Spelen met taal  

From The Art and Popular Culture Encyclopedia

(Difference between revisions)
Jump to: navigation, search
Revision as of 15:53, 25 March 2024
Jahsonic (Talk | contribs)
(Figuurgedicht of typografisch gedicht)
← Previous diff
Revision as of 15:54, 25 March 2024
Jahsonic (Talk | contribs)

Next diff →
Line 311: Line 311:
De leerlingen krijgen een krant en een leeg A4-blad en gebruiken schaar en lijm. De leerlingen krijgen een krant en een leeg A4-blad en gebruiken schaar en lijm.
-De inspiratiebronnen: ''[[Boem Paukeslag]]'' van van Ostaijen maar ook de cover van [[Sex Pistols|de punk band van Johnny Lydon]] (''Never mind ...''), de kalligrammen Apollinaire (Eifeltoren), [[Revolutie (Paul de Vree)|Revolutie]] van Paul de Vree, [[The Mouse's Tale]] van Lewis Carroll en Arabische calligrafische gedichten.+De inspiratiebronnen: ''[[Boem Paukeslag]]'' van van Ostaijen maar ook de cover van [[Sex Pistols|de punk band van Johnny Lydon]] (''Never mind ...''), de kalligrammen Apollinaire (Eifeltoren), [[Revolutie (Paul de Vree)|Revolutie]] van Paul de Vree, [[The Mouse's Tale]] van Lewis Carroll en Arabische [[kalligrafische]] gedichten.
In de eerste fase wordt er geknipt, enkel letters en andere typografische elementen (punten, komma's, vraagtekens, strepen). Volle kleurvlakken mag ook, illustraties en foto's niet. In de eerste fase wordt er geknipt, enkel letters en andere typografische elementen (punten, komma's, vraagtekens, strepen). Volle kleurvlakken mag ook, illustraties en foto's niet.

Revision as of 15:54, 25 March 2024

Related e

Wikipedia
Wiktionary
Shop


Featured:

Taallessen met J. W. Geerinck

Contents

Definitie van poëzie

Gevraagd naar de eerste twee woorden die in een mens opkomen als hij of zij aan poëzie denkt, dan is het antwoord:

Dat leidt ons naadloos naar een definitie van poëzie.

Op z'n eenvoudigst is poëzie spelen met taal. Ten eerste spelen met vorm (bv. rijm, alliteratie, assonantie), ten tweede spelen met inhoud/betekenis (bv. metafoor).

Spelen met inhoud

Als ik zeg spelen met inhoud dan zeg ik spelen met betekenis.

Er zijn maar twee manieren om zich als mens metaforisch uit te drukken. Een eerste set van metaforen bedient zich van de buitenwereld, een tweede van het menselijk lichaam.

Relaties bijvoorbeeld worden vaak uitgedrukt in termen van beweging. Als ik zeg "onze relatie liep op de klippen" dan moet ik mij een woelige zelfs woeste zee voorstellen waar een schip (onze relatie) op dobbert en probeert niet te dicht bij het land te komen want nabij de kust zijn de klippen. Als ons schip die klippen raakt dan wordt er een gat geslagen in de romp en eindigt onze relatie op de bodem van de oceaan.

Je kan ook zeggen: "onze relatie ging nergens naartoe," of "onze relatie was een doodlopend straatje." Allemaal metaforen van beweging. Andere voordehandliggende metaforen zijn "er is licht aan het einde van de tunnel," "door het bos de bomen niet meer kunnen zien" en "het gras is altijd groener aan de andere kant."

Ten tweede: het eigen lichaam. Wat ligt er op je lever als er iets op je lever ligt? Hoogstens een ander ingewand. Hoe lang zijn lange tenen? Even lang als iemand die geen lange tenen heeft. En wat vind ik op het puntje van mijn tong? Lucht.

Misschien heb ik toch niet helemaal gelijk. Metaforen van tijd bestaan bijvoorbeeld ook vaak gewoon uit verwijzingen naar tijd. "Ik sta hier al een eeuw" voor ik sta hier wel al even op je te wachten, "ik herinner het mij alsof het gisteren was" voor het is nog erg vers in mijn geheugen.

Spelen met vorm

See les dents, la bouche

Begrijpen, onthouden, vatten

Begrijpen, onthouden, vatten schrijf ik aan bord.

En ik vraag welk lichaamsdeel daarachter zit.

Nu, in dit soort lessen moeten leerlingen hun vinger niet opsteken en wachten tot ik hen aanduid. In dit soort lessen schrijft iedereen zijn antwoord op een papiertje op en kom ik langs als zij denken dat ze het gevonden hebben. Dat 'vinden' is trouwens een heel langzaam proces want de vraag is moeilijk.

Het antwoord dat ik krijg is in eerste instantie altijd de hersenen.

Dat antwoord is fout.

Ik schrijf dan aan bord

Raar maar waar
Jij bent een roos
Ik wacht al een eeuw
De luie loebas
De zon lacht mij toe

Ik vraag, welke van deze poëtische stijlfiguren spelen met vorm en welke met inhoud.

Juist ja, 'roos', 'eeuw' en 'zon' spelen met inhoud. En wat kenmerkt die. Een zon die lacht, kanda? Nee dakanni. Dat jij een roos bent, kanda? Nee dakanni. Een eeuw wachten, kanda? Nee dakanni. Al die drie horen tot het rijk van de onmogelijkheid, net zoals de third conditional in het Engels.

Dat is het spanningsveld tussen figuurlijk en letterlijk taalgebruik.

Ik vraag dan graag of ze weten dat ik ooit op de cover van de Playboy stond.

Nee? Dan zeg ik, en ik gooi tegelijkertijd een krant op de grond. Op een dag gooide ik een Playboy op de grond en ik ging er op staan.

Deze flauwe grap illustreert dat spanningsveld.

Ik pak dan een wit krijtje en zeg dat ik daar ook groen mee kan schrijven. En dan schrijf ik "groen" op het bord.

Ik vraag weer vergiffenis voor de flauwe grap en zeg dat het weer dient om dat spanningsveld te illustreren.

Dat mijn liefde geen boot is maar wel een huwelijksbootje kan zijn dat op de klippen kan lopen.

Dat mijn liefde geen straat is maar toch dood kan lopen.

Dat mijn liefde geen weg is maar toch nergens naartoe kan gaan.

Dat het onderscheid tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik niet te maken valt. Dat nieuwe stijlfiguren versleten clichés worden, ingebakken in onze taal en dat de holbewoner, eens hij namen aan alle echte zaken gegeven had, hij weer bij de echte zaken te rade moest gaan om de abstracte begrippen namen te geven. En dat hij daar alleen maar kon aankloppen bij zijn eigen lichaam en bij de wereld rondom hem.

Taal is metafoor

Andere metaforen van het lichaam zijn: en ergens uw vinger niet kunnen opleggen, lange vingers hebben, lange tenen hebben, hart gebroken, schenen stampen, puntje van de tong liggen, dikke nek hebben, op de pik getrapt zijn, en magen die keren.

Andere metaforen van de buitenwereld: En dat de liefde een reis is, ze stapten in het huwelijksbootje, het liep op de klippen, liefde is een reis, doodlopend straatje,

OEBROE!

Vraagt een leerling … ‘is dat echt een gedicht meneer … staat daar een naam onder of zo?’

‘Ja natuurlijk,’ zeg ik, ‘niet alleen staat daar een naam onder, het gedicht heeft ook het ISO-9770 certificaat van de grote Belgische gedichten-commissie. Het gedicht voldoet dus aan de strengste ISO-normen voor gedichten.’

Het gedicht waarnaar hij verwijst staat op het bord … ‘U, Nu!’ … het kortste gedicht van de Nederlandse taal. Zo wordt dat gedicht toch verkocht.

U,
Nu!

Ik laat mijn klassen daar altijd naar raden. Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. Het rijmt, het is een liefdesgedicht, het bestaat uit twee woorden, in totaal drie letters, het uitroepteken is optioneel. Er is maar een woord in het Nederlands dat bestaat uit een enkele letter en dat is ‘u’. Al wat je moet doen is alle letters van het alfabet aflopen en je vindt het eerste woord. Omdat het rijmt heb je meteen ook het tweede woord.

Het gedicht zou van Joost van den Vondel zijn, geschreven in 1620, zeggen verschillende internetbronnen, maar in Google Books kan ik dat niet vinden, ik geloof dus niets van die Vondel-theorie.

De leerling gelooft wel ... hij gelooft mij over die ISO-9770 norm … hij gelooft mij over de grote Belgische gedichten-commissie. De rest van de klas gelooft het ook. Ik zeg hen dat het niet waar is. Ze lachen.

Ik spring naar mijn definitie van poëzie. ‘Poëzie is spelen met taal, enerzijds spelen met vorm, anderzijds spelen met inhoud. Spelen met vorm is bijvoorbeeld het aftelvers ‘pief poef paf en gij zijt af’ en spelen met inhoud is ‘jij bent een roos’ …’

Ik pak mijn krijtje en teken een boog op het bord. In die boog teken ik een kampvuur (ik kan niet tekenen) … daarrond zet ik holbewoner 1, holbewoner 2 en holbewoner 3 … ‘ze roepen naar elkaar … ze maken geluiden … zomaar geluiden … wijzen kunnen ze wel al … wijzen … kan geen enkel dier (en dan zeggen ze dat dieren slim zijn). De holbewoners hebben geen naam maar mochten ze dat toch hebben zou het Jozef, Yussuf en Yoessef kunnen zijn.

‘Ze kunnen wijzen, maar spreken kunnen ze nog niet …’

… tienduizend jaar later …

De ene zegt ‘oe, oe, oe’ en de andere roept hetzelfde en plots begrijpt de ene wat die andere aan de andere kant van het vuur bedoelt en hij roept nog luider ‘OE, OE, OE’. ‘Oe’ betekent vanaf die dag vuur. Wauw.

… tienduizend jaar later …

De holbewoners kennen een woord, eentje maar. 'Oe'. Dan op een dag, besluiten ze de rivier die buiten loopt, voor hun grot, en het water erin ‘broe’ te noemen.

‘Broe, broe, broe’ roepen ze.

… tienduizend jaar later …

En nog tienduizend jaar later zitten ze weer rond hun kampvuur en ze drinken alcohol. Zegt de ene tegen de andere ‘OEBROE’ …. ‘OEBROE, OEBROE, OBROE … en zij speelden met vorm (de rijm van OE-OE) en met inhoud (de metafoor VUURWATER).

Het had een scène uit La guerre du feu kunnen zijn … maar het is gewoon krijt op een bord.

--JWG Dec 2020

Samenvatten in drie zinnen

Kies een filmparel, een film die jij erg goed vindt maar die geen blockbuster is (geen algemeen bekende film zoals Pirates of the Caribbean, of Lord of the Rings). Let wel, de film moet een IMDb score hebben van 7.0 of hoger. Bovendien moet hij uitgebracht zijn in 2021 of eerder.

Vat die film samen in drie zinnen.

De samenvatting moet EXACT uit drie zinnen bestaan en mag niet langer zijn dan 70 woorden.

Voorbeeld 1:

Zin 1: The Lion King is een Amerikaanse film uit het jaar 1994 die het verhaal vertelt van Simba, een leeuwenkind in de Afrikaanse savanne.

Zin 2: Op een dag vermoordt zijn oom zijn vader, ontfutselt hem de troon en Simba vlucht naar de jungle waar hij nieuwe vrienden maakt.

Zin 3: Uiteindelijk komt Simba terug om zijn oom te vermoorden en het koningschap op te eisen.

Voorbeeld 2:

Zin 1: Finding Nemo is een Amerikaanse film uit het jaar 2003 die het verhaal vertelt van Nemo, een een klein visje die met zijn papa in de oceaan woont.

Zin 2: Op een dag wordt hij gescheiden van zijn vader en raakt hopeloos verloren in de oceaan.

Zin 3: Na vele omzwervingen en avonturen vindt hij zijn vader terug.

Zin 1, de inleiding, er gebeurt niks -- ik teken een vlakke lijn op het bord--, je krijgt antwoorden op de volgende drie vragen: Wie? waar? wanneer? Deze fase wordt schematisch voorgesteld door een 'stick figure', een klokje en een driehoek die een berg voorstelt. Dit is het schema: [Titel film] is a [productieland] film van het jaar [jaar] die het verhaal vertelt van [protagonist(s)], [description protagonist].

Zin 2, het midden, het eigenlijke plot, ontstaat er een probleem, ik teken een grote knoop, wat is het probleem? Je krijgt dus een antwoord op de wat-vraag.

Zin 3, het slot, de ontknoping (weer een vlakke lijn), je krijgt een antwoord op de hoe-vraag en de waarom-vraag.

Eigenlijk verloopt het verhaal volgens de structuur van een sprookje: 1) er was eens, 2) op een dag, 3) ze leefden nog lang en gelukkig.

Je schrijft alles in de tegenwoordige tijd (OTT of VTT).

English

Choose a movie gem, a movie that you enjoyed very much but which is not a blockbuster (not a commonly known movie like Pirates of the Caribbean, or Lord of the Rings). Note that the film must have an IMDb score of 7.0 or higher. In addition, it must have been released in 2021 or earlier.

Summarize that movie in three sentences. You write everything in the present simple or perfect simple.

The summary must consist of EXACTLY three sentences and must not exceed 70 words.

Example 1:

Sentence 1: The Lion King' is an American film from the year 1994 which tells the story of Simba, a lion child in the African savanna.

Sentence 2: One day Simba's uncle kills his father, depriving him of the throne, and Simba flees to the jungle where he makes new friends.

Sentence 3: Eventually Simba returns to kill his uncle and claim kingship.

Example 2:

Sentence 1: Finding Nemo' is an American movie from the year 2003 which tells the story of Nemo, a little fish who lives in the ocean with his daddy.

Sentence 2: One day he is separated from his father and becomes hopelessly lost in the ocean.

Sentence 3: After many wanderings and adventures, he finds his father again.

Outline:

Sentence 1, This is the outline: [Title movie] is a [production country] movie of the year [year] that tells the story of [protagonist(s)], [description protagonist].

Background: the introduction, nothing happens -- I draw a flat line on the blackboard --, you are given answers to the following three questions: Who, where, when? This phase is represented schematically by a "stick figure," a clock and a triangle representing a mountain.

Sentence 2, the middle, the actual plot, a problem arises, I draw a big knot, what is the problem? So you get an answer to the what question.

Sentence 3, the ending, the denouement (again a flat line), you get an answer to the how question and the why question.

If you think of it, the story follows the structure of a fairy tale: 1) once upon a time, 2) one day, 3) happily ever after.

Het schrift

Spraak is koning, zeg ik altijd. Spraak regeert alles. Schrift is slechts een resultaat van spraak. Een imitatie ervan. Bij het ontwikkelen van het schrift, waren er twee strategieën, de ene ideografisch, zoals in de Egyptische hiërogliefen, het Chinees en het Japans; de andere de ontwikkeling van een alfabet. Bij ideografische systemen moet men drie a vierduizend karakters kennen eer men een krant kan beginnnen lezen, er is dus een heel steile leercurve; bij het alfabet vormen 26 karakters alle woorden.

Ik stel me altijd voor dat de uitvinding van het schrift gebeurde vanuit de noodzaak in het geheim boodschappen te willen overbrengen van de ene koning naar de andere, of stamleider eerder. Men schreef iets op een papier (er was geen papier, er was een kei of een tablet), men vouwde dat toe en men bracht het naar de andere koning, die de boodschap weer ontcijferde.

Over de intieme relatie in het Nederlands en het Engels tussen liefde en waarheid

'True love' is 'ware liefde'

'To be true' is 'trouw zijn'

'Trouwen' is 'getting married'


Anekdote

Hallo leerlingen

Dit is een opdracht met deadline maandag 19/9.

Je interviewt je ouders over een anekdote die zij meemaakten. Een van hen, of allebei samen …. maar het moet gaan over een periode vóór jij geboren was. Vóór je broertjes of zusjes geboren waren, toen je ouders jong waren.

Een anekdote is een klein grappig en waargebeurd verhaal. Het verhaaltje bevat minimum 200 woorden en maximum 300.

Je schrijft het Verdana 11pts, regelafstand anderhalf, drukt het af en geeft het maandag af.

Grote groet

J.-W.-Geerinck

Anekdote J. W. Geerinck

Dit is een verhaal dat ik zelf meemaakte als kleine jongen.

Ik moet negen of tien geweest zijn. Wij woonden in Sint-Niklaas, in het Waasland en mijn ouders hadden een zaak in elektro-benodigdheden. Als ze een drukke dag hadden, vroegen ze vaak aan een van de personeelsleden om mij van school af te halen.

Zo ook op die dag. Ik stond voor de schoolpoort te wachten en ik merkte een grijze auto op waarvan ik dacht dat het de auto was van de personeelsleden van mijn vader.

Ik holde ernaartoe en sprong erin. Tussen mijn voeten zag ik een tapijtje liggen dat ik nog nooit eerder gezien had en ik vroeg, nog zonder op te kijken: ‘heb jij een nieuw tapijtje gelegd?’ Pas dan keek ik naar de chauffeur en zag een man die ik helemaal niet herkende.

Ik was dus in de auto van een wildvreemde man gesprongen. En wat erger is, toen ik terug naar de andere kant keek, zag ik een vrouw staan die op het punt stond in te stappen, maar ik was voor haar naar binnengeglipt.

Ik werd opeens heel verlegen en stamelde ‘sorry’, terwijl ik bedremmeld en blozend de auto verliet.

Totaal: 207 woorden



Romanopdracht

We werken aan een boekproject. We maken achtereenvolgens een cover, een eerste pagina, een laatste pagina, een achterflap én een afgewerkt product. In totaal 90 punten.

Cover

Het eerste deel is het maken van een foto, het bedenken van een onderwerp en een verslag van het maken van die foto. De opdracht staat op 20 punten, tien voor de foto, tien voor het verslag.

De foto moet speciaal voor deze opdracht gemaakt zijn, het mag geen oud vakantiekiekje zijn. Hij moet passen bij de roman die je wil maken. Het mag ook geen foto van een foto zijn.

In het verslag schrijf je wat je gedachtegang was bij het maken van die foto en welke moeilijkheden je daarbij ondervonden hebt. In de stijl van, ‘Ik wilde graag een verhaal vertellen dat zich afspeelt op de Titanic en een foto van het wrak maken, maar dat wrak ligt werkelijk heel diep op de bodem van de oceaan, dus heb ik maar een miniatuurscheepje gefotografeerd op de bodem van mijn bad.

Dat was niet zo eenvoudig want mijn gsm was niet waterdicht dus heb ik hem in een plastic zak moeten stoppen.

De belichting was trouwens een extra probleem. Daarom heb ik uiteindelijk maar een foto getrokken van een zeemeeuw en mijn roman getiteld: ‘Zeevlucht’.’

Je verslag bevat tussen de honderdvijftig à tweehonderd woorden.

Je maakt een zwartwitafdruk (kleur is niet verplicht).

Het verslag schrijf je in Verdana 11pts, regelafstand anderhalf.

De deadline is maandag 27 september.

Eerste pagina

Taak Nederlands

Je schrijft de eerste pagina van de roman waar je in het begin van het jaar een coverfoto voor trok en een titel voor bedacht. De pagina bevat exact 217 woorden.

De actie mag maar vijf minuten duren.

Denk filmisch. Sluit je ogen. Beeld je je een locatie in. Een geur. Een soort licht. Een situatie. Mensen. Doe aan sfeerschepping, geef ‘couleur locale’. Beschrijf wat je ziet, wat je hoort, wat je voelt. Je kan in de hij-vorm schrijven of in de ik-vorm. Het plot wil ik NIET kennen. Verwerk er een dialoog in, voorbeeld van een dialoog:

Toen zei Layla: ‘Laat mij met rust, John!’

Of

‘Laat me met rust, John,’ zei Layla.

Zoals altijd, Verdana 11pts, regelafstand 1.5.

Schrijf in de OTT of OVT, maar wissel niet af.

Getallen onder twintig, tien-, honderd- en duizendtallen schrijf je voluit.

Veel succes.

De opdracht staat op twintig punten.

Deadline 17 november.

Laatste pagina


Even herhalen wat ik vroeg.

De laatste pagina van je roman.

  • 217 woorden exact
  • Maximaal vijf minuten verteltijd
  • Dialoog mag maar moet niet
  • Stop er niet gans je verhaal in, want zo is een laatste pagina niet, als je het toch doet, kan ik je helaas geen 50 procent geven.

De deadline is maandag 24/1/2022. In mijn bakje graag.

Zoals altijd

Verdana, 11pts, regelafstand 1.5

Figuurgedicht of typografisch gedicht

Twee lestijden, liefst op een dag.

De leerlingen krijgen een krant en een leeg A4-blad en gebruiken schaar en lijm.

De inspiratiebronnen: Boem Paukeslag van van Ostaijen maar ook de cover van de punk band van Johnny Lydon (Never mind ...), de kalligrammen Apollinaire (Eifeltoren), Revolutie van Paul de Vree, The Mouse's Tale van Lewis Carroll en Arabische kalligrafische gedichten.

In de eerste fase wordt er geknipt, enkel letters en andere typografische elementen (punten, komma's, vraagtekens, strepen). Volle kleurvlakken mag ook, illustraties en foto's niet.

Men knipt en knipt, woorden die men vindt die men boeiend vindt, of men zoekt letters om woorden mee te maken die men in het hoofd heeft.

Men denkt na over een compositie.

In een tweede fase plakt men die letters op.

Men probeert zowel een inhoudsvol als een visueel aantrekkelijk gedicht te maken.

See also




This page Spelen met taal, is © Jan-Willem Geerinck and may only be cited as per the fair use doctrine.
Personal tools