, tabouret, v. Stoop, bukken, buigen; neer�vallen, naar beneden schie�ten; vernederen; stoep; neer�buiging, v. Stop, verstoppen, stelpen ; beletten, verhinderen, on�derdrukken ; beletsel, o., hinderpaal, m. stoornis, v.; leesteeken ; einde, o. Store, opstapelen, opleggen, in een magazijn bergen; pakhuis, magazijn, o.; voor�raad, overvloed, m. Stork, ooievaar, m. Storm, stormen, bestormen, woeden; storm, m.; groote stoornis, ontroering, v. Story, verhaal, o., vertelling, gesc h ieden is ; verdieping, v. Stout, stout (bier), o.; krach� tig, flink, dapper; gezet. Stove, warm houden, ver�hitten; kachel; stoof;broei�kas, v. [gen, plaatsen. Stow, stuwen, sjorren ; ber-Straggler, zwerver, land-looper ; achterblijver, m. Straight, recht, direct, recht�op, oprecht ; (to straighten) effenen, recht maken. Strain, inspanning,krachtige poging; verstuiking; rich�ting ; lied; onderwerp; mu�ziekstuk, o. Strait, vernauwen; verlegen maken ; zeestraat ; moeilij k�heid, verlegenheid, v. Strand, stranden,op 't strand zetten ; verlegen maken ; strand, land, o., kust; streng, v. (van een touw). Stranger, vreemdeling, m. Strangle, worgen ; verstik� ken, onderdrukken. Strap, met een riem bevesti�gen, op een riem aanzetten ; riem ; beugel ; baardschrap�per, m. Stratagem, krijgslist, v., slimme zet, m. [aardbei. Straw, stroo, o.; (strawberry) Stray, zwerven, dwalen, af�dwalen, verkeerd doen; ver�dwaald. Streak,strepen maken, scha�keeren ; street), v. Stream, stroomen, uitstroo�men ; stroom, fn. Streamer, wimpel, m. Street, straat,v.;(street-arab) straatjongen. Strength, kracht, spier�; sterlite; levendigheid, v. Strenuous, vurig, ijverig, krachtig, dringend.

Stress, den nadruk leggen op ; nadruk, aandrang, m., kiem, kracht, v., gewicht, o. Stretch, uitstrekken,rekken, op de leest slaan ; uitge�strektheid ; moeite, inspan�ning, v. [strekker, m. Stretcher, draagbaar, v.; Strict, precies, nauwkeurig, streng. Stride, afstappen,groote pas�sen maken ; schrede, v., groote stag, m., klein eindje, o. (schap, v. Strife,strijd,twist,m.,vijand-Strike, 't werk sta ken; slaan, botsen;wortelschieten;mun�ten ; stranden op; werk�staking, v. String, besnaren,van snaren ontdoen ; spannen; snaar, v., snoer, koord, touw, o.; reeks, serie ; spier, v. Stringency, strengheid; schaarschte, duurte, v. Strip, afstroopen,ontkleeden, afvellen, wegnemen; reepje, strookje, o. Stripe, strepen maken, strie�men ; streep, striem, v., slag, m. Strive, streven, zich inspan�nen, pogen, strijden, mede�dingen. Stroke, streelen ; gladstrij�ken ; slag, m.; botsing; lief�koozing ; ellende; smart, v. Stroll, zwerven, wandelen, ronddwalen ; wandeling, v. Strong, streng,krachtig,vast, flink,sterk,(stronghold) fort. Structure, maaksel,o.,struc�tuur,schikking,v.;gebouw,o. Struggle, worstelen, kam�pen ; worsteling, v., strijd; nood, m.; (struggle for life) strijd om het bestaan.

Strut, gemaakt deftig stap- pen ; trotsche gang ; stut, m. Stubble, stoppel, m. Stubborn, hardnekkig, kop-pig, weerspannig; meedoo�genloos. Stucco, stukadooren, be-pleisteren;stukadoorswerk,o Stud, stoeterij, v.; knopje, spi j kertje,boordeknoopje,o. Studio, atelier, o. Study, studeeren, bestudee�ren, bepeinzen ; studie, v.; studeervertrek, o. Stuff, volproppen, vullen,op�zetten (van dieren); stof, materie; dwaasheid, v.; goe�deren (mv.), o. Stumble, struikelen, strom�pelen;toevallig tretfen;strui�keling, vergissing, dom�heid, v. Stump, a fstom pen; doezelen; stijf loopen ; stompje, o., doezelaar, m. Stun, verdooven, bedwel�men; verbazen, overweldi�gen. [beletten. Stunt, belemmeren,den groei Stupefy, bed wel men,verdoo�yen, gevoelloos maken. Stupid, domoor, in.; dom, onzinnig, dwaas, lom1). Sturdy, krachtig, forsch,stoer Sturgeon, steur, m. Sty, in een kot verblijf hou�den ; klimmen; varkenskot ; strontje (op 't ooglid), o. Style, betitelen, noemen; graveerstift; mode, v., smaak ; stip, m. Suave, vriendelijk, goedig, minzaam. Subaltern, ondergeschikte, m.; van lageren rang, onder�geschikt. Subdue, ten onder brengen, temmen;onderdrukken,ver�zachten.

SUbjeCt,onderwerpen,bloot stellen, verplichten. Sublime, subliem, verheven voortreffelijk, indrukwek kend. Submarine, onderzeesch. Submission,onderwerping onderdanig-, nederigheid, v Subscribe, onderteekenen bijdragen; abonneeren, in�teekenen. Subsequent, volgend, op� volgend, later komend. Subsist, blijven bestaan. Substantial, substantieel zelfstandig, *erkelijk, we�zenlijk, deugdelijk ; welge�steld, aanzienlijk.

Substitute, in de plaats stellen; plaatsvervanger, m. Subterranean, onder- a ardsch. Subtile, fijn, spitsvondig. Subtle,schalksch,slim,listig. Subtraction, aftrekking, vermindering, v. Suburbs (pl.), omtrek, m., buitenwijk, v..[ge, v. Subvention (rijks)bijdra-S U bvert, omLeeren ;verwoes- ten..[goed afloopen. Succeed, opvolgen; slagen, Success, voorspoed, goede uitslag, m., succes, o.

Succession, opvolging, volgreeks; nakomeling�schap, successie, v. Succour, to hulp snellen, steunen, verlichten ; hulp, v., steun, bijstand, m. SUCCUMb,bezwij ken;onder� werpen, toegeven. Such, zulk, zoodanig, zoo. Suck, zuigen, inzuigen ; zog, o., melk ; bedriegerij, v. Sudden, plotseling, onver�wacht, viug, snel. Suds (pl.), zeepsop, o. Engelsch-Holl. Sue, aanzoek doen, dingen' hormaken ; in rechten ver-Suet, niervet, o. [volgen. Suffer, lijden, dragen, dul� den, straf ondergaan; toe�laten ; (suffering) lijden, verlies, o. Sufficient, voldoende, ge�noegzaam; deugdelijk. Suffix, achtervoegen ; ach� tervoegsel, o. [worgen. Suffocate stikken, smoren, Suffrage, Liesrecht, o.,stem� ming, stem ; goedkeuring, v.; vereenigd gebed, o.

Suffragette, voorstandster van vrouwenkiesrecht, v. Suffuse, overgieten, sprei� den over. [vleierij, v. Sugar, besuikeren ; suiker; Suggest, suggereeren, inge� ven, inblazen, aan de hand doen, opperen. Suicide, zelfmoord; zelf�moordenaar, m. Suit, passen, geschikt zijn, overeenkomen, sch ikken ; rechtsgeding ; verzoek, aan�zoek, o., hofmakerij ; klee�ding, v. [geschikt. Suitable, gepast, voegzaam, Sulky, tweewielig wagenUe voor wedrennen, o.; boos, knorrig, norsch. Sullen, gemelijk, norsch, knorrig; onheilspellend. Sulphur, zwavel, v. Sultry, clrukkend, zwoel. Sum, opsommen, optellen, in 't kort samenvatten; som, v., inhoud, m., geheel; rekenkundig vraagstuk, o.'

Summary, korte inhoud, m., kort begrip, o. Summer, den zomer door�brengen ; zomer, m. Summit, top, m.; hoogste punt, o. Summon, oproepen, dag�vaarden, opeischen; (sum�mons) dagvaarding. Sumptuous,kostbaar,duur, weelderig, prachtig. Sun, zon, v., zonneschijn, m.; bron van licht, v.; (sun�rise) zonsopgang ; (sunset) zonsondergang. Sunday, Zondag, m.

' Sundry, verscheidene, ver�schillende ; (sundries) klei�nigheden. Sup, slurpen; een avond�maal gebruiken of verschaf�fen ; (supper) avondmaal. Superb, grootsch, prachtig. Supercilious, trotsch, ver�waand, aanmatigend. Superficial, oppervlakkig.Superfluous, overvloedig, overdadig, overtollig. Superintend, het toezicht houden op. Superior, meerdere, supe�rieur, m.; hooger, van hoo�gere waarde, verhevener. Superlative, overtretrend, zeer voortreffelijk, onge�meen; overtreffende trap, v. Supersede, vervangen, af�schaffen, opschorten. Superstition, bijgeloof, o., bijgeloovigheid, v. Supple, buigzaam worden, lenig maken ; buigzaam, lenig, meegaande. Supplicate, smeeken, bid�den, vragen. Supply, voorzien van, ver�schaffen ; vervangen ; aan�vulling, versterking, v.; toe�voer, m. Support, steunen, onder-houden, stutten, helpen ; lijden, dulden ; ondersteu-ning, hulp, v., st.eun, m. Suppose, onderstellen, ver- moeden, onderstellingen maken. Suppression, onderdruk-king; verstopping, v. Suppurate, etteren. Supreme, hoogste, opper-ste; the Supreme) het Opperwezen. Sure, zeker, ongetwijfeld, onfeilbaar ; (surety) veilig-heid, v.; borgtocht, m., pand, o. Surf, branding, v. Surface, oppervlakte, v.; uiterlijk, o. Surfeit, overladen, volprop-pen ; overlading (maag), walging, v. Surge, golven, hooge baren vormen; hooge golf, stort-zee, v. Surgeon, chirurg, heel-meester, m.; (surgery) heel-kunde ; operatiekamer, v. Surly, norsch, knorrig, ge-me ilk. Surmise, vermoeden, on-derstellen ; vermoeden, o., gissing, v. [boven komen. Surmount, overwinnen, to Surname, een bijnaam geven; bijnaam,toenaam,m. Surpass, overtrelTen, to boven gaan. Surplice, koorhemd,' o. Surprise, verrassen, ont-stellen; overrompelen; ver-rassing, overrompeling, v. Surrender, zich overgeven, afstaan, afstand doen; overgave, uitlevering, V. Surround, omringen, om-singelen, insluiten. Survey, scherp onderzoe-ken, nauwkeurig opnemen, overzien; (surveyor) land-meter, m..[blijven. Survive, overleven, in even

.. Susceptible 223 Symbol Susceptible, gevoelig, tee-der, vatbaar, ontvankelijk. Suspect, verdenken, ver�moeden, wantrouwen; ver�dacht persoon, m.; suspect, verdacht, gewantrouwd. Suspension, ophanging ; opschorting, ophouding, v., uitstel, o. Suspicion, achterdocht,ver�denking, v., vermoeden, o. Sustain, dragen, onder�steunen, schragen, helpen, verdragen; versterken; vol�houden.

Sutler, zoetelaar, m. Swaddle, zwachtelen, inba�keren, stijf binden. Swagger, snoeven, schette-ren ; gebluf, gesnoef, o. Swain, jonge man; boeren-knecht ; landelijk min�naar, m.

Swallow, verzwelgen, door�slikken, opslorpen ; keel, v.; hap, slok, m.; vraat�zucht ; zwaluw, v. Swamp, in een moeras zinken ; omslaan ; ruinee�ren ; drassig land, o. Swan, zwaan, m. Sward, grasveld, o.; huid, v., bast, m. Swarm, zwermen, krioelen; mastklimmen; zwerm, m., dichte menigte, v. Sway, zwaaien, slingeren ; neerdrukken, overhellen ; beheerschen, invloed uit�oefenen; slag, invloed, m.; overwicht, o., overmacht, heerschappij, v. Swear, zweren, vloeken, bezweren, beeedigen ; eed, vloek, m. Sweat, zweeten ; uitbuiten; hongerloon betalen; zweet, 0.; zware arbeid, m. Sweep, vegen, voorbijschie-ten, zwaaien ; veger, veeg, zwaai, draai ; omvang, m., uitgestrektheid, v.; schoor�steenveger ; ploert, m. Sweet, zoetheid, v.; lieverd, m.; zoet, lief, aangenaam ; geurig ; welluidend. Swell, zwellen, toenemen, zich verheffen, opgeblazen zijn, zich verhoovaardi�gen ; zwelling, v., gezwel, o.; tat, m. Swerve, afdwalen; overhel�len, een kronkelend pad naar boven volgen. Swift, vlug, snel, kort. Swim, zwemmen, firijven; voortglijden ; duizelig zijn; bad, o., zwemplaats; zwem�blaas, v. Swindle, zwendelen, op�lichten ; zwendelarij, v. Swine, zwijn, varken, o. Swing, schommelen, slin�geren, zwaaien ; ophangen; schommel, m., schomme�ling, v., zwaai, m.; onge�dwongenheid, v. Swiss, Zwitser, m.; Zwit�sersch. Switch, slaan, ranselen, wisselen (spoorweg); takje, o., roede, karwats, v.; (switch-man) wisselwach�ter. [ming, v.

Swoon, bezwijmen; bezwij-Sword, zwaard, ,o.; ver�nietiging, v. Sycamore, wilde vijgen�boom ; eschdoorn, m. Syllable, zich duidelijk ma-ken ; syllabe, lettergreep; kleinigheid, v. Syllabus, syllabus, m.; leer-plan, o., korte inhoud, m. Symbol, symbool, zinne�beeld, teeken, kenteeken, o. SyMMetry,symmetrie,even�redigheid, onderlinge ver�houding der deelen, v. Sympathise, sympathisee�ren, overeenstemmen, me�degevoelen. Symptom, symptoom, ken�teeken, verschijnsel, o. Synagogue, synagoge, v. Syncope, bezwijming, flauwte ; weglating van let-ters uit het midden van een woord, v.

Tabard, tabbaard, m. Tabernacle, tabernakel, tempel, m., tent, v.; aardsca omhulsel, o.

Table, den kost geven ; op de tafel leggen; rangschik-ken ; tafel, tafel, v.; ta�bletje ; register, o. Table-turning, tafeldans,m. Taboo, uitsluiten, verbie-den ; op een onbewoond eiland zetten. Tacit, stilzwijgend. Taciturn, zwijgend, stil ; (William the Taciturn) Wil�lem de Zwijger. Tack, hechten, vastmaken, rijgen; over stag gaan, laveeren ; stift, v., spij�kertje, p.; pacht, v.; koers, weg, m. Tackle, to doen hebben met, krachtig aan 't werk gaan ; tuig, toestel, werk�tuigen (mv.), o., takel, m. Tact, tact, slag, m., gevoel, o. Tactics (pl.), tactiek, krijgs�kunde, v. Tag, aanhechten, vastmaken, aanraken; aanhangsel, o., Syndicate, syndicaat, o., vakvereeniging, v. Synod, synode, kerkver�gadering, v. Synonym, synoniem, woord met nagenoeg dezelfde be�teekenis als een ander woord, o. Syntax, syntaxis, leer der woordschikking, v. System, systeem, stelsel; lichaam, o.

etiquette, adreskaart, v.; nestel, m.; plebs, o.Tail, staart, sleep, m., pand (jas), o.; beperking, v.Tailor, het kleermakersvak uitoefenen ; kleermaker, m. Taint, besmetten, bevlek�ken, bederven; kleur, tint; smet, vlek; schande, v.; bederf, o. Take, nemen, aannemen, grijpen, pakken betrappen, aanvallen, vatten

huren; begrijpen; verduren ; aan�teekenen; vangst, v., trek, haal, m.

Tale, verhalen, vertellen; verhaal,vertelsel,sprookje,oTalent, talent, vermogen, o.; gave; neiging,v., karakter,o. Talisman, talisman, m. Talk, praten, keuvelen, ver�tellen; gesprek, praatje; gerucht, o. Tall, lang, slank, hoog, groot. Tallow, vet maken; talk, v., kaarsvet, o. Tame, temmen, onderwer�pen ; tarn, mak, gedwee ; suf, saai. . . Tamper 225 Temerity Tamper, zich bemoeien v., bepaald werk, o.; les; met ; kwakzalveren ; intri-onderneming, v., arbeid, m. geeren ; verknoeien. Tassel, kwast, m., franje, v. Tan, looien, bruinmaken, Taste, smaken, proeven ; tanen, bont en blauw smaak, m., proef, v.,proetje, � slaan ; run, v.; runkleurig, j , m. tanig.. Tatter, in flarden scheuren ; Tangent, tangens, raak-.rod, o., lomp, v. lap , m. lijn, v.. [baar. Tangible, tastbaar, voel-Tangle, verwarren, door� eenweven; verwarde knoop, m., klit, v.; zeegras, o. Tank, regenbak,waterbak,m. Tantalise, tantaliseeren,ter� gen, kwellen, martelen. Tap, zachtjcs tikken ; open�steken, aanbreken (een flesch); aftappen ; zachte tik, m.; kraan, v.; tapsel, o.; gelagkamer, tapperij, v. Tape, lint, o., band, m., strook papier, v.; telegra�phisch koersbericht, o. Taper, langzamerhand dun�ner worden ; kleine was�kaars, v. Tattoo, trommelen; tatouee�ren ; taptoe, v. Taunt, hoonen, hekelen, be�schi an pen ; hoon, smaad, m. Tautology, tautologie, nut�telooze herhaling in andere woorden, v. Tavern, herberg, kroeg, v., Tawny,taankleurig,getaand, bruin. Tax, belasten ; afpersen ; be�schuldigen ; belasting; af�persing, v., eisch, m. Tea, thee, v.; aftreksel, o., (tea-tray) theeblad. Teach, leeren, onderwijzen, aan 't verstand brengen. Team, span, o., toom, m., groep van elf personen voor

Tapestry, behangen, ver-.een wedstrijd, v. sieren ; tapijt (aan den Tear, scheuren, openrijten, wand), o.. trekken, wonden, verscheu- Tar, teer, o. en v.; pik-.ren ; scheur, spleet, v.; broek, matroos, m..traan, m. Tare, tarra, v.; onkruid, o. Tease, plagen, sarren, kwel-Target, schietschijf, v.; klein.len ; plager, plaaggeest, m. schild, o.. Technics (pl.), bedrijfs- en Tarnish, bezoedelen, be- nijverheidsleer, v. vlekken, bezwalken ; dof maken.

Tarry, aarzelen, dralen, ach�terblijven, talmen ; teer�achtig, geteerd. Tart, taartje, o.; wrang, scherp, zuur ; bits. Tartan, Schotsche geruite wollen stof, v.; kustvaar�der, m. Tartarus, onderwereld, v. Task, een taak opgeven; taak, Tedious,vervelend,saai,ver�drietig; langdradig. Teem, vol zijn, overvloed hebben..[der, m. Teetotaler, geheelonthou-Telegram, telegram, o. Tell, vertellen ; optellen, op� sommen ; bekennen ; ver� klikken;uitwerking hebben. Telltale, verklikker, m. Temerity, vermetelheid,roe� keloosheid, v.

Temper, matigen, verzach�ten, temperen; verharden, vormen; bevredigen; aard, gemoed, o., natuur; op�vliegendheid ; hardheid, v. Temperance, matigheid, afschaffing (van alcohol); kalmte, v., geduld, o. [v. Temperature,temperatuur, Tempest, orkaan, storm,m.; hevige opschudding, v. Temple, tempel, m., gods� huis, o. [lijk, aardsch. Temporal, tijdelijk; wereld-Temporary, tijdelijk, niet duurzaam. Tempt, verlokken, verleiden, in verzoeking brengen. Ten, lien, (tenth) tiende. Tenacious, vasthoudend, hardnekkig, kleverig, taai, sterk. Tenant, in huur hebben ; verhuren; huur, verhuring, v., verhuurd land, o.; be� woner, huurder, m. Tend, vergezellen, bewalien ; denken om, strekken ; zich richten; bijdragen; (ten- Tepid, lauw, gematigd. Term, ,grens, beperking, v., termun ; vervaldag, m.; uit�drukking ; voorwaarde; ver�houding, v. Termagant, helleveeg, v.; ruzieachtig, driftig. Termination, grens, begren-zing, v., einde, o. Terminus, grens, v., grens�steen, m., eindstation, o. Terrace, terras; balcon; plat dak, o. Terrestrial, aardbewoner, in.; ondermaansch,aardsch. Terrible, verschrikkelijk, ijselijk, ontzagwekkend. Terrify, schokken, verschrik�ken, ontzetten. Territory, grondgebied, o., landstreek, v. Terse, sierlijk en beknopt ; gewreven. Test, toetsen, op de proef stellen, beproeven, onder�zoeken, keuren � toets, toets�steen, m., onderzoek, oor�deel, o., beproeving,proef,v.

Testament, testament; (tes- deney) neiging, strekking. .tator) erflater. Tender, aanhieden ; oppas-ser, verzorger; tender,kolen�wagen (spoor), m.; betaal�middel, inschrijvingsgeld, o.; teer, zwak, breekbaar ; teeder, liefdevol. Tenet, beginsel, leerstuk, o. Tenor, tenor; gang, loop, inhoud, m., richting, v.; afschrift, o. Tense, streng; strak, gespan�nen ; tijd van een werk�woord, m. Tent, sondeeren; tent, v. Tentacle, tastorgaan, o., voelhoorn, m. Tenure, eigendomsrecht, o.,

Testify, plechtig verklaren, getuigen. Testimonial, getuigschrift, testimonium, o., attestatie, verklaring, v.

Testy, knorrig, gemelijk, prikkelbaar. [maansch.

Teutonic, Teutonisch, Ger-Text, onderwerp, o., tekst, inhoud, m.

Texture, weefsel, o., struc�tuur, v. Thane, eeretitel onder de Angel-Saksers, m. [dank. Thank, bedanken; (thanks) That, gene, die; dat ; opdat. Thatch, rietdekken, met leendienst, m. stroo bedekken; rieten dak,o . . Thaw 227 Throne Thaw, dooien , ontdooien ; Think, denken, oordeelen, oplossen ; hartelijk worden; vinden, bedoelen, onderstel�dooi, m. len, zich herinneren. The, de, het. Thirst, dorsten, vurig ver-Theatre, theater, tooneel, o., langen ; dorst, m., droogte, schouwburg, m. v.; verlangen, o. Theft, diefstal, m..This, deze, dit. Their, hun, haar, (theirs) Thistle, distel, m. van hen, van haar..Thorn, doom, stekel, prik-Them, hen, hun, haar (them-.kel, m.; (thorn-but) tarbot ; selves)zich zelven,zij zelven. .(thorn-hedge) doornhaag. Theme, thema, onderwerp, Thorough, volkomen, vol�o.; thema, v., opstel, o.; in-maakt, volledig; (thorough�deeling, v. ly) terdege, door en door. Then, toen, dan, later ; daar-Those (pl.), die (mv.). om, derhalve. Thought, gedachte, overwe-Thence, derhalve, vandaar. ging, bepeinzing, meening, Theologian, theoloog, god-.v., oordeel, gepeins, o. geleerde, m.. Thousand, duizend. Theology, theologie, Bodge- Thrall, slaaf, m., slavernij, v. leerdheid, v. Theory,theorie,bespiegeling, v.; stelsel, o. Theosophy, theosophie,leer die ten doel heeft het zoeken naar de kennis van God, v. There, daar, er. Thermometer, thermome� ter, m. [woordenboek, o. Thesaurus, schatkamer, v.; These, deze (mv.). Thesis, thesis, stelling, v. They, zij, degenen ; (they say) men zegt.

Thick, dikte, v.; dik, dicht, troebel, mistig ; overvloe�dig ; vriendschappelijk. Thicket, kreupelhout, o. Thief, dief,m.;(thieves' Latin) dieventaal. [dijbeen. Thigh, dij, v.; (thigh-bone) Thimble, vingerhoed, m. Thin, verdunnen, dunnen, ijler maken ; wegkwijnen ;dun, mager ; onvoldoende, dunnetjes.

Thing, ding, o., zaak, v.; (things) bagage, kleeding. ThraSh,dorschen;afranselen Thread, een draad insteken ; zich een doortocht banen ; draad, m., garen, o. Threaten, dreigen, bedrei�gen, een dreigend aanzieii hebben. Three, drie (threefold) drie�voudig; (rule of three) regel van drieen. Threshold,drempel,ingang, m.; begin, o. Thrift, zuinigheid, spaar�zaamheid, v., voorspoed, m. Thrill, doorboren, doordrin�gen ; rillen, trillen ; neusgat; rillerig gevoel,o.;drilboor,v. Thrive, bloeien, gedijen, toe�nemen, vooruitkomen, ge-lukkig zijn. Throat, keel, v., strot, m.; stem, v.; ingang, nauwe doorgang, m. Throb, snel kloppen; klop�ping, v. Throne, tronen, op den troon plaatsen ; verhoogen ; troon, m. .

Throng, verdringen, opdrin�gen ; toestroomen ; gedrang, o., groote menigte, v. Through, door, doorheen ; wegens. Throw, werpen, gooien, sm j-ten, storten;dobbelen;uiten; draaien, slingeren; gooi, worp, m.; kans, v. Thrust, stooten, duwen,drij�ven, steken, dringen; stoot, steek, aanval, m. Thumb, bevuilen, beduime�len ; duim, m. Thump, stompen; ploffen, zwaar neerkomen ; bons, v., plof, m. Thunder, donderen, razen; donder, m., luid geraas, o.; banbl iksem , m. Thursday, Donderdag, m.; (Holy-Thursday) Hem.d�vaartsdag. Thus, wierook, m.; hars, o. en v.; aldus, dus; tot aan.Thwart, dwarsboomen,krui� sen ; dwars, schuin.Thyme, tijrn, m.Tick, borgen, krediet geven; tikken; crediet, o., rekening; teek, v.; tikje,teeken,getik,o. Ticket, kaartje, toegangsbe�wijs, plaatskaartje; lot;lom�merdbriefje, o. Tickle, kietelen; onstand�vastig, onzeker ; lastig, ne�telig, kitteloorig. Tide, tijd, m.; getij, o., vloed, stroom; loop (van omstan�diiheden), m. Tidings (pl.), tijding, v., be�richt, nieuws, o. Tidy, opruimen, netjes ma-ken ; gehaakt kleedje, o.; flink, proper, zindelij k, net�jes.

Tie, binden, verbinden,knoo�pen; beperken; band,knoop, haarbos, m.; halsdas, v.; verbindingsteeken, o.Tiger, tijger ; opsnijder, m.;livereiknechtje, o.Tight, dicht, vast, nauwslui�tend ; gierig; dronken. Tile, met pannen dekken; geheim houden ; binnen�koinst beletten ; dakpan, v.; hoed, m.; deur van een vrij�metselaarsloge, v. ltotdat. Till, lade, winkellade, v.; tot, Tilt, met een zeil dekken; stooten, steken, vechten,een laps broken; scheerstaan, kantelen, wiegelen, kente�ren ; tent; bedekking, v.; steekspel, o.; dekzeil, o. Timber, met hoot beschie�ten ; timmerhout, 0.; stam, m.; barriere, v. Time, tijd, duur, keer, m.;

mast ; gelegenheid, v.Timid, beschroomd, bedeesd.Tin, vertinnen ; tin,blik; geld,Tinfoil, bladtin, o. [o.Tinge, tint, kleur, v.; tin- ten ; kleuren.Tingle, tintelen ; klinken ; rillen ; jeuken. Tinker, ketellappen, soldee�ren;knoeien, zich bemoeien; ketellapper, m.; (political tinkers) politieke tinnegie� ters.

Tinkle, rinkelen, klinken ; tuiten; gerinkel, geklingel,o.Tiny, klein, zwak, teer.Tip, punt, v., topje ; puin (uit steengroeve); geschenk, o., fool, v.Tipsy,dronken,aangeschoten Tire, uitputten, vermoeien, vervelen ; rij, reeks, v.; tooi ; band van een wiel, m. Tired, verinoeid. Tiresome, afmattend, ver�moeiend, vervelend. Tissue, weven, doorweven, schakeeren; weefsel, o.,aan�eenschakeling, v. Title, titel, naam, m., op�schrift, o., benaming; aan�spraak, v. [gichel, o. Titter, gichelen ; wippen ; ge-To, naar, tot, tegen, toe, voor, aan. Toad, pad, v.; (toad-eating) lage vleierij; (toadstool)pad�destoel. Toast, roosteren; een toost drinken; geroosterd brood, o.; toost, m. Tobacco, tabak, v.

Tocsin,alarmklok,v.,alarm�gelui, o. To-day, vandaag. Toe, teen, m. Together, samen, te vereenigd.

Toil, werken; zwoegen, af�beulen; zware arbeid, m.; inspanning, v.; net, o. Toilet, toilet; servet,o.;nacht�zak, m. Token, teeken, zinnebeeld, o.; herinnering, gedachte�nis, v. [lijk, redelijk. Tolerable, dragelijk, tame- Tolerate, dulden, verdragen, toelaten. Toll, verlokken; luiden ; tol�geld, marktgeld, maalloon ; statig klokgelui, o.; schat�ting, v. [appel, m.

Tomato, tomaat, v., lietiles- Tomb, begraven, bijzetten; graf, grafgewelf, o., graf�tombe, v. To-morrow, morvn. Tone, een toOn geven`; toon, klank, dreun, m.;gejammer, o.; geest, kracht, v. Tongs (pl.), tang, v. Tongue, tong; spraak, taal ; landtong, v.; klepel, m. Tonic, grondtoon, m.; ver�sterkend middel, o.; span�nend, veerkrachtig, ver�sterkend. [(mv.), m. Tonsils (pl.), amandelen TOO ! te, al te, ook, tevens. Tool, den vorm geven; een diligence rijden; werktuig, gereedschap, o. Tooth, tand; smaak, m.; punt,o.;(toothache)kiespijn. Top, uitsteken, overtretTen, zich verhetren; voltooien; toppen afsnijden ; top; hemel ; bovenste kant ; tol, m. (speeltuig). Toper, zuiplap, m. Topic, onderwerp (van ge�sprek); plaatselijk genees�middel, o..eerst. Topmost, hoogst, bovenst, Topography, topographie, plaa tsbeschrijving, v. Topple, tuimelen,neervallen Topsyturvy, ondersteboven. Torch. toorts, v. Torment, martelen, pijni� gen, folteren ; marteling, pijniging, foltering, v. Torpor, verstijving, ver�dooving, v. Torrent, vloed, sterke stroom, m.; snel rollend. Torrid, verzengend, bran� dend. Tortoise, schildpad, v. Torture, kwellen, martelen; verdraaien ; marteling, pij� niging, v., zielsangst, m. Tory, Tory, m.; conservatief. Toss, gooien, werpen, slin� geren; schokken; veront�rusten ; dobbelen; gooi,worp; schoh, m. Total, gezamelijk bedragen;totaal, geheel, o.; geheel, volsiagen. Totter, waggelen.

. . Touch, aanraken, aanroe�ren, voelen ; bereiken ; be�seffen ; bespelen ; de hand leggen op; aanraking, v.; gevoel ; kenmerk, o.; aan�slag (op piano), m.; aan�doening, v. Tough, gemeene vent, m.; taai, hard, streng, vast�houdend. [spel, o. Tournament, tornooi,steek- Toward, , gewillig, gehoor�zaam ; leerzaanr; brutaal, overmoedig. Towel, handdoek, m. Tower, toren ; burcht, m., kasteel, o. [(mv.), m.Town, stad, v.; stedelingenToy, dartelen, stoeien, spe�len, beuzelen ; speelgoed, o., kleinigheid, beuzelarij,v. Trace, opsporen, uitvor�schen ; schetsen ; door�loopen , doorkruisen ; spoor, teeken, voetspoor, o.; kleine hoeveelheid, v. Trachea luchtpijp, v. Track, het spoor volgen, nagaan ; op sleeptouw ne-men ; spoor, teeken, o., voetindruk ; weg, koers, m.; spoorlijn, v. Trade, handeldrijven, ver�handelen, verruilen ; han�del, m., beroep, bedrijf, ambacht, o. [levering, v. Tradition, traditie, over- Traffic, hamlet drijven, omzetten ; handelsverkeer, o., goederendienst, m. Tragedy, tragedie, v., treur�spel, o. Train, met den trein rei�zen ; zich oefenen (voor een wedstrijd) ; trein, m., reeks, v.; spoortrein, m. Traitor, verrader, trouwe�looze, m. Tramp, trappen, stappen, treden ; dwalen; gestamp, etrappel, o.; voetreis, v.; gandlooper, m. Trance, geestvervoering, v. Tranquil, rustig, kalm.Transaction, transactie, overeenkomst,handelszaak, handeling, uitvoering,daad, v..[overschrijving, v.Transcription, afschrift, o.,Transfer, overdracht, over- lading, v.; overstapkaartje, o.; pont, v..[steken.Transfix, doorboren, door-Transgress, to buiten gaan, overtreden, schenden, zondigen..[kortstondig.Transient, vergankelijk,Translate, vertalen ; ver� plaatsen, overbrengen. Transmit,overlwengen,over�zenden, doorlaten. Transparent, doorzichtig, doorschijnend ; klaarbli j -kel j k. Transpire, uitwasemen, ui t�lekken ; gebeuren. Transport, vervoeren; ver� voer, transport, o.; verruk�king, vervoering, v. Trap, in een val vangen,verstrikken ; val, strik, m.; hinderlaag, v.; mond ; kla�bak, m.

Trash, uitschot, a fval, tuig,o. Travel,.reizen, trekken, zwerven ; voortgang ma-ken ; reis, v.

Traverse,ronddraaien;krui�sen ; doorloopen ; dwars�hout, o.; boei ; gallerij ; wederwaardigheid;streek,v. Trawler, visschersvaartuig, dat met een sleepnet vischt, o.. Jade, v.Tray, schenkblad, o.; tobbe; Treacherous, verraderl ij k . . . Treacle 231 Trouble Treacle, suikerstroop, v..nigheid, beuzeling, v.; (toTread, treden, trappen,.trifle with) voor den gek drukken; wandelen; stap;.houden. hanetred, m.; schrede,trede, Trigger, trekker (geweer), m. Treason, verraad, o..[v. Trill, trillen, schudden; flui-Treasure, vergaren, verza-.ten; trilling, v. melen, als een schat be-Trim, in orde brengen, uit- waren; schat, m..rusten, geschikt maker ; Treat, onthalen; behande-.snoeien; kleeding, v.; op-len, onderhandelen ; het.schik, m. eens worden, een verdrag Trinity, Drieeenheid, v. sluiten ; onthaal, o., trak-Trinket, kleinood, sieraad, tatie, v.. o.; kleinigheid, v. Treaty, verdrag, tractaat, o. Trip, trippelen, huppelen; Treble, verdriedubbelen ;.struikelen; een uitstapje drievoudig; sopraanstem, v. 1 doen ; getrippel, o.; strui-Tree, in een boom jagen; ! keling , v.; uitstapje, o. in verlegenheid brengen; ! Triple, verdrievoudigen; boom, m.. drievoudig, driemaal. Tremble, beven, rillen, tril-Tripod, drievoet, m. len,.sidderen ;.hexing, Trite, alledaagsch,a fgezaagd. vrees, v.. Triumph, triomfeeren, zege-Tremendous, duchtig,won-.pralen, zegevieren; triomf, derli jk, verschrikkeli j 1c. .m. , overwinning, zege, ze-Trench, een sloot graven,.geviering; troefkaart, v.diep graven; inbreuk ma-Trivial, triviaal, plat, onbe- ken; gracht, sloot, grep-.duidend. pel, v.. Troll, voorttrekken; henge-Trepidation, siddering, tril-.len ; roem verspreiden;ling, ontsteltenis, v..medezingen in een beurt-Trespass, overtreden,.tang; beurtzang, m., lied,schenden, misbruik ma-.o.; aardgeest, in.; kunst- ken; overtreding, zonde,.aas, o. v., nadeel, o.. Troop, verzamelen, samen- Trial, verhoor, onderzoek,.scholen; marcheeren; troep, o., proef, beproeving, v..hoop, m., menigte, v. Tribe, klasse, familie, v., Trophy, tropee, v., zege� geslacht, o.. teeken, eerbewijs, o.Tribulation, groot verdriet, Tropic, keerkring, m.; tro- o., zware beproeving, v..pisch..[draf, rn. Tributary, sehatplichtige Trot, draven, hard loopen;staat, m.; zijrivier, v. Troth, trouw, m., geloof, o.,Trick, bedriegen; versieren, waarheid; trouwgelofte, v.opschikken; streek, v., Trouble, verontrusten, las�kunstgreep; slag, trek, m. tig vallen, hinderen, ver-Trickle, zacht droppelen ; driet doen ; onrust, droef�stroompje, o. heid,v.,ongeluk,o.;(trouble- Trifle, lichtzinnig zijn ; klei-some) lastig. Trough; bak, etensbak, m.; schenkblad, o. Trousers (pl.), broek, v. Trout, forel, v. Truant, leeglooper; spijbe�laar, m.; lui, beuzelach�tig, (to play the truant) spijbeten. [opschorting, v. Truce, wapenstilstand, m.; Truck, ruilhandel drijven; ruilhandel, handel; hand�wagen, m.; lorrie, v.; hou�ten wiel, o. True, trouw, eerlijk, stand�vastig, oprecht, natuurlijk. Trump, troeven; verdich�ten ; troefkaart; trompet, v.; kranige vent, m. Trunk, romp, stam; snuit, neus; kotTer, m.; (trunk�line) hoofdlijn (spoor), v. Truss, stijf binden, aan�trekken ; bundel, breuk�band, m. Trust, vertrouwen, geloo�ven; op crediet koopip ; vertrouwen, geloof; crediet, o.; zorg, v.; (trustworthy) betrouwbaar. Truth, waar-, oprechtheid, v.; de ware godsdienst, m. Try, beproeven, onderzoe�ken, verhooren; verleiden ; proef, poging, v. Tryst, vastgestelde bijeen�komst, v., rendez-vows, o. Tub, baden, een kuipbad nemen; tobbe, v., klein vat, o.; kansel, m. Tube, buis, pijp, v. Tumour, gezwel, o., puist, v. Tumult, tumult, o., op-schudding, beroering, op�winding, v., oploop, m. Tun, vat, o., ton, v. Tune, klank, toon, m., wijsje, o., melodie, har�monie; eendracht, v. Tunic, tunica, v., kiel, m.; vlies, o..[v.; vat, o. Tunnel, tunnel; fait; pljp, Turban, tulband, m. Turbid, troebel, drabbig, modderig; onrustig, ver�

stoord. Turbot, tarbot, v. Turbulent, onstuimig, wan� ordelijk, rumoerig, uit�bundig Turf, turf, m.; zode, plag; renbaan, v..[koen, m, Turkey, Turkije, o.; kal-Turkish, Turksch. Turmoil, in beroering zijn; verwarring, v., tumult, o., stoornis, v. Turn, aien, wenden, arakeeren; aanwenden, stich�ten; overhalen, bekeeren; vertalen; overpeinzen; schif�ten, verzuren; walgen; draai, m., omwenteling; strekking, v.; aard, m.

Turncoat, afvallige, m. Turnip, raap, v., knol, m. Turnpike, tolhek, v., slag- boom, m.; wenteltrap, v. Turpentine, terpentijn, v. Turret, torentje, o. [pad, v. Turtle, tortelduif; schild-Tush, sti1 foei Tusk, slagtand, m. Tussle, worstelen, vechten; worsteling, kloppartij, v. Tutor, voogd;onderwijzer,m. Twang, neusklank,m.,scherp geluid; smaakje, o. Twelve, twaalf; (the Twelve) de twaalf Apostelen. Twenty, twintig. Twice, tweemaal. Twig, opletten, �gadeslaan; twijgje, takje, o. Twilight, schemering, v. Twin, tweeting, m. en v.; als tweelingen; dubbel.

Twinkle, fonkelen, flikke�ren, schitteren; schitte�ring, flikkering, v., tril�lend licht; oogenblik, 0., wenk, m. Twist, draaien, vlechten, strengelen, kronkelen, win-den, verdraaien ; draai, m., bocht, v.; touw, koord, o.; kweel, gesjilp, o.; zenuw�achtige gejaagdheid, v. Two, twee; (two-pence) dubbeltje. Type, type, zinnebeeld, ken�teeken,o.; type,drukletter,v. Typhoid, typheus; (typhoid�fever) typheuse koorts; (spotted typhus)vlektyphus.

eetlust, m.. Tyrant, tiran, despoot, ge-Twitter, kweelen, tjilpen;.weldenaar, alleenheer-zenuwachtig bewegen; ge-.scher, m. U. Ubiquitous, alomtegen -. woordig.. Ugly, leelijk, wanstaltig, te�rugstootend ; hatelijk, spij�tig, kwaadaardig. Ulcer, zweer, v.; (ulcerate) zweren. Ultimate, laatste, verste, uiterste; (ultimatum) ulti�matum, eindvoorstel, o., slotverklaring, v. Umbrage, schaduw, v., lommer, o.; verdenking, v.; toorn, m. Umbrella, paraplu, v. Umpire, scheidsrechter, m. Unanimous, eenstemmig,

eenparig. Unawares, plotseling, on�verwacht, onverhoeds. Unbelief, ongeloof, o.; (un�believer) ongeloovige. Uncle, oom; lommerdhou�der, m. Uncouth, vreemd, zonder�ling, onhand ig, onbeholpen. Unction, zalf, zalving, v., oliesel, o.; (unctuous) vet�tig; zalvend. Under, onder, lager dan, beneden, minder. Underdone, niet gaar. Undergo, ondergaan, door-staan, ondervinden, lijden. Underground, onder den grond, onderaardsch. Undermine, ondermijnen, benadeelen. [der. Underneath, beneden, on-. Understand, begri j pen, ver� staan, hooren, vernemen, kennen. Undertake, ondernemen, op zich nemen, belasten ; wa�gen; (undertaker)aannemer. Undo, to niet doen, vernie�tigen, opheffen, losmaken. Undress, ontkleeden; ont�zwachtelen; neglige, o.; klein tenue, v. Undulate, golven, kabbe�len; golvend. Uneven, oneven, ongelijk, oneffen; onbillijk; onge�stadig. Unfold, ontvouwen, nit�spreiden, openbaren; uit de schaapskooi laten. Unicorn, eenhoorn, m. Uniform, uniform, v.; een�vormig, homogeen; onver�anderlijk.

. .

Union 234 Vagabond Union, unie, eendracht, een-Urban, stedelijk. heid, vereeniging, v., ver-Urge, voortdrijven, aan�bond , o. dringen, aansporen, ernstig Unique,eenig,ongeevenaard. Unison, overeenstemming, harmonie, v.; accoord, o.Unit, eenheid, v.Unite, vereenigen, toetreden, een worden. Universe, heelal, o.University, hoogeschool, universiteit, v.; het gansche heelal, o.Unless, tenzij, wanneer niet.. [loos. Unruly, toomeloos, bande-Unscrew, losschroeven. Until, tot. Untitled, onbebouwd. Unto, tot aan. [op de been. Up, aanleggen; op, omhoog,Upbraid, standje maken.Uphill, bergopwaarts; moei- k. Upholsterer, behanger, m. Upon, op, bovenop; om�trent, bij. Upright, gevel, opstand (van een gebouw); paal, pilaar, m.; rechtop ; oprecht. Uproar, oproer, o.; verwar�ring, drukte,, v. [wroeten. Uproot, ontwortelen, om-Upset, omverwerpen, on�dersteboven gooien; over�stuur maken, teleurstellen; geschokt. [taat, einde, o. Upshot, uitkomst, v., resul-Upstart, parvenu, m.

Vacancy, ledigheid, gaping, vacante betrekking, v. Vacation, afstand, m., ver�nietiging; vacantie, v., rust�tijd, m. verzoeken; bewijzen bij�brengen. Urgent, urgent, dringend, noodzakelijk ; verzoekend.Urn, in een urn doen; urn, kruik, v.; theeketel, m.; US, ons. [stembus, v;Usage, gebruik,o.,gewoonte. behandeling ; gewone uit�drukking, v. Use, gebruiken, behande�len ; gewennen ; uitputten gewoonlijk bezoeken ; zich gedragen ; gebruik, nut, o. Usher, inleiden, aanmel�den, aankondigen ; portier ; ceremoniemeester ; deur�waarder ; ondermeester, m. Usual, gewoonlijk, veel�vuldig; gewoon. Usufruct, vruchtgebruik, o. Usurer, woekeraar, m.; (usury) woeker. Usurp, overweldigen. Utensil, gereedschap, werk�tuigen(mv.),o. [aanwenden.Utilise, benuttigen, nuttig Utility, nut, o.,nuttigheid, v.Utmost, uiterste, grootste.Utopian, utopist, droomer, schepper van idealen, m.Utter, in omloop brengen ; uiten, openbaren; volko�men, volstrekt, volslagen. Uvula, huig, v.; uitstekend gedeelte, o. Vaccinate, vaccineeren, in�enten. Vagabond, vagebond, land-looper, zwerver, m.; rond�zwervend, omdolend.

Vagrant, rondzwerver, land-looper, m.; zwervend, zon�der vaste woonplaats. Vague, vaag, onbepaald, twijfelachtig, dubbelzinnig. Vail, verlagen, doen zakken; onderdrukken; fooi, v. Vain, ijdel,nutteloosovaarde�loos, vergeefsch ; dwaas, bedriegl ij k, verwaand. Vale! vallei, V. Valet, bediende, m. Valetudinarian, ziekelijk persoon, m. Valiant, moedig, dapper, hel d ha ftig, onversaagd. Valid, krachtig, sterk, depig�delijk, geldig, bindend. Valley, dal, o. Valour, dapperheid, onver�sehrok ken heid, v., moed, m. Value, waard zijn, schatten, achten,waardeeren;waarde, beteekenis, v., prijs, m. Valve, klep, v., vleugel (van een deur), m. Vampire, vampier, uitzui�ger, m. Van, voorhoede, v.; smal�deel, a.; reiswagen, goede�renwagen, m. Vane , weerhaan, m., wind�vaan, v. Vanguard, voorhoede, v. Vanish, verdwijnen. Vanity, ijdelheid, v., dwaze trots, m., kleinigheid,vruch�telooze poging, v. Vanquish, overwinnen, weerleggen. Vapour,verdampen; bluffen; damp; ijdele waan, m.; (vapours) zenuwach tige gril�len (mv.), v. Variable, veranderlijk, on�gestadig, wuft.Variance, verandering, v., verschil; geschil,o.,twist,m. Variety, varieteit, verschei�denheid, veelzijdigheid, v., verschil, o. Varnish, vernissen, verlak�ken, verglazen; vertoon maken; vernis,verlak; uiter�lijk vertoon, o. Vase, vaas, v., vat, o. Vast, groot, uitgestrekt, gren�zenloos, onmetelijk. Vault, verwulven, overwel�ven; voltigeeren; gewelf, hol, o., kerker; kelder, m., gewelfd vertrek, o.; groote sprong, m. Vaunt, bluffen, zich beroe�men ; gebluf, o., pocherij, v. Veal, kalfsvleesch, o.; (veal� tea) kalfsbouillon. Veer, vieren, draaien, wen-den, van koers veranderen. Vegetable, plantaardig ; (vegetable-kingdom) plan�tenri j k. Vegetarian, vegetarier, m. Vehement, hevig, geweldig, onstuimig, vurig. Vehicle, voertuig, o.Veil, sluier, m., voile, v., masker, o. Vein, ader ; streep; holte; stemming, luim, v. Vellum, fijn perkament, o. Velvet, met fluweel beklee� den ; fluweel, o. Venerable, eerwaardig. Veneration, vereering, v., eerbied, m. ontzag, o. Venetian, Venetiaan, m.; (Venetian-blind) jaloezie, zonneblind. Vengeance, wraak, v.; (vengeful) wraakzuchtig.Venial, vergeeflij k. Venison, wildbraad, o. Venom, vergiftigen; vergift, venijn, o., kwaadaardig�heid, v.

Vent, uitlaten, doorlaten, uiting geven,bekend maken; kleine opening, v., luchtgat, o.; uiting, v. [m. Ventriloquist, buikspreker, Venture, wagen, onderne�men, op het spel zetten ; waagstuk, o.; inzet, m., kans, v. [heidsliefde, v. Veracity, waarheid, waar- Verb, werkwoord, o.; (verbal) woordelijk, letterlijk ; van een werkwoord afgeleid. Verdant, bloeiend, groen ; onervaren. Verdict, uitspraak, beslis�sing, v., vonnis, o. Verger, koster, kerkedie�naar, stafdrager, m. Verify, verifieeren, de juist-hei nagaan, keuren, waar�maken, handhaven. Verily, waarlijk, waarachtig, voorwaar. Verity, waarheid, staving door feiten, v. Vermifuge, wormmiddel, o. Vermin, kruipend dier, on� gedierte, gebroed, o. Vernal, van de lente, tot de jeugd behoorend. Versatile, veranderlijk, on-vast, veelzijdig. Verse, verzen maken; vers, o., poezie ; strophe, vers�maat, v., versregel, m. Vertex, toppunt, hoogste punt, o. [recht. Vertical, verticaal, lood-Verve, geestdrift, v., vuur, o. Very, werkelijk, waar, zelfs, echt ; zeer, in hooge mate. Vesper, avondster,v., avond, m.; (vespers) de vesper. Vessel, bloedvat ; schip, vaartuig; instrument, o. Vestige, spoor, o., indruk, m.; overblijfsel, o. Vestry, consistoriekamer, kerkekamer, v. Veterinarian, veearts, m' Vexation, ergernis, kwel� ling, plaag, v. Vibrate,slingeren,schomme-len, golven, trillen, klinken.Vicar, vicaris, waarnemend prediker, predikant, m.Vice, ondeugd, fout, v. Vicinity, nabuurschap, om� streken (mv.), v. Vicious, leelijk, gebrekkig, bedorven, ondeugend, on-rein ; boosaardig. Vicissitude, afwisseling, wisselvalligheid, v. Victim, slachtofrer, o., dupe, m. en v. Victor, overwinnaar, m. Victuals (pl.), levensmidde� len (mv.), voedsel, o., mond� voorraad, m. Vie, wedij veren, m-ededingen. View, men, aanschouwen, beschouwen, nagaan ; ge�zicht, uitzicht, inzicht, oor�deel, o., meening, v. Vigil, waakzaamheid, slape�loosheid, v. Vigour. krocht, sterkte ; wel�varendheid ; hevigheid, v. Vile, laag,verachtelijk,snood, gering, waardeloos. Village, dorp, o.; dorpsch.Villain, schurk, lij feigene,m.; (villainous) schurkachtig. Vindicate, handhaven, ver�dedigen, steunen, recht�vaardigen. Vine, wijnstok, wingerd, wijnrank,m.;(vintner)wijn�handelaar. Vinegar, met azijn wrijven ; azijn, m.; zuur, norsch. Violate, schenden, onteeren, verkrachten, ontheiligen, ontwijden, verstoren.

Violent, met kracht aandrin�gen ; geweldig, hevig, drif�tig, beleedigend. [paars. Violet, viooltje, o.; violet, Violin, viool, v.; (violinist) violist. [mensch, m. Viper, adder, v.; verachtelijk Virgin, maagd, v.; kuische man, m.; maagdelijk, rein, onbevlekt ; onontgonnen ; (the Holy Virgin) de Heilige Maagd. Virile, mannelijk, manbaar. Virtue, deugd, kracht, dap-perheid, voortreffelijkheid ; reinheid, kuischheid, v. Virulent, venijnig, kwaad�aardig, bitter. Visage, gelaat, gezicht, o. Visible, zichtbaar, duidelij k. Vision, visioen, spookbeeld, o., verschijning,v.;gezicht,o. Visit, bezoeken, visiteeren, overvallen ; bezoek, o., in�spectie, v. Visor, vizier, o..[laan, v. Vista, uitzicht, verschiet, o.; Vital, voor 't leven noodig, onmisbaar, van 't leven. Vitrify, verglazen. Vivacious, levendig, opge� wekt, levenskrachtig. Vivid? levendig, krachtig, rea 1 istisch. Vivisection, vivisectie, ont�leding van 't levend dier, v. Vixen, wijfjesvos, m.; helle� veeg, v. Vocabulary, woordenboek, o., woordenlijst; woorden�kennis, v. Vocation, roeping, oproe�ping, v., beroep, o. Vociferate, uitroepen, luid schreeuwen, galmen..[v. Vogue, zwang (in), m., mode, Voice, uiting geven aan ; stem, v., geluid; oordeel; bevel, o.; stemming, v. Void,ledigen,ontruimen,ont�lasten ; ledige ruimte, v. Volatile, vluchtig, vervlie� gend; ongedurig, dartel. Volcano, vulkaan, m. Volley, losbarsten ; salvo, o., losbarsting, v. [ziek. Voluble,woordenrijk,praat-Voluminous, omvangrijk, uitgebreid, groot. Voluntary, vrijwilliger; or�gelsolo voor of na den kerkdienst gespeeld, m. Volunteer, zijn dienst aan�bieden ; vrijwilliger, m.; vrijwillig in dienst tredend. Voluptuous, wellustig, zin�nelijk. Vomit, braken, uitbraken; braaksel, braakmiddel, o. Voracity, gulzigheid, vraat� zucht, v. Vortex, dwarrelwind, draaikolk, v. [wijd. Votary, ordebroeder, m.; ge-Vote, stemmen, kiezen, ver� klaren ; stem, v., stemrecht ; artikel, onderdeel, o. Vouch,waarborgen,verzeke�ren, handhaven, getuigenis afleggen ; waarborg, m., ge�tuigenis, v. Vouchsafe, toestaan, waar�borgen, zich verwaardigen. Vow, een gelofte doen, be�loven, afzweren; gelofte, be�lofte, v. Vowel, klinker, m. Voyage, reizen, bereizen, bevaren ; zeereis, v. Vulgar, grauw, gemeen, o., groote hoop, m.; gewoon ; Iaag, gemeen. [wondbaar. Vulnerable, kwetsbaar, Vulture, Bier, m.

W. Wadding, watten (mv.), v.; opvulsel, o. Waddle,waggelen,met kleine pasjes loopen ; waggelende gang, m. [baggeren. Wade, waden, koorwaden, Wafer, ouwelen, dichtplak�ken ; ouwel, m.; wafel, v. Waft, dragen, overbrengen, drijven; seinen ; wenk, m., sein, o. Wag, kwispelstaarten; grap�penmaker, spotvogel, m. Wage, wagen; borgtocht nemen ; loon, o., betaling, v.; (wager) weddingschap.

Wages (pl.), loon, o., beloo�ning, v. [m. Wagon,wagon,vrachtwagen, Wagtail, kwikstaartje, o.; lichtekooi, v. Waif, zwerver, daklooze, m.; gevonden voorwerp, o. Wail, weeklagen, beweenen; weeklacht, v. [m. Wain, wagen, vrachtwagen, Wainscot, met hout be� schieten ; lambriseering, v., wagenschot, o. Waist, keursje, m iddel (van 't lichaam),o.;(waistcoat) vest. Wait, wachten ; bedienen ; vergezellen; wachttijd, m.; hinderlaag, v. Waiter, kellner, koffiehuis�bediende, Jan; stomme�knecht, m. Waits (pl.), rondtrekkende Kerstzangers (mv.), m. Wake, waken, wakker zijn, opblijven ; wakker worden, wekken ; waak, v.; zog (van een schip),spoor,o. [(schip). Wale, slriemen; striem,rib,v. Walk, wandelen,gaan; slaap�wandelen ; zich gedragen ; wandeling ; levenswijze, v. Wall, ommuren, versterken; muur, wand, wal, m. Wallow, rollen, woelen, zich wentelen ; zondig Leven lei-den ; waggelende gang, m.

Walnut, walnoot, v. Waltz, walsen ; wals, v. Wan, bleek worden; bleek,

flets, ziekelijk. Wand, roede, v., staf, toover�staf, m. Wander, zwerven, ronddo�len, afdwalen. Wane, afnemen, verminde� -ren ; vermindering, afne�ming, v.

Want, ontberen, behoeven, verlangen, wenschen; ,ge�brek, geniis, o., behoefte, armoede, v. Wanton, dartelen, stoeien ; weelderig opgroeien; licht�mis, m., bedorven schepsel, o.; losbandig, speelsch, wulpsch, brooddron ken. War, ten strijde trekken ; oorlog, strijd, m., vijande�lijkheid, v. Warble, kweelen, trillen, zin�gen ; gekweel, lied, o. Ward, bewa ken, beschermen; terugdrijven ; bewaki ng, wach t,verdediging,v.,garni�zoen, o.; voogdijschap, v. Warden, bewaker, bewaar�der, custos, m. Ware, waren (mv.), v., goede�ren (mv.), o.; zeewier, o. Warfare, oorlog voeren, strijden ; strijd, m.; vijan�delijkheden (mv.), v. Warm, verwarmen, verle�vendigen, doen gloeien; (warmth) warmte; verwar�ming, v. [gen, bevelen. Warn, waarschuwen,aanzeg- Warp, krimpen, kromtrek�ken; afwijken; verergeren; inundeeren; schering; kron�keling ; slib, v. Warrant,waarborgen,mach�tigen, bekrachtigen, betui�gen ; volmacht, machtiging, v.; proces-verbaal, o.; wet�tigheid, v. Warren, konijnenpark, o., warande, v. Warrior, krijgsman, soldaat, Wart, wrat, v. [m. Wary, omzichtig, behoed�zaam, voorzichtig. Wash, wasschen, a fspoelen, uitwisschen, reinigen ; wasch ; spoeling ; kabbe�ling, v., golfslag, m.; moe�ras, o. Wasp, wesp, v. Wassail, drinken, drinkge�lag houden ; drinkgelag, o. Waste, verwoesten, vernie�len, verspillen, verteren ; kwijnen; beschadigen; ver�woesting, verspilling, v.; afval, o.; woest, verwoest, eenzaam, waardeloos. Watch, waken, bewaken, wacht houden; wacht, waakzaamheid, schild�wacht, v.; uurwerk, hor�loge, o. Water, besproeien, nat ma-ken, van water voorzien; watertanden; water, o., zee, rivier, v.; glans (van edelsteenen), m. Waterproof, voor water ondoordringbaar maken ; waterdicht; regenmantel,m. Wattle, met twijgen vlech- ten; horde, v.; teenen twijgje, o. Wave, golven, wapperen, wuiven, wenken ; golf, baar, golving, v.; troepmenschen, m. Wax, lakken, wassen, wrij�ven; toenemen; was, lak, o.; woede, v. Way, weg; voortgang, af�stand ; levensloop, m.; plan, o.; manier, wijze, gewoonte, v. Wayward, eigenzinnig, dwars, grillig. We, wij ; (it is we) wij zijn het. Weak, zwak, uitgeput, broos, gebrekkig ; (to weaken) ver�zwakken, verslappen. Weal, met strepen merken ;striem, streep, v.; welziju, geluk, o. [m. Wealth, rijkdom, overvloed, Wean, spenen, afwennen, vervreemden; gespeend kind, o. [prikkel, m. Weapon, wapen, o.; doorn, Wear, laten groeien, dragen, afshiten ; slijtage, mode, v. Weary, vermoeid, uitgeput, mat, rampzalig, levens�moede. Weasel, wezel, v. Weather, zich goed houden, overwinnen ; weder, o. Weave, weven, samenwe�ven, spinnen. Web, weefsel, o., webbe, v. en o.� zwemvlies, o. Wed, 'huwen, trouwen sa�mensnoeren ; (wedding) huwelijksfeest, o., brui�loft, v. Wedge, een wig indrijven; wig, v., staafje, o. Wedlock, huwelijk, o. Wednesday, Woensdag, m.

Weed, wieden, uitroeien, uitrukken; onkruid, o.; tabak, v.; gewaad,o.;(weeds) weduwenrouw, m. Week, week, v., weekgeld, o., werkdagen (mv.), m. Weep, schreien, weenen ; doen neerhangen; (weeping� willow) Weigh, wegen, overwegen, schatten, hoogachten ; (weight) gewicht, o., zwaar�te, v. Weird, noodlot, o., betoo�vering, v.; bovennatuur�lijk, wild. Welcome, verwelkomen; welkom, o., vriendelijke ontvangst, v. Welfare, welvaart, v., voor�spoed, m. Well, wel, joist; goed, gezond ; geluk, o., voor-spoed, m.; welput, bron, v. West, Westen, o.; westelijk. Wet, bevochtigen, doorwee�ken; dronken maken; vocht, vochtig weenhapje,slokje,o. Whale, walvisch, m.;(whale�bone) balein, o. Wharf, werf, kade, v. What, wat, welk, hoe, zulks. Wheat, tarwe, v. Wheedle, flikflooien, vleien, bepraten ; verlokking, vleierij, v. Wheel, wentelen, rond�draaien, zvvenken ; kruien; wiel, rad, o.; omdraaiing, v. Whelp, jongen werpen; welp, Jong dier, 0.; jonge man, guit, m. When, wanneer, toen, als. Whence, vanwaar, waaruit. Where, waar, waarheen, alwaar; nahij welke plaats. Whet, wetten, scherp ma-ken, prikkelen. Whether, hetzij, of. Which, welk, hetwelk, die, dat, welke. Whiff, dampen, rook uit�blazen; haaltje, trekje (aan pijp), o.; ademtocht ; haas�tige blik, m. Whig, Whig, liberaal, m. While, verdrijven, korten ; tijd, m., tijdruimte, poos, v.; terwijl. Whilst, terwijl. Whim, gril, kuur, v.; windas, o., kaapstander; m.; (whim�sical) grillig. Whine, jammeren, kermen, huilen ; gejammer, gekerm, geweeklaag, o. Whip, snel bewegen ; grij�pen ; ronddraaien ; geese�len, zweepen, sarcastisch behandelen; zweep, v.; koetsier, m. Whir, snorren, gonzen; ge�snor, gegons, o. Whirl, snel ronddraaien, dwarrelen; dwarrelwind, m.; spinnewiel, o. Whisk, vegen, borstelen ; roeren ; kloppen ; zich snel bewegen ; veeg, snelle be�weging, v.; eierklopper, m.

Whisker, bakkebaard, m., snor (van een kat), v. Whiskey, whiskey, koren�brandewijn, m. Whisper, tluisteren; gefluis�ter, geruisch, o., wenk, m. Whist, whist, o. Whistle, fluiten, gieren; ge�fluit, gegier, fluitje, o. Whit, weinigje, o., jota, zier, v. White, pleisteren, witten ; witte kleur, v.; mikpunt, o.; wit, rein, zuiver, vlek�keloos ; (to whitewash) witten. Whither, werwaarts, waar� been. [zeer, o. Whitlow, fijt, v.; klauw-Whitsunday, Pinksterzon-Who, wie, die. [dag, m. Whole, geheel, o.; geheel ; (wholesale) in het groot. Wholesome, gezond, heil�zaam. Whoop, naschreeuwen, uit�jouwen ; (whooping-cough) kinkhoest, m. Why, reden, oorzaak, v.,doel, o.; waartoe, waarom. Wick, kaarsepit, v. Wicked, slecht, zondig, goddeloos,ondeugend,boos�aardig. Wide, breed, ruim, uitge�strekt, breed; (width) wijd-te, breedte, V. Widow, tot weduwe maken ; berooven ; weduwe, v.; (widower) weduwnaar. Wife, vrouw, echtgenoote, v. Wig, een uitbrander geven ;pruik, v. Wild, wildernis, v.; wild, woest, bloeddorstig, los�zinnig, roekeloos: Wilderness, wildernis, woestenij, v. Wile, slimme streek, list, v. Will, willen, wenschen, be- geeren, bevelen ; vermaken ; wil, m., wilskracht, wille�keur, v.; testament, o. Willow, wilg, v., wilgetak, m. Win, winnen, overwinnen, behalen, inhalen, gunstig stemmen; overwinning, v., succes, o. Wince, terugdeinzen, ineen�krimpen; schoppen. Wind, aan den wind bloot�stelien, ventileeren ; ruiken; wind, m., lucht, ademha�ling, v.; maagkuil, m. Windfall, meevallertje, bui�tenkansje, o. Windmill, windmolen, m. Window, venster, o. Windpipe luchtpijp, v. Wine, wijn, m.; dronken�schap, v. Wing, bevleugelen, vliegen, doorvliegen ; vleugel, m., vlerk, viucht, snelheid ; mo�lenwiek, v. Wink, wenken, knipoogen; wenk, m., knipoogje; oogen- o. [schiften. Winnow, wannen, ziften, Winter, overwinteren, den winter overhouden ; winter; onaangename tijd, m. Wipe, vegen, afwisschen ; be�driegen;veeg;smaad,hoon,m Wire, aanrijgen ; in een ijze�ren strik vangen; telegra�pheeren; telegram; ijzer�draad, o.; (barbed wire) prikkeldraad. [schap, v. Wisdom, wijsheid, weten- Wise, wijs, verstandig, ern�stig, bekwaam; ervaren, ge�leerd. Wish, wenschen, hopen ; ver�wenschen ; wensch, m., ver�langen, o., begeerte, v. Wit, weten ; kennis, v., ver�stand, vernuft, o., rede ; scherpzinnigheid, geestig�heid, v.; humorist, m. Witch, beheksen, betoove�ren ; heks; tooverij, betoo�vering, v. iffith,met,mede,bilvan,door. Withdraw, terugtrekken, weggaan, terugnemen, ont�trekken. [ren, vernietigen. Wither, verwelken, verdor-Withhold , weerhouden, ont�houden, onttrekken. Within, binnen, van binnen, inwendig.

Without, zonder, van buiten, uitwendig; onafhankelijk van. Witness, getuige zijn van, ondervinden, beleven ; ge� tuige, m., getuigenis, oor� konde, v. [laar, m. Wizard, toovenaar, gooche-Woe, smart,v.,verdriet,wee,o Wolf, wolf; wreedaardig mensch, m. [bediende, v. Woman, vrouw; vrouwelijkeWomb, omsluiten, bevatten, koesteren; schoot, m. Wonder, zich verwonderen, verbaasd zijn; nieuwsgie� rig zijn ; wonder, o., verba� zing, bewondering, v. WOnt,gewend zijn; gewoonte, v., gebruik, o. Wood, van hout voarzien; hout; woud, bosch, o. Wool, wol, v., bont, o. Word, woord, gesprek ; be�richt ; bevel, wachtwoord ; motto, o.; uitdrukking, v.Work, werkep; werk, o., taak,onderneming, inspanning, v., (workman) werkman. Workhouse, werkhuis, o. World, wereld, aarde, v.,heelal ; aardsch bestaan, menschelijk geslacht, o.;menigte, v.; levenskring, m.Worm, op slinksche wegengaan,kruipend vooruitgaan;worm, m., larf, v.; stumper, m.; gewetenswroeging, v.Worry, kwellen, tobben, pla� gen ; rukken ; uitputten; kwelling, v., angst,m.;druk� te, v. Worship, eerbiedigen, ver� eeren, aanbidden; eerbied, m.; waardigheid; aanbid� ding, vereermg, v, Worsted, sajet, v. en o. Wort, kruid, o. Worth, waardig maken;waard,waardig; verdienste,waarde,v.;(worthy)waardigWound, wonden, kwetsen,schaden; wond, smart, be�schadiging, v. [spoo.k, o.Wraith, geestverschijning,v.,Wrangle, kijven; gekijf, o., ruzie, v. Wrap, samenvouwen, bedek�ken, omringen, oprollen;omhulsel, o., deken, man� tel, m. [m.Wrath, gramschap, v., toorn, Wreath, krans, kring, m. Wreck, stranden,schipbreuklijden, te gronde gaan, ver�rnetigen ; wrak, wrakhout,overblijfsel,o.,ondergang,m Wren, winterkoninkje, o. Wrench, verdraaien,verst ui� ken ; afpersen ; verdraaiing, verstuiking, v., ruk; schroef, sleutel, m. [worsteling, v. Wrestle, worstelen, strijden; Wretch,ellendeling,ongeluk� kige, m.;(wretched)ellendig, ongelukkig. Wrinkle, rimpelen, plooien,vouwen ; rimpel, m., plooi, vouw, v. Wrist, handgewricht, o.; (wristband) manchet. Writ, besluit, bevel, o., schrif� telijke opdracht, v.; (Holy Writ) de Heilige Schrift. Write, schrijven,beschrijven,verklaren, inprenten, doorteekenen te kennen geven.Writhe, verwringen, ver�draaien,verkeerd toepassen.Wrong, verongelijken, on�recht doen ; onrecht, o., on�rechtmatige daad, overtre�ding, v.; nadeel,o.; verkeerd.Wroth, verbitterd, toornig.Wry, scheef, verdraaid, ver� keerd.

x. Xebec, driemaster op de Xylograph, houtsneegravu-Middellandsche zee, m..re, v. Xiphoid, zwaardvormig..X yloid, houtachtig. Y. Yacht, in een jacht varen ; jacht, o. Yankee, Amerikaan, m. Yard, op een erf plaatsen ; Engelsche maat, v.; erf, o., serf, v. Yarn, garen, o., draad, m.; langdradig verhaal, o. Yawn, gapen, geeuwen, wijd opendoen; gaping, v.,geeuw, m..rwaar, zeker. Yea, bevestiging, v.; voor-Year, jaar, o.; (years) ouder� dom, leeftijd. Yearn, reikhalzen, vurig e r langen; diep medelijdenYeast, gist, V. [voelen.Yell, gillen, huilen; gil, in. Yellow, geel maken ; geel, o., dooier, m.; geel, gouden ; ijverzuchtig. [geblaf, o. Yelp, keffen, blaffen ; gekef, Yeoman, heereboer; huur- Boer ; gemeen soldaat, m.Yes, ja.Yesterday, gisteren.Yet, al, bovendien, verder, thans, vooralsnog,nochtans, echter ; (not yet) nog niet.Yew, taxis, m. Yield, voortbrengen, opbren� gen, afwerpen; vergunnen, toestaan ; zwichten. Yoke, onder 't juk brengen, vereenigen ; juk ; span, o.; slavernij, onderwerping, v. Yolk, dooier, m. Yore, lang geleden ; (in days

of yore) in vroeger dagen. You, gij, u, gijlieden, ulieden.Young, jong, o.;jongjeugdig, frisch, groen, flink, onerva� ren. [uwe.Your, uw; (yours) de uwe, het YOuth,jeugd, v., jongeling,m. Yule, kersttijd, m.

Z. Zeal, ijver, m., geestdrift, Zigzag, zigzagsgewijze voor�drijverij,v.;(zealous)ijverig, uitkomen � zigzag , in. vurig. [ver, ijveraar, m. Zealot, zeloot, dweper, drij-Zebra, zebra, m. Zenith, zenith, toppunt, o.Zero, nul, v., nulpunt, o. Zest, sinaasappelschil, note� schil, v.; genot, welgevallen, o.; geur, m. Zinc, met zink dekken; zink, o. Zodiac, dierenriem, m. Zone, zone, v., aardgordel, omtrek, m.; luchtstreek, v. Zoology, zoologie, dierkun�de, v.; (zoological gardens) dierentuin, m.

Bij de Uitgevers dezes verscheen mede: QUANJERS

FRAISCII W001110110E1

FRANSCH-NEDERLANDSCH EN NEDERLANDSCH-FRANSCH Bij de Uitgevers dezes verscheen mede: QUANJERS BUITSCH WOORDENBOR

DUITSCH-NEDERLANDSCH EN NEDERLANDSCH-DUITSCH (11 Bij de Uitgevers dezes verscheen mede: QUA NJE RS ITIERTALIG BOEHM

BEVATTENDE NEDERLANDSCH � FRANSCH DUITSCH � ENGELSCH Bij de Uitgevers dezes verscheen mede: QUANJERS VIERTALIG WOOR . ENB011i

BEVATTEN DE NEDERLANDSCH � FRANSCH � DUITSCH � ENGELSCH

EN FRANSCH-NEDERLANDSCH D TUTS CH- NE DERLA ND S CH ENGELSCH-NEDERLANDSCH Bij de Uitgevers dezes verscheen mede en is in elken boekhandel verkrijgbaar: FELIX DARN, Ein Kampf um Rom. AUTORISIERTE AUSGABE fur Holland and Kolonien. Das gauze vollstandige Werk von nahezu 1000 Seiten, 4 Theile in einem Bande

Nur f/ 2.50

Bij de Uitgevers dezes verscheen mede en is in elken boekhandel verkrijgbaar: EDW. STILGEBATTER, GOtz Krafft, DIE GESCHICHTE EINER JUGEND. Vollstandige, autorisierte Ausgabe fiir Holland and Kolonien. Das ganze Werk von nahezu 1000 Seiten, 4 Theile in einem Bande

Nur fl 2.90. Bij de Uitgevers dezes verseheen mede en is in elken boekhandel verkrijgbaar: HERMANN SUDERMANN. Frau Sorge. AUTORISIERTE AUSGABE fiir Holland and Kolonien. Prijs in Prachtband fl 1.50. Bij de Uitgevers dezes verscheen mede en is in elken boekhandel verkrijgbaar: HERMANN SUDERMANN, Der Katzensteg.

AUTORISIERTE AUSGABE fur Holland and Kolonien. Prijs in Prachtband f11.50. QUA NJERS ENGELSCH WOORDENBOEK

QUANJERS Welsch Woordodoe/

NEDERLANDSCH-ENGELSCH 's-GRAVENHAGE BLANKWAARDT 6:4 SCHOONIInVPN

Om de Hollandsche woordenlijst van dit Zakwoordenboek samen te stellen, heb ik mij bediend van DE VRIES en TE WINKEL, terwijl voor de Engelsche gebruik gemaakt wend van CASSELL's �English Dictionary". De verkortingen zijn : m voor het mannelijk, v voor het vrouwelijk, o voor het onzijdig, mu voor het meervoud.

Het teeken (; ) dient om de woorden van meer uiteenloopende beteekenis te scheiden. Rijswijk (Z.-H.).. TH. A. QUANJER. A.

Aaien, to stroke, caress.Aak (vaartuig), m., flat-bottomed boat. Aal (visch), m., eel. Aalbes, v., currant; (roode) red �; (witte) white �; (zwarte) black currant. Aalmoes, v., alms. Aalmoezenier,m.,almoncr, chaplain.Aambeeld, o., anvil. Aambei,v.,hemorrhoid,pilesAamborstig, asthmatic, short-breathed. Aan, to, at, in, on, near.Aanbassen, to bark at. Aanbelanden, to arrive at, come. [weight.Aanbelang, o., importance,Aanbesteden, to make a contract. ,Aanbevelen,to recommend.Aanbevelenswaard, re- commendable. [adorably.Aanbiddelijk, adorable, Aanbidden, to adore, wor�ship.Aanbieden, to offer, present. Aanblik,m.,sight,look,aspect Aanbod, o., offer, tender.Aanbotsing, v., collision, shock..[building.Aanbouw, m., construction,Aanbranden, to burn. Aanbreien, to knit on. Aanbreken, to begin; dawn; appear ; open. Aanbrengen,to bring,carry, place..[bringing.Aanbrengst, v., supply,Aandacht, v., attention, de�votion.. [part.Aandeel, o., portion ; share;Aandenken, o., memory, remembrance, keepsake.Aandienen, to announce. Aandikken, to thicken. Aandoen, to put on, cause; touch ; affect.Aandoening, v., emotion.Aandrang, m., persistency, pressure ; earnestness.Aandrift, v., impulse.Aandrijven, to drive on, come floating, incite.Aandringen, to urge, push, insist.. [dicate.Aanduiden, to denote, in-Aaneen, together, success� ively, at a stretch.Aaneenbinden, to tie to-gether, bind.Aaneenblijven, to remain joined together.Aaneengeschakeld, link- ed together.Aaneengesloten, closely joined together.Aanfokken, to raise; breed. Aangaan, to approach ; to make a noise; to contract. Aangaande, concerning, as for, as to �, with regard to.Aangapen, to gape at.

Aangebedene, v., person who is adored. Aangeboren, innate, in�herent, natural. Aangedaan,moved,affected, touched. Aangeorfd, inherited. Aangehuwd, by marriage.Aangeklaagde, m., defen- dant, accused.Aangelegenheid, v., affair, matter, interest.Aangemerkt, since, con� sidered..[pleasant.Aangenaam, agreeable,Aangenomen, supposing ; adopted..[marriage.Aangetrouwd, ailed by Aangeven, to inform ; hand, give. [nance.Aangezicht,o., face, counte-Aangezichtspijn, v., tic, neuralgia. [sidered, since. AangeZ len , seeing that, con-Aangifte, v., declaration ; accusation. [jacent.

Aangrenzend,adjoining,ad- Aangrijnzen, to grin at. Aangrijpen, to seize, attack.Aangroei, m., growth, in�crease. [attach.Aanhaken, to hook, fasten,Aanhalen, to draw to ; tighten (a knot); coax.

Aanhalig,coaxing,attractive. Aanhalingsteeken,o.,quo- tation marks..[ers.Aanhang, m., party, follow-Aanhanger, m., partisan, follower, adherent.Aanhangsel, o., appendix, supplement..[taching.Aanhankelijk, devoted, at�AanheChtingspunt,o.point of connection. Aanhechtsel, o., affixion. Aanhef, m., beginning, in� tonation, exordium.

2.Aanlokkelijk Aanhitsen, to incite, stimu-late. [appurtenant.Aanhoorig, belonging to, Aanhouden, to keep, stop; prolong ; continue.Aanhoudend, continual.

Aanhouding, v., arrest, seizure ; continuation.Aanhuppelen, to come on frisking, hop forward. Aankalken, to mark ; coat with lime..[pose.Aankanten (zich), to op-Aankijken, to look at, re� gard. [charge.Aanklacht, v., accusation,Aanklager, m., accuser, plaintiff.Aanklampen, to clutch, buttonhole, accost ; fasten.Aankleeden, to dress. Aankleven, to adhere, stick to, be attached. [apply to.Aankloppen, to knock at, toAanknoopen, to enter into ; button together..[comer.Aankomelmg, m., new- Aankomend, growing up ; arriving.Aankomst, v., arrival.Aankondigen, to announce, inform, intimate.Aankoop, m., purchase.Aankoppelen, to couple; (koppeling) match-making.Aankrijgen, to get on. Aankweek, m., cultivation.Aanleg, m., park; natural disposition; plan.Aanleggen, to apply; aim.Aanlegplaats, v., landing- stage ; relay..[en.

Aanlengen, to dilute, weak-Aanleiding, v., motive, in ducement, reason, occasion Aanliggend, adjacent. Aanlokkelijk, alluring, attractive, tempting.

Aanlokken, to allure, at-Aanraking,v.,touch,contact. tract, charm, decoy. Aanranding, v., assailing, Aanloop, m., run, start. attack. Aanmaak, m., fabrication, Aanrechtbank, v., dresser. making..[tion, urging. Aanreiken, to pass, reach. Aanmaning, v., admoni-Aanrekenen, to blame for. Aanmarsch, m., marching Aanrichten, to cause, effect. on, approach. Aanrit, m., onset..[call.Aanmatigen (zich), to ar-Aanroepen, to invoke. rogate pretend to. Aanroeren, to touch upon,Aanmelden, to announce. mention, hint at.Aanmengen, to mix, dilute. Aanrollen, to come rolling. Aanmerkelijk, consider-Aanrukken, to draw nearer, able, considerably. approach, advance.Aanmerken, to remark, ob-Aanschaffing,v.,procuring. serve, note. furnishing.Aanmeten, to measure for. Aanschakelen, to link, con-Aanminnig, lovely, sweet, nect, couple..[bel). charming. Aanschellen, to ring (the Aanmoediging, v., encou-Aanschijn, o., appearance, ragement, favour. face, countenance.Aanmonsteren, to enroll, Aanschouwelijkheid, v., encircle, enlist..[stamp. clearness, visibleness.Aanmunten, to coin, mint, Aanschouwen, to behold, Aannaaien, to sew on. contemplate, see.Aannemelijk, acceptable. Aanschrijving, v., written Aannemen, to take, admit, order,notification,mandate. accept, adopt. Aanslaan, to hit; salute. Aannemer, m., contractor. Aanslag, m., attempt; touchAanpakken, to attack, seize. (piano); assessment (tax).Aanpassen, to try on, fit, Aanslagbiljet, o., assess- adjust..[light a pipe. ment. Aanpijpen, to have a smoke, Aansleepen, to drag along.Aanplakbiljet, o., poster, Aanslijpen, to sharpen. placard. Aansluipen, to steal near,Aanplant, m., plantation. sneak along..[junction.Aanplempen, to fill up, Aansluiting, v., connection, make full. [on, stimulate. Aanspannen, to harness,Aanporren, to urge on, insist put the horses to theAanpoten, to plant. carriage..[gether. Aanpraten, to persuade, ad-Aanspijkeren, to nail to� vocate, tattle on. Aanspoelen, to drift ashore Aanpreeken, to persuade. Aansporen, to urge, goad,Aanprijzen, to praise, re-encourage. commend, preach up. Aanspraak, v., pretention;Aanpunten, to sharpen, speech. [dress, speak to. point. Aanspreken, to accost, ad�Aanraden,to advise,counsel. Aanspreker,m.,undertaker. Aanstaan, to please, suit. Aanstaande, coming, next.Aanstalte, v., preparation.Aanstampen, to ram in. Aanstappen, to mend one's pace..[face, gaze at.Aanstaren, to look in the Aanstekelijk, contagious, catching, infectious. [feet.Aansteken, to fire, light; in-Aanstel len, to appoint, take on. [commission (officier).Aanstelling, v., nomination,Aansterken, to get stronger. Aanstippen, to mention; touch.. [cite.Aanstoken, to stir up, in-Aanstonds, immediately.Aanstoot, m., shock, scan- dal, offence..[shocking.Aanstootelijk, scandalous, Aanstrepen, to underline, mark. [nish over.Aanstrijken, to strike, var-Aantal, o., number, mul� titude. Aantasten, to assail, affect.Aanteekenen, to take notes. Aantijging, v., imputation, intimation. Aantocht, m., approach. Aantoonen, to indicate, de�monstrate. Aantrede, v., step. Aantreffen, to meet, find.Aantrekkelijk, charming, attractive. Aantrekking, v., attraction. Aantrekkingskracht, v., attractive power.Aanvaarden, to accept, re� ceive with favours. Aanvaart, v., arrival.Aanval, m., attack, assault. Aanvallen, to attack. Aanvang, m., beginning, origin.. [begin.Aanvangen, to commence, 4. Aardrijk Aanverwant, related, akin. Aanvliegen, to fly at, rush.

Aanvoelen, to touch.Aanvrage, v., demand, ap- plication, order.Aanvriezen, to freeze on to. Aanvulling, v., supply, com� plement..[rage.Aanvuren, to incite, encou- Aanwenden, to use. Aanwendsel, o., habit. Aanwerven,toenroll,reeruit Aanwezigheid,v.,presence.Aanwijzen, to point out, assign; cite..[announce. Aanzeggen, to give notice, Aanzien, to regard. Aanzien, o., distinction. Aap, m., monkey, ape. Aar (Koren), v., ear. Aardappel, m., potato. Aardbei, v., strawberry.Aardbeschrijving, v., geo- graphy.Aardbeving, v., earthquake.Aardbewoner, m., terres- trial, earthling, mortal.Aardbodem, m., soil, earth. Aard b01,m.,terrestrial globe.Aarde, v., earth ; (gewijde �) consecrated ground.Aarden (wennen),to thrive, habituate..[earthenware.Aardewerk, o., stoneware,Aardgeest, m., gnome. Aardgordel, m., zone. Aardhoop, m., mound of earth. Aardig, pretty, nice, funny. Aardigheid, v., jest, joke, pleasantry. Aardkluit, v., clod of earth. Aardkorst, v., crust of the earth, earthy crust. Aardkunde, v., geology. Aardlaag, v., layer of earth.Aardmannetje, m., gnome. Aardrijk, o., the earth. Aardrijkskunde, v., geogra� phy..[worldly. Aardsch,earthly, terrestrial, Aardschgezindheid, v., worldly-mindedness. Aardschok, m., shock of earthquake. Aardschors, v., earth-rind. Aardverschuiving,v.,land�

slip. Aardwerker, m., digger. Aars, v., arse, posterior. Aartsbisechop, m., arch� bishop. Aartsengel, m., archangel. Aartshertog, m., archduke. Aartsvader, m., patriarch. Aarzelen, to hesitate, waver. Ass (spijs), o., bait. Abdij, v., abbey. Abrikoos, v.,apricot,(-boom) apricot-tree. Abt, m., abbot..[error. Abuts, o., mistake, blunder, Academie, v., university, academy, college. Accijns, m., excise. ACh I ah ! oh ! ACht, v., attention. Achtbaar, honourable, ve� nerable. Achteloos, careless. Achtenswaardig, honour� able, respectable. Achter, behind, after. Achteraan, behind, in the rear. Achteraf, out of the way. Achterblijven, to fall be� hind, remain behind. Achterdeur, v., back-door. Achterdocht, v., suspicion. Achtereen, one after an� other; successively. Achtergaan, to be slow. Achtergrond, in., back� ground..[close, secretive. Achterhoudend, reserved, 5. Afgemat Achterlaten, to leave behind Achterlijk, backward. Achterna, behind, after. Achterom, the tack about. i nwel7. Achterover, backward, su-Achterstaan, to be behind, be inferior. Achterstallig, in arrears. Achteruit, backwards. Achtervoigen, to follow, pursue, run after, dog. Achterwaarts, backwards. Achthoek, m., octagon. A dcdhtterien, eighteen. v., viper, adder. Adel, m., nobility. Adelaar, m., eagle. Adelen,to ennoble,nobilitate Adem, m., breath. Ademhalen, to breathe. Ader, v., vein. Aderspat, v., varix. Admiraal, m., admiral. Adres, o., address, petition. Advocaat, m., barrister. Afbinden, to untie, unbind. Afblijven, to leave alone, keep off. Afbraak, v., materials of a demolished building. Afbranden, to burn down, fire off, discharge. [down. Afbreken, to demolish, pull Arbreuk, v., damage. Afdak, o., pent-house. Afdalen, to descend. Afdoen, to take off; finish ; pay (debt)..[away. Afdrijven, to abort; drive Afdrogen, to dry, wipe. Afdruk, m., copy, impress. Afgang, m., declivity; stool. Afgeknot, stunted. [mand. Afgelasten, to counter- Afgeleefd, decrepit. Afgelegen, distant, lonely. Afgemat, weary, fatigued. Afgesloten,private, shut off. Afgestompt, blunted. Afgetrokkenheid, v., ab- sence of mind. Afgevaardigde, m., deputy. Afgeven, to deliver; come off.Afgezant, m., ambassador,

messenger..[parate.Afgezonderd, retired, se-Afgietsel, o., cast.Afgifte, v., delivery.Afgod, m., idol, false God.Afgrijzen, o., horror.Afgrond, m., abyss, preci- ice, gulf.A unst, v., envy, jealousy.. f A alen, to fetch, meet.Afhandig maken, to filch a thing from a person.Afhankelijk, dependent. Afjagen, to jade ; hunt down. Afkeer, m., aversion, dislike. Afkeuren, to disapprove.Afkloppen, to knock off the dust.. [off.Afknellen, to pinch off, beatAfkoelen, to cool. Afkomst, v.. origin, descent ; course; birth.Afkondiging, v., proclama� tion, publication.Afkooksel, o., decoction. Afkoopbaar, redeemable. Afkussen, to kiss away, kiss and be friends. Aflaat, m., indulgence.Afleiding, v., diversion, de� duction, derivation. Aflevering, v., delivery (of goods); number, part (of aAflezen, to read..[book).Afloop, m., expiration. Aflosbaar, redeemable. Aflossing, v., relief, dis�charge. Afmaken,to finish,complete.Afmarsch, m., marching off, departure. 6. Afsterven Afmatting, v., fatigue.Afmeten, to measure, mete.Afpassen, to measure, square.Afperken, to limit, enclose.Afpersen, to extort. Afpingelen, to Niggle. Afraden, to dissuade. Afraken, to get away from ; be separated.Afranselen, to thrash. Afreize, v., departure.Afrekening, v., deduction,

liquidation, settlement.Afrijden, to start, ride down.Afrikaan, m., African.Afrit, m., start; departure on horseback. Afroepen, to call down, call over (names).Afronden, to round off. Afrossen, to thrash, bela� bour, currie..[offAfrukken, to tear off, pluckAfschaffing, v., abolition, abrogation..[leave.Afscheid, o., departure;Afschepen, to put off.Afschrik, m., horror.Afschudden, to shake off. Afschutse I , o., partition, se� paration, fence. [horrible.Afschuwelijk, abominable,Afslaan, to refuse; reduce.Afslag, m., auction.Afslijten, to wear out. Afsloven, to drudge..[at.Afsnauwen, to snub, snarl Afspannen, to unharness, unbend, unyoke. Afspiegelen, to reflect.

A fsp r aa k , v., appointment, agreement.

Afstaan, to cede; surrender. Afstamming, v., descent; derivation. Afstand, m., distance. Afsterven, to die out. Afstuiten, to recoil, repel. Afstuiven, to be blown off; rush down. Aftellen, to count off. Aftobben, to weary out; (zich) to drudge.Aftocht, m., retreat. [sion.Aftreksel, v., extract, infu-Aftroeven, to trump, give one a tart reply..Rion. Afvaardiging, v., deputa-Afvaart, v., departure.Afval, m., refuse; desertion,

revolt.. [cal. Afvallig, dissident, apostati-Afvaren, to depart.Afvoer, m., conveyance.Afvragen, to ask, question.Afvreten, to eat off. Atwaarts, downward. Afwachting, v., expectation, waiting. Afwassching, v., ablution. Afwatering, v., drainage. Afwenden, to turn aside, avert.. [habit.Afwennen, to get out of a Afwentelen, to roll off. Afweren, to avert, ward off. Afwerken, to finish; (zich) to fatigue one's self. Afwezigheid, v., absence. Afwijking, v., deviation, di� gression. Afwijzen, to decline, refuse. Atwisselend, alternately, varied, by turns.Afzakken, to slide down. Afzet, m., sale, swindling. Afzetten, to put off; remove (from an office); cheat. Atzichtelijk, hideous. Afzienbaar, conceivable, measurable..[friends. Afzoenen, to kiss and be Afzonderen, to separate; (zich) to withdraw. Afzweren, to abjure. 7. Alweder Agaat, o., agate. Agent, m., agent; police-man. Akelig, dismal, dreary, dull. Aken, Aix-la-Chapelle. Akker, m., field. Akte, v., certificate, deed, Alarm, o., alarm. [diploma. AI bast o., alabaster. Albedil, m., caviller, fault� finder. Album, o., album. Alcohol, m., alcohol. Aldaar, there, at that place Aldus, thus, in this manner. Algemeen, general. Algoedheid, v., all-bounti�

fulness. Alkoof, v., alcove..[ary. Alledaagsch, daily, ordin-Alleen, alone; single. Alleenspraak, v., mono-Allengs, gradually. [logue. Allerhande, of all sorts, all kinds of..[Day. Allerheiligen,m., All Saints' Allerhoogst, most high. Allerzielen, m., All Souls' Day. Alles, all, everything. Allicht, perhaps, probably. Almacht, v., omnipotence. Almanak, m., almanac. Almede, also, likewise. Aloe, aloe..[nipresent. Alomtegenwoordig, og-Alpen, m., The Alps. Als, as, like, when, if. Alsdan, then. Awormwood. AI I ss e me dm, " as well as, like- m ' e

wise. Alt, v., alto, counter-tenor. Altaar, o., altar. Althans, at least. Altijd, always, ever. Alum, v., alum. Alvorens, before. Aiweder, again. Alwetend, omniscient. Alzoo, thus, therefore. Amandel, v., almond; tonsil. Ambacht, o., profession, trade..[manor-house.

Ambachtsheerlijkheid,v.,Amber, m., amber, (gele) yellow amber.Ambt, o., office,charge, place. Ambteloos, private. Am btenaar, m.,officer,func� tionary. Ambtgenoot, m., colleague. Ambtseed, m.,oath of office. Ambtshalve, officially.Amerikaan, m., American (Uncle Sam), Yankee. Ammunitie, v., munition. Ander, other, another. Anders, otherwise. Andijvie, v., endive. Angel, m., hook, sting. Angst, m., anxiety, anguish, fear. Angstvallig, scrupulous. Anjelier, v., pink, carnation. Anker, o., anchor (ship); anker (wine). Antwoord, o., answer. Antwoorden, to answer. Apostel, m., apostle. Apotheek,v.,chemist's shop. Appel, m., apple; pupil (of the eye). AppOl, o., appeal. Appelmoes, o., apple-sauce. April, m., April. Ar, v., sledge, sleigh. Arabier, m., Arab. Arak, v., arrack. Arbeid, m., labour, work. Arbeider, m., labourer. ArChief, o., archives, records. ArChipel, m., archipelago. Architect, m., architect. Arduin, o., freestone. Arend, m., eagle..[sive. A rgel oos, harmless, inoffen-

8. Azuur Arglist, v., malice. Argwaan, m., suspicion.Ark, v., ark..[handle. Arm, m., arm; branch; Arm, poor, indigent.Armband, m., bracelet. Armbestuur, o., board of charity, college of overseers of the poor..[pauper.Arme, m., a poor person,Armhuis, o., alms-house. Armoede, v., poverty.Armstoel, m., arm-chair. Armzalig, miserable, pitiful.Arreslede, v., sledge. Arrest, o., seizure, arrest, capture. Arrestant, m., prisoner.Arsenaal, o., arsenal. Artikel, o., article; clause. Artisjok, v., artichoke. Arts, m., doctor, physician. Artsenij, v., physic, mede� cine. As, v., axle, tree. Asch, v., ashes. Aschbak, m., ashpan, ash-Aster, v., aster..[tray. Aterling, m., miscreant, Atlas, m., atlas..[wretch. Atmosfeer, v., atmosphere. Attest, o., certificate. Audientie, v,. audience. Augurk, v., .gherkin. Augustus, m., August. Automobiel, v., automobile, motor- car. Averechts,awkward,wrongAverij, v., average. AvOnd,m.,evening;(gisteren- avond) last night. Avondeten, o., supper. Avondgezelschap, o., eve� ning-company. Azen, to feed; covet. Azle, v., Asia.Azijn, m., vinegar.Azuur, o., azure, sky colour.

B. Baai, v., bay ; baize. Baak, v., beacon. Baal, v., bale. [walk, slide. Baan, v., way, road, path, Baanveger, m., sweeper of

a course for skaters. Baar (golf), v., billow, wave. Baard, m., beard. Baars, m., perch. Baas, m., master, fore-man. Baatzucht, v., egotism,cove� tousness. [idle-talker. Babbelaar, m., chatterbox, Bad, o., bath. Baden, to bathe, swim. Badgast, in., bather. Badhuis, o., bathing-esta� blishment. Badkuip, v., bathing-tub. Bagger, v., mud, dredgings, Bajonet, v., bayonet.Bak, m., basin. Baken, o., beacon. Baker, v., monthly nurse. Bakerkind, o.,baby in arms. Bakkebaard, m., whiskers. b Bakkeleien, to be at fisti� cuffs, fight.Bakken, to bake, fry.Bakker, m., baker. [house. Bakkerij, v., bakery, bake-Baksel, o., batch, baking.Baksteen, m., brick. Bakvisch, v., fish fit to be fried..[butter miss. Bakvischje, o., bread-and-Bal, m., ball, bowl. Bal, o., ball, dance. Balans, v., balance. [cious. Baldadig, wanton, mali-Balein, o., whale-bone ba� leen ; ribs (pl.) (umbrella). Italie, v., bar, banister. Balk, m., beam. Balkon, o., balcony; plat� form (tramcar). Ballast, m., ballast. Balling, m., exile. Baloorig, untractable. Balzaal, v., ballroom. Bamboes, o., bamboo. Band, m., band, cord, tie, string; volume. Bandelier, m., bandoleer. Bandeloos, profligate, fast. Bandiet, m., bandit, ruffian. Bang, afraid, anxious. Banter, v., banner. Bank, v., bench, seat ; bank. Banket,o.,cakes and tartlets, pastry � banquet, feast. Banketbakker, m., pastry� Bankier,m.,banker. [cook. Bankroet, o., bankruptcy. Banneling, m., exile. Banvloek, m., excommuni� cation. Bar, severe, barren, naked. Barak, v., barrack. Barbaar, m., barbarian. Barbier, m. barber. Baren, to bear, give birth to, bring forth ; cause. Baret, v., cap. Bark, v., bark, boat, barge. Barkas, v., barge, long boat. Barm hartig, compassion� ate, merciful. Barnsteen, o., amber. B aron, m., baron. Barrevoets, barefooted. Barach, gruff, rough. Baret, m. ;burst, fissure,crack Bag m., bass; violoncello. Basis, v., basis. Bast, m., bark, rind. Bastaard, m., bastard. Baten, to avail, be of use. Batig (saldo), o., surplus; balance in one's favour. Batterij, v., battery. Baviaan, m., baboon. Bazelen, to babble, talk nonsense. Bazig, masterful. [sackbut. Bazuin, v.,trumpet,bassoon, Beambte, m., functionary, officer. Beboeten, to fine, mulct. Bed, o., bed..[life. Bedaagd heid, v., advanced Bedaard, sedate, calm. Bedachtzaam, cautious, considerate..[miss. Bedanken, to thank; dis-Bedaren, to soothe, calm. Bede, v., petition, prayer. Bedeelen, to distribute. Bedeesd, timid. [prayer. Bedehuis, o., house of Bedekken, to cover; dis� guise; conceal, hide. b

Bedelaar, m., beggar. Bedelen, to beg, ask alms. Bedelven, to bury, embed. Bedenkelij k, suspicious. Bedenken, to reflect, weigh, deliberate, consider. Bederf, o., corruption; de� pravity.Bedevaart, v., pilgrimage.Bedienaar, m., minister; undertaker..[waiter. Bediende, m., servant, Bedienen, to serve, help. Bedillen, to criticize. Bedingen, to stipulate, cheapen, bargain. Bedoelen, to intend, mean. Bedoeling, v., intention. Bedompt, close, damp. Bedorven, bad, spoilt; cor-Bedotten, to cheat. [rupt. Bedrag, o., amount. Bedreigen, to threaten, menace.

10.Begraafplaats Bedrevenheid, v., clever- ness, skill. [fraud, cheat.Bedriegen, to deceive, de-Bedrieglijk, deceitful. Bedrijf, o., trade, business, profession..[make tipsy.Bedrinken, to intoxicate, Bedroefd, sad, sorrowful. Bedrol, o., fraud, cheat. Bedru theid, v., sadness, depression..[sermon.Bedsermoen, 0., curtain-Bedstede, v., bedstead. Beducht, afraid. [straint. Bedwang, o., restraint, con-Bedwelmen, to stun. Bedwingen, to restrain; (zich) to contain one's self. Beeedigen, to swear in. Beek, v., brook, rivulet. Beeld, o., image, statue.Beeldhouwer, m., sculptor.Beeldspraak, v., metapho�

rical �, figurative language. Beeltenis, v., portrait, image; effigy. Been, o., leg; bone.Beer, m., bear. Beest, o. beast; brute.Beestig, 'brutal, beastly. Beet, m., bite..[book.Beethebben, to catch hold ; Beetje, o., a obit; some, any.Befaamd, famous. Begaafd, talented, gifted. Begaan, to commit, perpe� trate (a crime). Begaanbaar, practicable. Begeeren, to desire. Begeerig,desirous,covetous.Begeerte, v., desire, wish. Begieten, to water, asperse, sprinkle..[entrance. Begin, o., beginning, source, Beginnen, to begin. Beginsel, o., principle. Begraafplaats,v.,cemetery, burying-ground. Begraven, to bury, inter. Begrijpen, to understand; conceive. Begrip, o., idea, notion. Begroeten, to salute, greet. Begrooten, to estimate. Begunstigen, to favour. BehaagzuCht, v., coquetry. Behaard, hairy, covered with hair. Behagen, to please. Behalen, to obtain. [sides. Behalve, except, save, be- Behandelen, to treat, handle..[paperhanger. Behanger, m., upholsterer, Behangsel o., wall-paper, tapestry. Behartigen, to take to heart. Beheer, o., administration, management..[vern. Beheerscheh, to rule, go- Behelpen, to make shift, have recourse to. Behendigheid,v.,dexterity, adroitness..[wary. Behoedzaam, prudent, Behoefte, v., want, need. Behoeftig, indigent. Behooren, to be proper ; belong, apertain. Behoud, o., salvation; con�servation. Behoudens, safe, except. Behuisd, lodged. [to help. Behulpzaam, helpful,ready Beiden, both. Beijeren, o., Bavaria. Beijveren, to strive, en- Beitel, m., chisel. [deavour. Bejaard, aged, old. B elag, o., pursuit. Bejammeren, to bewail,

regret, lament.

11. Belangrijk Bekend,known,acquainted.Bekendmaken, to publi�cate, announce. Bekennen, to confess, ack� nowledge, avow.Bekentenis, v., confession. Beker, m., mug, cup, goblet.Bekijken, to look at. Bekken, o., basin; pelvis.Beklag, o., complaint. Beklagen, to pity, lament, deplore. [ful, lamentable.Beklagenswaardig, piti-Bekleeden, to clothe; bear (an office). [sion, anxiety. Beklemdheid, v., oppres-Beklimmen, to ascend. Beklinken, to arrange, clench..[ness.Beknoptheid, v., concise-Beknorren, to chide, scold. Bekoelen, to cool..[get. Bekomen, to obtain,receive, Bekommeren (zich), to trouble, vex. worry. Bekoorlijkheid, v., charm, attraction. Bekorten, to abbreviate. Bekostigen, to defray. Bekrachtigen, to sanction, confirm, ratify. Bekrimpen, to retrench. Bekrompen, limited; nar� row (-minded).Bekrompenheid, v., nar�row-mindedness..[prise. Bekruipen,tocreepover,sur- Bekwaam, able, capable. Bel, v., bell. Belachelijk, ridiculous.

Beladen, to load, lade. Belager, m., way-layer ; enemy, foe..[interest. Belang, o., importance,

Bejegenen, to treat, use..Belangeloos, disinterested. Bek, m., bill, beak, muzzle. Belanghebbende, m., par-

Bekeeren, to convert, (zich).ticipant, party concerned. repent.. Belangrijk, important. .

Belangstelling, v., interest. Belastbaar, dutiable, tax- able. [burden, order. Belasten, to charge, load, Beleedigen,toinsuit,offend, Beleefd, civil..[hurt. Beleenen, to pawn, mort- Beleg, o., siege..[gage. Belegen, matured (wine), stale (bread). Beleggen, to cover, invest. Belegeel,o.,trimmings,lace, garnish. Beleid,o.,skill,prudence,tact Belemmeren, to hinder, obstruct, impede. Belet, o., hindrance. Beletsel, o., obstacle; im� pediment..[obstruct. Beletten, to prevent, hinder, Belezen, well-read, erudite. BeIgio, o., Belgium. Beihamel, m., bell-wether, ringleader. Believen, to please. Belijdenis, v., confession. Beilen, to ring the bell ; ring

for (the servant).Belofte, v., promise.Belooning, v., recompense reward; guerdon. [world). Be100p,o.,course; way(of theBeloven, to promise.Belust, longing for.Bemachtigen, to conquer, take possession of.Bemannen, to man. Bemerking, v., observa tion. Bemesting, v., manuring.Bemiddeld, well-to-do, wealthy, rich, easy.Bemiddeling, v.,mediation, interference. Bemind, loved..[heart.Beminde, m., lover, sweet-Beminnelijk, amiable, lovely, sweet.Beminnelijkheid, v., amia- bility, lovelinesg, sweetness.Beminnaar, m., lover, ama-Beminnen, to love. [tear.Beminnenswaardig, lov� able, amiable..[mud.Bemodderen, to cover with Bemoedigen, to encourage.Bemoeial, m., busy-body.Bemoeien(zich),to meddle with; interfere. Bemoeiiijken, to counter�act, throw obstacles.Bemoeizucht, v., meddle� someness. Ben, v., basket. Benadeelen,to hurt,wrong, prejudice..[claim, seize.Benaderen, to confiscate,Benaming,v..denomination Benard, Benauwdheid, v. anxiety,

oppression. iruffians).Betide, v., troop, gang (ofBeneden, below, down� stairs, under. Benedenhuis,o.,basement�

story ; ground-floor.Benemen, to deprive.Benepen, narrow; pinched, perplexed..[includingBenevens, with, besides,.Bengel, m., bell, clapper.Benieuwd, curious,desirous to know. Benijden, to envy.BenijdensWaardig, envi - able..[pointed.Benoembaar, fit to be ap-Benoemde, m., nominee, appointee. Benoemen, to name, ap�point, nominate. Benoodigdheid, v., mate�rial, necessity.Beoefenaar, m., student, practitioner.Beoogen, to have in view, aim at. .

Beoordeelen,to judge,criti� else. Bepaald, fixed, determined. Bepakking, v., pack. Bepaling, v., definition, stipulation; limitation. Bepeinzen, to meditate. Beperkt, limited..[over. Bepleisteren, to plaster Bepleiten, to plead. Bepoten, to plant. Bepraten, to talk over, per- suade..[tested. Beproefd, afflicted; tried, Beraad, o., consideration ; deliberation. Beraadslagen, to delibe� rate, consult. Beraden, to consider. Beramen, to contrive, cal� culate..[arrange. Beredderen, to manage, Bereden, mounted. Bereiden, to prepare, dress. Bereidvaardig, ready, wi ll-Bereik, o., reach..[ing. Bereikbaar, attainable. Bereizen, to travel over, frequent. Berekening, v.,calculation. Berenmuts, v., bear-skin, busby. Berennen, to invest,besiege. Berg, m., mountain, mount. Bergachtig, mountainous. Bergen, to store, hide; to put aside. [depository. Bergplaats, v., store-house, BeriCht,o.,news,notice,com� munication. [inform. Berichten, to announce, Berichtgever, m.,informer, correspondent. Berijden, to ride, drive ; make use of a road. Berispelijk, blamable, cen� surable..[censure. Berispen, to blame,reprove, Berk, m., birch. Berm, m., berm. Beroemd, famous, re� nowned, illustrious. Beroep, o., profession, trade; nomination. Beroerte, v., apoplecxa3u,.se, Berokkenen, to. create, entail. [ed, poor. Berooid, destitute, wretch-Berouw, o., repentance, re� morse. Berouwen, to repent. Berucht, notorious. Berusting, v., resignation, submission. Bes, v., berry..[polished. Beschaafd, civilized, pol ite, Beschaamd, bashful, asha� med, confused. Beschadigen, to hurt. Beschamen, to shame ; confound ; baffle. Beschaving,v.,civilisation. Bescheid, o., document, reply, answer..[erect. Bescheiden, modest, di. Bescheidenheid, discre� tion, modesty. Beschenken, to present with, endow, bestow. Beschermeling, m., pro- tege.. [defend. Beschermen, to protect, Beschermengel, m. guar� dian-, tutelar angel. Beschermer, m., protector, defender..[dian spirit. Beschermgeest, m., guar-Bescherming, v., protec� tion. [cannonade,fire upon. Beschieten, to bombard, Beschijnen, to light up, shine upon. Beschikbaar, disposable. Beschimmeld, mouldy. Beschimpen, to insult, disgrace, jeer.

Beschonken, tipsy. Beschot, o., wainscot, par�tition ; crop (harvest). Beschouwen, to contem� plate, consider..[tion. Beschrijving, v., descrip-Beschroomd, timid, fear-Beschuit, v., biscuit. [ful. Beschuldigde,m.,accused, defendant. Beschuldigen, to accuse, charge. [plaintiff. Beschuldiger, m., accuser, Beschutten, to protect, shelter. Beset, o., notion, idea. Beslaan, to shoe; mix, make a dough..[zure ; dough. Beslag, o., horse-shoe ; sei-Beslapen, to sleep on. Beslechten, to decide, ac� cothmodate. Beslissen, to decide. Beslommering, v., trouble, encumbrance. Besloten,enclosed;resolute, determined. Besluipen, to steal upon. Besluit, o., resolution, deci- sion ; decree..[irresolute. Besluiteloos, undecided, Besluiten,to resolve, decide, conclude ; decree. Besmeren, to grease. Besmettelijk, contagious, infectious..[sully. Besmetten, to infect; stain, Besneeuwd, covered with

snow.. [cision. Besnijdenis, v., circum-

Besnuffelen, to snuffle at, smell at..[ing-price. BesOMMen, to get as a sell- Bespanning, v., team, set. Besparen, to economize, lay up ; save..[ter. Bespatten, to splash, spat- Bespelen, to play on.

. Bestoken Bespeuren, to perceive, remark, discover. Bespieden, to spy.Bespiegelend, speculative: contemplative..[hasten. Bespoedigen,to accelerate, Bespottelijk, absurd. Bespatten, to ridicule, deride, mock, scoff at. Bespraakt, eloquent.Bespreken, to discuss, sti� pulate, talk over. Besprenkelen, to sprinkle. Besproeien, to water, asperge, irrigate. [syringe. Bespuiten, to squirt at, Bespuwen, to spit at. Bessengelei, v., currant- jelly. Best, best, excellent. Bestje, o., grandam, crone. Bestaan, to exist, subsist, live.. [patible. Bestaanbaar,possible,com-Bestanddeel, o., ingredient, element..[pauper. Bestedeling, m., boarder, Bestedelinghuis, o., poor- house..[procure. Besteden, to use, spend, Bestek, o., plan, design ; space, compass. Bestekamer, v., water- closet, closet. Bestelen, to rob. [express. Bestelgoed, o., by parcel-Bestelling, order, commis� sion. [fix (a day). Bestemmen, to destine ; Bestempelen, to mark ; name ; stamp. Bestendig, continuous, durable, steady. Besterven, to die. Bestier, o., direction, go� vernment, management. Bestijgen, to mount, climb. Bestoken, to harass. . Bestormen Bestormen, to assail,storm, assault. Bestorven, pale, livid.Bestoven, covered with dust. [reprehension.Bestraffing, v., punishment,Bestralen, to shine upon, irradiate. [dispute.Bestrijden, to combat,fight,Bestrooien, to sprinkle. Bestudeeren, to study.Bestuiven, to cover with pollen (flower), � with dust. Besturen, to govern; steer (a vessel); reign.Bestuur, o., government, reign ; management.Betaalbaar, payable.Betalen, to pay (for).Betameiijk, becoming, de� cent.. [touch.Betasten, to handle, feel, Bete, v., bit. Beteekenis, v., significa� tion, sense, meaning.Beter, better. Beteren, to better, improve, recover. [convalescence.Beterschap, v� recovery,Beteugelen, to bridle, restrain. Betichten,to accuse,impute.Betimmering, covering with boards; (iemands licht betimmeren) to cut off the view of one's house. Betoog, o., argument; de�monstration. Betoon, o., show, mark. Betooveren, to enchant, charm, fascinate. Betraand, tearful, in tears, all in tears. Betrachten,to practise,keep in view. Betrappen, to catch, sur�prise, detect.Betreffen, to regard. .

15 Bevinden Betrekkelijk, relative, con� cerning.Betreuren, to regret. Betrokken, cloudy (sky). Betrouwbaar, trustworthy. BetUiging, v., declaration.Betwufelen, to doubt, ques- tion..[contestable.Betwistbaar, questionable, Beugel, m., metal ring,iron� collar ; (stijg�) stirrup. Beuk, m., beech. Beuken, to pound, beat. Beul, m., hangman.Beunhaas, m., pettifogger. Beuren, to lift up ; collect (money).Beurs, v., purse; exchange.Beurt, v., turn. [turns.Beurtelings, alternately, by Beurtman, m.,market-man, barge-man. [barge. BOUrtiitChip,o�market-ship, Beuzelachtig, trifling, fri� volous. Beuzelpraat, v., taradiddle, nonsense, idle talk. Bevaarbaar, navigable. Bevallen, to please.Bevallen (baren), to be delivered. Bevallig,charming,graceful. Bevaren, to navigate. Bevattehjk, intelligible, comprehensive, clear. v., Bevatting,

comprehension. Beveiligen, to protect, shelter, save. Bevel, o., order, command. Bevelen, to command. [cer mn Bevelhebber, mander. Beven,to tremble; shake (theBevestigen, to fasten; con� firm, affirm. Bevestigend, affirmative. Bevinden, to find. Beving, v., trembling. Bevochtigen, to wet,moist� en, water..[fit. Bevoegd, competent, able, Bevoelen, to handle, feel, touch. Bevolking, v., population. Bevoordeelen, to favour, advantage..[advance. Bevorderen, to promote, Bevorderlijk, conducive, serviceable..[charter. Bevrachten, to freight, Bevragen (te � bij), to in� quire at, apply to. Bevredigen, to appease, satisfy, content. Bevreemding, v., surprise, astonishment. Bevreesdheid, v., fearful - ness, fear. Bevriend, intimate. Bevriezen,tofreeze,congeal.Bevrijden, to deliver, free. Bevruchten, to fecundate, fructify. Bevuilen, to soil, dirty. Bewaarder, m., guardian, keeper. Bewaarplaats, v., deposi�tory, store-house. Bewaarschool, v., infant- school, asylum. Bewaken, to watch, guard.Bewaker, watcher. Bewandeien, to walk upon. Bewapenen, to arm. Bewaren, to keep, preserve. Bewaring, v., keeping; (in verzekerde b �) into custody Bewasschen, to do some� body's washing. Beweeggrond, m., motive. Beweegkracht, v., moving power.. [ing. Beweeglijk, movable, mov-Beweging, v., motion, moving ; gesture. .

16 Bezinksel Beweren, to assert, main�tain; pretend. Bewerken, to work at, fashion, prepare. Bewijs, o., proof.Bewusgrondon.,argument, reason..[strative power.Bewijskracht, v., demon-Bewijestuk, o., document, evidence..[prove. Bewijzen, to demonstrate, Bewi I i gen, to consent. Bewind, o., government, ad� ministration. Bewindhebber, m., ruler, director, manager. Bewonderaar, m., admirer. Bewonen, to live in,inhabit, occupy. Bewoonbaar, habitable. Bewust, conscious. B ew uste I oos, unconscious,

senseless. Bezaaien, to sow. Bezadigd, staid, calm. Bezeeren, to hurt, wound. BeZeM, m., broom. Bezending, v., parcel, consignment. Bezeten, possessed. Bezetten, to invest, garrison (a town); occupy (a place). Bezichtiging,v.,inspection, examination. Bezield, animated,inspired. Bezielen,to inspire,animate Bezien, to behold. Bezienswaardig, worth seeing.Bezig, occupied,active,busy. Bezigen, to employ, use. Bezighouden,to set at work Bezijden,next to,contiguous to. [song, sing. Bezingen, to celebrate in Bezinken, to settle, clarify.Bezinksel, o., sediment, dregs, lees. Bezinnen, to reflect, think, remember. Bezit, o., possession. Bezitlen, to possess, have. Bezoedelen, to defile, stain. Bezoek, o., visit, company. Bezoeker, m., visitor. Bezoeking, v., trial. Bezondigen, to sin against. Bezonnen, cautious, consi- derate..[apprehension. Bezorgdheid, v., anxiety, Bezorgen, to deliver, pro� vide, mind, take care of Bezuiden, south of. Bezuinigen, to economize, save, spare..[dear for. Bezuren, to suffer for, pay Bezwear, o., difficulty,com� plaint, scruple.Bezwaarschrift,o.,petition Bezwaren, � to charge, bur�den, trouble, overburden. Bezweet, sweaty, sweating. Bezweren, to swear to, con� firm with an oath. Bezwijken, to succumb. Bezwijming, v., fainting-fit, swoon.. [der. Bibberen, to shiver, shud-Bidden, to pray, beg, im- plore, beseech..[man. Bidder, m., undertaker's Bidstoel, m., prie-Dieu. Bidstond, hour of prayer. Biecht, v., confession. Biechtvader, m., confessor. Bieden, to offer, present, tender, bid. Biefstuk, m., rumpsteak.Bier, o., beer, ale. Bierbrouwerij, v., brewery, brewhouse. Bierbuik, m., stout beerdrin� ker, paunch.Bierhuis, o., beer-house. Biervat, o., ale-barrel, beer-Biet, v., beet..[barrel.

17. Bilt Big, v., pig, young pig. Bij, near, with, among, about. Bib v., bee. Bijaldien, in case of, if. Bijbank, v., branch-bank. Bijbel, m., bible. Bijbetalen, to pay additio� nally, supply..[sheet. Bijblad, o., supplementary Bijdrage,v., contribution, article, piece.Bijeen, together..[gether. Bijeenblijven, to remain to- Bijeendoen, to put together. Bijeenhouden, to keep to�gether.Bijeenkomen, to assemble, come together, meet.Bijeenkomst, v., meeting.Bijeenstaan, to stand to� gether. [gether, unite. Bijeenvoegen, to join to- Bijeenzijn, to be together.Bijencel, v., bee-cell. Bijenkorf, m., bee-hive.Bijgaand,enelosed,annexed.Bijgebouw, o., annex, out� building, out house. Bijgeloof, o., superstition. Bijgenaamd, surnamed. Bijgevolg, in consequence, therefore, accordingly.Bijhouden, to keep up with. Bijkans, nearly, almost. Bill, v., axe, hatchet. Bijleggen, to supply, add; adjust, reconcile. [termix.Bijmengen, to mix up, in-Bijna, nearly, almost.Bijnaam, m., surname. Bijschrift, o., annotation, marginal note. Bijslaap, m., bed-fellow. Bilslag, m., overweight. Bijsmaak, m., unpleasant taste, tinge..[succour. Bijstand, m., assistance, aid, Bijt, v., hole in the ice, gap.

Bijten, to bite ; smart. BiltijdS, in time, soon. B ijval, m., approbation. B ilvoeging, v., addition. Bijwoord, o., adverb. Bijzaak, v., by-matter, se

condary thing..[sighted. Bijziend, myopic, short-Bijzijn, o., presence. [mour. Bilzit, v., concubine, para-B lizonder, particular, sin-B il, v., buttock..[gular. Biljart, o., billiard-table. Biljet, o., ticket, note, bill. Billijk, equitable, just, right. Binden, to bind, tie. Bindgaren, o., string. Binnen, within, in, into, inward.. [in. Binnenbrengen, to bring Binnendringen, to press (crowd) into, to intrude. Binnengaan, to enter. Binnenkamer, v., inner- room, closet. Binnenkomen, to come Binnenkort, shortly. [into. Binnenland, o., interior. Binnenloodsen, to pilot in..[court, yard. Binnenplaats,v., inner-Binnenshuis, in the house. Binnenste,o., inner part, inmost, inside. Bint, o., bind-beam, joist. Bisdom, o., diocese. Bisschop, m., bishop. Bits, sharp, harsh, acrimo� nious, tart (words). Bitter, bitter; grievous. Blaam, v., blame, blemish. Blear, v., blister, blaze. Blaas, v., bubble ; bladder. Blad, o., leaf, sheet (paper). Bladerloos, leafless. Bladstil, a dead calm. Bladwijzer, m., book-mark� er ; table of contents. Bladzill de, v., page. Blaffen, to bark, yelp. Blaker, m., candle-stick. Blakeren, to burn, scorch. Blank, white. Blauw, blue..[beard. Blauwbaard, m., blue�Blauwkous,v. blue-stocking Blauwsel, o., blue. Blauwzuur, o., Prussic acid. Blazen, to blow ; play (on the flute), sound (the trum-Bleek, pale..[pet. Bleek, v., plot of grass. Bleekerij, v., bleachery. Blijde, happy, glad, cheerful. BiiidSChap,v4ladness,joy, mirth..[evidence, proof. Blijk, o., token, sign, mark, Blijkbaar, evident, clear, ap- parent, visible..[glad. Blijmoedig, cheerful, gay, Blijspel, o., comedy. Blijven, to stay, stop. Blikeem, m., lightning. Blikslager, m., tinman. Blind, blind..[at random. Blinde (in den), blindly, Blinddoeken, to hoodwink, blindfold. Blinde, m., blind man. [ing. Blindelings, blindly, grop-Blind heid, v. blindness. Blinken, to glitter, shine. Bloed, o., blood. Bloedarmoede, v., anae� mia. bloodlessness. Bloedbad,o.,slaughter,mas� sacre.. [tiness. Bloeddorst, m., bloodthirs-BlOeden, to bleed. Bloedgeld,o.,blood-money; price of blood..[hound. Bloedhond, m., blood-B loed ig, bloody,sanguinary. Bloeding, v., bleeding, he� morrhage, flooding. Bloedschande, v., incest.

Bloedsomloop, circulation of the blood. Bloedvat, o., bloodvessel. Bloedvergieten,m., to shed blood. [relation. Bloedverwant, m., blood-Bloedvlek, v., blood-spot. Bloedwraak, v., vendetta. Bloedzuiger, m., leech. Bloei, m., bloom, flower, efflorescence. [bloom. Bloeien, to flourish, to Bloom, v., flower. B loemengeur,m.,fragrance of flowers..[basket. Bloemenmand, v., flower-Bloemist, m., florist. Bloemisterij, v., floricul�

ture, flower-garden. Bloemkool, v., cauliflower. Bloemmarkt, v., flower- market.

Bloempot, m., flowerpot.Bloesem, m., blossom. Blok, o., block, log; suite (of houses..[study hard.Blokken, to drudge, block,Blond, blonde, fair. B 100t, naked, bare. [hand. Blootgeven, to show one's B lootleggen, to lay open. Blootshoofds, bareheaded. Blootstaan, to be exposed. Blootstellen, to expose.Blootsvoets, barefooted. Blos, m., blush ; (b� van ge� zondheld) bloom of health. Blozen, to blush, colour. Bluf, m., bragging, boasting. Bluffen, to brag, boast.Boa, v., boa..[back. Bochel, m., hump, hump-BOCht, m., curve, bay, gulf,Bod, o., offer..[domestic. Bode, m., messenger,servant, Bodem, m., bottom, ground. Bodenloon, o., messengers's fee.

19.Boetpredikatie Boedelscheiding, v., divi� sion of a succession. Boef, m., convict ; knave, Boeg, m., bow..[rogue. Boo!, v., shackle, fetter, hand� cuff; buoy. Boeken, to shackle ; interest. Book, o., book. [er. Bookbinder, m., bookbind-Boekdeel, o., volume, tome. Boekdrukker, m., printer. Boeken, to book, enter, register. Boekenkast, v., bookcase. BOekeh plan k ,v., bookshelf.Boekentaal, v., bookish language. Boekhandel, m., book-trade, book-selling. Boekhouder, m., book� keeper..[seller. Boekverkooper, m., book-Boekweit, v., buck-wheat. Bookworm, m., bookworm. Boeldag,m.,day set for sales. Boeleeren, to commit adul� tery, live in concubinage. Boeman, m., bug-bear. Boemeltrein,m.,slow train.

Boender,m.,rubbing-brush. Boer, m., farmer, country-Boerderij, v., farm. [man.Boerenknecht, m., farm-labourer..[jade. Boerenkool, v., borecole, Boerenkost, m., country-fare.. [maid. Boerenmeid, v., farmer's Boerenstand,m.,peasantry Boerenwagen, m., farmer's cart..[country-woman. Boerin, v., farmer's wife, Boersch, clownish, rustic. Boert, v., joke, pleasantry, Boete, v., penalty..[jest. Boeteling, m., penitent. Boetpredikatie, v., sermon on repentance. .

Boetseeren, to model, mould.. [trite. Boetvaardig, penitent, con-Boevenstreek,m.,knavery, roguish trick. Boeventaal, v., thieves' Latin, gibberish. Boezelaar, m., apron. Boezem, m., bosom. Boezemvriend, m., bosom- friend.. [shirt. Boezeroen, o., smock-frock, Bof, m., luck. Bogen, to glory in boast of. Bok, m., he-goat; box (of a coach). [bowl. Bokaal, v., beaker, cup ; Bokkepruik, v. (op heb� ben), to be in the tantrums. Bokking, m., red-herring. Boksen, to box. Bol, swollen ; convex. B ol, m., globe, ball ; crown (ot a hat)..[walk. Bolleboos, m., cock of the Bolvormig, globular, orbed. BOlwerk,o.,bastion,rampartBorn, v., shell, bomb. Bombardeeren, to bom� bard.. [fustian. Bombast, m., bombast, Bon, m., ticket..[tion. Bond, m., league, confedera-Bondgenoot, m., ally. Bondig, strong, concise,firm, Bons, v., thump..[valid. Bont, multi-coloured. Bont, o., fur..[against. Bonzen, to thump, bounce Boodschap, v., message. Boog, m., bow ; arch. Boom, m., tree ; beam. Boomgaard, m., orchard. Boomstam, m., tree-trunk. Boomtak, m., branch of a tree. BOOmwol, m., cotton. Boon, v., bean. BOOT, v., drill, wimble. Boord, m., border, collar. Boordevol, brimful. Boordsel,o.,edging,binding B oos, evil, angry, wicked.Boosaardig, malicious. Boosdoener,m.,malefactor Boosheid, v., wickedness, anger, malignity. Booswicht, m., criminal, BOOt, v., boat..[villain.Bootsman, m., boatswain. Bootsvolk, o., crew. Bootwerker, o., docker. Booze, m., demon, devil. Bord, o., plate ; board.Bordeel, o., brothel. Bordpapier, o., pasteboard. Borduren, to embroider. Boren, to bore, perforate, pierce..[thing, dram. Borrel, m., drop of some-B Ortit,v.,chest,breast,bosom. Borstbeen, o., sternum. Borstel, m., brush; bristle. Borstkas, v., thorax. Borstkwaal, v., chest-dis� ease.. [person. Borstlijder,m.,consumptiveBorstplaat, v., hardbake; breast-plate. Borstwering, v., parapet. Boa, m., bunch, bundle; tuft, cluster. Bosch, o., wood, forest. Boschbes, v., bilberry. Boschwachter,m., forester Bot (visch), v., flounder. Bot (knop), v., bud. BOt, blunt, flat ; dull, stupid. Boter, v., butter. Boterbloem, v., buttercup, butter-flower. Boterham, v., slice of bread and butter. Botervlootje, o., butter- dish. [ness, dulness. Botheid, v., stupidity, blunt- Botsen, to knock, dash ; strike against.Botvieren, to give rein to.Botweg, plainly.Boud, bold, boldly.Bout, m., bolt, pin, leg.Bouw, m., structure, build-Bouwen, to build..[ing. Bouwgrond, m., site. BOuwKlinst,v.,architecture. Bouwland, o., plough-land ; arable land. Bouwvallig, decayed.Boven, above, upon, on high.Bovenaardsch, supermun�

dane, superterrestrial. Bovenal, above all. Bovenarm, m., upper part of the arm..[sides.Bovendien, moreover, be-Bovendrijven, to float on the surface; prevail.Bovenhuis, o., flat. Bovenmenschelijk,super� human..[tural. Bovennatuurlijk, superna-Bovenop, on the top of, above, uppermost.Bovenste, uppermost. Braadpan, v., frying-pan, Braaf, good, honest. Braafheid, v., goodness, honesty, probity. Braakmiddel, o., emetic. Bream, v., blackberry. Braden, to roast, fry, broil.Braken, to vomit. Brakheid, v., brininess. Brand, m., fire, burning, con� flagration ; firewood. Brandbaar, combustible. Brandbrief, m., incendiary letter..[cauterize.i Branden, to burn, roast; Branderij, v., distilleryBrandewijn, m., brandy. Brandhout, o., fire-brand. Brandijzer, o., fire-iron. 21. Bril Brandkast, v., safe; fire� proof box. Brandkraan, v., fire-cock. Brandmerk, o., stigma, brand, stain..[nettle.Brandnetel, v., stingingBrandpunt, o., focus.Brandschatten, to lay un� der contribution. Brasem, m., bream. Breed, wide, broad, large. Breedsprakerig, prolix. Breedte, v., breadth, lati- tude.. [ample. Breedvoerig, detailed, Breekbaar, fragile, break- able, brittle. Breekijzer, o., crowbar. Breeuwen, to calk. [check. Breidelen, to bridle, curb, Breien, to knit. [cotton. Breikaloen, o., knitting-Brein, o., brain, intelligence.Breinaald, v., knitting- needle. Breinloos, brainless. Breken, to break, snap, for� feit, violate. Bremstruik, m., genista. Brengen, to bring, carry,

conduct, convey. Bres, v., breach. [ers (pl.). Bretel, v., braces, suspend-Breuk, v., rupture, fracture, breaking ; hernia.

Breukband, m., truss. Brief, m., letter, epistle.Briefkaart, v., post-card. Briefwisseling, v., corres� pondence. Bries, v., breeze, brisk wind, gale. [neigh. Brieschen, to snort, roar, Brievenbus, v., letter-box. Brij, v., porridge; hasty- pudding. Brik, v., break, brig.

Bril, m., spectacles; seat. . Brilleglas, o., spectacle-Brit, m.2 Briton..[glass. Britannia, o., Britain. Brits, v., wooden couch. Broddelen, to bungle,botch. B roeder m., brother. Broederiijk, brotherly, fra� ternel.. [cide.Broedermoord, m., fratri-Broedmachine, v., incub-Broedsel, o., brood. [ator. Broeibak, m., hot-bed. Broeien, to hatch, brood, breed..[mashing-tub.Broeikuip, v., brewer's vat ; Broeitijd, m., sitting-time, brooding-time..[tights. Broek, v., trousers, breeches, Broekspijp, v., leg of the trousers..[lump. Brok, o., piece, bit, morsel, Brombeer, m., grumbler.Brommen,to grumble, buzz, sound, mutter. Bron, v., source, spring ; cause, origin. Brons, o , bronze. Bronwater,o ,spring-water, mineral water. Brood, o., bread, a loaf. Broodbakker, m., baker. Brooddron ken, wanton. Broodeloos, breadless. Broodnijd, m., professional envy.. [a-liner. Broodschrilver,m.,penny-Broodwinning, v., sub�sistance, livelihood. Broosheid, v., fragility, brittleness..[thick. Brouwen, to brew ; speak Brouwer, m., brewer. Brouwe ibv.,brewery,brew� house, distillery. Brouwsel, o., brewage. Brug, v., bridge. Bruid, v., bride, betrothed. Bruigom, m., bridegroom.

22.Buitensporig Bruidsgift, v., wedding-present, bridal-present. Bruikbaar, useful, service� able. [wedding, nuptials. Bruiloft, v., wedding-party,Bruin, brown. BrUinViSCh, m., porpoise.Bruisen, to foam, froth, Brullen, to roar. [snort. Brutaal, cheeky, impudent, insolent. Brutaliteit, v., impudence. Buffel, m., buffalo, (fig.) rude fellow. Buffet, o., bar, buffet. Bui, v., shower; humour. Buidel, m., pocket, purse, bag, satchel. Buigen, to bend, bow; stoop. B uhg, unsettled, showery, Bulk, belly..[rainy. Buikioop, m., diarrhoea. Buikpijn, v., stomachache, belly-ache..[loquy. Buikspreken, to ventri-Buikvlies, o., peritoneum. Buikvliesontsteking, v., peritonitis, peritoneal in� flammation. Buil (gezwel), v., bump. Buis, v., tube, pipe, conduit. Buit, m., prey, spoil, booty, prize. Buitelen, to tumble, fall head over heels. Buiten, outside ; besides, without, except. [over. Buitendien, besides, more-Buitengewoon, extraordi- nary. Buitenkansje, o., windfall, good luck, perquisite. [try. Buitenland,o., foreign coun�Buitenlander,m.,foreigner. Buitenplaats, v., country- seat, villa. Buitenshuis, m., abroad. Buitensporig, extravagant.

Buitentijds, unseasonably.Buitmaken, to capture.Bukken, to stoop, bow, submit. [rifle-man. Mike, v., rifle; (b�schieter)Bul, m., bull ; decree (of the pope). [rage.Bulderen, to roar, bluster, Bulken, to low, bellow, cry loud. [fellow.Bullebak, m., bugbear, surlyBult, m., hump, hunch.Bundel, m., bundle; collec� tion (of poems). Bunzing, m., polecat.Burcht, m., castle; citadel. Burchtheer, m., castellan.

Cacao, v., cocoa, cacao. Cachet, o., signet, seal.Cachot, o., jail, lock-up, dungeon. Cactus, v., cactus. Cadet, m., cadet. Caf�, o., cafe, coffee-house. Calvinist, m., calvinist. Canape, v., sofa, couch. Candidaat, m., candidate. Carambole, v., cannon. Cargadoor, m., shipbroker, ship's freighter. CariCatuUr, v., caricature. Carton, o., card-board, pasteboard. Catalogue, m., catalogue. Catechisatie, v., bible- lessons, catechism. Catechismus, m., cate� chism..[catholic. Catholiek, catholic, roman Cavalerie, v., cavalry,horse, Cedel, v., list, schedule, lease, bill. Ceder, m., cedar. 23. Ciffer Burengerucht, v., hubbub, clamour, alarm. Burgemeester, m., mayor, burgomaster. Burger, m., citizen, com� moner; civilian. [monalty. Burgerij, v., citizens, corn-Burggraaf, m., viscount, burggrave..[(of a gun). Bus, v., tin, box, urn, barrel Buskruit, o., gunpowder.Buur, m., neighbour. Buurman, m., neighbour. Buurt, v., neighbourhood, quarter, hamlet..[vice. Buurtverkeer, 0., local ser-Buurvrouw, v., neighbour. Ceintuur, v., scarf, belt. Cel, v., cell. Cement, o., cement. Cent, m., cent. Centrum, o., centre. Ceremonie, v., ceremony. Certificaat, o., certificate. Champagne, m., cham- Chaos, in., chaos. [pagne. Chef, m., chief, principal,

head, leader, superior. Chemie, v., chemistry. Cherubijn, m., cherub. Chinees, m., Chinaman. Chirurg, m., surgeon.Chocolade, v., chocolate. Cholera, v., cholera. Christelijk, christian, christianlike. Christen, m., christian. Christendom, o., chris�

tianity. Christus, m., Christ. Cider, m., cider. Cigarette, v., cigarette. Cijfer, o., figure, cipher. Cijns, m., tribute. Cipier, m., gaoler, jailer,

goal-keeper. Circulate, v., circulation. Circus, m., circus, ring. Cirkel, m., circle. Citadel, v., citadel. CHEW, v., cithara, cittern. Citroen, m., lemon, citron. Citroenlimonade,v.,lemon� squash. Classiek, classic. Client, m., client. Cliniek, v., clinic, clinical medicine, -surgery. Club, v., club. Cognac, m., cognac.Cokes, v. (mv.), coke.Collega, m., colleague.Commandant, . m., com- mander..[mand, order. Commandeeren, to corn-Commando, o., command. Commies, m., clerk, ex- ciseman, customhouse offi� cer. Communie, v., communion. Compagnie, v., company. Compagnon, m., partner. Compleet, complete. Compliment, o., compli� ment. COMpOniat, m., composer. Concept, o., rough draft, notion, idea, sketch. Concert, o., concert. Concertzaal, v., concert- hall, concert-room. COnCOUra, o., match. . Conditie, v., condition. Confuus, bashful, confused. Congres, o., congress. Conrector, m., second� master. COnSigne,o.,pass-word,con-Consul, m., consul. [sign.COntent, ready money, cash. Contract, o., contract. Contrast, o., contrast. Contributie, v., contri� bution. ContrOle, v., control. Conversatie, v., conver� sation; circle of acquain� tance. COOperatie,v.,co-operation.Coquet, coquettish. Coquetteeren, to flirt. Corporatie, v., corporate body, corporation. Corpulent, corpulent. Correspondent, m., cor� respondent. [respondence. Correspondentie, v., cor- Corridor, m., corridor. Couplet, o., couplet, stanza, verse. Coupon, v., check, coupon. Courant, v., newspaper, ga� zette, current (adj.). Convert, o., envelope, cover. Credit, o., credit. Crediteur, m., creditor. Crematie, v., cremation. Creool, m., Creole. Crisis, v., crisis. Critiek, v. criticism. Crucifix, o., crucifix. Cultuur, v., cultivation. Curator, m., curator. Cursief, in italics. Curses, m., course (of in� struction). Cycloon, m., cyclone. CyCIO0p, m., cyclops. Cylinder, m., cylinder. Cynisch, cynical. Cypres, m., cypress.

D. Daad, v., action, deed, ex� ploit, achievement.Daags, by day..[crown.Daalder, m., thaler, half-a-Dear, there, since, because,as. Daaraan, by that, to it, about it..[to that.Daarbij, there, besides, close Daarin, in there, in that. Daarlaten, not to talk about a thing.. [that.Daarmede, with it, withDaarna, after that. Daarnaast, next to it. Daarom, for this reason, therefore..[upon.Daarop, upon this, there-Daamt, thence, from that. Daarvoor, therefore. Dadel, m., date. Dadelijk, immediately, at-Dag, m., day..[once. Dagblad, o., daily paper ; newspaper, gazette. Dagboek, o., diary, journal, day-book. Dagdief, m., loiterer, idler. Dagelijks, every day. Dageraad, m., dawn, day� break..[er, journey-man. Daglooner, m., day-labour-Dagteekening, v., date, Dak, o., roof..[dating. Dakioos, dishomed. Dal, o., valley, vale, dale,dell.Damast, o., damask. Dame, v., lady. Damp, m., vapour, steam, smoke, fume. Dampig, vaporous; foggy. Dampkring,m.,atmosphere.Damspel, o., draughts,game at draughts. Dan, then ; but; than. Danig, thorough. Dank, m., acknowledgment, thanks, reward. Dankbaarheid, v., thank� fulness, gratitude. [refuse. Dan ken, to thank, say grace;Dans, m., dance. Dansen, to dance. Dapper, brave, valiant; heartily, valiantly.Darm, m., gut, intestine.Dartel, playful, sportive. Das (dock), v., neck-tie, cravat, neck-cloth. Das (dier), m., badger. Dat, that. Datum, m., date. Dauw, m., dew. Daveren, to resound, thun� der, boom, peal, shake. e b itee; DDe, ht o., sale, custom. December, m., December. Decreet, o., decree. Deeg, o., dough, paste. Deel (bock), o., volume. Deel, o., part, portion, share, parcel; volume. DeelgenOot, m., partner, participant, partaker. Deelnemen, to sympathize; participate. Deemoed, m., humility. Deerlijk, pitiful, sore, miser� able, wretched. Deernis, compassion, pity. Deesem, m., leaven, yeast. Deftig, stately, grave, sedate, respectable..[sufficient. Degelijk, solid, worthy, real, Degen, m., sword. Deinen, to swell. Dek, o., cover, bed-clothes, horse-cloth; deck. .

Dekbed, o., quilt, cover-bed.Deken, v., blanket. [leap.Dekken, to cover, clothe, Deksel, o., cover, lid, top.Delfstof, v., mineral. DeIgen, to efface, pay, eradi-Delven, to dig, scoop. [cate.Dempen, to fill up ; ex� tinguish, smother; deaden.Den, m., fir-tree. Denemarken, o., Denmark. Denkbaar, conceivable, imaginabl e. o., idea, notion. Denkbeeldig, imaginary, ideal, chimerical. Denken, to think, consider, meditate, reflect, ponder. Derde, third..[hinder. Deren, to hurt, harm, pity, Derhalve, therefore, conse- quently..[deprived of. Derven, to want, lack, be Deserteur, m., deserter,run� away.Deskundig, skilful, expert. Desnoods, if need be. Despoot, m., despot, tyrant. Dessert, o., dessert. Destijds, then, at the time. Deugd, v., virtue, property ; good quality, excellence. Deugen, to be fit for, be of some value. Deugniet, m., good-for� nothing, rogue, rascal. Deur, v., door ; gate. Deurwaarder, m., sheriff's officer, bailiff. Deze, this., these. Dezeifde, the very same. Diaconie,v., poor-law board Diadeem, m., diadem. Diaken, m., poor-law com- missioner, deacon. Diamant, m., diamond. DiCht, close, shut ; hard by. Dichter, m., poet. Dichtmaat, v., verse, metre. DiChtVuUr, o., poetical rap� ture. [that.Die, that, those; who, which, Dieet, 0., diet. Diet, m., thief, robber. Diefstal, m., theft, robbers. Dienaar, m., servant. Diender,m., pol iceman, con� stable. [render a service. Dienen, to serve, attend; Dienst, m., service. Dienstbode, m., servant, domestic, menial. Dienstplicht, m., conscrip�tion, duty of service. Dienstvaardig, obliging, officious, serviceable. Diep, deep, profound, low. Diepzinnig, profoundy, ab� stract, abstruse. Dier, o., animal ; brute, beast. Dierbaar, dear, beloved. Dierlijk, brutish, brutal, animal. [slang, -Latin. Dieventaal, v., thieves' Dij, v., thigh. Dijk, m., dike, dam, bank. Dik, thick, big, bulky, fat, swelled, swollen. Dikte., v., thickness, bigness. Dikwtjls, often. Ding, o., thing, matter, affair. Dinsdag, m., Tuesday. Direct, direct(ly). Directeur, m., director. Disch, m., table, board. Dischgenoot, m., fellow-Distel, v., thistle. [boarder. Dit, this. Divan, m., divan..[dicer. Dobbelaar, m., gambler, Dobbelsteen, in., die; cube, square. [waver. Dobberen,to float,fluctuate, Doch, but, yet. Dochter, v., daughter. Doek, m., linen, dish-cloth.

Doel, 0., purpose, goal, aim, mark. DOelMatig, appropriate. Doelwit, o., aim, view, pur� pose, goal. [oath. Doen, to do, make, take (an Doeniet, m., idler; sluggard. do-no th ing. Dot, dead, dull, faint. Dok, o., dock. Dokter, m., physician, me� dical man, doctor. Dol, furious, mad. Dolk, m., poniard, dagger. Dolkmes, o., dagger. Dolkop, m., madman. Dollepraat, v., fool's talk. Dolzinnig, rash, mad. DOM ,stupid,dul l; si lly,blunt. Domein, o., domain.Dominee, m., minister, clergyman..[doze.Dommelen, to slumber, Domoor, m., blockhead, loggerhead, dunce, dolt. Dompelen, to plunge, dive, dip, duck, immerse, bury.DOnder, m., thunder, Donker, dark, night. Dons, o., down. [demise. Dood, m., death, decease, Doodaf, used up, worn out, quite up., all up. Doodbed, o., death-bed. Doode, m., a dead man. Doodkist, v., coffin. Doodloopen, to tire oneself to death with running, out- run..[pangs of death. Doodsangst, m., agony, Doodsgevaar, o., danger of life, peril of death. Doodshoofd, o., skull. Doodslag, m., murder,m an- slaughter. Doodsteken, to slab. DOOdStraf,v.,capitalpunish�DO0f, deaf..[ment. Doofpot, m., fire- extinguish� er. [dumb. Doofstomme, m., deaf-and-Dool, m., thaw. DOOI hof,m.,maze,labyrinth Doop, m., baptism, ducking, christening. Door, through, by.Doorbladeren, to peruse, turn over the leaves. Doorboren, to pierce, stab. Doorbraak, v., rupture, breach. Doorbrengen, to squander, dissipate, spend. Doordat, as, because. Doordrijven, to have one's will ; drive through. Doordringen, to penetrate, permeate, pierce. Dooreen, pell-mell. Doorgaans, generally, com� monly, usually. Doorgraving, v., piercing. Doorgronden, to penetrate fully; search into a subject. Doorkneed, versed in, con� versant with. Doorlaat, m., channel. Doorlaten, to let pass, allow to pass.Doorleven, to live through. Doorn, m., thorn, prickle, briar. Doornat, wet through. Doorreis, v., passage, pro� gress..[transparency. Doorschijnend held, v., Doorsnede,v.,section,inter- section. Doorsnuffelen, to rum� mage, pry into, search.Doorspekken, to interlard. Doorstaan, to suffer, bear, endure. [put through. Doorsteken, to pierce, stab; Doorstralen, to irradiate, illuminate, shine upon. .

Doortocht, m., marching through, passage. Doortrapt, sly, crafty. Doorvaart, v., passage, com� munication by water. Doorvoer, m., transit, pas� sage.Doorweeken, to soak, steep. Doorzenden, to forward. Doorzicht, o., clearheaded� ness, intelligence. Doorzichtig, transparent, diaphanous, pellucid. Doorzoeken, to search, examine, explore. Doos, v., box..[tedious. Dor, withered, barren, dry ; Dorp, o., village. Dorpeling, m., villager. Dorschen, to thrash. Dorst, m., thirst. Dozijn, o., dozen..[wire. Draad,m.,thread,fibre,grain, Draadloos, wireless.

Draagbaar, portable, wear�able.. [able. Draaglijk,tolerable,support-Draagvermogen, o., bear- ing-power..[twist. Draa!, m., turn, corner,twirl, Draaien, to turn,twist,wind, twirl, trifle. Draaierig, giddy. Draaimolen, m. merry-go- round..' [street-organ. Draaiorgel, o., barrel-organ, Draak, m., dragon. Dracht, v., costume, dress; matter (of wounds). Dragen, carry, wear, bear; suffer, endure ; support. Dragonder, m. dragoon. , Dralen, to tarry, Drama, o., drama. [linger. Drang, m., pressure;urgency. Drank, m., drink, drinking, beverage..[marshy. Drassig, swampy, miry, Dregge, v., drag, grapnel. Dreigbrief, m., menacing letter. Drenkeling, m., &owned person, drowning person.Drentelen, to loiter,saunter, lounge. [fellow, mite.Dreumes, m., shrimp, little Dribbelen, to trip, trot, jog, Dries three. [triune. Driecien ig, three-in-one, Driehoek, m., triangle. Driekleur, v., tricolour. Driekoningen, m., Epipha- ny. [times. Driemaal, thrice, three Driesprong, m., junction of three roads. Driest, bold, insolent, au� dacious, daring. [Trinity. Drievuldigheid, v., Holy Drift, v., passion ; baste, precipitation, anger. Drijfijs, o., drift-ice. Drijfjacht, v., battue, beat. Drijfkracht, v., motive power ; impulsive force. Drijftol, m,, whipping-top. Drijfveer, v., motive; spring.Drijven, to float, swim, push; drive. [brandish (a spear). Drillen, to drill, bore ; Dringen, to throng, crowd; push, press.Dringend, urgent, pressing. Drinkebroer. m., tippler, toper, bibber.Drinken, to drink. Droefgeestig, melancholy. Droevig, dismal, pitiful, sor� rowful, afflicted, sad. Drogen, to dry, wipe. Drogist, m., druggist. Drogreden, v., sophism. Drom, m., crowd, swarm, troop, multitude. [deuce Drommels by Jove ! the Drcink,m.,draught,drinking. .

Dronkaard 29 Dwingen Dronkaard, m., drunkard. Duldeloos, unbearable, in- Dronken, drunk, drunken. supportable. DrO0g, dryy, arid..[dry. Dulden, to endure, suffer, Droogmaken, to dry, make bear, tolerate. Droogmalen, to drain. Dun, thin, slender, slight, Droogte,v.,dryness,drought; DurVen, to dare..[small.

shoot ; sandbank. Duur, m., duration, con-Droom, m., dream. Duur, dear..[tinuance. Droppel, m., drop. Duurzaam, durable, lasting, Druif, v., grape..[pout. Duw, m. push..[strong. Druilen, to mope, loiter, Duwen, to push. Druipen, to drop, drip ; be Dwaalgeest, m., erring spi� plucked(at an examination). rit ; follower of erroneous Druischen, to roar; be con-opinions. [erroneous way. trary, clash. Dwaalpad, o., false path, Druk, m., pressure ; print, Dwaas, foolish, silly. printing; oppression. Dwaasheid, v., folly. Druk, busy, full of business, Dwaashoofd, m., madcap, having custom. [misprint. fool.. [deviate. Drukfout, v., printer's error, Dwalen, to err, wander, Drukken, to print, press; Dwang, m., constraint, com� oppress, afflict. [pression. pulsion, force. Drukking, v., pressure, op-Dwangbevel, o., warrant. Drukpers, v.,printing-press, Dwangbuis, o., strait- press. [busy. waistcoat, strait-jacket. Drukte, v., noise, being very Dwangmiddel, o., forcible Drukwerk, o., printed mat-means. Dubbel, double. [ter. Dwarrelen, to whirl. Duchten, to fear, dread, Dwars,contrary,transversal, Duel, o., duel. [apprehend. peevish..[cross, hinder. Duf, musty, earthy. Dwarsboomen, to thwart, Duffel, o., duffel..[plain. Dwarsdrijven, to baulk a Duidelijk, clear, explicit, person's plans. [surveyor. Duif, v., pigeon, dove. Dwarskijker,m.,controller, Duikelaar, m., tumbler, Dwarskop, m., self-willed diver, plungeon. person, cross-grained per-Duim, m., thumb ; inch. son.. [zealot. Duin, v., dune, down. Dweepster, v., fanatic, Duisternis, v., darkness. Dweepzucht,v.,fanaticism. Duit, m., farthing, dolt. Dcweulle. v., mop, swab, floor-Duitschland, o., Germany. lo. [bigotry. Duivel, m., devil. Dweperij, v., fanaticism, Duivels I the deuce! [dizzy. Dwerg, m., dwarf. Duizelen, to feel dizzy, grow Dwingeland, m., tyrant. Duizend, a thousand. Dwingen, to force, con-Dukaat, m., ducat. strain, compel. 2 Holl.-Engelsch..

E. Ebbe, v., ebb, ebb-tide. Ebbenhout, o., ebony. Echo, v., echo. ECht, m., matrimony, wed� lock, marriage. ECht, real, true, legitimate, authentic, genuine. Echtbreker, m., adulterer. Echtelieden, m., married couple. Echtelijk, conlugal.Echten, to legitimate.Echter, however, yet. Echtgenoot, m., husband. Echtgenoote, v., wife, lady, spouse. Echtscheiding, v., divorce. Econoom, m., economist. Edel, noble, excellent, gener- ous.. [ous. Edelaardig, noble, gener-Edelman, m., nobleman. Eed, m., oath. Eedaflegging, v., taking an oath, swearing in. Eedgenoot,m., confederate, conspirator. Eega, m. en v., husband,wife, spouse, consort. Eekhoorn, m., squirrel. Eelt, o., callosity, hard flesh. Een, a(n) ; one. Eenarmig, having one arm. Eend, v., duck. (e-achtig) silly. [decoy-pond. Eendenkooi, v., duck's Eender, alike, the same. Eendracht, v., concord, union. [of one sort. Eenerlei, of the same kind, Eenhandig,having one hand Eenheid, v., unity,harmony, unanimity. Eenhoevig, one-hoofed. Eenhoorn, m. unicorn. Eenig, only, sole; any, some, [degree. degree.Eenigermate, in some Eenigszins, somewhat, in some way, in some sort.Eenjarig, of one year, one year old. [timidity. Eenkennigheid,v.,shyness, Eenmaal, once. Eenoog,m.,one-eyed person. Eenparig, unanimous, uni� form. [of one accord.Eens, once, one day ; even, Eensgestemd, in harmony, at one..[ [union.Eensgezind, unanimous, in Eensklaps, suddenly, all at once. [contents, similar.Eensluidend, of the same Eentonig, monotonous, tedi� ous. [plainness.Eenvoud, m., simplicity, Eenzaam, solitary, lonely, desolate. [identical. Eenzelvlg, self-contained, E e n jd i gone-sided;partial.Eer, v., honour. Eerbaar, virtuous, honour.. able ; modest,chaste, honest. Eerbetoon, o., honour,hom-age, respect. Eerbied, m., respect, regard, reverence, veneration. Eerbiedigen, to respect, revere. [able, venerable. Eerbiedwaardig, respect-Eerder, before, sooner Eereblijk, o., sign of honour. Eereboog, m., triumphal arch. Eeredienst, m., worship. Eerelid, o., honorary mem� ber. .

Eeren, to respect, reverence, honour. [our. Eerepost, m., post of hon-Eereschuld, v., debt of honour. [honour.Eereteeken, 0., sign of Eeretitel,m., title of honour. Eerewacht, v., guard of honour. [of honour. Eerewoord, o., parole, word Eergevoel, 0., sense of honour. Eergierigheid,v., ambition.Eergisteren, the day before yesterday..[soon.Eerlang, shortly, ere long, Eerlijk, honest, true, upright, Eerloos, infamous. [loyal. Eerroover, m., ravisher, defamer, slanderer. Eerstbeginnende, m., be�ginner. Eerstdaags, one of these days, soon, in a few days. Eersee, firsi. [fruits. Eersteting, in., firstling, first Eerstgeborene, m. first- born. [of yore. Eertijds, formerly, in times Eervergeten, lost to all honour, infamous. Eervol, 'honourable. Eerwaardig, reverend, hon� ourable..[honest, decent. Eerzaam, respectable, Eerzucht, v., ambition. Eerzuil, v., monument, me� morial, obelisk. Eetbaar, eatable..[house. Eethu le, o., ordinary, eating-Eetkamer, v., dining-room. Eetlepel, m., table-spoon. Eetlust, m., appetite, sto� mach..[visions, eatables. Eetwaar, v., victuals, pro-Eeuw, v., century, age. Eeuwig, eternal, perpetual, everlasting. Effen, smooth, even, plain; grave. [even, level. Effenen, to smoothe, make Egel, m., hedge-hog. Egge, v., harrow. El, o. egg.Eierdopje, o., egg-cup.Eierkoek, m., omelet. Eierschaal, v., egg-shell. Eigen, own, peculiar,proper; natural..[owner. Eigenaar, in., proprietor, Eigenbelang, o., egotism, self-interest. Eigendom, m., property. Eigendunkelijk, authorita� tive. Eigenhandig, autographic; with one's own hands. Eigenlijk, properly, true. Eigenmachtig, high-hand� ed, arbitrary. Eigenzinnig, obstinate, Eik, m., oak. [headstrong. Eikel, m., acorn. Eiland, o., island, isle. Eindbesluit, o., final con� clusion..[figure. Eindcijfer, o., conclusive Einddoel, o., goal.Einde, o., end, termination, conclusion. Eindelijk, at last, finally. Eindigen, to end, finish, conclude..[bound. Eindpaal, m., goal, limit, Eirond, oval..[claim. EisCh, m., demand, petition, Eischen,to demand,require, claim.. [glair. Eiwit, o., white of an egg, Ekster, v., magpie. Eksteroog, o., corn. El, v., ell, yard. Eland, m., elk. Elastiek, elastic. Elders, elsewhere. Electriciteit, v., electricity. Element . Element, o., element. Elf, eleven, (fee) elf, fairy. EIft, m., shad..[another. Elkander, each other, one Elleboog, m., elbow. Ellemaat, v., tape measure. Ellende, v., misery, distress. Ellendeling, m., wretch,

villain.. [ed.Ellendig, miserable, wretch-Elpenbeen, o., ivory.Els (boom), m., alder-tree. Els (priem), v., awl. Email, o., enamel. Emmer, m., pail, bucket.En, and. Endeldarm, m., rectum.Eng, narrow, strait, tight, close; averse. Engagement, o., engage-m., angel..[ment. Engelachtig, angelic.Engeland, o., England.Engelenzang, m., hymn of angels. Engelsch, English.Engheid, v., narrowness, tightness, closeness.Engte, v. narrow passage ; strait, defile. Enkel, m., ankle. Enkel, single, sole, merely, only ; sometimes. Enkelvoud, o., singular, singular number.Enten, to graft. EnterbijI, v., boarding-axe. Enteren, to board. Entmes, o., grafting-knife.Enveloppe, v., envelope. Epaulet, v., epaulet. Epilepsie, v., epilepsy. Equipage, v., equipage, crew (of a ship).Er, there..[able, wretched.Erbarmelijk, pitiful, miser-Erbarming, v., pity, com� passion.

82 Ettelfflce Erf, o., yard, inheritance,patrimony, ground.Ertdeel, 0., portion, heritage. inheritance, share. Erfdochter. v., heiress.Erfelijk, heriditary. [ante. Erfen is, v., heritage, inherit-Erfgenaam, m., heir.Erfgoed, o., inheritance, estate, patrimony. Erfhuishouden, to sell by auction, � by public sale.Erflater, m., testator. Erfoom, m., rich uncle from whom one has expectations.Erfrecht,o., heriditary right.Erfrente, v., heriditary rent.Erfstuk, o., heirloom, in� heritance. Erg, evil, ill, bad. Ergdenkend, suspicious.Ergens, somewhere, any where. [render indignant.Ergeren, to offend, annoy,Ergerlijk, offensive, an� noying, scandalous. Ergernis, v., scandal, vexa�tion, offence. Erkennen, to confess, own, acknowledge. [ful.Erkentelijk, grateful, thank-Ernst, m., earnest, serious�

ness, zeal. [nest.Ernstig, grave, serious, ear-Erts, o., ore. Ervaren, to experience.Ervaring, v., experience.Erven, to inherit. Erwt,v.,pea (dop�)green pea.Esch, m., ash, ash-tree. Eten, to eat, dine, sup. Etenskast, v., pantry, but� tery, safe..[dinner-time.Etenstijd, m., meal-time, Ets, v., etching.Etsen, to etch. Etsnaald, v., etching-needle. Ettelijke, some, several. . Etter Etter, m., purulent matter, us. Efteren, to suppurate. Europeaan, m., European. Euvel, o., evil..[deed. Euveldaad, v., crime, mis-Evangelie, o., gospel. Evangelist, m., evangelist. Even, equal; even; just. Evenaar, m., tongue, index of a balance ; equator. Evenals, as, just as. Evenaren, to equal, match. Evenbeeld, o., image, like� ness; counterpart. Eveneens, the same, in the same manner as, likewise. Evengoed, just as good. Evening, v., equinoxe. Evenknie, m., compeer, match, equal..[creature. Evenmensch, m., fellow-Evenmin, no less than. Evennaaste, m., fellow- creature.

Faam, v., fame, repute, repu� tation. Fabel, v., fable, story, tale. Fabelachtig, fabulous. Fabelleer, v., mythology. Fabriek, v., factory, manu- factory..[mark. Fabrieksmerk, o., trade-Fabrieksprijs, m., cost- price, manufactural price. Fabrieksstad, v., manufac�turing-town. FabrieksvOlk, o., people of the factory. Fab ri kaat, o., manufactured goods, manufacture. Fabrikant,m.,manufacturer Factorij, v., factory.

33.Familiezwak Evennachtslijn,v.,equator, equinoctial line. Evenredig, proportional. Eventjes, for a moment. Evenveel, as much. Evenwel, however, yet, nevertheless. Evenzoo, just as. Ever, m., boar, wild boar. Examen, o., examination. Exemplaar, o., copy, speci� men, sample. Exercitie, v., exercise, drill. Expeditle, v., expedition, dispatch. Exprestrein, m., express. Extra, extra. Ezel, m., ass, donkey. Ezelachtig, stupid, like an ass..[pons asinorum. Ezelabrug, v., crib, horse ; Ezelskop, m., blockhead, ass, dunce. Ezelwagen,m.,donkey -cart, -chaise. Faculteit, v., faculty. Fagot, v., fagotto, bassoon. Failliet, o., failure, bank� ruptcy.. [beau. Fakkel, v., torch, link, flam-Fakkeltocht, m., march by torchlight..[to fail. Falen, to make a mistake, Falsaris, m., falsifier, forger, false man. Familiaar, familiar. Familie, v., family. Familieiid, o., member of a family..[family-name. Familienaam, m., surname, Familieraad, m., family- council..[relations. Familiezwak, fond of one's .

Fanatiek, fanatic. Fat, in., swell, dandy. Fataal, fatal. Fataliteit, v., fatalism. Fatsoen, o., decency; cut,

fashion, form. Fatsoen I ij k, decent, genteel, respectable. Fatterig,dandy-like,priggish. Fauteuil, m., arm-chair. Fazant, xn., pheasant. Februari, m., February. Fee, v., fairy. [termagant. Feeks, v., vixen, shrew, Feest, o., feast, festival. Feestdag, m., festal day, holiday..[snmptuous. Feestel ijk, festive, splendid, Feestgewaad, o., festive dress, holiday attire. Feestlied, o., festive song. Feestvieren, to feast. Feil, v., mistake, error, blunder, fault..[errors. Feilbaar, fallible, liable to Fei I loos, faultless. Feit, 0., fact, deed act. Feitelijk, real, virtual, prac� tical..[cruel, severe. Fel, violent, sharp, fierce, Femelaar, m., hypocrite, trifler, canter. Ferm, firm, strong, thorough. Festoen, v., festoon. Festonneeren, to festoon. Fiche, v., counter, fish. Fideel, sociable, merry,good� natured..[scoundrel. Fielt,m., rogue,knave,rascal, Fier, noble-minded, proud, high-spirited. Fiets, v., bike. Fietsen, to cycle, bike. Figurant,m., figurant,super� numerary, dummy. Figuur,o., form ,figure,shape. Figuurlijk, figurative. Fijmelarij, v., snivelling. Fijn, fine, genteel, delicate; zealous. Filnhakken, to mince. Fiinheid, v., fineness, deli� cacy; assumed devotion. Flit, v., whitlow. Fiksch, strong, very well,Firma, v., firm. [cleverly. Firmament, o., firmament. Firmant, m., partner.Fiscus, m., fisc. Fistel, v., fistula. Fitter, m., fitter..[flagon. Flacon, m., bottle, flask, Fladderen, to flutter, hover. Flambouw, v., torch, brand, link, flambeau. Flamingo, m., flamingo. Flanel, o., flannel. Flank, v., flank, side. Flarden(mv.)m.,rags,tatters. Flauw, faint, insipid, feeble; superficial..[insipid. Flauwhartig, faint-hearted, Flauwte, v., swoon, fainting- fit. Fleemen, to cajole, fawn. Flegma, o., phlegma. Flesch, v., bottle..[tray. Flesschebakje, o., bottle-Flets, faded, pale, pallid. Meting, blooming, flourish- ing, sprightly..[lamb. Flikflooien, to fawn,woolly-Flikken, to cobble, patch, mend..[kle, twinkle. Flikkeren, to glitter, spar-Flink, clever, thorough,brisk; very well. Flinkheid, v., thoroughness. Flodderen, to hang loosely, dangle, wave. Flodderkous, v., slatternly woman, sloven, slut. Floers, o., black crape. Flonkeren, to sparkle, twinkle..[silk-ferret, Floret, v., fencing-sword, . Fluim Fluim, v., slime, phlegm. Fluisteren, to whisper. Fluit, v., flute. Fluiten, to whistle; play

the flute. [player. Fluitist, m., flutist, flute-Fluks, rapidly, quickly, im� mediately. Fluweel, o., velvet. Fnuiken, to clip the wings, pare; diminish the power.Foei I fie!.[foil. Foelie, v., mace ; tin-leaf, Foesel, v., bad gin.Fok, v., fore-sail; spectacles. Fokkemast, m., fore-mast. Fokken, to breed, rear. Folterbank, v., rack. Foltering, v., torture, tor- menting..[for torture. Foltertuig, o., instrumentFonds, o., fund, stock. Fonkelen, to sparkle,

twinkle..[quite new. Fonkelnieuw, bran-new, FOntein, v., fountain. Fontenel, v., fontanel. FOOl, v., tip, drink-money, wails. Foppen, to fool, cheat,mock, Foppery, v., hoax, cheating. Forel, v., trout. Formaat, o., size. Formeel, formal. Formeeren, to form, mould. Formule, v., formula. Formulier, o., formulary. Fornuis, o., furnace,kitchen� range.Forsch, robust, strong, vigo-Fort, o., fortress, fort. Fortuin, o., fortune. Fortuinzoeker, m., adven� turer, fortune-hunter.

35. Futselaar Fourier, m., quarter-master. FOut, v., mistake, blunder ; fault, error. [handsome. Fraai, nice, pretty, fine,Fragment, o., fragment.Frak, v., coat. Framboos, v., raspberry. Franje, v., fringe. Frank, free, frank. Frankeeren, to pay the postage, prepay, frank. Fransch, French. Fratsen (my.), v., caprices. Fratsenmaker, m., clown, buffoon. Fraude, v., fraud. Fret, o., ferret. Freule, v., young lady of 'liable birth. Friesland, o., Friesland. Frikkadel, v., forced-meat ball..[floridness. Frischheid, v., freshness, Frommelen, to fumble, rumple.. [knit.

Fronsen, to wrinkle, frown, Front, o. front. Frontmaken, to turn head, form front. Fruit, o., fruit.

Fruitvrouw,v.,fruit-woman. Fuif, v., jamboree, carousal. Fuiven, to carouse. Fuik, v., eel-basket ; (in de

f� loopen) to fall into the snare. Functie, v., function. Fundament, o., foundation, fundament. Furie, v., fury.Fuselier, m., fusilier. Fusilleeren, to shoot. Fust, o., barrel, cask. [ger. Futselaar, m., trifler, loun- G. Gaaf (gave), v., gift, pre� sent ; talent, gift of nature. Gaafheid, v., soundness. Gaai, m., mate, male. Gaaike, o., mate, female. Gaan, to go, march, walk, move. Gaanderij, v., gallery. Gaandeweg, gradually. Gaar, done, dressed. Gaarde, v., garden, yard. Gaarkeuken, v., ordinary, eating-house. Gaarne, willingly, readily, with pleasure. Gaas, o., gauze. Gade, m., husband. Gadeslaan,to watch, notice,

observe. Gage, v., pledge, wages. Gal, v., gall, bile, spleen. Gala, o., gala. Galanterieen(mv.),v.,fancy� goods.Galanteriewinkel, m., shop for fancy-articles. Galappel, m., gall -nut. Galarok, m., robes of state. Galblaas, v., gall-bladder. Galbuis, v., gall-duct. Galeiboef, m., galley-slave. Galerij, v., gallery. GaIg, v., gallows, gibbet ;

braces. Galgebrok,m.,gallows -bird. Galgemaal, o., last meal. Galjoen, 0., galleon, apron ; toggle. Galkoorts, v., bilious fever. Galm, m., sound, reverbera� tion, rebound. Gal men, to sound, resound. Galnoot, v., gall -nut. Galon, o., galoon, lace. Galop, m., gallop. Galsteen, m., gall-stone. Galvanisch, galvanic. Gang, m., gait, walk, course, Gang, v., corridor, passage, Gangbaar, current. [alley. Gans, v., goose. Gansch, whole, all, entire. Ganzeleverpastei, v.,

goose-liver pie. Ganzenbord, o., game of goose. Ganzenei, o., goose-egg. Gapen, to gape, yawn.Gaping, v., gap, chasm, yawning. Gareel, o., collar. Garen, o., thread, yarn, net. Garnaal, v., shrimp. Garnituur, o., garniture, set, trimming. Garnizoen, o., garrison.Gas, o., gas..[�factory. Gasfabriek, v., gas-works, Gaskraan, v., gascock. Gaskroon, v., gaselier. Gaslicht, o., gas-light. Gasontploffing, v., ex� plosion of gas.Gast, m., guest, visitor; (vroo� lijke g�) jolly fellow. Gastheer, m., host. Gastmaal, 0., banquet, feast. Gastrol, v., starring-part. Gastvriend, m., guest. Gastvrij, hospitable. Gasvlam, v., gas-flame. Gat, o., hole, gap, opening. Gauw, swift, quick, fast, speedy, dexterous. Gauwdief, m., pick-pocket, sharper. Gauwigheid, v., quickness, swiftness, dexterity. .

Gazel 37 Gazel, v., gazelle. Gazon, o., lawn. Gearmd, arm in arm. Gebaand, beaten. Gebak, o., pastry, pie. Gebarenspel, 0., gesticu� lation, mimics. Gebazel, o., gibberish. Gebed, o., prayer.Gebedel,o. begging,beggary. Gebedenboek, o., prayer- book.. [bones. Gebeente, o., skeleton ; Gebengel, o., ringing. Gebergte, o., mountain, chain of mountains. Gebeuren, to happen, chance, occur, come to pass. Gebeurtenis, v., event, ad�venture, occurrence. Gebeuzel, o., incessant trifling..[district. Gebied, o.,territory,domain, Gebiedend, imperious; im- perative..[entablature. Gebinte, o., cross-beams, Gebit, o., teeth, bit ; set of teeth. Gebladerte, o., foliage. Gebocheld, hunch-backed. Gebod, o., order, command- ment; decree, precept. Geboefte, o., rabble, mob. Gebogen, bent, curved. Gebons, o., banging, bounc- ing. Geboomte, o., trees. Geboorte, v., birth; nativity. Geboortedag,m.,birth-day. Geboorteland, o., native soil, � country. Geboren, born. GebOUW, o., building. Gebraad, o., roast, roast meat..[want, fault. Gebrek,o.,defleieney,clefect, Gebrekkig, deficient,infirm, disabled. Geding Gebroed, o., breed, race. Gebrom,o., buzz,grumbling, ding-dong. Gebruik, o., use, usage; practice, habit..[ary. Gebruikelijk,usual,custom-Gebruiken, to use, employ, make use, spend. Gebrul, o., roaring, be[lrloo;-. ing. Gebulder, o., bang, boom, Gebulk, o., bellowing, howl- ing..[respondent. Gedaagde, m., defendant, Gedaante, v., form, appear� ance, shape, figure. Gedachte, v., thought; idea, opinion. Gedachteloos,thoughtless; inconsiderate, absent. Gedachtenis, v., remem�brance, memory. Gedachtenloop, m., order of thoughts..[Cport. Gedartel, o., frolicking, Gedaver, o., quaking, shaking, boom. Gedeeld, divided, shared. Gedeelte, o., part, share. Gedenkboek, o., annals, album, records. Gedenkdag, m., anniver� sary..[recollect, mention. Gedenken, to remember, Gedenknaald, v., obelisk, needle, monument. Gedenkschrift, o., memoir. Gedenksteen, m., memori� al stone. [al, monument. Gedenkteeken,o.,memori-Gedenkwaardig, memor-Gedicht, o., poem. [able. Gedienstig, serviceable, sequious. Gedierte, v., animalsr: Gedijen, to prosper, tend, succeed, thrive..[cause. Geding, o., law-suit, action, .

Gedistilleerd, o., spirits. Gedobbel, o., gambling, dicing. [dering. G ed ender, o., thunder, thun-Gedoogen , to permit, to� lerate, suffer. -Gedraaf, o., trotting. Gedraai, o., turning. Gedrag, o., conduct, beha�viour, demeanour. Gedragen (zich), to be�have, conduct. Gedragslijn, v., line of con� duct..[pressure. Gedrang, o., crowd, crush, Gedreun, o., shaking, quak� ing, vibration.Gedrocht, o., monster. Gedruisch, o., noise, stir, rattling, bustle.Gedruktheid, v., melan�choly, dullness.Geducht, formidable,dread�ful, terrible. Geduld, o., patience, en� durance, forbearance. Gedurende, during, for. Gedurig, continual, inces- sant..[supple, soft. Gedwee, pliant, submissive, Gedwongen, forced, com� pulsory, constrained, affect- ed..[she who gives. Geefster, v., giver, donor, Geel, yellow. Geelzucht, v., jaundice. Geen, none, no. Geongageerd, engaged to be married. Geenszins, by no means, not at all. [rod. Geesel, m., scourge, whip,Geeselen, to scourge, ewnhiuips., lash, flog.Geest, m., spirit, soul, mind, Geestdoodend, dull. Geestdrift, v., enthusiasm, ardour, eagerness. Geestdrijver, m., fanatic, enthousiast, zedlot. Geestelijke, m., clergyman.Geesteloos,spiritless,slow.Geestenwereld,v.,world of spirits ; intellectual world.Geestig, witty, wittily.Geestkracht, v., energy, strength.Geestverheffend, sublime. Geestvermogen, o., spiri- tual faculties (pl.), talent, mental power.Geestverschijning, v., ap�parition, ghost.Geestverwant, m., fellow- partisan, one congenial inGeeuw, m., yawn. [mind.Geeuwen, to yawn.Geeuwhonger, m., bulimy, fainting-fit caused by hunger.Gefemel, o., cant. Gefleem, o., coaxing.Geflikflooi, o., flattering, wheedling.Gegeven, o., information. Gegil, o., screaming, yelling.Geglansd, glazed.Gegoedheid, v., well-being, ease, easy circumstances.Gegrijns, o., grinning.Gegrond, just, foundaesdt.,y grounded..[hasty. Gehaast,hurried,in a hurry; Gehakt, o., minced meat, sausage meat..[inured. Gehard, hardened, hardy,Gehecht, attached, devoted. Geheel, whole, complete, entire; quite..[to taler.Geheelonthouder, m., tee-Geheiligd, sacred. Geheim, o., secret, mystery. seereey Geheimhouding v Geheimschrift, o., crypto� gram, cryptography. [tary.Geheimschrijver,m.,secre- Geheimzinnig, mysterious, mysteriously. [canopy.Gehemelte,o.,palate;tester,Geheugen, o., memory, re� membrance. Gehijg, o., panting, gasping.Gehik, o., hiccoughing. GeheOr,o.,hearing,audience; auditory.Gehoorig, easy to be heard.Gehoorzaam, obedient, dutiful, submissive. Gehouden, bound, obliged.Gehucht, o., hamlet. Gehuichel, o., hypocrisy, dissembling..[crying.Gehuil, o., howling, yelling,Gehunker, o., longing, hankering. Gehuwd, married. Gen, v., goat, she-goat.Gejaag, o., hurry-scurry ; hunting.Gejaagdheid, v., agitation. hurry, restlessness.Gejammer, o., lamenting. Gejank, o., yelping, howling, whining. GejOel,o.,shouting,cheering. Gejubel, o., cheers, accla� mation, applause.Gejuich, o., applause, shout�ing, rejoicing.Gek, foolish, silly, absurd, mad, simple. [foon.Gek, m., fool, madman ; buf-Gekakel, o., cackling, cluck� ing, chitchat. Gekamerd, kept in lodgings. Gekef, o., yelping, barking. Gekerm,o.,groaning,lamen� tation. Gekeuvel, o., chitchat. Gekheid, v., foolishness; folly; joke.Gekibbel, o., bickering, tiff. Gekilft, o., quarrelling.Geki el, o., tickling. .

39 G eldgierig Gekkenhule,o.,mad-house.Gekkenpraat,m., nonsense, foolish talk. Gekkin, v., fool..[plaint.Geklaag,o.,lamenting,com- Geklater, o., clattering, splashing, rattling.Gekleed, dressed. Geklep, o., ringing, tolling; call (of storks).Geklets,o., twaddle; smack- ing, clashing. Gekleurd, coloured. Geklor, o., knocking.Geklo s,o.,dashing,beating.Geknal, o., boom. Geknetter, o., crackling.Geknoei, o., mess, botch, bungling. [ing, grumbling.Geknor, o., grunting, scold-Gekoppeld, coupled ; (g- huwelijk) a made-up match. Gekraai, o., crowing, boast�ing. Gekras, o. , croak ing,scratch-ing, hooting; fiddling.Gekrijsch, o., screeching, crying..[play the fool.Gekscheeren, to jest, joke,Gekuch, o., coughing.Gekwispel,o., wagging, waving, whipping.Gelaat, o., face, countenance. Gelaatkunde, v., physiog� nomy. GelaCh,v.,laughter,laughingGelag, o., score, share, scot, quota.Gelagkamer, v., bar-room. Gelasten, to charge, com� mand, order. Gelaten, resigned. Geld, o., money, cash. Geldboete, v., fine, mulct. Gelden, to avail; cost, be worth ; concern. Geldend, available. Geldgieng, covetous. .

Geldigheid, v., validity, legality..[exchange.Geldkoers, m., course of Geidleening, v., loan. Geldmiddelen, o., pecu-niary resources, finances.Geldechieter, m., money-Geldstuk, o., coin. [lender.Geldswaarde, v., money's worth. {money.Geldverlies, o., loss of G el d zaak,v., money-matter. Geldzak, m., money-bag. G el cIZSC ht, v., covetousness, love of money.Geleding, v., articulation, juncture of the bones.Geleerde, m., scholar, learned man. [erudition.Geleerdheid, v., learning, Gelegenheid, v., occasion. opportunity.Gelegenheidsgezicht, o., borrowed air. Gelei, v., jelly, jam. Geleibiljet, o., safe-conduct.Geleide, o., guidance, con�veyance, escort. Geleidelijk, gradual, regu�lar, orderly, methodical.Geleider, m., conductor, leader, guider.Geleiding, v., conduits, con�veyance. Geleidingsvermogen, o., � conductive power. [wire.Geleidraad, m., conductiveGeletterd, literary, lettered.Geleuter, o., fiddle-sticks' ends; loitering.Gelid, o., articulation, jqint ; rank, file. [lover, beloved.Geliefde, m., sweetheart,Geliefkoosd, favourite. Gelieven, m., lovers.Gelijk, equal, alike, similar; even. [like, look like.Gelijken, to resemble, be Gelijkenis, v., resemblance, likeness; parable.Gelijkhoekig, equiangular. Gelijkluidenci, consonant ; true (to the orginal).Gelijkmaken, to equalize, level. [proportioned, even.Gelijkmatig, regular, equal,Gelijksoortig, similar, of the same kind. Gelijkstaan, to equal. Gelijktijdig, simultaneous, contemporary. Gelijkvormig, similar, uni�form, conformable.Gelijkzijdig, equilateral. Gelispel,o.,lisp,whispering. Geloei,o., bellowing,lowing, roaring.Gelofte, v., vow, promise. GelOof, o., faith, belief.Gelootsartikel, o., article of faith. Geloofsbelijdenis, v., creed, confession of faith. GelOefsgeneet, m., fellow-believer, coreligionist.Geloofshaat, m., religious hatred. Geloofwaardig, credible. Geloop, o., running to and fro..[be of opinion.Gelooven, to believe, credit;Geloovig, believing,faithful.Gelui, o., ringing, tolling, chiming, peal of bells.Geluid, o., sound, noise. Geluidsleer, o., acoustics. Geluk, o., happiness, felicity, prosperity.Gelukkig, happy ; lucky.

Geluksvogel, m., lucky dog, favourite of fortune. Gelukwensch, m., congra�tulation, felicitation.Gelukzalig, blessed, all-happy.. [tion.Gemaaktheid, v., affecta- .

Gemak 41 Gemak, 0.,comfort, con-venience, leisure, ease. Gemakshalve, for conve�nience' sake..[ease. Gemakzucht, v., love of Gemalin, v., wife, spouse, consort, lady..[tune. Gemartel, o., torturing, tor-Gemaskerd, masked. Gematigd, temperate, mo� derate. Gember, v., ginger.Gemeen, common ; vulgar ; ordinary, usual.Gemeenebest, o., republic; common wealth. Gemeenschap,v.,common property, relation, society. Gemeente, v., community ; congregation.Gemeentehuis, o., town-hall, common-hall. Gemeenzaam, familiar, af� fable, intimate. Gemeesmuil, o., sneering. Gemelijk, cross, sullen, peevish, morose.Gemengd, mixed. Gemetsel, o., masonry.Gemeubileerd, furnished. Gemijmer, o., meditation, musing, revery.Gemis, o., want, absence. Gemoed, o., soul, heart, mind, conscience. Gemoedelijk,good -natured, conscientious..[emotion. Gemoedsaandoening, v., Gemoedsaard, m.,disposi� tion, turn of mind, temper. Gemoedsbezwaar, o., scruple.Gemoedsrust, v., compo� sure, tranquillity of mind. Gemok, o., pouting. Gemompel, o., grumbling; rumour. Gemopper, o., moping. Gepaard Gemor, o., grumbl ing, mur- muring.Gemors, o., mess. Gems, v., chamois, goat of the Alps.Genaakbaar, accessible. Genaamd, named, called. Genade, v., grace, favour, mercy.Genadeslag, m., stroke of grace, finishing stroke.Genadig, merciful, gracious. Genaken,to approach, draw near. Geneesbaar, curable. Geneesheer, m., physician, doctor. Geneeskracht, v., healing power, sanative virtue. Geneeskunde,v.,medicine, physic..[cine, physic. Geneesmiddel, o., medi- Genegen, inclined ; favour-ably disposed. Genegenheid, v., affection, inclination, attachment.Geneigdheid,v.,propensity, inclination. Generaal, m., general. Geneugte, v., delight, pleasure. [recover. Genezen, to cure, heal, Geniepig, malicious, sneak� ing, hypocritical.Genieten, to enjoy, profit by ; possess.Genoeg,enough,sufficiently.Genoegdoenin$, v., satis�faction ; expiation.Genoegzaamheid, v., suf�ficiency, contentment. Genootschap, o., society, association, company. G fernct. uot, o., enjoyment ; usu- [mitted, lawful. Geoorloofd, allowed, per-Gepaard, coupled, matched; accompanied. Gepastheid, v., decency. Gepeins, o., meditation, musing, thought..[gent. Gepeperd, peppery, pun-Gepeupel, o., mob, popu- lace.. [ing. Gepiep, o., chirping, squeak-espies, o., splashing. Gepluimd, plumed.. Gepoch, o., boasting, swag- gering..[tittle-tattle.Gepraat, o., gossip, talk,Geprevel, o., mumbling.Gepromoveerd, graduated. Gepruttel, o., grumbling, muttering.Geraamte, o., skeleton. Geraas, o., noise, din, clamour. [fit. Geraden,advisable,suitable, Geraken, to get, arrive, come to, attain. Geranium, v., geranium. Geratel, 0., rattling, chat- tering.. [tribunal. Gerecht, o., course, dish ;Gerechtelijk,judicial,legal.Gerechtsgebouw, 0., court of justice. [bun a 1 .Gerechtshof, o., court, tri-Gereedelilk, readily.Gereedheid, v., readiness ; (in g� brengen) to prepare. Gereedstaan, to be ready.Gereformeerd, reformed. Geregeld, regular, orderly, set, fixed. [prattle.Gereutel, o., death-rattle ; Geriefelijk, comfortable, commodious. Geri], o., noise made by carriages, riding.Gering, trifling, small, mean, low, vile. Geringschatten, to slight ; undervalue. Gerinkel, o., jingling. Geritsel, o., rustling.

42.Geslachtsnaam Geroep, o., calling, cry, call, clamour. Garet, v., barley.Gerstebier, o., barlerbeer, beer of barley..water. Gerstewater, o., arley-Gerucht, o., noise, report ; rumour. Geruisch, o., murmur, rustling, purling, whistling.Gerustheid, v., calmness ; security..[ance.Geruststelling, v., reassur-Geschapen, created. Gescharrel, o., scraping, kicking about. [laughter.Geschater, o., peals ofGeschenk, o. present, gift.Geschiedboek, o., annals of history, records.Geschieden, to happen, take place, occur.Geschiedenis, v., history; tale, story.Geschiedschrijver, m., historian, historiographer.Geschiedverhaal, o., his�torical narrative. Geschikt, fit, suitable, able, capable..[rel, dispute.Geschil, o., difference,quar-Geschi !punt, o., point of difference..(scoffing.Geschimp, o., abusing,Geschrel 0.,weeping,eryingGeschrifi, o., writing, writ.Geschuifel, o., shuffling, rustling ; hissing (serpent).Geschut, o., cannon, guns, ordnance. GeslaCht, o., sex, race; generation, family. GeslachtsboOm, m., pedi- gree, genealogical tree.Geslachtsdrift, v., sexual instinct. Geslachtsnaam,m.,familyname, patronymic.

Geslachtswapen, o., fami-Getjlip, o., chirping. ly-arms..[cunning. Getrappel, o., stamping.Geslepenheid, v., slyness, Getrommel, o., drumming,Gesmaal, o., disdainful re-rattle of drums..[soled. marks, reviling. [begging. Getroost, comforted, con-Gesmeek, o., supplication, GetrOUw,true,faithful,loyal.Gesnurk, o., snoring. Getrouwd, married. Gesoes, o., musing. Gdeeticeige, m., witness, evi-Gesp, m., buckle. [attestation. Gespan, o., horse and car-GeteigSCh rift,o., cern ficate, riage, team, set. GetWiet, o., quarrelling,Gespen, to buckle, strap. bickering. [scent.Gespierdheid, v., muscu-Geur, m., odour, perfume, larity, vigorousness. Geurmaker, m., puffer, GeSpi n,o., spinning,purring. bragger.Gesprek, o., discourse, con-Geus, m., beggar..[risk. versation. Gevaar o., danger, peril,Gespuis, o., rabble, scum. Gevaariljk, dangerous, peri-Gestaald, steeled. lous..[monster.Gestadig, continual, con-Gevaarte, o., colossus, bulk, stant, steady..[size. Gevaarvol,perilous,hazard-Gestalte, v., stature, shape, Geval, o., case, event. [ous.Gestamel, o., stammering. Gevangene, m., prisoner,Gestamp, o., trampling, captive. stamping, pounding. Gevangennemen,to arrest. Gesteente, o., stone, pre-Gevankelijk, captive, as a cious stone, gem. prisoner..[cleverness.Gestel, o., constitution, Gevatheid, o., ready wit;structure ; frame..[set. Gevecht, o., combat, fight, GeSteld,supposing; situated, battle..[sembled.Gesteldheld, v., situation, Geveinsd, hypocritical, dis- constitution, nature. Gevel, m., fa�ade, front.Gesternte, o., constellation, Geven, to give, present with, stars, star..[tute, edifice. Geyer, m., giver. [bestow.Gesticht, o., asylum, insti-Gevest, o., hilt, guard.Gestoelte, o., chair, pulpit, Gevlekt, spotted, speckled, tribune. stained..[nient, proper.Gestommel, o., pushing, Gevoeglijk, suitable, conve� stumbling, noise, bustle. Gevoef, o., feeling; senti-Gestreng, severe, rigorous, ment, impression. rigid, austere. Gevoelen, o., opinion, per-Getal, o., number. suasion, sentiment. Geteem,o.,whining,canting, Gevoelen, to feel, conceive, drawl.. [noise. apprehend..[senseless.Getier, o., clamour, racket, Gevoelloos, insensible, Getij, o., tide. Gevoelvol, tender, full los.f Getik, o., ticking, pit-pat. feeling..[fowls.Getimmerte, o., structure. Gevogelte, o.,poultry,birds, Gevolg, o., suite,train;result, consequence.Gevolgtrekking, v., con- clusion, deduction.Gevolmachtigde, m., trus- tee, plenipotentiary. Gevrij, o., wooing, courtship.Gewaad, o., robe, dress, apparel. [hazardous.Gewaagd, risky, perilous,Gewaarworden, to per- ceive, discover..[tion.Gewaarwording, v., sensa-Gewag, o., mention.Gewagen, to mention, tell.Gewapend, armed, (van top tot teen g�) armed to the teeth..[harvest, crop.GewaS,o.vegetation,growth;Geween, o., crying,weeping.Geweer, o., gun, musket, rifle. [a gun.Geweerloop, m., barrel ofGeweervuur,o., fire of guns, discharge of musketry. Geweld, o., violence, force; bustle. [cible.Gewelddadig, violent, for-Geweldig, vehement, vio� lent, powerful.GeWelf,o.,vault,arched roof. Gewennen, to accustom, habituate. Gewenscht, desirable. Gewest, o., region, parts (pl.), climate, country.Geweten, o., conscience.Gewetenloos, unscrupu- ions, not conscientious.Gewetensbezwaar, o., scruple of conscience.Gewetensdwang,m.,moral constraint. Gewetenszaak, v., matter of conscience, scruple. Gewettigd, legitimate, justi�fied.. [weight.Gewicht, o., importance ; Gezichtskring Gewi.o., consecrated. lig, willing. Gewillig, Gewin, o., gain, profit. Gewis, certain, sure.Gewoel, o., crowd, tumult, bustle, stir..[common.Gewoon, accustomed, used ;Gewoonte, v.,custom,habit, usage, fashion..[vermin.Gewormte, v., worms (pl.), Geworteld, rooted. Gewricht, o., joint, articula�tion, juncture.Gewrocht, o., production, creation, work, effect. Gewroet, o., grubbing, turn�ing up the ground, toiling.Gezag, o., authority ; power, influence. Gezagvoerder, m., com- mander, director, master.Gezalfde, m., anointed per�son. [total, conjunctively. Gezamenlijk, together, Gezang, o., song, hymn, canto; warbling (of bird).Gezant, m., messenger, em� bassador, envoy.Gezantschap, o., embassy. Gezegde, o., saying, ex� pression, phrase.Gezegeld, sealed ; stamped.Gezeglijk, submissive, obe� dient, docile.Gezel, m., companion, fel�low ; journey-man.Gezellig, sociable, cosy, snug.Gezellin, v., companion. G seorieltsychap, 0., company, [corpulence.GG:guv., stoutness ; threid, o., idle twaddle. Gezich, o., sight, view, look; face, countenance. Gezichteinder,m.,horizon. Gezichtsbedrog, delusion. Gezichtskring, m., sphere. .

Gezichtsveld, o., range. Gezin, o., family, household. Gezindheid, v., inclination; disposition. Gezindte, v., sect ; com�munity, church. Gezond, wholesome, salu�brious, sound, healthy. Gezondheid, v., health, soundness. Gezucht, o., sighing. Gezusters (mv.), v., sisters. Gezwel, o.,tumour,swell in g. Gezwets, o., bragging, boasting..[speedy. Gezwind, rapid, quick, Gezwoeg, o., drudging, toil- ing. Gezwollen, swollen, bloat�ed, turged ; bombastic. Gezworene, m., jury-man, member of a Jury. Gichelein, to giggle, titter. Gids, m., guide, leader. Gier, vulture. Gierigaard, m., miser, nig� gard..[gardliness. Gierigheid, v., avarice, nig-Gieten, to pour, shed, water, sprinkle..[founder. Gieter, m., watering-pot ; Gieterij, v., foundery. Gietijzer, o., cast iron. Gietsel, o., cast. Gift (vergift), o., poison. Gift (geschenk), V., pre- sent,gift, donation, gratuity. Giftbrief, m., deed of gift. Giftmenger, m., poisoner. Gib, you, thou. [man. Gijzelaar,m., hostage, bond-Gijzeling, v., imprisonment for debt. [squeak. Gil, m., yell, scream, shriek, Gilde, o., corporation, guild. Gillen, to yell, scream ,shriek. Ginds, over there, yon, yon-Gips, o., plaster. [der. Gipsafgietsel, o., plaster- cast. [bandage. Gipsverband, 0., plastered Giraffe, v., giraffe, camelo� pard.GIspen, to blame, reprove. Gissen, to guess, conjecture. Gissing, v., estimation, con� jecture, guessing. Gist, v., yeast..[work.Gisten, to ferment, rise, Gisteren, yesterday ; (giste� ren-avond) last night. Gistfabriek. v., yeast-facto-Gitaar, v., guitar. [ry. Gitzwart, jet-black, black as jet. Glaasje, o., small glass. Glad, smooth, slippery, bright, sleek. Gladheid, v., smoothness, brightness, slipperiness. Glans, m., splendour, bril� liancy ; lustre. Glanspunt, o., culminating point. Glansrijk, brilliant, resplen�dent, radiant. [brighten. Glanzen, to glitter, shine, Gies, o., glass. [blower. Glasblazer, m., glass-Glasruit, v., window-pane. Glasverzekering, v., glass- insurance. Glaswerk, o., glasses. Glazenmaker, m., glazier. Glazenspuit, v., spout used for cleaning the window�panes. [dow-cleaning. Glazenwasscheribv.,win- Glazuursel, o., glazing, enamel. Gletscher, m., glacier. Gleuf, v., slot, slit, furrow. Glibberig, slippery. Glijbaan, v., slide. Glijden, to slide, glide, slip. Glimlach, m., smile.

Glimmen,to glimmer,shine, smoulder. Glimmend, shiny; (glim�mende laarzen) blacked boots. Glimp, m., glimpse, ray, sparkle; appearance. Glimworm, m., glowworm. Glinsteren, to glitter, twinkle, sparkle. Globe, v., globe. Gloed, m., glow, flame, ardour, heat. Gloeien, to glow, blaze, be red-hot, burn. Gloeihitte, v., glowing heat, incandescence. Gloeikousje, 0., mantle. Gloeilamp, v., incandescent lamp.. [light. o., incandescent Glooien, to slope. Glooling, v., slope. Gloren, to glitter; dawn, glimmer..[snares. Gluipen, to sneak, spy, lay Glulperd, m., sneak, false Glunder, bland..[fellow. Gluren, to leer, peep.Glycerine, v., glycerine. God, m., God. Goddank, thank God. Goddelijk, divine, divinely. Goddeloos, impious, un-

godly, wicked. Godendrank, m., nectar.

Godenleer, v., mythology. Godenspijs, v., ambrosia. Godgeleerde, m., theolo- gian ; divine. Godheid, v., deity, god, goddess, godhead. Godin, v., goddess.Godloochenaar,m.,athelst Godsakker, m., God's acre, grave-yard, burial-place. Godsdienst, m., religion, divine worship. Goedig Godsdlenstig, religious, devout, pious..[trine. Godsdienstleer, v. doc-Godsgericht, o., ordeal.Godsgezant, m., apostle, messenger from God. Godshuis, o., house of God, chapel, temple. Godslasteraar, m., blas�phemer. Godsoordeel, o., divine judgment, ordeal. Godspenning, m., earnest-money. Godsvereering, v., divine worship, adoration of God. Godsvrucht, v., piousness, piety, devotion. Godvergeten, wicked, im� pious, reprobate..[pious. Godvreezend, God-fearing, Godzalig, blessed, holy, pious, godly.Goed, o., goods, things, clothes; estate. Goed, good, right ; well. GOedeardig, good-natured. Goeddoen, to do well, do good. [will, opinion. Goeddunken, o., judgment, Goedendag, m., good-day. Goederenbureau, o., lug� gage-office. [train. Goederentrein, m., goods-Goederenvervoer, o., goods'-transport. [brake. Goederenwagen m., van, Goedertieren, clement, merciful. Goedgeefsch, liberal, be� nevolent, charitable. Goedgeloovig, credulous. Goedgunstig, well dis� posed, kind. Goedhartig, kind-hea[rtees.ds, good-natured..[ness. Goedheid,v.,kindness,good-Goedig, good-natured. .

Goedkeuren 47 Goedkeuren, to approve, Goedkoop, cheap. [agree.Goedmoedig, good-natur� ed; deliberate. GOedeChike,willingly,with good will..[deliberately. Goedsmoeds, cheerfully, Goedvinden, to think fit, approve..[voluntary. Goedwillig, willing, free ; Golf, v., wave, billow ; gulf. Golfslag, m., dashing of the waves.. [wave. Golven, to undulate, swell, GOM, v., gum..[rubber. Gomelastiek, o. India Gondel, v., gondola. Gondelier, m., gondelier. Gonzen, to hum, buzz. Goochelaar, m., juggler, conjurer.. [art. Goochelkunst, v., juggler's Gooien, to fling, cast, throw. GOOr, dirty, nasty, sour. GOOt, v.,eaves; gutter,kennel. Gootsteen, m., sink, sink-

stone.. [zone. Gordel, m., belt, girdle ; Gordelroos, v.,� shingles. Gordijn, v. en o., blind, cur-Gorge!, m., throat..[tain. Gort, v., groats, barley, grits. Goud, m., gold..[golden. Goudgeel, gold-coloured, Goudenregen, m., labur� num. Goudgraver,m.,gold-digger. Goudlakensch, gold-cloth, gold. Goudland, o., gold-field. Goudmijn, v., gold-mine. Goudsbloem, v., marigold. Goudsmid, m., goldsmith. Goudvink, m., goldfinch, bull-finch. [dorado. Goudvisch, m., goldfish; Goudzoeker, m., gold-fin� der ; alchimist. Grasperk Gouvernante, v., governess. Gouvernement, o . , govern- ment. uc[tutor. Gouverneur, m., governor; Graad, m., degree, grade, rank. [Jacob's staff. Graadboog, m., cross-staff; Graadmeting, v., triangula� tion. Graaf, m., earl, count. GraafschaP, o., county, earldom, shire. Graag, willing, eager ; de�sirous; hungry. Graagte, v., appetite, stom�ach ; eagerness. Graan ,.o., grain, corn. Graankooper, m., corn-dealer, corn-merchant. Graanmarkt, v., corn-mar�ket. Graat, v., fish-bone; (van de g� vallen) to fall away. Grabbelen, to scramble. Gracht, v.,moat,canal,ditch. Graf, o., tomb, grave, se� pulchre. Grafkelder, m., crypt,vault. Grafschrift, o., epitaph. Grafzerk, v., tomb-stone, grave-stone. [wrath. Gramschap, v., anger, Gramstorig, angry, wrath� ful. [shell. Granaat, m.,grenade;garnet, Graniet, o., granite. Grap, v., farce, joke, drol� lery, prank, jest. Grappenmaker, m., wag, quiz, comic, droll person. Gras, o., grass; (te hoof en te g�) by fits and starts. Grasboter, v., dairy-fresh, grass-butter. Grasgroen, grass-green. Grasmaaier, m., mower. Grasperk, o., lawn, grass-plot. . Graszode, v., green-turf. Grauw, grey; dull, leaden. Graveel, o., gravel. Graveeren, to engrave. Graven, to dig. Graveur, m., engraver. Gravin, v., countess. Grazen, to graze, pasture. Greep, m. grip, handful,

catch, pull.' Grenadier, m. grenadier. Grendel, m. bolt. Grens, ' v., border, frontier, boundary, limit. Grenspaai , m., boundary, mile-stone. Grenzen, to border, verge. Greppel, v., trench, furrow. Gretig, eager, greedy, de� sirous. Grief, v., grievance, heart� sore, cause of complaint. Griek, m., Greek. Grieksch,, Greek. Griep, v., influenza. Grieven, to grieve, to rend the heart of, hurt. Grievend, grievous.Griezelen, to shudder, shiver..[ver, graft. Griffel, v., slate-pencil; gra-Grifie, v., record-office, clerk's office. Griffier, m., clerk, (of the court), registrar. Grijns, v., grin, mask, wry face. [of, snatch. Grijpen, to catch, lay hold Grijpvogel, in., griffin; hunks, miser. Grijs, grey, hoary. Grijsaard, m., old man. Gill, v., caprice, whim, freak. Grillig, capricious, whimsi- cal, fantastic. Grimas, v., grimace, face. Grimlach, v., grin, sneer, smile.

48.Grondvesten Grimmig, grim, furious, angry. Grind, o., grit, gravel.Grinneken, to grin, giggle.Groef, v , groove, furrow, channel. Groei, m., growth.Groeizaam, fertile; favour- able to vegetation.Groen, green..[horn.Groenloopen, to be a green-Groenmarkt, v., vegetable- market, green-market. Groentijd, m., novitiate. Groep,v.,group,knot,cluster.Groepeeren, to group. Groet, m., salutation, salute, bow, greeting. Groeten, to salute, greet.Groeven, to furrow, groove. Groezelig, grubby, dirty. Grof, coarse, rude, gross, rough, thick. Grog, m., grog. Grommen, to grumble, growl, scold. Grompot, m. en v.,grumbler. Grond, m., ground, soil, earth, floor, bottom. Grondbeginsel, o., prin� ciple.. [tax. Grondbelasting,v.,ground-Grondbezit, o., landed pro-perty..[inexhaustible. Grondeloos, bottomless; Gronden, to found, lay the foundation ; ground, gauge. Grondig, profound, tho� rough; muddy. Grondsiag, m., foundation ; element..[material. Grondstof, v., element, raw Grendteon,m.,fundamental tone. Grondverf, v., ground co�lour, prime colour. Grondvesten, to found, ground. .

Grondwet, v., constitution, fundamental law. Groot, great, big, large; grown-up. Grootboek, o., ledger. Grootbrengen, to bring up, educate. Grootendeels, for the greater part, mostly. Groothandel, m., wholesale trade.

Groothartig,magnanimous. high-minded, proud. Grootheid, v., greatness, largeness ; might. Grootheidswaanzin, m., megalomania..[duke. Groothertog, m., grand.-Groothouden (zich), to feign indifference. Grootmeester, m., grand- master..[mother. Grootmoeder, v., grand-Grootmoedig, generous, magnanimous. Grootouders (mv.), m., grand-parents. Grootsch, grand, sublime ; proud, haughty. Grootspraak, v., swagger�ing, blustering, boasting. Grootsteedsch, citified. Grootte, v., greatness, size, extent, stature. Grootvader, m., grand�father.. [zier. Grootvizier, m., grand-vi-Grootvorst, m., grand-duke . Grossier, m., wholesale dealer. Grot, v., grotto, grot. Gruis, o., dust, gravel, sand, culm..[corn-chandler. Grutter, m., dealer in groats, Gruwel, m., horror, abomi- nation..[abominable. Gruwelijk, horrible,terrible, G rue twe set .n , to abhor, shudder, d Guit, m., rogue, urchin, scamp. [trick. Guitenstreek, m., roguishGul, liberal, frank, generous, cordial, open. Gulden, m., guilder. Gulhartig, cordial, open� hearted, generous, sincere. Gulheid, v., generosity, frankness, freeness. Gulp, v., trousers-slit; fly front ; stream. Gulzigaard, m., glutton, greedy-gut..[allow. Gunnen, not to grudge,grant, Gunst, v., favour ; (g� ver� zoeken) to beg for custom. Gunstbejag, o., favour-

hunting..[favour. Gunstbewijs, o., mark of Gunsteling, m., favourite. Gunstig, favourable, kind, propitious. Gutsen, to gush, pour, spout. Guttapercha, v., gutta� percha.. � Guur, bleak, cold. Gymnasiast, m., grammar- school pupil. Gymnast, m., gymnast. Gymnastiek, v.,gymnastics. H. Hal ha! oh! ah! haaien gaan) to go a-ground. Haag, v., hedge..[thorn. Haak, m., hook, pole, fish- Haagdoorn, m., hedge-hook. Heal, m., shark ; (naar de Haakpen, v., hook, crotchet.

Haakvormig, hooked. Haam, o., Name. Haan, m., cock ; weather� cock. Haar, o., hair; (h� op de tanden)blood in one's veins.Haar, her, them. Haarborstel, m., hair� brush.. [stove. Haard, m., hearth, fire-place, Haardstede, v., home. Haarfljn, hairlike, subtle. Haarkam, m., comb, hair- comb. Haarklooverij, v., hair� splitting; chicanery. Haarlok, m., lock of hair. Haarenijder,m.,hair-cutter, hair-dresser. Haarspeld, v., hair-pin.HaaS, m. en o., hare; chine; ('t spoor van een h�) prick. Haasieover, o., leap-frog. Haast, v., haste, hurry, speed; (in der h�) in a hurry. Haaeten (zich), to hurry, hasten, make haste. Haastig, quick, hasty, sud� den; speedy. Haat, m., hatred, hate. Haatdragend, revengeful, vindictive, resentful. Hachee, o., hash. Hachelijk, critical, perilous, hasardous, dangerous. Hagedis, v., lizard. Nagel, m., hail ; shot. Hagelen, to hail. Hagelkorrel, v.. hailstone. Hagepreek, v., open-air sermon. Hakblok,o.,chopping-block. Haken, to hook, aspire,long, crochet; catch. Hakkelen,to stammer, stut�ter. [per, chopping-knife. Hakmes, o., cleaver, chop-

50.Handelbaar Hal, v., hall. Halen, to get, draw, pull,

fetch. Half, half. Halfbakken, half-baked. Halfdood, half dead. Halfgod, m., demi-god.Halfsleetsch, worn, second

hand, half worn out. Halfstok, half-mast high.Halfwas, m., apprentice ; half-grown. Halm, m., blade, ear, spike, culm. [h�) simpleton. Hals, m., neck, (onnoozeleHalsbrekend, break-neck, very dangerous, perilous.

Halsdoek, m., neckerchief, neck-cloth.

Halsketting, m., necklace. Halsstarrigheid, v., ob� stinacy, stubbornness. Halster, m., halter. Halte, v., station, halt. Halveeren, to halve, divide into halves. Halvemaan, v., crescent; half-moon, Halverwegen, half-way. Ham, v., ham. Hamer, m., hammer, mallet, pick.Hamerslag, m., stroke of a hammer. Hand, v., hand ; (uit de h�) by private contract. Handboek,o.,manual,hand� book. Handboog, m., hand-bow. Handbreedte, v., hand's breadth. Handdoek, m., towel. Handdruk, m., clasp, shake. Handel, m., trade, com� merce, business. Handelaar, m., merchant, dealer, trader..[meek. Handelbaar, tractable, .

Handelen, to behave, act,do. Handeling, v., act, action. Handelsgeest, m., com� mercial spirit. Handelwijze, v., procee�ding, behaviour ; method. Handenarbeid, m., manual labour. Handgebaar, o., gesture, sign with the hand, motion. Handgeklap, o., applause, clapping of hands. Handgeld, o., earnest-mo�ney, earnest. Handgemeen worden, to close with the enemy, come to blows. Handgreep, m., grip, ma�nipulation ; knack. Handhaven, to maintain, vindicate. Handig, handy, adroit. Handkar, v., hand-cart, truck. [manteau. Handkoffer, m., porte-Handkus, m., kissing of the hand. [puce ; assistant. Handlanger, m., accom-Handleiding, v, handbook, instruction ; manual. Handlichting, v., emanci�pation ; release, Handreiken, to lend a hand; assist..[gauntlet. Handschoen, m., glove, Handschrift, o., manu�script, hand-writing. Handtastelijk, palpable, obvious. [hand drawing. Handteekenen, o., free-Handvat, o., handle. Handwerk, o., handicraft, business, profession, trade. Handwerksman, m., ar� tisan, workman, mechanic. Handwijzer, m.,finger-post. Hanekam, m., cock's comb; rattlegrass. Hanengevecht, o., cock� fight. [shrew ; spit-fire. Haneveer, v., cock's feather; Hangbuik, m., en v.,paunch, swag-belly. [be pending. Hangen, to hang, suspend ; Hangklok, v., house-clock. Hanglamp, v., pendent lamp. Hangmat, v., hammock. Hanssop, m., night-gown. Hansworst, m., Jack-Pud� ding, clown, Punch, Merry Andrew, buffoon. Hap, m., bit, morsel, mouth- ful. [hitch. Haperen, to falter, want, Happen, to snap, snatch, catch. [greedy. Happig, snatching, eager, Hard, hard, tough, rough, loud, violent. Harddraven, to run, to trot. Harden, to harden, bear, temper. Hardhandig,rough-handed. Hardhoorig, dull of hearing. Hardlijvig, constipated, cos- tive.. [ [ner. Hardlooper, m., racer, run-Hardnekkig, stubborn, ob-Hardop, loud. [stinate. Hardrijderij, v., race. Hardsteen, o., freestone. Hardvochtig, hard-hearted. Harem, m., harem, seraglio. Harig, hairy. Haring, m., herring. Haringkaken, o., gutting herrings, curing of herrings. Hark, v., rake. Harlekijn, m., buffoon, har� lequin, Jack-pudding. Harmonica, v., concertina, harmonica. Harnas,o., armour, cuirass ; (iemand in 't harnas jagen) to vex one. .

Harp, v., harp. Harrewarren, to bicker, wrangle, squabble.Hare, v. en o., resin. Hart, , heart, mind, soul ; spirit. [heart-grief. Harteleed, o., heart-sore, Hartelijk, cordial. Harteloos, heartless. Hartepijn, v., heart-grief. Hartewenech, m., heart's desire..[plaint. Hartgebrek, o., heart-corn-Hartig, salt, hearty, savoury. Hartroerend, touching, pa� thetic, moving. Hartstocht, m., passion ; affection, love. Hartverscheurend, heart- rending..[sorrow. Hartzeer, o., heart-fel t,grie f, Haspel, m., reel, turnstile, winder ; doit. Haspelen, to reel, bicker, wind, wrangle. Hatelijk, odious, hateful, spiteful, malicious. Haten, to hate. Have, v., property, goods, fortune. Haveloos, ragged, poor, slovenly. Haven, v., port, harbour. Havenen, to pluck at, da� mage, treat ill. Haver, v., oats. Havik, m., hawk. Haviksneus, m., aquiline nose..[nut-tree. Hazelaar, m., hazel ; hazel-Hazelnoot, v., hazelnut, fil� bert. Hazenlip, v., hare-lip. Hebbelijk, decent, habitual. Hebben, to have. Hebreeuwsch, Hebrew. Hebzucht, v., covetousness, avidity, greed. Hecht, solid, firm, tight, strong..[join, tie.Hechten, to attach, fasten, Hechtenie, v., detention, custody, confinement. Hechtpleister, v., sticking- plaster, court-plaster.Heden, to-day, this day.Heelal, o., the Universe. Heelbaar, curable. Heelemaal, entirely, quite.Heeling, v., healing.Heelkunde, v., surgery.Heelmeester, m., surgeon.Heen, away ; (h� en weer) to and fro. Heengaan, to go away.Heenkomen, o., escape, refuge. [voyage out.Heenreis, v. out-journey, Heer, m., gentleman, master; Lord. Heerachtig, gentlemanlike. Heerenhuis, o., manor- house, mansion. Heerlijk, delicious; glorious, magnificent, noble. Heerschap, o., fellow ; master, lord. Heerschappij, v., domi�nion, empire, reign, power. Heerschen, to rule, reign, sway, govern, command. Heerschzucht, v., master�fulness, despotism, ambi�tion. Heeschheid, v., hoarseness. Heester, m., shrub. Heet, hot, warm, burning,

sultry. [give a name. Heeten, to heat; name, call, Heethoofd, m. en v., hot- brained person. Hefboom, m., lever. Heftig, violent, vehement. Heibaas, rn., foreman of a gang of rammers, ram-master. .

Heide, v., heath, heather. Heiden, m., pagan, heathen, gipsy. Helen, to drive piles, ram.Heil, o., welfare, prosperity, bliss, safety. Heiland, m., Saviour. Heilbede, v., benedictory prayer, good wish. H ei I ig, holy, sacred. Heiligdom, o., sanctuary, relic. [cation. Heiligmaking, v., sanctifi-Heiligschenme, v., sacri- lege. [nisation. Heiligverklaring, v., cano-Heilloos, fatal, impious, wicked, nefarious. Heilsleger, o., salvation- army. [lation, felicitation. Heilwensch, m., congratu-Heilzaam, salutary, salu� brious, wholesome. Heimellk, secret, private; by stealth. [nostalgia. Heimwee,o.,home-sickness, Heipaal, m., pile. Hek, o., railing, gate, fence,

stile, bar. Hekel, m., aversion; hackle. Hekeldichter, m., satirist. Hekelen, to criticise, re� primand severely ; hackle.Heks, v., witch. Hel, v., hell. Helaas I alas! Held, m., hero..[action. Heldendaad, v., heroic Heldendood, m., heroic death, death of a hero. Heldenmoed, m., heroism. Helder, clear, bright, light, clean. Helderziend, clearsighted. Helen, to receive (stolen property). [slope. Hellen, to incline, lean, Hellepijn,v.,tortures of hell. Helleveeg, v., shrew. Helling,v.,slope,inclination, declivity, slope. Helm, m., helmet, casque ; caul ; broom. [succour. Helpen, to help, assist, aid, Hem, him. Hemd, o., shirt. Hemel, m., heaven, heavens, firmament. HeMeliiChaaM,o.,heavenly body, celestial body. Hemelrijk, o., kingdom of heaven, paradise. Hen, v., hen. Hengel, m., rod. Hengsel, o., handle, hinge.Hengst, m., stallion. Hennep,m.,cannabis,hemp.Herademen, to breathe again respire. Heraut, m., herald. Herberg, v., tavern, inn, public house. [regenerate. Herboren, born again,Herdenken, to commemo�rate, remember. Herder, m., shepherd, herds�man, pastor. Herdooper, m., anabaptist.Hereeniging, v., reunion. Herfst, m., autumn. Herfstmaand, v., autumnal month, September. Herhalen, to repeat,say over again, reiterate..[brance.Herinnering, v., remem-Herkauwen, to ruminate, chew the cud. Herleiding, v., reduction. Hermelijn, o., ermine. Herrie, v., row..[revive. Herrijzen, to rise again, Hersenen (mv.), v., brain, brains, cerebrum. Hersenloos, brainless. Hersenschim, v., chimera. idle fancy. Herstel, o., recovery, con�valescence, restoration, re�dress. Herstellen, to repair, mend, remedy, restore, recover.Hort, o., deer, stag, hart. Hertog, as., duke. Hertogdom, o., duchy.Hertrouwen, to marry again..[skin's leather. Hertsleer,o.,deer-skin,stag-Hervatten, to begin again, resume, renew. Hervormd, reformed. Herwaarts, hither. Het, the. Hetzelfde, the same. Heugen, to remember. Heul (hulp), o., aid, com� fort, happiness. Heulen, to collude, plot, conspire, agree.Heup, v., hip, haunch.Heusch, courteous, polite;

really, indeed. Heuvel, m., hill. Heuveltop, m., hill-top.Hevel, m., siphon, lever.Hevig, vehement, violent, passionate.Hiel, m., heel. Hier, here, hither. Hierbij, close by, enclosed; to this, annexed. [in this.Hierin, in here, here within, Hiermede, with this. Hiernamaals, here after. HIJ, he. Wren, to pant, long for.HI schen, to hoist. Hi ken, to hiccough.Hinde, v., hind. Hinderen,to hinder,prevent, incommode, annoy. Hindernis, v., obstacle, hindrance. Hinken, to limp, hop, go upon one foot.

54. Hond Hinniken, to neigh. Hit, m., pony, nag. Hitte, v., heat. Ho I ho stop ! Hobbelig, rough, stony,

rugged, uneven. [horse.Hobbelpaard, o., rocking-Hoe? how? [bonnet.Hoed, m., hat; (damesh�)Hoede, v., guard, care, pro� tection. [keep. Hoeden, to guard, preserve,Hoef, m., hoof. Hoef (ye), v., farm. Hoefijzer, o., horse-shoe. Hoefsmid, m., farrier. Hoek, m., corner, angle; hook, fish-hook. Hoen, o., fowl, hen. Hoenderpark, o., poultry-Hoepel, m., hoop. [yard.Hoer, v., prostitute, harlot,Hoest, m., cough. [whore.Hoesten, to cough.Hoeveel, how much, how many. Hoeveelheid, v., quantity.Hoezee I, hurrah ! huzza ! Hof, o., court ; (zijn h� ma- ken) to court..[teously.Hoffelijk, courteous, cour-Hofstad, v., residence. Hofstede, v., home-stead, farm..[dungeon. HOk,.den, kennel, pen ;Ho!, hollow, empty, concave.Hol, o., cavern, cave, den. Holland, o., Holland. Holien, to run, bolt. [clog. Holsblok, o., wooden shoe, Hoite, v., cavity, pit, hollow. HCTI, v., soft roe, milt, frill. Hommel, v., humble bee, drone. Homp, v., lump, hunk. Hond,m.,dog; (dolle �) mad- dog ; (h� van een vent) common rascal.

Hondenbaantje, o., drud� gery, a bad job. Hondenslager, m., beadle. Hondenwacht, v., dog� watch..[weather. Hondenweer, o., beastly Honderd, a hundred. Hondsvot, m., mean hound, rascal..[appetite. HOnger,m.,hunger,stomach,Hongersnood, m. famine. Honing, m., honey. Hoold, o., head; leader, chief. Hoofdambtenaar, m., su� perior functionary. Hoofdartikel, o., leading-article, chief article. Hoofdbreken, o., intellec-tual effort, trouble, care. Hoofddeksel, o., headgear, hat, cap..[main object.Hoofddoel, o., chief aim, Hoofdkaas, v., meat pickled in vinegar, brain-pudding. Hoofdkussen, o. pillow.Hoofdmacht,v., main body. Hootdman, m., captain, chief, director. Hoofdpijn, v., head-ache. Hoofdschudden, o., shake

of the head..[tropol is. Hoofdstad, v., capital, me- Hoofdwacht, v., main- guard, guard-house. Hootdzaak, v., main point, chief case, principal matter. Hoofach, courtly. Hoog, high, tall, great, su� preme..[esteem. Hoogachten, to respect, H oogdravend heid,v.,bom� bast, fustian. Hoogduitsch, German. Hoogepriester, m., high- priest, pontiff. Hoogerhand (van), by the authorities, from a higher sphere. Hotsen Hoogeschool, v., univer- sity. [bearing.Ho oghartig, proud, over-H oogheid, v., highness, grandeur. Hoogleeraar, m., professor.Hoogmis, v., high mass.Hoogmoed, haughtiness, pride. [highly, value.Hoogschatten, to esteem Hoogte, v., height, elevation; eminence. [son.Hoogverraad, o., high-trea-H oogvlieger, m., superior mind. Hooi, o., hay ; (te veel h�op zijn work nemen) to overtask one's self. Hooiberg, m., hay-stack. Hoolen, to make hay. Hoon, m., scorn, taunt, outrage, injury. Hoonen, to outrage, insult, sneer at. Hoorbaar, audible, distinct. Hooren, to hear. Hoorn, m., horn. Hoornvee, o., horned cattle. Hoos, v., water-spout. Hoovaardig, haughty, proudly. Hop, v., hops. Hope, v., hope. Hopeloos, desperate, hope-Hopen to hope..[less. Hor(retje), o., wire-blind. Horizon, m., horizon. Horizontaal, horizontal. Horlepijp, v., horn-pipe. Horlofe, o., watch. Horre voet, m., club-foot. Horten, to jolt, hitch. Hospitaal, o., hospital. Hossen, to go jigging through the crowd.Hostie, v., host, consecrated Hotel, o., hotel..[wafer. Hotsen, to jolt, jog.

Hottentot, m., Hottentot. Houdbaar, tenable,support� able..[tain, contain. Houden, to hold, keep, re-Houding, v., posture, atti� tude; countenance, air. H out, o., wood, timber, piece of wood. Houtazijn,m.,woodvinegar. Houterig, wooden, stiff, clumsy..[cutter.Houthakker, m., wood-Houthandel, m., timber- trade, wood-trade. Houtsnee, v., wood-cut. Houtsnip, v., woodcock, snipe. Houtvester, m., forester. Houtwol, v., woodwool. Houtzager, m., sawyer. H Ouvast,o. ,holdfast; cram p- iron. [stroke. Houw, m., cut, wound, gash, Houweel, o., pick-axe, mat� tock. Hoveling, m., courtier. Huichelen, to dissemble, feign, play the hypocrite. Huid, v., skin. [tilt. Huif, v., hood, cauf, awning, Huig, v., uvula. [hood. Hulk, v., long cloak, riding- Huilen, to cry, howl; weep. Huis, o., house. Huisbaas, m., landlord. Huiselijk, domestic, domes� ticated. Huisgenoot, m., inmate. Huishouden, o., household, family.. [er. Huishoudster, housekeep- Huishuur, v., rent. Huisjesmelker, m., rack-

renter. Hysterie Hujskamer,v.,sitting-room.Huisknecht, m., footman, servant, domestic. Huismiddel, o., household medicine. [movables (pl.) Huisraad, o., furniture, Huisvader, m. pater fami� lias, master of the house. Huisvesten, to lodge, put up..[liary-visit.Huiszoeking, v., domici�Huiveren,to shudder,shiver; hesitate. Hulde, v., homage, respect. Huldebetoon, o., demon� stration of admiration, mark of esteem. Huldigen, to do homage to, inaugurate..[aid, relief. Hulp, v., help, assistance, Hulpeloos, helpless. Hulpvaardig, ready to help. Hulse!, o., cover, wrapper; head-dress. Hulst, m., holly. Humeur,o.,humour,temper, disposition. Hun, their, them. Hunkeren, to hanker after. Huppelen, to skip, hop. Hupsch, urbane,� agreeable, Huren, to hire..[pretty. Huur, v., rent, wages, hire, lease. Huwbaar, marriageable. Huwelijk, o., marriage, wedding, matrimony. Huwen, to marry. Huzaar, m., hussar. Hyacint, v., hyacinth. Hyena, v., hyena. Hypotheek, v., mortgage, encumbrance. Hysterie, v., hysterics.

Ibis, m., Ibis. ldeaal, o., ideal. Idee, o., idea. IdiO0t, m., idiot. [anybody. leder, every,each,everybody, lemand, somebody, some- lep, m., elm. [one. ler, m., Irishman. lets, something, any thing. Iddel, idle, vain; fruitless,

useless. IJdeltuit, v., vain woman. IJken, to gauge, seal, verity, stamp. IJker, m., gauger.Wien, to speed, hasten; rave, wander. [thoughtless.IJIhoofdig, light-headed,IJIings, hastily. IJmker, in., bee-farmer. Ide, o., ice. [slide.IJsbaan, v., skating-rink,IJsbeer, m., polar bear, white bear. [frightful.IJselijk, terrible, horrible, IJsgang, m., drift of the ice. IJ skeIder,m.,ice-house,ice� cellar. IJskoud, as cold as ice. liver, m., diligence, zeal. Wveraar, m., zealot, stickler. Wveren, to be zealous. Idverzucht, v., jealousy.Idzel, m., rime, hoar-frost, glazed frost. o., iron ;chains,fetters. Idzerdraad, o., iron-wire. Idzerhard, as hard as iron. lJzerwaren (inv.), v., hard� ware, iron-wares. lJzingwekkend, horrible,lk, I..[apalling, dreadful. UMInati e,v.,illum ination.Illusie, v., illusion.

57. Industrie I. Immers,indeed,nay,though, at least. Impost, m., duty, tax. In, in, into, within. Inachtneming, v., obser� vance. Inademing, v., inhalationInbakeren, to swaddle. Inbeelding, v., conceited� ness, imagination, fancy.Inbinden, to bind; restrain, repress. [instigation.Inblazing, v., suggestion,Inboedel, m., movables, furniture. [suggest, instil. Inboezemen, to inspire,Inboorling, m., native.Inborst, v., character,nature, temper. Inbraak, v., burglary.Inbreker, m., burglar.Inbreuk, v., transgression, infraction, violation. Indachtig, mindful. Indeelen, to tell off, in�corporate, divide. Inderdaad, indeed, really. Inderhaast, in a hurry. Indertijd, at one time. Indeuken, to dent, bruise. Indiaan, m., Indian. Indio, o., India. Indien, if, in case. Indienen, to tender, present.

deliver in..[enclose.Indijken, to dike, dam in, Indommelen, to doze off. lndompelen, to plunge into, immerge. Indruischen, to conflict with ; rush into. Indruk, m., impression.lndruppelen, to instil. Industrie, v., industry.

. . Ineen, together. lnenten, to vaccinate, in�oculate, ingraft.Infanterist, m., infantry� man, foot-soldier.Ingang, m., entrance, entry, opening; impression.Ingetogen, modest, discreet, timid. Ingeving, v., suggestion. lngewand, o., entrails, bowels. [intricate. I ngewik kelt', complicated,Ingeworteld, deep-rooted, inveterate. Ingezetene, m., inhabitant.Ingrijpen, to intervene, lay hold, catch. [bring in.Inhalen, to draw in, fetch in,lnham, m., creek, bay, bight,Inhechtenisneming,v.,ar�restation. [domestic.Inheemsch, native, inland, I n houd, m., contents, tenor, capacity. [ration. Inhuldiging, v., inaugu- Inkeer, m., repentance.lnkomen, o., income, salary.Inkomstenbelasting, v., income-tax. Inkoop, m., purchase. lnkt, m., ink.

er, m., ink-stand.Inlaag, v., entrance-fee, first stock. [intestine.Inlandsch, native, civil, Inleg, m., deposit, entrance money. [duce.Inleiden, to introduce ; in�Inleveren,to del iver,send in.Inlichting, v., information.Inliggend, enclosed. Inktkok I nliiven, to incorporate, annex. Inloopen, to run in, enter.Unmask, v., preservation, pickling. [intermixtion.Inmenging, v., interference, Inmiddels, meanwhile ; in the meantime. nneMend,charming,lovely, winning..[collect.Innen, to receive, gather,Innig, cordial, fervent, sincere.. [in.lnoogsten, to reap, gather Inpalmen, to take in, ap�propriate, receive by in�stalments. Inpennen (zich), lace in, to pinch one's waist in.Inprenten, to inculcate, im�print, impress.Inrichting, v., arrangement, disposition.Inrit, m., way-in, riding-in, entrance on horseback. Inroeping, v., invocation.Inruimen, to make room, evacuate, yield. [in.Inrukken, to march in, pullInscheping,v.,embarkationInschlkkeifik, complying, accommodating,compliant.Inschrijven, to enroll, in�scribe, note, enlist, register. Insect, o., insect. Insgelijks, likewise, in the same way, in the same manner..[victualling. Inalag, m., provisions,lnspanning, v., exertion, utmost endeavour. Inspraak, v., impulse, in� spiration, instinct.Inspuiting, v., injection.lnstaan voor, to guarantee, answer for..[beat in.lnstampen, to ram, cram,lnstappen, to step in, get in, enter..[agreeing.Instemming, v. agreement, I nstorting,v.,relapse,down-fall ; collaps. I nteekenaar,m.,subscriber. I ntiem, intimate.

Intijds,in time, in good time, in good season.Intillen, to lift in.I ntocht, m., entry, entrance.Intoomen, to curb, restrain. Intrek, m., lodging, putting up at. [enter; retract.Intrekken, to march in, Inval, m., invasion, raid, irruption, inroad.Invloed, m., influence, in� terest, credit. I nV0egSel, o., insertion, additional, clause.Invoer, m., import.Invoerrecht, o., import- duty..[collected.Invorderbaar, due to be Invullen, to fill in, fill up, insert. [inward.Inwendig, inner, internal, Inwijden, to inaugurate, initiate, consecrate.Inwikkelen, to wrap up, involve, entangle. J.

Ja, yes; nay. Jaagpaard,o.,towing-horse, tow-path horse.Jaagpad, o., towing-path.Jaagschuit, v., canal-boat drawn by horses.Jaar, o., year; (hij is tien j�) he is ten.Jaarboek, o., annuary.Jaardag, m., anniversary.Jaargang, m., annual, a complete year.

Jaargeld,o., annual stipend, salary, pension, yearly al�lowance. Jaargetijde, o., season. Jaarkring, m., cycle, annual revolution. .

59 Jager Inwilligen, to comply with, assent to. [win back.Inwinnen, to gather, regain,Inwoner, m., inhabitant,

lodger.Inwoning, v.,lodging,board�ing, habitation. Inzage, v., examination; (ter uwer i�) for your perusal.Inzamelen, to gather, raise,collect. [bless.Inzegenen, to consecrate,lnzender, m., informant. sender. Inzending, v., sending.lnzet, m., stake, first bid.Inzicht, o., insight, view, design, aim.Inzien, to examine, skim, peruse, consider.Isratiliet, m., Israelite. Italie, o., Italy. !veer, o., ivory..[turner. Ivoordraaier, m., ivory-

Izegrim, m., grumbler. Jaarlijks, yearly, every year, annually..[fair.Jaarmarkt, v., fair, yearly Jaartelling, v., era. Jabroer,m., server, ninny.Jacht, v., shooting, coursing, hunting, chase.Jacht, o., yacht. [licence.Jachtakte, v., shooting- Jachthond, m., bound, sporting dog..[drift.Jachtsneeuw, v., snow- Jachtstoet, m., hunting-train, � party, chase. Jagen, to hunt, shoot, chase, drive, ride. [man, bunter.Jager, m., huntsman, sports- Jak, o., jacket.Jakhais, m.,jackal; lean jade, pitiful fellow. Jakkeren, to hurry, urge on, jade, hasten.Jaloersch, jealous.Jammer, o., misery, pity; (het is j�) it is a pity. Jammeren, to lament, whimper pity, grieve. J

Jan, m., John; waiter; (J-en alleman) every one ; (St. Jan) midsummer. Janhage1,0�a kind of ginger bread; mob, rabble. Janken, to yelp, howl. Janseniet, M., Jansenist. Januari, m., January.Japan, o., Japan. Japan, v., dress, gown. Jarig, keeping one's birth- day. Jas, v., coat, frock-coat. knave of trumps. Jasmijn, v., syringa. Jawoord, o., consent. Je, you.Jegens, towards, to. Jenever, v., gin..[berry. Jeneverbes, v., juniper�deneverstoker, m., gin- distiller. Jeremiade, v., jeremiad. Jeugd, v., youth. JeUgdig, youthful. Jeuk, m.,. itch ; (ik heb j�)

my skin itches. Jeuken, to itch. JezuYet, Jesuit. Jicht, v., gout.Jichtlijder,m., one suffering Jij, you..[from the gout. Jingo, m., Jingo. Jobsbode, m., Job's post. Jobstijding, v., Job's news; piece of bad news. Jodenbuurt, v., Jews' quar�ter, ghetto. Jodenkerk, v., synagogue.Joelen, to revel, hail with cheers..[make fun.Jokken,.to lie; joke, fib, j Jokkernij, v., joke, fun, jest. JOI, v., yawl. JOlig, jolly, merry. Jong, young; (van jongs of

aan) from a child. Jongeheer, master, young gentleman. [young man.Jongeling, m., lad, youth,Jongen, m., boy, lad.Jongen,to bring forth young ones ; kitten, calve, foal. Jongensgek, v., girl fond of boys..[born child.Jonggeborene, m., new-Jonggehuwde, m., newly-

married man; (j�n) new-married couple. Jongmensch, o., young man, youth. Jon ker,m�young nobleman. flood, m., Jew, Hebrew. Journaal, o., journal; (in het j� boeken) to journalize. Jouwen, to hoot. Jubelen, to jubilate, rejoice, cheer.[feast, � of the day. Jubilaris, m., hero of the Juffrouw, v., young lady, Miss X.; (gehuwd) madam. Juichen, to exult, rejoice. Juist, exact, correct, just. Juk, o., yoke ; cross-beam. Jukbedn, o., yoke-bone. Juli 2 in., July. Juni, m., June. Jude, v., frock. Jury, v., jury. . Justaie,.v., justice..[yut. Juttepeer, v., kind of pear, Juweel, o., jewel, gem. Juweelenkistje, o., jewel-JUwelier,m.,jeweller. [box. Juwelierswinkel, m., je� weller's shop.

K. Kaaiman, m., cayman, al� ligator. [ger. Kaaimeester, m. wharfin-Kaak (Wang),Kaak (schandpaal),v.,pil- lory. Kaal, bald; shabby, poor; (kaal plukken) to strip one. Kaalhoofdig, baldheaded. Kaalkop, m., bald-pate. Kaap (voorgeb.), v., cape; promontory. Kaap (roof), v.,privateering; (ter K� varen) to go on a cruise. Kaapstander, m., capstan. Kaar, v., cauf ; well-boat. Kaars, v., candle, taper. Kaarsemaker,m.,chandler, tallow-chandler. Kaarsepit, v., wick. Kaarsenwinkel, m., chand� ler's shop. Kaarslicht, o., candle-light. Kaarsvet, o., tallow. Kaart, v., card, ticket, chart, map. Kaarten, to play at cards. Kaas, v., cheese ; (de k� snijden) to lord it. Kaaskooper, in., cheese- monger. Kaasmade, v., cheese-mite. Kaasmarkt, v., cheese-mar� ket. [alley, tennis-court. Kaatsbaan, v., bowling-Kaatsbal, m., ball, tennis- ball. [tennis. Kaatsen, to bowl, play at Kaatsspel, o., bowling,ca Kabaai, v., cabaya, long Kabbelen, to ripple, babble. Kabel, m., cable ; (een kink Holl.-Engelsch. in den k�) a lion in the way. Kabeljauw, m., cod, codfish. Kabeltouw, o., cable. Kabinet, o., cabinet; closet. Kabinetsorder, m., order in council. Kabouter, m., gnome, elf, urchin..[hobgoblin. Kaboutermannetje, o.,Kachel, v., stove. Kachelpijp, v,. stove-pipe. Kadaster, o., cadastre, of� ficial statement. Kade, v� quay. Kader, o., cadre. Kadet, m.. cadet; (k�je) Kaf, o., chaff..[roll. Kaffer, m., Caffre. Kafferkraal, v., kraal. Kaftan, m., caftan. Kajuit, v. state-room, cabin. Kajuitsjongen, m., cabin- boy. [motley, variegated. Kakelbont, party-coloured, Kakelen, to cackle ; chatter, gossip. Kaketoe, v., cockatoo. Kakkerlak, m.,black-beetle, cock-roach. Kalebas, v., gourd,calebash. Kalender, m., calendar. Kales, v., calash. Kalf, o., calf; (een k� van een jongen) a booby. Kalfateren, to calk. Kalfskarbonade, v.. veal- cutlet. Kalfskop, m., calf's head. Kalfsleer, o., calfskin, calf- leather. Kalfsvleesch, o., veal. Kalief, m., Caliph.Kalk,v.,lime,mortar,plaster. Kalkbranderibv.,lime-kiln. 3

Kalklicht, o., lime-light. Kalkoen, m., turkey. Kalkoven, m., lime-kiln. KaIm, calm, quiet. Kalmte, v., calmness, calm. Kalot, v., scull-cap. Kalven, to calve. Kalverliefde, v., calf-love, first love of young people. Kam, m., comb, crest, bridge. Kameel, m., camel. Kameleon, o., chameleon. Kamenier, v., lady's maid, waiting-maid. Kamenieren, to dress. Kamer, v., room, chamber. Kameraad, m., companion, comarde. Kameraadschappelijk, companionable. Kamerbuks, v., small rifle. Kamerdienaar, m., valet, footman..[gown. Kamerlapon, v., dressing-Kamerlid, o., member of the chamber of deputies. Kamerplant, v.,plant which is kept indoors. Kamfer, v., camphor. Kaihmen, to comb. Kamp (strijd), m., fight, combat, struggle. Kamp (legerplaats), o., encampment. Kampanje, v., poop. Kampeeren, to encamp. Kampen, to fight, struggle, combat, wrestle. Kampioen, m., champion. Kan, v., jug, mug, tancard, pot ; litre. Kanaal, o., canal, channel ; (uit een goed k�) from good authority. Kanarie, m., canary. Kanaster, m., canister. Kandeel, v., caudle, negus. Kandelaar, m., candlestick. Kapmes Kandij, v., candy-sugar. Kameel, o., cinnamon. Ranker, m., cancer; canker. Kannibaal, m., cannibal. Kanon, o., cannon, gun. Kanonvuur, o., cannonade. KanS,v.,chance,opportunity, prospect ; (daar is wel kans op) it is very likely. Kansel, m., pulpit. Kanselarij, chancery. Kant(zijde), m.,side, border, edge, margin, corner. Kant, v., lace; (k� werken) to sew, make lace. Kanteel, m., battlement. Kantelen, to topple over, overturn, fall over. Kanton, o., canton. Kantongerecht, o., canton- court of justice..[house. Kantoor, o., office, counting-Kantteekening,v.,rnarginal note, gloss..[maker. Kantwerkster, v., lace-Kanunnik, m., canon, pre� bendary. [roof; top. Kap,v.,cap,cowl,hood; tester; Kapdoos, v., toilet-box, dressing-case. Kapel, v., butterfly; chapel. Kapelaan, m., chaplain. Kapelmeester, m., band� master, musical director. Kaper, m., privateer, free�booter, shark. Kapitaal, o., capital, stock, fund, fortune. Kapitalist, m., man o[cfhfioeif..- tune, capitalist.Kapitein,m.,captain,master, Kapittel, o., chapter. Kapittelen, to lecture, re� primand, upbraid. Kaplaars, v., top-boot.Kapmantel, m., hooded cloak. Kapmes, o., chopper. Kapoen, m., capon. Kapok, v., capoc. Kapot, broken, crushed, in

pieces. Kapotjas, v., great-coat. Kapper, m., hair-dresser ; chopper. Kapsel, 0., head-dress. Kapstok, m., row of pegs. Kaptafel, v., toilet-table. Kapucijn, m., capuchin,grey Kar, v., cart..[friar. Karabijn, v., carabine, car- bine.. [bottle. Karat, v., decanter, water-Karakter, o., character. Karakteristiek, character� istic. Karakterloos,unprincipled Karavaan, v., caravan. Karbonade, v., cutlet, chop, carbonade. Kardinaal, In., cardinal. Karig, scanty, sparing, niggardly. Karkas, o., carcass, skeleton. Karmeliet, m., carmelite. Karmijn, o., carmine. Karn, v., churn. Karnemelk, v., butter-milk; (k�spap) butter-milk por� ridge. Karnen, to churn. Karper, m., carp. Karpet, o., carpet. Karrevracht, v., cart-load. Kartets, v., case-shot, car- touch. Karton, o., card-board. Karwarts, v., riding-whip. Kas, v.,cash-office;cupboard, shrine, socket (of an eye). Kasboek, o., cash-book. Kasgeld, o., cash-balance; current money. Kassier, m., cashier, bill-broker. [book-case, Kast,v.,wardrobe,cupboard.

63 Keer punt Kastanjeboom, m., chest� nut-tree. Kaste, v., caste. Kasteel, o., castle, manor- house, citadel ; rook (in chess). [landlord. Kastelein, m., innkeeper ; Kastijden, to chastise, cor� rect, punish. Kat, v., cat, tib-cat ; (ge�laarsde k�) puss in boots. Kataas, o., mischievous little monkey ; bait for cats. Katafalk, v., catafalco. Kater, m., tom-cat, he-cat. Katheder, m., cathedra,pul� pit. Kathedraal, v., cathedral. Katheter, m., catheter. Katoen, o., cotton, calico. Katrol, v., pulley. Kattebak, rn., cat's bog. Kattebelletie, o., note, line, Katterigheid, v., seediness, next-morning headache. Katuil, m., screech-owl. Katvisch, v., small fry. Kauwen, to chew,masticate. Kavalje, v. en o., jade, tum� ble down house, paltry house. Kazemat, v., casemate. Kazerne, v., barracks. Kazuaris, m., cassowary. Keel, v., throat ; (de ver� keerde k�) the windpipe. Keelgat, o., gullet, (door het k� jagen) to spend in liquor. Keelpijn, v., sore throat, pain in the throat. Keer, m., turn; time; (te k� gaan) to resist ; make a noise. Kaaren, to turn, stop, resist, prevent. Keerkring, m.; line of tropic. Keerpunt, o., turning-point; crisis. .

Keeshond, m., Pomeranian dog, spitz. [salt-works. Keet, v., shed, out house; Keffen, to yelp, bark, bawl. Kegel, m., skittle, nine-pin ; cone. [place for nine-pins. Kegelbaan, v., skittle-alley ; Kegelbal, m., skittle-ball. Kegelen, to play at nine� pins, � at skittles. Kei, m., cobble, flint, pebble. Keizer, m., emperor. Keizerrijk, o., empire. Keizersnede, v., caesarian section. Kelder, m., cellar ; (naar den k� gaan) to go down in the world. [of. Kelen, to kill, cut the throat Kelk, m., calyx; chalice,glass, cup. [quarreller. Kemphaan, m., game-cock ; Kenbaar, recognisable, ma� nifest. Kenmerk, o., characteristic.Kennen, to know, under�stand, be acquainted with.Kennersblik, m., the eyeof a judge. [acquintance.Kennis, v., knowledge, skill ;Kennisgeving, v., notice, information, intimation. Kennismaking,v.,acquain� tance. [ise. Kenschetsen, to character- Kenteeken, o., distinctive mark, characteristic sign. Kentering, v., change, turn� ing, overturning. Kerel, m., fellow, chap. KerfStOk,m.,tallystick;tally. Kerk, v , church, temple ; (de k� gaat aan) the ser� vice begins. Kerkelijk, ecclesiastical ; (k�e gemeente) parish. Kerker, In., prison, dungeon. Kerkeraad, m., churchwar-dens, consistory, overseers. Kerkeren, to imprison, in� carcerate. Kerkgang, m., going to church ; churching.Kerkgebouw, o., church, chapel. Kerkgezang, o., hymn, anthem, singing at church. Kerkhof, o., cemetery, God's acre, church-yard. Kerkklok, v., church-bell ; �clock..[church. Kerkleer, v., doctrine of the Kerksch 7 churchy, devout, regular in attendance. Kerkvader, m., patriarch; father of the church. Kerkvoogd, m., prelate. Kermen, to groan, lament, whine. Kermis, v., fair; ('t is alle dagen geen k�) Christmas comes but once a year. Kermisbed, o.,shake-down. Kermisvolk, o., fair-goers. Kern, v., stone, kernel, grain, pith, heart. Kers, v., cherry ; cress. Kersepit, v. , cherry-stone. Kerspel, o., parish. Kerstavond, m.,Christmas� eve. Kerstboom,Christmas-tree.Kerstdag, rn., Christmas-day; (in de K�en) at Christ�mas.. [feast.Kerstfeest, o., Christmas-Kersversch, quite fresh, new..[k�) hemlock. Kervel, m., chervil; (done Kerven, to carve, slash, notch, cut, mince. Ketel, m., kettle, caldron, copper, boiler. Ketellapper, nr., tinker. Ketelmuziek, v., rough mu� sic, charivari.

Ketelsteen,m.,boiler-scale. Ketenen, to chain, enchain. Ketter, m., heretic. Ketterbeul, m., persecutor of heretics Ketterij, v., heresy. Ketting, m., chain ; (schoor� steenk�) pot-hanger. Keuken, v., kitchen ; (koude k�) cold meat..[cook. Keukenmeid,v.,cook-maid, Keukenpiet, m., meddle�some husband; Miss-Nancy. Keur, v., choice; hall-mark; bylaw, statute. Keurbende, v., picked men, choice troop, select body. Keuren, to judge, try, assay, censure, examine. Keurig, nice, exquisite, choice, trim. Keuring, v., examination. Keurmeester, m., assayer. Keurs, v., corset, stays, Keurverwantschap, v., elective affinity. Keurvorst, m., elector. Keuvelen, to chat, gossip. Keuze, v., choice, selection. Kever, m., beetle, bug. Kibbelaar, m., quarreller, squabbler. [gle, squabble. Kibbelen, to quarrel, wran-Kiel, m.,blouse,smock-frock. Kiel, v., keel. Kielhalen, to keelhaul. Kiem, v., germ. Kiemen, to germinate,shoot. Kienspel, 0., lotto. Kies, v., double tooth, grind-er, molar-tooth. Kiesbevoegdheid, v., right to vote, suffrage. Kiesch, delicate. Kieschkeurigheid, v., daintiness. Kieskauwen, to trifle with one's food, pick at table. Kinderspel Kiespiin, v., tooth-ache. KvieospliCht, m.,obligation of vote. [system. Kiesstelsel, o., elective Kieswet, v., electoral law. Kietelen, to tickle, flatter. Kieuw, v., gill. Kievit, m., peewit, lap-wing. Kiezel, o., gravel, shingle, pebbles. [out, pick out. Kiezen,toelect:choose,single Kiezentrekker, m., tooth- drawer. Kiezer, m., elector; chooser. Kijkdag, m., show-day. Kikken, to look at, glance at. Kijker, m., looker-on,specta� tor ; telescope, spy-glass. Kijkgat, o., peep-hole. Kijven, to quarrel, wrangle, scold, brawl. Kikken, to mutter. Kikker, m., frog. Kil, chilly, cold, shivery. Kim, v., horizon; chime (of ).a Kin, v., chin..[cask). Kina, v., Peruvian-bark. Kind, o., child, infant, baby, little one. Kinderachtig, childish. Kinderbal,o.,children'sball. Kinderbewaarplaats, v., children's asylum. Kinderen krijgen, to be in the family-way. Kinderfeest, o., children's feast. [governess. KinderjuffroUw,v.,nursery-KinderkaMer, v., nursery. Kinderliefde, v., filial love. Kinderlijk, childlike, inno� cent. Kindermeid, v., nursery- Kinderplicht, m.,filial duty. Kinderpraat, m., childish talk. Kinderspel, o., children's game, child's play.

Kindervoeding, v., feeding of children. [children. Kindervriend, m., friend of Kinderwagen,m.,perambu� lator, pram, carriage for children. Kinderwerk, o.,child's play; trifle, nonsense. Kinderziekenhuis, o.,chil�dren's hospital. Kinderziekte, v., disease of children. Kindsch, childish, doting. Kindschheid, v., anility, second childhood ; dotage. Kindsheid, v., childhood, infancy. [cough. Kinkhoest, v., whooping-Kinnebak, v., jaw. Kiosk, v., kiosk. Kip, v., hen, fowl. Kippenhok, o., poultry- house.. [whim. Kippenkuur, v., caprice, Kist, v., chest, box ; coffin. Kisten, to coffin, put up in a chest..[some, ticklish. KittelOOrig,touchy,humour-Kittig, nice, brisk, spruce charming..[dirge. Klaaglied, o., lamentation, Klaagtoon, m., plaintive tone..[manifest. Klaar, clear, pure; ready, Klaarblij kehjk, evident, clear..[serenity. Klaarheid, v., clearness, Klaarkomen, to get ready. Klaarmaken, to prepare. Klaarzetten, to lay out. Klacht, v.,complaint,lamen� tation..[of complaints. Klachtenboek, o., register Klad, v., stain, blot ; rough draught. [memorandum. Kladboek, o., waste-book, Kiadschilder, m., dauber, scrawler. Kladschrijver,m.,scribbler Kiagen,to complain,lament, deplore. KlaKkeloos, unawares, sudden, without motive. Klam, damp, moist,clammy. Klampen, to cleat, clamp, stick to. [will. Klandizie, v., custom, good-Kiank, m., sound,tone,noise, chink, jingle. Klankbord, o.,sound-board. Klankleer, v., phonetics. Klant, m., customer. Klap, m., slap ; blow, box. Klaploopen, to sponge. Klapmuts, v., night-cap. Klappei, v., gossip. Klapperolie,v.,cocoanut-oil Klappertanden, to chatter. Klaproos, v., poppy, corn- poppy. [flap-table. Klaptafel, v., folding-table. Klapwieken, to clap the wings. [net. Kismet, v., clarinet, clario-Klasse, v., class, form. Klateren, to rattle, clatter, splash. Kiatergoud, o., brass-foil, tinsel, Dutch gold. Klauteren,to clamber,climb Klauw, m., claw, talon, pounce; weeding-hook. Klauwzeer,o.,claw-sickness Kiaver, v., clover, trefoil ; clubs (kaartspel). Kiavier, o., key-board. Kleed, o., carpet ; dress, garment, coat. Kleeden, to dress, clothe. Kleeding, v., dress,costume. Kleefpleister, v., sticking- plaster. Kleerbak, m., linen-basket. Kleerborstel, v., clothes- brush. Kleerkamer, ward-robe.

Kleerkast, v., ward-robe. Kleermaker, m., tailor ; (k�ij) tailor's trade.Kleerscheuren (zonder), Klei, v., clay..[cheaply.Klein, little, small, short, petty.Kleinachting, v., disregard, slighting, contempt.Klein-Azid, o., Minor Asia. Kleindochter, v., grand� daughter..[Thumb.Kleinduimpje, o., Tom Kleine, m., little one. Kleingeestigheid, v., nar� row-mindedness. Kleingeld, o., change. Kleingeloovig,. of little faith, deficient in faith. Kleinhandel, in., retail� tra de.. [thing.Kleinigheid, v., trifle, small Kleinkind, o., grand-child.Kleinkrijgen, to debase. Kleinood, o., jewel, gem, trinket, treasure. Kleinzoon, m., grand-son.Kleiweg, m., clay-road.Klem, v., catch, trap ; force, energy, emphasis.Klemmen, to pinch, clinch, clasp, jam.Klemtoon, m., accen t,stress. Klep, v., valve, clap, flap.Klepel, m., tongue; bill (of a stork).Kleppen, to toll, clap,chime.Klepperman,m.,watchmanKlerk, m., clerk. Klets, v., smack, slap, lash. Kletsen, to lash, slap, talk nonsense, chatter. Kletskous, v., chatter-box. Kletsnat, wet through, [clatter. clatter. Kletteren, to clash, clang ; Kleumen, to feel chilly, be benumbed with cold. Moot' Kleur, v.,colour;complexion; blush. Kleurenblind,colour-blind.Kleurendruk, m., chromo� graphy.Kleurling, m.,coloured man, one of mixed breed. Kleurloos, colourless. Kleurschakeering, v., variegation. Kleuter,m.,urch in,little boy.Kleven, to cling, adhere, cleave, stick. Klink, v., scraps, leavings; clique, junto.Klier, v., gland, scurf, kernel.Klierachtig, scrofulous, glandulous, glandular.Klieven, to cleave, split. Klikken, to tell tales,inform, sneak..[telltale.Klikspaan, m., informer, Klimaat, o., climate. Klimmen, to climb, rise, go up, ascend.Klimop, o., ivy, hedge-vine. Kling, v., sword-blade ; (over de k� jagen) to put to the sword. Klink, m., latch, bolt. Klinken, to sound, ring, tinkle, clink. Klip, v., cliff, rock, crag.Klis, v. burdock. Kloek, brave, stout, valiant, sagacious, strong.Klok, v., clock; bell, glass.Klokgelui, o.,.. tolling.Klokhuis, o., core. Klokkenist, m., bell-ringer, chimer..[of the clock.K I o ks lag, m.,stroke,strikingKlomp,m., wooden shoe; bit. Klont, v. lump, clod.Klonteren, to clot, curdle. Kloof, v., cleft, gap, chink, chasm. .

Klooster, o.,cloister,monas�tery,convent. [lay-brother. Kloosterbroeder,m.,friar, Kloostercel, v.,monk's cell. Klooven, to cleave, split. Kiop, m., knock, stroke. Klopgeest, m., knocking spirit. [a forest. Klopjacht,v.,battue,beating Klos,m.,reel,bobbin,spindle Klotsen,todash,beat,stamp. Klucht, v., farce, joke, jest. Kluchtig, droll, comical, farcical, odd. Kluif, m., bone, claw,pounce. KIWIS, v., hermitage, vault, cell; safe. Kluister, o., fetter, chain. Kluit, v., clod, lump ; (uit de k�en gewassen) tall, spank� ing. [nibble. Kluiven, to pick, gnaw, Kluizenaar, m., hermit. Klutsen, to beat up. Kluwen, o.,ball of wool,clew Knaagdier, o., rodent ani� mal, gnawing animal. Knaap, m., boy, lad, fellow. Knabbelen, to nibble. Knagen, to gnaw, fret. Knakken, to injure, crack, impair. [nation. Knal, m., report, peal, deto-Knaphandig, dexterous, handy. Knappen,to crack,snap,pick Knapzak, m., knapsack. Knarsen, to gnash, grit; (op de tanden k�) to grind one's teeth. Knauw, m., bite, gnaw, sap. Knecht, m., man-servant, servant, footman. Kneden, to knead. Kneep, v., pinch, nip, fold. Knellen, to pinch, hurt, squeeze, oppress. Knetteren, to crackle,rattle. Kneu, v., linnet; oude k�) old crone, old maid. Kneuterig, cosy, snug. Kneuzen, to bruise. Kneuzing, v., contusion, bruising. Knevel, m., moustache. Knevelen, to fetter, bind, Knie, v., knee..[restrain. Knielen, to kneel. Knieschijf, v., knee-cap, patella..[fretter. Kniesoor, m., grumbler, Kniezen, to grumble, pine, fret..[pince-nez. Knijpbril, m., eye-glasses, Knijpen, to pinch, oppress. Knik m., nod. Knikkebollen, to nod, doze. Knikken, to nod, snap, crack, shake. Knikkeren, to play at mar� bles; (iemand van de baan �) to supplant one. Knipmes, o., clasp-knife. Knipsel, o., cuttings, clip�pings, strips. Knobbel, m., knob, knot, bump ; tubercle. Knoeien, to make a mess ; bungle..[done, botch. Knoeiwerk, o., work badly Knoest, m., knot, knob. Knoet, m., knout. Knoflook, o., garlic. Knokkel, m., knuckle. Knol, m., turnip; (nude knoll jade. Knoop, m., button; knot. Knoopen,to button,knot,net Knoopenschaar,v.,button� cleaner. Knoopsgat, o., button-hole. Knop,m., knob; bud; handle. Knoppen, to break, bud. Knorhaan, m., gurnard. Knorren, to grumble, growl; grunt. .

Knorrepot, m., grumbler, snarler..[grumbling.Knorrig,morose,cross,sulky, Knotsslag, m., blow with aKnuffelen, to hug..[club. Knuist, m., fist, clutch, paw.Knuppel, m., cudgel.Knutselaar, m., piddler, trifler.. [er.Koddebeier, m., gamekeep-Kodd ig, funny, droll, odd, comical. Koe, v., cow. Koek , m., cake..[cook.Koekbakker, m., pastry- Koekoek, m., cuckoo.Koekoeksbloem, v., cuckoo-flower. Koel, cool, cold.Koelbak, m.,cooler,refriger� ator. [cool.Koelbloedig, cold-blooded; Koelhartig, cold-hearted. Koelheid, v., coolness, col d-Koelie, m., coolie. [ness.Koelte, v., coolness, breeze. Koen, brave, valiant, bold, undaunted. Koepel, m., summer-house; dome, cupola.Koers, m., course, direction, currency, rate.Koestal, m., cow-house. Koesteren,to cherish,nurse; (zich �) to bask. Koets, v., coach, carriage; (�met zes paarden) coach and six. [man, cabby. Koetsier,m.,coachman,cab- Koffer, m., trunk, box.Koffie, v., coffee, (� zetten) to make coffee. Koffieboon, v., coffee-bean, -grain..[coffee).Koffiedik, 0., grounds (ofKoffiemolen,m.,coffee-mill. Kog, v., cock (small boat).Kogel, m., ball, bullet Kogelflesch, v., bottle for aerated water. KOk, m., cook, pastry-cook.Kokarde, v., cockade, badge.Koken, to boil ; cook.Koker, m., case, sheath, socket ; quiver.Kokhalzen, to retch, strain.Kokosboom,m.,cocoa-tree. KOkOsnO0t, v., cocoa-nut.Koksmaat, m., boy-cook, cook's mate, scullion.Kolbak, m., busby.Kolderig, giddy, unsteady.Kolendamp, m., vapour of coal.. [mine.Kolenmijn, v., colliery,coal-Koif, v., bat, butt-end.Kolfbaan,v.,mall,golf-place.Kolfspel, o., mall, golf, hockey. [col i bri.Kolibrie, v., humming-bird,Koliek, o., colic, megrims. Kolk, v., sink, precipice, gulf, whirlpool.Kolom, v., column, pillar.Kolonel, m., colonel.Kolonie, v., colony, settle� ment. Kolonist, m., settler.Kolven, to play at golf.Kom, v., bowl, basin.Kombuis, v., galley.Komediant, m., stage- player, actor.Komedie, v., theatre.Komediestuk, o., play,Komeet, v., comet. [drama.Komen, to come, arrive.Komiek, comic, funny, ludicrous..[seed-cheese.Komijnekaas, v., cumin-Komkommer,v.,cucumber.Komma, v., comma ; �punt, v., semi-colon.Kommensaal, m., boarder. Kommer, m., sorrow, care, trouble.

. . Kommervol 70 Kordaat Kommervol, miserable, sorrowful, full of trouble. Kommies (van belas�ting), m., custom-house officer. [pass. Kompas, o., mariner's com-Komplot, o., plot, intrigue, conspiracy. Kompres, v., compress.Komst, v., arrival, coming. Konfituren (mv.), v., pre-Konijn, o., rabbit. [serves. Koning, m.,king;(Driekonin� gen)Epiphany,Twel fth NightKoningin, v.2 queen. Koningsgezind, royalist.Koningsmoord,m.,regicideKoninklijk, royal, regal. Koninkrijk, o., kingdom. Konkelaar, m., intriguer, jobber, plotter. Konstabel, m., gunner. Konterfeiten, to portray ; to counterfeit, imitate. Konvooi, o., convoy, escort.Kool, v., cage; fold ; berth. KOOkboek,o.,cookery-book. Kookfornuis, o., cooking- range, -stove..[cookery. Kookkunst, v., culinary art, Kookpunt, o., boiling-point, point of ebullition. Kookachool, v., cookery- school. Kooksel, o., decoction. Kookster, v., cook. Kool, v., cabbage ;,coal ; (� stolen) to play a trick. Koolmees, v., titmouse. Kooloxyde, o., coal-oxide. Koolraap, v., rape, turnip. Koolstof, o., carbon. Koolteer, v., tar of coal. Koolzaad, o., rape-seed. Koomenij, v., grocer's shop, Koon, v., cheek. [grocery. Koop, m., bargain ; (te koop) for sale. Koopen, to buy, purchase.Koophandel,m.,commerce, ope. Koopman, m., tradesman, merchant, dealer. Koopprijs, m., cost-price.Koopstad, v., commercial town. Koopvaardij, v., mercantile navigation ; (�schip) mer�chantman. Koor, o., choir ; chorus. Koord, o., cord, rope, string.Koorddanser, m., rope- dancer. Koorgezang, o., chorus. Koorknaap, m., chorister. Koorts, v., fever. Koortsig, feverish. Kop, m., head, pate, cup, bowl (van pijp). Koper, o., brass, copper. Koperdraad,m.,brass-wire.Kopergieter, m., copper- founder, brass-founder. Koperkleurig, brass�coloured. Ktjadlu stig, eager to buy. Kopglas, o., cupping-glass. Kopie, v., copy. Kopieboek, o., copy-book. Kopieerinkt, m., copying-ink..[maker, coupler. Koppel, m., belt (sabel), couple, brace, pair, head (runderen). Koppelaar, m., match-Koppeling, v., coupling, coupling-chains. Koppelteeken, o., hyphen. Koppig, obstinate, head� strong, stubborn ; heady. Koraai, o., choral-song ; coral ;.v., bead. Kora das.o., string of be lsnoer, Koran, m., Koran..[ed. Kordaat, intrepid, undaunt-Koren, o., corn, grain.

Korenaar, v., ear of corn. Korenbeurs, v., corn- exchange. Korenbloem,v.,cornflower. Korenschuur, v., granary, storehouse for grain. Korenveld, o., corn-field. Korf, m., basket, hamper. Kornet (muts), v., cornet. Kornu it, m., comrade,crony; accomplice. Korporaal, m., corporal. Korrel, v., grain, granule. Korrelig, granular, granu� lous. [stays. Korset, o., corset, a pair of Korst, v., crust, rind. Kort, short,brief,curt,concise Kortademig,shortotbreath, short-winded. -Kortaf, curtly, flatly. KOrtelinge, recently, the other day. Kortheidshalve, for short, for brevity's sake. Korting, v., discount, deduc� tion. Kortom, in short, briefly. Kortstondig, short-lived. Kortswijl, v. ,j est,j oke,pleas� antry. [wings. Kortwieken, to clip the Kortzichtig, short-sighted, myopic. Korzeligheid, v., peevish� ness, discontent,fretfulness. Kost, m., meat, food, board. Koetbeer, expensive, pre- cious, valuable, dear, Kostelijk, costly, goodly. Kosteloos,gratuitous,gratis Kosten, to cost. Koster, m., sexton, verger. Kostganger, m., boarder. Kostgeld, o., board-wages. board. [school, Kostschool, v., boarding- Kramp Kostuum, o., costume, suit. Kostwinner, m.,bread-win� ner. Kostwinning, v. livelihood. Kot, o., sty. Koud, cold. Koude, v., coldness. Koudvuur, o., gangrene. KOukIeum,m.,chillyperson. Kous, v.,stocking,pile,(geld). Kouseband, m., garter, sus� pender. Kouten, to talk, chat. Kouwelijk, chilly, suscept� ible of cold. Kozak, m., cossack. Kozijn, m., window-frame, Kraag, m., collar..[sill. Krim!, v., crow, rook. Kraaien, to crow ; coo. Kraakbeen, o., cartilage. Kraam, v., stall, booth. Kraambed, o., child-bed. Kraamkamer, v., lying-in Mom. Kraamvrouw, v., woman in child-bed, woman confined. Kraan, v., cock, tap. Kraan, m., crane; brick, clever fellow..[rake. Krabben, to scratch, scrape,Kracht, v., force, strength Krachtdadig, effectual, powerful. Krachteloos, powerless, weak, feeble, impotent. Krachtig, powerful, strong, vigorous..[ertion, effort. Krachtsinspanning,v.,ex-Krakeelen, to quarrel, squabble, wrangle. Krakeling, m., cracknel. Kraken, to crack; crackle, creak. Kram, v.,cramp,hook,staple. Kramerij, v., commodities, mercery, haberdashery. Kramp, v., spasm, cramp. Kramphoest,m.,convulsive cough. [rate. Kranig,.crack,excellent,first- Krankzinnig, mad, crazy. Krankzinnigengesticht,o. lunatic asylum, madhouse. Krans, m., wreath, garland. Krant, v., newspaper. Kras, bold, strong, hale, vigorous. [scrape. Krassen, to scratch, croak, Krediet, o., credit. Kreeft, m., crab, lobster. Kreeftengang, m., going backward. Kreek, v., creek, inlet, bay. Kreet, m.,cry,screa m,shriek. Kregelig, cross, irascible, peevish. Krekel, m., cricket. Krenf, o., carrion. Kren en, to offend, hurt,

pain, grieve.Krent, v., currant. Krenterig, punctilious, stingy, niggardly. Kreukel, v., fold, wrinkle, twist, crumple. Kreunen, to groan, moan. Kreupel, lame, crippled. Kreupelhout, o. copse- wood, underwood. Kribbe, v., cot; crib, manger. Kribbebijter, m., crib-biter; morose person.

Kribbig, peevish,cross,sulky. Krielen, to wriggle, swarm. Krieuwelen, to tickle. Krijg, m., fight, war, battle, strife.. [get. Krijgen, to obtain, receive, Kruger, m., warrior, soldier. Krugsbeleid, o., tactics. Krijgshaftig, martial, sol� dierly. Krijgskunde, v., tactics. Krijgslist, v. stratagem. Krijgsmacht, v., forces. . 72 Kruin Krijgsschool, v.,college for the training of staff-officers. Krljgstocht, m., expedition, campaign..[discipline.Krijgstucht, v., militaryKrijeChen, to croak, bray, Krijt, o., chalk..[shriek.Krijten, to cry, weep. Krimpen, to shrink, shrivel,

contract..[shrinking.Krimpvrij, proof againstKring, m., circle, sphere, orb.Krip, o., crape..[daer. ggKris, v., creese, Malayan Kristal, o., crystal. Kritiek, critical. Krocht, v., cavern,hole,cave. Kroeg, v., public house, tavern. [cible (smelt-). Kroes, m., cup, mug; cru-Kroeskop, m., curly-head. Krokodil, m., crocodile. Krokus, m., crocus. Krom, curved, bent, crooked. Kromliggen, to stint. Kronen, to crown. Kroniek, v., chronicle. Kroningsfeest, o., coro� nation-feast..[turn. Kronkel, m., bend, curve, Kronkelpad, o., winding- path. Kroon, v., crown ; coronet ; chandelier, gazelier, lustre. Kroost, o.,offspring,children Kroot, v., beet-root. Kropgezwel, o., goitre. Krot, o., den, hovel, hut. Kruid, o., herb. Kruidachtig, herbaceous. Kruiden, to season. Kruidenier, m., grocer. Kruidkundige, m.,botanist, herbalist. Kruier, m., porter. Kruik,v.,pitcher,stonebottle. Kruim, v., crumb. Kruin, v.,top,crown,summit. Kruipen, to creep, crawl. Kruis, o., cross. Kruisbes, v., gooseberry. Kruisen, to cruise. Kruisigen, to crucify. Kruistocht, m., crusade. Kruisvaarder, m.,crusader. Kruit, o., gunpowder ; (bus� kruitverraad) gunpowder Treason..[der-magazine. Kruitmagazijn, o., gunpow-Kruiwagen, m., wheel� barrow. Kruk, v., handle; crutch. Krul, v., shaving;curl,ringlet. Krullen, to curl, frizzle. Kuchen,to cough,clear one's throat. Kudde, v., herd (groot vee), flock (klein vee). Kuieren, to stroll, saunter, ramble. Kuif, v., peak, tuft, crest. Kuil, m., hole, cave, pit. Kuiper, m., cooper. Kuiperij,v.,cooping,cooper's shop; (fig.) intrigue. Kuisch, chaste, pure. Kuit, v� spawn ; calf (van 't been). Kunde, v., knowledge. Kundig, clever, versed, well up (in). Kunnen, can, to be able. Kunst, v., art. Kunstenaar, m., artist. Kunstig, artistic. Kunstkenner, m., connois� seur, adept. Kunstlievend, amateur. Kunststuk, o.,master-piece. Kunstvaardig, clever, skil� led, dexterous. Kurk, v., cork. Kus, m., kiss. Kussen, o., pillow, cushion. Kussen, to kiss. Kust, v., coast, shore.

73.Kwikstaart Kuur, v., caprice, whim, freak ; cure. Kwaad, o., evil, mischief, wrong, injury, harm. Kwaad, angry, bad, evil. Kwaadaardig, malicious, spiteful; hurtful. Kwaadsappig,cacochymie. Kwaadspreker, m., de�tractor, backbiter,slanderer Kwaal,v.,complaint,trouble, malady..[ous boy, imp. Kwajongen, m., mischiev-Kwaken, to croak, quack. Kwakkelen, to languish, to be poorly..[charlatan. Kwakzalver, m., quack, Kwalijk, ill; (� nemen, to take amiss. Kwanselen, to barter. Kwartaal,o.,quarterly term. Kwartel, m., quail. Kwartier, o., quarter of an hour..[ter-master. Kwartiermeester,m.,quar-Kwartjesvinder, m.,dodger Kwarts, o., quartz. Kwast, m., brush ; tassel ; fool, fop. Kweeappel, m., quince. Kweekeling,m.,apprentice. Kweekerij, v., nursery. Kweelen, to warble. Kwelduivel, m., tormenter; haunting spirit. Kwellen, to vex, torment, plague. Kwetsbaar, vulnerable. Kwezel, m., hypocrite. Kwijnen, to languish, pine away, to become dull. Kwijten (ZiCh), to acquit one's self; to discharge. Kwijtraken,to lose,get rid of Kwijtschelden, to dis� charge from, remit, forgive. Kwik,o.,mercury,quicksilver Kwikstaart, m., wagtail. Kwikzalf, v., blue ointment, mercurial balm. Kwinkeleeren, to warble, twitter..[witticism. Kwinkslag, m., joke, fun, Kwispedoor, o., spittoon.

L. [and the rest]

Laadstok, o., ramrod, rammer. Laag, v., bed, layer, stratum, (mijn), row. Laag, low ; base, mean. Laaghartig, vile, abject. Laagheid, v., meanness, infamy, villainy. Laagte, v., low place; depth. Laakbaar, blamable. Laan, v., avenue, walk. Laars, v., boot..Li a c � Laarzenknecht, m., boot-Laat, late, tardy, slow. Laatdunkendheid, v., con� ceit,presumption,arrogance Laatstleden, last. Labberkoelte, v., gentle breeze..[laugher, jeerer. Lachebek, m., giggler, Lachen, to laugh. [laugh. Lachlust, m., inclination to Lachverwekkend, ridicu� lous, ludicrous, comical. Ladder, v., ladder. Lade, v., drawer. Laden,to load,charge,freight Lading, v., freight, cargo. Laf, cowardly, taint-hearted insipid; unsalted. Lafaard, m., coward, pol� troon..[ment, drink. Lafenis, v., comfort, refresh-Lak, o., sealing-wax ; (fig.) nonsense. Lakei, m., lackey, footman. Laken, o., cloth ; sheet.

74 Landengte Kwispelstaarten, to wagthe tail; (fig.) flatter. Kwistig, prodigal, lavish, profuse. Kwitantie, v., receipt, ac-knowledgment of receipt. Laken, to blame, disapprove of. [shop. Lakenwinkel, m., draper's Lakmoes,o.,litmoss,lacmus Lam, o., lamb. Lam, paralytic, lame.

.Lamter, m., crape. Lam heid, v., lameness,

paralysis..[gish. Lamlendig, indolent, slug-Lammeren, to drop lambs, bring forth lambs. Lammergier, m., lamb's vulture. Lamp, v., lamp. Lampeglas, o., chimney. Lampetkan, m., ewer. Lampetkom, v., basin. Lampekous, v., wick. LampiOn,v.,Chineselantern. Lamsbout, m., leg of lamb, of mutton. Lamsvacht,v.,lamb's fleece Land, o., land, country. Landaard, m., nationality,

character of a nation. Landbouw, m., agriculture, culture of the soil..� Landbouwer, m., farmer, husbandman. Landedeiman, m., squire, country-gentleman. Landelijk, rural, rustic, countrylike. Landen, to land, go ashore. Landengte, v., isthmus, neck of land

Landerig, low-spirited, in the blues, wearied. Landgenoot, m., fellow- countryman..[estate. Landgoed, o., country-seat,Landingsplaats, v., land- ing-place. Landkaart, v., map.Landleven, o., country-life. Landlooperij, v., vagrancy, vagabondage. Landmeter, m., surveyor.Landontginning, v , clear� ing of land, cultivation of the soil..[council.Landraad, m., country-Landrente, v., land-tax, land-revenue. [landsman.Landrot, m., land-lubber, Landschap, o., landscape ; region, district. Landsman, m., fellow-countryman. Landstreek, v., region, lan quarter..[land . Landtong,v., tongue ofLandverhuizer, m.. emi� grant. [treason.Landverraad, o., high-Landvoogd, m., governor, lord-lieutenant. Lang, long, tall. Langbeenig, long-legged. Langdradig, prolix, tedious, long-winded..[durable.Langdurig, long, lasting, Langoor, m., ass, long-ears, Langs, along..[donkey. Langstaart, m.,Langwerpig, oblong. Langzaam, slow.Langzamerhand, gradual� ly, by degrees,little by little. Lankmoedigheid, v., cle� mency, forbearance. Lane, v., lance. Lantaarnopsteker, m., lamplighter. Lantaren, v., lantern. Lanterfanten, to idle, loiter, dawdle..[tatter, piece. Lap, m., patch, rag, shred, Lapwerk, o., patching. Larie, v., fiddle-faddle, hum� bug, nonsense. Lariksboom, m., larch. Larve, v., larva, mask. Last, m., burden, load; nuisance, trouble; order. Laster,m.,calumny,slander.Lasteraar, m., calumniator, slanderer..[commission. Lastgeving, v., mandate, Lastig, troublesome, annoy� ing, inconvenient Lat, v., lath, slip of wood. Latafel, v., chest:of drawers. Laten, to let, leave. Latijnsch, Latin. Laurier, m., laurel. Lauw, lukewarm, (fig.) cool.Lauweren, to crown with laurels. [of laurels. Lauwerkrans, m., wreath Lava, v., lava. Laven, to refresh, comfort. Lavendel, v., lavender. Lawaai, o., tumult, uproar, noise.. [fellow. Lawaaimaker, m., noisy Lawine, v., avalanche. Laxeeren, to purge. Laxeermiddel, o., laxative. Leb, v., rennet bag, rennet. Ledebraken, to break alive; damage, abuse. Ledekant, o., bedstead, fourposter.Ledepop, v., manikin. Leder, o., leather. Ledig, empty, void, blank, Ledigen, to empty. [vacant. Lediggang, m., idleness. Leed, o., grief, affliction, sorrow, pain. [remorse. Leedwezen, o., regret,grief, Leefregel Leefregel, m.,diet, regimen. Leeftijd, m., age. Leeft0Cht, m., victuals, pro- visions. [living; conduct. Leefwijze, v., manner of Leeglooper,m.,loafer,idler, lazy fellow.Leek, m., layman. [brother. Leekebroeder, nt, lay-Leelijk, ugly, plain; nasty ; unseemly. Leem, o., clay, loam. Leemgroeve, v., loam-pit,

clay-pit. [void. Leemte, v., defect, gap, Leenen, to lend; borrow. Leening, v., loan ; (een 1� sluiten) to negotiate a loan. Leenroerig, feudal, feodal. Leenstelsel, o., feudal system. [shrewd fellow. Leeperd, m., cunning blade, Leepoog, m., bleared eye. Leeraar, m., master,teacher, tutor. Leerboek, o., manual. Leeren, to teach, instruct ; learn, study. Leergierig, studious, desir� ous to learn. [prentice. Leerjongen, m., apprentice, Leerling, m., pupil, disciple; apprentice. Leerlooier, m., tanner. Leermeester, m., teacher, master, instructor. Leermiddelen (mv.), o., means of instruction. Leerplan, 0., scheme of in-[teaching. teaching. Leerplicht, m., compulsory Leerrilk, instructive. Leers telling, v., dogma, doctrine. Leerstoel, m., chair. Leervek,o.,bra nch of tuition Leerzaam, docile, studious ; instructive. .

76 Lemmet Leerzucht, v.,studiousness, desire to learn. Leesbaar, readable; legible.Leesbibliotheek,v.,libraryLeesboek, o., reader, read� ing-book..[ing-club. Leesgezelschap, o., read-Leesinrichting, v., circu- lating library..[shape. Leest, v., form, last ; mould, Leesteeken, o., mark of punctuation. Leeszaal, v., reading-room. Leeuw, m., lion; (1 �en� moed) intrepidity. Leeuwenkuil,m.,lion's den. Leeuwerik, m., lark. Leeuwin, v., lioness. Legaat, o., legacy. Legende, v., legend. Leger, o., army, host ; form (van haas).

Legerplaats, v., camp. Leggen, to put, lay. Leghen,v.,layer,layMg -hen. Legkaart, v., puzzle. Lei, v., slate. Leiband, m., leading-string;

leash. Leiboom, m., espalier. Leidekker, m., slater. Leiden, to guide, conduct, lead..[duit, leading. Leiding, v., guidance, con-Leidraad, m., guide. Leidsel, o., rein, bridle. Leidsman, m., guide,leader. Leigroeve, v., slate-quarry. Leikleurig, slate-coloured. Lek, v., leak, escape. Lekker, delicious, dainty, nice..[dainty person. Lekkerbek,m.,sweet -tooth, Lekkernij, v., dainty, tit� bit, tender morsel.

Lel, v., lobe. Lelie, v., lily. Lemmet, o., blade. .

Lende, v., loin, reins ; back of a horse. [longer. Lengen, to lengthen, to grow Lengte, v., length ; longi� tude ; duration. Lenig, supple,flexible,pliant. Lenigen, to relieve, mitigate. Lens, v., lens..[soften. Lente, v., spring. Lenteiied, o., vernal song. Lepel, in., spoon; (een 1� vol) a spoonful. Lepelblad, o., spoon-wort. Lepperen, to sip, to drink in small draughts. Les, v. lesson. Lesschen, to quench, slake. Lessenaar, m., desk ; lec� tern (in kerk). Letter, v., character, letter. Lefterbanket, o., a kind of sweetmeat. Letterdief, m., plagiarist. Lettergieter, m , type�

founder. Letterkunde, v., literature. Letterlijk, literal. Letterzetter, m., composi� tor, type-setter..[fib. Leugen, v., lie, falsehood, Leugenaar, m., liar. Leuk, cool. Leunen, to lean, incline. Leuning, v., hold, banister. Leuningstoel, in., arm� chair, easy chair. Leuteren, to prattle, prate, Leuze, v., device. [babble. Leven, to live. Leven, o., life. [busy, eager. Levendig, lively, sprightly, Levenloos, lifeless. Levenmaker, m., noisy fel� low..[biography.

Levensbeschrijving, v., Levensdoel, m., aim inlife, purpose..[of life. Levensdraad, m., thread 77. Lid Levensduur, m., duration of life, life-time. Levensgeesten (mv.), m., vital spirits. Levensgevaar, o., peril of life, danger of life. Levensgezellin, v., compa� nion in life. Levenslang, for life. Levensloop, m., course of life, career. Levenslust, m., joy of life. Levenspad, o., path of life. Lever, v., liver. Leveren, to furnish, purvey, provide. Levertraan,v.,cod-liver-oil. Leverworsi, v., liver-sau-Lezen, to read..[sage. Lezenaar, m., reading-desk,

lectern..[reading. Lezenswaardig, worth Lezer, m., reader. Lichaam, o., body. Lichaamsbouw, in., sta� ture, build. [ral, corporeal. Lichamelijk, bodily, corpo-Licht, o., light. Licht, easy, light, clear. Lichtbeeld,o., lantern view, dissolving-view. Lichten, to shine; lighten. Lichtgeioovigheid, v., cre� dulity. [touchy, sensitive.

Lichtgeraakt,thin-skinned, LiChth0Ofd, m., thoughtless person..[men t. Lichting, v., draft, recruit-Lichtkogel, m., fire-ball. LiChtMie,m., libertine, pro� fligate, debauchee. Lichtschuw, shunning the light.. [beam.

Lichtstraal, m., ray of light, Lichtvaardig,frivolous,gid- dy, rash..[heedless. Lichtzinnig, thoughtless, Lid, 0., limb ; member. Lidmaatschap,o.,member-Lidwoord, o., article. [ship. Lied, 0.; song; lay, ballad. Liederlijk, dissolute, de� bauched. Lief, dear, lovely, sweet. Liefdadigheid, v., charity. Liefde, v., love, affection. Liefdeblr,o.,token of love. Liefdegi , v., charity, alms. Liefdeloos, uncharitable, loveless, unloving. [of love. Lielderijk, charitable, full Liefelijk, charming, sweet. Liefhebben, to love, to care for. [vourite pursuit. Liethebberij, v., hobby, fa�Liefkoozen,to stroke,caress, fondle. [sweet. Lieftailig, winsome, lovely, Liegen, to lie, to tell false-Lier, v., lyre. [hoods. Lierzang, m., lyric song.Lies, v., groin. Lieveling, m., darling. Lieverlede (van), gradual� ly, by little and little. Lieve-vrouwen -bedstroo, o., wood-ruff. Liggen, to lie, recline. Lijdeiijk, passive, meek. Lijden, to endure, suffer, tolerate. Lijden, o., suffering. Lijdensgeschiedenis, v., history of the Passion of our Lord. Lijder, m., patient, sufferer. Lijdzaamheid,v.,meekness, endurance, patience. Lijf, 0., body..[tude. Lijfeigenschap, v., servi -Lijfrente, v., life-annuity, life-rent. Lijfsdwang, m., imprison� ment for debt, bodily con- straint. [ment. Lijfstraf, v., corporal punish- Lijfwacht, v., life-guard.Lijk, o., corpse, dead body. Lijkba ar, v., bier, litter. Lijkdienst, m., funeral ser� vice, obsequies. [mation. Lijkenverbranding, v., cre-Lijkluc ht, v., cadaverous smell. Lijkopening, v., autopsy, post mortem examination. Lijkstoet, m., funeral pro� cession. Lijkwagen, m., hearse. Lijm, v., glue, lime. Lijmen, to glue, paste. Lijn, v., line, cord, rope. Lijnbaan, v., ropewalk. Lijnmeel, o., linseed-meal. Lijnolie, v., linseed-oil. Lijst, v., frame; list, schedule. Lijster, m., thrush. Lijsterbes, v., service-berry. Likdoorn, m., corn; (-pleis� ter) corn-plaster. Likeur, v., liqueur. Likken, to lick ; lap. Limonade, v., lemonade. Lindeboom, m., lime-tree. Liniaal, v., ruler. Linie, v., line..[ward Linksch; left-handed, awk-Linnen,- o., linen; (�kast) linen press. Linnengoed, o. linen. Linnenmeld,v.,finen-keeperLint, o., ribbon, tape. Lintworm, m., tapeworm. Linze, v., lentil. Lip, v., lip. Lipiap, m., liplap, chee-chee. Lischbloem, v., flagflower, iris. Lispelen, to lisp, murmur. List, v., cunning, stratagem, ruse, wile. Listig, cunning, sly, wily. Litteeken, o., cicatrice, scar. Livrei, v., livery.

Lobbes, m., lubber, inoffen� sive creature..[roar. Loeien, to low, bellow ; Loensch, squinting. Loeren, to watch, spy, lurch. L0f, m., praise, honour, applause..[eulogy. Lofdicht, o., panagyric, Loffelijk, laudable; praise� worthy. Lofspraak, v., praise, com� mendation. Loftuiting,v.,praise; flattery. Lofwaardig, praiseworthy. Lofzang, hymn,Te Deum. Log, clumsy, ungainly. Loge, v., lodge, box. Loge, m., guest, visitor. Logement, o., hotel, inn. Logies, o., lodging. Lok, v., lock, curl, tress, tuft of hair. Lokaas, o., bait, allurement. Loket, o., booking-office. Lokken, to entice, allure,

attract. Lokvogel, m., decoy-bird. Lommer, o., foliage, shade. Lommerd, m., pawnbroker's shop.. [gross. Lomp, rude, clumsy. coarse, Lomp, v., rag, tatter, shred. Lompenpakhuis,o.,a place

where rags are kept. Lomperd, m., rude fellow, churl, clown. Long, v., lung. Longtering, v., pulmonary consumption. [ogle. Lonk, m., amorous glance, Lonken, to flirt, ogle, glance, leer. [smell a rat. Lont, v., lunt ; � (ruiken) to Loochenen, to deny; dis-Lood, o., lead. [own. Loodgieter, m., plumber. Loodkoliek, v., lead-colic. Loodrecht, perpendicular. Loszinnig Loods, m., pilot, steersman. Loods, v., shed. Loodswezen, o., pilotage. Loodwit, o., white-lead, ceruse. LOW, o., foliage, leaves. Loofhuttenfeest,o., feast of tabernacles. Loofwerk, o., leaf-work, foliage, festoons. Loog, v., lye. Looier, m., tanner. Looierij, v., tannery. [dull. Loom, slow, heavy, weary, Loon, o., wages, salary, pay. Loop, m., course, run, gait, walk. Loopbaan, v., career. Loopen, to walk,run,march. Loopjongen, m., errand-boy Loopplank, v., gangway, footboard. Loosheid, v., craftiness, cunning, wiliness. Loot, v., shoot, sprig, twig. Loover, o., foliage. Loozen, to void, empty, get rid of.. Lor, v., patch, rag ; (�ren) Lorrendraaierij, v., smuggl� ing, interloping ; cheating. Los, loose. [fligate, fast. Losbandig, licentious, pro-Losbarsting, v., eruption. explosion. [libertine. Losbol, m., a fast fellow, Losbranden, to discharge, to fire off. Losgeld, o., ransom. Loskoopen, to ransom ; redeem..[to untie. Losmaken, to (make) loose, Losplaats, v., pier, jetty. Losprijs, m., ransom, re- demption..[discharge� Lossen, to unlade, unship, Loszinnig, thoughtless, fri� volous. .

Lot 80 Lot, o., fate, destiny, lot. Loteling, m., conscript. Loten, to ballot for ; to draw Loterij, v., lottery..[lots. Lotgenoot, m., companion, companion in distress. Lotusbloem, v., lotos. Louteren, to purify, cleanse. Loven, to praise, glorify. Lucht, v., air, sky; smell. Luchtballon, m., balloon. Luchtdruk, m., atmospheric pressure..[easy-going. Luchthartig, light-hearted, Luchtig, airy. LuChtkuur,v.,air-cure. [pipe Luchtpijp, v., trachea, wind-Luchtpomp, v., air-pump. Luchtschipper, m., aero� naut. LuChtvaart,v.,aerial naviga�tion, aerostation. Luc htververschi ng,v.ven� tilation, supply of fresh air. Lucifer, m., match, lucifer.Lui, lazy, indolent. Luiaard, m., lazy person, Luid, loud..[sluggard. Luiden, to ring, sound. Luidkeels, at the top of one's voice, aloud..[noisy. Luidruchtig, clamorous, Luier, v., swaddling-cloth. Luiermand, v., layette. . Maaien Luifel, v., penthouse,awning, hood..[indolence, Luiheid,v.,laziness,idleness. Luik, o., shutter ; trapdoor. Luilak, m., lazy-bones. Luilekkerland,o., Cocaigne, land of milk and honey. Luim, v., humour, mood; whim, freak..[facetious. Luimig, humorous, witty, Luipaard, m., leopard. Luis, v., louse. Luister, m., lustre, splen� dour, pomp, brilliancy. Luisteren, to listen. Luistery in k, m., eaves- Luit, v., lute..[dropper. Luitenant, m., lieutenant. Luiwagen, m., mop, scrub- bing-brush. Lummel, m., lout, clown, blockhead, simpleton. Lust, m., desire, mind, pleasure, taste. Lusteloos, listless ,melan� choly, gloomy..[fond of. Lusten, to like, please, be Lusthof, m., pleasure- grounds ; Paradise. Lustig, merry, jovial, gay, brisk. [mer-house. Lustprieel, o., bower, sum- Luttel, little, slight. Luw, sheltered.

Man, v., stomach ; ventricle. Maagd, v., virgin, maid, maiden. [enly. Maagdelijk, virginal, maid-Maagdenpalm, v., peri� winkle. [pear. Maagdenpeer, v., a kind of Maagkanker, m., cancer in the stomach. Maagpijn, v., pain in the stomach. Maagsap, o., gastric juice, chyle. Maagschap, v., relation�ship, parentage, kindred. Maagstreek, v., gastric region. Maaien, to mow, reap. .

Maaiveld, o., mow-land, mowing-field. [making. Maskloon, o., charge for Maaksel, v., shape, make, build, structure. Maal, v., tune. Maal, o., meal. Maalstroom, m., whirlpool, abyss, maelstrom. Maaltijd, m., repast. Maan, v., moon..[letter. Maanbrief, m., dunning- Maand, v., month. Maandag, m., Monday. Maandaghouden, loafing on Mondays..[rose. Maandroos, v., monthly- Maandschrift, o., monthly review,�paper,�magazine. Maanlicht, o., moon-light. Maansverduistering, v.,

lunar-eclipse.Maar, but. Maarschalk, m., marshal. Maart, m., March. [ball.Maasbal, m., fine drawing Maat, v., measure; size; time. Maat, m., mate, comrade, companion. [in bounds.Maathouden, to keep with-Maatregel, m., measure. Maatschappelijk, social. Maatschappij, v., society, company. Maatstaf, m., measure, standard; scale. Machine,v., machine,engine Macht, v., power, might, authority ; strength. Machthebbende, m., com� missioner..[rich. Machtig, powerful, mighty ; Machtigen, to authorise, warrant.

Machtspreuk,v.,authorita�tive decision, decisive sen�tence. Madelief, v., daisy. Madonna, v., Holy Virgin. Madonna. [ware-house, Magazijn, o., store-house,Mager, meagre, lean, thin. Magistraat, m., magistrate, judge. [stone.Magneet, m., magnet, load-Magnetiseeren, to mag� netise. Mahomedaan, m., Moham�medan, Mahometan. Mahoniehout,o.,mahoganyMailboot, v., mail-boat. Mai's, v., maize, Indian corn. Majesteit, v., majesty,state� liness. [leze-majesty.Majesteitschennis, v., MajO0r, m., major.Mak, meek, tame, gentle, manageable. [factor. Makelaar,m., broker, agent,Maken, to do, make. Maker, m., author, maker. Makker, m., comrade, com� panion, mate. Makreel, m., mackerel. Mal, foolish, mad, silly. Maleisch, Malay. Malen, to grind ; paint, por-Maliebaan, v., mall. [tray. Mallejan, m., kind of cart; go-cart. Mallemolen, m , merry-go�round, round-about. Mallen, to play foolish pranks, fool, daily. Malsch, tender, mellow,

soft, delicate. Malvezij, v., malmsey.Mama, v., mamma. Mammon, m., mammon. Man, m., man ; husband. Manbaar, marriageable. Manchet,v., wrist-band,cuff !Wand, v., basket, hamper. Mandaat, o., mandate, writ. Mandenmaker, m., basket- maker. .

Manege, v., riding-school, academy.Manen, to dun, press im� portunately. [moonlight. ManeaChijn,o.,moon-shine, Mangel,m.,mangle,calender Mangelvrouw, v., mangler. Manhaftig, brave, courage�ous, valiant, manly. Manier, v., manner, way, fashion, custom. Mank, lame, crippled, halt. Manlief, clear..[line. Manlijk,manly,male,mascu-Manna, o., manna. Mannenmoed, m., manly courage. Manschap, v., men, crew, garrison, soldiers. Manspersoon, o., male, man.. [jacket. Mantel, m., mantle, cloak, Manteljas, v., mantle with cape, cloak. Marine, v., navy ; fleet. Marinier, m.. marine, sailor. Marionet, v., puppet.Marketentster, v., sutler. Markies, m., marquis, mar� quess, (�kiezin, marchion-Markt, v., market..[ess.Marktmeester, m., inspec� tor of the market. Marktprijs, m., market- price, market. Marmelade, v., marmelade. Marmer, o., marble. Marmergroeve, v., marble- quarry, marble-pit. Marmot, v., guinea-pig.Marsch, m., march, ex� pedition. Marsepein, o., marchpane. Martelaar, m., martyr, suf� ferer. [ture. Martelen, to torment, tor-Masker, o., mask, disguise. Mast, m., mast ; pole. Mastklimmen, o.,climbing the pole..[dull, dim.Mat, weary, tired, faint ;Matador, m., matador. Mateloos, immoderate, un� limited, excessive. Materialist, m., materialist. Matglas, o., ground glass.Matheid, v., weariness,lassi� tude, fatigue. Matig, sober, moderate, temperate, abstinent. Matigheidsgenootschap, o., temperance-society. Matras, v., mattress. Matrone, v., matron. Matroos, m., sailor, seaman, mariner..[maker.Mattenvlechter, m., mat-Mazelen (mv.), v., measles.Mazen, to mend, finedraw. Medaille, v., medal. Mede, with. Medeburger, m., fellow- citizen. Mededeelen, to communi�cate, inform, announce. Mededeelzaamheid, v., communicativeness, liber� ality, charitableness. Mededoogen, o., compas� sion, commiseration, pity. Medegeven, to give. Medehelper, m., assistant, helper, fellow-helper. Medeklinker,m.,consonant Medelid, o., fellow-member. Medelijden, o., pity, com� passion. Medemensch, m., fellow� man, fellow-creature. Medeminnaar, m., rival. Mpeldice pliChtige, m., accom- [creature. Medeschepsel, o., fellow�Medesleepen,to dragalong Medewerking, v., assist� ance, help, co-operation.

Meedoogend, merciful, compassionate..[ing. Meegaand,indulgent,yield-Meekrap, v., madder. Meel, o., meal, flour. Meeldraad, m., stamen. Meelkost, m., farinaceous food.. [mite. Meelworm, m., meal-worm, Meelzolder, In., meal-loft. Meenen, to think, suppose, imagine, believe. Meening, v., opinion, mind, belief, intention. Meer, o., lake. Meer, more; besides. Meerderjarig, of age. Meerendeels, for the greater part. Meerkol, M., jay, jack daw. Meerle, v., blackbird. [ly. Meermalen,often,frequent� Meermin,v.,mermaid,siren. Meerschuim, o., meer- schaum..[number. Meervoud, o., plural, plural Mees, v., titmouse. Meesmuilen, to sneer, to smile with contempt. Meestal, generally, mostly. M eeeter,m.,teacher,master, ruler. Meesterknecht, m., fore�man, head-journeyman. Meesterstuk, o., master�

piece. Meetbaar, measurable. Meetkunde, v., geometry._ Meetkunstig, geometrical. Meeuw, v., gull, mew. Meevaller, m., piece of good luck, windfall. Meewarig iev., corn- id,

Mei, m., ay..[passion. Meid, v., maid, servant. Meidenpraat, m., servants' gossip..[chafer. Meikever, In., may-bug, Meineed, m., perjury, false oath. [sworn, perfidious. Meineedig, perjured, for-Meisje, o., girl, damsel. Meisjesachtig, girl-like, girlish. Mejuffrouw, v., Miss X. Melaatschheid, v.,leprosy. Melden, to mention, inform, say, announce. Melk, v., milk, (karne�), buttermilk..[greenhorn. Melkbaard, m., milksop, Melkboer, m., milkman. y Melken, to milk. Melkweg, m., milky way, Melodie,v.,melody,air,tune. MelOen, m., melon. Men, one, people. Menagerie, v., menagery. Mengbaar, mixable. Mengelmoes, o , hodge� podge, mixture, medley. Mengelwerk,o.,miscellany. Mengen, to mix, mingle, blend; amalgamate. Menigeen, many a man, many a one. Menigte, v., multitude, crowd; great number. Menigvuldig, abundant,fre� quent, manifold, plentiful. Mennen, to drive, manage. Mensch, xn., man. ,ankind, Menschdom, o., mankind,

the human species. Menschelijk, human. Menscheneter, rn., can� nibal, man-eater, anthro�pophaginian. Menschenkennis, v., knowledge of mankind. Menschenmln, v., love of mankind, philanthropy,hu�manity. [dignity of man. Menschenwaarde, v., Menschkundig, having a knowledge of human nature Merg, o., marrow; pith. Mergel, v., marl. Mergpijp, v., marrow-bone. Merle, o., mark, token, char� acter. Merkbaar, perceptibleEsbe: , iseinMerklap m., sampler. Merkteeken, o., mark, sign, token..[notable. Merkwaardig, remarkable, Merrie, v., mare. Mes, o., knife. Messenlegger, m., knife-Messias, m., Messiah. [restMeet, m., manure, dung. Mesten, to manure, to fatten, dung. Mesthoop, m., dung-hill.Met, with, by, at, in. Metaal, o., metal. Meteen, at the same time. Meten, to measure. Meteoor, m., meteor. Metgezel, m., companion. Metselaar, m., brick-layer, mason, (vrij�) freemason. Mettertijd, gradually, incourse of time. Metterwoon (zich vesti�gen), to settle. Metworst, v., thick sausage, smoked sausage. Meubel,o.,piece of furniture Meubileeren, to furnish, fit up. Mevrouw,v., madam,Mrs.X. Middag, m., midday, noon, afternoon. Middageten, o., dinner. Middel, o., means; waist. Middelaar, m., mediator. Middeleeuwsch, mediae� val, of the middle-ages. Middellijk, indirect, inter� vening. Middellijn, v., diameter. Middelmatig, v., middling, moderate. Middelpunt, o., centre. Middelrif, o., midriff, dia� phragm. [class. Middelstand, m., middle Middelvinger, m., middle- finger. [night. Middernachtelijk, mid-Middernachtzending, v., midnight-mission. Mier, v., ant. Miereneter, m., ant-eater. Mierikswortel, m., horse� ij, me..[radish. Milden, to avoid, shun. Mill, v., mile, league. M ijmeren,to muse,meditate Mijn, v., mine. Mijn, my..[in a mine. Mijngang, v., gallery, drift Mijnwerker, m., miner. Mijt, v., pile; mite. Mijter,m., mitre; episcopacy. Mikken, to aim. Mikpunt, o., aim, mark. M i ld, generous, liberal,boun� tiful. M ildheid, v., leniency, gene-rosity, liberality. MiliCien, m., recruit, con�script..[soldier. Militair, m., military man, illiOnnair, m., millionaire. i It, v., milt, spleen, soft roe. Miltvuur, o., splenic-fever. Min, v., wet nurse; love. M inachten, to depreciate,

despise; disregard. Minder, less, inferior. Minderheid, v., minority, inferiority.

Minderjarig, under age. Mineraal, o., mineral. Minister, m., minister. Minnaar, m., lover. Minnebrief, m., love-letter Minnekoorts, v., amorous� ness.. [coo. Minnekoozen, to bill and .

Minnenijd, m., jealousy. Minnepijn, v., pangs of love. Minnezang, m., love-song. Minst, least. Minuut, v., minute. Minvermogend, indigent,

necessitous. Minzaam, kind, affable. Mirt, m., myrtle. [wreath. Mirtekrans, m., myrtle-MIS, v., mass. MIS, wrong, failed. Misbaar, o., noise, sorrow� ful wailing, hubbub. Misbaksel, o., deformed Misbruik, o., abuse. [being. Misbruiken, to abuse, mis� use. Misdaad,v., crime, misdeed, offence, trespass. Misdienaar, in., acolyte, ministrant..[ve badly. Misdragen (zich), to beha-Misdruk, m., misprint, macule. Misduiden, to misinterpret, to take ill. [age. Misgeboorte, v., miscarri-Misgreep, m., mistake, blunder, error. M isgunnen,to envy, grudge.Mishagen, to displease. Miskennen, to misjudge. Miskraam, v., abortion. Misleiding, v., imposture, deceit, deception. Misloopen,to fail,go astray. Mislukking, v., failure. Mismaaktheid,v.,deformi� ty, ugliness. Mismoedig, dejected, dis�consolate, depressed. Misnoegen, o., displeasure, discontent..[error.Mispas, m., false step; Mispel, v., medlar. Misplaatst, misplaced, out of place. Misprijzen, to disapprove of, blame. Mispunt, o., good-for�nothing fellow. Misrekening,,,miscalcula� tion, misreckoning. [be. Misschien, perhaps, it may Misselijk ezijn), to be af� fected with nausea, be sick. Missen, to miss, fail, spare, dispense with, do without. Misslag, m., error, fault. Misstap, m., mistake, fault, Mist, m., mist, fog. [error. Mistasten, to be mistaken. Mistig, foggy, misty. Mistroostig, disconsolate, despondent. Misvatting, v., mistake. Misverstand, o., misunder� standing. [disfiguration. M iSvOrMing, v., deformity ; Mitsgaders, together with. Modder, v., mud, mire, dirt. Moddermolen, m., dredg� ing-machine. Moddervet, plump as a partridge. Mode, v., fashion. [beau. Modegek, m. dandy, swell, M Odel,o.,model,pattern,cut. Modeplaat,v.,fashion -plate Modepop, v., fashion- monger. Moed, m., courage, spirit, heart, mettle, valour. Moedeloos,desponding,dis� couraged,heartless,dejected Moeder, v., mother; matron. Moederkerk, v., mother-church. [country. Moederland, o., mother-Moederliefde, v., maternal love. [nity, motherhood. Moederschap, o., mater-Moedig, courageous, brave, valiant. [wilfulness. Moedwil, m., wantonness, .

Moeheid, v., fatigue. MOOlte, v., difficulty, pains, trouble..[moor. Macrae, o., marsh, bog, fen, Moeraskoorts, v., malaria. MOerbei, v., mulberry. Moestuin, m., kitchen- garden..[be obliged to. MOeten, must, to have to, M0f, v., muff..[ty. Mogelijkheid, v., possibili-Mohammedaan, m., Mo� hammedan, Mahometan. Mokken, to fret, sulk. Mol, m., mole. Molen, m., mill. Molenaar, m., miller. Mol 1 ig, soft, chubby, plump. Molsgat, o., mole-hole. Molsla, v., dandelion. Molton, o., molleton. Mommespel, o., masquer� ade, mummery. Mompelen,tomutter,mum� ble; spread reports. Monarch, m., monarch. Mond, m., mouth, (houd je mond!) hold your tongue! Mondbehoeften (mv.), v., provisions, victuals. Mondeling, verbal, oral; by word of mouth. Mondspoeling, v., mouth� wash, gargarism. Monnik, m., monk, friar. Monnikenwerk, o., labour lost.. [pouch. Monnikspij, v., cowl, Ca-M onster,o., monster;sample Monsterachtig,monstrous. Monsteren, to muster, re� view ; enlist, enroll. Monument, o., monument. M 001, handsome, pretty, beautiful, fine. Moord, m., murder. Moordaanslag, m.,attempt on the life of a person. Moorddadig, murderous. Moordenaar, m., murderer, homicide. Moorsch, Moorish, Morisco. Moot, v., piece, fillet, slice. Mopneus, m., pug-nose. Mopperen, to grumble, MOraal, v., moral.. [mope. Morel, v., morello. [noon. Morgen, m., morning, fore� Morgendrank,m.,morning� drink, morning-liquor. Morgenjapon, v., morning- dress..[country. Morgenland, o., Eastern MOrgenMuziek, v., morn- ing-music, aubade. Morgenrood, o., dawn, day-break. Morgenster, v., morning-star, day-star. [hour. Morgenstond,m.,morning-MOrmel, o., monster, dor- mouse. [mur. Marren, to grumble, mur-Morsen, to dirty, soil; spill. Morspot, m., dirty person, muck-worm. Mortier, rn., mortar. Mos, o., moss. Moskee, v., mosque. Mossel, v., muscle. M �seal ban k ,v. , muscle-bed Mosterd, m., mustard. Mot, v., moth. Motregen,m., drizzling-rain Mottig, moth-eaten; mark� ed by the small-pox. Motto, o., motto, device. MOut, o., malt. MOuw, v., sleeve; (achter de m� hebben) to be a sly-Mud, o., hectolitre. [boots. Muf, musty, mouldy. Mug, v., gnat, midge. u 11,m.,muzzle snout,mouth Muilbanden, io muzzle. Muilezel, m., mule.

Muilkorf, m., muzzle. Muilpeer,v.,slap in the face. Milks, v., mouse. [mutiny.Muiten, to rebel, revolt, Muizenis, v., cobwebs (p1.). Mulct, m., mulatto. Mummelen, to munch. Mummie, v., mummy.Munt, v., coin. Munten, to mint. Muntstelsel, o., monetary system. Murmelen,to murmur,purl. Mures , tender, soft, mellow. Musch, v., sparrow. MusCus, v., musk Nachtuil Muskaatnoot, v., nutmeg. Musket, o., musket. Muskiet, m., mosquito. M Uts, v., cap, bonnet. MUur, m., wall. Muurbloem, v., wallflower. Muze, v., muse. Muzelman, m., Mussul man ,

Moham medan. ohammedan. Muziek, v., music. Muziekliefhebber,m.,lover of music. Muzikaal, musical. Muzikant, m., bandsman, musician..[sightedness. Myopie, v., myopia, short-

N. Na, after ; (iemand to na ko-Naestbestaande, m., next men) to hurt a person's.of kin, nearest relation. Naad, seam..[reputation. NaaidOOS,v.,work-box,sew� ing-box. Naaien, to sew. Naaimachine, v., sewing- machine..[dress-maker. Naaister, v., needle-woman, Naakt, naked, bare. NaaId, v., needle. Naaldboom, m., fir, pine. Naaldenkoker, m., needle- �Naam, m., name..[case. Naambord, o., name-board. Naamcijfer, o., initials, mo� nogram. Naamgenoot, m., name� sake.. [meless. Naamloos, anonymous, na�Naamval,m., case. [mimic. Natipen, to ape, imitate, Naar, to, for. Naargeestig,dreary,melan� choly, gloomy. Naarstig, industrious, dili-Naast, next, near..[gent. Naaste, m., fellow-being, neighbour..[repentance. Naberouw, o., remorse, Nabij, near, close to. Nabijheid, v., nearness, neighbourhood, vicinity. Nablijver, m., straggler, tarrier. Nabloeden, to bleed again. Nabootsen, to imitate,copy, counterfeit. Naburig, neighbouring. Nabuur,m., next-door.neigh- bour... [night. Nacht, m., night, (bij �) at Nachtbraken, to make a night of it, revel by night. Nachtegaal,m.,nightingale. Nachtelijk, nightly, noctur�nal. [dress, night-gown. Nachtgewaad, o., night- N achtmerrie,v.,night-mare Nachtrust, v., night's rest. NachtslOt, o., double lock. Nachtuil, m., screech-owl.

Nachtverblijf, o., shelter for the night.Nachtvorst, v., night-frost. Nachtwacht, v., night- watch. [counts,reckon over.Nacijferen, to check ac-Nadat, after. Nadeel, o., damage, injury, hurt, loss, detriment. Nadenken, to think over, reflect, consider. Nadenkend, reflecting, thoughtful.Naderen, to approach, ad� vance, draw near. Naderhand, afterwards. Nadoen, to imitate, copy. Nadorst, m., hot coppers. Nadrukkelijk, emphatical, forcible. Nageboorte, v., after-birth. Nagel, m., nail. Nagelbijter, m., a person, who bites his nails. Nagemaakt, counterfeit,ar� tificial..[all but. Nagenoeg, almost, nearly, Nagerecht, o.,espsoesrtte.ri ty Nageslacht,. o. ,. posterity. Naiiver,. in., jealousy, envy, emulation. Naijverig, jealous, envious. Najaar, o. autumn. Najagen, io pursue covet. Nakomeling, m., descend� ant, offspring. N alaten, to leave ; be�queath; neglect, omit. Nalatenschap, v., inheri� tance, succession, bequest. Nalatig, negligent, careless. Naloopen, to follow, run after, pursue. Namaaksel, o., imitation, counterfeit, forgery..[viz. Namelijk, namely, that is, Nameloos, nameless. Namens, in the name of. Namiddag, m., afternoon. Namiddagslaapje, o., sies� ta, nap..[2nd remove.Naneef, m., nephew to the Nap, m., bowl, basin. Napluizen, to scrutinise, investigate.Napret,v.,fun after a festival Nar, m., buffoon, fool. Naricht, o., information, intelligence, news.Narigheid,v.,misery,trouble Narrenkap, v., fool's cap.Naschrift, o., postscript.Nasleep, m., train, retinue, suit. Nasmaak, m., after-taste. Naspel, o., after-piece.Nasporing, v., inquiry, in� vestigation, research.Nastaren, to gaze after. Nastuk, o., after-piece.Nat, wet, moist, damp.Nathals, m., toper, fuddle- cap, tippler..[tion. Natuur, v., nature, disposi-Natuurlijk, natural ; of course. Natuurwet,v.,law of nature. Nauw, narrow, tight, close. Nauwelijks, scarcely. Nauwgezet, scrupulous, conscientious, strict. Nauwkeurig, accurate, exact, punctual.Navel, m., navel..[cord. Navelstreng, v., umbilical Navolgenswaardig, worth imitating. [mand.Navraag, v., inquiry; de-Nazaat, m., descendant, suc�cessor. [after ; revise. Nazien, to look over; look Nederbuigend, condes� cending. [come down. Nederdalen, to descend, NederdultSCh, o., low- German. . Nederhalen Nederhalen, to fetch down, ower. Nederigheid, v., humility, modesty, lowliness. Nederlaag, v., defeat, over� throw.. [lands. Nederland, v., The Nether-Neef, m., cousin; nephew. Neen, no. Neepjesmuts, v., mob-cap. Neerslachtig, dejected, downcast, V.isheartened. Neetoor, m", cantankerous person, crab. Negen, nine..[boil. Negenoog,v.,furuncle,large Neger, m., negro, nigger. Neiging, v., inclination, ten� dency. Nemen,to take, seize; accept. Nergens, nowhere. Nering, v., trade, custom, livelihood. Nest, o., nest ; naughty girl. Neste!, m., tag, lace. Neteldoek, o., muslin. Netelig, thorny, prickly ; peevish, critical. Netelroos, v., nettle�rash. Netjes, neat, clean, tidy, respectable. Netvlies, o., retina. Neurion, to hum, sing softly. Neus, m., nose; snout. Neusbloeding, v., bleeding at the nose. Neusgat, o., nostril. Neusholte, v., nasal cavity. Neushoorn, m., rhinoceros. Nevel, m., fog, mist, cloud. Nevelachtig, foggy, misty, cloudy. Nevelvlek, v., nebula. Nevensgaand, enclosed, subjoined. NiCht, v., cousin, niece. Niemand, nobody, no ona. Niemendal, nothing at all.

89. Nola Nier, v., kidney. Nierziekte, v., renal disease, nephritis. Nieswortel, v., hellebore. Niet, not, nothing, (een a blank). Nietig, slight, insignificant. Niets, nothing. Nietsbeteekenend,utterly insignificant, of no value. Nietswaardig, worthless, trifling; futile. Niettegenstaande, in spite of, notwithstanding. Nieuw, new, fresh ; modern. Nieuweling,m.,novice,new� comer. N heu werwetsch,new- lash�ioned, fashionable. Nieuwjaarsdag, m., New� year's day. Nieuws, o., news. [tidings. Nieuwstijding, v., news, Niezen, to sneeze. Nijd, m., envy, jealousy. Nijdas, m., bad-tempered person, cross-patch. Nijdig, envious, cross, rusty. Nijdigheid, v., enviousness, bad temper. Nijgen, to curtsey. Nijptang, v., pincers. Nikkei, o., nickel. Nimf, v., nymph. Nimmer, never. Nis, v., niche. Noch � noch, neither-nor. Nochtans, however, yet, nevertheless. Noemen, to name, call. Noemenswaardig, worth mentioning. Nog, yet, still, besides. Nogmaals, once more. Nok, v., ridge, top..[life.Nomadenleven,o.,nomadic Nommer, o., number. Non, v., nun.

Nonnenklooster, o., nun�nery, convent. Nood, m., need, want, dis-tress, indigence ; necessity. Nooddeur, v., emergency door. [poverty. Nooddruft, v., indigence, Noodeloos, needless. Nooden to i nvite. Noodhuip, v., temporary servant, help. Noodig, necessary, needful. Noodlot, o., fate, doom, destiny. Noodlottig, fatal. Noodlijdend, indigent, needy.Noodrem, v. safety-brake. NOOdWeer,o.,terrible storm, tempest. Noodzaken, to force, con� strain, compel, oblige. N 00 it, never. Noor, m., Norwegian ;Norse� man. Noorden, o. north. Noorderlicht, o., aurora borealis.

.. o.

Oloh! ah! Oase, v., oasis. Oblie, v., cruller, wafer. Oceaan, m., ocean, main. Och 1 Ah ! oh, alas!

Ochtend, m., morning. October, m., October. OCtrO0i, o., patent, grant. Ode, v., ode. [practitioner. Oefenaar, m., catechist ; Oefenen, to exercise, train, drill, practise. Oefening, v., exercise, prac-Oester, v., oyster..[tice. Oesterbank, v.,oyster-bank

90 Officier Noorderzon (met de), v., taking French leave. Noordoost, north-east. Noordpool, v., north-pole.Noordzee, v., north-sea, Ocean . cean. Noorwegen, o., Norway.Noot, v., nut ; note. N ors ch, surly, gruff, cross. Notaris, m., notary.Noteboom, m., walnut-tree. N otenkraker, m., nutcrack� ers (pl.)..[ficial notes. Notulen (mv.), minutes, of-Novellist, m., novelist, author. November, m., November. Nu, at present, now.Nuchter, empty ; sober. N uk, v., caprice, whim,freakNukkig, whimsical, capri� cious. Nul, v., zero, nought. Nurksch, sour, peevish. Nut, o., use, usefulness. Nutteloos, useless, needless . Nuttig, useful, profitable. Nuttigen,to take, partake of. Oesterschelp, v., oyster- shell. [ture. Oesterteelt, v., oyster-cul-OeVer, m., shore, bank. Of (Of Of), or; either-or; whether. � Offer, o., sacrifice, offering. Offerande, v., oblation.Offeren, to sacrifice ; im�molate ; offer. Offerlam, s.,sacrificial lamb, the Lamb of God. Offervaardig, generous, li� beral, ready to sacrifice.Officier, m., officer. .

Ofschoon, although, though Oker, v., ochra. Okkernoot, v., walnut. Oksel, m., arm-pit. Okshoofd, o., hogshead.Oleander, in., oleander. Olie, v., oil. Oliebol, m., oil-cake. Oliedom, m., as stupid as Oliekan, v.,oil-can. [an ass. Oliekoek, m., a cake baked �lion, to oil ; anoint. [in oil. Oliesel, o., extreme unction. Olieslager, m., oil-crusher, oil-miller..[paint. Olieverf, v., oil-colours; oil-Olievlek, v., oil-stain. Oliezaad, 0., oil-seed. Olifant, m., elephant. Olilfboom, m., olive-tree. Olijftak, m., olive-branch. m., elm. Olympus, m., Olympus. Om, round; for, in order to. Omarmen, to embrace, hug. Omber, m., ombre. Omberen, to play at ombre. Omboorden, to edge; sur� round. Ombrengen,to bringround; kill, murder, dispatch. Ombuigen, to bend, make crooked. [down. Ombuitelen, to tumble Omdat, as, since, because. Omdijken, to surround with dikes. Omdoen, to put on, put round, wrap round.., Omdolen, to wander about, roam, rove. [twirl, twist. Omdraaien, to turn ; wring, Omdrijven, to float about. Omelet, v., omelet. 0Mgeng, m., intercourse; procession. Omgekeerd, reversed; con�verse, contrary. Omgespen, to buckle on. Omgeving, v., environs, sur�roundings. [round. Omgorden, to gird, stir�Omgrenzen,tolimit,bound, circumscribe. Omhaal, m., fuss. Omhangsel, o., drapery. Omheinen, to fence round with, hedge, close in. 0 M helZing,v.,embrace,hug. Omhoog, on high..[fell. Omhouwen, to cut down, Omhullen, to envelop, wrap round, veil..[capsize. Omkantelen, to topple over, Omkeer, m., conversion, revolution, turn. [round. Omknellen, to clutch, pinch Omkomen, to perish, come to an end ; pass..[bribe. Omkoopen, to corrupt, Omlaag, down, below, be- neath..[surrounding. OMliggend, neighbouring, OMIlieting, v., framing. Omloop, m., circulation ; revolution..[moment. Ommezien, 0., trice, jiffy, Ommez!jde (zie), P. t. o. (please turn over). Omnibus, m., omnibus, bus. Ompantseren, to clothe with iron..[grub ub. Omploegen, to plough, Ompraten, to persuade; dissuade..[fence round. Omrasteren, to rail in, Omringen, to surround, environ,encircle,encompass Omrit, m., drive, ride. Omroeper, m., towncrier. Omroeren, to stir. Omruilen, to exchange, to barter. Omschoppen,to kick down OmsChripven, to describe; detail, circumscribe.

Omsingelen; to surround, invest. Omslaan, to knock down, overthrow; changesudden�ly..[tedious; prolix. Omslacttig, long-winded,Omslag, in., cc., cony. (hoofdelijke), pull-tax. (van boek) cover. (van brief) envelope. Omslagdoek, m., shawl, scarf.

Omslingeren, to entwine about,wrap, wind, twist. Omsmijten, to throw down, overturn, upset.

Omspannen, to spread round, stretch about ; take fresh horses. Omspitten, to dig up. Omspoeling, v., rinsing, washing. Omspringen, to manage, deal with, treat, use. Omstander, rn., bystander. Omstandig, detailed, cir� cumstantial, minute.

Omstandigheid,v.,circum�stance,partieular;condition, Omzet, m., sale..[state. Omzwaai, m., swinging round, sway..[age. Omzwachtelen, to band-Omzwermen, to swarm about. [rambling, ramble. Omzwerving,v.,wandering, Omzweven, to hover round. Onaanzienlijk, inconsider� able, insignificant, poor. Onaardig, unpleasant, un�kind. Onachtzaam, negligent, careless,heedless,unmindful Onafgebroken, uninter� rupted. [ent, free. Onafhankelijk, independ-Onafkoopbaar, unredeem� able.

92.Onbeholpen Onaflosbaar,unredeemabie Onafscheidelijk, insepar� able. Onafzetbaar, irremovable. Onafzienbaar, immeasur� able, beyond the reach of the eye, endless. red.

Onbaatzuchtig,disinterest- Onbarmhartig, merciless, unmerciful, inexorable, re�lentless.

Onbeantwoord, unanswer�ed, unreturned. Onbebouwd, unfilled, un�cultivated; unbuilt. Onbedacht, thoughtless, in�considerate, rash. On bedachtzaam held, v., thouhtlessness,inconsider�ateness, rashness.

Onbedeesd,intrepid,datint� less, fearless.

Onbedorven,undefiled,un corrupt, pure. Onbedreven, unskilled, in� experienced.

Onbedriegelijk, unerring, infallible, undeceivable. Onbeduidend,insigniflcant, of no consequence. Onbedwingbaar, unruly. Onbedwongen, uncon� strained, unsubdued. Onbegaanbaar, impractic�able, unpassable. Onbegonnen (werk), roll� ing the stone of Sisyphus; without a beginning,eternal Onobuengdreed. n8d,unlimited,un- bounded. Onbegrepen, misunder-Onbegrijpelijk, inconceiv able, incomprehensible. Onbehaaglijk, uneasy, un�comfortable. Onbeheerd, ownerless, in abeyance, stray. [clumsy. Onbehol pen, awkward, Onbehoorlijk, indecent, in�decorous, improper, un�becoming. Onbehouwen, uncouth, rude, unmannerly.Onbekeerd, unconverted. Onbekend, unknown, ig� norant. Onbekommerd, uncon� cerned, careless, at ease. Onbekookt, inconsiderate. Onbekrompen, abundant, liberal, unrestrained. Onbekwaam, unable, in�capable, unfit ; drunk. Onbelangrijk,unimportant. insignificant, of no conse�quence..[incivil. Onbeleefd, impolite, rude,Onbelemmerd, unrestrain�ed, unopposed,undisturbed.Onbemiddeld, penniless, not wealthy..[loved.Onbemind, unbeloved, not Onbeneveid, clear, serene, unclouded. Onbeperkt, unlimited, un�bounded, indefinite. Onberaden, rash, thought�less. Onbereikbaar,inaccessible, unattainable. Onberekenbaar, incalcul-Onberispelijk, blameless, irreproachable, blameless. Onbeschaafd, uncivilised, barbarous, unpolished, gross..[insolent. Onbeschaamd, shameless, Onbeschadigd, undamag�ed, unimpaired, unhurt. Onbescheiden, indiscreet. Onbeschermd, undefend� ed, unprotected.Onbeschoft, impertinent, insolent, impudent.Onbeschreven, blank, un�described. Holl.-Engelsch.. Onbeschrijfelijk, indes�cribable, inexpressible. Onbeschroomd, bold, in�trepid, dauntless.Onbeschut, unprotected, not sheltered. Onbeslist, undecided, un� determined..[pruned.Onbesnoeid, unclipped,un-Onbespied, unspied.Onbesproken, blameless, not talked about. Onbestaanbaar, inconsist�ent, incompatible, incon�gruous.. [able. Onbestelbaar, undeliver- Onbestendig, inconstant, unstable, changeable, de�sultory, fickle. Onbestorven weduwe, v., grass-widow, wife without a husband. [uncontested.Onbestreden, undisputed, Onbesuisdheid, v., reek�lessness,rashness,giddiness.On betaalbaar, invaluable, priceless, not to be paid.0 n betamelijk, indecorous, indecent, unseemly.Onbeteekenend, insignifi�cant, slight.Onbeteugeld,unrestrained,unchecked, unbridled. Onbetrouwbaar, unreli�able, dangerous, untrust�worthy,.[disputed. Onbetwist, uncontested,un-Onbevalligheid, v., un�gra ceful ness. 0 n bevatte I ijk, incompre�hensible, unintelligent,dull, slow. Onbevlekt, immaculate, pure, undefiled, unstained, spotless. Onbevoegdheid,v., incom�petency..[unpeopled.Onbevolkt, unpopulated, 4

Onbevooroordeeld, un Ondankbaarheid, v., un- prejudiced, without preju-gratefulness. dice. Ondanks, in spite of, not- Onbevredigd, unsatisfied, withstanding. unappeased, unsated. Ondeelbaar, indivisible. Onbevreesd, fearless, un-Ondegelijk, unsolid, super-daunted, dauntless. ficial.; dishonest.Onbevrucht, not pregnant, Ondenkbaar, inconceiv� unpregnant,not fecundated. able, unimaginable.Onbewaakt, unguarded. Onder, under, beneath,Onbeweend, unmourned, below..[the bottom. unwept. Onderaan, at the foot, at Onbewerktuigd, inorganic. OnderaardSCh,subterrane- Onbewezen, unproved. ous, underground.Onbewimpeld, frank, un-Onderarm, m., fore-arm. disguised, candid. Onderbevelhebber, m., Onbewogen, unmoved, un-second in command. [up. disturbed, unshaken. Onderbinden, to ligate, tieOnbewoonbaar, uninhabi-Onderbreking, v., interrup�table. tion, break, pause, interval.Onbewust, unconscious,un-Onderbrengen, to shelter, known, ignorant..[less. quarter, subdue, vanquish.Onbezield, inanimate, life-Onderbroek, v., drawers, Onbeziens, unseen. pants, (pl.). Onbezocht, unfrequented, Onderbuik, m., abdomen.

unvisited. Onderbuur, m., neighbour Onbezoedeld, undefiled, on the lower floor. pure, unspotted, unblem-Onderdaan, m., subject. ished..[imprudent. Onderdanig, submissive, Onbezonnen, thoughtless, obedient, humble.Onbezorgd, without care, Onderdeel, o., inferior part, careless, negligent. lower part. Onbezwaard, unencumber-Onderdeks, between-decks. ed, not mortgaged ; clear Onderdoen, to succumb, of conscience. be worsted, yield to. Onbillijkheid, v., injustice, Onderdrukken, to oppress, unreasonableness. suppress.Onbloedig, bloodless, un-Onderdrukking,v., cruelty, bloody.. [ible. suppression, oppression.On brand baar, incombust-Ondereen, pell-mell, to-Onbreekbaar,unbreakabl e, gether, mixed. infrangible, indissoluble. Ondereinde, o., lower end,Onbruikbaar, useless. bottom. Onbuigzaamheid, v., in-Ondergaan, to go down, flexibility, stiffness, obdu-set ; perish ; suffer, undergo, racy..[ble, unchristian. endure. Onchristelijk, uncharita-Ondergang, m., setting ; Ondank, m., ingratitude. decline, decay, ruin, fall. Ondergeschikt, subordi- nate, subaltern.Ondergeschoven, suppo- sititious substituted. Ondergeteekende, m., un- dersigned, signer.Ondergoed, o., under-gar�ments, linen.Ondergraving, o., excava� tion, undermining.Ondergrondsch, under- ground..[ciate, treat.Onderhandelen, to nego-Onderhandsch, private, by

private contract, by mutual consent. Onderhebbend,under com- mand. Onderhemd, o., shirt, shift. Onderhevig, subject, liable, obnoxious. Onderhoorig, dependent, belonging to, subordinate.

Onderhoud, o., interview ; support, maintenance, sus�tenance. Onderhouden, to preserve, keep, keep in repair.Onderhoudend, interest� ing; amusing.

Onderhoudskosten (my.), m., cost of maintenance, sustenance-cost.

Onderhuidsch, subcutane�ous..[supplant.Onderhuren, to subhire, Onderkaak, v., lower jaw. Onderkant, m., nether side, bottom. Onderkin, v., double chin.Onderkomen, o., shelter, lodging, refuge.Onderkoning, m., viceroy. Onderkruiper, m., blackleg, scab, supplanter.Onderlaag, v., under-layer; bottom of a bedstead. Onderlangs, along the foot. .

95 Onderspit Onderliggen, to lie under, underlie. Onderlijf, o., abdomen.Onderling,mutual, togeth er Onderlip, v., nether lip.Onderloopen, to be over�flowed, be drowned.

Ondermaansche,o.,sublu- nary world, the earth.Ondermeester, m., as- sistant-teacher, undermas�ter, usher.Ondermijnen, to under� mine, sap ; waste, impair.Ondernemen, to undertake, attempt.Onderneming, v., enter� prise, undertaking, attempt.Onderofficier, m., warrant- officer, subaltern officer.Onderonsje, o., family- party.Onderpand, o., pledge,guar�antee, security, pawn.Onderregenen, to be inun� dated with rain, be deluged

by rain. [information.Onderricht, o., instruction,Onderrichten, to instruct, inform, teach, make known.Onderschatten, to under- rate, undervalue.Onderscheid, o., difference, distinction. Onderscheiden, to distin� guish, discern, discriminate.

Onderscheiding,v.,distinc- tion, discernment..[cept.Onderscheppen, to inter- Onderschragen, to prop up, support ; aid, help.Onderschrift, o., inscrip� tion; signature. OnderliChalven, to substi�tute, forge.Ondershands, privately. Onderspit (delven), o., to be worsted,beaten,subdued. . Onderstaand, under men- tioned, subjomed.Onderstand, m., assistance, aid, help.Onderstboven, upside down, topsy-turvy.Ondersteek, o., bed-pan, slipper..[riage.Onderstel, o., truck, car-Onderstelling, v., supposi- tion, presumption.Ondersteunen, v., to sup- port, prop, sustain, back.Onderstrepen, to under- line, mark with a line. Onderteekenaar,m., signa- tory ; subscriber.Ondertrouw, m., betrothal. Ondertusschen, mean- while, in. the meantime; nevertheless. Onderuit, from the bottom. Ondervinden,to experience. Ondervragen, to interro�gate, question, examine.Onderwaterzetting, v., in-

undation..[hell.Onderwereld, v., Hades, Onderwerp,o.,subject;topicOnderwerpen, to submit, subdue, subject, subjugate.Onderwijl, meanwhile, in the meantime. [teaching. Onderwijs, o., instruction,Onderwijzer, m., teacher, master, tutor.Onderwinden (zich), to

undertake, attempt, en-deavour..[ject.Onderworpeling, m., sub-Onderworpen, subject ; re�signed, submitted. [sal.Onderzaat, m., subject, vas-Onderzeesch, submarine. Onderzoeken, to search, ex�plore, examine, investigate. Ondeugd,v.,vice,depravity, defect.

96.Oneffenheid Ondeugdelijk,defective,im-perfect ; malicious, wicked. Ondeugend, naughty; mis-chievous, saucy � facetious.Ondienst, m., bad service, disservice. Ondiep, shallow, not deep.Onding, o., absurdity, non� entity. [able, unpractical.Ondoelmatig, unservice-Ondoenl impracticable,

unfeasible. [unmediated.Ondoordacht, thoughtless, Ondoordringbaar, impene- trable, unpermeable, un�pierceable. OndoorgrOndelijk,impene�trable, inscrutinable, un�searchable.

Ondoorschijnend, opaque, untransparent. Ondraaglijk, insufferable, insupportable, intolerable.Ondrinkbaar, undrinkable,

unpotable. Ondubbeizinnig,unequivo�cal, not ambiguious. Onduidelijk, indistinct, not clear,obscure,unintelligible.Onduldbaar,mtolerable,un - bearable. Onecht, false; illegitimate.Onedel, ignoble, base, mean, vile. [ous, illiberal, base.

Onedelmoedig, ungener- Oneenig, disagreeing, dis�cording. Oneensgezindheid,v.,dis�cord, variance, strife. Oneerbaar, indecent, im�modest, unchaste,dishonest. Oneerbiedig,irreverent,dis� respect ful.Oneerlijk, dishonest, unfair; dishonourable, shameful.Oneetbaar, uneatable. Oneffenheid, v., uneven� ness, roughness, ruggedness. Oneindigheid, v., infinity.Onergdenkend, simple- minded, innocent, unsus� picious. [unskilled. Onervaren, inexperienced,Oneven, odd. [tional.Onevenredig, dispropor-Onfatsoenlijk, indecent,not respectable. [lain.Onfeilbaar, infallible, cer-Ongangbaar, uncurrent. Ongeacht, not esteemed, disregarded.Ongebaand, unbeaten, un�trodden. Ongebleekt, unbleached. Ongebondenheid,v.,profli- gacy, dissoluteness, licenti�ousness, wantonness. Ongeboren, unborn. Ongebreideld, unbridled, unrestrained. Ongebruikelijk, unusual, not common, rare. Ongebuild, unbolted. Ongedaan (laten), to leave undone. Ongedierte, o., vermin.Ongeduld, o., impatience, eagerness..[slant.Ongedurig, fickle, incon-Ongedwongen, uncon- strained, free, easy, unaf�fected. Ongegrond, unjustified, groundless, unfounded.Ongehinderd, unhindered, not stopped ; unmolested, undisturbed. Ongehoord, unheard of, un�precedented, strange.Ongehoorzaam, disobedi- ent, undutiful..[single.Ongehuwd, unmarried, Ongekend, unknown. Ongekunsteld,artless,natu� ral, unaffected, simple.Ongelegenheid, v., incon-

97. Ongenegen venience, incommodity, im�portunity, trouble.Ongelezen, unread ; un- picked..[injury.Ongelijk, 0., wrong; abuse, Ongelijk, unequal, different, rough, rugged. [unequal.Ongelij kmatig, irregular,Ongelikt, rude, uncouth, uncivilized. Ongelogen, true.

Ongeloof, o.,unbelief; in-credulity..[excessive.Ongeloofelijk, incredible, Ongehoofwaardig, incredi-ble, unworthy of belief.Ongeloovig, incredulous; unbelieving.Ongeluk, o., misfortune; unhappiness ; accident.Ongelukkig, unfortunate; unhappy, unlucky.Ongeluksprofeet, m., prophet of evil, foreteller of misfortune. Ongeluksvogel, m., ill- starred person, bird of ill omen. Ongemak,o.,inconvenience; evil, disease, trouble, em�barrassment. Ongemakkelijk, difficult, uncomfortable, uneasy, in�convenient, troublesome. Ongemanierdheid,v.,rude- ness, incivility, unmanner�liness. Ongemeen, uncommon, ex�traordinary, rare, singular.Ongemerkt, unperceived, unobserved. Ongenaakbaar, inacces-sible, unapproachable.Ongenade, v., disgrace, dis�pleasure..[past recovery.Ongeneeslijk, incurable, Ongenegen, disinclined,un-favourable.

Ongenoegen, o., displeas�ure, quarrel. Ongenoegzaamheid,v.,in- sufficiency.Ongenoemd, anonymous ; not mentioned. [uninvited.Ongenoodigd, unbidden, Ongeoefend, unpractised, not exercised. [unlawful.Ongeoorloold, not allowed, Ongepast, unsuitable, im�pertinent, improper, unfit.Ongerechtigheid,v., in- justice; iniquity, sin.Ongeregeld, disorderly, ir� regular.Ongerief, o., inconvenience.Ongeroepen, uncalled. Ongerustheid, v., uneasi-ness, disquiet.Ongeschikt, incapable, un�fit, unsuitable.Ongeschoeid, shoeless, without shoes. Ongeschonden, intact, un- violated, sound, undefiled.Ongestadig, fickle, un�steady, unstable.Ongesteld, indisposed, out of order. O ngestoord,uninterrupted, undisturbed, cal m,tranquil. Ongestraft, unpunished.Ongetemd, untamed, un� checked, wild.Ongetroost, disconsolate, uncomforted..[sure.Ongetwijfeld, doubtless, Ongeval, o., accident, mis�fortune, disaster. Ongeval lig, disagreeable, displeasing.Ongeveer, about. Ongeveinsdheid, v., sin- cerity, unfeignedness.Ongevergd, unrequired, not pressed. O ngeVOelig, insensible, in- 98. Onlfjcletijk different, indolent, apa�thetic; unfeeling.Ongevraagd, unasked. Ongewenscht, unwished for, undesirable.Ongewoonte, v., strange-ness, disuse.Ongezeglijk, unmanage- able, intractable..[tural.Ongezocht, unsought, na- Ongezond, unhealthy, sick�ly, unwholesome.Ongodsdienstig, irreligi- ous, impious, profane.Ongrondwettig, unconsti- tutional. Ongunstig, unfavourable. Onhandelbaarheid, v., un- tractableness. Onhandig, awkward, clum�sy, unhandy.Onhebbelijk, ill-mannered, rude, clumsy..[mischief.Onheil,o., disaster,calamity,Onheilig, profane, impious, unholy, ungodly.Onherroepelijk, irrevoc- able, unrepeatable.Onherstelbaar, irretriev- able, irreparable.Onheuglijk, immemorial,

out of mind. [unfriendly.Onheusch, uncivil, unkind,Onjuist, inaccurate, not just.Onkiesch, indelicate. Onkosten(mv.),m.,expenses (p1.), expense, cost.Onkreukbaar, blameless,

unviolable, unalterable. On krOid,o., weeds,tares (pl.).Onkuischheid, v., unchas- tity, wantonness, lewdness.Onkunde, v., ignorance. Onlangs, the other day, lately, recently. [ployed.

Onledig, occupied, busy, em- Onlijdelijk, intolerable, in� sufferable.

Onloochenbaar, undeni- able, incontestable, indispu�table. Onlusten (mv.), m., dis-turbances, troubles (p1).Onmacht, v., impotence ; swoon ; fainting-fit. Onmatigheid, v., excess, in�temperance, immoderate�ness. Onmeedoogend,merciless, unmerciful, relentless.Onmensch, o., monster, brute, miscreant. Onmenschelijkheid,v.,in� humanity,barbarity,crueltyOnmerkbaar, impercept� ible. Onmetelijk, immense,

boundless, immeasurable.Onmiddel iijk,immediate,at

once; instantly.Onmin, v., dissension, vari�ance, odds.Onmisbaar, indispensable. Onmiskenbaar,evident,un- deniable, obvious, palpable.Onmogelijk, impossible.Onmondig, under age,minorOnnatuurlijk, unnatural. Onnavolgbaar, inimitable. Onnoembaar, unspeakable, countless, inexpressible, in�numerate. Onnoodig, useless, needless.Onnoozelheid, v., simpli-city, innocence; silliness. Onomkoopbaar,incorrupt- ible, not to be bribed. Onomstootelr, irrefut- able,irreversib e,undeniable Onontcijferbaar, undeci- pherable..[disgusting.Onooglijk, ugly, repelling, Onophoudelijk, incessant, continuous, continual.Onoplettend, inattentive, careless. Onordelijk, unruly, disor�derly, out of order.Onoverdacht, inconsider�ate, rash.Onovertroffen, unsur- passed, unexcelled.Onpartijdigheid, v., impar-tiality, justice.Onpas (te), uncalled for, unseasonably.Onpasselijk (worden), to be indisposed.Onpractisch, impractical. Onraad, m., danger, trouble, mischief..[injure. Onrecht, o.,injustice,wrong, Onrechtvaardig, unjust. Onredelijk, irrational, un� reasonable. O n rein, impure,foul,uncleanOnroerend, immovable. Onrust,v., unquietness,com� motion, anxiety.Onruststoker, m., agitator, fire-brand. Ons, us, our. Ons, o., ounce, hectogram.Onschuld, v., innocence,

guiltlessness; simplicity.Onschuldig, innocent, harmless, guiltless, simple.Onsterfelijk, immortal, everlasting..[incorporeal.Onstoffelijk, immaterial, Onstuimig, impetuous, tur� bulent, stormy, tempestu�

ous, boisterous.Ontaarden, to degenerate.Ontastbaar, impalpable.Ontberen, to do without, be in want of, miss; abstain

from.[want; abstinence.Ontbering, v., privation,Ontbieden, to order, send for, summon.Ontbijt, o., breakfast. Ontbinden, to dissolve ; de� compose.

Ontbinding, v., dissolution; decompostion.Ontblooten, to deprive, un�cover, strip, disclose.Ontboezeming, v., effusion, pouring forth.Ontbolsteren, to shell;teach manners, polish.Ontbranden, to ignite, take fire, kindle..[wanting.Ontbreken, to fail, miss, beOntcljferen, to decipher, unravel. Ontdaan, upset, discon�certed, stripped.Ontdekken, to discover; reveal. [explorer. Ontdekkingsreiziger, m., Ontdoen, to take off, part with ; undo.Ontdooien, to thaw, melt. Ontduiken, to withhold; evade, defraud, avoid.Onteeren, to dishonour; violate, corrupt. Ontegenzeggelijk,unques- tionable, incontestable. Onteigenen, to expropriate.Ontel baar, innumerable, countless. [untamable.Ontembaar, indomitable,Onterven, to disinherit. Onterving, v., disinheriting.Ontevredenheid,v.,discon-tent, dissatisfaction. [pity.Ontfermen (zich), to take Ontferming,v.,pity,compas� sion.

Ontfutselen, to purloin,prig Ontgaan, to evade, avoid, escape. [for.Ontgelden, to pay, to sufferOntginning, v., reclamation, working. [flame. Ontgloeien, to kindle, in-Ontgoocheling, v., disil- lusion.

Ontgraven, to dig up. Ontgrendelen, to unbolt, unhasp.Ontgroening, v., admission into a students' corps. Onthaal, o., repast, treat, entertainment, banquet.Onthalen, to regale; treat, entertain..[behead.Onthalzen, to decapitate,

Onthanden, to embarrass, put to inconvenience. Ontheffing, v., exemption, discharge, dispensation.Ontheiliging, v., desecra� tion, profanation,violation.Onthoofden, to decapitate, behead. Onthouden, to retain, with�hold ; remember.Onthouding, v., abstinence ; remembrance. Onthullen, to inaugurate, reveal, uncover; unveil.Onthutsen, to disconcert, discompose, disturb.

Ontijd,m.,unseasonable time Ontijdig, premature, un�timely, Ontkenning, v., negation, denying, disavowi ng,deni al.Ontketenen, to unchain, unfetter. [up.Ontkiemen,. to germ, springOntkleeden, to undress, strip.Ontknooping, v., conclu� sion,.end, catastrophe.Ontkomen,to escape, get off. Ontkurken, to uncork. Ontlading, v., discharge. OntlaSting, v., relief; stool ; discharge. Ontleding, v., analysis ; dis�section, anatomy.Ontleedkunde,v.,anatomy. Ontleenen,to borrow,deriveOntloopen, to escape, evade, run away from. Ontluiken, to open, bloom, expand, dawn.Ontmaagden, to deflower. Ontmannen, to castrate; discourage.Ontmantelen, to dismantle. Ontmaskeren, to unmask, disclose, expose.Ontmoediging, v., discou-ragement. Ontmoeting, v., encounter, meeting ; duel, fight.Ontnemen, to deprive, take awayOntnuchteren, to make sober ; disenchant ; break one's fast..[ble.0 ntoegan ke I ijk, inaccessi-Ontoepasselijk, inapplica- ble, irrelevant.Ontoereikend, insufficient, inadequate.Ontoerekenbaarheid, v., irresponsibility.Ontoonbaar,distigured ; not fit to be seen. Ontpakken, to unpack. Ontploffing, v., explosion, detonation. Ontplooien, to display. un-fold, unfurl.Ontraadselen, to solve. Ontraden, to dissuade. Ontredderd, disabled, bat- tered and strained. Ontreiniging, v., pollution.Ontrieven, to deprive. Ontroering, v., emotion, agitation, disturbance.Ontroostbaar, inconsola- ble, disconsolate. Ontrooven, to rob, bereave, deprive..[lessness.Ontrouw, v., infidelity,faith-Ontruimen, to evacuate, clear..[wrest from.Ontrukken, to tear away,Ontrusten, to alarm. Ontschepen, to disembark, discharge..[deface. Ontsieren, to disfigure,mar, Ontslaan, to release, dis�charge, dismiss. Ontslag, o., release, dismiss-al, acquittal, discharge.Ontslapen, to depart in

peace, pass away. Ontsluieren, to disclose,un� veil, reveal. Ontsluiten, to open, unlock.Ontsmetten, to disinfect, demephitise..[infector.

Ontsmettingsoven,m.,dis- Ontsnappen, to escape, evade..[distraction.Ontspanning, v.,relaxation;Ontsporen, to go off the metals, derail.

Ontspringen, to spring; jump away from ; escape.Ontstaan, to begin, proceed from, arise.Ontsteken, to kindle; in�flame. Ontsteking, v., inflamma-tion; lighting.Ontsteld, alarmed, frighten� ed. [tion, alarm. OntetelteniS, v., consterna-Ontstemd, put out, vexed.Ontstentenis, v., default, absence. Ontstichten, to offend. Ontstoken, inflamed. Onttakelen, to dismantle, unrig.Onttooveren, to disenchant.Onttrekken, to withdraw, withhold; tear from.Onttronen, to dethrone.Ontucht, v., lewdness, for� nication, prostitution. Ontuig, o., refuse ; rabble, trash,. [out of. Ontvallen, to fall from,slipOntvangbe wijs, o., receipt Ontvanger, m., receiver, collector..[tion.Ontvangst,y.,receipt,reeep-Ontvankeluk,receptive,sus- eeptible, admissible.Ontveinzen, to dissemble, conceal. Ontvelling, v., excoriation.Ontvetten, to take the grease out of. O ntvlambaar,inflammable.Ontvlieden, to escape, flee from, evade.Ontvoeren, to abduct, kid�nap, carry off.Ontvolken, to depopulate. Ontvonken, to take fire, kindle. [explain.Ontvouwen, to unfold, Ontvreemden, to embezzle, abstract. Ontwaking, v. awaking. Ontwapenen, 'to disarm. Ontwaren, to perceive, descry. Ontweldigen, to wring fromOntwennen,to disaccustom; wean from. [bill. Ontwerp, o. project, plan;Ontwerpen,to project, plan, scheme. [late.Ontwijden, to profane ; vio-Ontwilfelbaar, undoubted. 0 ntwiiken, to escape, avoid.Ontwikkeling, v., develop� ment, explanation.Ontwoekeren, to reclaim from. Ontworstelen (zich), to force oneself from, wrest (from). Ontwortelen, to root up.Ontwrichting, v., disloca� tion. Ontwringen, to wrest from. Ontzag, o., respect, venera�tion, awe. [solemn.Ontzaglijk, awe-inspiring, Ontzegelen,to unseal,break the seal of. [deny. Ontzeggen,to refuse,forbid, Ontzet, o., relief, rescue, raising. [rible.Ontzettend, dreadful, ter-Ontzielen, to inanimate,kill Ontzien, to respect ; spare; take care of. Onuitbaar, inexpressible.Onuitgegeven, unpu- blished.. [ible.Onuitputtelijk; inexhaust-Onuitsprekelijk, unspeak- able; unutterable.Onuitstaanbaar, intolera- ble,unsufferable,unbearableOnuitvoerbaar, impractic- able..[unstable.Onvast,uncertain,unsteady,Onvatbaarheid, v., imper- ceptibility, insensibility.Onveilig, unsafe. Onveranderd, unaltered. Onverantwoordelijk, inex- cusable, irresponsible.Onverbeterlijk, incorrigi-ble..[implacable. Onverbiddelijk,inexorable, Onverbreekbaarheid, v., unbreakableness. Onverdacht, unsuspected, reliable. [sible, untenable.Onverdedigbaar, indefen- Onverdeeld, undivided, whole, entire. [deserved. Onverdiend,unmerited,un- Onverdraaglijk,intolerable Onverdraagzaam, intole- rant. [defatigable, zealous.Onverdroten, constant, in- Onvergankelijk, imperish- able, eternal..[able.Onvergeeflijk, unpardon-Onvergetelijk, not to be forgotten, ever memorable. Onverhinderd,unhindered, unimpeded. .

Onverhoeds, unexpectedly, unawares..[frank.

Onverholen, undisguised, Onverhoopt, unexpected, unforeseen. [able.

Onverklaarbaar, inexplic- Onverkwikkelijk, disgust- ing, detestable..[wretch.

Onverlaat m., miscreant, Onvermijcielijk, inevitable, indispensable,unavoidable.

Onverminderd, entire, without prejudice to.Onvermogend, impecuni- ous, without means, in�

capable..[obligatory.Onverplicht, voluntary, notOnverpoosd, continuous, uninterrupted.Onversaagd, intrepid, un�daunted. Onverschillig, indifferent. Onverschoonbaar, un- pardonable, inexcusable.

Onverschrokken,intrepid, undaunted, bold.Onverslijtbaar, durable, lasting..[diluted.

Onversneden,unmixed,not Onverstaanbaar, unintel- ligible, indistinct.Onverstandig, unwise, not sensible, stupid.Onverstoorbaar, imper- turbable..[daunted.Onvervaard, fearless, un-Onvervalscht, pure, un- alloyed, genuine.Onvervreemdbaar, una- lienable..[vacant.Onvervuld, not realised,Onverwachts, unexpect- edly.Onverwijld, immediately.Onverwinbaar, invincible, unconquerable, impreg� nable. nverzadelijk, insatiable. Onverzetbaarheid, v., firmness. Onverzettelijk, stubborn, obstinate, firm.Onverzoend, unreconciled. Onverzorgd, forsaken, un� provided.Onverzwakt, unimpaired.

Onvoegzaam, indecent,un-suitable, improper. [paid.Onvoldaan, unsatisfied, un- Onvoldoend, insufficient.

Onvoldragen, abortive, i111-mature. [ feel iv e.Onvolledig, incomplete, de- Onvoltooid,.unfinished. Onvoorbereid,unprepared, extempore, off-hand. Onvoorwaardelijk, impli- cit, unconditional.Onvoorzichtig, imprudent, uncautious. Onvoorziens, unawares. Onvriendelijk, unkind, un� friendly. Onvrijwi I lig, involuntary.Onvruzinmg, not liberal. Onvruchtbaarheid, v., sterility, barrenness. [ness.Onwaarde, v., worthless- Onwaardig, unworthy. Onwaarheid, v., untruth, falsehood..[able. Onwaarschijnlijk,improb- Onwankelbaar, constant, firm. Onwederlegbaar, incon- testable, irrefutable, indis�

putable. Onweer, 0., thunder-storm.Onweeren, to thunder. Onwel, indis posed, unwell.Onwelkom, unwelcome. Onwelvoeglijk, indecent, unbecoming.Onwetend, ignorant. Onwetenschappelijk, un- scienific.

Onwettig, illegal ; illegeti�mate. Onwijs,unwise,mad,foolish. OnWil, m., unwillingness, obstinacy. [ry, instinctive.Onwillekeurig, involunta- Onwillig, reluctant, unwill�ing, loth, Onwraakbaar, irrecusable, unchallenged, unexception�able. [unshakable. Onwrikbaar, unmovable, Onzacht, rough, rude, un�kind. [rality. Onzedelijkheid, v., immo- Onzekerheid,v., uncertain- ty..[not independent.Onzelfstandig, dependent, Onze-lieve-heers-beest- je, o., lady-bird.Onzent (te), at our house. Onze-Vader, o., the Lord's Prayer.Onzichtbaar, invisible. Onzijdig, neuter; neutral ; impartial. [diddle.Onzin, m., nonsense, tara-Onzindelijk, unclean, dirty. 00ft, o., fruit.Oog, o., ee. y Oogappel, m., pupil of the eye, eye-hall.Oogarts, m., oculist. 00gen, to eye, watch, look attentively..[stant.Oogenblik, o., moment, in-Oogenblikkelijk, instantly, directly, immediately.Oogendienaar, m., eye-ser�vant, flatterer.Oogenschijnlijk, apparent- ly, ostensibly. 00ggetuige,m., eye-witnessOoghaar, o., eye-lash.Oogholte, v., orbit, socket.Ooglid, o.. eye-lid. Ooglijk, nice, appetising.Oogluikend, conniving. Oogmerk, o., intention, point of view. 00get, m., harvest, crop.Oogsten, to harvest, gather, reap. [an eye. Oogwenk, m., twinkling of Ooievaar, m., stork. 001t, ever, at any time. 00k, also, too, as well, likev� ise. 001ijk, sly, cunning, roguish. 00M, m., uncle. 00r, o., ear ; handle.Oorbaar, decent, becoming.Oord, o., region, place, spot. Oordeel, o., judgment, opinion..[tence.Oordeelen, to judge, sen- Oordeelkundig, rational, judicious, critical.Oordeelvelling, v., judg- ment, criticism. 0Orklep, v., ear-cap.Oorkonde, v., charter, docu� ment, record.Oorkussen, o., pillow. 00riarn, o., allowance of gin, dram.Oorlog, m., war..[war. Oorlog voeren, to make Oorlogsgevaar, o., peril of war. Oorlogsgezind, bellicose. Oorlogsheld, m., martial hero. [claration of war.Oorlogsverklaring, v., de-Oorlogzuchtig, bellicose, warlike. Oorschelp, v., auricle. 00reprong,m.,origin,cause, beginning..[native.Oorspronkelijk, original, 00rVeeg, m., box on the ear. 00rwOrm, m., ear-wig.Oorzaak, v., cause, origin, author. Oosten, o., East, Orient.Oostenrijk, o., Austria.

Oosterkim, v., eastern hori� zon. [Easterling. Oosterling, m., Oriental, Oost-Indie, o., East-India. Oostzee, v., The Baltic. Ootmoed, m., humility. meekness. Op, on, upon, in, at, up. Opbellen, to ring up. Opbergen, to pack up, put aside..[up, enliven. Opbeuren, to lift up; cheer Opbieden, to outbid, make a higher bid. Opbinden,to bind up,tie up. Opblijven, to sit up, wait Opbod, o., higher bid. [up. Opborrelen, to rise, bub-

ble up..[building. OpbOUWing,v.,constructing, Opbreken, to break up; raise. Opbrengen, to yield; serve

up; realise, produce. Opbrengst, v., produce. Opbruisen, to effervesce, surge. Opcenten (mv.), m., addi� tional percentage on taxes. Opdagen, to turn up. Opdat, that..[dish up. Opdienen, to serve up, Opdiepen, to unearth; pro- duce..[on the table. Opdisschen, to serve. put Opdoeken, to furl up. Opdraaien, to turn up,

twist up; pay the piper, Opdracht, v., charge; dedi�cation. Opdragen, to charge; de�dicate; serve up. Opdreunen, to patter out, rattle off..[chase. Opdrijven, to drive up. Opdringen, to push;press on Opdrinken, to drink off, empty, finish. Opduiken, to emerge; turn

up, hunt up. Opeen, together. Opeenvolging, v., succes� sion.. [mand. Opeischen, to summon, de-Open, open; vacant. Openbaarheid,v., publicity Openbaren,to reveal,disclo- se..[manifestation. Openbaring, v., revelation ; Openbreken, to break open, prize. Openen, to open, disclose. Opengaan, to open, burst. Openhartig, frank, open� hearted. [ing; beginning. 0 pen i ng,v.,disclosure,open-j [over. Openlik, public..Opens aan, to open, turn Opensnijden, to cut open. Openspalken, to distend. Openstellen,to throw open. Op-en-top, thorough. Opera, v., opera. Operatie, v., operation. Opeten, to eat up. Opfleuren, to cheer up, shake up..[blaze. Opflikkeren, to flash up, Opfrissching, v , refresh-Opgaand, rising..[ment. Opgang, tin., rise; success. Opgaren, to collect ; save money. Opgave, v., task; problem. Opgeblazenheid, v., infla� tion, bloatedness. Opgeld, o., agio. Opgeruimd, cheerful, in high spirits, bright. Opgeschikt, decked out. Opgeschoten, tall, grown up..[pompous, showy. Opgesmukt, garish; turgid, Opgetogen, elated,exulting. Opgeven,to give up,give out Opgewassen, equal to.

Opgewektheid, v.,' cheer- fulness. Opgewonden, excited. Opgezetene,m.,inhabitant. inflated. Opgraving, v., exhumation.Opgroeien, to grow up.Ophaalbrug,v.,draw -bridgeOphakker, m., swaggerer.Ophanden, near, at hand.Ophangen, to hang, hang up ; suspend. Ophef,m. exaggerated praiseOphemeeen,to cry up, exalt.Ophijschen, to hoist. Ophitsen,to incite,instigate.Ophoepelen, to pack off, walk off.[cumulation.Ophooping, v., increase, ac-Ophouden, to maintain, support ; cease. Opium , o., opium.Opuumschuiver, m., opium smoker. Opjagen, to start ; drive up.Opkamer, v., upper-room.Opklaren, to clear up; elu� cidate. Opkloppen, to knock up. pe. Opknappen, to arrange; eat Ou4noopen, to hang, tie up.Opkoeling, v., cooling.Opkoken, to boil up, cook again.Opkomat,v.,rise;attendance Opkoopen, to buy up, en� gross [en, draw close.Opkorten, to draw in; short-Opkroppen, to hide,conceal. Opkweeken, educate, bring up, nurse. [ion.Oplaag, v., edition, impress-Opladen, to load, lade. Oplappen, to patch up. Oplaten, to fly. [impose. Opleggen, to -lay up, cover;Oplegsel, o., edging. Opleiding, v., training, education. Oplettend, attentive. Opleven, to revive.Oplichter, m., swindler, sharper, cheat.Oplichterij, v., swindle. Oploop, m.,row,riot,tumult. Oploopend, passionate. Oplosbaar,soluble;solvableOplossing, v., solution; ex� planation.Opluchten, to relieve. Opluiken, to bloom. Opluisteren, to grace; il� lustrate, illuminate. Opmarsch, m., march.Opmerkelijk, remarkable, salient, curious. [remark.Opmerking, v., observation,Opmerkzaam, attentive. Opmeten, to measure, sur� vey..[give a fillip.Opmonteren, to cheer up,Opnaaisel, o., tuck. Opname, v., insertion; re� ception.Opnieuw, again, once more.Opnoemen, to mention, enumerate. Opoffering, v., sacrifice.Opontbieden, to summon. Opontbod, o., summons. Oponthoud, o., stay, delay, stoppage..[lect; arrest.Oppakken, to take up, col-Oppassend, steady. Oppasser, m., watcher ; orderly, valet. [very well.Opperbest, most excellent, Opperbevel, o., chief com- mand..[propose.Opperen, to object, suggest,Opperhoofd, o., chief, head. Opperhuid, v., epidermis, scarlskin. Oppermacht, v., supreme power, sovereignty.

Opperman, m., tray-man. Opperpriester, m., high- priest. [force up. Oppersen, to press again ; Oppervlakkig, superficial. Oppervlakte, v., surface. Oppeuzelen, to eat up, pick up. [up. Oppikken, to pick up, peck Oppositie, v., opposition. Opraapsel, o., something that is picked up ; ground�less rumour. Oprakelen, to rake up, trim; stir up.Oprapen, to pick up,take up. Oprecht, sincere, true, out� spoken, genuine.Oprechtheid, v., sincerity. Oprichten, to erect; build; raise; establish. OpriPasn, v., avenue, drive. OpriSping, v., belch, sour risings. Oprit, m., drive.Oproeping, v., summons. OPrOer, o., revolt, rebellion, insurrection. Oproerkraaier, m., fire�brand, rebel, agitator. Oproerkreet, m., rebellious shout. Oprollen, to roll up. Opruien, to instigate, incite. Oprukken, to advance, march up.Opscharrelen, to rout out. Opschellen, to ring up. Opscherpen, to sharpen; whet ; strengthen. [pings. Opschik, m., finery, trap-Opschikken, to dress up, adorn ; make room. Opschommelen, to rum�

� mage up, rout out.Opschorting, v., adjourn� ment, delay..[direction. Opschrift, o., inscription; Opschrijfboek, o., note�book, copy-book.Opschrijven, to score up, write down. [startle.Opschrikken, to start, Opschudding, v., tumult, riot, alarm. Opschuiven, to push up ; put off, delay. [adorn.Opsieren, to embellish, Opsiersel, o., trimmings, finery. Opslaan, to turn up; raise. Opsiag, m., advance, rise; stroke upwards.Opslikken, to swallow. Opslorpen, to swallow, absorb. Opsluiten,to lock up,confineOpsmukken, to embellish, adorn. [brag, boast. Opsnijden, to exaggerate,Opsnorren, to rout out. Opsomming, v., enumera� tion. Opsparen, to save money.OpspelenZto kick up a row; strike up.Opsporen, to hunt up, trace. Opspraak, v., scandal, com� mon talk. [stand up. Opstaan, to rise, to get up, Opstand, m., revolt, rebel� lion. Opstanding, v.,resurrection Opstappen,to go away,leave Opsteken,to put up; pocket; light. [theme; essay. Opstel, o., composition, 0 pstellen;to compose,plan; place.Opstijging, v., ascent,rising. Opstoker, m., agitator. OPStOOtje, o., riot.Opstopper, m., slap, smart dig in the ribs. Opstrijden, to gainsay, con�tradict. .

Opetuiven, to flare up, bris� tle up. Opteekenen, to note, write. Optelling, v., addition, enu� meration. [valcade. Optocht, m., procession, ca-Optooiing, v., adornment, decoration. Opt0OiSel, o., trimmings. Optoomen, to bridle; cock (a hat). [stage. Optreden, to appear on the Optrek m., cottage, rooms Optrekken, to pull up, run up, lift. Opvangen, to snap up,catch. Opvatting, v., idea, view; conception. [irascible. 0 pvl iegen d, passionate, Opvoeden, to educate, bri ng up, breed. [bringing-up. Opvoeding, v., education, Opvoedkunde, v.,pedagogy Opvoering,v., performance. Opvolger, m., successor, follower. [enliven. Opvroolijken, to cheer up, Opvullen, to fill in; stuff. Ormearts, upward, on high. Opwachting (maken), to pay one's respects to, wait upon. Opwegen,to counterbalance equilibrate with. Opwekkend, exciting, sti� mulating..[lition. O pwelling, v.,im pulse; ebul-Opwinding, v., excitement, commotion. Opzegbaar. with the right to give notice. Opzenden, to send up, forward, send on. Opzet, v., design; intention. 0 pzettel ijk , premeditated, intentional. 0 pz i c hte r, m., overseer, su�perintendan t, foreman.

Opzichtig, gaudy, showy, loud..[sensation. Opzien (baren), to make a Opziener, m., inspector. Opzoeken, to seek, hunt up. Opzouten, to salt; hoard. Orakel, o., oracle. Orakelspreuk, v., oracle. Oranje, orange..[tree. Oranjeboom, m., orange-Orde, v., order, method, arrangement..[regular. Ordelijk, orderly, in order, Ordeloos, disorderly, out of order..[decent. Ordentelijk, respectable, Order, v., order, command. Ordeteeken, o., badge of an order. Ordonnans, m., orderly. Orgaan, o., organ. Organisatie,v.,organisation Organisme, o., organism. Organist,m.,organist,organ-Orgel, o., organ..[player. Orgelconcert, o., organ- concert..[grinder. Orgeldraaier, m., organ-Orgeltrapper, m., organ- blower. Orkaan, m., hurricane. Orkest, o., orchestra. Orkestmeester, m., con� ductor, leader. Ornament, o., ornament. Os, m., ox. [beef. Ossenhaas, m., surloin of Ossetong, v., ox -tongue. Otter, m., otter. Oud, old, ancient ; antique. Oudachtig, elderly, oldish, aged.. [date. Oudbakken, stale; of old Oudejaar, o., old year. Oudejaarsavond, m., New� Year's eve.

Oude-mannenhuis,o., asy�lum for old men. Ouderdom, m., age, old age. Ouderhuis, o., home. Ouderliefde, v., paternal love; filial love.Ouderling, m., elder. Ouderpaar, o., parents. Ouders, m., parents. Ouderwetsch, ancient, old-fashioned. Oudgast, m., old colonial, retired official. Oudgediende, m., veteran. Oudheidkenner, m., anti- quarian, archaeologist.Oudoom, m., great-uncle.Oudroest, m.,dealer in rags, � in refuse iron. Oudtijds, in olden times. Oudvaderlijk, patriarchal; old-fashioned. Ouwel, m., wafer, host. Ouwelijk, oldish. Oven, m., oven, furnace. Over, over, across; beyond, OVeral, everywhere. [past.Overbekend, well-known, notorious..[populated.Overbevolkt, too densely Overblijfsel, o., remnant, remains, relic.Overbluffen, to disconcert. Overbodig, superfluous.Overboord, over-board. Overbrenger, m., trans- porter.Overbrieven, to communi- cate by letter; tell tales.Overbruggen,to bridge over Overbuigen, to bend over Overbuur, m., neighbour over the way.Overdaad, v., superabun�dance, excess.Overdenking, v., reflEaexgaioinn : meditation. Overdoen, to do over Overdonderen, to brow- beat, bully.

Overdracht, v., transfer, transmission..[rical.Overdrachtelijk, metapho-Overdragen, to transfer; transport, assign.

Overdreven, exaggerated, overdone..[overdo.Overdrijven, to exaggerate, Overdruk, m., reprint ; offprint.Overdwars, athwart. Overeen, agreed, corre�sponding.Overeenkomst, v., agree- ment, conformity, contract.Overeenstemming, v., unanimity, agreement.Overeind, erect, upright, on end. Overerfelijk, heriditary. Overgaaf, v., surrender, transfer. Overgaan, to cross, pass.Overgang, m., transition, transmission.

Overgangsbepaling, v., transition regulation.Overgeven, to hand, give over, yield; vomit.Overgevoelig,too sensitive, sentimental. Overgieten, to transfuse. Overgrootmoeder, v., great-grandmother.Overhaasting, v., hurry, haste, precipitation.

Overhalen, to ferry over ; persuade; distil. [deliver.Overhandigen, to hand, Overheen, over, across.Overheerschen, to domi- neer, subdue.Overheid, v., authorities, government. [magistrate. Overheidspersoon, m., Overhellen, to incline, hang over, list.Overhemd, o., shirt. Overhoop, pell-mell, in a heap, topsy-turvy. Overhoopliggen, to be turned upside down. Overhooren, to hear. Overhouden, to have left, to save , spare. Overigens, for the rest. OVerijling, v., hasty action, precipitation..[coat. Over as, v., great-coat, top-Over ant, m., other side. Overkappen, to cover with a roof..[over, clamber.Overklauteren, to climb Overkoken, to boil over. Overkomelijk, surmount- ahle, feasible..[visit.Overkomst, v., arrival, Overkropt, overcharged.Overladen, to overburden, overload; transship. Overlast, m., nuisance, im- portunity..[don. Overlaten, to leave; aban-Overledene, m., deceased, dead person. Overleg, o., deliberation, consideration. Overleggen, to deliberate, consider..[outlive.Overleven, to survive, Overlevering, v., tradition; delivery.. [die.Overlijden, o., to decease, Overloop, m., corridor ; deck, landing. Overlooper, m., deserter, turn-coat. Overluid, loud, aloud. Overmaat, v., excess, sur�

plus..[power, majority. Overmacht, v., superior Overmannen, to overcome, overpower..[audacity. Overmoed ! m., boldness, Overmoedug, bold, pert, wanton. Overmorgen, the day after to-morrow. Overnachten, to pass the night..[brace, accept.Overnemen, to take, em-Overoud, very old, ancient.Overpakken, to pack again.Overpeinzing, v., medita� tion, reflection, pondering. Overplaatsing, v., transfer,

removal..[excitement.Overprikkeling, v., over-Overreding, v., persuasion.Overredingskracht,v., gift of persuasion. Overreiken, to hand over, reach over..[drive over.Overrijden, to run over, Overrompelen, to surprise, fall upon..[mate.Overschatten, to over-esti-Overschoen, m., overshoe, galoshe..[remains.Overachot, o., rest, surplus, Overschreeuwen, to out- cry, outroar..[exceed.Overschrijden, to cross, Overschriven, to trans- cribe, copy out..[wire.Overseinen, to telegraph,Overslaan, to pass, omit, skip. Overstag, m., facing. Overslingeren, to sling across; throw over. Oversluipen, to creep a�cross, steal. Oversneeuwen, to cover with snow..[exertion. Overspanning, v., over-Overspel, o., adultery. Overspeler, m., adulterer. Overstag (gaan), to put about..[colonel; prior. OverSte, m., lieutenant-Oversteken, to cross, ex� change. Ove rstelpen,to overwhelm .

Overstemmen, to outcry, overrule. Overstorten, to spill. Overstralen, to eclipse, surpass.Overstrooming, v., inun- dation, flood, overflow. OVeretuur, in disorder ; disconcerted..[crossing.Overtocht, m., passage, Overtollig, superfluous, ex� cessive. Overtreding, v., transgres-sion, offense, violation.Overtretten, to surpass, excel.. [slip.Overtrek, o., cover, case,Overtuigen, to convince. �Verve!, m., surprise, fit.Overvallen, to surprise, overtake. Overvaren, to cross. Overvleugelen, to surpass, outdo, excel.Overvliegen, to fly over. Overvloed, m., abundance, plenty. [plentiful.Overvloedig, abundant, Overvloeien, to overflow. Overvoeding,v., pampering Overvol,crammed,crowded, overfull. Overvragen, to overcharge. Overwaaien, to blow over. Overweg (kunnen), to get on with, manage.Overwegen, to consider, think over. Overwegend, preponder- ant, decisive. Overweging, v., consider-ation, deliberation.Overweldiger, m., usurper. Overwelven, to vault. Overwerk, o., extra-work, overtime. Overwerken, to overwork. Overwicht, o., preponder-ance ; .over�s eight. Overwinnaar,m.,eonqueror Overwinst, v., surplus,gain. Overwinteren, to \NIL ar, hibernate. [(pushed person.Overwonneling, m., van-Overzeesch, oversea,trans�marine. [again.Overzeggen, to repeat, tellOverzenden, to send, trans-mit, remit..[translate.Overzetten, to ferry over ;Overzicht, o., compendium, short summary. [look. Overzien, to survey, over-Overzijde, v., opposite side. Overzitten, tc, remain in a class. [across. Overzwemmen, to swim Ozon, o., ozone.

P. Paaien, to appease, satisfy, Paar, o., pair, couple. smoothe down.. Paard, o., horse ; knightPaal, m., stake, pile, pole..(schaakspel).Paalvast, immovable. Paardedek, o., caparison, Paalwoning, v., pile work, horse-cloth. lake dwelling. Paardekop,m., horse's head Paalworm, m., pile-worm. Paardekracht, v., horse-Paap, m., papist. [popish. power..[surgeon, farrier.Paapschgezind, papistic, Paardenarts,m., veterinary .. Paardenbloem 112 Pan Paardenbloem, v., dande� lion. [breeding. Paardenfokkerij, v., horse- Paarden haar,o., horse-hair Paardenhoef, m., hoof of

a horse. Paardenkooper, m., horse-dealer, horse-coper. Paardenmarkt, v., horse- market. [dung. Paardenmest, m., horse-Paardenmiddel, o., strong means. Paardenslachterij, v., horse-slaughterhouse.

Paardenspel, o., circus.Paardenstal, in., stable. Paardenvlieg, v., horse-fly. Paardenvolk, o., cavalry, horse. [trappings. Paardetuig, o., harness, Paardevijg, v., horse-turd. Paardevleesch, o., horse- flesh. [clubfoot. Paardevoet,m.,horse's foot; Paardrijden, to ride on horseback. Paardrijdster, v., lady- equestrian. Paarlemoer, o., mother of Paars, violet. [pearl. Paarsgewijze, two and two, by couples, in pairs. Paaschbloem, v., pasque� flower, daisy. Paaschei, o., Easter-egg. Paaschfeest, o., Easter ; Passover (joden). [lamb. Paaschlam, o., paschalPaaschos, m., Easter-ox. Paaschvuur, o., Easter-fire, bonfire at Easter. Pacha, m., pasha, paella. Pacht, v., farm-rent, lease. Pachten, to take on farm, lease.

Pachter, m., farmer.Pachthoeve, v . , farm. Pachtsom, V. rent. Pad, o., path, lane, way. Pad, v., toad. Paddenstoel, m., fungus,

mushroom, toadstool. Paedagogie, v., pedagogics, theory of education. Pafferig, puffy, stodgy.Pafzak, in., big-bellied

person. Pagaaien, to paddle.Page, m., page, esquire.Pagina, v., page.Pagoda, v., pagoda.Pair, m., peer..[die.Pak, o., pack ; parcel ; bun-Paketboot, v., packetboat.Paketvaart, v., packet.Pakezel, m., pack-ass.Pakgaren, o., pack-thread. Pak h u i s,o.,store,warehouse Pakken, to pack in; em� brace. Pakketpost, v., parcel-post.Pakkist, v., packing-case, chest. Paknaald, v., pack-needle.Pakpapier, o., packing- paper.Pakschuit, v., freight-boat.Pal, firm; immovable. Paladijn, m., paladin.Paleis, o., palace.Palet, o., palette.Palfrenier, m., groom.Paling, m., eel. Palisade, v., palisade. Palissanderhout, o., rose� wood..[Andrew.Paljas, rn., buffoon, merryPalm, in., decimeter. Palm, v., palm.Palmboom, m., palm-tree. Palmtak, m., palm-branch. Palmzondag, m., Palm- Sunday. Pamflet, o., pamphlet, libel.Pan, v., pan; tile. . . Passen

Pand 113 Pand, o., pawn ; skirt, tail. Pandjeshuis, o., pawn� broker's shop, uncle three balls.. [door. Pandoeren, to play at pan-Pandspel, o., forfeits. Pandverbeuren, to play at forfeits. Paneel, o., panel. Panharing,m.,fresh-herring Pannekoek, m., pancake. Pannenbakker, m., tiler, tile-maker. PanopticuM,o.,panopticon. Panorama, o., panorama. Panser, cuirass, armour. Panter, m., panther. Pantoffel, v., slipper. Pantoffel held, m., hen� pecked husband. PantOffe I parade, v., parade Pantserfort, o., iron-clad fortress. Pantserschip,o., iron-clad. Pap,v.,porridge,spoon-meat. Papa, m., papa. Papaver, v., papaver, poppy. Papegaai, m., parrot, poll.

Paperassen(mv.),v.,papers, odds and ends of paper. Papier, o., paper. Papiermand, v., waste�

paper basket. [with pap. Papkind,o.,child brought up Paplepel, rn., small spoon. Pappen, to poultice. Pappig, pappy� Paraat, v., paraph, flourish. Parade, v., review, parade; show. Paradijs, o., paradise. Paradijsvogel, m., bird of

paradise. Paragraaf, v., paragraph. Paraplu, v., umbrella. Parasiet,m.,parasite,toady. Parel, v., pearl. Parelgrijs, pearl-grey. Pareihoen, 0., Guinea-fowl. Parelsnoer, o., pearl-necklace. [fisher. Parelvisscher, m., pearl- Paren, to couple, unite, pair. Paria, m., pariah. Parijs, o., Paris. Paring, v., pairing. Park, o., park, garden,

pleasure-grounds. Parket, o., bench, parquet. Parketvloer, m., parqueted floor, parquetry. [keet. Parkiet, m., paroquet,parra-Parlament, o., parliament. Parmantig, pert, bold, con� ceited. Parochie, v., parish. Parodie, v., parody, bur� lesque. Part, o., part, portion, share. Particulier, m., private person. [cause.Partii, v., party, faction ; Partijbelang, o., party's interest. Partijdig, partial, prejudiced Partijgeest,m.,party -spirit. Parvenu, m., upstart, new man. Pas, m., pace, step; passport. Pas, just, scarcely, hardly. Paschen, v., Easter. Pasgeboren, new-born.Pasgeld, o., change. Pasklaar, fit for trying on. Paskwil, o., pasquinade. Pasmunt, v., small money, change. Paspoort, o., pass. [wind. Passaatwind, m., trade- Passage, v., passage. Passagier, m., passenger. Passantenhuis, o., tempo� rary abode..[gimp. Passement,o.,lace,galoon, Passen, to be suited to ; try on ; fit. .

Passer, m., compasses. Passiebloem, v., passion�flower. Passiespel,o.,passion -playPastei, v., pie, pastry.Pasteibakker, m., pastry- cook.. [picture.Pastelteekening,v., pastel-Pastille, v., pastil, pastille. Pastoor, m., priest, clergy� man. Pastorie,v.,vicarage,rectoryPatent, o., patent, licence. Patentolie, v., refined rape� seed-oil. Patentwet, v., patent-law.Pater, m. father, confessor. Paternoster,o.,paternoster,

rosary. Patient, m., patient, invalid. Patriarch, m., patriarch. Patricier, m., patrician. Petriis, m., partridge. Patriishond, m., pointer, setter, spaniel. Patriot, m., patriot. [tridge. Patroon, m., patron ; car-Patroon, o., pattern. [bag.Patroontasch,v.,cartridge-Patrouille, v. patrol. Pauk, v,, kettle-drum. Paus, m., Pope. Pausdo m ,o., popery,papacy Pauseeren, to pause. Pauw,m.,peacock. [feather. Pauweveer, v., peacock's Paviljoen, o., pavilion, tent. Pedaal, o., pedal. Pedant, pedant, conceited. Pedestal, o., pedestal. Peen, v., carrot. Peer, v., pear. Pees, v., tendon ; string. Peet, m., godfather; sponsor. Pell, o., mark, gauge. Peilschaal, v., water-gauge. Peinzen, to ponder, muse, meditate. Pek, 0., pitch ; wax. Pekel, v.,. pickle, brine.Pekelhari ng, m., pickled herring. Pekelzonde, v., peccadillo,

closet-sin, sin of youth.Pelgrim,m.,pilgrim,palmer.Pelikaan, m., pelican.Pellen, to peel, husk.Pelmolen, m.,husking-mill.Pels, m.. fur, fur-coat. Peluw, v., pillow, bolster.Pen, v., pen ; peg, nib. Pendule, v., ornamental clock, time-piece. (driver. Pennelikker, m., quill-Pennemes, o., pen-knife.Pennen, to write, pen, scrib� ble.. [holder.Pennenhouder, m., pen-Pennestreek, v., dash of the pen. Pennestrijd, m.,paper-war, pen-and-ink war. Pennevrucht, v., literary production. Penning, m., medal; penny. Penningkabinet,o.,cabinet of coins. [urer, quaestor. Penningmeester,m.,treas-Pens, v., paunch, tripe. Penseel, o., pencil, pain� ter's brush. Pensioen, o., pension. Pensionneeren, to be pen� sioned off. Peper6 v., pepper. Peper us, v., pepper-box. Peperduur, expensive, exor� bitant, high-priced. Peperkoek, m.,gingerbread Pepermunt, v.,pepper-mint Pepernoot, v., gingerbread- nut.. [(PIO-Perceel, o., lot; premisses Percent, o., percentage. Periode, v., period. [limit Perk, o., plot, flowerbed ; Perkament, o., parchment, vellum. Perron, o., platform. [ticket Perronkaart, v., platform-Pers, v., press. [press. Persbureau, o., office of the Persen, to press, compress, squeeze, compel, force. Personage, o., personage, person. Personeel, o., body of as� sistants, staff. [vidual. Persoon, m., person, indi-Persoonlijk, personal, in person. [pressure-pump. Perspomp, v., hydraulic Perzik, v., peach. Pest, v., plague, pestilence. Pestbuil, v., plague boil. Pesthol, o., den of destruc� tion. [the plague. Pestlijder, m., sufferer from Pet, v., cap. Petekind, o., god-child. Peterselie, v., parsley. Petroleum, v., petroleum, paraffin-oil. Peueren, to catch eels. Peul,v., pod, sugarpea� husk. Peuteraar, m., fumbler. Peuzelen, to pick. Phentasie,v.,fantasy,fancy; extempore playing. Phase, v., phase, stage. Philanthropic, v., philan� thropy. Philosoof, m., philosopher. Phoenix, m., phoenix. Phonograaf, m., phono� graph.. [rus. Phosphorus, m., phospho-Photograaf, m., photo- grapher, photographist. Phrase, v., phrase, empty Physics, v., physics. [talk. Physiologie, v., physiology. Physionomi e,v.,physiogno� my. Physisch, physical. Pianist, v., pianist. Piano, v., piano. Pick, v., pike. Piepen,to chirp, squeak,cry. Piepjong, very young, un� fledged..[chicken. Piepkuiken, o., spring-Pier, v., earth worm; lug worm ; pier. Pierewaaien, to have one's fling, be fast, make a nightof it, carouse. Pieterman, in., sting-fish. Pieterspenning, m.,Peter's penny. Pietluttig, narrow-minded. Pigment, o., pigment. Phi, v., coat of coarse stuff. Pijjekker, m., pea-jacket. m., arrow, flash, bolt. Pil fer, In., pillar, column, Pijn, v., pain, ache, grief. Pijnappel, m., fir-cone. Pijnbank, v., rack, torture. Pijnboom, m., pine-tree. Pijnigen, to torture, tor� ment, rack. Pijniging, v., torture. P ij n I kik, sore, painful. Pijnstillend, anodyne. Pijp, v., pipe ; tube. Pijpekop, m., bowl. Pijpenrek, o., pipe-rack. Pijpesteel,m.,stem ofa pipe Pijpkaneel, v., cinnamon in sticks. Pikbroek, m., Jack Tar. Pikdon ker,pitch-dark,inky� black. Piketpaal, m., piquet-pale. Pikken, to pick, peck at. Pil, v., pill. Pilaar, m., post ; pillar. Pimpelaar, m., trippler. Pincet, 0., nippers (pl.). Pingelen, to higgle. Pink, in., -little finger.

Pink, v., pink, kind of snipe. Pinkoogen, to wipe a tear ; wink. [Pentecost (joden). Pinksteren,v.,Whitsuntide, Pint, v., pint. Pioen, v., peony. Piramide, v., pyramid. Pisang, v.,plantain,banana. Pis, v., urine..[delion. Pissebed, v., pissabed; dan-Pistool, v. en o., pistole (munt); pistol (:vapen). Pit, v., kernel, stone; wick. Pittig, pithy. Plaag, v., plague, bore. Plaaggeest, m., tormentor, nuisance..[teasing. Plaagzucht, v., love of Plaat7 v., plate ; print, en� graving. Plaatijzer, o., sheet iron. Plaats, v., place, room, seat. Plaatsbeschrijving,.v., topography. PlaatsbureaU,o.,box-office, booking-office. Plaatselijk, local..[put. Plaatsen, to place, set, Plaatsgebrek, o., want of room. Plaatskaart, v., ticket. Plaatsnijder, m., engraver. Plaatsruimte, v., room. Plafond, o., ceiling. Plagen, to vex, torment, tease, chaff. Plak, v., slice ; ferule. Plakplaat, v., scrap. Plakzegel, o., bill-stamp, adhesive stamp..[map. Plan, o., project, intention ; Planeet,v.,planet,planetoid. Plank, v., plank, shelf, board ; gangway. Plannenmaker, m., schemer, projector. Plant, v., plant. Plantaardig, vegetable. Plantage, v., plantation, Planten, to plant. [park. Plantenrijk, o., vegetable kingdom. Planter, m., planter. Plantsoen, o., park, plan� tation, pleasure grounds.Rae, m., puddle; pool. Plasdankje, o., thanks. Plasregen,m.,shower,pour� ing rain. Plat, flat, plain ; vulgar. Plataan, m., plane-tree. Platina,o.,platina,platinum. Platluis, v., crab-louse. Platonisch, platonic. Plattegrond, m., plan of a site, groundplan. Platteland, o., the country. Platvoet, m., broad-foot, flat-footed person. Platzak (zijn), to be short of money. Plaveisel, o., pavement. Plebejer, m., plebeian, vul-Plebs, o., rabble. [gar. Plecht, v., fore castle, cuddy. Plechtanker, o., sheet-an� chor ; supreme resource. Plechtgewaad, o., official dress. [ceremonious. Plechtig, solemn, in state, Plechtigheid,v., solemnity, ceremony. Plechtstatig, ceremonious. Pleegkind, o., foster-child. Pleegmoeder, v., foster- mother. Pleegzuster, v., hospital-nurse, sick-nurse. Plegen, to be accustomed ; commit..[fence. Pleidooi, o., pleading, de-Nein? o., place, square. Pleister, V. plaster ; stucco (kalk). Pleitbezorger, m., barris�ter, solicitor, lawyer.

Pleitzaal, v., court-room, j udgment- hal l..[boat. Pleizierboot, v., excursion-Plek, v., place, spot. Plempen, to fill in. Plengen, to shed, spill. Plethamer, m., flattening- hammer. Pletten, to flatten, bruise. Pleuris, v., pleurisy. Plicht, m., duty, obligation. Plichtbesef, o., sense of duty.. [due. Plichtmatig, incumbent, Plichtpleging,v.,ceremony.Plint,v.,panel,skirting-board Ploeg, v., plough ; gang (of

workmen)..[ganger. Ploegbaas, m., foreman, Ploegos, m., plough-ox. Ploert, m., snob, cad, sweep. Ploertig, snobbish, caddish. Ploeteren, to drudge ; toil, Plof, m., thud..[paddle. Ploffen, to fall down heavi� ly, flop down. Plomp I plump ! Plompen, to plunge into the water, flop down. PI001, v., fold, wrinkle, Plooibaar, pliable. Plooien, to fold, arrange. Plooisei, o., lace..[once. Plotseling, sudden, all at Pluim, v., plume, feather. Pluimgedierte, o., poultry. Pluimgraaf, m., chief-fowl- er, great falconer. [flatter,

Pluimstrijken, to fawn, Piuis, o., flock, plush. Pluizen, to strip, pick. Pluk, m., crop, gathering. Plukharen, to fall to log� gerheads. Plukken, to gather, pluck, Pluksel, o., lint. [pudding. Plumpudding, m., plum-Plunderen, to plunder,rifle. Plunje,v., togs,clothes,dress. Pochen, to boast, brag. Pocherij, v., boasting, brag- gartism..[boaster. Poch hans, m., braggadocio, Podding, m., pudding. Poedel, m., poodle. Poeder, o., powder. Poeierdoos,v.,powder-box. Poel,m., pool,marsh,puddle, slough. Poelier, m., poulterer. Poenig, caddish. Poes, v., puss, pussy. Poespas, m., hodge-podge. Poetsen, to polish ; clean ; black..[for polishing. Poetsgoed, o., implements Pofbroek,v.,pufTed trowsers Poffen, to buy on tick ; stew. Poffertje, o., kind of cake,

puffcake..[cakeshop. Poffertjeskraam, v., putf-Pogen, to attempt, en- deavour, try..[deavour. Poging, v., effort, trial, en-POK, v., pock. Pokdalig, pockpitted. Pokstof, v., vaccine-matter, variolous lymph. Pokziekte, v., small-pox. Polder, m., polder. Poldergast, m., workman of a polder, navvy. Poliep, v., polyp, polypus. Polikliniek, v., dispensary. Polijsten, to polish, burnish. Polis, v., policy. Politie, v., police. [bobby.Politieagent,m.,policeman, Politiebureau, o., police- station. Politiek, politics; mufti. Politiemuts,v.,foraging-cap Politoeren, to varnish. Polka, v., polka. Pollepel, m., ladle. POIS, m., pulse; wrist. Polsmof, v., mitt(en). Polsslag, m., pulsation. Pommade, v., pomatum, pomade. Pomp, v., pump, push. Pompon, to pump. [gourd. Pompoen, m., pumpkin, Pompwater,o.,pump-water. Ponjaard, m., poniard. Pont, v., ferry-boat, wherry, pont, pontoon. Pontonnier, m., pontonier. Pook, m., poker, dagger. Pool, m., Pole..[axis. Pool, v., pole, point of the Poolbeer, m., polar bear. Poolcirkel, m., polar circle, antarctic circle. Poolshoogte, v., latitude. Poolshoogte (nemen), to see how the land lies. Poolster, v., pole-star, Polaris. Poort, v., gate, doorway. P009, v., little time, while. Poot, m., leg, foot, paw. Pootig, strong, robust. Poovertjes, poorly. Poozen, to repose. Pop, v., doll, dolly, puppet. Popelen, to throb; leap. Poppenspel,o., marionette-

show, puppet-show. Popperig, doll-like. Populair, popular. Populier, m., poplar. Por, m., dig, thrust. Porder, m., knocker-up, caller-up, waker. Poreus, porous. Porie, v., pore. Porselein, 0., porcelain, china-ware. Porseleinkast, v., china- cabinet, china-closet. Port (wijn), m., port-wine. Port, o., postage. POrtaal,o.,hall,porch,portal. Portefeuille, v., port-folio. Portemonnaie, v., purse.portio,v.,portion,part;share. Portiek, v., portico, porch with columns. [keeper, Portier, m.; porter, door-Portier, o., coach-door. Portret, o., portrait; like� ness. [album.Portretalbum, o., photo-Portretschilder, m., por� trait-painter. Portugees, m., Portuguese. Positie, v., position. Positief, positive..[post.Post, v., post, office; door-Postambtenaar, m., post- office official. PoStbewija,o.,postal-order. Postduif, v., carrier-pigeon. Postelein, v., purslane. Posterij, v., post-office,mail- service..[post-boy. Postiljon, m., postillion ; Postkantoor, o., post-office. Postlooper, m., letter- carrier, postman. Postpakket, o., postal par� cel. Postpapier, o., note-paper. Postspaarbank, v., post- office savingsbank. Postverdrag, o., postal con� vention. Postwet, v., postal law. Postwezen, o., ma i 1-service. Postwissel,m.,postal order, post-office money-order. Postzegel, m., stamp. Pot, m., pot ; stake. Potasch, v., potash. Potdicht, close. Poten, to plant, set, dibble. Pothuis, o., pent-house. Potjeslatijn, o., dog-latin, apothecary's latin. Potlood, o., pencil; plum�bago ; blacklead.

. . Potsenmaker 119 Privaat Potsenmaker, m., buffoon,

clown, wag. Potten, to save, hoard up. Pottenbakker, rn., potter. Potverteren, to spend the box. [ship). Praaien, to hail, speak (a Praal,v.,pomp,rnagnificence. Praalbed, o., bed of state. Praam, v., pram, flat- bottomed boat. Praat,ni., talk, palaver,tattle. Praatvaar,m.,tattler,prater. Praatziek, talkative. Pracht, v., splendour, pomp. Prachtig,magnificent,splen- did..[up edition. Prachtwerk, richly got-Practisch, practical. Praktijk, v., practice. Pralen, to Last, parade. Prangen, to pinch, oppress, Prat, proud..[squeeze. Praten, to tattle, talk, prate. Precies, precise, exact. Predikant, m., clergyman, minister..[monise. Prediken, to preach ; ser-Preek, v., sermon ; lecture. Preekstoel, M., pulpit. Preektoon, m., parsonic in� flection, preachy tone. Prei, v., leek. Premie, v., premium, extra- plate. [urn-loan. Premieleening, v., premi-Prent, v., engraving, print. Prentbriefkaart, v., picto� rial postcard. Present, o., present, gift. Present, present. Presenteeren, to present, offer as a present. [money. Presentiegeld, o.,presence-President, m., president, foreman, chairman. Pressen, to press. [fluence. Prestige, o., prestige, in-Pret, v., pleasure,enjoyment. Pretendent, in., pretender. Pretensie, v., pretension. Pretmaker, m., merry� maker, reveller. Prettig, pleasant, merry. Preutschheid, v., prudery, demureness..[out. Prevelen, to mutter, gabble Prieel, o., summer-house, arbour, bower..[needle. Priem, in., piercer, knitting Priester, m., priest. Priesterwijding, v., ordina� tion, consecration. Prij, v., carrion; jade. Prijken, to parade; stand forth in beauty, shine. Prijs, m., price, value,worth. Prijsbepaling, v.,fixation of price..[price-current. Prijscourant, v., price-list, Prijsgeven, to abandon, renounce. Prijshoudend, stiff. PrilS0pgaaf, v., quotation. Prijsuitdeehng, v., distri� bution of prizes. Prijsvraag, v., subject for a prize-competition. Prijzen, to glorify ; praise. Prijzenswaardig, praise� worthy, commendable. Prik, m.,puncture,stab,sting. PrikkeI,m.,prickle,stimulus. Prikkelbaar, irritable, sen� sitive. [wire. Prikkeldraad, o., barbed Prikkelen, to irritate, pro� voke. Priktol, m., peg-top. Prins, m., prince. Prinses, v., princess. Prinsessenboon, v., French bean. Prior, m., prior. Prisms, o., prism..[w.c. Privaat, o., lavatory, privy,

.. Privaatdocent 120 Prul Privaatdocent, m., private teacher. PrivaatleS,v.,private lesson. Privilege, o., privilege.Probeeren, to try; taste.Probleem, o., problem. Procedeeren, to be at law with..[report, warrant.Proces-verbaal, o., official Procuratiehouder, m.,con- fidential clerk..[curator. Procureur, m.,solicitor,pro-Proef, v., experiment, proof, trial, test. Proefblad, o., proof-sheet Proefhoudend, tried,proof, genuine. Proeflokaal, o., bodega. Proefneming, v., experi� ment..[rimental. Proefondervindelijk,expe-Proefschrift, o., disser�tation, essay, treatise. Proefstation, o., station for scientific experiments. Proefstuk, o., trial-piece, specimen, sample. Proeftijd, m., time of pro�bation, novitiate. Proefveld, o., experimental field..[with laughing. Proesten, to sneeze; burst Proeven, to taste, probe. Profaan, profane. Profeet, m., prophet.Professor, m., professor.Profeteeren, to prophesy. Profetie, v., prophecy. Profiel, o., profile, vertical section..[playbill. Programma, o., program, Projectiel, o., projectile. Proletarier, proletarian, pauper. Proloog, m., prologue. Promotie, v., promotion, advancement, graduation. Prompt, prompt, ready. Pronk, m.,ostentation,show. Pronkdeken, v., blanket of state. [great show. Pronken, parade, to make a Pronkjuweel, o.,gem,jewel.Prooi, v., prey. Proost, m., provost. Prop, v., stop, bung,wad,gag. Proponent, m., bachelor of divinity. [with, cram. Proppen, to stodge, stuff Propvo I, chokeful,crammed. Prorector, m., prorector. Prosector, m., prosector. Proseliet, m., proselyte. Proselietenmakerij, v., proselytism. Prospectus, o., prospectus. Prostitutie, v., prostitution. Protest, o.,protestation,pro� test. Protestant, m., protestant. Protesteeren, to protest, take exception to. Protocol, o., minutes, mi-nute-book. Proviand, v., victuals, pro� visions..[vision, victual. Proviandeeren, to pro�PrOvinCie,v.,province. [ply. Provisie, v., provision, sup-Provisiekast, v., pantry. Provisor, m., dispenser. Provoost, v., prison, jail. Proza, o., prose. Prozaisch, prosaic. Pruik, v., peruke,wig,pigtail. Proikentijd,m.,time of peru� kes, ancient time. Pruilen, to pout, sulk. Pruim, v., plum (versch), prune (gedroogd). [prune. Pruimedant, v., candied Pruimtabak, v., tobacco for chewing.Pruis, m., Prussian. Pruisen, o., Prussia. Prul, o., trifle, trash, stuff.

Prullaria (my.), trash, stuff, rags. Prulschrijver, m., literary hack, scribbler. Pruttelaar, m., grumbler, fault-finder..[bubble up. Pruttelen, to grumble, Psalm, m., psalm. Publicatie, v., publication. Publiciteit, v., publicity. Publiek, o.,public;audience. Pullen, to puff. [building. PUi, v., lower front of a Puik, o., pick, flower. Pullen, to start from. Puimsteen, m., pumice, French chalk. Puin,o.,rubbish,debris,ruins. Puist, v., pimple, tumour. Pul, v., pot-bellied jug, stone Pulp, v., pulp..[bottle. Pummel, m., boor, clod� hopper. Quadraat, o., quadrate, square. Quadratuur, v., quadrature. Quadrille, v., quadrille. Quadrilleeren, to play at quadrille; dance the lancers. Quaestie, v., question, mat�ter; quarrel. QualifiCatie,v.,qualification Qualificeeren, to qualify. Qualiteit, v., quality,charac�ter. Quantiteit, v., quantity. Quantum, o., quantum. Quarantaine,v.,quarantine. Punch, v., punch. Punt, v., top; peak, pinnacle. Punt, o., point. Puntdicht, o., epigram. Punten, to point, tip, top,

sharpen. Puntkogel, m., pointed ball. Pupil, m., pupil; ward. Purgeermiddel, o., purga�tive, laxative. Puritein, m., puritan. Purper, o., purple. Purperkleurig, purple co� loured. Put., m., pit, well, hole. Put h a ak, m., bucket-hook, pole of a well. Putsen, to draw water. Putten, to draw water. Putter, m., redcap. Putwater, o., well-water. Puur, pure(ly), mere(ly). Pyramide, v., pyramid.

Quartet, o., quartet. Quarto, o., quarto. Quasi, quasi..[days. Quatertemper, m., ember�Quatre-mains, v., piece of

music for four hands. Quint, v., quint, fifth. Qui-pro-quo,o.,qui -pro-quo, confusion of persons. Quitantie, v., receipt. Quitantiezegel, v., receipt stamp. Quiteeren, to receipt,acqu it. Quitte, quits. Quotient, o., quotient.

R. ria, v., yard. Raad, m., counsel; advice ;

(lichaam) council, senate.Raadgever, m., adviser.Raadgeving, v., counsel,ad� vice..[council-house.Raadhuis, o., town-hall, Raadkamer, v., council- chamber. Raad-pensionaris, m., Grand Pensionary. Raadplegen,to consult,take counsel, take one's advice. Raadsbesluit, o., decree; (of the town-council).Raadsel, o., enigma, riddle.Raadselachtig, enigmatic, puzzling.Raadslid, o., councillor, member of the council. Raadsman, m., counsellor. Raadsvergadering, v., meeting of the council.Raadsverslag, o., return of the council..[advice.Raadvragen, to consult, askRaadzaam, advisable. Raaf, v., raven. Raak, hit, touched, hit. Raakpunt, o., point of con� tact. Raam, o., window ; frame. Rasp, v., rape, turnip,swede.Raapkoek, v., rape cake.Raapolie, v., rape-oil.Raapzaad, o., rape-seed.Raar, strange, queer, odd.Rabarber, v., rhubarb. Rabato.,reduction,discountRabbi, m., rabbi, rabbin. Rad, o., wheel. Rad, quick, swift, voluble.Radbraken, to break upon the wheel ; break. R ad draaier, m.,turner,ring�leader, bell-wether. Radeermesje, o., erasing-knife. � Radeloos, desperate, help� less, at one's wit's end. Raden, to guess; advise. Raderbaar, v., bier on wheels. Raderwerk, o., wheel-work. Rad heid, v.,nimbleness;vol� ubleness. Radijs, v., radish. Ragebol, m., head-broom. Ragan, to sweep away cobwebs. Rails (mv.), rails, line. Rakelings, close to, so as almost to touch. Raken, to touch, hit. Raket, o., racket ; rocket. Ram, m., ram. Raman, to estimate, value. Ramenas, v., horse-radish. Raming, v., estimate. Rammeien, to ram, batter. Ram melaar,m.,rattle;buck� rabbit. Rammeling, v., licking. Ramp, v., calamity, disaster. Rampspoed, m., adversity. Rampzalig, wretched, mis� erable, doomed. Rand, m., brim; border, margin, brink, verge. Randschrift, o., legend. Rang,m., rank; degree,grade. Rangeeren, to shunt. Ranglijst, v., list of candi� dates; active list. Rangschikken, to arrange, class, file. Rank, v., branch, tendril. Rank, slender, thin.

Ransel, m., knapsack; drubbing, flogging, licking. Ranselen, to thrash,wallop. Rantsoen,o., ransom;ration Rap, nimble, quick. Rap (Jan), the rabble. Rapalje, o., rabble. Rapen, to gather, collect. Rapesteel, m., turnip-top. Rapier,o.,rapier,fleuret,foil. Rapport, o., report, notice. Rarekiek, m., raree-show. Ras, o., race; breed. Ras, quick, swift. Raspaard, o., blood-horse, thorough-bred. Raspen, to rasp. Rasphuis, o., rasp-house. Rassenhaat, m., racial hatred..[work. Rastering, v., railing, lath-Rat, v., rat. Ratel, m., rattle, click ; chatterer..[rattler. Ratelkous, m., chatter-box, Ratelslang,m.,rattle-snake. Ratjetoe, v., hodge-podge. Rattenval, v., rat-trap. Rauw, raw, uncooked. Ravenzwart, raven-black. Ravijn, o., ravine. Ravotten, to romp. Razeil, o., square-sail. Razen, to rave, rage, blus� ter; sing (water). Razend,raving,wild,furious Reageeren,to react. [effect. Realiseeren, to realise, Rebel, m., rebel, mutineer. Recensie, v., criticism, critique.[recipe. Recept, o., prescription; Receptie, v., reception. Receptiezaal,v., reception- room. Receptuur, v., art of dis�pensing medicines.Recht, straight; right. Recht, o., right, claim, law. Rechten, to administer justice. Rechter, m., judge, justice. Rechtgeaard, true,upright. Rechtgeloovig, orthodox. Rechthebbende,m.,person who has a legal claim to. Rechthoekig, rectangular. Rechtmatig, lawful, just, legitimate, fair. Rechtop, erect, upright. Rechtsch, right-handed_ Rechtschapen, honest, sincere.. [tion. Rechtsgebied, o., jurisdic-Rechtsgeding, o., lawsuit. Rechtsgeleerde, m., law� -yer jurist, jurisconsult. Rechtsomkeert(maken), to turn right about face. Rechtspleging, v., admini�stration of justice. Rechtstandig, perpendicu� lar, vertical. Rechtstreeksch, direct. Rechtsverkrachting, v., strained interpretation of a legal point. Rechtszaak, v., lawsuit. Rechtvaardig, just, right� eous. [cation, exculpation. ReChtvaardiging,v.,justifi-Rechtzinnig, orthodox. Recidivist, m., recidivist, backslider. Reclame, v., puffing adver�tisement ; claim. Recommandeeren, to re� commend. Recruteeren, to recruit. Recruut, m., recruit. Rector, m., headmaster, rec-Redacteur, m., editor. [tor. Redactie, v., editorship, the editors, wording (stijl). Reddeloos, past recovery, irretrievable, irrecoverable. .

Redden, to save, rescue. Redder, m., deliverer, pre�server, Saviour, Redeemer. Reddingboei, v., life-belt. life-buoy. [sense. Rede, v., oration ; reason, Redekavelen, to cihcaof logic, argue. rg Redekundig, rhetorical, lo-Redelijk, reasonable, fair. Redeloos, void of reason, irrational. Reden, v., reason, cause. Redenaar, m., orator. Redenaarstalent, o., ora� torical talent. Redevoering, v., harangue, discourse, address, speech. Redmiddel, o., expedient, remedy, make-shift.Ree,v., roe, hind;(reede)road. Reeder, m., ship-owner. Reederd, v., firm of ship� owners, freighting.Reeds, already. Reeks, v., series, row, progression. Reep, v., rope, cord, string. Reet, v., cleft, crevice, chink. Referaat, o., review. Regeeren, to govern, direct. RegeerIng, v., government ; reign. Regeeringloos, anarchic.Regel, m., line; rule, maxim. Regelen, to regulate, rule, arrange. Regelmatig, regular. Regen, m., rain. Regenachtig, rainy. Regenboog, m., rainbow. R egen bUi,v.,shower(of rain) Regenen, to rain. Regent,m., regen t,governor. Regiment, o., regiment. Regisseur, m., stage-mana-Register, o., register. [ger. Registratie, v., registration. Reglement, o., regulation, rules. Reglementair, according to rules and regulations. Reglementeeren, to regu- late, give rules for. Rei(Koor), m., chorus,song.Reiger, m., heron. Reiken, to reach, offer, attain to. Reikhalzen, to hunger for.Rein, pure, chaste ; clean.Reincultuur, v., pure cul� ture of bacilli. [wash, Reinigen, to cleanse; purify, Reis, v., journey, voyage. Reisbeschrijving, v., itin� erary, description of a journey. Reisdeken, v., rug.Reisgenoot, m., travelling- companion..[table. Reisgids, m., guide; time-Reisvaardig, ready to set

out..[set out for. Reizen, to travel, journey, Reiziger, m., traveller, pas� senger. Rekbaar, extensible, elastic. Rekel, m., male-fox ; young

rascal..[late, cipher. Rekenen, to count ; calcu-Rekening, v., account ; cal� culation ; bill. Rekenkamer, v., chamber of accounts, audit-office.Rekenkunde,v.,arithmetic.Rekenplichtig, account� able, responsible. Rekenschap, v., account. Rekkelijk, extensible, com� plying..[lengthen out.Rekken, to stretch, extend, Relaas, o., story, tale. Relief, o., relief. Reliquie, v., relic. Relletje,o.,row,riot,rumour Rem, v., brake, break ; skid. Remmen,to put the drag on. Ren (kippen), v., hennery. Rennen, to race, gallop,run. Renpaard, o., race-horse. Rente, v., interest ; annuity. Rentegevend, yielding in� terest. Rentenier, m., gentleman living upon his rents. Repertoir, o., repertoire ; stock. [hearse. Repeteeren, to repeat, re-Repetitor, m., coach, cram� mer. Repliceeren, to reply,retort Reppen (ziCh), to make haste, be quick about it. Republiek, v., republic. Request, o., memorial ; petition. Reseda, v., mignonette. Reserveeren, to reserve; keep in reserve. Reservist, m., reservist. Resident, m., resident. Residentie,v.,court-capital, residence. I fair. Respectabel, respectable, Ressort, o., jurisdiction, administrative province. Rest, v., rest, remainder. Restaurant, m., eating- house. [sequence. Resultaat, o., result, con-Resume, o., summary, com� pendium. Reticule, v., reticule. Retourbiljet, o., ret urn-Reu m., male dog. [ticket. Reuk,m.,scent; odour,smell, flavour. Reukwerk, o., perfumes. Reukzenuw, v., olfactory nerve. Reus, m., giant. Reusachtig, gigantic, huge. Reutelen, to chatter ; grum-Reuzel, v., lard, suet. [ble. Holl.-Engelsch.. Reuzenkracht, v., her�culean strength..[stride. Reuzenschrede, v., giant's Reuzin, v., giantess. Revolutie, v., revolution. Revue, v., review. Rheumatiek, v., rheuma-Rib, v., rib..[Hsim. Ribbevlies, o., pleura. Riche!, v., border, edge, curb-stone. Richtbaak, v., beacon. Richten,to direct,aim,point. Richtig, right, exact,correct. Richting, v., direction. R ichtsnoer, o.,plumb-line ; rule of conduct, precept. Ridder, m.,chevalier,knight. Ridderlijk, chivalrous, knightly, noble. Ridderorde, v., order of knighthood. Ridderslag, m., accolade. Riem, m., oar; belt ; strap. Riemslag, m., stroke of the oar.. [cane. Riet, o., rushes, reed, thatch ; Rietdekker, m., thatcher. Rietpeer, v., choke-pear. Rietsuiker, v., cane-sugar. Rietvink, m., moorfinch. Rif, o., skeleton, carcass. Ry (reeks), v., file, series, Rijden, to ride; drive. [row. Rijgen, to baste, lace; tack. Rijglijf o., pair of stays. RijgsChoen, m., lace-shoe. RijK, rich ; copious. Rijkaard, m., rich man. Riikelijk, abundant, plen� tiful, rich. Rijkleed, o., riding-habit. Rijknecht, m., groom. Rijksacademie, v., govern� ment academy..[tax. Rijksbelasting,v.,imperial Rijksbetrekking, v., state-appointment. 5 . .

Rijkspolitie 126.. Rol Rijkspolitie, v., imperial police. Rijkswege (van), from the government.Rkim, o., rhyme ; hoar-frost. Rijmelarij, v., doggerel. Rijmwoord, o.,rhyme,rime, word forming the rhyme. Rijn, m., Rhine. Rirverbond, o., Confedera� tion of the Rhine. Rijnwijn, m., Rhenish; hock. Rijp,ripe,mature; full-grown Rijpaard, o., saddle-horse, riding-horse..[drive. Rijpartij, v., riding-party, Rijpelijk, mature. Rijpen, to ripen, mature. Rlis, o., twig, sprig, scion. R 480 heel, v., riding-school, Rijst, v., rice..[rice-milk. Riistebrij, v., rice-pudding, R iisttafe I, v.,rice-table,tiffin Ripen, to tear, rend. Rijtoer, m., drive, ride. Rijtuig, o., carriage. Rijweg, m., carriage-road, bridle-path. Rijwiel, o., bicycle; bike. Rijzig, tall. Rillen, to shiver, shudder ; creep all over. Rilling, v., shiver, shudder. Rimpel, m., wrinkle ; fold. Ring, m., ring, band, circle. Ringelooren, to bully. Ringkraag, m., gorget. Ringmuur, m., encircling wall, surrounding wall. Ringvinger, m., ring-finger. Rinkelen, to rattle, jingle, ehink. Rioleeren, to drain. Ri001, o., sewer..[(uien). Rist, v., bunch (bessen), rope nit, m., ride, drive. Ritmeester,m.,cavalry cap� tain. Ritselen, to rustle, whistle,� sough. Rituaal, o., ritual. Ritus, m., rite. Rivier, v., river, stream. Rivierbedding, v., bed of a river, channel. Rob, m., seal. Robbevel, o., sealskin. Robijn, m., ruby. [spittle. Roche!, v., phlegm, tough Roebel, m., rouble. [wing. Roede, v., rod � wand ; vane, Roef, v., deck-house. Roeien, to row, paddle. Roeischuit, v., rowing-boat. Roekeloos, rash,foolhardy. Roem, m., renown, glory. Roemen, to praise, honour, glory..[boaster. Roemer, m., rummer ; Roemruchtig, glorious, re- nowned..[repute. Roep, m., call, cry ; fame, Roepen,tocall,cry,summon. Roeping, v., vocation, incli- nation.. [call. Roepstem, v., summons, Roer, o., rudder, helm. Roeren, to stir, move. Roerend, touching. ROer100s,motionless,unmo- ved.. [ation. Roes, m., debauch ; infatu-Roest, m., rust. Roestvlek, v., rusty spot, iron-mould. Roet, o., soot..[bistre. Roetzwart, black as soot, Roezemoezig, boisterous. Roffel, m., roll..[ray. Rog (visch),m.,thorn-back,Rogge, v., rye. Roggebrood, o., rye-bread. R OK, m., dress-coat;petticoat. Rol (aan � den) zijn, to have one's fling..[ratter. Rol, v., roll, roller ; part, cha-Rolgordijn, o., blind. Rollaag, v., coping. Rollen, to roll, topple over. Rolpens, v., minced beef

in tripe. Rolschaats, v.,roller-skate. Rolverdeeling, v., cast. Romaansch, Roman. Roman, m., novel..[lad. Romance, v., romance, bal-Romanesk, romantic. ROMantiek,v�romanticism. Romantisch, romantic. Romeinsch, Roman. ROM Mel, m.,lumber,medley Rommelen, to rummage; roll. Rommelzooi, v., set-out. Romp, m., trunk, carcass. Rompslomp, m., muddle, bother. Rond, o., round. Rond, round, rotund. Rondbazuinen, to trumpet round..[hearted. Rondborstig, frank, open-Rondbrengen, to bring about; distribute. Ronddeelen, to distribute. Ronddolen, to rove about. Ronddraaien,to turnabout. Ronde, v., round. [dance. Rondedans, m., kind of Rondeel, o., round bastion, rondeau..[round. Rondfladderen, to flutter Rondgaan, to go round, cir- culate..[� about. Rondkijken, to look round, Rondkomen, to make both ends meet..iround. Rondleiden, to conduct Rondloopen, to walk about. Rondom, all round, round about.. [ticket. Rondreisbiljet, o., circular- Rondte, v., circle, circum�Ronduit,right out. [ference. ROndVertellen,totellevery� where..[tear round. Rondvliegen, to fly about; Rondwaren, to wander about, haunt..[about. Rondzwerven, to roam Ronken, to snore. Ronselaar, m., crimp. Rood, red..[breast. Roodborstje, o., robin red-Roodekoo , v., red cabbage. Roodeloop, m., bloody flux. Roodhuid, m., red Indian, red-skin. Roodrok, m., red-coat. Roodvonk, o., scarlet-fever. Roofdier, n., beast of prey. Roofgierig, rapacious. Roofschip, o., pirate-ship. Roofvogel, m., bird of prey. Rooien,to aim;dig(potatoes). Rooilijn, v� lines. Rook, m., smoke, vapour. Rookeloos, smokeless. Rooken, to smoke. Rookerig, smoky. Rookverdrijver, m.,smoke� consumer..[beef. Rookvleesch, o., smoked Rookwagen, m., smoking- carriage. Rookworst,v.,hung sausage Room, m., cream. Roomhorentje, o., tartlet filled with cream. ROOMUS, o., cream-ice. Roomkleurig, creamy. Roomsch-Katholiek, Roman Catholic. Roos, v., rose; erysipelas. Roosachtig, erysipelous. Rooskleurig, rosy, roseate. Rooster, m., gridiron, grate; register. [bake. Roosteren, to toast, roast, Rooven, to rob, pilfer, plunder. Roover, m., robber, pirate.

Rooverhoofdman, m., rob- ber chief. [bers. Roovershol, o., den of rob-Roe, o., steed. Rosachtig, ruddy, reddish. Roskam, m., curry-comb. Rosmarijn, m., rosemary. Rosmolen, m., horse-mill. Rot, rotten, putrefied. Rotgans, v., cormoram. Rotkoorts, v., putrid fever. Rots, v., cliff, rock. Rotsblok, o., block of rock. ROteklOof, v., chasm, rocky cleft. Rotsspelonk, v., cavern. Rottenkruit, o., arsenic. Rottingolie, v., oil of gladness.Roulette, v., roulette. Rouw, m., mourning; sor� row, sadness. Rouwbeklag,o., condolence Rouwen, to be dressed in mourning ; regret. Rouwgewaad, o., mourn� ing-suit, -dress.Rouwig, mournful. Rntiwkoop,m.,rue-bargain.Royaal, handsome, liberal. Rozebottel, v., rose-corn. Rozeknop, m., rose-bud. Rozengeur, m., scent of roses. [palisander. RozenhOUt, o., rose-wood, Rozenkrans, m., prayer beads, rosary. Rozerood, rosy, roseate. Rozestruik, m., rose-bush. Rozet, v., rosette, cockade. Rozig, rosy, erysipelous.Rozijn, v., raisin. Rubriek, v., rubric. Ruchtbaar, public, known, manifest. Rug, m., hack, ridge (berg-). Ruggegraat, v., back-bone, spine. Ruggelingsch, backward. Ruggemerg, o., spinal marrow. [ce, consultation. Ruggespraak, v., conferen-R men, to moult.Ruif, v., stable-rack. Ruig, hairy ; woolly, shaggy. Rui en, to smell ; scent. Ruiker, m., bouquet. Ruilen, to exchange, barterRuilhandel,m.,truck,barterRuim, wide, large, spacious, Ruim, o., hold..[vast. Ruimen, to remove, make room ; evacuate. Ruimschootsch, large, li� beral, abundant. Ruimte, v., room. Ruin, m., gelding.RuIne, v., ruins. Ruischen, to rustle, mur� mur, roar. Ruit, v., window-pane. Ruiten(kaart),v., diamonds Ruiter, m., rider, horseman. Ruiterii, v., horse, cavalry. Ruiterluk, frank, sincere. Rukken, to pull, tug. Rum, v., rum. Rumoer, o., clamour, noise, Rumoerig, noisy, loud. Run, v., tan. Rund, o., horned cattle, neat. Runderpest, v., cattle-

plague, rinderpest. Rundvleesch, o., beef. Rune, v., rune. Rups, v., caterpillar. Rus, m., Russian. Rusland, o., Russia. RUSSISCh, Russian. Rust, v., repose ; rest; tran� quillity, calm. Rustbed, o., couch. Rustdag, m., day of rest, holiday. Rusteloos, restless, uneasy. Rusten, to repose, rest. Rustig, calm,quiet,peaceful. R ustplaats, v., place of rest, resting-place. Rustverstoorder, m., dis�turber of the peace.

Saai, dull, slow, tame, tiresome. Sabbat, m., sabbath. Sabbatschennis, v., sab� bath breaking. Sabel, v., sabre, sword. Sabelhouw, m., sword-cut. Sabelkling,v., sword-blade. Sabelscheede, v., scab- bard, sheath. Sacrament, o., sacrament. Sacramentsdag, m., Cor- pus Christi. Sacristie,v., sacristy,vestry. Saffier, m., sapphire. Saffraan, v., saffron. Saffraangeel, saffrony,

crocus..[tradition. Sage, v., legend, myth, Sago, v., sago. Sajet, v., worsted. [cious ! Sakkerloot I goodness gra-Saksen, 0., Saxony. Salade, v., salad..[der. Salamander, m., salaman-Salaris, o., salary, pay. Saldo,o., amount of balance. Salep, v., salep, saloop. Saletjonker, m., carpet- knight, squire, beau. SaliCylzutir, o., salicylic- acid. Saliemelk, v., sage-milk. Salmoniak, v., sal-ammo� niac. [saloon. Salon, o., drawing-room, Salonboot, v., palace- steamer. . Samentreffen Ruw, rough, coarse, rude. Ruwheid, v., roughness, coarseness. Ruzie, v., brawl, quarrel. Ruziemaker, m., brawler. Salpeter, o., salpetre. Salpeterzuur,o.,nitric -acid Saluut, o., salute, salutation. Salvo, o., volley, round. Semen, together. Samenbrengen, to bring together..[together. Samenbuigen, to bend Samendrukbaar, compres� sible. Samengaan, to go together. Samengesteld, compound; intricate, complicated. Samenhang, m., connec�tion, coherence. Samenhechten,to connect, fasten together. Samenkomen, to assemble, meet..[conference. Samenkomst, v., meeting, Samenleving, v., society ;

cohabitation. Samenloop, m., concourse; confluence. Samenraapsel, o., hotch�potch, stew (leugens). Samenroepen, to convoke, call together..[gether. Samenrotten, to band to-Samenscholen, to assem- ble..[spire, plot. Samenspannen, to con-Samenspraak, v. , dialogue, conference.

Samenstelling,v.,eomposi� tion; compound. Samentreffen, to join,coin� cide. .

Samentrekking,v.,contrac� tion, gathering. [gether. Samenvloeien, to flow to-Samenvoegen, to join. Samenvouwen, to fold. Samenwerking,v.,co-oper� ation. [live together. Samenwonen, to cohabit, Samenzweerder, m., con� spirator. Sammelen, to loiter,dawdle SanatOri um,o.,sanatorium. Sandaal, v., sandal. Santenkraam, v., caboodle, lot, mess. Sap, o., juice, sap ; humour.Sapperloot I the deuce ! Sappeur, m., sapper.Sappig, juicy, sappy, succu� lent. Sarcastisch, sarcastic. Sarcophaag, m., sarcopha�Sardine,v.,sardine..[gus. Sarong, v., sarong.Sarren, to tease,nag,irritate. Satan, m., satan, devil. Satanskind,o.,imp of satan , devil of a fellow..[devil. Satanswerk, o., work of the Satelliet, m., satellite. Eater, m., satyr.Satijn, o., satin. Satinet, o., satinet, sateen. Saucijzebroodje, o., sau-Saus, v., sauce. [sage-roll. Savoyekool, v., savoy.Scalpeeren, to scalp.Schaaf, v., plane.Schaafbank, v., carpenter's bench..[board.Schaakbord, o., chess-Schaakmat, checkmate. Schaakspel, o., game of chess, chess-board. Schaal, v., scale, dish, shell. Schaaldier, o., crustacean. Schaambeen, o., pubic bone. SChaantrO0d,crimson with

shame. [desty.Schaamte, v., shame, mo-Schaamteloos, shameless, impudent. Schaap, o., sheep.Schaapachtig, sheepish.Schaapherder, m., shep� herd. Schaapskooi, v.,sheepfold.Schaapsvacht, v., fleece. Schaar, v., troop; scissors, shears. Schaarsch, scanty, scarce.Schaarslijp, m., knife- grinder. Schaats, v., skate. Schaatsenrijder,m.,skaterSchabel, v., stool. Schabrak, v., saddle-cloth, housing. [chaffer. Schacheren, to barter, Schacht, v., leg ; shaft. Schade, v., harm, loss, damage. [vantageous. Schadelijk, hurtful, disad-Schadeloosstellen, to compensate, indemnify. Schaden, to damage, hurt. Schaduw, v.,shadow,shade. Schaduwbeeld, o., silhou- ette, shadow. Schaduwzijde, v., shady side � drawback. Schaften, to eat, dish up. Schaftuur, o.,meal-time,off� hour. Schakeering, v., varie� gation, shade.

Schakel, v., link, mesh. Schaken, to run off with, elope with ; play at chess. Schal, m., sound. Schalk, m., rogue, wag. Schalkachtig, waggish, roguish. [beetle. Schallebijter, m., horn- Schallen, to sound,resound. Schamel, shabby, poor, humble..[ashamed.Schamen (zich), to be Schamper, scornful. Schampscheut, v., cutting remark, sly dig..[shot.Schampschot, o., grazingSchandaal, o., scandal. Schandalig, shameful, dis� graceful..[a scandal.Schandaliseeren, to cause Schande, v., shame, dis� grace, dishonour.Schandvlek, v., disgrace, stigma..[ment, redoubt.Schans, v., disentrench-Schansgraver, m., pioneer, sapper.. [ton.Schapebout, m., leg of mut-Schapenkaas, v., sheep's cheese..[fleece.Schapenwol, sheep's wool,Schappelijk, moderate, tolerable, reasonable. Scher, v., flounder. Scharen, to arrange, range.Scharenslijper, m., knife- grinder.Scharlaken, o., scarlet. Scharnier, o., hinge, joint.Scharrelaar, m., barterer, scraper.Scharrelen,tobarter;scrapeSchat, m., treasure. Schatbewaarder, m., treasurer. Schateren, to laugh aloud.Schatgraver, m., treasure- seeker. Schatkamer, v., treasury.Schatkist, v., exchequer, public treasury.Schatrijk, very rich.Schatten, to estimate, rate, value, tax..[valuer. Schatter, m., appraiser, Schaven, to plane, smooth. Schavot, o., scaffold. Schavuit, m., rascal, scape� grace, rogue, knave.Schedel, m., cranium, skull. Schedelbreuk, v., fracture of the skull. [phrenology.Schedelleer, v., craniology,Scheede, v., sheath, case. Scheef, awry, slanting. Scheel, squinting.Scheenbeen, o., shin. Scheepgaan, to take ship. SCheeptibeSCh nit, v., ship- biscuit, hard-tack. Scheepsbouwmeester, m. naval architect, ship- builder..:(by) ship.Scheepsgelegenheid, v., Scheepslournaal, o., log�book, ship's journal.Scheepskapitein, m., skip� per, captain, master.Scheepslading, v., cargo.Scheepsvolk, o., crew, hands, ship's company. Scheepvaart,v.,navigation.Scheerbekken, o., barber's basin. [barber's shop.Scheerderswinkel, m.,Scheergereedschap, o., shaving-implements.Scheerkwast, m., barber's brush. Scheermes, o., razor. Scheerriem, m., strop.Scheerspiegeltje, o., shav- ing-glass.Scheidbaar, separable. Scheidboom, m., barrier. Scheiden, to divide, part.Scheiding, v., separation, di'ision. Scheidsrechter, m., arbi� trator, arbiter, umpire.Scheikunde, v., chemistry.Schel, v., bell. Schel, shrill, loud. Schelden, to scold, call names, abuse.

.. Scheldnaam 132 Schfjnheilig Scheldnaam,m.,nickname. Schell, v., hayrick, haystack. Schelklinkend, shrill,loud. Schellak, o., shellac. Schellen, to ring, ring the bell. Schelm, m., rascal, rogue. Schelmsch, roguish. . Schelmstuk, o., piece of roguery, roguish, trick. Schelp, v., shell, muscle. Schelpdier, o., conchylium. Schelvisch, m., haddock. Schema, o., scheme, sketch. Schemer, m., twilight. Schemeruur, o., hour of twilight..[sully.Schenden, to mutilate ; Schenken, to pour, fill ; present with ; retail. Schenking, v., :donation, gift..[violation.Schennis, v., transgression, SChepel io.,decalitre,bushel. Schepeling, m., sailor. Schepenbank, v., court of aldermen, bench of justices. Schepnet, o., scoop-net. Scheppen, to scoop ; create. Schepper, m., Creator. Scheprad, o., scoop-wheel.Schepsel, o., creature. Schepter, m., sceptre. Scheren, shave ; shear. Scherf, v., shard, sherd, bit, morsel. Scherm, o., screen ; curtain. Schermen, to fence. Schermutselen, to skir� mish. Scherp, sharp,acute; severe. Scherpen, to sharpen, whet. Scherphoekig, acute- angled. [tioner, hangman. Scherprechter, m., execu�SCherp8Chutter,m.,sharp� shootir. [sharp-sighted. Scherpziend, penetrating,

Scherpzinnig, ingenious, sagacious. Scherts, v., joke, jest, fun.Schertsen, to joke, jest, poke fun.

Schets,v., sketch,pencilling.Schetsen, to sketch,draughtSchetteren, to shriek ; swagger. Scheur, v., tear ; rent. Scheurbuik, v., scorbut. Scheuren, to tear, rend. Scheuring, v., rupture ; schism..[off calendar.Scheurkalender, m., tear-Scheurpapier, o., waste- paper..[quantity. Scheut, m., sprig; littleScheutig, liberal ; tall. SChiCht, m., arrow, dart, Schichtig, timid..[flash. Schielijk, hasty, quick. Schier, almost, nearly. Schiereiland, o., peninsula. Schietbaan, v., range, shooting-grounds. Schieten, to shoot, fire. Schietgebedje, o., jacula� tory prayer..[rifle. Schietgeweer, o., fire-arm, Schietkatoen, o., gun� cotton, fulminating cotton. Schietlood, o., plummet. Schiften, to divide, sift, sort out ; cardle. Schijf, v., disk..[target. Schijfschieten, to fire at a Schijn, m., appearance; shine, glimmer, show. Schijnaanval, m., feigned attack. Schi1nbaar, apparent. Schijnbeeld, o., phantom, phantasmagoria..[dead. Schijndood, apparently SChijnen, to shine ; seem, ppear. Schijnheilig, hypocritical. Schijnsel, 0., shine, gleam, glimmer. Schik, m., pleasure, fun. Schikgodin,v.,theFates(pl.) Schikkelijk, middling; reasonable..[settle. SChikken, to arrange, order, SChil, v., peel, rind, skin. SChild, o., shield; scutcheon. Schilder, m., painter. Schilderachtig, pictu- resque..[sentinel. Schfideren, to paint; stand Schilderhuisje, o., sentry- box.. [ing. SChilderij, v.,picture,paint-Schilderschool, v., school of painting. Schildersezel, m., easel. Schildknaap, m., shield-

bearer, squire. Schildluis, v., coccus. SChildpad,v.,tortoise,turtle. SChildwacht, v., sentry, sentinel. Schilfer, v., scale, dandruff. Schillen, to scale, peel, pare, skin. Schim, v., shadow; spectre. Schimmel, v. en m., mould; grey horse..[mouldy. Schimmelen, to grow Schimmelspel, o., game of clock- and-hammer. Schimpen, to taunt, scorn. Schimpnaam, m., nick� name..[cut, sly hit. Schimpscheut,m., indirect Schip, o., ship, vessel; nave (kerk). Schipbreuk, v., shipwreck. Schipbrug, v., bridge of boats. [tain, master. Schipper, m., skipper, cap-Schipperen, to accommo� date, compromise matters. Schitteren, to glitter, shine, sparkle. Schitterend, brilliant, glit�tering, sparkling. Schobbejak, m., black�guard, rascal. Schobberdebonk (op � loopen), to be a sponger. Schoeiing,v.,shoeing,lining Schoeisel, o., foot-gear. Schoelje, m., rogue, rascal. Schoen, m., shoe. Schoenmaker, m.,shoema� ker..[black, boots. Schoenpoetser, m., shoe-Schoensmeer, o.,blacking, polish.. [shoe. Schoenzool, v., sole of a Schoffel, v., hoe. Schoft, m., boor ; scoundrel. Schott, v., buttock ; fourth part of a day. Schok, m., shock, jerk, con�cussion. Schokken (visch), v., to shock; jerk, jolt. SCh01, v., plaice. Scholier, m., scholar, pupil. Schommel, m., swing. Schommeling,v.,swinging. Schommelstoel, m., rocking-chair. Schoof, v., sheaf. [vagrant. Schooier, m., tramp, School, v., school; academy. Schoolblijven,to be kept in.SChoOlbord,o.,black-board. Schoolgaan, to go to school. Schooljeugd, v., school�

children..[room. Schoollokaal, o., class-Schoolmakker, m., school- fellow..[master; pedant. Schoolmeester, m.,school-Schoolopziener, m., in� spector of schools. SChOOISCh, scholastic. Schoon, beautiful; pure. Schoonbroeder, m., brother-in-law.

Schoondochter, v., daughter-in-law. Schoone, v., beauty. Schoonheidsgevoel, o., sense of beauty. Schoonheidsleer, v., aesthetics..[clean. Schoonhouden, to keep Schoonklinkend, melodi� ous, specious; plausible (arguments).Schoonmaak, v., cleaning.Schoonmaakster, v., charwoman..[in-law. Schoonmoeder,v.,mother- SChoonschijnend, speci� ous, plausible. [law.Schoonvader,m.,father-in-Schoonzoon, m., son-in�

law.. [law.Schoonzuster, v., sister-in-Schoorbalk, m., prop.Schoorsteen, m., chimney; funnel. Schoorsteenveger, m., (chimney-) sweeper.Schoorvoetend, reluctant� ly, unwillingly. SCh00t, m., womb; lap.Schoothondje, o., lap-dog. SChOOtkind, o., baby, pet- child.. [apron.Schootsvel, o., leathernSchop, v. en m., spade; kick.Schoppen, to kick. Schoppenaas, o., ace of Schor, hoarse..[spades.Schoren, to shore up, sup� port.Schorploen, m., scorpion.Schorrimorrie, o., tag-rag and bobtail. Schora, v., bark..[hibit.Schorsen, to suspend, pro-Schorseneer, v., scorzo� nera. Schorsing, v., prohibition, suspension. SChOrt, v. en o., apron, pinafore. Schot, o., partition; shot. Schotbalk, m., bulkheads.Schotel,m.,plate,dish,char�SChOts,v.,flake of ice. [ger.Schotach, Scottish; rude. Schotschrift, o., pamphlet, lampoon. Schotvrij, scot-free. Schouder, m., shoulder. SChOuderblad,o.,shoulder� blade. Schouderophalen, o., shrugging (of the shoulders).

Schout, m., bailiff, sheriff. police official. [admiral.Schout�bij-nacht, m., rear-S ChOuw, v.,ch i mney;inspec� lion. [house, theatre.Schouwburg, m., play-Schouwen, to inspect, survey. [action, stage.Schouwplaats, v., scene of Schouwspel, o., spectacle, scene, view. Schraag, v., trestle, support. SChreal, scanty,lean,shabbySchraalhans, m., niggard. Schraapac htig, covetous, stingy.Schraapzucht, v.,covetous� ness, stinginess.Schragen, to shore up, sup-Schram, v., scratch. [port.Schrammen, to scratch. Schrander, sharp, saga� cious. [gormandise.Schransen, to gorge,Schraper, m.,scrape-penny, scraper.. [out.Schrappen,toscratch,strikeSchrede, v., step, pace.Schreeuw, m., cry, shout. Schreeuwen, to cry, shout, clamour, shriek. [er. Schreeuwleelijk,m.,bawl-Schreien, to weep, cry. Schrift, o., writing ; writing- book. [letter.Schriftelijk, in writing, bySchriftge eerde, m.,scribe, theologian.Schrijdelingsch, astride. Schrijden, to stride, step. Schrijfbureau, o., writing- table, roll-top desk.Schrijffout,v.,slip of the penSchrijfkramp, v., writer's cramp..[mg-desk. Schrijflessenaar, m., writ- Schrijfletter, v., written character, SChrilfpen, v., writing-pen.Schrijftaal, v., written lan� guage.Schrilftrant, m., style. Schrijfwerk, o., writing- work, desk-work.Schrijnen, to graze, abrade.Schrijnwerker, m., joiner, cabinet-maker. Schrijven, to write, pen.Schrik, m., terror, fright, dread. [ened.Schrikachtig, easily fright- Schrikbarend, terrific, dreadful. Schrikbeeld, o., fright, scarecrow, bugbear.Schrikbewind, o., reign of Terror, terrorism.Schrikkeldag, m., interca� lary day. [rible.Schrikkelijk, dreadful, ter�Schrikkeljaar,o.,ieap-year.Schrikverwekkend, a- larming, terrifying.Schril, shrill. Schrobbeering, v., scold- ing, trimming..[hog.Schrobben, to scrub, scour,Schroef, v., screw, nut. Schroefboot, v., screw- steamer..[scald.Schroeien, to singe, scorch, Schroevedraaier, m., screw-driver. Schroeven, to screw. Schrokkig, gluttonous, greedy.Schromelijk, terrible. Schromen,to hesitate,dreadSchroom, m., hesitation, fear, scruple..[pulous. Schroomvallig,timid,scru- Schubbe, v., scale.. Schubdier, o., scaly animal. SchuChter,coy,shy,bashful. Schudden, to shake. Schuier, m., brush, (carpet) sweeper..[drawer.Schuif, v., move, shove,Schuifdeur, v.,sliding-door.Schuifelen, to shuffle, move noiselessly..idow. Schuifraam, o., sash-win- Schuilen, to hide ; take shelter.. [seek. Schuilevinkje,o.,bide-and- Schuilhoek, m., hiding- place. [keep close, hide. Schuilhouden (zich), to Schuilplaats, v., refuge, retreat, asylum.Schuim, o., foam, froth.Schuimbekken, to foam at the mouth. Schuimer, m., blackguard. Schuimspaan,v.,skimmer. Schuin, oblique, slanting.Schuinsmarcheerder, m., loose fish. Schuit, v., boat, barge.Schuitenhuis, o., boat- house. Schuiven, to push, shove, move on, edge up.Schuld, v., debt, fault. Schuldbekentenis,v.,note of hand, I O(we) U (you). SChuldbesef, o., conscious�ness of guilt. [guiltlessSchuldeloos, innocent,

Schuldenaar, m. debtor. Schuldig, culpable, guilty, owing..[for debt, claim. Schuldvordering, v.,action Schuren, to scour, graze. Schurft, v., scabies, scab (paarden), mange (honden), rubbers (schapen).Schurk, m., rogue, rascal. Schutsel, o., screen; prop. Schutsengel, m., guardian angel. Schutsluis, v., lock, sluice. Schutspatroon, m.,patron. Schutter, m.,rifleman,civic� guard, shot. Schuttersmaaltijd,m.,din�ner of the riflemen. Schutting, v., fence, railing, hoarding.Schuur, v., barn, outhouse. Schuurlap,m.,rubber,floor-SChuw, bashful, shy. [cloth. Schuwen, to shun, avoid. Scrupuleus, scrupulous, conscientious. Secondant, m., assistant (-master); usher. Secretaire, v., secretary. Secretaris, m., secretary, clerk..[under-secretary. Secretaris-generaal, m., SeCtie,v.,section; dissection. Securiteit, v., security. Sedert, since, for. Segment, o., segment. Sein, o., signal, sign. Seinen, to signal, wire, tele- graph.. [light. Seinlantaren, m., signal-Seinpaal, m., semaphore, signal-post. Seinwachter, m., signal� man, flag-man. Seizoen, o., season. Sek (champagne), v., dry. Sekreet, o., water-closet, Sekse, v., sex..[(w.c.). Sekte, v., sect. .[ticular.Sekuur, sure, certain, par-Selderik v., celery. SeMinarlet,smeni.,sietime.inarian. Semitisch., Senaat, m m., senate. Senator, m., senator. Sensualiteit, v., sensuality.Sentimenteel, sentimental. September, m., September. Sequestreeren, to seques� trate. Serafine, v., seraphine. Serail, o., seraglio. v. Serenade, serenade. Sergeant, m., sergeant. Sergeant-majoor, m., ser� geant-major. Serie, v., series; run (bil-Sering, v., lilac. [liards).Sermoen, o., sermon,lecture Serum, o., serum. Servet, o., serviette, napkin. Servies, o., service, set. Servituut, o., claim, obliga-Sexueel, sexual. Steer, v., sphere, orbit. Sfinx, v., sphinx. Sidderen, to shudder, quiv� er, tremble. Sier (goede � maken), to make good cheer, feast. Sieraad, o., ornament, trinket. Sierlijk, charming, elegant.Sigaar, v., cigar.Sigarenmaker, m., cigar-Signaal, o., signal. [maker. Signalement, o., descrip� tion of a person. Sijpelen, to ooze. Sijsje, o., siskin.Sik, v., goat's beard ; goatee. Sikkel, v., sickle ; reaping- hook ; (maan�) crescent. Simpel, simple,m Sinaasappel, orange. Sinds, since, for. .

Singel 137 Singel, m., outer wall, moat; strap. Sintel, m., cinder. Sinterklaas, m., Saint Nicholas, Santa Claus. Sint-Vitusdans, m.,chorea. Sirene, v., siren. Sissen, to hiss, whiz. Sits, o., chintz. Sjacheraar,m.,petty dealer. Sjako, v., shako. Spil0t, v., shallot. Sjees, v., gig, chaise.

Sjeezen, to be expelled plucked,send down,remove. Sjerp, v., scarf, sash. Sjofeltjes, shabby. Sp:Wren, to lash, seize. Sjouwen, to toil, drag, loiter about. Sjouwerman, m., dock� hand, porter. Skelet, o., skeleton, carcass. Slaaf, m., slave. Slaafsch, slavish, servile. Wean, to beat, strike, defeat. Slaap, m., sleep..[bone. Slaapbeen, o., temporal Slaapdrank, m., narcotic, sleeping-draught. Slaapdronken, heavy with sleep.. [house. Slaaphuis, 0., lodging-Slaapkamer, v., bed-room. Slaapkameraad, m., bed� fellow. Slaapkop, m., sleepy-head. Slaapstede, v., bedstead, closet-bed. Slaapster, v., sleeper. Slaapzucht, v., sleeping- evil, morbid drowsiness. Slabakken, to loiter, idle, dawdle. Slabbetje, o., bib. Slaboon, v., butter-bean, French bean. Slachten, to slaughter. Slavernij SlaChtmaand,v.,November SlaChtmasker,o.,slaughter mask. Slachtoffer, o., victim. Slachtvee, o., beasts for butchering. Slag, m., stroke, blow ; battle, fight, clap (donder). Slagader, v., artery.Slagboom, rrirriears.. s to succeed; pass.Slagen,Slager, m., butcher. Slagerij, v., butcher's shop. Slaghoedje, o., percussion- cap..[battle-array. Slagorde, v., order of battle, Slagregen, m., down-pour, shower. [shadow.Slagschaduw, v.,.cast-Slagtand, m., tusk.Slagvaardig, ready for battle, quick at repartee.Slagveld, o., battle-field. Slak, v., snail, slug. Slaken, to break ; heave. Slakkengang, m., snail's pace, slow gait. Slalepel, m., salad spoon.Slampamper, m., reveller. Slang,v.,serpent,snake,viper Slangenbezweerder, m., snake-charmer. Slangengif,o.,snake-poison, Slan , slender..[venom. Slaolie, v., salad-oil. Slap, slack ; supple; feeble. Slapeloos, sleepless. Slapen, to sleep. Slaperig, sleepy, drowsy. Slapte, v., weakness, laxity. Slaven, � to drudge, toil,

labour hard. Slavenhandel, m., slave- trade..[slavery. Slavenjuk, o., yoke of Slavenmarkt, v., slave- market. Slavernij, v., slavery.

Slavin, v., female slave. Slecht, bad; ill. Slechten, to demolish,level. Slechts, only, but merely. Slede, v., sledge, sleigh.Sledevaart, v., sleighing- party, sleigh-ride. Sleep, m., train ; retinue. Sleeperspaard, o., dray- horse, old jade. Sleepnet, o., trawl-net. Sleepsabel, v., long sword. SleeptOuw,o.,towing-cable. Sleeptouw (op � nemen), to take in tow. Sleetsch, wearing out soon. SleMp, v., milk-tea. Slempen, to carouse. Slempparty, v., carousal, spree, reve ry. Slenteren,tolounge,saunter Slepen, to drag. Slet, v., slut. Sleuf, v., groove, slot, notch. Sleur, v., humdrum way, Sleuren, to drag. [groove. Sleutel, key ; regulator

(kachel). Sleutelbeen, o., clavicle. Sleutelbloem, v., cowslip, primrose, auricula. Sleutelbos, m., bunch of Slib, v., mire, mud. [keys. Slibberen, to slip, slide. Slierbaan, v., slide. Sliersperge, v., asparagus. Slijk, o., dirt, mud. Shim, o., mucus, slime. Slijmhoest, m., pituitous cough. [brane. S I ijrnvIlea, o.,mucous mem-Slijpen, to polish; whet, sharpen. [board. Slijpplank, v., whetting-Slijpsteen, m., whetstone. S I ijtage, v., wear and tear; retail-sale. SI ijten, to wear away; retail. Siijterij, v., ginshop. Slikken, to swallow. SEIM, sly, cunning; bad. Slimmerd, m., sly-boots, deep card. Slinger, m., pendulum, tail. Slingeraap, m., longtailed monkey. Slingeren, to coil; hurl. Slingerpad, o., winding- path..[decrease. Slinken, to diminish,shrink, Slip, v., skirt, flap; lappet. Slippedrager,m.,tip-bearerSlippen, to slip, escape. Slobberen, to slabber, lap. Slobkous, v., gaiter. Sloddervos, m., slovenly person. Sleep, v., shallop,jolly-boat. SlOf, v., slipper. Sloffen, to shuffle ; be negli-Slok, m., draught,.[gent. Slokdarm, m., gullet.Slokop, m., glutton. Siena, v., dowdy person. Sloof, v., apron ; drudge. Sloop, v., pillow-case. Sloopen, to demolish, pull SlOot, v., ditch..[down. Slop, o., slum, blind alley, close..[stamped (work). Slordig, dowdy; untidy, Slorpen, to sup up, sip. SlOt, o., lock ; close; castle. Slotbewaarder, m., castel- lan.. [smith. Slotenmaker, m., lock-S I Otsom , v.,result,summary Sloven, to toil, drudge. Sluier, m., veil, muffler. Sluik, slender, lank. Sluikhandel, m.,smuggling Sluimeren,to slumber,doze. Sluipen, to steal, sneak. Slpuipce. hoek,m.,secret hiding- place. Sluipmoord, m., assassi- .

Sluis, v., lock, sluice. Sluiswachter, m., lock- keeper. Sluitboom, m., swing-gate.Sluiten, to close, shut, lock. Sluitmand, v., hamper.Sluitspier, v., sphincter. Slungel, m., lazy lout. Sluw, sly, crafty, cunning.Smaad, m., scorn, disdain, taunt. Smaadschrift, o.,lampoon. Smaak, m., taste, savour. Smaakioos, tasteless. S maakvo I, tasteful, elegant. Smachten,to pine,languish;

be thirsty. [thirsty. Smachtend, languishing, Smadelijk, scornful, dis� dainful. [appetising. Smakelijk,with an appetite, Smakeloosheid, v., taste� lessness. Smaken, to taste. [down. Smakken, to smack ; fling Smal, meagre; narrow. Smaldeel, o., squadron. Smalen, to rail at, scorn. Smalletjes, meagre, thin ; sparingly. Smaragd, m., emerald. Smart, v., sorrow,pain,grief. S Martel ij k,grievous,painful Smeden, to forge. Smederij, v., forge, smithy. Smeedijzer, o , wrought iron. Smeedwerk, o., smith's work ; wrought articles. Smeekbede, v., supplica� tion, entreaty. [cator. Smeekeling, m., suppli-Smeeken, to supplicate, implore, beseech. Smeekschrift, o., petition. Smeerkaars, v., tallow- candle..;blackguard. Smeerlap, m., dirty fellow; Smeerpoes, v., grease-pot.Smeersel, o., ointment, liniment. Smeltbaar, fusible. Smelten, to melt, smelt. Smeltkroes, m., crucible. Smeren, to grease; smear.Smerig, filthy, dirty. SMet, v., stain ; blemish. SMetten, to stain, soil, spot. Smeulen, to smoulder. Smid, m., smith. Smidse, v., smithy, forge. SMijdig, supple,manageable Smijten, to throw, fling,cast. Smoker, m., smoker. Smokkelaar, m., smuggler.Smokkelen, to smuggle. Smoordronken, dead drunk. Smoorheet, stifling hot. Smoorlijk ?ve rliefd), des�perately (in love). Smoren, to burke, smother, stifle. SMOUS, m., smoutch.Smouskond,m.,poodledog. Smout, o., grease.Smukken, to deck out. Smulbaard, m., epicure, gastronome. Smullen, to banquet, feast. Smulpaap, m., gastronome. Sneak, m., wag.Snaaksch, waggish, mon� key-spirited. Snaari v., string; doxy. Snaarmstrument, o.,strin� ged instrument. Snapachtig, talkative. Snaphaan, m., flint-lock musket..[catch. Snappen, to talk, chat; Snaps, m., dram, gin. Snater, m., mouth, gab. Snateren, to chatter,jabber. Snauwen, to snarl (at),speak harshly to.

. . Snavel, m., beak,bill,mouth. Sneb, v., bill, beak. Snede, v., cut, rasher, slice ; incision, section. Snedig, witty, sharp. Sneeuw, v., snow. Sneeuwbal, m., snow-ball. Sneeuwblind, snow-blind. Sneeuwjacht, v., snow- drift, blizzard..[drop. Sneeuwklokje, o., snow-Sneeuwpor, v., snow-man. Sneetiww1 , snow-white. Snel, rapid, quick, fast, nimble, deft..[ness. Snelheid, v., rapidity,quick�Snellen,to haste,hurry,rush. Snelpers, v., fly-press. Snelschrijver, m., shorthand writer. Snelvuur, o., rapid fire. Snerpen, to cut ; bite. Snert, v., pea-soup. [battle. Sneuvelen, to be slain in SneVen, to perish. [sharp. Snibbig, pert, snappish, SnilbanK, v., cooper's bench. Snijboon, v., French bean. Snilden, to cut, carve; dilute Snilder, m , tailor. [(wine). Snijkamer, v., dissecting- hall. Snilpunt, o., intersection. Snijtand, m., incisive tooth. Snik, m., gasp, sob. Snikheet, stifling hot,sultry. Snikken, to sob. Snip, v., snipe..[pieces. Snipperen, to cut into small Snipperuur, o., leisure time, spare hour,stolen moments. Snit, m., cut. Snoeier, m., pruner, lopper. Snoeimes,o.,pruning-knife. Snoek, m., pike. Snoepachtig, thievish, lickerish..[the sly. Snoepen, to eat dainties on Snoepgoed, o., dainties, sweets. [ming. SnOepig, nice, pretty, char-Snoepreleje, o., trip, ex� cursion. [shop, sweet-stall. Snoepwinkeltje, o., tuck-Snoer, o., string, lace, necklace. SnOeren, to lace, string. Snoes, m., darling, ducky. Snoeshaan, m., braggart. Snoet, m.,snout,muzzle,mug Snoeven, to boast (of). Snoever, m., braggart, brag� gadocio, boaster. SnOeZig, pretty, charming. Sn01, v., a bad woman. Snood, heinous, base,sordid. Snoodaard, m., villain, miscreant. Snor, v., moustache. Snorken, to snore. Snorkerij, v., braggartism, rodomontade ; rant. Snorken, to whiz; whir. Snot, o., mucus, snot. SnotjOngen,m.,saucyfellow Snotteren, to snivel, blub- ber.. [sniffer. Snuffelaar, m., snuffler, Snuffen, to sniff. [telligent. Snugger, clever, sharp, in- Snuff, v., snuff. Snuisterij, v., bric-a-brack, knicknacks..[trunk. Snuit, m., snout, muzzle, Snuiten, to blow one's nose. trim a candle..[snuffle. Snuiven, to take snuff; Sober, sober, scanty. Sociaaldemocraat, m., social-democrat. Socialist, m., socialist. Societeit, v., club. Soda, v., soda. Sodawater, o., soda-water. Soebatten,to coax; implore. Soep, v., soup.

Soepbord, o., soup-plate. Soeplepel, m., soup-ladle. SOee, v., puffed cake. Soezen, to be absent- Sofa, v., sofa..[minded. Seta, v., soy. SO, v., sock. Soldaat, m., soldier. Soldeeren, to solder. Soldij, v., pay. Solidair, solidair, conjointly Sofide, solid. [responsible. Solien, to toss about, tease. Sollicitatie, v., application,

sollicitation. Solospel, o., solo. Som, v., sum ; problem. Somber, sombre, dark,

gloomy, dull..[call up. Sommeeren, to summon, Sommige, some..[then. SOMS, sometimes, now and Somtijds, now and then. Sonate, v., sonata. Sonde, v., sound, probe. Sonnet, o., sonnet. SOCHI, v., sort, species, kind. Soortgelijk, suchlike, of the

same kind. Sop, o. en v., broth ; sop. Sophist, m., sophist. Soppen, to sop, steep. SOpraen, v., soprano, treble. Sorteeren, to assort, sift, Sortie, v., check..[select. Souffleur, m., prompter. Souper, o., supper. [eignty. Souvereiniteit, v., sover-Speak, v., spoke, spar. Spaander, m., chip,shaving. Spaansch, Spanish. Spaarbank,v.,savings-bank. Spaargeld, o., savings (pl.). Spaarzaam heid, v., econo� my, frugality. Spade, v., spade. Spalken, to splint ; cleave, Spalk, v., splint. Span, o., team, set, pair. Spanjaard, m., Spaniard. Spannen, to stretch, bend ; harness..[suspense. Spanning, v., stretching ; Spanzaag, v., frame-saw. Spar, m., pine-tree. Sparen, to save ; spare. Spartelen, to sprawl, flounder. Spat, v., spot, speck. Spatel, v., spatula. Spatten, to splash ; splutter. Specerij, v., spices. Specht, m., wood-pecker. Specialiteit, v., speciality; specialist. [ter. SpeCie,v.,species, sort; mat- Specifiek, specific. SPeOuleeren, to speculate; to s� (for the fall, for the Speeksel, 0., saliva. [rise). Speekselklier, v., salivary- gland. Speelbal,m.,play-thing,toy. Speelbank, v.,gaming-table Speeldoos, v., musical box. Speelgenoot,m.,playfellow Speelgoed, o., toys (pl.). Speelhol, o., gambling-den. Speelkaart,v.,playing-card. Speelplaats, v., play�ground ; covered play�ground. range. Speelruimte, v., margin, Speelsch, playful. [debt. Speelschuld, v., gambling-Speeltuig, o., musical in� strument. Speeltuin, m., play-garden. Speelziek, fond of gam� bling, playful. [gambling. Speelzucht, v., passion for Speen, v., teat; comforter. Speenkruid, o., pile-wort. Speer, v., spear, lance. Spek, o., bacon, pork, lard. Spekken, to lard ; line.

Speknek, m., fat neck. Spekpannekoek, m., pan�cake with bacon. Spekslager, m., pork- butcher. Spektakel, 0., din;spectacle. Spel, o., game, play. Spelbreker, m., mar-game, Speld, v., pin..[kill joy. Speldengeld,o.,pin-money Speldenkussen, o., pin� cushion. Speldeprik, m., pin-prick. Spelen, to play. Speler, m., player. Speling, v., variety. Spelkunst, v., orthography. Spellen, to spell..[grotto. Spelonk, v., cavern, cave, Spenen ; zich � van, to wean from, abstain from. Sperren, to bar. Sperge, w., asparagus. Sperwer,m.,sparrow-hawk. Speten, to put on the spit. Speuren, to spy, trace. Speurhond, m., sleuth� hound..[peaky, lanky. Spichtig, tall and thin, Spiegel, m., mirror ; specu- lum.. [image. Spiegelbeeld, o., reflected Spiegelgevecht, o., sham- fight. Splegelglas, o., plate-glass. Spier, v., muscle. Spiering, m., smelt. [force. Spierkracht, v., muscular Spiernaakt, -stark-naked. Spierstelsel, o., muscular system. Spies,'v., dart, spear,lance. Spietsen, to pierce, spear, empale. Spijker, m., nail, hob. Spijkeren, to nail. Spill, v., bar, cross-beam. Spijs, v., meat, food. Spijskokerij, v., eating- house. Spilt, v., spite; grief, regret. Spijten, to be sorry for, be vexed at. Spijti%, spiteful, cross. Spijzigen,to feed,give to eat. Spikkel, m., speck. Spiksplinternieuw, spick and span, brandnew. Spil, v., pivot, axis, pin. Spiliebeen, o., spindle-leg. Spilleleen, o., spindle-side, female side in descent. Spilziek, prodigal,thriftless. Spin, v., spider. Spinazie,v.,spinage,spinach Spinde, v., pantry. Spinhuis, o., house of cor� rection. Spinnen, to spin; purr. Spinnerij, v., spinning-mill. Spinneweb, v., cobweb. Spinnewiel, o., spinning-Simon, m., spy. [wheel. Spionneeren, to spy, pry about. Spires!, v., spiral. Spiritistisch, spiritualistic. Spiritus, m., spirit, alcohol. Spit, o., spit ; lumbago. Spits, pointed..[beard. Spitsbaard, m., pointed SpitSbOef, m., scoundrel, rascal.. [prick. Spitsen, to taper, point; Spitsmuis, v., shrew (-mouse). Spitsneus, m.,pointed nose. Spitsvondig, subtle, acute. Spleet, v., cleft, fissure, crev�Splijten,to cleave,split. [ice. Splinter, m., splinter. Splinterbreuk, v., fracture. Split, o., fent, slit.Splitsen, to divide, splice, separate. Spoed, m., speed, haste. .

Spoeden (zich), to speed, hurry. Spoedig,speedy,soon,quick. Spoedvereischend, ur- gent..[rinsing-beverage. Spoeldrank, m., gargle, Spoelen, to rinse, wash. Spoelkom, v., slop-basin.

Spoeling, v., rinsing; draff, hog's wash.

SpOelwOrm,m.,belly-worm Spoken, to haunt, walk, roam.

Sponde, v., couch, bed. Spons, v., sponge. Spontaan, spontaneous. Spook, o., ghost, spectre, apparition..[ghost-story.

Spookgeschiedenis, v., Spoor, v. en o.,spur; railway, trace, footstep, track, rail. SpoOrbOekje,o.,time-table. Spoorbrug, v., railway- bridge..[ticket. Spoorkaartje, o., railway-Spoorlijn, v., railroad, line. Spoorloos, trackless. Spoorslags, poste haste. Spoortrein, m., train. Spoorwagen, m., railway- carriage..[way-station. Spoorwegstation, o., rail-Spoorwijdte, v., gauge. SpOren, to spur ; go by rail, train. Sport, v., sport ; rung. SportheMd,o.,blazer,jersey. Sportterrein, o., recreation ground. Sportwagen, m., mail-cart. Spot, m., raillery, joking, mockery. Spotboef, m., joker, jester. SpotdiCht,o.,satirical poem. Spotlust, m., love of satire. Spotprijs, m., low prt, ieer ice Spotten, to mock at, at, scoff. Spotternij, v., mockery, jest, Spraak, v., language. [fun. Spraakgebruik, o., usage, idiotism. [er of speech. Spraakvermogen, o., pow-Spraakzaam heid,v., talka� tiveness, communicative�

ness. [tied. Sprakeloos, dumb, tongue-Spreekbeurt, v., discourse. Spreekkamer, v., consult� ing-room, parlour. S preekteal ,v.,1 lying speech. Spreekuur, o., consultation- hour. [adage. Spreekwoord, o., proverb, Spreeuw, m., starling; wag. Sprei, v., counterpane, bed� spread. Spreiden, to spread. Spreken, to speak, talk, converse..[dot. Sprenkelen, to sprinkle, Spreuk, v., phrase, device, motto. Spriet, m., sprit, feeler. Springbok, m., antilope. Springbron,v., source, foun- tain.. ump. Springen, to spring, leap, Spring-in-'t-veld,m.,giddy� head, wild spark. Springlevend, alive and kicking..'.[pole. Springstok, m., leaping-Springveer, v., spring. Springveerenmatras, v., spring-matrass. SpringviOed,m.,spring-tide. Sprinkhaan, m., grass� hopper, locust. Sprits, v., fritter. Sproeien, to water. [cart. Sproeiwagen, m., water-SprOetig, freckled, freckly. Sprokkelen, to pick wood. Sprokkelmaand, v., Febru� ary. .

Sprong, 'in., jump, bound, spring..[nursery-tale. Sprookje, o., fairy-tale, SprOt, v., sprat, sardine.Spruit,v.,sprout,shoot,sprig.Spruilicool, v., Brussels sprouts..[aphtha.Spruw, v., milk-thrush, SpUlan? to let out water ; to let in fresh air. Spuigat, o., scupper-hole.Spuit, v., syringe, squirt. Spuiten, to spout, squirt.Spuitwater, o., soda-water, aerated water. SpUrrie, v., spurry,sain-foin.Spuwbak, m., spittoon.Spuwen, to spit.Staaf, v., bar..[in bars. Staafijzer, o., bar-iron, iron Staak, m., pole, stake.Staal, o., specimen ; steel. Staalboek, o., pattern-book, sample-book.Staaldraad, m., steel-wire. Staalwater, o., chalybeate Staan, to stand. [water.Staangeld, o., stall-money.Staanplaats, v., stand ; standing (for cabs). Staar, v., cataract. Staart, m., tail. Staartbeen, o., coccyx.Staartster, v., comet. Staat, m., state, condition, rank ; list. Staatkunde, m., politics. Staats bes I u it, 0., decree (government). Staatscourant, v., official gazette, Government daily paper. [state, civil service. Staatsdienst, m., office of Staatsexamen, o., matricu� lation, government-exami� nation..[stroke. Staatsgreep, m., state-Staataie,v.,pomp,ceremony. Staatskerk, v., Established Church, State-church. Staats I oterij, v., state- lottery.Staatsman, m., statesman.Staatsraad, m., state-coun� cellor ; Privy Council.Staatsschuld, v., national debt. [of the government.Staatstoezicht, o., controlStaatswet, v., constitu� tional law. Stad, v., town, city.Stade, te, serviceable. Stadgenoot, m., fellow- citizen. Stad houder,m., stadtholder Stadhuis, o., townhall. Stadhuiswoord, o., law- term.. [town.Stadsgezicht, o., view of a Stadswapen, o., city-arms.Stadwaarts, townward. Staf, m., staff; rod. Stafmuziek, v., band of a regiment.Staken, to stop ; strike.Staketsel,o.,palisade,fence.Stakker, m., poor devil, poor fellow.Stal, m., stable. Stalkouder, m., job-master. Stallen, to stable ; house. Starr, m., trunk; tribe. Stamboom, m., genealogical tree, pedigree.Stamelen, to stammer. Stamhouder, m., male heir, son and heir. Stamhuis, o., dynasty. Stampen, to stamp, pound.Stampvoeten, to stamp one's feet. Stampvol, chokeful, cram� med, crowded with people. Stamrooe, v., rose-tree. Stamvader, m., ancestor, progenitor.

Stand,m.,position; standing. Standaard, v., standard. Standbeeld, o., statue. Standhouden,to stand firm Standje, o., row ; rebuke. Standplaats, v., stand,

standing-place, station. Standpunt,o., point of view. Standvastig, firm,constant. Stang, v., bar, pole. Stank, m., stench, stink. Stap, m., step, pace. Stapel, m., pile, staple. Stapelplaats,v.,emporium, staple. Stappen, to step, stalk. StapV0ete, at a foot's pace. Staren, to stare. Star0Ogen, to gaze. Staten-generaal (mv.), m., states-general. Statig, stately, majestic. Station, o., station. Statistiek, v., statistics. Statuut, o., statute. Stavast (van), solid, firm, robust, resolute. Staven, to confirm. Stearine, v., stearine. Stedeling, m., inhabitant of a town.. [still. Steeds, ever, continually, Steeg, v., lane, alley. Steek, m., sting, stab ; three-cornered hat. Steekhoudend, sound, val- id, consistent..[tilt. Steekspel, o., tournament, Steel, m., haft, handle; stem. Steelswijze, by stealth. Steen,m., stone,brick;kernel Steenachtig, stony. Steenbakker, m., brick- maker. Steenbikker, m., stone� cutter. [capricorn. Steenbok, m., stone-buck ; Steendruk, m., lithography. Steenhard, as hard as stone. Steenhouwerij, v., stone� cutter's yard. Steenigen, to stone. Steenkool, v., pitcoal, coal. Steenperiode, v., stone

period. Steenpuist, v., boil. Steenvorming, v., petrifac� tion.. [throw. Steenworp, m., stone's Steiger, m., landing-place;

scaffolding. Steil, steep, bluff. Steilte, v., steepness. Stek, v., cutting, sprout. Stekeblind, batblind. Stekel, m., prick, thorn, sting, spine.

Stekelvarken,o.,porcupine Steken, to sting, stab, prick. Stelkunde, v., algebra. Stellage, v., scaffolding. Stellig, positive. Stelling, v., position; thesis,

theorem. Stelpen, to stop, staunch. Stelregel, m., principle, maxim. Stelsel, o., system. Stelselmatig, systematical. Stelt, v., wooden leg; stilt. Steltenlooper, m., one who goes upon stilts; stilt. Stem, v., voice; vote. Stem bus , v.,ballot-box,pol 1. Stemgerechtigd, entitled to a vote. Stemmen, to vote; tune. Stemmig, grave, sober. Stempel, m., stamp, hall� mark. Stempelen, to stamp,mark. Stempelpers, v., stamping-press. Stemrecht, 0., suffrage, franchise. Stemspleet, v., glottis. . . Stengel,m..stalk,stem,bladeStenograaf, m., stenogra-pher, shorthand writer.Stenogr aphie,v.,shorthand Stentorstem, v., stentorian Ster, v., star..[voice.Sterfbed, o., death-bed. Sterfeliik, mortal. Sterfhuis, o., house of mourning.Sterftecijfer, o., death-rate. Stork, strong, robust, firm. Sterkwater, o. aqua fortis. Sterrekers, v., garden-cress. Sterrenbeeld, o., constel� lation. Sterrenhemel, m., firma� ment, starry sky..[my. Sterrenkunde, v., astrono-Sterveling, m., mortal. Sterven, to die, decease. Stervensnood, m., agonies of death. Stervormig, star-shaped. Stethoscoop, m., stetho� scope. Stets n ,m.,support,sta y,prop.Steunpunt, o., point of support, beam-centre. Steur, m., sturgeon, sterlet.Steven, m., prow.Stevenen, 'to set sail for. Stevif, firm, solid, strong. Stich effjk, edifying. Stichten, to found, build, establish..[brother. Stiefbroeder, m., step- Stiefkind, o., step-child. Stiefmoederlijk, grudging� ly, niggardly.Stier, m. bull, steer. Stijf, stiff, strong, hard. Stijfhoofdig, obstinate,

headstrong..[son. Stijfkop, m., obstinate per-Stijfsel, v., starch. Stilfster,v.,starcher. [born. Stijfzinnig, obstinate, stub-Stilgbeugel, m., stirrup.Stijgen, to ascend; mount, Still, m., style. [rise. StiNen, to fortify; starch, stiffen. Stikdonker, pitch-dark.Stikken, to suffocate, stitch. Stikstof, v., nitrogen. Stil, still, silent, quiet. Stilet, o., stylet..[calm. Stillen, to silence, quench ; Stilletjes, still, quietly. Stiletaan,to stop; stand still.Stilstaand, standing still; stagnant.Stilzwijgend, silent, tacit. Stinken, to stink. Stinkpoel, m., cesspool.Stip, v., point, dot.Stipt, punctual, accurate. Stiptheid, v., punctuality, precision.Stoeien, to romp. Stool, m., chair. Stoelenmatter, m., chair� bottomer..[cation. Stoelgang, m., stool ; defe-Stoep, v., stews). Stoet, m., train, procession.Stoeterij, v., stud. Stof, o. en v., dust ; material,

matter..[duster. Stofdoek, m., dust-cloth, Stoffeeren, to furnish. Stoffel, m., simpleton,block�head, clumsy fellow. Stoffelijk, material. Stoffer, m., dusting-brush, Stofflg, dusty..[duster. Stofgoud, o., gold-dust. Stofregen, m., drizzling rain, drizzle. Stofwisseling, v., nutrition and elimination. Stofwolk, v., cloud of dust. Stok, m., stick, cane, staff. Stokdoof, stone-deaf. Stokebrand, m., firebrand. Stoken, to fire up, stoke, stir the fire, distil (spirits). Stoker, m., stoker, fireman. Stokoud, far gone in years. Stokpaard,o., hobby(-horse) Stokrooe, v., rose-mallow. Stollen, to coagulate,congeal Stelp, v., globe, glass-bell. Stern, dumb ; mute. Stomdronken, dead drunk. Stommeknecht,m., dumb� waiter.

Stommelen, to clatter, make a loud noise.

Stommiteit, v., stupidity, blunder.

Stomp, m. en v., push, thrust ; stump ; stub.

Stomp, obtuse, stumpy ; blunt, dull.

Stomphoekig, obtusangu� lar.. [stupid. Stompzinnig, blunt, dull, Stoof,v., foot-warmer wood- stove. Stookplaats, v., hearth,fire-Stoem, m., steam. Stoomboot, v., steamer. Stoomen, to steam ; smoke. Stoomfluit,v.,steam-whistle Stoomgemaal,o.,dredging� machine..[power. Stoomkracht, v., steam-Stoomspu it,v.,steam-pump Stoomtram, v., steam-tram. Stoomwezen, o., locomo- tion. [confusion, disorder. SteerMS, v., disturbance, Stout, m., thrust, push, stab. Stootbalk, m., cleat. SteOten, to thrust, stab, hit, push ; jerk..[ious.

Stootend, shocking; obnox- Stop, v., bung. Stoplap, m., darning-cloth ;

stop-gap. [needle. Stopnaald, v., darning�-Steppe!, m., Stoppelbaard, m., bristly beard. [field. Stoppelveld, o., stubble Steppes, to darn ; arrest. Stopwoord, o., expletive, stop-gap. Storen, to disturb, derange. Storm, m., storm, tempest. Stormachtig, tempestuous,

stormy. [roar. Stormen, to storm, assault ; Stortbad, o., shower-bath. Stortbui, v., heavy shower. Storten (tranen), to shed. Stortzee, v., heavy sea. Stotteren, to stammer, stutter. Stout, naughty; bold, daring. Stoutmoedig, undaunted. Stoven, to smother, braise, stew. Stovenzetster, v., woman who provides foot-stoves. Straal, m., ray, flash; radius. Straalbreking, v., refrac� tion. [engine. Straalpijp, v., tube (of a fire-Street, v., street ; straits. Straatdeun, m., street-song, vulgar ditty. [street-door. Straatdeur, v., front door, Straatjongen, m.,streetboy, arab. [musician.Straatmuzikant, m., street Straatschender,m.,brawl�

er. [stone.Straatsteen, m., paving-Straatveger, m., scavenger, crossing-sweep. Straatweg, m., high-road. Straf, v., punishment, penal�

ty. [dictable. Strafbaar, punishable ; in-Sfraffeloos, unpunished. Strafkolonie,v.,tramp colo� ny, penal industrial settle�ment. Strafport, o., extra postage. .

Straftijd, m., time of punish� ment. [imposition. Strafwerk, o., extra task, Strafzaak, v., criminal case. Strak, tight, set, rigid,severe. Straka, some time ago; by

and by. Stralen, to radiate, beam. Stralenkrans, m., aureole, nimbus, halo. Stram, stiff, rigid, inflexible. Strand, o., beach, strand, sands. [miscarry. Stranden, to strand ; fail ; Strandstoel, m.,wind-chair Strandvonder, m., wreck- master. [region. Streek, v., stroke, blow; Streelen, to caress, stroke. Street, v., stripe, line, dash. Strek en, to stretch,extend, reach. [purpose. Strekking, v., tendency, Stremmen, to coagulate; curdle ; obstruct. Streng, v., skein ; trace. Streng, severe,rigorous,rigid Strengelen, to twist. Streven, to aspire, strive. Striem, v., wale, weal,stripe. Strijd, m., fight, combat, battle. Strijdbaar, warlike,martial. Strijdlust, m.,warlike spirit. Strijdmakker, m., fellow- warrior. Strijdperk, 0., lists; arena. Strijdros, o., war-horse, charger. [trim, game. Strijdvaardig, in fighting Strijdvraag, v., question at issue, controversy. Strijkage, v., curtsey, genu� flexion. Strijken, to stroke ; strike. Strijkijzer, o., flat-iron. Strijkinstrument,o.,string� ed instrument.

Strijkorkest, o., stringedband. Strijkster, v., ironer, laun� dress. [stick. Strijkstok, m., bow, fiddle-Strik, m., knot, bow; trap. Strikken, to knot; ensnare, lay snares.

Strikt,strict,precise,accurate Strikvraag, v., catch-(ques� tion), poser. Stroef, rough, grumpy. Strompelen, to stumble, dodder about. Str00, o., straw..[straw. Str0Ohalm, m., (stalk of) Strooibiljet, o., handbill. Str0Oien to strew, spread, Str0Oieel, o., litter. [litter. Strook, v., band, strip, flounce, frill. Strooken, to tally with, suit. StrOOm m., stream, current, '

torrent. [stream. Stroomafwaarts, down-Stroomatras,v.,siraw-mat- tress. Stroomen, to stream, flow. Stroomgebied, o., river- basin. [of a current. Stroomsterkte,v.,intensity StrOomverenelling,v.,rap- ids (pl.). Stroop, v., treacle, syrup. StrOOpapier,o.,straw-paper Stroopen, to pillage, maraud; strip, skin. Strooper, m., poacher. Stroopop, v., man of straw. Strop, m., rope; halter. Stropdas, v., stock. Strophe, v., strophe. StrOt, m., throat, throttle. StruCtuur, v., structure. Struif, v., omelet. Struik, m., shrub, bush. Struikelblok, o., stumbling- block.

Struikelen, to stumble, be tripped up. Struikgewas, o., shrubs. Struikroover, m., highway-Struis, m., ostrich..[man. Struisveer, v., ostrich- feather. Struweel, o., small shrub. Studeeren, to study ; read. Studeerkamer, v., study. Student, m., student. Studentenhaver, v., al- monds and raisins. Studentikoos,student-like. Studie, v., studies, study. Studiejaar, o., year of study. Stug, sullen, surly. Studzand, o., sand-drift ; very fine sand. Stuip, v., convulsion. Stuiptrekking, v., convul� sive movement. Stuit, v., rebound; coccyx. Stuiten, to rebound, knock against [ious. Stuitend, shocking, obnox- StuiVen, to rush ; dust, raise StuiVer, m., penny. [dust. Stuk, o., piece, bit, morsel. Stuk, broken. Stukadoor, m., plasterer. Stukgoed, o., piece-good,

case-good. Stukslaan, to smash. Stulp, v., hut, hovel, shed. Stumper, m., poor fellow, wretch. Stumperig, wretched. Sturen, to send; direct, steer. Stut, m., stay, prop, support. Stuurboord, o., star-board. Stuurman, m., chief mate, coxswain. Stuursch, cross, sullen. Stuwadoor, M., freighter. Stuwen, to stow ; dam up (the water). Styx, m., styx. SubCommissie, v., sub� committee. Subjectief, subjective. Sublimaat, o., sublimate. Subsidie, v., subsidy, public grant, subvention. Substituut-griffier,m.,sub� stitute-registrar. Succes, o., success. Successie, v., succession. Suf, dull, doting, dense. Sullen, to dote. Suggestie, v., suggestion. Sulker, m., sugar. [sugar. Suikeraccqns, m., duty on Suikergoed, o., confits, sweet-meats. Suikeroom, m., rich uncle. Suikerplantage, v., sugar- plantation. Suikerpot, m., sugar-basin. Suikerraffinaderib v., sugar-refinery. Suikerriet, o., sugar-cane. Suikerwater, o., sugar and water. Suikerziekte, v., diabetes. Suizebollen, to be giddy. Suizen, to sigh, sough; whiz. Sukade, v., candied lemon-peel. Sukkel, m., poor wretch. Sukkeldraf, m., jog-trot, egg-trot. Sukkelen, to be sickly; rub on in a miserable kind of way. Sul, m., simpleton, noodle. Sullebaan, v., slide. Sultan, m., sultan. Sultane, v., sultana. Supplement, o., supple� ment, supplementary sheet. SuppOOst, m., door-keeper. Surrogaat, o.,succedaneum, substitute, Suspect, suspected. Sussen, to pacify, silence.

Syllabus, m., syllabus. Synagoge, v., synagogue. Sympathie, v., sympathy, Syndicaat, o., syndicate.fellow-feeling. Synode, v., synod. Sympathiseeren,tosympa-SynOniern, synonymous.thise. Syphilis, v., syphilis. Symphonie, v., symphony. Systeem, 0., system. T. Taai, tough, stiff; tenacious. Task, v., task, task-work. Taal, v., language; tongue. Taaleigen, o., idiom. Taalfout, v., grammatical mistake. Taalkunde, v., philology. Taalmeester, m., teacher of languages. Taankleurig, tawny. Taart, v., tart, fancy-cake. Tabak, v., tobacco. Tabaksbouw, v., tobacco culture. Tabaksdoos, tobacco-box. Tabakskerver, m.,tobacco� cutter. Tabakspijp,v.,tobacco-pipe Tabaksplant, v., tobacco- plant..[co-plantation. Tabaksplantage, v., tobac-Tabbaard, m., robe, toga, gown. Tabs', v., table, index, list. Tabellarisch, tabular. Tabernakel, m., tabernacle, Tabouret, v., stool, tabouret. Tachtig, eighty. Tachtiger, m.,octogenarian. Tact, m., tact. Tacticus, m., tactician. Tactiek, v., tactics. Taf, v., taffeta, taffety. Tafel, v., table ; index. TafeldanS,m.,table-turning. Tafeldienen, to wait at table.

Tafellaken, o., table-cloth. Tafelschel, v., table-bell. Tafelschuier, m., crumb- brush..[sponger. Tafelschuimer, m., Tafereel, o., picture, scene. Tak, m., branch, bough. Takel, m., tackle, pully. Takelen, to hoist up ; rig. Takkenbos, m., faggot. Taks (hond), m., dachs- hund, German badger-dog. Talen, to- wish, long. Talent, o., talent, gift. Talhout, o., faggot-sticks. Talisman, m., talisman. Talk, v., tallow. Tal I oos, numberless. Talmen, to linger, delay, loiter. Talmud, m., talmud. Talon, m., talon, counterfoil. Talrijk, numerous. Tam, tame, domesticated. Tamarinde, v., tamarind. Tamboer, m., drummer. Tamelijk, middling, rather. Tampon, v., tamkin. [tine. Tand, m., tooth ; cog; prong, Tandeloos, toothless. Tandenborstel, m., tooth- brush.. [pick. Tandenstoker, m., tooth-Tandheelkunde, v., dentis� try, dental surgery. Tandmeester, m., dentist. Tandpijn, v., tooth-ache. Tandpoeder, 0., tooth- powder, dentifrice. [rail. Tandrad, o., cog-wheel ,rack-Tend v leesch, o., alveoles, gums.Tanen, to fade, eclipse. Tang, v., tongs (pl.). Tangens, v., tangent. Tan ig, tawny. Tante, v., aunt, auntie. Tapijt, o., carpet. Tapisserie, v., tapestry, embroidery.Tapkast, v., buffet, bar. Tappen, to retail liquors ; keep a public-house. Tapferibv.,gin-shop,public-Tap toe, v., tattoo. [house. Tarbot, v., turbot..[fare. Tarief, o., tariff, regulation Tarten, to defy, provoke. Tarwe, v., wheat ; (Turksche �) maize..[bread. Tarwebrood, o., wheaten Tasch, v., pocket,bag,pouch. Tact, m., feeling. Tastbaar, palpable.Tasten,to'feel,grope,fumble. Taxatie, v., appraisement. i

Te, at, to, in; too. Techniek, v., technics. Technoloog, m., technolo- gist.. [loving. Teeder, tender, delicate, Teef, v., female dog. Teeken, o., sign,mark,proof. Teekenaar, m., draughts- man, pattern-drawer. Teekenbord, o., drawing- board.. [sign. Teekenen, to sketch, draw ; Teekening, v., drawing, sketch, design. Teekenmeester, m., draw- ing-master..[pen. Teekenpen, v., drawing-Teekenschool,v.,drawing� school.

Teelaarde,v.,mould,humus. Teelt, v., cultivation ; breed. Teen (toon), m., toe. Teen (twijg), v., osier, twig, Teer, o., tar..[rod. Teercapsule, v., tar-cap: sule..[sensitive, tender. Teergevoelig, delicate, Teerkost,m.,provisions(pl.).Teerkwast, m., tar-brush. Teerling, m. die. Tegel, m., tile..[works.Tegelbakkerij, v., tile-Tegemoetkoming, v., com� pensation, indemnification. Tegenbericht, o., counter- statement..[visit.Tegenbezoek, o., return-Tegendeel, o., contrary.Tegendruk, m., counter� pressure, reaction. Tegeneten,to takealoathing from eating..[oppose.Tegengaan, to arrest ; meet; Tegengesteld, opposite.Tegengift, o., antidote. Tegen hanger, m., pendant.Tegenhouden, to arrest; check.. [resist.Tegenkanten, to oppose,Tegenkomen, to meet. Tegenlachen, to smile upon..[ral ; monstrous. Tegennatuurlijk, unnatu-Tegenover, opposite to, overagainst. [ry, opposite. Tegenovergesteld,contra-Tegenoverstaand, op�posite. Tegenpartij, v., adversary, antagonist, opponent. Tegenpraten, to contradict. Tegenschrijven, to write against..[against, resist.Tegenspartelen, to kick Tegenspelen, to play against..[distress.Tegenspoed, m., adversity,

Tegenstaan, to loathe; resist. [opposition. Tegenstand, m., resistance, Tegenstelling, v., contrast. Tegenstemmen, to vote against. [strive against. Tegenstreven, to oppose, Tegenstrijdig, contra- dictory. [ment.Tegenvaller,m.,disappoiht-Tegenvoeter, m., antipode, antecian. Tegenweer, v., resistance. Tegenwerken, to thwart, cross. [tion, refutation. Tegenwerping, v., objec-Tegenwicht, o., counter- weight. [present. Tegenwoordig, at present ; Tegenwoordigheid, v., presence. [posite side. Tegenzijde, v., reverse, op-Tegenzin, m., aversion, an� tipathy. [credit. Te goed (houden), to give Te hula, at home. Tell, v., basin. Teint, o., teint, colour. Teisteren, to scourge; rav� age, devastate, desolate. Tekort, o., deficit, deficiency. Tekortkoming, v., short� coming, trespass. Tekst,m.,text;words,lihretto Telastlegging, v., imputa� tion, charge..[able. Telbaar, countable, numer-Telegraaf, v., telegraph. Telegraafkantoor, o., tele� graph-office. Telegraafpaal, m., tele�graph-post. Telegrafiat,m.,telegraphist; telegrapher..[telegram.Telegram, o., despatch,Telegrapheeren, to tele� graph, cable, wire. Telen, to cultivate; breed. Telephoneeren, to tele- phone. [phone-cable. Telephoonkabel, m., tele -Telescoop, m., telescope.Teleursteliing, v., disap� pointment.Telg, v., sprout, shoot.Telganger, m., ambler. Telkens, every moment, at every time, repeatedly. Tellen, to count, number. Teloorgaan, to be lost. Telwoord, o., numeral. Temen, to drawl, whine. Temmen, to tame, subdue. Tempel, m., temple. Tempelier, m., templar. Temperament, o., temper- ament, temper. Temperatuur, v., tempera-Tender, m., tender. [ture. Tenger, slight, slim, slender,

delicate. Tenor, m., tenor. Tent,v., tent, marquee;booth. Tentamen, o., preliminary examination..[bition. Tentoonstelling, v., exhi-Tentwagen, m., tilt-carri� age, hooded carriage. Tenzij, unless. Tepel, m., teat; nipple. Tepronkstelling,v.,putting in the pillory. [interment.

Teraardebestelling, v., Terdege, thoroughly, duly. Terechtstaan, to appear before the judge, stand trial. Terechtstelling, v., execu�tion. [snub. Terechtwijzing, v., blame, Teren, to tar; waste away. Tergen, to tease, nag, tor� ment. Tering, v., expense; con�sumption, phthisis. Teringlijder, m., consump�tive person.

Terloops, by the way, in� cidentally..[phrase. Term, m., term, expression, Termijn, m., term, time. Terp, v., terp, mdund. Terpentijn, v., turpentine Terras, o., terrace. Terrein,o., building-site,plot Tersluiks, stealthily, on the sly..[again. Terug, backward; back, Terugbrengen, to bring back ; reduce..[from. Terugdeinzen, to shrink Terugeischen, to reclaim, demand back. Teruggaan, to go back, go down. Teruggang, m., going back. Teruggeven, to return, re� store, give back. Terughoudend, reserved. Terugkaatsen, to reflect ; throw back ; rebound. Terugkomst, v., return. Terugloopen, to run back ; flow back. Terugnemen, to take back. Terugreis,v.,home-journey; return-voyage..[back. Terugroeping,v., recall,call Terugslag, m., reverse, throwing back. Terugtocht, m., retreat. Terugtrekken, to retreat, retire..[retrospective. Terugwerkend,retroactive, Terugwijken, to retreat, recede. Terugwijzing, v., refusal. Terugzending, v., sending back. Terugzien, to see again. TerwljI, while, whilst, as. Terzijdestelling, v., setting aside. [last will. Testament, o., testament, Testateur, m., testator. Teug, v., draught, mouthful. Teugel, m., rein ; bridle. Teugelloos, unbridled. Teuten, to loiter. Teutkous, m., slow coach. Tevens, at the same time besides..[ment. Tevredenheid, v., content-Teweegbrengen, to bring about, effect. Thaler, m., thaler. Thans, at the present time, presently. Theater, o. theatre. ' Theatraal,theatrical,stagey. Thee, v., tea..[tray. Theeblad, o., tea-leaf; tea-Theedoek, m., tea-cloth. Theeketel, m., tea-kettle, tea-urn. Theekopje, o., tea-cup. Theelepel, o., tea-spoon. Theelood, o., lead-toil. Theepot, m., tea-pot. Theeroos, v., a special kind of rose. Theetuin, m., tea-garden. Theevisite, v., tea-party. Theewater, o., tea-water, hot water for tea. Theologie, v., theology. Theorie, v., theory. Theosophie, v., theosophy. Thermometer, m., ther- mometer. Thesaurier, m., treasurer. Thuiskomst, v., return (home). Tichel, m., brick, tile. Tien, ten. Tiend, o., tithe. Tiendplichtig, tithable. Tienmaal, ten times. Tieren, to bawl ; thrive. Tierig, thriving. Tij, o., tide. Tijd, m., time ; ('t is hoog tijd) time is up.

Tijdelijk, temporary, tem po-Tildens, during..[ra). Tijdgenoot, m., contem- porary..[good time. Tijdig, betimes, timely, inTijding, v., news, tidings. Tijdkorting, v., pastime. Tijdroovend, tedious, pro-

tracted..[period. Tijdruimte, v,.space of time, Tijdschrift, o., periodicalTijdstip, o., epoch. [(paper). Tijdvak, o., period.Tijdverdrijf, o., pastime. Tijdverlies, o., loss of time.

fixer, m., tiger.

Tijgerkat, v., tiger-cat. Tijgervel, 0., tiger's skin. Tik, m., touch,pat,knock,tap. Tikken, to tick, tap, pat. Tiktakken, to tick-tack. Tilbaar, liftable. Tilbury, m., gig. Tillen, to lift, heave, rise. Timmeren, to carpenter,

construct. Timmerman, m., carpenter. Timmerwerf, v., carpenter's Tin, o., tin..[yard. Tinmijn, v., tin-mine. Tinne, v., pinnacle. Tinnegieter, m., tinman ; tinker.. [tinge. Tint, v., tint, shade, touch, Tintelen, to tingle, sparkle. Tip,m.,tip,corner;peak,point. Tiran, m., tyrant. Tirannie, v., tyranny. Titel, m., title. Titelplaat, v., frontispiece. Titulair, titular, nominal. Tjalk, v., tjalk, hoy. Tobbe, v., tub..[toil. Tobben, to worry; drudge, Tobber, m., drudge, toiler. Toch, yet,though,for all that. Tocht, m., draught; expe� dition, march. Tochten, to cause a draught; yearn for. Tochtscherm, o., screen. Toe, towards; closed, shut. Toebehobren, o., accesso- ries, belongings, (pl.) Toebereiding, v., prepa� ration..[the hook. Toebijten, to bite; swallow Toebinden, to bind up, tie. Toedekken, to cover up, tuck in..[accuse of. Toedichten, to impute to, Toedienen, to administer, Toedoen, to shut..[offer. Toedracht, v., circumstan� ces, particulars. Toegang, m., entrance. Toegangsbewijs, o., ad� mission ticket. Toegankelijk, accessible, approachable, free. Toegenegen, kindly dis�posed, favourably inclined. Toegeven, to admit, give in, grant. Toegevend, indulgent. Toegift, v., supplement. Toehoorder, m., hearer, auditor. Toehuis, o., private house. Toejuiching, v., applause, cheer, shout. [award.Toekennen, to assign, Toekijker, m., spectator, looker-on. [close. Toeknijpen, to pinch on, Toeknikken, to nod to. Toeknoopen, to button. Toekomen, to belong to,

to be due. Toekomst, v., future. -Toekomstig, future. Toelaag, v., gratification, allowance..[admittance. Toelating, v., admisssion, Toeleg, m., design, plan, intention.

Toelichten, to elucidate, illustrate. Toeloop, m., concourse. Toen, when; then. Toenaam, m., family name, surname. [reconcilement. Toenadering, v., advance, Toenemen, to grow, rise, increase..[then. Toenmaals, at that time, Toenmalig, at that time. Toepasselijk, suitable ; applicable..[practice. Toepassing, v.,application, Toer, m., turn ; sleight of hand ; drive, ride. Toerei ken d, sufficient. Toerekenbaar, account� able, responsible for. Toeren, to take a pleasure- drive..[sionist. Toerist, rn., tourist, excur-Toeroepen, to call out to. Toeschouwer, rn., spec- tator..[impute. Toeschrijven, to ascribe, Toeslag, m., extra (allow- ance).. [snub. Toesnauwen, to snarl at, Toesnellen, to rush to. Toespeling, v., allusion, insinuation. Toespijs, v., side-dish, dessert. Toespraak, v., address, harangue. [grant. Toestaan, to allow, permit, Toestel, m. en o., apparatus. Toestemming, v., consent, permission. [soil. Toetake I en, to rig,deck out, Toeteren, to toot, sound. Toetreding, v., joining. Toets, M., test ; touch, key. Toetsen, to test, sound. Toeval, o., chance; fainting- fit. TOeVal I ig,accidental ,casual. Toeven, to stay; tarry, wait.Toeverlaat, in., refuge, support. Toevertrouwen, to trust. Toevloed, m., affluence, flowing in. [refuge. Toevlucht, v., recourse, Toevluchtsoord, o., refuge, shelter. [snub at. Toevoegen,to add to,jointo; Toevriezen, to freeze up. Toewenken, to beckon to. Toewenschen, to wish. Toewijding, v., devotion, consecration. [award. Toewijzing, v., assignment, Toewuiven, to wave (one's hand) at. Toezegging, v., promise.Toezien, to watch, look on. Toezwaaien (lot), to sing praises to.Toga, v., toga, gown.Toilet, o., toilet; dressing- table. Tokkelen, to touch (strings).Toko, m.,toko, general store. Tol, m., top ; toll, turnpike.Tolbaas, m., toll-gatherer.Tolhek, o., turnpike-gate.Tol k, in., interpreter.Tollen, to play with a top. Tolverbond, o., tariff-union. Tombola, v., tombola. Ton, v., tun, cask, barrel, tub. Tonder, 0., tinder. Tong, v., tongue; sole.Tongblaar, v., mouth-dis�

ease; pustule on the tongue.Tongriem,m.,tongue-string.Tongval, m., vernacular, dialect. Tonnemaat, v., tonnage.Tonsuur, v., tonsure. Tool, m., ornament, attire. TOOM, m., bridle, rein. Toomeloos, unbridled, ex� travagant, unconstrained.

Toon, m., tone, accent ; toe. Toonbaar, presentable. Toonbank v., counter. Toonbeelcl, o., model, para� gon.. [scene. Tooneel, o., stage ; theatre, Tooneelist,m.,actor,player. Tooneelkijker, m., opera- glass.

Tooneelspel,o.,play,acting. Tooneelstuk, o., stage-play. Toonen, to indicate, demon� strate..[ing man. Toongever, m., leader, lead-Toonkunst, v., music. Toonloos, toneless, mute. Toorn, m., anger, wrath, passion. Toornig, angry, wrathful. Toorts, v., torch, link. Toosten, to give a toast, drink a person's health. Toovenaar, m., sorcerer, magician..[chanting. Tooverachtig, magic, en-Tooverdrank, m., philtre. Tooveren, to work charms. Tooveres, v., sorceress, en� chantress. Tooverij, v., magic, charms. Tooverlantaarn, v., magic lantern. Toovermiddel, 0., charm, spell, magic agency. Tooverspiegel, m., magic mirror..[palace. Tooverpaleis, o., enchanted Top, m., summit, peak, top, tip. Topograaf, m., topographer. Topzeil, o., top-sail. Topzwaar, top-heavy. Tor, v., scarab, beetle. Toren, m., tower, steeple. Torenspits, v., spire, top of a steeple. Torenwachter, m., watch� man on a tower.

Tornen i to rip up, unsew. TOrnOCH, o., tournament, tilt. Torpedoboot, v., torpedo Torsen, to bear. [(boat). Tortelduif, v., turtle. Tot, to, till, at. Totaal, completely. Totdat, till, until. Touw, o., cord, rope, string Touwslagerij,v.,rope-walk. Traag, indolent, inert. Traan, v., train-oil, fish-oil.l. Traan, m., tear. Traanbuis, v., lachrymal Traanklier, v., lachrymal

gland. Trachten, to attempt, try. Tractaat, o., treaty, league. Traditie, v., tradition. Tragedie, v., tragedy. Traktaatje, o., tract. Traktement, o., salary, pay. Tralie, v., bar, lattice, trellis. Tram, v., tram, tramcar. Trammen, to go by tram, tram it. Tranen, to water. Tranendal, o., vale of tears. Tranenvloed, m., flood of tears. Tranig, containing trainoil. Transactie, v., transaction, compromise..[carria ge. Transport, o., transport, Trap, m., kick ; step, degree. Trap, v., stair-case. Trapleuning, v., banisters, hand-rail. Trappelen, to trample. Trapsgewijze, gradual. Trasmolen, m., trass-mill. Trawant, m., obsequious follower, satellite. Trechter, m., funnel ,hopper. Trechtervormig, funnel-shaped. Trede,, v., step, tread. Treden, to tread, step.

Treffen, to move ; hit, strike. Treffend, moving; striking. Trein, m., train. Treiteren, to tease, vex, nag. Trek,m.,pull; mind,appetite. Trekdier,o.,draught-animal. Trekkebeenen, to limp. Trekkebekken, to bill and coo. Trekken, to pull, draw. Trek peard,o.,draught-horse Trekpleister, v., vesicatory; sweetheart. Trekpot, m., tea-pot. Trekschuit, v., canal pas� senger-barge. Trekvaart, v., canal. Trekvogel, m., migratory bird, bird of passage. Trens, v., snaffle; bridoon. Tres, v., tress. Treuren, to mourn for. TreuresCh,m., weeping ash. Treurmarsch, m., funeral march. Treurspel, o., tragedy. Treurwilg, m., weeping- willow. Treuzelen,to loiter; dawdle. Triangel, m., triangle. Tri b u ne,v.,gallery ?plat form. Tricot; o., tricot, jersey. Tripp, o., mock-velvet. Trillen, to remble; quaver. Triller, m., quaver. Triomf, m., triumph. Trippelen, to trip, take short steps. Troebel, troubled, muddy. Troefkaart, v., trump-card. Troep, m. troop, band, gang, crowd. Troetelen, to pet, coddle. Troeven, to trump ; give a set-down. Troffel, m., trowel. Trog, m., trough. [portune. Troggelen, to cajole, im- Holl.-Engelsch.. Trom, v., drum. Trombone, v., trombone. Trommel, v., drum ; box, tin, canister. Tromp, v., trunk ; mouth. Trompet, v., trumpet. Trompeter, m., trumpeter. Tronen, to be enthroned. Troon, m., throne. Troonen, to entice, allure. Troonopvolger, m., succes- sor on the throne. Troonrede, v., speech from the throne. Troost, m.,consolation,rel ief Troosteloos, disconsolate, inconsolable. Troostgrond, m.,consolato� ry argument..[comfort. Troostwoord, o., word of Tropisch, tropical. Tros, m., bunch, string. Trots, m., pride, arrogance, haughtiness. [overbearing. Trotsch, proud, haughty, Trotseeren, to defy, dare, brave, face. Trottoir, o., foot-pavement. Trouw, faithful, loyal, true. Trouw, v., faithfulness,trust. Trouwbreuk, v., adultery; infidelity. Trouweloos, faithless. Trouwens, indeed, besides. Trouwring,m.,wedding-ring Truffel, v., truffle. Tsaar, m., czar. Tuberculeus, tuberculous. Tucht, v., discipline, moral

training..[correction. TuChteCh001, v., house of Tuig, o., harness; trash, rubbish. Tuighuis, o., arsenal. Tuimelen, to tumble, topple over. Tuin, m., garden. Tuinboon, v., garden-bean. 6 .

Tuinbouwschool, v., hor�ticultural school. Tuinhuis, o.,summer-house, garden-house. Tuinieren, to garden. Tuinkamer, v., room that looks into the garden. Tuinman, m., gardener. Tuinschaar, v., garden- shears. Tuinstoel, m., garden-chair. Tuiten, to tingle, blow. Tulband, m., turban; kind of Tulp, v., tulip..[pastry. Tumult, o., tumult. Tunnel, v., tunnel. Tureluursch, mad, wild. Turen, to pore ; gaze. Turf, v., turf, peat. Turfmolm, m., peat-dust. Turftrapper, m.,bog-trotter. Turfzolder, m., peat-loft. Turk, in., Turk. Turksch, Turkish. Tusschen,between,among.Tusschenbedri4f, o., inter- val, pause, entr acte. Tusschendeks, between the decks..[ing door. Tusschendeur,v.,connect-Tusschenkomst, v., inter�vention, mediation. Tusschenpersoon, m., mediator; agent. Tusschenschot, o., parti- tion..[proper time. Tusschentijds, before the Tusschenwerpsel, o., in� terjection. Twaalf, twelve. Twaalfjarig,oftwelve years. Twee, two. [disagreement. Tweedracht, v., discord, Tweeorlei, of two sorts. Tweegevecht, o., duel. Tweeledif, biarticulate; equivoca . [sister. Tweelingzuster, v. twin Tweeloopsch, doubIe-bar- relled. Tweeregelig, of two lines. Tweeslachtig, hermaphro�dite. Tweespan, o., two-horse team, yoke (of oxen). Tweespraak, v., dialogue. Tweestemmig, for two � voiees [decision. Tweestrijd, In., duel; in-Twijfel, rn., doubt, mistrust. Twijfelaar, m., doubter, sceptic. [dubious. TwilfelaChtig, equivocal, Twijfelen, to doubt. Twijfelmoedig, irresolute, undecided. Twijfelzucht, v�,scepticism. Twijg, v., offshoot, twig. Twintig, twenty. Twist, m., quarrel, dispute. Twistappel, m., apple of discord. Twisten, to quaprel,dispute. Twistgeschrijf, o., polem� ics, controversy. Twistziek, quarrelsome, contentious. Typhus, m., typhus, typhoid fever. [typo. Typograaf, m., typographer,

U. UI, m., onion; joke. Uiig, facetious..[pleton. Uiensoep, v., onion-soup. Uil, m., owl; noodle, sim-U ler, m., udder. Uilennest, o., owl's nest. .

Uilenspiegel, m., wag. Uilskuiken, o., ninny, bull-calf. U it, from out of, in, by, of. Uitademing, v., expiration. Uitbaggeren, to dredge. Uitbakenen, to mark out. Uitbarsting, v., explosion, eruption.Uitbazuinen, to trumpet forth, blaze abroad.Uitbeelding, v., sketch. Uitbesteden, to put out, board out. Uitbetaling, v., payment. Uitbijten, to bite out; etch.Uitbikken, to pick. Uitblazen, to blow out; breathe..[be overdue.Uitblijven, to stay away ;Uitblinken, to excel. Uitbloeden, to bleed. Uitbloeien, to cease bloom-Uitboren, to bore out. [ing.Uitborstelen,to brush,dust. b U itbotten, to bud, shoot out. Uitbouwen, to enlarge, rebuild..[jection.Uitbouwsel, o., jetty, pro-Uitbraak, v., breaking out.Uitbraken, to vomit; belch. Uitbranden, to burn out ; cauterise. Uitbrander, m., scolding.Uitbreiden, to spread, ex� tend, enlarge, increase.Uitbreken, to break out. U itbrengen, to bring out, disclose..[brood on.Uitbroeden, to hatch out, Uitbrullen, to roar out. Uitbundig, exceeding, ex�cessive..[compute.Uitcijferen, to calculate, Uitdagen, to challenge.Uitdampen, to evaporate.U itdeelen, to distribute, spend, divide. U itden ken, to devise, invent.Uitdiepen, to deepen. Uitdoen, to put out, ex-tinguish..[put out.Uitdooven, to extinguish, Uitdossen, to deck out. Uitdraaien, to turn off. Uitdrager, m. slopseller, second-hand dealer. Uitdrinken, to drink off, emy.. [up. pt U itdro gen, to desiccate, dry Uitdruipen i to drop out.Uitdrukkelijk, explicit, em- phatical.U itduiding, v., explanation. U iteen, asunder. Uiteendrijven, to disperse. Uiteengeen, to separate, break up.Uiteenjagen, to disperse. Uiteenstuiven, to disperse in all directions, scatter.Uiteenzetting, v., explana- tion, statement.U itemde, o., extremity ; end.Uiten,to utter..[terior.U iterlijk, at the latest ; ex-U iterMate, excessively, un- commonly..[treme.Uiterste, o., extremity, ex-U iteten, to eat out.Uitfluiten, to gooze ; hiss off.Uitgaan, to go out.Uitgaansdag, m., day off, off-day.U itgalmen, to cry out, holla.Uitgang, m., exit; termina- tion, ending. [point.Uitgangspunt, o., starting- U itgave, v. expense; edition.U itgebreid, extensive, com�prehensive.U itgediend, super-annua� ted ; worn out. [ish.Uitgelaten, wanton, romp-Uitgeleide, o., conduct. Uitgelezen, select, chosen.

Uitgemaakt, indisputable, incontestable. [excepting. Uitgen0Men, except, save, Ultgestreken, long (face). Uitgestrektheid, v., ex� panse, extent. � Uitgestudeerd, accom- plished (studies), perfect. U itgeven, to spend; publish. Uitgever, m., editor, pub� lisher. Uitgezocht, choice, select. Uitgezonderd, save, except. Uitgieten, to pour out. Uitgillen, to scream out, yell. Uitgooien, to throw out. Uitgraven, to dig out, ex� cavate. Uithaal, m., display. Uithalen, to feast; put oneself to a great expense; pull out. Ultham, m., promontory. Uithangbord, o., signboard. U It hee MeC h , foreign,exotic, outlandish. [place. Uithoek, m., out-of-the way Uithongeren, to famish, starve. [out. Uithouden, to suffer, hold Uithuizigheid, V., gaddish� ness. [give to marriage. Uithuwelijken, to marry to, Uiting, v., demonstration, utterance. Pitjouwen, to hoot. Uitkauwsel, 0., chewings. Uitkeering, v., payment.

Uitkiezen, to choose, elect. Uitkijk, in., prospect, view,look-out..[strip.'Llitkleeden, to undress, Uitklimmen, to climb out. Uitkloppen, to beat out, shake..[slip off.Uitknijpen, to squeeze out;Uitknipsel, o., cutting, cut paper. Uitkoken, to cleanse by boiling.Uitkomst, v., relief; result, product. ,[buying off. Uitkoop, m., selling out, Uitkraaien, to crow with delight. [erase.Uitkrabben, to scratch out, Uitkramen, to display, parade.Uitkruipen, to creep out. Uitlachen, to laugh at. Uitlandig, abroad. Uitlating, v., letting out, omission..[trophe. Uitlatingsteeken, o. 1 apos- Uitleenen, to lend, invest. Uitleg, m., interpretation; enlargement. Uitleggen, to explain; en� large, spread.Uitluiden, to lead out. Uitlekken, to leak out, transpire..[change. Ultleveren, to deliver, ex- Uitlezen, to read to the end ; glean, select. Uitlikken 2. to lick out. Uitlokkelijk, attractive, in� viting, tempting. Uitlokken, to invite, tempt. Uitloodsen, to pilot out. Uitloogen,to lixiviate,leach. Uitloop, m., .outlet, mouth. Uitlooper, m., offshoot. Uitloozing, v., emptying. Uitloting, v., drawing. Uitloven, to offer, promise. Uitluchten, to air. Uitluiden, to ring out, toll the passing-bell.Uitmaken, to make out ; put out; finish.Uitmalen, to'pump dry.Uitmergelen, to exhaust. UitMeten, to measure, mete out..[mings.Uitmonstering, v., trim-

Uitmoorden, to massacre, slaughter, butcher.Uitmunten, to excel, be remarkable for. Ultmuntend, excellent. Uitnoodiging,v., invitation. Ultoefening, v., practice. Uitpakken, to unpack ; pack out..[squeezing.Ultpersing, v., pressure,Uitpluizen, to pick. Uitplunderen, to pillage, ransack..[with laughter.Uitproesten, to scream Uitpuilen, to protrude. Uitputten, to exhaust, wear.Uitputting, v., exhaustion.Uitraken, to draw to an end. Uitrazen, to blow over. Uitredding, v., deliverance, means of escape, delivery.Ultregenen, to stop raining.Ultreiken, to award,bestow.Uitreis, out-journey,startingUltrekenen, to calculate, compute. [stretch out.Uitrekken, to lengthen,Ultrijden, to drive out, ride out. [tirpate.Uitroeien, to root up ; ex-Uitroep,m.,exclamation,cry Uitroeper, m., town-crier, out-crier.Uitroepingsteeken, o., point of exclamation.Uitrukken, to march out; pull out, tear out.Uitrusten, to repose; equip. Uitrusting, v., equipment, accoutrements. Uitschateren, to scream, burst out laughing.Uitscheiden, to excrete; stop,cease,leave off. [abuse.Ultschelden, to call names, Uitscheuren, to tear, rend. Uitschieten, to shoot out, advance. Uitschiften, to sort, sift, single out. Uitschilderen, to paint.

Uitschot, o., refuse ; rabble. U itsChraapsel,o.,scrapings Uitschrappen, tor raotct.h out, erase..[cry u Uitschreien, to have one's Uitschrijven, to copy, write out, issue the writs.Uitschudden, to shake out ; strip. Uitsijpelen, to ooze out. Uitslaan, to thrust out, grow mouldy.Uitslag, m., eruption; result. Ultelapen, to have one's sleep out. [retail. Uitelijten, to wear out; sellUitslorpen, to sup out. Uitsloven (ziCh), to work oneself to death. U lb:Mut:len, to steal out,slinkUitslui end, exclusive. Uitsmijten, to throw out, chuck out. Uitsnuiten, to snuff out. Uitspanning, v., wayside inn; recreation, relaxation. Uitspanningsplaats, v., garden-restaurant, wayside inn. [sky, heavens.Uitspansel, o., firmament,Uitsparen, to save. Uitspatting, v., dissipation, dissoluteness. [the end. Uitepelen, to lead; play to Uitspellen, to spell out.Uitspoelen, to wash rath,i-47,.rinse out. Uitspoken, to be about a Uitspraak, v., pronuncia�tion; sentence.Uitspreiden, to unfold, spread, expand. Uitspreken, to pronounce. U itspruitsel,o.,shoot,sprout Uitspugen, to spit out,vomit

Uitspuiten, to syringe; spout out. [bear. Uitstaan, to stand; endure, Uitstalling, v., exposure. Uitstapje,0.,excursion,tour, trip. [alight. Uitstappen, to get out, Uitsteeksel, o., projecting part. Uitstek, o., projection. Uitstekend, excellent;"pro�

, jecting.. [off. Uitsterven, to delay, put Uitsterven, to die out, become extinct..[expel.

Uitstooten, to push out, Uitstorten, to pour out, empty.

Uitstraling, v., radiation. Uitstrekken, to extend. Uitstrijken, to smooth, iron. Uitstrooien, to strew,spread abroad; cast (seed).

Uitstroomen, to stream out. Uitstudeeren,to finish one's studies..[out.

Uitsturen, to send out ; steer Uiftappen, to draw off. Uittarting, v., provocation, defiance..[draw.

Uitteekenen, to delineate,Uitteren, to pine away,emaciate..[parture.UittOCht, m., exodus, de-Uiftreden, to retire, step out.Uittrekken, to take off, pull out..[people). Uitvaagsel, o., scum (of the Uitvaardigen, to issue (an order), enact (a law). Uitvaart, v., obsequies. Uitval, m., sally; sortie. Uitvallen, to sally; fall out. Uitvaren,to declaim against;sail out..[out. Uitvegen, to wipe out, sweep Uitverkoop, us., selling-off,sale. Uitverkoren, elect, select. Uitvieren(ziekte),to nurse. Uitvinden,toinvent,findout. Uitvinder, m., inventor. Uitvieschen, to ferret out, fish out..[sponge. Uitvlakken, to wipe out, Uitvliegen, to fly out. Uitvloeiing, v., flowing out. Uitvloeisel,o.,consequence, result. [fuge. U itv IOC ht, v., pretext,subter- U itvoer, m., export. Uitvoerbaar, practicable, manageable. Uitvoerig, in detail,detailed. Uitvorsching, v., inquiry, investigation. U itvragen, to pump, sound. Uitwas, o., excrescence, pro� tuberance. [spire,transpire. U itwasemen, to exhale,per-U itwassc hen, to wash. Uitwateren, to discharge itself, flow into. Uitweenen, to weep oneself calm. [way out. Uitweg m., way of escape, Uitweicien, to expatiate. Uitwendig, external, out� ward. Uitwerking, v., action. Uitwerkse , o., effect. Uitwerpsel, o., excrement. Uitwieden, to weed out. Uitwijzen, to show the door; pronounce (sen tence).Uitwinnen, to save, spare. Uitwippen, to skip out. U itwisschen ,to efface,erase Uitwisselen, to exchange. Uitwoeden,toabate,subside Uitwonen, to get worn out. Uitwringen, to squeeze out.Uitzakking, v., prolapse. Uitzeilen, to sail out, start. Uitzenden, to send out, .

Uitzet 163 UitZet, o., outfit, trousseau. Uitzetting, v., expansion. Uitzicht, o., view, prospect. Uitzieken, to cease to be sickly. [on. Uitzien (op), to look out Uitzoeken, to select, sort. Uitzondering, v., exception. Uitzuiger, m., blood-sucker, extortioner. Uitzuinigen, to economise. Uitzweeten,to sweat out,ex-UivOrmig, bulbiform. [ude. Ulaan, m.,lan. Ulevel, v., lozenge. Ultramontaan, m., ultra� mon tane. . Vak Unie, v., union. Uniform, v., uniform, regi-

mentals (pl.). Universiteit, v., university, Urgent, urgent. [college. Urn, v., urn. Usurpeeren, to usurp. UtOpie, v., Utopia. U ur, o., hour; (om vier u�) at four o'clock. Uurwerk, o., clock. Uurwijzer, m., hour-hand. Uw,your, thy; (geheel de uwe) yours faithfully. Uwentwege, for your sake. Uwentwil (om), f for your sake.

V. Vaal Vaatwerk, o., crockery, kit-

Vaag, vague.. Vaa , ,.q chen utensils.

often fre uently.. Vaak, m., sleepiness; (Klaas V�) the Dustman.Vaal, fallow, sallow. Vaal, v., dung-heap. Vaam, m., fathom. Vaan, v.,flag,banner,colours, ensign. [colour, ensign. Vaandel, 0., standard, state-Vaandeidrager, m., colour- bearer. Vaandrig, m., ensign, cornet. Vaardig, quick. ready. Vaargeul, v., channel, fair-Vaars, v., heifer..[way. Vaarschroef, v., screw. Vaart, v., navigation, voyage, canal, waterway. Vaartuig, o., vessel, boat. Vaarwa er, o., fairway. Vaarwel, o., farewell. Vaarwelzeggen, to say good-bye. Vitae, v., vase, urn, pot. Vaatdoek, m., dish-cloth. Vacant, vacant. Vacantie, v., holidays (pl.). Vacantiekolonie, v.,

holiday-colony. Vacatiegelden (mv.), o., fee. VaCatuur, v., vacancy. VaCCMatie, v., vaccination. Vaccine, v., vaccine. yacht, v., fleece. Vader, m., father, master. Vaderh u o., paternal roof. Vaderland, o., native coun- try, fatherland..[otic. Vaderlandlievend, patri�Vaderlijk,paternal,fatherly. Vaderloos, fatherless. Vadermoorder, m., parri� cide. Vadsig, indolent, lazy. Vagebond, m., vagabond, tramp. Vagevuur, 0., purgatory. Vak, o., bay, panel; trade, branch.

Vakschool, v., professional Val m., fall..[school. Val rug, v., draw-bridge. Valgordijn, o., blind. Valhoed, m., head-roll. ValleS, o., hand-bag, port� manteau. Valk, m., falcon, hawk. Valkenier, m., falconer. Valkenjacht, v., falconry, hawking. Vallei, v., valley, vale, dale. Vallen, to fall, drop; happen. ValliCht, o., fan-light, sky� light. Valluik, o., trap-door. Valpoort, v., portcullis. Valreep, m., gangway. Valsch, false, perfidious. Valschaard, m., double- dealer, perfidious person. ValsCherM, o., parachute. Valstrik, m., gin, trap,snare. Valwind, m., squall, gust. Vampier, m., vampire. Van, of, from, by, for. Van, m., surname, family Vandaag, to-day..[name. Vandaar, thence. Vandehandsch, off (horse). Vaneen, asunder. [asunder. Vaneenrukken, to tear Vangarm, m., tentacle, arm. Vangen, to seize, catch. Vangst, v., catch. Van hier, hence. Vanielje, v., vanilla. Vanouds, of old..[place. Vanwaar,whence,from what Vanzelf,of one's own accord. Varen, v., fern. Varen, to sail, navigate. Varensgezel, m., seafaring- man. Varken, o., hog, pig ; swine. Varkenshok, o., pigsty.Varkensslager, m., pork- butcher.

Varkensziekte, v., swine-fever. Vast, fast, steady, fixed, firm. Vastberaden, resolute. Vastblijven, to stick. Vasteland, o., continent. Vasten, o. en v.,fasting;Lent. Vasten, to fast. Vastendag, m., fastday, day of abstinence. Vastgroeien, to grow to. Vasthebben, to have got hold of.. [ness. Vastheid, v., solidity, firm-Vasthouiend, tenacious. Vastigheid, v.,surety;realty. Vastleggen, to fasten,moor. Vastliggen, to be fastened, be moored. Vastloopen, to run close. Vastmaken, to tie, fasten, furl. [tangle one's self. Vastpraten (zich) to en-Vastraken, to stick Lst, run [fasten. fasten. Vastslaan, to nail down, Vaststelling, v., establish� ment, determination. Vasttrappen, to tread tight. Vastwerken (zich), to flounder..[aground. Vastzitten, to stick fast, be Vat, o., vessel, barrel, cask. Vatbaarheid, v., suscepti�bility, capacity. Vaticaan, o., vatican. Vatten, to catch, seize;under-Vazal, m., vassal..[stand. Vechten, to fight. Vechterij, v., lighting. Vechtersbaas, m., bully, rowdy, fire-eater. Vedelaar, m., fiddler. Veder, v., feather. Vederbos, m., plume, crest, Vee, o., cattle..[panache. Veeartsenijschool, v., veterinary college.

Veefokker, m., cattle- breeder. Veeg, ominous, fated, fatal. VeeK0Oper,m.,cattle-dealer. Veel, much, many, several. Veelal, most often, frequent�ly. [cant. Veelbeteekenend, signifi-Veelgodendom, o., poly�theism.

Veelhoek, m., polygon. Veeljarig, of many years. Veelsoortig, multifarious, manifold. Veeltijds, frequently, often. Veelvoud, o., multiple. Veelvraat, m., glutton. Veelvuldig, manifold. Veelzijdig,many-sided,ver� satile..[gericht. Veemgericht, o., Vehm-Veen, o., moorland, peat-soil Veenboer, m., turf-maker. Veendamp, m., smoke of burning peat-moor. Veenderij, v., peat-land, peat-making. Veepest, v., rinderpest,

cattle-plague. Veer, v., spring. Veerboot, v., ferry-boat. Veerenbed, o., feather-bed. Veerhui 8, o., ferry-house. Veerkracht, v., elasticity. Veerman, m., ferry-man. Veertien, fourteen. [years. Veertiger, m., man of forty Veertigvoud, o., forty-fold. Veestal,m., cow-house, stall for cattle. Veestapel,m.,stock of cattle Veete, v., enmity, feud. Veeziekte, v., cattle-plague, murrain.

Vegen, to sweep. Vegetarior, m., vegetarian. Veil, for sale, mercenary, venal. Veildag, m., auction-day. Veilig, safe, secure. Veiligheidshalve, for the sake of safety. Veinzaard, m., hypocrite, dissembling person. Veinzen, to feign,dissemble. Vel, o., skin, hide; sheet. Veld, o., field. Veldheer, m., general, com� mander-in-chief. Veldijs, o., field-ice, ice on flooded fields. [marshal. Veldmaarschalk, m., field-Veldmuis, v., field-mouse. Veldprediker, m., army chaplain. Veldsla, v., corn-salad. Veldslag, m., battle. Veldtocht, m., campaign. Veldvrucht, v., produce of the field (pl.). Veldwachter, m., county constable,village policeman Velerlei, of many sorts. Velijnpapier,o.,satin -paper Vellen, to fell ; pronounce. Velocipede, v., bicycle, tricycle. Vendel,o.,company,colours. Venduhuis, o., place where auctions are held. Venljnig,venomous,virulent Venkelwater, o., fennel- water..[partnership. VennOOtSChap,v.,company Venster, o., window. Vensterbank, v., window- seat, window-sill. Vent, m., fellow, chap. Venten, to peddle, retail. Ventilator, m., ventilator. Ventileeren, to air,ventilateVer, far, distant, remote.VereangeneMen, to render agreeable. [contemptible. Verachtelijk, despicable, Verachten, to despise.

.. Verademing 166 Yerdek Verademing, v., relief, rest. Verafgelegen, remote. Verafschuwen, to abhor, detest. Veranda, v., veranda. Verandering, v., change, alteration; variety.Verantwoordelijk, respon� sible, accountable. Verarmen, to impoverish.Verbaaad, amazed, aston� ished. Verbal iseeren,to verbalize. Verband, o., connection ; bandage, dressing. [case.Verbandkist, v., dressing-Verbandleer, v., art of dres�

sing wounds.Verbanning,v.,banishment, exile, proscription.Verbasteren, to degenerate. Verbazen,to amaze,astonish Verbazend, wonderful, as- tonishing. [astonishment.Verbazing, v., amazement, Verbedden, to change beds.Verbeelding, v., imagina� tion, fancy.Verbeeldingskracht, v., imagination, fancy.Verbergen, to conceal, hide. Verbeteren,to correct, ame� liorate, improve. Verbeterhuis, o., house of correction. Verbeurdverklaring, v., confiscation, seizure. Verbeuren, io forfeit. Verbeuzelen, to fritter away.Verbidden, to deprecate. Verbieden, to forbid, pro� hibit..[bewilderment. Verbijstering, v., dismay, Verbinding, v., connection ; bandaging; junction. Verbintenis, v., union; en� gagement. Verbitterd, exasperated.Verbleeken, to pale, turn, fade. Verbl Oen d, joyful, joyous.Verblijf, o., sojourn; habi� tation, abode. Verblijfkosten (my.), m., living-expenses, (pl.).Verblijfplaats, v., abode. Verblind, blinded, dazzled. Verbloemen, to disguise,

palliate..[terdiction.Verbod, o., prohibition, in-Verbodsbepaling, v., pro- hibiting order. [trifled.Verboeren, to become coun-Verbolgenheid, v., wrath, ire, bile, indignation.Verbond, o., alliance,league.Verborgen, secret, hidden. Verbouwen, to rebuild. Vevb'anden, to burn up, scorch. [enlarge.Verbreeden, to broaden ; Verbreiden, to spread,prop� agate.Verbreken, to break. Verbreking, v., rupture; violation. Verbrijzeling, v., smashing.Verbroederen,to fraternise. Verbroeien,to scald; coddle. Verbrokkelen, to crumble

to pieces. [use.Verbruik, o., consumption,Verbruiksbelasting, v., duty on articles of con�

sumption.Verbuigen,to decline;distort Verdachtmaking, v., cast� ing suspicion on a person.Verdagen,to adjourn,put offVerdampen, to evaporate.Verdedigen, to defend, vin� dicate. [dissension.Verdeeldheid, v., discord, Verdeelen, to divide, dis-Verdek, o., deck. [pense. Verdelgen, to exterminate, destroy. [aspersion.Verdenking, v., suspicion, Verder, farther ; besides.Verderf, o., perdition, ruin, destruction. Verderfelijk, pernicious, in�jurious, fatal..[story. VerdiChteel,o.,fiction,fable, Verdienen, to gain, deserve.Verdienste, v., merit. Verdienstelijk, meritori- ous, deserving.

Verdieping, v., floor, story ;deepening..[tal.Verdierlijken, to grow bru-Verdobbelen, to gamble away..[confounded.Verdoemd, damned.cursed,Verdoemde, m., damned one.. [tion.

Verdoemenis, v., damna- Verdolen, to go astray, loseone's way.Verdonkeremanen, to em- bezzle, intercept.

Verdoopen, to rebaptize.Verdooving, v., torpor, stupor. Verdorren,to wither,dry up. Verdorven, depraved, de�bauched. Verdtaagzaam, tolerant. Verdramen, to distort;force.Verdrag, o., contract, treaty, convention. [endure.Verdragen, to suffer, bear,Verdriet, o., grief, sorrow, vexation.

Verdrietelijk, sad,awkward disagreeable, vexatious. Verdrijven, to drive away, oust, expel. Verdringen, to push aside, crowd out; supplant.Verdrinken, to drown ; in� undate, overflow, flood.Verdrogen, to dry up. Verdrukker, m., oppressor. Verdubbeling, v., doubling, redoubling.Verduidelijken, to eluci- date, explane.

Verduisteren, to obscure; darken ; embezzle. Verduitschen, to translate into German.

Verduiveld, devilish. Verdunnen, to thin, dilute, weaken. Verduren, to endure, bear.Verduwen, to push away ; digest. [way, go astray.Verdwalen, to lose one's Verdwijnen, zo disappear, vanish..iconnect. Vereenen, to unite, join,Vereenigbaar, compatible, consistent..[ty, club. Vereeniging,v.,union,socie-Vereenvoudiging, v., sim- plification.Vereenzelvigen,to identifyVereeren,to honour,respect. Vereering, v., veneration, reverence. [lise.Vereeuwigen, to immorta- Vereffenen, to balance, adjust. Vereischen,torequire,take.Verergeren, to grow worse. Verettering,v.,suppuration.Verf, v., paint, colour, dye.Verfiauwen, to flag, abate; fade..[abominate.Verfoeien, to detest, abhor,Verfoelion, to foliate. Verfraaien, to embellish, decorate..[cool.Verfrisschen, to refresh,Verfwaren (mv.), v., dye- stuffs (pl.).Vergaan, to perish, decay.Vergadering, v., meetin, assembly..[spoil.Vergallen, to break the gall; Vergankelijk, transitory, fugitive.Vergaren, to lay up, collect.Vergeefsch, vain, useless, idle. [very forgetful.Vergeetal, m., one who isVergeet-mij -niet, v.,forget- me-not..[ward.Vergelden, to requite, re-VergelijK, o., compromise, agreement.Vergelijken, to compact. Vergen, to require, demand.Vergenoegd, satisfied, con�tented. Vergetelheid, v., oblivion. Vergeten, to forget. Vergeven, to pardon,forgiveVergevensgezind, merci- ful, forgiving. [make sure. Vergewissen, to ascertain,Vergezellen, to accompany, attend. [prospect.Vergezicht, o., perspective,Vergieten, to shed, spill.Vergift, o., poison, venom.Vergiftigen, to poison.Vergissen(zich),to be mis- taken. Vergissing,v.,error,mistakeVergoden, to idolise, wor- ship. [ages), restore.Vergoeden, to repair (dam-Vergoelijken, to palliate, gloss over, extenuate. VergOOien, to waste, throw wrong. [wrathful.Vergramd, very angry,Vergrijp, o., misdemeanour. VergrijZen, to become grey.Vergroeten, to become cica� trised, grow together. Vergrooten, to enlarge, ex-aggerate..[fying glass. Vergrootglas, 0., magni- Vergruizelen, to pound, Verguizen,to revile. [crush.Vergulden, to gild. Vergunning, v., permission,consent ; licence. Verhaal, o., story, account, report..[accelerate.Verhaasten, to hasten, Verhalen, to tell, relate. Verhandelbaar, market-able. [essay.Verhandeling, v., treatise,Verhangen (zich), to hang oneself.. [rate.Verharden, to harden,indu-Verharen, to moult, cast the hair. Verheerlijken, to glorify. Verheffing, v., elevation, raising. [enlighten.Verhelderen, to clear up, Verhelen, to conceal. Verhelpen, to remedy, redress..[py, tester. Verhemelte,o.,palate;cano- Verheugen, to rejoice, gladden.Verheven, lofty, exalted.Verhindering, v., impedi- ment, hindrance.Verhit, heated, hot. Verhitten, to heat,make hot. Verhoeden, to prevent.Verhongeren, to perish with hunger..[mote.Verhoogen, to raise, pro-Verhoor, o., interrogation, examination. Verhoovaardigen (zich), to pride oneself.Verhouding, v., relation, proportion.Verhuizen, to remove. Verhuren, to let..[trate. Verijdelen, to baffle, frus�Verjaardag,m.,anniversary, birthday..[turn out. Verjagen, to chase away,Verjaring, v., anniversary; superannuation. Verjongen, to rejuvenate.

Verkalking, v.,calcification, calcination. Verkankeren, to canker. Verkeer, o., intercourse ; traffic. [trary.Verkeerd, wrong, bad, con-Verkeeren, to change; frequent.Verkennen, to scout. Verkerven, to incur a per-son's displeasure.Verkiesbaar, eligible. Verkieslijk, preferable. Verkiezen, to prefer; elect, choose..[explainable.Verklaarbaar, explicable, Verklappen to blab nut, betray, tell 'tales.Verklaring, v., explanation ; evidence. Verkleeden, to dress up; change one's dress.Verkleefd, attached. Verkleinen . to diminish, reduce, belittle. Verkleumd,benumbed,stiff. Verkleuring, v., fading. Verklikken, to tell tales. Verkneukelen (zich), to hug oneself with delight. Vefrrektniezen (zich), to[mpeinnet: Verknochtheid, v., attach- Verknoeien, to spoil,garble. Verkoelen, to refresh ; re�frigerate, cool. Verkoken, to boil away, waste in boiling.Verkondigen, to proclaim, announce. Verkoop, m., sale.Verkoopen, to sell..[en. Verkorten, to abridge,short-Verkou den, having a cold.Verkoudheid, v., cold. Verkrachten, to violate ; deflower. Verkrijgbaar, obtainable. Verkroppen, to swallow, pocket ; bolt. [pine away.Verkwijnen, to languish,Verkwikken, to refresh, comfort..[waste.Verkwisting,v., prodigality, Verlagen, to lower, reduce, debase. [cheat.Verlakker, m., varnisher;Verlakt, o., lacquered ware.Verlamming, v., paralysis, lameness. [for.Verlangen, to desire, longVerlanglijst, v., list of arti- cles desired..[rely.Verlaten (zich), to be late ; Verlatenheld, v., abandon- ment, lonelinessVerleden, o., past. [lend. Verleenen, to grant, confer,Verlegenheid, v., embar- rassment, confusion.Verleggen,to put elsewhere, remove. [tivating.Verleidelijk, seductive, ca p-Verleiding, v., seduction, temptation.Verleidster, v., seducer.Verlekkeren, to entice. Verlengbaar, capable of being lengthened..[raise.Verlevendigen, to revive, Verlicht enlightenetea..md,iniae- ni.lltu [urinate.Verlichten, to light, illu-Verliefd, amourous, in love.Verlies, o., loss. Verlieven, to fall in love. Verliezen, to lose. Verlof, o., permission, leave.Verlofpas, m., passport.Verlokken, to entice,seduce, allure. [disavow, deny.Verloochenen,to renounce, Verloofde, m., fianc�, be� trothed. [ration. Verkoop, o., course, expi-Verloopen, to elapse, pass. .

Verloren, lost ; ruined. Verloskunde, v., obstetrics. Verlossing, v., deliverance, delivery, accouchement. Verloten, to raffle. Verloving, v., betrothal, en- gagement. Verluchting, v., airing. Verluieren, to idle away. Verlustigen, to divert, amuse. Vermaak, o., amusement, enjoyment, pleasure. Vermaard, renowned, cele� brated..[grow lean.Vermageren, to lose flesh, Vermakelijk, amusing, di� verting, ludicrous, comical.Vermaken,to leave ; amuse. Vermanen, to exhort, ad� monish. Vermannen, to overcome. Vermeend, pretended, would-be. Vermeerdering, v., aug�mentation, increase. Vermeesteren, to seize, to conquer..[set forth. Vermelden, to mention, Vermengen, to mix,mingle.Vermenigvuldigen, to multiply..[daring. VerMetel, audacious, bold, Vermeten (zich), to make bold, presume. Vermicelli, v., vermicelli. Vermijden, to evade, avoid. Verm ijding, v., evasion, avoidance,.[dimunition. Vermindering, v., decrease, Verminken, to mutilate. Vermoedel ijk, probable, presumptive..[suspect. Vermoeden, to presume, Vermoeden,o., supposition, presumption. Vermoeid, fatigued, tired. Vermoeiend, tiring. Vermogen, o., faculty; fort� une. Vermogend, wealthy, rich. Vermogensbelasting, v., property-tax. Vermolmen, to moulder. Vermommen, to disguise, mask. [kill. Vermoorden, to murder, VerMOreen,to squander,tri�Vermorzelen,to crush. [fle. Vermuffen, to grow musty, moulder. Vermunten, to coin anew. Vermurwen,to soften,molli-Vernagelen, to spike. [fy. Vernauwing, v., narrowing. Vernederen, to humble. Vernemen, to learn, be told. Vernielen, to destroy. Vernielzucht, o., spirit of destruction. Vernieuwen, to renew. Vernis, o., varnish. Vernuft, o.,genius,ingenuity Vernuftig, ingenious. Veronachtzaming, v., neg� lect, negligence. [position. Veronderstelling, v., sup-Verongelijken, to wrong. Verongelukken, to perish; founder, be wrecked. Verontreinigen, to soil, defile, pollute. [perturb. Verontrusten, to disquiet, Verontschuldiging, v., ex� cuse, justification, apology. Verontwaardiging, v., in� dignation. Veroordeelen, to condemn. Veroorloven, to permit, allow. Veroorzaken, to cause. Verootmoedigen, to hum� ble, humiliate. [eat. Verorberen, to consume, Verordening, v., order, regulation ; destiny.

Veroveren, to conquer,take, capture..[farm out. Verpachten, to let out, Verpakking, packing, task� ing, casing. [pawn.Verpanden, to mortgage ;Verpestend, pestiferous.Verplaatsbaar, fit to be displaced, removable. Verplaatsing, v., displacing, transfer, change, removing.Verplanten, to transplant, pot out. [fosterer.Verpleegster, v., nurse ; Verplegmg, v., nursing.Verpletteren, to crush to pieces, smash.Verplichting, v., obligation.Verpoozing, v., repose, rest. Verpraten, to talk away one's time. Verraad, o., treason. Verraden, to betray.Verrader, m., betrayer, trai�

tor..[perfidious.Verraderlijk, traitorous, Verrassing, v., surprise.Verregaand, extravagant.Verrekenen, to settle ; mis� calculate. Verrekijker, m., spy-glass. Verrekken, to dislocate ; sprain ; perish.Verreweg, by far. Verrichting, v., doing, exe- cution ; function.Verrijken, to enrich. VerrijZen IS, v., resurrection.Verroeren, to move, stir, budge. [rusty.Verroesten, to rust, get Verrotten, to rot, putrefy. Verruilen, to change, exchange, barter.Verruiming, v., enlarging, widening.Verrukkelijk, delightful, en- chanting. Vero , o., verse, poem ,couplet.Versaagd, discouraged.Versagen, to lose courage, despond.Versbouw, m., versification, metrical construction. Versch, fresh, new.Verschacheren, to barter. Verschaffen, to procure, furnish. Verschalen, to pall, get flat.Verschalken, to outwit, deceive, overreach.Verschansen, to intrench, fortify. [variety, diversity. Verscheidenheid, v., Verscheping, v., shipment, shipping. Verscherping, v., whetting, increasing the severity of.Verscheuren, to tear, lacer�ate, rend. [pect. Verschiet, o., horizon; pros-Verschieten, to spend by shooting; fade; fall (ster). Verschijning, v., appear-ance � apparition, vision.Verschijnse!, o., symptom; phenomen.Verschikken, to transpose, arrange differently. [pute.Verschil, o., difference ; dis-Verschillend, different.

Verschilpunt, o., point of controversy. [pardonable.Verschoonbaar, excusable, Verschooning, v., excuse; clean linen. Verschoppeling, v., out- cast, wastrel.Verschrijving, v., writing- error, slip..[dreadful,

Verschrikkelijk, frightful, Verschrikken, to frighten, terrify. [fear, start, terror. VerSChrikking,. v., fright,Verschrompel ing, v., cor- rugation.

Verschuilen (zich),to hide Verspannen, to change oneself..[remove, shift. horses. Verschuiven, to adjourn; Verspelen, to gamble away. Verechuiving, v., delay ; Versperren, to bar, block pushing away. up, barricade.Verschuldigd, due, in-Verspieder, m., scout, spy. debted, owing..[adorn. Verspiller, m., squanderer,Versieren, to embellish, spendthrift.Versiersel, o., embellish-Versplinteren, to splinter. ment, ornament. Verspreiden, to spread, Versjouwen, to drag away. disperse. Verslaafd, addicted, en-Verspreken (zich), to

slaved, given over to. commit oneself in speaking.Verslaan, to beat, defeat. Verstaald, turned into steel;Verslag, o., report, return. tempered. [comprehend.Verslagenheld, v., dejec-Verstaan, to understand tion, consternation. Verstaanbaar, distinct, in-Verslaggever, m., reporter. telligible. [standing.Verslapen, to sleep away. Verstand,o.,intellect,under- Verslappen, to slacken, Verstandelijk, intellectual. relax, flag..[mit to. Verstandeloos, senseless. Verslaven (zich) 2 to sub-Verstandhouding, v., in-Verslenteren,to trifle a Way. telligence..[sensible. Verslibben, to silt up. Verstandig, intelligent, Verslijten, to wear out ; Verstandsverbijstering, while away. v., insanity, lunacy, mad-Verslikken (zich),to choke. ness.. silised. Verslinden, to swallow, Versteend, petrified; fos�devour. Verstek, o., default.Verslingeren (zich), to Verstelbaar, adjustable. throw oneself away. Verstellen, to adjust;repair.Versloffen, to neglect. Versterf, o., decease ; morti-Versmachten, to languish, fication..[corroberate. pine away..[scorn. Versterken, to strengthen;Versmaden, to disdain, Versterven, to die ; mortify.Versmallen, to make nar-Verstijving, v., numbness, rower, narrow..[with. stiffening.Versmelten, to melt ; fuse Verstikking, v., suffocation. Versmijten, to despise. Verstoken, deprived,Versnapering,v.,dainty bit, devoid. [hard-heartedness. tit-bit, refreshment. Verstoktheid, v., obduracy, Vereneliing,v.,acceleration. Verstommen, to be hushed Versnijding (van wijn), v., in silence. adulteration. Verstomping, v., dullness.Versnippering, v.,snipping; Verstoord, vexed, cross, trifling away. annoyed.Versnoepen, to squander Verstooteling, m., outcast. on dainties or sweets. Verstooten, to reject. Verstoppen, to hide; consti� pate. [fere with.Verstoren, to disturb, inter-Verstouten (zIch),to make bold, muster courage. Verstrekken, to procure, provide with..[expire.Verstrijken, to pass away, Verstrooid, dispersal ; ab�sent-minded. Verstrooidheid, v., absent- mindedness. Verstrooien, to spread, disperse, scatter ; divert.Verstuiking, v., spraining.Verstuiving, v., pulveriza- tion ; sand-drift..[out.Versuffen,to grow dull,wearVersukkeien, to be poorly ; dupe..[translation.Vertaalrecht, o., right of Vertakking,v.,ramification. Vertalen, to translate. Vertaler, m., translator. Vertaling, v., translation. Verte, v., distance.Verteedere n ,to melt,soften; move. Verteerbaar, digestible. Vertegenwoordiging, v., representation..[relate.Vertellen, to tell, narrate, Verteren,to digest;consurne. Verticaal,. vertical. Vertier, o., sale, demand. Vertimmering, v., 'change,

repair, reparation.Vertinnen, to tin. Vertoeven, to stay, wait, tarry, abide..[translate.Vertolken, to interpret, Vertoon, o., show, pomp, ostentation; sight. Vertoonen, to show, expose. Vertoornen, to make angry.Vertraging, v., retardation,

delay. [crush under foot.Vertrappen, to tread down, Vertreding, v., change; spraining ; trampling upon.Vertrek, o.,departure,setting out; room. [out ; go away.Vertrekken, to depart, setVertroetelen, to coddle, spoil, pet..[tion, comfort. Vertroosting, v., consola-Vertrouwd,. trustworthy ; confident, i nt imate. Vertrouwelijk, familiar, confidential. Vertrouwen, o., confidence ; trust, assurance.Vertw ijfeling, v., despair, desperateness.Veruitziend, with a com- manding view.Vervaard, alarmed, afraid.Vervaardigen, to manufac- ture, fabricate, make. Vervaarlijk,frightful,dread- ful..[decay, decline. VerVai, o., fall of the water;Vervaldag, m., day of pay� ment..[diminish.Vervallen, to decay; decline,Vervangen,to replace;inter- cept.. [weary.Vervelen, to bore, tire,Vervelend, tiresome. Verveling, v.,ennui,tedious�ness, weariness.Vervellen, to cast the skin.

Verveloos, colourless. Verver, m., painter.Verversching, v., refresh- ment. Vervetting, v., fattening. Vervliegen, to evaporate; fly away ; slip by.Vervloeien, to flow away. Vervloeken, to curse, exe-crate, abominate.Vervloekt, cursed. Vervtuchtigen,to volatilise, evaporate..[join.Vervoegen, to conjugate, Vervoer, 0.,transport;tra ffic. Vervoermiddel, o., means of conveyance. Vervolg, o., continuation, sequel..[tinue. Vervolgen, to pursue; con-

Vervolgens, further, there- upon..[tinuation.

Vervolging, v., pursuit; con- Vervolgingsymanzin, m., delirium of persecution.

Vervormen, to transform, metamorphose.

Vervreemden, to alienate, estrange from. [anticipate.

Vervroegen, to precipitate, Vervuilen, to putrefy, rot. Vervullen, to perform, fill. Verwaaien, to blow about. Verwaandheid, v., conceit� edness, arrogance.

Verwaardigen (zich), to deign, condescend.Verwaarloozing,v.,negleet, negligence, slighting.

Verwachting, v., expecta� tion, relying upon..[kin.

Verwant,m.,relative,related, Verward, confused, disor- dered..[warming.

Verwarming, v., heating, Verwarring, v.,muddle,con� fusion ; distraction.

Verwatenheid, v., arro� gance,insolence;wickedness

Verwateren, to dilute, be spoiled by water.

Verwedden, to bet. Verweeken, to weaken. Verweerd, weather-beaten. Verweerschrift,o.,apology, written defence.

Verwekken, to beget, pro� create, cause, produce.

Verwelf, o., vault, arch. Verwelken, to wither, fade, flag, decay.Verwelkomen, to welcome. Verwennen, to spoil; wean from..[execrate. Verwenschen, to curse, Verweren (zich), to vindi� cate,defend one's self,resist. Verwerpelijk, reprehen� sible, rejectable.Verwerpen, to reject,refuse.

Verwerven, to acquire, ob� tain.

Verwezenlijken, to realise. Verwijden, to dilate, widen, make wider..[moved.

Verwilderd, distant, re- Verwudering, v., estrange� ment ; removal.

Verwijfdheid,v.,effeminate- ness,_ effeminacy.

Verw ijlen, to sojourn, delay. Verwijt, o., reproach. Verwijten, to reproach. Verwikke iing, v., intricacy. Verwilderd, wild, savage. Verwisseling, v., exchange; changing..[fy.

Verwittigen, to inform,noti- Verwoed, furious, enraged. Verwoesten, to destroy. Verwonden, to wound. Verwonderen, to astonish, surprise ; (zich ), to be � astonished, to wonder.

Verwonderlij k, wonderful, astonishing.

Verworgen, to strangle. Verworpeling, m., outcast. Verzachten, to soften, smooth ; mitigate.

Verzachting, v., alleviation; softening..[rate.

Verzadigen, to satisfy. satu- Verzaken, to renounce ; neglect ; revoke..[way.

Verzakken, to sink, give Verzameling, v., collection, assembling..[with sand.Verzanding, v., silt, fillingVerzegelen, to seal. Verzekeren, to assure, in� sure. [surance-bank. Verzekeringsbank, v., in-Verzenden, to send off, ex� port. Verzenmaker, m., poetas� ter, versifier. [sistance. Verzet, o., opposition, re-Verzetje, o., recreation, pastime. Verziend, presbyopic.Verzilveren, to silver; re� alise, cash. Verzinken, to zinc; sink; be overwhelmed. Verzinnen, to invent, imagine, contrive..[tion. Verzinsel, o., invention, fic-Verzitten, to take another seat, sit down elsewhere. Verzoek, o., request, pe- tition. [talon.Verzoeken, to request, pe-Verzoeking, v., temptation.Verzoekschrift,o.,petition, request..[Atonement.Verzoendag, m., Day ofVerzoenend, reconciling, atoning for..[en, ease.Verzoeten, to sugar � sweet-Verzolen, to new-sole. VerZOrging,v.,care,nursing; providing. VerZ0t, fond, infatuated.Verzuchting,v.,sigh,sighing Verzuim, o., omission, neg-lect.. [lect. Verzuimen, to omit, neg-Verzuipen, to drown ; drink away.. [sour. Verzuren, to sour, make Verzwakken, to enfeeble, weaken , enervate. Verzwarento make hea� ,

vier, aggravate. Verzwelgen, to swallow, absorb. Verzwendelen,to squander Verzwering, v., abjuration ; suppuration. Verzwijgen, to conceal,keep close a secret. Verzwikken, to dislocate, sprain, wrench. Vesper, v., vespers.Vesperklok, v., vesper-bell.Vest, o., waistcoat. Vestibule, v., vestibule. Vestiging, v., settling, es� tablishment. Vesting, v., fortress. Vet, o., grease, fat. [string. Veter, in., lacing, taggedVeteraan, m., veteran. Veterband, o., tape.Vetkaars, v., dip, tallow- candle. Vetklomp, m., lump of grease, mass of fat. Veneers, v., greased boot.Vetmesten, to pamper.Vetpotje, o., tallow-light.Vetweider, m., grazier. Veulen, o., foal, colt Vezel, v., fibre, string, fila� ment. Viaduct, v., viaduct. Vicaris, in., vicar. Vice-admiraal, m., vice- admiral..[president. Vice-president, m., vice-Victorie, v., victory. Victualiemeester, m.,vict- Vier, four..[ualler.Vierdag, m., holiday. Vierdepart, o., quarter, fourth part. Vieren, to keep ; veer out. Vierendeelen, to quarter, cut into four parts. [gular. Vierkant, square, quadran-Vierschaar, v., tribunal, court of justice. [horses. Vierspan, o., team of four Viersprong, m., cross-road. Viertalig, in four languages. VierVOet, m., quadruped.Vies, dirty, nauseous, of- fensive, filthy.Vigeeren, to be in vigour.Vigilante, v., cab, four- wheeler. Vignet, o., vignette, flourish. Vijand, m., enemy, foe.Vijandschap, v., enmity, Vijf, five. [animosity.Vilfie, 0., fivepenny-piece. ' Vijftien, fifteen.Vijftiger, m., man of fiftyVijg, v., fig. [years.Vijgeblad, o., fig-leaf; vine- leaf. Vijgeboom, m., fig-tree. VW, v., file.Vijlen, to file. Viper, m., pond.Vijzel, m., mortar.Vilder, m., horse-knacker, flayer. [horse.Vilderspaard, o., flayer's Vilt, o., felt. Yin, v., fin; limb.Vinden, to find. Vinding, v., invention, dis� covery; finding.Vindingrijk, ingenious, in-Vinger, m., finger. ventive.Vingerhoed, m., thimble. Vingerhoedskruid, o., di� gitalis, foxglove. Vingerling, m., fingerling, fingerstall.Vink, m., finch.Vinkenbaan, v., place for catching finches..[eager. Vinnig, sharp,smart,shrewd,Violier, v., gilliflower.Violist, m., violinist.Violoncel, v., violoncello, bass-violin. Vi001, v., violin, fiddle.Vioolsnaar, v., fiddle-string. Vioolspeler,.in., violin- player ; fiddler. ViSCM, in., fish. Vischakte,v.,fishing -licenseVischangel, m., hook,angle.Vischboer,m., fish-monger.Vischgraat, v., fish-bone.Vischmarkt,v.,fish -market.Vischnet, o., fishing-net, fish-net. VisChritk,abounding in fish. Vischwijventaal, v., bil� lingsgate.Visioen, o., vision, phantom.Visite, v., visit, company.Visscher, m., fisher. Vitlust, m., censoriousness, cavilling temper.Vitriool, o., vitriol.Vitter, m., caviller, censurer. Vivisectie, v., vivisection.Vizier, o., visor, visor of a helmet. Vlaag, v., gust, squall.Vlaamsch, Flemish. Vlade, v., custard. Vlag, v., flag, ensign. Vlaggen, to hang out the

flag, hoist the flag.Vlak, flat, level. Vlakte, v., plain; surface, flat side. ViaM, v., flame, blaze.Vlampijp, v., flue, fire-tube.Vlas, o., flax.Vlasbaard, m., milksop, downy-beard..[spinner.Vlasspinner,.In., flax- Vlecht, v., braid, tress,twist, plait, lock. [twistVlechten, to plait, braid,Vlechtwerk, o., basket� work, fleak. [mouse.Vleermuis, v., hat, rear�Vleesch,o., meat:flesh;pulp.Vleeschelijk, carnal, fleshy.IneesCh pastei,v.,meat-pie.Vleet, v., lots (pl.) profusion.Vlegel, m. flail; churl. ' caress. Vleien, to flatter,

VIeleribv.,flattery,flattering. Vlek, v., blot, spot, stain. Vlek,o.,hamlet,small village. Vlekkeloos, spotless, im- maculate. Vlekkenwater, o., scouring- water. [typhus. Vlektyphus, m., spotted Vlerk, v., wing. Viet, v., small, light boat. Vleug, v., sudden soar. Vleugel, m., wing, pinion. Vleugelpiano, v., grand piano. Vlieden, to flee, fly, avoid. Vlieg, v., fly (Spaansche v�) cantharis, Spanish fly. Vliegen, to fly. Vliegenkast, v., meat-safe,

ward-meat. Vliegenlijm, v., fly-glue. Vliegenpaper,o4y-paper. Vliegensv ug, as quick as thought, post-haste. Vlieger, m., kite. Viler, v., elder.Vliering, v., garret, attic. Vlies, o., fleece.pellicle,mem� brane. [membranous. Vliesachtig, pellicular, Vliet, m., running water, small river.

Vlieten, to run, flow, stream.Viijmen, to cut with a lancet.Vlijt, v., diligence, assiduity. Vlijtig, diligent, assiduous. Viinder, m., butterfly, papilio. aceous. Vlinderbloemig, papilion-Vioed, m., tide, flood, course, current. Vloedgolf, v., tidal wave. Vloeibaar, liquid, fluid,fluent. Vloeiboek,o., blotting-book. Vioeien, to flow,run smooth; blot. [fluent.

Vloeiend, streaming; Vloeipapier, o., blotting-Vioeistof,v.,liquid. [paper.Vioek, m., oath, curse, malediction, imprecation. Vloekbeest,o.,bad swearer, infamous curser. Vloeken, to swear, execrate. Vioer, m., floor. Vloermat, v., floor-mat. Vloerzeil, o., oil-cloth. Vlok, v., flake, flock, lock. Viokkig, flocky, flacky. VI00, v., flea. Viooien, to catch fleas, flea.V100t, v., fleet, navy. Vlootvoogd,m.,commander of the fleet, admiral. Vloszijde, v., floss-silk. VIot, o., raft.

VI0t, floating; quick. [easily. VIOtten, to raft; to move

Vlucht, v., flight. Vluchteling, m., fugitive, run-away. Vluchten, to flee, run away. Vluchtheuvel, m., refuge, refuge-pavement.VluChtig,volatile;transitory. Vlug, quick, fast, deft ; fickle. Vlugschrift, o., pamphlet.VlugzOut, o., sal volatile. VOCht,o.,liquid,fluid,humor. Vod, o., rag, tatter, trash, lumber..[pitiful shop. Voddenkraam, v., trash, Voddenraper, m., rag� picker, rag-man. Voeden, to nourish, feed. Voeding,v.,feeding,nourish-Voedsel, o., food..[ing. Voedster, v., nurse. Voedzaam, nourishing, nu� tritious.

Voegen, to join joint; put in. Voegen (zich), to join, add; comply. Voelbaar, palpable, evident. Voegen, to feel; touch. Voelhoorn, m., feeler, an� tenna. Voeling, v., feeling!; touch. VOeren, to conduct ; line. Voering, v., lining.Voerman, m., driver,carrier, waggoner, coach-man. VOertUig,o.,vehicle,carriage.Voet, m., foot..[trop.Voetannel, m.,mantrap,cal-Voetba en, to play football.Voeteneinde, o., foot of a bed.. [walker. VOetganger, m., pedestrian,Voetlicht, o., footlight.Voetpad, o., foot-path. VOetep0Or, o., track, trace.Voetval, m., prosternation. Voetvolk, o., infantry, foot, foot-soldiers. Voetzoeker, m., squib. Voetzool, v., sole, plant of

the foot. Vogel, m., bird, fowl. Vogelaar, m., fowler. Voile, v., veil..[plete. Vol, full, filled ; entire, corn-Volbloedig, plethoric. Volbrengen, to achieve, ac� complish, finish.Voldaan, content, satisfied. Voldoend, sufficient. Voldragen, full-grown; to reach the term. Voleindigen, to complete, terminate, finish. [lower. Volgeling, m., adherent, fol-Volgen, to follow Volgens, according to. Voignummer, o., successive number..[cession. Volgorde, v., order of suc-Volgzaam held, v., docility, obedience. Volhandig, busy..[sist. Volharden,to persevere,per-Volk, o., people, nation ; folk. Volkenkunde, v.,ethnology. Volkenrecht, 0. law of nations..[plete, entire.Volkomen, perfect, com-Volkplanting, v., colony. Volkrujk, populous.Volksfeest, o., national festival, popular feast. Volksgunst, v., popularity.Volksklasse, v., lower clas� ses, (pl.) class of the people. Volksleider,m.,demagogue.Volkelied, o., national anthem, national song. Volksregeering, v., demo�cracy, plebiscite. Volksvertegenwoordi-ger, m., representative of the people, deputy. Volksvoordracht, v., popu-lar lecture. Volksvriend, m., friend of the people. Volledigheid, v. complete-Volleerd, versed. [ness.Vollemaan, v., full-moon. Vollersmolen, m., fulling- mill. Volloopen, to grow full. Vol maakt, perfect,complete.Volmacht. v., procuration, proxy ; pienipotence. Volmaking, v. , perfection. Volmondig, frank, from the bottom of one's heart, readily..[volunteer. Volontair, m., voluntary, Volop, in abundance, plenti� fully. Volslagen, complete, full. Volstaan, to suffice, satisfy. Volstrekt, absolute. Voltallig, complete. Volte, v., press, crush , pleni� tude, fullness. Volteekend, subscribed. Voltigeeren,to vault,tumble upon a rope. Volt0Oien,to complete,finish

Voltrekken, to execute, con�summate, conclude. Volvoeren, to perform, exe� cute, accomplish. [period.Voizin, m., sentence; phrase,Vondeling, m., foundling.Vonder, m., plank-bridge, narrow wooden bridge.Vondst, v., find, discovery.Vonk, v., spark.Vonkelen, to sparkle, glitter, scintillate, twinkle. VOnnis, o., sentence. Vonnissen, to pronounce a sentence.Voogd, m., guardian, tutor.Voogdes,v.,guardian,tutrix. Voogdij, v., guardianship, tuition..[groove.Voor, v., furrow, wrinkle, VOor, for; before; in front of.Vooraan, in front, at the head; before.Voorafspraak, v., prologue. VOoral, especially, by all means. Voorarm, m., forearm. Voorarrest, o., detention, preventive reclusion.Voorbaat (bij), beforehand. Voorbarig, untimely, pre� mature. Voorbedachtelijk,premed� itately, willfully.Voorbede, v., intercession.Voorbeeld, o., example, model, exemplar.Voorbeeldig, exemplary.Voorbehoedmiddel, o., preventative, preservative. Voorbehoud,o.,reservation, reserve..[make ready.Voorbereiden, to prepare,Voorbericht, o., preface, introduction. Voorbeschikking, v., pre-

destination ; fatality.Voorbij, beyond, past, along. Voorbijgaand, transitory. Voorbijstreven, to surpass, outstrip..[along; pass.Voorbijtrekken, to march Voorbode, m., precursor; presage. [round; propose.Voorbrengen, to bring Voordacht(Met),purposely Voordat, before, ere.Voordeel, o., advantage, profit, gain..[street-door.Voordeur, v., front-door,Voordienen, to serve, carve.Voordochter, v., daughter by a first marriage.Voordoen, to show; put on. Voordracht, v., diction, delivery, proposing.Vooreergisteren , two days before yesterday, three days ago.Vooreerst, in the first place.Voorganger, m., predeces� sor ; leader, example. Voorgebergte, o., promon-tory, cape..[first dish.Voorgerecht,o.,first course,Voorgevel, m., fore-front. VOOrgeven, to pretend,feignVoorgevoel, o., presenti�ment, presage. [good.Voorgoed, once for all, for Voorhanden, ready, to be had, existing.Voorhang, m., curtain, hangings (p1.). [present.Voorhangen,to hang before; Voorheen, before, formerly. Voorhoede, v., van-guard.Voorhoofd, o., forehead, brow. Voorhouden, to represent, propose ; keep before.Voorhuis, o., vestibule, hall. Voorin, at the entrance, in the forepart..[sensed.Vooringenomen, prepos- Voorjaar, o., spring.

.. Voorkamer 180 Voortbrengen Voorkamer, v., front-room. foreroom. Voorkauwen, to chew for one, repeat over and over.Voorkeur, v.v. preference, choice. , obviate.Voorkomen,to prevent,hin-Voorkomend, obliging; pre� venting.Voorkrijgen, to get odds, have an advantage.Voorlang, long ago, a long time sinee. Voorlezen, to read .aloud, read to a person.Voorlichten, to enlighten, illuminate. Voorliefde, v., predilection. Voorlijf, o., fore-part of the body. VOOrloop,v.,aleohol,brandyof the first distillation. Voorloopig, previous, preli� minary.Voormiddag, m.,fore-noon.Voornaam, m., Christian name. [great, considerable.Voornaam, chief, eminent,Voornaamwoord, o., pro- noun. �.[tention, design.Voornemen, o., purpose, in-Voornemen (zich), to in- tend, purpose.Voornoemd, afore-said, above-mentioned. Vooronder, o., fore-cabin, fore-castle. Vooroordeel, o., prejudice, prepossession..[cestors. Voorouders (my.), m., an- VO0r0Ver, forward, prone.Voorplein, o., court. VOOrpOet, rn., advanced guard, out-guard.Voorproef, v., fore-taste, tasting before. Voorraad, m., provision, store, stock. VoorranE,.precedence. VOOrreC t, 0., privilege,pre�rogative.Voorrede, v., preface. Voorschieten, to advance, pay for one. Voorschijn (te � komen), to appear, come forth. Voorschoot, o., apron. Voorschot, o., advanced money, previous payment.Voorsch rift,o.,prescription; model, example.Voorshands, for the time being, before.Voorslaan, to propose. Voorslag, m., proposal. Voorsmaak, m., fore-taste. Voorsnijmes, o., carving-knife. Voorspannen, to put to, make a person do a thing.VOOrspol, o., prologue, pre�lude. Voorspelling, v.,prediction. prognostic; omen. Voorspiegeling,v.,illusion, delusion. Voorspoed, m., prosperity, pappiness, good fortune.Voorspraak, v., interces� sion, mediation. VOoretad, v., suburb.Voorste, foremost. VOOrStel, o., proposal, pro� position; problem.Vo orstel I i n g, v.,representa� tion; introduction.Voorstemmen, to vote for. VOorgteVen, m., prow, ship- head. VOOret00t, m., first stroke.Voorstuk, o., curtain-raiser; fore part, fore piece. VOortaan, henceforth. Voortand, m. fore-tooth. Voortbrengen, to produce; procreate, genes-ate.

. . Voortbrengsel 181 Voren Voortbrengsel, o., product, result, production.Voortdurend, continual. Voorteeken, o., presage, omen. Voortellen, to count down. VOOrtgaan, to go on, con� tinue. [continuance. Voortgang, m., progress,Voorthelpen, tohelp,assist, aid. [past time.Voortijd, m., former times,Voortkomen, to proceed ; thrive ; issue..[along.Voortkruipen, to creep Voortmaken,to make haste, hasten.. [up. Voortooveren, to conjureVoortpakken (zich), to move off. Voortplanting,v.,spreading; cultivation? multiplication.Voortreffelijk, excellent, exquisite, magnificent.Voortrekken, to prefer. Voortscharrelen, to strug- gle on, crawl forward.Voortsleepen, to drag along.Voortsukkelen, to drudge on, pine away.Voortvarend, energetic, pushing, quick.Voortviuchtig, fugitive. Voortwoekeren, to multi- ply, spread.Voortzetten, to continue; remove, move forth.Vooruit, before, beforehand.Vooruitbetaling, v., pay- ment in advance. Vooruitbrengen, to bring forward. Vooruitgang, m., moving; improvement, progress. Vooruithelpen, to help on.Vooruitloopen, to walk ahead, leave behind. Vooruitraken, to get ahead. Vooruitstreven,to strive on Vooruitzicht, o., prospect. Voorvader, m., ancestor. VOOrval, o., incident, event, occurrence. Voorvallen, to occur? hap- pen, arrive..[index.Voorvinger, m., forefinger,Voorvoegsel, o., prefix. Voorwaarde, v., condition. Voorwaardelijk, condi- tional.. [ward.Voorwaarts, forward, out- Voorwending, v., pre-tending..[world.Voorwereld, v., primeval Voorwerp, o., object. Voorwetendheid, v., pre-science, fore-knowledge. VOOrZaat, m., ancestor, pre� decessor. [chantor.Voorzanger, m., precentor,Voorzeggen, to foretell, predict ; dictate.Voorzegging, v.,prediction; dictation..[sure.Voorzeker, certainly, to beVoorzetsei, o., preposition. Voorzichtigheid, v., pru- dence, precaution.Voorzien, to foresee;provide.Voorzienigheid, v., provi- dence..[side, front.Voorzijde, v., front side,fore-Voorzitter, m., president. VOorzOmer,m.,beginning of the summer, fore-summer.Voorzorg, v., precaution, care. Voorzorgsmaatregel, m., precaution, preservative. Voos, spongy, porous; taste� less. [progress.Vorderen., to claim,demand;Vordering, v., claim, de- mand; furthering.Voren, m., roach. .

Voren (te), before, formerly, heretofore..[fashion. VOrM, m., form � figure, Vormelijk, formal.' Vormen, to form, fashion, model, shape, mould. VOrMleer, v., etymology. VOrM100S, shapeless, amor� phous. VOrMSel, o., confirmation. Vorschen,to inquire,search . VOrSt, m., prince, monarch. VOrSt, v., frost. Vorstelijk, princely, prince- like..[a prince. Vorstengunst, v., favour of Vorstenhuis, o., dynasty ; palace of a prince. VOrStin, v., princess, sover-VOS, m., fox..[eign. Vossenhol, o., fox-hole. Vossenjacht, v., fox- hunting, fox-chase. Vossestaart, m., fox-tail. VOuw, v., plait, fold. Vouwbeen,, o., paper-knife, folding-stick. Vouwen, to fold, plait. Vouwstoel,m.,folding-chair Vraag, v., question, demand, interrogation..[person. Vraagal, m., inquisitive Vraagbaak, v., oracle ; very learned person. Vraagpunt, o., questionable point ; point in question. Vraagstuk, o., problem ; question..[interrogation. Vraagteeken, o., note of Vraat, m., glutton, gully-gut. Vraatzucht, v. gluttony. VraCht,v.,freiglit,cargo;load, burden. Vrachtkar, v., goods-cart. Vrachtrijder, m.,. carrier. Vrathtvrij, carriage free, post-paid. Vragen, to ask, demand, beg. Vragenderwijs, by way of interrogation..[ness.Vrede, m., peace; rest, calm-Vredebond, m., bond of peace.. [peace.Vredebreuk, v., breach of Vredelievend, pacific, peaceful..[conference. Vredescongres, o., peace Vredesnaam (in)! in the name of peace ! Vredespijp,v.,pipe of peace, calumet..[peace. Vredesverd rag, o.,treaty pf Vredesvoorwaarde, stipulations of peace (pl.), condition of peace. Vredig, peaceable, quiet. Vreemd, strange, foreign. Vreemde (in den), in for� eign parts, abroad. Vreemdeling, m., stranger; foreigner. Vreemdelingenverkeer, o., tourists' visiting. Vreemdsoortig, odd,queer. heterogenous. Vrees, v., fear, dread, awe. Vreeselijk,dreadful,terribleVreetwolf, m., glutton. Vreezen, to fear, dread. Vrek, m., miser, niggard. Vreten, to swallow, devour; eat. [pleasure. Vreugde, v., joy, gladness, Vreugdeloos, joyless. Vreugdevol, joyful, glad. Vreugdevuur, o., bonfire. Vriend, m., friend. [affable. Vriendelijk, friendly, kind, Vriendendienst, m., kind turn. [friends. Vriendenkring, m., circle of Vriendin,v., friend, lady- friend. [kindness. Vriendschap,v., friendship, Vriendschappelijk, friend� ly, amicable.

Vriendschapsband, m., bond of friendship.Vriespunt,o., freezing-point, point of congelation.Vriezen, to freeze. Vrij, free, loose ; unengaged.Vrijaf, free..[ing, wooing.Vrijage, v., courtship, court- Vrijblijven, to remain free. Vrijbrief, m., passport; in-dulgence..[corsair. Vrijbuiter, m., free-booter,Vrijdag, m., Friday. Vrijdenker, m., free-thinker. Vrijen, to court, woo, make love to..[sweetheart. Vrijer,m.,suitor,wooer,lover; Vrilerij, v., courting, wooing.Vrilgeboren, free-born. Vrijgeest, m., free-thinker. Vrijgeleide,o., safe-conduct; escort..[release.Vrijgeven, to set at liberty;Vrijgevig, liberal, generous. Vrijgezei, m., bachelor. Vrijhandel, m., free-trade.Vrijheer, m., baron.Vrijheid, v., liberty, inde-

pendency, freedom.Vrijhouden, to treat, defray one's expense.Vrijkaart, v., free-ticket.Vrijkoopen, to ransom; redeem.. [teers.

Vrij korps, o., body of volun-Vrijlaten, to release. VrijlOten, to draw a free number..[liver. Vrijmaken, to set free, de-Vrijmetselaar, m., free- mason..[masonry.Vrijmetselarij, v., free- Vrijmoedig, bold, free, re�solute. Vrijplaats,v.,refuge,asylum. Vrijpleiten, to justify, plead free. Vrijpostig, impudent, free. Vrijspraak, v., acquittal, absolution..[freedom.Vrijstelling, v., exemption,Vrijster, v., sweet-heart. Vrij u it, freely,frankly,plainlyVrijvechten,to free by arms. Vrijvrouw, v., baroness.Vrijwaren, to guarantee.Vrijwillig, voluntary, spon� taneous. Vrijzinnig, liberal.Vroed, wise, prudent, sage. Vroedvrouw, v., midwife.Vroeg, early; premature; betimes. [mass. Vroegmis, v., matins, early Vroegrijp, precocious, pre� mature. Vroegte, v., morning-time.Vroegtijdig, premature, early.. [glad.Vroolijk, gay, joyous, merry,Vroomheid, v., piety. VrOUW, v., woman ; wife, spouse. Vrouwelijk,feminine,female Vrouwenbeul, m., brute, tormentor of one's wife. Vrouwenbeweging, v., women's movement. Vrouwengek,m.,man-cock. Vrouwenhater, m., woman- hater. [nery. Vrouwenklooster, o., nun- Vrouwenkracht, v., female power. [cunning.Vrouwenlist, v., woman's Vrouwenregeering, v., pet- ticoat-government. Vrouwenschender, m., ravisher..[disease. Vrouwenziekte,v.,women's Vrouwspersoon,o.woman, female. Vrouwtjelief, o., my dear. VruCht,v.,fruit;fetus,embryo Vruchtbaar, fruitful, fertile. Vruchtdragend,frugiferous

Vruchteloos, fruitless. Vruchtgebruik,o., usufruct. Vuig, vile, sordid, mean, bad. VUil,dirty,foul,nasty,smutty. Vufi o., dirt, refuse. Vullbek, m., obscene talker. Vuiligheid, v., filthiness, ordure, foulness. Vuilmaken, to soil, dirty. VUilnis, v., sweepings (pl.), dirt, ordure, dung. Vullnisman, m., dust-man. Vuist, v., fist. Vulstgevecht, 0., boxing. Vuistrecht, o., club-law, sword-law..[fist, cuff.Vulstslag, m., blow with theVulstvechter, m., boxer. Vulkaan, m., volcano. Vulkachel, v., base-burner. Vullen, to fill, fill up. Vulpenhouder,m., fountain Vulsel, o., stuffing..[pen. VunZig,mouldy,musty; rank, moist. Vuren, to fire, give fire.Vurig, fiery, burning. VUUr, o., fire ; ardour ; zeal. Vuurbaak, v., beacon. Vuurdood, m., death by fire. Vuurhoudend, containing fire.. [wood. Vuurmaker, m., kindling- Vuurmand,v.,linen-warmer. Vuurmond, m., gun. Vuurpijl,m.,rocket,fire-dart. Vuurpoel, m., fiery abyss. Vuurproef, v., fire-ordeal. Vuurscherm, 0., fire-screen. Vuurspuwend,ignivomous; fire-breathing.Vuurtoren, m., light-house, pharos. VuurVeet,fire-proof,apyrousVuurwapen, o., fire-arm.Vuurzee, v., furnace.

Waadbaar, fordable, wad� able..[weighing-house. Waag, v., public scales, Waaghals, m., reckless per� son, temerarious fellow. WaagMeeeter,m.,inspector of the weighing-house. Waagstuk, o., hazardous undertaking. Waalen, to blow ; cool. Waaier, m., fan. Waakhond, m., watch-dog. Waaksch, watchful, careful. Waakzaam, watchful, vigil� ant, attentive. Waal, m., Walloon. Waalsch, Walloon Wean, m., illusion, conjec� ture; opinion. [pedantic. Waanwijs, presumptuous, Waanzin,m.,madness,frenzy Wear, v., ware, goods, mer� chandise. Wear? where ? at what place? Waarachtig, true, sincere, real, positive. [security. Waarborg, m. guarantee, Waarborgen, to guarantee, ' warrant. [innkeeper. Waard, m., host, landlord, Waarde, v., value, price, worth. [ble, estimable.Waardeerbaar, apprecia-Waardeloos, worthless, of no value. Waardig, worthy. Waardin, v., hostess, land� lady.. [way ? Waarheen? whither ? what Waarheid, v., truth, verity.

. Waarheidsliefde,v.,love of truth, veracity. Waarin? wherein? in which? Waarlangs, along which. Waarlijk, truly, in truth, in- deed..[fy, make good. Waarmaken, to prove, veri-Waarmerk, o., stamp, trade�mark, sign, token. Waarna, after which, upon which. [the side of which. Waarnaast, near which, at Waarneembaar, percepti� ble, perceivable..[sidcr. Waarnemen,to observe,con-Waarom, why, wherefore, for what reason. [which. Waarop, whereupon, on Waarschilnlijk t probable. Waarschijnlijkheid, v., probability..[caution. Waarschuwen, to warn, Waarschuwing,v., warn ing, admonition. Waartoe,whereto,wherefore Waarvoor, wherefore, for what..[tunes, divine. Waarzeggen, to tell for-Waarzegster, v., fortune- teller.. [ness. Waas, o., bloom ; haze, fresh-Wacht, m.,watchman,guard. Wacht, v., watch, guard. Wachten, to wait, stay, be on the look-out. Wachtgeld, o., half-pay. Wachtkamer, v., waiting-

' room ; guard -room. Wachtmeester,m.,sergeant of cavalry..[duty-post. Wachtpost, m., watch-post, Wachtschip, o., guard-ship. Wachtwoord, o., watch� word. Waden, to ford, wade. Wafel, v., wafer. Wafelkraam, v., wafer�baker's booth. Wagen, m.,waggon,carriage Wagen, to venture, risk, hasard. Wagenmaker, m., coach-maker, cartwright. Wagenmenner, m., wag- goner, charioteer..[open. Wagenwijd, very wide,quite Wagenziek, sick, owing to the movements of a carriage Waggelen, to stagger, totter, waver. Wagon, m., waggon, cart. Wak, o., gap. [watch. Waken, to wake, be awake ; Waker, m., watch, guard. Wakker, awake, waking; vigorous. Wal, xn., rampart, earthen wall ; coast. Wald hOOrn,m.,French horn,

hunting-horn. Walgen, to nauseate, loathe. Walging, v., loathing. Walglijk, loathsome. WalM, m., smoke, vapour. Walmen, to smoke. Walnoot, v., walnut. Walrus, m., sea-horse,morse. Wals, v., waltz. Walsen, to waltz. Walvisch, m., whale. Walvischvaarder, m., whaler, whale-fisher. Wambuis, o.,doublet,jacket. Wan, v., winnow. Wanbegrip,o.,wrong notion Wanbeheer, o., ill-manage� ment.. [meat. Wanbetaling, v., non-pay-Wanboffen, to have bad luck Wand, m., wall. Wandaad, v.,villainy, crime, misdeed. Wanda!, m., walking; con�duct, behaviour. Wandelaar, m., walker, pe�destrian.

Wandalen, to walk, take a walk.. [pier. Wandelhoofd, o., walking- Wandeling,v.,walk,walking Wandelrit, m., ride, drive, tour (on horse-back). Wandelstok, m., walking� stick.. [suit. Wandeltoilet, o., walking-Wandalweg, m., walk. Wandgedierte, 0., bug,wall� louse. Wandversiering, v., wall decoration. Wanen, to presume, fancy. Wang, v., cheek ; jole. Wangedrag, o.,bad conduct, bad behaviour. WangedroCht, o., monster. Wangeluid, o., dissonance, cacophony. Wangunstig, envious. Wanhoop, v., despair, hope� lessness. Wanhopen, to despair. Wankelbaar, wavering ; un� stable. Wankelen, to waver, move. Wankelmoedig, wavering, inconstant. [discord. Wanklank, m., dissonance, Wanluidend, dissonant, jar� ring. Wanneer, when ; if, in case. Wannen, to winnow, fan. Wanorde, v., disorder. WanschaPen, deformed, monstrous. Wansmaak, m., bad taste. Want, v., glove without fing� ers. [that. Want, for, because, seeing Wantrouwen, o., distrust,

suspicion. [suspect. Wantrouwen, to distrust, Wanverhouding, v., dis�proportion. Wapen, o., weapon, arm.. Wapenbord, o., scutcheon, ensign. [soldier, comrade. Wapenbroeder, m., fellow-Wapenen, to arm. Wapenfeit, o., feat of arms, exploit..[ment of arms. Wapenhandel, m.,manage-Wapenkreet, m., alarm. Wapenkunde, v., heraldry, armory, blason. Wapenrusting, v., armour, war-accoutrement. Wapenschild,o., scutcheon,ensign, armorial. Wapenstilstand, m., truce, suspension of arms. Wapperen, to float, swing. War (in de), confused, entangled. Warande, v., park, walk.Warboel, m., confusion. Warhoofd, m., muddle� headed fellow. Warm, warm, hot. Warmbloedig, hot-blooded. Warmen, to warm;warm up.Warmoezenier,m.,kitchen� gardener. Warmte, v., warmth, heat. Warmtegeleiaing, v., con�duction of heat. Warmtegraad, m., degree of he Warnet, o., labyrinth. Warreling, v., whirling. Wartaal, v., gibberish, non- Was, o., wax..[sense. Wasachtig, waxy, wax-like. Wasch, v., wash ; linen to be washed..[linen. Waschmand, v., basket for Waschtobbe, v , washing- tub..[washer-woman. Waschvrouw, v., laundress, Waacimoek,, o., oil-cloth, cere. w s do m., growth, in- crease [evaporate. Wasemen, to steam,vapour,

Wasscherij, v., laundry,

wash house..[was. Wassen, to grow ; rise, Wat? what ? which? how ? Water, o., water. Waterbaars,v., perch boiled in water. Waterbak, m., tank, water- trough ; urinal..[flower. Waterbloem, v., aquatic Waterbouwkundige, m., one versed in hydraulics, hydraulic engineer. Waterdamp, in., vapour, steam..[impermeable. Waterdicht, water-proof, Water-en vuurnering, v., small trade of live coal and hot water. Watergeus, m., water-beg- gar.. talus. Waterhoofd, 0., hydroceph-Waterkeering, v., jetty, break-water,dam,dike,pier. Waterlaars, v., jack-boot, waterproof boot. Waterleiding, v., aqueduct,

water-works. Watermolen,m., water-mill Waterpartlj, v., party on the water..[rizontal. Waterpas, level, even, ho-Waterpassen, to level. Waterplant, v., water-plant. Waterrat, v., water-rat. Waterschap,o.,jurisdiction of an inspector of the dikes, fluvial juridiction.

Watersnood, m., distress occasioned by inundation. Waterspiegel, m., water- level.

Waterstaat, m., govern�ment-office for the main�tenance of dikes etc., water�departmen t. Waterstoof, v., foot-stove filled with water. Watertanden, to feel one's mouth water. Waterval, m., water-fall, cataract, cascade. Waterverf, v., water-colour. Waterverversching, v., refreshing of water. Waterviak, o., surface of the water..[by water. Watervlek, v., spot caused Watervogel,m., water-fowl. Watervrees, v., hydro� phobia. Waterzucht, v., dropsy. Watten (mv), v., wadding, jeweller's cotton. Wauwelaar, m., tattler. Weder, o., weather. Weder, again, anew, over again..[service. Wederdienst,m., reciprocal Wederdooper, m., anabap� tist. Wedergade,v., match,equal Wedergeboorte, v., rege� neration, renewal, revival. Wedergeven, to restore, return. Wedergroet, m., salute in return, reciprocal saluta�tion..[consort, wife. Wederhelft, v., spouse, Wederkeeren, to . return, come back..[get again. Wederkrijgen, to recover, Wederlegging,v.,refutationWederliefde, v., requited love, mutual love. Wederom, again, anew, afresh.. [ing. Wederopbouw,m., rebuild-Wederopstanding, v., re- surrection..[unlawful.

Wederrechtelijk, illegal, Wederspanneling, m., rebel, refractory, mutineer. Wederstaan, to resist, oppose. .. Wederstreven 188 Wees Wederstreven, to oppose, rebel..[hap, occurrence. Wedervaren, o., adventure, Wedervergelding, v., re� quital, reward. Wedervinden,to find again. Wederzien, to see again. Wederzijdsch, mutual, re� ciprocal. Wedijver, m., emulation, contention..[vie. Wedijveren, to emulate, Wedloop, m., race. Wedstrild, m., competition, emulation. Weduwe,v.,widow,dowagerWeduwgel d, o., widow- money.Weduwnaar, m., widower. Weduwechap, o., widow� hood. Wee, o., pain, woe, mis-Wee! woe!.[ [fortune.Weefgetouw, o., loom.Weefsel, o., tissue, weaving. Weefster, v., weaving- woman. Weeg (te � brengen), to cause, bring about. Weegglas,o.,weighing-glass Weeg uis, v., bug. Weegschaal, v., balance, scales, pair of scales. Week, v., week..[nice. Week, weak, sqashy, soft, Weekblad, o., weekly paper. Weekdier, o., mollusk. Weekhartig,tender-hearted, , easily moved. Weeklacht, v., lamentation. bewailing..[complain of. Weeklagen, t to lament, Weelde, v., luxury. Weelderigheid, v., luxuri- ousness..[sadness. Weemoed, m., melancholy, Weemoedig, mournful, sor� rowful, melancholy. Weenen, to weep, cry. Weerbaar, defensible ; ten�able. Weerbaarheid, v., defensi�bleness,mi I itary forces (pi.). Weerbaarheidsvereeni�ging, v., body of volun�teers..[obstinate. Weerbarstig, stubborn, Weerberichl, o., weather- report, forecast. Weerdruk, m., riteration. Weerga, v. peer, parallel. WeergaasCh, deuced..[re-echo. Weergalmen, to resound, Weergaloos, unparalleled. WeerglaS, o., barometer, weatherglass. Weerhaan, m., weather-cock, vane. Weerkaatsen, to re-echo;

reflect..[nance. Weerklank, m., echo, reso-Weerlicht, o., lightning. Weerloos, defenseless, help� less. Weeromstuit, m., rebound. Weerplicht, m., conscrip� tion. [reverberation. Weerschijn, m., reflection, Weersgesteldheid, v., temperature, state of the

atmosphere. [both sides. Weerskanten (van), from Weerspannig. obstinate.Weerspiegelen, to reflect. Weerstand, m., resistance. Weersverandering, v., change of the weather. Weervoorspel ler, m., weather-prophet. Weerwil (in), m., in spite of, notwithstanding. Weerwolf, m., bugbear, grumbler. Weerzin, m., aversion. Wees, m., orphan. Weeshuis, o., orphan-asylum, -house, orphanage. Weesmoeder, v., matron of an orphanage, mother of orphans. Weetal, m., pedant. Weetgierig, inquisitive. Weeti Mgt, m.,desire of know� ledge. [blockhead. Weetniet, m., ignoramus; Weg, m., way, road, course. Wegbergen, to lock up, put away. Wegblazen, to blow away. Wegblijven, to stay away; tarry. [demolish. Wegbreken, to break off, Wegbrengen, to carry off; conduct. [to naught. Wegcijferen,to deny,reduce Wegduwen, to drive away, push away. Wegdwalen, to stray off. Wegen, to weigh, poise, balance. [because of. Wegens, on account of, Weggaan,to go away,depart. Weggoochelen, to juggle away. Weggooien, to throw away. Weghalen, to take away. Weg9len, to speed away. Wegjagen, to drive away, chase away. Wegkapen, to pilfer, catch away. Wegkomen, to get away. Wegkruipen, to creep away. Wegkwijnen, to pine away. Weglating, v., omission, passing over. Weglokken, to allure,entice. Wegloopen, to run away. Wegmoffelen,to filch away, tuck away. Wegnemen, to take away. Wegpakken (zich), to decamp, escape, make off. Holl.-Engelsch. Wegraken, to be lost, get away, be mislaid. [away. Wegredeneeren, to reason Wegroepen, to call off. Wegrui me n,to remove,clear away. [snatch away. Wegrukken, to tear away, Wegschenken,to give away Wegscheren (zich), to hook it, be gone, escape, withdraw. [away. Wegschoppen, to kick Wegsijpelen, to ooze. Wegsjouwen, to remove by hard labour. [charming. Wegsleepend, delightful, Wegslingeren,to castaway, fling off. Wegslinken, to decrease. Wegsluipen, to steal away. Wegsluiten, to lock up. Wegsmelten, to melt away. Wegspoeden, to hasten away. [rinse. Wegspoelen,to wash away, Wegstelen, to purloin, steal away. [conceal. Wegstoppen, to put away, Wegtroonen, to persuade one to come away, decoy. Wegwenschen, to wish away. Wegwergen,to throw away. Wegzak en, to sink away. Wegzenden, to dismiss; send away. [away. Wegzetten, to put away, set Wel, v., whey. Weide, v., meadow, pasture. Weiden, to graze. Weidsch, gaudy, showy, high, splendid. Weifelaar, m., waverer. Weifelen, to waver, hesitate, balance. [unsettled. Weifelmoedig, irresolute, Weigeren, to refuse, deny, decline.

Weigering,v.,refusal,denial. Weikaas, v., cheese of whey. Weinig, little, few. Welt, v., wheat. Weitasch, v., game-bag,

hunter's pouch..[bread. Weitebrood, o., wheaten Wekelijksch, weekly, every week..[(from sleep). Wekken, to awake, rouse Wekker, m., awaker; alarm- watch..[-spring. Wel, v., source, spring, well-Wel, right, well ; duly. Welaan I well ! Welbedacht, well-advised, well-considered. Welbehagen, o., approba� tion, comfort. Welbemind, well-beloved. Welbespraakt, eloquent. Weldaad, v., benefit, favour. Weldadig, beneficient, cha� ritable. Weldoen, to do good. Weldoener, m., benefactor. Weldoordacht, well-con� sidered. Weldra, soon, shortly. Weleer, formerly, in former times, of old. Weleerwaard, reverend. Welgaan, to go well,prosper. Welgedaan, portly, well- made..[resemblance. Welgelijkend, of a striking Welgelukzalig, blessed, happy..[well -shaped. Welgemaakt, well-made, Welgemanierd, good -man- nered, well-educated. Welgemoed, cheerful, gay, merry..[well-formed. Welgeschapen, well-made, Welgesteld held, v.,wealth, ease, prosperity. Welgevallig, pleasing, agreeable. Welgezindheid, v., good intention. Welig, abundant, luxuriant. Welingericht,well arranged Welk 7 which ? what? Welkom, welcome,agreeable Welkomst, v., welcome. Welkomstgroet, m., com- pliment of welcome. Wellen,to spout; well,spring. Wellevendheid, v., polite- ness. good-breeding, good manners, (pl.). Wellicht,perhaps,perchanceWelluidend,melodious,har� monious..[sual. Wellustig, voluptuous, sen-Welmeenend, well-mean- ing..[well -educated. Welopgevoed, well -bred, Welp, o., whelp. Welput, m., well-spring. Welriekend, odoriferous,

fragrant. [tasteful. Welsmakend, savoury, Welsprekend, eloquent. WelstaanshalVe,for form's sake. Welstand, m., welfare, ease, prosperity, good fortune. Welvaart, v., prosperity, welfare. Welvarend, prosperous, in good health. Welven, to vault. Welversneden, well -made, WelvOeglijk, decent,becom- ing..ilence, kindness. Welwillendheid, v.,benevo-Welzijn, o., well-being, wel� fare, prosperity. Wemelen, to swarm, crowd. Wen, v., wen. Wenden, to turn, turn about. Wending, v., turn, turning; tack. Wenk, m., wink; hint. Wenkbrauw, v., eye-brow. .

Wenken, to 'beckon, wink. Wennen, to accustom, get used. Wensch, m., desire, wish, longing, vow. Wenschen, to desire, wish. Wentelen, to welter, roll, turn. [biscuit. Wentelteefje, o., soaked Wenteltrap, v., winding- stairs. Wereld, v., world; earth. Wereldbol, m., globe. Wereldburger, m., cosmo� polite ; citizen of the world. Werelddeel, o., part of the world. Wereldgeschiedenis, v., history of the world. Wereldkennis, v., know�ledge of the world. Wereldkundig, universally known, notorious. Wereldsch, wordly, mon�dane. Wereldstad, v., metropolis, great town. [language. Wereldtaal, v., universal Weren, to parry, prevent, obviate. Werf, v., wharf, yard, dock� yard.. [office. Werfdepot, o., recruiting-Werk, o., work, labour; deed. WerkbaaS,m.,work-master. Werkbank, v., work-bench. Werkbeest, o., draught- beast ; beast of burden. Werkbij, v., working bee. Werkdadig,active,practical. Werkdag, m., working-day. Werkelijkheid, v., reality, real existence. Werkeloosheid, v., inac� tion, indolence. Werken, to work, do, effect. Werkezel, m., drudge. Werkgever, m., employer. Werkhuis, o., work-house, house of correction Werking, v., influence,work�ing, operation; fermenting. Werkinrichting, v., labora� tory, workshop..[study. Werkkamer, v., work-room, Werkkracht, v., active power, efficacy. [activity. Werkkring, m., sphere of Werkliedenverbond, o., workmen's association. Werkloon, o. workman's pay, wages (pl.). Werkman, m., workman. Werkmeid, v., work-maid, house-ma id,servant. [horse Werkpaard, 0., working-Werkpak, o., work-dress. Werkplaats, v., workshop, workvard. Werkstaking, v., strike. Werkstellig (maken), to put in practice, execute. Werkster, v., charwoman, worker. Werktijd, m., working-time. Werktuig, o., instrument, tool, implement. Werktuiglijk, mechanical, mechanic. Werkverschaffing, v., pro� curing of work. Werkwoord, o., verb. Werkzaam held, v.,activity, diligence. Werpen, to throw, cast. Werplood, o.,sounding-lead. Werpschijf, v., disk, quoit. Wervel, m., vertebra ; hasp. Wervelwind,m.,whirlwind. Werven, to recruit, enlist, enroll, raise. Werwaarts, whither, where. Wes halve, for which reason, upon what account. Wesp, v., wasp [vespiary. Wespennest,o.,wasps' nest,

Wespesteek, nr., sting of a wasp. Westen, o., West, Occident. Westenwind,m.,west -wind. Westerkim, v., western ho�rizon. [longitude.Westerlengte, v., westernWesterling, m., Westerling, West-Indian. o., West-India. Westwaarts, westward. Wet, v., law, decree, rule, statue. Wetboek, o., code. Weten, to know.

Wetenschap, v., science, knowledge..[tific.Wetenschappelijk, scien- Wetenswaardig, worth

knowittg, remarkable.Wetgeleerde, m., lawyer.Wetgever,m., legislator. Wethouder, m., magistrate, alderman..[law.Wetsbepaling, v., decree, Wetschennis, v., violation of a law. Wettelijk, lawful,legitimate.Wetteloos, lawless,anarchic Weven, to weave. Weyer, m., weaver. Weverij, v., weaving. Wezel, v., weasel. Wezen, o., existence, being,

creature. [material.Wezenlijk, real, essential, Wezenloos,senseless,stupidWhist, o., whist.Whisten, to play at whist.Wichelaar, m., augur, di� viner, soothsayer.

Wichelarij,,,augury,sorce- Wichtig, weigh ty;ponderous. Wie ? who? which? Wiebelen, to swing. Wieden, to weed. Wieg, v., cradle.

Wiegelied, o., lullaby. Wiegen, to rock, cradle. Wiel, o., wheel. Widen, to wheel. Wielewaal;m.,golden thrush

Wielrijder, m., cyclist.Wier, o., sea-weed.Wierook, m., incence. Wierookvat, o., censer, thu-Wig, v., wedge. .[rible.Wiggebeen, o" wedge- formed bone. WigvOrmig, wedge-like. Wij, we, (svij alien) all of us.Wijd, wide, ample, large, broad. Wijdbeens, straddling. Wijden, to consecrate, bless, dedicate. [dedication,Wijding, v., consecration,Wijdloopig, prolix,ditTusive. Wijdte, v., width, wideness, largeness.Wijf, o., wife, woman. Wijk, v., retreat ; ward. quarter..(way, yield.Wijken, to retreat, makeWijkmeester, m., warden, alderman of a ward. Wijkzuster,v., district nurse Wijlen,late,deceased,defunctWijn, m., wine.Wijnazijn, m., wine-vinegar.Wijnberg, tn., vineyard.Wijnbouw, rn., vine-culture, tilling of vines..[grower.Wijnbouwer, m , vine-Wijugeard, m , vineyard. Wilngeest,m.,spirit ofwine.Wijnkelder,m., wine-cellar. Wijnkooper, tn., wine-mer�

chant, vintner. Wijnoogst, m., vintage, grape-gathering. Wijnpers, v., wine-press. Wijnproever,m.,wine -taster Wijnrank, v., wine-branch. Wijnstok, m., vine, vine- Wijnvat, o., wine-cask. Wijnvervalscher, m., so� phisticator, adulterator of wine. Wijs, sage, wise, prudent; tune, melody, strain. [phy. Wijsbegeerte, v., philoso-WijSgeer, m., philosopher. Wijsheid, v., wisdom, pru� dence. Wijsmaken, to impose uponm., pedant. Wijsvinger, m., index, fore�finger. Wijten, to impute, reproach.Wijwater, o., holy-water. Wijze, m., sage, wise man. Wijze, v., manner, way. Wijzen, to show, direct, point out. Wijzer, m., hand, indicator.Wijzigen, to modify. WI'Melon, to envelop, wrap (up), involve. Wikken, to weigh, poise. Wil, m., will; Ver wille van) for the sake of. Wild, o., game. Wild, savage, wild. [venison. Wildbraad, 0., game, deer, Wilddief, m , poacher. Wilde, m., savage. Wildebras, m., tom-boy. Wildeman, m., savage; ogre. Wildpastei, v., venison-pie. Wildvreemd, quite strange,

utterly strange. Wildzang, m., wild spark, Wilg, m., willow. Willekeur, v., will, option. caprice..[potic. Willekeurig, arbitrary, des-Willemsorde, v., order of King William.

Wilien, will ; to please, want, be willing. [flcious. Willig, willing, ready, of-Wilskracht, v., energy. Wimpel, m., streamer, pen-Wimper, v., eyelash. [non."Wind, m., wind..[beam. Windas, o., windlass, draw-Windbrekend, carminative. Windbuil, m., boaster, brag- gart, braggadocio..[ley. Winde, v., bind-weed; pill-Windom, o., wind-egg. Winden, to wind ; draw up. Winderig, windy ; flatulent. Windhond, m., greyhound. Windhoos, v., whirl-wind, sudden gale, tornado. Winding, v., winding. Windmolen, m., wind-mill. Windsel, o., band, fillet, Windstil, calm..[swathe. Windvlaag, v., blast, p[cuoticof. wind..[cock. Windwijzer, m., weather-Wingerd, m., vine. Wingewest, o., conquered country ; province. Winkel, m , shop, magazine. Winkelen, to go shopping. Winkelhaak, m., rent. Winkelier, m., shop-keeper. Winkelvereeniging, v.,

co-operative stores. Winkelwaar, v., wares of a shop (pl.), shopstock. Wi n near, m., winner,gainer; conqueror..[quer. Winners, to win ; gain; con-Winst, v., gain, profit, lucre. Winstbejag, o., pursuit of gain..[profitable. Winstgevend, lucrative,Winter, m., winter. Winterdienst, m., winter- service..[chilblains (pl.). Winterhanden (mv.), v., Winterise, v., great-coat. Winter oninkje, o., wren. Winterprovisie, v., winter- provisions..[sleep. Winterslaap, v., winter- Wintertuin, m., winter-gar� den. WinterZOn, v., winter-sun. Winzucht, v., eagerness after gain.. [saw. Wip y v. en m., swipe ; see-Wipbrug, v., draw-bridge. Wipneus,m.,turned-up nose Wipstaart, m., wagtail. Wiskunde, v., mathematics. Wispelturig, fickle, change� able, unsteady. Wisschen, to wipe ; sponge. Wiese', m., bill of exchange. Wisselaar, m., money-chan� ger, banker, cashier. Wisselbank, v., bank of exchange..[change. Wisselbrief, m., bill of ex-Wisselen, to change, ex-

change.. [lay. Wisselplaats, v., stage, re-WiSSeivallig, uncertain, changeable,vicissitudinary. Wisselwachter,m., switch� man, eccentric-waiter. Wit, white, blank. Witharig, white- haired. Witkalk, v., lime to white� wash with. Wittebrood, o., white bread. Wittebroodsweken, v., honey-moon. Witten, to white-wash. Witter, m., white-washer, whitener. Witwerker,m.,joiner. [lence Woede, v., fury, rage, turbu-Woeden, to rage, be furious. Woedend, furious. Woeker, m., usury. Woekeraar, m., usurer. Woekerplant, v.,parasitical plant. Woekerwinst, v., unlawful gain, usurious profit. WOelen, to fidget, move; woold (scheepst.). Woelgeest, m., turbulent

fellow. Woensdag, m., Wednesday. Woest, wild, disordered; desolate, waste. Woestaard, m., brutal man, dissolute fellow. Woestheid, v., wildness,

roughness..[ness. Woestijn, v., desert, wilder-WOI, v., wool. Wolbaal, v.,wool-sack,wool-Wolf, m., wolf..[pack. Wolfshond, m., wolf-dog. Wolfsklem, v., wolf-snare. Wolfskruid, o., wolf's bane. Wolfskuil, m., wolf-trap. Wolk, v., cloud; mist. Wolkammer, m., wool- comber. Wolkbreuk, v., torrent of rain.. [maker. Wollenaaister, v., dress-Wolspinnerij, v., wool- spinnery..[hunting.

Wolvenjacht, v., wolf-WOlverver, m., wool-dyer. Wolvin, v., she-wolf. Wond, v., wound, hurt, damage, injury. Wonden, to wound, hurt, injure. Wonder, o., wonder,miracle, marvel, prodigy. Wonderdadig, miraculous. Wonderdokter, m., quack, mountebank. Wonderkind, o., prodigy, wondrous child. Wonderolie, v., castor oil. Wonderschoon,most beau� tiful, wonderfully fine. Wondkoorts, v., wound- fever. Wonen, to dwell, live, lodge. Woning, v., dwelling, domi� cile, house. Woningwet, v., house-act. Woonhuis, o., dwelling-house, mansion.Woonplaats, v., dwelling- place.. [room.Woonvertrek, o., sitting-Woord, o., word, term. Woordbreker,m.,breaker of one's word. Woordelijk, literal, verbal. Woordenboek, o., dictio� nary, lexicon.

Woordenlijst, v., vocabula�ry, nomenclature, glossary.Woordenrijk, verbose, rich in words, prolix.

Woordenwisseling,v., dis- pute, altercation. Woordenzifter, m., hair- splitter, purist.Woordschikking, v., syn- tax, construction.Woordspeling,v.,play upon words, pun.

Woordvoerder, m.,speaker, spokesman.Worden, to become,grow;be. WOrgen, to strangle, stifle.Worgpaal, m., strangling-WOrM, m., worm..[post.Wormkoekje, o.,vermifuge, worm-cake..[tansy.Wormkruid, o., worm-seed,Wormstekig, worm-eaten. WOrp, m., toss, throw, cast. Worst, v., sausage.Worstelaar, m., wrestler, athlete, struggler.Worstelperk, m., ring, arena, wrestling-place. WOrsteletrijd,m.,wrestling� match, � combat. Wortel, m., root ; carrot. Wortelen, to take root, form roots. [sign.Wortelteeken, o., radicalWorteltrekking, v., extrac- tion of roots. Wortelvorm, m., radical quantity.Woud, o., wood, forest.Woudduif, v., wood-pigeon.Wraak, v.,revenge,vengeanceWraakbaar, challengeable, rejectable. Wraakgierig, vindictive. Wraaklust, m., vindictive� ness..[mice, vindict.Wraakneming, v., venue-Wristk,o.,wreck,ruin,old ship.Wraken, to challenge, reject. Wrang, sour,acrid;tart,sharp Wrat, v., wart.Wreed, cruel, fierce, hard.Wreedaard, m., barbarian, cruel man, tyrant. Wreedaardigheid,v.,cruel- ty, barbarity.Wreken, to revenge, avenge. Wrevel, m., peevishness.Wrevelig, peevish, surly, morose. Wrijfdoek,m.,rubbing-eloutWrijfpaal, m., rubbing-post; laughing-stock. Wrijfwas, o., French polish, polishing wax. [tion.Wrijven, to rub, cause fric�

Wrijving,v.,friction,rubbing.Wrikken, to jerk, move. Wringen, to wring; press. Wroeging,v.,remorse,regret, pang..[rake up.Wroeten, to rout, dig up, Wrok, m., grudge. Wrokken, to owe a grudge.Wrong, v., knot, hair-plait. Wutt, frivolous, fickle. Wuftheid, v., fickleness, frivolity..[give a sign.Wuiven, to wave; beckon, WulpsCh, lascivious, vo�

luptuous, wanton. Wurgen, to strangle.Wurmen, to drudge, plague.. .

z. Zaad, o., seed. Zaadkorrel,v.,grain of seed, seed-corn..[vessel. Zaadleider, m., deferent Zaag, v., saw. [apparatus. Zaagmachine, v., sawing-Zaagmolen, m., Zaagsel, o., saw-dust. Zaaibloem, v., seedling-Zaaien, to sow..[flower. Zaaier, m., sower. Zaaiplant, m., seedling. Zaaisel, o., sowings (pl.). Zaaitijd, m., sowing-time, seed- season..[business. Zaak, v., thing,matter,affair, Zaakgelastigde, m., agent, commissioner. Zaakkennis, v., practical knowledge. Zaakrijk, fact ful. Zaakwaarnemer, m., solic� itor, mandatory. Zaal, v., hall, room. Zabbelen, to suck. Zacht, soft, gentle, mild;low. Zachtaardig, gentle,affable. Zachtheid, v., softness. Zachtmoedigheid, v., gen- tleness, meekness. Zachtzinnig, mild ; gentle. Zadel, m. en o., saddle. Zadelknop, m., pommel. Zadelmaker, m., saddler. Zagen, to saw. Zak, m., sack, bag; pocket. Zakalmanak, m., pocket-

almanac. [kerchief. Zakdoek, m., pocket-hand-Zakelijk, real, essential. Zakformaat, o., pocket-size. Zakgeld, o., pocket-money. Zakken, to pocket; put in bags; sink. Zakkenroller, m., pick� pocket. Zakmes, o., pocket-knife. Zakwoordenboek, o., pocket-dictionary. [ment. Zalf, v., unguent, salve, oint-Zalig, blessed. Zaliger, deceased, late. Zaligmaker, m., Saviour, Redeemer. ZalM, m., salmon. [colour. Zalmkleur, v., salmon-Zalvend, unctuous. [tion. Zalving, v., anointing; unc-Zamen (te), together. Zand, o., sand, dust. Zandbad, o., sand-bath. Zandbak, m., sand-bowl. Zandbank, v., sand-bank, Zanderig, sandy..[shelf. Zanderij, v., sand-pit. Zandhaas, m., sand-hare. Zandheuvel, m., sand-hill. Zandkorrel,v.,grain of sand Zandlooper, m., hour-glass, sand-glass..[man. Zandruiter, m., bad horse-Zandweg, m., sandy road.. Zang, m.,song,canto;singing. Zangbodem, m., sounding-board.. [class. Zangcursus, m., choral Zanger, m., singer, songster. Zangeres, v., singer, song� stress. Zangkoor, o., choir. Zangles, v., singing-lesson. Zangvereeniging,v.,choral society.Zangvogel,m.,singing-bird. Zaniken, to grumble,bother. Zat, satiated, satisfied. Zaterdag, m., Saturday. Zebra, m., zebra.

Zede, v., morals; customs manners (pl.).Zedelijk, moral. Zedeloos, i m moral, wicked Zedenbederf, o., depravity of manners..[moralZedenleer, v., moralityZedenmeester, m., moral

izer.. [cencyZedigheid, v., modesty, de Zee, v., sea..[mone� Zeeanemoon, v., sea-ane-Zeearend, m., osprey, sea eagle. Zeearm, m., bay, see-armZeebad, o., sea-bath. Zeebanket, o., herring.Zeebonk, m., tar, jack-tarZeedienst, m., sea-serviceZeef, v., sieve..[navy.Zeegat.� uitgaan), to put to sea.Zeegevecht, o., sea-fight, engagement on sea.Zeegezicht, o., sea-view; sea-piece.Zeegras, o., sea-weed. Zee roes, sea-green.Zeeheld, m., naval hero.Zeekapitein,m.,sea-captainZeekasteel, o., great ship.Zeekust, v., sea-coast. Zeelt, v., tench. Zeelucht, v., sea-air. Zeemacht, v., navy, naval force..[ship, navigation.Zeemanschap, v., seaman-Zeemeermin, v., mermaid, siren, seamaid. [sea-gull.Zeemeeuw, m., sea-mew,Zeemleer: o., shammy, chamois..[itime power.Zeemogendheid, v., mar�Zeemonster,o.,sea-monsterZeeofficier, m.,naval officer Zeep, v., soap.Zeepaard, o., hippocamp, sea-horse. Zeepen, to soap. Zeepsop, o.J soap-suds. Zeepziederij,v.,soap-works Zeer, painful; very. [(pl.). Zeeramp, v., casualties at sea (pl.)..I (pl.). Zeerec ht, o.,maritime laws, Zeereis, v., voyage. Zeerob, m., seal ; tar. Zeeroover, m., pirate, cor- sair..[voyage. Zeetocht, m., voyage, sea- Zeeuwsch, Zealand.

Zeevaardig, navigable. Zeevaart, v., navigation. Zeevisch, v., sea-fish. Zeewezen, o., naval affairs, navy, marine.

Zeeziek, sea-sick. Zefier, m., zephyr. Zege, v., victory, triumph. Zegel (papier), o., seal, stamp, stamped paper.Zegelbelasting, v., stamp-duty.Zegelbewaarder,m.,Keeper of the Seals, chancellor. Zegelen, to seal, stamp.Zegeiring, m., seal-ring, signet.. [ing.Zegen,m.,benediction,bless-Zegenen, to bless. Zegening, v., blessing, ben� ediction. Zegepraal, v., triumph.Zeggen, to say, tell; speak.Zeggingskracht, v., elo� quence, elocution.Zegsman, m., authority.Zegswijze, v., diction, ex-Zeil, o., sail..[pression.Zeilen, to sail. Zeilmakerij; v., sail-yard, sail-making. Zellschip, o., sailing-ship.Zeilwedstrijd, m., sailing- match, regatta. Zeis, v., scythe. Zeker, certain, sure, secure ; safe. [tainty.Zekerheid, v., surety, cer-Zeldzaam, rare, singular,Zelf, self, oneself. [strange.Zelfbedrog, 0., self-deceit.Zelfbehagen, o., self-suf� ficiency. [accusation.Zelfbeschuldiging, s'.,self-Zelfbevlekking,v.,onanismZelfgenoegzaam, self- sufficient..[edge.Zelfkant, m., selvage, list,Zelfkastijding,v.,self-mor� tification. [ledge.Zelfkennis, v., self-know� Zelfkwelling,v.,self-torture. Zelfmoord, m., suicide, self-murder. Zelfontbranding, v., spon-taneous combustion. Zelfopoffering, v., self- sacrifice, self-devotion.Zelfstandig, independent;Zelfs, even. [substantial.Zelfstrijd, rn., inward strug� gle, irresolution.Zelfverwijt, o., remorse. Zelfvoldoening,v.,satisfac- tion, self-contentedness. Zelfwerkend, self-acting.Zelfzucht, v., egotism, self� ishness. [strainer, caviller.Zemelknooper, m., gnat- Zendbrief, m., mandment ; epistle. [emissary.Zendeling, m., missionary ;Zenden, to send, despatch.Zendingsfeest, o., mission� ary festival.Zengen, to scorch, singe. Zenuw, v., nerve, sinew.Zenuwachtig, nervous. Zenuwlijder, m., sufferer from a nervous disease. Zenuwpijn, v., neuralgy.Zenuwtrekking, v., nervous trembling; twitch (face). Zenuwziekte, v., nervous disease, neuropathy. Zerk, v., square stone; tomb- Zes, six. [stone. Zeshoek, m., hexagonal.Zesregelig, of six verses, of six lines. Zestien, sixteen. Zestig, sixty. Zestiger, m., sexagenarian. Zet, m., push..[man. zZetbaas, m., agent, hired m" seat ; residence. Zetelen,to sit; reside. Zetfot, v., compositor's error. Zetmeel, o., fecula, starch. Ze t tpeiln,, v., suppository. z to set, place, put. Zeug, v., sow. Zeulen, to drag.Zeuren, to worry, bother.Zeurkous, m., bore. Zeven,seven. [Pleiades(pl.).Zevengesternte, o., Zevenklapper, m., squib, seven-cracker. Zeventien, seventeen.Zeventig, seventy. Zeventiger, m., septuagena- ZiCh, oneself. Zichtbaar, visible. Ziedaar 1 there ! look there Zieden, to boil, seeth. Ziehier ! look here ! Ziek, ill, sick, diseased. Ziekbed, o., sick-bed. Zieke, m., sick person, vale-

tudinarian, invalid. Ziekelijk, sickly, infirm.Ziekenfonds, o., sick-fund. Ziekenhuis, o., hospital.Ziekenvader, m., surveyor in a hospital. [sick-nurse.Ziekenverpleegster, v.,Ziekenwagen, m., ambu- lance, sick-chariot. [room.Ziekenzaal, v., ward, sick-

. . Ziekte, v., sickness, disease. Ziektekiem,v.,diseasegerm.Ziekteverschijnsel, o., symptom. Ziel, v., soul, mind ; spirit.Zieleleed, o., mental suf� fering.Zieleleven, o., spiritual life.Zielental, o., number of inhabitants. Zielloos, inanimate, lifeless. Zielroerend, pathetic. Zielsangst, m., agony, an�guish of mind. Zielskracht, v., fortitude, strength of the mind. Zielsveel, with all one's soul.. [rapture. Zielsvervoering,v.,ecstasy, Zieleziekte,,,disease of the mind, mental disease. Zieltogen, to lie in agony.Zielverkooper, m., � soul- trader, kidnapper.Zien, to see, loox..[eye.Zienersblik, m., prophet'sZienswijze, v., opinion, judgment. ZieZ00! tha,t is it !Ziften, to sift; cavil, criticise. Zij, she; they.Zijde, v., side; silk.Zijdehngsch, sidelong, collateral. Zijderups, v., silk-worm.Zijdeur, v., side-door.Zijgang, v., by-way. Zijlinie, v., side-line. Zijn, to be ; exist.Zijnent (te), at his house. Zijsprong, in., side-leap, gambol.Ziltig, saltish, briny.Zilver, o., silver.Zilverdraad, o., silver-wire. Zilvermijn, v., silver-mine. Zilvervloot, v., silver-fleet. Z in, in., sense ; meaning ; un� derstanding. Zinbouw, m., phraseology.Zindelijkheid, v., cleanli� ness, neatness.Zingen, to sing.Zink, o., zinc.Zinken, to sink,go to ground. Zinkput, m., sewer. Zinksel, o., dregs. [symbol.Zinnebeeld, o., emblem, Zinneloos Linsane,senseless. Zinsnede, v., phrase.Zinspelen, to allude. Zinspreuk, v., motto;devise. Zinsverbijstering, v., madness. Zintuig, o., organ. [assize.Zitdag, m., session-day,Zitkamer, v., parlour.Zitten, to sit. Zitting, v., session; seat.Zitvlak, 0., posteriors (pl.).Zode, v., sod, green turf.Zoeken, to seek, look for, rummage. ZOekMaken, to mislay,lose.Zoelheid, v., mildness, sul� triness. Zoen, m., kiss; expiation.Zoendood, in., redeeming death. Zoenen, to kiss, embrace.Zoenoffer, o., expiatory sacrifice. Zoet, sweet ; soft, pleasant.Zoetelaar, m., sutler.Zoetsappig, goody-goody; insipid, witless. Zog, o., milk ; track (of a ship).Zolder, m., garret, loft. Zomer, rn., summer.Zomerpaleis, o., summer- palace..[of the summer.Zomersch, like summer; Zomersproeten (mv.), v., freckles (pl.).

Zon, v., sun. Zondaar, m., sinner. Zondag, m., Sunday. Zondagskind, o., Sunday-

child.. [rest.Zondagsrust, v., sabbath- Zondares, v., sinner.Zonde, v., sin, transgression. Zondenbok, m., scape-goat. Zondenregister, o., book of sins. Zonder, without, but for, destitude of..[strange.Zonderling, singular, odd,Zondigen, to sin, trespass.Zondvloed, m., deluge. Zone, v., zone.Zonnebaan, v., ecliptic.Zonnebeeld, o., solar spec- trum, image of the sun.Zonneblind, dazzled by the sun..[turnsole.Zonnebloem, v., sunflower,Zonneklaar, as clear as the sun, evident.Zonnelicht, o., light of the sun, sun-light. Zonnescherm, o., awning ; parasol, umbrella,sunshadeZonnesteek, m., sunstroke, insolation..[system.Zonnestelsel, o., solarZonnestraal, m.,sun-beam.Zonnewijzer, m., sun-dial.Zonsverduistering, v., solar eclipse..[manner.Zoo, so, as well, in this Zoodra, at once, as soon as, when. [brother.Zoogbroeder, m., foster-Zoogdier, o., mammifer, ZOogen,tosuckle. [mammalZoogenaamd, so-called, pretended, would-be. ZOogster, v., nurse, wet�Z001, v., foot, sole. [nurse.Zodloog, m., zoologist. ZOO m ,m., hem,border,shore. Zoomen, to hem, skirt. ZOOn, m., son. ZOOVeel, so much, so many. ZOrg,v., care; sorrow ;

devotion, solicitude. Zorgeloosheid, v., care- lessness, indolence. Zorgen, to take care.Zorglijk, precarious, careful.Zorgvuldig, careful, atten� tive, cautious. ZOt, m., fool, simpleton. Zot, foolish, silly, sottish.Zotskap, m., fool's cap.Zottepraat, m., rigmarole.Zotternij, v., folly, foolery,Zottin, v., fool. [nonsense. ZOut, o., salt. Zouteloos, saltless, insipidZoutevisch, v., salt-cod, -fish. [manufactory.Zoutkeet, v., saltern; salt-Zoutvat, o., salt-cellar, -box.Zoutziederij, v., salt-mak� ing, -house.Zucht, m., sigh ; groan.Zucht, v., swollenness; de� sire, inclination.Zuidelijk, southern.Zuiden, o., south.Zuiderzee, v., Zuyderzee.Zuigeling, m., suckling, nursling, infant.Zuigen, to suck, imbibe. Zuiger, m., sucker. [bottle.Zuigflesch, m., feeding-ZuigpOmp,v.,sucking-pump Zuil, v., pillar ; column.Zuilengang, v., colonnade, peristyle.Zuinig, sparing, economical, thrifty. [thrift.Zuinigheid, v., economy,Zuiplap, m., drunkard, drinker. [cheese.Zuivel, o., milk, butter and Zuivelconsulent,m., coun- sel for dairy-produce.

ZulVer, pure,clean,unmixed. Zuiveraar, m., cleaner, puri� fier, refiner. [refine. Zuiveren, to clean, purify,Zulk, such. Zullen, shall, will. [vinegar. Zult, o., pork pickled in Zundgat, o., touch-hole. Zuring, v., sorrel. Zuster, v., sister..[sister. Zusteriijk, sisterly, of a Zusterschool, v., school kept by 11.-C. Sisters. Zuur, o., acid; pickles (pl.). Zuur, sour, acid. Zuurdeeg, o., leaven. Zuurkijker, m., crabbed person..[salt cabbage. Zuurkool, v., sour-krout, Zuurstel, o., pickle-stand. Zuurstof, v., oxygen. Zwaaien, to sway, turn, swing. Zwaan, m., swan. [weighty. Zwaar, heavy, great, strong,Zwaard, o., sword. Zwaardveger, m., furbish� er, swordcutler. Zwaarhoofd, m.,hypochon�driac, saturnine person. Zwaarlijvig, corpulent, fleshy..[gloomy, sad. Zwaarmoedig,melancholy,Zwaarte, v., heaviness, weight, gravity. Zwaartekracht, v., gravita-

tion. [gray.i ty. Zwaartepunt, o., centre of Zwaartillend, gloomy., pes� simistic. Zwabberen, to mop, swab.Zwachtel, m., bandage.

ligature. Zwachtelen, to bandage.Zwager, m., brother-in-law. Zwak, feeble, weak, infirm. Zwakheid, v., weakness, feebleness, infirmity. Zwalken, to drift about, loiter. Zwaluw, v., swallow.Zwam, v. en o., fungus; German tinder. Zwanedons,v.,swan-down. Zwanezang,m.,swan's songZwang (in), m., in vogue,the fashion..[nancy. Zwangerschap, v., preg-Zwarigheid, v., difficulty, scruple, objection. Zwart, black � dark. Zwartekunsi, v., necro- mancy..["Black Peter".Zwartepieten, to play atZwartgallig, atrabilarian, melancholic..[person.Zwartkop, m., black-haired Zwavel, v., sulphur, brim� stone. Zwaveldamp, m.,sulphure�ous vapour. Zwavelen, to sulphurise, smoke with brimstone. Zwavelstok, m., match. Zwavelzuur ulphuric S Zweed, m., Swede. [acid. Zweem, m., touch, tinge, resemblance. Zweemen, to resemble, be Zweep, v., whip. Zweer, v., ulcer, sore, im� postume. [tion. Zweet, o. sweat, perspira-Zweetbad, o., sudatorium, steambath. Zwelgen, to swallow, gulp.Zwelgpartij, v., revelry. Zwellen, to swell, bloat. Zwemgordel, m., swim- ming-belt. Zwemvlies, o., web. Zwendelaar, m., swindler. Zwenken, to turn, wheel about, brandish. Zweren, to swear; suppu�rate.

Zwerttocht, m., wandering. Zwerm, m., swarm, flock. Zwerven, to ramble, rove, roam, wander, tramp.Zwetsen, to boast, brag. Zweven, to hover, flutter. Zwichten, to yield, give way.Zwi er bol, m., fast person, wild spark, debauchee. ZWierig, stylish, pompous, modish..[ones tongue. Zwijgen, to be silent, hold Zwijger, m.,taciturn person, silent person..[vertigo. Zwijmel, m., dizziness, Zwijn, o., pig, hog, swine.Zwilnenboel, m., piggery.ZwiKken, to sprain, wrest.Zwitser, m., Swiss. Zwitserland, o., Switzer- land. �. [plod.Zwoegen, to toil, drudge;Zwoel, sultry.Zwoord, o., rind, skin of bacon.

Bij de Uitgevers dezes verscheen mede QUANJERS FRANSCII WOORDENBOEI

FRANSCH-NEDERLANDSCH EN NEDERLANDSCH-FRANSCH Bij de Uitgevers dezes verscheen mede: QUANJERS BUITSCII WOORDENBOR

DUITSCH-NEDERLANDSCH EN NEDERLANDSCH-DUITSCH

Engelsch woordenboek. Engels-Nederlands en Nederlandsch-Engels / English Dictionary. English-Dutch and Dutch-English

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

Revision as of 22:18, 16 June 2024

Contents

Full text[1]

P [and the rest]

L. [and the rest]

See also

Views

Personal tools

Search

Metas

Navigation

 vogelte, o.
 Fox, voorwenden, veinzen ; kapen, stelen ; vos ; sluwe klant, m.
-Foxglove, vingerhoeds�
+Foxglove, [[vingerhoedskruid]], o. [senjacht, m. Foxhound, hond voor vos-Foxy, slues ; zuur ; gevlekt. Fracas, lawaai, o., ruzie, v. Fraction, breking; breuk, v.;
-kruid, o. [senjacht, m. Foxhound, hond voor vos-Foxy, slues ; zuur ; gevlekt. Fracas, lawaai, o., ruzie, v. Fraction, breking; breuk, v.;
 brok, o.; scheuring, v.
 Fractional, gebroken; klein, nietig; tot een breuk be�hoorend. [big, knorrig.